DECEMBER 2014 | € 6,95 SPECIALE UITGAVE VAN MMV
NATUURRIJK LEVEN: VOEDING – BEWEGING – GEESTELIJK WELZIJN
Moermans therapie nu bewezen superdieet
19
pagina 23
Overlevers vertellen
6x
over hun keuzes
ieke t n e h t u a recepten
31
Droomscenario?
Regulier en complementair samen op weg
CU-Kamerlid Dik-Faber pleit voor preventie in de gezondheidszorg
62
MMV-arts Roland Lugten ‘Alle artsen hebben een inspanningsverplichting’
76
VAN DE VOORZITTER
Eerbetoon en uitnodiging M
et zijn benadering van kanker zette dokter Cornelis Moerman voeding als medicijn op de kaart. Daarbij onderstreepte hij de preventieve betekenis van voeding. Zijn werk gaf mensen met de ziekte kanker een deel van de regie over hun eigen genezingsproces. Ze ondergingen niet meer alleen een behandeling, maar participeerden er zelf in. Al veertig jaar ervaren wij dat velen die regie graag in eigen hand hebben. Zoals Ronni van Schie (diagnose borstkanker in 1996 met uitzaaiingen in 2001) in een interview op pagina 34 verwoordt: “Het Moermandieet was een enorme omslag, maar ik vond het fantastisch dat ik zelf iets kon doen. Van een situatie waarin mij de dood was aangezegd, kon ik iets doen. Dat neemt de zwaarte weg van je onmacht.” MMV bouwde de afgelopen decennia veel kennis op over voeding en supplementen die het lichaam stimuleren de kanker zelf te bestrijden. Er ‘moet’ niets. We geven handreikingen en delen kennis vanuit ervaring, vanuit het gedachtegoed van Moerman en vanuit de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Sinds ik voorzitter ben van de vereniging, vier jaar alweer, krijg ik veel van de patiënten mee. Ik zie en hoor dat mensen die het dieet volgen beter in hun vel zitten, sterker worden, meer eetlust hebben en beter opgewassen zijn tegen het ziekteproces. Hun kwaliteit van leven verbetert, en daarmee hun overlevingskansen.
FOTO: GIJS VERSTEEG (MET DANK AAN BOCO KEUKENS TE ZUTPHEN)
Ik zag en hoorde ook dat er mensen zijn genezen, soms op wonderbaarlijke wijze. U kunt daarvan verschillende getuigenissen lezen in deze speciale uitgave. Het zijn authentieke ervaringen van mensen die door de artsen opgegeven waren. ‘U heeft nog drie maanden. Gaat u maar leuke dingen doen’, zei de dokter tegen Kor van Hoffen (pagina 68). Van Hoffen maakte de keuze deze laatste maanden optimaal gezond te eten Dat is nu veertien jaar geleden. Tot op de dag van vandaag is deze tachtiger fit genoeg om voor zijn vrouw te zorgen. MMV pleit in de eerste plaats voor voeding als complementaire behandeling en ter voorkoming van ziekten. Onze ervaring is dat
REDACTIONEEL
Dit is Cornelis mensen die deze complementaire therapie volgen veel beter de reguliere behandelingen verdragen. Mensen met kanker adviseren wij daarom om niet alleen de reguliere behandeling te volgen, maar ook deze natuurlijke aanpak. Het is een waardevolle aanvulling. Helaas wijzen oncologen voeding en supplementen als complementaire therapie nog vaak af, omdat de effecten niet volgens wetenschappelijke normen gemeten en aantoonbaar zijn. Ik zie de toekomst echter met vertrouwen tegemoet. Uit wetenschappelijk onderzoek stapelen de aanwijzingen zich op dat volwaardige voeding de gezondheid positief beïnvloedt. In de maatschappij krijgt de gezonde leefstijl steeds meer aandacht. Een groeiende groep mensen gooit het roer om, met het doel chronische ziekten te voorkomen. Behalve een eerbetoon aan de arts die voeding als medicijn op de kaart zette, is deze glossy Cornelis een uitnodiging aan deze mensen: wees welkom als lid van de MMV. Samen bouwen we voort op het fundament dat Moerman legde. En dragen we de boodschap uit dat een gezonde leefstijl en een gericht dieet, de kwaliteit van leven voor ieder mens verbetert. Dave Schut
Hier is hij dan, Cornelis, de speciale uitgave van MMV. Samengesteld ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van de vereniging. Eerbetoon aan de grondlegger van de Moermantherapie; informatiebron voor u en voor mensen die MMV en deze complementaire aanpak van kanker (nog) niet kennen. Misschien bent u dat wel. In dat geval wil ik speciaal u - maar andere lezers van Cornelis ook - op hoofdlijnen even bijpraten over de inhoud. Er komt veel aan de orde in deze glossy. Maar alles concentreert zich rond één belangrijk thema: de enorme betekenis van voeding en leefstijl. Onze gezondheid wordt mede bepaald door de keuzes die we maken. Voeding is de brandstof voor ons lichaam. Daar moet ons immuunsysteem het van hebben. Dagelijkse lichaamsbeweging is een belangrijke toegevoegde waarde. Verkeerde keuzes kunnen negatieve effecten op ons immuunsysteem en dus op onze gezondheid hebben. De enorme betekenis van voeding voor ons immuunsysteem - Moerman noemde dat ‘de onderdrukker’- is het uitgangspunt van veelbelovend wetenschappelijk onderzoek. In dit blad komen negentien patiënten aan het woord over hun keuze voor de Moermantherapie, als enige of als complementaire aanpak van hun ziekte. Ze danken er (mede) hun genezing aan, vertellen ze. Geneest iedereen die kiest voor deze complementaire geneeswijze? Was dat maar waar. Wat wel waar is, is dat de kwaliteit van leven van mensen die hun voeding als hun medicijn beschouwen en deze benadering volgen, sterk verbetert. Cornelis leidt u door een stukje geschiedenis van de therapie en MMV, en langs belangrijke thema’s: de risico’s die ons omringen, de noodzaak van preventie, de politisering van de gezondheidszorg, de geestverwanten van Moerman, die bij de behandeling van kanker eveneens de kracht van de natuur als uitgangspunt namen. Soms maken artsen nog gebruik van hun zienswijze. Cornelis, neem, lees en bewaar. Doorgeven mag ook.
Cor van Groningen hoofdredacteur CORNELIS 3
INHOUD
6 40
Portret van Cornelis Moerman
Genie of charlatan: dat is de vraag
‘Link tussen voeding en gezondheid lijkt mij logisch’
65 Meer winst
met minder dure behandelingen GESCHIEDENIS
POLITIEK & KANKER
16 Zoon van Moermans eerste patiënt blikt terug ‘Hij deed het, omdat we buren waren’
31 Complementair is ‘kind van de rekening’ Het verkeerde inzicht van minister Schippers
18 ‘Mamma, ik leef weer!’ Oprichters MMV: strijdbare vrouwen met een missie
62 CU-kamerlid Carla Dik Faber Pleidooi voor preventie in de gezondheidszorg
20 Ontmoet Moermans geestverwanten
VOEDING & KANKER
41 Herinneringen aan het verenigingswerk Bedolven onder de sapcentrifuges
23 Het gelijk van Moerman Zijn therapie geldt nu als een superdieet
42 Retrospectief onderzoek 1991 Conclusie: Moerman geneest
26 Gynaecoloog Barbara Havenith ‘Er bestaat maar één soort zorg: de beste’
48 Eetlessen van een voedingstrainer Hoezo, hersenen in je buik? 71 Hoogleraar Ellen Kampman ‘We zijn allemaal potentieel patiënt’ 74 Louis Bolk Instituut Pleidooi voor een nieuw concept van gezondheid TOEKOMST 44 Interview met arts Rick van Prooijen ‘Onder reguliere artsen is nog een wereld te winnen’ 76 Interview met arts Roland Lugten ‘Ik heb hoop. Het gaat veranderen’
30 Voedingsmiddelenlijst: kroonjuweel van MMV Colofon Cornelis is een speciale uitgave van MMV die eenmalig verschijnt. Hoofdredacteur Cor van Groningen Plv. hoofdredacteur Jan van Klinken Eindredacteur Rineke Wisman Aan deze uitgave werkten mee Huib Boogert, Leonard Davids, Arjan van Groningen, Cor van Groningen, Ellen Hameeteman, Lisette Heijboer, Jan van Klinken, Herman Meijer, Ralph Moorman, Matilde Newman, Petra Pronk, dr. Gert Schuitemaker, Denise Snoeijen, Gerlinde Stam, Christine Steenks, dr. Hans Stoop, Klazien van der Toorren, Gijs
Versteeg, Rineke Wisman Fotografie 19 patiënten Gijs Versteeg Ontwerp D&DJ communicatie Druk BDU Redactieadres Hof van Azuur 30, 2614 TB Delft Advertenties J.P.H. Geraats, Louis Regoutstraat 36, 6006 LL Weert, T (0495) 53 22 20 ISSN Uitzicht ISSN 0169-9938 I www. mmv.nl E
[email protected] Redactie van Uitzicht en bestuur van MMV aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor de toepassing van de inhoud van dit blad. Overname van artikelen door derden is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming vooraf.
Adres Centraal Bureau MMV, Postbus 508, 2400 AM Alphen ad Rijn T (0172) 49 79 44 (werkdagen tussen 9 en 13 uur) E
[email protected] Lid worden? e-mail naar
[email protected] of ga naar www.MMV. nl of schrijf naar MMV, Postbus 508, 2400 AM Alphen ad Rijn Kosten € 29,00 per jaar. U ontvangt dan automatisch tien keer per jaar Uitzicht en krijgt tot 25 % korting op voedingssupplementen bij verzendhuis De Roode Roos. Meer informatie www.MMV.nl/Over MMV
Moerman voor beginners Het fenomeen in 7 korte vragen
58 17
Springlevend! UNIEKE
serie interviews
19 kanker-overlevers vertellen (over hun complementaire behandeling) Lees vanaf pagina 10, 34, 50 en 66!
Jochem overleefde quote zeldzaam'Korte neuroblastoom
25
van de persoon op de foto' EN VERDER
56 Interview met een toxicoloog Over het vergif in onze inboedel 74 Denk je sterk Over geestkracht en genezing Columns 9 Denise Snoeijen 22 Gert Schuitemaker 47 Ralph Moorman 79 Arjan van Groningen
pagina 27
x 6 mullen
s
n Recepte
CORNELIS 5
GESCHIEDENIS Wat is gezondheid?, vroeg Cornelis zich af
PORTRET VAN EEN
GENIALE
DWARSLIGGER
Zo’n slordige 45 jaar geleden ontmoet ik Cornelis Moerman voor het eerst op het landgoed Hoogstad in Vlaardingen. Doel: een interview voor de plaatselijke krant. “Wordt het laat?”, wil mijn vrouw weten. “Nee”, zeg ik, “zeker niet.” Dat blijkt een misverstand. Om half acht ’s avonds sta ik oog in oog met een geniale dwarsligger. Het gesprek eindigt om half drie ’s nachts. Cornelis, ik ben hem nooit meer kwijtgeraakt! TEKST: COR VAN GRONINGEN FOTO: ARCHIEF MMV
6 CORNELIS
D
e opdracht was helder geformuleerd en beargumenteerd door de redactiechef van de lokale krant: ‘Er woont hier in Vlaardingen een oude dokter die beweert dat hij kanker kan genezen. Dat is onzin natuurlijk; vindt mijn zwager ook en hij is oncoloog. We hebben al een tijd niet over hem geschreven en kunnen wel weer eens een interview met hem gebruiken.’ Misschien was het de formulering waar de vooringenomenheid van afdroop die me prikkelde; of het klakkeloos aanhaken bij de opinie van een ander. In ieder geval was ik er helemaal klaar voor om de man die zei kanker te kunnen genezen èn het kankervraagstuk te hebben opgelost, eens stevig aan de tand te voelen. Genie of charlatan, dat is de vraag. Op een druilerige najaarsavond, bel ik aan bij Hoogstad. De dokter doet zelf open, loodst me naar de doordeweekse kamer en plant me in een stoel naast de gashaard. ‘Even geduld, ik ben zo terug.’ Een paar minuten later is hij er weer, de armen beladen met een dossier van een halve meter. Hij posteert zich vóór me en zegt: ‘Gaat u eens staan.’ Ietwat verbaasd sta ik op en blik in zijn priemende ogen. De dokter spreekt: ‘U gaat nu kennis nemen van het grootste schandaal in de medische geschiedenis van Nederland.’ ‘Dus toch’, denk ik. We gaan zitten, Cornelis spreekt. Zet de kamer en passant blauw van de sigarenrook. Ik hoef alleen maar te luisteren. Uren achtereen luisteren. Half één neemt Cornelis een time-out; gaat soepel door de knieën en strekt, gehurkt, beurtelings het linker- en het rechterbeen. ‘Daar knap je van op!’ Om half drie ’s nachts vat hij zijn verhaal samen in deze klacht: ‘Jarenlang heb ik gepoogd mijn inzichten, alsmede de door mij geconstateerde feiten en geleverde bewijzen, kenbaar te maken te bevoegder plaatse. Ik kreeg echter telkens nul op het rekest. Erger: men begon te schelden van kwakzalverij, oplichterij en bedriegerij. Ik heette volkomen onbetrouwbaar. Zestien jaar lang heeft men mij de grootste schade en kwellingen aangedaan, zodanig, dat insiders zich erover verwonderen dat ik nog rechtop loop. Mijn ziel is aan alle kanten gebarsten.’
CORNELIS ALS ARTS Cornelis Moerman is de tweede uit een boerengezin met vijf kinderen. Zijn voorgeslacht is oorspronkelijk afkomstig uit Vlaanderen. Aanvankelijk wil hij dierenarts worden, maar na de Eerste Wereldoorlog kiest hij alsnog voor de studie medicijnen aan de Rijksuniversiteit in Leiden. In 1929 vestigt hij zich als huisarts op het ouderlijk landgoed Hoogstad, in wat toen nog VlaardingerAmbacht heette. Als enige huisarts daar mag hij een apotheek hebben en dat zet behoorlijk kwaad bloed bij zijn collega’s uit Vlaardingen. Van een goede samenwerking is geen sprake. Cornelis houdt er ook in zijn praktijkvoering tamelijk eigenzinnige standpunten op na. Hij weigert te werken voor het Onderling Beheerd Ziekenfonds, maar kiest voor een vereniging die de financiële gevolgen van ziekte bestrijdt en er voor ijvert om armen aan dezelfde medicijnen te helpen als particuliere patiënten. Mensen die geen huisarts kunnen betalen, helpt hij gratis. Een sociaal trekje dat hem een leven lang bijblijft. Als arts is hij een scherp waarnemer, met oog voor details. Zo komt hij signalen op het spoor de zestien klinische symptomen - die kanker of een voorstadium ervan verraden.
CORNELIS ALS ONDERZOEKER Cornelis is een oorspronkelijk denker. Er is één vraag die bij hem in het bijzonder blijft haken als hij afgestudeerd is: wat is gezondheid eigenlijk? Aan welke voorwaarden moet een gezond lichaam voldoen? Naar de kennis van zijn tijd
‘MIJN ZIEL IS AAN ALLE KANTEN GEBARSTEN’ weet hij alles van ziekte(n), maar eigenlijk niets van gezondheid. Dat intrigeert hem. Hij besluit het kankervraagstuk te bestuderen en gebruikt daarvoor zijn kolonies kerngezonde postduiven, waarvoor hij van jongs af aan een passie heeft. Bayer in Duitsland heeft hem afgeraden duiven voor zijn experimenten te gebruiken, ‘omdat bij gezonde duiven geen kanker kan worden veroorzaakt’. Hij laat groepen duiven degenereren door
CORNELIS 7
»
ze slecht te voeren; vervolgens bouwt hij ze weer op met optimale voeding. Omdat duiven veel op pikken op het land, mogen volkstuinders op landgoed Hoogstad geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen gebruiken, want daarmee zouden zijn experimenten negatief beïnvloedt kunnen worden. Aldus experimenterend komt Cornelis een aantal stoffen op het spoor die voor een goede gezondheid van vitaal belang zijn: ijzer, zwavel, jodium, citroenzuur, de vitamines A, C, E en die van het B-complex. Cornelis ontmaskert kanker als een ziekte van het lichamelijk tekort. Niet het gezwel is de ziekte, zoals destijds algemeen wordt aangenomen, maar het lichaam als geheel is ziek. Kanker heeft een geschiedenis, is geen plotseling optredend proces, maar wordt veroorzaakt door een tekort aan noodzakelijke vitamines en andere stoffen. Dat druist zo tegen de gangbare opvattingen in, dat Cornelis medisch in de ban wordt gedaan. Druk vanuit de publieke opinie zorgt ervoor dat ‘de zaak dokter Moerman’ in de belangstelling blijft, enkele keren ‘onderzocht’ wordt om de gemoederen tot rust te brengen. Over het meest vernietigende rapport (commissie-Delprat,1958) schrijft prof. dr. H.W. Julius, toenmalig voorzitter van de Wetenschappelijke Raad van het KWF, aan een collega dit: ‘Ik vind het vreselijk dat dit verschenen is. Ik meen echter dat het wijs beleid is om dit maar naast je neer te leggen. Want men verandert de wereld en zijn onkritische houding toch niet. Er zit achter deze rapporten meer politiek dan verstand.’ Het klinkt als een compliment voor Cornelis! Zijn gelijk krijgt hij in een retrospectief onderzoek (zie pagina 43) dat in 1991 verschijnt: Moermantherapie geneest! Cornelis is dan al drie jaar dood.
Cornelis ontmaskert kanker als een ziekte van het lichamelijk tekort 8 CORNELIS
De woonkamer ziet er nog exact hetzelfde uit als 45 jaar geleden.
CORNELIS ALS MENS Hoe was Cornelis als mens? Veelzijdig, een beetje moeilijk, wat wantrouwig, sober levend en soms een beetje ijdel. Dat laatste wordt zichtbaar als hij zich van tijd tot tijd laat rondrijden in zijn Cadillac en hij minzaam naar het publiek wuift. Cornelis’ veelzijdigheid blijkt als hij zijn kleermaker de laan uitstuurt en hij zelf zijn kostuums tekent, snijdt en naait. Ze zitten perfect! Het kan niet uitblijven, verscheidene keren kruisen zogenaamde belangstellenden in zijn therapie zijn pad met minder goede bedoelingen. Dat maakt hem wantrouwig. Dat wantrouwen zorgt er voor dat hij soms goede vrienden en medestanders van zich vervreemdt. Cornelis is ook een matig levend mens. Hij veroorlooft zich geen uitspattingen op het gebied van eten en drinken, maar hij rookt als een ketter, dikke sigaren. Een zonde die hij compenseert met 10 gram vitamine C per dag. Elk leven heeft zijn schaduwzijde. Ook dat van Cornelis. En alle schaduwzijden zijn donker. De zijne is de publicatie van ‘De wedergeboorte van het Christendom’, een van antisemitische trekken verdacht werkje, dat weliswaar nooit verspreid is, maar hem toch aan het einde van zijn leven ernstig in diskrediet bracht. Was hij antisemiet? Nee.
BELANGRIJK SPOOR Heeft Cornelis het kankervraagstuk opgelost? Nee. Maar hij heeft met zijn ontdekking wel een zeer belangrijk spoor in het kankeronderzoek gewezen: de onmisbaarheid van een goed functionerend immuunsysteem. Het lichaam moet zelf de strijd met kanker aanbinden. Heel veel (kansrijk) wetenschappelijk onderzoek nu is op de versterking van dat immuunsysteem gericht. De erfenis van Cornelis, betwist of niet, is een waardevolle. Fantastisch dat er zulke geniale dwarsliggers zijn!
COLUMN
Keuzes
Denise Snoeijen
Onlangs stond ik op het podium bij een groot muziekevenement en zong ik voor 1250 (!) mensen. Ik wilde voor eens en altijd afrekenen met mijn podiumangst en dit leek mij de ultieme uitdaging. In mijn streven om bewust te leven ben ik op verschillende fronten actief - ook op het gebied van voeding. Aanleiding daarvoor is mijn moeders gezondheid.
Studenten denken gezond bezig te zijn met een Sultana
In 2005 kreeg zij de diagnose uitgezaaide borstkanker. Het leek hopeloos, maar mijn moeder zette alles op alles om beter te worden. Naast de reguliere behandelingen koos ze voor alternatieve therapieën. Ze paste haar voeding aan, deed visualisatieoefeningen en mediteerde. Zoals ze in het interview in deze glossy op pagina 54 zegt: ‘Ik ging voor het wonder’ en dat ‘kreeg’ ze. In 2009 was in haar lichaam geen kankercel meer te bekennen. Mijn moeders keuzes en het resultaat daarvan maakten dat ik bewust en zo gezond mogelijk ben gaan leven. Zeker vergeleken met andere studenten ben ik een uitzonderlijk geval met mijn smoothies, voedingssupplementen en … zonder smartphone. Het stemt me treurig als ik zie dat leeftijdgenoten zonder ontbijt naar school komen, hun honger tijdens de les stillen met Snickers, tussendoor een chemisch automatensoepje drinken en ’s avonds een diepvriespizza met energiedrankjes naar binnen werken. ’s Avonds gieten ze er vaak nog een sloot alcohol bij al dan niet aangevuld met (soft)drugs op feestjes die tot in de vroege uurtjes duren. Natuurlijk slapen ze daarna met de smartphone onder hun kussen en een asbak vol peuken naast hun bed. Dit schetst wel het extreme geval. Gelukkig zie ik ook studenten die koken zonder pakjes en zakjes en in de weer zijn met quinoa en verse kruiden. Bij een vriendin kreeg ik eens soep voorgeschoteld met sla en broccoli. Sla in de soep?, dacht ik. Maar het was verrassend lekker! Veel studenten denken na over gezonde voeding, maar het ontbreekt hen aan de juiste informatie om goede keuzes te maken. Ze denken gezond bezig te zijn met hun ‘Sultana met fruit’ of houdbare appelsap. Het maken van gezonde keuzes lukt een stuk beter als er goede informatie voorhanden is. Vaak zitten ongezonde stoffen verstopt in een zéér moeilijke naam op de ingrediëntenlijst. Alsof wij allemaal maar moeten weten dat ‘monosodiumglutamaat’ een stofje is dat ervoor zorgt dat je meer van het product gaat eten.
Denise Snoeijen behaalde in 2012 haar bachelor pedagogiek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en studeert nu aan de Wageningen Universiteit. Ze hoopt in het voorjaar van 2015 haar master Applied Communication Science specialisatie Health & Society af te ronden.
Ik luister naar mijn lichaam en handel daarnaar. Als ik eens een ongezonde keuze maak, bedenk ik dat ik elke keer de keuze opnieuw kan maken. Elke dag, elk uur, elk moment kan ik hierin afwegingen maken. Ik voel me goed als ik gezonde keuzes maak, en daarom doe ik het. Zolang ik maar weet wat de consequenties van mijn keuzes zijn. Als er betere, betrouwbaardere, en duidelijkere informatie voorhanden is, ben ik ervan overtuigd dat meer studenten gezondere keuzes maken. Gelukkig is er een groeiende stroming die ervoor zorgt dat het informatieve geluid steeds groter wordt!
CORNELIS 9
INTERVIEW TERUGBLIK Patiënten vertellen
‘Ik kon de regie w terugpa Wie: Ronni van Schie (68) Privé: woont in Delft, gehuwd, een kind, twee kleinkinderen. Diagnose & behandeling: 1996 borstkanker. Onderging borstamputatie met okselkliertoilet. Met in 2001 uitzaaiingen in linkerlong en thorax koos Ronni voor een combinatie van hormonale therapie en Moermantherapie. De tumoren in de thorax zijn verdwenen en die in de long is min of meer stabiel.
In 1996 deed Ronni van Schie mee aan een bevolkingsonderzoek. Ze had geen klachten. De uitslag ‘borstkanker’ kwam als een donderslag bij heldere hemel. Onmiddellijk ging de medische molen draaien. Het was destijds nog heel gebruikelijk om met de borst ook de lymfeklieren weg te halen, dus er volgde een ingrijpende operatie. “Ik vroeg enkele keren of ik niet iets moest slikken ter ondersteuning, maar dat hoefde allemaal niet.” Ze geloofde de artsen op hun woord. Vier jaar later ontdekte ze zelf knobbeltjes tussen haar ribben. Nog diezelfde dag kreeg ze puncties. De uitslag was alarmerend: uitzaaiingen in de thorax en de linkerlong. “Ik was zeer teleurgesteld in de artsen dat ze dat niet hadden voorkomen. Ik had een groot geloof in de medische stand, maar dit was een ommekeer. Ineens besefte ik: jullie weten het dus ook niet...” De tumoren in de thorax konden weggehaald worden, die in de long niet. Het behandelingsvoorstel voor de longen was: chemo en bestralen. Toen Ronni dat hoorde riep ze spontaan: ‘Kan het niet wat minder?!’ “Die kreet kwam recht uit mijn hart. Thuis begon ik serieus na te denken. Ik besefte dat de artsen gewoon via een protocol werken. Maar ik wilde geen standaardbehandeling. Ieder mens is anders, dus leek het mij dat de behandeling per persoon aangepast zou moeten worden.” Mensen in haar omgeving attendeerden haar op de Moermantherapie, maar daar stond ze niet voor open. Ze werd zelfs boos. “Ik had het al zo moeilijk, moest
10 CORNELIS
weer akken’ ik ook nog moeilijk gaan doen met eten?” Dat zag ze niet zitten. Maar na een week begon het toch te kriebelen. “Ik ben een doener en de machteloze situatie waar ik in zat, was niets voor mij. Ik wilde actief meewerken aan mijn herstel.” Toen ze zich realiseerde dat dat precies is waar de Moermantherapie voor staat, ging ze om. Binnen twee weken had ze zich het dieet eigen gemaakt. “Het was een enorme omslag, maar ik vond het fantastisch dat ik zelf iets kon doen. Van een situatie waarin mij de dood was aangezegd, kon ik iets doen. Dat neemt de zwaarte weg van je onmacht. Met de Moermantherapie kon ik grotendeels de regie weer terugpakken.”
REGULIER EN COMPLEMENTAIR Ze stond kritischer ten opzichte van de geneeskunde dan vroeger, maar op advies van haar Moermanarts liet ze zich ook regulier behandelen. “Ik sta op twee benen: het ene is regulier, het andere is aanvullend. Daar voelde ik me stabiel bij. Het was voor mij belangrijk dat die werelden bij elkaar zouden komen.” Dat gebeurde. De oncologisch internist accepteerde haar keuze voor een tweesporenbeleid. “Zij wilde mij blijven behandelen, doorgaan met de hormonale therapie en de zaak nauwgezet volgen. Daar was ik blij mee. “ Op zijn beurt dacht haar Moermanarts, dokter Valstar, kritisch mee en stelde fundamentele
Zwaar teleurgesteld was Ronni van Schie (68) toen ze vier jaar na de diagnose borstkanker uitzaaiingen bleek te hebben. Dat was het einde van haar vertrouwen in de artsen. Ze koos toen bewust voor een tweesporenbeleid. Inmiddels wordt ze door haar internist als ‘bespreekpatiënt’ opgevoerd in haar colleges. “Ik vind het belangrijk dat artsen in opleiding te weten komen dat er meer is dan alleen regulier.” TEKST: PETRA PRONK
vragen over haar reguliere behandeling die ze kon terugkoppelen naar haar arts. “Ik voelde me erg door Valstar gesteund. Qua wetenschappelijke deskundigheid kun je niet beter zitten.” Hij raadde Ronni bijvoorbeeld aan te vragen of haar tumoren hormoongevoelig waren.
wend en het voldoet zo goed, ik zou het niet anders meer willen. Ik ben vooral het dieet gaan volgen omdat ik kwaliteit van leven wilde. Maar het heeft me ook tijd opgeleverd – en die tijd is veel langer geworden dan iedereen dacht.”
Met het dieet was ze streng in de leer. “Als ik zo’n keuze maak, ga ik er voor. Ik wilde alles op alles zetten.” Ze is enthousiast over het dieet, en dat is bijzonder voor een bakkersdochter. “Ik was een zoetekauw. Je moet behoorlijk aan de bak om het je eigen te kunnen maken. Het is een ommekeer in boodschappen doen en denken. Maar ik vond het eigenlijk
Haar internist was zo onder de indruk van het resultaat, dat zij haar vroeg om twee keer per jaar mee te doen aan haar colleges oncologie voor medisch studenten op de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). “Mijn verhaal dient om aankomende dokters te laten zien wat een combinatie van reguliere en complementaire behandeling kan betekenen. Ik doe eraan mee omdat ik het belangrijk vind dat artsen weten dat er meer is dan ze in de opleiding leren. Mijn huisarts was destijds afhoudend toen ik over de Moermantherapie begon. De opleiding is zo regulier dat artsen weinig weten over alternatieven. Dat is een slechte zaak; ze krijgen wel te maken met patiënten die hun mening vragen over andere behandelwijzen. Om daarin goed te kunnen adviseren, moet je als arts weten waar je over praat. Dus vertel ik graag wat de Moermantherapie voor mij heeft veranderd, en dat deze aanvullende behandelwijze voor mij in alle opzichten in tijd en kwaliteit heel goed werkt.”
AANKOMENDE DOKTERS
‘Ik wilde actief meewerken aan mijn herstel’ direct lekker. Iemand zei dat je er binnen een maand of drie aan gewend bent, omdat je smaakpapillen niet meer op zoek zijn naar zoet en zout en dat klopte. Na drie maanden lustte ik zelfs geen cake meer, waar ik altijd dol op was.” Dertien jaar later gaat het prima met Ronni. De tumor in de long blijft min of meer stabiel. Het dieet volgt ze nog steeds. “Ik ben het zo ge-
CORNELIS 11
Gezond leven is voor Wim van den IJssel (67) een ‘way of life’. Tenminste, sinds hij de diagnose kanker kreeg. Afwachten lag hem niet, daarom ging hij op zoek naar manieren om gezonder te leven. Zo kwam hij zeventien jaar geleden op het spoor van MMV en daar profiteert hij nog steeds van. “Ik bruis van de energie.” In 1991 werd bij Wim van den IJssel darmkanker geconstateerd. In 1992 keerde het terug. Beide keren liet hij zich regulier behandelen. Maar in 1994 kwam de kanker weer terug, deze keer in zijn longen. Toen was voor Wim de maat vol. Voor de suggestie van zijn artsen – afwachten – voelde hij niets. In plaats daarvan ging hij op zoek naar de oorzaken van kanker en mogelijke complementaire behandelingen. Zijn huisarts reageerde sceptisch. “Toen ik hem vroeg naar het Moermandieet zei hij: ‘Ik heb nog nooit een gezwel zien verdwijnen door anders te gaan eten.’ Hij gaf me wel een vergeeld boekje mee met een telefoonnummer van de Moermanvereniging.” Het telefoontje veranderde zijn leven. “Ik ben die mevrouw van de telefoondienst nog steeds dankbaar.” Zodra hij met het Moermandieet begon, knapte hij op. “Het mooie van deze therapie is dat die meehelpt om het eigen afweersysteem te optimaliseren. Ik wil mijn lichaam graag geven wat nodig is, en daar hoort levende voeding bij.” Op zoek naar informatie over gezond leven stuitte Wim op allerlei feiten over de link tussen leefstijl en gezondheid. Zo bedacht hij zelf de ‘bibliotherapie’: door het lezen van informatie die met gezondheid in de breedste zin te maken heeft, ga je bewuster leven. Zijn advies: “Lees. Informeer jezelf, zodat je weet wat er te koop is. Ik ben me bewuster geworden van de dingen die ik doe en vooral de dingen die ik laat. De westerse wereld versuikert en verzout. Dat heeft allerlei ziekten tot gevolg, van kanker tot Alzheimer en Parkinson. Doordat ik er meer van weet dan twintig jaar geleden, is het nóg makkelijker me aan het Moermandieet te houden. Een garantie is er niet, maar ik weet dat ik met mijn gezonde leefstijl de kans verklein dat ik andere westerse welvaartsziekten krijg.” “Ik kom al acht jaar niet meer in het ziekenhuis en ben dus patiënt-af. Ik ben in prima conditie. Ik tennis competitief op redelijk niveau en golf fanatiek. Daarnaast steek ik mensen om mij heen aan met het ‘bibliotherapie-virus’ en daar blijf ik zelf ook volop mee bezig.” TEKST: PETRA PRONK
12 CORNELIS
‘Ik leef bewuster sinds ik meer weet’ Wie: Wim van den IJssel (67) Privé: Getrouwd, woont in Gouda, twee kinderen, een kleinkind. Diagnose & behandeling: Darmkanker in 1991 en 1992. Koos voor reguliere behandeling. Toen hij in 1994 longkanker had, koos hij voor het Moermandieet. Bracht in 2006 zijn laatste bezoek aan het ziekenhuis en is ‘patiënt-af’.
In 2001 gaat Joos Heerebout (67) met een knobbeltje in haar hals naar de huisarts. Deze ontdekt ook bobbeltjes in oksels en liezen. De diagnose luidt Non Hodgkin. Ongeneeselijk, zegt de internist. Maar dertien jaar later blaakt Joos van gezondheid. “Na twee jaar waren alle bobbels verdwenen.” Niets doen was voor Joos Heerebout geen optie. Als de reguliere zorg haar niet kon helpen, zou ze haar heil elders zoeken. Zo kwam ze terecht in het complementaire circuit. “Ik was vastberaden mijn lijf zo duur mogelijk te verkopen en het krijgen van klachten zo lang mogelijk uit te stellen”, zegt Joos. Daarom koos ze voor een brede aanpak. ‘Een ‘drietrapsraket’, noemt ze het zelf: Simontontherapie, yoga en gezonde voeding. Met de Simontontherapie bevordert ze het zelfherstellend vermogen van het lichaam via haar geestkracht. “Ik stelde me voor dat alles in het heelal meewerkte om mij weer gezond te maken. Dat was verkwikkend; ik kreeg weer energie.” Daarnaast ging ze de Moermantherapie volgen. Moermanarts Engelbert Valstar uit Den Haag schreef haar een dieet voor dat helemaal toegesneden was op haar ziekte. Ze hield zich er streng aan en voelde dat het hielp. “Binnen drie maanden was ik qua energie weer de oude en na twee jaar waren ook alle bobbels verdwenen.” In de jaren die volgden voelt ze zich een stuk gezonder dan voordat ze ziek werd. Anno 2014 is haar gezondheid nog steeds prima. Ze is ervan overtuigd dat ze fit is dankzij haar gezonde leefstijl. Ze fietst, wandelt veel met de hond en drie keer per week loopt ze vijf kilometer hard: chi-running. “In het begin is het meer wandelen dan hardlopen en op het laatst juist andersom. Het is minder blessuregevoelig dan gewoon hardlopen, doordat je een beetje voorover loopt en daardoor gebruik maakt van de zwaartekracht.” Ook yoga doet ze nog dagelijks en ze eet gezond, “al doe ik alles niet meer zo streng als in het begin”, lacht ze. De jaarlijkse controle bij dokter Valstar houdt ze er voor de zekerheid in, en ze slikt nog steeds supplementen. “Maar het is nu vooral ‘onderhoud’. Ik sta positief in het leven en zie de toekomst met vertrouwen tegemoet. En dat tripje naar Den Haag, daar knoop ik altijd een leuke activiteit aan vast. Dat is mijn jaarlijkse uitje.”
Wie: Joos Heerebout (67) Privé: Getrouwd, drie kinderen, zes kleinkinderen. Woont in Kloetinge. Diagnose & behandeling: ‘Ongeneeslijke’ lymfklierkanker in 2001. Door voedingstherapie, supplementen, yoga en Simontontherapie na drie maanden klachtenvrij en na twee jaar ‘bobbelvrij’.
‘Niks doen was voor mij geen optie’
TEKST: PETRA PRONK
CORNELIS 13
TERUGBLIK
Wel of geen chemo? Het was voor Toos Bons (68) uit het Betuwse Deil een onmogelijke keuze. Na veel getwijfel werd het chemo, maar al bij de eerste kuur sloeg ze toch een andere weg in. Daar is ze na vijftien jaar nog steeds blij om. Haar oma overleed aan kanker, evenals de andere zeven kinderen van het gezin waarin grootmoeder opgroeide én haar eigen moeder. De ziekte leek erfelijk. Toch was Toos volledig overrompeld toen ze in 1999 te horen kreeg dat ze borstkanker had. Ze onderging een borstamputatie en daarna zouden zes chemokuren volgen. Daar zag ze tegenop. “Al dat gif in je lijf.” Hoewel ze in eerste instantie akkoord ging, kwam ze op deze beslissing terug toen tijdens de eerste kuur het infuus begon te lekken. Dat de verpleegkundigen een calamiteitenkoffer met beschermende kleding lieten aanrukken, was reden om van de behandeling af te zien. “Wat zij niet met hun handen en schoenen mochten aanraken, kwam wél in mijn lichaam.”
Alsnog ‘nee’ tegen al dat gif
Wie: Toos Bons (68) Privé: Getrouwd, woont in Deil, drie dochters, vijf kleinkinderen. Diagnose & behandeling: Onderging borstamputatie na diagnose borstkanker (1999). Zag af van chemo, stapte over op het Moermandieeten stopte naderhand met hormoonkuur.
Haar moeder werd lid van de Moermanvereniging, maar kon het dieet niet volhouden. Toen Toos zelf met kanker geconfronteerd werd, hernieuwde ze het lidmaatschap en begon met het dieet. De reactie van haar arts was dat ze daarmee geen genezing zou vinden. ‘Kunt u mij die wel bieden dan?’, vroeg ze. Op die vraag moest hij het antwoord schuldig blijven. Twee jaar later zaten er gezwellen in haar buik. Tijdens de operatie bleek het te gaan om vleesbomen, veroorzaakt door de hormoontabletten die ze een tijdje op voorschrift van de oncoloog had geslikt. “Maar goed dat ik met die kuur gestopt ben”, dacht ze. Toos vaart wel bij het Moermandieet. Het dieet volgt ze trouw. Inmiddels veroorlooft ze zich een paar keer per jaar naar een restaurant te gaan. In de begintijd deed ze dat niet. Als de onderbouwing haar overtuigt, laat ze af en toe een verandering in de keuken toe. Sinds ze bijvoorbeeld las dat kurkuma erg gezond is, kreeg deze specerij een vast plaatsje in haar keuken. Gezond kan tegelijk lekker zijn, ervaart Toos. Ze zou wensen dat meer mensen dat ontdekten. Als ze kankerpatiënten in haar omgeving wijst op de mogelijkheid van de Moermantherapie, weet ze maar zelden iemand te overtuigen. ”Velen denken nog steeds dat het dieet vies is.” Aan de andere kant wil ze de keuze niet mooier voorstellen dan ze is. “Je moet allerlei ongezonde dingen kunnen laten staan. Alleen met discipline lukt het.” TEKST: JAN VAN KLINKEN
14 CORNELIS
’Hij bleef als enige over, leek het’
Wie: Jochem Riepma (13) Privé: Woont in Valkenburg en zijn hobby’s zijn drummen, DJ’en en trampoline springen. Diagnose & behandeling: Op 2-jarige leeftijd tumor aan het zenuwstelsel (neuroblastoom), stadium IV. Werd in 2004 regulier behandeld en na acht maanden kankervrij verklaard. Geen recidive.
Jochem (13) is letterlijk een spring in ‘t veld. Op zijn trampoline en als discjockey (achter de laptop) vertoont hij het ene kunstje na het andere. Lichamelijk heeft hij zo op het oog niets aan de levensbedreigende ziekte van tien jaar geleden overgehouden. Of dat ook geldt voor zijn psyche, is een ander verhaal. Zelf wil hij aan zijn ziektegeschiedenis niet graag herinnerd worden. Jochem kijkt liever vooruit. Wat er sinds zijn ziekte in hem omgaat, heeft zijn ouders Marieke en Klaas weleens aangegrepen. “Jochem ervaart dingen waarvan wij geen weet hebben”, zeggen ze. De ellende begon met pijn in zijn beentje. De 2-jarige kon niet slapen zonder pijnstillers. Oorzaak bleek neuroblastoom: een tumor aan de bijnierschors verkeerde in een vergevorderd stadium en was uitgezaaid naar beenmerg en andere organen. In het jonge lijfje was bijna geen plek zonder kankercellen. Een maandenlange ziekenhuisopname volgde waarbij vader Klaas zich actief met de behandeling bemoeide. “We zagen in het ziekenhuis iedereen om hem heen wegvallen. Het leek wel of hij alleen overbleef”, vertelt Klaas. Hij is van huis uit apotheker met een sterke belangstelling voor complementaire middelen. Wat hem opviel, was dat de oncoloog zich uitsluitend op de ziekte richtte. Voor de voeding, het versterken van het immuunsysteem en het aansterken van de jonge patiënt had hij geen oog. Riepma: “Oncologen zeggen dat het hun pakkie-an niet is. Ze bedoelen: het zat niet in onze opleiding. Maar dat is iets heel anders.” Met de nodige moeite wist hij de behandelend arts over te halen tot het toedienen van complementaire middelen zoals vitaminen- en kruidenpreparaten en van biologische sondevoeding. “Ik zeg niet dat Jochem daardoor is genezen, maar het kwam wel zijn kwaliteit van leven ten goede, verbeterde zijn conditie, versterkte het immuunsysteem en verminderde de kans op recidive. Niet minder heftig dan Jochems ziekbed was de psychologische nasleep. Jochem had last van nachtmerries en woedeaanvallen. Het duurde jaren voordat de thuissituatie weer stabiel was. Te hulp geroepen therapeuten dachten dat het aan Marieke en Klaas lag. Radeloos werden ze ervan. Totdat ze met Het Behouden Huys in Haren en vervolgens het Helen Dowling Instituut in Utrecht (nu Bilthoven, Arnhem en Groesbeek) in aanraking kwamen. “Eindelijk voelden we ons begrepen.” Deze instellingen zijn gespecialiseerd in psychologische zorg voor kankerpatiënten en begrepen wat er in het gezin aan de hand was: een vorm van een posttraumatische stressstoornis. Klaas Riepma richtte intussen een bedrijf op dat zich toelegt op complementaire middelen die (ook) voor kankerpatiënten van nut kunnen zijn. TEKST: JAN VAN KLINKEN
CORNELIS 15
GESCHIEDENIS Interview met een kind van toen
Wim Brinkman (82) groeide op aan de Broekkade in Vlaardingen, op een steenworp afstand van boerderij Hoogstad waar Cornelis Moerman woonde. Het simpele feit dat ze buren waren, maakte dat zijn vader, Leendert Brinkman, de eerste patiënt werd die het Moermandieet volgde. Een experiment dat goed uitpakte. De zes maanden die vader Brinkman nog te leven had, werden ruim dertig jaar. TEKST: PETRA PRONK FOTO'S: GIJS VERSTEEG
ijn vader ‘M was binnen een
jaar weer sterk en vol energie’
E
16 CORNELIS
igenlijk begrijpt Wim Brinkman niet zo goed waarom we bij hem op bezoek komen om herinneringen op te halen. Hij was een kind toen zijn vader ziek werd, en bovendien werd kanker in die tijd niet zo openlijk besproken als nu. Vader was ziek, hij werd beter, en daarmee was de kous af. Maar met een beetje doorvragen, blijkt hij zich toch het een en ander te herinneren over de dokter die zo’n cruciale rol speelde in het leven van zijn vader – en daarmee ook in dat van hem.
gaard, gras maaien, dat soort dingen. ”Wij hadden een goeie verhouding met de Moermannen”, vertelt Wim. “We kwamen er geregeld over de vloer. Dan dronken we een bakkie thee bij mevrouw Moerman in de keuken. Het was daar altijd steenkoud. En Cornelis kwam ook vaak bij ons. Gewoon om een praatje te maken, zoals buren dat doen. Je woonde vlak bij elkaar, dus je leefde met elkaar mee. Hij was altijd aardig tegen ons. Wij brachten hem soms ’s avonds naar huis, dat vond hij plezierig.”
Leendert Brinkman (1884-1974) was boer. Het gezin had een klein boerderijtje aan de Broekkade. Leendert was handig, hij bouwde een stal, een hooiberg en een paar kleine bijgebouwen. Om de hoek op de Broekweg stond boerderij Hoogstad, waar Cornelis samen met één van zijn broers en zijn moeder woonde. Vader Brinkman deed er vaak klusjes. Werken in de boom-
Behalve dat ze buren waren, was er ook een meer zakelijke relatie: Cornelis Moerman was de huisarts van de familie Brinkman. “Als je wat mankeerde, ging je naar dokter Moerman toe”, vertelt Wim. “Hij had een apotheek aan huis waar hij de medicijnen klaarmaakte. Als er iemand ziek was, rende ik naar hem toe om pillen te halen. Het was er vaak
PILLEN
verschrikkelijk druk. Toen hij eenmaal begon met dat dieet werd zijn praktijk steeds populairder. Mensen die nergens een uitweg meer zagen, kwamen bij hem langs.” Op een dag werd Leendert Brinkman niet goed. Hij ging naar het ziekenhuis in Schiedam en werd nog diezelfde dag geopereerd. Men dacht aan een blindedarmontsteking, maar het bleek darmkanker. Er werd een inoperabel buikgezwel aan de dikke darm geconstateerd. “Ik herinner me daar niet zoveel van, want ik was nog klein toen dat speelde. Als je zo jong bent, sta je niet stil bij dat soort zaken. Ik heb naderhand pas meegekregen dat er echt voor zijn leven gevreesd werd. De chirurg schreef een brief naar dokter Moerman om te vertellen dat de ingewanden van mijn vader aangetast waren door kanker en dat hij nog maar kort te leven had. En daar leek het ook echt op, want hij werd daarna in hoog tempo slechter.”
‘We praatten er nooit over. Het was goed afgelopen en daarmee was het klaar’
Omdat ze in het ziekenhuis niets meer voor hem konden doen, mocht hij naar huis. Daar kwam dokter Moerman op huisbezoek. “Die wist ook niet wat hij moest doen, maar omdat het zulke goede buren waren wilde hij toch iets proberen. Dokter Moerman had een groot duivenhok en experimenteerde al een tijd met voeding bij zijn duiven. Hij stelde mijn vader voor om een voedingspatroon te gaan volgen op basis van wat hij had opgestoken bij zijn vogels. Mijn vader had niks te verliezen, dus hij greep dat aanbod met beide handen aan.”
VARKEN Wim weet niet precies wat de therapie inhield, maar hij weet wel dat hij beslist niet jaloers was op wat zijn vader ineens kreeg voorgeschoteld. “Mijn moeder kookte altijd heerlijk. Aardappels, vlees en groente, een pan pap. Simpel, maar goed. Maar voor vader was dat allemaal afgelopen. Hij kreeg alleen nog maar grote hoeveelheden groente. Ook moesten er brandnetels geplukt worden, waar dan thee van werd gezet. Wat
een varken niet at, werd voor hem klaargezet. Wij verlangden er totaal niet naar om met hem mee te eten. Maar het heeft hem wel goedgedaan.” Zijn vader nam het dieet heel serieus. “Hij gooide er bepaald niet met de pet naar, want hij wilde er alles aan doen om te genezen. Ik kan niet met zekerheid zeggen dat dat zijn redding is geweest, maar hij is wel beter geworden.” Of de genezing ooit officieel is vastgesteld, weet hij niet. Maar hij weet wel dat zijn vader er binnen een jaar weer helemaal fit bijliep en zijn zware lichamelijke werk kon verrichten. “Het was nergens voor nodig om te laten onderzoeken of hij genezen was, want hij was gewoon weer de man die hij altijd was geweest. Sterk en met veel energie. Echt een boerenman die genoot van zijn werk. Die hele omslag, van zwaar ziek naar compleet hersteld, heeft nog geen jaar gekost.”
van gesprek. “Zo ging dat vroeger. Het was goed afgelopen en daarmee was het klaar. Het leven ging door. We hebben er eigenlijk nooit meer over gepraat.” Hij is wel blij dat ze het geluk hadden dat ze naast dokter Moerman woonden, want daardoor heeft hij nog lang van zijn vader kunnen genieten. Hoewel hij benadrukt dat hij geen verstand heeft van complementaire geneeswijzen, denkt hij wel dat ze ‘een pluspunt’ zijn. Zelf heeft hij nooit de behoefte gehad om supergezond te gaan leven. “Ik heb me niks ontzegd en van alles teveel gebruikt”, lacht hij. Maar sinds een paar jaar leeft hij een stuk gezonder, omdat hij hartklachten heeft. “Dan ga je je toch netter gedragen. Je ziet tegenwoordig zoveel dikke mensen, dat kan niet goed zijn. Je moet alles met mate gebruiken als je nog een poosje meewil.”
KLAAR De ziekte en het herstel van zijn vader waren in het gezin Brinkman geen onderwerp
CORNELIS 17
GESCHIEDENIS Portret van twee strijdbare vrouwen
Foto links: Gré Strating en haar zoon Theo. Rechts: Martje van Tyum
Gré en Martje:
DE OPRICHTERS VAN DE MOERMANVERENIGING Na het wonderbaarlijke herstel van haar zoon Theo (zie pagina hiernaast ‘Mamma, ik leef weer’) richt Gré Strating-IJben samen met Martje van Tyum Amnestie op, zoals MMV in eerste instantie heet. Wanhopige kankerpatiënten uit hele land zoeken contact met de vereniging. Er is duidelijk behoefte aan informatie over de natuurlijke bestrijding van kanker. TEKST: JAN VAN KLINKEN FOTO'S: ARCHIEF MMV
18 CORNELIS
E
de, 31 maart 1979. De vereniging Amnestie (de latere Moermanvereniging) bestaat vijf jaar en viert haar lustrum in de grote zaal van congrescentrum de Reehorst. Honderden leden zijn toegestroomd. De oprichtster van Amnestie, Gré Strating, heet de bezoekers welkom en vraagt wie van hen baat heeft gevonden bij de Moermantherapie. Het aantal handen dat omhoog gaat, is niet te tellen. “Als vlaggenmasten in een volle haven”, noteert een bezoeker. De aanblik van al die handen grijpt Gré Strating aan. “Het is allemaal niet voor niets geweest.” Zeven jaar eerder had deze vrouw niet kunnen bevroeden dat haar leven in het teken zou komen te staan van een vereniging voor kankerpatiënten. Ze was een gelukkige moeder van een gezin met zeven kinderen in het Gelderse dorpje Elst, waar haar man wiskundelaar is. Haar leven komt op zijn kop te staan als haar jongste zoon Theo ernstig ziek wordt. Een hersentumor brengt hem aan de rand van de dood. Dat hij het overleeft, is te danken aan de Vlaardingse arts Cornelis Moerman.
‘ERG VIES’ Bij Moerman komt ze terecht dankzij een de tip van Martje van Tyum, een verpleegkundige die bevriend is met haar ouders. Van de kankertherapie van de Vlaardingse arts heeft Gré geen idee. Na het bezoek aan de dan al bejaarde dokter gaat het dagelijkse menu drastisch op de schop. “We vonden het allemaal heel erg vies”, weet zoon Jan Strating nog. Ook zijn zus Margreet griezelt nog bij de gedachte aan de maaltijden die haar moeder na het consult aan Moerman voorschotelt. “Geen suiker, geen vlees , zilvervliesrijst, veel rauwkost en dagelijks erwtensoep.” Het Moermandieet is in die tijd zeer basic. Het op smaak brengen met allerlei kruiden en specerijen is nog nauwelijks aan de orde. Moeder Strating zou dat niet hebben
‘Mamma, ik leef weer’ Toen de 10-jarige Theo bij dokter Moerman kwam, was hij zo ziek dat hij nauwelijks nog at en dronk. Met een theelepeltje diende zijn moeder hem de voorgeschreven voeding toe. Hij werd beter. De arts noemde hem een ‘medisch wonder’.
Martje was niet te stoppen Martje van Tyum was werkzaam geweest in het ziekenhuis te Winterswijk, maar raakte invalide en moest haar verpleegstersuniform zeer tot haar spijt aan de wilgen hangen. Ze las een boek over Moerman en nadat ze kankerpatiënten dankzij diens therapie had zien herstellen, was ze niet meer te stoppen. Ze mocht dan invalide zijn, maar ze kon nog wel bellen. Ze rustte niet voordat ze bewindslieden zelf aan de lijn had om hen aan te sporen een officieel onderzoek in te stellen naar de Moermantherapie. Stad en land belde ze af: naar Kamerleden, journalisten, dominees, bisschoppen en wie ze maar te pakken kon krijgen. Nadat ze had geholpen Amnestie van de grond te tillen, wierf ze het ene lid na het andere. Ze was een ambassadeur in optima forma voor de vereniging. Martje overleed in 1996, op nieuwjaarsdag. Ze werd 81 jaar.
gedurfd. Van het hoe en waarom van het dieet heeft ze in eerste instantie geen idee. Als ze merkt dat ook andere patiënten met de meest uiteenlopende vragen rondlopen, rijpt het plan om een vereniging op te richten. De club bestaat uit veertig mensen en noemt zich Amnestie. De gedachte achter die naam is dat terdoodveroordeelden, zoals haar zoon Theo, amnestie hebben gekregen dankzij de Moermantherapie. Ze belt haar dochter op en zegt: “Martje en ik hebben een vereniging opgericht.“
ONTWRICHTEND
Gré wordt secretaris van de nieuwe club, begeleidt patiënten, doet de boekhouding en redigeert een gestencilde nieuwsbrief. Binnen de kortste keren explodeert het ledenbestand. Huize-Strating dreigt onder de last van de nieuwe vereniging te bezwijken. “Een beetje ontwrichtend voor je gezinsleven is het wel”, bekent ze in 1984 in een interview in Uitzicht. En dat is nog zacht uitgedrukt. Maar Gré is niet voor een kleintje vervaard. “Ze kon wel tien paarden tegelijk mennen”, vertelt haar dochter Margreet. Wanhopige kankerpatiënten uit hele land zoeken contact met de vereniging. Het is voor vrijwilligers geen doen meer. De aanstelling van vaste krachten is onontkoombaar. Amnestie belandt in een nieuwe fase. Duidelijk is wel dat de vereniging een blijvertje is. Amnestie voorziet in de schreeuwende behoefte aan informatie over de natuurlijke bestrijding van kanker.
Moeder kon wel tien paarden tegelijk mennen’ Zowel dochter Margreet als zoon Jan zetten de traditie voort. Ze hadden zitting in het bestuur van de vereniging van 2007 tot 2011. De naam Amnestie was toen al gewijzigd in Moermanvereniging, dit vanwege de verwarring die vaak ontstond met Amnesty International.
Theo was een nakomertje. Het gezin van Gré en Engbert Strating woonde nog maar goed en wel in Elst, bij Arnhem, toen hij het levenslicht zag. Zijn doopnaam luidde Theodoor, wat Godsgeschenk betekent. In het gezin was de baby als nummer zeven meer dan welkom. Hij maakte het prima totdat hij in september 1972 –Theo was inmiddels tien- begon te klagen over hoofdpijn. De foto’s in het Arnhemse ziekenhuis verklaarden de pijn. In zijn hersenen was een grote tumor zichtbaar. Met spoed werd hij naar Nijmegen overgebracht voor een operatie. De oncoloog vertelde de ouders dat hij een zeer agressief gezwel ter grootte van een mandarijn had aangetroffen en dat hij niet alles had kunnen wegnemen. Erger nog, er zaten tal van uitzaaiingen in de hersenen. Theo’s dagen waren geteld. Daar was de oncoloog duidelijk over. Theo kreeg last van ernstige vermoeidheid en lag de hele dag doodziek op de bank. Zijn heengaan leek eerder een kwestie van dagen dan van maanden. Juist in die periode overleed Theo’s opa. Op de dag van de begrafenis ontmoette zijn moeder zuster van Tyum, een vriendin van de familie. Ze hoorde het verhaal van Theo aan en belde de volgende dag terug met het advies om direct naar ene dokter Moerman in Vlaardingen te gaan. Ze had net een boek over hem gelezen. Met de taxi ging de reis van Elst naar Vlaardingen. Moerman schreef allerlei vitaminen en mineralen voor en verder moest Theo leven volgens een strikt dieet. Dat was een groot probleem, want hij at of dronk vrijwel niets meer. Met een theelepeltje diende moeder Gré de voorgeschreven middelen beetje voor beetje toe. Het resultaat was ongelooflijk. Na enkele dagen stond Theo ineens op van de bank, liep door de kamer en zei: 'Mamma, ik leef weer.' Een half jaar later kon Theo weer naar school, maar niet voordat hij nog even voor controle naar het ziekenhuis was gegaan. Op de scan was alleen nog een litteken te zien. De arts stond perplex en vertelde, dat er wel eens medische wonderen gebeuren en dat dit er een van was. De Moermantherapie? Nee, daar geloofde hij niet in. Theo mocht helaas niet ouder worden dan 43 jaar. Hij overleed in 2005 aan een bacteriële infectie die hij opliep in het buitenland.
CORNELIS 19
GESCHIEDENIS Geestverwanten
Moermans Na twee industriële revoluties kende het geloof in de technologie geen grenzen meer. In de geneeskunde verwierf de moderne farmacie dominantie. Maar de negentiende eeuw bracht ook medici voort die de kracht van de natuur als uitgangspunt namen. Die kanker zagen als het late resultaat van een lange ontwikkeling. Het gevolg van een verstoorde stofwisseling, een verzwakt immuunsysteem. Gemakkelijk hadden zij het niet. Hoon en uitsluiting was meer dan eens hun deel. Klinkt bekend? Ontmoet Moermans geestverwanten. TEKST: DR. HANS STOOP ILLUSTRATIE: ISTOCK
VADER VAN DE NATUURGENEESKUNDE Dr. Maximilian Oskar Bircher-Benner (Zwitserland, 1876 – 1939) is een grondlegger van de huidige natuurgeneeskunde. Deed onderzoek naar rauwkost en concludeerde dat onbewerkt plantaardig voedsel een genezende werking heeft. Basisprincipe van de voedingsleer volgens Bircher-Benner is de ‘opname van gesublimeerde zonne-energie’. Iedere bewerking hetzij koken, bakken of stoven, betekent een vermindering van de zonne-energiewaarde. Bij BircherBenner bestaat de helft van de dagelijkse voedselinname uit rauwkost. Elke maaltijd begint ermee, om een gunstig milieu te scheppen voor de darmflora. Bij alle levensmiddelen ligt de nadruk op
20 CORNELIS
de biologische en zuivere herkomst. Met zijn vrouw, de dokterdochter Elisabeth Benner, stichtte hij een kliniek en een sanatorium, ‘Levenskracht’. Het sanatorium is nog altijd in bedrijf en staat onder de leiding van kleinzoon Andres Bircher. www.bircher-benner.com
MOEDER VAN DE RAW FOOD Dr. Kristine Nolfi (Denemarken 1881 – 1957) behandelde, geïnspireerd door het werk van Bircher-Benner, haar snelgroeiende borsttumor met een dieet van uitsluitend verse groenten, fruit en rauwe melk. Werd uit het doktersambt gezet toen zij anderen volgens haar voedingsvoorschriften ging behandelen. Het sanatorium dat Kristine Nolfi daarop stichtte, behandelt tot op de dag van vandaag kankerpatiënten. Nolfi vergelijkt het menselijk lichaam met een ingenieuze machine die het best mogelijke onderhoud en uitstekende brandstof behoeft. Nolfi adviseert voedsel dat zoveel mogelijk vers en onbewerkt is. Dat betekent rauwkost voor de groenten, rauwe melk en rauwe eieren. Uiteraard alles biologisch. Haar dieet vindt naast kanker ook toepassing bij multiple sclerose, reumatoïde artritis, huidklachten, galstenen, nierstenen, hoge bloeddruk en andere aandoeningen. www.humlegaarden.com
KOFFIEKLYSMA’S Dr. Max Gerson (Duitsland 1881 – 1959) ontwikkelde een succesvolle voedingstherapie tegen tuberculose. Raakte bevriend met Albert Schweitzer nadat hij
diens echtgenote van tbc genezen had. Eind jaren twintig van de vorige eeuw legt Gerson de relatie tussen kanker en voeding. Stelt dat door een geremde stofwisseling als gevolg van een veranderde zuurgraad van de cellen, giftige stoffen zich ophopen, waarna deze ‘ontsporen’. Met kanker en andere chronische ziekten als gevolg. Herstel van het natuurlijk evenwicht verloopt via ontgifting door de lever. Naast voeding, bestaat de therapie uit toepassing van koffieklysma’s en essentiële voedingsmiddelen zoals vitaminen en kaliumzouten. Rauwe groenten en fruit zijn in het Gersondieet van groot belang. Niet toegestaan zijn zout, dierlijke eiwitten, voorbewerkte, geconserveerde en geraffineerde voedingsmiddelen. Dochter Charlotte (92) zette het werk van haar vader voort met de oprichting van klinieken in Mexico en Hongarije en een centrum in Californië. Behalve bij kanker, wordt de therapie ingezet bij reuma, diabetes, astmatische bronchitis, allergieën, hartklachten, multiple sclerose en hoge bloeddruk. www.gerson.org
HEILPRAKTIKER Rudolph Breuß (Oostenrijk, 1899 – 1990) was Heilpraktiker en zag eiwitten als voedsel voor kankercellen. Zijn zeer rigide dieet bestaat uit 42 dagen vasten, in combinatie met speciale groentesappen en thee. Volgers van de Breußkuur mogen niets anders drinken dan een halve liter van het zogeheten Breuß-sap en thee. Uiteraard van biologische groenten. Voor elke soort kanker is een speciale thee. Suiker is niet
tijdgenoten toegestaan en frisse lucht en bewegen worden aanbevolen. Conventionele kankerbehandelingen gaan volgens Breuß niet samen met zijn dieet.
INTEGRATIEVE KANKERGENEESKUNDE Dr. Josef Issels (Duitsland, 1907-1998) was een pionier in de alternatieve kankergeneeskunde. Ook Issels zag kanker als een ziekte van het gehele lichaam. Zijn ‘totaaltherapie’ maakt gebruik van orgaanextracten, anti-kankervaccins, grote hoeveelheden sappen, kruidenthee en water. Het begeleidende dieet is eiwitarm en rijk aan (biologische) vruchten, groenten, granen, karnemelk en cottage cheese – Hüttenkäse. Alle stoffen die het immuunsysteem kunnen hinderen worden geschrapt. Zoals tabak, koffie, commerciële thee en vlees. Als stimulans voor het immuunsysteem dient een maandelijkse ‘koortsshot’. Geen complementaire methode blijft onbenut: ontgifting, ozon-zuurstoftherapie, homeopathie, injecties met leverextracten, vitaminen, mineralen, enzymen en lichaamsbeweging. De therapie van Issels is een schoolvoorbeeld van integratieve geneeskunde. Omdat het naast chirurgie, ook lage doseringen chemo en bestralingen toepast. Issels therapie wordt aangeboden in de VS en Mexico. www.issels.com
BUDWIG’S PAPJE Dr. Johanna Budwig (Duitsland, 19082003) nam de veronderstelling van Otto Warburg als uitgangspunt, dat een cel in een zuurstofarm milieu tot kankercel kan muteren. Budwig vond de oor-
zaak van het zuurstofgebrek in minder werkzame vetzuren in de celmembraan. Bij zieke proefdieren bewerkstelligde zij verbeteringen en genezingen door onverzadigde vetzuren bij te voeren. Budwig’s aanpak draait om de verbetering van de celademhaling en daarmee de zuurstofopname. Dat gebeurt door onverzadigde vetzuren uit biologische lijnzaadolie een verbinding aan te laten gaan met de zwavelhoudende eiwitten uit cottage-cheese – Hüttenkäse. Belangrijk is hier de juiste verhouding tussen olie en eiwit. Graanproducten, groenten, rauwkost, vruchten, muesli en groentesappen completeren dit dieet. Ook bij Budwig is geen plaats voor vlees, suiker en verzadigde vetten. Recente onderzoeken steunen haar aanpak. Lijnzaadolie blijkt niet alleen de groei van borsttumorcellen bij laboratoriummuizen te vertragen, maar gaat ook de kankerverwekkende effecten van soja-eiwitten tegen. www.dr-johanna-budwig.de
PAPAYA, VLEES EN WIJN Dr. Hans Nieper (Duitsland, 1928-1998) stond erom bekend nieuwe wetenschap snel te vertalen in medische concepten. Ook hij beschouwde kanker als een ziekte van het gehele lichaam. Niepers versie van het dieet rust op: graanproducten, vruchten, groenten, wortelsap, verse ananas en papaya, rund- en schapenvlees en vis. Suiker, suikerproducten, zout en alcohol zijn uitgesloten; met zure rode wijn als uitzondering op de regel. Aanvullend schreef Nieper onder andere bromelaïne, orotaten koperoplossingen en abrikozenpitten (vitamine B 17) voor.
PANCREASENZYMEN John Beard, William Donald Kelley en dr. Nicholas Gonzalez horen in één rijtje thuis vanwege hun werk met pancreasenzymen. De zoöloog professor Beard (Schotland, 1875-1924) ontdekte dat deze de groei van kankercellen kunnen stoppen. Tandarts dr. William Donald Kelley (VS, 1916-2005) behandelde zichzelf ermee. Zijn uitgezaaide pancreaskanker was inoperabel. Pancreasenzymen in combinatie met ontgiften, een uitgebalanceerd vegetarisch dieet en veel supplementen hadden resultaat. Hij leefde nog meer dan veertig jaar! Kelly paste de therapie met succes op kankerpatiënten toe. Dankzij dr. Nicolas staat de Kelleytherapie weer volop in de belangstelling. In zijn New Yorkse praktijk behandelt hij sinds 1987 kankerpatiënten met een aangepaste versie. Gonzalez’ aanpak onderscheidt zich doordat hij dieet en supplementen afstemt op het autonome zenuwstelsel van de patiënt. Het dieet bevat geen vlees, melk, sojabonen en pinda's. Suiker, suikerproducten en witmeelproducten zijn niet toegestaan. In plaats daarvan: onbespoten en ongekookte verse groenten, fruit en amandelen. Supplementen die voorgeschreven worden aan de patiënten zijn pancreasenzymen, vitamine C, bioflavonoïden en rutine, mineralen en sporenelementen. Ook laxeren en klysma's behoren tot de behandeling. www.dr-gonzalez.com
CORNELIS 21
COLUMN Gert Schuitemaker
Orthomoleculair pionier Wat velen niet weten is dat Canada de bakermat is van de orthomoleculaire geneeskunde. Grondlegger en tweevoudig Nobelprijswinnaar Linus Pauling woonde en werkte weliswaar in Californië, maar de eerste zich orthomoleculair noemende arts was de Canadese psychiater Abram Hoffer. Hij is de oprichter van de International Society for Orthomolecular Medicine (ISOM). In 2004 heeft de ISOM de ‘Hall of Fame’ in het leven geroepen waarin vooral pioniers zijn opgenomen die zich vanaf het allereerste begin hebben ingezet voor de orthomoleculaire geneeskunde. Elk jaar worden op het internationale orthomoleculaire congres bij officiële gelegenheid nieuwe personen aan de Hall of Fame toegevoegd. Zo was Linus Pauling postuum in het eerste jaar ‘inductee’ en direct al in het daaropvolgende jaar Cornelis Moerman (www.orthomolecular.org). Moerman werd bij deze gelegenheid vooral geroemd vanwege zijn ‘standvastigheid’ in zijn streven om zijn kankertherapie geaccepteerd en verder toegepast te krijgen. Hij weerstond de sterkste tegenstand van zijn arts-collega's tijdens zijn gehele professionele leven. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog publiceerde hij zijn denkbeelden over kanker, namelijk dat het absoluut niet ging over een lokale ziekte, maar dat de tumor de manifestatie is van het eindstadium van het totale zieke lichaam. Volgens hem moet de behandeling erop zijn gericht om het immuunsysteem te versterken en dat voeding hierbij de centrale rol speelt. Met zijn experimenten met duiven had hij waargenomen dat gezonde vogels geen kanker ontwikkelden, maar de zwakke en ondervoede daarentegen wel.
Nobelprijswinnaar Linus Pauling prees Moerman al in 1976 voor zijn werk
Hij stelde bij zijn duiven vast, dat kanker een ontregeling is van de stofwisseling, vooral door een tekort aan jodium, citroenzuur, B-vitamines, ijzer, zwavel, en de vitamines A, D, E en later C. Een strikt goede voeding, aangevuld met deze stoffen vormt de basis van zijn Moermantherapie. Dat hij tot op de dag van vandaag geassocieerd wordt met ‘voeding bij kanker’, betekent dat zijn concept fier en krachtig is, zelfs in een tijd waarin zich volop nieuwe ontwikkelingen voordoen. Had hij nog geleefd, dan zou hij zeker ook andere voedingsstoffen zoals die in de orthomoleculaire geneeskunde nu worden toegepast, aan zijn patiënten hebben gegeven. Moerman was altijd al zijn tijd ver vooruit. Dat blijkt wel uit het feit dat hij reeds in september 1976 door Linus Pauling werd uitgenodigd voor de conferentie van de International Association of Cancer Victors and Friends in Los Angeles. Eregast Cornelis Moerman ontving een trofee voor zijn waardevolle werk met kankerpatiënten en voor zijn originele benadering van de behandeling van kanker. Pauling prees hem en beschouwde hem als een van zijn collega's in de strijd voor de acceptatie van de orthomoleculaire geneeskunde.
22 CORNELIS
Dr. Gert Schuitemaker is een (niet praktiserend) apotheker die promoveerde in de geneeskunde en zich bezighoudt met de orthomoleculaire geneeskunde. Hij is auteur van boeken en artikelen over voeding en voedingssupplementen en schrijft een column in MMV-ledenblad Uitzicht.
Een kleine honderd jaar geleden werd de relatie tussen voeding en gezondheid door de gezondheidszorg gewoonweg ontkend. Medici als Cornelis Moerman vormden een minderheid. Gelukkig staan de zaken er vandaag de dag anders voor. Het dieet dat Moerman samenstelde, geldt nu (wetenschappelijk bewezen) als een superdieet.
VOEDING & KANKER Over wetenschappelijk onderzoek
TEKST: DR. HANS STOOP FOTO'S: ISTOCK
Het gelijk van
D
iverse media lichten ons ‘wetenschappelijk’ voor. Maar wetenschap betekent ‘waar’, totdat het tegendeel bewezen is. Nitraat in groente is daar een recent voorbeeld van. Begin oktober berichtte het Voedingscentrum dat ‘alle beperkende adviezen voor het eten van nitraatrijke groente worden opgeheven’. We mogen van het Voedingscentrum nu zo vaak we willen sla, spinazie, bietjes en bleekselderij eten. Uit nieuw onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bleek het namelijk enorm mee te vallen met de omzetting in het lichaam van nitraat in nitriet en de mogelijk kankerverwekkende nitrosamines. Ook de combinatie spinazie en vis hoeven we niet meer te vrezen. Hier is een ‘oude’ wetenschappelijke waarheid dus de prullenbak ingegaan. Een ander voorbeeld van een theorie die bij het afval kan, gaat over het BRCA2 gen. De gedachte was dat een mutatie in dit gen tot erfelijke borstkanker leidt. Zonder hulp van BRCA2 zou het eiwit RAD51 namelijk niet in staat zijn schade aan het DNA te repareren. Nieuw onderzoek¹ bewees echter dat dit eiwit ook zelfstandig,
dus zónder de hulp van BRAC2 z’n preventieve werk kan doen.
VOEDING EN LEEFSTIJL Cornelis Moerman (1893 -1988) is een Nederlandse arts die het belang van voeding en leefstijl op onze gezondheid héél goed inschatte en ook praktisch wist te bewijzen. De wetenschap uit zijn studie geneeskunde, gecombineerd met zijn heldere logica en scherpe waarnemingsvermogen, resulteerde in een duidelijke visie op (het ontstaan van) kanker. Een visie waar hij nooit voor is gewaardeerd en gerespecteerd, althans niet door de reguliere gezondheidszorg. Zelfs nu iedereen de mond vol heeft van gezonde voeding, biologische producten en bewegen, hoor je zelden erkenning voor het feit dat Cornelis Moerman dat bijna een eeuw geleden al riep (maar als kwakzalver werd weggezet). Zijn theorie was wel logisch, maar niet wetenschappelijk. En dan telt het niet. Doch tijden veranderen. Om de kennis en bewustwording van een ongezonde leefstijl bij het ontstaan van kanker te verbeteren, voerde ook KWF Kanker-
CORNELIS 23
»
bestrijding een opzienbarende campagne. Onder de leus ‘6 x sterker tegen kanker’ (www.6xsterkertegenkanker.nl) gaf het Wilhelminafonds zes leefregels waarmee ‘zo’n 35 tot 50 procent’ van de nieuwe kankergevallen te voorkomen is. ’Gezonde voeding’ is één van die regels.
ERKENNING VOOR VOEDING Moerman zei dat een gezond lichaam geen kanker ontwikkelt. Hij adviseerde het lichaam gezond te houden door het gebruik van volwaardige voeding. Los van discussies over de precieze definitie van ‘gezonde voeding’, geniet ons voedsel tegenwoordig brede erkenning als een belangrijk middel bij ziektepreventie. Ook tegen kanker. De volgende stap is dat voeding ook erkenning krijgt als een belangrijke factor bij de genezing van deze ziekte. Voor wetenschappers is ‘de invloed van de omgeving’ op het ontstaan van kanker een interessant onderzoeksgebied. Sir Richard Doll (1912-2005) ontdekte in de jaren veertig van de vorige eeuw dat roken longkanker veroorzaakt² . Hij onderzocht ook het verband tussen asbest en kanker en straling en leukemie. Uit het feit dat emigranten in hun nieuwe land kankers ontwikkelen die in het land van herkomst niet voorkomen, leidde deze Oxford-professor af dat erfelijkheid een kleine rol speelt en kanker voor het overgrote deel in principe te voorkomen is³.
Driekwart van de kankergeneesmiddelen werkt niet, en maakt de patiënt alleen maar zieker
BEHANDELING Behandeling van kanker leidt in een groot aantal gevallen niet tot genezing. Momenteel overleeft ongeveer de helft van de patiënten. Een allesbehalve spectaculair percentage. Temeer als je bedenkt dat dit gemiddelde flink wordt opgehaald door kankers met een zeer gunstige overlevingskans. Zoals huidkanker – jaarlijks circa 14.000 nieuwe gevallen – waarvan sommige vormen zonder behandeling wel tot veertig jaar of langer bij een mens kunnen bestaan. Of zaadbalkanker waar bijna iedereen van geneest. Van andere vormen zoals alvleesklierkanker en longkanker, blijft de prognose onverminderd grauw. De aanpak van kanker veranderde in de loop der jaren wel van karakter. Van zoveel mogelijk tumorweefsel en omliggend weefsel wegsnijden, in een minder rigoureuze behandeling waarbij orgaansparende operaties worden uitgevoerd eventueel aangevuld met bestraling, chemotherapie, hormoontherapie en zogenaamde immuuntherapie5. Genenonderzoek is de jongste belofte in de strijd tegen kanker. Prof. dr. René Bernards, onder meer werkzaam bij het Nederlands Kanker Instituut, zocht daar vorig jaar enthousiast de publiciteit mee. Volgens de winnaar van de Spinozaprijs 2005 werkt driekwart van de kankergeneesmiddelen niet, maar maken deze de patiënten alleen maar zieker6. De wetenschappelijke wereld wist ’geen snars’ van kanker toen president Nixon in 1971 kanker de oorlog verklaarde. (Let wel, dokter Moerman was op dat moment al 78!) Maar nu weten we het wel, volgens Bernards. ‘Gewoon’ het genetisch profiel bepalen van de tumor en het best passende effectieve geneesmiddel inzetten. Hierdoor lijkt de strijd tegen kanker bijna kinderspel.
SCHIJN BEDRIEGT Jammer genoeg heeft ‘de wetenschap’ zich nooit zo bezig gehouden met het voorkomen van kanker, maar vooral met de behandeling. Met de kennis van nu kunnen we concluderen dat dit een verkeerde verdeling van de beschikbare energie is geweest. In 2011 registreerde Nederland ruim 100.000 nieuwe gevallen van kanker. In dat jaar eiste de ziekte 43.000 slachtoffers4. Was de eerder genoemde preventie van vijftig procent (uit de leefregels van KWF) gehaald dan had ook het sterftecijfer ruwweg de helft lager kunnen zijn. Jaarlijks twintigduizend minder doden door kanker! Dat zou een resultaat zijn dat alle tot nu toe bereikte verberingen in de behandeling ver overtreft.
24 CORNELIS
Bernards optimistische claim dat kanker binnen tien tot twintig jaar een chronische ziekte is, wordt algemeen betwijfeld. “Helaas, schijn bedriegt”, zegt Mark van de Wiel, hoogleraar in de statistiek voor genoomanalyse aan de VU Amsterdam7 . “Er zijn wel een paar erfelijke vormen van kanker waarbij een of twee genen doorslaggevend zijn en dit zijn ook de ziekten waar de meeste successen zijn geboekt. Maar de werkelijkheid is dat de grote bulk van de tumoren veel ingewikkelder in elkaar zit.” Vanuit genetisch opzicht, zegt Van de Wiel, is een complexe aandoening als dikkedarmkanker niet één ziekte, “maar eigenlijk honderd verschillende ziekten, met eenzelfde symptoom - namelijk de tumor.” Onderzoek onder honderden patiënten met mond- of keelkanker leerde:
Jammer genoeg heeft ‘de wetenschap’ zich nooit zo bezig gehouden met het voorkomen van kanker, maar vooral met de behandeling
“De voorspellende waarde (voor de effectiviteit van een behandeling en het ontstaan van uitzaaiingen – HS) van genetische profielen valt in de praktijk gewoon tegen.” En dit komt door omgevingsfactoren. “Je leefpatroon, hoe je eet, of hoe je immuunsysteem werkt. Er zijn zo veel dingen die een rol spelen.” De toekomst moeten we, volgens Van de Wiel, zien ‘in modellen die niet alleen maar kijken naar de genen, maar die dat combineren met gegevens over leefstijl, voeding en patiëntgegevens uit het ziekenhuis’. Dat is dus duidelijk wat anders dan de kroketten waarvan Bernards gelooft dat ’ze zelfs wel goed’ zijn voor kankerpatiënten8 .
MICRO-OMGEVING In weer een andere benadering staat de zogeheten kankerstamcel centraal. Samen met de zogenaamde epigenetische plasticiteit9. Simpel gezegd gaat het hier om het beïnvloeden van de stofwisseling en deling van de ‘kankermoedercel’ door (micro-) omgevingsfactoren. Volgens deze theorie slaat de reguliere behandeling die momenteel op de operatie volgt niet aan, omdat die de enkele kankerstamcel waar alle kankercellen uit voortkomen niet bereikt. Behandelingen gebaseerd op onderzoek naar de bulk aan kankercellen is in die visie niet nuttig, omdat het juist om die ene stamcel gaat. Een andere onderzoeksgroep ontdekte eveneens dat een tumor bestaat uit grote aantallen kankercellen van compleet verschillende genetische samenstelling. Daardoor geeft de behandeling weinig of maar tijdelijke respons¹0. Dat voor een lichaamscel de directe omgeving van beslissende invloed kan zijn, toonde Nobelprijswinnaar Otto Warburg (1883-1970) honderd jaar geleden al aan. Hij liet gewone cellen door zuurstoftekort degraderen tot kankercellen. Zuurstoftekort dat volgens Dr. Johanna Budwig (1908-2003) veroorzaakt wordt door ontbrekende vetzuren in het celmembraan.
Van recenter datum is de geslaagde poging een normale cel, onder invloed van stress en een zure omgeving, te veranderen (reprogrammeren) in een stamcel¹¹. Omgevingsinvloeden kunnen bovendien bewerkstelligen dat kankercellen zich weer normaal gedragen¹². Tevens lieten onderzoekers zien dat een tumorcel in een gezonde omgeving zich weer als een normale cel kan gaan gedragen ¹³. Ook weten we dat een omgeving van chronische ontstekingen kan leiden tot het ontstaan van kanker ¹4.
HET GELIJK VAN MOERMAN Cornelis Moerman ontwikkelde zijn visie waarin de kracht van het lichaam zelf centraal staat in een tijd waarin kleine stofjes zoals vitaminen en enzymen werden ontdekt en beschreven. Een logische gevolgtrekking hieruit is het belang van voeding. Het dieet dat hij samenstelde blijkt nu (wetenschappelijk bewezen) een superdieet te zijn. Volwaardige voeding, zo min mogelijk bewerkt, bevat alles wat nodig is om de ideale micro-omgeving te scheppen voor onze cellen. Om ze gezond te houden, of weer gezond te krijgen. Voor het lichaam belastende ingrediënten komen in dit dieet niet voor. De peilers van het dieet bieden samen de ingrediënten om het lichaam zo gezond mogelijk te houden en te maken. De versgeperste sappen van groenten en fruit spreken voor zich. Vol vitaminen, mineralen, enzymen, fytonutrienten en stoffen die we nog niet kennen maar mogelijk van levensbelang zijn. De eidooier die behalve vitaminen, mineralen en spoorlementen ook de juiste vetzuren bevat. De karnemelk met bacteriën die van groot belang zijn om onze darmen een goede flora te bezorgen. Onze darmen, de zetel van ons immuunsysteem. Als we de universitaire uitleg over kanker objectief lezen, dan blijken de ideeën van Moerman en de wetenschappelijke consensus steeds dichter bij elkaar te komen. Een mooier eerbetoon voor Cornelis Moerman bestaat er niet.
REFERENTIES 1 Candelli A., PNAS 111 (42) 15090-15095, 2014; 2 R. Doll, BMJ september 30, 739-748, 1950; 3 R. Doll 1972, Proc. R Soc Med. Jan 1972; 66(1): 49-55; 4 Nationaal Kompas Volksgezondheid 2014; 5 Mukherjee S. 2010, De Keizer Aller Ziektes, SBN10 9023472896, ISBN13 9789023472896; 6 De Telegraaf 13-04-2014; 7 23 augustus 2014, De Volkskrant; 8 Hollandse Zaken, 20 -06-2013; 9 S.A. Bapat, Seminars in Cancer Biology17 (2007) 204-213; Epigenetics 5: 8 716-729, 2010; 10 J. Zhang, Science 346, 256 (2014); 11 Takahashi K., Cell 126, 663–676, August 25, 2006; 12 L. Chen, PlosOne 2(3): e293. doi:10.1371/journal. pone.0000293, 2007; 13 P.M. Kulesa, PNAS 3752– 3757, March 7, 2006; 14 J. Ditmer INTERNATIONAL JOURNAL OF ONCOLOGY 44: 1789-1798, 2014
CORNELIS 25
TOEKOMST Vrouwenpoli Boxmeer
Integrale, patiëntgerichte zorg in een gezellige omgeving en een dokter die alle tijd voor je heeft. Een uiterst ongebruikelijke combinatie in deze tijd, maar op de Vrouwenpoli in Boxmeer is het de dagelijkse realiteit. Oprichtster Barbara Havenith: “Ik wil mensen betrekken bij hun eigen gezondheid.” TEKST: PETRA PRONK FOTO: GIJS VERSTEEG
Tijd en een holistische aanpak
E
en praktijk waar mensen zich prettig voelen en waar reguliere en complementaire kennis naast elkaar worden ingezet voor het beste resultaat. Dat is wat Barbara Havenith, gynaecoloog en orthomoleculair arts, voor ogen stond toen ze twee jaar geleden haar eigen praktijk startte, nadat ze stukgelopen was op het Nederlandse systeem van ‘productie draaien’. “In een consult van tien minuten kun je nooit het hele plaatje helder krijgen. Ik voelde in toenemende mate dat ik daar mijn patiënten geen recht mee deed.” Tijdens haar opleiding in Duitsland had ze gezien dat het ook anders kon. In Duitsland is echt sprake van ‘patient centred care’. Niemand heeft het daar over regulier of complementair, omdat er maar een soort zorg bestaat, namelijk: de beste. Dus werkt ze nu in haar eigen praktijk met bewezen wetenschappelijke complementaire methoden, naast de gewone reguliere zorg. Het geheim van haar poli? “Tijd en een holistische aanpak. De tijd nemen voor een consult is belangrijk, omdat je alle relevante informatie moet verzamelen. We doen hier niet aan symptoombestrijding, maar proberen de oorzaak van klachten op te sporen. Daarom vragen we ook naar andere klachten dan waar mensen mee komen en hebben we aandacht voor hun biografie, stressfactoren en de werking van het immuunsysteem. De diagnostiek is vrij regulier, en als het nodig is doen we ook bloedonderzoek en inwendig onderzoek. Als het plaatje compleet is, gaan we de puzzel proberen te leggen. Sommige mensen vinden een integrale benadering fijn. Anderen willen alleen complementair of regulier behandeld worden. Het is allemaal goed. Het gaat erom dat je iets doet wat bij de patiënt past.” De basis wordt altijd gevormd door aandacht voor gezond eten, voldoende bewe-
26 CORNELIS
gen en de wisselwerking tussen lichaam en geest. Afhankelijk van wat iemand wil of nodig heeft kunnen daar bijvoorbeeld supplementen bijkomen of homeopathie, maar ook (bio-identieke) hormonen of reguliere geneesmiddelen. Ook voor mensen met kanker kan integrale therapie veel betekenen. “Een mens is meer dan een chemische fabriek”, stelt Havenith. “Je kunt veel doen met complementaire therapieën. Body-mind technieken zijn zinvol bij de behandeling van kanker en in de tijd erna. Aromatherapie is geschikt om stress te verminderen en met gezonde voeding en supplementen kun je het immuunsysteem versterken.” Ze ziet haar patiënten opknappen dankzij die werkwijze, en daardoor heeft ze zelf ook meer plezier in haar werk. “Ik ben niet langer bezig met het wegpoetsen van een vlekje, maar met iets fundamenteels: mensen betrekken bij hun eigen gezondheid.”
6x
smullen (Moermanproof)
CORNELIS 27
Snelle
SOEP
NOTEN rijst
Voor 4 personen
Voor 2 personen
INGREDIËNTEN
INGREDIËNTEN
4 tenen knoflook 2 rode uien ½ courgette ½ venkelknol ½ prei 2 wortelen 1 bataataardappel stukje verse gember kurkuma met zwarte peper kardemom 1 tl paprikapoeder 2 el vegetarisch bouillonpoeder (Reformhuis)
150 g zilvervliesrijst 25 g walnoten 25 g hazelnoten kurkuma en zwarte peper
BEREIDING Kook de rijst gaar volgens de verpakking. Maak de noten fijn. Doe de gare rijst met de fijngemaakte noten in een koekenpan met wat roomboter. Smoor alles nog even goed door elkaar en voeg dan de kurkuma met zwarte peper toe. Lekker samen met de bietenmoes.
BEREIDING Snijd de groentes in grove stukken. Smelt wat roomboter in een pan en doe de grof gesneden groentes erin. Laat alles zachtjes smoren en voeg dan de kruiden toe. Overgiet dit alles met 1 liter water waarin 2 eetlepels vegetarisch bouillonpoeder zijn toegevoegd. Laat alles goed gaar worden en zet dan de staafmixer erop, zodat het een gladde soep wordt.
TIP! Je serveert de soep iets feestelijker met wat room en een paar druppels pompoenpittenolie. Garneer met kiemen.
28 CORNELIS
TIP! Garneer met wat broccoli kiemen.
Rode bietenmoes Voor 2 personen
INGREDIËNTEN 250 g rode bieten ½ laurierblaadje 250 g zoete appels ½ tl kaneelpoeder
BEREIDING Schil of schrob de rode bieten en snijd ze in dobbelsteentjes. Kook ze met het laurierblaadje gaar. Schil de appels en snijd ze ook klein. Doe alles in de blender met het kaneelpoeder en maak er moes van. Als het geheel iets te nat is, bind het dan met wat vlozaad of een ander bindmiddel.
TIP! Serveer met notenrijst of gierst.
FOTO'S, ILLUSTRATIES: ISTOCK
Spruiten met
Stoof peertjes KOEK met Vruchten
cranberry saus en druivensap ROZIJNEN Voor 2 personen
INGREDIËNTEN 75 g cranberry's ½ sjalotje 200 g spruiten 4 el rode bessen sap zonder suiker(reformhuis) 50 g rozijnen 3 el rozenbotteljam zonder suiker(reform) ½ tl honing snufje peper
BEREIDING Het sjalotje fijnsnijden en samen met de gewassen cranberry's in de rode bessensap in tien minuten gaar koken. De rozijnen wassen en deze met de jam bij de cranberry's voegen, en nog even vijf minuten doorkoken. De honing en peper er op het laatst bijvoegen. Serveer de saus bij de gekookte spruiten.
INGREDIËNTEN
stoofperen ¼ lt druivensap 2 kruidnagels 2 steranijs stukje kaneel vers stukje gember
BEREIDING Eventueel: schil de stoofpeertjes. Doe in een pan een ¼ liter druivensap, voeg daaraan toe de kruidnagels, steranijs, kaneel en een stukje verse gember. Laat de peertjes met het druivensap op een laag vuur gaar worden. Haal de peertjes uit het druivensap, en bind het nog iets met wat vlozaad of een ander bindmiddel.
TIP!
Voor 4 personen
INGREDIËNTEN 150 g roomboter 100 g hazelnootmeel 100 g kastanjemeel 50 g boekweitmeel 1 koffielepel rozenbottelpoeder Iets gember en wat zout 1 tl kaneel 1 tl wijnsteenbakpoeder 100 g rozijnen 100 g gewelde ongezwavelde abrikozen
BEREIDING Verwarm de oven voor op 160 °C. Snijd de abrikozen fijn. Meng in de keukenmachine alles goed door elkaar en laat het deeg nog in de koelkast wat opstijven. Doe alles op een bakplaat en bak in ongeveer in driekwartier alles gaar. Snijd de koek in stukken en garneer met abrikozenpuree en wat verse vruchten.
Dit gerecht kan je ook als toetje serveren met wat room en extra kaneelpoeder.
CORNELIS 29
VOEDING & KANKER Voedingsmiddelenlijst op www.mmv.nl
Voedingsmiddelenlijst voor ‘t
beste van ’t beste BEOORDELING VAN RUIM 200 PRODUCTEN
Het kroonjuweel van MMV, zo wordt de digitale Voedingsmiddelenlijst wel aangeduid. Er is het afgelopen jaar hard aan gewerkt door dr. Hans Stoop, kankeronderzoeker bij de Erasmus Universiteit, en zijn dochter Jackelien Karel-Stoop, zelfstandig coach voeding en lichamelijk welzijn. De Medische Adviesraad (MAR) van MMV was nauw bij het project betrokken. TEKST: JAN VAN KLINKEN FOTO: ISTOCK
V
an meer dan tweehonderd voedingsmiddelen zochten zij de voedingswaarde en hun eigenschappen uit. Ook is van elk voedingsmiddel aangegeven of het past in het Moermandieet. “Van veel producten wisten we dat al, van andere niet. Kurkuma en quinoa zijn voorbeelden van voedingsmiddelen die in ons land nog maar kort overal te koop zijn”, licht Hans Stoop toe. Beide kregen overigens groen licht.
te beperken tot het beste van het beste. In dit geval wel de eidooier en niet het eiwit.” Hetzelfde geldt voor het drinken van koffie of thee. Stoop: “Met name groene thee is gezond. Maar een kankerpatiënt die moeite heeft met drinken, doet er beter aan zich te beperken tot vruchten- en vooral groentesap maar bijvoorbeeld ook karnemelk. Dat zijn belangrijke leveranciers van nutriënten. Groene thee bestaat voornamelijk uit water en bevat in dat opzicht dus veel minder waardevolle stoffen.”
EIDOOIER
Een lastig product om te beoordelen, vond hij vis. Terwijl we tegenwoordig alom worden aangemoedigd om veel vette vis te eten, zegt de Voedingsmiddelenlijst dat vis niet-
VETTE VIS Stoop, die al meer dan twintig jaar aan MMV is verbonden en een grote kennis over voeding heeft opgebouwd, benadrukt dat de beoorde-
‘Wel de eidooier, niet het eiwit’ ling van de ruim tweehonderd producten goed begrepen moet worden. De vermelding dat een voedingsmiddel niet past in het Moermandieet, kan gemakkelijk tot misverstanden leiden. Als voorbeeld noemt Stoop het ei. “Met eiwit is niets mis. Het bevat allerlei gezonde stofjes. Echter, lang niet zoveel als de eidooier. Kankerpatiënten doen er verstandig aan zich
30 CORNELIS
Moermanproof is. “Dat heeft te maken met de hoeveelheid dierlijke eiwitten. Daarvan bevat vis er erg veel. Voor kankerpatiënten is dat over de top”, licht Stoop toe. Nog lastiger waren de voedingsmiddelen waarvan onduidelijk is of ze wel geschikt zijn voor mensen met een hormoon-gerelateerde kanker. “Daarin ben ik terughoudend. Bij
twijfel is het beter je Moermanarts te raadplegen. Die kent je situatie en kan het beste beoordelen wat goed voor je is en wat niet.”
VOEDINGSWIJZER De Voedingsmiddelenlijst moet niet verward worden met de Voedingswijzer. Dat is een door MMV opgestelde handleiding die twee versies kent: een voor kankerpatiënten en een wat minder vergaande variant voor mensen die hun gezondheid zo goed mogelijk willen bewaken. Die heet De Natuurrijke Keuken, een lijn die enkele jaren geleden door MMV is ontwikkeld. De Voedingswijzer geeft richtlijnen voor het dagelijks menu waarbij de Voedingsmiddelenlijst uitgangspunt is. Een belangrijke aanbeveling voor kankerpatiënten is bijvoorbeeld om dagelijks veel groenten- en vruchtensap te drinken maar dan wel in een verhouding van 2:1. De achtergrond daarvan is dat in het Moermandieet suikers tot een minimum beperkt blijven. Meer weten? De Voedingsmiddelenlijst vindt u op onze website: www.mmv.nl/ voedingsmiddelenlijst. De Voedingswijzer kost € 3 en is aan te vragen bij het Centraal Bureau:
[email protected] of tel. 0172 – 49 79 44 (op werkdagen tussen 9 en 13 uur).
POLITIEK & KANKER Politisering van de geneeskunde
REGULIER
versus
COMPLEMENTAIR EEN VALSE TEGENSTELLING Het zal maar weinigen in de kringen van de MMV – zowel de MMV-artsen als hun patiënten – zijn ontgaan dat dit thema in Nederland de laatste jaren sterk is gepolitiseerd. Hierdoor zijn vooral de complementaire behandelwijzen – en haar beoefenaren – het kind van de rekening geworden. TEKST: MR. N.H. DE VRIES FOTO: LEONARD DAVIDS
»
CORNELIS 31
Wat zich binnen het geneeskundige domein aan professionele activiteiten aandient, zowel in de reguliere als in de niet-reguliere sector, wordt heden ten dage namelijk niet meer hoofdzakelijk geregisseerd door de medische beroepsgroepen zelf. Integendeel, de laatste jaren hebben de opvolgende ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en in hun kielzog de staatssecretarissen van Financiën, het parlement en de ziektekostenverzekeraars deze competentie in belangrijke mate naar zichzelf overgeheveld. Onze publieke beleidsmakers rekenen het thans eveneens tot hun taak om uit te maken wat door de Nederlandse bevolking al dan niet aan geneeskunde mag worden geconsumeerd. Deze dirigistische trend valt op dit terrein ook vanuit Europese regelgeving te signaleren. Bovendien heeft deze ontwikkeling een ander fenomeen aan het licht gebracht, namelijk dat voor de overheid in haar beleid niet de wetenschappelijke waarheid omtrent reguliere en niet-reguliere geneeskunde doorslaggevend is. Wat betreft de effectiviteit en veiligheid van geneeskundige interventies draagt de
‘De reguliere geneeskunde is voor circa 70 procent wetenschappelijk niet bewezen’ 32 CORNELIS
huidige minister van VWS Edith Schippers namelijk met aplomb de – onjuiste - opvatting uit dat uitsluitend de reguliere geneeskunde ‘evidence based medicine’ is, dat wil zeggen wetenschappelijk bewezen, terwijl dat bewijs daarentegen bij CAM1 zou ontbreken. Niettemin vormt dit onjuiste uitgangspunt de basis van het nationale volksgezondheidsbeleid, en wordt CAM daarmee beknot en inmiddels op aanzienlijke achterstand gezet.
DE TENACHTERSTELLING VAN CAM De tenachterstelling van CAM ten opzichte van reguliere geneeskunde blijkt reeds uit het feit dat de zorgkosten van CAM al van oudsher niet uit de basisverzekering worden vergoed. Patiënten kunnen zich voor CAM immers hoogstens aanvullend – en dit tot bescheiden bedragen – verzekeren. Op instigatie van minister Schippers (VVD) is CAM echter rechtstreeks in de vuurlinie terecht gekomen. Met ingang van 1 januari 2013 zijn immers uitsluitend CAM-artsen verplicht om aan hun patiënten 21 procent BTW in rekening te brengen 2 – reguliere artsen blijven buiten schot - nadat een zelfde poging daartoe door haar ambtsvoorganger Ab Klink (CDA), dankzij de massale publieksactie GA VOOR CAM 3 in 2008 was mislukt. Als de fiscale rechter deze discriminerende BTW-heffing bekrachtigt 2, is de verhoging van de CAM-zorgkosten met maar liefst 21 procent voor de meeste patiënten financieel uiteraard onoverkomelijk, en is CAM alleen nog maar toegankelijk voor de rijken. Minister Schippers heeft bij deze aanslag op CAM – hoewel zij toch ook de minister is van alle CAM-patiënten – zich sterk laten opjutten door de Vereniging tegen de Kwakzalverij en zich volmondig geschaard achter het fundamentalistische credo van die pressiegroep, namelijk dat alle vormen van niet-reguliere geneeskunde pure kwakzalverij zijn 4. Voorts heeft zij bij de herregistratie van artsen ingevolge de Wet BIG bepaald dat bij het daarbij gestelde werkervaringsvereiste niet meetelt de tijd welke door de CAM-arts is besteed aan zijn als zodanig verrichte activiteiten, en zijn
diens werkzaamheden dus inferieur bevonden aan die van zijn reguliere collegae. Bovendien vergoeden de ziektekostenverzekeraars onder invloed van het ministerie van VWS sinds een aantal jaren niet meer uit de basisverzekering de kosten van het door de CAM-arts ingestelde patiëntgebonden reguliere laboratoriumonderzoek, zelfs indien dat in een ziekenhuis plaatsvindt. Op basis van een Europese richtlijn heeft minister Schippers ook bepaald dat het met ingang van 1 juli 2012 niet meer is geoorloofd om op homeopathische geneesmiddelen nog de indicatie te vermelden als daarvoor het klinische bewijs ontbreekt. Honderden jaren van homeopathische ervaringsgeneeskunde worden hier dus zo maar voor de patiënt geblindeerd. En er mogen vanuit ‘Europa’ op voedingsproducten zelfs niet meer minimale gezondheidseffecten worden vermeld, zoals ‘vezelrijk’, ‘goed voor de botten’ en derge-
e termen complementaire geneeskunde en D complementaire behandelwijzen worden hier afgekort tot CAM (Complementary and Alternative Medicine). Tot CAM worden in Nederland gerekend de natuurgeneeskunde, orthomoleculaire geneeskunde, homeopathie, acupunctuur, orthomanuele geneeskunde, biofysische geneeskunde en de neuraal- en regulatietherapie. De Moermantherapie kan deels worden gerangschikt onder de natuurgeneeskunde en deels onder de orthomoleculaire geneeskunde. 2 De Rechtbank Zeeland West-Brabant heeft echter bij uitspraak van 16 september 2014 beslist dat een natuurgeneeskundig arts-acupuncturist vrijgesteld blijft van BTW. Hierdoor is een eerste, maar gevoelige slag toegebracht aan het bolwerk van de tegenstanders van complementaire geneeskunde. Uiteraard zal de belastinginspecteur wel hoger beroep aantekenen tegen deze uitspraak zodat de joker 1
Mr. N.H. de Vries is oud-juridisch adviseur van het bestuur van de MMV, en oud-beleidsadviseur van de Begeleidingscommissie Retrospectief Onderzoek Moermantherapie (de Commissie-De Graaf).
lijke, als daarvoor hard bewijs ontbreekt. Alle tegen CAM ondernomen maatregelen blijken bij de minister van VWS echter terug te voeren op een verkeerd inzicht – of is het stug volgehouden vooringenomenheid? – in de rol en betekenis van het wetenschappelijk bewijs inzake de werkzaamheid van reguliere tegenover niet-reguliere geneeskunde.
HET VERKEERDE INZICHT VAN MINISTER VAN VWS SCHIPPERS Deze minister heeft haar hier aan de orde gestelde inzicht pregnant geëtaleerd in haar antwoord d.d. 5 oktober 2011 op een vraag van het Tweede Kamerlid Linda Voortman (Groen Links), dat luidde: ‘De werkzaamheid en effectiviteit van CAM zijn niet wetenschappelijk bewezen en CAM is dus niet ‘evidence based medicine’. Dat – fundamenteel onjuiste – antwoord decreteert helaas het beleid van deze minister. In haar antwoord ligt immers besloten dat uitsluitend de reguliere geneeskunde, in tegenstelling tot CAM, wetenschappelijk bewezen zou zijn. Dat is in strijd met de feiten. In werkelijkheid namelijk is de reguliere geneeskunde voor het overgrote deel – circa 70 procent – wetenschappelijk niet bewezen, terwijl er voor een scala van CAM-interventies wel degelijk solide wetenschappelijk bewijs bestaat 5. De door
OP INSTIGATIE VAN MINISTER SCHIPPERS IS ‘COMPLEMENTAIR’ RECHTSTREEKS IN DE VUURLINIE TERECHTGEKOMEN
de minister gesuggereerde tegenstelling tussen ‘regulier’ en ‘niet-regulier’ – bewezen tegenover onbewezen – is dan ook vals, omdat de scheidslijn wat betreft de aan/afwezigheid van wetenschappelijk bewijs, dwars door deze beide takken van geneeskunde heenloopt. De afwezigheid van bewijs vormt overigens geen beletsel voor het feit dat het merendeel van de (reguliere of complementaire) interventies in de klinische praktijk als zinvolle ervaringsgeneeskunde functioneert. Bovendien geldt hier: ‘absence of evidence is not evidence of absence’. Als de minister blijkbaar meent dat CAM pure kwakzalverij is en zij daarnaar ook beleidsmatig handelt, is de reguliere geneeskunde volgens datzelfde criterium eveneens voor het overgrote deel kwakzalverij en zou de reguliere sector hetzelfde lot als dat van CAM dienen te treffen. Het feit dat de reguliere geneeskunde voor het overgrote deel wetenschappelijk
voorlopig nog in het spel blijft. Deze actie werd destijds geïnitieerd door de Stichting IOCOB (stichting ter bevordering van innovatief onderzoek naar en onderwijs in complementaire behandelvormen). 4 Op een vergadering van de antikwakkers in 2011 riep deze minister de Nederlandse apothekers zelfs publiekelijk op om hun homeopathische geneesmiddelen uit de schappen te verwijderen, en spoorde zij de aanwezige antikwakkers bovendien aan ‘om de aantrekkelijkheid van alternatieve geneeswijzen te relativeren’. Over vooringenomenheid gesproken. 5 Zie daaromtrent uitvoerig de website van Stichting IOCOB, www.iocob.nl. Zie voorts de website van het NGOO, www.ngoo.nl, alwaar een overvloed aan literatuur inzake wetenschappelijk bewijs is te vinden voor de effectiviteit van voedingsinterventie bij kanker. 6 Over deze valse tegenstelling richtte ik via de website www.iocob.nl op 18 oktober 2011 een open brief aan de minister van VWS, waarop zij persoonlijk - maar ontwijkend – antwoordde bij brief dd 23 december 2011. Hierop richtte ik mij op 5 januari 2012 in een open antwoord aan de minister waarna zij mij - ditmaal via een ambtenaar - met een kluitje in het riet stuurde. 7 Het valt de grote beroepsorganisatie van artsen, de KNMG, eveneens aan te rekenen dat zij in dit opzicht volstrekt passief is. In de KNMG-gedragsregel ‘De arts en niet-reguliere behandelwijzen’ uit 2008 wordt zelfs bewust de term ‘geneeswijzen’ voor niet-reguliere interventies vermeden en vervangen door het neutralere woord ‘behandelwijzen’ omdat – aldus deze gedragsregel –‘ immers niet is bewezen dat niet-reguliere behandelwijzen ook inderdaad kunnen genezen’. Let vooral op het gebruik van het woord ‘immers’. Ook de KNMG is dus de gevangene van haar eigen ‘waarheid’. 3
niet bewezen is, wordt overigens ook in toonaangevende reguliere kringen breed onderschreven. Ik verwijs daarvoor bijvoorbeeld naar de website van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde waarop op 12 januari 2012 een filmpje (12 minuten) is geplaatst van de voordracht van prof. dr Yvo Smulders, (regulier) hoogleraar interne geneeskunde aan de VU, onder de veelzeggende titel ‘Het evidencebeest getemd’, en waarin hij tot de conclusie komt dat slechts 1 op de 120 patiënten - ja, u leest het goed – evidence based wordt behandeld.
TEN BESLUITE De slotsom uit dit alles is dat de door minister Schippers gepredikte tegenstelling tussen reguliere geneeskunde en CAM vals is. Zij baseert haar beleid dan ook niet op de wetenschappelijke stand van zaken, maar louter op politieke ideologie waarmee zij de echte werkelijkheid rondom ‘regulier’ en ‘niet-regulier’ immuun heeft gemaakt voor de waarheid 6. Ik acht het deze minister daarbij ernstig te verwijten dat zij tot dusverre geen vinger heeft uitgestoken om in Nederland de totstandkoming van de zogeheten integratieve geneeskunde te bevorderen waarin – zoals in de USA – het beste uit de reguliere geneeskunde en CAM – met name in de sector kankergeneeskunde – wordt gecombineerd 7. Mede aan onze volksvertegenwoordigers, maar ook aan MMV, de belangrijke taak om dat ideologische pantser, dat aan CAM reeds aanmerkelijke schade heeft toegebracht, te doorboren en daarbij eenzelfde elan en strijdvaardigheid te demonstreren als waarvan Cornelis Moerman tijdens zijn leven zo langjarig heeft blijk heeft gegeven wanneer tegen de stroom in moest worden geroeid.
CORNELIS 33
INTERVIEW Patiënten vertellen
‘Ik zie mezelf niet als patiënt, ik volg een dieet’ 34 CORNELIS
Wie: Gerda van Dijk (58) Privé: Getrouwd, vijf kinderen, twee kleinkinderen. Woont in NieuwRoden. Diagnose & behandeling: 1997 diagnose borstkanker uitgezaaid naar twaalf okselklieren, 2004 uitzaaiingen in lever en botten, 2011 uitzaaiing in de onderbuik, 2014: toegenomen tumoractiviteit in de lever. Gerda volgt naast de reguliere behandelingen standaard het Moermandieet.
Gerda van Dijk (58) is moeder van vijf opgroeiende kinderen als ze de diagnose uitgezaaide borstkanker krijgt. Ze bidt om vijftien jaar extra tijd, zodat ze de kinderen kan opvoeden. Daarnaast start ze met de Moermantherapie, terwijl ze ook reguliere behandelingen ondergaat. Vijftien jaar later voelt ze zich nog steeds fit. “Ik zie mezelf niet als patiënt - ik volg alleen een dieet.” TEKST: PETRA PRONK
Het verhaal van Gerda van Dijk lijkt op het Bijbelverhaal van koning Hizkia. Deze koning wist dat hij ging sterven, maar had het gevoel dat zijn werk op aarde nog niet af was. Daarom vroeg hij God om vijftien jaar extra tijd om dat werk af te maken. Dat is precies wat Gerda en haar man deden toen ze de diagnose hoorden. “De kinderen waren nog klein, de jongste was net een, en met vijftien jaar extra zouden we tijd hebben om ze een gezamenlijke start te geven”, vertelt Gerda. Terwijl ze zich klaarmaakte om naar het ziekenhuis te gaan voor de borstamputatie gebeurde er iets wonderlijks. “Toen ik een Bijbels dagboekje inpakte, kreeg ik van mijn 7-jarige zoon een bladwijzer die hij dubbel had van de felicitatiedienst van de kerk. Hij besefte zelf niet wat hij gaf, maar op die bladwijzer stond het antwoord dat Hizkia van God kreeg: Jesaja 38 vers 5b: ‘Ik heb uw gebed gehoord, ik heb uw tranen gezien.’ Toen wisten we dat het goed zou komen.”
REDDINGSBOEI Aanvankelijk koos Gerda van Dijk voor de reguliere weg: borstamputatie, preventieve chemotherapie en bestralingen. Maar toen verschillende mensen haar in korte tijd wezen op de Moermantherapie, bekroop haar het gevoel dat ze daar iets mee moest. “Ik had zo hard gebeden om
die vijftien jaar. En als je dan iets krijgt aangereikt wat daarbij kan helpen, is ‘niet doen’ ook een keuze.” Ze zette de knop om, en ‘het voelde direct goed’. “Mijn omgeving zei wel eens: ‘Dat hou je niet vol’. Maar ik voel wat gezond eten met mijn lichaam doet en dat mijn immuunsysteem er sterker van wordt.” De tip van dokter Houtsmuller om een ding te kiezen wat je heel erg lekker vindt, maar niet mag, en jezelf dat af en toe te gunnen, was een belangrijke reddingsboei. Voor Gerda werd ijs haar ‘verboden vrucht’, waarmee ze soms bewust even ‘zondigt.’ Verder is het dieet een tweede natuur geworden. “Als ik nu een stuk vlees zou eten, zou ik me een kannibaal voelen”, lacht ze. De Moermantherapie stelt haar in staat om actief bezig te zijn met haar gezondheid. Ze kan zich vinden in de tekst van kerkvader Augustinus aan de muur: ‘Bid alsof alles afhangt van God. Werk alsof alles afhangt van u’. “Bidden en werken liggen in elkaars verlengde. Je mag op God vertrouwen, maar het is niet de bedoeling dat je lijdzaam toeziet. Je hebt een eigen verantwoordelijkheid.”
OPVLAMMEN Het blijft spannend. In 2004, op de helft van de periode van vijftien jaar, bleken er uitzaaiingen in botten en lever, en bijna op de magische grens van vijftien jaar werden er uitzaaiingen geconstateerd in de buik. De tumoractiviteit in de lever vlamt geregeld op, maar met lichte chemokuren blijft het onder controle. “Ik denk dat ik dat te danken heb aan de neutraliserende werking van het dieet. Dat zorgt ervoor dat de kanker minder kans heeft om uit te breken.” De laatste controle was helaas zorgwekkend. Op de dag af zeventien jaar na de diagnose begint Gerda opnieuw met een zware chemokuur (taxol). “Dan ben ik echt weer patiënt, daar zie ik erg tegenop”, zegt ze. “Maar dan denk ik ook weer snel: ‘Ik ben nu eenmaal met dat sop overgoten, dus ik moet erdoorheen’. Je slikt een keer, pakt je zakdoek, buigt je hoofd en ondergaat het weer. Er moet van alles
‘Het dieet zorgt ervoor dat de kanker minder kans krijgt om uit te breken’ geregeld worden, en gelukkig heb ik een grote familie- en vriendenkring die met en voor mij en mijn gezin bidt. Daar wordt het ook lichter van.” De positiviteit overheerst.“ Ik ben blij dat ik nog steeds behandeld kan worden, en ik hou me trouw en met plezier aan het dieet, zodat ik de chemo aan kan. Ik denk dat het één niet zonder het ander kan.” Want dat is het wonderlijke: ondanks de veelvuldige behandelingen is ze lichamelijk nog steeds in goede conditie. “Het verhaal van mijn ziekte en mijn conditie passen totaal niet bij elkaar. Het gaat goed, maar het is niet goed. Mijn conditie is nog altijd wat hij was. Onlangs fietste ik nog vijftig kilometer over het Groninger Hogeland. Fluitend.”
WONDER Ook zwemt ze regelmatig en is ze actief in de moestuin. Daarnaast is ze vrijwilliger voor de kerk en helpt ze bij taallessen aan vluchtelingen. De termijn van vijftien jaar was lange tijd een stip op de horizon. Inmiddels gaat het leven weer zijn gewone gang. “Ik ben zeventien jaar verder, en het wonder is alleen maar groter geworden.” “Ik zeg wel eens ‘Ik speel gewoon dat er niks aan de hand is, en regelmatig zit ik zo goed in m’n rol dat ik het zelf bijna geloof’. Dat is echt zo. Het geeft aan dat ik vrij relaxed met de situatie omga. Ik zie mezelf niet als patiënt. Ik volg alleen een dieet, en verder gaat alles goed met ons. Het gaat goed met de kinderen, we hebben elke dag te eten, we zijn wijs met elkaar, wat wil je nog meer? Zolang het op deze manier gaat, ben ik heel erg dankbaar.”
CORNELIS 35
Aan de ziekte van Kahler sterven de meeste mensen binnen tien jaar. Kees Moerings, die naast bestralingen het Moermandieet volgde, is de ziekte al twintig jaar de baas. Je bent wat je eet, is de overtuiging van de 76-jarige. ‘Ik barst van de energie.’ Hij heeft net een duivenhok afgetimmerd, vertelt hij. Tussen de bedrijven door, want zijn grootste hobby is het maken en beschilderen van pijpen van keramiek. En hij fietst ook veel met zijn vrouw. “Vaak wel 35 kilometer per dag”, zegt hij. En bij mooi weer maken ze een tocht in hun motorbootje. Moerings gelooft in een actieve leefstijl met gezond voedsel. “Je moet zelf aan je gezondheid werken. Houd van je lijf, het is je grootste vriend.” Twintig jaar geleden keerde Moerings’ lijf zich tegen hem. Hevige pijn op zijn borstbeen. Het duurde anderhalf jaar voordat hij hoorde dat het de ziekte van Kahler was, een kwaadaardige aandoening van de plasmacellen. “Zo’n diagnose is niet niks, dat deed veel met mij. Maar ik vroeg me al vlug af: wat kan ik zelf doen?” Naast bestraling en chemo startte hij de Moermantherapie. “Ik sterkte heel snel aan.” Moerings herstelde en pakte zijn hobby’s weer op. Hij begon een zaak in keramiek, verbouwde zijn huis, begon met het ontwerpen van logo’s en zeefdrukken en kocht een sloep. Zijn gezonde levensstijl zette hij met hernieuwd enthousiasme voort. Twintig jaar verder is Moerings nog altijd springlevend en dat komt zelden voor bij iemand met de ziekte van Kahler. Het gaat zelfs zo goed dat hij op een kalktablet na geen enkele medicatie of supplementen meer gebruikt. “Op het moment is de ziekte niet aantoonbaar in mijn bloed en urine. Dat is uniek, want eigenlijk blijven er altijd sporen aanwezig. Bij mij is de kanker helemaal in remissie. Ik geloof dat het komt, doordat ik kritisch kijk naar mijn voeding.” Ook zijn optimistische geest helpt mee, denkt hij. “Ik sta elke ochtend met veel plezier op. Soms pak ik de fiets en kijk ik ergens in een weiland uren naar de koeien. Kanker maakt een ander mens van je. Ik leef dicht bij de natuur en ik ben me heel bewust van mijn omgeving en dankbaar voor de mensen die mij dierbaar zijn.” Als hij af en toe de wind tegen heeft, hanteert Moerings het volgende devies: niet klagen maar dragen. “Tegenwind doet de vlieger stijgen.” TEKST: MATILDE NEWMAN
36 CORNELIS
‘Je lichaam is je grootste vriend’
Wie: Kees Moerings (76) Privé: Getrouwd, woont in Gouda. Diagnose & behandeling: Leeft al bijna twintig jaar met de ziekte van Kahler. Naast reguliere behandelingen volgt hij het Moermandieet. Op het moment is de kanker volledig in remissie.
De artsen gaven Elca (nu 48) een levensverwachting van hooguit zes maanden toen bij haar op 11-jarige leeftijd een hersentumor werd ontdekt. Naast bestraling volgde ze de Moermantherapie. Ze kampt met chronische vermoeidheid, maar ze is er nog steeds. ‘Door gezonde voeding haal ik eruit wat erin zit.’ Het begon met dubbelzien en een bezoek aan de oogarts. Toen de diagnose een half jaar later volgde, was Elca al zo ziek dat de artsen niets meer voor haar konden doen. “Bestraling zou mijn leven hooguit met zes maanden verlengen. Daar kozen we voor, zodat mijn ouders afscheid van me konden nemen”, vertelt Elca. Tegelijk met de bestalingen begon Elca aan de Moermantherapie waarover haar ouders via via gehoord hadden. Ze grepen deze ‘laatste strohalm’ met beide handen aan. “Als tiener was het best moeilijk voor me”, blikt Elca terug. Ik was bijvoorbeeld dol op gebakken aardappeltjes, maar die mocht ik niet. “Mijn moeder besloot dat het hele gezin volgens Moerman moest eten, zodat ik het niet te zwaar had.“ Het resultaat was verbluffend. “Het ging razendsnel beter met me. Door het Moermandieet werd er van binnenuit kennelijk veel goeds gedaan.” Na vijf jaar had ze geen klachten meer. De bestraling bracht anderzijds veel schade toe. Haar droom om boerin te worden moest ze opgeven. De land- en tuinbouwschool bleek niet meer haalbaar. “Het lichamelijke werk was veel te zwaar voor mij. Door de bestralingen ben ik chronisch vermoeid.” Ze werkte zoveel mogelijk mee in de zaak van haar man. Daarnaast richtte ze als vrijwilliger bij de Moermanvereniging de afdeling Dordrecht op, gaf ze kooklessen en hielp met het 25-jarig jubileum. “Een ontzettend leuke tijd”, blikt Elca terug op negen jaar bij de vereniging. Haar gezondheid speelde haar regelmatig parten. Sinds het Moermandieet haar overeind hield, bleef voeding altijd haar leidraad. ”Toen ik kanker had, was eten mijn medicijn. Daarna hielp het me mijn lichaam vitaal te houden. De energie die ik heb, haal ik uit mijn voeding.” Naast ellende en verdriet bracht de hersentumor - hoe vreemd dat ook klinkt - ook iets moois, vertelt Elca. De eerste periode in het ziekenhuis ging het zo slecht dat ze een bijna-doodervaring had. “Wat ik heb ervaren is bijna niet in woorden uit te leggen. Het fijne gevoel van licht, harmonie, liefde. Het stijgt boven alle gedachten uit. Doordat ik dit heb mogen ervaren, ben ik niet meer bang voor wat er na dit leven is.”
‘Voeding is mijn leidraad’ Wie: Elca de Ruiter (48) Privé: Getrouwd, geen kinderen. Woont in Dordrecht. Diagnose & behandeling: Op 11jarige leeftijd werd een hersentumor ontdekt. Naast bestraling volgde ze het Moermandieet. Na vijf jaar waren de klachten weg.
TEKST: MATILDE NEWMAN
CORNELIS 37
Gezondheid is het resultaat van een heel pakket dingen, zegt Dieuwertje Verschoor (77). Zij koos voor een combinatie van reguliere en complementaire behandelwijzen, en dat pakt tot op de dag van vandaag goed uit. ‘Dat ik er nog ben, dank ik aan het dieet en de supplementen.’ In 2008 kregen Dick en Dieuwertje Verschoor een ernstig auto-ongeluk. Na een mislukte operatie verloor Dick zijn spraakvermogen. Een zware tijd. Dieuwertje raakte oververmoeid en haar milt ging opzetten. Aanvankelijk weet ze het aan stress, maar al snel werd de diagnose gesteld: Non Hodgkin in het laatste stadium met uitzaaiingen in het beenmerg. Een schok. Maar Dieuwertje wist wat haar te doen stond. “Mijn man kreeg tien jaar daarvoor de diagnose maagkanker met uitzaaiingen in de milt, de slokdarm en de twaalfvingerige darm”, vertelt ze. “De artsen stuurden hem naar huis om te sterven. Hij ging naar dokter Hans Houtsmuller die hem de Moermantherapie voorschreef en knapte zienderogen op. Toen ik zelf kanker kreeg, was het voor mij zonneklaar dat ik de Moermantherapie zou volgen!” Tijdens de chemokuren merkte ze direct het effect. “In vergelijking met mijn medepatiënten kwam ik de chemo goed door. Ik werd niet kaal en de behandeling sloeg zo goed aan dat de laatste kuur niet meer nodig was.” Omdat de kanker nog in het beenmerg zit, krijgt Diewertje chemopillen om de ziekte onder controle te houden. “Dat is niet fijn, maar naar omstandigheden gaat het heel goed”, vindt ze. “Mijn medepatiënten van destijds met dezelfde diagnose zijn er allemaal niet meer. Dat ik er nog ben, dank ik aan het dieet en de supplementen. Het is een groot wonder!” Ze gelooft in het samenspel van bidden en werken. “Je moet blijven lachen en vertrouwen houden. Maar je moet zelf ook doen wat je kunt. Gezondheid is het resultaat van een heel pakket dingen bij elkaar: voldoende bewegen, gezonde voeding, genoeg slaap, optimisme en lieve mensen om je heen.” Diewertje tennist en fietst of wandelt minimaal een half uur – weer of geen weer. Daarnaast onderneemt ze regelmatig leuke dingen, zoals bezoeken aan concerten en exposities, en ze gaat op tijd naar bed. “Mijn man en ik eten nog altijd volgens Moerman. ‘Ik ga nog liever dood dan dat ik dat dieet moet volgen’, zeiden sommige medepatiënten tijdens de chemo. Nou, ik niet! Er is niks mis met het Moermandieet. Na zestien jaar genieten we er nog elke dag van.” TEKST: PETRA PRONK
38 CORNELIS
‘Je moet blijven lachen en vertrouwen houden’ Wie: Dieuwertje Verschoor (77) Privé: Getrouwd, drie kinderen, negen kleinkinderen en een pleegkind. Woont in Rijnsburg. Diagnose & Behandeling: Terminale Non-Hodgkin in 2009, combineert chemotherapie met het Moermandieet en supplementen.
Met nog drie maanden te leven begint Thomas Reijenga (86) aan het Moermandieet. Voor hem als bioloog een logische stap. Ook gaat hij met visualisatie aan de slag. ‘Het idee dat je je eigen kracht aan kunt boren, daar geloof ik in.’
Wie: Thomas Reijenga (86) Privé: Getrouwd en woont in Molenhoek. Vier kinderen, twee kleinkinderen. Diagnose & behandeling: 1997 diagnose galgangkanker. Met de prognose ‘nog drie maanden te leven’ kiest hij voor de Moermantherapie. Sinds 1998 is hij klachtenvrij.
‘Positief denken werkt’
Met hevige buikklachten wordt Reijenga in 1997 met spoed opgenomen. Het is een afsluiting van de darm (ileus). Omdat hij geel oogt, wordt ook de galblaas bekeken. Het blijkt galgangkanker. De galblaas wordt direct verwijderd. Om langer dan drie maanden te leven moeten ook de galgangen eruit, vindt de chirurg. Maar deze ingreep vergroot wel de kans op nieuwe uitzaaiingen. Reijenga besluit een andere weg in te slaan: Moermantherapie. Vanwege zijn interesse in voeding en gezondheid is hij vanaf het begin lid van de vereniging. “Dat je je eigen kracht aan kunt boren en je verantwoordelijkheid kunt nemen voor je eigen herstel. Daar geloof ik in.” Gezond eten deed hij al: geen vlees, veel groente uit eigen tuin. De therapie zorgde voor extra’s, zoals veel meer vitamine C, bietensap en peulvruchten. “Mijn vrouw kookte alles volgens de richtlijnen en doet dat overigens nog steeds geweldig.” Naast voeding verdiept Reijenga zich in de boeken van Le Shan en Simonton en gaat actief met visualisatie aan de slag. Het werkt. Vier maanden na de verwijdering van de galblaas fietst hij alweer met zijn vrouw op Texel. De artsen reageren vol onbegrip. “De oncologisch-chirurg zei: ‘Je kunt net zo goed voor een champagneontbijt-dieet kiezen’ en weigerde mij verder te behandelen.” Een ander concludeerde dat hij ‘kennelijk toch geen kanker had gehad’. “Artsen kunnen maar moeilijk toegeven dat iets anders dan hun reguliere methode werkt. Ze sluiten hun ogen voor ‘weten door ervaring’.” Maar er zijn uitzonderingen. Een Belgische chirurg in opleiding concludeerde op basis van de wondgenezing dat het dieet kennelijk effect had. ‘Dan is de kanker ook onder controle’, zei hij. Reijenga is ervan overtuigd dat hij genezen is. “De klachten waren na een jaar verdwenen.” Naast het heilzame effect van voeding op zijn gezondheid - die wetenschappelijk verklaarbaar is - gelooft de bioloog dat de wetten van de kwantumfysica bijdroegen aan zijn herstel. “Ik ben ervan overtuigd dat je instelling van belang is voor hoe het met je gaat. Positief denken werkt. Dat heb ik aan den lijve ervaren.” Reijenga is inmiddels 86 jaar en voelt zich nog steeds prima. Hij houdt de tuin nog bij, wandelt en fietst. “Mijn energie loopt wel terug. Maar ja, wat wil je op mijn leeftijd?” TEKST: PETRA PRONK
CORNELIS 39
TERUGBLIK
‘Ik gebruik geen medicijnen en voel me geweldig’
De meeste vrouwen met kwaadaardige borstkanker laten zich zo snel mogelijk opereren. Riet Bor (70) niet. Toen zij in 2006 de diagnose kreeg, ging ze eerst ‘heel eigenwijs’ het Moermandieet volgen. “Het lijkt me logisch dat er een link is tussen voeding en gezondheid.” Een knobbeltje in de borst was het eerste signaal dat er iets niet pluis was. Onderzoek toonde aan dat het kwaadaardig was. De dokter raadde een operatie aan. Zo spoedig mogelijk. Maar Riet Bor koos haar eigen weg. Een half jaar lang slikte ze bittere abrikozenpitten en volgde ze het Moermandieet. “Het voelde voor mij natuurlijk om de weg van de natuurgeneeskunde te volgen en eerst mijn lichaam te versterken voordat ik de operatie liet doen”, vertelt ze. Een half jaar later volgde een borstsparende operatie. De arts had amputatie aangeraden, maar ook hierin maakte Riet haar eigen afweging. Het herstel verliep voorspoedig. Dankzij het Moermandieet en de abrikozenpitten, is haar overtuiging. “Het lijkt me logisch dat er een link is tussen voeding en gezondheid. Als je natuurlijk en biologisch eet, krijg je veel meer gezonde stoffen binnen. Dat werkt positief op het immuunsysteem en zorgt dat je weerstand wordt opgebouwd.” Naast gezond eten kwam Riet ook in beweging. Drie kwartier lopen per dag werd haar norm.
Wie: Riet Bor (70) Privé: Getrouwd, twee dochters, acht kleinkinderen. Woont in Hoogblokland. Diagnose & behandeling: Borstkanker in 2006. Begon met het Moermandieet (en het slikken van bittere abrikozenpitten) en onderging daarna een borstsparende operatie. Bleef onder controle bij een natuurarts tot 2012.
Omdat ze geen ziekenhuispatiënt is, werd Riet nooit officieel gezond verklaard, maar daar heeft ze ook geen behoefte aan. “Ik voel mijn eigen lichaam en dat voelt goed.” In 2012 zei haar natuurarts dat er geen reden was om nog langer onder controle te blijven. Wel slikt ze nog steeds voedingssupplementen, omdat ze haar weerstand op peil wil houden. Ook gezond eten is nog altijd een vanzelfsprekendheid: veel groente en fruit, en zo weinig mogelijk met E-nummers. Het resultaat? “Mijn conditie is prima, ik gebruik geen medicijnen en ik voel me geweldig. Ik ben blij dat ik deze weg ben gegaan.” Ze vindt het jammer dat mensen vaak zo negatief tegen de Moermantherapie aankijken. “Als je hieraan begint, moet je echt tegen de stroom in roeien. Ook tegen het advies van artsen in, zonder dat jij zelf deskundig bent. Dat was spannend en ik heb me daar wel eens eenzaam in gevoeld. Maar ik heb geen moment spijt gehad.” TEKST: PETRA PRONK
40 CORNELIS
GESCHIEDENIS Herinneringen aan het verenigingswerk
Het hele huis van de familie Strating werd beheerst door maar één ding: de Moermanvereniging. De voorkamer, ingericht als kantoor, stond afgeladen vol. Alleen Gré wist er de weg. Patricia Huijgen (62) die de vereniging 28 jaar tot steun was, herinnert het zich nog als de dag van gisteren. TEKST: JAN VAN KLINKEN FOTO: ARCHIEF MMV
‘Die dankbare patiënten, daar deed je het voor’ Een oproep op het prikbord van de plaatselijke supermarkt, bracht Patricia in 1979 in contact met de Moermanvereniging. Dat was vijf jaar na de oprichting van Amnestie, zoals de vereniging toen heette. Er werd een administratieve hulp gevraagd. Toen ze aanbelde herkende ze de man aan de deur onmiddellijk als haar vroegere wiskundeleraar. Patricia werd letterlijk met open armen ontvangen. De eerste drie jaar ontving ze haar vergoeding handje contantje. Het ging in die tijd allemaal nog niet zo officieel. Dat veranderde toen ze in vaste dienst kwam. Aanvankelijk werkte ze thuis aan de keukentafel. Daarna kwam het moment dat ze de hele administratie van Gré overnam en naar Andelst verhuisde. Daar had ze de beschikking over een heus kantoor. Op het hoogtepunt telde de vereniging zo’n 13.000 leden. Een artikel in Libelle met verhalen van genezen patiënten en een uitzending van de Tros leidden tot een enorme toevloed van leden. De nieuwe aanmeldingen kwamen met postzakken tegelijk binnen. Het invoeren van al die namen en adressen was monnikenwerk, herinnert Patricia zich. De eerste computer werd dan ook met gejuich begroet, zij het dat ze wel eerst een vuistdikke Engelse handleiding moest doorspitten. Vrijwel niemand wist hoe het ding werkte.
BEDOLVEN ONDER SAPCENTRIFUGES Het uitprinten van de adresstickers voor het verenigingsorgaan kon voortaan in eigen beheer, maar er was wel een kleine
complicatie. Als de doos met kettingformulieren leeg was, moest het laatste exemplaar aan de eerste van de volgende doos worden vastgeplakt. Gebeurde dat niet, dan moest alles overnieuw. “Ik heb hier tot drie uur in de nacht gezeten”, lacht Patricia, die in 2007 na 28 jaar trouwe dienst afscheid nam van de vereniging. Onvergetelijk blijft die ene week waarin haar huis werd bedolven onder de gebruikte sapcentrifuges. Buiten medeweten van de vereniging had een goedbedoelend lid een oproep in een damesblad geplaatst. Het gevolg was dat de ene na de andere bestelwagen pakketten bij haar woning kwam afleveren. Patricia’s man Eli stak graag de helpende hand toe en had verstand van communicatie. Zodoende verliep het almaar toenemende telefoon- en faxverkeer gelukkig redelijk gesmeerd. Ondertussen bracht ze ook nog drie kinderen groot. Dat was weleens ingewikkeld. Als ze uit school kwamen en moeder aan de telefoon zat, schreven ze op een briefje of ze een snoepje mochten en Patricia moest dan ‘ja’ of ‘nee’ doorstrepen. Naderhand kreeg ze hulp. Ze koestert dierbare herinneringen aan haar ‘Moermantijd’. “De gesprekken met patiënten waren soms erg moeilijk. Wat ik wel heb gezien, is dat de therapie hielp. Genazen ze niet, dan hadden ze toch een veel betere levenskwaliteit. Ik heb er veel voor teruggekregen. Die dankbare mensen, daar deed je het voor.”
CORNELIS 41
GESCHIEDENIS 21 patiënten bewezen genezen
Rapport Retrospectief onderzoek uit 1991
Moermantherapie
GENEEST Al weer 23 jaar geleden is het dat toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Hans Simons het ‘Retrospectief onderzoek naar de effectiviteit van de Moermantherapie bij kankerpatiënten’ in ontvangst nam. Meest in het oog springende conclusie: van 21 patiënten staat het onomstotelijk vast dat ze zijn genezen door niet anders dan de Moermantherapie. Een terugblik op een terugblikkend onderzoek. TEKST: ARJAN VAN GRONINGEN FOTO: ARCHIEF MMV
‘M
oermantherapie kan kanker genezen’ en ‘Postuum eerherstel voor Moerman’, koppen de kranten daags na de presentatie van het 784 pagina’s dikke onderzoek naar de werking van de Moermantherapie. Het boekwerk is het late resultaat van de maatschappelijke druk die in 1979 uitmondt in de motie Borgman-Lansink-Terpstra, die de regering verzoekt de Moermantherapie wetenschappelijk te laten toetsen. Dat de Tweede Kamer deze motie met algemene stemmen aanneemt, betekent erkenning voor het gevoel dat de vernietigende conclusies van de Commissie-Delprat uit 1958, niet meer serieus te nemen zijn. Concludeert ook het retrospectieve onderzoek. “De bevindingen van Delprat c.s. kunnen goeddeels geen stand meer houden. Mede bezien in het licht van meer recente inzichten omtrent het verband tussen leefstijl, voeding en kanker”, stelt wijlen drs. Simon de Graaf tijdens de presentatie van het onderzoek in 1991. Die deze woorden vooraf laat gaan door de opmerking dat hij het “om redenen van collegiale hoffelijkheid maar diplomatiek formuleert”. De Graaf memoreert hoe zijn kritische belangstelling voor de Vlaardingse arts al in de jaren zestig gewekt was. “In mijn opleiding tot radiotherapeut trof ik van tijd tot tijd ook patiënten aan die door ene dokter Moerman waren behandeld. Zij waren soms nog net, soms ook niet meer behandelbaar. Het kwam mij destijds onbegrijpelijk voor dat sommige patiënten hun leven in de waagschaal
42 CORNELIS
stelden, door buiten de gangbare medische behandelingskanalen om, elders te gaan shoppen.”
THUIS BIJ MOERMAN Als een van de weinige regulier werkzame kankerspecialisten, besluit De Graaf zijn licht op te steken tijdens een patiëntendemonstratie bij Moerman thuis. “Het deed mij weldadig aan dat zich tussen het weinig kritische publiek een jonge huisarts bevond, Jan Wiese, de initiatiefnemer van het voorliggende onderzoeksrapport.” Wiese stelde de toen al bejaarde geneesheer na afloop voor een wetenschappelijk onderzoek in te stellen naar de resultaten van zijn methode. “Tot mijn niet geringe verbijstering reageerde Moerman hierop door Wiese de deur uit te werken, vergezeld van de mededeling dat zijn methode reeds bewezen had werkzaam te zijn en dat het kankervraagstuk derhalve door hem was opgelost.” Het onderzoek dat Wiese begin jaren tachtig op eigen houtje start, krijgt na het falen van de pogingen om tot een prospectief onderzoek te komen financiële steun van de Moermanvereniging. Medio jaren tachtig verzoekt het ministerie van WVC radiotherapeut en oncoloog dr. Simon de Graaf en internist-oncoloog dr. J. H. Mulder, de onderzoeksdata inhoudelijk te beoordelen. Hun positieve oordeel brengt het ministerie aan boord als medefinancier, waardoor ruimte ontstaat een team te vormen met bioloog Engelbert Valstar en communicatiedeskundige A. Antonczyk. De Graaf en Mulder bemannen de begeleidingscommissie, naast W. F. Haak van het ministerie en arts D. Meijer namens de Moermanvereniging.
Cruciaal voor een retrospectief (terugblikkend) onderzoek is de kwaliteit van de ziektegeschiedenissen. Uit een groep van 384 mensen die meenden, of waar anderen van meenden, dat ze door toepassing van de Moermantherapie van kanker genezen waren, selecteerde het team de 35 kansrijkste kandidaten. Elk van hen was door de reguliere behandelaars ‘opgegeven’. Van 21 gevallen concluderen de onderzoekers dat hun genezing aan niets anders te danken was dan de Moermantherapie. In haar verantwoording schrijft de begeleidingscommissie dat bij het lezen van de ziektegeschiedenissen gemakkelijk ‘gevoelens van verwondering en ontroering’ over de resultaten van de Moermantherapie kunnen ontstaan. Maar, stelt voorzitter De Graaf tijdens de presentatie, de conclusie dat de Moermantherapie geneest, “dient wel te worden geplaatst in relatie tot de bescheiden actieradius, welke inherent is aan het karakter van een retrospectief onderzoek. Hoe opmerkelijk deze genezingen ook zijn, ook dit retrospectieve onderzoek kan geen uitsluitsel geven over de vraag in hoeveel procent van de gevallen toepassing van de Moermantherapie daadwerkelijk effectief blijkt.” Met andere woorden: een onderzoek dat terugblikt, heeft weinig tot geen voorspellende waarde.
PRO- VERSUS RETROSPECTIEF Gezien de zeer vele patiënten die Moerman behandeld heeft, zou zich de gedachte kunnen opdringen dat een aantal van 21 genezingen aan de magere kant is. Voor het juiste perspectief is het daarom goed te weten, dat de kans op een spontane genezing niet hoger wordt geschat dan ongeveer één op tachtigduizend. Bovendien geeft het onderzoek antwoord op de vraag óf de Moermantherapie kan genezen. Om dat met zekerheid te kunnen vaststellen blijven vele genezingen buiten beschouwing. Vanwege onvolledige medische dossiers, ontbrekend weefselonderzoek of vanwege overlap tussen de reguliere behandeling en de Moermantherapie. In dat laatste geval zou de genezing namelijk het gevolg kunnen zijn van de reguliere behandeling. Het laat zich raden dat ook voor de Moermantherapie geldt dat de kans op succes verbetert als nieuwe patiënten er meteen aan beginnen. Maar in welke mate, dat moet prospectief onderzoek uitwijzen. Waarbij geselecteerde patiëntengroepen door de tijd gevolgd worden. De Graaf wijst op de noodzaak van grootscheeps prospectief onderzoek. “Dat moet gaan over de vraag welke componenten preventief en curatief werkzaam zijn, in welke mate en onder welke omstan-
digheden.” Ook het nut van combinatie met reguliere behandelingen verdient serieus onderzoek, houdt De Graaf zijn gehoor voor.
‘SPANNINGSVELD’ Onder dat gehoor bevindt zich staatssecretaris van VWC Hans Simons. De persoon bij uitstek om dit broodnodige onderzoek te (doen) organiseren. Simons looft de Moermantherapie als meest gebruikte en hooggewaardeerde alternatieve/complementaire behandeling bij kanker. Hij stelt dat “alternatieve geneeswijzen zich nog teveel in een onderbelichte hoek van de kamer bevinden” en signaleert een “spanningveld “ tussen de reguliere en de alternatieve geneeskunde. “Nadere gegevens over de effectiviteit (..) kunnen een bijdrage leveren om dit spanningsveld te verminderen.“ Maar concrete toezeggingen blijven uit. De staatssecretaris belooft de universiteit Maastricht om een ‘meta-analyse’ te vragen. Wat de Moermantherapie niet vooruit helpt aangezien er geen studies zijn om te analyseren. Verder verwijst de bewindsman naar een nog te verschijnen notitie aan de Tweede Kamer. “Deze zal ook handelen over mijn onderzoeksbeleid op dat gebied.”
STAATSSECRETARIS LOOFT MOERMANTHERAPIE ALS MEEST GEBRUIKTE EN HOOGGEWAARDEERDE ALTERNATIEVE/COMPLEMENTAIRE BEHANDELING In beloofd document zegt Simons verdere stappen uit te stellen; tot na de verschijning van een advies waar de Gezondheidsraad op dat moment al acht jaar aan werkt. Ondertussen zaagt hij wel de poten weg onder toekomstig onderzoek. Want de bewindsman zet een streep door het onderzoek dat moet uitwijzen of uitgaven aan alternatieve zorg tot besparingen leiden in de reguliere zorg. Reden: “methodologische problemen” en “sterk beperkte financiële mogelijkheden”. Directe besparing: 3,8 miljoen gulden. Verlies op lange termijn: tientallen miljarden euro’s en duizenden mensenlevens.
CORNELIS 43
TOEKOMST Onderzoek naar voedingssuppletie bij darmkanker
Orthomoleculair arts Rick van Prooijen
‘Mijn advies aan MMV: focus op preventie’ 44 CORNELIS
ervaringen met zijn duiven, maar hij hield de ontwikkelingen in de VS drommels goed in de gaten.”
Binnen MMV is Rick van Prooijen een vertrouwd gezicht. De Utrechtse internist en orthomoleculair arts betreurt het dat voor preventie van ziekten in Nederland weinig aandacht is. Hij pleit voor meer onderzoek op dit gebied en neemt zelf het voortouw met een onderzoek naar het effect van voedingssuppletie bij darmkanker. ‘Hard bewijs is belangrijk als je onderzoek doet in de alternatieve hoek.’ TEKST: ELLEN HAMEETEMAN FOTO: LEONARD DAVIDS
J
arenlang hield Van Prooijen, die opgeleid is als internist, zich in het plaatselijke Academisch Ziekenhuis bezig met stamceltransplantatie. “Toen ik kwam, in 1980, was er nog geen volledige behandeling ontwikkeld. Toen ik afzwaaide in 2008 wél.” De stamceltransplantatie leverde goede resultaten op, met name bij acute leukemie. Toch kwam bij Van Prooijen gaandeweg de vraag op of dit het dan was. “Ik was alleen maar bezig met het ontwikkelen van protocollen, zocht naar het protocol dat tot goede resultaten leidt. Het ging om heel intensieve therapieën die vergevorderde lymfomen moesten bestrijden. Als zo’n behandeling slaagde en patiënten herstelden, restte bij mij de vraag: hoe lang kunnen we zo’n herstelperiode vasthouden en kunnen voedingsstoffen daar een ondersteunende rol in spelen? Ik voelde de behoefte om breder te kijken.”
AMERIKA VOOROP Vanaf 2007 verdiepte Van Prooijen zich in het thema voedingsstoffen en kanker en studeerde orthomoleculaire geneeskunde en natuurgeneeskunde. In 2008 stopte hij als internist en begon een orthomoleculaire praktijk in Utrecht. In dezelfde periode kwam in Amerika het boek Nutritional On cology uit, volgens Van Prooijen het beste wetenschappelijke boek over de bewezen waarde van aanvullende voedingsstoffen, vitamines, mineralen en antioxidanten als complementaire therapie bij kanker. “In de VS is de orthomoleculaire aanpak al veel langer bekend en wordt hij ook hoger gewaardeerd. De aanpak van Moerman is trouwens ook afgeleid van methoden in Amerika. Hij baseerde zijn theorieën op de
Als het gaat om preventie – hét gebied van de orthomoleculaire aanpak- is in de VS al veel bereikt, weet Van Prooijen. “Het National Cancer Institute sponsorde een grootschalig onderzoek naar de preventieve behandeling van prostaatkanker met selenium, waaruit blijkt dat de aanpak werkt.” Een andere studie in de VS, bekend als de Nurses Health Study, onder een grote groep verpleegkundigen toonde de preventieve werking van vitamine D bij dikke darmkanker en borstkanker aan. Dergelijk onderzoek dat werkelijk bewijs oplevert, fascineert Van Prooijen, die zelf veertig jaar onderzoek deed.” Als je met onderzoek de werking van preventie kunt bewijzen, is dat fantastisch. Het betekent dat mensen geen patiënt worden. Reken maar eens uit hoeveel zorgkosten je daarmee voorkomt.”
EIGEN ONDERZOEK Vergelijkbaar onderzoek opzetten is echter razend lastig in Nederland. “Allereerst is het al heel moeilijk om een groep te definiëren die je jarenlang kunt volgen en die consequent is in het volgen van de behandeling.” Met de resultaten uit Amerika in het achterhoofd is Van Prooijen op dit moment bezig met het opzetten van een eigen onderzoek naar een preventieve behande-
‘Wellicht nemen mijn collega’s me nu minder serieus – dat zij zo’ ling van darmkanker met een voedingssupplement in combinatie met een gezonde leefstijl. “Wat ik wil is preventie van uitzaaiing. Bij darmkanker is het stadium waarin de kanker wordt geconstateerd heel belangrijk.
CORNELIS 45
»
Zit de kanker in één van de eerste drie stadia, dan geven de behandelingsresultaten hoge kans op genezing. Voor stadium 4 is op dit moment geen effectieve behandeling, slechts vijf tot tien procent van deze patiënten is na vijf jaar nog in leven.” Iedere inwoner van Nederland van 55 tot en met 75 jaar krijgt sinds januari van dit jaar elke twee jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. Van Prooijen hoopt uit deze categorie mensen een groep te selecteren voor zijn eigen preventieve onderzoek. “Deze groep wil ik tien tot vijftien jaar lang een capsule met voedingsstoffen laten slikken om te zien of als gevolg daarvan minder kanker in stadium 4 optreedt.” Eens per jaar wil hij aan de hand van vragenlijsten en bloedonderzoek bekijken hoe het met de gezondheid van zijn groep gaat.
DUIZEND MENSEN NODIG
‘Wat is de waarde van de Gezondheidsraad als artsen zich niet verplicht voelen de adviezen uit te voeren?’
46 CORNELIS
Voor het samenstellen van de onderzoeksgroep denkt Van Prooijen te kunnen putten uit het ledenbestand van MMV. “Daaronder zitten veel mensen in de ‘goede’ leeftijdscategorie. Het zijn ook mensen die bewust omgaan met voeding en gewend zijn aan een bepaald dieet.” Van Prooijen roept MMV-leden dan ook van harte op zich voor het onderzoek op te geven. “Ze mogen ook hun familie en vrienden mobiliseren. Als ik duizend mensen heb, kan ik van start gaan om een betrouwbaar onderzoeksresultaat te krijgen.” “Het onderzoek moet voldoende wetenschappelijke kracht hebben”, benadrukt Van Prooijen. “Zó dat ik de Vereniging tegen de Kwakzalverij schaakmat kan zetten. Hard bewijs is belangrijk als je een onderzoek doet in de alternatieve hoek. Ik ben een min of meer gerespecteerd regulier arts en begeef me met een onderzoek als dit in de alternatieve hoek. Wellicht nemen mijn collega’s me minder serieus, dat zij zo.” Het onderzoek wordt gefaciliteerd door het Julius Centrum dat internationaal hoog aangeschreven staat als het gaat om het uitvoeren van kwalitatief hoogstaand epidemiologisch onderzoek.
Van Prooijen hoopt dat het zal lukken. “MMV bestaat dit jaar veertig jaar. Al die tijd al geven we adviezen over gezonde voeding, maar meer exacte gegevens over de effecten zijn zeer welkom.” Het idee dat voedingsstoffen preventief kunnen werken, leeft nog te weinig in Nederland, signaleert hij. De focus ligt op behandelen. Hoewel preventie in theorie hoog op de agenda staat van overheden, mede vanwege de oplopende zorgkosten, blijkt het thema in de dagelijkse praktijk van artsen vrijwel geen rol te spelen.
VITAMINE D-ADVIES GENEGEERD Een voorbeeld waar Van Prooijen zich nog dagelijks over opwindt is dat van het vitamine D-advies van de Gezondheidsraad. “De raad heeft geconstateerd, op basis van onderzoek dat gepubliceerd is in The Lan cet, dat met vitamine D osteoporose is te voorkomen. Op basis daarvan is het advies geformuleerd dat wie ouder is dan 70 jaar dagelijks 20 microgram vitamine D moet slikken.” Dat advies wordt echter massaal genegeerd. “Huisartsen voelen zich niet verplicht om het uit te voeren. Dat is toch bizar? Wat is de waarde van de Gezondheidsraad, een door de overheid ingesteld orgaan, dan nog?” Van Prooijen denkt dat artsen de adviezen van de Gezondheidsraad niet systematisch doorgestuurd krijgen. “Ze belanden domweg niet bij iedereen op het bureau.” Onder reguliere artsen is dus nog een wereld te winnen op het gebied van preventie. Van Prooijen zou graag zien dat ook MMV de focus op preventie legt. Zijn onderzoek is wat hem betreft een mooi begin. “Veertig jaar lang is die gericht geweest op behandeling, maar de vereniging moet zichzelf niet meer louter als patiëntenvereniging zien. Het mooiste zou zijn als het MMV lukt een wetenschappelijke poot op te zetten, volgens Amerikaans model. Dan kun je echt dingen bereiken. Maar dat vraagt natuurlijk heel wat aan investering, zoiets krijg je niet snel voor elkaar.”
COLUMN Ralph Moorman
Plantenveredeling ...het is net als genetische modificatie een experiment met de gezondheid...
Als we kijken naar de ziekte-, vitaliteiten overgewichtcijfers van de laatste vijftig jaar ziet dat er niet best uit. Wat is er de afgelopen decennia veranderd? Allereerst is er de uitholling en bewerking van voeding door de levensmiddelenindustrie en het gevaar van blootstelling aan stress, straling, en chemicaliën uit onze omgeving. Van de invloed van deze ontwikkelingen zijn steeds meer mensen doordrongen. Een factor die echter nog vaak over het hoofd gezien wordt, is plantenveredeling. Omdat ‘wetenschap’ nauwelijks bruikbaar is als het gaat om het hard aantonen van verbanden op het gebied van gezondheid adviseer ik om zo dicht mogelijk bij de natuur te blijven en gezondheidsexperimenten (en daarmee samenhangende risico’s) te vermijden. Om die reden zijn veel mensen wars van genetische modificatie waarbij genen met positieve eigenschappen uit een plant of organisme worden overgeplaatst in een ander organisme door middel van biotechnologie. Eigenlijk doet plantenveredeling bijna hetzelfde, maar dan door middel van gerichte kruisingen van planten met de gewenste eigenschappen. Een verschil is echter dat er geen eigenschap van een totaal ander organisme ingekruist kan worden. Het inkruisen van een gewenste eigenschap duurt bij plantenveredeling bovendien een stuk langer dan bij genetische modificatie.
Ralph Moorman is gezondheidscoach en ingenieur levensmiddelentechnologie en auteur van boeken over gezondheid.
Plantenveredelaars hebben echter manieren gevonden om dit proces te versnellen. Ook hebben zij technieken ontwikkeld om celdeling gericht te verstoren met als doel het laten ontstaan van polyploide gewassen. Deze polyploide gewassen zouden alleen bij uitzondering in de natuur ontstaan en vervolgens verdwijnen. Toch worden er zuivere lijnen van geteeld, omdat deze gewassen vaak een grotere opbrengst leveren.
Intensieve plantenveredeling is daarom net als genetische modificatie als een experiment met de gezondheid, omdat: • DNA van planten veel sneller kan veranderen dan ons eigen DNA. De vraag is of ons immuunsysteem en darmbacteriën deze voeding goed kan verwerken en dus of onze genexpressie zich voldoende kan aanpassen. • Om productievere rassen te kweken methodes gebruikt worden die bewust celdelingsfouten uitlokken. Dit is bijvoorbeeld bij tarwerassen gebeurd. Wat polyploide gewassen betekenen voor onze gezondheid is niet goed onderzocht, maar de wijdverbreide klachten die ontstaan na het eten van de nieuwe tarwesoorten spreken boekdelen. • Om rassen te kweken met een betere smaak worden bittersmaken vaak uitgekruist. Bittere stoffen staan vaak bekend om hun gezondheidbevorderende werking. Een grotere zoetkracht is ook een gewenste smaakverbetering, waarbij de toegenomen hoeveelheid suiker echter ook niet als gezonder bekend staat. • Om rassen weerbaarder te maken tegen vraat en infecties weerstand verhogende eigenschappen gericht worden ingekruisd. We weten niet goed of de beschermingsstoffen die door de plant aangemaakt worden altijd goed voor ons zijn. Deze stoffen zouden ook juist licht toxisch kunnen zijn voor ons. Ik pleit er daarom voor om oude zaden goed te bewaren in zaadbanken en uit te blijven zaaien. Ik denk dat er markt is voor oude gewassen die nog nauwelijks veredeld zijn. In de toekomst zullen deze zaden zelfs onmisbaar zijn vanwege het verdwijnen van diversiteit van gewassen. Een mooi initiatief is www.prospecierara. nl. Via dit netwerk kunt u zelf helpen deze zaden te bewaren voor ons nageslacht!
CORNELIS 47
VOEDING & KANKER De zintuiglijke ervaring van het eten
Onze maag is het eerste ontvangstcentrum van alles wat wij tot ons nemen. Het gaat daarbij niet alleen om onze dagelijkse voeding, maar ook om onze zintuiglijke ervaringen en gevoelens. Gezegdes zijn veelzeggend. Zo gaat de liefde door de maag. Maar iets kan je ook zwaar op de maag liggen. TEKST: GERLINDE STAM
Leer luisteren naar je buikgevoel
O
ns lichaam breekt alles wat is binnengekomen tot in de kleinste moleculen af om het vervolgens weer op te bouwen tot voedingsstof. Dit is een natuurlijk proces dat bij ieder mens plaatsvindt en waarin we als het ware zijn voorgeprogrammeerd; het gebeurt onbewust, we hoeven er niet over na te denken. Het is het natuurlijk bioritme van ieder levend wezen op aarde; de cyclus van geboorte, manifestatie en sterven. Dit weerspiegelt zich dus ook in onze spijsvertering, ons stof-wisselingsproces.
GOED EN KWAAD Behalve dat we een lichaam hebben, stoffelijk zijn, zijn we bovenal een geestelijk wezen. De geest vertegenwoordigt het licht in ons en daarmee ook ons vermogen tot bewustwording. Wanneer ergens het licht op valt, wordt iets helder of zichtbaar; er ontstaat een inzicht. Licht zorgt ervoor dat we kunnen onderscheiden wat goed is en wat kwaad. Dat gebeurt ook in de maag waar het maagzuur pathogene ziekteverwekkers zoals bedreigende bacteriën uitschakelt en potentiële voedingsstoffen bindt. De maag is de verbindende schakel tussen hoofd en buik, boven en onder.
LICHTENERGIE (Zon)licht is onze ultieme voedingsbron en geeft energie aan alles wat leeft, groeit en bloeit. Wanneer wij natuurlijke, onbewerkte
48 CORNELIS
voeding tot ons nemen, verbinden wij ons met deze lichtenergie en zijn we in staat om onszelf bewust te ervaren, vorm te geven en in stand te houden. We herkennen als het ware onszelf in het licht en dat maakt dat we ons levendig voelen. De manier waarop iemand dit doet, maakt hem of haar uniek, daarin spreekt zijn of haar zielewezen. Het lichaam is daarmee het voertuig van onze geest en een uitdrukking van onze ziel; het onstoffelijke wordt stoffelijk. Licht is dynamisch en een bioritmisch gegeven. Licht komt voort uit het donker; het zijn tegenpolen die elkaar afwisselen, zoals de zon en de maan, de dag en de nacht. Dit bioritme is ook in de mens aanwezig en onderhoudt de balans tussen opbouwende (verlichtende) en afbrekende (schaduw) krachten. Dit bepaalt ons gevoel van lichamelijk gezond zijn maar ook ons gevoel van geestelijk welzijn.
SAMEN GENIETEN Lichaam en geest vormen daarmee een tweeeenheid die in de Chinese natuurgeneeskunde mooi verbeeld wordt door het yin-yangsymbool. Door deze verbindende krachten in onszelf zijn we 'van nature' sociale wezens. Onze primaire behoefte om te eten maakt dat we niet alleen onszelf kunnen vormen en in stand houden, maar dat we ons ook, via ons voedsel, kunnen verbinden met een ander mens. Eten is daarmee ook een belangrijk sociaal ge-
LES 1
OUDERLIJK VOORBEELD
Onze voedingsgeschiedenis krijgt vorm vanaf ons prille bestaan. Het eerste contact met ons aardse bestaan komt letterlijk via de moederborst tot stand en op tweejarige leeftijd ontdekken we dat je met wel of niet te eten invloed kunt uitoefenen op de buitenwereld. Onze ouders geven ons een voorbeeld en dit alles bepaalt welke voedingsgewoonten we door de tijd heen opbouwen en in stand houden.
LES 2
DOORBREEK NEGATIEVE PATRONEN
Onnatuurlijke voeding en negatieve emoties rondom het eten beïnvloeden ons van jongs af aan in het ontwikkelen en in stand houden van onze gezond heid. Deze negatieve patronen doorbreken en loslaten is meestal niet eenvoudig. Dit vraagt tijd, geduld en compassie met jezelf. Jezelf voeden met lichtenergie voedt de liefde in en voor jezelf. Als we verliefd zijn of ons geliefd voelen, leven we licht en vol energie.
LES 3
VERZAMEL GOEDE INFO
Wanneer we ernstig ziek zijn, is er een gebrek aan licht in ons. Als vanzelf ontstaat er dan een grotere motivatie om dit proces te keren, op zoek te gaan naar verandering. Dat kan in de praktijk lastig blijken omdat we te maken krijgen met allerlei eetgewoontes en een veelvoud aan, vaak tegenstrijdige of eenzijdige informatie omtrent gezonde voeding. Daar ligt dan ook niet alleen de oplossing.
LES 4
NEEM DE REGIE OVER
Door bij onszelf te rade te gaan en door (opnieuw) keuzes te maken, nemen we de regie weer in eigen hand en dat voedt de motivatie en het zelfgenezend vermogen. Wanneer we ziek zijn, hebben we echter ook te maken met een afhankelijkheidsrelatie met fa milie, verzorgers, ziekenhuizen en dergelijke. Mijn belangrijkste advies is dan om vooral iemand te zoeken die jou begrijpt en je onvoorwaardelijk wil steunen in je zoektocht naar herstel en gezondheid.
beuren. Het samen genieten van eten bevredigt daarmee het innerlijke verlangen om ons gezien, gehoord en geïnspireerd te voelen. Het bevestigt ons bestaansrecht en onze verbinding met andere lichtwezens. Onze westerse eetcultuur is echter ver weggeraakt van de verbinding met onze natuurlijke voedingsbronnen en het gebruik ervan. Fabrieksvoeding en 3D-printers die ons toekomstige voedsel gaan maken, ontberen de broodnodige lichtenergie. Hierdoor is en wordt ons innerlijke voedingskompas in verwarring gebracht. Maar ook door ons te veel te richten op wat de wetenschap en de voedingsindustrie ons vertellen, negeren we de signalen in onszelf. Dit zorgt vroeger of later voor een disbalans in onze stofwisseling.
ONS VOEDINGSKOMPAS IS IN VERWARRING GEBRACHT
BUIKHERSENEN Gelukkig zijn we ook uitgerust met een feilloos controlesysteem dat aan de bel trekt wanneer dit nodig is. Het is nu de kunst om naar deze signalen, hoe klein ook, te leren luisteren en er vervolgens naar te handelen. Onze buikhersenen vertellen ons precies wat we wel of niet nodig hebben, wat we wel en niet verteren, elke dag, elk moment opnieuw. Dit opnieuw herinneren van onze voedingsbehoeften geeft ons de regie terug over ons leven en helpt ons te worden wie we in werkelijkheid al zijn. Door het samenspel van lichaam en geest, uit elk ziektebeeld zich bij iedereen op een geheel eigen wijze; iemands familiaire blauwdruk, genetische imprint of constitutie, zijn/haar voedingsstijl en persoonlijke levensomstandigheden bepalen samen of, wanneer en
hoe iemand uit balans raakt en hoe hij/zij dit als ziekte ervaart. Reinigingskuren en voeding inzetten als medicijn zijn al decennia voor de opkomst van de reguliere geneeskunde effectief gebleken. Maar ook preventief valt er veel winst te halen. Het overstappen op een meer natuurlijk voedingspatroon is een persoonlijk proces dat vaak gepaard gaat met vallen en opstaan. Dat hoort erbij. Het mooie is dat wanneer eenmaal de positieve verandering voelbaar is, het als vanzelf onze motivatie voedt en levend houdt. We herkennen weer wie we (willen) zijn; volhouden wordt 'houden van'. Gerlinde Stam is voedingstherapeut, natuurgenees kundige en secretaris van de Leden Advies Raad.
CORNELIS 49
INTERVIEW TERUGBLIK Patiënten vertellen
‘niet
Doodgaan was voor mij
aan de orde’ 50 CORNELIS
Wie: René Pouwelse (60) Privé: Getrouwd, drie volwassenen kinderen. Woont in Hilvarenbeek. Diagnose & behandeling: 1997 diagnose darmkanker met uitzaaiingen in de lever. Darm- en leveroperatie en aanvullende chemotherapie.1998 Leveroperatie nadat opnieuw uitzaaiingen in de lever zijn geconstateerd.1999 start met complementaire therapie nadat er opnieuw uitzaaiingen in de lever en in de lymfe zijn. Genezing niet meer mogelijk, volgens arts. Palliatieve chemokuur. Eind 2000 zijn de uitzaaiingen verdwenen. Nog enkele jaren behandeling door NTTTarts en controles door de oncoloog tot 2013. Inmiddels genezen.
Toen zijn arts hem vertelde dat hij nog maar kort te leven had, geloofde René Pouwelse (60) hem geen moment. In plaats van de aangeraden ‘laatste vakantie’ nam hij met zijn gezin de tijd om zich te beraden op de toekomst. “We zagen het als topsport: we gingen voor goud.” TEKST: PETRA PRONK
D
armkanker met uitzaaiingen in de lever. Die diagnose kreeg René Pouwelse (60) op zijn 42ste. Aanvankelijk volgde hij de reguliere behandeling. Maar toen na twee operaties en een chemokuur voor de derde keer uitzaaiingen werden geconstateerd, was alleen een palliatieve chemokuur nog een optie. Een operatie was niet meer mogelijk. Hij werd naar huis gestuurd met het advies een driemaandelijkse kalender te maken en ‘een kaarsje aan te steken’. De arts raadde hem ook nog aan zoveel mogelijk te genieten en een laatste vakantie te plannen. Het gezin ging inderdaad op vakantie, maar die stond bepaald niet in het teken van het afscheid. ‘”We bezonnen ons maar op één ding: onze toekomst”, vertelt René. “Ik heb geen moment gedacht dat ik echt dood zou gaan. Dat wilde er bij mij gewoon niet in en ik was ook niet van plan te capituleren.” Om dat duidelijk te maken werd bij thuiskomst een nieuwe auto aangeschaft. Tijdens het eerste ritje zei René tegen zijn vrouw Diny: ‘Hier ga ik nog heel lang in rijden!’
SPONTANE GENEZING Het echtpaar oriënteerde zich op andere geneeswijzen. Diny stuitte op het boek ‘Spontane genezing’ van C. Hirschberg en M. Barasch met verhalen van mensen met een slechte prognose die tegen alle verwachtingen in van kanker genezen waren. Het boek is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. René en Diny constateren een duidelijke rode draad in de verhalen: al deze mensen volgden een dieet, deden veel aan beweging en iets op het gebied van meditatie of yoga. Daarnaast hadden ze stuk voor stuk een optimistische
‘IK BEN NU ÉCHT EEN EX-KANKERPATIËNT’
instelling en wisten ze zich gesteund door een sterke persoon naast zich om de strijd mee aan te gaan. Het sprak René en Diny aan. Als deze mensen het konden, waarom zou het René dan niet lukken? “Dit boek bracht een omslag teweeg”, zegt hij terugkijkend. “Het gaf niet alleen heel praktisch een richting aan die we in konden slaan, maar het zorgde er ook voor dat we nieuwe energie kregen en een duidelijke focus. Vanuit een situatie waarin ik uitbehandeld was, had ik voor mijn gevoel ineens weer een kans en kon ik concreet ergens naartoe werken. Die gedachte gaf steeds opnieuw kracht.” René moest wel even een drempel overletterlijk en figuurlijk. Tijdens de afspraak bij het Holistisch Centrum in de buurt, wilde hij gevoelsmatig het liefst omkeren. Maar het gesprek met de NTTT-arts boezemde hem vertrouwen in. “Deze man nam de tijd voor ons, luisterde écht en de holistische aanpak sprak ons aan. Het idee dat je als mens als geheel gezien moet worden, lichaam en geest, klonk ons logisch in de oren. Vanaf dat moment ben ik er met volle overtuiging voor gegaan en hebben we alles uit de kast getrokken om er zo goed mogelijk doorheen te komen. We zagen het als topsport: we gingen voor goud.”
Aangezien er veel kaf onder het koren zit in het complementaire circuit, wilden ze niet zomaar met iedereen in zee. Ze kozen voor gekwalificeerde artsen en methoden waar ze zich thuis bij voelden. Zo kwamen ze uit bij het Houtsmullerdieet, voedingssupplementen, niet-toxische tumorremmers, de Simontontherapie en veel beweging. “Ik wilde zowel lichamelijk als geestelijk een optimale conditie hebben om de chemokuren zo goed mogelijk te kunnen doorstaan”, verklaart René. En dat is gelukt. “De complementaire geneeswijzen hebben mijn energie en weerstand verhoogd en de kwaliteit van leven vergroot. Wat ik er ook prettig aan vond is dat je daarmee, naast de reguliere behandeling, de regie in eigen hand houdt. Het idee dat je zelf de touwtjes in handen hebt, was voor mij erg belangrijk.” Ook zijn optimistische instelling is een belangrijk wapen geweest in de strijd tegen zijn ziekte. Volgens Diny is René ‘superpositief’. “Ik heb een optimistische aard en ben er altijd van overtuigd geweest dat ik niet dood zou gaan aan kanker. Dat kun je naïef noemen, maar ik weigerde gewoon om die gedachte toe te laten. Doodgaan was voor mij totaal niet aan de orde.”
EFFECT De aanpak had effect. “Het gaat prima en ik ben in goede gezondheid. Vorig jaar hebben we de controles gestaakt omdat ik al dertien jaar ‘schoon’ ben. Ik ben nu echt een ex-kankerpatiënt.” Hij is nog steeds vol energie. Zo fietste hij in 2012 en 2013 voor het goede doel de Alpe d’Huez op. “Uit dankbaarheid voor mijn genezing en om iets terug doen voor het kankeronderzoek. Beide keren vier keer omhoog! Voorafgaand daaraan heb ik tijdens een studiedag op school een presentatie gegeven over onze holistische aanpak.” Inmiddels gaat het leven weer zijn gewone gang. Bijna alsof hij nooit ziek is geweest. Maar één ding is wel veranderd: “Ik eet nog steeds gezond: veel groente en fruit, vette vis en weinig vlees. Ik ga bewuster met mijn gezondheid om dan voorheen en luister beter naar mijn lichaam.”
REGIE Ondanks de emoties die natuurlijk een rol speelden, bleef het echtpaar wel nuchter.
CORNELIS 51
E ‘Het komt wel goed, dacht ik’ Wie: Anja Kiel (59) Prive: Getrouwd, drie kinderen, een kleinzoon. Woont in Culemborg. Diagnose & behandeling: Diagnose melanoom met uitzaaiingen (1988/89). Begin 1989 zijn bobbels en lymfeklieren in onderbuik en lies verwijderd en start Anja met de Moermantherapie. In 1999 ontslaat haar reguliere arts haar van ziekenhuiszorg.
52 CORNELIS
en half jaar na de diagnose melanoom voelt Anja Kiel (toen 34) een bobbel in haar lies. Het blijken uitzaaiingen. Heftig. “Terwijl de jongste van twee in de kamer rondscharrelt, denk ik treurig: ‘Straks ben ik er over een half jaar niet meer…’ Direct daarna herneemt ze zich. Ze weet het nog als de dag van gisteren. “Ik dacht: ‘Ik moet nu de knop omdraaien, anders ben ik er straks echt niet meer.’” En dat deed ze. “Ik ben bewust mijn denkgrenzen gaan verleggen, positieve dingen gaan denken, zoals: Ik ga mijn zoon zelf naar de kleuterklas brengen. Niet iemand anders, gewoon ik!” Ook bemoeit ze zich van meet af aan met haar eigen behandeling. De eerste chirurg wilde alleen de gezwollen lymfeklieren met metastasen - weghalen. ‘Dan zien we daarna wel weer verder’, zei hij. Maar dat vertrouwde ze niet. “Het risico was groot dat ik regelmatig onder het mes moest, en dat voelde voor ons niet goed.” De arts die ze zag in het kader van de second opinion raadde haar aan om naast de tumor ook de lymfeklieren in de onderbuik en de lies weg te halen om de kans op verdere uitzaaiingen te verminderen. Daar had Anja meer vertrouwen in.
MOERMAN OP DE CAMPING Ondertussen leefde ze in een soort emotioneel vacuüm. “Ik wist niet wat er ging gebeuren en zag tegelijkertijd de angst in de ogen van de mensen om mij heen. Zelf heb ik die diepe angst niet ervaren. Ik had het gevoel dat het goed zou komen. Dat was mijn kracht, maar ook een valkuil. Ik ging de mensen om mij heen geruststellen. Op een gegeven moment zei de
De kinderen zijn nog klein als Anja Kiel (59) de diagnose melanoom met uitzaaiingen krijgt. Met een positieve instelling en vertrouwen in haar intuïtie kiest Anja voor een combinatie van reguliere én complementaire therapie. Na tien jaar is ze kankervrij en nog eens vijftien jaar later fit als een hoentje. ‘De Moermantherapie is een manier van eten én denken.’ TEKST: PETRA PRONK
chirurg streng: ‘Nu vergeet je die anderen en ga je aan je eigen welzijn werken.’” Een kennis zette haar op het spoor van de Moermanvereniging. “Ik at al jaren gezond en vegetarisch, dus dat vond ik niet moeilijk. Pure producten, biologisch voedsel, eenvoudige bereidingswijzen, geen suiker en synthetische toevoegingen. Dat paste bij me.” Anja noemt de Moermantherapie ‘een manier van eten en denken’. “Het idee dat je je weerstand kunt vergroten door gezond te eten lijkt mij logisch.” Het hele gezin at groente en rauwkost met Anja mee, maar voor hen maakte ze ook aardappelen en vlees. Haar man was een trouwe steun. “Hij sleepte elke week zoveel citroenen aan dat de groenteman zich hardop afvroeg wat hij daar toch mee deed.” Ook in de vakantie bleef ze de therapie trouw. Op de camping liet ze de pan met bruine rijst en groene erwten in de slaapzak warm stomen. Dankzij het dieet en de supplementen voelde Anja haar energie snel terugkomen. Een paar maanden na de operatie was ze alweer aan het werk als groepsleerkracht op een basisschool.
TWEESPORENBELEID Anja volgde bewust een tweesporenbeleid – regulier en complementair– en werd daarin door beide artsen gesteund. Haar chirurg, een Chinese arts met interesse in acupunctuur die haar ook het voedingssupplement selenium voorschreef, bood aan de recepten van haar Moermanarts te ondertekenen, zodat ze de supplementen vergoed zou krijgen. “Hij hield mij in de gaten en dacht mee. Hij wilde niet dat ik met kwakzalvers in zee ging. Hij belde zelfs een
keer met mijn Moermanarts om te vragen waarom deze een mri-scan afraadde. Dat vond ik bijzonder.” “De Moermanarts raadde de MRI-scan af, omdat hij bang was voor overbodige straling. De chirurg pleitte voor de MRI-scan na een echoscopie, waarop hij nieuwe uitzaaiingen dacht te zien. Na het telefonisch contact tussen beiden, waar ik bij zat, heb ik zelf de beslissing genomen de scan wel te laten doen om het zeker te weten. Gelukkig was het loos alarm: er waren geen uitzaaiingen.” Al met al kijkt ze positief terug op de wisselwerking tussen de reguliere en complementaire arts. ”Ik denk dat regulier en complementair elkaar versterken en in evenwicht houden. Ik ben goed behandeld en voelde me door beide kanten serieus genomen. Dat gaf rust.” Daarnaast was haar positieve instelling een bron van kracht. Ze maakte ‘gewoon’ plannen voor de toekomst. Zoals een reis naar Canada om familie te bezoeken. Ook schafte ze een grote kampeertent aan voor kampeervakanties met de kinderen in de zomers. Voor zichzelf ruimde ze ook tijd in: ze ging op schilderles en op yoga. Ze noemt haar positieve instelling ‘een soort overlevingsdrang’. “Het gaf houvast om me te richten op de goede dingen. Liever dan op internet te lezen over alles wat er mis kon gaan, verdiepte ik me in boeken over mensen die er wel doorheen gekomen zijn. Dat hield me op de been.”
EN NU? Na tien jaar hoeft ze niet meer terug te komen bij haar chirurg. Tot deze met pensioen ging, bleef ze wel onder controle van haar Moermanarts. “Hij gaf mij het
‘Mijn chirurg bood aan de recepten van de Moermanarts te ondertekenen’
telefoonnummer van een Moermanarts in Gouda. Dat heb ik bewaard, maar het is niet nodig geweest om hem te bellen, want het gaat prima. Ik heb energie, fiets en wandel regelmatig en doe yoga om mijn lichaam soepel te houden. En dat werkt. Toen ik onlangs voor een onderzoek bij een gynaecologe kwam was ze verbaasd dat ik uit 1954 ben. ‘Uw lichaam ziet er van binnen nog zo jong uit!’, reageerde ze complimenteus.” Dankzij haar conditie kan Anja veel aan. Naast haar werk op school tuiniert ze graag en wandelt en fietst ze veel. Terugkijkend zegt ze:“Het was niet altijd makkelijk. Je moet dingen uitzoeken in een periode dat je ziek bent en weinig energie hebt, maar ik was zeer gemotiveerd.” “De Moermantherapie kwam als een meer dan welkome aanvulling op de reguliere therapie. Omdat ik al langer met gezonde voeding bezig was, voelde het voor mij als de juiste weg.”
CORNELIS 53
Jeannette Moors (52) koos voor natuurlijke geneeswijzen als aanvulling op de reguliere behandeling van borstkanker. De aangeraden bestraling wees ze af en daar heeft ze nog geen dag spijt van gehad. “Ik voel me beter dan ooit!” De diagnose borstkanker op haar 43e was heftig. En de schok werd nog groter toen vlak daarna bleek dat er ook uitzaaiingen in de lever zaten. Maar ze bleef wel zo helder dat ze haar eigen behandeling koos. Chemotherapie: ja. Maar de aangeraden bestraling wees ze resoluut af. Waarop ze van haar arts te horen kreeg dat ze een rebel was. “Dat klopt”, zegt Jeannette lachend. “Maar ik had zelf hele andere ideeën over hoe ik het wilde. Ik wilde actief aan mijn gezondheid werken. Toen ik vroeg of er een kans bestond dat de kanker vanzelf weg zou gaan, antwoordde de arts: ‘Als dat gebeurt, noemen wij dat een wonder.' Waarop ik zei: ‘Dan ga ik voor het wonder!’” Ze deed alles wat in haar vermogen lag om dat wonder te realiseren. Zo ging ze aan de slag met gezonde voeding en voedingssupplementen om haar immuunsysteem te versterken. Van haar vader, die imker is, kreeg ze koninginnengelei uit zijn bijenkast. Deze gelei, die bedoeld is voor de bijenkoningin, bevat heel veel hoogwaardige stoffen zoals vitaminen B1, B2, B3, B5, B6, B7, B8, B9, B12, vitamine C, 22 essentiële aminozuren, mineralen, sporenelementen, groei- en antibacteriële stoffen. Daardoor heeft de koningin een grote weerstand tegen allerlei ziektes en wordt ze veel ouder dan de andere bijen. “Wat goed is voor de bij, is ook goed voor de mens. Ik ben ervan overtuigd dat alles heeft bijgedragen aan mijn weerstand en me heeft geholpen weer op krachten te komen. De chemokuren ben ik goed doorgekomen. Ik was nooit langer dan een dag beroerd.” Daarnaast ging ze in groepsverband aan de slag met mentale ondersteuning, bijvoorbeeld meditatie en visualisatie. “We gaven elkaar kracht, energie en positiviteit. Een enorme oppepper die het natuurlijke overlevingsmechanisme aanwakkerde.” Verder zorgde ze voor voldoende beweging, ging ze op yoga en deed ze darmspoelingen. Al die dingen bij elkaar deden hun helende werk. Toen ze in 2009 een PET-scan kreeg in het Academisch Ziekenhuis Maastricht vroeg de radioloog aan de behandeld arts: “Weet u het zeker dat deze mevrouw hierop gecontroleerd moet worden?” Hij kon namelijk helemaal niets vinden wat nog op kanker leek. “Ik ben het levende bewijs van wat gezond leven kan doen”, zegt Jeannette. TEKST: PETRA PRONK
54 CORNELIS
‘Ik ging voor het wonder’ Wie: Jeannette Moors (52) Privé: Getrouwd, woont in Leende, twee dochters. Diagnose & behandeling: 2005 diagnose borstkanker. Operatieve verwijdering van poortwachterklier, twee borstsparende operaties en okselkliertoilet. Een maand later uitzaaiingen in de lever. Behandeling: chemotherapie, hormoontherapie en natuurlijke geneeswijzen. In 2009 vond de radioloog niets meer dat op kanker leek.
Wie: Joop de Roode (82) Privé: Woont in Rijswijk met echtgenote Helena. Diagnose & behandeling: Liet op 40-jarige leeftijd een melanoom verwijderen en kort daarna alle lymfklieren in de rechteroksel door uitzaaiingen. Artsen gaven hem op. Dokter Moerman genas hem van kanker.
‘Moerman gaf mij moed’
Een melanoom met uitzaaiingen maakte ruim veertig jaar geleden een abrupt einde aan het onbezorgde bestaan van Joop de Roode (82). In het ziekenhuis bereidde de arts hem voor op zijn naderend einde, maar Joop dacht maar één ding: ik wil niet dood, ik wil léven! Hij had een eigen assurantiekantoor en was als scout bij de KNVB actief in de voetbalwereld. Daar genoot hij van, net als van een portie patat met saté. Aan het ziekenhuisbed adviseerde de arts hem ‘zijn zaakjes te regelen’. Maar een kennis wees hem op dokter Moerman. “Ik vertrok meteen naar Vlaardingen”, vertelt Joop. “Na overleg tussen Moerman en zijn secretaresse kon ik na het spreekuur terecht. Ik moest een hele middag wachten, maar dat was het waard. Moerman gaf mij moed. ‘We gaan er samen voor knokken’, zei hij.” Dagelijks slikte Joop 48 pillen: vitaminen en supplementen. Moerman benadrukte dat hij rust moest houden. “Maar hoe moet ik al die supplementen betalen als ik niet werk?’, vroeg ik hem. Moerman gaf me een jaar lang gratis supplementen, tot ik ze weer zelf kon betalen.” Moerman legde uit waarom gezonde voeding zo belangrijk is. ‘Als je een muurtje metselt, heb je cement nodig’, vertelde hij. ‘Dat maak je van zand, grind en water, in de juiste verhouding. Gebruik je te veel zand, dan wordt het muurtje niet stevig en stort het na een jaar of tien in elkaar. Dat gebeurt ook in ons lichaam wanneer het onvoldoende vitamines en mineralen krijgt. De cel vernieuwt zichzelf wel, maar door gebrek aan noodzakelijke voedingsstoffen wordt het een zwakke cel. Daar merk je niets van. Tot je ziek wordt.’ Joop: “Ik vond zijn verhaal heel verhelderend en heb het nog heel wat keren gebruikt om anderen te wijzen op het belang van goede voeding.” Zeven jaar liep hij als patiënt bij dokter Moerman. Daarna ging hij op periodieke controle in het ziekenhuis. Tot een nieuwe arts, 25 jaar na de diagnose, besliste dat die controle onzin was. “Ik was genezen; dat hoefde niet elk jaar opnieuw bevestigd te worden.”Nog steeds houden Joop en Helena zich grotendeels aan de voorschriften van Moerman: veel groenten en fruit en nauwelijks vlees. Moeilijk vond hij de overgang van patat met saté naar gezonde voeding niet. “Ik wilde leven, dan is die keuze niet zo ingewikkeld. Dankzij mijn gezonde voeding ben ik de afgelopen veertig jaar nooit ziek geweest. Dat weet ik zeker.” TEKST: CHRISTINE STEENKS
CORNELIS 55
Giftige stoffen komen via allerlei routes ons lichaam binnen. Soms ook uit heel onverwachte hoek, vertelt chemicus en toxicoloog prof. dr. Jacob de Boer. Heeft u zich bijvoorbeeld ooit gerealiseerd dat de computer in huis gif afgeeft? TEKST: HUIB BOOGERT FOTO: LEONARD DAVIDS STOCKFOTO: ISTOCK
Onze huisraad zit vol
GIFSTOFFEN
G
iftige stoffen bevinden zich tegenwoordig overal om ons heen. De kans dat ze ons lichaam bereiken, is groot. We merken er weinig van, als we ze binnenkrijgen. Dat proces gaat sluipend. Maar op lange termijn zijn de kansen op hormoonverstoring en kankerbevordering zeer reëel. De voornaamste bedreigers van het menselijk lichaam zijn giffen als dioxines, polychloorbifenylen (pcb’s), brandvertragers (vooral de gebromeerde) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (pak’s). Vooral de laatste categorie toxines is sterk kankerverwekkend. Chemicus en toxicoloog prof. dr. Jacob de Boer van de Vrije Universiteit te Amsterdam, vertelt dat bovengenoemde giftige stoffen, met hun ongezonde uitwerkingen, in ons lichaam terechtkomen via onverwachte routes. Dat toxines in kleine hoeveelheden het menselijk lichaam bereiken via bijvoorbeeld vis en zuivel is de meesten inmiddels wel bekend. Maar dat de computer in huis gif afgeeft? “Ja, die computer is een van de andere paden via welke de gifstoffen ons lichaam bereiken. Ook in een computer zitten brandvertragers. Die komen erg langzaam daaruit los. Ze dampen uit, en eindigen in de atmosfeer van de woning of in het huisstof”, aldus De Boer. “Dat geldt trouwens niet alleen voor computers, maar bijvoorbeeld ook voor meubelstoffering en
56 CORNELIS
voor vloerbedekking. Onze blootstelling aan die vrijkomende ‘gifdampen’ hangt samen met het feit dat we als westerse mens meer dan vroeger binnenshuis verblijven, meer achter de computer zitten én doordat onze woningen beter zijn geïsoleerd. Die drie elementen versterken elkaar.”
HAND-MOND-CONTACT Kleine kinderen en huiskatten zijn de eerste slachtoffers van deze aangetoonde emissies in de huiselijke omgeving. De Boer: “Peuters maken dagelijks veel hand-mond-contact. Dat transporteert de giffen naar het lichaam. De niveaus van blootstelling zijn weliswaar gering, maar ze zijn wél chronisch en ze duren vaak een heel leven.” De oplossing (in de thuissituatie) volgens de heer De Boer: “Veel stofzuigen, omdat veel gifstoffen zich nu eenmaal hechten aan stofdeeltjes. En veel ventileren natuurlijk.” Bij wijze van curiositeit wijst hij erop, dat niet alle giftige stoffen onder alle omstandigheden nadelig voor het lichaam zijn. Hij noemt een paar opmerkelijke voorbeelden. “Met polycyclische aromatische koolwaterstoffen (pak’s dus – red.) komen we vaak direct in aanraking, als we aan de pomp onze auto staan vol te tanken. De benzinedampen bevatten pak’s. Maar als je tijdens het tanken een paar handjes pinda’s opeet, zijn die pak’s niet gevaarlijk. De pinda’s bevatten aflatoxines en die heffen de kwalijke werking van pak’s op. Antagonisme heet dat. Maar eet je die
De oplossing: Veel stofzuigen en veel ventileren’ pinda’s op zónder dat je staat te tanken, dan zijn die aflatoxines in de pinda’s weer wél schadelijk en kankerverwekkend.” “Wij hebben een sterk vermoeden dat de nadelige effecten van bijvoorbeeld pesticiden die op groente en fruit worden toegepast, gedeeltelijk teniet worden gedaan door consumptie van vitamines en onverzadigde vetzuren. Dat is een hoopvol gegeven, maar we hebben meer kennis nodig om dat te onderbouwen”.
NIEUWE KENNIS
Biografie Prof. dr. Jacob de Boer heeft dagelijks te maken met onderzoek en beleid inzake toxines die het menselijk lichaam (kunnen) binnendringen. Hij is hoogleraar chemie en toxicologie aan de VU in Amsterdam. Aan die universiteit is hij ook directeur van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM), en binnen dat instituut ook hoofd van de afdeling chemie en biologie. Verder is hij hoofdredacteur van het internationale tijdschrift Chemosphere. Ook is hij als wetenschapper betrokken bij het CEFIC, het samenwerkingsverband van Europese chemische industrieën.
Hoe (gebromeerde) vlamvertragers via de Noordzeevis onze gezondheid kunnen bedreigen, weet de wetenschap pas een paar jaar: die weg voert van de chemische fabriek via de Noordzeebodem naar ons lichaam. De Boer (die ook jaren werkzaam was bij het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek, het RIVO, in IJmuiden): “Vlamvertragers komen helaas voor in onze voedselketen. Enerzijds lossen die op in het vet van de vis door een evenwicht met het omringende water. Anderzijds is er een extra belasting via microplastic, superkleine plastic bolletjes waarvan de Noordzeebodem vergeven is en waaraan de gifstoffen zich hechten. Aan die bolletjes hechten ook algen. Bodemorganismen eten die algen en daarmee ook de plastics en de aangehechte gifstoffen. Platvis eet weer de bodemorganismen en wij weer de vis, inclusief de gifstoffen.” Als gevolg van deze vorm van vervuiling van de Noordzeebodem besloot winkelketen Kruidvat onlangs om geen bad- en bodyscrub meer te verkopen. Die producten bevatten kleine plastic bolletjes zonder verder nut.
den, valt voor De Boer in tweeën uiteen: op wetenschappelijke wijze en op privéwijze. “Als wetenschapper ben ik betrokken bij het overkoepelend orgaan van de Europese chemische industrieën, CEFIC. Ik ben niet van de eenzijdige verwijten aan die industrietak. Integendeel, ik ben van de pogingen om elkaar te overtuigen van elkaars standpunten. We zijn immers geen tegenstanders. We hebben een gezamenlijk belang: de gezondheid van de mens. Wij als wetenschappers dragen in de discussie onderzoeksgegevens aan. En de chemische industrieën moeten natuurlijk begrijpen, dat ze geen dingen moeten maken, waaraan we onnodig doodgaan.” “Voorts ben ik betrokken geweest bij het EU-project Enfiro, waarin met EU-gelden giftige brandvertragers werden onderzocht op alternatieven die niet nadelig voor mens en milieu zijn. Omdat die vervangers er inderdaad blijken te zijn, worden bestaande producten verboden of worden er ‘gezonde’ voorwaarden aan de productie gesteld. Dat onderzoek geschiedt vanuit Helsinki, waar het Europese Chemie Bureau zetelt.” In de privésfeer probeert De Boer toxines buitenshuis te houden door bewuster in te kopen en (indien mogelijk) plastic verpakkingsmateriaal te mijden. Hij vindt het initiatief van verpakkingsloze winkels in Nederland positief. Verder probeert hij de auto te laten staan en het vliegtuig alleen te nemen als het niet anders kan. “Vooral het autoverkeer stoot veel giftige stoffen uit die kankerverwekkend zijn, met name pak’s. Blootstelling daaraan minimaliseren is nodig. In huiselijke kring zou ik zeggen: minder barbecueën, en zeker geen zwarte korstjes eten. Verder: het huis goed schoonhouden en gezond eten”. “Gezonde voeding op zichzelf voorkomt geen blootstelling aan toxines, maar het geeft je wél bescherming tegen de gevolgen. Ik denk daarbij vooral aan groeten, fruit, olijfolie en vette vis”.
BEIDER BELANG Hoe deze sluipende vorm van vergiftiging van onze leefomgeving geremd kan wor-
CORNELIS 57
VOEDING & KANKER 7 korte vragen over het fenomeen Moerman
Het geluid van Moerman is als van de klok die iedereen heeft horen luiden, maar waarvan weinigen weten waar de klepel hangt. Opmerkelijk veel mensen kennen, ver weg of dichtbij, iemand die de Moermantherapie ‘gedaan’ heeft. Maar waar het precies om draait, blijft meestal vaag. Daarom een spoedcursus Moerman in zeven vragen. TEKST: ARJAN VAN GRONINGEN FOTO: MMV ARCHIEF STOCKFOTO'S: ISTOCK
Het dieet, de therapie en de controverse in 7 vragen
2.
1.
WIE WAS DOKTER MOERMAN? Cornelis Moerman (1893 -1988) is het tweede kind in een gezin met vijf kinderen. Aanvankelijk wil hij diergeneeskunde studeren, maar teruggekeerd van de mobilisatie vanwege de Eerste Wereldoorlog kiest Cornelis voor een studie geneeskunde in Leiden. In 1929 vestigt hij zich als huisarts op het ouderlijk landgoed Hoogstad in Vlaardinger-Ambacht. Daar ontwikkelt hij zijn ideeën over kanker tot een behandelmethode. Uitgangspunt is dat kanker het gevolg is van een ontspoorde stofwisseling. Speciale voeding en supplementen stellen het afweersysteem in staat zelf de strijd met de kanker aan te binden. Wanneer Moerman als negentiger zijn praktijk sluit, heeft hij vele patiënten met succes behandeld en zelfs een aantal terminale patiënten genezen (zie pagina 23 ‘Het gelijk van Moerman’).
58 CORNELIS
Moerma 3.
IS ER VERSCHIL TUSSEN HET MOERMANDIEET EN DE MOERMANTHERAPIE? Ja. Het dieet is deel één van de therapie. Pure, onbewerkte plantaardige – zo mogelijk biologische – producten staan aan de basis van de voedingswijze. Versgeperst sap van citroen, biet, wortel, appel en peer eventueel aangevuld met sinaasappelsap is een van pijlers. Rauwkost, smoothies en salades van groenten en fruit nemen een belangrijke plaats in, gevolgd door zaden en noten. Voorop staat de volwaardigheid van de voeding. Dus hele erwten en volkoren granen, inclusief kiem en zemel. Eiwitten komen grotendeels uit bonen, linzen, peulvruchten, noten en zaden. Voedsel van dierlijke oorsprong blijft beperkt tot boter, kaas, eidooier en karnemelk. De therapie is een aanvulling op het dieet met onder meer suppletie van vitaminen, mineralen en andere micronutriënten. Voor de therapie is begeleiding van een gespecialiseerde Moerman/ NTTT(Niet Toxische Tumor Therapie)arts noodzakelijk.
4.
IK HEB GEEN KANKER (MEER); HEEFT HET DIEET DAN WEL ZIN? Zeker weten! Ook gezonde mensen floreren bij een voedingswijze volgens de richtlijnen van Moerman. U krijgt meer energie en minder griep. Vele volgers van het dieet merken op dat ze in jaren zelfs geen verkoudheid meer gevat hebben, laat staan een flinke griep. Los daarvan investeert u met deze voedingswijze in uw welzijn op de lange termijn. Met gezondheidspreventie is het als met een spaarrekening: hoe eerder u begint, hoe groter het eindresultaat. Een kind dat van jongs af aan gezond gevoed wordt, heeft de helft minder kans later kanker te ontwikkelen. Maar dat niet alleen. Onder gezondheidswetenschappers bestaat geen enkele twijfel over de relatie tussen voeding en volksziekten als diabetes en hart- en vaatziekten. Bij preventief gebruik, kunt u het dieet uiteraard minder nauwkeurig volgen dan als patiënt. MMV ontwikkelde hiervoor een speciale lijn, de Natuurrijke Keuken. (zie pagina 30).
WAAROM PAST VETTE VIS NIET IN HET DIEET, HET IS TOCH GEZOND? Vette vis is zeker gezond. Vissoorten als haring en sardines zijn een rijke bron van vitamine D en jodium. De omega-3 vetzuren in vette vis zorgen voor een gezond hart- en bloedvatenstelsel en hebben een gunstig effect op de concentratie. Onderzoek uit 2006, gepubliceerd in The Lancet, wijst zelfs op een preventieve werking bij kanker. Vrouwen die minstens één keer in de week vette vis aten, hadden 44 procent minder kans op nierkanker. Toch past vis, net als vlees en gevogelte, niet in het Moermandieet. Vlees vormt een extra belasting voor het immuunsysteem, dat in topconditie moet zijn om de strijd met de ontspoorde cellen te kunnen winnen. Andere producten van dierlijke oorsprong nemen juist een belangrijke plaats in. Zoals ei(dooier), boter, kaas en karnemelk.
‘
Ook KWF schat dat tot vijftig procent van de kanker gevallen voorkomen kan worden door een gezonde leefstijl
an voor beginners 5.
EN WAT IS ER MIS MET AARDAPPELEN? Dat de aardappel behoort tot de nachtschadefamilie, is op zich geen probleem. Aubergines, tomaten en paprika’s behoren tot dezelfde familie en die zijn wel ‘Moermanproof’ (zie www.mmv.nl/voedingsmiddel). Het schrappen van de aardappel is een voorbeeld van Moermans filosofie dat alleen het beste goed genoeg is. Zoals groentesap in de plaats komt van water, zo is zilvervliesrijst het betere alternatief voor aardappelen. Afscheid nemen van de oude vertrouwde pieper symboliseert, én helpt, de verwelkoming van een totaal nieuwe voedingswijze. Overigens krijgt Moerman op dit punt steun van moderne voedselschrijvers zoals dokter Kris Verburgh, die zich op de alternatieve voedingswijzer van Harvard universiteit beroept. Daar staat de aardappel in hetzelfde vakje als tafelsuiker.
6.
7.
WAT ZOU IK MIJ DRUK MAKEN OVER VOEDING, KANKER IS TOCH ERFELIJK? Op televisie doen sommige wetenschappers het voorkomen alsof kanker puur een kwestie is van toeval en genen. In werkelijkheid spelen genen in vijf tot tien procent van de gevallen een rol. Een rol die bovendien niet doorslaggevend is. Neem bijvoorbeeld de genafwijkingen BRCA1 en BRCA2. Lang niet elke draagster van dit gemuteerde gen ontwikkelt daadwerkelijk borstkanker. Het Koningin Wilhelminafonds (KWF) schat dat tot vijftig procent van de kankergevallen voorkomen kan worden door een gezonde leefstijl. Ook andere veroorzakers zoals luchtvervuiling, blootstelling aan chemicaliën, stress en straling kunt u voor een deel uit de weg gaan. MMV propageert al veertig jaar de gedachte dat we, bij de preventie en de behandeling van kanker, niet aan het lot zijn overgeleverd.
KAN IK MET MOERMAN GENEZEN? EN ZO JA, WAAROM STAAT HIJ DAN OP DE EERSTE PLAATS BIJ DE VERENIGING TEGEN DE KWAKZALVERIJ (VTDK)? Het is waar dat tenminste 21 uitbehandelde patiënten door Moerman genezen zijn (zie pagina 23) en dat de kwaliteit van leven met de Moermantherapie drastisch verbetert. Dat interesseert de Vtdk echter niet. Alles wat niet dubbelblind placebogecontroleerd bewezen is, valt wat deze club betreft in de categorie ‘kwakzalverij’. Meer dan de helft van de reguliere behandelingen voldoet ook niet aan dit criterium; maar daar maakt de Vtdk zich niet druk om. Denk daarbij aan de griepprik, het voorschrijven van niet-geregistreerde medicijnen, of de inzet van medicijnen voor andere ziekten dan waarvoor ze geregistreerd zijn. De naam van Moerman zou op dezelfde manier gezuiverd kunnen worden als die van dokter Houtsmuller. Daar beoordeelde het Amsterdams gerechtshof het gebruik van het woord ‘kwakzalver’ als onrechtmatig. Omdat het publiek deze kwalificatie opvat in de betekenis van oplichter en opzettelijke misleider. Wist u trouwens dat er meer journalisten lid zijn van de Vtdk dan medici?
CORNELIS 59
VOEDING & KANKER TERUGBLIK Onderzoek van het Louis Bolk Instituut
Immuunsysteem van bio-kippen
werkt bete dit project probeert het LBI de diversiteit rondom akkers te verhogen. Akkerranden worden ingezaaid met kruiden en planten. Deze trekken weer insecten aan en andere fauna. Op die manier ontstaat er meer evenwicht. Boeren zijn laaiend enthousiast, omdat er minder pesticiden nodig zijn.
Iedereen wil graag gezond zijn. Maar wanneer zijn we eigenlijk gezond? Als we niet ziek zijn? Als we gelukkig zijn? En wat is de gezondheidswaarde van biologische voeding? Het zijn allemaal thema’s waar het Louis Bolk Instituut onderzoek naar doet. ‘Gezondheid gaat om het vermogen je aan te kunnen passen.’ TEKST: HERMAN MEIJER STOCKFOTO: ISTOCK
BIOLOGISCHE VOEDING
E
Het Louis Bolk Instituut (LBI) is een kennisinstelling en een onderzoeksinstituut. Uniek in zijn soort. Al 38 jaar lang doen gerenommeerde onderzoekers onafhankelijk onderzoek. Het instituut is multidisciplinair. Voedsel, landbouw, veehouderij en gezondheid zijn allemaal thema´s die er de revue passeren en waar het Louis Bolk Instituut verbanden legt en samenhangt ontdekt. Duurzaamheidsvraagstukken staan centraal. Een onderzoek dat bijvoorbeeld momenteel draait, is ‘Bloeiend Bedrijf’. Bij
60 CORNELIS
Over de relatie tussen biologisch voedsel en gezondheid zijn de afgelopen jaren de nodige artikelen geschreven. Met verschillende conclusies. Volgens sommige vakbladen hebben biologische producten helemaal geen gezondheidsbevorderende effecten. Anderen gaan daar tegenin. De discussie is emotioneel en fel. De leek ziet door de bomen het bos niet meer. Machteld Huber (62) werkte jarenlang als arts. Achtentwintig jaar geleden trad zij daarnaast bij het Louis Bolk Instituut in dienst. Sindsdien doet zij onderzoek naar voedsel en voedselkwaliteit en nu ook naar gezondheid. “Het valt mij op”, zegt Huber, “dat er bij voeding vooral veel onderzoek wordt gedaan naar inhoudsstoffen, dus welke stoffen in bepaalde mate wel of niet aanwezig zijn in bepaalde producten. Dat kan nogal verschillen per product. Welke boer heeft ze gekweekt? Hebben ze veel regen gehad of niet? Lig-
gen ze in de supermarkt of zijn het biologische producten uit de natuurvoedingswinkel? Naar het hele product en het systeem wordt veel minder gekeken.” Volgens Huber is het belangrijk om te beseffen dat biologische producten niet zijn opgejaagd door kunstmest. “De planten hebben meer weerstand, omdat zij meer tijd krijgen om te groeien. Er zijn ook minder
er
bestrijdingsmiddelen nodig. De plant maakt zelf meer secundaire nutriënten aan voor zijn eigen bescherming. Secundaire nutriënten zijn voor de mens weer gezond.”
IMMUUNSYSTEEM Onderzoek doen naar één stofje in de plant is dus een minder informatieve weg. Volgens Huber moet je eigenlijk onderzoek doen naar de hele wolk aan voedingsstoffen in een product, en naar de interactie tussen die stoffen. “Je kunt met moderne technieken zien dat die hele wolk bij biologische producten verschoven is ten opzichte van gangbaar geteelde producten. Elke stof een klein beetje, maar al die stoffen samen kunnen een grote impact hebben.” Nog informatiever zou het zijn als er onderzoek werd gedaan naar de mensen en dieren die daadwerkelijk biologische voeding eten. Wat zijn de gevolgen? Dergelijk onderzoek staat nog in de kinderschoenen. Het Louis Bolk Instituut heeft een groot onderzoek gedaan met kippen. Uit dat onderzoek bleek dat kippen die biologisch geteeld voer kregen een ‘alerter’ immuunsysteem hadden dan de kippen met gangbaar geteeld voer. Huber: “Dit is echter één onderzoek, te weinig om definitieve conclusies te trekken. Het Louis Bolk Instituut zou graag meer onderzoek doen, maar dat is tijdrovend, complex en dus kostbaar.”
Volgens Huber is het dan ook moeilijk om harde wetenschappelijke uitspraken te doen over biologische voeding. Daarvoor is er uiteindelijk nog te weinig onderzoek gedaan. “Wel zijn er aanwijzingen dat biologische producten een gezondheidsbevorderend effect hebben. Reden genoeg om vervolgonderzoek te initiëren.”
BENT U GEZOND? De afgelopen jaren hield Machteld Huber zich vooral bezig met het begrip ’gezondheid’. Wanneer is iemand gezond? De WHO (World Health Organisation) hanteert sinds 1948 de volgende definitie: “Gezondheid is een toestand van compleet lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek.” De lat ligt bij deze definitie erg hoog. Volgens Huber is het dan ook bijna onmogelijk om volgens deze definitie gezond te zijn. “Mede daarom neigen artsen vaak tot behandelen. Je hoort niet voor niets soms dat artsen teveel in de behandelstand staan. Daar worden zij ook voor opgeleid. Maar men vergeet wel eens dat de patiënt nog tot heel veel in staat is, ondanks het feit dat hij een ziekte of kwaal heeft. Ongerief hoort ook bij het leven. Hoe anders wordt de focus als je je niet alleen richt op wat niet kan, maar meer op wat wél kan?’ “De afgelopen jaren is de gezondheidszorg in de westerse wereld beter geworden. Daarnaast is ook de voeding verbeterd. Mensen worden daardoor ouder dan vroeger. Maar ook zijn er nu veel meer chronisch zieken”, zegt Huber. “Er wordt steeds langer aan mensen gesleuteld. We moeten ons afvragen of dat nog wel financieel verantwoord is, ook voor toekomstige generaties. Patiënten wordt altijd het beste geboden. Is dat wel wenselijk? Maken al die ingrepen werkelijk gelukkiger?’
gepresenteerd. “Gezondheid is niet louter de afwezigheid van ziekte, nee, het gaat om het vermogen je aan te kunnen passen. Veerkracht is een belangrijk woord. Wij zeggen niet dat mensen alles maar moeten slikken. Nee, men moet op zoek naar de eigen zingeving. Mensen moeten zelf de regie nemen.” Dit nieuwe concept van het begrip gezondheid heeft grote gevolgen voor de gezondheidszorg. Huber: “De gezondheidszorg moet opnieuw worden ingericht. We moeten stoppen met patiënten alleen maar ziek te verklaren. Er is vaak nog zoveel in het leven dat wel kan. Laat een ziekte niet je leven beheersen maar ga op zoek naar een nieuw evenwicht.”
‘Biologische producten kunnen meer in evenwicht zijn’ NIEUW EVENWICHT Ook in de medische wereld begint het nieuwe concept aan te slaan. Vanuit de overheid is er een commissie voor een nieuwe structuur in de beroepen en opleidingen in de zorg opgericht waarvan Machteld Huber lid is. Deze commissie baseert zich op de nieuwe beschrijving. Ook de GGD is zeer geïnteresseerd en wil in de toekomst aan de slag met dit nieuwe concept. Bent u gezond? Volgens het Louis Bolk Instituut hangt dat ook af van hoe we ons door het leven slaan. Hoe veerkrachtig we zijn. Laat u een ziekte het leven beheersen of gaat u zelf op zoek naar een nieuw evenwicht?
VEERKRACHT Volgens Huber werd het daarom de hoogste tijd voor een nieuw concept van gezondheid. Samen met de Gezondheidsraad en ZonMw (een financieringsorganisatie van innovatie en onderzoek in de gezondheidszorg) heeft zij een aantal veranderingen
CORNELIS 61
POLITIEK & KANKER Inzetten op preventie
CU-Kamerlid Carla Dik-Faber:
‘Dring zorgkosten aan de voorkant terug’
Kamerlid namens de ChristenUnie Carla Dik-Faber zet zich in voor de verbinding tussen duurzame voeding en gezondheid. “Obesitas wordt volksziekte nummer 1. De zorgkosten stijgen. De tijd is nú rijp om in te zetten op preventie.” TEKST: ELLEN HAMEETEMAN FOTO: LEONARD DAVIDS
62 CORNELIS
T
oen de grootvader van de echtgenoot van Carla Dik-Faber (43) te horen kreeg dat zijn kanker niet meer te behandelen was en hij nog maar een korte tijd van leven zou hebben, besloot hij het Moermandieet te gaan volgen. Met succes. “Hij hield zich strikt aan het dieet en heeft nog jaren geleefd. Het was opvallend met hoeveel smaak hij at. Mijn schoonmoeder, die het van dichtbij meemaakte, nam een groot deel van het eetpatroon over.” Zelf houdt het ChristenUnie-Kamerlid, getrouwd en moeder van een dochter, ook van bewust en gezond eten. “Er komt in ons gezin niets uit een potje op tafel. We koken dagelijks met verse groenten en eten heel weinig vlees.”
voor sterkere koeien en hoef je dus minder antibiotica te gebruiken. Fytotherapie zit een beetje in de alternatieve hoek, dus er was lang veel scepsis. Maar steeds meer boeren passen het toe en zien dat het werkt. En ze denken daarbij ook pragmatisch. Als je aan de voorkant inzet op sterkere koeien heb je aan de achterkant minder kosten, want de veearts hoeft minder vaak te komen.” Daar kan de humane gezondheidszorg veel van leren, benadrukt Dik-Faber. “Het kan écht anders. In de Kamer voeren we veel debatten met minister Schippers
»
‘HUMANE GEZONDHEIDSZORG KAN LEREN VAN MODERNE VEEHOUDERIJ’ De politica, die behalve volksgezondheid ook landbouw en natuur in haar pakket heeft, maakt zich in haar werk sterk voor het leggen van de verbinding tussen duurzame voeding en gezondheid. “De tijd is er rijp voor. Het verbaast mij hoeveel aandacht mensen besteden aan hun uiterlijk, terwijl ze hun innerlijk, het échte onderhoud van hun lichaam, verwaarlozen. Het is ook de tijdgeest, we hebben allemaal haast en eten dus veel gemaksvoedsel. Maar intussen wordt obesitas volksziekte nummer 1. Anderzijds zie je dat mensen juist gaan nadenken over wat ze eigenlijk eten. Een restauranthouder vertelde me laatst dat hij tegenwoordig regelmatig de vraag krijgt wat voor kip hij nu precies serveert.”
FYTOTHERAPIE Dik-Faber schuwt in haar missie andere routes dan de gebruikelijke niet. Zo pleitte de politica er vorig jaar voor onderzoek te doen naar het gebruik van natuurlijke alternatieven voor antibiotica in de veehouderij. Met succes: het ministerie van Volksgezondheid verzette zich niet tegen een subsidie van zeven ton voor onderzoek naar zo’n alternatief. De alternatieven werken vooral preventief. “Dat is juist het mooie. Met natuurlijke middelen in de veehouderij, zoals kruidenmengsels, kun je zorgen
CORNELIS 63
over de gezondheidszorg. De zorgkosten stijgen enorm. En hoewel we bezuinigen komen er deze kabinetsperiode nog eens zes miljard aan zorgkosten bíj. Weliswaar zou het bedrag zonder bezuinigingen geen zes maar zestien miljard zijn, maar toch: ze stijgen. We proberen met elkaar nog te veel die kosten aan de achterkant terug te duwen. Maar we moeten juist aan de voorkant gaan sturen. Aan preventie doen. Zorgen dat mensen niet ziek worden, zodat we minder kosten hoeven maken.” Preventieve initiatieven moeten dus positief gestimuleerd worden, ook al zijn ze in aanpak onconventioneel, vindt de politica. Ze haalt het voorbeeld aan van de effectstudie die Wageningen Universiteit (WUR) begin oktober in samenwerking met Ziekenhuis Gelderse Vallei startte. De WUR onderzoekt of oudere patiënten na een ziekenhuisopname sneller herstellen op een dieet dat verrijkt is met extra eiwitten. Het gaat om gewone, smakelijke producten -brood, soep, sap en koek- die verrijkt worden, niet vergelijkbaar met de speciale klinische voedingsdranken die bijvoorbeeld Nutricia op de markt brengt en die qua smaak en gebruik anders zijn dan wat mensen gewend zijn. Hierdoor kunnen ze bij langdurig gebruik weerstand kunnen oproepen en werkt de behandeling mogelijk niet. Toch worden die dranken vergoed vanuit de zorgverzekering. Voor de producten van WUR en Ziekenhuis Gelderse Vallei, die passen in een gewoon eetpatroon, komt er waarschijnlijk geen vergoeding. Dik-Faber: “Dat is onevenwichtig. Bovendien: slaagt dit project en zijn we in staat om dit
‘DE OVERHEID MOET ZORGEN VOOR BETERE INFORMATIE EN NORMERING’
in het land uit te rollen, dan hebben we het wel over een potentiële besparing in de zorgkosten van twee miljard.”
NORMERING De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid pleit in het recent verschenen rapport ‘Naar een voedselbeleid’ voor een actiever ingrijpen van de overheid in het consumptiepatroon van de Nederlander, door onder meer op producten te vermelden hoeveel zout, suiker en vet erin zit. Dik-Faber noemt dat advies buitengewoon terecht. “Al die jarenlange convenanten over het
64 CORNELIS
gebruik van suiker, zout en vet hebben nergens toe geleid. Nieuwe wetgeving is nodig. Voordat die er is, zijn we twee jaar verder, dus vind ik dat daar nú mee moeten worden gestart. Wetgeving is een goede stok achter de deur voor het bedrijfsleven om hun beloftes echt waar te maken.” Het kan veel beter met de voorlichting over voeding, meent het Kamerlid. Ook het productaanbod behoeft verbetering. “Er hoeven geen ongezonde snacks verkrijgbaar te zijn in sportkantines. Schoolkantines moeten gezonder. En ik vind dat er te veel producten verkrijgbaar zijn die je helemaal niet moet willen. Hoe is het mogelijk dat iemand een drank als Red Bull bedenkt en op de markt brengt?” Zomaar producten verbieden is niet de taak van de overheid, maar wel kan zij zorgen voor normering en goede informatie, vindt Dik-Faber. “De etiketten op voedingsmiddelen kunnen beter. Minister Schippers zegt zelf dat ze haar leesbril moet opzetten om ze goed te kunnen lezen. Bovendien heb je er bijna een rekenmachine bij nodig om erachter te komen wat je nu precies binnenkrijgt. Voor cijferfetisjisten zijn die tabellen leuk, maar de gemiddelde consument heeft er niets aan.”
GEZOND VINKJE Het Vinkje –het systeem van de Stichting Ik Kies Bewust om de samenstelling van producten te verhelderen– noemt Dik-Faber niet ideaal. “Op zich is het een goed systeem, het hoeft ook niet overboord. Maar het moet beter. Het verschil tussen het ‘gezonde Vinkje’ en het ‘bewuste Vinkje’ is bijna niet uit te leggen. Het bewuste Vinkje wordt per productgroep uitgedeeld. Binnen de productgroep chips is er een soort die dat vinkje krijgt. Dat betekent zeker niet dat dat product gezond is, maar zo wordt het door de consument wel geïnterpreteerd.” Bovendien zit er een ongelijkheid in het systeem: om voor een Vinkje in aanmerking te komen, moet flink worden betaald. “Dat kan niet elk merk opbrengen.” Een goede ontwikkeling vindt Dik-Faber het dat het Voedingscentrum bezig is met het vernieuwen van de Schijf van Vijf. Volgend jaar komt er een nieuw advies uit van de Gezondheidsraad en die uitkomsten zullen verwerkt worden in de nieuwe Schijf. “Ik vind wel dat hij dan persoonlijk te maken moet zijn. Er zijn bijvoorbeeld veel vegetariërs. Die moeten er ook mee uit de voeten kunnen. Net als het toenemende aantal mensen dat niet meer tweemaal daags brood eet.”.
VOEDING & KANKER Promotieonderzoek
Een gezonde leefstijl kan helpen bij het herstellen van een operatie. Dat is één van de conclusies uit het promotieonderzoek van Dorry Boll, gynaecologisch oncoloog in het ElisabethTweeSteden Ziekenhuis, naar de invloed van leefstijl op verbetering van levenskansen. TEKST: PETRA PRONK FOTO: LEONARD DAVIDS
Dorry Boll:
'Leefstijl'
moet mee in de behandeling
W
elke factoren kunnen baarmoederhalskanker voorkomen en de overleving beïnvloeden? Om antwoord te krijgen op deze vragen deed Dorry Boll onderzoek onder 30.000 vrouwen met baarmoederhalskanker. Deze vorm van kanker komt steeds meer voor. Die stijging heeft alles te maken met het stijgend aantal vrouwen met overgewicht. “In Nederland heeft zo’n veertien procent van de mensen overgewicht en dat percentage neemt snel toe. Baarmoederkanker heeft een directe relatie met de productie van oestrogeen, het vrouwelijk hormoon dat onder andere wordt gemaakt in vetweefsel. Het is dus van groot belang om iets te doen aan overgewicht. Daarom geef ik in mijn proefschrift het signaal af dat we de leefstijl moeten meenemen in onze adviezen en behandeling.” Eén van de dingen die Dorry Boll onderzocht is hoe het herstel van mensen met overgewicht verloopt na de behandeling en hoe de kwaliteit van leven is na de operatie. Het bleek dat mensen met overgewicht minder goed herstellen, meer last hebben van pijn, vermoeidheid, oedeem en dikke benen en vaker kampen met complicaties. Daarnaast blijken ze ook meer moeite te hebben om terug te komen in hun oude ritme van leven en werk dan mensen zonder overgewicht. Daarom kwam Boll met het advies om mensen met overgewicht meer begeleiding te geven en ze via beweegprogramma’s en dieetadvies aan te zetten tot een gezondere leefstijl. “Kankerbehandeling wordt toenemend ‘high tech’ met dure geneesmiddelen; het domein van de farmaceutische industrie, wat zeker ook goede kanten heeft. Maar met minder dure behan-
delingen kan ook winst worden behaald. Die meer gewone dingen moeten we niet laten liggen. Daar moeten we gebruik van maken! Dat inzicht mag meer doordringen in de kankergeneeskunde.” Concreet betekent dat dat aandacht voor leefstijl een logisch vervolg zou moeten worden op een operatie. Met alleen die operatie ben je er namelijk niet, want de meeste mensen vallen na de behandeling weer terug in hun oude, ongezonde gedrag. Dus zal de behandelaar hen moeten motiveren om iets aan hun leefstijl te doen. “Aandacht voor gezonder eten, meer bewegen en op gewicht blijven moet een logische vervolgstap worden”, vindt Boll. Als lid van de commissie Landelijke Richtlijnen is ze
‘Mensen met overgewicht herstellen minder goed’ betrokken bij de herziening van de follow up na de behandeling van kanker en de nazorg. Daarin zal het element van leefstijl als vast onderdeel van de nazorg zeker terugkomen. Daarnaast zal ook gekeken moeten worden naar de prijs van gezond eten (die ligt vaak hoger dan ongezond eten) en nog steeds: educatie. “We moeten door blijven zetten om te zorgen dat de aandacht voor gezond leven niet verwatert.”
CORNELIS 65
INTERVIEW Patiënten vertellen
‘Onw ‘Alles kan ik alleen uitzoeken’, flitst het door haar hoofd, als ze in 1992 vergeefs een beroep doet op haar huisarts voor het adres van een Moermanarts. ‘Geen wetenschappelijke aanpak’, veroordeelt hij de therapiekeuze van Annie Tenbült (72). Ze kan er echt kwaad om worden. Ze zet door en het resultaat is bijzonder: 22 jaar na de ontdekking van borstkanker, is ze nog altijd kerngezond. TEKST: JAN VAN KLINKEN
“Z Wie: Annie Tenbült (72) Privé: Getrouwd, vier kinderen, negen kleinkinderen. Woont in Knegsel, Noord-Brabant. Diagnose & behandeling: In 1992 knobbeltje in haar borst. Chirurg stelt punctie voor, Annie weigert. Knobbeltje blijkt later kwaadaardig. Advies: amputatie. Annie weigert weer. Volgt vanaf die tijd Moermantherapie. Nooit meer in ziekenhuis terug geweest.
66 CORNELIS
e heeft geluk gehad”, zegt een dorpsgenoot tegen Annie’s echtgenoot. “Nee”, zegt hij, “het is gelukt!” In 1992 ontdekt Annie een knobbeltje in haar rechterborst. ‘Kwaadaardig’, zegt de chirurg in het ziekenhuis. Als het aan hem ligt, maakt ze meteen een afspraak voor amputatie. Maar dat doet ze niet. Volgens haar zijn er ook nog andere mogelijkheden om de borstkanker aan te pakken. Met die overtuiging komt ze niet bedrogen uit. Na het consult in het ziekenhuis stapt Annie naar de plaatselijke bibliotheek om boeken over kanker op het spoor te komen. Ze vindt een aardig stapeltje. Eén van de boeken gaat over de therapie van Cornelis Moerman. Als ze dat gelezen heeft, weet Annie wat haar te doen staat: haar afweersysteem in optimale conditie brengen.
wetenschappelijk beter geworden’
Ook andere boeken, zoals ‘Je kunt je leven helen’ van Louise Hay, sterken haar in de overtuiging dat er meer mogelijkheden zijn dan borstamputatie. Vrijwel dag en nacht worstelt ze met de vraag wat haar precies te doen staat. Intuïtief weet ze dat ook als haar borst is verwijderd, daarmee de kanker nog niet weg is. Na twee weken is ze er uit en neemt een besluit: ze vertelt haar huisarts dat ze van verdere behandeling afziet. Ze wil op alle mogelijke manieren gaan werken aan het versterken van haar immuunsysteem. De arts weet niet wat hij hoort. “Wat jij wil, kan helemaal niet. Ik kom vanmiddag wel bij jullie thuis praten.” Die middag vertelt de huisarts in het bijzijn van haar man en twee dochters dat er nog twee kleine eilandjes in de aangetaste borst zijn. Hoe die zich ontwikkelen, is onduidelijk. Als Annie wil overleven, moet ze doen wat de chirurg zegt. “Je moet ook aan je man en kinderen denken”, vindt de huisarts, die direct haar beslissing wil weten. Annie wordt verscheurd door twijfel. Aan een keuze is ze nog niet toe, zegt tegen de huisarts. De volgende dag vertelt ze haar man en
‘Is het mogelijk dat mijn vrouw zonder borst amputatie over leeft?’, vraagt haar man
kinderen dat ze - onder druk - besloten heeft haar rechterborst te laten amputeren. Maar dat gaat een van haar dochters te snel. “Wat je ook kiest, ik sta achter je”, zegt ze.
COMMOTIE Annie vraagt anderen om raad en besluit een Moermanarts te raadplegen. “Ik wist niet eens dat die er waren.” Die wending brengt in het gezin opnieuw commotie teweeg. Een van haar dochters laat huilend weten liever een moeder te hebben zonder borst dan geen moeder. Het zijn zware dagen. Uit haar geloof put Annie veel steun. “Heer, wijs me de weg”, bidt ze. Zo kan ze het overgeven. Ze vraagt haar huisarts om een adres van een Moermanarts. Hij ontraadt haar sterk zo’n arts te bezoeken, want ‘die aanpak is niet wetenschappelijk’. Via een bekende uit het dorp die al twaalf jaar de Moermantherapie volgt, krijgt ze het adres van arts Henk Schram in Berlicum. Als Schram de brief van de chirurg heeft gelezen, informeert hij of ze een punctie heeft laten doen. Nee, dat heeft Annie geweigerd, en ze weet eigenlijk niet eens precies waarom. Ze is afgegaan op haar intuïtie. Heel verstandig, vindt Schram. Want door te prikken in een kwaadaardig gezwel, kunnen ‘foute’ cellen in de bloedbaan terechtkomen met het risico op uitzaaiingen.
SNELLE GENEZER Beter worden doe je zelf, is het devies van Schram, en daar kan een arts of iemand anders je bij helpen. Het klinkt Annie als muziek in de oren. ‘Is het mogelijk is dat mijn vrouw zonder borstamputatie overleeft’, wil haar man weten. Daar is Schram stellig in: “Ik weet zeker dat dit kan.” Hoe lang dat beter worden dan zou gaan duren? Schrams antwoord: er zijn snelle
genezers die er een of twee jaar over doen, maar anderen vier of vijf jaar. ‘Dan zit hier zo’n snelle genezer’, denkt Annie, ‘zo snel heb je nog nooit gezien’. De gekozen aanpak sorteert effect. Zelfs haar huisarts is erdoor verrast. “Loop nog eens binnen, ik ben benieuwd”, zegt hij. Na zes maanden is haar borst waaruit de tumor is verwijderd weer helemaal soepel. Toch lijkt het de huisarts beter haar okselklieren te laten verwijderen. Dan doet ze toch iets.... “Ik denk er niet aan”, geeft ze de verbaasde arts te kennen, ”het zijn de opruimers in mijn lichaam.” Het ziekenhuis heeft ze na het laatste consult bij de chirurg nooit meer nodig gehad. Zelf zegt Annie over haar genezing: “Volgens de dokters is de Moermantherapie niet wetenschappelijk. Wel, dan ben ik op een onwetenschappelijke manier beter geworden.”
SUPERBLIJ Annie Tenbült vertelde haar verhaal op de jubileumbijeenkomst van de 25-jarige Moermanvereniging en zei toen: “Het leven wordt pas echt een wonder als niets meer vanzelfsprekend is, als je een glimlach als een gave ervaart.” Haar boodschap: “Durf tegen een stroom op te varen. Het vraagt om geloof, in jezelf, in het leven.” Bij de viering van het 40-jarig jubileum van MMV op 27 september 2014 in Ede mocht ze opnieuw haar bijzondere levensgeschiedenis delen. Bij die gelegenheid onderstreepte ze hoe belangrijk niet alleen de Moermantherapie voor haar is geweest, maar ook de vereniging. “Je staat in de kou en je moet alles zelf uitzoeken. Daarom ben ik superblij met de vereniging en met alle vrijwilligers die erbij horen.”
CORNELIS 67
Uitgezaaide maagkanker. Niets meer aan te doen. Kor van Hoffen (81) kreeg het advies om ‘leuke dingen te gaan doen’. Om zijn lichaam in redelijke conditie te houden, begon hij ook aan het Houtsmullerdieet. Veertien jaar later loopt hij nog steeds als een kievit. ‘Ik heb niet zo’n hoge pet meer op van het ziekenhuis.’ “Ik was 67 jaar en had geen schijn van kans meer. Ga maar leuke dingen doen, zeiden de artsen in het ziekenhuis. De internist meldde nog dat hij van genezing met een dieet had gehoord.” Aanprijzen deed hij deze voedingstherapie niet. Integendeel. “Het is heel duur en je bent alleen maar met eten bezig. Als ik u was, zou ik mezelf daar niet mee belasten, zei hij.” Kor vond het Prima, want een dieet met rauwkost sprak hem niet aan. “Ik ben toch geen konijn?” Maar toen een kennis met darmkanker zijn goede ervaringen met het Houtsmullerdieet deelde, besloot hij toch contact te zoeken met een Moermanarts. “Ik had niet het idee dat het me zou genezen. Maar we wilden nog wat reisjes maken en het leek me handig om zo fit mogelijk te blijven.” De arts gaf hem dieetvoorschriften, supplementen en natuurgeneeskundige medicijnen. Met zijn vrouw en twee kinderen ging hij op ‘een laatste vakantie samen’: wandelen in Zwitserland. Een intense tijd. “We liepen rond in de wetenschap dat het afscheid nabij was.” Al die tijd hield hij zich trouw aan het dieet. Zijn vrouw die solidair was, zag haar man opknappen. Zijn huid, zijn haren; alles kreeg weer glans. Kor ging zich beter voelen en dat bleef zo. Zijn ongeloof maakte plaats voor trots. Hij meldde zich bij de artsen van toen. ‘Waarom deed u niet meer moeite om het dieet onder de aandacht te brengen?’, vroeg hij de internist die hem er destijds op wees. ‘Dat kon ik niet; het was niet wetenschappelijk onderbouwd’, was het antwoord. Kor heeft niet zo’n hoge pet meer op van ‘het ziekenhuis’ dankzij fouten tijdens diverse opnames. “Mijn vrouw zit sinds vier jaar in een rolstoel vanwege een mislukte heupoperatie. De arts sneed per ongeluk een zenuw door, waardoor een spier afstierf.” Dankzij zijn gezonde leefstijl is Kor, ondanks zijn leeftijd van 81 jaar, fit genoeg om voor haar te zorgen. Hij wandelt dagelijks met een rugzak naar de supermarkt en kookt iedere dag verse groentesoep. Dat eet hij ’s ochtends en ’s avonds met een beschuit. ’s Middags kookt hij een warme maaltijd met veel groente, kip, vette vis of wild, een beetje aardappel. Standaard een kom rauwkost en daarnaast eet hij om de dag vegetarisch. “Eigenlijk zou iedereen zo moeten eten.” TEKST: RINEKE WISMAN
68 CORNELIS
‘Eigenlijk zou iedereen zo moeten eten’ Wie: Kor van Hoffen (81) Privé: Getrouwd, woont in Zwolle. Vier kinderen en tien kleinkinderen. Diagnose & behandeling: Uitgezaaide maagkanker in 2000. Liet maag en daaromheen liggende lymfeklieren verwijderen en begon met het Houtsmullerdieet. Hij is nog altijd fit.
’Ik werd steeds sterker’ Wie: Madeline Cheriex (‘50+’) Privé: Alleenstaand, woont in Den Haag. Een zoon. Diagnose & behandeling: 1997: Oncoloog wilde borst amputeren en bestralen vanwege ‘onzekere kwaadaardigheid’. 1998: adenocarcinoom (een kwaadaardige tumor in een klier). Madeline begon met Moerman/Houtsmullerdieet, consulteerde een Moermanarts en kwam niet meer in het ziekenhuis.
In het ziekenhuis werdMadeline Cheriex (‘50+’) voor gek verklaard. Als ze haar aangedane borst niet zou laten afzetten, ‘dan gaat u dood’, luidde de keiharde boodschap. Na zeventien jaar is die prognose nog steeds niet uitgekomen. “Het gaat juist erg goed met me”, klinkt het monter. De chirurg had de amputatie al gepland, maar Madeline zegde af. Ze voelde dat ze eerst aan zichzelf moest werken. Ze had weleens over de Moermantherapie gehoord. Meer en meer raakte ze ervan overtuigd dat haar lijf van een krachtig dieet beter zou worden. Stipt hield ze zich aan de voedingsvoorschriften van Moerman en Houtsmuller. Vooral in het begin ging ze door een diep dal. Haar omgeving nam het haar hoogst kwalijk dat ze zich niet liet behandelen. “Ik kwam helemaal alleen te staan. Dat was nog erger dan de ziekte. Toch werd ik steeds sterker. Ik voelde dat de oplossing in mezelf lag en daar koos ik voor. Ik ontdekte dat de angst bij anderen om mij te verliezen groter was dan de liefde die ze voor me hadden. Dat was een grote schok.” Er waren ook positieve reacties. Mensen die haar een tijd niet hadden gezien, reageerden verrast. “Wat zie jij er goed uit.” Dat strookte met hoe ze zich voelde. Sommigen twijfelden eraan of ze écht wel kanker had. Een punctie in het academisch ziekenhuis in Leiden maakte in 1998 duidelijk dat het wel degelijk foute boel was. Het bericht sloeg Madeline niet uit het lood. Ze bleef juist opmerkelijk positief. Zeven jaar na de eerste diagnose verruimde ze haar dieet. Wel staat er nog steeds veel gezonde voeding op het menu. “Niet omdat het moet, maar omdat ik het lekker vind.” Ze zal niemand zo maar aanraden precies dezelfde weg te gaan die zij zelf heeft gekozen. “Mijn boodschap is dat je in mijn ogen een keuze dient te maken waar je innerlijk helemaal achter staat. Dat was bij mij een heel ingrijpend proces. Ik ben door al mijn angsten heen gegaan. Anderen hoop ik te helpen door een boek te schrijven. Daar ben ik nu mee bezig.” TEKST: JAN VAN KLINKEN
CORNELIS 69
Toen Anny de Vogel (90) hoorde dat ze alvleesklierkanker had, wist ze wat haar te doen stond: volop met gezond eten aan de slag. Haar vader overleefde daarmee de prognose ook drie jaar. De tijd bewees haar gelijk, want er zijn al dertien jaren verstreken sinds de diagnose. ‘Ik ben vast van plan de honderd te halen!” “Eigenlijk mankeer ik niks noemenswaardigs”, zegt de 90-jarige. “Natuurlijk gaat alles achteruit. In mijn handen zit artrose, die schieten soms op slot. Mijn voeten doen soms pijn. Daarom draag ik orthopedische schoenen. En ik slik medicijnen tegen een hoge bloeddruk. Twee reguliere medicijnen per dag is niet veel op mijn leeftijd. Als dat alles is, dan moet het maar.” Anny is van de homeopathie en de natuurgeneeskunde. “Altijd geweest.” Toen ze in 2001 met alvleesklierkanker werd geconfronteerd, koos ze voor de Moermantherapie. Geen operatie, alleen gezond eten en supplementen. Ze is zeer trouw aan het dieet. “Dokter Albert Ronhaar vroeg ooit aan mij: ‘U lust toch wel een ijsje?’ Af en toe mag ik van mezelf best een koekje. maar wel biologisch natuurlijk!” Vergeleken met leeftijdgenoten is Anny buitengewoon gezond en vief. “Als ik zie wat anderen allemaal slikken aan pillen… Ook mensen die veel jonger zijn dan ik. Dan ben ik blij dat ik altijd gezond geleefd heb.” Laatst was het even schrikken, want ze had twee jeukende vlekjes op haar rug. Ze zijn weggehaald, en inmiddels is duidelijk dat het vals alarm was. Naast gezond eten, schuilt het geheim van gezond oud worden volgens Anny in voldoende beweging. Anny doet nog steeds haar eigen boodschappen en brengt veel uren door in de tuin: de buxushagen in de voor- en zijtuin snoeien, onkruid wieden, blad rapen, plantjes verpoten en op ongedierte controleren. “Daar is altijd genoeg te doen.” Als de hulp in de huishouding komt, helpt ze mee. “Gewoon bezig blijven is de beste remedie tegen oud worden!” Verder: “Gezond eten en zoveel mogelijk biologische producten gebruiken. Zorg dat je geen troep binnen krijgt zoals al die e-nummers. En maak je niet bezorgd. Positief denken is belangrijk om je goed te voelen.” Er zijn niet zoveel mensen die op hun 90-ste nog op zichzelf wonen. Maar mevrouw de Vogel ziet zichzelf niet in een bejaardentehuis eindigen. “Ik woon hier prima in m’n huisje en ik wil hier tot het laatste toe blijven wonen. “Ik ben blij dat ik leef en wil nog niet weg.” Ze is vast van plan om de honderd te halen “Ik wil een taart van de burgemeester, ook al is hij niet biologisch”, lacht ze. TEKST: PETRA PRONK
70 CORNELIS
‘Ik wil honderd worden’ Wie: Anny de Vogel (90) Privé: Weduwe, woont in Raalte, twee kinderen, drie kleinkinderen. Diagnose & behandeling: Kreeg in 2001 alvleesklierkanker. Ze liet zich niet opereren, maar koos voor de Moermantherapie en supplementen en is gezond tot op de dag van vandaag.
VOEDING & KANKER Eet meer groenten en fruit
Consumptie van groenten en fruit vermindert de kans op kankervorming. Dat is een feit. Welke stoffen hier precies voor zorgen? Dat is het onderzoeksterrein van hoogleraar Ellen Kampman. En hoe krijg je de gemiddelde Nederlander zover? Een interview. “Als je je bord elke dag voor driekwart vult met groenten en fruit ben je een heel eind op de goede weg.” TEKST: HUIB BOOGERT FOTO: LEONARD DAVIDS STOCKFOTO'S: ISTOCK
PROF. DR. IR. ELLEN KAMPMAN:
‘We zijn allemaal potentieel patiënt’
»
CORNELIS 71
“V
oldoende gezonde groente en twee stuks fruit per dag: hoe moeilijk kan dat zijn? En waarom doen we het dan niet, terwijl we weten dat het goed voor ons lichaam is?”
“Iedereen weet dat het lichaam vitaminen nodig heeft. Normale groenten en fruit verstrekken ons die. Dat was ook een uitgangspunt van Moerman. Maar waarom nemen dan velen tegenwoordig weer hun toevlucht tot een acaibessenkuur, terwijl dat overbodig is, en in sommige opzichten zelfs onwenselijk?” Dagelijks stelt hoogleraar Ellen Kampman zich deze vragen. Op zich lijkt het goed te doen om een gezonde levensstijl met een
‘Ik zeg altijd: ga naar buiten en beweeg’
gezond voedingspatroon te volgen, toch doen slechts weinigen dit serieus. “Daarom moet de wetenschap doorgaan met erop te wijzen, dat de consument minder gezond eet dan hijzelf denkt. De aanbevelingen van de Gezondheidsraad én van het World Cancer Research Fund (WCRF) worden niet gehaald. Het zou wél moeten, maar het lukt het individu gewoonweg niet. Althans weinigen”.
MARKETINGCAMPAGNE “De gemiddelde Nederlander krijgt meer calorieën binnen dan hij verbruikt. Dat leidt in het lichaam tot disbalans. Dat kan uiteindelijk bijdragen aan de vorming van een kanker, maar ook aan bijvoorbeeld een hart- of vaatziekte. Wie veel groenten en fruit eet, krijgt minder calorieën binnen. Dat vermindert ook de kans op het ontstaan van ernstige aandoeningen”. Ellen Kampman doet als hoogleraar verbonden aan drie universiteiten (zie kader) onderzoek naar de rol van voeding bij de preventie van kanker, voeding bij kankeroverleving en bij kankerterugkeerpreventie. Af en toe fantaseert ze wel eens over een snelle en succesvolle manier om de Nederlanders te ‘bekéren’ tot het fenomeen gezonde voeding. “Een goede marketingcampagne die gedragen wordt door een bekende Nederlander. Een BN’er die bekendstaat om zijn omvang, die op een verantwoorde manier tientallen kilo’s is kwijtgeraakt, die op gewicht is gebleven gedurende lange periode en die in de camera zegt: ‘Ik heb ernstige risico’s gelopen op kanker en op hart- en vaatziekten, maar zie mij hier nu staan: door meer bewegen en door het eten van meer groenten en fruit loop ik nu veel minder risico’s’. Zoiets zou ik wel eens willen, een ervaringsverhaal, een bekentenisverhaal. Ik heb ooit gedacht aan Ernst-Daniël Smit, maar die spreekt de jeugd misschien niet zo erg aan. En de jeugd loopt héél grote risico’s. Paul de Leeuw dan misschien? Of Brownie Dutch?”
ONGRIJPBAAR Kanker is een ongrijpbare aandoening: er zijn veel verschillende kankers, veel verschillende therapieën en veel verschillende stadia van ontdekking. Dat bemoeilijkt het wetenschappelijk onderzoek naar ontstaan, genezing en preventie. Kampman: “Verschillende soorten kanker zijn moeilijk met elkaar te vergelijken. Er zijn meer dan tienduizend studies naar de rol van voeding bij de preventie van kanker uitgevoerd, maar onderzoek naar wat kankerpatiënten moeten eten tijdens en na kankertherapie is nog maar heel weinig (goed) gedaan. Gelukkig gebeurt hiernaar, zowel nationaal als internationaal, veel meer onderzoek dan tien jaar geleden. Er zijn veel hoe-en-waarom-vragen. Iedereen wil er alles van weten. We zijn immers allemaal consument en potentieel patiënt”. “Kankervorming is een samenspel van genetische gevoeligheid en levensstijl. Sommige kankergevallen zijn niet te verklaren. Er zijn mensen die ongelimiteerd
72 CORNELIS
drinken, roken en ongezond eten, maar nooit kanker krijgen. En er zijn mensen die een voorbeeldige levenstijl hebben, maar tóch kanker krijgen.”
Biografie Prof. dr. ir. Ellen Kampman (52) is sinds 2008 persoonlijk hoogleraar Voeding en Kanker aan de Wageningen University & Research centre (WUR) en sinds 2010 Alpe d’HuZes-hoogleraar Voeding en Kanker aan de VU. Haar leeropdracht strekt zich uit van ‘voeding bij de preventie van kanker’ en ‘voeding bij kankeroverleving’ tot ‘voeding bij kankerterugkeerpreventie’. Tijdens een dienstverband bij TNO Zeist, waar ze haar promotieonderzoek deed, promoveerde ze destijds (aan de Universiteit Maastricht) op de rol van zuivel bij het voorkómen van dikkedarmkanker. Werk en onderzoek concentreerden zich in binnen- en buitenland. In 1996 kwam ze, na een postdoc in Seattle met een beurs van het KWE, terug naar Nederland, naar de WUR, met name om bij de afdeling Human Nutrition onderzoek te gaan doen naar de rol van voeding bij het ontstaan van kanker. Intussen werkt ze ook aan het Radboud Universiteit Medical Centre in Nijmegen en aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze kent MMV van contacten in het verleden.
www.voedingenkankerinfo.nl www.wcrf.nl
“De belangrijkste factoren die het risico op kanker vergroten of verkleinen, kennen we intussen. Roken staat nog altijd stijf bovenaan, en niet alleen ten aanzien van longkanker. Verder natuurlijk alcohol en overgewicht. En niet in de laatste plaats ongezonde voeding, die uiteraard weer samenhangt met de factor overgewicht. Na duizendenstudies wereldwijd durven we daar wel zeker van te zijn.”
VOEDINGSSUPPLEMENTEN “We weten intussen dat groenten en fruit de kans op kankervorming aanzienlijk verminderen, maar welke stoffen in die groenten en fruit voor die risicoreductie verantwoordelijk zijn, is niet duidelijk. Aanvankelijk dachten de wetenschappers aan antioxidanten, maar daarvan zijn we teruggekomen. In ieder geval zijn groenten en fruit - maar ook vis, gevogelte, melk zeer gezond als voedingsmiddel, en moet de consument oppassen met voedingssupplementen. Het is niet wenselijk om één stofje uit een bepaalde groente of fruit te halen en die in een pilletje te stoppen. Het gaat om een combinatie van goede stoffen in een bepaalde verhouding en die kunnen we nog niet zo goed nabootsen.” “Dat geldt ook voor vitamine D, waaraan vooral veel ouderen een tekort kunnen hebben. Het wordt vooral ontleend
veel buiten wandelen of fietsen. Daarmee combineer je die beide aanbevelingen”, aldus Kampman.
JONGEREN EN VOEDING Ze wil overigens best de hand in eigen boezem steken. Naar eigen zeggen eet ze gezond, maar beweegt ze te weinig. “Ik moet me ertoe zétten om te bewegen. Van nature ben ik geen sporter. Wellicht daarom heb ik volgens de body mass index (BMI) enig overgewicht. En dat geldt voor velen. Ieder mens kent zijn eigen probleem met overgewicht wel. En ook ik weet, dat je dertig minuten per dag moet bewegen, mét hartritmestijging, om kanker te voorkomen. Maar ja, ik kom er niet altijd toe. Zittend werk hè? En een gezin.” “Ik heb hier in Wageningen een moestuin. Ik probeer altijd, daarheen te lópen. Zo probeer ik in beweging te blijven. Maar dat lukt niet iedere dag. Achter die moestuin steekt overigens niets filosofisch, niets ideëels, ik vind het gewoon leuk. En we eten vrijwel alles zelf op.” “Daaruit mag u afleiden, dat ik probeer thuis zo gezond mogelijk te eten. Maar ja, ik heb ook twee puberende mannen en als ouder ben je dan snel geneigd om je menu aan te passen. Die verleiding is er ontegenzeggelijk. Toch wil ik zo vaak mogelijk
‘Het is niet wenselijk om één stofje in een pil te stoppen’ aan zonlicht. Nog altijd is niet duidelijk, of kunstmatige suppletie aan ouderen en kankerpatiënten verstandig is. Ik zeg altijd: ga naar buiten, da’s gezond, én doe aan lichaamsbeweging. Dan kom je dus uit op:
gezond eten, al was het alleen maar om de kinderen het goede voorbeeld te geven. Maar ja, u weet hoe dat gaat, als kinderen de kans krijgen, gaan ze meer voor lekker dan voor gezond.”
CORNELIS 73
Denk je
sterk
Over de invloed van uw geest op genezing
Dat positief denken poitief werkt, is al generaties lang bekend. Dat je met een positieve mindset je immuunsysteem kunt beïnvloeden, is vorig jaar zelfs wetenschappelijk bewezen. Ook veel patiënten die in deze Cornelis hun verhaal vertellen, getuigen van een positief denkkader. En van Cornelis Moerman is bekend dat hij ervan overtuigd was dat ‘het lichaam vertaalt wat de geest ervaart’. TEKST: DR. HANS STOOP EN RINEKE WISMAN
‘D
ood gaan was niet aan de orde’ voor René Pouwelse (pagina 50), hoewel de artsen in het ziekenhuis de afloop van zijn leven - vanwege uitgezaaide darmkanker op korte termijn voorspelden. ‘Ik heb geen moment gedacht dat ik dood zou gaan. Dat wilde er bij mij niet in.’ Datzelfde geldt voor Anja Kiel (pagina 52) die eveneens uitgezaaide kanker had. In plaats van haar eigen begrafenis plande ze een reis naar Canada om familie te bezoeken. Ook
74 CORNELIS
schafte ze een grote kampeertent aan voor buitenvakanties met de kinderen. ‘Ik had het gevoel dat het goed zou komen’, zegt ze. Ook Joop de Roode ging mentaal niet akkoord met zijn terminale prognose: ‘Ik wil niet dood, ik wil leven’, zegt Joop die inmiddels 82 jaar is (pagina 55). Hun positieve mindset zou bij deze mensen wel eens kunnen hebben bijgedragen aan het herstel van een slopende ziekte. Geestkracht verbindt ook de groep mensen - ms-, reuma- en kankerpatiënten - die begin 2014 met Wim Hof, alias de Iceman, de Kilimanjaro beklommen. 24 van de 26 leden bereikten in 48 uur de top. Een prestatie die vooraf voor onmogelijk werd gehouden¹.
ONDERZOEK ICEMAN Wim Hof is bekend van extreme stunts zoals op blote voeten de marathon lopen in de Poolsneeuw en anderhalf uur in een ijsbad liggen. Hij stelt dat het immuunsysteem positief te beïnvloeden is met ademhaling, koudegewenning en een positieve mindset. Onderzoekers van het Radboud UMC deden onderzoek bij hem: kan Hof inderdaad bewust het autonome zenuwstelsel en daarmee zijn immuunsysteem willens en wetens beïnvloeden? In principe niet, denken ze. Dat is immers nog nooit gebeurd. Ze injecteerden Hof met endotoxine, afkomstig van een coli-bacterie, om een ontstekingsreactie op te roepen. Wat bleek: in zijn bloed werden dertig tot vijftig procent
minder ontstekingseiwitten aangetroffen dan bij andere proefpersonen. Zijn ‘immuunrespons’ was gemiddeld vijftig procent lager. In tegenstelling tot andere personen vertoonde hij geen griepachtige verschijnselen. Om te kijken of de Hof-methode ook voor andere mensen zou kunnen gelden, werd het experiment op de Radboud Universiteit vervolgens met twee groepen van 25 personen herhaald: een door Hof getrainde groep mensen en een controlegroep. De Hof-groep bereidde zich op de ziekte-injectie voor met meditatie, ademhalingsoefeningen, koude douches en in korte broek door de kou lopen. De controlegroep deed niets. Het resultaat verblufte de onderzoekers. De getrainde groep had beduidend minder griepachtige verschijnselen. Door de onderzoekers werd dit gemeten aan de hand van ontstekingsremmende en -bevorderende eiwitten. “Het verschil was zó groot dat het geen toeval kon zijn”, aldus de onderzoeker².
FIGHTING SPIRIT Psycho-neuro-immunologie (PNI) heet deze tak van onderzoek waarin de samenwerking van gedrag en immuunsysteem centraal staat. Prof. Dr. Marco de Vries, als hoogleraar Algemene Ziekteleer verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, schreef in 1984 in zijn boek ‘Inleiding in de algemene ziekteleer’ uitgebreid over rust, bescherming, ondersteuning, activiteit, bewegen, belasting, wil, verantwoordelijkheid én de invloed van de heelmeester als mogelijke factoren in het helingsproces. De Vries richtte in 1988 het Helen Dowling Instituut op, dat tot op heden mensen met kanker en ook andere ziekten behandelt met behulp van zogeheten biopsychosociale interventies die gebaseerd zijn op PNI. Dankzij de nieuwste bevindingen zijn deze interventies inmiddels wetenschappelijk onderbouwd. Ook Lawrence LeShan, Bernie Siegel en Carl Simonton merkten bij het behandelen van hun kankerpatiënten dat psychologische
LITERATUUR 1 http://www.eenvandaag.nl/extra/wimhof/ 2 Kox M et al. 2014 PNAS Voluntary activation of the sympathic nervous system and attenuation of the innate immune response in human. 3 Garssen B. 2009. Psychologische factoren bij het ontstaan en beloop van kanker. In H. de Haes, L. Gualthérie van Weezel, & R.Sanderman (red.) Psychologische
factoren het ontstaan en/of beloop van kanker kunnen beïnvloeden. Zij noemen dit een fighting spirit. Sociale steun en de neiging tot ontkenning van de ernst van de ziekte kunnen samengaan met een gunstiger beloop, terwijl een depressieve instelling, pessimisme en neiging tot hulpeloosheid voor een ongunstiger beloop kunnen zorgen. Overigens getuigen bijna alle patiënteninterviews in deze glossy van fighting spirit. Neem Joos Heerebout (pagina 13) die zegt: ‘Niks doen was voor mij geen optie.’ En: ‘Ik was vastbesloten mijn lijf zo duur mogelijk te verkopen.’ Of Thomas Rijenga (pagina 39): ‘Je instelling is van belang voor hoe het met je gaat. Positief denken werkt. Dat heb ik aan den lijve ervaren.’
LOTGENOTENCONTACT ONZIN? Dat de geest krachtig is, bewijst het placeboeffect: door te denken dat iets goed voor je is, neemt de kans toe dat het inderdaad heilzaam is. Een tot de verbeelding sprekend voorbeeld daarvan is een studie⁴ waarin maar liefst 59 procent van de proefpersonen met het prikkelbare darmsyndroom, een verbetering rapporteerde van hun toestand na een behandeling met namaakpillen. Ook het lid zijn van een vereniging zoals MMV draagt overigens bij aan uw gezondheid. Toen David Spiegel volgens het boekje probeerde aan te tonen dat lotgenotencontact onzinnig is, bleek het tegendeel het geval. In zijn studie uit 1989⁵ leefden de vrouwen met uitgezaaide borstkanker gemiddeld twee keer zo lang als ze met elkaar over hun ziekte praatten. Gedeelde smart is halve smart. Hoewel het leven met een ziekte altijd zwaarder is dan het leven zonder ziekte, zullen negatieve gedachten ieder mens alleen maar zwaarder belasten. Of zoals Bobby Mc Ferrin zong in zijn internationale hit in 1988: ‘In every life we have some trouble, but when you worry you make it double. Don’t worry, be happy.’
patiëntenzorg in de oncologie (pp. 29-40). Assen: Van Gorcum. 4 Kaptchuk TJ et al. 2010 PLoS One. Dec 22;5(12). Placebos without deception: a randomized controlled trial in irritable bowel syndrome. 5 Spiegel D. The Lancet 1989 effects of psychosocial treatment on survival of patients with metastatic breast cancer
HET GEVAAR VAN NEGATIEF DENKEN In de jaren dertig van de vorige eeuw stemde een Indiase ter dood ver oordeelde in met een alter natieve executiemethode. Door zijn verwachting op deze manier aan te passen overleed de veroordeelde nog vóór hem daadwerke lijk iets werd aangedaan. Een onderzoeker in Nieuw-Zeeland be schrijft hoe een Maori en kele dagen, nadat hij door de plaatselijke witch doctor werd vervloekt, overleed. Volgens de onderzoeker een kwestie van ‘death by imaginaton’. Twee groepen astmapatiënten kregen beiden dezelfde spray toegediend. Bij de groep die verwachtte dat de spray de klachten zou verlichten, bleek dit inderdaad het geval. Maar in de groep die verteld was dat de spray een irriterende stof bevatte, kregen mensen binnen vijf minuten een hevige astma-aanval en ze hadden ernstig vernauwde bloedvaten. Bij een studie werd suikerwater aange prezen als braakmiddel. Tachtig procent van de proefpersonen moest hierdoor overgeven.
CORNELIS 75
TOEKOMST Integrative medicine
INTERVIEW MET NATUURGENEESKUNDIG ARTS ROLAND LUGTEN:
‘WE LOPEN
ACHTER MET ONZE FASCINATIE VOOR EVIDENCE BASED’
76 CORNELIS
In plaats van een huwelijk tussen complementaire en reguliere geneeskunde constateert Roland Lugten, homeopaat, natuurgeneeskundig arts en acupuncturist in Gouda, een hardnekkige kloof. Zijn hoop ligt bij de patiënten en bij het verantwoordelijkheidsgevoel van collega-artsen. “Als arts heb je een inspanningsverplichting. Je mag niet denken: dit past niet in mijn reguliere denkkader, dus dan blijft iemand maar ziek. Dat is respectloos.” TEKST: ELLEN HAMEETEMAN FOTO: LEONARD DAVIDS
A
ls je kanker hebt, is er méér dan ‘halfdood gaan aan de chemo’. In dat ‘meer’ ziet Roland Lugten het bestaansrecht van MMV. “De nadruk op verantwoord eten en leven in relatie tot kanker is waardevol. Bovendien hebben mensen heel veel aan het contact met lotgenoten.” De betrokkenheid van Roland Lugten bij de Moermanvereniging dateert uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. In 1986 begon hij zijn samenwerking met Albert Ronhaar, de huisarts uit De Krim die werd gezien als de ‘kroonprins’ van Cornelis Moerman. Lugten had net zijn huisartsenspecialisatie afgerond en Ronhaar zocht een collega. Het klikte. Lugten trof iemand die net als hij interesse had in méér dan alleen regulier behandelen. Die brede interesse zat er bij Lugten van meet af aan al in. Dat hij als enige uit een groot gezin de mogelijkheid kreeg om geneeskunde te studeren, een al jong gekoesterde wens, maakte hem tot een zeer gedreven student. “Dat ik patiënten vaak nee moest verkopen niet kon helpen - tijdens mijn coschappen, frustreerde me. Blijkbaar schoot de geneeskunde soms te kort. Ik vond dat heel vervelend en begon me breder te verdiepen.”
GOEDE CLUB Wat indruk op Lugten maakte, was het eerste bezoek dat president Nixon aan China bracht. “Zijn minister van Buitenlandse Zaken - Kissinger - kreeg daar een blindedarmontsteking en moest ter plekke geopereerd worden. Dat gebeurde onder acupunctuuranesthesie.” “Mij fascineerde het dat er meer was dat mensen kon helpen dan alleen het regulier geneeskundig curriculum. De methode leek mij uiterst serieus, hij werd in China breed beoefend en aan de universiteit gedoceerd.
Bovendien kon je de opleiding alleen doen als je medisch geschoold was of die intentie had.” Via Albert Ronhaar, die er medisch adviseur was, raakte Lugten bij MMV betrokken. “Ik vind het een Goede Club, met hoofdletters. De energie die mensen er voor nop insteken is bewonderenswaardig.” De arts vindt wel dat MMV meer zou kunnen doen aan preventie. “De beste manier om kanker te bestrijden is zo jong mogelijk beginnen met het tegengaan van de risico’s. Iemands leefstijl zorgt voor zeventig procent van de risico’s.” Volgens Lugten is de tijd rijp voor de omslag van behandelen naar preventie. “Er is veel aandacht voor gezond leven en eten. Het boek ‘De Voedselzandloper’ is niet voor niets juist nu een bestseller geworden.” Is de tijd ook rijp voor de complementaire geneeskunde? “Persoonlijk vind ik dat er maar één vorm van geneeskunde bedrijven bestaat en dat is: geneeskunde bedrijven. Ik vind dat iedere arts in Nederland zijn best
‘
Persoonlijk vind ik dat er maar één vorm is van geneeskunde bedrijven, namelijk geneeskunde bedrijven’ moet doen om optimaal mensen te helpen. Kun je mensen niet goed behandelen, dan moet je verder kijken. Schiet je eigen kennis en ervaring tekort, dan moet je doorzoeken. Als arts heb je een inspanningsverplichting. Je mag niet achterover gaan hangen en denken: dit past niet in mijn reguliere denkkader, nou dan blijft iemand maar ziek. Dat vind ik respectloos.”
KOLONIALISME Een dergelijke houding komt de Goudse arts echter
CORNELIS 77
»
‘DE BESTE MANIER OM KANKER TE BESTRIJDEN, IS JONG BEGINNEN MET HET BESTRIJDEN VAN DE RISICO’S’
zeggen: Dit is een placebo-effect, dan zeg ik: so what? Het helpt. Niet bij iedereen, maar dat geldt zeker ook voor reguliere behandelingen. Wij hebben een bepaald denkkader van waaruit wij dingen willen begrijpen. Wat de boer niet kent, dat vreet-ie niet, zo denken we hier in Nederland. Maar dan doe je mensen zó te kort.”
INTEGRATIVE MEDICINE vaak tegen. Lugten noemt de hardnekkige kloof tussen reguliere en complementaire geneeskunde zelfs een vorm van kolonialisme. “De weldenkende, Westers georiënteerde arts, opgeleid vanuit een bepaald denkkader die zegt: bewijs is alleen bewijs als het op déze manier geleverd wordt.” Volgens Lugten lijdt de reguliere geneeskunde aan confirmation bias, aan de voorkeur voor onderzoeksresultaten die de vooringenomen standpunten bevestigen. “Zo stond er ooit een artikel in The Lancet waarin de schrijver stelde dat homeopathie niet werkte. Dat stuk werd met gejuich ontvangen in regulier Nederland. Maar het commentaar en de discussie op het artikel mochten niet geplaatst worden. In een epidemiologisch tijdschrift is vervolgens beargumenteerd dat er sprake was van confirmation bias.” Sowieso is die fascinatie voor evidence based onderzoek - Lugten heeft het gekscherend over het “evidence beest”- misleidend. Een eenzijdige focus op wetenschappelijk bewijs gaat voorbij aan de ervaringen van de individuele patiënt in de spreekkamer. “Het gaat alleen nog maar over data. Maar waar het uiteindelijk om gaat, is het helpen van mensen. Ik ben wetenschappelijk opgeleid arts en ik houd ervan gegevens te analyseren. Ik wil verder komen en ik wil zeker weten dat wat ik doe goed is. Maar als er een patiënt bij mij komt, wil ik vooral dat die zich beter voelt. Er kwam hier ooit een jonge vrouw, een secretaresse. Ze was op haar hand gevallen, haar pols deed het niet meer. Diagnose: dystrofische stoornis. De reguliere zorg kon haar niet helpen. Vanuit de redenering dat er meridianen lopen van de keel naar de hand en zich een stoorveld in de keel zou kunnen bevinden, heb ik haar met acupunctuur behandeld en met neuraaltherapie. Na vijf behandelingen kon ze weer aan het werk.” Dat laatste telt, onderstreept Lugten. De patiënt kan weer verder. “En als reguliere artsen dan
78 CORNELIS
In de Verenigde Staten zijn artsen wat dat betreft verder, zegt Lugten. Hij wijst op het begrip Integrative Medicine, waarbij de wisselwerking tussen lichaam en psyche wordt erkend en wordt betrokken in de behandeling. “Homeopathie valt daar nog niet onder, maar acupunctuur wel. Je bent in de VS een sukkel als je die behandeling niet toestaat in je kliniek. Daarbij vergeleken zijn we hier een stelletje Batavieren. We lopen achter, met onze evidence based fascinatie. Wat je krijgt is een heel nauwe manier van geneeskunde bedrijven.” Ongelooflijk onrechtvaardig vindt Lugten het dat hij in 2016 zijn BIG-registratie dreigt kwijt te raken, omdat hij voornamelijk complementair werkt en dus volgens de wet te weinig uren als regulier arts werkzaam is. “Dat is zo slecht. Ik ben dan 33 jaar arts, heb geen mensen dood laten gaan, geen mensen verkracht. Ik heb een wetenschappelijke opleiding gevolgd. Ik ben gediplomeerd. En toch raak ik mijn registratie kwijt, ik kan dan geen recepten meer uitschrijven.” Het allerergste vindt Lugten dat een hele groep van niet-regulier werkende artsen niet meer te onderscheiden is van ongediplomeerden die niet meer doen dan gezondheidsadviezen geven. “Patiënten moeten het kaf van het koren kunnen scheiden. Ze moeten kunnen kiezen uit een lijst aantoonbare artsen, die hen regulier, complementair of integrated kunnen behandelen. De overheid moet dat reguleren.” Bij de overheid ziet Lugten nog niets dat wijst op een kentering. Op de Nederlandse universiteiten is het klimaat evenmin positief. “Als je daar als student zegt dat je weleens homeopathische middelen gebruikt, ben je direct afgeschreven. De enige hoop ligt bij patiënten zelf. “Die vinden het steeds lastiger om gehoord te worden, hun vragen en wensen overstijgen nogal eens het reguliere denkkader. Dus ik heb hoop. Het gaat veranderen.”
Van blijvende waarde Alle eensgezindheid ten spijt, is het tot prospectief onderzoek nooit gekomen
Arjan van Groningen is freelance journalist. Hij schrijft een column in iedere uitgave van MMV-ledenblad Uitzicht.
Schrijven over Moerman in de media, daar zou bijna geen beginnen aan zijn als er niet die uitzending van Andere Tijden was. Gemaakt tijdens de slepende zaak tegen de behandelaars van tv-coryfee Sylvia Millecam. Het geschiedenisprogramma zag er destijds aanleiding in een aflevering te wijden aan ‘die andere kankergenezer’ die ervan beschuldigd werd zijn patiënten reguliere zorg te onthouden. “De beroemdste die ons land heeft voortgebracht. Weldoener voor de één, kwakzalver voor de ander en nog altijd niet vergeten. Eigenwijs en excentriek: dokter Moerman.” Een programma dat nog altijd het bekijken waard is. We gaan terug naar de tijd waarin Moerman maatschappelijke erkenning kreeg. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. En zien een piepjonge Erica Terpstra namens de VDD pleiten voor onderzoek: “Wij geloven dat het buitengewoon belangrijk is dat er duidelijkheid komt over de mate van effectiviteit. Over de mate waarin mensen die kanker hebben, geholpen kunnen worden.” Of Ria Beckers (PPR): “Het is toch te gek dat je, ook op dit moment, in ziekenhuizen als kankerpatiënt niet alleen geen Moermandieet kunt volgen, maar zelfs geen volkorenbrood kunt krijgen.” Natuurlijk ook de oude meester zelf. In het programma ‘Artsenij’: “Ik heb er geen belang bij dat er overmorgen weer duizend mensen dood zijn. Maar het moet eerst onderzocht worden. Anders laten we ze sterven hoor. Kan ons niks schelen. Wat geeft het? Het moet wetenschappelijk wezen. Maar als je vraagt: wat is dan die wetenschap? Dan weten ze het niet.” Alle politieke eensgezindheid ten spijt, is het tot prospectief onderzoek nooit gekomen. Tegenstander professor Piet Borst is duidelijk. Als directeur van het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek (NKI/AVL) en als lid van de Wetenschappelijke Raad van de Kankerbestrijding was
MEDIACOLUMN Arjan van Groningen
hij mordicus tegen onderzoek. Hij vertelt waarom “we” Moerman een “gevaarlijke kwakzalver kunnen noemen”. In een lang artikel naar aanleiding van de uitzending schrijft Borst overigens dat hij denkt dat Moerman te goeder trouw was en niet uit op snelle rijkdom. De 21 genezingen van het retrospectieve onderzoek reduceert hij, op gezag van een andere deskundige dan zichzelf, tot maximaal zeven. Dat deze aflevering zelf ook van andere tijden is, wordt pijnlijk duidelijk met de verschijning van Albert Ronhaar. We zien de in 2009 overleden Moermanarts zijn kippen voeren. Sigaar losjes tussen de lippen; als een gemoedelijke uitvoering van zijn Vlaardingse leermeester. Moermans secretaresse Diana van Linden vertelt hoe Ronhaar zich niet weg liet sturen en uiteindelijk kind aan huis werd. “Als dokter Ronhaar goed kon luisteren, en dat kon hij over het algemeen wel, dan ging dat. Want dan was Moerman aan het woord; dan had je geen enkel probleem met hem. Maar je moest er niks tegenin brengen”, lacht ze. Beide artsen leden op eigen wijze onder hun confrontaties met het tuchtcollege. Ronhaar: “Dat heeft mij heel wat gedaan. Pijn? Ja tuurlijk. Het is een schande als je veroordeeld wordt.” Moerman: “Zou iemand mij zeggen: daar heb je die rotte kwakzalver weer, dan had ‘ie kans dat ‘ie drie klappen kreeg in enen slag. Want als ik ga vechten dan zou je nog raar opkijken vrind!” Maar de laatste woorden bij zijn vijfennegentigste verjaardag vechten tegen de tranen. “Beloof ons dat je uit deze wereld niet zal halen wat eruit te halen is. Dat je in de avond van je leven kunt zeggen: ik heb er iets heengebracht van blijvende waarde. Ik zeg: ik zal het doen vader. Ik heb het gedaan.“ www.npogeschiedenis.nl/andere-tijden/ afleveringen/2003-2004/Moerman.html www.kwakzalverij.nl’452/Omzien_naar_Moerman
CORNELIS 79
‘Laat uw voeding uw medicijn zijn en uw medicijn uw voeding.’ (Hippocrates, Griekse arts, grondlegger van de westerse geneeskunde 460 v. Chr. – 370 v. Chr.)
Meer weten over voeding, gezondheid en ziekte? Ga naar MMV.nl. Meld u op onze site aan voor de gratis nieuwsbrief DiVitaal en u wordt wekelijks op de hoogte gehouden van het laatste nieuws op gezondheidsgebied.