Oriëntatiedagen journalistiek Handleiding 1 jaar – Blok 4 e
Oriëntatiedagen journalistiek
2
Inhoudsopgave 1. In ‘t kort ...................................................................................... 3 2. Inleiding ...................................................................................... 3 3. Oriëntatieplaats ............................................................................. 4 4. Opzet en karakter van de oriëntatiedagen .............................................. 4 5. Doelstellingen ................................................................................ 4 6. Voorbereiding ................................................................................ 6 7. Werkplan ..................................................................................... 7 8. Begeleiding tijdens de oriëntatiedagen ................................................. 7 9. Rapportage over de oriëntatiedagen ..................................................... 8 a. Interview ............................................................................. 9 b. Oriëntatierapportage .............................................................. 10 c. Beoordelingsformulier ............................................................. 10 d. Het logboek ......................................................................... 10 10. Evaluatie, beoordeling en herkansing ................................................. 11 11. Zet in je agenda .......................................................................... 11 12. Overige bepalingen ....................................................................... 11 Bijlage: Beoordelingsformulier .............................................................. 12
Oriëntatiedagen journalistiek
3
1. In ‘t kort Wie: Wat: Waar: Wanneer: Waarom: Hoe:
Jij alleen of samen met een studiegenoot Drie oriëntatiedagen op een journalistieke redactie Op een redactie in het domein van je keuze (SJ, AVJ, Online etc.), lokaal, regionaal of landelijk of in een specifieke niche. 26, 27, 28 mei 2015 Meer zicht krijgen op het journalistieke beroep in de praktijk. Redactie zoeken » Intekenen op intekenlijst » Contact opnemen / solliciteren » Resultaat terugkoppelen (op intekenlijst, zie mail) » Sollicitatiegesprek » Werkplan maken » Feedback en akkoord op werkplan » Oriëntatiedagen » Oriëntatieverslag » Portfoliogesprek.
In de oriëntatieweek ben je vrijgesteld van andere werkzaamheden voor de kerntaak.
2. Inleiding Om meer zicht te krijgen op het journalistieke beroep worden er voor de eerstejaars studenten journalistiek oriëntatiedagen georganiseerd. Alle eerstejaars journalistiek gaan in de eerste praktijkweek van blok 4 drie dagen actief oriënteren bij een redactie naar keuze. Het betreft de dagen: dinsdag 26, woensdag 27 en donderdag 28 mei 2015. Je oriëntatieverslag lever je in als onderdeel van je portfolio van blok 4. In deze handleiding vind je de meest noodzakelijke informatie over de oriëntatiedagen, de voorbereiding en de afronding daarvan. Je slb’er fungeert als docentbegeleider van deze oriëntatiedagen. Begeleiding is ‘op afstand’, oftewel de docentbegeleider komt niet op bezoek. In voorkomende gevallen mag je natuurlijk gerust contact opnemen tijdens de oriëntatiedagen. Je slb’er is uiteindelijk ook verantwoordelijk voor de beoordeling van deze oriëntatierapportage, die onderdeel is van je portfolio voor blok 4. In deze oriëntatieweek ben je vrijgesteld van andere werkzaamheden voor de kerntaak.
Oriëntatiedagen journalistiek
4
3. Oriëntatieplaats Om werkelijk zicht te krijgen op je beroep is het de bedoeling dat je de oriëntatiedagen doorbrengt op een redactie binnen het domein van je voorkeur (dagblad, tijdschrift, radio, televisie, online of crossmedia). Dus ligt je voorkeur bij schrijvende journalistiek, dan breng je de oriëntatiedagen door op een redactie van een krant of tijdschrift, vind je radio en televisie tot nu toe het leukst, dan breng je de oriëntatiedagen door bij een omroep, enzovoorts. Het mag een instelling op landelijk, regionaal of lokaal niveau zijn of in een specifieke niche. Ook mag je meelopen met een journalistiek ondernemer die niet als redactie werkt. Je mag alleen gaan, maar ook met z'n tweeën. Tip: begin te zoeken in en rond de plaats waar je vandaan komt. Zoals je zult begrijpen, zullen de plaatsen in en rond Ede snel vergeven zijn.
4. Opzet en karakter van de oriëntatiedagen Tijdens deze oriëntatiedagen gaat het er vooral om, meer van de praktijk van alledag tegen te komen. In elk blok van het cursusjaar proberen wij naast het beroepsgerichte karakter van het onderwijs, het journalistieke werkveld op een expliciete manier naar voren te halen. Nu, in de praktijkweek van blok 4 gebeurt dat door de oriëntatiedagen. In deze korte periode moet je proberen wat kleine vingeroefeningen in de praktijk te doen. Het is wellicht mogelijk om een klein project aan te pakken, waarin je de tot nog toe opgedane kennis en vaardigheden kunt ‘slijpen’ aan de praktijk. Het is een idee om met een verslaggever op pad te gaan en bijvoorbeeld een ‘schaduwitem’ te maken dat door hem beoordeeld wordt. Anderen vinden het plezierig om het functioneren van een bureauredactie eens te observeren. Je eigen houding en inbreng zijn hierin doorslaggevend. Wees nieuwsgierig, kom met voorstellen, durf te vragen (domme vragen bestaan niet), haal alles eruit wat erin zit.
Oriëntatiedagen journalistiek
5
5. Doelstellingen Voor deze oriëntatiedagen moet je (in je werkplan) een aantal leerdoelen formuleren. Dat geeft je begeleider in de instelling en de begeleider van de opleiding wat meer houvast om je inhoudelijk op je werkplek te begeleiden. Daarbij heb je rekening te houden met de verwachtingen en dus ook de doelen die door de redactie worden genoemd. Zorg er alsjeblieft voor dat de wederzijdse verwachtingen tussen jou en oriëntatieplaats goed op elkaar afgestemd zijn! Dat voorkomt teleurstellingen en eventuele mislukkingen. Bespreek in een voorgesprek via de telefoon of ter plaatse hoe de dagen er naar verwachting ongeveer uit gaan zien en wat je werkzaamheden kunnen zijn. Vraag ook naar wat de redactie van jou verwacht qua inbreng, houding en niveau, wat hun ervaringen met andere stagiair(e)s en meelopers was. Verwerk dit in je werkplan en stuur dat voor aanvang van de oriëntatiedagen naar je contactpersoon op de oriëntatieplaats. De hoofddoelstelling is dat je meeloopt met een beroepskracht en een interview houdt. De subdoelstellingen zijn: ! initiatief tonen in het leggen van contacten met het werkveld ! formuleren van leerdoelstellingen en een werkplan ter voorbereiding op de oriëntatiedagen ! inzicht krijgen in de eigenschappen die je moet hebben als journalist ! inzicht krijgen in de vaardigheden waarover je als journalist dient te beschikken ! inzicht krijgen in de kennis die je als journalist nodig hebt ! inzicht krijgen in een adequate beroepshouding van een journalist ! inzicht krijgen in de werkwijzen van een journalist ! inzicht krijgen in de dagelijkse werkzaamheden van een journalist ! uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden op het terrein van de journalist ! afnemen van een interview met een vertegenwoordiger van de redactie. ! trekken van conclusies over het eigen functioneren, kennis, vaardigheden en inzichten ! schrijven van een verslag waarin bovenstaande doelstellingen helder worden uitgewerkt ! bijhouden van een logboek waarin je al je verrichte werkzaamheden vermeldt
Oriëntatiedagen journalistiek
6
6. Voorbereiding De procedure is als volgt: 1. Zoek een redactie of medium, programma etc. waarvan je benieuwd bent hoe het redactieproces gaat. Je mag zelf een oriëntatieplaats gaan zoeken. Het mag een instelling op landelijk, regionaal of lokaal niveau zijn of in een specifieke niche. Ook mag je meelopen met een journalistiek ondernemer die niet als redactie werkt. Je mag alleen gaan, maar ook met z'n tweeën. 2. Noteer op de intekenlijst op Entree de instelling of redactie van je voorkeur. Maximaal één per persoon. Hiermee blokkeer je deze plaats voor anderen. 3. Vervolgens bel je (na intekening dus) de betreffende instelling / het betreffende bedrijf met het verzoek of je daar je drie oriëntatiedagen mag doorbrengen. Tip: ‘Stage’ en ‘drie dagen’ klinkt bij veel journalistieke redacties niet als een handige combinatie. Noem het meeloopdagen, oriëntatiedagen, maar vergeet het woord stage. 4. Het resultaat geef je door op de intekenlijst op Entree. Daar geef je aan of het mag, of dat ze geen of juist meer studenten willen ontvangen (Deadline: 17 april 2015) a. Als je geen toestemming van de instelling / het bedrijf krijgt, ga je op zoek naar een andere instelling, waarvoor je natuurlijk eerst weer intekent op één van de lijsten bij de coördinatoren. b. Als het rond is geef je dit door aan je slb’er. 5. Je gaat naar de redactie toe voor een 'sollicitatiegesprek' waarin de doelstellingen en wederzijdse verwachtingen worden besproken. Eventueel kan dit ook telefonisch. Bereid een ‘sollicitatiegesprek’ goed voor. Schrijf aandachtspunten die je in het gesprek aan de orde wilt laten komen vooraf op, bereid je voor op vragen en zorg dat je zelf vragen paraat hebt en dat je één of meerdere edities of uitgaves van de redactie van het programma gezien hebt. 6. De doelstellingen en verwachtingen verwerk je in een beknopt werkplan dat je opstuurt naar je slb’er. Als je met z'n tweeën gaat, schrijf je het plan gezamenlijk. De slb’er geeft kort feedback en tips. Zonder een goedgekeurd werkplan mag je niet deelnemen aan de oriëntatiedagen.
Oriëntatiedagen journalistiek
7
7. Meld je op dinsdag 26 mei op de afgesproken tijd op de oriëntatieplaats. en neem / verstuur een exemplaar van je werkplan (en evt. deze handleiding) mee naar de begeleider op de redactie. Voor alle duidelijkheid: de ervaring heeft geleerd dat het echt onmogelijk is om er naast de oriëntatiedagen nog nevenactiviteiten op na te houden. Je zult je handen vol hebben aan de taken die je krijgt en de rapportage die je moet doen. Houd hiermee rekening bij het plannen van werk of andere activiteiten.
7. Werkplan De volgende gegevens moet in je werkplan komen te staan: • Je naam, studentnummer, klas en je adres en telefoonnummer waar je tijdens je stage bereikbaar bent; • Naam en e-mailadres van je slb’er en het telefoonnummer van de CHE (0318696300); • Naam adres, plaats, telefoonnummer van de oriëntatieplaats, eventueel emailadres; • Naam van degene die je vanuit de oriëntatieplaats begeleidt; • Een korte omschrijving van de oriëntatieplaats; • De resultaten van jullie voorbereiding op de oriëntatiedagen en in het bijzonder je leerdoelen (zie onderdeel 5) • De resultaten van het gesprek met je begeleider op je oriëntatieplaats; • Voor zover nog niet aan de orde geweest, de wederzijdse verwachtingen; • De organisatie van de begeleiding; • Indien mogelijk wat eerste werkafspraken; • Een globaal takenpakket; • Eventuele afspraken over (reis)vergoedingen; De omvang van dit werkplan is ongeveer 2 kantjes A4. Stuur het werkplan uiterlijk vrijdag 1 mei naar je slb’er. Zonder een goedgekeurd werkplan mag je niet deelnemen aan de oriëntatiedagen.
Oriëntatiedagen journalistiek
8
8. Begeleiding tijdens de oriëntatiedagen Vanuit de oriëntatieplaats De oriëntatiedagen hebben als kenmerk dat je er werkend mag leren en lerend mag werken. Om van dat werken te leren, heb je een coach, een begeleider nodig die je laat zien waarom dingen gaan zoals ze gaan en die je kan wijzen op de relevante aspecten van het werk. Als opleiding hechten we aan een goede begeleiding, al zijn we ons er van bewust dat we voor een korte periode geen hoge eisen mogen stellen. Toch noemen we de volgende aandachtspunten: • een introductie in het bedrijf • duidelijkheid over de persoon die begeleidt, • indien mogelijk aan het eind van elke dag een korte evaluatieve bespreking, • de mogelijkheid om een redacteur te interviewen volgens de interviewopdracht. • een korte geschreven beoordeling aan het eind van de oriëntatiedagen. Bespreek deze verwachtingen ook tijdens het sollicitatiegesprek. Vanuit de opleiding Vanuit de opleiding wordt de student ‘op afstand’ begeleid. Dat betekent dat de slb’er niet langskomt op de plek van je oriëntatiedagen. Wel kun je op hem of haar terugvallen als er zich in die tijd problemen mochten voordoen. De slb’er is verantwoordelijk voor de beoordeling van de oriëntatiedagen. Dat gebeurt aan de hand van de rapportage die je inlevert bij je portfolio van blok 4.
Oriëntatiedagen journalistiek
9
9. Rapportage over de oriëntatiedagen Om tot een juiste beoordeling van je oriëntatiedagen te komen zijn er verschillende vormen van rapportage nodig. Wie slim werkt, kan deze rapportage al grotendeels af hebben tijdens de oriëntatieweek. De a. b. c. d.
rapportage bestaat uit 4 onderdelen: interview oriëntatierapportage beoordelingsformulier van de begeleider op de plek van de oriëntatiedagen. als bijlage: het logboek
a. Interview Zoals hierboven al is aangegeven, hebben de oriëntatiedagen tot doel meer zicht te geven op het beroep van journalist. Dit doe je door je te oriënteren op de werkplek en door iemand uit de beroepsgroep te interviewen. Je bepaalt zelf de persoon die je benadert. De opdracht is voor jezelf bedoeld. De antwoorden van de journalist zijn immers bedoeld om jouw te helpen in je oriëntatie op het beroep. Dus als je met z'n tweeën bent, dan interviewt ieder z'n eigen persoon en werkt zelf dat interview uit. Werk toe naar een interview van ca. 2 A4 in vraag-antwoordstijl. (En met een mooie kop en lead maak je er een publicatie die je zo op je blog kunt zetten.) Hoewel hoge kwaliteit op prijs wordt gesteld, beoordelen we het eindproduct niet primair op journalistieke kwaliteit, maar letten we er vooral op of je er echt mee bezig bent geweest, of jij je verdiept hebt in de situatie en of je relevante informatie hebt opgepikt. Je kunt voor het interview het volgende checklistje gebruiken: • Welke eigenschappen moet je hebben om een journalist te zijn? • Over welke vaardigheden moet je beschikken? • Welke kennis is belangrijk voor een journalist? • Hoe ziet de werkweek/werkdag van een journalist eruit? • Hoe komt de journalist aan zijn nieuws en hoe verwerkt hij het? • Hoe bepaalt een journalist wat nieuws is? • Welke tips heeft de journalist voor het interviewen van mensen? • Hoe ziet de journalist de toekomst van de journalistiek? • Wat is de rol van freelancers op en rond de redactie? En in lijn met het thema van dit blok: • In hoeverre is er sprake van crossmediaal werken op deze redactie?
Oriëntatiedagen journalistiek
• • • • • •
10
Hoe kijkt men op deze redactie tegen crossmedia aan (kansen, mogelijkheden, moeilijkheden)? Op welke manieren maakt de redactie gebruik van de ‘crowd’ (de input van lezers / luisteraars / kijkers)? Hoe zien ze de toekomst van de (lokale / regionale) journalistiek? Hoe is de samenwerking tussen de redactie van traditionele media (radio, televisie, krant) en de internetredactie geregeld? Wat merkt men op de redactie van de generatieverschillen tussen digital immigrants en digital natives? Heeft de redacteur tips / adviezen voor jullie werk voor de kerntaak?
b. Oriëntatierapportage In deze rapportage verwerk je de volgende onderdelen: • je leerdoelen: wat heb je vooraf vastgesteld? In hoeverre heb je ze in de loop van de week aangepast? Hoe ben je ermee omgegaan? Wat heb je van de week geleerd? • een globaal overzicht en evaluatie van je werkzaamheden waarin je de doelstellingen en de gegevens uit je logboek betrekt. • een vergelijking met wat je hebt opgestoken in het interview; • een zelfevaluatie, waarin je conclusies trekt over je eigen functioneren, kennis, vaardigheden en beroepsattitude. Werk iedere dag even aan de rapportage. Zo leg je je leerervaringen goed vast en bespaar je je de tijd die dit extra kost als je het later moet ophalen.
c. Beoordelingsformulier Zie bijlage. Laat het formulier invullen door je begeleider ter plaatse of de journalist met wie je het meest hebt samengewerkt tijdens de oriëntatiedagen. Ben je met z’n tweeën, dan laat ieder apart een beoordelingsformulier invullen.
d. Het logboek Inhoudelijk moet je bij een logboek aan het volgende denken. Per dagdeel houd je nauwkeurig bij wat je werkzaamheden zijn. Dus alle activiteiten van dat dagdeel noem je met de tijd die eraan besteed is. Aan het eind van elke dag houd je een bespiegeling over het rendement van de dag; wat heeft deze dag opgeleverd, wat had anders/beter gekund, wat heb je geleerd, wat is je opgevallen, wat was nieuw voor je, welke bijdrage betekende deze dag aan doelstellingen, e.d. Kortom, je past een kritische reflectie toe op je eigen functioneren en de omstandigheden waar je mee te maken had. De gegevens uit het logboek kun je gebruiken bij het schrijven van je rapportage.
11
Oriëntatiedagen journalistiek
10. Evaluatie, beoordeling en herkansing Zorg ervoor dat je de vier documenten van de eindrapportage bij je portfolio van blok 4 inlevert op de deadline van de slb’er. Je slb’er zal in het portfoliogesprek van blok 4 met jou ook deze documenten in het gesprek gebruiken. Bij een eventueel niet of onvoldoende voltooien van de oriëntatiedagen of niet inleveren van onderdelen van de rapportage bepaalt de slb’er welke onderdelen moeten worden overgedaan om aan de doelstelling (zicht op het beroep) te voldoen.
11. Zet in je agenda Halverwege blok 3 Tweede helft blok 3 Vrijdag herkansingsweek blok 3 (17 april 2015) Lesweek 1 blok 4 Lesweek 2 (1 mei 2015) Lesweek 3 / 4 Praktijkweek 1 Eind blok 4 Eind blok 4
Uitreiking handleiding oriëntatiedagen intekenen, regelen van je oriëntatieplaats en 'solliciteren' Deadline om je oriëntatieplaats geregeld te hebben. Schrijven van je werkplan Werkplan inleveren bij je slb’er Feedback en tips van slb’er Oriëntatiedagen (dinsdag, woensdag, donderdag) Rapportage inleveren samen met portfolio. Portfoliogesprek waarin ook de oriëntatiedagen besproken worden.
12. Overige bepalingen Rechtspositie Als stagiair heb je rechten en plichten. We bespreken ze kort in de volgende paragrafen. Relatie stagiair - stageplaats In je werkplan heb je jouw recht op passend ‘werk’ en passende begeleiding besproken. Daar mag je de stage-instelling op aanspreken. Omgekeerd heb je plichten en mag je begeleider je aanspreken op de afgesproken taken, werktijden
Oriëntatiedagen journalistiek
12
etc. In voorkomende gevallen kunnen er eisen aan vertrouwelijkheid of geheimhouding gesteld worden. Als er iets niet goed gaat in die verhouding rechten en plichten doe je er goed aan, dit op zo kort mogelijke termijn met je slb’er te bespreken. Relatie stagiair - opleiding Als stagiair ben je nog steeds ‘in dienst van de opleiding’. Dat betekent dat je recht hebt op ondersteuning, begeleiding en beoordeling van je stage, volgens de afspraken die in deze handleiding staan. In voorkomende gevallen is er de mogelijkheid een beroep te doen op de verzekeringen die de CHE voor haar stagiairs heeft. Dat gaat om een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid en om een aanvullende ongevallenverzekering. Om je begeleiders de gelegenheid te geven tot een goede beoordeling van je stage te komen heb je de plicht de beschreven rapportage goed en correct te verzorgen. Als je door omstandigheden niet aan de afspraken kunt voldoen heb je toch de plicht dat op de afgesproken datum te melden bij je begeleider om vervolgens samen met hem tot een nieuwe afspraak te komen. Ziektemelding Zeker bij een korte periode als deze is het van belang dat je eventuele ziekte bij je slb’er meldt. In overleg zal dan een passende oplossing gevonden moeten worden. Verzekeringen De stagiair is via de onderwijsinstelling verzekerd tegen de risico’s van: ongevallen en wettelijke aansprakelijkheid Ongewenste intimiteiten Het is uitermate belangrijk bedacht te zijn op het melden van ongewenste intimiteiten. Dit is niet alleen voor jou belangrijk, maar ook voor de instelling waar je stage loopt en toekomstige stagiairs. Er • • •
zijn verschillende meldingsmogelijkheden: via de vertrouwenspersoon of de chef in het bedrijf waar je stage loopt; via je slb’er; via de vertrouwenspersoon van de CHE.
13
Oriëntatiedagen journalistiek
Bijlage: Beoordelingsformulier Aan degene die de oriëntatiestage inhoudelijk begeleidt, wordt gevraagd onderstaand schema in te vullen. Naam student: Stageplaats: Begeleider: AANDACHTSPUNT •
Wat vond u van de belangstelling die de student aan de dag legde?
•
Heeft de student zich een beeld kunnen vormen van de stageplaats? Hoe?
•
Was de student op tijd? (aanwezigheid en eventueel in te leveren opdrachten)
•
Hoe was zijn omgang met de medewerkers?
•
Heeft de student affiniteit met het beroep van journalistiek?
•
Heeft de student affiniteit met het medium?
GOED
VOLDOENDE
MATIG
Hoe zou u de geschiktheid voor en de affiniteit met het beroep van deze student (voorzichtig) willen typeren? Anders gezegd: wat is uw eerste indruk wat dit betreft? Wanneer u nog aanvullingen heeft op bovenstaande vragen, dan is hieronder ruimte om uw mening te geven.
Handtekening: