Het EnschedePanel over duurzaamheid Resultaten peiling EnschedeP EnschedePanel 7 april 2010
Over dit onderzoek De leden van het EnschedePanel zijn enkele vragen voorgelegd over het stimuleren van duurzaam gedrag. Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van deze peiling. Deze kon worden ingevuld van 28 januari tot en met 7 februari 2010. De vragenlijst is door 4.690 panelleden ingevuld. De respons komt hiermee uit op 64 procent. De resultaten zijn herwogen naar leeftijd, geslacht en wijk (gebaseerd op de indeling in 9 Enschedese wijken). In totaal hebben 4.480 panelleden de vragenlijst via internet ingevuld en 210 schriftelijk. In deze nieuwsbrief worden waar relevant uitsplitsingen gemaakt naar geslacht, wijk en burgerschapsstijl. In bijlage 1 zijn deze resultaten opgenomen in een tabellenboek. Er wordt onderscheid gemaakt in vier zogenaamde burgerschapsstijlen: de plichtsgetrouwen, pragmatici, verantwoordelijken en buitenstaanders. Voor een meer uitgebreide omschrijving: zie bijlage 2. De open antwoorden die panelleden op enkele vragen konden geven zijn opgenomen in een apart bijlagenrapport. De panelleden is gevraagd welke energiebesparende middelen en maatregelen het meest geschikt zijn om (Enschedese) huishoudens aan te zetten tot meer besparend gedrag (figuur 4). Drievijfde (60 procent) ziet het meest in subsidies voor energiebesparende maatregelen, zoals het isoleren van huizen of het aanschaffen van HR-ketels. Een op de zes (17 procent) ziet meer in voorlichting. Een op de tien (11 procent) denkt dat energiebesparing vooral op eigen initiatief moet gebeuren, waarschijnlijk omdat huishoudens hier ook zelf het meest profijt van hebben (zeker op de lange termijn). Een klein deel denkt dat er geen geschikte maatregelen zijn om energiebesparend gedrag te stimuleren. Onder ‘anders’ noemen panelleden vooral een combinatie van de beschreven maatregelen. Figuur 1 Welk soort maatregelen zijn volgens u het meest geschikt om energiebesparing door Enschedese huishoudens te stimuleren? (n=4.619)
subsidies voor energiebesparende maatregelen
60%
voorlichting geven over energiebesparing
17%
zelf voorzieningen treffen om gevolgen van klimaatprobleem te beperken
11% 4%
geen van deze maatregelen zijn geschikt
8%
anders 0%
25%
50%
75%
100%
1
Stijgende energielasten voor veel panelleden reden tot zorg De energieprijzen zijn de laatste jaren voornamelijk gestegen. Een groot deel van de panelleden (70 procent) maakt zich wel eens zorgen over de stijgende energierekening. Kijkend naar de burgerschapsstijlen dan valt op dat de ‘plichtsgetrouwe’ panelleden zich het vaakst zorgen maken over de stijgende energieprijzen (82 procent), gevolgd door de buitenstaanders (75 procent) en de verantwoordelijken (66 procent). De pragmatici maken zich het minst vaak zorgen over stijgende energieprijzen (in 61 procent van de gevallen). Naar leeftijd zijn het vooral de oudste panelleden (50 jaar en ouder) die wel eens wakker liggen van stijgende energiekosten (in 81 procent van de gevallen). Figuur 2 Maakt u zich wel eens zorgen over de stijgende energierekening? (n=4.674)
nee 30%
ja 70%
Grote groep bereid tot besparende maatregelen in en om het huis Panelleden zijn vooral bereid om energiebesparende maatregelen in huis te nemen als hierdoor de energielasten dalen (44 procent). Toch is er een tamelijk grote groep die kennelijk milieubewuster is, omdat zij hiertoe ook (zeggen) bereid te zijn als de energierekening gelijk blijft (28 procent). Een op de twaalf (7 procent) heeft naar eigen zeggen alle mogelijke maatregelen getroffen. Eveneens 7 procent wil zelfs maatregelen tot besparing nemen als de energielasten stijgen. In totaal gaat het dus om ruim eenderde (35 procent) van het panel dat toch bereid is tot maatregelen, ondanks een gelijkblijvende of stijgende energierekening. Slechts 3 procent is helemaal niet van plan om in en om het eigen huis energiebesparende maatregelen te treffen (figuur 6).
2
Figuur 3 Onder welke voorwaarde(n) bent u eventueel bereid om de komende tijd energiebesparende maatregelen te nemen in uw huishouden? (n=4.650)
alleen als daardoor mijn energielasten dalen
44%
ook als mijn energielasten hierdoor gelijk blijven
28%
onder geen enkele voorwaarde, er zijn alle mogelijke energiebesparende maatregelen getroffen
7%
ook als mijn energielasten hierdoor maximaal met 10% stijgen
5%
ik ben niet van plan energiebesparende maatregelen te treffen ook als mijn energielasten hierdoor met 10 tot 20% stijgen
3%
2%
weet niet
4%
7%
anders 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Op basis van de burgerschapsstijlen kan worden gezegd dat de buitenstaanders het vaakst aangeven (in 54 procent van de gevallen) dat zij alleen energiemaatregelen willen nemen als deze ook een daling van de lasten oplevert. De verantwoordelijken geven het vaakst aan al alle mogelijke energiemaatregelen getroffen te hebben (11 procent). Vervolg De uitkomsten en de lijst met suggesties zullen meegenomen worden bij het gemeentelijk beleid. Zo blijkt uit het onderzoek bijvoorbeeld dat veel mensen voorstander zijn van een subsidieregeling. Het beleid is echter gebaseerd op een leningenstelsel. Deze input kan worden meegenomen in een evaluatie van dit stelsel.
3
Bijlage 1: tabellenboek met achtergrondvariabelen Tabel 1: zorgen om energierekening, naar achtergrondkenmerken ja
nee
Binnensingelgebied
65%
35%
Hogeland / Velve
68%
32%
Boswinkel / Stadsveld
69%
31%
Twekkelerveld
70%
30%
Enschede-Noord
64%
36%
Ribbelt / Stokhorst
73%
27%
Enschede-Zuid
75%
25%
Industrie- en Havengebied
80%
20%
Glanerbrug e.o.
70%
30%
Landelijke gebied en kernen
69%
31%
wijk
burgerschapsstijl plichtsgetrouwen
82%
18%
pragmatici
61%
39%
buitenstaanders
75%
25%
verantwoordelijken
66%
34%
laagbouw
71%
29%
hoogbouw
63%
37%
woonvorm
4
Bijlage 2: burgerschapsstijlen1 Doelgroepen van beleid en communicatie worden doorgaans onderscheiden op basis van 'harde', sociodemografische kenmerken zoals leeftijd, opleiding en geslacht. Burgers verschillen echter ook meer algemeen in de manier waarop zij in het leven staan, ongeacht bijvoorbeeld hun leeftijd, opleiding of geslacht. Vaak zijn deze 'softe' kenmerken van burgers zelfs het meest bepalend voor hun opvattingen, attitudes en gedrag. Mentality biedt een segmentatiemodel dat juist met name gericht is op deze subjectieve beleving van burgers. Mentality is de naam van het onderzoeksprogramma waarmee waarden en leefstijlen in de Nederlandse bevolking evenals trends in het sociaal-culturele klimaat in kaart worden gebracht. Dit heeft tot een segmentatiemodel geleid waarin acht sociale milieus kunnen worden onderscheiden met een eigen kijk op het leven. Elk sociaal milieu heeft specifieke opvattingen over doelen die de moeite waard zijn om na te streven in het leven, opvattingen over werken, over sociale relaties, vrije tijd en consumeren. Ook de manier waarop sociale milieus aankijken tegen de overheid en de maatschappij, en de rol die men daarin wil spelen, verschilt. Daarmee heeft elk sociaal milieu een eigen burgerschapsstijl. Er worden vier burgerschapsstijlen onderscheiden: 1. plichtsgetrouwen 2. verantwoordelijken 3. pragmatici 4. buitenstaanders Plichtsgetrouwen Burgers met deze burgerschapsstijl zijn sterk maatschappelijk betrokken, met name bij de directe leefomgeving en de lokale overheid. Zij worden gedreven door hun plichtsbesef en gezagsgetrouwheid en zijn dus in principe bereid zich te schikken naar het overheidsbeleid. Ze zien in de overheid een autoriteit die zij respecteren en die weet wat goed is voor de burger. Verantwoordelijken De verantwoordelijken worden gedreven door maatschappelijke betrokkenheid en de ‘publieke zaak’. Zij voelen zichzelf hiervoor in hoge mate verantwoordelijk. Zij zien de overheid als een belangrijk instrument om die publieke zaak te dienen en nemen een coöperatieve maar kritische houding aan ten aanzien van de overheid. Vaak werken verantwoordelijken zelf ook bij de overheid, of bijvoorbeeld in charitatieve instellingen en de journalistiek. Men is doorgaans ook goed geïnformeerd over overheidsbeleid. 1
Bron: basisrapportage burgerschapsstijlen 2009, Motivaction
5
Pragmatici De pragmatici zijn utilitaire individualisten met een sterke materialistische gedrevenheid. Niet de publieke zaak maar het eigen belang staat voorop en dit uit zich in selectieve interesse voor overheidsbeleid. Men filtert informatie van de overheid op relevantie voor hun eigen positie. Als het niet relevant is, wordt er verder geen aandacht aan besteed. Men is dus op onderdelen betrokken bij de overheid en geïnformeerd over overheidsbeleid. Over het algemeen is deze groep minder negatief over de overheid dan de buitenstaanders, ook al is men zeker niet volgzaam (zoals de plichtsgetrouwen) en is men het zeker niet altijd eens met de overheid.
Buitenstaanders Burgers met deze burgerschapsstijl zijn weinig maatschappelijk betrokken maar worden wel veelal gedreven door een behoefte aan maatschappelijke erkenning. Men voelt zich echter meestal niet erkend door de overheid, men voelt zich buitengesloten. Hiermee hangt samen dat men over het algemeen weinig vertrouwen heeft in de overheid, weinig interesse heeft voor het overheidsbeleid en negatief staat tegenover maatschappelijke verplichtingen.
6