Handleiding Hygiëne 0 - 4 jaar
Voorwoord
Geachte leidster/leider, Op de kinderopvang kan op een speelse manier aandacht worden besteed aan hygiëne door de kinderen diverse handelingen en situaties te leren. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om persoonlijke hygiëne met een kleine uitwijking naar de leefomgeving zoals bijvoorbeeld de zandbak. Ook op de kinderopvang kunnen de kinderen zich worden van hun persoonlijke hygiëne. Door o.a. de kinderen te leren hun handen te wassen nadat ze naar het toilet zijn geweest. En dat daarbij zeep een belangrijk middel is, zou kunnen leiden tot gewenst gedrag en een betere persoonlijke hygiëne voor de toekomst! Wilt u meer weten of zijn er vragen, dan kunt u altijd terecht bij het Centrum Publieksinformatie & Documentatie, telefoon 013 – 4643311. Het Centrum P&D is een samenwerking van de GGD WestBrabant en GGD Hart voor Brabant. Namens de GVO-medewerker team Jeugd, GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant
2
Inhoudsopgave
Inleiding ..................................................................................................................................4 Thema 1, Lichaam wassen .........................................................................................................5 Thema 2, Handen wassen! ....................................................................................................... 13 Theam 3, De W.C.! ................................................................................................................. 20 Thema 4, Haren wassen! ......................................................................................................... 23 Thema 5, Hoofdluis! ................................................................................................................. 29 Thema 6, De Leefomgeving! .................................................................................................... 35 Bijlagen, informatiebladen, werkbladen en kleurplaten .......................................................Zie deel 2 Genoemde bijlagen kunt u downloaden op www.gezondeschoolbrbant.nl (deel 2 van de handleiding)
3
Inleiding Deze handleiding is bedoeld om kinderen in de leeftijd van 3 en 4 jaar spelenderwijs in aanraking te laten komen met hygiëne en al wat er voor nodig is om een goede hygiëne te handhaven. Door aandacht te besteden aan onderwerpen als handen wassen, nagels boenen en het gebruiken van zeep, kunnen leerkrachten de kinderen bekend maken met het hoe en waarom van hygiëne. Deze handleiding bevat verschillende deelthema’s namelijk: Thema 1: Lichaam wassen Thema 2: Handen wassen Thema 3: De WC Thema 4: Haren wassen Thema 5: Hoofdluis Thema 6: De leefomgeving Hoe kunt u de handleiding gebruiken De opbouw van deze handleiding is als volgt. Elke deelthema wordt aan de hand van de onderdelen Doel, Materialen en Werkwijze uitgewerkt. Hierbij worden verschillende werkvormen aangeboden. De bedoeling is dat u zelf een keuze maakt uit de aangereikte ideeën. Bij enkele onderwerpen is achtergrond informatie voor de groepsleiding beschikbaar. De bij de thema’s behorende werkbladen zijn achterin deze handleiding te vinden. Deze kunnen desgewenst gekopieerd worden.
4
Thema 1 Lichaam wassen!
5
LICHAAM WASSEN
Thema 1
Doel
De kinderen weten waarom ze hun lichaam moeten wassen /gewassen wordt.
De kinderen weten hoe ze hun lichaam moeten wassen /hoe hun lichaam gewassen wordt.
De kinderen weten dat er zeep gebruikt kan worden om je lichaam schoon te maken en lekker te doen ruiken.
Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de groepsleiding
‘Van vies naar schoon!’ (versjes nr. 1 t/m 14 en nr. 32 t/m 34)
‘Van vies naar schoon!’, (verhaaltje nr. 36)
Praatplaat 1 ‘Lekker in bad’ (downloaden op www.gezondeschoolbrabant.nl)
Het Waslied (uitgave: Benny Vreden Produkties)
Badje, spons, en zeep
Washandje
Handdoek
Drieluik wc
Vloeibare zeep
Waterverf
Kleurpotloden
Lijm
Zand en/of schuurpapier
Materiaal voor de kinderen De leesboeken en puzzels zijn eventueel te leen bij de bibliotheek. De puzzels zijn eventueel te bestellen bij www.rolf.nl
Leesboek ‘Ik wil niet in bad’
Leesboek ‘Als beertje in bad gaat’
Leesboek ‘Floddertje’, ‘Schuim” en “Opgesloten’
Puzzel ‘Gezicht wassen’
Puzzel ‘De badkamer’
Puzzel met blauwe rand ‘In bad’
Hygiëne Memoriespel (downloaden op www. gezondeschoolbrabant.nl)
Werkblad 1 ‘Papa prikt’
Werkblad 2 ‘Kleding wassen’
Werkblad 3 ‘Doolhof’
Werkblad 4 ‘Wat gebruik je bij het schoonmaken van je lichaam’
Werkblad 5 ‘ Plak je eigen mond ‘
Kleurplaat 1 ‘Tanden poetsen’
Kleurplaat 2 ‘Jongen in bad’
Kleurplaat 3 ‘Boris en Katinka’
Kleurplaat 4 ‘Paddington in bad’
6
Materiaal voor de ouders
Informatieblad 1 ‘Lichamelijke verzorging’
Poetskaarten om mee te geven aan de kinderen (aan te vragen bij Centrum voor Publieksinformatie en Documentatie, GGD Hart voor Brabant/GGD West-Brabant, tel. 013 – 4643311
Werkwijze
Voorlezen uit - ‘Ik wil niet in bad’ - ‘Als Beertje in bad gaat’ of - ‘Floddertje in bad’ ‘Schuim’ en ‘Opgesloten’
Kringgesprek
Vertel waarom ze hun lichaam wassen/tanden poetsen -
Schone huid
-
Voorkomt ziek worden
-
Niet stinken! (lekker ruiken)
en waarop ze dan moeten letten. -
Met ‘milde’ zeep wassen
-
Goed afdrogen, ook tussen de tenen, onder de armen.
Vragen die gesteld kunnen worden: -
Ga je vaak in bad / onder de douche?
-
Hoe vaak poets je je tanden?
-
Vertel daar eens iets over?
-
Gebruik je ook zeep? Gebruikt je moeder zeep?
-
Gebruikt papa (scheer) zeep?
-
Vind je jezelf lekker ruiken als je gedoucht hebt?
Praatplaat 1 ‘Lekker in bad’
Wat zien de kinderen op deze plaat? Wat gebeurt er? Wat zijn ze aan het boenen? Waarmee? Waarom? Komt het hun bekend voor? Welke handelingen worden er verricht? Welke handelingen kunnen er nog meer verricht worden?
Versjes ‘Van vies naar schoon!’
‘Pippeloentje in bad’ (nr.1) Kijk wie zit daar in het bad Pippeloentje Pippeloentje En hij spettert en hij spat Hij maakt heel de kamer nat Daar zit beertje in de tobbe Mama beer gaat aan het schrobben 7
En aan ’t wassen met een spons Foei zegt ze, dat kind van ons Zit vol modder en vol grind Wat een smerig berenkind Dat komt van ’t slootje springen Altijd doe je stoute dingen Kijk wie zit daar in het bad Pippeloentje Pippeloentje En hij spettert en hij spat Hij maakt heel de kamer nat Andere beertjes zijn veel netter Hou toch op met dat gespetter Komt de zeep weer in je ogen Zo nu zullen we je afdrogen Dan wordt Pippeloentje even Met een handdoek afgewreven Denk er om zegt moeder Beer Slootje springen mag niet meer ‘De Poedelman’ (nr. 2) Daar is dan de poedelman Ring pingeling daar komt ie an Zijn er hier nog kindertjes met vieze vuile oren Eén twee drie daar gaat ie dan Vuile kinderen hou ik niet van Ik was alle kindertjes van achter en van voren Vader moeder geef maar op Ik doe zusje wel in ’t sop Hopla zegt de Poedelman jouw stop ik in de tobbe Kijk die groezelige Jan Hopla zegt de Poedelman Nou eerst wat groene zeep en dan maar lekker schrobbe Wat een handjes, wat een toet Wat een teentjes zwart als roet Dan komt kleine Bobby met zijn ongepoetste tanden Geen gezeur en geen gehuil Goeie help wat ben ik vuil Alle kinderen uit de buurt neem ik onderhanden Ringpingeling daar gaat ie dan
8
Hij gaat weg de Poedelman Zijn nu alle kindertjes weer netjes en weer helder Weet je ik geloof van niet Ik geloof dat kleine Piet Stiekem weg gekropen is misschien wel in de kelder ‘Was je buik’ (nr. 7) Was je buik en was je benen Was je voeten en je tenen Was je hoofd en was je handen Kam je haren, poets je tanden Wassen en plassen dat is heel gewoon Elke dag weer lekker schoon Wassen en plassen dat is heel gewoon Elke dag weer lekker schoon ‘Kabouter Plop in bad’ (nr. 3) Kabouter Plop zit in bad Hij is nat helemaal nat Hij wast zijn lip en ook zijn benen En daarna wast hij zijn tenen Kabouter Plop zit in bad Hij is net helemaal nat Plons plets plats blub blub spetter spetter (2x) Kabouter Smul zit in bad Hij is nat helemaal nat In bad zit hij taart te eten Hij krijgt buikpijn zeker weten Kabouter Smul zit in bad Hij is nat helemaal nat Plons plets plats blub blub spetter spetter (2x) Kabouter Lui zit in bad Hij is nat helemaal nat Hij zucht en begint te gapen En daarna ligt hij te slapen Kabouter Lui zit in bad Bij is nat helemaal nat Plons plets plats blub blub spetter spetter (2x)
9
Kabouter Klus wil niet in bad Hoor je dat, hoor je dat Hij zegt ‘Ik was me wel eens later’ Want hij is zo bang voor water Kabouter Klus wil niet in bad Niet in bad, wil niet in bad Plons plets plats blub blub spetter spetter (2x) In bad’ (nr. 10 ) Nu ben ik het zat alle kinderen gaan in bad. Dus allemaal in badibadi bad dan wordt je lekker nat. En schoon, heel gewoon! ‘In bad’ (nr. 4) Ik ga in bad wie gaat er mee Het is nog fijner dan de zee Je kunt er met z’n tienen in Het water komt tot aan je kin En soms nog wel eens hoger Als je groot bent zit je droger Zo ongeveer tot aan je rug Maar eerst je kleren uit en vlug (2x) Het water is een beetje nat Wat hindert dat Ik ga in bad wie durft het aan Er is alleen een koude kraan We moeten zingen allemaal Het klinkt dan net als in een zaal We dansen en we springen Het wordt wel een beetje dringen Je krijgt de kriebels langs je rug Maar eerst je kleren uit en vlug (2x) Precies dus in je blote gat Dat is me wat
10
Ik ga in bad, gaan jullie mee Zijn jullie soms bang voor water? Nee toch? ‘Piet de smeerpoets’ (nr. 8) Piet de smeerpoets Ga je toch eens wassen Piet de smeerpoets Domme domme Piet Waarom was jij je handen niet Piet, piet, wat een verdriet Piet de smeerpoets Ga je toch kammen Piet de smeerpoets Domme domme Piet Waarom kam jij je haten niet Piet, Piet, wat een verdriet
Puzzels
-
‘Gezicht wassen’
-
‘De badkamer’
-
‘In bad’
Memoriespel
Dit memoriespel is samengesteld met memoriekaartjes van Elmex en Van vies naar schoon (Kenmerk). Dit laatste spel kunt u voor de kinderen ontvangen via Zorn uitgeverij telefoon 071 - 5149141. In totaal zijn er 21 paren. Het kind met de meeste paren wint het spel (downloaden op de website www.gezondeschoolbrabant.nl)
Deel werkblad 1 ‘Papa prikt’ uit en lees de volgende instructies voor de kinderen
hardop voor Soms prikken de wangen van je papa een beetje als je hem een kus geeft. Doe veel lijm op het papagezicht op de plaatsen waar het soms prikt. Strooi er dan zand over. Laat alles goed drogen en schudt het overtollige zand van de tekening. Je kunt er ook stukjes schuurpapier opplakken. Voel met je wangen aan de stoppels. Auw, dat prikt! Nou papa, je moet je nodig scheren.
Deel Werkblad 2 ‘Kleding wassen’ uit
Hierbij kan het volgende worden gedaan door de kinderen. Meng wat vloeibare zeep met verf. Verf met het mengsel de kleertjes aan de waslijn. Zo ruiken ze lekker fris. Probeer het maar!
Deel Werkblad 3 ‘Een doolhof vol kleren’ uit
11
Dit kan ook met een klein groepje kinderen tezamen worden gedaan. Fien wil zich als mama verkleden. Maar ze vindt de goede kleren niet. Help je haar om de juiste weg te kiezen? Kijk goed naar de kleren die mama draagt. Zoek ze in de tekening en teken dan de weg die Fien volgt.
Deel werkblad 4 ‘Wat gebruik je bij het schoonmaken van je lichaam’ uit
In dit blad staan een aantal items die te maken hebben met persoonlijke hygiëne. Laat de kinderen deze opzoeken en vertel er iets bij. Daarna kunnen de plaatjes gekleurd worden.
Deel werkblad 5 ‘Plak je eigen mond’ uit
Geef de kinderen de volgende instructie: Kijk eens goed in de spiegel naar je eigen gebit. Knip de melktanden uit en plak ze inde mond. Doe dit zoals je eigen mond eruit ziet.
Deel een kleurplaat uit
Kies daarbij uit: - ‘Tanden poetsen” - ‘Jongen in bad’ - ‘Boris en Katinka’ - ‘Paddington in bad’
Geef Informatieblad 1 ‘Lichamelijke verzorging’ voor ouders /verzorgers, mee aan de
kinderen
Tevens kunt u aan de ouders een exemplaar van de poetsplaat meegeven
Bij het behandelen van algemene persoonlijke verzorging hoort natuurlijk ook het tandenpoetsen.
12
Thema 2 Handen wassen!
13
HANDEN WASSEN
Thema 2
Doel
De kinderen weten wanneer ze hun handen moeten wassen.
De kinderen weten hoe ze hun handen moeten wassen.
De kinderen weten waarom ze hun handen wassen.
De kinderen leren hun nagels schoon te maken.
U kunt gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de groepsleiding
Praatplaat 2 ‘Handen wassen’
‘Van vies naar schoon!’, versjes 15, 16 en 17
‘Van vies naar schoon!’, verhaaltjes 35, 36 & 37
Nagelborstel
Nagelschaartje
IJzerdraad (voor bellenblaas onderdeel)
Afwasmiddel
Bakjes of afwasteiltje
Zeep
Plastic flesdoppen
Waterverf
Kleurpotloden
Materiaal voor de kinderen De puzzels en boeken zijn wellicht te leen bij de bibliotheek. De puzzels zijn ook te bestellen wij www.rolf.nl
Leesboek ‘Dat is vies’,
Leesboek ‘Ik wil lekker vies’,
Puzzel ‘Handen wassen’,
Puzzel met blauwe rand ‘Neussnuiten’,
Werkblad 6 ‘Zeepbellen maken bij het handen wassen’,
Kleurplaat 5 ‘Pulken in je neus’
Materialen voor de ouders
Informatieblad 2 ‘De kinderhanden’
Werkwijze
Praatplaat 2 ‘Handen wassen’
Wat zie je op deze plaat gebeuren? Handen wassen met zeep en een nagelborstel. Doe jij dit ook? Waarom gebruiken we een nagelborstel (demonstratie geven)? En je nagels knippen? Wie doet dit? Hoe gaat dit?
14
Kringgesprek
Vertel wanneer de handen gewassen moeten worden en waarom. -
Na de wc
-
Voor het eten
-
Na het spelen
-
Na niezen, neussnuiten
-
Voor het slapen gaan etc.
Omdat je heel veel en ook vaak smerige dingen met je handen aanraakt tijdens het spelen en door die smerigheid kun je ziek worden als je handen niet gewassen hebt en ze in je mond stopt. Vragen die gesteld kunnen worden: -
Wie wast vaak zijn handen?
-
Wanneer was jij je handen?
-
Doe je dat met zeep?
-
Vertel er eens iets over?
Voorlezen
Gebruik het boek: ‘Ik wil lekker vies’. Dit verhaaltje kan worden gelezen door de groepsleiding.
Verhaaltjes
‘Zeep eten’ (uit: Dikkie Dik, nr. 36) Dikkie Dik is aan het spelen in de keuken bij het aanrecht. En op het aanrecht ligt een stukje zeep. Mmm..lekker. Dikkie Dik ruikt. Hé, dat ruikt naar bloemetjes. Zou je ’t kunnen eten? Dikkie Dik begint te likken aan de zeep. Hé, bah, wat vies! Gauw een slokje water. Oooo Dikkie Dik begint helemaal te schuimen. Zeep moet je ook niet eten Dikkie Dik. Zeep is om je te wassen. Lange Nagels (uit: Dikkie Dik, nr. 37) Een muis. Dikkie Dik ziet een muis in huis. Nou muizen, daar is Dikkie Dik dol op. Hij rent achter de muis aan. Hij neemt een sprong…boem op zijn neus. Wat een pech. Hij is gestruikeld over ’t tapijt. Hé, Dikkie Dik zijn nagels zijn een beetje te lang. Hij blijft een beetje in ’t tapijt haken. Ze moeten even korter worden gemaakt, denkt Dikkie Dik. Dan kan ik beter op jacht gaan. Weet jij hoe poesen dat doen? Dan gaan ze ergens aan krabbelen. Aan een grote stoel bijvoorbeeld. Wat..oh oh oh…ben je gek geworden Dikkie Dik! Je maakt die hele stoel kapot. Ga maar naar buiten hoor als je lange nagels hebt. Een boom is veel beter dan een stoel om je nagels kort te krabben.
15
‘Nagels bijten’ (uit: Barend Bluf) Barend Bluf beet op zijn nagels alle dagen Barend Bluf had steeds zijn vingers in zijn mond. Moeder zei: "Je moet niet op je vingers knagen, Hou toch op mijn jongen, het is ongezond." Barend Bluf die bleef maar op zijn vingers knagen Barend Bluf die nam het alles nogal licht. En hij liet zijn moeder elke dag maar vragen. Vingers zonder nagels zijn een naar gezicht. Toen is er voor Barend Bluf een dag gekomen Dat hij heel zijn armen afgekloven had. Maar gelukkig voor hem had hij liggen dromen. Maar daarmee was hij dat nagels bijten zat. ‘Bellen blazen’ (uit: Jip en Janneke 2) Kijk, zegt Janneke. Zo moet je doen. Ik zal je leren hoe je moet bellen blazen. En Janneke neemt de pijp. En ze steekt de pijp in het zeepsop. En dan blaast ze. Er komt een hele mooie bel. Janneke houdt op met blazen. Mooi hè? Zegt ze. Heel mooi zegt Jip. Daar gaat de bel. Hij vliegt de lucht in. Hij gaat heel zachtjes naar boven. En de zon schijnt er in. En de bel is mooi paars, en roze. Nu gaat Jip het proberen. Het is niet moeilijk. Hij blaast ook een grote zeepbel. Maar Jip wil de bel nog groter, en nog groter. En dan fffft daar spat hij uit elkaar. Hèèè, zegt Jip. Wat jammer. Je maakt hem te groot, zegt Janneke. Dan gaat hij kapot. Jip is nu heel voorzichtig. Kijk, hij blaast de ene bel na de andere. En Janneke ook. Nu zit er een op Jips haar. O, wat leuk. Fffft, daar spat hij weer. Nu komt Takkie erbij. Niet aankomen, Tak, zegt Janneke. Maar Takkie vindt het heel gek. Hij wordt boos op de bellen. Hij hapt ernaar. En hij blaft heel hard. En hij hapt alle bellen stuk. Niet doen, Tak, roept Jip. Maar Takkie vindt het een leuk spel. Zodra er een bel geblazen is, zegt Takkie: Hap. Stoute hond, zegt Jip. En hij gooit Takkie nat. Met het zeepsop. Jeng jeng jeng, jankt Takkie. Zie je nou, zegt Jip. Dat gebeurt er met stoute hondjes. En Takkie loopt weg, met zijn staart tussen zijn pootjes. En dan kunnen Jip en Janneke weer verder gaan.
‘Van vies naar schoon!’
‘Handen wassen voor het eten’ (nr. 15) 16
Handen wassen voor het eten Voeten vegen op de mat Tanden poetsen niet vergeten Zo nu gaan we fijn in bad Wassen wassen telkens weer Wacht maar tot ik groot ben Dan was ik me niet meer Wassen wassen telkens weer Wacht maar tot ik groot ben Dan was ik me nooit meer ‘Wordt wakker en was je handen’ (nr. 16) Wordt wakker en was je handen Wordt wakker en poets je tanden Wordt wakker en kleed je aan Om naar school toe te gaan Wordt wakker en was je handen Wordt wakker en poets je tanden Wordt wakker en kleed je aan Om naar buiten te gaan ‘Nageltjes knippen’ (nr. 17) Nageltjes knippen, nageltjes knippen Ook al zijn ze klein Nageltjes knippen, nageltjes knippen Dat doet echt geen pijn Eerst mijn handjes dan mijn tenen Knip knip knip ze zijn verdwenen Nageltjes knippen, nageltjes knippen Knippen met en schaar Knip knip knip ’t is klaar Eerst mijn handjes dan mijn tenen Nageltjes knippen, nageltjes knippen Ook al zijn ze klein Nageltjes knippen, nageltjes knippen Dat doet echt geen pijn Eerst mijn handjes dan mijn tenen ‘Het handen waslied’ (nr 18)
17
Schoner met zeep!
Een oefening om de werking van zeep te demonstreren. Laat de kinderen eerst hun handen zichtbaar smerig maken, waarna ze onder de kraan proberen hun handen schoon te krijgen. Herhaal het smerig maken en gebruik nu zeep om de handen te reinigen. Eventueel kan de demonstratie nagels schoonmaken in de praktijk getoond en uitgevoerd worden. Conclusie: Zeep haalt zichtbaar makkelijker het vuil weg dan alleen water. Vuil onder de nagels kan verwijderd worden met een nagelborsteltje.
Bellen blazen
In een afwasteiltje of een ander bakje afwaswater maken en dat gebruiken om bellen te blazen.
18
Met ijzerdraad kunnen vormpjes gemaakt worden om deze vervolgens door het afwaswater te halen en proberen een bel te blazen. Begin met kleine vormpjes en doe het één keer voor.
Deel Werkblad 6 ‘Bellen maken bij het handen wassen’ (kleuren) uit
Geef de kinderen hierbij de volgende uitleg. Sophie wast haar handen heel goed schoon. Zij maakt daarbij heel veel schuim; allemaal bellen die jij mag maken op dit werkblad. Het flesdopje kan je voorzichtig in de verf dopen en dan afdrukken op het werkblad van Sophie. Maak maar veel schuim!
Als afsluiting kunnen de kinderen kleurplaat 5 ‘Neuspulken’ kleuren
Het informatieblad 2 ‘De Kinderhanden’ kan aan de ouders /verzorgers worden
meegegeven
19
Thema 3 De W.C.!
20
DE WC
Thema 3
Doel
De kinderen weten dat ze hun handen het beste met zeep kunnen wassen, nadat ze naar de WC zijn geweest.
De kinderen weten dat ze het beste op de wc kunnen gaat zitten voor hun plasje, ook de jongens.
De kinderen weten dat ze wc papier moeten gebruiken.
U kunt gebruik maken van de volgende materialen: Materialen voor de groepsleiding De boeken zijn te leen bij de bibliotheek.
Leesboek ‘Op slot’,
Leesboek ‘Het grote billenboek’,
Leesboek ‘Dat is vies’,
Praatplaat 3 ‘De WC!’
‘Van vies naar schoon!’, verhaaltje 38
Kleurpotloden
Toiletrol
Materialen voor de kinderen
Werkblad ‘Volgorde toiletgebruik’
Werkwijze
Lees het boek ‘Op slot’ voor aan de kinderen
Kringgesprek
Vertel iets over het naar de WC gaan en welke handelingen het nodig maken om je handen te wassen.
handen van de bril
billen afvegen
Vragen die gesteld kunnen worden:
Wie weet wat een WC is?
Wat doe je op een WC?
Wie van de jongens zit op de bril als hij gaat plassen?
Gebruiken jullie WC papier?
Praatplaat 3 ‘De WC’
Wat gebeurt er op deze plaat? Waarom zou het jongetje zijn handen wassen? Welke dingen zie je nog meer (bijv. handdoek om je handen goed af te drogen, wc papier, zeeppompje voor goed schone handen etc.)?
Verhaaltje
‘De rol WC papier’ (uit: Dikkie Dik, nr. 38)
21
Dikkie Dik die probeert een vlieg te vangen. Dzzzzzz….. de vlieg zoemt de WC in. Dikkie Dik neemt een sprong en dan glijdt die uit. Valt op zijn rug en hij krijgt een rol WC papier boven op zijn kop. De rol WC papier rolt weg de WC uit, de gang door de kamer in. Ha een nieuw spelletje denkt Dikkie Dik. Wat een boel papier. En hij speelt tot de WC rol helemaal is afgerold. Dan blijft een lege WC rol over. Wat kun je daarmee doen? Je kunt ‘m op je hoofd zetten Dikkie Dik. Of er trompet op spelen. Of je kunt ‘m gebruiken als verrekijker.
WC bezoek
Ga met de kinderen naar de WC’s en ligt daar de gang van zaken toe, zoals: -
Jongetjes moeten gaan zitten plassen omdat hier veel kinderen naar de WC gaan en het anders een smeerboel wordt /is.
-
Als ze niet gaan zitten dan tenminste de bril omhoog zetten.
-
Gebruik WC papier demonstreren en het leren afscheuren van de rol.
Deze instructie regelmatig herhalen voor de kinderen o.a. voor de instroom van nieuwe kinderen!
Deel werkblad ‘Volgorde van toiletgebruik’ uit
Dit werkblad kunt u met de kinderen bespreken door hen de juiste kaartjes op de juiste plaats te leggen. Daarbij kunt u navragen waarom het kind dit zo zou doen.
WC rollen lol
Met lege WC rollen kan geknutseld worden (verzamelen). Bedenk leuke items, gekoppeld aan een bepaald thema, met veel handvaardigheids elementen als verven, knopen, plakken etc.
Voor de ouders/verzorgers kan eventueel de achtergrondinformatie over het
toiletgebruik aan de kinderen meegegeven worden
22
Thema 4 Haren wassen!
23
HAREN WASSEN
Thema 4
Doel
De kinderen weten dat hun haren eens per week gewassen moeten worden met shampoo.
De kinderen weten waarom ze hun haren wassen /gewassen worden.
De kinderen weten dat hun haren regelmatig geborsteld of gekamd moeten worden.
De leerlingen weten waarom ze hun haren regelmatig kammen of borstelen.
Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de groepsleiding De leesboeken en puzzels zijn wellicht te leen de bibliotheek. De puzzel ‘Haren kammen’ is ook te bestellen bij www.rolf.nl (zie ook de materialen die genoemd zijn bij ‘materialen voor kinderen’).
Leesboek ‘De prinses met de lange haren’
‘Van vies naar schoon!’, versjes 18 t/m 21
Praatplaat 4 ‘Haren wassen’
Kleurpotloden
Schaar
Zilver-goudpapier
Materialen voor de kinderen
Leesboek ‘Floddertje’, ‘Allemaal kaal’,
Leesboek ‘De prinses met de lange haren’
Puzzel ‘Haren kammen’
Werkblad 4 ‘Zoek de verzorgingsspulletjes?’
Werkblad 7 ‘Een glittermama’,
Kleurplaat 6 ‘Bij de kapper’
Kleurplaat 7 ‘Kapper PUNK’
Werkwijze
Lees het boek ‘De prinses met de lange haren’ aan de kinderen voor
Praatplaat 4 ‘Haren wassen’
Wat is er te zien op de plaat? Haren in soppen, shampoo, uitspoelen en de haren kammen. Herken jij alle handelingen? Vind je het leuk dat je haren gewassen worden?
Kringgesprek
Vertel waarom de haren gewassen moeten worden. -
vette haren
-
stof en ander vuil
-
oogt onverzorgd en kan gaan stinken
Vragen die gesteld kunnen worden:
24
-
Wie wast zijn haar iedere week of nog vaker?
-
Vertel daar eens iets over?
-
Wat kun je allemaal doen met je haar?
Voorlezen uit
‘Floddertje’ ‘Allemaal kaal’.
Verhaaltje
‘Kappertje spelen’ (uit: Jip en Janneke 2) Jip moet naar de kapper. Maar hij wil niet. Hij gaat in de tuin zitten. En hij schopt tegen een steen. Ik wil niet, zegt hij. Ik ga toch lekker niet. Zal ik je haar knippen, zegt Janneke. Met een schaar? Ja, zegt Jip, dat is goed. Janneke haalt de schaar. Uit moeders naaidoos. En zij komt ermee in de tuin. Nou moet je heel stil zitten, zegt ze. Jip zit heel stil. Knip knap doet de schaar. Au, roept Jip. Stil zitten, schreeuwt Janneke. Ze knipt en knipt en ze knipt. Jips haar valt op de grond. Is het nog niet klaar? vraagt Jip. Nee, zegt Janneke. Het wordt zo raar, net een trap. Ik wil het in de spiegel zien, zegt Jip. Hij gaat naar binnen. Hij kijkt in de spiegel. Zijn haar is zo gek. Overal zijn plukken uit. Moeder komt binnen en roept: Jakkes. Wie heeft dat gedaan? Ik, zegt Janneke. Maar het is nog niet klaar. Er moet nog meer af, Jip. Nee, zegt moeder, Jip moet heel gauw naar de kapper. Dat kan niet zo. Dan moet Jip toch naar de kapper. En de kapper knipt hem helemaal kaal. Zo kaal als een knikker. En Jip is zo boos op Janneke. Zo boos! Hij zegt: Nou ga ik Jannekes vlechtjes afknippen. Hij pakt de schaar. Maar waar is Janneke? Zij is nergens te vinden. Nergens, nergens. Janneke is weggekropen. Zij is bang voor Jip.
Versje van ‘Van vies naar schoon!’
‘De Kapper’ (nr. 18) (2x) Dag meneer de kapper Mijn haren zijn te lang Wilt u ze even knippen Want ik ben echt niet bang Knip knip knippen maar Beste kapper pak je schaar Knip knip knippen maar Ik ben klaar! Knip knip knip knip Knip knip knip knip
25
‘Haren wassen’ (nr. 19) Haren wassen, haren wassen Ja dat moet gebeuren Haren wassen, haren wassen Honderdduizend keer Haren wassen, haren wassen En ik mag niet zeuren Haren wassen, haren wassen Steeds maar weer Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo op je kop Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo hou toch op! Haren wassen, haren wassen Ja dat moet gebeuren Haren wassen, haren wassen Wat een pesterij Haren wassen, haren wassen En ik mag niet zeuren Haren wassen, haren wassen Niks voor mij (2x) Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo op je kop Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo hou toch op! ‘Een kam door mijn haar’ (nr. 20) Een kam door mijn haar Ik moet uit dus ik haal Een kam door mijn haar Als ze mij zien Nou dan staan ze versteld Ik ben de held Mijn lach of mijn toet En mijn haar zit zo goed
26
En daarom kam ik mijn haar Ja een kam door mijn haar Kam kam kam mijn haar Ja ik kam mijn haar Een kam door mijn haar De wereld wacht tot ik mijn haar heb gedaan Ze zullen fluiten als ik mij zo vertoon Buitengewoon Ze roepen luidt He, je ziet er goed uit! En daarom kam ik mijn haar Ben haast klaar nog een kam door mijn haar Als ik klaar ben met een kam door mijn haar Zien ze mij van mijn beste kant Kam door mijn haar (5x) ‘Wie weet waar mijn borstel is?’ (nr.21) Elke ochtend is het weer mis Wie vertelt me waar mijn borstel is. Ligt ie op mijn hoofd? Nee daar ligt ie niet op. Ligt ie onder een bord? Nee daar is ie niet verstopt. Als je weten wil waar je borstel is kijk dan eens in, kijk in de la. Ligt ie op de grond? Nee niet op de grond Ligt ie onder de deur? Zeg stop met dat gezeur. Als je weten wil waar je borstel ligt, kijk dan een in, kijk in de la. Onder en in en op zijn plaatsen waar een ding kan zijn. Zijn onder en op het niet dan moet het in wel zijn. Ligt ie onder de stoel? Nee daar ligt ie niet onder Hij is kwijt hoor en dat is geen wonder. Als je weten wil waar je borstel ligt, kijk dan eens in, kijk in de la.
27
Hij ligt d’r in Ja in de la. Daar ligt ie in!
Puzzel ‘Haren kammen’ kan door de kinderen worden gemaakt – alleen of in een
groepje
Deel Werkblad 4 ‘Zoek de verzorgingsspulletjes!’ uit
In dit blad staan twee items die iets te maken hebben met haar en haarverzorging. Laat ze opzoeken en omcirkelen of inkleuren.
Deel werkblad ‘Een Glittermama’ uit
Lees de volgende instructie hardop aan de kinderen voor. Neem zilver- of goudpapier van snoep of chocolade. Rol propjes van stukjes papier. Plak de propjes om de hals of op de oren van mama. Dat zijn haar juwelen! Je kunt ook lovertjes of glitters op haar jurk plakken of zelf in haar haren. Is dat geen schitterende mama!
Ter afsluiting kunnen de kinderen kleuren, er zijn twee kleurplaten opgenomen
Kies daarbij uit: - Kleurplaat 6 ‘Jongetje bij de kapper’ - Kleurplaat 7 ‘Kapper PUNK’
28
Thema 5 Hoofdluis!
29
HOOFDLUIS
Thema 5
Doel
De kinderen weten wat hoofdluis is.
De kinderen weten hoe overdracht tot stand kan komen.
De kinderen weten dat er jeuk mee gepaard kan gaan.
U kunt gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de groepsleiding
‘Van vies naar schoon!’, versjes 22 t/m 28
Luizenkam
Luizencape,
Materiaal voor de kinderen
Leesboek ‘Ièèèèk, een luis!’
Materiaal voor de ouders
Informatieblad 3 ‘Op luizen jacht!’
Werkwijze
Lees uit het boek ‘Ièèèèk, een luis’ aan de kinderen voor
Kringgesprek
Vertel wat hoofdluizen zijn en hoe ze overgedragen kunnen worden. -
jassen op de gang
-
haren tegen elkaar
-
petjes delen, kammetjes, speldjes
Vertel dat luizen juist schone haren lekker vinden en dat je dus géén viespeuk bent als je luis hebt! Vragen die gesteld kunnen worden: -
Wie heeft er wel eens hoofdluis gehad?
-
Had je toen jeuk?
-
Vertel er eens over?
-
Wie weet hoe een hoofdluis eruit ziet? (laat tekening zien is opgenomen in map met achtergrond informatie)
Liedjes van ‘Van vies naar schoon!’ Keuze uit de versjes 22 t/m 28, hier worden enkele weergegeven. ‘Luis te lijf’ (nr.22) Ik stond vanmorgen op met erge kriebels op mijn kop Mijn moeder zei ,Hup was je haren’
30
Was ik snel mee klaar Maar later op de dag kwam het net zo snel weer terug Ik dacht eerst aan een vlo en later dacht ik aan een mug We gaan de luis te lijf (2x) Ik werd gecontroleerd en er bleek dat ik luizen had Ik schaamde me en ging drie keer uitgebreid in bad En nu heb ik alle middeltjes uitgebreid getest Het hielp allemaal niets En in de klas wordt ik gepest We gaan de luis te lijf (2x) Professor Tom die is zo dom Die kan d’r niks aan doen Hij zit zelf met handen in het haar die grote oen en nou is het de vraag aan alle kinderen uit ’t land zoek mee naar de oplossing want het loopt uit de hand We gaan de luis te lijf (2xx) ‘Luizendokter Tom’ (nr. 23) Mijn naam is luizendokter Tom De mensen vinden mij maar dom. Professor wat bent u een oen U kunt niets aan de luizen doen?! Hoewel ik veel van luizen weet En bijna alles van de neet. Doet dit probleem mij veel verdriet. De luis uitroeien lukt mij niet. Kriebel krabbel krab Er lopen luizen in mijn lab Oei oei oei oei Wat een gezeur wat een geknoei ‘Duizenden luizen’ (nr. 24) Duizenden luizen die dolen door de school. Had ik maar geluisterd maar ik lap het aan mijn zool.
31
Dat die duizenden luizen naar huizen kunnen gaan. Het ene na het andere hoofd en nou daar zit je dan met… Luizen op mijn kop, luizen op mijn kop, kribbel krabbel wanneer houdt het nou eens op. Luizen in mijn haar, luizen in mijn jas loopt het door de hele klas. Wij zijn duizenden luizen. Wij reizen door de klas. Luizen in de jassen en jassen rij aan rij. Jullie zijn een heerlijk paradijs voor luizen zoals wij. We vieren feest op hoofdjes van kinderen zoals jij Ha Ha Duizenden luizen die sluipen door de klas. Druilende kinderen die krijgen allen last Want de luizenploeg die langzaam aan gaat heersen in de stad De meester zit met zijn hand in ’t haar en denkt: ‘He, wat was dat!?’ Kriebel op mijn kop, kriebel op mijn kop. Wanneer houdt het nou toch eindelijk eens op. Kriebel op mijn hoofd, kriebel in mijn haar O wat is dat vreselijk naar. ‘Lekker kriebelen’ (nr. 27) Lekker kriebelen, kriebelen, kriebelen Lekker kriebelen, kriebelen, kriebelen We zijn van die kriebelbeestjes En we vieren onze feestjes Op de kinderkopjes in de klas We kruipen over mensen jas Lekker kriebelen, lekker kriebelen ‘Het luizenlied’ (nr. 25) O wat een kriebel op mijn kop er lopen duizend luizen op. Wat een gejeuk is dat zeg ga nou toch eindelijk eens weg.
32
‘K heb alles al geprobeerd maar het ging allemaal verkeerd. Is het geen schande dat ik luizen heb. Ik heb een lui lui lui lui luizenhoofd. Ze maken me nog dol. Straks sla ik nog op hol. Ik heb een lui lui lui lui luizenhoofd. Hoe lang hou ik dit nog vol. Ik vind ’t heerlijk op school al is de klas lokaal te vol. Met al die koppies in de klas voel ik me reuze in mijn sas. Ik lift zo mee met een jas, puntmuts of sjaal langs alle kinderen in ’t klas lokaal. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. En heb je me ontdekt nou dan begint het feest. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. Ik ben weer terug van weggeweest. Je hoeft je niet te schamen hoor ’t komt op de beste hoofden voor. Kom op want samen staan we sterk koop antiluis een heel goed merk. We gaan nu allen tegelijk ertegenaan de luis krijgt geen kansen, ’t is met hem gedaan. Dit is het lui lui lui lui luizenlied. We gaan ze nu te lijf al zie je ze niet. Dit is het lui lui lui lui luizenlied. Ja het luizenlied. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. En heb je me ontdekt nou dan begint het feest. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. Ik ben weer terug van weggeweest.
Spel : Luisje tik
Hoe snel krijgen alle leerlingen een luis te pakken? In dit tik spelletje gaat het er om dat de verspreiding van luis in een klas wordt gesymboliseerd. Gebruik hierbij de gemaakte luizen.
33
Wijs een kind aan als een kind MET luis. Samen met zijn of haar luis gaat zij /hij proberen zoveel mogelijk kinderen te tikken. Indien een kind getikt wordt pakt het haar /zijn eigen luis en probeert nu ook de andere kinderen te tikken etc. Er kan een tijd op in gezet worden of gewoon wachten tot alle kinderen getikt zijn.
Geef Informatieblad 3 ‘Op luizen jacht’ aan de ouders /verzorgers mee
34
Thema 6 DE Leefomgeving!
35
De leefomgeving
Thema 6
Doel
De kinderen leren dat ze hun handen wassen na het spelen (in de zandbak).
De kinderen weten dat ze hun handen niét in de mond moeten stoppen tijdens het spelen.
De kinderen weten dat hun huisdier goede verzorging nodig heeft.
De kinderen weten dat honden /katten vlooien met zich mee kunnen dragen.
Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de groepsleiding De titels van leesboeken zijn te leen bij de bibliotheek.
‘Van vies naar schoon!’, versjes 29 t/m 31
Praatplaat 5 ‘Sofie‘s leefomgeving’
Praatplaat 6 ‘Huisdieren’
Kleurpotloden
Vloeibare zeep
Waterverf
Oude tandenborstels en roosters om te spatten
Materiaal voor de kinderen De leesboeken zijn te leen bij de bibliotheek.
Leesboek ‘Ik wil lekker vies’
Leesboek ‘Tot zo Pien’,
Leesboek ‘Ik wil niet in bad’,
Leesboek ‘Floddertje’,
Hygiëne Memoriespel
Werkblad 8 ‘Hond in bad’
Werkblad 2 ‘’Kleding wassen’
Kleurplaat 8 ‘Paddington voetbalt’
Kleurplaat 9 ‘Jongen speelt voetbal’
Kleurplaat 10 ‘Spelen met z’n allen’
Kleurplaat 11 ‘Spelen in de speeltuin’
Kleurplaat 12 ‘ Honkballen”
Kleurplaat 13 ‘Jongen op de wipkip’
Kleurplaat 14 ‘Op de wipkip’
Materiaal voor de ouders
Informatieblad 4 ‘Sport & Spel hygiëne’
Werkwijze
Lees het boek ‘Ik wil lekker vies’ aan de kinderen voor
36
Praatplaat 5 ‘Sofies leefomgeving’
Wat gebeurt er allemaal in de woning van Sofie? Kun je dingen noemen die vies zijn? (Hondenpoten, eten van de grond op pakken om te eten, kat op de etenstafel etc..)
Voorlezen uit één van de volgende boeken
- ‘Tot zo Pien’ - ‘Floddertje’, deel 5
Kringgesprek
Vertel iets over de leefomgeving en welke handelingen kunnen leiden tot onhygiënisch gedrag. -
huisdieren
-
speelterreinen
-
zand in de zandbak (wormpjes)
-
vuil onder de nagels, nagels bijten etc.
Vragen die gesteld kunnen worden -
Wie heeft een hond, kat of een ander huisdier?
-
Welke beestjes kunnen in de vacht rond springen?
-
Wordt je huisdier ook gewassen?
-
Vertel er eens iets over
Versjes
‘Vlooien’ (uit: Dikkie Dik, nr. 39) Dikkie Dik die slaapt. Hij droomt dat d’r een vlo over hem heen loopt. Hij gaat zijn achterpoot bewegen, want hij krabt zich in zijn slaap. Plotseling wordt Dikkie Dik wakker. Hé wat een gekriebel! ’t Is helemaal geen droom’ d’r zitten echt vlooien in zijn haren. Waar rent ie nou naar toe? Oohh…hij gaat zijn vlooienbandje halen. Dan gaan die kriebel vlooien vanzelf weg. Zo en nou maar weer gauw lekker slapen. Waar zal Dikkie Dik nu over gaan dromen? ‘Op de schommel’ (uit: Jip en Janneke 2) Kom eens, zegt Janneke. We hebben een schommel. Jip moet eerst zijn boterham opeten. Dan gaat hij met Janneke mee. Naar de tuin. En ja hoor, Janneke heeft een schommel. Aan een boom. Kijk, zegt Janneke. Ik ga heel hoog. En je kan erop staan. En je kan er ook op zitten. Nou ik, zegt Jip. Hij schommelt ook heel hoog. Mag Takkie er ook op? Vraagt hij. Takkie wil wel. Hij mag op Jips schoot. En hij mag mee de lucht in. Maar o, Takkie wordt bang. Hij krabt en hij jankt om los te komen. Toe dan, Takkie, zegt Janneke. Vind je het niet fijn zo hoog schommelen? Nee, Takkie vindt het niets fijn.
37
Moeder komt de tuin in en zegt: Wat doen jullie nou weer met die hond? Niet doen, Janneke. Die arme Takkie. Kijk, hij is zo bang. Laat hem gauw los.Jammer, hé, zegt Jip. Het ging juist zo leuk. Daar staat Takkie. Naast de schommel. En hij is helemaal draaierig. En duizelig. Ziezo, zegt moeder. Hondjes moeten niet schommelen. Kindertjes wel. ‘Bor moet in bad’ (uit : ‘Bor moet in bad’, uitgeverij Meulenhof) Daar gaan Bas en Bor. Bor loopt voor Bas. Bor ziet een eend en nog een eend en nog één. Dat is leuk. Oo, wat doet Bor nou? Nor rent naar de kant. Maar hij kijkt niet uit. Dat gaat mis. ‘Bor, pas op!’ schreeuwt Bas. Bas bromt op Bor. Bor is nat en vies. Het kroos zit in zijn haar. Het kroos gaat er niet uit. ‘Bah, wat ben je vies’, zegt Bas. Bas en Bor gaan naar huis. Bor loopt de tuin in en Bas ook. Bor kijkt sip. ‘Mam! Kijk eens naar Bor!’ roept Bas. ‘Jij ziet er leuk uit’, zegt mamma. Ze kijkt naar Bor. ‘Haal de Teil maar, Loes. Bor moet in bad.’ Dat hoort Bor en hij wil weg. ‘Hier jij! In bad!’ zegt moeder tegen Bor. Daar zit Bor. Bas wast hem. Bor kijkt zuur. Hij vindt het niet leuk. Bor mag uit de teil. Het kroos is er af. Bas droogt Bor af. Loes kamt het haar van Bor. Bas moet naar bed. Bor wil met hem mee. ‘Nee Bor, in je mand!’ zegt mamma. ‘Je bent nog niet droog. Je mag niet in het bed van Bas.’ Wat doet Bas nou? Hij roept Bor. ‘Pssst, Bor. Kom maar.’ Dat wil Bor wel. Hij loopt heel stil naar Bas. Bas slaapt. Zijn arm ligt om Bor. Bor kijkt naar mamma. Wat zal ze doen? Moet hij uit bed? ‘Doe ze in de was’ (nr. 29) Ja je eet graag spaghetti Maar je morst de saus op je hemd Je speelt graag in de modder Maar kom je thuis je moeder die zeurt. Je zit vol met smurrie, net een zwijn En je moeder vindt dat niet fijn. Je ziet er uit als een tor, Die in vuilnishopen wroet. Wat ga je nu doen met je vuile goed? Stop ’t in de was Wees nu even heel kien Stop ‘t in de was Stop alles in de wasmachine In zeepsop kapt ’t wasgoed op
38
Kop op jongens We doen de was! Als je ijsje smelt op je rokje druipt al die troep. Of bij ’t voetbalspelen val je in de hondenpoep. Of je kliedert je vol pudding vol met jus en vol met soep. Dan zeg ik jouw: Als je zwijgt hoe je vieze vuile kleding helder krijgt. Doe ze in de was. Wees nu eens even niet heel kien. Doe ze in de was. Ja stop ze in de wasmachine. Ik hoor zo vaak dat watergeplas Vooruit jongens, we doen de was! Wij gaan aan de was. Wees nu eens even heel kien. We doen de was. Stop alles in de wasmachine. Ik hoor zo graag dat watergeplas. Kom op jongens we doen de was. Doe de was. Doe de was. ‘We wassen de hond’ (nr. 30) Zet ‘m klaar Maak ‘m nat Dit wordt ’t schoonste hondje van de stad We wassen de hond Wij wassen de hond We wassen de hond Wij wassen de hond Van dat wassen krijg je grote plassen. Dat gebeurt als je hondjes wast. Giet ‘m nat In ’t bad Zo’n schoon beest heb je nog nooit gehad. We wassen de hond Wij wassen de hond We wassen de hond Wij wassen de hond
39
Wat een gespat Hij maakt je nat Dat gebeurt als je hondjes wast. Pak een doek en droog ‘m af. Glanzend schoon en zonder waf en blaf. Hij de mooiste van het land Als je tenminste eerst zijn haren kamt. We wassen de hond Wij wassen de hond We wassen de hond Wij wassen de hond En tot besluit Schudt je maar uit. Ik hoop dat jij dit lied aardig vond.
40
‘De speeltuin’ (nr. 31) Af en toe gaan pa en moe met ons naar de speeltuin toe. Dat is voor ons kinderen Het fijnst wat bestaat. Het is een eind bij ons vandaan, daarom gaat de karavaan ’s-morgens al vroeg weg, dan zijn wij er niet zo laat. En heeft mama een goed bui en is papa niet te lui. Nou dan gaan we naar de speeltuin. Ma maakt broodjes en een mand. Pa de trommel met verband En dan gaan we naar de speeltuin. En we wippen en we draaien en we schommelen er fijn. Tot we misselijk van ’t draaien en de limonade zijn. Heel de dag is ’t dan feest tot we er uit zien als een beest. Nu we heerlijk in de speeltuin zijn geweest. Kleine Piet vliegt van de wip Valt zijn tanden door zijn lip. Hij brult al een wilde als papa verbinden wil. Lien draait in de molen rond jankend als een jonge hond. Want ze wil eruit, en dat ding dat staat niet stil. Komen we dan ’s avonds thuis vuil van zand en stof en gruis. Dan zegt papa boos ‘dat is beslist de laatste keer!’ Maar we zeuren al weer gauw mama wanneer gaan we nou nog eens naar de speeltuin? En spoedig gaan we weer.
41
‘Het kamer opruimlied’ (nr. 32)
Memoriespel
Dit memoriespel is samengesteld met memoriekaartjes van Elmex en Van vies naar schoon (Kenmerk). Dit laatste spel kunt u voor de leerlingen ontvangen van Zorn uitgeverij telefoon 071 - 5149141. In totaal zijn er 21 paren. Die leerling met de meeste paren wint het spel (voor voorbeelden van de kaartjes zie onder ‘Overig’ in deze handleiding).
Deel werkblad 8 uit en geef de kinderen de volgende uitleg
Zora neemt een bad en schudt zich dan helemaal uit. Teken jij de waterdruppels? Neem een oude tandenborstel en doop die in wat blauwe verf. Strijk dan met de tandenborstel over het blad en spat zo lekker veel druppels op de hond.
42
Deel werkblad 2 ‘Kleding wassen’ uit
De kinderen kunnen het volgende doen. Met een mengsel van vloeibare zeep en verf de kleertjes verven. Zo ruiken ze weer lekker fris (dit werkblad is al eerder benoemd bij thema 1 ‘Lichaam wassen’, de kinderen kunnen de kleertjes ook kleuren-versieren naar eigen inzicht).
Als afsluiting kan er door de kinderen gekleurd worden
In de map zijn een aantal kleurplaten opgenomen . U kunt daarbij kiezen uit: -
Kleurplaat 8 ‘Paddington voetbalt’
-
Kleurplaat 9 ‘Jongen speelt voetbal’
-
Kleurplaat 10 ‘Spelen met z’n allen’
-
Kleurplaat 11 ‘Spelen in de speeltuin’
-
Kleurplaat 12 ‘Honkballen’
-
Kleurplaat 13 ‘Jongen op wipkip’
-
Kleurplaat 14 ‘Op de wipkip’
Geef Informatieblad 4 ‘Sport & Spel hygiëne’ voor ouders /verzorgers mee aan
leerlingen
43