Gemeenteblad Nijmegen
Jaartal / nummer 2014 / 023
Naam Beleidsregels – Beeldkwaliteitsplan Valkhofpark-Donjon
Publicatiedatum 5 februari 2013 Opmerkingen -
Bekendmaking van de beleidsregels bij besluit van de raad van de gemeente Nijmegen van 13 november 2013, raadsvoorstelnummer 145/2013. De beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking: 6 februari 2014.
Aantal bladzijden / verkoopprijs 46 / € 2,30
B E E L D K WA L I T E I T P L A N VA L K H O F PA R K - D O N J O N
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
Beeldkwaliteitplan Valkhofpark-Donjon vastgesteld 13 november 2013/ besluitnummer 145/ 2013
Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling 06-05-2013
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
I N H O U D S O P G AV E 1. Inleiding ....................................................................3 2. Cultuurhistorie ..........................................................4 3. Stedenbouw ............................................................25
............................................................30 5. Architectuur .............................................................32 6. Bijlagen ..................................................................38 7. Bronnen ..................................................................42 4. Park
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
1
“Mein Freund, die Zeiten der Vergangenheit Sind uns ein Buch mit sieben Siegeln, Was ihr den Geist der Zeiten heisst, Das ist im grund der Herren eigner Geist, In dem die Zeiten sich bespiegeln”. Faust, Johann Wolfgang von Goethe,
2
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
1. INLEIDING Sinds de Stichting Donjon Nijmegen de opdracht heeft gekregen de revitalisatie van het Valkhofpark ter hand te nemen en in het park een nieuwe toren te bouwen die zoveel mogelijk op de oorspronkelijke reuzentoren van de gesloopte Valkhofburcht lijkt, is er uitgebreid gediscussieerd over de verschijningsvorm van deze toren. De door de gemeenteraad vastgestelde randvoorwaarden vormen hierbij het vertrekpunt: • de herbouw lijkt zoveel mogelijk op het origineel met gebruik van ‘authentiek’ materiaal • de Donjon wordt openbaar toegankelijk voor een breed publiek Hoewel er veel aanknopingspunten zijn voor de uiterlijke verschijningsvorm van de toren (zie het in opdracht van de gemeente uitgevoerde ‘Reconstructieonderzoek Reuzentoren Valkhofburcht’), zijn er geen bouwtekeningen, bestekken of foto’s voorhanden. Op basis van kennis en nader onderzoek naar de bouwperiode en de bouwmethoden zal getracht worden een zo authentiek mogelijke reuzentoren te herbouwen. Aspecten die van belang zijn bij het ontwerp van de Donjon en nader moeten worden onderzocht zijn: • verder onderzoek van de beschikbare afbeeldingen • maatvoering historische gevelopeningen e.d. • oorspronkelijke detaillering • oorspronkelijke bouwmaterialen • de manier van bouwen • mogelijke doorsneden en plattegronden • het historische gebruik en het toekomstige gebruik van de toren Het uiteindelijke doel is om op het Valkhof een iconisch gebouw op te richten, dat als symbool fungeert voor de rijke geschiedenis van Nijmegen en dat het Valkhofpark als plaats van herinnering (lieu de mémoire) versterkt. De donjon dient met de uiterste zorgvuldigheid te worden ontworpen en ingepast, omdat de locatie een zeer hoge cultuurhistorische waarde vertegenwoordigt en van (inter)nationaal belang is. Het Valkhof kent een drievoudige bescherming: als rijksmonument, archeologisch rijksmonument en vanwege zijn ligging in het van rijkswege beschermde stadsgezicht benedenstad. B e e l d k w a l i t e i t p l a n
Rijksmonument Het Valkhof is in 1973 geregistreerd als rijksmonument. Het monument bestaat uit de volgende vijf onderdelen: 1. de St. Nicolaaskapel, 2. de Barbarossaruïne, 3. de tufstenen muurtoren met de overige restanten van de ommuring, 4. delen van de in 1388-1390 gebouwde ringmuur om de burcht, 5. de Valkhofheuvel met beplanting en de in de heuvel nog aanwezige funderingsresten van de burcht. In 1991 is het Valkhof samen met het Hunnerpark aangewezen als archeologisch rijksmonument (zie voor de monumentenbeschrijvingen bijlage 1 en 2) Doel van het beeldkwaliteitplan Het doel van dit beeldkwaliteitplan is het vastleggen van een toetsingskader voor de Commissie Beeldkwaliteit. Zij kan aan de hand van de in het beeldkwaliteitplan geformuleerde criteria beoordelen of het ontwerp van de nieuwe Donjon voldoet met betrekking tot situering en integratie in het park, vormgeving, kleuren materiaalgebruik etcetera. Daarbij moet steeds in acht worden genomen dat in het ontwerp niet alleen de iconische en symbolische waarde van de nieuwe Donjon een plaats moet krijgen, maar dat het ook geschikt moet zijn om er één of meerdere functies in te huisvesten. De restauratie van het park maakt ook deel uit van de ontwerpopgave. Het formele toetsingskader voor het park is de redengevende omschrijving van het rijksmonument uit 1973. Daar deze echter zeer summier is, zullen in dit beeldkwaliteitplan ook criteria voor het park worden opgenomen. Leeswijzer Het beeldkwaliteitplan is als volgt opgebouwd. Na de inleiding wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de geschiedenis en de cultuurhistorische betekenis van het Valkhof. Hierbij worden ook de parkgeschiedenis en eerdere herbouwpogingen behandeld. In hoofdstuk 3 komen de stedenbouwkundige aspecten aan de orde zoals ligging in de stad, in het park, het silhouet en de relaties met de omgeving. Hoofdstuk 4 gaat in op de restauratie van het park en de plaatsbepaling van de toren. In hoofdstuk 5 worden de architectonische aspecten als hoofdopzet, mate van gesloten- en openheid, materiaalgebruik, kleur, toegankelijkheid, uitstraling, functionaliteit en samenhang met park en aanwezige bouwwerken uiteengezet. Hoofdstuk 6 bevat de bijlagen (monumentenbeschrijvingen) en hoofdstuk 7 de bronvermelding.
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
3
2 . C U LT U U R H I S T O R I E 2.1 Het Valkhof, een korte geschiedenis, periode tot 1795 Romeinse tijd De plek waar later de Valkhofburcht zou verrijzen ligt op een uitloper van de stuwwal die ontstaan is in de laatste ijstijd. Aan de noordzijde grenst het terrein met een hoge steile wand van meer dan 20 meter hoog aan de rivier de Waal. Op deze strategische plek lag de Romeins-Bataafse nederzetting Oppidum Batavorum, de hoofdstad der Bataven. Na het neerslaan van de Bataafse opstand in 70 na Chr. werd de nederzetting platgebrand. Een nieuwe nederzetting, Ulpia Noviomagus Batavorum, verrees enkele kilometers westwaarts. Rond 270 verliet de bevolking na Germaanse invallen ook de nieuwe stad en vestigde zich weer bij de Valkhofheuvel aan de Waal. Boven op de heuvel richtten de Romeinen circa 320 na Christus met het oog op de grensverdediging een castellum of klein legerkamp in. De Franken Na de val van Rome in 476 en de vorming van het Frankische koninkrijk in de vijfde eeuw vestigden zich rond het jaar 500 Franken op de Valkhofheuvel. De Franken beschouwden zich als de rechtmatige opvolgers van de Romeinen en als eigenaren van de door hen gebouwde fortificaties langs de grensrivier de Rijn zoals het castellum in Nijmegen. De inmiddels tot het christendom bekeerde Franken vonden in onze streken telkens weer de heidense Friezen tegenover zich. Vanaf circa 600 stichtten de Franken vanuit Keulen kerken in de voormalige Romeinse legerkampen langs de Rijn. Op deze wijze creëerden zij een aantal steunpunten langs de grens, die zij als uitvalsbasis tegen de Friezen konden gebruiken. Ook in het voormalig castellum van Nijmegen verrees omstreeks 620 in opdracht van de Frankische heersers een kerkje. Deze eerste Nijmeegse parochiekerk, gewijd aan St. Stephanus, ressorteerde onder de bisschop van Keulen.
nederzetting grafveld legerplaats Romeinse nederzetting
4
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
weg gracht de loden grafkist
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Karel de Grote Karel de Grote bouwde op de plek van het Romeins castellum, waarvan vermoedelijk de ruïnes nog aanwezig waren, een palts. Op 30 maart 777 vierde hij hier het paasfeest. De palts in Nijmegen wordt regelmatig genoemd in kronieken en oorkonden. In de muurtoren bij de keermuur onder de St. Nicolaaskapel is metselwerk uit de Karolingische periode secundair verwerkt. De zoon van Karel de Grote, Lodewijk de Vrome en zijn opvolgers, de heersers van het middenrijk Lotharingen, Francia Media, bezochten Nijmegen met enige regelmaat.
Valkhof - Springer
Keizers van het Heilige Roomse Rijk op het Valkhof Karel de Kale, kleinzoon van Karel de Grote, sloot op het Valkhof een verdrag met de Noormannen. Tien jaar later echter maakten de Noormannen zich zonder slag of stoot meester van het Valkhof en versterkten de palts met een wal en een muur. Bij hun vertrek staken zij de palts in brand, zonder dat daarbij de gebouwen geheel werden vernietigd. Dit blijkt uit het feit dat de palts in de jaren na de brandstichting nog steeds hoog bezoek bleef ontvangen. Op het einde van de tiende eeuw was keizerin Theophanu regelmatig te gast op het Valkhof. De van oorsprong Byzantijnse prinses was de gemalin van keizer Otto II en de moeder van Otto III, die vlakbij Nijmegen onderweg naar Het Valkhof werd geboren. Theophanu stierf in 991 op het Valkhof, maar werd in Keulen begraven. In de loop van de elfde en twaalfde eeuw bezochten de Duitse keizers van het Heilige Roomse Rijk uit de Saksische, Frankische en Staufische dynastie Nijmegen herhaaldelijk. Uit de late tiende of vroege elfde eeuw dateert de St. Nicolaaskapel. De vorm van deze zestienhoekige centraalbouw met achthoekige kern verwijst naar Karel de Grote’s paltskapel in Aken, die op zijn beurt teruggrijpt op de zesde-eeuwse San Vitale in Ravenna. De kapel is mogelijk kort na 996 gebouwd in opdracht van Otto III, die hiermee de sterfplaats van zijn moeder Theophanu wilde herdenken. Bekend is dat Otto III een groot bewonderaar was van Karel de Grote. Het patrocinium van de ‘Byzantijnse’ heilige St. Nicolaas zou hierop kunnen wijzen. Een andere optie is dat de kapel door de Frankische Keizer Koenraad II rond het jaar 1030 werd gebouwd als legitimatie en bevestiging van de continuïteit van de macht van de keizer, die zich beschouwde als opvolger van Karel de Grote. In 1047 verwoestte Hertog Godfried van Lotharingen in een conflict met de keizer de Nijmeegse palts dusdanig dat deze bijna honderd jaar niet meer gebruikt werd voor een verblijf van de keizer en zijn gevolg. Na 1047 werd vermoedelijk de St. Maartenskapel gebouwd, waarvan onduidelijk is of deze in oorsprong als kapel heeft dienst gedaan of functioneerde als de door een vloer in twee verdiepingen onderverdeelde exedra van de Aula Regia, waarin de troon van de keizer stond opgesteld.
Otto III
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
5
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Herbouw van de burcht door Frederik Barbarossa In 1155 besloot de Staufische keizer Frederik I, bijgenaamd Barbarossa, om een aantal vervallen Karolingische paltsen, waaronder Nijmegen, in oude luister te herstellen. De nog overeind staande delen van de oude palts – de St. Nicolaaskapel en de St. Maartenskapel – werden hersteld, aangeheeld en in de nieuwe burcht ingepast. Tussen de beide oudere bouwwerken werd de Reuzentoren (Donjon) opgetrokken. Bij deze gelegenheid liet de keizer in een overlangs gehalveerde Romeinse zuil een tekst hakken: “Duizend jaar nadat het Heil de wereld werd geschonken, daarbij gevoegd honderd vijf en vijftig jaar heeft, als keizer van zijn rijk, Frederik vriend des vredens het vervallen, ingestorte, oude schier in het niet verzonken bolwerk van Nijmegen in gelijkwaardige schoonheid en luister herbouwd”. Verder vermeldde Barbarossa in deze tekst Julius Caesar, die hij beschouwde als stichter van de burcht. De verwijzing naar Julius Caesar en het gebruik van de Romeinse zuil stonden symbool voor de continuïteit van het keizerschap, vanaf de Romeinse keizers via Karel de Grote in een rechte lijn naar Barbarossa’s dynastie van de Hohenstaufen. In Caesars herbouwde burcht schonk Frederiks echtgenote Beatrix in 1165 het leven aan de troonopvolger, de latere keizer Hendrik VI. Zes jaar later hield Frederik Barbarossa een Rijksdag in Nijmegen. Bij beschouwing van de in latere perioden vervaardigde afbeeldingen van de Nijmeegse burcht, kan worden geconcludeerd dat waarschijnlijk alleen de Reuzentoren tot en met de rechthoekige vensters onder de uitkragende top (de Staufische kantelen met moordgaten), de St. Nicolaaskapel en de aan St. Maarten gewijde burchtkapel al onderdeel waren van de door Barbarossa gebouwde palts. Zij waren opgetrokken in tufsteen evenals delen van de ringmuur, de conciërgerie en de kelders van de noord-zuidvleugel. De overige bouwdelen van het burchtcomplex zijn in de 14de eeuw en later tot stand gekomen in het toen gebruikelijke bouwmateriaal baksteen.
6
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
Frederik Barbarossa
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
7
2 . C U LT U U R H I S T O R I E De burcht wordt Gelders In 1230 werd Nijmegen tot rijksstad verheven. Dat wilde zeggen dat Nijmegen geen ander dan de heerser van het Heilige Roomse Rijk boven zich hoefde te dulden. Zeventien jaar later verpandde deze heerser, Rooms-koning Willem, de vrije rijksstad en de burcht echter aan zijn oom graaf Otto van Gelre. Dit betekende dat vanaf dit moment de graaf van Gelre (die vanaf 1339 de titel hertog van Gelre draagt) tussen de stad en de keizer kwam te staan en het in Nijmegen voor het zeggen kreeg. Graaf Otto nam de versterking van de burcht voortvarend ter hand. Hier moest zelfs de parochiekerk voor wijken. De kerk werd in 1249 gesloopt, omdat ze in de weg stond bij de uitbreiding van de burcht. Een nieuwe kerk verrees op de Hundisburg in het westen van de stad. De pastorie en het oude kerkhof werden gehandhaafd. Door de aanleg van de Voerweg in de 15de eeuw, die de oorspronkelijke Valkhofheuvel in tweeën splitste, kwamen beiden op het Kelfkensbos te liggen. De graven en latere hertogen (vanaf 1339) van Gelre verbleven met enige regelmaat op de oude keizerpalts, maar het Valkhof is nooit een echte residentie geworden. De burcht werd bewoond door afgezanten van de Gelderse machthebbers, zogenaamde burggraven. De vroegste melding van werkzaamheden aan de burcht dateert uit het midden van de veertiende eeuw. Vanaf deze tijd vinden er regelmatig bouwcampagnes plaats, waarbij de aard van de werkzaamheden, het aantal werklieden en de aangeschafte bouwmaterialen als bakstenen en leien nauwkeurig worden genoteerd. In de jaren 1381-1382 zijn er 5 tot 6 metselaars, 5 tot 8 hulpen en 2 timmerlieden bezig. Er wordt met baksteen gebouwd. In 1382 worden er 20.000 stenen bijgekocht. Bij een muurdikte van anderhalve steen is dit goed voor 160m2 muurwerk. Tussen 1385 en 1388 wordt opnieuw aan de burcht gewerkt. In 1387 zend de proost van Utrecht 100.000 stenen naar Nijmegen om in de burcht te worden vermetseld. In de afbouwfase is een timmerman 4 maanden bezig met het maken van deuren en vensters. Wellicht is bij één van laatstgenoemde bouwcampagnes de reuzentoren opgehoogd met de in baksteen uitgevoerde, uitkragende top. Rond 1460 werd de burcht op last van de hertog van Gelre uitgebreid en verfraaid en kreeg het Valkhof in hoofdopzet het aanzien dat het tot aan de afbraak zou behouden en dat op talloze afbeeldingen is vastgelegd.
detail afbeelding - Van Geelkercken
8
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E
Nijmegen 1450
Nijmegen 1571 B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
9
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Sloop van de burcht In de loop van de zestiende en zeventiende eeuw liep de burcht schade op door stormschade, ingekwartierde soldaten en achterstallig onderhoud. In de achttiende eeuw werd de burcht opgeknapt, omdat de stadhouderlijke familie er regelmatig verbleef. In 1786 bood het Valkhof zelfs voor langere tijd onderdak aan stadhouder Willem V en zijn gezin, die naar Nijmegen was uitgeweken uit angst voor de patriotten, die een meer democratische staatsvorm voorstonden. In de Franse tijd werden er opnieuw soldaten ingekwartierd. Op het einde van de achttiende eeuw verkeerde het Valkhof in een verwaarloosde en uitgewoonde staat, die steeds verder verslechterde door de voortdurende illegale winning van tufsteen. In gemalen vorm is tufsteen, dan tras geheten, een waardevolle toeslag voor metselspecie. De hoge waarde van tufsteen en de steeds verder oplopende onderhoudskosten brachten de eigenaar, het Provinciaal Collegie van Gelderland, in 1795 tot het voorstel om de burcht te verkopen. De Kwartieren Arnhem en Zutphen stemden onmiddellijk voor evenals de steden Tiel en Zaltbommel uit het eigen Kwartier van Nijmegen. Alleen de stad Nijmegen en het Rijk van Nijmegen waren tegen. Totale afbraak was volgens de Nijmeegse delegatie ondenkbaar, omdat de historische rechten van Nijmegen als keizerlijke rijksstad altijd met de burcht verbonden waren geweest. Het Provinciaal Collegie bleef bij zijn standpunt. Stad en Rijk van Nijmegen reageerden verbijsterd. Met koortsachtig onderhandelen wisten zij de beide ‘heidense’ kapellen van de sloop te redden, omdat het zou gaan om Romeinse bouwwerken. De stad mocht voor 10.000 gulden de grond en de kapellen kopen van de Provincie. De overige opstallen gingen naar de hoogste bieder. Slopers uit Noord-Holland kochten in 1796 de Valkhofburcht voor 80.000 gulden. Uit bewaard gebleven correspondentie van de slopers aan hun bedrijf in de Zaanstreek bleek dat de burcht zich niet zonder meer gewonnen gaf. De zware muren van de Reuzentoren waren alleen met springstof te slechten. De tufsteen werd afgevoerd en verdween in de Zaanse trasmolens. Het niet bruikbare puin werd geëgaliseerd en afgedekt met een laag aarde.
Gezicht op de Waal en de Valkhofburcht - Van Goyen (1641)
De Valkhofburcht - Hoogers
10
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Financieel gewin zal niet de enige beweegreden zijn geweest om de Valkhofburcht te slopen. Ook de antipatriottische houding van de stad Nijmegen zal een rol hebben gespeeld. Stadhouder Willem V werd niet voor niets ‘Willem van Nijmegen’ genoemd. Maandenlang heeft hij op het Valkhof gewoond, complotten smedend tegen de patriotten. Tenslotte is het aannemelijk om te denken dat Gelderland de oudste, grootste en - op grond van haar keizerlijk verleden - belangrijkste stad van de provincie definitief een toontje lager wilde laten zingen door juist het symbool van die hoge ouderdom en keizerlijke waardigheid met de grond gelijk te maken. 2.2 Aanleg stadspark op het Valkhof, periode na 1795 De negentiende eeuw Binnen enkele jaren na de sloop verrees op het omgewoelde terrein een stadspark in de vroege Engelse Landschapsstijl naar ontwerp van Johan David Zocher senior. Het park bestond uit een door populieren omzoomd gazon dat alle aandacht op de gespaard gebleven Barbarossaruïne vestigde. De snelgroeiende populieren moesten de bouwmassa van de afgebroken burcht nabootsen. Zorgvuldig verspreide brokstukken van de gesloopte burcht nodigden de wandelaar uit tot melancholieke bezinning over het grootse verleden van de plek. In 1832 kreeg Hendrik van Lunteren de opdracht om een nieuw ontwerp te maken voor het park. Hij legde een aantal bloem- en heesterperken aan. In 1860 werd er een houten muziektent gebouwd tussen de beide kapellen in. Deze werd in de twintigste eeuw vervangen door een ander exemplaar, dat er in 1960 nog stond. Het fundament van de muziektent is pas in 1983 bij de herinrichting gesloopt. Na de sloop van de vestingwerken kreeg de Leuvens tuin- en landschapsarchitect Liévin Rosseels de opdracht voor het ontwerp van twee stadsparken op de voormalige stadswallen: het Kronenburgerpark in het westen en het Hunnerpark in het oosten. Rosseels nam ook het aangrenzende Valkhofpark onderhanden. Hij breidde onder meer de padenstructuur uit en voegde enkel ingangen toe. In de loop van de negentiende eeuw veranderde het park steeds meer van uiterlijk en betekenis. De plek van melancholieke bezinning op het roemruchte verleden werd langzamerhand een stadspark, waarin allerlei activiteiten plaatsvonden.
Werkmeesters plattegrond
Afbeelding grondradar B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
11
2 . C U LT U U R H I S T O R I E De twintigste eeuw Rond 1905 verrichtte de toenmalige stadsarchitect J.J. Weve archeologisch onderzoek op het Valkhof. Hij schreef een studie over de verschijningsvorm van de burcht. Tevens restaureerde hij de St. Nicolaaskapel op een voor die periode zeer terughoudende manier. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwde de Duitse bezetter drie bunkers in het park: een aan de noordoostelijke rand van het Valkhofplateau, een achter de Barbarosaruïne aan de zuidoostelijke rand en een bij de brug over de Voerweg. Ook werden loopgraven aangelegd. Park en omgeving liepen forse schade op in 1944, gedurende de periode dat Nijmegen frontstad was. Na de oorlog besloot de gemeente de huizen aan de Voerweg niet te herbouwen, de beschadigde Sociëteit Burgerlust en de erachter gelegen bebouwing te slopen en de percelen bij het park te voegen. In 1953 werd ten westen van het Valkhof het Groene Balkon aangelegd, een hoge keerwand die het stelsel van subtiele en geleidelijke niveauverschillen in de oostelijke benedenstad reduceerde tot twee niveaus. Via een in de wand geïntegreerde trappartij was het mogelijk om van de St. Nicolaaskapel naar de Waalkade te lopen. Deze ingrijpende maatregel in het stedelijk weefsel werd genomen in het kader van de sanering van de benedenstad. Hierop volgde de sloop van de huizen aan de Lindenberg en de Lange Baan. In de jaren vijftig vond een ingrijpende restauratie van de St. Nicolaaskapel plaats door Ir. G.J. Deur. Hij reconstrueerde onder meer de gotische apsis. In 1973 werd de Valkhofheuvel met de bouwwerken en het park geregistreerd als rijksmonument. In 1991 volgde de registratie als archeologisch rijksmonument.
Tekening Valkhofpark - Hendrik Hoogers, 1810
Herinrichting 1984 Stadsarchitect R. Roukema richtte in 1984 het park opnieuw in, waarbij hij zich liet adviseren door de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg en plaatselijke deskundigen. Het park was destijds overwoekerd, er stonden veel zieke iepen en het historische padenpatroon was vervaagd. De hellingen waren zo instabiel dat de St. Nicolaaskapel tijdens de werkzaamheden naar beneden dreigde te storten. Aan de Lange Baan werd daarop een damwand geplaatst. Roukema verliet het historische padenpatroon, maar liet zich wel inspireren door de historische aanleg. Hij dunde de begroeiïng uit, liet een groot aantal bomen kappen met uitzondering van de grote oude bomen. De bunker achter de Barbarossa-ruïne werd gesloopt. Bovenop de noordelijke bunker kwam een uitzichtspunt. De losse, stenen bouwfragmenten van de burcht, die bij de Barbarossa-ruïne lagen verhuisden naar de gemeentewerf. De ruimte binnen de ruïne werd geplaveid en afgesloten met een hekwerk om verdere aantasting door vandalisme tegen te gaan. Roukema legde een nieuw padenpatroon aan in gebakken Barbarossaruïne met bouwfragmenten en subtropische planten
12
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E klinkers. Door de ingrepen kreeg het park een eenvoudiger opzet en een zakelijker aanzien. Sinds midden jaren tachtig hebben er geen ingrijpende veranderingen meer plaatsgevonden in het park zelf. Stadsarchitect Paul Hoeke ontwierp begin jaren negentig direct ten westen van het park een doorbraak door het Groene balkon: de Veerpoorttrappen. Hiermee werd een historische verbinding van bovenstad naar Waalkade in ere hersteld. De Veerpoorttrappen kregen ongeveer halverwege een aansluiting op het pad naar de St. Nicolaaskapel. De bij de aanleg van het Groene Balkon gerealiseerde trap, die hierdoor ten dele overbodig was geworden, werd gesloopt. De laatste decennia heeft het park veel te lijden gehad van allerlei evenementen die in het park werden georganiseerd: herdenkingsbijeenkomsten met militaire voertuigen, een ijsbaan met opstallen, muziekfestivals etcetera. In 2005 werd ter gelegenheid van het tweeduizendjarig bestaan van de stad een tijdelijke replica van de donjon opgericht met behulp van steigermateriaal en doek. Vijf jaar later kwam op dezelfde plek een tijdelijk kunstwerk van Florentijn Hofman in de vorm van een circa elf meter hoog houten konijn tot stand. Er zijn geen bomen meer van de fase Zocher, noch van de fase Van Lunteren, de fase Rosseels is nog wel vertegenwoordigd met een aantal bomen. Volgens het in opdracht van de Stichting Donjon uitgevoerde onderzoek van Boomtotaalzorg zijn 13 bomen tussen de 100 en 120 jaar oude, 74 bomen tussen de 50 en de 100 jaar en 41 bomen jonger dan 50 jaar. Het park is na de Tweede Wereldoorlog in omvang gegroeid, het historisch padenpatroon en de beplantingsstructuur zijn in de loop der tijd sterk gewijzigd. De meeste oude bomen staan niet meer binnen hun oorspronkelijke context. Oude doorzichten zijn verdwenen, nieuwe, vaak onbedoelde doorzichten zijn ontstaan. Duidelijk zichtbaar zijn de St. Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne, ook tegelijkertijd. Ook zichtbaar aanwezig zijn de restanten van de burchtmuur en de bunker. Het park ligt er op dit moment verwaarloosd bij.
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
2.3 Eerdere herbouwinitiatieven Carolusburcht Ruim 200 jaar na de sloop van de burcht leeft bij een deel van de Nijmeegse bevolking nog steeds de wens om de burcht te herbouwen. Vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw is er iedere vijftien jaar wel een herbouwinitiatief geweest. Zo ontwierp de Nijmeegse architect Charles Estourgie in 1936 een herbouwplan ter compensatie van de aanleg van de door hem lelijk geachte Waalbrug. In de reuzentoren zouden onder meer een folter- en een gruwelkamer worden ondergebracht. In 1949 vatte de Katholieke Universiteit het plan op om het nieuwe hoofdgebouw te vestigen op het Valkhof in een herbouwde ‘Carolusburcht’. Tegenstanders van de herbouw vonden dat de eeuwenoude monumenten schade werd toegebracht, dat het onmogelijk is om een historische maquette leven in te blazen en dat: ‘door een reusachtig anachronisme als een kasteel op te trekken, u uw eigen tijd onrecht aandoet’ (Godfried Bomans). Na de aanleg van het Groene Balkon maakte architect Fokkinga een herinrichtingsplan voor het Valkhofpark, waarbij hij de footprint van de voormalige bebouwing in plaveisel uitvoerde. Hoewel het plan werd goedgekeurd door de gemeenteraad, werd het niet gerealiseerd. In 1972 borduurde beeldend kunstenaar Hubert Estourgie verder op de plannen van zijn vader. Zijn sterk geromantiseerde beelden van een herbouwde burcht vonden veel weerklank.
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
13
2 . C U LT U U R H I S T O R I E
14
Valkhof - J.D. Zocher sr., 1813
Nijmegen 1897
Ontwerp Lieven Rosseels 1886
Nijmegen / Valkhof 1908 B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E
Gebaseerd op de tekening van J.J. Weve uit 1926
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
15
Tekening plattegrond Valkhofpark 1984, bestaande toestand met grijs gearceerd de paden die op dat moment van asfalt zijn voorzien. Aanwezig zijn dan nog twee bunkers en het basement van de muziektent.
16
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
Nieuwe situatie met uit te voeren werken, 1984. Deze tekening toont twee lagen over elkaar. In de onderlaag de bestaande situatie en daaroverheen het renovatieplan. Goed te zien is dat Roukema een nieuw padenstelsel ontwierp. In plaats van met asfalt werden de paden geplaveid met klinkers.
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
17
2 . C U LT U U R H I S T O R I E
18
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Oprichting Valkhofvereniging en recente herbouwinitiatieven Estourgie behoorde in 1979 tot de oprichters van de Valkhofvereniging, die de herbouw van burcht als doel heeft. Voorafgaand aan de herinrichting van het park in 1984 door stadsarchitect Roukema, deed de Vereniging haar best om de contouren van de burcht gevisualiseerd te krijgen door middel van lage muurtjes en terrassen. Ondanks het feit dat Roukema deze aanbeveling naast zich neerlegde, bleef de Vereniging herbouwplannen ontwikkelen, die in 1988 resulteerden in een nieuw plan. De verdeeldheid over het herbouwplan van 1988 leidde tot het Valkhofforum, waar diverse sprekers uit de academische wereld hun mening gaven. In hetzelfde jaar was een commissie ingesteld, bestaande uit de Nijmeegse Monumentencommissie en drie externe deskundigen, die een advies moest uitbrengen ten aanzien van de cultuurhistorische aspecten. De commissie vond herbouw niet toelaatbaar. Dit advies werd door het College van Burgemeester en Wethouders unaniem overgenomen. De Valkhofvereniging liet zich echter niet uit het veld slaan en ging door met de planontwikkeling. Samen met ICE-ontwikkeling vormde zij in 1995 de Projectgroep Valkhofburcht en presenteerde een nieuw herbouwplan. De Projectgroep pakte het professioneel aan door een grote groep deskundige personen en bedrijven om zich heen te verzamelen en bij het voorstel te betrekken. De herbouwde burcht zou onder meer een viersterren hotel, diverse restaurants en café’s, expositieruimten en winkels moeten bevatten. Het idee was om twee architecten in te schakelen, een met kennis van historisch bouwen, de ander juist een moderne vormgever. In 1997 werden drie beroemde architecten(koppels) geselecteerd uit 36 aanmeldingen. Voorstanders van de herbouw wilden stad en regio verrijken met een symbool van de roemrijke geschiedenis van Nijmegen, dat tevens veel extra bezoekers zou aantrekken. Ook nu was het ‘nu of nooit’ weer een argument, dat overigens al vanaf 1949 opduikt. Ondertussen verenigden de tegenstanders van herbouw zich in ‘Platform tot behoud van het Valkhofpark’. Ook externe partijen als de Bond Heemschut, het Cuypersgenootschap en de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond sloten zich bij de tegenstanders aan. Emotionele acties en discussies tussen voor- en tegenstanders domineerden de media. Tot slot kwam de Rijksdienst voor de Monumentenzorg met een negatief pre-advies onder verwijzing naar het onderzoeksrapport uit 1988. Nog voor de formele vergunningaanvraag en de bestemmingsplanprocedure ontving de gemeente een brief van staatssecretaris Nuis, waarin hij herbouw krachtig afwees.
Spotprent Maasbode 1949
Parkaanleg Fokkinga 1955 B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
19
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Voorlopige conclusie De herbouwinitiatieven van 1988 en 1995-97 werden tegengehouden door het Rijk op basis van het feit dat het Valkhofpark met kapellen geregistreerd staat als rijksmonument, de bodem een archeologisch rijksmonument is en het gehele complex gelegen is binnen het rijksbeschermde stadsgezicht. Herbouw van de burcht zou het bodemarchief verstoren en het historische stadspark vernietigen. Steigerdonjon: van burcht naar toren Ter ere van het 2000-jarig bestaan van Nijmegen in 2005 sloeg een aantal particuliere initiatiefnemers de handen ineen voor de tijdelijke herbouw van de grote toren van de Valkhofburcht met behulp van steigermateriaal en doek. In deze periode ontstond ook de feitelijk foutieve benaming ‘Donjon’. Het herbouwplan kreeg vanwege de tijdelijkheid en vanwege het feit dat er niet werd gefundeerd een positief advies en een vergunning van de Rijksdienst. De steigertoren smaakte naar meer. De initiatiefnemers haalden onder de bezoekers genoeg handtekeningen op om een referendum te organiseren over de definitieve herbouw van de Donjon. Vermoedelijk hebben de initiatiefnemers van de herbouw van de toren, wijzer geworden door de afwijzing van eerdere initiatieven door Rijk en gemeente, zich bewust beperkt tot de herbouw van enkel de reuzentoren en niet meer van de hele burcht.
Valkhof in herbouw 1988
Referendum en aanbesteding Tegelijkertijd met de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 liet het stadsbestuur een referendum houden, waarbij 60 procent van de stemmers zich uitsprak voor ‘herbouw in de historische vorm met gebruik van authentiek materiaal’. Door de uitslag van het referendum gaf de minister dit keer niet op voorhand aan dat zij de vergunning zou weigeren, maar stelde dat zij een eventueel ontwerp zou afwachten en dit dan zou beoordelen in relatie tot het verlies aan cultuurhistorische waarden. De gemeente, eigenaar van het Valkhof, voerde ten behoeve van de aanbesteding een historisch parkonderzoek, een onderzoek naar de verschijningsvorm van de reuzetoren, een inventarisatie van eerdere archeologische opgravingen en waarnemingen en een geofysisch onderzoek (groundtracer) naar eventuele funderingsresten uit. De uitkomsten hiervan zijn opgenomen in het aanbestedingsbestek. Eén partij voldeed aan de voorwaarden: het in Nijmegen gevestigde ingenieursbureau Royal Haskoning i.s.m. ICE Ontwikkeling en de gezamelijke Nijmeegse aannemers, verenigd in het NVOB Cultuurfonds. Zij maken een ontwerp voor de Donjon en de restauratie van het park. 20
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Conclusie Uit het voorgaande blijkt dat het Valkhof een plek is waar vele historische lagen samenkomen. De gemeente heeft de stap gezet om – na een aantal eerdere afwijzingen door het rijk naar aanleiding van bezwaren vanuit de monumentenwereld - herbouw van de Donjon op deze zeer gevoelige historische locatie in principe mogelijk te maken. De gemeente wil met de herbouw het Valkhof versterken als plaats van herinnering (lieu de mémoire) en een blijvend symbool oprichten voor de roemrijke geschiedenis van Nijmegen. Uitgangspunt was dat met een authentieke verschijningsvorm de historische sensatie, het gevoel in direct contact te staan met het verleden, beter kon worden opgewekt dan met een eigentijdse toren. Tevens hoopt de gemeente met de Donjon het park en het Valkhofkwartier een nieuwe impuls te geven. Met de herbouw heeft de gemeente een grote verantwoordelijkheid op zich genomen. De Donjon komt immers te staan op de meest bijzondere en gevoelige plek in Nijmegen te midden van twee rijksmonumenten van 1000 jaar oud, de St. Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne, in de context van een rijksmonumentaal park op een archeologisch rijksmonument, waar meer dan 2000 jaar geschiedenis ligt opgeslagen in de bodem.
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
21
2 . C U LT U U R H I S T O R I E
22
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
2 . C U LT U U R H I S T O R I E Vooral de beleving van de St. Nicolaaskapel zal blijvend en definitief worden beïnvloed door de Donjon die op enkele meters afstand komt te staan. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor de beleving van het park als geheel. Vanuit deze verantwoordelijkheid heeft het College vervolgens zorgvuldig getracht uitvoering te geven aan de uitgangspunten van het raadsbesluit (‘De herbouw lijkt zoveel mogelijk op het origineel met gebruik van ‘authentiek’ materiaal’) en een inspanning geleverd om een zo getrouw mogelijk beeld van de Donjon te verkrijgen. Uit het reconstructieonderzoek bleek dat uit de vele historische afbeeldingen, die overigens alle dateren uit een relatief korte periode (1570-1796) - ondanks de onderlinge verschillen - toch een groot aantal gemeenschappelijke kenmerken gedestilleerd kan worden, waardoor een redelijk betrouwbaar beeld van de hoofdvorm kan worden opgesteld. Uit schilderijen, prenten en referentieobjecten kan in grote lijnen de constructie, de detaillering en de materialisering van de toren in de periode, waarin de afbeeldingen zijn ontstaan, worden afgeleid. Het gegeven dat wetenschappelijk onderzoek niet alle vragen kan beantwoorden hoeft geen reden te zijn om alle wel bekende en verkregen feiten over de vorm van de Donjon, overboord te zetten. Inherent aan een reconstructie is immers dat er altijd onbekende factoren overblijven die in samenhang met de wel bekende elementen - op basis van kennis van de materie - ingevuld moeten worden. Er blijft dus altijd ruimte voor interpretatie over. Ook moet in acht worden genomen, dat de oorspronkelijke toren aan twee zijden was ingebouwd. Ter plekke van de vroegere aanhechtingsvlakken heeft de ontwerper ruimte voor een eigen interpretatie.
De herbouwde toren zal het relatief kleine park domineren en zo de betekenis van het park radicaal veranderen. Het park is na 1795 aangelegd als nieuwe betekenisdrager voor de gebouwde elementen die aan de sloop waren ontkomen. Ondanks alle veranderingen zijn de St. Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne nog steeds de hoofdelementen in een parkaanleg, die hun beleving regisseert. De herbouw van de toren maakt deze elementen ondergeschikt. Hierdoor wordt de beleving van de oorspronkelijke essentie van het park als cultuurhistorisch gegeven veranderd. Het is derhalve zaak om de toren zo zorgvuldig mogelijk in te passen.
De Donjon moet een geloofwaardige verwijzing worden naar de Valkhofburcht waar de Donjon deel van uitmaakte en moet tevens op een zorgvuldige wijze in de huidige context, het Valkhofpark, worden ingepast. Het bouwwerk moet voldoen aan nieuwbouweisen op het gebied van brandveiligheid, vluchtmogelijkheden, daglichttoetreding, energiegebruik etcetera (bouwbesluit).
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
23
2 . C U LT U U R H I S T O R I E
24
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
3. STEDENBOUW De volgende punten zijn van belang met betrekking tot de stedenbouwkundige situering van het park en de donjon: • Ligging in de stad • Relatie met belendende delen van de stad: Benedenstad/ Binnenstad, Waalkade, Romeinse route Nijmegen-Oost, Ooypolder • Valkhofpark • Bouwmassa Donjon • Skyline/silhouet en contouren • Uitzicht over stad en landschap Ligging in de stad De Donjon moet een bijdrage leveren aan de verblijfskwaliteit van het Valkhofkwartier en moet een historische beleving/sensatie oproepen. Het Valkhofpark ligt op een uitloper van de stuwwal dichtbij de rivier de Waal. Nadat rond 1400 de Voerweg is gegraven is het reliëfrijke en solitaire beeld van de Valkhofheuvel ontstaan. De locatie bevindt zich in de oostflank van de benedenstad en de binnenstad. Vanwege de hoge ligging is er fraai uitzicht op de rivier en de uiterwaarden. Het Valkhofpark/ Hunnerpark is via riante groene singels rondom de binnenstad gekoppeld aan het Kronenburgerpark. Komend vanaf het noorden over de Waalbrug is de zichtbaarheid van park met Belvedere en in de toekomst de Donjon een bijzondere kwaliteit. De groene heuvel boven de oostelijke Waalkade zal met de toevoeging van de herbouwde Donjon het silhouet van de stad meer dominant bepalen.
Relatie met belendende delen van de stad Benedenstad/Binnenstad Het Valkhof heeft een centrale rol in de omgeving en heeft ruimtelijke en historische relaties met het Kelfkensbos, de Lindenberg en het Hunnerpark. Vanuit de benedenstad en de binnenstad is een goede bereikbaarheid van het Valkhof met de Donjon van groot belang. Duidelijk zichtbare entrees van het park dragen daartoe bij. De Donjon was oorspronkelijk een verdedigingstoren zonder eigen entree. De entree in de nieuwe toren mag daarom een informeel, bescheiden karakter hebben en kan enigszins verscholen liggen, zodat de nieuwsgierigheid van de bezoeker word opgewekt. De Donjon moet op een logische en sociaal veilige manier worden bereikt. In dit verband is het zaak aandacht te besteden aan de entree van het Valkhofpark aan de zijde van de Voerweg en het Kelfkensbos en aan de entree van het park vanaf de Veerpoorttrappen/ Lindenberg. B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
25
3. STEDENBOUW Waalkade De relatie van het Valkhofpark/Donjon met de Waalkade en met het toekomstige museum, ‘de Bastei’ in de Stratemakerstoren is van groot belang. In het kader van dit intitiatief is het de bedoeling dat de trap naar de St. Nicolaaskapel in ere wordt hersteld. Zo is het Valkhofpark met Donjon niet alleen goed zichtbaar vanaf de Waalkade, maar via de Veerpoorttrappen én de Valkhoftrappen richting St. Nicolaaskapel ook goed bereikbaar vanaf de Waalkade. Romeinse route Nijmegen-Oost Het Valkhof met de Donjon vormt het startpunt van de Romeinse route over de stuwwal naar het oosten. Hiertoe zou de oversteekbaarheid van het Traianusplein verbeterd moeten worden. Ooypolder De verbinding met de Ooypolder wordt verbeterd door de aanleg van een brug over het Meertje. Het is belangrijk dat de route naar deze brug vanuit de Waalkade en het Valkhof op een logische, veilige en aantrekkelijke wijze wordt vormgegeven. De inrichting van de omgeving van de Lindenberghaven en de oversteek van de Voerweg vormen in dit verband een belangrijk aandachtspunt. Naast de herbouw van de Donjon en de aanpassing van het Valkhofpark spelen meerderen initiatieven in de directe omgeving. In bijgaande schets zijn de kansen die het Valkhof kwartier biedt, verkend. Bouwmassa Donjon De bouwmassa van de Donjon is gebaseerd op historische bronnen. Het Pansa-Arcx rapport geeft inzicht in de afmetingen van de toren (breedte, diepte en hoogte). Door zijn omvang is extra aandacht vereist voor een zorgvuldige inpassing in het park op maaiveldniveau.
26
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
3. STEDENBOUW
Verkenning van kansen
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
27
3. STEDENBOUW Skyline/silhouet/contouren De Donjon vormt een verrijking van het stadssilhouet, waarbij de bomen de massa van het vroegere burcht verbeelden. Dit sluit aan bij het oorspronkelijke ontwerpconcept van Zocher. Voor de markering van de plek is het beeld van de toren op afstand van belang. De toren komt boven de bomen uit zodat hij goed zichtbaar is vanuit het landschap maar ook vanaf de Waalbrug en de Lentse kant van de stad. Naast drie bestaande Nijmeegse iconen Waalbrug, Belvedere en St. Stevenskerk wordt een Nijmeegs icoon heropgericht. De toekomstige representatieve invulling zal behalve als geschiedkundig informatiepunt ook als oriëntatiepunt dienen. Uitzicht over stad en landschap De bovenste verdieping moet een alzijdige oriëntatie hebben. Door de hoogte van de toren is op dakniveau sprake van een overweldigend uitzicht op de stad en het omliggende landschap.
De Valkhofburcht (detail) - Hoogers
28
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
3. STEDENBOUW
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
29
4 . PA R K A A N L E G Aanvullende Randvoorwaarden en criteria Valkhofpark Het park dient als eenheid ontworpen te worden en herkenbaar te blijven als een park in de Landschapsstijl. De gelaagdheid van het park, de ontwerpen en de nog aanwezige kenmerken uit de periodes Zocher, Van Lunteren, Rosseels en Roukema dienen als inspiratiebron. Gebleken is dat ieder ontwerp in meer of mindere mate voortbouwt op de voorgaande periode. Ook het nieuwe ontwerp dient op deze wijze verankerd te worden in de ontwerpgeschiedenis van het park.
andere positie moet worden ingenomen. De St. Nicolaaskapel, Barbarossaruïne en de nieuw te bouwen Donjon dienen als ‘follies’ in het park te worden benaderd en een bijdrage te leveren aan de enscenering van fraaie gezichten of taferelen in het park. De open ruimtes rondom de St. Nicolaaskapel en Barbarossaruïne worden gerespecteerd. Dat geldt ook voor het balkon, dat wordt gevormd door de historische burchtmuur en de bunker met uitzicht over de Waal ten noorden en oosten van de St. Nicolaaskapel.
Gebouwde elementen Vanzelfsprekend dienen alle historische, veelal rijksbeschermde elementen in en bij het park in situ te worden gehandhaafd: het Spoorwegmonument, de gemetselde toegangspoort, de brug over de Voerweg, de St. Nicolaaskapel, de Barbarossaruïne, de bunker, de nog resterende buchtmuren zowel aan de Voerwegzijde als bij de St Nicolaaskapel en het hekwerk met opschrift langs het ‘balkon’. De St. Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne zijn nu nog de hoofdelementen in een parkaanleg die de beleving van deze relicten van de burcht regisseert. Herbouw van de reuzentoren maakt ze in bouwmassa ondergeschikt. Echter in de beleving van het park moeten ze een hoofdrol blijven spelen. Zorgvuldige inpassing van de toren is derhalve een must. De toren zal door zijn afmetingen weliswaar het park domineren, maar mag niet de ruimtelijke opbouw van het park bepalen. Er zal een zekere terloopsheid van de plaatsing uit moeten gaan. Door de synergie tussen het monumentale park en de Donjon moet er een meerwaarde ontstaan voor de omgeving en de stad. Maar ook zonder toren moet de parkaanleg compleet ogen. Meubilair Het meubilair zoals zitbanken, verlichtingselementen, afvalbakken en hekwerken dient van kwalitatief hoogwaardig niveau te zijn en moet passen bij de parkaanleg. Plaatsbepaling donjon Voor de plaatsbepaling van de donjon in het park geeft het Pansa-Arcxrapport drie mogelijkheden, waarvan een het meest waarschijnlijk wordt geacht. Deze voorkeurspositie werd achteraf bevestigd door het geofysisch onderzoek. Deze positie wordt aangehouden tenzij archeologisch onderzoek uitwijst dat er een 30
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
4 . PA R K A A N L E G Aanleg en begroeing Het park manifesteert zich als een sterk beplante heuvel met monumentale bomen. Er is een duidelijk onderscheid tussen het plateau en de hellingen van het Valkhofpark. Dit onderscheid wordt versterkt door een meer gecultiveerd beeld met bomen en sierbeplanting omgeven door gazons op het plateau versus een meer natuurlijk beeld op de hellingen. Het onderscheid tussen het plateau en de hellingen van het Valkhofpark dient opnieuw te worden gearticuleerd. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deels aanwezige binnenste en buitenste burchtmuren. Het idee van de rondgang in het park over de buitenrand van het Valkhofplateau dient te worden gehandhaafd. De zichtlijnen naar de omgeving vanuit de rondgang naar onder meer Waalbrug, St. Stevenstoren, Belvedere en Ooypolder worden gerespecteerd of zelfs versterkt. De paden op de taluds zoals ontworpen door Rosseels dienen hersteld te worden op basis van archiefonderzoek. Het park kent een slingerend padenverloop in verschillende lussen. De paden hebben een vloeiend verloop, ze verwijden zich op kruispunten. Het park kent losse boomgroepen, duidelijk aanwezige clusters met een rijke beplanting en groen in lobvormige vakken. Behoud monumentale bomen is noodzakelijk. De entrees De entrees verdienen aparte aandacht in het ontwerp. Bij de hoofdentree aan de stadszijde dient de oorspronkelijke poortwerking naar het park en het voormalige Valkhofplein te worden versterkt. De gemetselde poort dient in situ gehandhaafd te worden en moet weer een echte toegang worden. Wellicht kan het oorspronkelijk aanwezige smeedijzeren hekwerk worden teruggebracht. De entree via de monumentale brug over de Voerweg dient op elegante wijze aan te sluiten op de rondgang aan de rand van het plateau. De entree/ uitgang richting het Waalpark en Ooypolder moet een betere uitstraling te krijgen. In de nabije toekomst wordt een grotere stroom voetgangers verwacht richting het nog nieuw in te richten Waalpark en de Ooypolder na de aanleg van de brug over het Meertje. Mogelijk zijn de muurrestanten van de entree uit 1930 bruikbaar in het ontwerp. De entree/ uitgang richting Waalkade verdient grote aandacht. De huidige situatie is verre van ideaal. De Veerpoorttrappen laten het park op dit moment links liggen.
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
De trap vanaf de St. Nicolaaskapel, die in 1953 is aangelegd in samenhang met het Groene Balkon, is afgesloten. Slechts via een aftakking komt de route halverwege de Veerpoorttrappen uit. De huidige situatie negeert de potentiële ‘exposure’ van de St. Nicolaaskapel voor de route naar de Waalkade. De hoek tussen de Veerpoorttrappen, Lange Baan en het balkon van de St. Nicolaaskapel is onderdeel van de ontwerpvisie van de Bastei (werknaam nieuw museum in de Stratemakerstoren). Overleg met de ontwerpers van de Bastei is noodzakelijk. Tenslotte verdienen de west- en de zuidrand van het Valkhofpark, die pas later zijn toegevoegd, aandacht. De parkstrook aan de Lindenberg dient opnieuw te worden ingericht. De inrichting moet aansluiten op de inrichting van de rest van het park en tevens een aantrekkelijk beeld opleveren vanaf de Lindenberg. De inrichting van de parkstrook tussen de Voerweg en de buitenste historische burchtmuur ten oosten van de brug over de Voerweg dient te worden gehandhaafd. Praktische eisen Er mag niet worden geparkeerd in het park. Er mag geen (vracht)verkeer, noch brommer- of fietsverkeer plaatsvinden in het park. Rondom de solitaire donjon is geen plaats voor aanbouwen, terrassen, containers en dergelijke. Het park moet toegankelijk en aantrekkelijk zijn voor een brede doelgroep en geschikt zijn voor kleinschalige en weinig verstoring veroorzakende evenementen. Het park moet maximaal drie keer per jaar gebruikt kunnen worden voor evenementen van de schaal van de ‘Dag van het Levenslied’. Het park moet een fijne verblijfsplek worden voor Nijmegenaren en bezoekers met een duurzame en goed beheerbare inrichting.
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
31
5. ARCHITECTUUR Uitstraling Donjon Op het Valkhof moet een iconisch gebouw verrijzen, dat als symbool kan fungeren voor de rijke geschiedenis van Nijmegen en dat het Valkhof als lieu de mémoire versterkt. Het gebouw moet een positieve toevoeging zijn en de ingrijpende transformatie van het monumentale park en zijn omgeving waard zijn. De Donjon is een geloofwaardige interpretatie van de historische reuzentoren uit de zeventiende eeuw. In het ontwerp wordt de reconstructie van de historische toren gecombineerd met eigentijdse voorzieningen. Belangrijk is dat met de Donjon de historische sensatie wordt opgewekt. De schijnbare tegenspraak tussen de historiserende hoofdvorm en de nieuwe elementen moet op subiele wijze herkenbaar zijn in het ontwerp. Uitgangspunt is immers dat de herbouw zoveel mogelijk lijkt op het origineel. Daartoe dient de oorspronkelijke verschijningsvorm als basis. Dit beeld dient, gelet op het uitgangspunt, zoveel mogelijk te worden gerespecteerd. Ingrepen in dit beeld vanuit het programma of het Bouwbesluit, dienen tegen deze achtergrond te worden gewogen. Een zo nauwkeurig mogelijke reconstructie van de oorspronkelijke verschijningsvorm is nodig om het uiteindelijke ontwerp te kunnen toetsen aan het uitgangspunt en de gemaakte ontwerpkeuzes te motiveren. De ‘eigentijdse ingrepen’ verhouden zich op een bescheiden en subtiele wijze tot de gereconstrueerde toren zodat de historische illusie en daarmee de belevingswaarde niet wordt verstoord. Het verdient sterk aanbeveling om voor de reconstructie niet van de laatste fase uit te gaan, zoals afgebeeld op de memorietekeningen van Hendrik Hoogers (1796-1800), maar van een eerdere fase uit het midden van de zeventiende eeuw. In deze fase had de reuzentoren kantelen en een extra laag boogvensters. De argumenten hiervoor zijn: • De vroegere fase geeft beter de bedoeling van de toren als representatief symbool van de keizerlijke en later grafelijke/ hertogelijke macht weer.
32
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
5. ARCHITECTUUR • De vroegere fase had aan de Waalzijde een tweede laag boogvensters, die bij Hoogers zijn dichtgemaakt. De boogvensters zijn een slag gro ter dan de hogere laag boogvensters die bij Hoogers nog wel te zien is. De boogvensters maken de binnenruimte interessanter en bieden extra mogelijkheden voor daglichttoetreding en uitzicht. Het Pansa-Arcx rapport bevat een verkennende inventarisatie waaruit een aantal constanten waar te nemen is die de architectonische hoofdopzet van de donjon kenmerken. Deze inventarisatie van kenmerken is gebaseerd op afbeeldingen uit een korte periode van de toren (begin zeventiende eeuw tot eind achttiende eeuw). De historische toren was het organische product van een aantal eeuwen. Met behulp van de vele afbeeldingen van het Valkhof, gegevens uit het stadsarchief, een analyse van alle eerdere archeologische onderzoekingen en reconstructieonderzoeken en kennis van de bouwperioden en architectuur van voor 1649 (oudste bruikbare afbeelding donjon) wordt in het Pansa-Arcxrapport een mogelijke bouwontwikkeling geschetst. Uit de bestudering van vergelijkbare paltsen in Duitsland is een aantal kenmerken af te leiden voor de bouwwijze en latere ontwikkeling van dergelijke grote torens of donjons. Om hiervan een beeld te krijgen worden de kenmerken van de donjon in Bad Wimpfen, Duitsland, geïllustreerd.
Kenmerken ontwikkeling donjon Bad Wimpfen Fase 1 - gesloten, massieve gevels; - toegang op hoog niveau; - alleen openingen tbv toegang en verdediging; Fase 2 - gesloten, massieve gevels van het grootste geveldeel; - toegang op hoog niveau; - veranderende beëindiging, aangepast aan gebruik en architectuuropvatting; - meer openingen in het bovenste gedeelte; - toren hoger; Fase 3 - gesloten, massieve gevels van het grootste geveldeel; - nu toegang op maaiveld niveau; - opnieuw veranderende beëindiging, aangepast aan gebruik en architectuuropvatting; - nog meer openingen in het bovenste gedeelte; - toren nog hoger De Donjon van Nijmegen heeft een vergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt.
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
33
5. ARCHITECTUUR Algemeen uitgangspunt is dat de herbouw zoveel mogelijk lijkt op het origineel met gebruik van ‘authentiek’ materiaal. Zorgvuldige inpassing in de huidige context, het Valkhofpark, is geboden. Daarbij geldt de volgende nuancering. De donjon is in zijn geheel een zo getrouw mogelijke reconstructie. Door het ontbreken van de oorspronkelijke belendingen op maaiveldniveau ontstaat een bijzondere opgave voor deze gevelvlakken. Hier dient een architectonisch alternatief te worden ontworpen. De alternatieve gevels moeten geen vervreemding opwekken en daarmee afbreuk doen aan het historische totaalbeeld.
Architectonische kenmerken
Hoofdopzet:
- Een rechthoekige plattegrond;
- Een hoog opgaand massief gebouw in steen;
- Gesloten gevels met een beperkt aantal openingen; Interpretatie ter plaatse van aanheling burcht
- Een verzwaring / verbreding aan de bovenkant van de toren;
- Een steile kap binnen de gevel, maar geen zwevend dak 34
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
5. ARCHITECTUUR Maatvoering en materialisering Algemeen Uitgangspunt is zo getrouw mogelijke visuele reconstructie van de oorspronkelijke toren met gebruik van ‘authentiek’ materiaal. Ten behoeve van de toekomstige functies en de bouwregelgeving wordt daar een tweede laag doorheen geweven, die ‘eigentijds’ kan worden vormgegeven. Aspecten als vluchtmogelijkheden, brandveiligheid, sanitaire voorzieningen, daglichttoetreding en energieverbruik spelen hierin een rol. Maatvoering De maatvoering van de donjon is gebaseerd op een analyse van alle beschikbare historische afbeeldingen, artistieke impressies en een analyse van alle archeologische opgravingen en eerdere reconstructieonderzoeken. Afwijkingen van maten en getallen kunnen uitsluitend plaatsvinden op basis van argumenten, die betrekking hebben op de reconstructie. • Rechthoekige footprint van 10.4 x 18 meter • Hoogte toren inclusief kantelen 36 meter ten opzichte van het huidige maaiveld op de voorkeurspositie • Hoogte kap boven kantelen maximaal 9 meter • Bekroning op kap met dakruiter van maximaal 5 meter De bovenrand van de toren dient verbijzonderd te worden in de vorm van een uitkraging, bekroond met kantelen: 4 op de korte zijde en 7 op de lange zijde. Omdat een toren met kantelen een meer herkenbaar beeld oplevert, wordt er de voorkeur aangegeven om niet de situatie vlak voor de sloop terug te brengen, toen de kantelen al waren verdwenen. Gevels De maatvoering van de gevelindeling en de aantallen en de positie van de gevelelementen dienen zoveel mogelijk te geschieden conform de historische afbeeldingen, ervan uitgaande dat in het totaal van de historische afbeeldingen de verdwenen werkelijkheid doorklinkt. • In de gekanteelde, uitkragende top van de toren bevinden zich kleine rechthoekige ramen • De uitkragende top van de toren is voorzien van een omlopend boog fries met 19 bogen aan de lange zijde en 11 bogen aan de korte zijde. • Direct onder de uitkragende top van de toren bevindt zich een laag rechthoekige ramen, 3 op de korte zijde en 6 op de lange zijde.
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
• Daaronder bevinden zich boogramen met deelzuiltjes in twee lagen; in de bovenste laag 3 aan de noordzijde en 2 aan de oost-, west- en zuidzijde. De onderste laag heeft 3 boogramen aan de noordzijde. • Op maaiveldniveau bevindt zich aan de zuidzijde een blinde boog in het muurwerk. • Details waarvan het bestaan op grond van de historische afbeeldingen mag worden vermoed, maar waarvan de precieze vorm niet is waar te nemen (zoals bijvoorbeeld de deelzuiltjes in de rondboogramen), moeten worden ontworpen conform datgene dat voor deze situatie historisch het meest aannemelijk is. Dak Het dak mag niet zwevend worden uitgevoerd Materiaal De volgende materialen kunnen worden toegepast: • Natuursteen zoals tufsteen voor de schacht van de toren en trachiet voor de hoekblokken • Baksteen voor de uitkragende top • Eigentijdse materialen met een authentieke uitstraling. • Eigentijdse materialen als glas, beton en staal • Hout voor de dakruiter. Het effect van een constructie bekleed met plaatmateriaal of grote prefab elementen dient te worden vermeden Relatie met bestaande relicten Belangrijk is dat er rekening wordt gehouden met de bestaande historische gebouwen in het Valkhofpark. De donjon moet familie zijn van deze historische relicten. Dat betekent dat de materiaalkeuze wat betreft structuur en kleur een relatie heeft met de tufsteen van de kapel en de ruïne. Daarnaast is het van groot belang om rekening te houden met het archeologisch monument. Bij eventuele archeologische vondsten moeten de mogelijkheden voor visualisatie worden onderzocht en indien mogelijk gerealiseerd. Exterieur-interieur Het uitgangspunt van een herbouw die zoveel mogelijk lijkt op het origineel met gebruik van ‘authentiek’ materiaal houdt in dat er een relatie moet zijn tussen het exterieur en het interieur. Er zijn weliswaar geen historische afbeeldingen van het interieur bekend, maar op grond van de afbeeldingen van het exterieur en nog bestaande voorbeelden
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
35
5. ARCHITECTUUR van andere torens kan er wel iets over worden gezegd. Het interieur dient een karakter te hebben dat aansluit op het wezen van de Reuzentoren en dat de historische sensatie ook binnen voelbaar maakt en zelfs versterkt. Voorkomen moet worden dat er twee aparte werelden ontstaan. Hiertoe moet het interieur in hetzelfde handschrift worden ontworpen als het exterieur. De gevraagde beleving van authenticiteit komt niet alleen tot uiting in de robuustheid van de materialisering, maar ook in de toepassing en beleving van historische muurdiktes, kap- en balkenconstructies. Tegelijkertijd moet het interieur voldoen aan de hedendaagse functionele eisen. Deze moeten als eigentijdse vormgeving herkenbaar zijn en subtiel als een soort tweede laag geïntegreerd worden in de authentieke vormen van de gereconstrueerde toren.
36
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
5. ARCHITECTUUR
Voorbeeld referentie: Castelgrande te Bellinzona, Switzerland, architect transformatie (1983-1989): Aurelio Galfetti B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
37
6 . B I J L AG E N Bijlage I: Monumentenbeschrijvingen
38
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
6 . B I J L AG E N Bijlage I: Monumentenbeschrijvingen
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
39
6 . B I J L AG E N Bijlage I: Monumentenbeschrijvingen
40
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
6 . B I J L AG E N Bijlage I: Monumentenbeschrijvingen
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
41
7. B R O N N E N - Albers Adviezen Historische Parken en Lantschap, adviesbureau voor landschap en cultuurhistorie, Het Valkhofpark in Nijmegen, cultuurhistorische analyse in opdracht van de Gemeente Nijmegen, Nijmegen 2007 - H. van Enckevort en M. Smit, De laatmiddeleeuwse burcht in de ondergrond van het Nijmeegse Valkhof in opdracht van de Gemeente Nijmegen, Nijmegen 2008 - Gemeente Nijmegen, Herbouw Donjon, plan van aanpak, Nijmegen 2006 - PANSA BV en Arcx, buro voor monumentenzorg en cultuurhistorie, Reconstructieonderzoek Reuzentoren Valkhofburcht in opdracht van Gemeente Nijmegen, Nijmegen 2008 - Riehl, Het Valkhof en herbouw, het verleden voorbij?, Delft 1997 - Stichting DonJon, Herstelplan Valkhofpark, concept VO en aanvulling historische informatie, maart 2013
42
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
B e e l d k w a l i t e i t p l a n
V a l k h o f p a r k - D o n j o n
43