5
HENIG AN en Rap een beetje
WGV
mei 2006 Postbus 1212 7550 BE Hengelo Hans Hokke/ Paul Foole
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
INHOUD
1.0 2
3
2
VOORWOORD
3
1.1
4
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Werkwijze
6
2.1
RegioMarge
6
2.2
Opbouw van het rapport
6
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
7
3.1
Babyboomers
7
3.2
Jongeren
7
3.3
Beperken arbeidsvraag
8
3.4
Vervangingsvraag
8
3.5
Onderzoeksbureau Prismant
8
3.6
CWI
8
3.7
Marktwerking
9
3.8
Functiegerichte bekostiging
9
3.9
Functiedifferentiatie
9
3.10
Scholing
9
3.11
Mantelzorg
10
3.12
Reïntegratie
10
3.13
Poolvorming
10
4
Vacaturemarkt
5
Ontwikkelingen in de zorgorganisaties: situatie per werkveld.
12
5.1
12
Ouderenzorg/Verpleeghuizen
11
5.2
Ouderenzorg/Verzorgingshuizen
13
5.3
Thuiszorg
14
5.4
Ziekenhuizen
14
5.5
Geestelijke Gezondheidszorg
15
5.6
Jeugdhulpverlening
16
5.7
Gehandicaptenzorg
17
5.8
Tekorten totaal
18
6
Ontwikkelingen in het onderwijs
7
Bijdrage Arbeidsmarktverkenning
21
8
Gehanteerde afkortingen
22
8.1
23
Leden WGV ultimo januari 2006 ingedeeld per werkveld
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
20
WGV
1
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
VOORWOORD
Strategisch arbeidsmarktbeleid strekt zich uit over
ten denken over de strategische inzet van perso-
een langere periode, in ieder geval met een focus
neel, nu met de nadruk op personeelskosten.
die verder ligt dan drie jaar. Het schrijven van een
Meerjarenafspraken met de zorgverzekeraars zou-
arbeidsmarkt- verkenning is, met dit uitgangspunt
den dit kunnen faciliteren.
geen gemakkelijke opgave. Immers, de dynamiek op de arbeidsmarkt neemt toe, en de zorgsector is
De onzekerheid over toekomstige budgetten en de
zeer sterk in beweging. Het einde van de verande-
relatieve ruimte op de arbeidsmarkt, heeft bij een
ringen in de wet- en regelgeving rond het zorgstel-
aantal werkgevers geleid tot een besluit de oplei-
sel en de bekostigingssystematiek in de zorg zijn
dingsinspanning te verminderen. De ervaring in de
nog niet in zicht. Naarmate de onzekerheid over
zorg leert echter dat juist in perioden van luwte op
de toekomst toeneemt wordt de behoefte aan flexi-
de arbeidsmarkt opgeleid moet blijven worden om
biliteit, om snel op veranderingen te kunnen rea-
de tekorten die gaan ontstaan bij het aantrekken
geren, groter. Dit verhoudt zich slecht met strate-
van de economie weer op te vangen. De toekomst
gische personeelsplanning binnen afzonderlijke
zal uitwijzen of de opleidingsinspanning van de
zorginstellingen. Door op dit punt samen te wer-
afgelopen jaren voldoende is geweest.
ken kunnen onzekerheidsmarges worden beperkt en wordt de beleidsruimte groter. Of dit gezien de
Verlagen van uitval (preventie), uitbreiding van
geïntroduceerde marktwerking een reële optie is,
bestaande deeltijdbanen, verhoging van het scho-
zal moeten blijken.
lingsniveau en poolvorming om een meer flexibele arbeidsmarkt te kunnen creëren moeten de
De situatie op de arbeidsmarkt in Twente en de
komende periode bij gaan dragen om de te ver-
Oost-Achterhoek wijkt in grote lijnen niet veel af
wachten tekorten als gevolg van de vergrijzing en
van het landelijke beeld. Zo kenmerkten de afge-
aantrekkende economie op te vangen.
lopen jaren zich door een sterke recessie. De economische teruggang heeft er mede toe bij gedra-
Hoe tegengesteld het misschien ook klinkt; struc-
gen dat de personeelstekorten in de zorgsector
tureel opleiden moet dus ook in perioden van een
snel verdwenen en de zorgsector een belangrijke
ruime arbeidsmarkt. Langere termijn personeels-
bron van werkgelegenheidsgroei vormde. Die snel-
planning eveneens. Niet alleen om de cyclus van
le groei is inmiddels voorbij. De economische
tekorten en overschotten op te vangen maar ook
malaise wordt ook zichtbaar in een beperking van
om de (extra)kosten te beteugelen die ontstaan
de budgettaire groei van de zorgsector, in de
wanneer er tekorten ontstaan.
bezuinigingsoperaties en een verschuiving van professionele zorg naar mantelzorg en zelfzorg.
Hoewel de algemene arbeidsmarkt in de regio
De vergrijzing maakt dat de zorgvraag nog jaren
Twente en de Oost-Achterhoek zich minder snel
zal blijven groeien. Tegelijkertijd neemt het aantal
herstelt dan het landelijk gemiddelde, valt voor het
jongeren af, terwijl ook de gemiddelde leeftijd van
eerst in enkele jaren weer een opgaande lijn in het
de beroepsbevolking zal toenemen.
aantal
beschikbare
banen
te
constateren.
Desondanks blijft de groei van de werkgelegenheid De zorgsector bevindt zich in roerige tijden.
relatief achter en is juist de regionale werkloosheid
Trefwoorden als marktwerking, DBC, PGB, zorg-
iets hoger dan het landelijk gemiddelde. De zorg-
verzekeringen, functiegerichte bekostiging zorgen
sector vormt daarbij juist, zowel landelijk als regio-
voor de nodige onrust, ook op het HRM front.
naal, een uitzondering. Daar is sprake geweest van
Immers, veel werkgevers zullen nog meer na moe-
een bovengemiddelde werkgelegenheidsgroei.
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
3
zorgsector waar te nemen:
1.1 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
• Er wordt in toenemende mate flexibiliteit en
LANGERE TERMIJN PERSONEELSPLANNING
Er vallen wat dat betreft meerdere tendensen in de
mobiliteit verwacht van medewerkers; • Er ontstaat een sterkere gerichtheid op onder-
Het economisch herstel in de regio loopt in 2005 wat achter bij het landelijke herstel, de arbeidsmarkt voor zorg en welzijn vaart daar wel bij. Het
nemerschap; • Er valt een toenemende behoefte te constateren aan medewerkers met vakkennis en ervaring; • Er komt meer vraag naar maatwerk, c.q. meer markt- en klantgerichtheid; • Er zal een nog grotere nadruk komen te liggen op mantelzorg
aantal vacatures in de zorg stijgt; er komt weer meer beweging op de arbeidsmarkt! Van echte tekorten is zeker nog geen sprake. Op de kortere termijn worden beperkte overschotten verwacht als het gaat om de kwalificatie niveaus 4 en 5. Dit heeft alles te maken met de sterk teruggelopen groei in de sector. In een aantal organisa-
In de zorgsector neemt het aantal grote werkge-
ties is zelfs sprake van een lichte krimp in het per-
vers vanwege onder andere de marktwerking sterk
soneelbestand.
toe. Dat betekent dat de mobiliteit binnen de orga-
Zorg- en welzijnsorganisaties gaan steeds beter
nisatie relatief belangrijker wordt, dan de mobi-
opletten wie, waar in de zorg ingezet gaat worden.
liteit tussen zorginstellingen. De grotere verant-
Voor de komende jaren zal de behoefte aan lager
woordelijkheid voor de werkgever, bijvoorbeeld als
geschoold personeel dan ook het sterkst stijgen.
gevolg van de Wet WIA, legt eveneens druk op de
Veranderingen in het zorgstelsel waarmee zorg-
werkgever.
instellingen geconfronteerd worden, waaronder de marktwerking, zijn hiervan de oorzaak of wer-
Deze al weer 5e arbeidsmarktverkenning voor de
pen reeds hun schaduw vooruit.
zorgsector in de regio Twente en Oost-Achterhoek geeft geen antwoord op de vraag hoe het manage-
ZORG EN ONDERWIJS
ment van een zorginstelling voldoende uitdagin-
De instroom in zorgopleidingen blijft op dit
gen kan oppakken. Doel van dit jaarlijkse rapport
moment op een behoorlijk niveau, wel is de
is het verzamelen en ontsluiten van steeds meer
samenhang tussen de vraag op de arbeidsmarkt
en steeds betere informatie, waarop instellings- en
en de instroom in het onderwijs voor verbetering
verenigingsbeleid kan worden ontwikkeld en pas-
vatbaar: de verhouding tussen vraag en aanbod
sende besluiten kunnen worden genomen.
loopt scheef. De groeiende behoefte aan lager geschoolden (niveaus 1 en 2) wordt nog niet zichtbaar in de instroomcijfers in het onderwijs. Gevolg
Peter Sueters
is dat (teveel) hoger opgeleiden werk voor lager
Raad van Bestuur Mediant
gekwalificeerden zullen (moeten) doen. De gevol-
Voorzitter begeleidingscommissie
gen laten zich raden: lagere arbeidssatisfactie
Onderzoek en Informatie
onder hen die onder hun niveau blijven werken, een hoger verloop onder jong gediplomeerden en een toenemend ‘financieringsgat’ wanneer de (salaris)kosten onvoldoende gedekt worden in het nieuwe bekostigingsstelsel waarmee de zorg wordt geconfronteerd. Belangrijk voor de zorgorganisatie
4
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
is daarom het inrichten van functies op het eigenlijke niveau dat medewerkers moeten hebben om de zorg adequaat te leveren; zuivere HBO en zuivere MBO functies.
• Uitbreiding van de contractduur van medewerkers; • Inzetten op het verhogen van de inzetbaarheid van (oudere) werknemers door aparte trainingsprogramma’s;
Horizontaal wordt de mix van V&V en SPW/SPH-
• Handhaven van het lage ziekteverzuim;
functies belangrijker. Inhoudelijk schuiven de
• Inzetten op het verbeteren van het studie- en
opleidingenstelsels meer naar elkaar toe en in de
beroepsrendement in plaats van (steeds) méér
zorg wordt het belang van de welzijnscomponent
opleiden;
steeds hoger geacht. Binnen de SPW/SPH- oplei-
• Bevorderen van de (juiste) houding, kennis en
dingen wordt het belang van de zorg component
vaardigheden in de omgang met (ouder) wor-
belangrijker waarbij opgemerkt moet worden dat
dende medewerkers.
de mate waarin onderwijsinstellingen daarop reeds inspelen, per school sterk kan wisselen. Naast het grote belang van thema’s als ‘slimmer werken’, ‘rationaliseren van het zorgproces’, ‘domotica’, en ‘functiedifferentiatie’ voor de toekomstige personeelsbehoefte, blijven de factoren opleiden en imago een grote rol spelen. De bevolking vergrijst en de zorgvraag zal sterk blijven groeien. Het mag dan ook duidelijk zijn dat ondanks de relatieve ontspanning op de arbeidsmarkt, een opleidingsinspanning van iedere zorgorganisatie gevraagd blijft worden! GEZAMENLIJKE AANPAK
Een drietal zorgorganisaties uit Twente en de Oost-Achterhoek heeft deelgenomen aan de door de ArboUnie en MarketConcern in maart 2006 georganiseerde studiereis naar Finland. De studiereis heeft aangetoond dat een gezamenlijke aanpak van de vergrijzende werkvloer werkt. Politiek, overheden en bedrijven werken daar samen aan het gezamenlijke doel werknemers optimaal inzetbaar te houden. Het management in zorgorganisaties heeft hierbij een sleutelfunctie. Een goede omgang met werknemers in het algemeen en ouder wordende medewerkers in het bijzonder, is essentieel. Daarnaast zou blijkens de Finse ervaringen aandacht moeten komen voor:
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
5
2
WERKWIJZE
Voor Henig An nummer-5 is de werkwijze iets
van de vorige rapporten. In Henig An-4 is er voor
anders geweest dan gebruikelijk. Voorheen hebben
gekozen soms in vogelvlucht, soms wat uitgebrei-
per werkveld individuele gesprekken plaatsgevon-
der in te gaan op de diverse thema’s.
den, nu hebben in het najaar, interviews plaatsge-
Dit keer worden de arbeidsmarkt en de maat-
vonden in de diverse netwerk-overleggen hoofden
schappelijke ontwikkelingen uitgebreider beschre-
P&O van de Werkgeversvereniging voor de secto-
ven. Sommige onderwerpen lenen zich om slechts
ren Ziekenhuizen, Geestelijke Gezondheidszorg,
aangehaald te worden. In vakbladen valt er vervol-
Gehandicaptenzorg en Ouderenzorg, waar veelal
gens genoeg na te lezen. Andere onderwerpen
ook de Thuiszorg in is vertegenwoordigd.
lenen zich hier echter niet voor. De onderliggende problematiek en haar (regionale en landelijke)
Wel is wederom een koppeling gezocht tussen de
consequenties zijn dan te groot om te beschrijven
resultaten uit organisaties die een traject
in een meer algemeen rapport over de arbeids-
ZorgFormat hebben gelopen en RegioMarge.
markt in de zorg. Daarom zullen in de loop van
Bekende gegevens zijn geëxtrapoleerd naar het
2006 een aantal deelrapporten verschijnen die
regioniveau.
specifiek aandacht besteden aan één onderwerp.
Deze extrapolatie kon met actueel cijfermateriaal
Zo verschijnt in de loop van 2006 een eerste
van PGGM, verder worden aangevuld. Hiermee
Position Paper over vitaliteit in zorgorganisaties.
kan over een gecontroleerde en daarmee betrouwbare bron van gegevens worden beschikt.
2.1 REGIOMARGE Hoewel in Henig An-4 de uitspraak is gedaan dat 2004-2005 waarschijnlijk het laatste jaar zou zijn dat RegioMarge zou worden toegepast vanwege het wegvallen van de sectorfondsen, is er dit jaar toch weer voor gekozen de uitslagen van de interviews te verwerken in dit model. Om het model RegioMarge werkbaar te houden is een modelmatige benadering (versimpeling) gehanteerd. De scherpe scheidslijnen doen dus niet altijd recht aan de werkelijkheid. Deze is namelijk veel complexer dan het model. Effecten van fusiebewegingen tussen organisaties uit verschillende branches, maakt het onderscheid namelijk steeds vager. Het kwalitatief verbeteren van kwantitatieve input van het model zal er toe leiden dat effecten van bepaalde maatregelen of trends nauwkeuriger kunnen worden doorgerekend.
2.2 OPBOUW VAN HET RAPPORT Om de leesbaarheid en vergelijkbaarheid te vergroten is de opbouw van Henig An-5 conform die
6
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
3
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
ONTWIKKELINGEN
OP DE ARBEIDSMARKT
Administratieve lastenverlichting, bekorting duur
3.1 BABYBOOMERS
van de WW uitkering, versoepeling van het ont-
Hoe vervangen we de gepensioneerde baby-
slagrecht, participatiebanen voor bijstandsgerech-
boomers? In sectoren zoals overheid, onderwijs en
tigden om arbeidservaring op te doen, zijn de
gezondheidszorg leidt dit tot serieuze problemen.
belangrijkste plannen van het kabinet voor het
Ook hier geldt weer dat de vervangingsvraag gro-
sociaal beleid in 2006. Alles om antwoord te kun-
ter is bij hoger opgeleiden.
nen geven op de naderende arbeidsproblematiek als gevolg van de vergrijzing en ontgroening.
Hoewel oudere werknemers nog massaal de voorkeur geven aan vervroegde uittreding, kan
Ontwikkelingen op de Nederlandse arbeidsmarkt
Nederland zich dit op termijn niet meer permitte-
dwingen tot productiviteitsverbetering (slimmer
ren. Leeftijd is in de meeste functies geen onder-
werken). Hoewel een en ander door de conjunc-
scheidend criterium voor goed functioneren. Er is
tuur wordt versluierd, leidt de vergrijzing van de
geen duidelijk verband tussen arbeidsproduc-
beroepsbevolking op relatief korte termijn, zonder
tiviteit en leeftijd. Het is een misverstand dat
beleidswijzigingen, tot een versmallend arbeids-
ouderen niet voldoende produceren en niet meer
aanbod. Minder mensen moeten het geld gaan
opleidbaar zouden zijn. Leeftijdsspecifieke proble-
verdienen voor meer mensen. De vergrijzing is
men kunnen door werkgevers worden afgewend
hiermee een maatschappelijk en economisch pro-
als werknemers op tijd, na- bij- of om worden
bleem.
geschoold, hetgeen ook de mobiliteit bevordert. Flexibelere werktijden, functiedifferentiatie en een
Naast de publieke sector zal ook de zorgsector de
aangepast takenpakket zijn mogelijkheden waar-
komende 10 jaar een beroep doen op de arbeids-
aan ook gedacht kan worden.
markt voor hoogopgeleiden. Er zal een forse instroom van hoger opgeleiden gegenereerd moe-
Het grote aantal ouderen van de nabije toekomst,
ten worden, omdat de vraag naar middelbaar- en
(nu 1,9 miljoen naar 2,2 miljoen in 2010) biedt
hoogopgeleiden de komende jaren meer toeneemt
echter ook kansen voor allerlei innovatieve pro-
dan het aanbod.
ductontwikkelingen. Immers de oudere generatie
De collectieve sector kan hierbij in een concurren-
is zelfbewust en goed opgeleid. Langer doorwer-
tie verwikkeld raken met de markt bij het werven
ken in samenhang met levensfase bewust perso-
van deze relatief schaarse groep van hoog opgelei-
neelsbeleid is nog lang geen gemeengoed.
den, hetgeen weer kan leiden tot loonopdrijving en
Nadenken over een arbeidsmarkt voor senioren is
druk op de collectieve middelen. Verruiming van
een goed alternatief voor het aanvragen van een
de inzetbaarheid, vergroting van de arbeidsdeel-
vervroegd pensioen omdat geen passend werk
name en verhoging van de arbeidsproductiviteit
voorhanden zou zijn. Deeltijdpensioen en het
kunnen helpen deze concurrentieslag tegen te gaan.
oplossen van formele en informele belemmerin-
De huidige arbeidsmarkt kan nu nog worden
gen zijn een goede stap in de richting.
getypeerd als ruim. Het dalende ziekteverzuim en de afnemende instroom in de WAO dragen hier-
3.2 JONGEREN
aan bij. Bij een aanhoudende economische groei
Veel jongeren blijken de weg naar de arbeidsmarkt
kunnen echter op korte termijn weer ernstige pro-
niet te hebben gevonden. Tienduizenden jongeren
blemen ontstaan in de meest kwetsbare sectoren
worden door beleidsmaatregelen van gemeenten
zoals onderwijs, zorg en welzijn.
en centrale overheid niet bereikt, omdat zij niet bij het CWI staan ingeschreven en ook niet meer op
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
7
school zitten (bron RWI). Het risico ligt op de loer
Het aantal nieuwe leerlingen dat wordt opgeleid
dat een grote kloof ontstaat tussen hen en de
voor verpleging en verzorging laat in 2004 voor
arbeidsmarkt. Maatwerk-cursussen zouden voor
het eerst sinds 1997 landelijk weer een daling zien.
een deel van deze jongeren een goede oplossing
De instroom in de leren-stage variant (BOL) groei-
kunnen zijn om deze kloof te slechten. Gelden
de wel, maar die in de leren-werken variant (BBL)
voor aanvullende scholing gaan echter steeds
nam sterker af dan de BOL toenam. De vooruit-
meer ontbreken.
zichten op de korte termijn lijken niet gunstig. Vertrekt er weinig personeel uit de zorginstellingen
3.3 BEPERKEN ARBEIDSVRAAG
dan trekt men doorgaans steeds minder leerlingen
Beperking van de arbeidsvraag en vergroting van
aan. Hierdoor ontstaat op termijn bij een aantrek-
het arbeidsaanbod kan door:
kende economie meer vraag dan aanbod van
• Investeren in ICT;
gekwalificeerd personeel.
• Stroomlijnen administratieve processen;
Tekorten kunnen ook tegengegaan worden door
• Opleggen efficiencytaakstellingen;
het vertrek van medewerkers te beperken, waarbij
• Minder beroep op regelingen voor werkloosheid
dan wel de opleidingscapaciteit op peil gehouden
en arbeidsongeschiktheid; • Verlenging arbeidsduur.
moet worden. Onderzoek laat zien dat het voorkómen van vertrek vóór het bereiken van de leeftijd van (pré)pensioen een belangrijke bijdrage kan
3.4 VERVANGINGSVRAAG
leveren. Dit draagt meer bij dan het verhogen van
De vervangingsvraag in de gezondheidszorg is
de pensioengerechtigde leeftijd.
vooral groot bij vakbekwame werknemers. Marktwerking, het instellen van DBC’s, PGB’s en
3.6 CWI
functiegerichte bekostiging worden nadrukkelijk
Volgens het CPB trekt de economische groei in
ingezet om de kosten te verlagen. Ook het inzetten
2006 (+2.5%) aan en neemt de werkloosheid af. Een
van meer lager geschoold personeel lijkt een ant-
aantal indicatoren laat zien dat sprake kan zijn van
woord te gaan vormen op deze problematiek.
een gunstige ontwikkeling. Zo stijgen het aantal
Demotiebeleid kan hiervan een mogelijke conse-
vacatures en uitzenduren. Voor het eerst in jaren
quentie zijn, met als gevolg dat geschoold perso-
wordt een stijging van de werkgelegenheid voor-
neel noodgedwongen op straat komt te staan, of
zien. De nadruk van deze groei komt te liggen bij de
genoegen moet gaan nemen met een lager salaris.
overheid en de zorg. Verwacht wordt dat de vraag
Het personeelsbeleid wat nu al vaak wordt gehan-
met ruim 90.000 personen toeneemt in 2006.
teerd in de supermarkten werpt hier zijn schaduw
Het arbeidsaanbod neemt toe door een aantal ont-
vooruit. Het resultaat zal zijn imagoverlies voor de
wikkelingen:
zorg.
• Toename
3.5 ONDERZOEKSBUREAU PRISMANT
• WAO herkeuringen zorgt voor een stijging van
participatiegraad
van
vrouwen
(+25.000);
Prismant verwacht tot 2007 geen grote personeels-
het arbeidsaanbod doordat de arbeidsongeschiktheid daalt (+ 45.000).
tekorten voor de zorg. De groeiende vraag naar
8
zorg zal een jaarlijkse toename van de vraag naar
Omdat de verwachting is dat de groei van de werk-
personeel van ongeveer 2.5% opleveren. De ver-
gelegenheid groter is dan die van de beroeps-
grijzing van het personeelsbestand vergt daar-
bevolking neemt de werkloze beroepsbevolking
naast geleidelijk meer vervanging.
relatief af.
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
3.7 MARKTWERKING
termen van functies en klassen plaats. In 2007
De overheid denkt dat marktwerking in de zorg
volgt de zorg mét verblijf (intramurale zorg).
leidt tot een grotere efficiency. Dat houdt in dat organisaties slagvaardiger moeten opereren en
3.9 FUNCTIEDIFFERENTIATIE
meer op zoek moeten gaan naar mogelijkheden
Functiedifferentiatie wordt al jarenlang beschouwd
om kosten te besparen. Dit om te kunnen blijven
als een mogelijke oplossing voor tekorten aan
concurreren om de gunst van de klant: de patiënt
hoger opgeleiden. Door taken en functies te split-
en de verzekeraar die namens die patiënt optreedt.
sen en opnieuw te combineren werden nieuwe
Wanneer efficiënter gewerkt wordt, kan ook de
functies gecreëerd, waarbij ook voor lager opgelei-
personeelsbehoefte kleiner worden. Toekomstige
den mogelijkheden ontstonden. Voor het manage-
personeelstekorten kunnen gedeeltelijk worden
ment van zorginstellingen was de zorgvraag van
vermeden wanneer zorgaanbieders efficiënter
de cliënt leidend voor de inzet van personeel naar
werken. Om efficiënt te werken is het noodzakelijk
kwalificatieniveau. Nu zal, onder invloed van de
dat alle partijen die een rol spelen in een zorg-
functiegerichte bekostiging, voor veel zorgorgani-
keten, hun zorgverlening (processen) optimaal
saties de verdeling naar kwalificatieniveau, een
hebben afgestemd. Dat vereist samenwerking, het-
verplichte exercitie worden onder invloed van de
geen zich moeilijk verhoudt met de introductie van
zorgverzekeraar. Instellingen die een goede verde-
marktwerking. In de praktijk zal blijken of daarin
ling van personeel naar aard van de werkzaam-
een evenwicht wordt gevonden. Ook de vraag naar
heden (het functiegebouw) niet op orde hebben,
handhaving van kwaliteit in relatie tot de markt-
zullen worden geconfronteerd met kosten waar-
werking werpt zich op.
voor ze zelf moeten opdraaien. Zelden zal meer personeel van een hoger kwalifi-
3.8 FUNCTIEGERICHTE BEKOSTIGING
catieniveau nodig zijn. Dit kan betekenen dat door
Functiegerichte bekostiging houdt in dat zorg-
demotiebeleid, zorgorganisaties medewerkers of
aanbieders begroten en betaald krijgen op basis
zullen herplaatsen of zullen willen inschalen in een
van de AWBZ-functies die ze hebben geleverd.
lagere salarisschaal. Beperkingen die vigerende
Momenteel krijgt de aanbieder een tarief per
sociale plannen hierbij stellen zullen hier uiteraard
plaats en dag van het zorgkantoor. Met de invoe-
in acht moeten worden genomen.
het uit oogpunt van kostenbeheersing te voeren
ring van functiegerichte bekostiging krijgt de zorgaanbieder betaald naar gelang de functies en de
3.10
omvang hiervan die hij heeft geleverd.
Het niveau van de schoolverlaters zakt sinds 1996.
SCHOLING
Functiegerichte bekostiging moet zorgaanbieders
In 1996 was 45% van de gediplomeerde school-
stimuleren om te analyseren waar de behoefte aan
verlaters hoog opgeleid en 16% laag. In 2003 was
zorg in hun regio ligt, voordat ze hun aanbod
het aandeel van de laagopgeleiden toegenomen
samenstellen.
naar 23% en dat van hoogopgeleiden gezakt naar
Hiermee verschuift het accent in de AWBZ defini-
38%.
tief van aanbod naar vraag. De formulering van de
Verwonderlijk is dat bijna een half miljoen hoog
aanspraken op zorg, de indicatiestelling en de toe-
opgeleiden niet blijkt te werken. Om uiteenlopen-
kenning van persoonsgebonden budgetten vindt
de reden willen of kunnen zij niet aan de slag.
al plaats in termen van functies en niet meer in
Voorkomen van uitval en het tegengaan van voor-
zorgaanbodtermen. Per 2005 vindt ook de bekosti-
tijdig schoolverlaten moet een oplossing bieden
ging van zorg zonder verblijf (extramurale zorg) in
tegen het overschot van laaggeschoolden.
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
9
3.11
MANTELZORG
3.13
POOLVORMING
Ook mantelzorgers kunnen in de gevarenzone
Onder druk van de marktwerking van zorgverzeke-
belanden wanneer de hulp die zij bieden tot stress
raars zal het zo zijn dat de arbeidsmarkt, ook in de
leidt, en wanneer een mantelzorger als gevolg van
zorg, meer flexibel moet worden. Als gevolg van
de ondersteuning die hij of zij biedt, problemen
marktwerking hebben zorgaanbieder en zorgverze-
krijgt in de thuissituatie. Uit onderzoek is bekend
keraar de keuze om wel of geen contract te sluiten
dat het verlenen van informele zorg ongemerkt
en daarover te onderhandelen. Voor sterk gespeci-
ontstaat uit sociale contacten en even ongemerkt
aliseerde zorgaanbieders zal dit minder relevant
uit kan groeien tot een zware taak. Het verant-
zijn, maar daar waar de markt een ruimer aanbod
woordelijkheidsgevoel van mantelzorgers kan
kent zal dit consequenties voor de werkgelegen-
ervoor zorgen dat zij in de valkuil van overbe-
heid kunnen hebben. Een zorgaanbieder zal moge-
lasting belanden. De huidige sociale en maat-
lijk worden geconfronteerd met de noodzaak om
schappelijke veranderingen dragen niet bij aan een
tijdelijk afscheid te nemen van medewerkers wan-
verlichting van de werkzaamheden van mantelzor-
neer verzekeraars (of gemeenten) besluiten hun
gers, eerder aan een toenemende belasting. In
zorgbehoefte elders in te kopen.
Twente en de Oost-Achterhoek waar vanuit een historie van noaberschap veel mantelzorg gele-
Dit pleit voor een toenemende flexibilisering van
verd wordt, zijn op een vast personeelsbestand in
arbeidsrelaties. Volgen we hierbij het Amerikaanse
zorg en welzijn van 46.000 medewerkers, volgens
model waarbij de zorgaanbieder die de opdracht
een schatting van MEE Twente minimaal 30.000
wordt gegund ook het personeel overneemt, of
mantelzorgers actief. Toenemende participatie van
organiseren we een werknemers pool waar werk-
vrouwen in het reguliere arbeidsproces, vergrij-
gevers in gezamenlijkheid aan bijdragen?
zing, ontgroening, flexibilisering van het onderwijs, onvoldoende 24 uurs kinderopvang, leggen extra druk op de mantelzorg, hetgeen op termijn tot een grotere behoefte aan professionele zorg kan leiden.
3.12
REÏNTEGRATIE
Het is misschien niet altijd uitgangspunt, maar reïntegratie zou zich moeten richten op het individu: wat wil de kandidaat en wat kan hij? Echter de vraagkant moet hierbij ook worden belicht. Wat wil de werkgever? Vacatures moeten in deze regio nadrukkelijker uitgangspunt gaan vormen voor gezamenlijke scholings- en werkgelegenheidsprojecten. De combinatie van de mogelijkheden van de werkzoekenden en het aanbod, bepalen de mate van succes van herplaatsing of reïntegratie. Maatwerk-assessment is hierbij een goede methodiek om dit soort trajecten succesvol af te ronden.
10
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
4
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
VACATUREMARKT
De sterke terugval in het aantal baanopeningen lijkt ook in Twente en Oost-Achterhoek tot staan te zijn gebracht. De tabel laat de ontwikkeling per werkveld van de afgelopen jaren zien. Waar 2004 een dieptepunt was is nu een opgaande lijn te constateren, die naar verwachting in 2006 gematigd doorzet.
AANTAL VACATUREMELDINGEN ZORGSELECT PER WERKVELD Werkvelden
2001
2002
2003
2004
2005
2006 1e kw
Ziekenhuizen
417
598
403
227
337
106
Thuiszorg
261
373
457
123
271
120
GGZ
191
268
237
153
190
99
Jeugdhulpverlening
18
26
4
2
2
0
Gehandicaptenzorg
278
385
353
156
249
78
V&V
573
797
524
290
493
204
Huisartsenzorg
2
Welzijn
18
Overig
24
Totaal
1738
2447
1978
951
HENIG AN en
1542
651
Rap een beetje - 5
11
5
ONTWIKKELINGEN IN DE ZORGORGANISATIES: SITUATIE PER WERKVELD.
In de hele sector Zorg en Welzijn in Twente en
personeel anders. Meer aanspraak wordt gedaan
Oost-Achterhoek werken ultimo het derde kwartaal
op de kwaliteiten van het verpleegkundig en ver-
van 2005, 44.436 medewerkers. Zij vervullen hier-
zorgend personeel. Een en ander heeft tot gevolg
mee 25.761 arbeidsplaatsen. De gemiddelde leef-
dat outsourcing van diensten meer en meer
tijd is gestegen naar 40 jaar. Van de medewerkers
bespreekbaar wordt (psychologen, fysiotherapie,
is 87% vrouw en daarmee 13% man.
voeding).
NB: De genoemde cijfers zijn gebaseerd op gegevens van het pensioenfonds PGGM en betreffen
Door het ontstaan van kleinschalige woonvormen
alleen instellingen aangesloten bij het pensioen-
worden ook de gevraagde competenties anders.
fonds, waarbij het aansluitnummer van de instel-
Hier moet gedacht worden aan klantgerichtheid,
ling valt binnen de regio Twente/Oost-Achterhoek
samenwerking, professionaliteit. Daarnaast zal nog meer dan al het geval was ingezet worden op
In het volgende overzicht per werkveld wordt aan-
de niveaus 1 en 2. De vraag om inzet van de man-
gegeven met welke trends men in de zorgverlening
telzorg zal omhoog gaan.
te maken heeft, wat de verschillen met vorig jaar zijn en voor welke personeelsvragen men staat. De
De nurse-practicioner en de physician-assistant
diverse grafieken laten zien met welke tekorten van
doen in de ouderenzorg voorzichtig hun intrede, al
welke kwalificaties van personeel men te maken
blijkt de precieze rol van deze functionaris nog
heeft of zal kunnen krijgen bij ongewijzigd beleid.
moeilijk in te vullen. Soms wordt gewerkt met een verpleegkundig spreekuur of houdt een practitio-
12
5.1 OUDERENZORG/ VERPLEEGHUIZEN
ner een ‘vervangend’ spreekuur voor de medicus.
Het onderscheid voor wat betreft de verleende
personeel omhoog en vermindert de vraag naar
zorg tussen verpleeghuis en verzorgingshuis
verpleegkundig geschoolden. Steeds meer zien we
wordt kleiner. Door een veranderende zorgvraag
een vraag naar een mengvorm van agogische en
wordt personeel anders ingezet. Het gevolg is dat
technisch instrumentele competenties ontstaan.
er meer kleinere en flexibele contracten zijn. De
De inzet van kwaliteitssystemen ziet men als een
CAO en wellicht ook goed werkgeverschap, werken
niet te stuiten ontwikkeling, waarbij het HKZ
hier als beperkende factor om optimaal uitvoering
systeem, eventueel in combinatie met het INK
te kunnen geven aan zorg op maat.
model, de voorkeur lijkt te hebben
De behoefte aan flexibilisering wordt zowel intra-
Op het gebied van werving valt te constateren dat
als extramuraal gevoeld.
er veel open sollicitaties zijn, maar dat sterk gese-
Er ontstaan meer kleinschalige woonvormen die
lecteerd dient te worden. Gebrek aan kwaliteiten
vragen om een andere inzet van personeel. De
bij personeel wordt nogal eens als probleem
verhouding vast/flexibel personeel is sterk aan het
gezien, er moet veel ‘bijscholing’ plaatsvinden.
veranderen. Sommige zorgorganisaties bieden
Organisaties hebben op dit moment geen pro-
alleen nog flexibele contractvormen aan. De posi-
bleem met het vervullen van vacatures.
tie van de AWBZ-zorgkantoren wordt in sterke
Het verloop stagneert en remt de mogelijkheid
mate als bepalend ervaren voor de invulling van
voor het opleiden van BBL-leerlingen. Men blijft
het leveren van zorg op maat.
over het algemeen wel opleiden. Na een periode
Doordat het accent verschuift naar wonen en wel-
van daling van het ziekteverzuim is nu een stabili-
zijn wordt de inzet van medisch en paramedisch
sering dan wel lichte stijging te zien.
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
Daarnaast gaat de vraag naar agogisch geschoold
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
worden opgemerkt dat aandacht voor welzijn de
5.2 OUDERENZORG/ VERZORGINGSHUIZEN
werkdruk voor zorg vermindert.
De situatie is vergelijkbaar met de situatie in de
In grote lijnen kan voor de ouderenzorg als geheel
verpleeghuizen. Belangrijke thema’s blijven het TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: Verpleeghuizen
opschuiven naar verpleeghuiszorg en het meer transmuraal werken in de ouderenzorg, vaak in aanleunwoningen maar steeds vaker ook in de woonwijken. Ook hier gaat de complexiteit van zorg omhoog. Het aantal huizen waar zogenaamde meerzorg gerealiseerd wordt neemt toe (patiënten met psychogeriatrische en geronto-psychiatrische problematiek). Hier wordt eigenlijk verpleeghuiszorg geleverd. Ook hier is de behoefte aan extra instroom op niveau 2 het grootst. Ook niveau 1 zal zich hier steeds meer een vaste plaats verwerven. De behoefte aan het niveau 3 IG als apart niveau, neemt verder af. Ook voor de verzorgingshuiszorg geldt dat de SPW’er niveau 3 terrein gaat winnen. Vooral het omgaan met gedragsproblematiek maar ook de groter wordende rol van het verzorgingshuis ten aanzien van thema’s als dagbesteding en welzijn zal meer en meer zichtbaar worden.
Grafiek 1. Ouderenzorg/Verpleeghuizen De behoefte aan instroom op niveau 2 is hier het grootst. Daarnaast groeit de behoefte aan SPW3
TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: Verzorgingshuizen
opgeleiden. Voorlopig lijkt de arbeidsmarkt voor niveau 3 V&V opgeleiden ruim maar dit is van tijdelijke aard. In het rekenmodel werd met de volgende factoren rekening gehouden: • Een jaarlijkse formatiegroei in de komende jaren van 2%; • Een netto verloop van 2 %; • Verhouding
FTE’s/personen
van
100:180
(gemiddelde omvang dienstverband is 55%).
Grafiek 2, Ouderenzorg/Verzorgingshuizen
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
13
In het rekenmodel wordt de rol van niveau 2 gro-
In de thuiszorg is de behoefte aan instroom op de
ter, ook de assisterende wint terrein. De SPW’er
niveaus 2 en 1 het hoogst.
niveau 3 wordt zichtbaar.
Vooral extra instroom op niveau 1, 2 en 4 is gewenst. In de formatieopbouw zien we dat het
In het rekenmodel werd met de volgende factoren
aantal anders of ongeschoolden gaat afnemen. Het
rekening gehouden:
aandeel van de werkers op niveau 3 gaat toenemen.
• Een jaarlijkse formatiegroei in de komende jaren
Ook zien we het aandeel van niveau 4 stijgen.
van 2%; • Een netto-verloop van 3%; • Verhouding
FTE’s/personen
In het rekenmodel werd met de volgende factoren van
100:180
(gemiddelde omvang dienstverband is 55%).
rekening gehouden: • Een jaarlijkse formatiegroei in de komende jaren van 1,5 %;
5.3 THUISZORG
• Een netto-verloop van 5 %;
De thuiszorg is sterk in beweging. Toenemend is
• Verhouding
sprake van fusie of samenwerking met, met name
FTE’s/personen
van
100:220
(gemiddelde omvang dienstverband is 42%).
organisaties in de ouderenzorg. Ook hier zijn thema’s als zorg op maat en flexibilisering van de per-
5.4 ZIEKENHUIZEN
soneelsinzet aan de orde. De uitwerking van de
Het beeld is wisselend, in het ene ziekenhuis
Wet Maatschappelijke Ondersteuning is nog niet
neemt het verloop toe, in het andere af.
duidelijk. Onzeker is nog hoe de verschillende
Doelmatigheidsoperaties maken dat de omvang
gemeenten de zorg willen gaan organiseren. Een
van het personeelsbestand in de ziekenhuizen
en ander kan grote gevolgen hebben voor het per-
licht afneemt. Het ziekteverzuim blijft ook hier
soneelsbestand binnen de thuiszorgorganisaties.
laag. Soms is sprake van een tekort aan gespecialiseerd
TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: Thuiszorg
verpleegkundig personeel of arts-assistenten. Het verloop onder lager geschoold personeel is laag. Krapte op de arbeidsmarkt is er feitelijk niet. Men blijft, zij het beperkt, BBL opleiden. Opleidingen op de niveaus 2 tot en met 5 komen voor. Bij verbetering van de ketenzorg wordt gestreefd naar een optimale procesgang van de patiënt. Hierdoor vermindert de ligduur van de patiënt wat resulteert in een hogere turnover en het opkomen van gespecialiseerde reactiverings- en revalidatie units in verpleeghuizen. Het aandeel MBO-opgeleiden zal naar verwachting groeien, inzetten van personeel op een voor de functie passend niveau wordt belangrijker. Op het gebied van onder meer de radiologie
Grafiek 3, Thuiszorg
14
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
ondervindt men concurrentie. Meer mensen wij-
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
ken uit naar particuliere zorgaanbieders en toene-
In het rekenmodel werd met de volgende factoren
mend laten patiënten zich in het buitenland voor
rekening gehouden:
verschillende ingrepen helpen. Dit kan leiden tot
• Een formatiegroei in de komende jaren van 0%
uitholling van functies binnen het ziekenhuis. Door specialisten wordt dit nog niet als zodanig ervaren, naar alle waarschijnlijkheid zal deze trend wel doorzetten. De WIA wordt gezien als een slechte ontwikkeling.
per jaar, ook voor 2006; • Een netto-verloop van 1 %, volgend jaar stijgend naar 2 %; • Verhouding
FTE’s/personen
van
100:140
(gemiddelde omvang dienstverband is 69%).
Medewerkers zullen langer werkzaam moeten blijven binnen de organisatie, waar lang niet altijd
5.5
plaats c.q. passende arbeid meer is. Er zal dus
Werving van nieuwe medewerkers verloopt steeds
meer samenwerking moeten worden gezocht met
vaker met gebruikmaking van Internet c.q. via de
andere werkgevers om elders herplaatsingsmoge-
website van ZorgSelect. Het reageren op de vaca-
lijkheden te creëren. De mobiliteit in de sector
ture gaat eenvoudiger. Momenteel zijn er veel
ziekenhuizen is erg laag, waarbij opvalt dat de
open sollicitaties en is er een groot aanbod van
mobiliteit nog het grootst is onder de jongere
jongeren en opmerkelijk genoeg ook ‘ouderen’ op
medewerkers, maar erg laag ligt onder de groep
vacatures. Er is een groeiende vraag naar V&V
medewerkers van 35 jaar en ouder.
opleidingsplaatsen.
TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: Ziekenhuizen
Geestelijke Gezondheidszorg
Het huidige verloop onder de medewerkers is laag wat de instroom van net afgestudeerden beperkt. Verloop lijkt onder uitvoerend personeel het grootst te zijn. Veel moeite moet gedaan worden om kwalitatief goed personeel te krijgen, met name voor specifieke behandelfuncties of academisch niveau. Op een enkele uitzondering na blijft de personele omvang van de organisaties ongeveer hetzelfde. De personeelssamenstelling verandert niet veel. Opleiden in de reguliere GGZ vindt plaats op niveau 4 en 5. De werklast zal ondanks inzet van ICT gelijk blijven of licht toenemen. De invoering van de marktwerking in de zorg en van de WMO brengt veel onzekerheid. Er worden meer laagopgeleiden aangenomen als locatiehulp als gevolg van functiedifferentiatie. Opleiden doen
Grafiek 4, ziekenhuizen
de zorginstellingen zowel BOL als BBL, al gaat de voorkeur uit naar BBL. BOL’ ers worden maar zel-
De behoefte aan personeel op niveau 2 en 1 zal
den aangenomen na hun stageperiode.
groeien. Een en ander zal zichtbaar worden in een formatieverschuiving waarbij de omvang van
Functie differentiatie heeft verschillende oorzaken.
niveau 5 en 4 naar verhouding zal afnemen.
Voor een deel heeft dit te maken met de overtui-
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
15
ging dat voor niveau 5-opgeleiden niet voldoende passend werk is, wanneer zij optimaal op hun kennis en vaardigheden worden aangesproken. Een
TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: geestelijke gezondheidzorg
deel van het werk zou ook goed op niveau 4 kunnen worden gedaan. Wanneer functiedifferentiatie niet intern wordt gerealiseerd, is de verwachting dat dit door externe invloeden zal worden “opgelegd”. De WIA en de invoering van de marktwerking zullen invloed krijgen op de interne arbeidsmarkt. De WIA zal nu nog een beperkte invloed hebben. Medewerkers die tot 35% arbeidsongeschikt zijn, zullen een (aangepaste) functie binnen de organisatie moeten krijgen. Herschikking van de inhoud van de functies is nodig om dit te kunnen bewerkstelligen. Men stelt zich uitdrukkelijk de vraag of vergrijzing iets is waar je speciale aandacht aan zou moeten schenken. De voorkeur gaat uit naar het leveren van individueel maatwerk. Ook hiertoe zou het
Grafiek 5, Geestelijke Gezondheidszorg
functiegebouw “losser” moeten worden. Een vraagstuk is nog wel hoe, na het wegvallen van Het ziekteverzuim stabiliseert zich momenteel na
de vroegere SPV-opleiding voorzien moet worden
een periode van daling. Het streven naar een
in de functie van sociaal psychiatrisch verpleeg-
gemiddeld ziekteverzuim van maximaal 4-5% lijkt
kundige.
het hoogst haalbaar. De succesvolle (extra)inspan-
De arbeidsmarktsituatie voor de GGZ lijkt stabiel.
ning van de afgelopen jaren geeft wel hier en daar
Er zijn nauwelijks overschotten of tekorten op de
meer psychische problemen, omdat medewerkers
korte termijn te verwachten. Het kleine overschot
individueel meer aangesproken worden.
op niveau 3 lijkt zich op te gaan lossen. Er blijft een surplus aan SPH-opgeleiden beschikbaar.
Naast het toenemend extramuraal werken, vindt in de GGZ hier en daar ook oriëntatie plaats op spe-
In het rekenmodel werd met de volgende factoren
cifieke doelgroepen in relatie tot ketenzorg. Hierbij
rekening gehouden:
kan onder andere worden gedacht aan cliënten op
• Een jaarlijkse formatiegroei in 2005 van 0%,
het snijvlak met de forensische psychiatrie en
stijgend naar 1% in 2006;
cliënten met somato-psychiatrische problemen,
• Een netto-verloop van 3%;
hetgeen weer gevolgen kan hebben voor de oplei-
• Verhouding FTE’s/personen van 100 :135
ding en deskundigheidsbevordering. Nadrukke-
(gemiddelde omvang dienstverband is 74%).
lijker wordt wel de keuze gemaakt of extramurale zorg niet op onderdelen kan worden uitbesteed
5.6 JEUGDHULPVERLENING
aan (intensieve)thuiszorg.
De arbeidsmarkt in de jeugdhulpverlening is stabiel te noemen. In de regio bestaat een overschot aan hoog opgeleid agogisch geschoold personeel.
16
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
Vaak wordt hoger opgeleid personeel ingezet in
In het rekenmodel werd met de volgende factoren
lagere functies. Het daadwerkelijk aanpassen van
rekening gehouden:
het functiegebouw aan de kenmerken van zorg- en
• Een jaarlijkse formatiegroei in de komende jaren
begeleidingssituatie begint terrein te winnen.
van 0%, na 2006 groeiend naar 2 % in de
Enerzijds heeft dit te maken met het groeien van
komende jaren;
het besef dat er verschillen zijn in gevraagde com-
• Een netto-verloop van 3%;
petenties van het personeel, anderzijds dwingt de
• Verhouding
overheid de organisaties tot zuinigheid.
FTE’s/personen
van
100:140
(gemiddelde omvang dienstverband is 71%).
5.7 GEHANDICAPTENZORG TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: Jeugdhulpverlening
De afgelopen jaren is de groei van de gehandicaptenzorg sterk geweest. Wachtlijsten werden weggewerkt en er ontstond groei doordat andersoortige soorten zorg en begeleiding geleverd werden. Na een jarenlange daling van het ziekteverzuim treedt momenteel een lichte stijging op, waarbij de nadruk ligt op psychische problematiek. Wellicht ontstaat dit door het feit dat medewerkers meer aangesproken worden op hun functioneren. Gemiddeld komt het ziekteverzuim echter niet boven de 4-5% uit. De beperkte uitstroom wordt algemeen als een probleem ervaren omdat medewerkers onvoldoende zijn te motiveren intern andere functies aan te nemen. Enkele zorgorganisaties stellen daarom bijvoorbeeld geen vacature meer voor begeleiders, deze moeten opgevuld worden vanuit het bestaan-
Grafiek 6, Jeugdhulpverlening
de medewerkers aanbod. Als bijkomstigheid wordt hierdoor over het algemeen minder kans gezien te
Actueel is aan de orde dat de jeugdzorg opnieuw
starten met de BBL-opleiding. Dit vraagt immers
te kampen heeft met te veel jeugdigen die te lang
formatieruimte!
moeten wachten op het benodigde hulpaanbod.
Het feit dat de uitstroom gering is ziet men niet
Een sterk toegenomen vraag is hiervan een belang-
direct als probleem voor de vergrijzing. Er bestaat
rijke oorzaak. In maart 2006 betreft het landelijk
dan ook nog geen leeftijdsgericht personeelsbeleid.
5100 jeugdigen die langer dan 9 weken op de wachtlijst staan. De staatssecretaris maakt zich
Het aanbod van leerlingen overtreft het aantal sta-
hard voor de inzet van structurele middelen ter
geplaatsen. Opleidingsinstituten hebben in dit ver-
bestrijding van deze wachtlijsten voor de korte en
haal een ander belang dan de werkgevers,
lange termijn. Dit zou kunnen betekenen dat in
waardoor het risico ontstaat dat dit probleem zal
2006 een flink aantal hulpverleners geworven
blijven voortduren. Dit heeft met name te maken
moet gaan worden, ook in Overijssel.
met de wijze van financieren.
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
17
Door externe ontwikkelingen wordt het moeilijker
De helpende welzijn zal verder terrein gaan win-
een langere termijn personeelsbeleid te formule-
nen. De SPH opgeleide en verpleegkundige niveau
ren. De onzekerheid, die door de bekostigingssyste-
4 zullen minder gevraagd gaan worden. Daarnaast
matiek wordt veroorzaakt, is hier onder andere
lijkt de arbeidsmarkt voor de gehandicaptenzorg
debet aan. In het kader van deze ontwikkelingen krij-
goed in evenwicht te zijn.
gen samenwerkingsvormen tussen instellingen
In het rekenmodel werd met de volgende factoren
nadrukkelijker aandacht.
rekening gehouden:
De gehandicaptenzorg onderkent de voordelen
• Een jaarlijkse formatiegroei in de komende jaren
van de BBL-variant boven de BOL. Minder uitval
van 3 %;
tijdens de opleiding, het beter kennen van de werk-
• Een netto-verloop van 3%;
gever en zijn ambitie, betere aansluiting opleiding
• Verhouding
en praktijk, lagere kosten. De geringe uitstroom
FTE’s/personen
van
100:160
(gemiddelde omvang dienstverband is 55%).
wordt echter als een van de obstakels gezien om hier meer invulling aan te geven.
5.8 TEKORTEN TOTAAL Zoals blijkt uit de grafieken per werkveld, is het
De veelal integraal verantwoordelijke manager
beeld ten opzichte van vorig jaar gewijzigd. De
wordt, afhankelijk van de ondersteuning en de
arbeidsmarkt voor zorg komt meer in evenwicht,
kaders die hij/zij mee krijgt, in sterke mate bepa-
wat vooral te maken heeft met de extra instroom in
lend voor de opleidingsinspanningen. Wanneer
de sector in 2003 en 2004 en 2005, het afgenomen
centrale aansturing of bundeling ontbreekt, ligt het
ziekteverzuim, het afgenomen verloop en de
gevaar op de loer dat er te weinig strategisch wordt
beperkte groei in de sector.
opgeleid, en uitsluitend sprake is van één op één
Voor het eerst zien we kleine overschotten op de
vervanging. In een sterk veranderende omgeving
niveaus 3 en 4 V&V ontstaan. Voor SPH en V&V
kan dit op termijn problemen op leveren.
waren deze al bekend.
TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: Gehandicaptenzorg
Op het niveau 2 voor zowel welzijn als V&V ontstaat een grotere vraag. Met name de vraag naar SPW 3 groeit sterk. De grote behoefte aan instroom in SPW3 opleidingen wordt mede veroorzaakt door het feit dat in de landelijke modellen steevast wordt uitgegaan van een relatief laag beroepsrendement van BOL-opgeleiden uit deze opleiding (slechts 38%) Wanneer de resultaten uit de verschillende sectoren opgeteld wordt dan ontstaat het volgende beeld.
Grafiek 7, Gehandicaptenzorg
18
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
TEKORTEN (absoluut) PER KWALIFICATIENIVEAU, Twente(5) Scenario: toa5 Branche: Totaal branches
Mede
door
de
inspanningen
van
de
Werkgeversvereniging is de sector de afgelopen jaren in staat geweest personeelstekorten te vermijden. Er was sprake van een extra toeloop in de sector. Het imago is door allerlei acties verbeterd. Door ontslagen en inkrimpingen komt personeel ongewild op de arbeidsmarkt. Het aantrekken van de conjunctuur en de grotere keuzemogelijkheden voor werkzoekenden, kunnen ook weer leiden tot hogere vertrekcijfers vanuit de zorgsector. Voor de langere termijn is het belangrijk een goed evenwicht te handhaven tussen werkgeversbelang en werknemersbelang. Het belang van “goed werkgeverschap” blijft onverminderd groot. Het onlangs verbeterde imago van de zorg blijft kwetsbaar.
Grafiek 7, tekorten totaal VERDELING KWALIFICATIENIVEAUS, Twente(5) Scenario: toa5 Totaal branches
In vergelijking tot vorig jaar kan worden gesteld dat in de regio de behoefte aan en beschikbaarheid van personeel, in grote lijnen, meer in evenwicht is. Voor de langere termijn bestaat de verwachting dat de zorgvraag weer sterker gaat groeien. Daardoor neemt de behoefte aan personeel weer toe. Dit beeld levert een waarschuwing op, de relatieve rust op de arbeidsmarkt veronderstelt een doorgaande instroom. Het inkoopbeleid van de zorgverzekeraar is hierbij een medebepalende factor.
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
19
6
ONTWIKKELINGEN IN HET ONDERWIJS
De aard en omvang van het aantal gekwalificeerde
veronderstelde groei van de zorgvraag. Deze
beroepskrachten dat op de arbeidsmarkt beschik-
zorgvraag kan op verschillende manieren worden
baar komt raken meer in lijn met de behoeften van
beantwoord; professionele beantwoording (gra-
zorgaanbieders aan gekwalificeerd personeel.
fiek) ofwel beantwoording door mantelzorgers ofwel een mix van beide.
In RegioMarge is doorgerekend wat de instroom
Verhogen van de instroom in het initiële onderwijs
per kwalificatieniveau zou moeten zijn om aan de
is een manier om de veronderstelde groei van de
toekomstige zorgvraag te kunnen voldoen. Vooral
zorgvraag te kunnen beantwoorden. Alternatieven
op het niveau SPW-3 is extra instroom gewenst.
zijn:
Ook de toestroom van de helpende welzijn en hel-
• Het verhogen van het huidige (lage) opleidings-
pende V&V moet versterkt worden. Het niveau 1 wordt toenemend gevraagd. Op het HBO-V en SPH niveau bestaat al langer een overschot.
en beroepsrendement; • Verlengen van de contractduur van medewerkers; • Langer behouden van medewerkers.
Grafiek 8, onderwijs NOODZAKELIJKE INSTROOM IN OPLEIDINGEN, Twente(5) (instroom in alle leerjaren opgeteld) Scenario: toa5
In de kolom ‘2005’ staat aangegeven wat de feitelijke instroom was. In de daaropvolgende kolommen wordt aangegeven wat de instroom zou moeten zijn om de toekomstige zorgbehoefte binnen de regio adequaat te kunnen beantwoorden. In deze grafiek is uitgegaan van de noodzakelijke instroom in initieel onderwijs uitgaande van een
20
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
7
BIJDRAGE ARBEIDSMARKTVERKENNING
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
ONDERZOEKERS Dhr. H. Hokke
Coördinator Onderzoek, Informatie en Communicatie WGV
Dhr. J. Stubbe
Medewerker Onderzoek WGV
Dhr. P.M.R. Foole Bureau PFC
BEGELEIDINGSCOMMISSIE ONDERZOEK EN INFORMATIE (PER 01-01-2006) Dhr. P.J.P.Sueters
Lid Raad van Bestuur Mediant, voorzitter
Dhr. F.Joustra
Lid Raad van Bestuur Twentse Zorgcentra
Dhr. H.G.A.Voss
Clustermanager MST, plv. voorzitter
Mw. A.H.J.Klopper-Kes
Diensthoofd Klinische Zorg Ziekenhuisgroep Twente
Dhr. J.G.A. Derks
Directeur GGD Regio Twente
Dhr. D. van Dieten
Staffunctionaris P&O Carint
Mw. G.H. Griffioen
Directeur Jarabee, Jeugdzorg
Dhr. H. Bijleveld
Directeur Bruggerbosch, centrum voor psychogeriatrie
Dhr. P.M.R. Foole
Extern adviseur, bureau PFC
BRONNEN • Ministerie van VWS; • Geïnterviewde zorgorganisaties; • CWI, Marcel Alberink; • Database PGGM; • Sociaal Cultureel Planbureau; • Centraal Plan Bureau. Arbeid in zorg en welzijn 2005, Prismant; M. Ott; P. Paardekooper; W. van der Windt. Arbeidsmarkt in beweging, activiteitenoverzicht RWI. Trends en ontwikkelingen in de zorg, rapportage op hoofdlijnen, KPMG; M.B.J. de Lat.
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
21
8
22
GEHANTEERDE AFKORTINGEN
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BOL
Beroeps Opleidende Leerweg
CPB
Centraal Plan Bureau
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
DBC
Diagnose Behandel Combinatie
FTE
Full Time Equivalent
GGZ
Geestelijke Gezondheids Zorg
HBO-V
Hoger Beroeps Onderwijs (verpleegkundige)
HKZ
Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector
HRM
Human Resource Management
ICT
Informatie Communicatie Technologie
IG
Instellings Gericht
INK
Instituut Nederlandse Kwaliteit
MBO
Middelbaar Beroeponderwijs
PGB
Persoons Gebonden Budget
RWI
Raad voor Werk en Inkomen
SCP
Sociaal Cultureel Planbureau
SPH
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
SPW
Sociaal Pedagogisch Werk
V&V
Verpleging en Verzorging
WAO
Wet Arbeid Ongeschiktheid
WIA
Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WW
Werkloosheidswet
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
8.1 LEDEN WGV ULTIMO JANUARI 2006 INGEDEELD PER WERKVELD NAAM INSTELLING
ZH
TZ
GGZ
GHZ
V&V
JHV Overig Zorg
•
Adhesie GGZ Midden-Overijssel
• •
Ambulance Oost AntiStollingsCentrum Oost-Nederland ASCON
•
Aveleijn Azora Bruggerbosch, centrum voor psychogeriatrie
• •
•
C.I.Z. Hengelo
•
Carint
•
•
Centrale Huisartsen Post Almelo
• •
De Lichtenvoorde De Twentse Zorgcentra Dr. Jenny woon- en zorgcentrum Estinea
•
Forensisch Psychiatrisch Kliniek Oldenkotte
•
• •
GGD Regio Twente
•
GGNet
•
Herfstzon Woon- en zorgcentrum
• •
Huisartsendienst Twente-Oost (HDT-Oost) IKST
• •
InteraktContour Servicebureau Hengelo J.P. van den Bent Stichting Jarabee Jeugdzorg in Twente
•
Juliastichting, Maria ad Fontes
•
Kraamzorg Twente
• • •
Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek Laboratorium Pathologie Oost Nederland
•
Livio Mediant Medisch Spectrum Twente
•
•
•
MEE Twente
• •
MeulenbeltZorg Reggeland Zorgvoorzieners Revalidatiecentrum Het Roessingh
•
• •
RIBW Twente Centraal Bureau
•
ROSET Sensire De Slinge
•
SKJPON De Bleskolk Stichting Atzon (Algemene Thuiszorg Oost Nederland)
•
Stichting Dagcentra Twente Stichting De Eik Stichting AriënsZorgpalet
•
•
• • •
HENIG AN en
•
Rap een beetje - 5
23
NAAM INSTELLING
ZH
TZ
GGZ
GHZ
V&V
•
Stichting Fokus Exploitatie Stichting Humanitas Onder Dak Twente (SHODT) Stichting Markenheem
• •
Stichting Nieuw Baalderborg Stichting Philadelphia Zorg Salland-Twente
• •
Stichting VVT Stichting ZorgAccent Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé Stichting Zorgfederatie Oldenzaal
•
Stichting Zorggroep Sint Maarten, Centraal Bureau Streekziekenhuis Koningin Beatrix
•
TACTUS, Instelling voor Verslavingszorg
•
Thuiszorg Noord West Twente & De Koppel Trivium Zorggroep Twente Verzorgingshuis De Posten
•
•
• • •
• • •
Viataal
• • • •
Woon- en Zorgcentrum Antoniushove Woon- en Zorgcentrum De Vriezenhof Woon- en Zorgcentrum Friso Woon- en zorgcentrum J.W. Andriessenhuis Ziekenhuisgroep Twente
•
Zorggroep Manna
•
AB hulp Twente Gezondheidscentrum Hasselo
24
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
JHV Overig Zorg
•
•
•
• •
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
25
COLOFON
TEKST EN REDACTIE
H.Hokke en P. Foole BESTELLEN VIA:
Postbus 1212 7550 BE Hengelo Telefoon: 074 2556650 www.zorgselect.nl
26
HENIG AN
en Rap een beetje - 5
WGV
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
HENIG AN en
Rap een beetje - 5
27
“Henig An en rap een beetje” is de titel van het regionale arbeidsmarktonderzoek dat jaarlijks wordt gehouden in de regio Twente/ Oost-Achterhoek. De rapportage wordt gemaakt onder verantwoordelijkheid van de begeleidingscommissie Onderzoek en Informatie. De unit Onderzoek Informatie en Communicatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma. De jaarlijkse rapportages zijn terug te vinden op website van de WGV www.zorgselect.nl