Gemeenteblad Nijmegen
Jaartal / nummer
2013 / 114
Naam
Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Nijmegen (2013)
Publicatiedatum
20 november 2013
Opmerkingen
-
Vaststelling van de verordening bij Raadsbesluit van 13 november 2013 (raadsvoorstel nummer 147/2013). De verordening treedt, zoals gesteld in de verordening, in werking op 1 januari 2014.
Aantal bladzijden / verkoopprijs
6/ € 0,30
De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 13 november 2013, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013, gelet op Artikel l, lid 1 aanhef en onder c, d en g sub 7 en de artikelen 8 en 15 van De Wet maatschappelijke ondersteuning, En de artikelen 4.6, 4.7 en 4.8 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit vast te stellen de Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Nijmegen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). b. Besluit: Besluit maatschappelijke ondersteuning c. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. d. Opvang in het kader van deze verordening omvat de onder e, f en g gedefinieerde voorzieningen. e. Voltijdopvang of 24-uurs verblijf vrouwenopvang waaronder crisisopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, al of niet op een geheim adres, voor vrouwen met of zonder hun kinderen die gevlucht zijn voor huiselijk geweld of dreiging van relationeel geweld. De 24-uurs voorziening omvat onderdak, slaapgelegenheid, begeleiding op diverse aspecten en eventueel voeding. f. Voltijdopvang of 24-uurs verblijf maatschappelijke opvang waaronder crisisopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, voor mensen die dakloos of thuisloos zijn. De 24uurs voorziening omvat onderdak, slaapgelegenheid, begeleiding op diverse aspecten en eventueel voeding. g. Begeleid wonen: een woonvorm waarbij cliënten of zelfstandig wonen of in een kleine gemeenschap, begeleiding en of dagbesteding krijgen, maar (nog) geen regie hebben over een aantal aspecten van het wonen en een bijdrage of huur aan een instelling voor opvang betalen en niet zelfstandig rechtstreeks aan een woningcorporatie. h. Begeleid zelfstandig wonen: een woonvorm waarbij cliënten zelfstandig wonen en zelf een huurcontract hebben met de woningcorporatie. Deze cliënten verblijven niet in de maatschappelijke opvang. Voor hen geldt de anticumulatieregeling niet. i. Nachtopvang: het bieden van een verblijf voor de nacht met al dan niet voeding door de instelling. j. Instelling: een rechtspersoon die een voorziening voor opvang exploiteert of trajecten voor opvang uitvoert met subsidie en in opdracht van de gemeente Nijmegen. De instelling voor maatschappelijke opvang of vrouwenopvang biedt 24-uursopvang, crisisopvang, begeleid wonen of dag- of nachtopvang bij psychosociale en maatschappelijke problemen, huiselijk geweld en verslaving. k. Cliënt in het kader van deze verordening: een natuurlijk persoon van 18 jaar of ouder die eventueel samen met minderjarige kinderen gebruikmaakt van een voorziening van een instelling voor opvang zoals gedefinieerd onder j. l. Bijstandsnorm: de van toepassing zijnde norm, inclusief de toeslag bedoeld onder m, exclusief vakantietoeslag op 1 januari of 1 juli van het kalenderjaar in de artikelen 20 tot en met 30 van de Wet Werk en Bijstand (WWB). m. Bijzondere bijstand: de van toepassing zijnde toeslagen in de artikelen 7, 8, derde lid, 9 en 10 van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand van de gemeente Nijmegen. n. Norm persoonlijke uitgaven: de van toepassing zijnde normbedragen exclusief vakantietoeslag ingevolge artikel 23 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand bij verblijf in een inrichting (het zak- en kleedgeld), vermeerderd met de premie voor collectieve ziektekostenverzekering die de gemeente Nijmegen aanbiedt aan mensen met een uitkering op bijstandsniveau en verminderd met de zorgtoeslag (artikel 23 lid 2 WWB). o. Eigen bijdrage: de bijdrage die de cliënt verschuldigd is voor enige vorm van opvang op basis van deze verordening.
p. Inrichting: Een inrichting volgens de WWB art 1 onderdeel f deel 2 is een instelling die zich blijkens haar doelstelling en feitelijke werkzaamheden richt op het bieden van slaapgelegenheid, waarbij de mogelijkheid van hulpverlening of begeleiding gedurende meer dan de helft van ieder etmaal aanwezig is. Artikel 2 Reikwijdte Deze verordening is van toepassing op cliënten die gebruik maken van instellingen voor maatschappelijke opvang, die door de gemeente Nijmegen gesubsidieerde Voltijdopvang, Crisisopvang, Begeleid wonen of Dag- of Nachtopvang, Jongerenopvang en Vrouwenopvang aanbieden of exploiteren of trajecten uitvoeren.. De verordening is niet van toepassing indien er sprake is van: 1. begeleid zelfstandig wonen. Bij begeleid zelfstandig wonen is sprake van het op eigen naam hebben van het huurcontract met bijvoorbeeld een woningcorporatie; 2. kinderen jonger dan 18 jaar; 3. winteropvang bij extreem winterweer, of andere extreme weersomstandigheden. Artikel 3. Eigen bijdragen voor opvang 3.1
Er is een eigen bijdrage verschuldigd indien een persoon van 18 jaar of ouder gebruikmaakt van de volgende onder artikel 1, omschreven voorzieningen: - 24-uurs – of voltijd verblijf vrouwenopvang (incl. crisisopvang), - 24-uurs – of voltijd verblijf maatschappelijke opvang (incl. crisisopvang), - Begeleid wonen.
3.2
De eigen bijdrage wordt bepaald per dag. De bijdrage is verschuldigd voor iedere dag of gedeelte van een dag, waarop de cliënt gebruik maakt van het aanbod van een instelling. De inning vindt plaats per maand, waarbij gerekend wordt met 30 dagen per maand.
3.3
De bijdrage voor voltijdopvang en voor crisisopvang bedraagt het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de norm voor persoonlijke uitgaven, behoudens wat volgens deze verordening op de bijdrage in mindering mag worden gebracht. Indien bij gehuwden een van beide partners gebruik maakt van voltijdopvang of crisisopvang, wordt bij de bepaling van de bijstandsnorm de regelgeving in de Wet werk en bijstand voor opname in een inrichting gevolgd.
3.4
In afwijking van artikel 3.3 wordt de bijdrage voor voltijdopvang en voor crisisopvang vrouwenopvang door Moviera berekend op basis van het verschil tussen de werkelijke inkomsten en de norm voor persoonlijke uitgaven, behoudens wat volgens deze verordening op de bijdrage in mindering mag worden gebracht.
3.5
Indien de instelling bij voltijdopvang of crisisopvang aan de cliënt geen voeding verstrekt, wordt de eigen bijdrage verminderd met een bedrag voor voeding. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag, dat het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) berekent als gemiddelde kosten. In het geval het bedrag niet bekend is, bepaalt het college het bedrag dat hiervoor in de plaats komt.
3.6
Indien cliënt een vergoeding ontvangt voor vrijwilligerswerk, wordt deze vergoeding buiten beschouwing gelaten bij het berekenen van de eigen bijdrage.
3.7
Voor cliënten die gebruik maken van de crisisopvang en tegelijkertijd nog kosten hebben voor een zelfstandige woonruimte, wordt de eigen bijdrage gedurende maximaal 6 maanden verminderd met een forfaitair bedrag voor dubbele woonlasten, zijnde 20% van de bijstandsnorm.
3.8
De bijdrage voor begeleid wonen is gebaseerd op de volledige feitelijke woonlasten, ongeacht het inkomen van de cliënt. De hoogte van de bijdrage voor begeleid wonen wordt jaarlijks, op 1 januari verhoogd of verlaagd op basis van de stijging van deze woonlasten.
3.9
De eigen bijdrage voor nachtopvang wordt door het college bepaald na overleg met de instelling. Deze bijdrage kan voor elk aanbod van nachtopvang verschillend worden vastgesteld door het college. De vaststelling en aanpassing van de bijdrage geschiedt impliciet middels een verleningsbeschikking voor de subsidie aan de instelling.
3.10 De hoogte van de eigen bijdrage voor voltijdopvang en crisisopvang wordt jaarlijks op 1 januari en op 1 juli bepaald op basis van de dan geldende bijstandsnormen, de hoogte van de premie voor ziektekostenverzekering (minus de zorgtoeslag) en de norm voor persoonlijke uitgaven. Het college hoeft hier geen nieuw besluit over te nemen, zonder nader besluit worden de bedragen automatisch aangepast op basis van deze verordening. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de vaststelling van de eigen bijdrage.
Artikel 4. Inning eigen bijdrage. 4.1
Het college kan de vaststelling en inning van de eigen bijdrage bij de cliënt mandateren aan de instelling die de maatschappelijke opvang of de vrouwenopvang verzorgt.
4.2
De instellingen verlenen slechts voltijdopvang, crisisopvang, begeleid wonen of dag- en nachtopvang aan cliënten die zich tegenover hen verplichten tot het betalen van de in deze verordening bepaalde eigen bijdrage.
4.3
De instelling neemt de reële verwachte opbrengst aan eigen bijdragen op in de begroting bij de subsidieaanvraag. Dit is onderdeel van de exploitatie. Er wordt achteraf in principe niet verrekend als de instelling meer of minder eigen bijdragen ontvangt dan begroot. Indien echter achteraf blijkt dat de opgave bij de aanvraag niet reëel was, kan dit wel reden zijn voor lagere vaststelling van de subsidie..
4.4
Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de vaststelling en inning van de eigen bijdrage.
Artikel 5. Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 6. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. Artikel 7. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Nijmegen.
Toelichting bij verordening
Artikel 1 g: met begeleid wonen wordt ook bedoeld door de gemeente met Wmo-middelen gesubsidieerde beschermd wonenplaatsen waar cliënten 24-uurs opvang genieten zonder dat zij een zorgindicatie hebben, zoals bijvoorbeeld in de Kwelkade. g en h: Indien de instelling een huurovereenkomst afsluit met een woningcorporatie en de cliënt (die ook woonbegeleiding ontvangt) de huur (of deel van de huur) betaalt aan de instelling, is sprake van begeleid wonen. De cliënt is nog niet in staat om zelfstandig te wonen. Voor deze cliënten wordt een eigen bijdrage geheven (woonlasten die de cliënt aan de instelling betaalt (de zogenaamde huur en verbruikskosten). Voor deze cliënt geldt dat deze in de opvang verblijft zodat de anticumulatieregeling van toepassing is. De bijdrage kan gewoon huur genoemd worden om huursubsidie te kunnen ontvangen. Hieronder vallen bijvoordeeld de zogenaamde omklapwoningen van Iriszorg.
n
p
Indien cliënt zelf een huurcontract heeft met de woningcorporatie, is geen sprake van opvang, maar van (begeleid) zelfstandig wonen. Deze cliënten vallen niet onder deze verordening. Zij hoeven geen eigen bijdrage te betalen en voor hen geldt de anticumulatieregeling niet. Een collectieve verzekering betekent hier dat de gemeente bij een zorgverzekeraar een verzekering afsluit en daarvoor de premie afdraagt, de zogenaamde CAZ (Collectieve aanvullende zorgverzekering).De CAZ-premie (voor basiszorgverzekering en aanvullende zorgverzekering) bedraagt in 2013 € 119,62 bij CZ en € 125,42 bij Menzis en VGZ. Dit is voor een deel van de 24-uurs opvang het geval. Daar waar dit aan de orde is kan er geen sprake zijn van een eigen bijdrage voor mensen die een bijstandsuitkering van de sociale dienst krijgen. Dit is dan namelijk niet meer dan zak- en kleedgeld en eventueel een bedrag voor de premie zorgverzekering (artikel 23 wwb).Wel kan aan deze mensen aanvullend bijzondere bijstand worden verleend. Aan mensen met een eigen inkomen kan uiteraard wel een eigen bijdrage worden gevraagd.
Artikel 2 In aansluiting op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is de verordening alleen van toepassing op natuurlijke personen van 18 jaar en ouder. Met de begripsbepaling van de cliënt is de verordening daarmee tot deze groep personen beperkt. Dit betekent niet dat personen jonger dan 18 jaar uitgesloten zijn van het gebruik van het aanbod van opvang door instellingen, maar voor hen geldt geen eigen bijdrage. Bij het bepalen van de bijstandsnorm wordt rekening gehouden met de afwijkende bepalingen in de Wet Werk en Bijstand voor personen van 18 tot 21 jaar. Voor de berekening van de eigen bijdrage worden de toeslagen die vanuit de Bijzondere Bijstand mogelijk zijn wel meegerekend. Bij het bepalen van de norm voor de persoonlijke uitgaven wordt uitgegaan van de premie voor de collectieve ziektekostenverzekering, die gemeente Nijmegen aanbiedt. Deze premie dekt tevens het eigen risico en is zodoende hoger dan de standaardpremie voor de basisverzekering. Er wordt van uitgegaan dat voor de cliënt een zorgtoeslag kan worden ontvangen. Bij het bepalen van de norm voor de persoonlijke uitgaven wordt uitgegaan van de premie zorgverzekering minus de zorgtoeslag. Zowel bij de bijstandsnorm als bij de norm voor persoonlijke uitgaven wordt de vakantietoeslag buiten beschouwing gelaten. Deze toeslag is voor de cliënt noodzakelijk voor bijzondere uitgaven zoals schuldaflossing en om te sparen voor grotere uitgaven. Artikel 3 Bovenstaande betekent dat bij begeleid zelfstandig wonen (BZW) waarbij de cliënt zelf huur betaalt, de cliënt geen eigen bijdrage MO/VO betaalt (deze is dan immers zelf verantwoordelijk voor de huisvestingskosten). Deze cliënten worden niet meer beschouwd als verblijvend in de opvang en dienen dus wel een eventuele bijdrage voor bijvoorbeeld ondersteunende begeleiding of dagbesteding (AWBZ) of voor huishoudelijke hulp (Wmo) te betalen. Anticumulatie is dan niet aan de orde. In de situatie van begeleid wonen (BW), betaalt de cliënt een eigen bijdrage of bijdrage in woonlasten of huur aan de instelling. In dat geval wordt de cliënten beschouwd als nog verblijvend in de opvang
en is de anticumulatieregeling wel van toepassing. Het onderscheid tussen BW en begeleid zelfstandig wonen (BZW) wordt dan ook bepaald door het al dan niet op eigen naam hebben van het huurcontract met een woningcorporatie. Indien één van de gehuwden in een inrichting verblijft, is de norm de som van de normen die voor ieder van hen als alleenstaande of alleenstaande ouder zouden gelden (Artikel 23 lid 3 WWB.). De eigen bijdrage MOVO moet zodanig zijn, dat de cliënt de normatieve persoonlijke uitgaven moet overhouden (zie artikel 1 punt n) en premie zorgverzekering, rekening houdend met de zorgtoeslag en zak- en kleedgeld (voor de tweede helft van 2013 het zak- en kleedgeld gesteld op € 293,29 per maand voor alleenstaanden en € 456,18 voor gehuwden. De zorgtoeslag is in 2013 maximaal € 88,00 euro per maand voor alleenstaanden zonder medebewoners. De zorgtoeslag is voor mensen met een bijstandsuitkering maximaal. Bij de vrouwenopvang zal het regelmatig voorkomen dat de cliënt of het cliëntsysteem naast zak- en kleedgeld ook de kosten voor voeding (normen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Nibud) moet kunnen overhouden.