Rapport Universitair Medisch Centrum
Cluster Biomedische wetenschappen en Extramurale Geneeskunde Clusterbureau Huispost 155 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen UMC St Radboud Centraal, route 158 Geert Grooteplein 21 T (024) 361 91 20 F (024) 361 01 91 www.umcn.nl
Organisatieplan Integratie HAG, SG, VOHA, VPHG en MI tot een nieuwe afdeling: Eerstelijnsgeneeskunde
Auteurs Datum Kenmerk
C. van Weel / E. van den Ouweland / F. Verstralen 8 mei 2008 definitief concept
Inhoudsopgave
1
Inleiding ....................................................................................................................................... 4 1.1 Aanleiding en doel van de samenvoeging ......................................................................... 4 1.2 Achtergrond ......................................................................................................................... 4
2
Doel en missie ............................................................................................................................. 5 2.1 Doel...................................................................................................................................... 5 2.2 Missie ................................................................................................................................... 5
3
Organisatiestructuur .................................................................................................................... 6 3.1 Onderzoek............................................................................................................................ 6 3.2 Onderwijs ............................................................................................................................ 7 3.3 Opleiding ............................................................................................................................. 7 3.4 Bureau ondersteuning en Secretariaat ............................................................................... 7
4
Consequenties voor het personeel .............................................................................................. 8 4.1 Uitgangspunten ................................................................................................................... 8 4.2 Toekomstige situatie en Organogram ................................................................................ 8
5
Financiële consequenties .......................................................................................................... 10
6
Huisvesting ................................................................................................................................ 10
7
Naamgeving en beleidsplan...................................................................................................... 10
8
Tijdpad ....................................................................................................................................... 10
Bijlage A: Bijlage B:
Beleidsnotitie Uitwerking Bureau ondersteuning en Secretariaat
Nb. Organisatieplan en beleidsnotitie moeten als aanvullend gezien worden. In tijd zijn zij ná elkaar ontwikkeld, waarbij het organisatieplan van latere datum is en dus de meest actuele uitwerking in termen van de gedachtevorming van het MT.
Opmerking [MBr1]: Geef Ctrl-a (alles selecteren) en F9 (velden bijwerken) om de inhoudsopgave te genereren.
Blad Datum Onderwerp
4 5-6-2008 Organisatieplan Eerstelijnsgeneeskunde
1
INLEIDING
1.1 Aanleiding en doel van de samenvoeging De afdelingen huisartsgeneeskunde (HAG), huisartsopleiding (VOHA), verpleeghuisgenees-kunde (VPHG) en sociale geneeskunde (SG), op dit moment onderscheiden afdelingen binnen het cluster BEG, stellen voor om zich samen te voegen in een nieuwe afdeling ‘Eerstelijnsgeneeskunde – individuele, maatschappelijke en collectieve zorg tezamen met de afdeling medische informatiekunde (MI). Een afdeling ‘Eerstelijnsgeneeskunde’ creëert een strategische kans voor het UMC om een prominente rol te spelen ten aanzien van de gezondheid(szorg) in de regio. In het bijzonder wanneer de nieuwe afdeling ‘Eerste lijnsgeneeskunde’ een rol krijgt bij het versterken van de samenwerking tussen intra- en extramurale zorg in lijn met diverse beleidsnotities van overheid en verzekeraars. Hierdoor kan de zorgketen een adequaat antwoord geven op de gezondheidsproblemen van de Nederlandse samenleving welke variëren van problemen bij de (allochtone) jeugd, problemen gerelateerd aan leefstijl en de ouder wordende mens, problemen van de wijk tot aan diagnostiek en behandeling van alledaagse dan wel complexe ziekten. 1.2 Achtergrond Het UMC wil klaar zijn voor de toekomst met een sterke afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. Het UMC St Radboud is één van de Nederlandse kerncentra voor het verbeteren van de volksgezondheid en het innoveren van de gezondheidszorg. Innovatie van de gezondheidszorg vindt plaats binnen de context van commerciële prikkels in de zorgmarkt en het ontwikkelen van echelon overstijgende zorgketens gericht op doelmatigheid en efficiency. Mede tegen de achtergrond van de in de beleidsnotitie (zie bijlage A) geschetste maatschappelijke ontwikkelingen richt de huidige innovatie zich in het bijzonder op gezondheidsvoorlichting , beïnvloeding van leefstijl en preventie en pro-actieve zorg evenals diagnostiek en behandeling van chronische ziekten en aan ouderen gerelateerde problemen. Daarbij dient in het bijzonder een antwoord te worden gegeven op veiligheid en kwaliteit van leven – naast instrumentele effectiviteit – van medische handelingen, op het probleem van multi morbiditeit in een vergrijzende populatie en op een groeiende sociale ongelijkheid, met name onder ouderen. Continuïteit van zorg, integratie tussen intramurale en extramurale zorg (‘ketenzorg’) en substitutie door decentralisatie van diagnostische en therapeutische voorzieningen zijn hier sleutelbegrippen. Ook wanneer de zorg in een meer vraaggestuurde omgeving wordt georganiseerd en bestaande waarden in de geneeskunde moeten worden gehandhaafd te midden van een groeiend aantal commerciële prikkels. In de gezondheidszorg anno 2025 zal de ouder wordende ‘babyboomer’ centraal staan. Het is te verwachten dat dit een kritisch consument zal zijn die de zorg bij voorkeur thuis dan wel om de hoek wil ontvangen. De industrie heeft hiervoor al uitgebreide zelf te bedienen thuistechnologie (preventietesten / chips / defibrillatoren) en domotica (alarmering, telezorg) ontwikkeld, hetgeen goed zal aanslaan mede omdat het personeelstekort in de zorg te groot en de kosten te hoog zijn geworden. De verwachting is dat de eerste lijn een grotere rol zal gaan spelen dan thans het geval is. De nieuwe afdeling kan deze ontwikkeling bij uitstek vanuit academisch perspectief begeleiden. Als traditioneel sterk punt geldt dat het UMC St Radboud een van de weinige UMC’s is met een breed palet aan eerstelijns disciplines: naast huisartsgeneeskunde betreft dit arbeidsgeneeskunde, public health en verpleeghuisgeneeskunde, ieder met een lange traditie en sterk ontwikkelde academische samenwerking met het veld van zorg (‘academische werkplaats’, c.q. ‘academische netwerken’) en met een brede schakering van eerstelijns specialisatie opleidingen. De naamgeving ‘Eerstelijnsgeneeskunde’ drukt dan ook uit dat in deze afdeling het onderzoek en onderwijs van alle medische, patiëntenzorg gebonden afdelingen, die hun werkterrein buiten het (academisch) ziekenhuis hebben zijn samengebracht met expertise rond de opbouw en werking van gezondheidszorgsystemen . Deze gerichtheid bindt deze disciplines tegenover alle andere in het UMC. 4
Blad Datum Onderwerp
5 5-6-2008 Organisatieplan Eerstelijnsgeneeskunde
Verbonden met deze lange traditie is de beschikbaarheid van registratie en informatie systemen over gezondheidsproblemen – sinds 1971 de Continue Morbiditeits Registratie in de huisartspraktijk, en inmiddels de drie grote netwerken: de Nijmeegse Universitaire HuisartsenPraktijken (NUHP), het Universitair VerpleeghuisNetwerk Nijmegen (UVNN) en het Academic Public Health Initiative (AMPHI). Dit geeft het UMC een unieke toegang tot uiterst relevante informatie over gezondheidsproblemen van relevante groepen in de populatie. De inclusie van de afdeling sociale geneeskunde biedt mogelijkheden voor het monitoren en signaleren van sociale aan gezondheid gerelateerde misstoestanden (huiselijk geweld /sociale ongelijkheid ed), en het vaststellen van de behoefte aan noodzakelijke en verantwoorde zorg incl de financiële consequenties daarvan. Met het koppelen van registraties in huisartsensystemen en systemen in de basisgezondheidszorg voorzien wij tot heden ongekende mogelijkheden om een betere koppeling tot stand te brengen tussen populatiegericht handelen en individuele patiëntenzorg en het integreren van preventie en curatie. Tevens kan een transmuraal electronisch patiënten dossier bijdragen aan de continuïteit van zorg tussen eerste en tweede lijn. Dit maakt het mogelijk om het UMC geïnitieerde onderwijs, onderzoek en zorg innovatie maatschappelijk beter te verankeren en te laten inspelen op belangrijke ontwikkelingen in de volksgezondheid en daaruit voortvloeiende uitdagingen voor de gezondheidszorg. Toegang tot grote groepen patiënten via de eerste lijn is essentieel voor translatie van nieuwe ontwikkelingen naar de plaats waar de feitelijke zorg wordt verleend, en daarmee voor translationeel en klinisch onderzoek. Dit biedt het UMC tevens de mogelijkheid een effectieve en doelmatige transmurale zorg te ontwikkelen. Inzicht in gezondheidsproblemen van de populatie en daarmee samenhangende patiëntenstromen tussen zelfzorg, eerstelijnszorg en intramurale zorg biedt het UMC strategische informatie voor het plannen en vormgeven van onderzoek, onderwijs en opleiding. Daarmee bevordert de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde de ‘societal impact’ van het onderwijs en onderzoek van het UMC.
2
DOEL EN MISSIE
Ter voorbereiding op de samenvoeging is in 2007 een beleidsnotitie opgesteld en bediscussieerd met de afdelingshoofden van de betrokken afdelingen. Deze notitie vormt de inhoudelijke basis voor de integratie. Elementen uit deze notitie zijn in verkorte vorm opgenomen in dit organisatieplan. In paragraaf 8 is een stappenplan opgesteld, waarin is aangegeven welke acties ondernomen moeten worden, wie daarvoor verantwoordelijk is en wanneer deze acties gereed moeten zijn. 2.1 Doel Het profileren van onderwijs, opleiding en onderzoek van de eerste lijnsdisciplines teneinde het UMC in staat te stellen zijn missie voor de gezondheid van de populatie in Oost Nederland te effectueren: door een topkenniscentrum voor academische eerste lijnsgeneeskunde te zijn (academisering) en deze functie actief te ontwikkelen ten behoeve van (gezondheidszorg) innovatie. 2.2 Missie De afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het UMC St Radboud: is een (inter)nationaal topkenniscentrum, dat vanuit haar academische taakstelling innovaties met en binnen de eerste lijnsgeneeskunde en de maatschappelijke gezondheidszorg wil initiëren, ontwikkelen en implementeren in samenhang met intramurale zorg (‘ketenzorg’). De afdeling bereikt dit door: - Een actieve rol te spelen bij het versterken van de zorgketen tussen intramurale voorzieningen in het UMC St Radboud en de extramurale zorg en het academiseren van deze zorgketen waarbij de burger als consument of patiënt en zijn directe leefomgeving centraal zal staan. - Training van academische praktijken en instellingen, die betrokken zijn bij onderzoek en ten behoeve van implementatie van innovatieve ontwikkelingen, die nodig zijn om een topklinische eerste lijnsfunctie te vervullen. 5
Blad Datum Onderwerp
6 5-6-2008 Organisatieplan Eerstelijnsgeneeskunde
-
De ontwikkeling van een academische werkrelatie met gezondheidszorginstellingen en praktijken die de gehele zorgketen bestrijken, maar in het bijzonder de eerste lijnszorg om de gewenste innovaties te ondersteunen met onderwijs en experimenten. - Wetenschappelijk onderzoek binnen het netwerk van academische praktijken en instellingen over op innovatie gerichte en samenhangende klinische thema’s, in het bijzonder over preventie en pro-actieve zorg, ouderen en chronische zieken, over zorg aan individuen en groepen die de grootste zorgbehoefte hebben en over de ontwikkeling van de medicus als professional. E.e.a. ondersteund door electronische verslaglegging en monitoring. - Competentiegericht onderwijs en opleiding met activerende werkvormen, waarin de onderzoeksthema’s tot uiting komen, zowel in de opleiding van artsen als in de vervolgopleidingen tot specialist van huisartsen, verpleeghuisartsen en bedrijfsartsen. - Het verzorgen van postacademiaal onderwijs aan specialisten. - Het ontwikkelen en analyseren van concepten van de medicus als generalist en van medische professionaliteit. - Een actief internationaliseringbeleid om expertise uit te wisselen met (inter)nationale kenniscentra. Bij de realisering van bovenstaande punten is innovatieve samenwerking met de praktijken en instellingen cruciaal.
3
ORGANISATIESTRUCTUUR
Uitgangspunten De organisatie zal ingericht worden rond de drie kerntaken onderwijs, opleiden en onderzoek om daadwerkelijke integratie over de verschillende disciplines heen te realiseren. De ondersteuning voor onderwijs en opleiden wordt in één eenheid ondergebracht: het bureau Ondersteuning. Vanwege de integraliteit van de ondersteuning en de externe PR-functie valt deze eenheid rechtstreeks onder het MT. De secretariële functie wordt ondergebracht in een eenheid die direct onder het MT is gepositioneerd en wordt aangestuurd door de bedrijfsleider. Het secretariaat bestaat uit vier deelsecretariaten die (deels op locatie) ondersteuning leveren t.b.v. een van de drie units en het MT. De ondersteuning voor onderzoek (onderzoekondersteuning, databeheer en data verwerking) wordt ondergebracht bij de unit onderzoek. De eigenheid van de verschillende disciplines moet inhoudelijk herkenbaar zijn binnen de drie kerntaken. De eigenheid is niet direct zichtbaar in het formele organogram maar is wel geborgd o.a. door de samenstelling van het MT. Borging van accreditatie van de opleidingen binnen de nieuwe organisatie-inrichting. Personele en financiële verantwoording vervolgopleidingen garanderen Innovatieve dwarsverbanden inrichten Kruisbestuiving onderzoek, onderwijs en opleiding bevorderen. 3.1 Onderzoek De afdeling verricht onderzoek binnen het NCEBP programma ‘Effective primary care and public health in an ageing population’ . Dit programma omvat drie deelprogramma’s: individuele en collectieve preventie; vroege diagnostiek en behandeling chronische ziekten; revalidatie en palliatieve zorg. De conceptuele rode draad in de onderzoeksmissie van de afdeling loopt van bevolkingsgerichte preventie tot aan palliatieve zorg in de eerste lijn, waarin de volgende vier kernthema’s zijn ondergebracht: o preventie o chronische ziekten en ouder worden o kwetsbare groepen o internationale gezondheid. Daarmee worden alle bij de fusie betrokken disciplines voorzien. 6
Blad Datum Onderwerp
7 5-6-2008 Organisatieplan Eerstelijnsgeneeskunde
De vier onderzoeksgroepen kennen ieder een programmaleider. Het bestaande onderzoeksthema professional development volgt de lijn van de disciplines en krijgt vooral aandacht in relatie tot het studentenonderwijs en de vervolgopleidingen. Dit thema kent ook een programmaleider. De programmaleiders en de hoogleraren vormen de wetenschapsraad. Voor PhD onderzoekers en staf worden opleidingsmogelijkheden (via NCEBP al in werking) gecreëerd. Er wordt een registratie van onderzoeksprojecten en publicaties opgestart. Voor de ondersteuning van het onderzoek is een aparte groep gevormd waarin de expertise van databeheer, dataverwerking en data-analyse is voorzien alsmede de assistentie bij de uitvoering (onderzoeksassistenten en interviewers e.d.). 3.2 Onderwijs Alle onderwijsactiviteiten van de vier disciplines (huisartsgeneeskunde, sociale geneeskunde, verpleeghuisgeneeskunde en medische informatiekunde) worden ondergebracht bij de unit Onderwijs. De unit ‘onderwijs’ is belast met het verwerven en in standhouden en de verdere ontwikkeling en de uitvoering van al het onderwijs dat wordt verzorgd voor de studenten die de geneeskundeopleiding of de opleiding biomedische wetenschappen (BMW) volgen. Binnen de geneeskundeopleiding is de afdeling betrokken bij 21 kernblokken en bij 11 keuzeblokken. Daarnaast verzorgt de afdeling in de bachelorfase een praktijkoriëntatie in de huisartspraktijk en het verpleeghuis en een verpleegstage. In de masterfase worden drie coschappen verzorgd: in de huisartspraktijk, in een sociaal-geneeskundige instelling en in een verpleeghuis, als onderdeel van het coschap ouderenzorg samen met de afdeling klinische geriatrie. Verder wordt onderwijs verzorgd op het gebied van klinisch redeneren, medische verslaglegging en onderzoeksdatamanagement. Voor de planning, roostering en logistiek maakt de unit gebruik van het Bureau ondersteuning (§ 3.4). 3.3 Opleiding Binnen de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde zijn de volgende drie (vervolg)opleidingen ondergebracht in de unit Opleiding: de opleiding tot huisarts, bedrijfsarts en verpleeghuisarts. Deze (vervolg)opleidingen blijven voor een belangrijk deel beroepsspecifiek ingericht en georganiseerd. Op onderdelen wordt onderwijs geïntegreerd aangeboden. In het bijzonder waar raakvlakken en/of samenwerking tussen disciplines bestaan. Integratie van activiteiten wordt nagestreefd bij ontwikkeling van onderwijs, het onderzoek van onderwijs (in de unit onderzoek), het kwaliteitsbeleid en bij de organisatie van de opleidingen. Er zal verder gewerkt worden aan revitalisering van de opleiding arbeids- en bedrijfsgeneeskunde. Onderwijsgevenden zullen waar mogelijk gerekruteerd worden uit de samenwerkingspraktijken. Voor de planning, roostering en logistiek maakt de unit gebruik van het Bureau ondersteuning (§ 3.4). 3.4 Bureau ondersteuning en Secretariaat De ondersteuning voor onderwijs en opleiding, stageplanning, relatiebeheer met zorgpraktijken en instellingen wordt in één eenheid ondergebracht; dit ter bevordering van de integratie van logistiek. Aangezien in deze eenheid ook de functies informatie, communicatie en registratie van lopende onderzoekprojecten worden ondergebracht, wordt deze eenheid direct onder het MT gepositioneerd. Ook de secretariële functie wordt ondergebracht in een eenheid, die direct onder het MT is gepositioneerd. Beide eenheden worden aangestuurd door de bedrijfsleider. Het secretariaat bestaat uit vier deelsecretariaten die (deels op locatie) ondersteuning leveren t.b.v. een van de drie units of het MT. De deelsecretariaten vormen één geheel vanwege de gewenste uitwisselbaarheid en flexibiliteit. De inzetverdeling wordt bepaald door de bedrijfsleider (na afstemming binnen het MT).
7
Blad Datum Onderwerp
8 5-6-2008 Organisatieplan Eerstelijnsgeneeskunde
4
CONSEQUENTIES VOOR HET PERSONEEL
4.1 Uitgangspunten De nieuwe afdeling kent ruim 200 medewerkers (ca 100 fte). Bij de fusie gelden de volgende uitgangspunten: a) Geen gedwongen ontslagen. b) Iedereen behoudt een functie binnen de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. c) Functies of functie inhoud kunnen in meerdere of mindere mate wijzigen. d) Indien blijkt dat er voor een medewerker geen passende functie beschikbaar is, is het Sociaal BeleidsKader (SBK) van toepassing. 4.2 Toekomstige situatie en Organogram Het afdelingshoofd van de nieuwe afdeling wordt prof.dr. C. van Weel. De afdeling wordt aangestuurd vanuit het MT, dat naast het afdelingshoofd bestaat uit de unithoofden, de voormalige afdelingshoofden en de bedrijfsleider. Binnen de nieuwe afdeling zijn drie units te onderscheiden: Unit Onderzoek: o.l.v. prof.dr. J. van der Velden Hierin zullen alle onderzoekers en de onderzoeksondersteuners worden ondergebracht. Ook de wpers die hun primaire taak hebben in de zorginnovatie worden gerekend tot deze unit. Unit Opleiding: o.l.v. dr. B. Bottema Hierin zullen alle docenten van de (vervolg)opleidingen worden ondergebracht. Unit Onderwijs: o.l.v. prof.dr. R. Koopmans Hierin zullen alle docenten worden ondergebracht die betrokken zijn bij de initiële opleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen. Academisering en innovatie van de eerste lijn is een unit-overstijgende functie die uitgevoerd wordt op MT-niveau. Portefeuillehouders zijn prof.dr. R. Koopmans en prof.dr. P. de Vries Robbé. Het nwp van de afdeling is ondergebracht in de eenheden Secretariaat (gepositioneerd onder het MT) Bureau ondersteuning (gepositioneerd onder het MT) Ondersteuningseenheid onderzoek (deel uitmakend van de unit onderzoek). Een nadere uitwerking van Bureau ondersteuning en Secretariaat is te vinden in bijlage B.
8
Blad Datum Onderwerp
9 5-6-2008 Organisatieplan Eerstelijnsgeneeskunde
Organogram afdeling Eerstelijnsgeneeskunde MT: - Hoofd Afdeling C. van Weel Bedrijfsleider (Vacature) Unithoofden/voormalige afd.hfdn
Bureau Ondersteuning
Secretariaat
Unit Onderwijs R. Koopmans
Unit Opleiding B. Bottema
Unit Onderzoek J. van der Velden
Docenten
VOHA
Onderzoekers en onderzoeksondersteuning
VOVA SGBO
9
5
FINANCIËLE CONSEQUENTIES
Alle betreffende afdelingen zijn financieel gezond en er zijn dus wat dat betreft geen belemmeringen om over te gaan tot samenvoeging van financiële budgetten en verantwoordelijkheden. De nieuwe afdeling zal als functionele en financiële eenheid opereren met gedelegeerde verantwoordelijkheden naar de drie units die in § 3 zijn beschreven. Voor 2008 zal er geen financiële ont- of invlechting plaatsvinden. Voor 2009 zullen in het kader van het bedrijfsplan de geoormerkte middelen toegewezen worden aan de betreffende units. Alle units dragen naar draagkracht mee aan de financiering van de unit overstijgende eenheden. Op onderdelen zal dit leiden tot kleine budgetverschuivingen. Harmonisatie van afspraken over het omgaan met (financieel-organisatorische) aspecten van bedrijfsvoering is nodig. De bedrijfsleider zal hiertoe het initiatief nemen.
6
HUISVESTING
Op dit moment zijn de vijf afdelingen gehuisvest in vier gebouwen: M230, M236, M245 en M835. Het streven is om medio 2010 de nieuwe afdeling bij elkaar te hebben gehuisvest in het nieuwe gebouw aan de Kapittelweg, waar ook de onderwijsruimtes t.b.v. de vervolgopleidingen gerealiseerd worden.
7
NAAMGEVING EN BELEIDSPLAN
Er is gekozen voor de naam: Eerstelijnsgeneeskunde als voorlopige werktitel. Daarover valt op te merken dat m.n. het veld van Public Health en ouderenzorg/verpleeghuiszorg hier niet helemaal toe gerekend kan worden. De huidige beleidsnotitie is een werkdocument dat inmiddels een aantal maal aan de medewerkers is voorgelegd. De huidige versie heeft gediend om de missie en de planning van de integratie vorm te geven. In nader overleg met de staf zal dit document ook dienen voor het opstellen van het beleidsplan-2009 en voor de uitwerking van het beleid in de komende jaren.
8
TIJDPAD
Datum 15.04.2008 22.04.2008 23.04.2008 24.04.2008 06.05.2008 08.05.2008 09.05.2008 28.05.2008 11.06.2008 16.06.2008 25.06.2008 27.06.2008 1e week juli 1e week juli 09.07.2008 Juli Juli/aug
Actie Bijeenkomst sleutelfiguren Bijeenkomst medew Onderzoeksonderst (+ belangstellingsregistr) MT: Opstellen concept-organisatieplan (incl. beleidsplan !) Deelplan Secr en BO + functies sturen naar betr.medew Bijeenkomst medew Secr en BO (+ belangstellingsregistratie) MT:definitief vaststellen organisatieplan Verzenden Organisatieplan naar alle medew (cc naar OC) MT: bespreken reacties medewerkers MT:defin.vaststellen organisatieplan/concept-Adviesaanvraag CB: vaststellen/voorleggen Adviesaanvraag t.b.v. OC MT: voorbereiden/uitwerken implementatie- en bedrijfsplan Overlegvergadering OC – CB over Adviesaanvraag OC stuurt Advies naar CB Bij pos. advies OC: CB verzoekt RvB nwe afd. in te stellen MT: voorbereiden/uitwerken implementatie- en bedrijfsplan Formeel besluit RvB => instelling/start nieuwe afdeling Admin. afhandeling (brieven naar medew + kostenplaatsnrs)
Wie MT KvdV / EO MT MT BB / EO / RK MT CLB => afd.secr. MT MT CB => OC MT met BL of adv OC-CB OC => CB CB => RvB MT RvB CLB/ServiceBedr