range
focus
royal h askon i ng n i e uws b ri e f > s pe ciale e d iti e > n a ja a r 2 0 0 7
2
Van Halderen stuurt op energiebesparing
5
Parkeren onder de grachten
6
Directeuren vertellen over duurzaamheid
8
Belevingsonderzoek DSM Neoresins
11
Integraal plan voor Mainport Corridor Zuid
fo c us o p > d u u r z a a m h e i d
Duurzaamheid en Royal Haskoning Er wordt veel gesproken over duurzaamheid, maar wat betekent dat eigenlijk? Voor iedereen iets anders, lijkt
het soms, al zijn we het wel eens over het belang: ‘De ontwikkeling van de huidige generatie mag niet die van toekomstige generaties in de weg staan,’ vat bestuursvoorzitter Jan Bout samen. Royal Haskoning voegt de daad bij het woord. Duurzaamheid maakt deel uit van de bedrijfsvoering.
Jan Bout: ‘Veel medewerkers van Royal Haskoning voelen zich als professional en als wereldburger sterk betrokken’
Als er veel verschillende benaderingen van het begrip duurzaamheid bestaan, kan het geen kwaad om die eens op te tekenen, om te beginnen in eigen huis. Voor deze speciale uitgave van Range vroegen we aan alle divisies wat duurzaamheid in de praktijk betekent. Jan Bout: ‘Het is onze missie om oplossingen te creëren voor vraagstukken die de duurzame interactie tussen de mens en zijn omgeving betreffen. De aandacht voor de problematiek is niet nieuw. De Club van Rome wees al in de jaren zeventig op de eindigheid van onze grondstoffen en de gevolgen van ongebreidelde groei. Ruim dertig jaar later komt het
nog scherper op ons af, mede door de snelle economische ontwikkeling in veel grote landen. Het werk en de missie van Royal Haskoning raken het hart van het begrip duurzaamheid, en we moeten ons voortdurend bezinnen op wat we nog meer kunnen doen.’ Begin bij jezelf In alle geledingen van Royal Haskoning wordt nagedacht over duurzaamheid. De eigen gewoontes onder de loep nemen hoort daar vanzelfsprekend bij. ‘We denken na over manieren om uiteindelijk CO2-neutraal te kunnen opereren. Met de gemeente Nijmegen en een groep bedrijven wordt een
Toets biedt indicatoren voor kwantificering
Je kunt de krant of een vakblad niet openslaan of je struikelt over paraplubegrippen als duurzaam, duurzame bedrijfsvoering en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vanuit de regelgeving wordt bedrijven opgelegd deze aspecten in hun bedrijfsvoering op te nemen, maar ook vanuit het bedrijfsproces zelf vervult duurzaamheid steeds meer een triggerfunctie. Bedrijven zoeken een uitgebalanceerde ontwikkeling voor de 3 p’s (people, planet, profit) : financieeleconomische resultaten, sociaalmaatschappelijke belangen en het milieu. Daarbij worstelen zij met vragen als: hoe presteer ik beter op milieugebied, zonder dat dat ten koste gaat van mijn bedrijfsvoering? Hoe duurzaam is mijn productieproces wérkelijk? De oplossing ligt in het kwantificeren, het in getallen omzetten van duurzaamheidaspecten,
meent adviseur Luchtkwaliteit en Duurzaamheid Hugo Dekkers. De adviseurs Duurzame Procestechnologie (DPT) binnen Royal Haskoning richten zich onder andere op duurzame processen en zijn bezig met het ontwikkelen van een technische duurzaamheidstoets voor industriële productieprocessen. Die toets moet duidelijkheid bieden wáár de kansen liggen om productieprocessen te verduurzamen.
Daarbij wordt expliciet aangesloten bij management tools die er al liggen. Hugo Dekkers trekt dit project: “Wij zijn aan het onderzoeken welke algemeen toepasbare basisindicatoren er zijn op het gebied van duurzaamheid voor productieprocessen en hoe je daar getalsmatig mee omgaat. Als wij als maatschappij naar een duurzame samenleving willen, wat is dan het aandeel dat een bedrijf kan leveren? Dat drukken wij in euro’s uit. Een voorbeeld: Hoeveel zou het een bedrijf op termijn kosten om de nadelige gevolgen van zijn aardgasgebruik ongedaan te maken? En hoeveel minder wanneer het geen gas maar biobrandstof inzet? Op die manier kun je indicatoren gaan kwantificeren, kun je zelfs een soort benchmarking introduceren aan de hand van de gevonden indicatoren en daar je eigen proces mee vergelijken. De duurzaamheidstoets wordt een praktisch, toegankelijk hulpmiddel waarmee bijvoorbeeld maandelijks procesparameters kunnen worden ingevuld om zichtbaar te maken hoe een bedrijf er voor staat. Lees meer online… Contactpersoon Hugo Dekkers
+31 (0)24 3284 731
[email protected]
convenant gesloten, en we zijn begonnen met een inventarisatie van alle kennis en ideeën over CO2-reductie die we in huis hebben. Onze nieuwe ISO-14001 certificering garandeert dat de basis in orde is. Verdere besparingen op energie en grondstoffen moeten mogelijk zijn, bijvoorbeeld als we kritisch kijken naar ons autogebruik en de printgewoontes op kantoor.’ ‘De mooiste kansen hebben we natuurlijk in ons werk als ingenieurs en consultants. Onze opdrachtgevers staan meer en meer open voor duurzaamheid, zodat er ruimte ontstaat voor ideeën die groter zijn dan
de opdracht. Er zijn legio mogelijkheden om duurzaamheid in te bakken in onze ontwerpen en adviezen. Veel medewerkers van Royal Haskoning voelen zich als professional en als wereldburger sterk betrokken bij het begrip duurzaamheid, en willen graag initiatieven ontwikkelen. In grote delen van de wereld is nog een lange weg te gaan en wij kunnen expertise ter beschikking stellen en technologie breder toegankelijk maken. Die kansen om kennis en inspiratie te verspreiden, zullen we zeker grijpen.’
NederLandBovenWater Gebiedsont wikkeling staat voor een wezenlijk andere verhouding tussen overheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties, bewoners en ondernemers. Geredeneerd vanuit gebiedsurgenties en de ambities om te komen tot duurzame kwaliteit, zijn zij onderling meervoudig afhankelijk en aantrekkelijk. Kernbegrippen zijn meerwaardecreatie, geven en nemen van verantwoordelijkheden, coproductie, investeren en simultaan denken, durven en doen. Gebiedsontwikkeling is een nieuwe manier van werken, met als uiteindelijke focus een feitelijk duurzame ontwikkeling van gebieden.
Vanuit de overtuiging dat gebiedsontwikkeling een succes kan worden door lerend verder te werken en een krachtige ontwikkeling van nieuw vakmanschap, hebben Habiforum en Nirov het initiatief genomen voor het programma NederLandBovenWater 2007-2009. Dit initiatief wordt ondersteund door in totaal 19 partijen, zowel publieke als private, waaronder Royal Haskoning. De bijdrage aan het programma NederLandBovenWater is zowel financieel als inhoudelijk. De
inhoudelijke bijdrage bestaat uit bijdragen aan praktische aanpakken en methodieken. Daarnaast het aanreiken van praktijkverhalen en portretten, deelname aan debatten en het delen van leerervaringen Wij krijgen ook iets terug: toegang tot een breed netwerk van gebiedsontwikkelaars, actuele leerervaringen en nieuwe inspiratie voor onze werkzaamheden. En aan het eind van de rit natuurlijk datgene waarom het begonnen is: een mooi en duurzaam ruimtelijk ingericht Nederland! Contactpersoon Bert Groffen
+31 (0)6 53649735
[email protected] www.nederlandbovenwater.nl
Kijk voor uitgebreide ar tikelen uit deze Range op onze website w w w.royalhaskoning.com
2
ra ng e focus > na ja a r 2007
Bestuursvoorzitter Van Halderen van Nuon: ‘Wij willen samen met klanten bereiken dat er minder energie wordt verbruikt’ In vrijwel alle sectoren loopt het begrip duurzaamheid tegenwoordig als rode draad door de dienstverlening. Zeker ook in de energiesector. Wat betekent dit nu voor een energieleverancier als Nuon? Hoe speelt dit bedrijf in op de ontwikkelingen en waar is het vizier met name op gericht? We vroegen het Ludo van Halderen, voorzitter van de Raad van Bestuur van Nuon.
‘Al sinds het begin van de jaren ’90 kijken wij vooral naar de lange termijn,’ steekt Van Halderen van wal. ‘De laatste jaren is er in onze sector veel draagvlak gekomen voor innovatie. In onze visie kunnen comfort en duurzaamheid goede combinaties vormen en er aan bijdragen dat de consument zich geen zorgen hoeft te maken over de toekomstige energievoorziening.’ Bewustwording Van Halderen komt vervolgens met een opmerkelijk statement. ‘Het klinkt misschien gek uit de mond van iemand die een energieleverancier ver tegenwoordigt, maar wij willen samen met onze klanten bewerkstelligen dat er zo weinig mogelijk energie wordt gebruikt. Dat doen we door energiebesparende
maatregelen aan te bieden, maar ook door klanten bewust te maken van het omgaan met energie. We hebben campagnes gelanceerd die gericht zijn op zowel volwassenen als jeugd. We willen mensen bewust maken van keuzes en bieden daarbij hulpmiddelen aan in de vorm van nieuwe technologieën.’ Duurzame bronnen De bestuursvoorzitter van Nuon wijst hierbij onder meer op duurzame generaties CV-ketels waarmee ook elektriciteit kan worden gemaakt of waarmee op basis van brandstofcellen meer rendement kan worden verkregen. Maar ook de ontwikkeling van een zonnefolie, een flexibele folie waarop specifiek materiaal wordt aangebracht waardoor het gaat functioneren
als een verzameling zonnecellen en bijvoorbeeld nieuwe architectonische toepassingen mogelijk maakt. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we de groei van het energieverbruik van 2% waarmee de huishoudens in ons land jaarlijks worden geconfronteerd, kunnen ombuigen naar het nulniveau of misschien wel naar een lichte daling,’ zegt Van Halderen. ‘Dan heb je uiteraard nog veel energie nodig. Wij vinden dat die energie zoveel mogelijk duurzaam moet worden gewonnen uit hernieuwbare bronnen als biomassa, wind- en zonne-energie.’ Zo schoon mogelijk ‘We ontkomen er niet aan,’ vervolgt Van Halderen, ‘dat we voorlopig ook nog conventionele energiebronnen als gas en kolen benutten. Dat moeten we dan wel zo schoon mogelijk doen.
Ludo van Halderen
Als Nuon willen we daar graag een bijdrage aan leveren, bijvoorbeeld door te kiezen voor kolenvergassing, een technologie waarbij je veel schadelijke emissies kunt vermijden en CO2 kunt afvangen. We bouwen in de Eemshaven een centrale waarmee we dit grootschalig willen doen.’ In de visie van Van Halderen kunnen adviesbureaus als Royal Haskoning een belangrijke rol vervullen in ontwikkelingen op energiegebied. ‘Op dit terrein spelen veel factoren mee, zowel maatschappelijk als markttechnisch en technologisch.
Wij zoeken continu partners met kennis en competenties die ons kunnen ondersteunen. Het plan voor de Ondergrondse Pomp Accumulatie Centrale (OPAC, zie elders in dit nummer) die wij met Royal Haskoning en andere partners ontwikkelen, is hier een mooi voorbeeld van. Royal Haskoning is een bedrijf dat zich prima positioneert. Je komt ze overal tegen. Mijn indruk is dat dit bureau gedoseerd en verstandig in de markt opereert. Voor ze ergens inspringen, kijken ze goed of initiatieven wel realistisch zijn.’
Vijftien jaar geleden raakte duurzaam bouwen in zwang in Nederland. Inmiddels is de hele westerse wereld er langzamerhand van doordrongen geraakt dat ook duurzaam investeren in bijvoorbeeld water, ruimte of energie van het allerhoogste belang is. Investeren op de lange termijn is een hot item geworden. ‘Al ligt dat politiek gezien nog wel eens lastig,’ weet manager Beheer en Onderhoud Koen Schipper uit ervaring, ‘want scoren op de korte termijn lijkt natuurlijk veel aantrekkelijker.’ Schipper breekt echter graag een lans voor de innovatieve, duurzame en preventieve oplossingen die Royal Haskoning met haar Total Care Managementsysteem aan de man brengt om mens, milieu en economie meer met elkaar in balans te brengen.
Total Care Managementsysteem als maatwerkoplossing In de jaren van de wederopbouw en daarna is er ontzettend veel gebouwd. Maar ieder bouwwerk, of het nu bijvoorbeeld een snelweg of een brug betreft, heeft een bepaalde levensduur. Die levensduur kan door onzorgvuldig bouwen, gebruik en/of beheer aanzienlijk worden verkort, maar is ook te verlengen door duurzaam te investeren in onderhoud. Beheerders en eigenaren van de buitenruimte en infrastructuur realiseerden zich destijds niet altijd de consequenties hiervan. Anno 2007 is het bijna vanzelfsprekend dat de totale (lifecycle)kosten en de beschikbaarheid belangrijke aandachtspunten zijn. Door al in het voortraject goed na te denken over toekomstige beheer- en onderhoudskosten, kunnen enorme besparingen worden bereikt. Onze huidige kennis van zaken maakt het mogelijk om bij dergelijke grote projecten aanzienlijk te besparen op zowel directe als indirecte onderhoudskosten. Files die dagelijks ontstaan doordat wegen of bruggen moeten worden hersteld, of treinen die niet kunnen rijden
omdat systemen uitvallen vanwege slecht onderhoud of gebrek aan back-upsystemen, bezorgen menig beheerder of eigenaar grijze haren. ‘Duurzaamheid begint daarom al op de tekentafel,’ weet Koen Schipper. ‘Bovendien kan het onderhoud tijdig en consequent worden afgestemd op de informatie die door regelmatig uitgevoerde inspecties van de situatie opleveren.’ Met behulp van het Total Care Managements ys te em bie d t Royal Haskoning haar opdrachtgevers met bijvoorbeeld een uitgekiende duplex oplossing maatwerk voor onder andere het beschermen van staalconstructies. Niet alleen door het vervullen van een adviserende rol, maar ook door de bestaande situatie terdege te analyseren en daarop te acteren. Zaken in de bestaande buitenruimte en infrastructuur met een interessante restlevensduur, zoals bruggen, kunnen dankzij deze aanpak goed worden gemonitored en krijgen de op dat moment benodigde duurzame investering in hun onderhoud. Door terugkoppeling
van praktijkervaringen naar onze ontwerpafdelingen wordt continu aan kwaliteitsverbetering gedaan. Dat kan uiteindelijk een besparing van vele miljoenen euro’s opleveren bij grote projecten. Dankzij dit uitgekiende Total C are M anagem en t s y s te em fungeert Royal Haskoning niet als brandjesblusser, maar als adviseur van integrale totaaloplossingen voor ontwikkeling, beheer en onderhoud. ‘De kracht zit in onze multidisciplinaire aanpak,’ aldus Koen Schipper. ‘Daardoor zijn wij niet alleen heel effectief bij definitieve oplossingen, maar profileren wij ons ook als ‘troubleshooter’ in geval van een acuut probleem bij de opdrachtgever. Voor elk probleem hebben wij in no time een ervaren expertteam op de been om snel en adequaat een passende oplossing te realiseren.’ Contactpersoon Koen Schipper
+31 (0)10 4433 803
[email protected]
3
na jaa r 2 007 > ra ng e f o c u s
De Waterkwekerij: baanbrekende vorm van duurzame gebiedsontwikkeling Wij Nederlanders staan er om bekend dat wij beschikken over de moed om innovatieve ideeën uit te voeren. Of straks in Alkmaar met ‘De Waterkwekerij’ zo’n gouden kans wordt gegrepen, hangt af van de investeringsbeslissing die Rijk, gemeente Alkmaar en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier nog moeten nemen. Wij Nederlanders staan er om bekend dat wij beschikken over de moed om innovatieve ideeën uit te voeren. Of straks in Alkmaar met ‘De Waterkwekerij’ zo’n gouden kans wordt gegrepen, hangt af van de investeringsbeslissing die Rijk, gemeente Alkmaar en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier nog moeten nemen.
volgde de opdracht van de twee initiatiefnemers zelf, de gemeente en het hoogheemraadschap, om een integrale, bestuurlijke eindrapportage van het project op te stellen dat insteekt op techniek, maatschappij, burger en bestuurlijke samenwerking. Doel van dit alles: sponsors en partners zoeken om dit innovatieve project te verwezenlijken.
De tekenen zijn gunstig. Alles draait om een baanbrekende vorm van duurzame gebiedsontwikkeling op het terrein van een traditionele rioolwaterzuivering midden in Alkmaar én de toepassing van een nieuw fenomeen binnen de zuiveringstechnologie: de compacte MembraanBioReac tor ( MBR) . Royal Haskoning kreeg van VROM de opdracht om als strategisch adviseur de meerwaarde van het plan in beeld te brengen en de financiële en technische haalbaarheid te toetsen. Daarop aansluitend
Senior adviseur Patrick Voet: ‘Als die MBR er komt, blijft 7/8 van het terrein over voor het inrichten van een bijna zelfvoorzienende wijk. Nergens in Nederland bestaat nog zoiets. Althans niet in deze combinatie van consequent doorvoeren van integraal duurzaam denken.” In de nieuwe wijk komen allerlei nieuwe technologieën samen, zoals warmte/koudeopslag, zonnecellen, hergebruik van de warmte uit het gezuiverde water, en het toepassen van dit gezuiverde, zeer schone water in de wijk zelf en de
grachten van Alkmaar die daardoor ook schoner worden. Als het concept van de waterkwekerij op veel meer locaties zou worden toegepast, dan zou Nederland een stuk zuiniger met water, energie en grond kunnen omgaan. Patrick Voet: ‘Wij zijn een belangrijke schakel geweest in de dialoog met verschillende partijen. Mede daardoor is er een beter project ontstaan. Als ‘beloning’ daarvoor fungeren wij nu als eindredacteur van de bestuurlijke rapportage die in november wordt aangeboden aan de minister van VROM.’ Lees meer online… Contactpersoon Patrick Voet
+31 (0)24 3284 133
[email protected]
De MembraamBioReactor geïntegreerd in een zelfvoorzienende wijk
Duurzamer energiegebruik in datacenters een vereiste Datacenters vreten energie. Het Amerikaanse Uptime Institute heeft onderzocht dat in 2005 in de VS alle computerservers samen dubbel zoveel energie consumeerden als in 2000. Ook in Nederland speelt deze toename van de energieconsumptie van de IT-sector. Grote computernet werken van bijvoorbeeld financiële en wetenschappelijke instellingen of teleproviders nemen in het bedrijfsleven steeds meer een cruciale plaats in. ‘Als we niet uitkijken, kost het energieverbruik van een computer straks méér dan de aanschafprijs van de hele computer,’ concludeert adviseur Stijn de Kruijf van Royal Haskoning. Royal Haskoning adviseert datacenters bij het zo slim en efficiënt mogelijk koelen van de door hen gegenereerde hitte. De focus ligt daarnaast steeds meer op het herbenutten van warmte. Hoewel het hier gaat om laagwaardige warmte (ca. 20ºC), is dit ideaal voor bijvoorbeeld het verwarmen van kassen of woonwijken. Steeds meer bedrijven, waaronder Royal Haskoning, brengen hun computerkracht (servers, telefooncentrales) onder in een
extern datacenter. Daar kan per vierkante meter geconditioneerde ruimte worden gehuurd voor het opstellen van computerapparatuur. Dit is vanwege schaalvoordelen in de voorzieningen zeer kosteneffectief ten opzichte van de uitermate belangrijke beschikbaarheid van de bedrijfsprocessen. Daarnaast kunnen centrale datacenters makkelijker inspelen op duurzaamheid en de mogelijke afzet van warmte naar derden. De Kruijf is op verschillende plaatsen in Nederland nauw betrokken bij het bouwen van datacenters van 0,5 tot 70 MW. Binnen deze projecten wordt gestreefd naar oplossingen om het energiegebruik in de datacenters te reduceren. De ‘Trias Energetica’ (een 3-stappenplan om klimaatneutraal te worden) vat de volgorde bij het zoeken naar duurzame oplossingen als volgt samen: beperk de energieconsumptie, zet duurzame energie in en breng
Techniek leidend bij steeds grotere datacenters’
de energie-efficiency omhoog. ‘De grootste winst valt dus te halen bij de ontwikkelaars van de computerapparatuur: een computer die minder energie gebruikt geeft minder warmte af en gebruikt minder koeling,’ aldus De Kruijf. ‘Met als bonus dat de aarde minder wordt opgewarmd.’ Lees meer online… Contactpersoon Stijn de Kruijf
+ 31 (0)24 3667 585
[email protected]
CO2 gaat ondergronds? De uitstoot van CO2 moet de komende jaren flink omlaag. Nederland heeft zich daartoe verplicht door het ondertekenen van het Verdrag van Kyoto. In opdracht van een consortium hebben experts van Royal Haskoning onderzoek ingesteld naar de milieu-effecten en mogelijke risico’s van ondergrondse opslag in lege gasvelden. Onder voorwaarden lijkt dit een haalbare oplossing van het CO2-probleem. ‘Het was een prachtig project. Ik heb er met veel plezier aan gewerkt,’ aldus de heer Evert Holleman, hoofd adviseurs Milieu van Royal Haskoning. Hij trad op als projectleider van de Algemene Milieu Effecten Studie (AMESCO) naar de beste aanpak van het CO2vraagstuk. ‘Een complex geheel,’ aldus Holleman. ‘Er zijn diverse
invalshoeken mogelijk. In het onderzoek hebben we geen afweging gemaakt van de verschillende mogelijkheden om CO2 op te slaan. We hebben ons beperkt tot de opslag in ondergrondse lege gasvelden. Het onderzoek werd uitgevoerd door een consortium van vijf partijen. We zijn het erover eens dat ondergrondse opslag van CO2 onder bepaalde voorwaarden een haalbare oplossing is. Het kent weinig risico’s. Het meest kritische onderdeel is de plaats waar je CO2 injecteert. De afdichting van de put is in feite bepalend voor mogelijke risico’s.’ Milieueffecten ‘Centraal in het onderzoek stonden de mogelijke milieueffecten. Wat zijn de risico’s nabij het maaiveld? En heeft ondergrondse opslag mogelijk invloed op de kwaliteit van het grondwater dat wij als drinkwater willen gebruiken?
We zijn geen onaanvaardbare risico’s tegengekomen.’ De uitgebreide verkenning heeft een document opgeleverd dat een dikke voldoende heeft gekregen van de MER-commissie voor milieueffecten rapportage. ‘Het is een heel goed instrument om te gebruiken bij de diverse milieuprocedures,’ zegt een tevreden Holleman. ‘Er staat duidelijk in beschreven wat belangrijk en minder belangrijk is. Op deze manier kan iedereen met dezelfde achtergrond opereren, zowel ambtenaren als mensen uit het bedrijfsleven.’ Lees meer online… Contactpersoon Evert Holleman
+31 (0)50 5214 110
[email protected]
Promotie FSC-hout bij kleinere klussen- en bouwbedrijven in Den Bosch Bij nieuwbouwprojecten schrijven veel gemeenten voor, dat er zo veel mogelijk gebruik gemaakt moet worden van ‘FSC-hout’. FSC staat voor Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer). Deze raad heeft als doel de bossen, met alles dat daarin leeft, te beschermen. FSC-hout is gecertificeerd en dus zéker legaal gekapt. Veel kleinere klussenen bouwbedrijven zijn nauwelijks bezig met de vraag of zij FSC-hout zouden kunnen gebruiken. Een aantal organisaties heeft nu de koppen bij elkaar gestoken om het gebruik van FSC-hout te stimuleren en intensief te begeleiden. Het gaat om een project dat aanvankelijk op kleine schaal zal plaatsvinden - namelijk in en rond de gemeente Den Bosch - en dat primair gericht zal zijn op kleinere klussen- en bouwbedrijven. Royal Haskoning is samen met COS Oost Brabant initiatiefnemer van het project. Samenwerkingspartners zijn de VLOK (brancheorganisatie van de klussenbedrijven), SVE (voorheen Viba-Expo, kennisplatform duurzaam bouwen) en het project wordt mede gedragen door de Provincie Noord-Brabant en de gemeente ’s Hertogenbosch. Ook FSC Nederland
is hierbij betrokken voor het geven van informatie. De doelstelling van het project is het vergroten van de kennis en het bewustzijn over FSC-hout middels een leertraject. Door goede kennis over het gebruik van FSC-hout nemen klussen- en bouwbedrijven FSC-hout standaard op in hun assortiment bij het bespreken van een klus met de klant. Met nieuwe kennis over duurzaam hout kan het bedrijf in de toekomst een breder assortiment bieden en zich onderscheiden van andere klusbedrijven. De mogelijkheden en knelpunten bij het toepassen van FSC-hout, evenals de financiële consequenties van het gebruik van FSC-hout, worden geïnventariseerd en samengevat in een leaflet en op een DVD. Met de resultaten van dit proefproject kunnen we vervolgens veel meer klussenbedrijven, aannemers en leveranciers mogelijkheden te bieden om ‘goed hout’ te gaan gebruiken. Lees meer online… Contactpersoon Maaike van Roij
+31 (0)73 6874 257
[email protected]
4
ra ng e focus > na ja a r 2007
Zieke gebouwen worden beter Royal Haskoning heeft de laatste jaren veel ervaring opgedaan met het monitoren van gebouwinstallaties. Door slimme analyses en doordachte aanpassingen kan er veel verbeterd worden. Zo gaan energiegebruik en de uitstoot van CO2 omlaag, en ontstaat er tevens een beter zicht op de staat van onderhoud. Een gesprek met Gerard Jansen van de divisie Gebouwinstallaties van Royal Haskoning, die met zijn team aan het werk is in het hoofdkantoor van ING in Amsterdam.
Verbeter de ‘prestaties’ van een gebouw door naar twee dingen te kijken. ‘Hoe is het bedoeld?’ en ‘Hoe werkt het?’. Het ei van Columbus? ‘In feite wel, ja. Het academisch ziekenhuis in Maastricht bespaart op jaarbasis 1 miljoen kWu, alleen maar omdat ze op ons advies de koelmachines hebben vervangen. Op nationaal niveau kan er jaarlijks moeiteloos 200 miljoen euro worden bespaard, alleen maar door toepassing van betere regeltechniek,’ zegt Gerard Jansen. Behalve bij ING Bank aan de Zuidas in Amsterdam, werken hij en zijn team ook in het kantoorgebouw ING Veluwezoon/RVS in Ede. Jansen: ‘Daar wordt nu jaarlijks dankzij het advies van Royal Haskoning 100.000 m3 minder gas gebruikt.’ Gekke grafieken Het begon voor Jansen allemaal een paar jaar geleden. ‘We werkten in 2004 aan een gebouw waar veel klachten over waren. Met behulp van het beheerssysteem van dat gebouw hebben we eerst zo veel mogelijk gegevens verzameld. Op zeker moment zagen we wat ‘gekke’ grafieken ontstaan van
de prestaties van koelmachines en verwarmingsinstallatie. Daar zijn we op gaan inzoomen. Toen we de problemen inzichtelijk hadden, konden we ze oplossen door de regeling van installaties gericht aan te passen. Het aantal klachten daalde daarop direct van zo’n honderd per week naar slechts een paar. Bovendien werkten koelmachines en verwarming nu veel beter en namen energiegebruik en uitstoot van CO2 af. Ook kregen we beter zicht op de staat van het onderhoud.’ Symptoombestrijding De vraag is: hoe kan het eigenlijk, dat bedrijven niet eerder op deze manier naar het functioneren van hun installaties keken? ‘In veel gevallen weet men niet waar men moet kijken,’ stelt Jansen. ‘Bovendien wordt het onderhoud, vooral bij grote kantoorgebouwen, veelal uitbesteed aan een externe partij. Zolang er geen klachten zijn, lijkt alles goed. Maar deze onderhoudsmensen kijken niet naar efficiëntie en een juiste afstelling van de installaties. Zij richten zich op klachtenbeheersing en symptoombestrijding. En dat terwijl
je met een paar ingrepen heel veel kunt veranderen.” Ander gedrag Gerard Jansen legt de filosofie achter de nieuwe aanpak uit: ‘Veel mensen denken, dat als een gebouw er eenmaal staat er niets meer verandert. Dat klopt niet. Onder invloed van zijn gebruikers gaat een gebouw ander ‘gedrag’ vertonen. Anders gezegd: de hoeveelheid mensen in het gebouw en de manier waarop zij met het gebouw omgaan, maakt dat het gebouw anders gaat functioneren dan de ontwerper ooit heeft bedoeld. Als je dit eenmaal hebt geconstateerd, kun je de installaties daarop aanpassen. De koeling hoeft bijvoorbeeld niet automatisch om vier uur ’s middags te starten als iedereen toch om half vijf uur naar huis gaat. Een welkome besparing in een tijdperk waarin mensen steeds bewuster willen omgaan met energie.’ Contactpersoon Gerard Jansen
+31 (0)24 3667 553
[email protected]
Miljardenproject op stapel in Zuid-Limburg
Ondergrondse opslag uitkomst bij fluctuaties in energiebehoefte Onze elektriciteit zal steeds meer uit duurzame bronnen worden gewonnen. Naast biomassa, zonneenergie en microwarmtekracht zal dat vooral uit windenergie zijn. Dat heeft ook nadelen. Als de wind gaat liggen, hebben we andere bronnen nodig om in onze elektriciteitsbehoefte te blijven voorzien. Ook zullen er situaties van overcapaciteit zijn. Windmolens zijn dan volop in bedrijf, terwijl er geen behoefte is aan een volledig aanbod. In de visie van Royal Haskoning, de energiebedrijven Essent en NUON en projectontwikkelaar Sogecom kan grootschalige opslag van duurzame energie via een Ondergrondse Pomp Accumulatie Centrale (OPAC) een belangrijke bijdrage leveren aan het opvangen van fluctuaties in vraag en aanbod. De OPAC benut windenergie maximaal. Het inventieve systeem vangt de overcapaciteit – die nu in het niets verdwijnt – op en zet de opgeslagen energie tijdens piekuren weer om
in elektriciteit. De OPAC is binnen enkele minuten operationeel en biedt altijd leveringszekerheid. Het systeem heeft een vermogen van 1.400 megawatt en kan anderhalf miljoen huishoudens van stroom voorzien. Normaal gesproken zijn hiervoor twee conventionele energiecentrales nodig. Hoogteverschillen De werking van de OPAC is gebaseerd op waterkracht. Door bij overaanbod water omhoog te pompen en later weer door een elektriciteitsgenerator omlaag te laten stromen, kan een hoog rendement worden gerealiseerd. Om de OPAC te kunnen toepassen, moet er sprake zijn van hoogteverschillen. Omdat ons land die niet echt kent, willen de initiatiefnemers in ZuidLimburg op een diepte van 1.400 meter een waterbassin aanleggen, dat in verbinding staat met een bovengronds meer van dertig hectare. Op deze diepte bevindt zich een steenlaag die geschikt is voor het uithakken van machinehallen, gangen en holtes voor de wateropslag. Voor het onderzoek
hiernaar heeft Royal Haskoning samengewerkt met Oostenrijkse en Duitse experts in tunnelbouw en bouw in gesteenten. De initiatiefnemers zijn ervan overtuigd dat OPAC een stabiliserende factor is in de toekomstige Nederlandse elektriciteitsbehoefte. Het brengt de inzet van duurzame energievoorziening op grote schaal aanzienlijk dichterbij en leidt bovendien tot een forse reductie van de CO2-uitstoot. Berekeningen hebben aangetoond dat de OPAC tot anderhalf miljoen ton kan bijdragen aan de CO2-reductiedoelstelling voor 2020. Emissierechten De bouwkosten worden geraamd op 1,6 miljard euro. Erik van Engelen, bij Essent verantwoordelijk voor innovaties, erkent dat dit een flinke investering is voor een systeem dat op zichzelf geen energie produceert. ‘Om het financiële plaatje rond te krijgen, dringen we er bij het Rijk op aan dat de CO2-emissierechten die aan
Energie wordt opgewekt doordat het water van het bovengrondse meer via de waterschacht en elektriciteitsgenerator in het ondergrondse reservoir valt.
producenten van duurzame energie, zoals eigenaren van windmolens, worden toegerekend, straks ook gedeeltelijk aan ons kunnen toevallen. Verder zou een garantieregeling, zoals gebruikelijk is bij sommige vormen van duurzame energieproductie, de haalbaarheid van het project zeer ten goede komen,’ aldus Van Engelen die vindt dat Royal Haskoning ‘een zeer gedegen onderbouwing voor de plannen heeft gemaakt’. ‘Met dat stevige verhaal gaan we nu richting overheid om het project van de grond te tillen.’
Volgens Leo Visser van Royal Haskoning zou over ruim een jaar de schop de grond in kunnen. ‘We hoeven geen tijd te verliezen met het verkrijgen van vergunningen,’ zegt hij. “De Opac is zowel milieutechnisch als wat ruimtelijke ontwikkeling betreft gemakkelijk in te passen. Daarna vergt de bouw nog een jaar of vijf.’ Contactpersoon Lood van Velsen
+31 (0)24 3284 240
[email protected]
5
na jaa r 2 007 > ra ng e f o c u s
Afvalmanagement van de 21e eeuw
Onze woon-werkgebieden van de toekomst Royal Haskoning denkt graag mee over maatschappelijke problemen en dus ook over het hergebruik van afval. ‘Stortplaatsgoeroe’ Willem van Vossen ging op zoek naar creatieve oplossingen voor zelf voorzienende duurzame bedrijventerreinen op het gebied van afval, warmte, energie en water. Zijn opzienbarende oplossing voor het afvalmanagement in de 21e eeuw is in feite een aaneenschakeling van bekende technologieën. Ook bij het landelijk InnovatieNetwerk heeft hij inmiddels draagvlak gevonden voor zijn ideeën over meervoudig
ruimtegebruik en duurzaam ondernemen. Zijn aanpak komt er in het kort op neer, dat je afval en energie aan elkaar kunt koppelen letterlijk onder een bedrijventerrein. Elk bedrijf krijgt bij wijze van spreken zijn eigen stortkoker naar een ondergrondse verwerkingsfabriek die alles kan recyclen op de manier zoals de Ladder van Lansink dat voorstelt. De energie (biogas) die vrijkomt bij de verwerking van organisch materiaal kan worden gebruikt voor de energievoorziening van de bedrijven die er bovenop staan. De logistieke voordelen van dit duurzaam ketenbeheer van deze
schaalverkleining zijn evident. Bovengronds minder (gescheiden) transportbewegingen van divers afval naar en van het bedrijvenpark, met reductie van CO2 en files en dus betere leefbaarheid als positief gevolg. Ook warmte/koudeopslag voor verwarming of koeling van bedrijven en groene energie opwekken met zonnepanelen behoort tot de mogelijkheden. ‘Zo’n zelfvoorzienend bedrijventerrein kan natuurlijk niet zonder de ‘buitenwereld’,’ benadrukt Willem van Vossen. ‘Grond- en reststoffen en eindproducten moeten natuurlijk wel worden aan- en afgevoerd. Bovendien kan een dergelijk compact bedrijventerrein niet sec op zijn eigen afval draaien. Ook het omliggende stedelijk gebied zou er haar (kleinchemisch) afval moeten aanleveren om de fabriek rendabel te maken. Dat versterkt ook de maatschappelijke betrokkenheid van de omgeving.’ Royal Haskoning hoopt op financieel support van het InnovatieNetwerk om de haalbaarheid van deze duurzame plannen nader te onderzoeken. Lees meer online… Contactpersoon Willem van Vossen +31 (0)73 6874 177
[email protected]
Royal Haskoning helpt bij opzetten van duurzaamheidsbeleid
Volautomatische autostallingen onder Amsterdamse grachten Een vrije parkeerplaats vinden in het centrum van Amsterdam is vaak ondoenlijk. Om een einde te maken aan het rondjesrijden van zoekende automobilisten, maar ook om de wijk schoner en leefbaarder te maken, maakt Royal Haskoning voor het Amsterdams Parkeer Fonds (APF) een voorontwerp om de haalbaarheid te tonen voor een volautomatische autostalling. Deze parkeergarage moet plaats gaan bieden aan 400 auto’s en het unieke eraan is, dat hij zal worden gerealiseerd onder de gracht in de Boerenwetering, tussen de Hobbemakade en de Ruysdaelkade. ‘Dankzij ons aandeel in de NoordZuidlijn hebben wij veel ervaring opgedaan hoe je een dergelijk project goed oppakt in een drukke, monumentale binnenstad,’ benadrukt projectleider Carlos Genders. Om de garage te kunnen bouwen, wordt een gedeelte van de gracht drooggelegd, zodat er met stalen stellingen het parkeersysteem in kan worden gebouwd. In kleine huisjes op de kade rijd je straks je auto op een speciaal plateau. De auto wordt vervolgens volautomatisch opgemeten en computergestuurd naar beneden vervoerd en gestald. Bij terugkomst kun je met een pasje, een specifieke code of een smsje je auto weer naar boven laten komen. ‘Maar een dergelijke autostalling biedt extra mogelijkheden,’ aldus Genders. ‘Zo kun je er ook huurauto’s of GreenWheels deelauto’s stallen.’
Maarten de Boer (Amsterdams ParkeerFonds): ‘Het APF is een particulier initiatief en wij hebben gekozen voor het realiseren van dit project in bouwteamverband. Daarbij selecteren wij niet op de goedkoopste offerte, maar op de beste kwaliteit. Ons plan is innovatief en ambitieus, maar wel erg noodzakelijk voor Amsterdam. Het vernieuwende ontwerp van Royal Haskoning en hun manier van werken bevestigen het vertrouwen dat wij al hadden opgebouwd tijdens onze samenwerking rond de Noord-Zuidlijn.’ Het uiteindelijke doel van het APF is de realisatie van tientallen volautomatische autostallingen in de binnenstad van Amsterdam, waarmee een grote bijdrage wordt geleverd aan de verbetering van luchtkwaliteit en leefbaarheid op straat. Lees meer online… Contactpersoon Carlos Genders
+31 (0)20 5697 803
[email protected]
Hart voor People, Planet en Profit Van oliemaatschappij, gemeente tot internationale school, veel organisaties willen werk maken van hun duurzaamheidsbeleid. Royal Haskoning biedt hen begeleiding op maat bij het ontwikkelen en implementeren van beleidsplannen. In een multidisciplinair team werken inhoudelijk deskundigen samen met proces- en communicatiebegeleiders. Zo geven zij vorm aan duurzaam ondernemen voor andere bedrijven, maar ook voor Royal Haskoning zelf.
Anna Corriol, consultant milieu en duurzaamheid bij Royal Haskoning, licht toe. ‘Onze aanpak is multidisciplinair en op maat. Met een integrale blik belichten we elk vraagstuk. We bakenen de vraagstelling af en proberen in gesprekken de gewenste eindresultaten scherp te krijgen. Soms zetten we instrumenten in, zoals een duurzaamheidsscan, om de belangen van stakeholders in kaart te brengen.’ Duurzaamheid: een breed begrip Royal Haskoning werkt momenteel aan een dergelijk project voor oliemaatschappij Total E&P Nederland BV. Corriol: ‘Eerst moet je helder krijgen wat duurzaamheid voor de klant kan betekenen. Dit kan uiteenlopen van klimaatverandering, biodiversiteit, olielekkages in zee en arbeidsomstandigheden tot veiligheid, luchtkwaliteit en watermanagement. We denken ook na over de interne gevolgen hiervan voor marketing, personeel, klanten, continuïteit en efficiency.’ Royal Haskoning heeft een speciaal analyse-instrument ontwikkeld, die wordt ingezet bij het opstellen van een basisdocument voor duurzaamheidsbeleid. Total E&P Nederland BV krijgt hiermee een analyse en interpretatie van de huidige stand van zaken en een overzicht van aanbevelingen
en oplossingsrichtingen. ‘In het vervolgtraject helpen we Total E&P Nederland BV bij het ontwikkelen en implementeren van hun beleid en toekomstige plannen. Wij kunnen daarin ver gaan, bijvoorbeeld met het voeren van discussies met belanghebbende partijen, het houden van presentaties en het organiseren van seminars over het onderwerp.’ Opvoedkundige taak Veel mensen stellen duurzaamheid gelijk aan milieu. Dit is volgens Corriol een beperking van het brede begrip. ‘Onze klant, de American School in Parijs, startte eveneens vanuit deze vooronderstelling. Wij hebben hen duidelijk gemaakt dat duurzaamheid ook te maken heeft met sociale en culturele aspecten. We hebben deze internationale school gewezen op hun onderwijs- en opvoedkundige rol en mogelijkheden. Als zij jongeren enig besef bijbrengen over duurzaamheid, dan legt dit een basis voor toekomstige generaties. De klant was aangenaam verrast dat wij hen ook hierover adviseerden.’ Klimaatverandering Royal Haskoning zelf houdt zich ook bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid. Procesbegeleider Frank Duenk werkt aan de profilering van het ingenieursbureau als een van de voortrekkers binnen de
klimaatsdiscussie. ‘We zijn actief bezig met tientallen projecten waarin het omgaan met of tegengaan van de effecten van klimaatverandering centraal staan. Daarbij zijn we voortdurend op zoek naar innovatie en nieuwe technieken die bijvoorbeeld de opwarming van de aarde tegengaan.’ Royal Haskoning richt zich daarbij niet alleen op de technische oplossing van bijvoorbeeld de ondergrondse opslag van CO2 in oude aardgasvelden in Groningen of de energiewinning uit methaan. Dit komt vrij bij het ontdooien van de permafrost rond de Noordpool en zorgt voor een extra versnelling van het opwarmingsproces. Duenk: ‘Wij denken ook verder. Hoe kunnen de implementatie en exploitatie van technische oplossingen vorm krijgen? Op welke wijze is een maatschappelijk draagvlak te creëren? Door antwoorden op dergelijke vragen te geven, verhogen we de kans om innovatieve ideeën ook daadwerkelijk te realiseren. Daar zetten we echt onze tanden in.’ Contactpersonen Anna Corriol
+31 (0)10 2865 639
[email protected]
Frank Duenk
+31 (0)24 3284 423
[email protected]
6
ra ng e focus > na ja a r 2007
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Royal Haskoning is zich terdege bewust van haar verantwoordelijkheden ten opzichte van de samenleving en het milieu. Met onze projecten staan wij midden in de samenleving. Dat inspireert ons enorm, maar het betekent ook dat we een bijzondere verantwoordelijkheid hebben. Niet alleen naar onze opdrachtgevers, onze medewerkers en zakelijke partners, maar ook naar de maatschappij waarin we werken en leven. Met onze thema’s voor de 21ste eeuw, onderstrepen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid (MVO) en onze aandacht voor de effecten van menselijk ingrijpen op leefbaarheid en welzijn. In onze adviezen streven we voortdurend naar duurzame oplossingen; voor onze klanten, voor de klanten van onze klanten en voor onze samenleving. Waar relevant en opportuun vergroten we de toegevoegde waarde van onze adviezen door klanten op pro-actieve wijze te attenderen op de consequenties van bepaalde keuzes op het milieu. Balans Er zijn veel definities van MVO in omloop, maar volgens ons is de essentie: een manier van ondernemen gericht op het vinden van een duurzame balans tussen Mens, Milieu en winstgevendheid, meestal aangeduid als de 3P-balance (People, Planet, Profit). Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen krijgt bij Royal Haskoning vorm en inhoud in vier dimensies: l Kernwaarden en beleid l Producten en dienstverlening l Bedrijfsvoering l Maatschappelijke betrokkenheid
Door middel van onze gebouwen, activiteiten, werknemers en ons gebruik van materialen en nutsvoorzieningen hebben wij een directe impact op onze omgeving en het milieu als geheel. In dat kader zijn we bezig met het invoeren van een milieumanagementsysteem conform de ISO 14001 richtlijn. Jaarlijks bepalen wij een milieu-‘footprint’, hiermee wordt de omvang van onze jaarlijkse milieubelasting aangegeven. Onze lange termijn doelstelling is jaarlijks in onze projecten aantoonbaar meer milieuwinst realiseren dan de omvang van onze eigen milieu ‘footprint’.
Henk Hermans, divisie Architectuur & Bouw:
‘Dicht bij de business case blijven’
‘Wij zoeken naar ontwerpoplossingen voor de problematiek van de klant,’ zegt Henk Hermans, directeur van de divisie Architectuur & Bouw. ‘We proberen daarbij altijd verder te kijken en te denken dan de direct voorliggende vraag. Bij het uitdiepen van vraagstukken speelt duurzaamheid een belangrijke rol.’ De architecten en consultants van de divisie bekijken de ontwerpvraag op een brede manier, vanuit verschillende gezichtspunten, om tot creatieve en innovatieve oplossingen te komen. Hermans: ‘Waar zitten de pijnpunten, wat is de gedachte achter de vraag? Daarbij is het wel van belang om dicht bij de organisatie en de business case van de opdrachtgever te blijven. Om duurzaamheid in een ontwerp te verankeren, zijn vaak verschillende oplossingsrichtingen mogelijk, maar voor sommige daarvan moeten dan ook bedrijfsstrategieën worden omgebogen.’ Architectuur & Bouw werkt veel samen met andere divisies en zonodig ook met externe consultants om alle benodigde kennis en expertise bijeen te brengen. ‘Klanten differentiëren gewoonlijk niet naar kwaliteit, maar we slagen er goed in om de meerwaarde van deze krachtenbundeling en een compleet dienstenpakket aan te bieden, ook waar het gaat om de uitwerking van duurzame uitgangspunten. Bij de nieuwbouw van Gelre ziekenhuizen in Zutphen hebben alle stakeholders een duidelijke eigen inbreng. Ook zit het hele ontwerpteam fysiek bij elkaar, waardoor een snelheid mogelijk wordt die anders heel lastig te realiseren zou zijn.’
Belangrijke milieu-doelstellingen in de bedrijfsvoering van Royal Haskoning zijn minder afval en een efficiënter energie-gebruik. In onze bedrijfsvoering houden wij eveneens rekening met onze maatschappelijke verantwoordelijkheid door: l Een groepsbreed fietsenplan. Dit plan stimuleert medewerkers met de fiets naar het werk te komen; l Ook stimuleren wij onze medewerkers zoveel mogelijk gebruik van het openbaar vervoer te maken, ondermeer door het beschikbaar stellen van bedrijfs OV-jaarkaarten en NS-businesscards voor dienstreizen;
Alle nieuwe leaseauto’s worden conform A, B, C labels aangekocht zodat het wagenpark uit de minst milieubelastende auto’s bestaat. Een deel van de projectgerelateerde autokilometers wordt gecompenseerd. Tevens wordt de medewerkers daarbij een cursus ‘het nieuwe rijden’ aangeboden; l Papierreductie door de aanschaf van multifunctionals met scan mogelijkheden, standaard dubbelzijdig printen en door digitalisering van archief en werkdocumenten; l Locatie van kantoren op met het openbaar vervoer goed bereikbare plaatsen; l Gescheiden afvalinzameling. Papier, GFT, Glas en plastic bekers worden apart ingezameld; l Lege toner-cartridges worden ter recycling aangeboden; l Doorvoeren van energiebesparingsmaatregelen (zoals lichtsensoren e.d.); l Verkoop dan wel schenking van oud kantoormeubilair aan recyclingwinkels of goede doelen. l
Maatschappelijke betrokkenheid De maatschappelijke betrokkenheid van Royal Haskoning krijgt niet alleen vorm in projecten voor onze opdrachtgevers. Wij dragen ook graag ons steentje bij aan diverse maatschappelijke initiatieven. In het kader van het 125-jarig jubileum van Royal Haskoning extra aandacht aan de directe omgeving van onze kantoren besteed. Onder de noemer Sociale Projecten hebben onze medewerkers tijd en kennis beschikbaar gesteld voor maatschappelijk relevante projecten. Deze mogelijkheid voor medewerkers om Sociale Projecten in hun omgeving uit te voeren zal voortaan jaarlijks terugkeren. Contactpersoon Marcel Grashof
+31 (0)53 4830 114
[email protected]
Henry Rowe, divisie Maritiem:
‘Maatschappelijke en milieueffecten minimaliseren’ ‘Over de hele wereld werken we aan projecten waar de gemeenschap als geheel baat bij heeft,’ zegt directeur Henry Rowe van de divisie Maritiem. ‘We zijn vaak in staat dit te bereiken door minimalisering van de maatschappelijke en milieueffecten van een bepaald project.’ Duurzaam ontwerpen is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van succesvolle lange termijnoplossingen, die de zakelijke activiteiten van klanten ondersteunen en kostenvoordelen in bouw en onderhoud opleveren. Rowe: ‘Materiaalselectie uit duurzame bronnen en recyclen verminderen nadelige effecten. Wij kiezen voor bepaalde soorten hardhout, gerecyclede plastic stootkussens en aggregaten, en voor beton- en staalconstructies die voldoen aan de minimum specificaties voor agressieve mariene milieus.’ In het proces van havenontwikkeling hanteert de divisie Maritiem een standaard aanpak om alle relevante vraagstukken te bestrijken. Vroege beslissingen kunnen belangrijke bijdragen aan duurzaamheid leveren. ‘Vaak op gang gebracht door wetgeving, brengt dit een vroege en praktische identificatie van alle milieukwesties in onze ontwikkelingsstrategieën, en maakt het uiteindelijk de vergunningsprocedures aanzienlijk eenvoudiger. Wij proberen altijd de klant te betrekken bij het onderwerp duurzaamheid. Op die manier kunnen we nadelige effecten beperken en verbeteringen realiseren, Dat kunnen bijvoorbeeld nieuwe habitats bij baggerwerken zijn, of de mogelijkheid om windmolens op golfbrekers te plaatsen.’
Peter Luscuere, divisie Gebouwinstallaties:
‘Duurzaamheid is wat ons bindt’ De jaarlijkse kennismarkt die onlangs in Amersfoort werd gehouden, illustreert volgens Peter Luscuere goed waartoe Royal Haskoning in staat is. ‘Kennisoverdracht staat centraal en het valt steeds weer op hoe sterk het thema duurzaam ontwerpen leeft. Duurzaamheid is wat ons bindt en waar we elkaar in vinden.’
Sommige opdrachtgevers koesteren hoge ambities als het gaat om duurzaamheid, maar deinzen terug voor de financiële consequenties. ‘Soms gaat het ook om de pr-waarde van duurzaamheid,’ zegt Luscuere. ‘In elk project is het van belang om vanaf het begin een goede balans te vinden tussen de ambities en de mogelijkheden. Wij brengen daarom alle opties in kaart. In Nederland zijn de principes van duurzaam ontwerpen al ingeburgerd. Zo worden vanaf de eerste projectfase de klimatologische gevolgen meegenomen. Dat gebeurt nog lang niet overal, en in onder meer Chinese projecten dragen we daarom ook kennis op dit gebied over. Om duurzaam te ontwerpen, moet je eerst integraal leren ontwerpen.’ De divisie gebouwinstallaties werkt verder met een Chinese partner ook aan energiebesparingen in bestaande gebouwen. Uit onderzoek bleek dat in Beijing een groep gebouwen, samen nog geen vier procent van het totaal, wel 25 procent van alle energie gebruikt. ‘Wij hebben de technologie om fouten in het ontwerp of de bedrijfsvoering op te sporen en te analyseren, en vervolgens met intelligente oplossingen echte besparingen te realiseren. We staan allemaal te popelen om hiermee verder te gaan.’
Piet van Putten, divisie Infrastructuur & Transport:
‘Integrale aanpak steeds belangrijker’ De term duurzaamheid duikt tegenwoordig zo vaak op dat we moeten oppassen het begrip niet uit te hollen, vindt Piet van Putten, directeur van de divisie Infrastructuur & Transport. De drie P’s, van Planet, People en Profit, geven voor Van Putten goed de essentie weer van duurzaam ondernemen en alles wat daarbij hoort. ‘De bescherming van het milieu, de veiligheid en gezondheid van de mens, maar ook winstgevendheid betekent voor mij duurzaam ondernemen. In ons werk spreekt het vanzelf dat we streven naar een zo duurzaam mogelijke infrastructuur. Dat doen we bijvoorbeeld met Life Cycle Management, waarbij in het ontwerp al rekening wordt gehouden met alle fasen in de totale levensduur, dus inclusief beheer en onderhoud, en tot en met de sloop.’ In alle grote infrastructurele projecten worden duurzaamheidsaspecten onderdeel van de integrale aanpak die van Royal Haskoning een sterke projectpartner maakt. Er is een sterke marktontwikkeling in de richting van integraal en duurzaam ontwerpen. Daarbij komt heel wat kijken, van materiaalkeuzes tot landschappelijke inpassing, en van de waterhuishouding tot maatschappelijk draagvlak. ‘Een goed voorbeeld is de oplossing voor de A2 in Maastricht, in combinatie met stedelijke ontwikkeling, waarvoor we momenteel een aannemerscombinatie ondersteunen. We gebruiken hiervoor expertise uit de volle breedte van onze organisatie.’
7
na jaa r 2 007 > ra ng e f o c u s
Martien Vink, divisie Bouwmanagement & Advies:
‘Aandacht voor duurzaamheid spreekt vanzelf’
In alle projecten van Bouwmanagement & Advies krijgt duurzaamheid vanzelfsprekend de aandacht die het verdient, zegt divisiedirecteur Martien Vink. ‘Omdat onze klanten ernaar vragen, maar ook omdat je er gewoon niet omheen kunt.’ In alle grote bouwprojecten, en dus ook in de Programma’s van Eisen waar de divisie dagelijks aan werkt, is duurzaamheid een belangrijke onderligger geworden. ‘De milieucomponent kreeg twaalf tot vijftien jaar geleden meer gewicht en is sindsdien vertaald naar een groot aantal leidraden, standaarden, voorschriften en richtlijnen,’ vertelt Vink. ‘Daardoor is duurzaamheid, hoewel wij zelf geen specialisten zijn op dit gebied, een vast aandachtspunt in ons werk geworden. Life Cycle-denken wordt gemeengoed. Recentelijk nog hebben we met collega’s van Gebouwinstallaties en een aantal externe adviseurs gebrainstormd over de nieuwe mogelijkheden die de stijgende energieprijzen bieden.’ Al Gore en de wereldwijde media-aandacht voor duurzaamheid hebben merkbaar effect. Gemeenten, provincies en andere overheden, maar bijvoorbeeld ook de grote banken, besteden veel meer aandacht aan duurzaamheid en energiebesparing. ‘Al vóór de ontwerpfase moet het ambitieniveau helder zijn: willen we aan de minimum eisen voldoen of willen we echt gaan voor state of the art oplossingen. De mogelijkheid voor koude-/warmteopslag wordt tegenwoordig bijna standaard onderzocht. Amsterdam stelt zelfs als voorwaarde voor de vergunningverlening dat zo’n onderzoek is uitgevoerd. In waterwingebieden mag het niet, en uiteindelijk moet een dergelijk systeem natuurlijk ook economisch verantwoord zijn.’
Herman Klein Entink, divisie Milieu:
Henk Hermans, divisie Royal Haskoning Asia:
‘Wij verzorgen milieudienstverlening voor marktpartijen, en ondersteunen hen waar mogelijk in de ontwikkeling van een duurzaamheidfilosofie,’ zegt Herman Klein Entink, directeur van de divisie Milieu. ‘Het gaat steeds meer om de lange termijn.’
Het is de hoogste tijd om duurzaamheid wereldwijd op de kaart te zetten, vooral ook in het dichtbevolkte Azië. Nu zijn het meestal nog westerse multinationals die het goede voorbeeld geven, vertelt directeur Henk Hermans van Royal Haskoning Asia.
Duurzaamheid is een breed begrip dat veel vragen oproept. ‘Bedrijven vinden de versterkte aandacht een goede zaak, maar willen zichzelf natuurlijk niet uit de markt prijzen,’ zegt Klein Entink. ‘Onze klantbijeenkomsten en workshops rond het thema hebben door het onderlinge contact een heel positieve uitwerking: het wordt duidelijk dat iedereen met het onderwerp bezig is, en dat je niet roomser bent dan de paus als je het serieus wilt aanpakken. De bijeenkomsten geven inhoud aan duurzaamheid: hoe je er aan kunt bijdragen, wat het kost, maar ook wat het oplevert.’
In Azië is het niet anders dan in Europa: de aandacht voor duurzaamheid verschilt sterk per land. Hermans: ‘In sommige landen, waaronder China, begint het nu te leven. Ze zien daar natuurlijk ook wel in dat de schaal van het grondstoffengebruik en sommige productiemethodes tot grote problemen gaan leiden. De dialoog wordt bemoeilijkt door het feit dat de westerse landen zich hebben kunnen ontwikkelen zonder veel aandacht voor duurzaamheid. In veel Aziatische landen ligt de nadruk nog gewoon op economische ontwikkeling.’
‘Het gaat om de lange termijn’
Klein Entink ziet een fundamentele verschuiving in het denken over duurzaam ondernemen. ‘Ging het vroeger in de eerste plaats om een license to operate, nu gaat het om een license to exist. De overtuiging begint steeds meer post te vatten dat duurzaamheid tegelijkertijd overleven op langere termijn betekent, ook voor bedrijven en organisaties. Persoonlijke overtuigingen van leiders in organisaties zijn daarbij vaak nog maatgevend.’
Erik Oostwegel, divisie Industriële Installaties:
‘Veiligheid is het belangrijkst’ Minder druk op het milieu en energieverbruik binnen de economische en technische levensduur van industriële installaties. Dat is waar divisiedirecteur Erik Oostwegel eerst aan denkt als het woord duurzaamheid valt. ‘Uiteraard willen wij een zo goed mogelijk ontwerp maken. Veiligheid komt daarbij altijd op de eerste plaats, en duurzaamheid komt daarna. Gelukkig gaat het vaak samen.’ De opdrachtgevers van de divisie Industriële Installaties willen in de eerste plaats een betrouwbaaren veilig productieproces tegen zo laag mogelijke kosten. Daarop is de divisie dus ook gericht, en dan blijft er nog volop ruimte voor duurzaam ontwerpen. Oostwegel: ‘Onze klanten zijn natuurlijk ook gecharmeerd van lagere operationele kosten, bijvoorbeeld door energiebesparingen. Vaak hoort daar dan wel een hogere initiële investering bij, en gaat het uiteindelijk om de terugverdientijd. We zijn nu voor veel opdrachtgevers bezig met hergebruik van restwarmte, wat aanzienlijke voordelen kan opleveren.’ Met duurzaamheid als uitgangspunt is op vele terreinen winst te boeken, maar feitelijk is er niets nieuws onder de zon, zegt Oostwegel. De hernieuwde aandacht voor duurzaamheid is een goede zaak, maar wij zijn daar altijd al mee bezig, door toepassing van de steeds strenger wordende milieunormen, en het identificeren en aanbevelen van besparingsmogelijkheden (op energie, materiaal of ruimte) in de industrie.’
Steve Magenis, divisie Kust & Rivieren:
‘Aanpassen aan klimaatverandering’ Duurzaamheid staat centraal als je werkt aan de beheersing van overstromingsrisico’s. De divisie Kust & Rivieren ontwerpt verdedigingswerken die kunnen worden gebouwd op een adaptieve manier, zegt Steve Magenis. ‘Dat betekent genoeg investeren voor de zekerheden van de komende 50 jaar, terwijl je rekening houdt met veranderingen en verbeteringen voor ernstiger effecten daarna.’ ‘Ook al is de totale uitwerking van klimaatverandering op dit moment nog erg onzeker, we hebben wel een behoorlijk goed idee van wat er tot 2050 gaat gebeuren. Voor de periode daarna hangt het af van de vraag of we wel of niet zijn overgeschakeld op een low-carbon economie,’ zegt Magenis. ‘In Groot Brittannië zou de verwachte gemiddelde temperatuurstijging van twee graden leiden tot minder neerslag in meer intense buien. Dit resulteert waarschijnlijk in nog ergere overstromingen dan we recentelijk hebben meegemaakt.’ Kust & Rivieren werkt aan meerdere onderzoeken naar de mogelijkheden van aanpassing aan klimaatverandering. ‘We brengen ook de plaatselijke effecten in noordoost Engeland tot 2050 in kaart, en leggen de resultaten voor in workshops van belanghebbenden. Voor de Environment Agency betrekken we een brede groep stakeholders in het proces van ‘klimaatborging’ van de Cheviot Hills. En met experts van andere divisies verzamelen we kennis van over de hele wereld om de haalbaarheid en kosten van het project Thames Estuary 2100 in te schatten.’
‘Multinationals hebben een voorbeeldfunctie’
Aziaten hebben volgens Hermans veel meer met persoonlijke vertrouwensrelaties dan met cijfers en techniek. Royal Haskoning Asia zal daar rekening mee moeten houden als het een bijdrage wil leveren aan vergroting van het duurzaamheidbesef. ‘Overheden zijn niet zo met dit thema bezig, en de wetshandhaving op lokaal niveau laat nogal eens te wensen over. Wij werken veel aan projecten voor multinationals. Zij zorgen er wel voor dat hun locaties en processen groen zijn, en vervullen zo een belangrijke voorbeeldfunctie.’
René Noppeney, divisie Water:
‘Zonder water geen leven’ Volgens René Noppeney, directeur van de divisie Water, denken veel Nederlanders dat er meer dan genoeg water beschikbaar is in dit natte land. ‘Zonder water geen leven, maar we staan er niet bij stil hoe schaars bruikbaar water is geworden.’ In vergelijking met veel andere belangrijke hulpbronnen en grondstoffen is water ook nog bijzonder omdat het gebruik de waarde ervan verandert. Dagelijks worden grote hoeveelheden schoon water ‘omgezet’ in afvalwater. Noppeney: ‘Daarnaast hebben we steeds meer te maken met de gevolgen van verdroging, en is het nog onduidelijk wat klimaatverandering gaat betekenen voor onze watervoorziening. De divisie werkt aan slimme technische oplossingen om de duurzaamheid van het watergebruik te vergroten, met de hele waterketen als uitgangspunt.’ Ook in allerlei productieprocessen valt nog veel te winnen, met name in de levensmiddelenindustrie en de olie- en gassector. ‘Samen met de divisies Gebouwinstallaties en Industriële Installaties, maar bijvoorbeeld ook met Maritiem, kunnen we veel expertise aanbieden en technologie verder ontwikkelen. Door hergebruik van water leveren we een belangrijke bijdrage aan de business case van onze klanten, en tegelijk aan duurzaamheid in de breedste zin. Het bewustzijn groeit dat we grote maatschappelijke winst kunnen behalen door in alle projecten duurzaamheid voorop te stellen.’
Tom Smit, divisie Ruimtelijke Ontwikkeling:
‘Kostenbesparingen door duurzaam ontwerpen’
‘Wij zitten altijd helemaal aan het begin van de lange keten die uiteindelijk leidt tot nieuwbouw, of het nu gaat om een gebouw, een complex, een wijk of een hele stad,’ zegt Tom Smit, directeur van de divisie Ruimtelijke Ontwikkeling. In het planning- en ontwerpproces komt een groot aantal architectonische, planologische, ecologische en milieutechnische aspecten aan de orde. Daarom werkt Ruimtelijke Ontwikkeling vaak samen met andere divisies. ‘We vormen multidisciplinaire teams met specialisten van Milieu, Architectuur & Bouw en, afhankelijk van het project, Infrastructuur & Transport of Kust & Rivieren. Als je op deze manier werkt aan de leefomgeving van de toekomst, neem je natuurlijk in ogenschouw wat de plannen vanuit het perspectief van duurzaamheid betekenen.’ Volgens Smit heeft het cradle to cradle-principe ook in ruimtelijke ontwikkeling snel ingang gevonden. ‘Als alle materialen zonder grote milieubelasting hergebruikt moeten kunnen worden, leidt dat tot fundamenteel andere ontwerpen dan we tot nu toe gewend zijn. Naast de materialen gaat het bijvoorbeeld ook om de energiebehoefte en situering van gebouwen. Een bedrijvenpark moet over een lange periode gezien talloze bedrijfsfuncties kunnen vervullen. Onze opdrachtgevers zijn echt geïnteresseerd in duurzaam ontwerpen. De grotere investeringen kunnen enorme kostenbesparingen op beheer en onderhoud opleveren.’
8
ra ng e focus > na ja a r 2007
Kosmos past Systems Engineering toe bij onderhoud van kunstwerken van Rijkswaterstaat De hoofdinfrastructuur in Nederland is toe aan een grootschalige onderhoudsbeurt. Als toppunt van duurzaamheid heeft Rijkswaterstaat daarom op zeer marktgerichte wijze het project Kosmos in het leven geroepen: Kunstwerken Onderhoud Samen met de Markt Onder Systeemgerichte contractbeheersing.
Kosmos richt zich op de uitvoering van onderhoud aan bestaande kunstwerken (bruggen, sluizen, viaducten) van Rijkswaterstaat. Door deze gerichte aanpak wordt de levensduur van de betreffende kunstwerken met minstens zeven jaar duurzaam verlengd en kan herbouw of nieuwbouw langer worden uitgesteld. De gelegenheidscombinatie GMBHollandia heeft inmiddels opdracht om functioneel onderhoud te plegen op honderdvijftig objecten (circa 30 grote en kleine bruggen en viaducten en 120 portalen) in de provincie Utrecht. Het gaat daarbij om onderhoud aan beton, asfalt, voegen, brugleuningen, sluizen en staalconstructies van de portalen over de weg. Royal Haskoning heeft binnen de combinatie een interne directievoerende rol en verzorgt de begeleiding bij de Systems Engineering systematiek.
Alleen al in regio Utrecht worden diverse werkzaamheden verricht
‘De manier van aanbesteding, ontwerpen en uitvoering van dit project is niet traditioneel, maar in de vorm van een zogenaamde Design en Construct-aanbesteding,’ legt projectleider Daan Alsem uit. ‘Iets wat tot voor kort uitsluitend in nieuwbouwprojecten werd gedaan.’ Het functionele onderhoud dat Rijkswaterstaat eist wordt uitgevoerd als een Systems Engineering-project. Systems Engineering is een innovatieve, systematische manier van ontwerpen op basis van functionele eisen. De opdrachtgever behoudt hiermee steeds inzicht in de werkzaamheden van de aannemerscombinatie, waarbij de aannemerscombinatie tijdens de engineering en de uitvoering (Design & Construct) de eisen continu moet toetsen en rapportages bijhoudt van de voortgang. Er wordt gewerkt aan de hand van een functioneel plan met daarin voorafgestelde
(minimum)eisen. Met een bonus voor meer duurzame oplossingen bij het vaststellen van de aanbestedingssom wordt de aannemer gemotiveerd om duurzaam te werken, minimale verkeershinder te veroorzaken en de (vaar)weggebruiker goed voor te lichten. Daan Alsem: ‘Deze werkwijze is maximaal duurzaam, omdat er niet meer onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd dan nodig is en de overlast voor de (vaar)weggebruiker minimaal zal zijn.’ Lees meer online… Contactpersonen Ard Verweij
+31 (0)24 3284 658
[email protected]
Daan Alsem
+31 (02)24 3284 299
[email protected]
Schone energie komt aanwaaien
In een land als Nederland, waar het zo vaak waait, moet windenergie een succes kunnen worden. Dat is het nu nog niet. Frank Stroeken en Eric Arends van Royal Haskoning bekijken in opdracht van overheden en het bedrijfsleven de mogelijkheden.. Frank Stroeken adviseert overheden op alle niveaus en ontwikkelaars over geschikte locaties voor plaatsing van windturbines. Geen gemakkelijke taak, want de klachten van omwonenden zijn talrijk. Op dit moment zijn er in Nederland 1.870 windturbines op het land. Daarnaast is voor de kust bij Egmond begin dit jaar een windpark verrezen van Shell en Nuon. Stroeken: ‘We werken met een heel team aan de keuze van locaties. Van tevoren moet er veel geregeld worden. Je krijgt te maken met juridische en planologische complicaties, en met omwonenden die de turbines vaak niet mooi vinden. Dit heeft te maken met persoonlijke voorkeuren, maar ook met de plek waar ze komen te staan. De turbineopstelling langs de dijk bij Lelystad vindt bijna iedereen mooi.’ Reëel alternatief Gezien de problemen van de plaatsing op land, lijkt de aanleg van windparken op zee een reëel alternatief. Dit is weliswaar duurder dan bouwen op land, maar met het verder stijgen van
de energieprijzen zullen de windparken op zee uiteindelijk rendabel worden. Eric Arends werkt als projectleider aan de voorbereidingen voor het aanleggen van verschillende windparken op de Noordzee. Opdrachtgever is het Ierse bedrijf Airtricity. Een van projecten betreft de aanleg van een enorm windpark van 200 km2 voor de kust van Den Helder. Vanaf het land zal het niet te zien zijn. Het is een project voor de lange termijn, verwacht Arends. ‘Er is nog veel onderzoek nodig en dan vooral naar de milieuaspecten. Ook moeten de procedures rond aanvragen worden gestroomlijnd. Toch ben ik er zeker van dat de windparken op zee er komen.’ Lees meer online… Contactpersonen Frank Stroeken
+31 (0)10 2865 355
[email protected]
Eric Arends
+31 (0)53 4830 116
[email protected]
Duurzaam ondernemen uitgangspunt voor relatie met omgeving
DSM NeoResins heeft imago in beeld na belevingsonderzoek omwonenden In samenwerking met de Fontys Hogescholen heeft Royal Haskoning bij DSM NeoResins in Waalwijk een belevingsonderzoek uitgevoerd om in kaart te krijgen hoe omwonenden over dit chemiebedrijf denken. Daarmee heeft deze onderneming een beeld gekregen van haar imago en kan ze kijken of dat overeenkomt met haar gewenste identiteit. ‘Bijzonder aan dit project was dat het onderzoek is uitgevoerd met het concept van duurzaam ondernemen als uitgangspunt,’ zegt Maaike van Roij van Royal Haskoning. ‘Bedrijven worden steeds vaker geconfronteerd met het begrip duurzaamheid. Niet alleen door de overheid, maar ook door de maatschappij en de markt. De relatie met de omgeving neemt hierbij een belangrijke plaats in. Omdat DSM NeoResins veel waarde hecht aan openheid – zoals dat eigenlijk in de hele chemische sector steeds meer het geval is – was de centrale vraag in het onderzoek of externe communicatie de transparantie naar de omgeving zou kunnen vergroten. Daarvoor is onder meer onderzocht welke psychische, sociale en communicatieve factoren van invloed zijn op de beleving van omwonenden.’ Onbekendheid Uit het onderzoek is gebleken dat er voor DSM NeoResins nog veel winst valt te behalen als er meer en directer met de omgeving wordt gecommuniceerd. Veel omwonenden weten weinig van het bedrijf. De onbekendheid heeft onder meer betrekking op de naamsbekendheid (het bedrijf is de laatste jaren vaak van eigenaar en naam veranderd), het ontbreken van een beeld van producten en toepassingen en de inspanningen van het bedrijf op het terrein van milieuvriendelijkheid en innovatie. De omwonenden zeggen geen hinder te ondervinden van de aanwezigheid van een chemiebedrijf en de mensen die de onderneming wat beter kennen spreken van ‘een grote en goede werkgever’ en ‘een milieuvriendelijk, innovatief en veilig bedrijf’. Planmatige communicatie Belangrijkste aanbeveling van de onderzoekers is dat DSM NeoResins meer werk maakt van een structurele en planmatige communicatie om duurzaamheid goed neer te zetten. Dat gaat gebeuren. Het bedrijf wil omwonenden, maar ook de eigen medewerkers en de overheid beter informeren waar het mee bezig is. Ook gaat ze haar maatschappelijke
activiteiten als sponsoring en samenwerking met scholen gerichter uitvoeren. Het onderzoek bij DSM NeoResins is verricht binnen het subsidieprogramma ‘Naar een duurzaam Brabant’ waarmee de provincie Noord-Brabant duurzaam ondernemen stimuleert. Het project dient in de chemiesector als voorbeeld voor andere bedrijven die graag transparant willen zijn naar hun omgeving.
SAST Een tweede project dat in het kader van ‘Naar een duurzaam Brabant’ is opgezet, betreft de ontwikkeling van een instrument waarmee het niveau van duurzaamheid binnen een bedrijf kan worden vastgesteld door middel van zelfdiagnose. Hiervoor is de SAST (Self Assessment Sustainability Tool) ontwikkeld in samenwerking met Organon. De SAST kan managers in de chemie inzicht geven in wat het concept van duurzaam ondernemen concreet voor hun bedrijf kan betekenen. Voor beleidsmakers kan het een aantrekkelijk instrument zijn bij oriënterend onderzoek. De SAST kan geïntegreerd worden binnen bestaande managementsystemen en is gratis te verkrijgen via Royal Haskoning. Contactpersonen Maaike van Roij
+31 (0)73 6874 257
[email protected]
Cindy van Lieshout +31 (0)73 6874 113
[email protected]
9
na jaa r 2 007 > ra ng e f o c u s
Derde leven voor Pier van Scheveningen De Pier van Scheveningen is niet meer de jongste. Royal Haskoning bedacht een ‘levensverlengende operatie’ voor dit markante bouwwerk.
De Pier van Scheveningen is begonnen aan een derde leven. Het begon allemaal rond 1900 met de aanleg van een wandelhoofd van bijna 400 meter lang. In de Tweede Wereldoorlog sloopten de Duitse bezetters de Pier door de betonnen palen af te zagen. De Pier werd herbouwd en in 1961 opnieuw in gebruik genomen. Onderzoek wees uit dat het zoute zeewater sindsdien de betonnen fundering heeft aangetast. Dirk Jan Peters, constructieadviseur van Royal Haskoning vertelt hoe het probleem werd opgelost. ‘We hebben
ProRail zet milieumanagementsysteem op de rails De afgelopen tweeëneenhalf jaar werkte Royal Haskoning aan de implementatie van een Milieumanagementsysteem (MMS) bij ProRail. “Een complexe operatie,” aldus Paul Heimplaetzer en Emilie Theunissen van Royal Haskoning. Heimplaetzer: “Onze klanten gebruiken het systeem als hulpmiddel om te kunnen voldoen aan de steeds veranderende milieueisen. Bij ProRail hebben we ervoor gekozen MMS te koppelen aan een complementair Veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Het doel: de veiligheid- en milieurisico’s proactief beheersen en de prestaties continu te verbeteren. Cruciaal, binnen de kernactiviteit van ProRail, namelijk het beheren van de Nederlandse spoorweginfrastructuur en daarbij zorgen voor voldoende capaciteit, betrouwbaarheid en veiligheid.” Prioriteitenhandleiding Theunissen, adviseur Milieu en Veiligheid van Royal Haskoning, vult aan: “De systemen zijn risicogebaseerd. We zijn dan ook begonnen met het inventariseren van alle denkbare risico’s op het gebied van milieu en veiligheid en we hebben gekeken naar hoe men in de bedrijfsprocessen daarmee omgaat. De in kaart gebrachte risico’s hebben we vervolgens ingedeeld in categorieën: van onacceptabel tot aanvaardbaar. In feite vormt deze inventarisatie een soort prioriteitenhandleiding voor
ProRail, waarmee men beter de regie op zich kan nemen.” Glimlachend: “Het milieumanagement zit zogezegd meteen op het goede spoor.” Betere structuur “De veiligheid- en milieuaspecten van de bedrijfsvoering van ProRail zijn zeer divers, zowel in grootte als in impact. Nu was het managen van deze aspecten op zich niets nieuws voor de organisatie. Het werken met dit soort omvangrijke managementsystemen was dat wel. Het duurt dus even voor men zich deze werkwijze heeft eigen gemaakt. Bovendien moesten we ervoor zorgen dat het systeem zichzelf door de jaren heen in stand kan houden én verbeteren. We hebben dat bereikt door het instellen van de zogenaamde verbetercyclus, waarbij de hele organisatie is betrokken. Op deze manier worden risico’s niet alleen goed gemanaged, maar treedt er ook integraal een kwaliteitsverbetering op.”
de betonnen palen ingepakt in een schil van kunststof. Daardoor zijn ze afgeschermd van milieu-invloeden,’ aldus Peters. ‘Het is voor het eerst dat dit procédé in Nederland is toegepast. De constructie van de Pier kan hierdoor tientallen jaren langer mee dan aanvankelijk was voorzien.’ Lees meer online… Contactpersoon Dirk Jan Peters
+31 (0)24 3284 153
[email protected]
Revitalisering De Driehoekjes in de binnenstad van Den Haag In juli 2003 werd middenin het historische hart van Den Haag het compleet gerenoveerde gebouw De Driehoekjes opgeleverd. Het complex van acht verdiepingen omvat een parkeergarage, 12 winkels en 60 luxe appartementen.
Emilie Theunissen +31 (0)20 5697 794
[email protected]
Bijna dertig jaar na dato voldeed het oude gebouw qua architectuur en functionaliteit niet meer aan de eisen van deze tijd. Na de nodige studie werd besloten het gebouw te demonteren tot op de tweede verdieping en de kelder en de twee onderste bouwlagen te handhaven. De eerste kantoorverdieping werd in de nieuwe opzet veranderd in parkeerverdieping. Vervolgens is in, op en om het bestaande prefab betonskelet een compleet nieuw gebouw geplaatst. Door het hergebruik van een flink deel van de bestaande constructie werd de hoeveelheid sloopafval aanzienlijk beperkt en werd flink bespaard op nieuwe materialen en is daarmee een goed voorbeeld van milieuvriendelijk, duurzaam bouwen. Bovendien werd de bestaande kelder gehandhaafd waardoor de risico’s van het maken van een nieuwe kelder in een oude binnenstad voorkomen werden. Het vergde echter wel inventiviteit van alle betrokkenen. Met behoud van de betonnen draagstructuur bij de demontage was het team van Corsmit Raadgevend Ingenieursbureau nog niet klaar. Na diverse berekeningen werd de bestaande constructie verzwaard en
Lees meer online… Contactpersonen Paul Heimplaetzer +31 (0)20 5697 743 p.heimplaetzer@royalhaskoning. com
Foto: Rijkswaterstaat
zijn nieuwe elementen, zoals nieuwe liftputten, in de constructie verwerkt in het ontwerp van de architect. Corsmit Raadgevend Ingenieursbureau had dertig jaar geleden het oude gebouw al helpen neerzetten, hierdoor konden veel gegevens van de bestaande constructie nog eenvoudig achterhaald worden. Ook met de moderne inzichten en rekenmethoden kan Corsmit nog steeds achter de destijds gemaakte berekeningen en uitgangspunten staan. Het resultaat mag er, na diverse praktisch hindernissen, zeker zijn. De architect heeft goed rekening gehouden met de omliggende gebouwen. Ook het gebruik van architectonisch prefab op veel plaatsen, met name rond de binnentuin, zorgt voor een markant gebouw dat heel goed past in de 18e eeuwse binnenstad. Het uitzicht over Den Haag vanuit de penthouses op de bovenste verdiepingen is magnifiek. Het centrum is weer een mooi gebouw rijker. Lees meer online… Contactpersoon Jan Font Freide
+31 (0)70 3949 305
[email protected]
Bierbrouwerij langs meetlat In de loop der jaren heeft Royal Haskoning in Nederland en buitenland veel ervaring opgebouwd bij het ondersteunen van bedrijven op het terrein van duurzaamheidsbeleid. De vraagstukken die we daarbij tackelen variëren van: hoe duurzaam zijn schoolgebouwen en hoe verduurzamen wij een nieuwe wijk, tot: hoe leggen we verantwoord een kunstrif aan in Dubai? Zo heeft Royal Haskoning bijvoorbeeld ook bierbrouwer Heineken NV langs de duurzaamheidsmeetlat gelegd.
naar trends als: hoe groot is je wateren energieverbruik of je CO2-uitstoot? Hoeveel draag je bij aan de verwarming van de aarde? Per brouwerij keken wij hoe dat over de jaren is toe- of afgenomen per gebrouwde hectoliter bier. Alleen al door respectvol te communiceren over het ‘hoe en waarom’ van die data, creëerden wij bewustwording. Vaak heeft men lokaal geen idee in hoeverre men bijdraagt aan de totale cijfers van Heineken. Met onze eindconclusies kon Heineken vervolgens een verbeteringsslag maken.’
Duurzaam ondernemenspecialiste Paula van Meenen: ‘Wij hebben voor het jaarlijkse duurzaamheidsrapport van Heineken de data van al hun 140 brouwerijen over de hele wereld gevalideerd. Behalve naar de compleetheid van de gegevens en of ze reëel waren, keken wij ook
Deze expertise van Royal Haskoning was aanleiding voor de Zuid-Afrikaanse bierbrouwer SABMiller (nummer twee in de wereld), om bij ons aan te kloppen voor advies. SABMiller wil ten oosten van Moskou een nieuwe brouwerij bouwen, maar duurzaamheid staat in Rusland nog in de kinderschoenen.
Een eerste verkennende workshop die wij ter plekke voor alle betrokken partijen hielden, heeft al een bewustwordingsproces in gang gezet. Zo kan er bijvoorbeeld snel winst worden geboekt op het terrein van gasverbruik, afvalverwerking en isolatie van gebouwen. Maar ook ons advies om personeel te binden door hen bijvoorbeeld goede voorlichting, ziektekostenverzekeringen en goede huisvesting aan te bieden bood stof tot nadenken. Over enkele maanden komen alle partijen weer bij elkaar om volgende stappen te bespreken. Lees meer online… Contactpersoon Paula van Meenen +31 (010) 2865 690
[email protected]
10
ra ng e focus > na ja a r 2007
Ontwikkeling van duurzame energie zaak voor iedereen De multidisciplinaire groep PD3 van Royal Haskoning heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van duurzame energie. Een hot item, waar Steven Sjenitzer, een van de leden van het expertteam, veel van af weet. Zijn conclusie is duidelijk: wie wil werken aan ontwikkeling van duurzame energie, moet kiezen voor een integrale aanpak.
‘Voor Royal Haskoning is maatschappelijk verantwoord ondernemen altijd al vanzelfsprekend geweest. Daarom moeten we goed op de hoogte zijn van de vele mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid. Dat valt niet mee in een samenleving die ‘verslaafd’ is aan vervuilende fossiele brandstoffen.’ Sjenitzer, adviseur bij de divisie Infrastructuur en Transport van Royal Haskoning, heeft met vijf collega’s de situatie geïnventariseerd op het gebied van duurzame energie. Bekeken werd wat hieraan gedaan wordt binnen Royal Haskoning, en tevens hoe de markt van duurzame energie eruitziet. ‘De collega’s kwamen uit diverse afdelingen van ons bedrijf,’ vertelt Sjenitzer. ‘Op deze manier kregen we de kans om eens buiten het eigen vakgebied te kijken. We hebben geanalyseerd wat de mogelijkheden van Royal Haskoning zijn op het gebied van advisering over duurzame energie. Daarvoor zijn we bij diverse partijen langsgegaan om te zien waar zij mee bezig zijn. We hebben gesproken met de gemeenten Den Haag en Groningen en ook met een aantal bedrijven zoals Nuon en Clean Resources (windmolenprojecten).
Nijmegen gaat CO2-uitstoot fors verminderen
Hoge ambities waarmaken
Twee procent minder CO2-uitstoot per jaar? Voor de gemeente Nijmegen is die landelijke norm niet ambitieus genoeg. Zij gaat voor minimaal drie procent. Samen met Royal Haskoning werkt Jan van der Meer, wethouder Milieu en Mobiliteit, aan een campagne om de CO2-emissie van Nijmeegse huishoudens en bedrijven drastisch te beperken. ‘Door de economische groei neemt de hoeveelheid CO2 in de lucht enorm toe. Het terugdringen van die uitstoot is de grootste opgave sinds mensenheugenis. Want we lijden aan energieverslaving. En daarvan afkicken zal niet eenvoudig zijn.’ Het is duidelijk: wethouder Van der Meer is zich bewust van de omvang van de taak waar we voor staan. De landelijke norm van twee procent per jaar per gemeente vindt hij niet toereikend. ‘Ik wil dat Nijmegen zeker voor drie procent reductie gaat en bij voorkeur voor nog meer als bij meting blijkt dat de ambities hoger kunnen.’ Praktische tips Van der Meer wil in 2008 Nijmegen mobiliseren om de CO2-uitstoot terug te dringen. Hij begint met meten: ‘Eerst gaat de gemeente vaststellen hoeveel elke wijk verbruikt. Als we die gegevens eenmaal hebben, geven we via de campagne praktische tips aan burgers. Als huiseigenaren willen, kan hun woning gekeurd worden. Bekeken wordt dan waar besparing mogelijk is, bijvoorbeeld door het aanleggen van gevel- of vloerisolatie. Ter plekke krijgen ze informatie over welke aannemers dat voor welke prijs doen.’ Vervolgens krijgt iedereen aan het einde van het jaar een brief. ‘Daar staat in of een wijk voldoende heeft bespaard. Of niet natuurlijk. Het moet een competitie tussen wijken worden.’ Dat competitieelement past in de praktische sfeer van de campagne.
Verder hebben we contact gehad met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.’ Quick scan ‘Intern hebben we een quick scan uitgevoerd om te weten te komen wat we allemaal in huis hebben. Het onderzoek heeft uitgewezen dat wij weliswaar veel kunnen, maar dat niet iedereen binnen onze organisatie dat weet. Dat moet verbeteren. Tijdens gesprekken met externe partijen werd deze bevinding bevestigd. Men weet wel dat wij veel kunnen, maar niet precies wat. De conclusie is duidelijk: we moeten meer naar buiten treden. Op het gebied van communicatie en marktbenadering kunnen we verbeteren,’ aldus Sjenitzer. Hij vervolgt: ‘Werken aan duurzaamheid gebeurt bij ons binnen verschillende divisies. We willen die activiteiten meer op een lijn brengen en streven naar een integrale aanpak. Daarvoor moeten we ons intern anders gaan organiseren. Diverse disciplines op het gebied van duurzame energie moeten beter op elkaar aansluiten en ook het overleg tussen de divisies dienen we te verbeteren. Dit wordt gerealiseerd door een taskforce waarin de kennis
het zakelijk verkeer kan een gunstig effect hebben op de uitstoot van CO2. In de UK heeft Royal Haskoning een
Van der Meer valt op dat in milieuplannen de mijlpalen vaak ver in de toekomst liggen. ‘We moeten het niet doen zoals in de jaren negentig. Men had het toen vaak over verre doelen die bovendien niet te halen waren. Dat is gemakkelijk, want dan zijn we er vanaf en kunnen we weer over tot de orde van de dag. Ik wil het over dichtbijgelegen doelen hebben. De gemeente moet de inspanningen opvoeren en per jaar laten zien wat mensen hebben bespaard.’ Eredivisie Behalve huishoudens betrekt Van der Meer ook Nijmeegse organisaties bij zijn ambities. Een twintigtal aansprekende bedrijven en instellingen gaat een kopgroep vormen onder de noemer NEC: het Nijmeegs Energie Convenant. De deelnemers leggen in dit convenant vast dat ze de komende jaren een stap extra zullen zetten. En net als bij de huishoudens heeft de campagne ook hier een competitief element. ‘Ik wil
onder die bedrijvengroep een soort eredivisie creëren. Als een bedrijf goed presteert gaat het naar de eredivisie, doet het bedrijf het weer slechter dan de rest dan degradeert het weer.’ Royal Haskoning is medeinitiatiefnemer en dus ook een van de deelnemers aan het convenant. Daarnaast biedt het bureau inhoudelijke ondersteuning bij het opstellen hiervan en staat het andere deelnemers met raad en daad bij. ‘We moeten in het convenant voor verschillende organisaties gelijksoor tige spelregels opstellen. Ook adviseren Royal Haskoning en gemeente de bedrijven over welke innovaties en kennisuitwisseling effect kunnen hebben.’ Van der Meer is te spreken over de inbreng van het bureau. ‘Voor Royal Haskoning is Nijmegen de voor- en achtertuin. Ze zijn hier geworteld en dat merk je. Ze doen graag iets extra’s voor Nijmegen.’
Politiek en markt ‘Twee signalen kwamen duidelijk naar voren in het onderzoek,’ aldus Sjenitzer. ‘Zo bleek dat de politieke situatie binnen een gemeente grote invloed heeft op de planvorming over duurzame energie. Daarnaast zijn marktpartijen over het algemeen op zoek naar duurzame relaties.’ Het onderzoek is inmiddels afgerond. De eerste stappen voor een betere interne organisatie en communicatie zijn gezet. Daarnaast starten de eerste projecten bij de gemeente Groningen. ‘Groningen is een van de grote steden die erg actief is op dit gebied,’ vertelt Sjenitzer. ‘We bekijken hoe we ze het beste kunnen helpen met de uitvoering van hun plannen.’ Contactpersoon Steven Sjenitzer
+31 (0)20 5697 795
[email protected]
Voorbeeld voor zuinig pendelen Een duurzamere aanpak van
Jan van der Meer: ‘We moeten afkicken van onze energieverslaving’
van de verschillende experts binnen Royal Haskoning wordt gebundeld. Daardoor zijn we in staat integraal te adviseren over het hele spectrum van duurzame energie.’
initiatief gelanceerd om de schadelijke milieueffecten als gevolg van dienstreizen en ander werkgerelateerd verkeer van eigen medewerkers, te verminderen. ‘Eind 2005 lanceerden we ons Reisplan, dat in eerste instantie op Peterborough gericht was, waar de meeste van onze UK medewerkers gevestigd zijn,’ legt Doug Watterson, de Reisplancoördinator, uit. ‘Het Reisplan is breed van opzet, met o.a. een autodateregeling (regeling voor gedeeld autogebruik), een nieuwe fietsenstalling, douches, omkleedgelegenheid, renteloze leningen voor de aanschaf van een fiets en een fietscursus voor volwassenen, voorzieningen die medewerkers ertoe moeten bewegen vaker met de fiets gaan. Nu gaan we ook plannen voor de meeste andere kantoren van Royal Haskoning in de UK uitrollen.’
Naast het ontwikkelen van een duurzamere aanpak van werkgebonden reizen voor de eigen medewerkers, kan Royal Haskoning ook hetzelfde voor onze opdrachtgevers realiseren. Bij deze vorm van dienstverlening wordt gebruik gemaakt van de gezamenlijke deskundigheid van Royal Haskoning en onze collega’s bij Denis Wilson, het adviesbureau dat in vervoersplanning is gespecialiseerd. ‘Het opstellen van een degelijk Reisplan vormt nu een wezenlijk deel van de documentatie in de UK voor planningstoepassingen ten behoeve van een reeks nieuwe ontwikkelingen,’ zegt Paul Hanafin, directeur van Denis Wilson in Birmingham. ‘We weten wat er vereist wordt en, nog belangrijker, wat echt werkt. Deze kennis stelt ons in staat realistische doelen en initiatieven na te streven als het gaat om het terugdringen van het reizen per auto met slechts één inzittende, het gebruik van alternatieven voor de privé-auto en andere duurzame oplossingen.’ Lees meer online… Contactpersoon Doug Watterson
+44 (0)1733 33 6655
[email protected]
11
na jaa r 2 007 > ra ng e f o c u s
Anticiperen op de toekomst bij het ontwerpen van onderwijsgebouwen Het Nederlandse onderwijsstelsel is constant in beweging. In de loop der jaren is onze regering overgestapt van klassikaal onderwijs naar competentiegericht, individueel onderwijs. Ook zijn scholen meer projectmatig gaan werken met gebruik van open leercentra. Dat alles vraagt een integrale benadering vanuit zowel de architectuur als de constructie-/installatietechniek bij de (flexibele) inrichting van een onderwijsgebouw. En dat geldt behalve voor het basis- en middelbaar onderwijs nog sterker voor hbo en universiteit. ‘Royal Haskoning is al lang betrokken bij de bouw van veel grote onderwijsgebouwen overal in Nederland,’ aldus hoofd Constructief Ontwerpen Jan Janssen. ‘Vanuit onze expertise weten wij, dat opdrachtgever, constructieadviseur, installatieadviseur en architect samen integraal moeten kijken hoe zij (binnen de technische mogelijkheden) een zo flexibel mogelijk gebouw
kunnen maken voor de gebruiker. Een gebouw is óók duurzaam als de gebruiker zich er goed in voelt. Als het zich schikt naar wisselend gebruik in de toekomst en een kwalitatief hoogstaand gebouw is.’ Gebruikers van schoolgebouwen bouwen vaak maar één maal. Dikwijls krijgt een gebruiker pas tijdens de ontwerpfase inzicht in wat het wel of niet wil met zijn gebouw. Met fusies van scholen
speelt dat nóg sterker: directeuren denken vaak eerst vanuit hun eigen organisatie en dan pas vanuit het geheel. Maar ook veranderingen van leerlingenaantallen van richtingen binnen één schoolsoort vragen flexibiliteit van de indeling. ‘Daarom ontwerpen wij open gebouwen, waarin je eenvoudig een wisselende indeling kunt realiseren,’ aldus Jan Janssen. ‘En waarbij bij de constructie al anticipeert op toekomstige aanpassingen of uitbreidingen. Architect, constructeur en installatieadviseur moeten als het ware het vakgebied van hun teamgenoten begrijpen voor een goed, duurzaam samenspel in het ontwerp. Royal Haskoning heeft daarbij een voordeel, omdat wij vanuit ons multidisciplinair werken altijd al integraal naar een gebouw kijken.’ Lees meer online… Contactpersoon Jan Janssen
+31 (0)24 3284 627
[email protected]
Delta Greenway lanceert integraal plan voor Mainportcorridor Zuid D el t a Gre enw ay ( e en gelegenheidsconsortium van AM, BAM, Royal Haskoning en Siemens) heeft net als zes andere partijen een oplossing aangedragen voor het Project Mainportcorridor Zuid (PMZ). Het publiek-private samenwerkingsverband van Delta Greenway is opgericht om Rijkswaterstaat een voorstel aan te bieden over de verbetering van bereikbaarheid en leefbaarheid in de corridor tussen Antwerpen en Rotterdam.
de kennis en ervaring van het Franse bedrijf Vinci als beheerder van Franse tolwegen van waarde bij het aanleggen en inrichten van de A4 en A16 als tolweg. Door variërende tolprijzen krijgen vracht- en persoonsverkeer voldoende bewegingsruimte. ‘Onze mobiliteitsmaatregelen bieden de gelegenheid om het groen en de gebiedsinrichting beter aan te pakken en zaken door elkaar te laten
financieren. Op die manier kunnen wij verschillende aspecten integraal aanpakken.’ Contactpersoon Piet Kunst
+31 (0)20 5697 787
[email protected]
Royal Haskoning helpt duurzame doelstellingen verwezenlijken
Umicore stap verder in waarmaken ambities Metaalproducent Umicore heeft als motto ‘Materials for a better life’. Om zijn duurzame ambities in de praktijk uit te voeren, schakelde de multinational Royal Haskoning in.
Binnen het consortium kijkt Royal Haskoning onder meer naar de milieueffecten en de technische en ruimtelijke invulling van het plan. In november 2007 zullen de plannen van alle zeven partijen tijdens een conferentie worden gepresenteerd in het bijzijn van minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat en publieke partijen als gemeenten en provincies. Uniek aan het plan van Delta Greenway is dat het consortium in de delta niet alleen de mobiliteit, maar ook de natuurwaarden van het door infrastructuur doorsneden gebied aanzienlijk willen verbeteren. De natuur krijgt in hun plan een positieve impuls, doordat honderden hectaren natuur opnieuw worden ingericht dankzij het verbinden van al het versnipperde groen. Zo spreekt uit het plan de voorkeur voor enkele grotere, praktisch ontworpen en goed ontsloten bedrijventerreinen op cruciale plekken, in plaats van rommelige, kleinere terreintjes her en der in het landschap. ‘In dit hele mobiliteitsmanagement willen wij heel nadrukkelijk samenwerken met België,’ aldus Piet Kunst, ‘waar Rijkswaterstaat overigens al een goed samenwerkingsverband mee onderhoudt.’ In het plan is ook
Royal Haskoning heeft ervaring met onderwijsgebouwen, zoals bij het ontwerp voor ROC van Twente
Umicore is een internationale producent van hoogwaardige metalen voor diverse toepassingen, zoals coatings voor cd’s, medische instrumenten en daken gevelbedekking. Het bedrijf heeft al jaren een ambitieus motto ‘Materials for a better life’. Daaraan gekoppeld heeft het bedrijf zich een aantal maatschappelijk verantwoorde doelstellingen gesteld. Zo wil het bedrijf zijn afvalstromen en energieen waterverbruik terugdringen. Ook wil het zijn medewerkers aanmoedigen en faciliteren om duurzaam te werk te gaan bij het ontwerp en de productie van alle Umicore-producten. Om deze ambitieuze doelstellingen naar de praktijk te vertalen, schakelde Umicore halverwege 2006 Royal Haskoning in. Zelf implementeren Na een intensief en inspirerend samenwerkingstraject van circa een jaar kwam Royal Haskoning met twee documenten. Het ene is een beleidsdocument op strategisch niveau, het andere een handreiking voor de uitvoering. Projectleider Natuur neemt een belangrijke plaats in het project Delta Greenway in
Myriam de Jong verduidelijkt: ‘In het beleidsdocument hebben we aangegeven wat er op strategisch niveau moet gebeuren om duurzaam te ondernemen. Het komt neer op een andere manier van denken en leidinggeven, en aanpassing van processen en procedures. Maar ook is goede communicatie naar en bijscholing van medewerkers nodig. Het tweede document is heel praktisch, en daarmee vooral bestemd voor de werkvloer. Elke medewerker moet immers zijn steentje bijdragen om de doelstellingen en het motto ‘Materials for a better life’ waar te maken.’ Volgens De Jong was haar opdrachtgever vooral te spreken over de praktische vertaalslag. ‘Aanvankelijk hadden we alleen de opdracht een strategisch document op te stellen. Door de vele gesprekken over de vertaling van de ambities in uitvoerbaar beleid, kwamen we vanzelf tot de praktische handreiking. Daarmee kan Umicore nu op weg om zelf zijn duurzame ambities te implementeren.’ Lees meer online… Contactpersoon Myriam de Jong
+31 (0)73 6874 184
[email protected]
12
ra ng e focus > na ja a r 2007
Toekomstbestendige generieke werkplekconcepten
Organisaties veranderen voortdurend en de werkomgeving moet deze verandering (meteen) kunnen accommoderen. Gebouwen zijn nog altijd statisch en zelfs met verplaatsbare tussenwanden niet onmiddellijk te veranderen. Bovendien willen medewerkers niet steeds de rompslomp van interne verhuizingen. Een oplossing voor de steeds weer veranderende organisatie is het generieke werkplekconcept met multifunctionele ruimten (bouwstenen). Een dynamisch gebruiksconcept draagt substantieel bij aan het duurzaam accommoderen van een veranderende organisatie. Door voor de gehele organisatie eenzelfde inrichtingsconcept te hanteren, kunnen afdelingen groeien of krimpen zonder aanpassingen aan het gebouw. Daarbij behoort wel een juiste mix van open en gesloten en van grotere en kleinere ruimten, die past bij de werkprocessen en doelstellingen van een organisatie. Omdat eigenheid van afdelingen kan worden uitgedrukt in andere zaken dan ‘de vloerindelingen’, staat standaardisatie van het werkplekconcept niet synoniem voor een saaie omgeving. Aanvullende flexibiliteit wordt verkregen als de verschillende ruimten multifunctioneel worden gebruikt. Organisaties hebben een sterke focus op kostenefficiency. De match tussen de huisvestingsbehoefte van een organisatie en het vastgoed met dienstenpakket dient daarom zo efficiënt mogelijk gerealiseerd en gemanaged worden. Ook ‘Life cycle cost’ verdient daarbij veel Range is een uitgave van Royal Haskoning, verschijnt vijf maal per jaar in een oplage van 9000. Het blad is bedoeld voor relaties en andere geïnteresseerden. Redactie: Royal Haskoning, PR & Communicatie Katinka Erkens-Janssen Postbus 151 6500AD Nijmegen Telefoon (024) 3284 972 e-mail:
[email protected] Tekstschrijvers: Com-dt HDtt Communicatieadvies Intotum Pers en productiebureau A4 Royal Haskoning Westra Redactionele Producties Lay-out: Charles Whalley Advertising Limited UK Drukwerk: Verenigde Offset-bedrijven bv Vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van Range? Laat het ons weten: stuur een e-mail naar
[email protected]. Wilt u zich abonneren op Range, een adreswijziging doorgeven of stelt u geen prijs meer op het ontvangen van Range? Ook hier volstaat een e-mail naar de redactie. Meer informatie over de activiteiten van Royal Haskoning vindt u op onze website: www.royalhaskoning.com
Onze vestigingen in Nederland: Onze vestigingen in Europa: Onze vestigingen wereldwijd:
aandacht. Huisvesting die steeds weer veranderd moet worden draagt daar niet aan bij. Om te overleven in hun business hebben bedrijven het juiste ‘human capital’ nodig. Een aantrekkelijke werkomgeving voor hun medewerkers (met de juiste ICT-voorzieningen, comfort en een goede uitstraling), vormt dan een belangrijk ‘bindingselement’. Huisvestingsadviseur Ellis ten Dam: “De afgelopen jaren hebben we steeds meer generieke concepten toegepast bij profit- en non-profitorganisaties. Ook de rijksoverheid maakt nu een omslag: binnenkort wordt het eerste generieke rijkskantoor geopend. De ervaring leert dat veranderingen van organisaties eenvoudiger en veel sneller kunnen worden geaccommodeerd, zonder aanpassingen van het fysieke kantoor. Het verlengen van de levensduur en het efficiënte gebruik van vierkante meters en diensten, maakt generieke werkplekconcepten duurzamer.” Contactpersoon Ellis ten Dam
+31 (0)10 4433 684
[email protected]
Lees verder online Evenwicht tussen boven- en ondergronds ‘Voor duurzaam omgaan met de bodem kijk je verder dan alleen naar de mate van verontreiniging. Uitgangspunt is dat alles wat bovengronds gebeurt zijn weerslag heeft op de ondergrond.’ Bodemadviseur Mieke de Jong legt dit online uit. Resultaten clientmeeting over klimaatverandering ‘Als het Europese bedrijfsleven met het oog op de gevolgen van klimaatverandering wordt verplicht om reducties tot 20% op emissies door te voeren voor 2020, ten opzichte van het verbruik in 1990, dan biedt dat enorme kansen. Lees online meer over mogelijke oplossingen. Afdekken stortplaatsen ineffectief Onderzoek van Royal Haskoning wees onlangs uit dat het afdekken van stortplaatsen ineffectief is. ‘Vuilstortspecialist’ Willem van Vossen pleit voor aanpassing van de wetgeving. Van Wold naar Weerribben Lees online meer over de ‘Robuuste Ecologische Verbindingszone’ tussen de twee nationale parken Het Drents-Friese Wold en De Wieden- Weerribben in Overijssel.
Begeleiding bij externe veiligheid
Bescherming van burgers, groei voor bedrijfsleven Na de rampen in Enschede en Volendam heeft de overheid versneld maatregelen genomen met wettelijke richtlijnen voor de externe veiligheid. Cornelis Offereins, adviseur milieu en veiligheid bij Royal Haskoning, begeleidt bedrijven en overheden bij de implementatie van deze richtlijnen. ‘Veiligheid van burgers zonder de economie te schaden, is een vorm van duurzaamheid’. Rampen zoals in Enschede hebben de urgentie van minimale veiligheidsgaranties voor burgers nog eens versterkt. Sinds enkele jaren beschikt Nederland over het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI), waarin de overheid concreet heeft vastgelegd aan welke eisen de externe veiligheid moet voldoen. Offereins adviseert hier onder meer veel tankopslagbedrijven over: ‘Deze richtlijn moet de risico’s van opslag en gebruik van toxische en brandbare stoffen beheersbaar houden. Hiermee is het minimale beschermingsniveau voor burgers in ons dichtbevolkte land uitgedrukt in normen.’
gevolgen. Offereins licht toe: ‘De kans op een klein ongeval met beperkte omvang is doorgaans groter dan de kans op een ongeval met enorme gevolgen. De risico’s hier van zijn te berekenen met een Kwantitatieve Risico Analyse (QRA).’
Berekening van risico’s Deze risico’s worden bepaald door de kans op een ongeval af te zetten tegen de mogelijke schadelijke
Veilig groeien Royal Haskoning ondersteunt zowel bedrijven als overheden met het berekenen van de veiligheidsrisico’s.
De overheid heeft hiervoor het computermodel Safeti-NL beschikbaar gesteld. Uit de berekeningen met dit nieuwe model blijkt dat met name voor tankopslagbedrijven het berekende risico groter is in vergelijking met andere modellen. Dit kan leiden tot knelpunten in bestaande situaties of gevolgen hebben voor bedrijven die willen uitbreiden.
‘We kunnen meedenken over milieuvergunningen, maar ook over de praktische inrichting van een bedrijf. Daarnaast zijn we actief betrokken bij de indeling van (nieuwe) bedrijventerreinen.’ Voor Offereins is het een uitdaging om zowel de veiligheid van burgers als de groei van het bedrijfsleven te waarborgen. ‘Alleen dan kunnen we in Nederland duurzaam ontwikkelen, zonder de economie in gevaar te brengen.’ Lees meer online… Contactpersoon Cornelis Offereins
+31 (0)24 3284 223
[email protected]
Herstel van landschapsvormende processen
Natuurlijke klimaatbuffers als antwoord op klimaatverandering De snelheid waarmee de klimaatverandering zich voltrekt, vraagt naast technische maatregelen ook om duurzame ruimtelijke maatregelen. Vijf natuurorganisaties (Vereniging Natuurmonumenten, Vogelbescherming Nederland, Staatsbosbeheer, ARK Natuurontwikkeling en de Waddenvereniging) hebben daarom samen met het bureau Stroming het concept ‘natuurlijke klimaatbuffers’ ontwikkeld. Dit innovatieve concept biedt volgens de initiatiefnemers een prima oplossing voor een aantal – vooral watergerelateerde – problemen en kan een belangrijke bijdrage leveren aan het klimaatbestendig maken van ons land. Klimaatbuffers bieden tegelijkertijd veel ruimte aan andere gebruiksfuncties. De natuurorganisaties hebben hun visie eind vorig jaar aangeboden aan de politiek. De Tweede Kamer was dermate enthousiast dat ze meteen om een nadere uitwerking van het concept heeft gevraagd. De natuurorganisaties hebben hierop Royal Haskoning benaderd voor het uitvoeren van een definitiestudie. De studie is begin deze maand afgerond. Fundamenten ‘Met natuurlijke klimaatbuffers kan ons land de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte, wateroverlast, overstromingen en stormen op efficiënte wijze opvangen,’ legt Rob Speets van Royal Haskoning uit. ‘Er wordt ruimte gegeven aan herstel en revitalisering van natuurlijke landschapsvormende processen die ons land sinds mensenheugenis bescherming hebben geboden en die wij in de loop van de jaren eigenlijk zelf
voor een belangrijk deel aan banden hebben gelegd. Landaangroei door opslibbing, veengroei, duinvorming en aanzanding vormden eeuwenlang de fundamenten onder ons land. Herstel van deze processen bevordert de biodiversiteit in ons land en legt een duurzame basis voor ecologisch vitale landschappen met bijbehorende functies als wonen, werken en recreëren.’ In de studie geeft Royal Haskoning aan dat de inrichting en omvang van de natuurlijke klimaatbuffers per regio verschilt en afhankelijk is van lokale omstandigheden. Ze onderscheidt zes hoofdlandschapstypen: rivierlandschappen, estuariumlandschappen, duinlandschappen, laagveenlandschappen, zandgrondlandschappen en heuvellandschappen. In het rivierenland worden nieuwe elementen toegevoegd aan het
bestaande project Ruimte voor de Rivier, zoals stevige dijkteruglegging of nieuwe rivierlopen in combinatie met rivierfronten. Pilotprojecten Op basis van de criteria die Royal Haskoning heeft aangereikt, werken de betrokken natuurorganisaties inmiddels hard aan de voorbereiding van enkele pilotprojecten. Hiermee kan kennis en ervaring worden opgedaan voor een optimale praktische toepassing van het principe van natuurlijke klimaatbuffers. Lees meer online… Contactpersoon Rob Speets
+31 (0)10 2865 532
[email protected]
amsterdam > capelle a/d ijssel > dordrecht > eindhoven > enschede > goes > groningen > ’s-hertogenbosch > hoofddorp > maastricht > nijmegen > oirschot > rotterdam > Rijswijk > Steenwijk > veendam > zwolle boedapest > boekarest > dublin > edinburgh > exeter > haywards heath > liverpool > londen > newcastle > peterborough > rochdale > katowice > lille > mechelen > namen bahrain > bangladesh > cambodja > china > egypte > filippijnen > gabon > ghana > india > indonesië > kameroen > libië > maleisië > nigeria > russische federatie > thailand > trinidad & tobago > usa > verenigde arabische emiraten > vietnam