NOTA dienst:
Dienst Inwoners
datum:
16 december 2010
registratienummer:
I/1017337
afdelingsnaam:
DI/MO
steller:
mevr. M. Eussen
paraaf chef: kopie aan:
Archief, steller, Hfd. Soc. Zaken, Hfd. MO, Teammanager OCW
onderwerp:
Beleidsregels eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang
nota voor burgemeester en wethouders Inleiding Op 21 december 2010 heeft u besloten de gemeenteraad voor te stellen om de “Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011” conform het daarbij gevoegde ontwerpbesluit vast te stellen en deze toe te voegen aan het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheidsclausule. Het voorstel is behandeld in de Discussie op 19 januari 2011 en in het Besluit op 2 februari 2011. Na de Discussie heeft wethouder Van der Want de raadsleden nog per brief d.d. 31 januari 2011 inzicht gegeven in de beleidsregels die hem voor ogen staan. Hierom was tijdens de Discussie gevraagd. Op basis van de behandeling in het Besluit is de verordening en de aangegeven uitwerking vervolgens door de raad geaccordeerd. Daarbij heeft wethouder Van der Want toegezegd te monitoren of de eigen bijdrage een drempel voor de cliënten vormt (dit zal in de evaluatie aan de orde komen), aan het einde van het jaar de evaluatie van de verordening met de raad te bespreken en in overleg eventuele onvolkomenheden te herstellen. De betreffende beleidsregels worden u hierbij ter (formele) vaststelling aangeboden. Aanleiding voor genoemde verordening is aangepaste wet- en regelgeving (besluit van 23 juni 2010, Staatsblad 2010 nr. 260 betreffende het “Besluit maatschappelijke ondersteuning” van 2 oktober 2006). Hieruit vloeit voort dat het toepassen van eigen bijdragen voor verblijf in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang geen privaatrechtelijke aangelegenheid meer is c.q. niet meer door de betreffende instellingen mag worden bepaald. Hieraan dient gemeentelijk beleid ten grondslag te liggen, met inachtneming van specifieke wettelijke bepalingen. Vervolgens kunnen de instellingen wel worden gemandateerd voor de uitvoering van het beleid. Het huidige werkproces blijft daarmee gehandhaafd. Dit mandaat wordt afzonderlijk aan u voorgelegd door middel van een actualisatie van het Mandaatbesluit (afdeling ABZ/BJZ). Totstandkoming verordening In het voorjaar van 2010 bereikte ons ambtelijk het eerste signaal dat de gemeenten een verordening op het gebied van eigen bijdragen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang zouden moeten gaan maken. Lange tijd bleef het echter ongewis of de wetswijziging wel doorgang zou vinden. 1
Na de zomer, omstreeks augustus/september 2010, kwamen er vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weer meer signalen in die richting. Op dat moment zijn we ermee aan de slag gegaan en in oktober 2010 werd aangegeven dat de wetswijziging per 1 januari 2011 doorgang zou vinden. Ook de instellingen hebben we er meteen bij betrokken met de bedoeling om hier samen vorm aan te geven. Op 24 november 2010 ontvingen we van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het eerste officiële schrijven over dit onderwerp. Op dat moment hadden wij onze verordening in concept gereed en deze is op 21 december 2010 als ontwerpbesluit in uw college vastgesteld. Tijdens de voorbereidende gesprekken met de instellingen is ook gesproken over een overgangsregeling voor cliënten die per 1 januari 2011 al gebruik maakten van de opvang. Tot uiterlijk 1 april 2011 zouden voor hen de door de instellingen vastgestelde bijdragen in principe nog gelden. Voor nieuwe cliënten vanaf 1 januari 2011 zouden de nieuwe eigen bijdragen meteen ingaan. Nieuwe informatie met betrekking tot wetswijziging Op 20 januari 2011 hebben we een bericht ontvangen vanuit het ministerie dat de betreffende wijziging van wet- en regelgeving niet op 1 januari 2011, maar op een later tijdstip in werking zal treden. Bij de behandeling van de verordening in de raadsvergadering op 2 februari jl. is de ingangsdatum van de verordening vastgesteld per ingangsdatum wetswijziging. Daarin is tevens meegenomen dat de in concept reeds ontworpen beleidsregels inclusief overgangsregeling vanaf 1 januari 2011 inhoudelijk toegepast kunnen (blijven) worden, maar dan als privaatrechtelijke regeling. De instellingen kunnen daarmee instemmen. 1. Algemeen Wat houdt het nieuwe wettelijke kader in? • De gemeenteraad moet beslissen of er eigen bijdragen in de maatschappelijke opvang (mo) en vrouwenopvang (vo) worden gevraagd en dient hiervoor een verordening vast te stellen, met inachtneming van enkele specifieke wettelijke bepalingen. • Een belangrijke wettelijke bepaling is dat de eigen bijdrage niet dusdanig hoog mag zijn dat de cliënt niet een bepaald minimum bedrag overhoudt voor vrije besteding en zorgverzekering. Dit minimum is voor alleenstaanden en alleenstaande ouders een ander (lager) bedrag dan voor gehuwden of daarmee gelijkgestelden. • Het gaat om 24-uurs opvang (langer dan één kalenderdag). • De wet bevat geen bepalingen over zaken als berekening van inkomen, in aanmerking te nemen inkomen, wat te doen in geval van een volledige voorziening (inclusief voeding) of een voorziening exclusief voeding bijvoorbeeld. Beleid hierover wordt aan de gemeente overgelaten. • De beleidsregels kunnen door het college worden opgesteld. • Het college voert het beleid uit en kan de uitvoering mandateren aan de instellingen voor mo en vo. Met dit laatste wordt het bestaande werkproces bij de instellingen gehandhaafd. Er werden altijd al eigen bijdragen door de instellingen gevraagd (en geïnd); het is nu alleen een publiekrechtelijke regeling in plaats van een privaatrechtelijke regeling. Daarom moet de cliënt ook een beschikking ontvangen. De wetgever heeft hiermee beoogd de rechtspositie van de cliënt te verbeteren. • In tegenstelling tot de andere individuele voorzieningen speelt het Centraal Administratiekantoor (CAK) géén rol in de vaststelling en inning van eigen bijdragen voor mo en vo. De gemeente heeft de bevoegdheid om de eigen bijdrage voor een bijstandscliënt zo nodig te verrekenen met zijn of haar uitkering. Daarmee is er een waarborg voor het ontvangen van de betreffende inkomsten en het risico voor mogelijk oninbare vorderingen beperkt. • De wijziging voorkomt stapeling van eigen bijdragen. Een persoon die verblijft in de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang is geen eigen bijdragen voor andere individuele voorzieningen op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verschuldigd (anticumulatie-bepaling).
2
Proces en onderzoek oud-nieuw De betreffende instellingen – De Cocon, De Vluchtheuvel en Opvangcentrum Het Gooi – zijn nauw betrokken (geweest) bij het onderzoek en de uitwerking van de beleidsregels. Zij stemmen hiermee in, ook omdat de beleidsregels een aantal verbeteringen met zich meebrengen. Belangrijkste kenmerken van de bestaande praktijk in dit verband zijn: • Er worden nogal uiteenlopende eigen bijdragen door de verschillende instellingen gevraagd (bij een enkel onderdeel ook hoger dan het toegestane maximum op grond van de wetswijziging); zie overzicht “Bijdragen oud-nieuw” op pagina 7 en 8. • Verdeeld over de instellingen zijn er twee soorten voorzieningen voor 24-uurs opvang: een volledige opvangvoorziening (verblijf inclusief voeding) en een voorziening exclusief voeding. • De grootste doelgroep die gebruik maakt van de mo en vo bestaat uit personen met laag inkomen (bijstandsniveau). • De eigen bijdrage per cliënt wordt vastgesteld en geïnd door de betreffende instelling. • De instellingen hanteren veelal vaste bedragen per cliënt, zonder individuele berekeningen op basis van inkomen. Bijzonderheden m.b.t. opvang in de dependances van De Cocon en De Vluchtheuvel De Cocon en De Vluchtheuvel hebben enkele woningen gehuurd van de woningcorporatie ten behoeve van begeleid zelfstandig wonen van cliënten (dependances). Na een periode van crisisopvang kunnen cliënten eventueel naar deze vorm doorstromen. De kostprijs wordt doorberekend aan de cliënten. Het betreft huur incl. een vergoeding voor stookkosten, verlichting, onderhoud en gebruik van sanitaire voorzieningen en inventaris. Voor de instellingen is het belangrijk deze vorm te kunnen blijven bekostigen en dat de nieuwe eigen bijdrageregeling daarbij aansluit of zo nodig aanvullend gesubsidieerd wordt. Deze vorm van opvang voorziet in een behoefte, is maatschappelijk relevant en zou vanuit de gemeente ook waar nodig ondersteund moeten worden. 2. Uitgangspunten voor op te stellen beleidsregels door uw college De beleidsregels worden gebaseerd op de volgende uitgangspunten. a. Harmoniseren eigen bijdragen instellingen Het nieuwe wettelijke kader biedt de mogelijkheid om de thans door de instellingen gehanteerde eigen bijdragen te harmoniseren. Met andere woorden: het nieuwe beleid kan erin voorzien dat het voor een cliënt qua kosten en aanbod in principe niet meer uitmaakt van welke opvanginstelling in Hilversum hij of zij gebruik maakt. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen een voorziening inclusief voeding en een voorziening exclusief voeding. Ter illustratie: in de huidige situatie betaalt een vrouw die wordt opgevangen in Opvangcentrum Het Gooi aanzienlijk minder dan een vrouw die wordt opgevangen in een vergelijkbare voorziening van De Cocon of De Vluchtheuvel.
Overigens hebben de instellingen zelf ook al langere tijd behoefte aan meer duidelijkheid over reële vraagprijzen. b. Eigen bijdragen afstemmen op doelgroep In de praktijk maken vooral personen met een laag inkomen gebruik van de opvang. Daarom worden de eigen bijdragen afgestemd op met name een inkomenssituatie op bijstandsniveau. c. Toepassen gelijkheidsbeginsel (referentiegroep) Naast personen die gebruik maken van een opvangvoorziening zijn er meer personen die moeten zien rond te komen van een minimum inkomen. De beleidsregels worden zodanig opgesteld dat de financiële situatie van een persoon in de opvang, na betaling van de verschuldigde eigen bijdrage, niet aanzienlijk gunstiger uitpakt dan die van een persoon met een vergelijkbaar inkomen na betaling van de gebruikelijke lasten.
3
d. Uitvoering zo eenvoudig mogelijk houden Tot nu toe hanteren de instellingen vaste bedragen per situatie (behalve bij een inkomen boven bijstandsniveau in De Vluchtheuvel, echter die situatie komt zelden of nooit voor). De uitvoering is relatief eenvoudig. Om de uitvoering zo eenvoudig mogelijk te houden wordt er zoveel mogelijk gewerkt met vaste bedragen en wordt het maken van individuele berekeningen, in geval van een inkomen boven bijstandsniveau, tot een minimum beperkt. Hiermee wordt aangesloten bij de huidige uitvoeringspraktijk van de instellingen en is er sprake van heldere richtlijnen. Nieuw is dat de cliënt daarbij een beschikking moet ontvangen. 3. Uitwerking eigen bijdragen 3.1 Berekening eigen bijdragen De onder 2. genoemde zaken worden bij de uitwerking van de eigen bijdragen meegenomen. Daarbij wordt rekening gehouden met een inkomenssituatie op bijstandsniveau en de wettelijk voorgeschreven norm voor persoonlijke uitgaven (zie nadere toelichting hieronder). Inkomsten uit kinderbijslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag worden buiten beschouwing gelaten. Norm persoonlijke uitgaven De betreffende cliënt heeft altijd de wettelijk voorgeschreven norm voor persoonlijke uitgaven over. Deze norm bedraagt per 1 januari 2011: • € 407,15 per maand voor een alleenstaande (ouder), waarvan € 114,58 is bestemd voor de zorgverzekeringspremie; • € 684,22 per maand voor een gezin (gehuwden of daarmee gelijkgestelden), waarvan € 229,16 is bestemd voor de zorgverzekeringspremie. Er worden vaste eigen bijdragen gehanteerd bij een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau (analoog aan een grens die bij het bijzondere bijstandsbeleid wordt gehanteerd). Bij een inkomen daarboven wordt, in geval van een opvangsituatie inclusief voeding, 10% van de vaste eigen bijdrage extra gerekend. In geval van een opvangsituatie exclusief voeding wordt de wettelijk voorgeschreven norm met een bedrag verhoogd, zodat de eigen bijdrage lager uitvalt dan in een opvangsituatie inclusief voeding. Het is redelijk en billijk om voor voeding een extra bedrag toe te passen van resp. € 131,39 voor een gezinssituatie zonder kinderen, en € 197,08 voor een gezinssituatie met kinderen. Deze bedragen komen overeen met resp. 50% en 75% van de maximale toeslag op grond van de Wet werk en bijstand. Ten opzichte van personen die in vergelijkbare financiële omstandigheden verkeren, maar geen gebruik maken van een opvangvoorziening, is dat ook te rechtvaardigen. De norm voor persoonlijke uitgaven inclusief extra bedrag voor voeding bedraagt dan per 1 januari 2011: • € 538,54 (€ 407,15 + 131,39) per maand voor een alleenstaande; • € 604,23 (€ 407,15 + 197,08) per maand voor een alleenstaande ouder; • € 815,61 (€ 684,22 + 131,39) per maand voor gehuwden (of daarmee gelijkgestelden) zonder kinderen; • € 881,30 (€ 684,22 + 197,08) per maand voor gehuwden (of daarmee gelijkgestelden) met kinderen. Voor personen met een inkomen boven bijstandsniveau wordt, in geval van een opvangsituatie exclusief voeding, boven de vaste eigen bijdrage tot maximaal € 510,00 per maand extra gerekend, afhankelijk van de meerinkomsten.
4
Het bedrag van € 510,00 is gerelateerd aan de gemiddelde kostprijs kamerhuur bij De Cocon en De Vluchtheuvel. Voor Opvangcentrum Het Gooi geldt hetzelfde, omdat dit eveneens een opvangsituatie exclusief voeding betreft. Voor cliënten in een opvangsituatie exclusief voeding is de eigen bijdrage hiermee dus ook gelijk. Zie bijlage 1 met tabellen waarin bovenstaande ingrediënten zijn verwerkt. De eigen bijdragen worden één keer per jaar en wel per 1 januari vastgesteld. 3.2 Inkomensbestanddelen Inkomsten die in aanmerking genomen worden zijn alle inkomensbestanddelen waarover de cliënt beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, in ieder geval inkomsten uit of in verband met arbeid, inkomsten uit vermogen, sociale zekerheidsuitkeringen, uitkeringen tot levensonderhoud op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Voor zover het gaat om inkomsten uit of in verband met arbeid en sociale zekerheidsuitkeringen, wordt uitgegaan van de netto inkomsten plus 5%. Dit laatste gebeurt, omdat de eigen bijdrage wordt berekend op basis van de bijstandshoogte inclusief vakantietoeslag (= 5%). 3.3 Moment van vaststelling individuele eigen bijdrage De eigen bijdrage per cliënt gaat in nadat de persoon langer dan een kalenderdag gebruik maakt van 24-uursopvang (wettelijke bepaling). In de praktijk vindt de feitelijke vaststelling in de vorm van een beschikking plaats nadat de cliënt langer dan drie kalenderdagen gebruik maakt van de opvang. De instelling kan de cliënt wel vragen om het betreffende bedrag per dag vooraf al te betalen. In geval van crisisopvang die korter dan vier kalenderdagen duurt, wordt hetzelfde bedrag per dag als tegemoetkoming in de kosten gevraagd als dit redelijkerwijs kan worden gevraagd. De reden hiervan is om de administratieve lasten voor de instellingen zoveel mogelijk te beperken en niet onevenredig hoog te laten zijn. Verder biedt het de mogelijkheid om coulant met noodsituaties te kunnen omgaan. Het beleid is en blijft erop gericht dat iedereen die opvang nodig heeft, moet kunnen worden opgevangen, ook als de betreffende persoon op het moment dat hij of zij zich meldt (nog) niet over financiële middelen beschikt. 4. Financiën Het is nog niet duidelijk wat het financiële effect van het nieuwe eigen bijdragebeleid voor de instellingen zal zijn. Bij de raadsbehandeling van de verordening is aangegeven dat de eigen bijdrageregeling thans los staat van de bezuinigingen en dat in de toekomst zal worden onderzocht in welke mate de eigen bijdragen zullen worden betrokken bij de exploitatiebegroting van de instellingen. Daarmee is ingestemd. Voor sommige cliënten wordt het goedkoper en voor andere cliënten wordt het duurder. Dit blijkt ook uit de overzichten op pagina 7 en 8. Aan de instellingen is gevraagd vanaf 1 januari 2011 een aantal gegevens op cliëntniveau te gaan bijhouden (zie bijlage 2). Hieruit zal tevens blijken welke inkomsten exact gegenereerd zullen worden. Deze gegevens zullen worden meegenomen in de evaluatie die in oktober 2011 zal worden gehouden. 5. Wmo-raad Het onderwerp is ook behandeld in de Wmo-raad. Deze heeft, voorafgaande aan de behandeling van de verordening in de raad, bij monde van de voorzitter laten weten te kunnen instemmen met het voorstel.
5
6. Publicatie en bekendmaking verordening en beleidsregels De verordening is geplaatst op de gemeentelijke website (Politiek/Verordeningen/Verordeningen A t/m I/Eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) en op www.overheid.nl. Op 17 februari 2011 wordt deze bekend gemaakt in de Gooi- en Eembode en tevens voor belangstellenden ter inzage gelegd in de burgerleeskamer. De beleidsregels zullen na uw vaststelling eveneens worden gepubliceerd en ter inzage gelegd. De raad is 31 januari 2011 reeds geïnformeerd over de beleidsregels door middel van een wethoudersbrief. De inhoud daarvan is betrokken bij de behandeling van het raadvoorstel in de gemeenteraad op 2 februari 2011. De betreffende informatie was toegezegd tijdens de behandeling in de Discussie. Samengevat Het beleid wordt vanaf 1 januari 2011 uitgevoerd als privaatrechtelijke regeling en straks met de ingangsdatum van de wetswijziging omgezet in een publiekrechtelijke regeling op basis van de gemeentelijke verordening en beleidsregels van het college. Met het beleid wordt continuïteit geboden bij de opvanginstellingen en blijft opvang voor iedereen die deze nodig heeft – net als in de huidige situatie – beschikbaar. Voorstel - de Beleidsregels eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011 vast te stellen. Het hoofd van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, Mw. M. van der Bliek a.i.
6
Bijdragen oud-nieuw Verblijf inclusief voeding De Cocon / De Vluchtheuvel (Vh) Eigen bijdragen per maand (evt. dagbedragen omgerekend) Eigen bijdrage oude situatie
Voorstel
Voorstel
Eigen bijdrage bij inkomenssituatie tot 110% bijstandsniveau
Extra eigen bijdrage bij inkomenssituatie boven 110% bijstandsniveau
€ 403 Vh (met max. van € 480)* € 450 € 45 € 457 Cocon € 403 Vh (met max. van Alleenstaande € 480) € 670 € 67 vanaf 65 jaar (komt weinig voor) € 457 Cocon € 590 Vh (met max. van Alleenstaande ouder € 710 € 71 € 480 + € 110 per kind)* 18-65 jaar (komt zelden of nooit voor in Cocon) € 457 Cocon € 590 Vh (met max. van Alleenstaande ouder € 480 + € 110 per kind) € 930 € 93 vanaf 65 jaar (komt zelden of nooit voor) € 457 Cocon € 740 Vh (met max. van Gehuwden 2 x € 480 + € 110 per € 640 € 64 18-65 jaar (komt weinig/zelden of nooit voor) kind)* € 457 x 2 Cocon € 740 Vh (met max. van Gehuwden vanaf 65 jaar (komt zelden of nooit 2 x € 480 + € 110 per € 850 € 85 voor) kind) € 457 x 2 Cocon * Per 1 januari 2011 zijn de bedragen voor jongeren (18-21 jaar) hetzelfde als voor personen van 21-65 jaar Alleenstaande 18-65 jaar
Toelichting tabel ´Verblijf inclusief voeding’ De eigen bijdragen zijn berekend op basis van een inkomen op bijstandsniveau volgens het beleid (algemene en bijzondere bijstand) van de gemeente Hilversum. Deze bijdragen gelden bij een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau (analoog aan een grens die bij het bijzondere bijstandsbeleid wordt gehanteerd). Bij een inkomen boven 110% van het bijstandsniveau wordt de eigen bijdrage met 10% verhoogd, ook om de uitvoering voor de instellingen zo eenvoudig mogelijk te houden. NB. De situatie alleenstaande ouder vanaf 65 jaar en gehuwden vanaf 65 jaar komt zelden of nooit voor.
7
Verblijf exclusief voeding De Cocon / De Vluchtheuvel (Vh) / Opvangcentrum Het Gooi Eigen bijdragen per maand Voorstel (evt. dagbedragen omgerekend) Eigen bijdrage Eigen bijdrage bij oude situatie inkomenssituatie tot 110% bijstandsniveau € 300 Cocon Alleenstaande € 350-400 Vh € 320 Vanaf 18 jaar € 237 Het Gooi* € 300 Cocon Alleenstaande ouder € 450 Vh € 510 Vanaf 18 jaar € 237 Het Gooi* € 600 Cocon Gehuwden met kinderen € 550 Vh € 445 Vanaf 18 jaar
Voorstel Extra eigen bijdrage bij inkomenssituatie boven 110% bijstandsniveau Max. € 190 (tot € 510)
Max. € 65 (tot € 510)
Gehuwden zonder kinderen € 600 Cocon Vanaf 18 jaar € 550 Vh € 510 * In Opvangcentrum Het Gooi werd tot voor kort (1 januari jl.) een vaste eigen bijdrage van € 237 gehanteerd voor een alleenstaande en een eenoudergezin (alleenstaande ouder). Voor reeds in de opvang verblijvende cliënten is deze bijdrage inmiddels aangepast en verhoogd, per 1 januari tot € 274 voor een alleenstaande en € 304 voor een alleenstaande ouder, per 1 februari tot € 289 voor een alleenstaande en € 380 voor een alleenstaande ouder en per 1 maart tot € 304 voor een alleenstaande en € 457 voor een alleenstaande ouder. Toelichting tabel ’Verblijf exclusief voeding’ De eigen bijdragen zijn berekend op basis van een inkomen op bijstandsniveau volgens het beleid (algemene en bijzondere bijstand) van de gemeente Hilversum met een maximum van de gemiddelde kostprijs kamerhuur bij De Cocon en De Vluchtheuvel incl. energiekosten, inventaris, onderhoud, gebruik sanitaire voorzieningen (€ 510). Voor Opvangcentrum Het Gooi geldt hetzelfde bedrag, omdat dit eveneens een situatie van verblijf exclusief voeding betreft. Deze bijdragen gelden bij een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau (analoog aan een grens die bij het bijzondere bijstandsbeleid wordt gehanteerd). Bij een inkomen boven 110% van het bijstandsniveau wordt de eigen bijdrage met een bedrag van maximaal € 190 verhoogd, afhankelijk van de betreffende meerinkomsten, en daar waar van toepassing (situatie alleenstaande 18-65 jaar en situatie gehuwden met kinderen 18-65 jaar). NB. Bij Opvangcentrum Het Gooi gaat het alleen om alleenstaanden en alleenstaande ouders.
8
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;
Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011; Overwegende dat de raad in de Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011 heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die verordening nadere regels kan stellen;
Besluiten: Vast te stellen de Beleidsregels eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011
HOOFDSTUK 1 Artikel 1.
ALGEMENE BEPALINGEN
Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. 24-uurs opvang: tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, al of niet op een geheim adres, voor personen die, door een of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving dan wel voor vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld; b. Bijstandsnorm: van toepassing zijnde norm als bedoeld in de artikelen 20 tot en met 30 van de Wet werk en bijstand, hoofdstuk 4 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) en het gemeentelijke beleid op grond van artikel 12 van de Wet werk en bijstand; c. Cliënt: natuurlijk persoon van 18 jaar of ouder, die eventueel samen met minderjarige kinderen gebruik maakt van een voorziening voor 24-uurs opvang als bedoeld in artikel 1 onder a van de verordening; d. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum; e. Eigen bijdrage: eigen bijdrage die de cliënt verschuldigd is voor verblijf in de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang als bedoeld onder a; f. Instelling: organisatie die een voorziening voor maatschappelijke opvang of vrouwenopvang exploiteert met een subsidie op grond van de algemene subsidieverordening van de gemeente dan wel in opdracht van de gemeente door middel van aanbesteding en inkoop; g. Norm voor persoonlijke uitgaven: bedrag dat overeenkomt met het bedrag, vermeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet werk en bijstand bedoelde bedrag, vermeerderd met de standaardpremie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g van de Wet op de zorgtoeslag. h. Verblijf: de onder a bedoelde voorziening die in elk geval een slaapplaats en douchegelegenheid bevat inclusief voeding dan wel de gelegenheid om zelf voeding te bereiden, eventueel aangevuld met andere diensten en faciliteiten zoals begeleiding, energielevering, internet-, televisie- en telefoonaansluiting, schoonmaak, inventaris en linnengoed; i. Verordening: Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011; j. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning; k. WWB: Wet werk en bijstand. Artikel 2.
Instellingen voor 24-uurs opvang
De in artikel 2, eerste lid van de verordening aan te wijzen instellingen voor 24-uurs opvang, inclusief crisisopvang en begeleid wonen, zijn:
9
a. De Cocon; b. De Vluchtheuvel; c. Opvangcentrum Het Gooi.
HOOFDSTUK 2 Artikel 3.
EIGEN BIJDRAGEN, VASTSTELLING EN INNING
Hoogte en vaststelling eigen bijdragen
1. De hoogte van de eigen bijdragen als bedoeld in artikel 3, derde tot en met zesde lid van de verordening wordt per kalenderjaar vastgesteld op basis van de bijstandsnorm en norm voor persoonlijke uitgaven per 1 januari van het betreffende kalenderjaar. 2. Indien de cliënt geen voeding of voedingsbijdrage van de instelling ontvangt wordt de norm voor persoonlijke uitgaven vermeerderd met een extra bedrag. 3. Voor het in het tweede lid bedoelde extra bedrag wordt aansluiting gezocht bij de WWB, in casu het in het tweede lid bedoelde bedrag wordt afgeleid van de maximale toeslag op grond van artikel 25, tweede lid van de WWB en bedraagt: a. 50% van genoemde toeslag voor cliënten (alleenstaanden en gehuwden) die zonder kinderen gebruik maken van 24-uurs opvang; b. 75% van genoemde toeslag voor cliënten (alleenstaande ouders en gehuwden) die met kinderen gebruik maken van 24-uurs opvang. 4. Voor cliënten met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm gelden vaste eigen bijdragen. 5. Voor cliënten met een inkomen boven 110% van de bijstandsnorm wordt de in het vierde lid bedoelde vaste eigen bijdrage verhoogd met: a. 10% van de vaste eigen bijdrage in geval van 24-uurs opvang inclusief voeding, b. een bedrag ter hoogte van maximaal het verschil tussen de vaste eigen bijdrage en de vastgestelde kostprijs in geval van 24-uurs opvang exclusief voeding, afhankelijk van de meerinkomsten van de cliënt. 6. De eigen bijdrage geldt voor de duur dat de cliënt gebruik maakt van 24-uurs opvang doch tot uiterlijk 1 januari van het volgende kalenderjaar en indien de cliënt meer dan één kalenderdag gebruik maakt van 24-uurs opvang. 7. Na afloop van het kalenderjaar waarin de cliënt gebruik maakt van 24-uurs opvang wordt de eigen bijdrage opnieuw vastgesteld. 8. Gedurende het kalenderjaar kan de eigen bijdrage slechts worden bijgesteld, indien de meerinkomsten op grond waarvan de eigen bijdrage is vastgesteld, zijn vervallen of verminderd. 9. Voor elk kalenderjaar worden de eigen bijdragen uitgewerkt in een aparte bijlage die onderdeel uitmaakt van deze beleidsregels. Artikel 4.
Bepalen inkomen cliënt
1. Onder inkomsten wordt verstaan alle inkomensbestanddelen waarover de cliënt beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, in ieder geval inkomsten uit of in verband met arbeid, inkomsten uit vermogen, sociale zekerheidsuitkeringen, uitkeringen tot levensonderhoud op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek dan wel inkomsten die naar hun aard met deze inkomsten en uitkeringen overeenkomen. 2. Voor het bepalen van het in artikel 3, vierde en vijfde lid bedoelde inkomen wordt uitgegaan van de netto inkomsten van de cliënt in de maand van opvang. 3. De netto inkomsten als bedoeld in het tweede lid worden, voor zover het inkomsten uit of in verband met arbeid en sociale zekerheidsuitkeringen betreft, vermeerderd met 5% vakantietoeslag. Artikel 5.
Vaststelling en inning eigen bijdrage per cliënt
Het college kan de vaststelling en inning van de eigen bijdragen per cliënt, als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de verordening, opdragen aan de instelling die de opvang verzorgt.
10
HOOFDSTUK 3 Artikel 6.
SLOTBEPALINGEN
Kortdurend verblijf als gevolg van een crisissituatie
1. De hoogte van de in artikel 2, vierde lid van de verordening genoemde tegemoetkoming in de kosten wordt afgeleid van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 3, vierde lid. 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag per dag wordt als volgt berekend: vaste eigen bijdrage per maand, maal 12, gedeeld door 365,25. 3. Mocht het ingeschatte kortdurende verblijf als gevolg van een crisissituatie toch langer duren dan drie kalenderdagen, dan wordt alsnog een eigen bijdrage vastgesteld op basis van artikel 3 en wordt het eventueel reeds door de instelling in rekening gebrachte bedrag verrekend met deze eigen bijdrage. Artikel 7.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking per ingangsdatum wijziging wet. Artikel 8.
Citeertitel
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011.
Hilversum, 22 februari 2011 burgemeester en wethouders voornoemd, de secretaris, de burgemeester,
I. de Vries
E.C. Bakker
11
Bijlage 1 - Eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011 Maatschappelijke opvang: verblijf inclusief voeding in De Cocon en De Vluchtheuvel vanaf 2011 Toelichting vooraf op tabel ´Verblijf inclusief voeding´ Inkomsten bijstandsniveau (derde kolom) zijn de geldende bijstandsnorm/-hoogte inclusief vakantietoeslag, plus zorgtoeslag van resp. € 69,66 voor een alleenstaande/alleenstaande ouder en € 146,08 voor gehuwden per maand. De bijstandshoogte is gebaseerd op de landelijke basisnormen en het gemeentelijke beleid m.b.t. toeslagen/verlagingen en bijzondere bijstand in de betreffende situatie. Hiervoor worden in de bijstand de categorieën alleenstaande, alleenstaande ouder gebruikt (zie zo nodig bijlage 1A voor de definities). Norm persoonlijke uitgaven (vierde kolom) is norm zak- en kleedgeld plus standaardpremie zorgverzekering (€ 114,58 per maand per volwassene) conform wettelijke regelgeving. - De eigen bijdragen (zesde kolom) zijn berekend op basis van een inkomen op bijstandsniveau volgens het beleid van de gemeente Hilversum. Deze bijdragen gelden bij een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau (analoog aan een grens die bij het bijzondere bijstandsbeleid wordt gehanteerd). - Bij een inkomen boven 110% van het bijstandsniveau (zevende kolom) wordt de eigen bijdrage met 10% verhoogd, ook om de uitvoering voor de instellingen zo eenvoudig mogelijk te houden. NB. De situatie alleenstaande ouder vanaf 65 jaar en gehuwden vanaf 65 jaar komt zelden of nooit voor.
Tabel 1 - Verblijf inclusief voeding
Categorie bijstandsnorm/-hoogte
Leeftijdscategorie
Inkomsten bijstandsniveau incl. zorgtoeslag
Norm persoonlijke uitgaven
Alleenstaande
18-65 jaar
€ 857,98 (788,32+69,66)
€ 407,15 (292,57+114,58)
€
450,83
€ 450,00
€ 45,00
Alleenstaande
vanaf 65 jaar
€ 1.077,96 (1.008,30+69,66)
€
407,15
€
670,81
€ 670,00
€ 67,00
Alleenstaande ouder
18-65 jaar
€ 1.120,75 (1.051,09+69,66)
€
407,15
€
713,60
€ 710,00
€ 71,00
Alleenstaande ouder
vanaf 65 jaar
€ 1.338,38 (1.268,72+69,66)
€
407,15
€
931,23
€ 930,00
€ 93,00
Gehuwden
18-65 jaar
€ 1.328,54 (1.182,46+146,08)
€ 684,22 (455,06+229,16)
€
644,32
€ 640,00
€ 64,00
Gehuwden
vanaf 65 jaar
€ 1.534,24 (1.388,16+146,08)
€
€
850,02
€ 850,00
€ 85,00
684,22
Ruimte voor eigen bijdrage bij inkomenssituatie op bijstandsniveau
Eigen bijdrage bij inkomenssituatie tot 110% bijstandsniveau
Extra eigen bijdrage bij inkomenssituatie boven 110% bijstandsniveau
12
Vrouwenopvang: verblijf exclusief voeding in Opvangcentrum Het Gooi vanaf 2011 Toelichting vooraf op tabel ´Verblijf exclusief voeding´ Inkomsten bijstandsniveau (derde kolom) zijn de geldende bijstandsnorm/-hoogte inclusief vakantietoeslag, plus zorgtoeslag van resp. € 69,66 voor een alleenstaande/alleenstaande ouder en € 146,08 voor gehuwden per maand. De bijstandshoogte is gebaseerd op de landelijke basisnormen en het gemeentelijke beleid m.b.t. toeslagen/verlagingen en bijzondere bijstand in de betreffende situatie. Hiervoor worden in de bijstand de categorieën alleenstaande, alleenstaande ouder gebruikt (zie zo nodig bijlage 1A voor de definities). - Norm persoonlijke uitgaven (vierde kolom) is norm zak- en kleedgeld plus standaardpremie zorgverzekering (€ 114,58 per maand per volwassene) conform wettelijke regelgeving, vermeerderd met een bedrag voor voeding. Het bedrag voor voeding is bij een huishouden zonder kinderen € 131,39 per maand en bij een huishouden met kinderen € 197,08. Het bedrag van € 131,39 resp. € 197,08 komt overeen met 50% resp. 75% van de maximale toeslag op grond van artikel 25, tweede lid van de Wet werk en bijstand. Deze bedragen zorgen ervoor dat de financiële situatie van andere (niet in een opvanginstelling verblijvende) bijstandsgerechtigden niet aanzienlijk ongunstiger uitpakt dan die van bijstandsgerechtigden die gebruik maken van een opvanginstelling. - De eigen bijdragen (zesde kolom) zijn berekend op basis van een inkomen op bijstandsniveau volgens het beleid van de gemeente Hilversum met een maximum van € 510,00 analoog aan het maximumbedrag dat voor verblijf exclusief voeding bij De Cocon en De Vluchtheuvel wordt gehanteerd (dependances). Deze bijdragen gelden bij een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau (analoog aan een grens die bij het bijzondere bijstandsbeleid wordt gehanteerd). - Bij een inkomen boven 110% van het bijstandsniveau (zevende kolom) wordt de eigen bijdrage voor een alleenstaande van 18-65 jaar met een bedrag van maximaal € 190,00 verhoogd, afhankelijk van de betreffende meerinkomsten. Voor het bepalen van de meerinkomsten wordt uitgegaan van de netto inkomsten in de maand van opvang plus 5%. NB. De situatie alleenstaande ouder vanaf 65 jaar komt zelden of nooit voor.
Tabel 2 - Verblijf exclusief voeding
Categorie bijstandsnorm/-hoogte
Leeftijdscategorie
Inkomsten bijstandsniveau incl. zorgtoeslag
Norm persoonlijke uitgaven
Alleenstaande
18-65 jaar
€ 857,98 (788,32+69,66)
€ 538,54 (292,57+114,58+131,39)
€
Alleenstaande
vanaf 65 jaar
€ 1.077,96 (1.008,30+69,66)
€
€
539,42
€ 510,00
Alleenstaande ouder
18-65 jaar
€ 1.120,75 (1.051,09+69,66)
€ 604,23 (292,57+114,58+97,08)
€
516,52
€ 510,00
Alleenstaande ouder
vanaf 65 jaar
€ 1.338,38 (1.268,72+69,66)
€
€
734,15
€ 510,00
538,54
604,23
Ruimte voor eigen bijdrage bij inkomenssituatie op bijstandsniveau 319,44
Eigen bijdrage bij inkomenssituatie tot 110% bijstandsniveau
€ 320,00
Extra eigen bijdrage bij inkomenssituatie boven 110% bijstandsniveau
Max. € 190,00 (tot € 510,00)
13
Maatschappelijke opvang: verblijf op kamer (huur) van De Cocon en De Vluchtheuvel (dependances) vanaf 2011 Toelichting vooraf op tabel ´Verblijf op kamer (huur)´ Inkomsten bijstandsniveau (derde kolom) zijn de geldende bijstandsnorm/-hoogte inclusief vakantietoeslag, plus zorgtoeslag van resp. € 69,66 voor een alleenstaande/alleenstaande ouder en € 146,08 voor gehuwden per maand. De bijstandshoogte is gebaseerd op de landelijke basisnormen en het gemeentelijke beleid m.b.t. toeslagen/verlagingen en bijzondere bijstand in de betreffende situatie. Hiervoor worden in de bijstand de categorieën alleenstaande, alleenstaande ouder gebruikt (zie zo nodig bijlage 1A voor de definities). - Norm persoonlijke uitgaven (vierde kolom) is norm zak- en kleedgeld plus standaardpremie zorgverzekering (€ 114,58 per maand per volwassene) conform wettelijke regelgeving, vermeerderd met een bedrag voor voeding. Het bedrag voor voeding is bij een huishouden zonder kinderen € 131,39 per maand en bij een huishouden met kinderen € 197,08. Het bedrag van € 131,39 resp. € 197,08 komt overeen met 50% resp. 75% van de maximale toeslag op grond van artikel 25, tweede lid van de Wet werk en bijstand. Deze bedragen zorgen ervoor dat de financiële situatie van andere (niet in een opvanginstelling verblijvende) bijstandsgerechtigden niet aanzienlijk ongunstiger uitpakt dan die van bijstandsgerechtigden die gebruik maken van een opvangvoorziening. De eigen bijdragen (zesde kolom) zijn berekend op basis van een inkomen op bijstandsniveau volgens het beleid van de gemeente Hilversum met een maximum van de gemiddelde kostprijs kamerhuur bij De Cocon en De Vluchtheuvel. Het betreft overigens een eigen initiatief van de instellingen, waarvoor geen subsidie werd verleend. Deze bijdragen gelden bij een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau (analoog aan een grens die bij het bijzondere bijstandsbeleid wordt gehanteerd). Bij een inkomen boven 110% van het bijstandsniveau (zevende kolom) wordt de eigen bijdrage met een bedrag van maximaal € 190,00 verhoogd, afhankelijk van de betreffende meerinkomsten, en daar waar van toepassing (situatie alleenstaande 18-65 jaar en situatie gehuwden met kinderen 18-65 jaar). Voor het bepalen van de meerinkomsten wordt uitgegaan van de netto inkomsten in de maand van opvang plus 5%. Tabel 3 - Verblijf op kamer (huur) – dependances van De Cocon en De Vluchtheuvel Categorie bijstandsnorm/-hoogte
Leeftijdscategorie
Inkomsten bijstandsniveau incl. zorgtoeslag
Norm persoonlijke uitgaven
Alleenstaande
18-65 jaar
€ 857,98 (788,32+69,66)
€ 538,54 (292,57+114,58+131,39)
€
Alleenstaande
vanaf 65 jaar
€ 1.077,96 (1.008,30+69,66)
€
€
539,42
€ 510,00
Alleenstaande ouder
18-65 jaar
€ 1.120,75 (1.051,09+69,66)
€ 604,23 (292,57+114,58+197,08)
€
516,52
€ 510,00
Alleenstaande ouder
vanaf 65 jaar
€ 1.338,38 (1.268,72+69,66)
€
€
734,15
€ 510,00
Gehuwden met kinderen
18-65 jaar
€ 1.328,54 (1.182,46+146,08)
€ 881,30 (455,06+229,16+197,08)
€
447,24
€ 445,00
Gehuwden met kinderen
vanaf 65 jaar
€ 1.534,24 (1.388,16+146,08)
€
€
652,94
€ 510,00
Gehuwden zonder kinderen
18-65 jaar
€ 1.328,54 (1.182,46+146,08)
€ 815,61 (455,06+229,16+131,39)
€
512,93
€ 510,00
Gehuwden zonder kinderen
vanaf 65 jaar
€ 1.534,24 (1.388,16+146,08)
€
€
718,63
€ 510,00
538,54
604,23
881,30
815,61
Ruimte voor eigen bijdrage bij inkomenssituatie op bijstandsniveau 319,44
Eigen bijdrage bij inkomenssituatie tot 110% bijstandsniveau
€ 320,00
Extra eigen bijdrage bij inkomenssituatie boven 110% bijstandsniveau
Max. € 190,00 (tot € 510,00)
Max. € 65,00 (tot € 510,00)
14
Bijlage 1A Definities alleenstaande, alleenstaande ouder en gehuwden Voor de definitie van alleenstaande, alleenstaande ouder en gehuwden wordt aangesloten bij de begripsbepaling op grond van de Wet werk en bijstand (WWB); zie hieronder. De geldende bijstandsnorm/-hoogte (die voor een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden) in de betreffende situatie bepaalt o.m. de eigen bijdrageberekening voor de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang. Artikel 3. Gezamenlijke huishouding en woning 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met: a. echtgenoot: geregistreerde partner; b. echtgenoten: geregistreerde partners; c. huwelijk: geregistreerd partnerschap; d. gehuwd: als partner geregistreerd; e. gehuwde: als partner geregistreerde; f. gehuwden: als partners geregistreerden; g. echtscheiding: beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door de dood of vermissing. 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt: a. als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde die met een ander een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte; b. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is. 3. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins. 4. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht indien de belanghebbenden hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en: a. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of in de periode van twee jaar voorafgaande aan de aanvraag van bijstand voor de verlening van bijstand als gehuwd en zijn aangemerkt; b. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de ander; c. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of d. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het derde lid. 5. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke registraties, en gedurende welk tijdvak, in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel d. 6. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een woning mede verstaan een woonwagen of een woonschip. 7. Onder bloedverwant in de eerste graad als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt mede verstaan een meerderjarig stiefkind of een meerderjarig voormalig pleegkind van de ongehuwde. 8. Onder voormalig pleegkind wordt verstaan een pleegkind waarvoor de ongehuwde een pleegvergoeding ontving of ontvangt op grond van de Wet op de jeugdzorg of kinderbijslag ontving op grond van de Algemene Kinderbijslagwet. Artikel 4. Alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte; b. alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte; c. gezin: 1°. de gehuwden tezamen; 2°. de gehuwden met de tot hun last komende kinderen;
15
3°. de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen; kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind of, voor de toepassing van de artikelen 9, 9a, 25, eerste lid, 26 en 30, tweede lid, het in Nederland woonachtige pleegkind; e. ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken. Onder bloedverwant in de eerste graad als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, wordt mede verstaan een meerderjarig stiefkind of een meerderjarig voormalig pleegkind van de ongehuwde. d.
2.
16
Bijlage 2 – Te registreren gegevens 2011 in het kader van uitvoering eigen bijdrageregeling door instellingen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang (privaatrechtelijk) - vooruitlopend op ingangsdatum Verordening en Beleidsregels eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011 -
Eigen bijdrage per maand of deel van maand (artikel 3 Beleidsregels) 1. -
Reguliere opvang
eigen bijdrage per maand per cliënt (volgens tabellen) ingangsdatum eigen bijdrage per cliënt einddatum eigen bijdrage per cliënt inkomstenbron bij opname per cliënt eigen bijdrage eventueel niet kunnen innen en reden waarom per cliënt aantal cliënten dat afziet van opname vanwege de eigen bijdrage
2.
Overgangsregeling
- reeds vastgestelde eigen bijdrage per maand per cliënt per 1 januari 2011 (oude situatie) - einddatum eigen bijdrage per cliënt Tegemoetkoming per dag (artikel 6 Beleidsregels) 3. -
Noodopvang (< 4 kalenderdagen verblijf)
tegemoetkoming per dag per cliënt (volgens tabellen eigen bijdragen: maandbedrag delen door 365,25) ingangsdatum opvang per cliënt einddatum opvang per cliënt inkomstenbron bij opname per cliënt tegemoetkoming eventueel niet kunnen innen en reden waarom per cliënt
17