Handleiding Kwaliteitszorg BOL, tweede jaar, periode 3 Gebruikte literatuur: Specifieke doelgroepen, Uitgeverij Angerenstein. Je levert de uitgewerkte praktijkopdrachten digitaal in.
Werkproces MMZ 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij leest vakliteratuur en volgt bijscholingen en voert haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Zij neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen. Zij zet zich in voor (de belangen van) de beroepsgroep. Werkproces MMZ 3.2 Zij werkt mee aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en ondersteuning door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. Ze neemt deel aan onderzoeken, gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek en werkt mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. Ze werkt met kwaliteitszorgsystemen. Werkproces MMZ 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen/ Stemt de zorgverlening af Ze stemt de werkzaamheden af met collega's, draagt werkzaamheden mondeling en/of schriftelijk over, maakt afspraken over de zorg en begeleiding en over knelpunten daarin. Zij neemt deel aan voor de afstemming van haar werkzaamheden relevante overlegvormen.
1
Praktijkopdracht 1 Beleid a. b.
c. d. e. f.
Onderzoek op intranet (van de organisatie waar je werkt) wat de visie en het doel is van deze organisatie Visie en doelstellingen vertalen zich in concrete activiteiten op de locatie/woning/unit waar je werkt. Geef aan de hand van minstens twee concrete voorbeelden aan hoe de visie en/of doelstellingen zichtbaar wordt. Op welke manier worden cliënten betrokken bij de ontwikkeling van de visie en/of doelstellingen? Op welke manier worden medewerkers betrokken bij de ontwikkeling van de visie en/of doelstellingen? Op welke manier wordt familie of mensen uit het sociale systeem van de cliënt betrokken bij de ontwikkeling van de visie en/of doelstellingen? Geef minimaal twee manieren waarop jij als student invloed uit kunt oefenen op de visie en/of doelstellingen van de organisatie. Indien van toepassing: noem een praktijkvoorbeeld.
Praktijkopdracht 2 Organisatie van het werk a. Welke disciplines zijn vertegenwoordigd op de locatie/woning/unit waar je werkt? Zijn dat alleen professionals of ook mantelzorgers/vrijwilligers? En wat zijn de redenen daarvoor? b. Beschrijf de rollen en taken van je directe collega’s. c. Wie maakt het dienstrooster? Welke personen(functies) zijn daarbij betrokken? Hoe vaak wordt het dienstrooster gemaakt? Wie worden betrokken bij de totstandkoming van het dienstrooster? d. Hoe ziet de daginvulling voor cliënten er uit? Wie bedenkt deze daginvulling? e. Welke informatie (over cliënten, over collega’s, over organisatiegebonden activiteiten) heb je nodig om je werk goed te kunnen doen? Waar is deze informatie te vinden?
Praktijkopdracht 3 Kwaliteitszorg a.
b. c. d. e. f.
g.
Hoe wordt in jouw instelling kwaliteit getoetst? Via welke kwaliteitsinstrumenten? Geef een voorbeeld uit jouw eigen werk van een kwaliteitsinstrument waar je mee te maken hebt. Kun je zelf een verbetering noemen die de kwaliteit van je werk ten goede is gekomen sinds je bent begonnen met je werk? Welke verbeterpunten zou jij terug willen zien in je werk? Welke vormen/soorten van bij- en nascholingen/cursussen zijn er voor werknemers van jouw organisatie? Welke bij- en nascholingen/cursussen heb jij gevolgd. Waarom vond je deze wel/niet zinvol? Kwaliteit heeft ook te maken met begeleiding van BOL-studenten. Op welke manier word jij begeleid op je werkplek? Wat staat hierover op papier in formele documenten? Zoek op welke belangenverenigingen er zijn voor de doelgroep waar jij werkt. - Noem er twee. - Beschrijf kort welke activiteiten zij ontplooien.
2
Praktijkopdracht 4 Vergaderingen en overleg Onderzoek of er in jouw organisatie een communicatieplan is. Zo ja, voeg deze als bijlage toe bij de opdrachten die je inlevert. Beantwoord de volgende vragen: 1. Welke overlegvormen/vergaderingen zijn er? 2. Wat is het doel/de doelen van deze overlegvormen/vergaderingen? 3. Wie zijn de betrokken personen? 4. Wat is de frequentie? (hoe vaak komt dit overleg voor?) 5. Aan welke overlegvormen/vergaderingen doe jij mee? 6. Beschrijf aan de hand van een voorbeeld wat jouw inbreng/aandeel was tijdens een overleg dat je hebt bijgewoond.
3
4
BEOORDELINGSFORMULIER PRAKTIJKOPDRACHTEN KWALITEITSZORG Op dit formulier staan de beoordelingscriteria van de praktijkopdrachten. Pas als alle praktijkopdrachten zijn uitgevoerd wordt dit formulier ingevuld. De praktijkbeoordelaar tekent de praktijkopdrachten af met een Onvoldoende, Voldoende of Goed. Indien een beoordelingscriterium niet is aangetoond wordt ‘n.v.t.’ ingevuld.
Verslaglegging Je hebt de schriftelijke opdrachten volledig gemaakt. Je schriftelijk werk ziet er netjes uit. MMZ 3.3:Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen Je vraagt in het kader van de afstemming van de zorgverlening de mening van alle betrokkenen en overlegt tijdig en regelmatig met hen, zodat ieders taak en inbreng duidelijk is. Je bepaalt in overleg met betrokkenen welke werkzaamheden en activiteiten prioriteit hebben, zorgt ervoor dat de activiteiten goed op elkaar zijn afgestemd, zo ook met andere disciplines (ketenzorg) en plant de verschillende werkzaamheden, zodat alle benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd kunnen worden uitgevoerd. KD MMZ 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Je kunt de visie en doelstellingen van de organisatie benoemen. Je kan aan de hand van praktijkvoorbeelden benoemen hoe de visie en doelstellingen zichtbaar worden op de werkvloer. Je stelt samen met de leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. KD MMZ 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Je kent de kwaliteitszorginstrumenten van de organisatie waar je werkt en levert daaraan een bijdrage. Je bewaakt systematisch de kwaliteit van de werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. Je bent op de hoogte van de bij- en nascholingen die gevolgd kunnen worden in de organisatie en (indien van toepassing) neemt daaraan deel. Je bent op de hoogte van de overlegvormen/vergaderingen en levert daar waar mogelijk een actieve bijdrage.
n.v.t O V
G
n.v.t. O V
G
BEOORDELINGSFORMULIER PRAKTIJKOPDRACHTEN KWALITEITSZORG Naam student:
Datum:
Naam praktijkbeoordelaar:
Handtekening praktijkbeoordelaar:
Praktijkinstelling:
5
EVALUATIEFORMULIER BOL: Kwaliteitszorg, leerjaar 2, periode 3. Inleveren bij je loopbaanbegeleider Naam: Klas: Docent: Datum: Zet een kruisje in het vakje dat het best aansluit bij je mening 5: helemaal mee eens 4: mee eens 3: gedeeltelijk mee eens 2: gedeeltelijk mee oneens 1: geheel mee oneens 1
2
3
4
5
Ik had genoeg tijd om mijn opdrachten te maken Ik begreep al snel wat er van me verwacht werd in deze periode Het kunnen maken van deze opdrachten vind ik nuttig voor mijn taak als Medewerker Maatschappelijke Zorg De opdrachten waren uitvoerbaar op mijn werkplek Ik kreeg voldoende begeleiding op mijn werkplek De handleiding is duidelijk geschreven, de opdrachten zijn duidelijk beschreven Ik heb voldoende geleerd door het maken van de opdrachten Rooster De roosters deze periode waren in orde Er was geen of weinig lesuitval Tips en opmerkingen a.u.b. op achterzijde
6