Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg "Een

gemeente Eindhoven

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

Raadsnummer 05.RI22O.OOI Inboeknummer oSbstooS68 Beslisdatum Bikw 8 mei 2005 Dossiernummer SrS.SSs

Oplegvel Raadsvoorstel inzake programmalij n voor de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg "Een basis om verder te gaan" 1 Onderwerp De nadere uitwerking van de programmalijn ’Een basis om verder te gaan’ (de basis is immers gelegd), waarin voorstellen worden gedaan om de keten verder te verbeteren en te versterken, ligt ter vaststelling door de raad voor.

De programmalijn geeft vooral een beeld van de benodigde extra inzet voor de komende jaren. Dat betekent dat geen herijking plaatsvindt van de huidige activiteiten in de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg: deze activiteiten worden in principe voortgezet, zij het dat de huidige contracten en producten vanzelfsprekend regelmatig getoetst worden aan de visie.

2 Samenvatting De huidige programma’s Gimme Shelter (2001) voor de maatschappelijke- en vrouwenopvang en Handvatten voor Herstel (1996) voor de verslavingszorg worden herzien en geactualiseerd in een gecombineerd programma ’Een basis om verder te gaan’. In de samenwerking met ketenpartners heeft het college van burgemeester en wethouders de ambitie om:

dak- en thuisloosheid tegen te gaan; aandacht en inzet van betrokken partijen te vragen op adequate zorg en ondersteuning aan mensen met meervoudige problematiek; overlast te verminderen van mensen die een zwervend bestaan leiden en/of kampen met psychische- of verslavingsproblematiek. Om deze ambitie te realiseren sluit het college aan bij (de schakels van) de huidige keten preventie ÃćâĆňâĂİ opvang en zorg ÃćâĆňâĂİ maatschappelijke reintegratie en geeft het college

prioriteit aan realisatie van een short stay-voorziening en andere gedifferentieerde woonvormen in combinatie met (mogelijk) extra benodigde begeleidingscapaciteit voor de (woon)begeleiding en het servicecentrum nieuwe stijl voor dak- en thuislozen.


Raadsnummer 05.RI22O.OOI

De beschikbare middelen voor maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg bestaan uit de huidige, reguliere middelen op de gemeentelijke begroting, de extra veiligheidsmiddelen ’preventie en zorg’ en ’repressie en handhaving’ (Voorjaarsnota 2005-2008), stimuleringsbudgetten van Rijk en Provincie (de zogenaamde B5-middelen van de Provincie voor veiligheid) en de middelen voor veiligheid en zorg uit het Grote Stedenbeleid 2005-2009 (SOP lil). Voor het servicecentrum nieuwe stijl voor dak- en thuislozen wordt dekking gezocht binnen de middelen intensivering veiligheid ’preventie en zorg’. Voor de realisatie van een short stay-voorziening en andere gedifferentieerde woonvormen wordt in 2006-2007 dekking gezocht binnen de GSB-middelen 2005-2009. De financiele consequenties van een aantal programmalijn-onderdelen moeten nog nader inzichtelijk worden gemaakt. Verder bestaat er nog geen zekerheid over de eventuele bijdragen van derden, zoals daar zijn genoemd de bijdragen van zorgkantoor (AWBZ), ontwikkelingen in het kader van de WMO en corporaties.

3 Bijlage(n) Als bijlagen bij dit voorstel behoren: programmalijn "Een basis om verder te gaan", programmalijn voor de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg, februari 2005; programmaonderdeel 2.3 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg. concept-overzichten verdeling middelen intensivering veiligheid en GSBmiddelen veiligheid 2005-2009; begrotingswijziging.

De bijlagen liggen voor u ter inzage.

wa05002702

gemeente Eindhoven


Raadsnummer 05.RI220.00I Inboeknummer oSbstooS68 Beslisdatum Bikw 8 mei 2005 Dossiernummer Sr8,SSs

Raadsvoorstel inzake programmalijn voor de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg uEen basis om verder te gaan" 1 Inleiding Van de bestuurlijke visie 2002-2006 Samen Stad van het college van burgemeester en wethouders maakt de programmalijn Sl, de Sociale agenda onderdeel uit. De Sociale agenda is kaderstellend voor de programmalijn voor de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg. De programmalijn maakt bovendien onderdeel uit van het raadsprogramma 2 "Zorg en welzijn" en wel het programmaonderdeel 2.3 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg.

In februari 2004 is in de commissie bestuurlijke pijler de notitie Opvangvoorzieningen en zorgin relatie tot verminderen overlast urgentiegebieden, onderdeel van de Aanpak stedelijke veiligheid besproken. Daarin wordt aangekondigd dat de huidige programma’s Gimme Shelter (2001) voor de maatschappelijke- en vrouwenopvang en Handvatten voor Herstel (1996) voor de verslavingszorg herzien en geactualiseerd zullen worden in een gecombineerd programma, resulterend in een actieplan voor de komende jaren.

In het beleid voor maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg wordt al geruime tijd ingezet op een sluitende keten van preventie, adequate opvang en doorstroming, het bevorderen van herstel, nazorg, refntegratie en zelfredzaamheid. Behaalde successen worden echter ingehaald door nieuwe of tegenvallende ontwikkelingen in de tijd. Het aantal dak- en thuislozen in Eindhoven is in de laatste drie jaar fors gestegen en ook het aantal overlastmeldingen gerelateerd aan drugs of dak- en thuisloosheid stijgt fors. De opvang- en zorgvoorzieningen staan onder grote druk door een toename in de aantallen aanmeldingen en de steeds complexer wordende problematiek. Daarbij komt dat ondanks de eensgezinde en constructieve samenwerking tussen de ketenpartners, zowel tussen de zorgpartners onderling als tussen de zorg en de politie, het instrumentarium achterblijft: er ontbreken nog een aantal schakels in de keten en sommige schakels behoeven versterking.


De nadere uitwerking van de programmalijn Een basis om verder te gaan (de basis is immers gelegd), waarin voorstellen worden gedaan om de keten verder te verbeteren en te versterken, ligt ter vaststelling door de raad voor.

De programmalijn schetst de benodigde extra inzet voor de komende jaren. Dat betekent dat geen herijking plaatsvindt van de huidige activiteiten in de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg: deze activiteiten worden in principe voortgezet, zij het dat de huidige contracten en producten vanzelfsprekend regelmatig getoetst worden aan de visie.

2 Wat willen we bereiken De ambitie dan wel centrale doelstelling van de programmalijn is om in samenwerking met de ketenpartners te streven naar:

adequate ondersteuning voor kwetsbare groepen met meervoudige problematiek, gericht op een menswaardig en zelfredzaam bestaan; vermindering van het aantal dak- en thuislozen; vermindering van overlast. De programmalijn richt zich primair op de kwetsbare groep met meervoudige problematiek, waarbij sprake is van een combinatie van dak- en thuisloosheid, chronische verslaving, psychiatrische en/of psychosociale problematiek. Daar vallen ook de zwerfjongeren en de veelplegers onder, evenals vrouwen, gezinnen of mannen die te maken hebben met een onveilige of gewelddadige thuissituatie. Het gaat om personen die door hun meervoudige problematiek niet meer eenvoudig toe te leiden zijn naar een specifieke zorginstelling en ieder een eigen ’maatwerkaanpak’ vragen: de grenzen tussen geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg, maatschappelijke opvang (inclusief vrouwenopvang) en de openbare geestelijke gezondheidszorg vervagen.

De programmalijn maakt de keten preventie-opvang en zorg-maatschappelijke reintegratie sluitend en zorgt ervoor dat de interne gemeentelijke regie op de keten wordt versterkt alsook vanuit de gemeente de regie kan worden gevoerd op de totale keten. In deze keten participeren een veelheid aan partners. De gemeente Eindhoven heeft voor de doelgroep een belangrijke (regionale) taak, als verantwoordelijk centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg. Maar ook in het licht van de toekomstige Wet Maatschappelijke Ondersteuning krijgt de gemeente een regierol over de samenhangende activiteiten van aanbieders van zorg, wonen, welzijn en dienstverlening. Met het oog op deze regionale en toekomstige taak van de gemeente Eindhoven, is het ’sluitend maken’ van de keten om de regie te kunnen voeren wenselijk.

rp

Ra a d s nummer 05. RI 2 2 0. OOI

3 Wat gaan we daarvoor doen De strategie om deze ambitie waar te maken bestaat uit:

1 sterke inzet op het voorkomen en tegengaan van dak- en thuisloosheid; 2 meer differentiatie in woonvormen en woonbegeleiding; 3 meer accent op maatschappelijke activering; 4 oplossen van de belangrijkste knelpunten in de opvang; 5 rechten en plichten; 6 afspraken met de regio; 7 regie op de keten. Bij de vertaling van de bovenstaand geformuleerde ambitie en strategie naar een programmalijn willen wij zo dicht mogelijk aansluiten op (de schakels van) de huidige keten preventie ÃćâĆňâĂİ opvang en zorg ÃćâĆňâĂİ maatschappelijke reintegratie. Een van de

doelen van dit programma is immers om de ontbrekende schakels in te vullen en zwakke schakels te versterken. Op basis hiervan komen wij tot de volgende drie programmalijn-onderdelen, waarbinnen de visie wordt vertaald in een groot aantal programma-activiteiten.

Programmalijn-onderdeel 1: preventie. Doel: het voorkomen en tegengaan van dak- en thuisloosheid. Bij preventie gaat het om drie typen activiteiten: het tijdig signaleren en voorkomen van problemen (primaire preventie); het voorkomen van verergering van problemen (secundaire preventie); adequate begeleiding en zorg (tertiaire preventie). Bij het voorkomen en tegengaan van dak- en thuisloosheid wordt de focus gelegd op drie risicogroepen: r de huurders van woningcorporaties met schulden en een huurachterstand, mogelijk gecombineerd met psychosociale, psychiatrische of verslavingsproblematiek; vrouwen/gezinnen/mannen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld; zwerfjongeren en risicojeugd.

Subdoelstellingen: realiseren sluitende aanpak preventie huisuitzettingen in 2005; realiseren sluitende aanpak zwerfjongeren ; realiseren sluitende aanpak huiselijk geweld; realiseren van short stay-voorziening in 2005/2006. Programmalij n-onderdeel 2: versterken keten opvang en zorg. Doel: verminderen overlast op straat en versterken (gebruik) ondersteunende voorzieningen aan dak- en thuislozen.


Subdoelstellingen: uitbreiding nachtopvang verslaafden in 2005; oprichten outreachend interventieteam binnenstad in 2005; realisatie servicecentrum nieuwe stijl voor niet-drugsverslaafde dak- en thuislozen in 2006/2007;

realisatie opvang voor verslaafde prostituees in 2005; uitbreiding opvang slachtoffers huiselijk geweld.

Programmalijn-onderdeel 3: maatschappelijke reintegratie. Doel: verbeteren maatschappelijke reintegratie en participatie en verbeteren doorstroming uit opvang en zorg.

Subdoelstellingen: analyse vraag en aanbod en werking keten dagbesteding-sociale activeringarbeidsre’integratie; verbeteren knelpunten in (begeleiding) dagbestedingactiviteiten; realiseren nieuwe (groeps)woonvormen met permanente (woon)begeleiding; realiseren reintegratietrajecten voor 68 veelplegers in 2009 (zie prestatie-indicator GSB 2005-2009).

Zie voor de vertaling van de ambitie naar subdoelstellingen, programmalijn-onderdelen en -activiteiten, het schema op pagina 19 in de programmalijn. Binnen de programmalijn wordt prioriteit gegeven aan realisatie van een short stay voorziening en andere gedifferentieerde woonvormen in combinatie met (mogelijk) extra benodigde begeleidingscapaciteit voor de (woon)begeleiding en het servicecentrum nieuwe stijl voor dak- en thuislozen. De prioritering wordt met name ingegeven door de geformuleerde ambitie en het uitgangspunt dat een eventueel verblijf in opvangvoorzieningen zo kortdurend mogelijk moet zijn, omdat een lang verblijf de zelfredzaamheid kan blokkeren. Dit betekent (ook in geval van een crisissituatie) een snelle doorstroming naar zelfstandige of adequate (begeleide) woonvormen (o.a. short stay) en ondersteuning bij dagbesteding, opleiding of werk. De doorstroming en ontlasting van de opvang(capaciteit) en het voorkomen en tegengaan van dak- en thuisloosheid wordt gerealiseerd door een short stay-voorziening in combinatie met vrijwillige en professionele woonbegeleiding.

De verwachting is dat door het realiseren van adequate (dat wil zeggen gedifferentieerde) woonvoorzieningen (waaronder een short stay-voorziening) in combinatie met voldoende ’passende’ begeleidingscapaciteit op termijn de opvang wordt ontlast. Voorkomen wordt dat mensen gedwongen worden een beroep te doen op de schaarse (en stigmatiserende) opvang. Bovendien draagt dit bij aan het tijdig herstellen van zelfredzaamheid en het voorkomen en tegengaan van dak- en


thuisloosheid. Het beleid is om de internaatsfunctie van de maatschappelijke opvang verder af te bouwen en doorstroom te stimuleren. Het ultieme streven is zelfstandig wonen, eventueel via professionele en/of vrijwillige woonbegeleiding.

Ten behoeve van de ondersteuning van kwetsbare groepen met meervoudige problematiek (waaronder niet-verslaafde dak- en thuislozen) die gericht is op een menswaardig en zelfredzaam bestaan, wordt vormgegeven aan een servicecentrum nieuwe stijl voor niet-verslaafde dak- en thuislozen. Een ontbrekende schakel in de keten dag- en nachtopvang, vormt immers een adequate dagopvang en contact- en dienstverleningsmogelijkheid aan niet-verslaafde dak- en thuislozen. Tevens wordt overlast door zwervend gedrag op straat verminderd.

4 Wat kost het De beschikbare middelen voor maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg bestaan uit de huidige, reguliere middelen op de gemeentelijke begroting, de in de Voorjaarsnota 2005-2008 opgenomen extra veiligheidsmiddelen voor ’preventie en zorg’ en ’repressie en handhaving’, (stimulerings)budgetten van Rijk (o.a, ook zorgkantoor) en Provincie (de zogenaamde B5-middelen van de Provincie voor veiligheid), bijdragen (uit reguliere middelen) van instellingen/gemeentelijke vakdienstbegrotingen (bijvoorbeeld corporaties, Loket W en gemeentelijke diensten) en de middelen voor veiligheid en zorg uit het Grote Stedenbeleid 2005-2009 (SOP III). De reguliere geldstroom bestaat uit een specifieke doeluitkering van het Rijk, die met ingang van 2005 via de Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid van het Grote Stedenbeleid wordt uitgekeerd. Het gaat om een bedrag van < 6.565.404,ÃćâĆňâĂİ. Dit

bedrag is onvoldoende om de reeds bestaande ambitie, laat staan de additionele activiteiten en intensiveringen die in het kader van deze programmalijn worden geÃŕnitieerd, uit te voeren. Het totaalbedrag is via uitvoeringsovereenkomsten met NEOS en Novadic-Kentron uitgezet. In de Voorjaarsnota 2005-2008 is voor intensivering veiligheid vanaf 2007 E 2 miljoen structureel beschikbaar, waarvan < 1,2 miljoen voor ’preventie en zorg’ en < 0,8 miljoen voor ’repressie en handhaving’. Verder is er in het kader van GSB in de periode 2005-2009< 14 miljoen beschikbaar voor veiligheid. Zowel de middelen opgenomen in de Voorjaarsnota als de GSB-middelen kunnen worden ingezet voor het realiseren van de ambities van het programma Een basis om verder te gaan. Deze middelen zijn echter niet exclusief beschikbaar voor dit programma. Er dienen ook

nog andere veiligheidsactiviteiten uit gefinancierd te worden. Na intensief overleg met de afdeling Juridische Zaken en Integrale Veiligheid van de dienst Algemene en Publiekszaken is er een concept-verdeling gemaakt van de beschikbare middelen. De concept-overzichten liggen voor u ter inzage. De integrale afweging van de verdeling van de middelen zal via een separaat dossier aan het college worden voorgelegd. (N.B.: naar alle waarschijnlijkheid is het dossier inzake de integrale afweging van de


verdeling van de veiligheidsmiddelen in het college behandeld alvorens het voorliggende raadsvoorstel in de gemeenteraad behandeld wordt). De jaren 2005 en 2006 zullen, als overgangsjaren richting de structurele verankering in 2007 worden beschouwd. Met behulp van GSB en andere incidentele middelen wordt op de korte termijn (2005-2006) geinvesteerd in het op gang brengen van ontwikkelingen en het inzichtelijk maken van de vraag en behoeften. Inzet is dat structu-

rele activiteiten en voorzieningen per 2007 ook een structurele financieringsbasis kennen. Structurele dekking vanaf 2007 wordt ’gezocht’ in de middelen intensivering veiligheid of als onderdeel van reguliere subsidiecontracten met instellingen (bijvoorbeeld door uitruil ’nieuw voor oud’). Of structurele verankering van de ambities per 2007 haalbaar is, is nog niet zeker. Zo ontbreekt inzicht in de financiele consequenties van een aantal programmalijn-onderdelen, die nu nog als p.m. zijn opgenomen. Ook is niet helder of een ’uitruil’ mogelijk is van ’nieuw voor oud’ door gewijzigde werkwijzen en inzet van regulier beschikbare middelen of dat de p.m.-posten additionele kosten betreffen. Aan de hand

van analyses van vragen/behoeften en ’witte vlekken’ en evaluaties gedurende 20052006 wordt dit inzicht verkregen. Bovendien bestaat er onzekerheid over bijdragen vanuit zorgkantoor en andere financiers. Dit kan ertoe leiden dat de geformuleerde ambities gedurende de looptijd van de programmalijn dienen te worden bijgesteld dan wel in een totaalafweging aanvullende structurele dekkingsbronnen dienen te worden gecreeerd. Het gebrek aan inzicht in de totaal additioneel benodigde structurele middelen verbonden aan de ambities en de beperkte beschikbaarheid van additionele (structurele) middelen, hebben ertoe geleid dat voor de korte termijn een nadere inhoudelijke prioritering binnen de programmalijn is aangebracht. Prioriteiten.

Er wordt prioriteit gegeven aan de (mogelijk) extra benodigde begeleidingscapaciteit en -kosten voor de (woon)begeleiding in combinatie met de short stay-voorziening en andere gedifferentieerde woonvormen en het servicecentrum nieuwe stijl voor dak- en thuislozen. Verder zal de overdracht van het postadres- en beheer van de dienst Werk, Zorg en Inkomen naar de instellingen in 2006 geÃńffectueer moeten worden. Voor de short stay-voorziening en andere gedifferentieerde woonvormen wordt voor de jaren 2005-2007 dekking gezocht in de GSB-middelen 2005-2009. Op basis van eerste ruwe schattingen bedragen de kosten maximaal 6 250.000,ÃćâĆňâĂİ per jaar.

De kosten zullen aan de hand van een analyse van vraag en behoeften aan begeleidingskosten in combinatie met de short stay-voorziening en andere gedifferentieerde woonvormen gedurende 2005 inzichtelijk worden gemaakt. Op basis van dit in-


v++ zicht zal er op termijn (voor 2007) een voorstel worden opgesteld voor de dekking van de structurele kosten.

Voor het servicecentrum nieuwe stijl voor niet-verslaafde dak- en thuislozen worden de kosten per jaar geraamd op 6 100.000,-. De kosten zullen structureel worden

gedekt uit de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor intensivering veiligheid, onderdeel preventie en zorg.

Het prioriteren van de short-stayvoorziening en andere gedifferentieerde woonvormen en het servicecentrum nieuwe stijl dak- en thuislozen gaat mogelijk ten koste van de posten die nu nog als p.m. zijn opgenomen en waarvoor ook nog geen structurele dekking is voorzien. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de kosten verbonden aan maatschappelijke activering/dagbesteding. Ook zal voor de p,m.-posten naar andere mogelijke externe dan wel tijdelijke dekkingsbronnen worden gekeken, zoals de AWBZ, Rijk, Provincie e.d.

De dienst Werk, Zorg en Inkomen wil vanaf juli 2005 de taken inzake postadres- en beheer overdragen aan de hul pverlenende instellingen Novadic-Kentron en NEOS. Met deze instellingen zijn reeds principe-afspraken gemaakt en er is intensief overleg gevoerd met de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Vanaf 2006 dient deze taak te worden opgenomen in de contracten met de instellingen. Met de overdracht van de taken zijn ook extra kosten gemoeid die op jaarbasis worden geraamd op E 70.000,ÃćâĆňâĂİ.

Deze kosten zullen structureel worden gedekt uit de middelen intensivering veiligheid, onderdeel preventie en zorg. Voor het uitvoeren van de in de nota Een basis om verder te gaan opgenomen activiteiten, is indicatief en exclusief de p.m.-posten die nadere uitwerking behoeven (ook exclusief de kosten voor gratis heroIneverstrekking ad. 6 300.000,ÃćâĆňâĂİ maximaal), een bedrag noodzakelijk van 6 1.104.000,ÃćâĆňâĂİ structureel (vanaf 2006) en van

6 175.000,ÃćâĆňâĂİ incidenteel (in 2006). Tevens wordt een aantal activiteiten gefinancierd

met behulp van incidentele middelen dan wel externe financieringsstromen, waarvan het de vraag is of op basis van inhoudelijke afwegingen in het totaal aan activiteiten, deze activiteiten ook structureel met behulp van gemeentelijke middelen zullen worden voortgezet. Een voorbeeld hiervan vormen de aanpak van risicojeugd en dagbesteding/maatschappelijke activering. Alvorens daadwerkelijk wordt gestart met de activiteiten, zal de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling een collegedossier ter besluitvorming in roulatie brengen.

Wij stellen u voor het programmaonderdeel 2,3 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg van het raadsprogramma 2 "Zorg en welzijn" voor wat betreft de omschrij-

+Mp

Raadsnummer 05.RI220.00I

ving en doelstelling aan te passen aan de in de programma lijn geformuleerde ambitie en subdoelstellingen.

De effecten van de verschillende activiteiten op de bijbehorende collegeproducten Maatschappelijke Opvang (2.3.1) en Hulpverlening aan verslaafden (2.3.2), zullen worden meegenomen in de besluitvorming van het college omtrent de separaat te honoreren activiteiten en programmalijn-onderdelen. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.

Burgemeester en wethouders van Eindhoven,

C. Langerwerf, secretaris.

$4+

Raadsnummer 05.Rr22O.OOI

Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 mei en 8 juni 2005; besluit:

I in te stemmen met de in de programmalijn voor de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg Een basis om verder te gaan voorgestelde intensiveringen, als nadere uitwerking van de omschrijving en doelstellingen van het programmaonderdeel 2.3 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg te weten:

a de ambitie dan wel centrale doelstelling om in samenwerking met de ketenpartners te streven naar: adequate ondersteuning voor kwetsbare groepen met meervoudige problematiek, gericht op een menswaardig en zelfredzaam bestaan; vermindering van het aantal dak- en thuislozen; vermindering van overlast; b de strategie om de onder a genoemde ambitie waar te maken, te weten: sterke inzet op het voorkomen en tegengaan van dak- en thuisloosheid; meer differentiatie in woonvormen en woonbegeleiding; meer accent op maatschappelijke activering ; oplossen van de belangrijkste knelpunten in de opvang; rechten en plichten; afspraken met de regio;

r regie op de keten preventie - opvang en zorg - maatschappelijke reintegratie; c programmalijn-onderdeel 1 ’preventie’ met als doel het voorkomen en tegengaan van dak- en thuisloosheid; d programmalijn-onderdeel 2 ’versterken keten opvang en zorg’ met als doel het verminderen overlast op straat en versterken (gebruik) ondersteunende voorzieningen aan dak-en thuislozen; e programmalijn-onderdeel 3 ’maatschappelijke reÃŕntegratie’ met als doel het verbeteren van maatschappelijke reintegratie en participatie en verbeteren doorstroming uit opvang en zorg;

II de omschrijving en doelstelling in het programmaonderdeel 2.3 ’Maatschappelijke opvang en verslavingszorg’ van het raadsprogramma 2 Zorg en Welzijn dienovereenkomstig aan te passen en vast te stellen; III kennis te nemen van de uit te voeren programmalijn-onderdelen en -activiteiten en het bijbehorend indicatief financieel overzicht en mogelijke dekkingsbronnen;

rp


IV in te stemmen met:

1 a voor de (mogelijk extra) benodigde begeleidingscapaciteit en -kosten voor de (woon)begeleiding in combinatie met realisatie van een short stayvoorziening in en andere gedifferentieerde woonvormen ad 6 250.000,ÃćâĆňâĂİ

per jaar beschikbaar te stellen voor de jaren 2006-2007; b dit bedrag beschikbaar te stellen ten laste van GSB-middelen veiligheid 2005-2009;

c de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling opdracht te geven voor de mogelijke structurele lasten vanaf 2008 dekking te zoeken; 2 a het vormgeven aan een servicecentrum nieuwe stijl voor dak- en thuislozen en hiervoor 6 100.000,ÃćâĆňâĂİ per jaar beschikbaar te stellen;

b dit bedrag beschikbaar te stellen ten laste van de middelen intensivering veiligheid, onderdeel preventie en zorg; 3 a overheveling van de taken inzake postadres- en beheer dak- en thuislozen van de dienst Werk, Zorg en inkomen naar Novadic-Kentron en NEOS en hiervoor 6 70.000,ÃćâĆňâĂİ per jaar beschikbaar te stellen;

b dit bedrag beschikbaar te stellen ten laste van de middelen intensivering veiligheid, onderdeel preventie en zorg; 4 de begroting dienovereenkomstig te wijzigen; V het college van burgemeester en wethouders op te dragen om zorg te dragen voor de uitwerking van de programmalijn-onderdelen en -activiteiten die nu nog als p.m.-post zijn opgenomen voor wat betreft inhoud, kosten en structurele financiele dekking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 juni 2005.

A. Sakkers, voorzitter.

J. Verheugt, griffier.

wa05002705

gemeente Eindhoven

Griffie gemeenteraad Commissieseeretariaat

Retouradres Postbus goxso, s6oo RB Eindhoven

Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven.

Raadsnummer 05.RI220. 002 Behandeld door M, Honing Telefoon (o4o) sg8 s488 Ons kenmerk griffie Versenddatum so mei 2005

Commissieadvies Betreft cie Sp: Raadsvoorstel inzake programmalijn Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg "Een basis om verder te gaan". De commissie Sociale pijler heeft in haar vergadering van 19 mei 2005 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp.

De commissie heeft als volgt geadviseerd:

’leefbaar eindhoven’: Akkoord;

CDA: Akkoord; PvdA: Akkoord; VVD: Akkoord;

SP: Akkoord;

(xroenLinks: Akkoord;

D66: Akkoord;

Oudere nApphl: Akkoord; De Stadspartij: Akkoord. Toezeggingen wethouder J. Kuppens: gaat na of er capaciteit en middelen vrijvallen bij de dienst WZI door de verplaatsing van postadressen naar Neos en Novadic; gaat na wat de actuele stand van zaken is met betrekking tot het project heroineverstrekking"; Voor de langere termijn:

het programma zal Mn maal per twee jaar worden geevalueerd; in een raadsinformatiebrief zullen de knelpunten en aanpak zwerfjeugd worden beschreven; in een raadsinformatiebrief zullen de consequenties en de aanpak van ex-

gedetineerden (veelplegers) worden beschreven met betrekking tot opvang en begeleiding, in het najaar zal op hoofdlijnen worden beschreven wat de effecten en consequenties zijn voor Eindhoven als grote, aantrekkelijke gemeente voor exgedetineerden ten aanzien van opvang en voorzieningen. De secretaris van de commissie,

M. Honing

Besoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingstijden ma t/m vr g.oo-x6.oo uur

Bereikbaar per openbaar vervoer met bus 7

Postadres Postbus goxgo s6oo RB Eindhoven

Telefonisch bereikbaar g.oo-xs.3o en xs.so-x6.oo uur Faxt (o4o) s48 BS BS

gemeente Eindhoven


Raadsnummer 05.RI220. 003 lnboeknummer oSBSToraas Beslisdatum Baw 8 juni 2005 Dossiernummer s.soar

Nadere toelichting bij raadsvoorstel Betreft Prograrnmalijn voor de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg eEen basis om verder te gaan" .

Op 19 mei 2005 is het raadsvoorstel inzake Programmalijn voor de Maatschappelijke Opvang Vrouwenopvang en Verslavingszorg "Een basis om verder te gaan" besproken in de commissie sociale pijler. Tijdens de behandeling zijn enkele vragen gesteld die nog beantwoord moeten worden.

Postbeheer. Voorheen werd de post aan dak- en thuislozen uitgereikt tijdens het kasuur. Per

1 januari 2005 wordt de uitkering verstrekt via een bankrekening en een bankpasje, Het kasuur is hiermee komen te vervallen. Het verstrekken van de post zou hierdoor een extra taak worden die feitelijk niet thuishoort bij de dienst Werk, Zorg en inkomen. Contact met de doelgroep wordt door de dienst Werk, Zorg en Inkomen voortaan

onderhouden via een dagelijks spreekuur. De capaciteit die voorheen werd ingezet voor het kas uur wordt nu gebruikt voor het bemensen van het spreekuur door Mn casemanager. Mede door de invoering van de Wet Werk en Bijstand hebben de casemanagers de beschikbare tijd meer dan voorheen nodig om de doelmatigheid van de uitkering te bewaken. Bij de instellingen gaat het verstrekken van de post bijdragen aan een sluitende aan-

pak van de client. De post gaat onderdeel uitmaken van de hulpverleningscontacten. De dienst Werk, Zorg en Inkomen beperkte zich bij de postverstrekking tot het inkomen en de activerings- en reintegratieactiviteiten. De hulpverleningsorganisaties gaan meer doen dan wat de dienst Werk, Zorg en inkomen kan en moet doen.

Gratis heroineverstrekking. Door de gemeenten Breda, Tilburg, De Bosch en Eindhoven is een gezamenlijke aanvraag ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het opstarten van gratis herotneverstrekking. Op dit moment zijn we in afwachting van het antwoord van het ministerie. De reden waarom het antwoord op zich laat

Raadanummer 05.RI220. 003

wachten is dat er naar aanleiding van een motie in de 2’ kamer er een discussie is ontstaan tussen de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de financiering. Het wel of niet doorgaan van gratis heroineverstrekking in Eindhoven is afhankelijk van de rijksbijdrage. Indien die bijdrage niet substantieel is dan is het college van burgemeester en wethouders, gelet op de hoge kosten en de beperkte beschikbaarheid van gemeentelijke middelen, niet bereid om over te gaan tot gratis heroineverstrekking. Het programma "Een basis om verder te gaan" zal om de twee jaar worden geevalueerd. De eerstvolgende evaluatie zal worden uitgevoerd begin 2007.

Burgemeester en wethouders van Eindhoven,

C. Langerwerf, secretaris

wa05006631

Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg "Een

Recommend Documents