Pedagogisch werkplan van
Inhoud 1.
Voorwoord ..........................................................................................................
2.
Introductie ..........................................................................................................
3.
Algemene informatie ..........................................................................................
4.
Pedagogiek bij Kinderstad ..................................................................................
5.
Verzorging ..........................................................................................................
6.
Het dagprogramma .............................................................................................
7.
Groepsregels .......................................................................................................
8.
Wennen en doorstromen .....................................................................................
9.
Samenwerking met ouders .................................................................................
10. Hygiëne, gezondheid en veiligheid ...................................................................... 11. Inrichting en spelmateriaal ................................................................................. 12. Reflectie en bewustwording met en door het team ............................................. 13. Pedagogische methoden ..................................................................................... Pedagogisch Kookboek Cyclisch observeren welbevinden en ontwikkeling Vroegsignalering Opvang van kinderen met een extra zorgvraag Open deurenbeleid Activiteiten voor naschoolse opvang Brede school en dagarrangementen 14. Vervoer ................................................................................................................
2/28
1. Voorwoord Dit is het pedagogisch werkplan van buitenschoolse opvang Bibit. In dit kindercentrum zijn de volgende werksoorten aanwezig: Buitenschoolse opvang voor 4 tot 8 jarigen
In dit pedagogisch werkplan beschrijven we hoe het algemeen pedagogisch beleid in de praktijk vorm krijgt en hoe de dagelijkse gang van zaken is geregeld. Het vormt voor ons, als team, een werkdocument en dient tevens als informatie voor ouders en andere extern geïnteresseerden, zodat zij inzicht krijgen in onze visie en werkwijze. We blijven kritisch kijken naar wat we doen, hoe we dat doen en hoe we dit hebben vastgelegd: “zeggen we wat we doen en doen we wat we zeggen”. Gedurende het jaar wordt het pedagogisch werkplan herzien aan de hand van nieuwe ontwikkelingen en de observaties welbevinden van de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Voor de leesbaarheid van de tekst gebruiken we ‘ouders’ maar hiermee bedoelen we ook ouder en verzorger(s).
3/28
2. Introductie Buitenschoolse opvang Bibit is gehuisvest in de openbare basisschool de Bibit. Op onze BSO kunnen we maximaal 60 kinderen opvangen in de leeftijd van 4-8 jaar, verdeeld over basisgroepen van maximaal 20 kinderen. Op dit moment vangen we maximaal 30 kinderen op, verdeeld over 2 basisgroepen; Bibit basis en Bibit instroom. BSO Bibit en basisschool Bibit hebben een bijzondere samenwerking. Er is medegebruik van ruimtes. De gezellige keuken van de BSO met de hele lange tafel wordt door de school veelvuldig gebruikt voor vergaderingen, begeleiding van groepjes leerlingen of voor een kookworkshop. De BSO mag op haar beurt de speelzaal en de hal gebruiken. Bij de vieringen op school wordt de bso ook betrokken. Zo zorgt de bso met de kinderen voor lekkere hapjes voor de kerstlunch op school. Ook de kennis en expertise wordt van beide kanten benut. Tijdens het project kunst heeft Fred gastlessen verzorgt over Vincent van Gogh op school. Door gezamenlijk aan thema’s te werken , ieder op zijn eigen manier, is er een doorgaande, herkenbare lijn voor de kinderen. De bso doet het vanuit het vrijetijdsperspectief en de school vanuit het cognitieve perspectief. Het huis met de kamers. Zo heet de werkvorm waar we op BSO Bibit mee werken. In het kort betekent dit dat verschillende ruimten de ontwikkeling van kinderen extra stimuleren. Verschillende kamers geven daarnaast ook nog een huiselijk gevoel. Er is een huiskamer met een fijne bank, lekker kleed, een tv met WI. Er is een ruimte om te bouwen met blokken en lego. Er is een ruimte ingericht met poppenhoek spullen. Er is een ruimte met een podium, verkleedkleren, spiegel om te schminken. Belangrijke pedagogische uitgangspunten waarmee gewerkt wordt zijn: Het pedagogisch kookboek: Hiermee kunnen we een gezond “ontwikkelingsmenu” samenstellen. Het pedagogisch kookboek helpt bij het aanbieden van ontwikkelingsgerichte activiteiten en is een metafoor voor ontwikkelingsgericht werken. Met behulp van regelmatige (cyclische) observatie kunnen de pedagogisch medewerkers het activiteiten aanbod evalueren en waar nodig bijstellen. Op een kindercentrum (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en of peuterspeelzaal) is het mogelijk om vanwege veranderende wet- en regelgeving of pedagogische, organisatorische en of bedrijfseconomische redenen de groepssamenstelling en leeftijdsindeling opnieuw in te delen. Ook gebouwelijke wijzigingen kunnen reden zijn om groepssamenstelling of leeftijdsindeling te veranderen. Ouders worden hierover tijdig in kennis gesteld en het pedagogisch werkplan van de betreffende locatie zal waar nodig als gevolg van deze verandering worden geactualiseerd. Op nieuwe locaties wordt een paar jaren na de opening een aanpassing in de groepssamenstelling en of leeftijdsindeling uitgevoerd. Middels deze zogenaamde kunstmix wordt een meer evenwichtige verdeling van de kinderen per groep gerealiseerd. Op de BSO komt het wel eens voor dat tijdens een ADV-dag van school, een of twee kinderen worden opgevangen. De locatiedirecteur kan er dan voor kiezen deze kinderen bij een groep van het kinderdagverblijf op te vangen of om bijvoorbeeld tijdens een vakantie, een aantal bso’s samen te voegen.
4/28
Kwaliteitsmanagementsysteem Binnen Kinderstad wordt er systematisch aan de kwaliteitsverbetering van onze dienstverlening gewerkt. Deze werkwijze is vastgelegd in een kwaliteitsmanagementsysteem (KMS). Hierbij staan de kinderen en hun ouders centraal. Om kwalitatief goede zorg te kunnen bieden, dienen we te voldoen aan allerlei eisen. De voornaamste eisen zijn op het gebied van pedagogiek, veiligheid, gezondheid, hygiëne, spelmateriaal en de opleiding van personeel. De werkwijzen en richtlijnen om aan deze eisen te voldoen en ze te borgen staan beschreven in dit pedagogisch werkplan en is te vinden op de website en infonet. Zo weten alle pedagogisch medewerkers in iedere situatie wat ze moeten doen. De nadruk ligt op de pedagogiek en minder op de (administratieve) processen daaromheen. Een focus op de pedagogische kwaliteit dus! Daarnaast is er gekeken naar een vermindering van de regeldruk, registraties en welke aanpak en procedures beter geformuleerd kunnen worden, waarbij steeds de (pedagogische) kwaliteit op locatie als uitgangspunt is genomen. Natuurlijk blijft wet- en regelgeving van kracht, we blijven daar ook ruimschoots aan voldoen.
3. Algemene informatie Adressen en telefoonnummers Buitenschoolse opvang Bibit Adres: Millingenstraat 8 Telefoonnummer: 013-5710259 E-mail:
[email protected] Internet: www.kinderstadtilburg.nl/bibit Locatiedirecteur Carla Hendriks Bereikbaar op maandag t/m donderdag Telefoonnummer: 06 10 27 89 84 Mailadres:
[email protected] Achterwacht locatiedirecteur: Michelle van Tilburg Telefoonnummer: 06 20 50 61 37 Mailadres:
[email protected] Servicebureau Kinderopvang Op deze afdeling van het Centraal Kantoor wordt centraal de kindplanning van Kinderstad geregeld en kunnen ouders informatie krijgen over aanmeldingen, tarieven en contracten. Het Servicebureau is rechtstreeks te bereiken: 013 583 80 40 of
[email protected]
Openingstijden Buitenschoolse opvang Schooldagen: 14.30-19.00 (woensdag 11.30-19.00) Vakantiedagen: 07.30-19.00
5/28
Personeel en organisatie Pedagogisch medewerkers Op al onze groepen werken minimaal MBO-geschoolde gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Zij werken volgens een Pedagogisch medewerker – Kind – Ratio (PKR) die is vastgelegd in het Besluit en de nadere Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. Op schooldagen nemen we maximaal een half uur pauze, op vakantie en vrije dagen nemen we middagpauze tussen 12.30 en 15.00u. Ook aan de randen van de dag kan één pedagogisch medewerker op 20 kinderen staan. Een aantal pedagogisch medewerkers heeft aanvullende taken als ‘kwaliteitspromotor’ of bedrijfshulpverlener. Ondersteunend personeel De medewerker Huisvesting verzorgt de tuinen en klein onderhoud binnenshuis. Het grote onderhoud en grote schoonmaakwerkzaamheden aan de gebouwen en de buitenspeelplaatsen is uitbesteed aan daarin gespecialiseerde organisaties. Pedagogisch medewerkers in opleiding Op het kindercentrum kunnen ook pedagogisch medewerkers in opleiding werken. Zij volgen een opleiding in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL-opleiding). De eerste maanden van het eerste leerjaar zijn ze boventallig op de groep aanwezig, daarna worden ze ingezet als directe collega van de pedagogisch medewerkers. Roulerende pedagogisch medewerkers De ervaring heeft ons geleerd dat er altijd inval nodig is (voor ziekte, vakantie enz.). Kinderstad heeft ervoor gekozen om een roulerende poule op te zetten waarbij vaste invalkrachten gekoppeld zijn aan een locatiedirecteur. Door een deel van deze vaste invalkrachten als (extra) groepsleiding op het kindercentrum in te zetten wordt gezorgd voor stabiliteit en duidelijkheid. Stagiaires Op het kindercentrum wordt regelmatig stage gelopen. De stagiaires volgen diverse opleidingen zoals bijvoorbeeld Sociaal Pedagogisch Werk, Pedagogiek of diverse VMBO-opleidingen. Gedurende hun opleiding kunnen ze een arbeidsovereenkomst krijgen. Achterwacht Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. De ondersteuning bij calamiteiten is als volgt geregeld: Van maandag tot en met donderdag locatiedirecteur Carla Hendriks. Medewerkers van locatie Kindercrèche Reeshof op alle dagen van de week tussen 7.00 en 19.00 uur. Daarnaast vervult ons beveiligheidsbedrijf ABO een aanvullende achterwachtfunctie tussen 07.00 en 08.00 uur ’s morgens en 17.00 en 19.00 ‘s avonds.
6/28
4. Pedagogiek bij Kinderstad Basis voor goede kinderopvang De kinderopvang biedt kinderen een eigen leefwereld waarin ze spelen, leren en vrienden maken. Pedagogisch medewerkers spelen een belangrijke rol in die leefwereld. Zij zijn de volwassenen die met hen een vertrouwde relatie aangaan. Zo bieden ze alles wat een kind nodig heeft; de zorg voor veiligheid en welbevinden, autonomie en participatie, spelen, leren en sociale relaties. We 1. 2. 3. 4.
nemen als uitgangspunten de vier pedagogische basisdoelen uit de Wet Kinderopvang: Samenwerking met ouders Bieden van emotionele veiligheid Overdragen van waarden en normen Verwerven van sociale en persoonlijke competenties.
Missie De missie van Kinderstad luidt: Kinderstad biedt zowel kinderen als hun ouders (indirect) zo ruim mogelijke maatschappelijke, sociale en individuele ontplooiingskansen. Daartoe bieden wij een pedagogische omgeving aan kinderen uit alle bevolkingsgroepen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar.
Pedagogische visie Wij beschouwen het opvangen, verzorgen en opvoeden van kinderen die door hun ouders aan ons worden toevertrouwd als onze kerntaak. Dat vraagt om het werken vanuit een heldere pedagogische visie:
Voor de allerjongsten is geborgenheid en veiligheid, als aanvulling op de gezinssituatie, erg belangrijk. De sfeer in de groep, de gezelligheid en het vrije spel wat wij aanbieden, sluit goed aan bij deze behoeften van jonge kinderen. De dreumesen en peuters kunnen al meer vrijheid aan. Zij hebben meer behoefte aan spanning en uitdaging en willen hun leefwereld groter maken. De pedagogisch medewerkers stemmen de activiteiten voor deze kinderen af op deze behoeften. Op de buitenschoolse opvang bieden wij de kinderen een zinvol ontdekkingsklimaat, waarbij optimaal spelplezier centraal staat en waarin zij hun persoonlijke en sociale vaardigheden kunnen verbreden en verdiepen. Pedagogisch medewerkers zoeken de balans tussen autonomie en participatie.
Pedagogisch doel Hoofddoel voor Kinderstad is een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen tot mondige, zelfstandige en onafhankelijke mensen met een eigen persoonlijkheid. Dit realiseren we door situaties te creëren in onze kindercentra die ervoor zorgen dat kinderen zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren, hun eigen individuele mogelijkheden kunnen ontdekken en samen te leven met anderen. Versterken van competenties van kinderen In de ontwikkeling van kinderen hangen alle facetten samen. Tijdens het eten en spelen, maar ook tijdens het dansen of ontdekken is er een samenhang en een overlap in de ontwikkeling van verschillende competenties. Pedagogisch medewerkers stimuleren de persoonlijke competenties van de kinderen. De competenties zijn vertaald in de eigen woorden van kinderen: Kijk, ik … Kinderen zijn immers trots op wat ze geleerd hebben en kunnen!
7/28
De zeven kindcompetenties zijn:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Kijk, Kijk, Kijk, Kijk, Kijk, Kijk, Kijk,
ik mag er zijn wij doen het samen ik ben een lief, goed kind ik kan het zelf, het lukt me ik voel, denk en ontdek ik kan het zelf zeggen ik kan dansen, zingen en iets maken
‘Kijk, ik mag er zijn’ We stimuleren de ontwikkeling van emotionele competenties 4-8 jarigen In de buitenschoolse opvang wil een kind zich veilig, prettig en op z’n gemak voelen, zowel fysiek als emotioneel. Ook voor kinderen in deze leeftijd is dit een essentiële voorwaarde om zich te kunnen ontwikkelen. Kinderen hebben, naar mate ze ouder worden, steeds meer ruimte nodig om zelf te leren, ontdekken en beslissen. Zo groeit hun autonomie en leren ze samen te leven met anderen. Participatie betekent dan ook meer dan zelf beslissen maar leert kinderen dat verbondenheid voelen met anderen en rekening houden met anderen belangrijk is. Wij stimuleren de ontwikkeling van emotionele competenties van de kinderen: We stimuleren het contact tussen de kinderen en betrokkenheid onderling door bijvoorbeeld groepsgesprekken aan tafel te bevorderen. We creëren een positieve en warme groepssfeer door goed gehumeurd te zijn, interesse te tonen en humor in te zetten. De inrichting van onze locatie stimuleert de kinderen iets te ondernemen, maar biedt ook de mogelijkheid lekker te rusten of zich tijdens een spel te concentreren. ‘Kijk, wij doen het samen’ We stimuleren de ontwikkeling van sociale competenties 4-8 jarigen De leefwereld voor kinderen in de basisschoolleeftijd wordt steeds groter. Basisbehoeften van deze leeftijdsgroep zijn erbij horen, invloed uitoefenen en het leggen van persoonlijke relaties. De sociale competenties die hiervoor nodig zijn, zoals rekening houden met anderen, omgaan met regels en zich kunnen inleven in anderen, ontwikkelen zich verder op een bso. Wij stimuleren de ontwikkeling van sociale competenties van de kinderen: We coachen kinderen bij het sluiten van vriendschappen. We stimuleren kinderen elkaar te helpen. We helpen kinderen die uitgesloten worden om positieve contacten te maken. ‘Kijk, ik ben een lief, goed kind’ We ondersteunen kinderen bij het ontwikkelen van waarden en normen 4-8 jarigen Vriendschappen en een goede emotionele band met opvoeders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van moreel besef. Een kleuter ontwikkelt steeds meer inzicht in ‘goed en fout’, een kind tussen de 6 en 9 jaar kent de regels en past ze toe. Zij ontwikkelen morele principes als ‘mag je een regel overtreden als je een goede reden hebt?’. De 9-plusser denkt een aardig beeld van de wereld te hebben maar zal steeds vaker ‘levensvragen’ stellen omdat hun leefwereld en maatschappelijke betrokkenheid groeit. Wij stimuleren de ontwikkeling van morele competenties van de kinderen: 8/28
Wij stimuleren de ontwikkeling van morele competenties van de kinderen. We laten het kind voelen dat we zijn wensen, waarden en normen proberen te begrijpen en er respect voor hebben, bijv. door het kind te volgen in wat het wel of niet wil of prettig vindt. Als er sprake is van seksueel getint gedrag bespreken we met kinderen wat ‘fijn’ en ‘niet-fijn’ is en dat kinderen rekening moeten houden met wat andere kinderen willen; ieder kind heeft recht op privé. We leren het kind algemene omgangsvormen leren, zoals bijvoorbeeld op elkaar wachten bij het eten, elkaar helpen, samen delen, rekening houden met elkaar en dergelijke;we stimuleren dat het kind naar anderen luistert en anderen uit laat praten. We leren kinderen om met zorg om te gaan met dieren en planten in hun omgeving. We benoemen verschillen zonder te oordelen. Waar mogelijk sluiten we aan bij wat het kind thuis gewend is. Dit begint al bij een eet- en slaapritme. We tonen respect voor de verscheidenheid aan sociale en culturele achtergronden. We laten kinderen ervaren dat we niet allemaal gelijk zijn maar wel gelijkwaardig, bijvoorbeeld door samen met de kinderen in het familieboek te kijken. Hierin zitten foto’s van de kinderen en hun gezin. Kinderen zien dan de verschillen en overeenkomsten ten opzichte van hun eigen gezinssituatie. We staan stil bij feesten en/of gewoontes uit verschillende culturen. We ondersteunen kinderen bij het oplossen van conflicten, bijvoorbeeld door zijn gevoel of idee te helpen verwoorden of alternatieven aan te bieden. Wij leven de regels zelf consequent en op de juiste manier na. We laten merken dat we elk kind even belangrijk vinden, we nemen alle kinderen serieus en zorgen er voor dat niemand buitengesloten wordt, bijvoorbeeld door het kind aan te kijken als je tegen hem praat, op ooghoogte te praten en een bevestigend antwoord te geven. We reageren altijd als een kind ons iets komt vertellen. We luisteren en nemen het serieus, we tonen interesse en bieden eventueel hulp aan.
‘Kijk, ik kan het zelf, het lukt me’ We stimuleren de motorische en zintuiglijke ontwikkeling 4-8 jarigen Kleuters hebben een spontane drang tot bewegen. Hun bewegingen krijgen steeds meer verfijning en het coördinatievermogen neemt toe. Kinderen van 6 tot 9 jaar zijn bezig met het uitbreiden van hun bewegingspatronen en proberen nieuwe bewegingen als touwtje springen en kopje duikelen te ontwikkelen. Uitdaging en competitie worden steeds belangrijker. Bij kinderen tussen de 9 en de 13 jaar zie je nu verschillen ontstaan tussen kinderen die meer of minder motorisch vaardig zijn en die meer of minder interesse hebben in sport en bewegen. Wij stimuleren de motorische en zintuiglijke ontwikkeling van de kinderen: We helpen en stimuleren het kind als hij iets nieuws probeert door hem de tijd daarvoor te geven, maar hem niet te forceren. We bieden spelmateriaal aan dat begrijpelijk is voor het kind, maar dat ook uitdaagt tot onderzoeken en spelen. We bieden met vaste regelmaat sport- en spelactiviteiten aan. Omdat bso Bibit een kunst en cultuur bso is wordt er erg veel gedaan om de kinderen kennis te laten maken met allerlei verschillende materialen en toepassingstechnieken.
9/28
‘Kijk, ik voel, denk en ontdek’ We stimuleren de cognitieve competenties van kinderen 4-8 jarigen Kleuters kunnen zich steeds langer concentreren op iets dat hen interesseert; ze willen graag leren. Eenvoudige liedjes, sorteren en ordenen en het herkennen van vormen en kleuren zijn hierin een paar belangrijke mijlpalen. Schoolse vaardigheden van kinderen tussen de 6 en de 9 jaar ontwikkelen zich steeds verder en er ontstaat een begin van logisch denken en verbanden leggen. Leerstijlen van kinderen worden herkenbaar; doeners, denkers, dromers, uitvinders en regelaars. De kinderen tussen de 9 en de 13 jaar kunnen complexere structuren en relaties begrijpen en leren strategieën toe te passen. Leren en ontdekken vindt niet langer alleen op school plaats maar ook via internet, clubjes of samen met andere volwassenen. Wij stimuleren de cognitieve competenties van de kinderen: We kijken wat kinderen nodig hebben voor hun ontwikkeling en sluiten daarbij aan in ons aanbod van activiteiten en begeleiding. Hierin overleggen we veelvuldig met school. Als een kind cognitief op een bepaald gebied achterloopt kunnen wij op een speelse ontspannen manier dit stukje aanbieden. We bieden een breed scala van activiteiten aan waardoor kinderen met verschillende interesses zich kunnen ontwikkelen. We ondersteunen en stimuleren kinderen om zelf vorm te geven aan het leren van nieuwe dingen zoals koken, een computerproject of een uitwisseling met het bejaardenhuis aan de overkant. ‘Kijk, ik kan het zelf zeggen’ We stimuleren taalontwikkeling en communicatieve vaardigheden van kinderen 4-8 jarigen Tussen hun vierde en zesde jaar maakt de taalontwikkeling een grote sprong; de zogenaamde ‘ontluikende geletterdheid’. Ze begrijpen nog niet zo veel van de wereld om hen heen maar willen dat heel graag en stellen daarom heel veel vragen. Vanaf ongeveer zeven jaar wordt het leggen van logische verbanden steeds gemakkelijker en wordt taal een middel om nieuwe kennis te verzamelen. Bij kinderen vanaf 9 jaar zet zich dat door en ontstaan er interessegebieden waarin kinderen zich verdiepen. Hun wereldbeeld wordt steeds groter dus ze stellen zich ook vragen over zaken die verder weg liggen. Wij stimuleren de taalontwikkeling en communicatieve vaardigheden van kinderen: We stimuleren dat kinderen lezen en hebben daarvoor boeken die aansluiten bij interesses en niveaus. We hebben er plezier in om gesprekken met kinderen te voeren en zorgen waar nodig voor gespreksleiding zodat iedereen aan de beurt kan komen. We geven zelf het goede voorbeeld; zowel verbaal als non-verbaal. We nemen het verhaal van de kinderen serieus en horen de inhoud van de boodschap.
10/28
‘Kijk, ik kan dansen, zingen en iets maken’ We stimuleren de creatieve en beeldende competenties van kinderen 4-8 jarigen Door een gevarieerd activiteitenaanbod kunnen kinderen op de bso hun creatieve en beeldende competenties ontwikkelen. In het samenstellen van een aanbod is het belangrijk om aan te sluiten bij de interesses van kinderen maar ook om hen onbekende en verrassende activiteiten aan te bieden zodat ze nieuwe ervaringen opdoen. Wij stimuleren de creatieve en beeldende competenties van kinderen: Als een kind iets maakt, helpen we zo min mogelijk en we bieden geen voorbewerkte werkjes aan, zodat het werk echt iets van het kind zelf is. Het kindercentrum is zo ingericht dat kinderen worden uitgenodigd tot verschillende activiteiten zoals spelletjes doen, knutselen in het atelier, met de computer werken, droomhuizen te bouwen in de bouwhoek en verkleden en toneelspelen rond het podium. We betrekken kinderen actief bij het samenstellen van het aanbod van creatieve activiteiten en dagen hen uit ook eens andere dingen te proberen. We bieden de kinderen steeds opnieuw andere materialen aan zodat ze met alles kennismaken en niet steeds hetzelfde doen. We hebben op bso Bibit een kast met doorzichtige vakken waarin we de kustwerken van de kinderen tentoonstellen. Op deze manier zijn ze trots op wat ze gemaakt hebben en geeft het de andere kinderen weer een impuls om met die materialen aan de slag te gaan. Wij halen de inspiratie uit boeken en van internet en blijven hierdoor vernieuwend bezig.
11/28
5. Verzorging Eten en drinken De maaltijden zijn de rustmomenten op een dag en is een gezamenlijke activiteit. Het gaat niet alleen om het eten en drinken maar ook om het contact met elkaar en om de sfeer van het gezellig samenzijn. Vanuit school gaan kinderen aan tafel om een cracker te eten en wat te drinken, ook kunnen de kinderen ervaringen van school uitwisselen of andere dingen vertellen. Dit moment is ook belangrijk voor de aanwezigheidscontrole. Tijdens het “aanschuiven” administreert de leiding dat een kind aanwezig is. Door op deze manier te werken is het snel duidelijk of alle kinderen er zijn. De tafel is gedekt voor de kinderen, kinderen smeren zelf de boterham of cracker en ruimen, na afloop zelf hun beker en bord op. De pedagogisch medewerkers gebruiken de richtlijnen en afspraken uit het Voedingsbeleid van Kinderstad. Het Voedingsbeleid van Kinderstad is er op gericht dat ieder kind verantwoorde en gevarieerde voeding aangeboden krijgt. In overleg met de locatiedirecteur kan hier in sommige gevallen van worden afgeweken. Kinderstad houdt zoveel mogelijk rekening met bijzondere voeding in geval van dieet, allergie, geloofsovertuiging e.d. Trakteren Trakteren doen kinderen op de basisschool en niet meer op de bso. De reden dat Kinderstad hiervoor kiest, is dat uit ervaring is gebleken dat er op een buitenschoolse opvang locatie bijna iedere dag één of meerdere verjaardagen en dus traktaties zijn. Wij vieren graag de verjaardag van een kind als zij /hij dit zelf ook graag wilt. Er wordt dan een koek uit de trommel van de bso uitgedeeld. Zieke kinderen Zieke kinderen kunnen wij niet opvangen. Als een kind zich ziek voelt, met of zonder koorts, is de groep vaak te druk. Hierbij worden de richtlijnen van de GGD gehanteerd. Er is een protocol voor de opvang van zieke kinderen. Als de pedagogisch medewerkers merken dat een kind verhoging of koorts heeft gekregen gedurende de opvang, wordt dit altijd aan de ouders gemeld. Een goede bereikbaarheid van ouders is daarom heel belangrijk. Indien het kind echt niet in orde is, verzoeken we ouders het kind op te komen halen. Medicijngebruik Wanneer een kind medicijnen gebruikt, moeten de pedagogisch medewerkers duidelijke instructies van de ouders krijgen over de wijze van toediening, de hoeveelheid, frequentie en het tijdstip. De afspraken over het toedienen van medicatie en/of zelfzorgmiddelen wordt schriftelijk vastgelegd in de ‘Overeenkomst gebruik medicatie/zelfzorgmiddelen’ (per wijziging in medicijn/zelfzorgmiddel gebruik). De ouders dienen de afgepaste hoeveelheid (rest)medicijnen mee te geven in de originele verpakking met originele bijsluiter (uitleg/werking medicijn). Indien medicijngebruik voor een langere tijd nodig is wordt de periode en de wijze van bewaren vastgelegd in het kinddossier. Indien noodzakelijk inzake de Wet BIG (Beroepen Individuele Gezondheidszorg) waarin bevoegdheden en bekwaamheden tot medische handelingen zijn vastgelegd wordt een aparte instructie en autorisatie geregeld voor een team pedagogisch medewerkers. Pedagogisch medewerkers mogen in geen geval op eigen initiatief een kind medicijnen geven. Ouders blijven zelf verantwoordelijke en aansprakelijk voor de toediening van medicatie op de opvanglocatie.
12/28
6. Het dagprogramma Een goed dagritme komt tegemoet aan de basisbehoeften van de kinderen want het biedt hen structuur, veiligheid en welzijn. Het ritme sluit aan bij de ontwikkeling van de kinderen; bij baby’s sluit het aan bij hun bioritme van thuis en naar mate kinderen ouder worden kunnen ze zich beter aanpassen aan het ritme van de groep. Het ritme op een bso sluit aan op de openingstijden van de scholen. Dat betekent meestal een korte middag en soms hele dagen en weken in de vakanties. Bijna alle kinderen die op bso Bibit komen zijn van basisschool Bibit. Deze kinderen lopen binnendoor de keuken van de bso binnen. Bij bijzonderheden loopt de leerkracht even mee en doet overdracht naar een van de pedagogisch medewerkers. Bij vragen van uit de bso loopt een pedagogisch medewerker even de school binnen. Bij binnenkomst worden de kinderen begroet met het noemen van de naam. De kinderen begroeten de leiding en de overige kinderen, hangen hun tas en jas op aan de kapstok, ze wassen hun handen en gaan aan de gedekte tafel zitten. Ze smeren zelf hun cracker of boterham. Op vrije dagen en in de vakanties is er om 9.30/10.00 een vast eet- en drinkmoment en wordt er tussen de middag met de kinderen brood gegeten. Rond 11.30/12.00 gaan we dan met z’n allen opruimen en aan tafel voor de broodmaaltijd. We vragen een aantal kinderen mee te helpen met de tafel te dekken. De kinderen mogen zelf brood smeren, binnen de regels die voor de broodmaaltijd gelden. We wachten wel met eten tot iedereen zijn eerste boterham gesmeerd heeft. Het drinken wordt ondertussen door de pedagogische . medewerkers ingeschonken. Tijdens het eten en drinken zitten de pedagogisch medewerkers bij de kinderen en praten met hen en luisteren naar hen. Op dit moment vangen we maximaal 30 kinderen per dag op, ingedeeld in twee basisgroepen: Bibit basis en Bibit instroom. Elke groep heeft per dag vaste medewerkers. Bij de start en pauzemomenten zitten de kinderen van beide basisgroepen gezamenlijk aan één hele lange tafel. Er is een tafelindeling voor de twee groepen, elke groep zit aan een vaste kant van de tafel. In het middagprogramma is er geen strakke scheiding van activiteiten en begeleiding voor de twee basisgroepen. Dit omdat het maximaal 30 kinderen zijn die we opvang bieden en de kinderen van beide basisgroepen elkaar en de pedagogisch medewerkers allemaal goed kennen. Als we meer dan 40 kinderen opvang bieden openen we de 3de basisgroep en zullen we de werkwijze met de drie basisgroepen opnieuw beschrijven.
Schoolvakanties en adv dagen Tijdens de schoolvakanties voegen we bso Tuindorp en bso Bibit samen op bso Bibit. Er zijn dan minder kinderen aanwezig en er is een grote buitenruimte om te spelen. Dat is op lange vakantie dagen wel prettig. Eten wordt door ons als een belangrijk sociaal- en leermoment gezien. We nemen de tijd om kinderen te laten omgaan met ‘tafelmanieren’ en manieren in het algemeen. Communicatie met de kinderen speelt daarin een grote rol, zo wordt (aan tafel) de dag besproken, hoe het op school was, hoe het weekend was etc. Kinderen hebben vaak heel veel verhalen en nieuws te vertellen en meestal doen ze dat op dit moment. Er ontstaat hierdoor een gezellige sfeer binnen de groep. Soms wordt een kind in de aandacht gezet omdat het jarig is of afscheid neemt. Ook wordt besproken wat de kinderen na het tafelgebeuren gaan doen bv computeren, naar buiten, knutselen, huiswerk maken e.d. We verwachten dat alle kinderen aan tafel blijven zitten. Dit bevordert de rust in de groep. Als de kinderen klaar zijn mogen zij hun spullen opruimen en gaan spelen.
13/28
Gedurende de dag verspreiden de pedagogische medewerkers zich over de ruimtes van de bso waar zij de kinderen begeleiden en hen helpen te ontwikkelen op verschillende gebieden. In het kort betekent dit dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om zich op sociaal, cognitief, creatief, en op grof/fijn motorisch gebied te ontwikkelen op een manier die zij op dat moment wenselijk vinden. De kinderen worden actief gestimuleerd, gemotiveerd en geënthousiasmeerd door de groepsleiding. Natuurlijk zijn de sociale contacten en het plezier op de bso net zo belangrijk als de activiteit waarmee dat bereikt wordt. Rond 16:30 uur gaan we weer aan tafel met de kinderen, voor fruit/koek en drinken of traktatie (uitgezocht door de jarige, verstrekt door Kinderstad). Bij dit eetmoment delen we aan de kinderen de “Bibit-munten” uit. De kinderen kunnen dan hun munt in een van de drie bakjes stoppen. Deze bakjes staan voor verschillende activiteiten die we dan samen met de kinderen kunnen doen(kinderparticipatie). Op deze manier leren de kinderen met geld omgaan, wat democratie is en leren ze keuzes maken. Op het moment dat er of een jarige in de groep is of er neemt een kind afscheid dan krijgt dat bepaalde kind een Bibit-ster die bij de keuzes maken voor 5 Bibit munten geldt. Als er een feestje gevierd wordt (bijv. verjaardag) dan gebeurt dat tijdens een van de rustmomenten aan tafel. Tijdens de rust momenten aan tafel nemen we ook de tijd op de dag te evalueren en of stil te staan bij bepaalde gebeurtenissen. We houden als richtlijn aan dat ouders de kinderen tussen 16.30 en 19.00 uur kunnen komen ophalen. Kinderen mogen natuurlijk altijd eerder opgehaald worden. Wel bestaat de kans dat we met een activiteit ergens naartoe zijn buiten bso Bibit. De pedagogische medewerkers van de bso willen graag met ouders en kind samen een praatje maken en informatie uitwisselen hoe de middag is gegaan. Als er aanleiding voor is om wat uitgebreider te praten of als het niet wenselijk is dat het kind aanwezig is tijdens het gesprek, maken we hiervoor een afspraak. Schoolvakanties en adv dagen Tijdens de schoolvakanties voegen we BSO Tuindorp en BSO Bibit samen op BSO Bibit. Er zijn dan minder kinderen aanwezig en er is een grote buitenruimte om te spelen. Dat is op lange vakantie dagen wel prettig.
14/28
7. Groepsregels Algemene Regels We mogen zelf bepalen in welke ruimte we zijn, wat we gaan doen en aan welke activiteiten we deelnemen. Je bent oud en wijs genoeg om dingen zelf te regelen. Denk eerst zelf na of kijk zelf rond voordat je naar de leiding gaat. We ruimen de materialen die we gebruikt hebben voor activiteiten weer netjes op. Rennen en schreeuwen doen we alleen buiten. Pesten, schelden, bedreigen, pijn doen of opzettelijk buitensluiten doen we niet. We gaan naar de leiding toe als we hier last van hebben. We zijn zelf verantwoordelijk voor onze eigen acties en proberen eerst een probleem zelf op te lossen. We vragen de leiding ons te helpen als iets ons alleen of met elkaar niet lukt. Zij helpen als wij dat nodig vinden. Als we iets zien gebeuren dat niet door de beugel kan zeggen we er wat van of gaan we naar de leiding. Het is net zo erg om verkeerd gedrag niet te melden aan leiding als het gedrag zelf te vertonen. Als we ons niet aan afspraken of regels houden spreken de pedagogisch medewerkers ons en zo nodig onze ouders hierop aan. Tijdens de rondleiding bij het intakegesprek worden aan ons en onze ouders de afspraken en regels per activiteitenruimte uitgelegd. Regels Huiskamer De stereo-installatie in de huiskamer mag aan na toestemming van leiding. Eigen Cd’s mogen na goedkeuring van de leiding worden gedraaid. Televisie: De televisie in de huiskamer gaat alleen aan met toestemming van leiding voor de spelletjes op de wii of om een dvd te kijken. Dit doen we eigenlijk alleen bij heel slecht weer als kinderen een lange vakantiedag hebben. Regels Keuken De keuken is de ruimte waar de kinderen de middag opstarten en waar gegeten wordt, het eten gebeurd niet op een andere plek in de bso behalve buiten als het lekker weer is. Het fornuis en andere apparatuur en gereedschap in de keuken mag alleen door de kinderen worden gebruikt tijdens doelgerichte activiteiten in de keuken. Regels buitenspelmateriaal We weten welke pedagogisch medewerker het buitenspelmateriaal beheert en daar kunnen we spullen ophalen en ook weer terug inleveren. We zorgen dat we netjes met het buitenspelmateriaal om gaan en de leiding kan hier ons op aanspreken. Aan het eind van de dag checkt het buitenpersoneel of alle materiaal binnen ligt. Regels knutselspullen Het gebruik van knutselspullen is vrij. Wel zorgen we er zelf voor dat we verantwoordelijk met de spullen omgaan en niet onnodig veel materiaal gebruiken. Zolang we nog aan het werken zijn aan een knutselwerkje mag deze op de BSO blijven staan. Daarna nemen we deze mee naar huis. Na het knutselen ruimen we zelf alle spullen weer netjes op waar het hoort. Veiligheid We kennen de regels bij het ophalen van school en houden ons hieraan Tijdens overdrachtsgesprekken met ouders houden de pedagogisch medewerkers de andere kinderen in het oog. De buitenruimte wordt voor het spelen door pedagogisch medewerkers gecontroleerd op veiligheid. Als er kinderen buitenspelen is de afspraak dat er altijd leiding aanwezig is. 15/28
Hygiëne Er wordt ruimschoots aandacht besteed aan het schoonmaken van de groepsruimten en materialen volgens vastgestelde regels en richtlijnen. De pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van het belang van goede hygiëne. En betrekken de kinderen hier ook bij. De ruimtes worden regelmatig met een “wisser” schoongemaakt en de tafels, banken worden na elke maaltijd schoongemaakt met reinigingsmiddel. Pedagogisch medewerkers stimuleren dat kinderen hierbij helpen. Persoonlijke hygiëne: we hebben de afspraak dat we onze wassen voordat we aan tafel gaan en na elk toiletbezoek. De pedagogisch medewerkers helpen ons hieraan herinneren, want we vergeten het nog wel eens. Persoonlijke eigendommen Bij binnenkost hangen de kinderen hun tas en jas aan de kapstokken. Wij geven de kinderen altijd de raad om waardevolle spullen bv een mobiele telefoon weg te leggen zodat deze niet kan kwijtraken. Feesten Bij BSO Bibit willen wij aandacht schenken aan feestelijke en bijzondere gebeurtenissen. Door het vieren van verschillende feesten en stil te staan bij bijzondere gebeurtenissen, creëren wij een sfeer van saamhorigheid en gezelligheid. Ook vieren we natuurlijk Sinterklaas, Kerst, Carnaval en Pasen. Deze feesten vieren we omdat: Het (nog meer) sfeer, geborgenheid en gezelligheid brengt. Het vieren van een feest en/of traditie het samenzijn en saamhorigheidsgevoel versterkt. Wij ouders bij het vieren van feesten willen betrekken en een intensiever oudercontact creëren. We elkaar nog meer leren kennen, waarderen en respecteren.
16/28
8. Wennen en doorstromen Intake Een intakegesprek op BSO Bibit is het eerste officiële kennismakingsgesprek tussen de ouders/verzorgers van het kind wat geplaatst is binnen BSO Bibit en een pedagogisch medewerker van BSO Bibit Tijdens dit gesprek gaat het om het verkrijgen van alle informatie rondom het kind, van de juiste schrijfwijze van de naam tot bijzondere gegevens als allergieën en er wordt uiteraard gepeild naar de behoefte van de ouders/verzorgers van het kind. Daarnaast wordt er informatie verstrekt over de groep waarin het kind wordt geplaatst, het aanwezig zijn op de BSO, de vrijheid en daarbij behorende eigen verantwoordelijkheid van kinderen op de BSO en over de organisatie van Kinderstad. De afspraken die tijdens dit gesprek gemaakt zijn, worden vastgelegd op de checklist intakegesprek. BSO Bibit probeert zoveel mogelijk aan te sluiten bij de wensen van ouders/verzorgers, mits dit mogelijk is binnen het groepsgebeuren. Een kind wat nog moet wennen krijgt extra aandacht en er is nauw overleg met de ouders en kind. Het wennen voor kinderen op BSO Bibit wordt in principe beperkt tot het intakegesprek met ouders en het kind. Op verzoek van de ouder en/of kind kunnen er afspraken gemaakt om voorafgaand aan de plaatsing minimaal één dagdeel te komen wennen. De lokatie directeur van de locatie bepaalt het maximum aantal dagen dat een kind kan komen wennen. Doorstromen Wanneer kinderen de leeftijd van acht jaar bereiken kunnen zij doorstromen naar BSO Kievit. Wij werken nauw samen met BSO Kievit en BSO Tuindorp. De overgang Tuindorp / Bibit naar Kievit kan zo nodig geleidelijk in stapjes verlopen. Hierbij proberen we het tempo zoveel mogelijk aan te passen aan het kind en de situatie. Met BSO Kievit zijn er regelmatig doorstroomgesprekken over welke kinderen naar BSO Kievit zullen gaan. E wordt o.a. besproken vanaf welke datum kinderen zullen doorstromen, op basis van welke dagen ze aanwezig zullen zijn, hobby’s, vriendjes, school en eventuele bijzonderheden. De kinderen die de maand daarvoor zijn doorgestroomd vanuit Bibit naar Kievit worden ook kort besproken. Afscheid van BSO Bibit Als een kind afscheid neemt van BSO Bibit kan hier, in overleg met ouders/verzorgers en het kind, aandacht aan worden besteed.
Bijzondere gebeurtenissen Ook verdrietige gebeurtenissen horen bij het leven. Gebeurtenissen als overlijden van een dierbare of de scheiding van ouders kunnen een diepe impact hebben op kinderen. Wij proberen de kinderen hierin zoveel mogelijk te ondersteunen door er simpelweg voor ze te zijn en uit te nodigen tot contact of een gesprek. We vinden intensief contact met de ouders rondom bijzondere gebeurtenissen in het leven van hun kind belangrijk in het belang van het kind.
17/28
9. Samenwerking met ouders Ouderbetrokkenheid Kinderstad wil partner zijn van ouders en een tweede thuis bieden aan kinderen. Om de opvoeding thuis en op het kindercentrum goed op elkaar af te kunnen stemmen, vinden wij het belangrijk veel ruimte te hebben voor uitwisseling van informatie, verwachtingen en opvoedingsideeën. We willen een relatie aangaan met de ouders, waarin openheid, wederzijds vertrouwen en respect centraal staan. In de visie van Kinderstad blijven ouders altijd eindverantwoordelijk. Kinderstad heeft een rol als medeopvoeder ten tijde van het verblijf van kinderen op een van onze kindercentra. Partners in de opvoeding. Kinderstad vindt een zeer regelmatig contact met individuele ouders belangrijk om de gedeelde zorg voor het kind op elkaar af te stemmen. Hierbij gaat het om belangrijke zaken zoals het waarom en hoe van zindelijkheidstraining, regels over eten en drinken, slapen, de verzorging, normen en waarden in de groep, enzovoorts. De eerste uitwisseling vindt plaats in een kennismakingsgesprek tussen de ouders en een pedagogisch medewerker en/of de locatiedirecteur. Tijdens dit kennismakingsgesprek worden afspraken gemaakt over het wennen, wat plaatsvindt voorafgaand aan de plaatsing. Met de ouders wordt gekeken naar hun wensen en houden we rekening met de behoeftes van het kind. Zie ook hoofdstuk 8 ‘wennen en doorstromen’. Indien er bij de aanmelding door ouders is aangegeven dat hun kind mogelijk extra zorg of begeleiding kan vragen van de pedagogische medewerkers ( bijvoorbeeld vanwege een bepaalde chronische aandoening of ontwikkelingsbeperking) zal de locatiedirecteur vooraf aan het besluit tot definitief plaatsen van het kind een intakegesprek voeren met ouders. Op basis van dit intakegesprek kan de locatiedirecteur beoordelen of plaatsing een goede kans van slagen heeft en of Kinderstad voor het kind goede opvang kan bieden Na afloop van de wenperiode wordt aan ouders gevraagd een vragenlijst in te vullen over die periode. Als hier opmerkelijke zaken in staan, of als de ouder dat graag wil, wordt de ouder uitgenodigd voor een gesprek met de locatiedirecteur en/of pedagogisch medewerker. Elk kind wordt minimaal 1 keer per jaar geobserveerd. Deze observaties dienen als uitgangspunt voor de 10-minuten gesprekken met de ouders. Uiteraard laten we de bevindingen die het team over een kind heeft niet alleen afhangen van deze observatie. Ook andere signalen en ervaringen die we van en met het desbetreffende kind hebben, betrekken we hierbij. De overdrachtsmap en de dagelijkse (breng- en) haalmomenten bieden mogelijkheden tot informatie uitwisseling. De pedagogisch medewerkers nemen de tijd voor overdracht. Zij vertellen bij het ophalen hoe de dag verlopen is en hoe het met het kind is gegaan. Als een kind onze BSO verlaat wordt de ouder verzocht een exitformulier in vullen. Als hier opmerkelijke zaken in staan en/of op verzoek van de ouder, wordt de ouder uitgenodigd voor een gesprek met de locatiedirecteur. Er is altijd ruimte voor ouders om informatie uit te wisselen. Mocht er de behoefte zijn om eens rustig te praten dan is hier altijd gelegenheid voor en kan een afspraak gemaakt worden. Er is altijd ruimte om specifieke zaken te bespreken, bijvoorbeeld over voeding, medicijnen, of over een bepaalde aanpak van het kind. In de ouderinformatiemap is o.a. een serviceformulier te vinden, waarop ouders hun eventuele, vragen, wensen, suggesties en klachten kwijt kunnen.
18/28
Pedagogisch medewerkers informeren ouders over wat het kind op de BSO onderneemt en beleeft, bijvoorbeeld bij de haalmomenten aan het einde van de middag. Ook verzorgen we een nieuwsbrief voor ouders. Regelmatig worden activiteiten voor kinderen ingepland. Ouders worden, zo nodig, actief betrokken bij deze activiteiten. Bijvoorbeeld bij de voorbereiding, het verzamelen van materialen of het uitwerken van een aantal thema’s tot het daadwerkelijk mee uitvoeren van de activiteit. Hiervoor hebben we de hulp van een aantal ouders ingeschakeld. Voor zowel verschillende kookactiviteiten als het regelen van een aantal activiteiten. Wij houden zo veel mogelijk rekening met de wensen van individuele ouders/verzorgers. Internetsite De website www.sbkinderopvangtilburg.nl is een aanvulling op de nieuwsbrieven die ouders al ontvangen. Op deze website kunnen ouders algemene en locatiespecifieke informatie over Bibit vinden. Inspraak en oudercommissies Kinderstad vindt het belangrijk, dat de ouders hun stem kunnen doen gelden. Het gaat hierbij om zaken als het door Kinderstad vastgestelde beleid, de regels, de mate van flexibiliteit en de communicatie tussen de ouders en Kinderstad. Wij erkennen het recht van ouders om gehoord te worden en advies uit te brengen over voorgenomen veranderingen in het pedagogisch beleid, ouderbeleid, organisatiebeleid en kwaliteitsbeleid. Wij erkennen het medezeggenschapsrecht van ouders, d.w.z. het recht om al dan niet in te stemmen met voorgenomen veranderingen op de bovengenoemde beleidsterreinen. Voor een concrete uitwerking van de verschillende beleidsonderdelen waarop de oudercommissie van de BSO adviesrecht heeft, verwijzen wij naar artikel 60 in de Wet Kinderopvang. Kinderstad investeert actief in ouderbetrokkenheid middels oudercommissies per kindercentrum. De oudercommissie werkt volgens een vastgesteld reglement. De oudercommissie behartigt de belangen van ouders op kindercentrumniveau. We proberen van elke groep op onze kindercentrum ouders in de commissie te krijgen. De oudercommissie heeft o.a. een adviserende rol t.a.v. de dagelijkse gang van zaken op het kindercentrum, denkt mee over het groepsgebeuren en is een klankbord voor ouders, pedagogisch medewerkers en de locatiedirecteur. De oudercommissie bewaakt of het pedagogisch beleid van Kinderstad en het pedagogisch werkplan van het kindercentrum goed wordt uitgevoerd. De oudercommissie heeft een adviserende rol in de pedagogische werkplannen. Zij heeft altijd de gelegenheid advies te geven over alles wat het groepsgebeuren aangaat. De oudercommissie heeft een adviserende rol t.a.v. de prijsstelling. Middels jaarlijks vastgestelde centrale inspraakrondes voor vaststelling van Kinderstadbreed beleid en kindercentrumgebonden beleid kunnen ouders adviseren over voorgenomen beleid. De lokale oudercommissies vergaderen regelmatig. De locatiedirecteur kan hierbij aanwezig zijn. De locatiedirecteur informeert de oudercommissie over de gang van zaken op het kindercentrum. De vergadering is in principe voor elke ouder toegankelijk. Helaas is er voor BSO Bibit nog geen oudercommissie ingesteld. We blijven ouders actief benaderen en aanspreken om zich beschikbaar te stellen voor de oudercommissie. Klachtenreglement Kinderstad beschikt over een klachtenreglement. Wij streven ernaar om een klacht intern op te lossen, een ouder heeft echter ook de mogelijkheid om een klacht extern in te dienen. Er zijn twee mogelijkheden, namelijk de landelijke klachtencommissie (SKK = Stichting Klacht Kinderopvang), waarbij Kinderstad is aangesloten en de landelijke geschillencommissie. Over beide organisaties is gedetailleerde informatie aanwezig op onze kindercentra. Oudercommissies hebben het recht om hun klacht direct extern weg te leggen bij het SKK. Dit is vanuit de Wet Kinderopvang verplicht gesteld.
19/28
10. Hygiëne, gezondheid en veiligheid Wij streven ernaar kinderen een vertrouwde, veilige en hygiënische omgeving te bieden. Er zijn in de wet- en regelgeving duidelijke voorschriften met betrekking tot de veiligheid en hygiëne. Bovendien wil Kinderstad graag een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een gezonde levensstijl en aandacht voor de eigen lichamelijke hygiëne en verzorging. Handen wassen voor het eten en na toiletgang en gezicht poetsen na het eten, maar ook hand voor de mond bij hoesten of niesbuien zijn voorbeelden van dagelijks terugkerende rituelen die kinderen normen en waarden t.a.v. hygiëne bijbrengen. Benoem wat je doet, waarom je dat doet en daag het kind uit dit zelf te proberen. De pedagogisch medewerker heeft natuurlijk ook een voorbeeldfunctie in deze en is zich hiervan bewust. In het team zijn afspraken gemaakt over groepsregels ten aanzien van hygiëne waar team en groep kinderen zich aan houden. Deze regels worden met een bepaalde regelmaat in het team en met ouders en kinderen besproken. Het kan ook als thema worden uitgewerkt. Zodoende is hygiëne een normaal en vanzelfsprekend onderwerp. Risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid Om de veiligheid, gezondheid en hygiëne te waarborgen nemen wij allerlei maatregelen. Jaarlijks wordt een risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid uitgevoerd. Wij laten ons mede leiden door de advisering en de controle van de GGD, de Brandweer en Buro-blad. Algemene hygiëne Kinderstad hanteert als richtlijn het “Schoonmaakschema voor kindercentra” zoals opgenomen in de GGD-document “Gezondheidsrisico’s in een basisschool of bso” . Persoonlijke hygiëne en verzorging Kinderstad hanteert regels met betrekking tot de persoonlijke hygiëne van de pedagogisch medewerkers en kinderen. Ook hiervoor dient het GGD-document “Gezondheidsrisico’s …” als richtlijn. Naarmate kinderen ouder worden, ondersteunen de pedagogisch medewerkers de kinderen bij het zelf verantwoordelijkheid gaan dragen voor de persoonlijke hygiëne. De pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld en zorgen er voor dat zij er zelf verzorgd uitzien. Voedselhygiëne Al onze kindercentra houden zich volgens de ‘Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen’ aan een voedselveiligheidssysteem, waaraan vastgestelde regels en richtlijnen verbonden zijn voor alle medewerkers die zich met de bereiding van voedsel bezig houden. Controle vindt plaats vanuit de Voedsel- en Warenwet Autoriteiten. Brandveiligheid en veiligheid van speeltoestellen Ons kindercentrum is brandveilig en beschikt over een calamiteitenplan en vluchtrouteplattegrond. Er hangen brandblussers en minimaal één keer per jaar wordt er een brandoefening gehouden. Er wordt binnen en buiten alleen gebruik gemaakt van veilige materialen. De speeltoestellen voldoen aan de veiligheidsvoorwaarden uit de Warenwet besluit Attractie- en Speeltoestellen en de richtlijnen van de GGD en zijn gecertificeerd door Buro-blad. Preventie en EHBO Op elke groep van ons kindercentrum is een EHBO trommel aanwezig en is er voorgeschreven hoe te handelen bij (kinder-)ziektes. Kinderstad vindt het belangrijk dat alle medewerkers zich bewust zijn van bovenstaande zaken en weten hoe te handelen in geval van ziekte of ongeval. Op ons kindercentrum is daarom altijd een BHV-er (Bedrijfshulpverlener) aanwezig die jaarlijks bijgeschoold wordt. Tevens wordt er in de teambesprekingen regelmatig aandacht besteed aan preventie en EHBO. Kinderstad volgt de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en hygiëne.
20/28
Ongevallen Bij ongevallen handelen wij volgens het protocol Ongevallen. Als bij een opgelopen letsel hulp of advies van een arts nodig lijkt, handelt het personeel naar bevinding van zaken en roept geneeskundige hulp in van EHBO of huisarts. We proberen in eerste instantie altijd de ouders te bereiken. Het is dus belangrijk dat ouders bereikbaar zijn. Registratie van (bijna)ongevallen Om te weten waar en hoe (bijna)ongevallen plaatsvinden wordt dit door ons team geregistreerd. Deze registratie wordt meegenomen in de jaarlijkse risico-inventarisatie op veiligheid op ons kindercentrum.
21/28
11. Inrichting en spelmateriaal Thuis in Kinderstad is ons motto. Uitgangspunt is dat kinderen worden opgevangen in een huiselijke sfeer. Onze ruimten zijn verdeeld in een keuken, woonkamer, en activiteitenruimtes. Algemene randvoorwaarden Een kindercentrum moet voldoen aan de eisen vanuit wet- en regelgeving. Binnen deze eisen gelden voor Kinderstad en dus ook voor BSO Bibit de volgende uitgangspunten We streven naar een binnenruimte van minimaal 4 m 2 per kindplaats netto en een buitenruimte van minimaal 5m2; De inrichting en vormgeving van een kindercentrum van Kinderstad is afgestemd op de leeftijdscategorie kinderen. De inrichting afgestemd op de leeftijdscategorie 4-8 jarigen (bso) Onze buitenschoolse opvang wil een huiselijke sfeer creëren. De bso is een thuisbasis voor vrije tijd waar samen wordt gespeeld, gekookt en gegeten en wordt opgeruimd. Een vorm van opvang die tegemoet komt aan groeiende zelfstandigheid met een gevarieerd aanbod aan activiteiten. Uitdagend, spannend en vooral gezellig en ruimtelijk. Daarom bestaat onze bso uit diverse ruimtes en/of zijn er door middel van kasten of andere objecten verschillende activiteitenruimtes gemaakt. In de keuken vinden centrale groepsactiviteiten plaats. Daarnaast wordt de keuken ook als activiteitenruimte gebruikt om bv. Te knutselen, samen koekjes te bakken of af te wassen. In de verschillende kamers van onze bso worden verschillende activiteiten gedaan. Voor de kinderen is een vaste plek in de keuken gecreëerd voor een eet- en drinkmoment waar de kinderen starten als ze uit school komen en waar het dagprogramma voor die middag wordt doorgesproken. Buitenruimtes Kinderstad kiest niet voor stalen wipkippen en plastic speelhuizen maar voor een natuurlijke tuin, park, bos of weide, afhankelijk van de verdere omgeving. Buitenruimtes die kinderen nieuwsgierig maken en uitdagen tot spel met zand, water of houtblokken. Kinderstad zoekt naar uitdagende ontwerpen die voldoen aan wet- en regelgeving. Bso Bibit maakt mede-gebruik van de grote buitenruimte van de school.
Beleidsplan Interieur en Inrichting Met het motto ‘Thuis in Kinderstad’ creëert Kinderstad een huiselijke uitstraling. De inrichting van onze kindercentra (binnen en buiten) is gericht op deze uitstraling zodat ieder kind er een tweede thuis in vindt. Doel is dat zowel kinderen als ouders zich welkom voelen in deze vertrouwde omgeving. Een van de voorwaarden verbonden aan dit concept is een ‘eigen’ huisstijl. Dit geeft continuïteit en borging van onze werkwijze. Wij verwijzen naar het ‘Beleidsplan interieur en inrichting’ waarin Thuis in Kinderstad is uitgewerkt voor alle kindercentra.
22/28
Spelmateriaal Speelgoed heeft een belangrijke functie in het kinderspel, het lokt immers uit tot spelen. Voor een goede spelstimulans kiezen wij speelgoed vanuit de speelgoedschijf waardoor zoveel mogelijk ontwikkelingsgebieden aangesproken kunnen worden, passend bij de leeftijd van de kinderen. Naast speelgoed stimuleren we kinderen ook te spelen met spelen bijvoorbeeld water en zand, huishoudelijke spullen of vanuit hun eigen fantasie.
Spelmateriaal voor 4-8 jaar Het schoolkind neigt naar de realiteit. Een blok is een echt blok, uitsluitend geschikt om te bouwen. Ook voor creatieve materialen gaat dat op. Het moet zo realistisch mogelijk zijn, dus er wordt gekozen voor modellen en voorbeeldboeken. Kinderen hebben veel interesse in televisie, computers met internet en computerspellen. Speelgoed: sjoelbak, kompas, technische bouwdozen, spellen met letters en cijfers, vraag- en antwoordspellen, elektronische spellen, puzzels, goocheldozen pottenbakken, gipsmallen, mozaïek, bouwplaten, modelbouw. Op BSO Bibit is goed gekeken naar de belevingswereld van deze leeftijdsgroep. In overleg met hen zijn en worden materialen aangeschaft. Knutselmateriaal, papier, tekenspullen, gezelschapsspelen, ballen en boeken zijn materialen die beslist aanwezig moeten zijn volgens de kinderen. Deze materialen worden dan ook regelmatig aangevuld. In overleg met de kinderen kopen we ook producten in voor activiteiten, denk hierbij aan een kook- en bakactiviteit. Kinderen maken dan met behulp van de ped.medewerksters zelf het boodschappenlijstje. Bibit en kunst Op bso Bibit is een nauwe samenwerking met obs Bibit op het gebied van kunst. Er loopt op dit moment een kunst project waarbij Fred de pm er van de bso de spil van is. Hij geeft op school in de klassen en op de bso workshops met verschillende uitgangspunten in de kunst en gericht op de leeftijd van de kinderen. Alle kinderen komen op deze manier al jong in aanraking met de begrippen en de materialen uit de kunst. Ze maken letterlijk kennis met schilderkusten van van Gogh, monet etc. ze leren begrippen op een speelse manier. Op de bso mogen de kinderen kiezen of ze aan de workshop meedoen, het is geheel vrijblijvend voor de kinderen op de bso.
23/28
12. Reflectie en bewustwording met en door het team Visie op reflectie en bewustwording met en door het team: Een pedagogisch beleid is geen statisch iets. Het is een doorlopend proces dat discussie, evaluatie en bijstelling behoeft. Veranderingen in de maatschappij, een nieuwe collega, een inspirerende cursus, maken dat er ontwikkelingen zijn en dat het pedagogisch beleid steeds weer bijgesteld en aangepast dient te worden. We streven ernaar een pedagogisch werkplan te hebben dat dagelijks gebruikt wordt en dat niet in de kast beland. Van daaruit geven wij vorm en inhoud aan ons handelen naar kinderen. Daarnaast streven we ernaar om een cyclisch proces met betrekking tot ons pedagogisch handelen te ontwikkelen om zo op steeds terugkerende momenten te reflecteren op individueel en gezamenlijk handelen. Hoe werkt het team pedagogisch medewerkers van BSO Bibit hieraan? Per jaar worden er een specifiek aantal teamvergaderingen gehouden waarbij het gehele team aanwezig is. Op de agenda staan, naast organisatorische onderwerpen, ook pedagogische gesprekspunten. Dit met de bedoeling om het pedagogisch beleidsplan te blijven bespreken en actueel te houden. Elk jaar zal het pedagogisch beleidsplan kritisch worden bekeken door het team en de oudercommissie en daar waar nodig aangepast worden aan nieuwe invalshoeken. Dit betekent dat we op teamvergaderingen regelmatig terugkomen op ons pedagogisch handelen. Naast de teamvergaderingen vindt er 1 keer per 6 weken groepsoverleg plaats waarbij pedagogisch medewerkers van de betreffende groep aanwezig zijn. In dit groepsoverleg komen agendapunten aan de orde die betrekking hebben op het pedagogisch handelen in de groep, bijvoorbeeld: groepsregels, activiteiten, kindbesprekingen, samenwerking met elkaar en het gedrag van de kinderen in de groep. Door goed te observeren en te communiceren, kunnen pedagogisch medewerkers hun ervaringen inbrengen tijdens het groepsoverleg Er vinden individuele gesprekken plaats tussen locatiedirecteur en medewerkers, zoals vastgelegd in het loopbaanbeleidsplan. Hierin staat een tijdspad aangegeven voor het voeren van functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken en overige voortgangsgesprekken. Ook wordt er vaak aandacht besteed aan protocollen die belangrijk zijn voor de kwaliteit van het werk.
24/28
13. Pedagogische methoden Pedagogisch Kookboek Het Pedagogisch Kookboek is een methode en instrument tegelijkertijd om ontwikkelingsgericht te werken met kinderen in de groepsopvang. Kinderen wordt op een gestructureerde manier activiteiten aangeboden waarbij we alle ontwikkelingsgebieden aan bod laten komen. Uitgangspunt is en blijft het kind, dus kijken naar kinderen is de basis om te komen tot een goed aanbod van ontwikkelingsgerichte activiteiten. Pedagogisch koken blijft in ontwikkeling en het instrument blijft actueel op basis van de ervaringen van pedagogisch medewerkers met de activiteiten die zij hebben uitgevoerd. Cyclisch observeren welbevinden en ontwikkeling Waarom? Omdat we graag zien dat kinderen en ouders bij Kinderstad een tweede thuis vinden, is het belangrijk om het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen in beeld te hebben. Zo kunnen we per kindercentrum of groep het pedagogisch handelen afstemmen op de kinderen. We kiezen voor de combinatie van een observatie-instrument, kindbesprekingen en oudergesprekken om zo bewust en gericht een kind te kunnen volgen en in zijn ontwikkeling te ondersteunen. Ouders worden vooraf geïnformeerd over de observaties, bijvoorbeeld bij het intakegesprek (individuele observaties) en via nieuwsbrief (groepsobservaties). We gebruiken voor het observeren in eerste instantie ons eigen Kinderstad observatie-instrument voor welbevinden en ontwikkeling: “Kijken naar kinderen, kijken om te kunnen koken”. Ieder kind wordt minimaal 1 keer per jaar geobserveerd. De 3 ontwikkelingsaspecten lichamelijke ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling komen aan bod. Voor opeenvolgende leeftijdsfases van 0 tot en met 13 jaar gebruiken we verschillende observatielijsten. Daarnaast vullen de oudere kinderen (8-13 jaar) ook zelf een vragenlijst in over hun tevredenheid over de naschoolse opvang. Als de kinderen geobserveerd zijn vinden de 10-minuten gesprekken met ouders plaats. In dit gesprek komt de observatie aan de orde en vindt uitwisseling plaats over de ervaringen/ bevindingen. Het observatieboekje dient als leidraad. Zo nodig maken ouders en de pedagogisch medewerkers verdere afspraken. Daarnaast worden de belangrijkste signalen altijd besproken in het team. Gedurende het hele jaar vinden ‘kindbesprekingen’ plaats. Doel van de kindbesprekingen is om ieder kind regelmatig in beeld te hebben en signalen of aandachtpunten samen te bespreken. Vroegsignalering Kinderstad onderkent vanuit haar maatschappelijke opdracht het belang van vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden van kinderen. Als professionele organisatie waar het kind centraal staat, hebben we ook een verantwoordelijkheid als het gaat om het signaleren van kindermishandeling. Naast het opstellen van protocollen sluit Kinderstad daarom aan bij initiatieven van RAAK (Regionale Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) in regio Tilburg en regio Eindhoven en hebben alle pedagogisch medewerkers en locatiedirecteuren een training vroegsignalering gevolgd. Ook de komst van de Centra voor Jeugd en Gezin en de invoering in onze regio van het digitale signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’ is een bewijs van het grote belang dat de overheid landelijk, regionaal en op gemeentelijk niveau hecht aan vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden en signalering en preventie van kindermishandeling. Kinderstad heeft een protocol ‘Vermoeden kindermishandeling en huiselijk geweld’ en een protocol ‘Seksuele intimidatie’. Daarnaast kunnen onze pedagogisch medewerkers een ‘signalenkaart’ gebruiken die in de training is geïntroduceerd, een observatie-instrument. Opvang van kinderen met een extra zorgvraag Kinderen met een medische indicatie of een lichte verstandelijke of lichamelijke beperking kunnen in principe terecht bij Kinderstad. Immers, geïntegreerde opvang sluit aan bij de missie van 25/28
Kinderstad, een tweede thuis voor alle kinderen. We hebben verschillende protocollen in ons Kwaliteitshandboek voor de groepsopvang van kinderen met een extra zorgvraag. Uitgangspunt voor Kinderstad is dat het kind bij ons ‘op z’n plaats is’: zich veilig en prettig voelt en dat er voldoende ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Andere aandachtspunten bij mogelijke plaatsing is dat de rest van de groep zich er veilig en prettig bij voelt en dat de pedagogisch medewerkers voldoende toegerust en deskundig zijn om goed voor het kind te kunnen zorgen. De grens voor groepsopvang en begeleiding wordt nadrukkelijk door ons bewaakt. Dit kan tot gevolg hebben dat wij moeten besluiten om een kind niet te plaatsen of de plaatsing stop te zetten en ouders te verwijzen naar andere instanties en andere vormen van opvang. Onze locatiedirecteur kan een intern kindgericht overleg (IKO) aanvragen ten behoeve van de zorg voor een kind met een extra zorgvraag. Aan tafel zitten medewerkers van schoolmaatschappelijk werk en Thebe, een vertegenwoordiger van de Raad van Bestuur van Kinderstad en de stafmedewerker met specifieke expertise. Gezamenlijk geven zij feedback en gericht advies aan de locatiedirecteur zodat deze op locatie verder kan. Kinderstad heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in de samenwerking met partners die gespecialiseerd zijn in de zorg en begeleiding voor kinderen met een extra zorgvraag. Open-Deuren beleid Werken met Open deuren betekent voor ons dat we kinderen de mogelijkheid geven om zelf keuzes te maken. Keuzes met wie ze spelen, waarmee ze spelen en in welke ruimte. Het is een wijze van werken waardoor kinderen meer ervaringen kunnen opdoen en meer uitdaging en variatie hebben. De visie die eraan ten grondslag ligt, is gericht op ruimte geven aan kinderen, aansluiten bij hun behoeften en mogelijkheden, meer mogelijkheden bieden voor eigen initiatief, zorgen dat kinderen zichzelf kunnen en mogen zijn. Aansluiten bij de interesses en mogelijkheden van kinderen betekent dat kinderen zich prettiger voelen en meer zelf initiatief kunnen nemen. Activiteiten voor naschoolse opvang Kinderstad biedt kinderen op onze BSO de mogelijkheid deel te nemen aan een uitdagend aanbod van activiteiten. Er is gelegenheid tot buiten spelen, creatieve activiteiten, sport- en/of spelactiviteiten binnen en vrij spel. Onder activiteiten verstaan we zowel kortdurende, incidentele en spontane activiteiten als georganiseerde, voorbereide activiteiten. Bij de activiteiten in de BSO en de Buitenkamers (hoofdstuk 11 “Inrichting en Spelmateriaal”) zullen we indien mogelijk gebruik maken van “specialisten”, denk aan een kunstenaar, sportleraar, medewerker bibliotheek etc. Ze werken op dat moment naast de pedagogisch medewerkers als extra groepsleiding. Indien deze specialisten een contract met Kinderstad hebben als pedagogisch medewerker worden ze meegeteld in de PKR. Brede school, integrale kindcentra en dagarrangementen Wanneer je het kind centraal stelt dan is samenwerking met onderwijs en andere instellingen een vanzelfsprekende keus. Dat kan binnen een Brede School; een netwerkcombinatie van voorzieningen met onderwijs, opvang, welzijn, sport en zorg rond het kind en gezin. Naast bijvoorbeeld organisatorische samenwerking binnen een Brede School werkt Kinderstad ook samen met onderwijspartners om te komen tot een optimaal ontwikkelingsklimaat in een wijk; integrale kindcentra. In de verdere ontwikkeling van Integrale Kindcentra, het Centrum Jeugd&Gezin en Brede Scholen is Kinderstad als primaire partner actief betrokken.
26/28
14. Vervoer Kinderstad heeft een Vervoersbeleid vastgesteld. Veiligheid en kleinschaligheid staan hierbij centraal. We gaan uit van 3 soorten vervoer: 1. Vervoer van en naar school 2. Vervoer tijdens uitstapjes en activiteiten 3. Vervoer naar de Buitenkamers van de bso BSO: Vervoer van en naar school Het vervoer van kinderen tussen school en onze BSO Bibit regelen wij op de volgende manieren: De allerjongsten worden door ons uit de klas gehaald, dit doen we de eerste 2 keren en daarna weet het kind waar het heen moet. Alle kinderen komen binnendoor naar de bso en hoeven niet buitenom. Voor buitenschoolse opvang geldt dat de verantwoordelijkheid van Kinderstad voor het kind start op het moment dat het kind onder begeleiding van een pedagogisch medewerker is of in de taxi In het geval van voorschoolse opvang draagt de pedagogisch medewerker of de taxichauffeur, als het vervoer onder verantwoordelijkheid van Kinderstad plaatsvindt, er zorg voor dat het kind in de school gebracht wordt dan wel op het plein wordt achtergelaten. Daarmee eindigt de verantwoordelijkheid van Kinderstad en begint die van de school. Doorslaggevend in de keuze van vervoer is het besluit van de ouders. Zij geven uiteindelijk wel of geen toestemming voor hun kind om zelfstandig naar de opvang of naar activiteiten buiten de opvangvoorziening te gaan. Ouders dragen de eindverantwoordelijkheid voor hun kinderen. Zij geven een deel van hun verantwoordelijkheid tijdelijk uit handen aan de BSO. Belangrijk is om precies te weten waarmee ouders akkoord gaan als het gaat om de zelfstandigheid van kinderen. Mogen zij bijvoorbeeld alleen naar een vriendje, is het toegestaan om alleen een boodschap te doen in het winkelcentrum. Vervoer tijdens uitstapjes en activiteiten Voor alle uitstapjes die peuterspeelzalen, kinderdagopvang of buitenschoolse opvanglocaties van Kinderstad organiseren, geldt dat we zoveel mogelijk gebruik maken van de bolderkar, wandelwagens, bakfiets of het openbaar vervoer. In principe worden geen eigen auto’s of auto’s van ouders gebruikt voor het vervoeren van kinderen. Voor uitstapjes die niet te voet, per bakfiets of met de bus gedaan kunnen worden mogen taxibusjes ingezet worden na overleg met de locatiedirecteur. We maken onderscheid tussen ‘uitstapjes’ en ‘een wandeling’. Bij een ‘uitstapje’ ga je met een groep kinderen, goed voorbereid, in overleg met de locatiedirecteur en gecommuniceerd met ouders, op stap. Uitstapjes vinden zoveel mogelijk plaats in de directe omgeving van de kinderopvanglocatie. Bij een ‘wandeling’ ga je met een klein groepje kinderen spontaan even een boodschap doen, een blokje om of even naar een speeltuintje om de hoek. Dit zijn activiteiten die je overlegt met collega’s. Uitgangspunten: Binnen Kinderstad werken we met een protocol ‘Vermissing kind’. Hierin staan concrete richtlijnen hoe te handelen wanneer een kind tijdens een uitstapje zoek raakt; Ouders worden van te voren altijd op de hoogte gesteld van het uitstapje; Uitstapjes inclusief een vervoersplan worden gepland met goedkeuring van de locatiedirecteur; Op locatie wordt het uitstapje gemeld en voor vertrek wordt het adres en een telefoonnummer, waar de groep te bereiken is achtergelaten;
27/28
Tijdens een uitstapje nemen de pedagogisch medewerkers mee: mobiele telefoon van Kinderstad, verbandtrommel, presentie/ telefoonlijst inclusief het nummer van het Centraal Kantoor. Alle medewerkers en volwassen die meegaan als begeleiders dragen een jas of polo van Kinderstad en zijn zo herkenbaar voor de kinderen. De kinderen krijgen een armband om de bovenarm om met daarop het telefoonnummer van de locatie en het Centraal Kantoor, zodat er direct contact gezocht kan worden. We houden ons aan de medewerker/kind-ratio zoals vastgelegd in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang; Vervoer naar de Buitenkamers van de BSO Steeds vaker kan Kinderstad beschikken over zogenaamde Buitenkamers. Dat kan een nabijgelegen gymzaal zijn, een Atelierruimte in een Multifunctionele ruimte waar de BSO gehuisvest is, een kookstudio in een buurtcentrum om de hoek of een sportaccommodatie. Bij de keuze van de Buitenkamers houden we rekening met het vervoer van de kinderen. De afstand en reistijd moet in verhouding zijn. Het vervoer van kinderen naar een Buitenkamer is de verantwoordelijkheid van Kinderstad. We hanteren daarbij dezelfde taken en afspraken als bij het vervoer van school naar de BSO. Ouders halen aan het einde van de dag hun kind(eren) bij de Buitenkamer op.
28/28