Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
1
PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek De Stichting Donjon wil de Donjon van de aan het einde van de 18e eeuw gesloopte Donjon (of Reuzentoren), onderdeel van de burcht op het Valkhof te Nijmegen, herbouwen in combinatie met herstelwerkzaamheden aan het Valkhofpark. Deze gaan gepaard met bodemingrepen. Hierbij is het uitgangspunt dat de archeologische waarden in situ behouden blijven en niet of zo min mogelijk worden verstoord. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft in een e-mail dd. 26-3-2008 de ‘speelruimte’ aangegeven waarbinnen de fundering van de nieuw te bouwen donjon kan worden gerealiseerd (bijlage 6). Over andere ingrepen in de bodem, zoals de aanleg van nieuwe paden, het planten van bomen en struiken, en het leggen van kabels en leidingen, heeft de RCE zich (nog) niet uitgesproken. Omdat binnen het gehele Valkhofpark zeer waardevolle archeologische resten kunnen worden verwacht (het is een archeologisch beschermd Rijksmonument) heeft de Stichting alle voorgenomen werkzaamheden, die bodemingrepen met zich mee zullen brengen, in beeld gebracht. Met de RCE is besproken dat op de locaties waar bodemingrepen zijn voorzien, eerst een waarderend booronderzoek zal worden uitgevoerd met als voornaamste doel de mate van verstoring inzichtelijk te maken. Zo kan bijvoorbeeld op de plaats waar de donjon wordt herbouwd door middel van het booronderzoek meer duidelijkheid komen over de omvang van de sloopkuil. Dit Plan van Aanpak is gebaseerd op de door de Stichting Donjon aangeleverde ontwerptekeningen. Deze tekeningen zijn bijgevoegd. Indien de ontwerptekeningen worden aangepast of als er elementen zoals kabels en leidingen, lantaarns, nieuwe bankjes, etc. worden toegevoegd, dient dit PvA te worden aangevuld of te worden aangepast aan de nieuwe situatie en te worden goedgekeurd door het bevoegd gezag.
LOCATIE
Nijmegen, Valkhofpark
PROJECT
Herinrichting Valkhofpark
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
2
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
3
Naam, adres, telefoon, e-mail Joris Habraken Gemeente Nijmegen Bureau Archeologie en Monumenten Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Tel. 024-3293074
[email protected] Harry van Enckevort Gemeente Nijmegen Bureau Archeologie en Monumenten Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Tel. 024-3293085
[email protected]
datum
paraaf
OPDRACHTGEVER
Naam, adres, telefoon, e-mail ICE Development Edgar Kanselaar Postbus 31326 6503 CH, Nijmegen Tel: 024-8454608 / 06-81766039
[email protected]
datum
paraaf
BEVOEGD GEZAG o Gemeente
Naam, adres, telefoon, e-mail Gemeente Nijmegen Mieke Smit Bureau Archeologie en Monumenten Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Tel. 024-3299729
[email protected] Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed José Schreurs Postbus 1600 3800 BP Amersfoort Tel. 033-4217218
[email protected]
datum
paraaf
OPSTELLER Auteur
Seniorarcheoloog
o Rijk
UITVOEREND BEDRIJF / INSTELLING Naam Gemeente Nijmegen Contactpersoon Kees Brok (opgravingscoördinator) Telefoon / e-mail 06-53419354 /
[email protected]
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
4
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
5
BASISGEGEVENS Projectnaam Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartblad nummer XY – coördinaten
Oppervlakte plangebied Huidig grondgebruik CMA/AMK-status ARCHIS-monument nummer
Herinrichting Valkhofpark. Gelderland Nijmegen Nijmegen Valkhofpark 40 Cz N/W: 188209 / 428990 N/O: 188325 / 429000 O: 188382 / 428923 Z/O: 188340 / 428855 Z/W: 188193 / 428843 26.725 m2 park zeer hoge archeologische waarde, beschermd Rijksmonument 395952
ARCHIS-waarnemingsnummers Onderstaand overzicht is bedoeld als beknopte verduidelijking van de waarnemingsnummers op de bijgevoegde Archis-kaart.1 6947: Muntvondst: Romeinse follis uit 305-308 na Chr. 15302: Opgraving Weve 1910-1911 en Brunsting 1946. 15306: Opgraving IOGA (Universiteit Nijmegen) 1969 en opgraving ROB 1979. 21380: Aardewerk late middeleeuwen en nieuwe tijd. Gevonden tijdens herinrichting park in 1985. 25849: Opgraving ROB 1983 (onder meer Romeinse spitsgracht). Locatie Waalkade-Steenstraat. 25955: Muntvondst: Romeinse sestertius van Nero (54-68 na Chr.). 33077: Opgraving ROB 1987. Locatie Lange Baan / Statemakerstoren. Hierbij is een bodemfragment van Romeins draaischijfaardewerk gevonden. Het aardewerk is afkomstig uit een mogelijke greppel. Daarnaast is mogelijk een deel van een (laat)-middeleeuwse vloer vrijgelegd en zijn sporen uit de nieuwe tijd aangetroffen. 46373: Archeologische begeleiding Kelfkensbos in 1996. Gemeentelijke code: Ke2. Munitie WOII. 46376: Archeologische begeleiding bij leggen kabelsleuf Nuon in 1996. Gemeentelijke code: Va2. Sleuf van Nicolaaskapel richting Lindenberg / Veerpoorttrappen. Losse vondsten, o.a. metaal, aardewerk, een fragment van een Romeinse grafsteen en Romeins bouwmateriaal. Verder een stuk oude fundering bij de Nicolaaskapel. 46377: Archeologische begeleiding in 1996. Gemeentelijke code: Va3.Verstoorde laag met 14e- en 15e-eeuws materiaal plus enkele Romeinse munten. 46378: Archeologische begeleiding in 1996 aan de Voerweg. Gemeentelijke code: Vw1. Alleen (sub)recente vondsten.
1
Voor een uitgebreide beschrijving van de waarnemingen zie bijlage 2.
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
6
46388: Archeologische begeleiding in 1997. Gemeentelijke code: Va4. Het grasveld in het park werd 15 cm diep gefreesd. Alleen losse metaalvondsten oopgetekend. Verder wat bouwmateriaal opgeraapt, o.a. een zuilfragment (Romeins?). 46389: Archeologische begeleiding in 1997 aan de Voerweg. Gemeentelijke code: Vw3. Hierbij is materiaal verzameld, datering na 1550/1600. 46622: Vrijgraven westvleugel onderaardse gang van de Statemakerstoren door Stichting Archeologie Nijmegen in 1993 onder auspiciën van de Gemeente Nijmegen. Gemeentelijke code: Lb2. Vondsten 18e-19e eeuw. 46624: Vrijgraven oostvleugel onderaardse gang van de Statemakerstoren door Stichting Archeologie Nijmegen in 1993 onder auspiciën van de Gemeente Nijmegen. Gemeentelijke code: Lb3. Vondsten 18e-19e eeuw. 46625: Archeologische begeleiding in 1993. Gemeentelijke code: Lb4. Aan de voet van de trappartij tussen Lindenberg en Valkhof werd een electriciteitshuisje geplaatst. Vondsten o.a. muurwerk, bestrating, keermuur en aanzet trap uit verschillende periodes. 47516: Waarneming door Stichting Archeologie Nijmegen binnen de Statemakerstoren in 1991 onder auspiciën van de Gemeente Nijmegen. Gemeentelijke code: Lb1. Het betreft een waterkelder uit de 18 e eeuw. 47968: Muntvondst in 2001. Het betreft een Romeinse denarius. 431324 / onderzoeksmeldingsnummer 46707 / onderzoeksnummer 36248 / gemeentelijke code Lb6 en Lb7: In 2011 proefsleuvenonderzoek in verband met uitbreidingsplannen van museum Statemakerstoren (gemeentelijke code Lb6).2 Het onderzoek Lb6 betreft in eerste instantie een proefsleuf van 1,6 m bij 16 m in de uiterste noordwestelijke hoek van het Valkhofpark, net buiten het Rijksmonument. Hierbij zijn een natuurstenen laatRomeinse muur (mogelijk in situ, maar er kan niet worden uitgesloten dar het gaat om een brokstuk dat van de helling naar beneden is gerold), een muurfundering uit de late middeleeuwen en een 18 e- of 19e-eeuwse keldermuur aangetroffen. Naar aanleiding van het onderzoek is in overleg en op advies van de RCE besloten een aanvullend veldonderzoek uit te voeren in de vorm van twee proefsleuven binnen het Rijksmonument (gemeentelijke code Lb7). Daarnaast zijn losse (laat)-middeleeuwse vondsten en bouwsporen uit de nieuwe tijd aangetroffen.3 waarneming 33077: In 1989 heeft de ROB binnen de geplande uitbreidinglocatie een klein archeologisch onderzoek verricht. Tot slot kan nog verwezen worden naar een non-destructief sonderings-onderzoek dat in 2013 is uitgevoerd rond de locatie van de donjon.4
DOEL EN REDEN VAN HET KARTEREND BOORONDERZOEK De Stichting Donjon wil de Donjon van de aan het einde van de 18e eeuw gesloopte burcht op het Valkhof herbouwen. In 2005 is een tijdelijke donjon met behulp van steigers en doek schaal 1:1 herbouwd. Bezoekers konden deze donjon beklimmen tussen 2 juli 2005 en 1 oktober 2006. Op 7 maart 2006 hebben de Nijmegenaren zich met een meerderheid van 60,18% in een gemeentelijk referendum uitgesproken over de definitieve herbouw van de donjon op het Valkhof. De Stichting Donjon heeft daarvoor een schetsplan opgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat de archeologische waarden in situ worden behouden en zo min mogelijk worden verstoord. Omdat binnen het Valkhofpark zeer waardevolle archeologische resten kunnen worden verwacht, zijn door de Stichting Donjon alle werkzaamheden, die bodemingrepen met zich mee zullen brengen, in beeld gebracht om de RCE in staat te stellen zich een goed beeld te vormen van waar wat gaat gebeuren, zodat een goede afweging gemaakt kan worden 2
Zie Den Braven 2011. Zie Den Braven 2012. 4 Fugro 2012. 3
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
wanneer de Stichting Donjon een vergunningaanvraag indient. De RCE heeft verzocht om, in aanvulling op het archeologisch bureauonderzoek en het geofysisch onderzoek, nu eerst door middel van een booronderzoek in kaart te brengen hoe diep de bodem al verstoord is op die plekken waar de Stichting bodemingrepen voorziet (fase 1). Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek kan besloten worden tot een intensivering van het boorgrid waarbij een waardering van de archeologische resten op de voorgrond zal staan (fase 2). Het booronderzoek fase 1 zal zich voornamelijk richten op die delen van het park waar bodemingrepen gepland zijn (bijlage 5). Hierbij valt te denken aan bodemingrepen op de plek van de te bouwen donjon, op die plaatsen waar de bodem verstoord wordt door het verwijderen of aanplanten van bomen, en door het aanleggen van paden, kabels en leidingen. In de paden zullen de boringen om de 20 m worden uitgevoerd. Om een goed inzicht in de opbouw van de bodem te krijgen is een overal grid van boorpunten van 20 bij 25 m uitgezet. Tot slot worden ter hoogte van de locatie van de donjon nog een aantal extra boringen gezet om een gedetailleerd inzicht te krijgen in de opbouw ter plaatste van de sloopactiviteiten in de late 18e eeuw. Op basis van de verkregen gegevens zal aan het Bevoegd Gezag niet alleen een advies gegeven kunnen worden over de mogelijkheden tot behoud in situ van archeologische waarden, maar ook over die plekken waar archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk zal zijn, en in welke vorm dit zal kunnen plaatsvinden.
Uitsnede kaart 1900 Nijmegen. De kaart is gericht naar het zuiden.
7
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
8
NADERE AFBAKENING PLANGEBIED In 2012 is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in de noordwestelijke hoek van het plangebied. Het onderzoek is uitgevoerd in verband met uitbreidingsplannen van museum Statemakerstoren. De hier aangetroffen vindplaats is gewaardeerd en behoudenswaardig. Binnen dit deel van het plangebied wordt een waarderend archeologisch booronderzoek dan ook niet nodig geacht.5 Aan de westzijde van het plangebied heeft volgens voorgaande kaart uit 1900 een gebouw gestaan. Dit is in 1839 gebouwd en is in gebruik geweest als sociëteit. In 1949 is het gebouw gesloopt. In de zuidwestelijke hoek van het plangebied heeft een hotel/cafe gestaan (nr 14). Bij de bouw en de sloop van beide panden zal de bodem tot zekere diepte verstoord zijn geraakt. Aangezien in dit deel van het plangebied afgezien van de plaatsing van enkele nieuwe bomen geen bodemingrepen worden voorzien, wordt een waarderend booronderzoek hier niet nodig geacht. BESCHIKBARE DOCUMENTATIE Archeologisch bureauonderzoek Uitvoerder Bureau Archeologie en Monumenten Nijmegen Uitvoeringsperiode 2007-2008 Publicatie H. van Enckevort & M. Smit, 2008. Aan de publicatie is een uitgebreide literatuurlijst en een inventarisatie van het uitgevoerde archeologisch onderzoek toegevoegd. Deze publicatie is als bijlage aan dit PvA toegevoegd.
ONDERZOEKSHISTORIE Voor een uitgebreide beschrijving van de onderzoeken die hebben plaatsgevonden op het Valkhof en de aanwezige documentatie wordt verwezen naar Van Enckevort en Smit (zie bijlage). In 1910-1911 en 1920 voerde Weve archeologisch onderzoek uit op het Valkhof. Het was Weve’s bedoeling om de ligging van de verschillende gebouwen van de Valkhofburcht, zoals die bekend waren uit van plattegronden uit 1726 en 1796, te achterhalen. Daartoe legde hij werkputten aan op strategisch gekozen plekken in het park. In 1943 kon opnieuw onderzoek gedaan worden. Ten oosten van de Barbarossa-ruïne werd een bunker gebouwd, waarbij een inhumatiegraf is ontdekt. In 1946 zijn onder leiding van Hendrik Brunsting van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden enkele werkputten gegraven op het Valkhof. De belangrijkste werkput lag in het verlengde van het zuidelijke uiteinde van de absis van de Barbarossa-ruïne. Het groundtracer-onderzoek In de notitie van Enckevort en Smit zijn ook de resultaten beschreven van het groundtraceronderzoek dat heeft plaatsgevonden in 2007. Het onderzoek bevestigt de aanwezigheid van de funderingsresten van de donjon op een diepte van ca. 4,0-4,5 m (zie onderstaande figuur).6 Mogelijk dat resten plaatselijk ook op een hoger niveau in situ bewaard zijn gebleven. De sloopkuil van de donjon met puin is al op een hoger niveau zichtbaar, tussen de 2 en 3 m 5
Den Braven 2012. Het groundtracer onderzoek dat is uitgevoerd op de Korenmarkt in 2011 (Hoek & Kuppens 2013) heeft laten zien dat dit onderzoek soms een beperkt voorspellende waarde heeft; muurresten kwamen daar op beduidend hoger niveau tevoorschijn dan op basis van het groundtraceronderzoek was voorspeld. 6
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
9
beneden maaiveld. De onderkant van een fundering is op vier plekken in de data waargenomen. De resten van twee waterputten en de fundering van een zuid-noord georiënteerde paleisvleugel zijn herkenbaar. Een nieuwe ontdekking is de rechthoekige fundering die ten zuidwesten van de donjon in de bodem aanwezig is. Mogelijk betreft het hier de resten van een (veel oudere?) voorganger.
Groundtracerdata van 2,7 m en 6,0 m beneden het maaiveld, gecombineerd met de werkputten van Weve en Brunsting (lichtgele vlakken)en de plattegrond van de burcht vlak voor de sloop.7 1 waterput, 2 locatie fundering onbekend gebouw, 3 muurtoren (?), 4 noordzuidvleugel burchtcomplex, 5 waterput, 6 donjon. Onderzoek door middel van weerstandmetingen In 2010 heeft de Vrije Universiteit midden op het terrein van het Valkhof een archeologisch prospectie-onderzoek uitgevoerd door middel van weerstandsmetingen. Uit het onderzoek blijkt dat er op een diepte tussen 0,70 en 2,80 m beneden maaiveld structuren zijn te onderscheiden. Het zijn duidelijke zichtbare greppels of uitbraaksleuven. Het onderzoek is uitgevoerd door twee verschillende teams, waardoor er ook twee verschillende rapporten over hetzelfde onderzoek zijn verschenen.8 Proefsleuvenonderzoek In 2011 heeft Bureau Archeologie en Monumenten Nijmegen een proefsleuvenonderzoek (Lb6) uitgevoerd net buiten en binnen het Rijksmonument.9 Het onderzoek is verricht in verband met uitbreidingsplannen van museum Statemakerstoren. Eerder, in 1989 had de ROB binnen de geplande uitbreidinglocatie al een klein archeologisch onderzoek verricht.10 Het 7
Van Enckevort & Smit 2008. Pronk e.a., 2010; Bakmaz e.a, 2010. 9 Den Braven 2011. 8
10
Zie waarneming 33077.
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
10
onderzoek Lb6 betrof in eerste instantie een proefsleuf van 1,6 m bij 16 m in de uiterste noordwestelijke hoek van het Valkhofpark, net buiten het Rijksmonument. Hierbij zijn een natuurstenen laat-Romeinse muur (mogelijk in situ, maar er kan niet worden uitgesloten dat het gaat om een brokstuk dat van de helling naar beneden is gerold), een muurfundering uit de late middeleeuwen en een 18e- of 19e-eeuwse keldermuur aangetroffen. Naar aanleiding van het onderzoek is in overleg en op advies van de RCE besloten een aanvullend veldonderzoek uit te voeren in de vorm van twee proefsleuven binnen het Rijksmonument (gemeentelijke code Lb7). Hierbij zijn losse (laat)-middeleeuwse vondsten en bouwsporen uit de nieuwe tijd aangetroffen.11 ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING Het Valkhof is een archeologisch Rijksmonument volgens de monumentenwet en heeft daarom op de archeologische beleidskaart van de gemeente Nijmegen de hoogst mogelijke waarde (waarde 4). Het terrein is volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Nijmegen omgeven door het grote terrein Nijmegen-Centrum (Z-08), dat gecategoriseerd is als terrein van zeer hoge archeologische waarde (waarde 3). Het is, wat de archeologische resten betreft, onlosmakelijk daarmee verbonden. Omschrijving12 Omdat nog vrijwel geen opgravingen op het Valkhof hebben plaatsgevonden, is de bodem nog grotendeels intact. Een uitzondering hierop vormt de grote sloopput van de donjon uit de late 18e eeuw. Het Valkhof heeft in het verleden altijd een geheel gevormd met het Kelfkensbos (Z-03), waarvan het pas sinds de 13e eeuw door een diepe gracht gescheiden is, de huidige Voerweg. Het Kelfkensbos is grotendeels archeologisch onderzocht en op grond daarvan bestaat een goed beeld van de te verwachten resten op het Valkhof. Op het Valkhof zijn twee grafheuvels uit de urnenveldentijd aangetroffen, die waarschijnlijk tot hetzelfde grafveld hebben behoord als de graven die op Kelfkensbos zijn aangetroffen. In een van de twee graven is een urn uit de late bronstijd aangetroffen. Ook de stedelijke nederzetting Oppidum Batavorum uit ca. 15 voor - 69/70 na Chr., waarvan vele resten op Kelfkensbos en het aanpalende St. Josephhof zijn aangetroffen, moet zich over het Valkhof hebben uitgestrekt. De archeologische overblijfselen tonen een sterk geromaniseerde samenleving. De gebeeldhouwde, monumentale blokken van de ‘godenpijler’ die op Kelfkensbos zijn gevonden en uit ca. 17 na Chr. stammen, zijn een aanwijzing voor de stedelijke allure van de nederzetting. Beide blokken zijn als inspiratiebron gebruikt voor de moderne ‘godenpijler’ op het plein voor Museum Het Valkhof. Kort voor 300 na Chr. is op het Valkhof een militaire versterking aangelegd, waarvan bij voormalig cultureel centrum de Lindenberg en op het Kelfkensbos de bijbehorende grachten en de restanten van een muur zijn opgegraven. Andere resten van deze versterking zijn ongetwijfeld nog in de bodem van het Valkhof bewaard gebleven. De militaire versterking ging aan het eind van de 4e eeuw over in Merovingische handen, nadat de Romeinen zich definitief uit onze streken hadden teruggetrokken. In de 7e eeuw moet op het Valkhof een belangrijke nederzetting hebben gelegen. Ook kreeg een deel van het terrein een religieuze functie met de bouw van de eerste parochiekerk in Nijmegen. Dat op het Valkhof in die tijd ook begravingen plaatsvonden getuigt de vondst van enkele graven in de Barbarossaruïne. Van de 8e-eeuwse Karolingische palts is boven de grond niets meer bewaard gebleven, maar 11
Den Braven 2012. Overgenomen uit de beschrijving van de terreinen, behorend bij de archeologische beleidskaart van de gemeente Nijmegen. 12
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
11
in de bodem liggen ongetwijfeld nog resten. Het complex is enkele malen verwoest en hersteld in de loop van de eeuwen. Het oudste nog overeind staande gebouw van Nijmegen, de St. Nicolaaskapel, is rond 1030 gebouwd. De Barbarossaruïne is het enig overgebleven zichtbare deel van de burcht die in 1166 is gebouwd. Ook in de bodem zijn delen van deze burcht bewaard gebleven. Archeologisch belang van het terrein13 Late bronstijd–vroege ijzertijd (urnenveldentijd) Het grafveld op het Valkhof is een van de drie grafvelden uit de urnenveldentijd op de hogere plateaus langs de Waal. Van dit grafveld is nog niet zo heel veel bekend, zeker niet van het gedeelte dat zich op het Valkhof bevind. Onderzoek naar de precieze datering en omvang van het grafveld is dan ook belangrijk. Oppidum Batavorum (1e eeuw) Het onderzoek naar Oppidum Batavorum is van groot belang, omdat het de vroegste Romeinse stedelijke nederzetting in Nederland betreft. Het is tegelijkertijd de oudste voorganger van het huidige Nijmegen. De vondst van de monumentale pijler op het Kelfkensbos is een aanwijzing voor het belang dat de Romeinen stelden in deze nederzetting. Hoewel op enkele plekken wel aanwijzingen zijn voor de begrenzing van de nederzetting, is de exacte omvang nog niet geheel duidelijk. Bovendien kan nader onderzoek meer helderheid verschaffen over de chronologische en ruimtelijke ontwikkeling van de nederzetting evenals over de bevolkingsdichtheid en -samenstelling. 4e/5e eeuw De militaire versterking op het Valkhof vormde, samen met de ommuurde burgerlijke nederzetting aan de Waal en het grafveld in de omgeving van het Valkhof, de kern van de 4e/5e-eeuwse bewoning van Nijmegen. Hoewel elders in Nijmegen op enkele plekken wel resten van bewoning uit die tijd bekend zijn, is de bewoning toch voornamelijk op en rond het Valkhof geconcentreerd geweest. Het is dan ook van belang om deze resten nauwkeurig te kunnen onderzoeken, omdat ze vrijwel de enige informatiebron zijn voor de omvang en samenstelling van de bevolking in de 4e/5e eeuw. Ook is het de enige locatie waar resten van Romeinse bebouwing uit die periode zich in de bodem bevinden. Nader onderzoek is van belang om de precieze inhoud en de ontwikkeling van het castellum op het Valkhof in kaart te brengen. Het bijbehorende grafveld strekt zich uit van het stadhuis tot aan de Mariënburg en de Ziekerstraat. Merovingische tijd: Van deze periode is slechts weinig bekend, niet voor niets wordt deze tijd vaak ‘the dark ages’ genoemd. In het verleden is deze periode ook wel eens aangeduid als het ‘gat van Nijmegen’. Het is dan ook van groot belang om de aard en omvang van de sporen uit de 5e tot 7e eeuw in kaart te brengen, wanneer ingrepen in de bodem niet te vermijden zijn. Dat geldt niet alleen voor het archeologische bodemarchief op het Valkhof, maar voor alle resten uit deze periode. In de 7e eeuw wordt de belangrijke rol die het christendom in de voorgaande eeuwen is gaan 13
Overgenomen uit de beschrijving van de terreinen, behorend bij de archeologische beleidskaart van de gemeente Nijmegen.
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
12
innemen, goed tot uitdrukking gebracht door de bouw van de eerste parochiekerk van Nijmegen op het Valkhof. Van deze eerste parochiekerk en het bijbehorende grafveld is nog niet zo veel bekend. Het is dan ook van belang om overblijfselen hiervan goed in kaart te kunnen brengen. Karolingische periode en de latere Valkhofburcht Door de eeuwen heen heeft de Valkhofburcht, die in de 8e eeuw voor het eerst vorm kreeg in de vorm van een Karolingische palts, vele kleine en grote verbouwingsfasen gekend. Veel daarvan is vooralsnog niet of nauwelijks bekend. Het is dan ook van belang om deze resten in kaart te kunnen brengen, om zo een beter inzicht te krijgen in de verschillende ontwikkelingsfasen van de burcht. Vikingen In 880 hebben de Vikingen de palts op het Valkhof overmeesterd en hier een winterkwartier ingericht en de aanleg met een wal en muur omgeven. Het houtwerk van de wal is tijdens de aftocht van de Vikingen in vlammen op gegaan, maar mogelijk vormde de muur de eerste aanzet voor de stadsmuur van de late middeleeuwen.14 Archeologisch kader15 Late bronstijd-vroege ijzertijd In tegenstelling tot de voorgaande perioden, waarin een graf slechts voor enkele personen binnen een familie of samenleving bestemd was, kregen in de late bronstijd en vroege ijzertijd veel meer leden van de samenleving een crematiegraf. Grafvelden uit die periode kunnen dan ook uit honderden graven bestaan, de reden waarom deze periode ook wel de urnenveldentijd wordt genoemd. De meeste in Nijmegen bekende urnenvelden uit die tijd bevinden zich op de hogere delen van Nijmegen. De belangrijkste waren gelegen op het Kops Plateau, op de Hunerberg en op het Valkhof/Kelfkensbos. Deze locaties zijn niet toevallig gekozen. Het Kops Plateau en de Hunerberg waren al eeuwenlang een belangrijke plaats voor begravingen. Kennelijk speelde het landschap ook bij de aanleg van begraafplaatsen een belangrijke rol. Oppidum Batavorum (1e eeuw) Vanaf ca 15 voor Chr. lag in de ruime omgeving van het Valkhof en Kelfkensbos de sterk geromaniseerde nederzetting Oppidum Batavorum. De afwezigheid van aan de Romeinse tijd voorafgaande bewoningssporen doet vermoeden dat deze nederzetting door de Romeinen is gesticht. De opzet en het stratenplan van de nederzetting en de rijk ingerichte huizen en vondsten verraden een sterk geromaniseerde bevolking en grote welstand. Het lijkt er dan ook op dat hier weinig Bataven gewoond hebben, eerder moeten we denken aan lieden uit Gallië (Frankrijk) en Italië. Tijdens de Bataafse opstand in 69/70 na Chr. is de stedelijke nederzetting door Julius Civilis en zijn mede-opstandelingen in brand gestoken en daarna niet meer opgebouwd.
14
Gorissen 1956, 69. Overgenomen uit de beschrijving van de terreinen, behorend bij de archeologische beleidskaart van de gemeente Nijmegen. 15
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
13
4e/5e eeuw In de 4e/5e eeuw na Chr. lijkt er een sterke bevolkingsafname te hebben plaatsgevonden. De periode wordt gekenmerkt door onrust, en de bevolking lijkt zich in grote getale teruggetrokken te hebben van het platteland en zich te concentreren in enkele centra. Ook de Romeinse stad Ulpia Noviomagus in Nijmegen-West is opgegeven. In plaats daarvan is het laat-Romeinse castellum op het Valkhof aangelegd, waaromheen ook niet-militairen hebben gewoond. Buiten deze nederzetting zijn in de 4e/5e eeuw in Nijmegen slechts weinig nederzettingen bekend. Het bijbehorende grafveld strekt zich uit van het stadhuis tot aan de Mariënburg en de Ziekerstraat. Net zoals dat het geval is bij nederzettingen, zijn graven uit de 4e/5eeeuw betrekkelijk uitzonderlijk. Graven weerspiegelen in belangrijke mate de maatschappelijke context van de levenden. 4e/5e-eeuwse graven geven dan ook een goed beeld van de culturele en religieuze wijzigingen die in de samenleving merkbaar moeten zijn geweest door Germaanse invallen en de daarop volgende veranderingen in het militaire beleid van Rome. Ook de intrede van het christendom is zichtbaar in de grafcultuur, door het in veel gevallen ontbreken van bijgiften en de nieuw geïntroduceerde west-oost-oriëntatie van de graven. Daarbij is het hoofd van de dode in westelijke richting gelegd, zodat hij/zij bij de opstanding Christus in het oosten kon zien verschijnen. Merovingische tijd In de late 5e eeuw wordt het castellum op het Valkhof, na de val van het Romeinse gezag in onze streken, overgenomen door de Merovingische elite. Dit is niet uitzonderlijk, het gebeurde bij veel verlaten Romeinse legerplaatsen. Rondom deze versterking moet een nederzetting zijn ontstaan, en aan het begin van de 7e eeuw is hier door de Keulse bisschop – lid van de Merovingische elite – bovendien de eerste parochiekerk van Nijmegen, gewijd aan St. Stephanus, gebouwd. Rondom deze kerk is ook een kerkhof aangelegd, waarvan enkele graven zijn aangetroffen in de Barbarossaruïne. Karolingische tijd en de latere Valkhofburcht In de 8e eeuw is de versterking verder uitgebouwd tot een Karolingische palts waarvan voor het eerst in 777 melding wordt gemaakt, toen Karel de Grote in Nijmegen verbleef. In de loop van de daaropvolgende eeuwen is de burcht enkele malen in brand gestoken en hersteld. Vele keizers en andere hoogwaardigheidsbekleders verbleven in de op Aken na belangrijkste palts in het Karolingische en Ottoonse rijk. In 880 hebben de Vikingen de palts op het Valkhof overmeesterd en hier een winterkwartier ingericht en de aanleg met een wal en muur omgeven. Het houtwerk van de wal is tijdens de aftocht van de Vikingen in vlammen op gegaan, maar mogelijk vormde de muur de eerste aanzet voor de stadsmuur van de late middeleeuwen.16 Onder Keizer Frederik Barbarossa is de burcht in 1166 grondig verbouwd, waarbij ook een belangrijke plaats werd ingenomen door de donjon, de centrale woontoren. Vanaf het moment dat de burcht in de 15e eeuw binnen de stadsmuren komt te liggen, verliest deze langzamerhand zijn verdedigende functie en raakt in verval. In 1796-1799 wordt de burcht gesloopt. Enkele onderdelen zijn vervolgens opgenomen in het Valkhofpark dat aan het begin van de 19e eeuw is ontworpen en waarvan enkele elementen nu nog steeds in vrijwel ongewijzigde vorm bestaan.
16
Gorissen 1956, 69
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
14
Archeologische indicatoren
Gezien de bewoningshistorie vanaf de Bronstijd van het Valkhof dient rekening gehouden worden met alle soorten archeologische indicatoren. Omvang en vondstdichtheid De verwachting is dat de vondstdichtheid zeer hoog zal zijn. Ook in geroerde grond zullen nog veel archeologische vondsten aanwezig zijn. Diepteligging Belangwekkende archeologische vondsten kunnen vanaf het maaiveld worden aangetroffen. Archeologische sporen in situ worden verwacht vanaf 0,5 m beneden maaiveld. Funderingen van de Donjon kunnen aanwezig zijn tot 4-4,5 m beneden maaiveld. Archeobotanisch, Gezien de zandige zure ondergrond zal archeobotanisch, zoölogisch en paleozoölogisch en paleo-ecologisch materiaal slecht bewaard zijn ecologisch materiaal gebleven. In diepere sporen zoals grachten en waterputten is mogelijk nog wel dergelijk materiaal aanwezig. ONDERZOEKSVRAGEN
Wat is de aard, locatie, ouderdom, diepteligging, dikte, genese en gaafheid van natuurlijke en antropogene bodemhorizonten?Licht toe aan de hand van een beargumenteerde interpretatie van boorprofielen. In hoeverre is de antropogene laag /zijn de antropogene lagen representatief voor vondsten en sporen in de diepere bodem? Wat is de (mogelijke) omvang, aard, datering en fysieke kwaliteit van archeologische vondst- en/of spoorcomplexen (inclusief archeobotanisch, zoölogisch en paleoecologisch materiaal)? Wat is de diepte tot waarop artefacten van recente ouderdom (‘modern’ afvalmateriaal) in het bodemprofiel voorkomen en/of tot welke diepte in het bodemprofiel is sprake van een ‘recente’ bodemverstoring? In hoeverre zijn deze recente bodemverstoringen toe te wijzen aan bepaalde ingrepen? Zijn er bodemverstoringen aan te wijzen die zijn opgetreden tijdens de sloop van de burcht tussen 1796 en 1799? Is op de locatie van de donjon de puinlaag/krater detecteerbaar die moet zijn achter gebleven na de sloop? Heeft deze puinlaag informatiewaarde? Zijn er aanwijzingen voor ophogingen van het Valkhofterrein? Zo ja waaruit bestaan deze en hoe kunnen deze worden verklaard? Levert het onderzoek informatie op over de (vroegste) parkaanleg? Zo ja waar bestaat die informatie uit? Hoe kan men de resultaten vertalen in termen van conservering en kwaliteit van archeologische resten?Welke mogelijkheden zijn er, of welk perspectief is er, voor in situ behoud? Wat zijn daarvoor de randvoorwaarden? Hoe dienen deze randvoorwaarden te worden onderzocht? Welke consequenties zal voortgaande planuitvoering op de archeologische resten kunnen hebben? hoe adequaat is de gekozen zoekstrategie geweest? Licht beargumenteerd toe. Welke aanbevelingen kunnen er worden gedaan met betrekking tot vervolgonderzoek?
METHODEN EN TECHNIEKEN
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
Boortype
Diameter boor Diepte boringen
Aantal boringen Positionering boringen
Oriëntatie grid t.o.v. geomorfologie/ paleolandschap Overige toegepaste methoden Wijze onderzoek/ beschrijving boorkolom Verzamelwijze archeologische indicatoren
15
Edelmanboor. Handmatig in die delen die niet dieper dan 1,5 m beneden maaiveld verstoord gaan worden. Machinaal in die delen die dieper dan 1,5 m beneden maaiveld verstoord gaan worden. 7 cm 50 cm onder het diepste verstoringsniveau met een minimale diepte van 2 m beneden maaiveld. Deze minimale diepte is nodig om een goed beeld te krijgen van de opbouw van de bodem en de aanwezige archeologie. 112 In fase 1 van het booronderzoek zijn de boringen daar gepland waar volgens de bijgevoegde ontwerptekeningen ook daadwerkelijk bodemverstoringen zullen gaan plaatsvinden. - In het geval van lineaire elementen zoals de paden wordt om de 20 m een boring geplaatst. - In het geval van de geplande donjon worden de boringen geplaatst in een grid van 5 bij 5 m. Hiervoor is gekozen omdat op deze plaats diep wordt ontgraven en hier resten aanwezig zijn van de historische burcht. - Ook op de locaties van een aantal nieuw te planten bomen worden boringen geplaatst. -Tussen deze boringen is bovendien nog een aantal boringen gepland in een grid van 20 bij 25 m om zodoende een overzicht te krijgen van de bodemopbouw en aanwezige archeologie binnen het gebied. Het gaat immers om een archeologisch beschermd Rijksmonument waarbij de eventuele gevolgen van alle bodemingrepen goed in beeld moeten worden gebracht ten behoeve van de vergunningverlening. De boringen worden digitaal ingemeten waarbij een maximale foutenmarge van 5 cm wordt gehanteerd. Van de boringen worden de X,Y en Z-waarden op maaiveld bepaald. Op deze manier wordt een hoogtekaart van het terrein verkregen en kunnen de waargenomen bodemlagen beter met elkaar in verband worden gebracht. Het Valkhofpark bevat veel reliëf. De dichtheid van het boorgrid zorgt er voor dat er een uitstekend beeld verkregen zal worden van de geomorfologie/ het paleolandschap. Tijdens het onderzoek zal ook waar mogelijk een oppervaktekartering worden uitgevoerd. Zie ASB (archeologische standaard boorbeschrijving) Vanwege het mogelijk voorkomen van prehistorisch bewerkt vuursteen en zeer kleine (laat-Romeinse) munten, dient al het opgeboorde materiaal gezeefd te worden over een zeef met een maaswijdte van 3 mm.
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
Bemonstering
Randvoorwaarden
16
Indien diepere sporen worden aangeboord waarin mogelijk archeobotanische, zoölogische of paleo-ecologische resten aanwezig zijn dient de inhoud van de boorkop bemonsterd te worden. Deze resten zijn binnen het te onderzoeken gebied zeldzaam en dienen, indien aanwezig, nader onderzocht te worden. Al het archeologisch onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen het Rijksmonument dient te worden goedgekeurd en vergund door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
UITWERKING EN RAPPORTAGE Algemeen samenvatting resultaten van het bureauonderzoek resultaten in relatie tot de doelstelling van het onderzoek wat zijn de beperkingen van de toegepaste methode boorpunten (posities in RD: X, Y en Z-waarden), geprojecteerd op te vervaardigen reliëfkaart (in NAP) beschrijving boorstaten conform KNA. beschrijving van één noord-zuid ideaalprofiel. boorgegevens dienen digitaal in een algemeen geldend format (bijv. dbf, access of excel) aangeleverd te worden afbeeldingen van zes archeologisch geïnterpreteerde west-oost bodemprofielen, de gridlijnen west-oost gridlijnen volgend ten behoeve van de boringen van 20 bij 25 m (zie bijlage 5). Tussenliggende lacunes moeten opgevuld worden met de resultaten van de dichtstbijzijnde overige boringen. Overzichtskaarten met de dikte van de onderscheiden archeologische lagen waarbij aangegeven de ondergrens van het pakket t.o.v. NAP en -Mv (b.v. afdekkende ophogingslaag, puinpakket, totaal antropogeen pakket en indien van toepassing diepte natuurlijke ondergrond). waardering en/of aanbevelingen Archeologische resten verspreiding en diepteligging vondsten beschrijving aard, fysieke kwaliteit en ouderdom relatie met bodem en landschap Archeobotanische, specificatie archeobotanisch, zoölogisch en paleozoölogische en paleoecologisch onderzoek ecologische resten Conservering materiaal Van de vondsten dient in eerste instantie de staat, waarin ze gevonden zijn, gestabiliseerd te worden. Na evaluatie van het veldwerk wordt bepaald welk materiaal in aanmerking komt voor duurzame conservering of eventueel zelfs restauratie. Van ijzeren voorwerpen die mogelijk van wetenschappelijke waarde zijn en op het eerste gezicht niet determineerbaar lijken, worden
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
17
röntgenopnamen gemaakt om aard van het voorwerp te bepalen en om de conserveringsbehandeling te bepalen. In het evaluatierapport wordt aangegeven welke voorwerpen uiteindelijk voor conservering in aanmerking komen. De selectie voor het te conserveren materiaal wordt voorgelegd aan het Depot voor Bodemvondsten van de gemeente Nijmegen. Vondsten die niet voor deponering in aanmerking komen hoeven niet te worden geconserveerd.
DEPONERING Eisen betreffend depot
Te leveren product
Termijn overdracht van vondsten, monsters en documentatie
De deponering vindt plaats bij het archeologisch depot van de gemeente Nijmegen. De vondsten worden conform de richtlijnen deponering in de KNA versie 3.2 geordend, uitgesplitst, verpakt, gecodeerd en voorzien van de bijbehorende documentatie. De resultaten van het archeologisch onderzoek zullen worden gerapporteerd in de vorm van een rapport volgens KNA 3.2. Van het rapport verschijnt één conceptversie ter beoordeling aan de opdrachtgever, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de senior beleidsadviseur archeologie van de gemeente Nijmegen. Na verwerking van het commentaar en goedkeuring volgt een definitieve versie (beide analoog en in pdf formaat). Bij het eindproduct hoort een bewijs (af te geven door de ontvangende instantie) van overdracht van vondsten en documentatie. Vondsten, monsters en documentatie dienen binnen twee jaar na het einde van het veldwerk te worden overgedragen aan het depot van de Gemeente Nijmegen.
RANDVOORWAARDEN Personele randvoorwaarden Het onderzoek dient te worden geleid en uitgevoerd door een senior-KNA archeoloog met specialisatie op gebied van de Romeinse tijd en de middeleeuwen en uitgevoerd door een senior prospector met kennis van de archeologie in de regio Nijmegen en het oostelijke rivierengebied en ervaring met booronderzoek in stadkernen. Zowel voor veldwerk als voor uitwerking, conservering en rapportage is de aanwezigheid van een senior-archeoloog en specialisten met periode- / materiaal- / gebiedspecifieke kennis en/of ervaring vereist. Voeg informatie over de uitvoerders toe (CV’s, literatuurlijst, etc.) Uitvoeringsperiode en Nog onbekend. De planning van het veldwerk dient in opleveringstermijn overleg met de opdrachtgever plaats te vinden. Stagnatie door veldwerk onwerkbaar weer kan zorgen voor het opschuiven van de planning. Kwaliteitsbewaking, Tijdens het uitvoeren van het veldwerk worden dagrapporten
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
toezicht, overleg en evaluatie
Uitvoeringsperiode uitwerking; opleveringstermijn (concept)eindrapport OVERIGE Uitvoeringscondities veldwerk
18
opgemaakt waarin de vordering van de werkzaamheden, de personele inzet, de verwerking en de opslag van kwetsbare materialen, de wetenschappelijke of technische ontwikkelingen en de inhoudelijke keuzes worden opgenomen. Tijdens de duur van het onderzoek vindt desgewenst ook (telefonisch) overleg plaats met de opdrachtgever. Bij eventuele afwijkingen van de bepalingen uit het PvA wordt onmiddellijk contact opgenomen met de opdrachtgever en het bevoegd gezag. Direct na afloop van het veldwerk wordt gestart met de administratieve uitwerking. Na afloop van de administratieve uitwerking wordt een evaluatierapport opgesteld, waarin de voorlopige resultaten van het veldonderzoek worden geëvalueerd aan de hand van het PvA. Op basis van het evaluatierapport wordt overleg gevoerd met de RCE over de mogelijke uitvoering van fase 2 van het booronderzoek. De onderzoeksresultaten en de conceptrapportage zullen door het bevoegd gezag worden getoetst aan dit PvA. Nog niet bepaald.
Voorafgaand aan het veldwerk dienen met de opdrachtgever goede afspraken gemaakt te worden over de op het archeologisch onderzoek betrekking hebbende condities, in casu toegankelijkheid, bereikbaarheid, afzetting, plaatsing keten, vergunningen, betredingstoestemming, kabels en leidingen, explosieven, oplevering terrein, communicatie, verontreinigingen, etc.
LITERATUUR EN BIJLAGEN Bakmaz, H., R. Verhagen, M. Groenhuijzen & H. Weemstra, 2010: Archeologisch Prospectieonderzoek op het Valkhof. Veldwerk bij de cursus Geoarcheologische Prospectietechnieken, Amsterdam (werkstuk Vrije Universiteit). Bloemers, J.H.F. & J.R.A.M. Thijssen, 1990: Facts and reflections on the continuity of settlement at Nijmegen between AD 400 and 750, in: J.C. Besteman, J.M. Bos & H.A.Heidinga (red.), Medieval archaeology in the Netherlands, Assen, 133-150. Braven, J.A., 2011: Archeologisch onderzoek bij de Lange Baan/Valkhofheuvel te Nijmegen. Een IVO-P, Nijmegen (Archeologische Berichten Nijmegen – Briefrapport 103). Braven, J.A., 2012: Archeologisch proefsleuvenonderzoek (IVO-P) op de Lange Baan/Valkhofheuvel te Nijmegen. Beoogde uitbreidingslocatie van museum de Statemakerstoren, Nijmegen (Archeologische Berichten Nijmegen – Briefrapport 115).
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
19
Daniëls, M., 1921: Romeinsch Nijmegen. Het Valkhof, Oudheidkundige Mededeelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, Nieuwe Reeks II/1, 6-32. Enckevort, H. & J. Thijssen, 1996: Graven op Mariënburg. Archeologisch onderzoek in het centrum van Nijmegen, Nijmegen (Archeologische Berichten Nijmegen 4). Enckevort, H. van, & M. Smit, 2008: De laatmiddeleeuwse burcht in de ondergrond van het Nijmeegse Valkhof, Nijmegen (ongepubliceerde notitie Bureau Archeologie en Monumenten Nijmegen). Fontijn, D., 1996: Prehistorisch Nijmegen, in: H. van Enckevort & J. Thijssen, met bijdragen van J. van den Besselaar e.a., Graven met beleid. Gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen 1989-1995, Abcoude/Nijmegen, 29-45. Fugro, 2012: Grondonderzoek aan de Lindenberg te Nijmegen, Arnhem (Opdrachtnummer 6005-0006-000). Gorissen, 1956: Stede-Atlas van Nijmegen, Brugge. Hoe, R. & W. Kuppens, 2013, met bijdragen van A. den Braven e.a.: De St. Janskapel. Archeologisch onderzoek op de Nijmeegse Korenmarkt, Nijmegen (Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 40). Pronk, M., K de Vries, Z. Makki & B. Nilhamn, 2010: Geoarcheologisch veldwerk. Case studie: Het Valkhof te Nijmegen, Amsterdam (werkstuk Vrije Universiteit). Thijssen, J.R.A.M., 1980: Graven op het Valkhof, in: G. Lemmens (red.), Het Valkhof te Nijmegen, Nijmegen, Nijmegen (Catalogi van het kunstbezit van de Gemeente Nijmegen 3), 10-13. Thijssen, J.R.A.M., 1999: Nijmegen op de breuk tussen Oudheid en Middeleeuwen, Jaarboek Numaga 46, 1-8. Thijssen, J.R.A.M., 2002: The late Roman fort at the Valkhof in Nijmegen. Nijmegen at the transition from the Roman period to the middle ages, in: P. Freeman, J. Bennet, Z.T. Fiema & B. Hoffmann (red.), Limes XVIII. Proceedings of the XVIIIth International Congress of Roman Frontier Studies held in Ammam, Jordan (September 2000), Oxford (British Archaeological Reports International Series 1084), 453-460. Vries, B. de, 2006: Nijmeegse bevolking stemt voor herbouw donjon, Nieuwsbrief. Een gezamenlijke uitgave van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1, 2-3. Weve, J.J., 1910: Valkhof te Nijmegen, Bulletin Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 3 (2e serie), 25-27 en 116-117. Weve, J.J., 1911: Nijmegen, Valkhof, Bulletin Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 4 (2e serie), 108. Weve, J.J., 1980: De Valkhofburcht te Nijmegen. Een alsnog-uitgave van het manuscript uit
Herstelplan Valkhofpark, archeologisch waarderend booronderzoek
20
1925, Nijmegen (redactie J.M.T. Nooy). Thijssen, J.R.A.M., 2002: Het Valkhof in Nijmegen Ontwikkelingen in en rond een laatRomeins castellum, in: P.J. Woltering, W.J.H. Verwers & G.H. Scheepstra (red.), Middeleeuwse toestanden. Archeologie, geschiedenis en monumentenzorg. Aangeboden aan Herbert Sarfatij bij zijn 65e verjaardag, Amersfoort. Lijst van bijlagen
1) 2) 3) 4) 5) 6)
Uitsnede Archiskaart met waarnemingen Uitgebreide rapportage waarnemingen Van Enckevort & Smit 2008 Inrichtingsplan Boorplan E-mail randvoorwaarden ten aanzien archeologie dd. 26-3-2008
van
de