Beleids- en organisatieplan UB Nijmegen 2015-2020
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................... 3 2. Aanleiding en doel van het beleidsplan .................................................................... 4 3. De nieuwe bibliotheek in 2020 .................................................................................... 5 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7.
Nieuwe dienstverlening ....................................................................................................... 5 De hybride bibliotheek ......................................................................................................... 5 UB’s in het algemeen en onze UB ...................................................................................... 6 De kansen .................................................................................................................................. 6 De eisen van subsidiegevers ............................................................................................... 6 De vraag van de faculteiten ................................................................................................. 7 Ontwikkelingen om ons heen............................................................................................. 9
4. De visie van de bibliotheek op haar dienstverlening ....................................... 10 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. 4.10.
Algemeen ................................................................................................................................ 10 Volwaardige studieomgeving en ontmoetingsplek ................................................. 11 Informatievaardigheden ................................................................................................... 11 Zoeken en vinden................................................................................................................. 12 Content management ......................................................................................................... 12 Ondersteuning van Open Access .................................................................................... 12 Research Data Management ............................................................................................ 13 Cultureel erfgoed ................................................................................................................. 13 Visie op ICT ............................................................................................................................ 14 Tot slot……… ........................................................................................................................... 14
2
1. Inleiding De Radboud Universiteit is een studentgerichte onderzoeksuniversiteit die tot de beste universiteiten van Europa wil behoren. Binnen een dergelijke universiteit kan een bibliotheek met geavanceerde dienstverlening en moderne faciliteiten voor studenten, docenten en onderzoekers niet ontbreken. Het wetenschappelijk bedrijf en met name de werkwijze van wetenschappers en studenten zijn het laatste decennium in een stroomversnelling gekomen, onder andere door innovatieve technologische mogelijkheden. Ook zijn de eisen van wetenschappelijke subsidiegevers aan het veranderen.
Daarnaast is de bibliotheek in toenemende mate voor studenten het centrum op de campus om te studeren. Niet alleen op de klassieke werkdagen van 09:00 tot 17:00, maar het liefst alle dagen van het jaar en zoveel mogelijk uren per dag. Dat past ook bij het streven van de universiteit om studenten meer aan de campus te binden (zie ook het rapport van de werkgroep Studeren op de campus d.d. april 2014) en in de gelegenheid te stellen hun academische opleiding zo goed mogelijk en binnen de daarvoor gestelde termijn succesvol af te ronden. Dit alles heeft ingrijpende gevolgen voor de faculteiten van onze universiteit, de onderlinge samenwerking, de aantrekkingskracht van onze instelling op onderzoekers, docenten en studenten. De beleidsplannen van de faculteiten gaan dan ook in op deze ontwikkelingen. De universiteitsbibliotheek, van oudsher de ondersteuner van de faculteiten in hun primaire wetenschappelijke taak, evolueert vanzelfsprekend mee. Niet van de ene dag op de andere maar geleidelijk, rekening houdend met onze spankracht, technische mogelijkheden en de aard van de aangepaste dienstverlening aan de faculteiten. Tegen deze achtergrond ontwikkelden wij een beleidsplan voor de eerstkomende 5 jaar.
3
2. Aanleiding en doel van het beleidsplan Wensen van de gebruikers, eisen van de subsidieverstrekkers, uitdagingen van de technologie, alsmede plannen en ervaringen van andere wetenschappelijke bibliotheken vormen de input voor de beleidsvisie waarmee de bibliotheek de komende jaren invulling wil geven aan haar dienstverlening. Door de technologische ontwikkelingen en diversiteit aan leveranciers is het voor zowel wetenschappers als voor studenten lastig de weg te vinden in de onafzienbare hoeveelheid van informatiebronnen, systemen, licenties, betaalmodellen en auteursrechten.
Het zoeken naar de juiste informatie – relevant en wetenschappelijk gevalideerd – gebeurt maar gedeeltelijk via de tot nu toe beproefde bibliotheeksystemen of tools die door de bibliotheek geselecteerd zijn. De wetenschappers hebben dagelijks te maken met nieuwe eisen van de subsidiegevers om hun publicaties in open access beschikbaar te stellen of om data sets te leveren voor validatie en hergebruik. Daarin worden ze nu nog nauwelijks ondersteund. De kosten van de wetenschappelijke informatiebronnen zijn hoog en stijgen ieder jaar verder. De voor het vakgebied essentiële bronnen worden om deze reden steeds vaker opgezegd. Het monopolistische model van wetenschappelijk publiceren staat terecht onder druk. Er is politieke steun voor verandering en vrijwel alle universiteitsbibliotheken zijn bezig om alternatieven voor de komende jaren te creëren.
Het doel van het nieuwe plan is om wetenschappers en studenten beter te ondersteunen en te faciliteren om hun weg te vinden in dit nieuwe informatielandschap. Ook voor ons is een van de prioriteiten om de komende jaren gezamenlijk met andere universiteitsbibliotheken en met technologieleveranciers te zoeken naar oplossingen om de open access toegang tot wetenschappelijke informatie zonder financiële of juridische belemmeringen te bewerkstellingen. Daarnaast wil de bibliotheek de studiefaciliteiten voor de studenten (in brede zin) binnen de locaties van de bibliotheek en in nauwe samenwerking met de faculteiten (studielandschappen) op een zo hoog mogelijk niveau brengen.
4
3. De nieuwe bibliotheek in 2020 3.1.
Nieuwe dienstverlening
De bibliotheek gaat haar dienstverlening opnieuw invullen. Belangrijke actielijnen die we voorstellen: -
het ondersteunen van research data management, het intensiveren en verbeteren van trainingen in informatievaardigheden voor (met name) studenten in verschillende fasen van hun studie, het ondersteunen van wetenschappers bij de overgang naar open access en de nieuwe administratieve en juridische eisen die daarbij spelen, het vormgeven van onze rol als gids, helpdesk en troubleshooter in het steeds verder uitdijende informatielandschap, het koppelen en integreren van wetenschappelijke informatie aan de bij de gebruikers populaire en veranderende tools, het contractmanagement van diverse licenties en providers in landelijk verband, onder andere om kwantumkortingen te verkrijgen.
Dit zijn allemaal relatief nieuwe dingen waar de wetenschappers en studenten behoefte aan ondersteuning hebben. Tegelijkertijd is de bibliotheek zoals we die van oudsher kennen er nog steeds en wordt zij qua uitleen-faciliteiten nog altijd veelgebruikt en is dus nodig. We hebben duidelijk te maken met een hybride bibliotheek in een transitieperiode van fysieke naar digitale bibliotheek.
In het beleidsplan wordt ook een aanzienlijke versterking voorgesteld van de rol van de bibliotheek als een functionele en aangename studieomgeving en ontmoetingsplek, goed geoutilleerd voor een langdurig verblijf op de campus, waar studenten integrale hulp en begeleiding wordt geboden, zowel ‘face-toface’ als digitaal. De centrale 'learning zone' van de Radboud Universiteit.
3.2.
De hybride bibliotheek
De afgelopen jaren is geïnvesteerd in de Digitale Bibliotheek met het Programma Digitale Bibliotheek (2011-2014), met daarin een aantal nieuwe producten en diensten, die inmiddels grotendeels gerealiseerd zijn. Het programma bestaat uit de volgende vijf programmalijnen: 1. 2.
3. 4. 5.
Discovery Tool, Electronic Resource Management, Website en mobiele media, Online instructie tools, Virtuele Kenniscentra, Digitale readers Radboud Repository en Open Access publishing, Archivering van data, Onderwijs-repository Digitalisering cultureel erfgoed Duurzame opslag cultureel erfgoed Managementinformatie, gebruiksstatistieken
Alle geplande producten, diensten en verkenningen uit deze programmalijnen zijn eind 2014 gerealiseerd. De geavanceerde wetenschappelijke zoekmachine RUQuest, de toename van het aantal full text publicaties in de Radboud Repository (van 17% naar 36% full text en van 15% naar 23% full text Open
5
Access publicaties) en het Auteursrechteninformatiepunt zijn de belangrijkste nu al zichtbare resultaten voor een brede groep gebruikers. Desalniettemin zal de hybride bibliotheek beslist nog een aantal jaren voortbestaan. Hoewel de traditionele diensten afnemen is het niet mogelijk om per direct naar een 100% digitale bibliotheek over te gaan, al was het alleen maar omdat er niet op alle vakgebieden uitsluitend digitale bronnen verkrijgbaar zijn. De behoefte aan traditionele diensten verbonden met fysieke materialen daalt gestaag maar het tempo verschilt per vakgebied.
3.3.
UB’s in het algemeen en onze UB
De overduidelijke trend bij alle universiteitsbibliotheken is dat hun collectie afneemt en dat ze overall minder personeel nodig hebben. Het bibliotheekpersoneel is hooggeschoold en heeft andere kennis en competenties nodig dan in de fysieke bibliotheek tot nu toe.
Zowel qua levering van de benodigde dienstverlening als qua middelen loopt onze bibliotheek wat achter in de overgang van traditionele naar digitale bibliotheek in vergelijking met de andere UB’s in Nederland. Dit is niet verassend gezien het feit dat de stimulans voor de omslag naar de digitale bibliotheek pas in 2011 zijn beslag heeft gekregen. De meeste andere universiteitsbibliotheken in ons land zijn al rond het jaar 2000 met vernieuwingen begonnen. De UB van de Radboud Universiteit deed al die jaren alleen het strikt noodzakelijke en was dus duidelijk een langzame volger.
3.4.
De kansen
3.5.
De eisen van subsidiegevers
Ondanks de bovengenoemde achterstand bevindt onze bibliotheek zich nu toch in een gunstige situatie. Juist omdat we achterlopen kunnen we gebruik maken van kant-en-klare oplossingen elders en zo kinderziektes vermijden. Daarnaast is het Europese politieke klimaat momenteel gunstig voor een aantal van onze strategische lijnen (open access, research data, de-commercialisering van wetenschappelijke output). In november 2013 schreef Sander Dekker, de staatssecretaris van Hoger Onderwijs, een brief aan de Tweede Kamer. Daarin stelt hij voor dat al het onderzoek dat uit publieke middelen betaald wordt ook toegankelijk wordt gemaakt in Open Access voor iedereen,. Ook de Europese richtlijnen van Horizon 2020 dwingen dit vanaf december 2013 af, al dan niet met een vertraging van een half tot heel jaar na publicatie. Bij NWO wordt gekeken in hoeverre men publiceren in Open Access kan afdwingen. Tegelijkertijd moeten de kosten van wetenschappelijk publiceren niet verder stijgen door de publicatievergoedingen die uitgevers vragen (Open Access fees).
6
Subsidiegevers stellen ook nieuwe eisen aan de door universiteiten geproduceerde onderzoeksdata. Die data moeten beschikbaar zijn voor validatie en hergebruik in de toekomst.
3.6.
De vraag van de faculteiten
De bibliotheek sluit met haar diensten zoveel mogelijk aan op de behoefte van wetenschappers en hun communities. De bibliotheekdiensten zijn vervlochten met het werkproces van de wetenschapper, docent en student. Ze zijn intuïtief te gebruiken, makkelijk, altijd toegankelijk, ‘cross-mediaal’ en betrouwbaar. Voor welke diensten de bibliotheek kiest, volgt voor een groot deel uit de wensen en behoeftes van onze gebruikers. Alle gebruikers... -
-
willen toegang tot betrouwbare digitale informatiebronnen op hun vakgebied en de bijbehorende tools, 24/7 en op verschillende media, zonder storingen en blokkades. willen beschikbaarheid van relevante fysieke en virtuele collecties op hun vakgebied.
De onderzoeker... -
-
-
-
wil ondersteund worden bij het beheren van zijn onderzoeksdata. Hij wil graag voldoen aan de eisen die de universiteit of subsidiegever stelt, maar heeft advies, expertise en de noodzakelijke infrastructuur nodig om aan die eisen te kunnen voldoen. De vraag verschilt per wetenschapsdomein. Sommige vakgebieden hebben faciliteiten al (inter)nationaal geregeld, andere vakgebieden hebben slechts gedeeltelijke of geen faciliteiten, en hebben wel aanvullende wensen. wil dat zijn auteursrechten beschermd worden. Dat is voor hem een voorwaarde om onderzoeksdata te delen. wil onbelemmerde toegang tot informatiebronnen en onderzoeksdata die voor hem relevant zijn. Hij wil eenvoudig en goed kunnen selecteren, om de relevante bronnen en data te kunnen vinden. wil ondersteuning en begeleiding bij het zoekproces. wil hulp bij de start van zijn onderzoek over soortgelijke onderzoeken, in de vorm van systematic reviews. Dit geldt vooral voor de medische en sociale wetenschappen. wil advies over Open Access: hoe zit het met auteursrechten, welke Open Access uitgevers zijn betrouwbaar en hoogstaand?. wil hulp bij administratie en financiering van de Open Access fees van uitgevers. wil zijn publicaties beschikbaar maken in het Radboud Repository, omdat de subsidiegever dat vraagt en om zijn wetenschappelijke impact en citaties te vergroten. Maar hij wil er weinig tijd en moeite in steken, en hij wil ook geen problemen krijgen met zijn uitgever. wil ondersteuning bij publiceren. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van een ISBN. 7
De docent... -
-
wil dat zijn studenten goede academische en informatievaardigheden hebben. wil zijn onderwijsmateriaal duurzaam bewaren en hergebruiken. wil zijn colleges opnemen en online zetten voor studenten, andere docenten en voor promotiedoeleinden. wil onbelemmerde toegang tot relevante informatiebronnen, inclusief relevante onderwijsmaterialen van anderen. Hij wil goed kunnen selecteren om de relevante materialen te kunnen vinden. wil hulp en ondersteuning bij het gebruik van wetenschappelijke literatuur en de betaling daarvoor aan bijv. de Stichting Pro. Hij wil daar zo weinig mogelijk werk aan hebben. wil ondersteuning bij content curation: het verzamelen en in context plaatsen van vrij toegankelijk onderwijsmateriaal.
De student... -
wil een prettige, comfortabele studieomgeving die 24/7 beschikbaar is en voorzien van up to date technologie wil een diversiteit aan studieplekken: stilte vs. overleg, individueel vs. groepswerk, open vs. gesloten, en ruimtes om tussen het studeren door te ontspannen en anderen te ontmoeten. wil goede, betrouwbare apparatuur in de bibliotheek, met functionaliteiten die geënt zijn op zijn studie en aanpasbaar aan zijn eigen voorkeuren en behoeftes. wil een snel en storingsvrij netwerk. wil de bibliotheek gebruiken wanneer hij wil, waar en waarmee hij gewend is te werken (studentenportal, facebook, e-learning omgeving, smartphone, etc). wil advies en helpdesk, zowel op bibliotheek- als op ICT-gebied. wil begeleid worden bij het zoeken en vinden van online studiemateriaal. wil participeren in academisch-culturele activiteiten in de bibliotheek, of die organiseren (zoals de Nacht van de Bibliotheek).
Het faculteitsbestuur... -
wil dat de bibliotheek voldoet aan de vraag van onderzoekers, docenten en studenten. wil resultaten van kwaliteitsmetingen en enquêtes onder wetenschappers en studenten over de dienstverlening van de bibliotheek. wil de stijgende kosten van wetenschappelijke literatuur beheersbaar houden en niet verder laten groeien wil transparante verantwoording van de bibliotheek over de aanschaf van literatuur. wil ondersteund worden bij de verantwoordelijkheid voor de productie van betrouwbare onderzoeksdata. 8
3.7.
Ontwikkelingen om ons heen
De wetenschappelijke bibliotheken in Nederland worden kleiner qua fysieke collectieomvang, met minder maar met hooggeschoold en ICT-vaardig personeel. Ze werken meer samen: maken gebruik van elkaars expertise en hebben gezamenlijke systemen en licenties. Dat is essentieel in een toekomst die gekenmerkt wordt door afnemende middelen.
De traditionele dienstverlening maakt steeds meer plaats voor een adviserende en ondersteunende rol waarbij de bibliotheek, de wetenschapper (en student) de weg wijst in een wirwar van informatiebronnen, systemen, en techniek. Het personeel regelt voor de onderzoekers, docenten en studenten al die dingen – gerelateerd aan wetenschappelijke informatie - waar ze geen tijd voor hebben. Hiervoor is het noodzakelijk dat bibliotheekmedewerker de taal van het wetenschappelijke domein spreekt.
9
4. De visie van de bibliotheek op haar dienstverlening 4.1.
Algemeen
De prioriteiten die de bibliotheek zich de komende jaren stelt komen voort uit de vraag van de bibliotheekgebruiker, de eisen van wetenschappelijke subsidiegevers, beleidsplannen en ervaringen van andere wetenschappelijke bibliotheken, technologische mogelijkheden en trends, en onze eigen visie op de dienstverlening. De drie pijlers van de dienstverlening zijn: 1. 2. 3.
diensten voor de gebruiker van wetenschappelijke informatie, diensten voor de producent van kennis en data, en diensten met betrekking tot het bieden van een hoogwaardige studieomgeving voor de student.
We bieden onze dienstverlening waar mogelijk generiek, en waar nodig disciplinegericht aan. Focus en expertise nodig voor dienstverlening verschillen per vakgebied. Zo is de ondersteuning bij het uitvoeren van systematic reviews vooral van belang voor de medische en sociale wetenschappen, waar dit een belangrijke wetenschappelijke activiteit is.
In het complexe informatielandschap van systemen, licenties en informatieaanbieders is niet alleen een disciplinegerichte maar ook een persoonlijke benadering van bibliotheekgebruikers van belang. Dit in de vorm van helpdesk, advies, bewegwijzering, gidsen en coaching. Dit levert kwaliteit en efficiëntie op: wetenschappers en studenten verliezen minder tijd wanneer zij deskundig en snel worden geadviseerd en op weg geholpen. Ook innovatie en verbetering van diensten komen voort uit directe persoonlijke contacten in de verschillende disciplines. Tegen de achtergrond van de huidige problemen en het beeld in 2020 hebben we, redenerend vanuit de gebruiker en de wensen die de faculteiten hebben aangegeven, de belangrijkste taakgebieden in het beleidsplan gedefinieerd, redenerend vanuit de gebruiker en de wensen die de faculteiten hebben aangegeven. Daarbij hebben we ons ook gebaseerd op de huidige plannen en best practices van andere UB’s. De belangrijkste taakgebieden zijn: -
Volwaardige studieomgeving en ontmoetingsplek Informatievaardigheden Zoeken en vinden Content management Ondersteuning open access Research data management Cultureel erfgoed
10
4.2.
Volwaardige studieomgeving en ontmoetingsplek
Nu: De studenten vragen op dit moment om meer en betere studieplekken, met meer variatie en met de adequate apparatuur. Ook bemerken we dringende behoefte bij de studenten aan integrale hulp en ondersteuning bij gebruik van de studiefaciliteiten in de fysieke ruimten van de bibliotheek.
Doel in het beleidsplan: het bieden van toereikende en uitstekend geoutilleerde studieplekken en voorzieningen, met en zonder pc’s, laptops, snel internet, stopcontacten, kluisjes, multimedia, faciliteiten voor kennisuitwisseling, grote variatie aan werkplekken (individueel en voor groepen, studiecabines, stil of waar je kunt discussiëren, voor ontspanning en loungen, en voor academischculturele evenementen (zoals De Nacht van de Bibliotheek of auteursavonden).
De studenten krijgen integrale hulp aangeboden – al zijn er meerdere afdelingen van de RU bij betrokken - of het nu gaat om printvoorzieningen, omgaan met wetenschappelijke informatie, lenen van boeken of terugvinden van een verloren Word document. De ondersteuning van en communicatie met studenten wordt uitgebreid o.a. via chat, sociale media en Ask Your Librarian. De UB gaat ook faciliteren dat gebruikers elkaar helpen door een marktplaats voor kennis in te richten, waarop elke student een persoonlijk profiel kan aanmaken en in contact kan komen met anderen die de expertise hebben die hij of zij zoekt. Een plek om elkaar te ontmoeten is daarbij essentieel. Zo wil de bibliotheek een verbinding leggen tussen fysiek en digitaal, een plek op de campus zijn van kennis en ontmoeting. Verder zullen we verkennen hoe de studieplekken op de hele campus een flinke verbeterslag kunnen krijgen en daarbij haar rol bepalen.
4.3.
Informatievaardigheden
Nu: De docenten hebben behoefte aan meer en betere instructies in informatievaardigheden voor hun studenten. Het kaf van het koren kunnen scheiden is een eis die vaak door hen wordt benadrukt. Er is behoefte aan de behandeling van nieuwe onderwerpen, zoals omgaan met research data, validatie van bronnen, zorgen voor de bescherming van je eigen gegevens of alert zijn met betrekking tot zelfcitatie of je auteursrechten. Ook zijn de momenten in het curriculum op dit moment niet altijd even logisch en is de frequentie nog vaak ontoereikend.
Doel in het beleidsplan: de cursussen informatievaardigheden intensiveren, moderniseren, verdiepen en beter relateren aan het curriculum. De trainingen moeten beter aansluiten op de verschillende fasen van de studie. Om studenten optimaal te ondersteunen gaan we hierbij samenwerken met de faculteiten en met de ondersteunende diensten. De bestaande samenwerking met het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen voor cursussen voor scriptiestudenten wordt verder uitgebouwd, met gezamenlijke cursussen en door elkaars expertise te delen. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met Studentenzaken en Radboud In’to Languages. 11
4.4.
Zoeken en vinden
Nu: De gebruikers zoeken tegenwoordig maar deels via beproefde bibliotheeksystemen of tools die door de bibliotheek geselecteerd zijn naar de juiste informatie – relevant en wetenschappelijk gevalideerd. Dat is begrijpelijk. In de groeiende markt van zoekmachines en vaak geheime criteria in zoekalgoritmes is er echter nauwelijks hulp bij keuzes en karakteristieken van de diverse tools. Onderliggende bronnen zijn niet altijd toegankelijk omdat ze niet volledig of bijtijds gekoppeld zijn aan veel gebruikte zoekgereedschappen.
Daarnaast hebben de gebruikers vaak specialistische hulp nodig bij ingewikkelde zoekvragen en bij systematic reviews, vooral in evidence based disciplines.
Doel in het beleidsplan: het vormgeven van onze rol als gids, helpdesk en troubleshooter in het verder uitdijende informatie-universum, het koppelen en integreren van wetenschappelijke informatie aan veelgebruikte en veranderende zoekmachines (bijv. voor de toegang tot de gelicenseerde bronnen die via Google worden gevonden), vakgebied-portals en personalisatie-tools, aansluiting regelen op de nationale informatie-infrastructuur, toegang verschaffen tot de bronnen voor de diverse groepen onafhankelijk van tijd en plaats, hulp bieden bij literatuur searches en systematic reviews, advies en begeleiding bieden bij teksten data-mining. De UB gaat ook verkennen hoe andere bibliografische diensten zoals o.a. citatieanalyses en Altmetrics aangeboden kunnen worden. De informatietools zullen in verschillende vormen en via verschillende kanalen worden aangeboden: op de (mobiele) website met intelligente en intuïtieve navigatie, in diverse portals (zoals studenten- en medewerkersportal) of in de vorm van apps.
4.5.
Content management
Nu: Collectievorming, fysiek en digitaal, met verschillende achterliggende processen zijn nog niet geoptimaliseerd en daardoor niet altijd even efficiënt.
Doel in het beleidsplan: de traditionele rol van het selecteren, aanschaffen, verwerken en beschikbaar stellen van wetenschappelijke informatie behouden en afbouwen bij een steeds langzamer groeiende fysieke collectie. Wel zal de UB met name bij Humaniora en Rechten meer ondersteuning bieden bij de fysieke collectioneringstaken van de wetenschappers. Met betrekking tot digitale materialen - die volledig andere workflows vereisen - zullen we deze rol aanpassen, uitbreiden en professionaliseren. De UB breidt haar ‘verzameltaken’ ook uit naar online onderwijsmaterialen, zoals de weblectures van toonaangevende wetenschappers.
4.6.
Ondersteuning van Open Access
Nu: Onderzoekers en faculteitsbesturen signaleren al jaren dat de kosten van wetenschappelijke informatiebronnen niet alleen hoog zijn maar ook maar blijven stijgen. Om deze reden worden essentiële bronnen steeds vaker opgezegd. Daar komt nu in verband met Open Access het zogenaamde ‘double 12
dipping’ bij. Het monopolistische model van wetenschappelijk publiceren staat terecht onder druk. Er is politieke steun voor verandering en vrijwel alle universiteitsbibliotheken zijn bezig om alternatieven voor de komende jaren te creëren. De UB van de RU verkent alternatieve publicatiemodellen samen met een aantal redacties en landelijke partners. Ook zijn we samen met deze partners op zoek naar additionele subsidies. We hebben de Radboud Repository verbeterd en het percentage van opgenomen publicaties is gestegen van 17% in 2011 naar 36% 2014 (en van 15% naar 23% full text Open Access). Er is een Auteursrechten Informatiepunt opgezet.
Doel in het beleidsplan: continuering en verdere uitbouw van de huidige activiteiten en uitvoeren van een aantal pilots met redacties en andere landelijke partijen om een proof of concept te leveren voor alternatieve publicatiemodellen om betaalbare Open Access te realiseren. Tegelijk, via het traject van de pilotprojecten, bepalen welke toekomstige taken nuttig zijn in de ondersteuning van de wetenschappers bij Open Access (green en gold) en bij het contractmanagement van diverse licenties en providers in landelijk verband, bijvoorbeeld om kwantumkortingen te verkrijgen. Verdere ontwikkeling en groei van de Radboud Repository – ook voor de scripties - is eveneens speerpunt van het beleid voor de komende jaren.
4.7.
Research Data Management
Nu: Wetenschappers geven aan dat ze te maken hebben met nieuwe eisen van subsidiegevers om hun datasets op te slaan voor validatie, delen, hergebruik en duurzaam bewaren. Daarin worden ze nu nog niet voldoende ondersteund. Er is een RU-breed programma RDM (Research Data Management) gestart waarin deze rollen worden bepaald en tegelijk in praktijk gebracht.
Doel in het beleidsplan: Het ondersteunen van de wetenschappers en het spelen van een gidsrol bij alle aspecten van RDM (opslag, toegang, delen en hergebruik, auteursrechten, koppelen aan publicaties en duurzaam bewaren en datamining). Net als bij Open Access bepalen we via projecten wat de toekomstige reguliere taken moeten zijn in de ondersteuning van de wetenschappers. Daarin gaan we samenwerken met de wetenschappers, andere RU-afdelingen en UB’s op dat nieuwe terrein.
4.8.
Cultureel erfgoed
Nu: De bibliotheek zorgt voor behoud en een zo breed mogelijke ontsluiting en beschikbaarstelling van het erfgoed. De UB bezit zo’n 40.000 werken die zijn gepubliceerd tussen 1541 en 1800.
Doel in het beleidsplan: We gaan dit erfgoed verder digitaliseren. We ontwikkelen ook digitalisering on demand, zowel voor groepen als voor individuen en voor onderzoek als voor onderwijs. Ook wordt onderzocht in hoeverre nieuwe onderzoeksmogelijkheden kunnen worden geboden, bijvoorbeeld verrijking en ontsluiting via wetenschappelijke blogs en nietanonieme crowd sourcing. We zoeken aansluiting bij nationale initiatieven zoals 13
Metamorfoze (Nationaal Programma voor het Behoud van Papieren Erfgoed) en DEN (Digitaal Erfgoed Nederland).
4.9.
Visie op ICT
Steeds meer taken van de universiteitsbibliotheek bevatten ICT-aspecten. Daarvoor wordt in de opleidingsplannen voor het personeel continu extra ruimte gereserveerd. Ook zijn er een aantal functies (nieuw of gewijzigd) die expliciet ICT-expertise vereisen. Dat houdt geen specialisme of programmeerwerk in, maar betekent vooral dat de bibliotheek steeds meer een intermediair is tussen enerzijds de gebruikersbehoeften en hun manieren van werken en anderzijds de ICT-oplossingen. Die oplossingen – vaak direct verbonden met wetenschappelijke informatiebronnen - moeten binnen of buiten de RU worden gevonden, afhankelijk van het onderwerp, en worden vaak in landelijk (cloud) verband opgepakt, zoals de Gemeenschappelijke Informatie Infrastructuur in Nederland (GII).
De verdere ontwikkeling van functioneel beheer krijgt daarom een belangrijke plaats bij de UB. Om al deze redenen is het niet doelmatig om een eigen ICTdienst in te richten binnen de bibliotheek. Immers, de zeer uiteenlopende oplossingen zullen van verschillende providers moeten komen en zo’n breed palet aan expertise kan men noch binnen de bibliotheek noch binnen de RU volledig bezitten. De informatiearchitectuur, die binnen de universitaire en de landelijke context moet passen, wordt afgeleid uit dit beleidsplan, in samenwerking met het ISC (Centrale ICT afdeling van de universiteit) en CIM, via een methode die bij andere bibliotheken hiervoor is gebruikt.
4.10. Tot slot
Bij al deze diensten is een disciplinegerichte benadering uitermate belangrijk. Om efficiëntie en kwaliteit met elkaar in balans te brengen hanteren we als uitgangspunt: ‘generiek waar het kan, disciplinegericht waar het moet’.
Ter afsluiting volgt hieronder een impressie van de dienstverlening zoals we die beogen in 2020. Hierin komen alle hierboven geschetste diensten zo veel mogelijk tot uiting. Wat zien onze wetenschappers en studenten als ze in 2020 naar de universiteitsbibliotheek kijken? De bibliotheek is een sociale ontmoetingsplek, studie- en onderzoeksomgeving voor studenten en wetenschappers. Tegelijkertijd is het een wetenschappelijk knooppunt waar uiteenlopende gebruikers informatie (fysiek en digitaal) ophalen, gebruiken en verwerken, produceren en delen.
‘Laten we bij de bieb afspreken’ We zien studenten die in rustige, prettige en uitstekend geoutilleerde zalen studeren. Ze zoeken de bibliotheek op omdat daar de rust nog steeds te vinden 14
is. Bovendien is het een prettige stimulans om te ervaren dat je niet in je eentje aan het studeren bent.
Wat verderop, in functionele ruimtes waar ze zonder anderen te storen kunnen discussiëren, werken studenten in levendige groepjes aan een werkstuk of presentatie. Ze helpen elkaar en komen op nieuwe ideeën.
Het zoeken naar een vrije studieplek is verleden tijd, er zijn immers genoeg plaatsen. De bibliotheek is tot laat in de avond open en studenten kunnen op hun smartphone zien waar zich een vrije computer bevindt. Hebben ze problemen met het zoeken of verwerken van informatie, of mochten ze andere ondersteuning nodig hebben (bijv als hun Word document zomaar spoorloos verdwenen blijkt te zijn), dan krijgen ze meteen specialistische hulp van deskundige en ter plaatse aanwezige medewerkers, diverse sociale media kanalen of via de digitale informatiebalie. Natuurlijk is het niet mogelijk om de hele dag onafgebroken te studeren. Tussendoor zakken ze even onderuit, ontmoeten ze elkaar, kijken naar sport of kletsen ze bij. Er is een marktplaats voor kennis ingericht, waarop elke student of wetenschapper een persoonlijk profiel kan aanmaken en in contact kan komen met anderen die de expertise hebben die hij zoekt. Een plek om elkaar te ontmoeten is daarbij essentieel. Zo verbinden we fysiek en digitaal, en is de universiteitsbibliotheek de spil van kennis en ontmoeting op de campus.
‘Ik heb altijd juiste informatie bij de hand’ Of je nu in de UB bent, in de trein naar je ouders zit of thuis college voorbereidt of werkt aan een artikel, je hebt alle informatie die je nodig hebt binnen handbereik. Het vinden van de juiste content – die voldoet aan je zoekvraag, niet te veel en niet te weinig en gevalideerd – via alle mogelijke kanalen, van specialistische databases via RUQuest tot en met Google Scholar verloopt optimaal. De benodigde toegang en koppelingen zijn op de achtergrond stuk voor stuk geregeld. Problemen worden onmiddellijk hersteld. Het vinden van informatie blijft niet beperkt tot de digitale bibliotheek. Ook in 2020 zien we nog boeken. Misschien niet voor iedere faculteit van even groot belang, maar wel voor een aantal disciplines binnen de RU zijn fysieke boeken nog steeds de belangrijkste informatiebron.
Bij ingewikkelde literatuur searches die specialistische expertise vereisen of omvangrijke systematic reviews staan de bibliotheekmedewerkers klaar om te adviseren of te helpen.
‘Voor mijn research data wordt goed gezorgd’ Al in het eerste stadium van voorbereiding van het onderzoek en de subsidieaanvraag is het data management plan opgesteld. Alle faciliteiten voor opslag, toegang, delen en hergebruik, koppelen aan publicaties en duurzaam bewaren zijn geregeld op verschillende niveaus: lokaal, nationaal of qua discipline. De auteursrechten zijn helder en geregeld, de onderzoeker kan kiezen 15
uit een aantal gevalideerde varianten. Bij de wetenschapper ligt alleen inhoudelijk werk. Samen met ISC zorgt de bibliotheek voor de rest.
‘Ik hoef het niet meer uit te leggen’ Docenten hoeven niet telkens opnieuw uit te leggen aan studenten hoe en waar ze naar wetenschappelijke informatie moeten zoeken, hoe ze het kaf van de koren moeten scheiden, hoe ze op de juiste manier met referenties werken, hoe ze moeten citeren, hoe ze een bibliografie kunnen samenstellen en hoe ze de datasets die bij hun scriptie horen beschrijven, opslaan of beschermen.
De rompslomp rond de moeizame samenstelling van readers behoort tot het verleden, ‘knip-en-plak’ uit digitale bronnen voldoet. De toegang, wat wel en niet mag, is op de achtergrond geregeld. Weblectures van eigen docenten en die van buiten de RU kunnen makkelijk worden gevonden. Via een paar clicks geven docenten aan of hun college ook openbaar toegankelijk is voor anderen. ‘De UB loopt voorop in ondersteuning van open access’ Het monopolistische publicatiemodel van de commerciële uitgevers begint af te brokkelen. Niet alleen onder de groeiende invloed van de politiek en wetenschappelijke subsidiegevers maar ook door de succesvolle publicatieprojecten van de universiteitsbibliotheken, technologieleveranciers en wetenschappelijke redacties, die met dezelfde strenge kwaliteitsnormen als voorheen – maar wel tegen veel lagere kosten – hun wetenschappelijke resultaten in Open Access publiceren.
De UB van de RU heeft samen met redacties en andere partners een aantal geslaagde alternatieven gefaciliteerd en een internationale reputatie verworven. En dank zij de steeds betere en ruimere toegankelijkheid via Open Access stijgen de citaties en daarmee de reputatie van de auteurs. In deze context hebben we ook achter de schermen een nieuwe rol, onder meer bij het regelen van betalingen van article processing charges, het samen met andere universiteiten bedingen van de landelijke ‘kwantumkortingen’ of een professioneel advies over de (on)mogelijkheden van auteursrechten.
En uiteraard ook … Wat dagelijks gebeurt: het collectioneren van fysieke en digitale bronnen, het regelen van abonnementen en landelijke licenties en toegang, catalogiseren, boeken uitlenen, leveren en terugzetten, het conserveren en digitaliseren van het cultureel erfgoed, informatie geven over nieuwe bronnen op het vakgebied, zorg voor de Radboud Repository, oplossen van problemen en beantwoorden van vragen.
16