INSPECTIEVERSLAG PROVINCIE: Limburg BRANDWEER: Maasmechelen DATUM INSPECTIE: 18.05.2005 NIS-NUMMER: 73107
De Veuster F. Inspecteur
Dit verslag van het inspectiebezoek uitgevoerd door de brandweerinspectie, ressorterend onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, is gebaseerd op een vooraf ingevulde vragenlijst, evenals op nazicht van documenten en administratieve bescheiden ter plaatse en op kantoor. De waarnemingen en de gesprekken van de inspecteur(s) geven aanleiding tot opmerkingen, die geformuleerd worden na de deelrubrieken.
ORGANISATIE 1.
Korpstype
Z vrijwilligers
2. Beschermde gemeente(n) Maasmechelen Dilsen-Stokkem Lanaken
3.
aantal inwoners oppervlakte (ha) 35 923 18 626 24 282
Hoofdkazerne -
Adres: Rijksweg 155, 3630 Maasmechelen
1
-
Telefoon
-
4. 5.
Voorpost(en): geen
Organisatie hulpverlening Korps
5.
Oproepnummer: 089/769600 Administratief nr: 089/769601 Faxnr.: 089/769609 E -mailadres brandweer:
[email protected] Administratief nr. gemeente: 089/769610 Faxnr. gemeente: 089/769649
Afstand(km) X: Y: Genk Z: Maaseik C: C B: Brasschaat
21,6 19 120
Overeenkomsten met andere gemeenten in het kader van artikel 20 van KB van 8.11.1967, of zijn er overeenkomsten afgesloten met effect buiten de hulpverleningszone? Met Maastricht (Nederland) voor een gedeelte van Lanaken (betalend) Met Bilzen voor de deelgemeenten Veldwezelt en Gellik(Lanaken)
6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone Oost-Limburg
PERSONEEL 1.
Officier -dienstchef naam: Pass Jurgen adres: Diestersteenweg 91, 3680 Maaseik telefoon: 0475/953 141
2.
Korpssecretaris naam: Smeets Wouter adres: Koninginnelaan 44 bus 5, Maasmechelen telefoon: 089/764 615
2
3.
Personeelsbestand
BEROEPSBRANDWEERLIEDEN graad luitenant – kolonel majoor kapitein – commandant kapitein luitenant onderluitenant opperadjudant adjudant sergeant – majoor of eerste – sergeant of sergeant korporaal brandweerman
grondreglement
in dienst
1
1
VRIJWILLIGERS grondreglement
in dienst
3 2 2
6
1
4.
Opkomst bij interventies (vrijwilligers) Tijdens de kantooruren: 7% Buiten de kantooruren: 60%
5.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers): 50%
6.
Specifieke taakverdeling officieren:
7.
Verstandhouding (volgens dienstchef)
0
9 48
3 9 33+ 15(stag.)
n
kan beter
8.
Gemiddelde leeftijd van het operationele personeel (bij benadering):?
9.
Aantal operationele damespersoneelsleden: 1
10.
Aantal beroepsbrandweerlieden: 1
11.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
3
j
O
PMERKINGEN
De beschikbaarheid van de vrijwillige brandweerlieden is tijdens de kantooruren teruggelopen tot een onaanvaardbaar percentage (7 %). De veiligheid van hulpverleners en hulpbehoevende is bijgevolg niet ten volle gewaarborgd. De inspectie mocht zelf vaststellen dat tijdens het inspectiebezoek, bij een algemeen alarm voor een autobrand slechts 6 man opdaagden. Ze neemt kennis van de inhoud van een brief van de brandweerbevelhebber gericht aan de heer Burgemeester, waarin wordt aangedrongen op de aanwerving van een kleine beroepskern. Voor een brandweerkorps dat instaat voor de bescherming van meer dan 50.000 inwoners is dit verzoek helemaal niet uit de lucht gegrepen. De brandweerinspectie wenst een gesprek te voeren met het gemeentebestuur van Maasmechelen betreffende deze aangelegenheid, en de operationele personeelsproblematiek in het bijzonder, die nogal wat hiaten vertoont. Wanneer een vrijwillig personeelslid door de arbeidsgeneeskundige dienst ongeschikt wordt verklaard voor operationele taken, kan deze ongeschiktheid principieel slechts een tijdelijk karakter hebben. Ontslag moet bijgevolg niet alleen overwogen worden, maar is ook daadwerkelijk toe te passen wanneer iemand blijvend operationeel tekortschiet (artikel 23 punt. 4 model grondreglement.) Een zogenaamde reclassering met implicatie van lichtere taken is meestal niet binnen het vrijwilligerskorps te verwezenlijken. Onoordeelkundige tolerantie van fysische ongeschiktheid, die niet in tijd beperkt is, brengt de vereiste getalsterkte bij interventies in het gedrang en legt een hypotheek op de toepasbare uitrukprocedures. Tot op heden werd de beroepskorporaal die op het kader wettelijk voorzien is nog niet aangeworven. Wel treft de inspectie 4 gedetacheerde gemeentelijke werknemers aan, die bij beurtrol de radiokamer bemannen, maar die verder niet operationeel zijn. De inspectie staat bijgevolg achter het gemotiveerde voorstel van de dienstchef om een kleine beroepskern in het korps te introduceren. Ze is van mening dat deze ingreep noodzakelijk is, daar zowel complexiteit van interventies, onderhoud van materieel, en uitvoering van administratieve taken, binnen de brandweer voortdurend toenemen. De meerkost kan gedeeltelijk verrekend worden in de brandweerbijdrage van de beschermde gemeenten. Het kan interessant zijn om het personeelbestand van vergelijkbare korpsen na te gaan over de provinciegrenzen heen. Om enigszins soelaas te bieden aan de teruglopende opkomst van de vrijwilliger kan de brandweer een computergestuurde statuscontrole invoeren.( Zie ontwerp brandweer Lommel.) Men stelt onmiddellijk vast of een vrijwilliger al dan niet beschikbaar is. De vrijwilligers kunnen op een telefoonlijn bellen of een SMS -berichtje sturen naar een computer in de meldkamer. Een stem stelt een aantal vragen, die ze met cijfers op het telefoontoestel kunnen beantwoorden. Door de gevraagde cijfercombinatie in te duwen kunnen zij zich beschikbaar of onbeschikbaar zetten voor bepaalde opdrachten. Er kan zelfs een uur ingetypt worden tot wanneer zij zich willen beschikbaar stellen. Op het scherm van de computer krijgt de brandweer onmiddellijk een overzicht van de beschikbare krachten en hun specialiteiten: ambulancier, vrachtwagenchauffeur, chauffeur rijbewijs CE, duikers, gaspakdragers, hoogtewerking, officieren en onderofficieren enz… Een specifieke taakverdeling van de officieren blijkt nog niet van toepassing te zijn binnen brandweer Maasmechelen. De inspectie wijst erop dat elke officier binnen de werking van een brandweerkorps een vastgesteld
4
takenpakket dient in te vullen, dat beduidend meer is dan het leiden en uitvoeren van interventies. De inspectie merkt dat de personeelsleden van brandweer Bilzen nog geen kans gekregen hebben om zich lastens de in dienst nemende overheid preventief te laten inenten tegen Hepatitis B. (artikel 29, punt 5 van bijlage 3 – modelreglement voor de organisatie van de gemeentelijke vrijwillige brandweer.) Dit artikel is ingevoerd door het KB van 3 juni 1999. Wil de korpsgeneesheer met deze opdracht belasten. Er dient trouwens nagegaan te worden of de betrokkenheid bij het korps van de officier -geneesheer niet kan verbeterd worden.
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1. 2.
grondreglement: gemeenteraadsbeslissing van 5.10.2004 Huishoudelijk reglement: gemeenteraadsbeslissing van?
3.
Verzekeringen
POLIS
NUMMER MAATSCHAPPIJ
B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen 1. beroepspersoneel 2. vrijwilligers Voertuigenverzekering
j
45.06.316
j j j
06.054.024 06.105.0369 Diverse polissen
Ander brandweermaterieel Overlijdensverzekering
j
4.
Retributiereglement
5.
Administratieve bescheiden
06.105.0369
Ethias
Ethias
Ethias
j
a)
Dienstnemingcontracten?
j
b)
Register van de hulpoproepen?
j
c)
Aanwezigheid - en prestatieregister? j Nagezien interventie op 04.02.2005 huisbrand ééngezinswoning Hoefkamp 11, Dilsen-Stokkem
d)
Inschrijvingsregister + persoonlijke dossier?
e)
Identiteit, burgerlijke staat? Gezinssituatie: (bij ongeval te verwittigen personen)? Bloedgroep? Nummer van inschrijving? Aanduidingen om dringende terugroeping mogelijk te maken?
Persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmettingsrisico)?
5
j j j j j j/n
f)
Inventarissen Materieel? Uitrusting?
j j/n
O
PMERKINGEN
grondreglement Het bestaande grondreglement dateert van 05 oktober 2004 en werd goedgekeurd door de gouverneur op datum van 12 oktober 2004. In artikel 5 wordt er geen numerieke bepaling opgenomen met betrekking tot het aantal te leveren prestaties. Nochtans is er in artikel 5 van bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van de gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijk brandweerdiensten, wel degelijk sprake van minimum twaalf oefeningen per jaar. In artikel 6 wordt een beroepskorporaal vermeld in de personeelsformatie hoewel deze functie niet is ingevuld. Naar luid van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 (1) betreffende de tabel der effectieven van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten (minimumpersoneelssterkte) moet de dienst effectief beschikken over minstens één beroepskorporaal. In samen lezen met artikel 1 van het organiek reglement: (…) ‘De brandweer is het centrum van de gewestelijke groep. Hij is een vrijwilligersdienst met een beroepskern’ kan men stellen dat de ‘beroepskern’ zeer minimalistisch ingevuld is. Zeker wanneer men rekening houdt met zowel de geografische uitgestrektheid, het inwonersaantal van het beschermde gebied als de preventieopdrachten. Uit de lijst met de personeelssterkte blijkt dat er zes vrijwilligers in dienst zijn bij de brandweer, werkzaam bij de gemeentelijke diensten. Hoewel er gemeentepersoneel gedetacheerd werd vanuit de gemeente naar de brandweer is er geen enkel spoor van terug te vinden in de personeelsformatie. Deze mensen zouden moeten worden ondergebracht in de categorie II ‘Technisch en administratief personeel’. In fine artikel 16 wordt bijkomend gesteld dat: ‘De gemeenteraad kan hiervoor (hernieuwing dienstnemingscontract) advies inwinnen van de dienstchef’. Het lijkt opportuun om deze hernieuwing imperatief ondergeschikt aan het advies van het diensthoofd te maken, eerder dat er facultatief advies kan ingewonnen worden. In het kader van een efficiënt en doelmatig bestuur kan de inrichtende overheid - abstractie gemaakt voor de wettelijke beperkingen - de bevoegdheid tot het hernieuwen van de dienstnemingscontracten toewijzen aan het college van burgemeester en schepenen. Hiertoe moet uiteraard bij gemeenteraadsbesluit delegatie worden verleend. Deze bepaling zou eventueel opgenomen kunnen worden in het huishoudelijk reglement dat onderworpen is aan de goedkeuring door de gemeenteraad.
In artikel 19 geniet het de voorkeur om, in het kader van de bevorderingsvoorwaarden, te verwijzen naar de brevetten (gelijkstellingen), in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 08 april 2003 besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten. In punt 6 (toegang officiersniveau) wordt opgemerkt dat het koninklijk besluit van 19 april 1999 laatst werd gewijzigd bij koninklijk besluit van 08 april 2003. Het tweede lid van artikel 21 is - in oorsprong - een foutieve vertaling van de Franse tekst. ‘Lorsque
6
l’intéressé cesse de remplir une des conditions fixées à l’article 9, la démission d’office est pronocée par l’autorité qui exerce le pouvoir’ en mag als volgt worden gewijzigd: “Wanneer de betrokkene niet meer voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 9, dan wordt door de benoemende overheid het ontslag van ambtswege uitgesproken”. In artikel 41 moet in de kolom met betrekking tot het overzicht van de uurlonen brandwee, een onderscheid worden gemaakt tussen de weddenschaal van officier-geneesheer onderluitenant (vrijwilliger) en officier-geneesheer luitenant (vrijwilliger). De bedragen waarvan sprake in respectievelijk de artikelen 55 en 55bis zijn evolutief en bedragen momenteel: 500.000 (Bfr.) 16.683,23€ (index voor 2005= 1,3460 aan basisindex 130,01 van 1990); 60.000.000 (Bfr.) 1.500.000€ 5.000.000 (Bfr.) 125.000€ (algemeen plafondbedrag). dienstnemingscontract Het dienstnemingscontract van de heer Ramaekers Eddy (10/04/1967) Poelsweg nr. 3 te Maasmechelen werd nagekeken. Het dateert van 14 september 1995 en werd door de indienstnemende overheid erkend op 05 december 1995. Het betreft de aanstelling tot effectief brandweerman-vrijwilliger. In overeenstemming met artikel 11 van het koninklijk besluit van 03 juni 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 06 mei 1971 (zie supra) moet het dienstnemingcontract volgende bepalingen inhouden: “ Het dienstnemingscontract dat de leden-vrijwilligers als stagiair tegentekenen, vermeldt: 1. naam, voorna(a)m(en), geboorteplaats en geboortedatum, evenals de woonplaats; 2. de dag met ingang waarvan de vrijwilliger in dienst is genomen; 3. de graad en de vergoeding welke de vrijwilliger wordt toegekend; 4. de ontvangstmelding van een uittreksel uit de polis arbeidsongevallen; 5. de ontvangstmelding van een uittreksel uit de polis overlijdensverzekering; 6. de verklaring van kennisname van en onderwerping aan het organiek reglement en het reglement van orde. » Het dienstnemingscontract beantwoordt dus niet volledig aan de reglementaire bepalingen. Bij nazicht wordt vastgesteld dat geen enkel DNC na vijf jaar ambtshalve (artikel 16 van het grondreglement ) werd hernieuwd. Het dienstnemingscontract op naam van Opdenacker Dimitry (Maaseik 12/12/1970) werd nagekeken. Het werd afgesloten voor de aanwerving van een effectief onderluitenant-vrijwilliger, ondertekend op 02 juli 2004 en goedgekeurd door de indienstnemende overheid op 02 juli 2004. Het beantwoordt echter niet aan de wettelijke bepalingen. Ter zake wordt verwezen naar artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 april 1999, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 08 april 2003 waarin wordt gesteld: ‘Bij de effectieve aanwerving van de onderluitenant-vrijwilliger, vernieuwt de gemeenteraad de aanstelling voor een onbepaalde duur’.
huishoudelijk reglement Dit reglement valt niet onder het specifiek administratief toezicht. Louter ter informatie wordt meegegeven dat het misschien wenselijk is om onder de rubriek ‘Bijzondere plichten van sommige leden’ de bepaling met betrekking tot het wettelijk gebruik van sirenes en blauwe zwaailichten voor prioritaire
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
7
voertuigen, zoals vervat in de ministeriële omzendbrief ter zake, over te nemen (Omzendbrief van 19 mei 2004 betreffende het gebruik van de blauwe knipperlichten en/of het speciaal geluidstoestel voor de prioritaire voertuigen die een dringende opdracht uitvoeren).
INTERVENTIES EN OEFENINGEN 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek
2004 branden andere interventies totaal
2.
196 1726 1922
2005 tot op heden 77 148 225
Oefeningen Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel)?
30
Waar? In de kazerne en op diverse locaties binnen de beschermde gemeenten
Wanneer? Iedere vrijdagavond
Worden er maatregelen genomen tegen ongeoorloofde afwezigheden? Welke?
3.
n
Mogelijkheden tot sportbeoefening? j Wordt er op jaarbasis voldoende aandacht besteed aan adembescherming? n Zijn er mensen die geen adembescherming kunnen of willen dragen? n Zijn er gezamenlijke oefeningen met grootschalige inzet binnen de hulpverleningszone? n Beschikt de brandweer over voldoende oefenterrein met een brandkraan of waterput? j Beschikt het korps over voldoende didactisch materieel j Zijn er praktische handleidingen van het materieel voor iedereen beschikbaar? n Is de korpsdokter voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? n Kunnen de leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen (brandweerduiken, computer, speciale reddingstechnieken…)? j Wie is er specifiek verantwoordelijk voor de oefensystematiek? pelotonoversten Alarmering Via het noodnummer 100, 112 of het eigen alarmnummer. Er is 24 op 24 uur permanentie in de alarmcentrale. De operator stelt de zakontvangers van de brandweervrijwilligers in werking, volgens noodzaak, rekening houdend met het peloton dat bij beurtrol op dienst is.
Alarmeert men voldoende selectief (vrijwilligers)? Is er een permanent verzekerde telefoonwacht in de kazerne? 4.
j j
Spraak –en datacommunicatie Individuele zakontvangers? ASTRID - verenigbare radioapparatuur volgens Tetranorm? Computer gestuurde alarmering en vertrek (CAD)?
j n n
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
8
Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking worden gesteld? De radiokamer neemt ook oproepen in ontvangst voor een ander brandweerkorps? Specifieke opleiding voor de meldkameroperatoren voorzien?
n n n j/n
Telecommunicatie apparatuur -
5.
Vast opgestelde radio’s: 2 Mobiele radio’s (voertuigen): 16 Portofoons: 22 Pagers: 70 Gsm: 4 Zender - ontvangers gaspakdragers: Zender - ontvangers duikers: PC ‘s: 5
Dienstrol(vrijwilligers) - organisatie?) Wekelijks is een peloton bij beurtrol van dienst.
Dringende medische hulpverlening: brandweer Maasmechelen is niet ingeschakeld in de DGH. Op welke diensten wordt er beroep gedaan indien de brandweer niet ingeschakeld is in de dringende medische hulpverlening? Privé-ondernemer
7.
Gemiddelde uitruktijd voor de eerste hulpploeg:
8.
Gemiddelde opkomsttijd voor de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt van het te beschermen gebied? 22 minuten
9.
Uitrukprocedures of operationele richtlijnen?
5 à 6 minuten
n
Niet schriftelijk vastgelegd
10.
Personeelsbezetting autopomp eerste uitruk?
11.
Gedetailleerde bijstandsprocedures bij opschaling voor brandbestrijding, calamiteiten of rampen? n Persoonlijke alarmtoestellen in gebruik, die akoestische en al dan niet elektronische signalen uitzenden, wanneer een brandweerman in nood is? n
12.
6 man
O
PMERKINGEN
De oefensystematiek van brandweer Maasmechelen wordt niet gedetailleerd genoeg weergegeven. Het oefenschema dient vooraf halfjaarlijks opgemaakt te worden met opgave van onderwerpen, data en tijdsduur. Het moet ter inzage zijn van de burgemeester en de brandweerinspectie (artikel 57 model grondreglement.) De brandweerinspectie vestigt er de aandacht op dat het minimum verplichte aantal oefeningen (12) op jaarbasis door de tijd achterhaald is. Nu al wordt in internationale vakkringen voor de bandweer een jaarlijks oefenbeleid aanbevolen van minimaal 40 à 80 uren op individuele basis, zowel voor vrijwilligers als voor beroepsmensen. Het is aangewezen dat de betrokken hulpverleningszone gedetailleerde procedures over bijstand en opschaling schriftelijk uitwerkt, met de intentie om de overgang van een incident met dagelijkse routine naar een incident
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
9
met grootschalige inzet zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. Door de opschaling volgens deze procedures te laten verlopen is het voor de bijstand ontvangende gemeente, versterking verlenende korpsen en de leiding van de operaties duidelijk wat van iedereen verwacht wordt. De inspectie herinnert eraan dat er jaarlijks minimaal 1 zonale oefening met een behoorlijk uitgewerkt scenario dient plaats te vinden.(Zie art. 1 van het Ministerieel besluit van 14 april 1999, tot vaststelling van de minimale inhoud van de hulpverleningsovereenkomsten.) Er is dus werk aan de winkel voor de zonale technische commissie. De inspectie stelt positief vast dat brandweer Maasmechelen plant om via transcodering een vorm van computer gestuurde dispatching in te voeren in zijn meldkamer, die de efficiëntie van alarmering en uitrukken alleen maar ten goede kan komen. Wil er over waken dat ze compatibel is met A.S.T.R.I.D. ( = Alround Semi-cellullar Trunking Radio communication network with Integrated Dispatching.) Dit radio -en datacommunicatienetwerk zal immers toekomstig de dienst uitmaken voor de hulp -en veiligheidsdiensten in België. Sommige personeelsleden oefenen volledig ondermaats en zijn ongeoorloofd afwezig op de interventies. Zowel oefeningen als interventies zijn echter kernactiviteiten binnen de brandweer, die de kwaliteit en de efficiëntie van de hulpverlening op termijn moeten waarborgen. Niet toelaatbare afwezigheden dienen daarom aanleiding te geven tot ordemaatregelen, tuchtstraffen, en zelfs tot verwijdering uit de dienst, wanneer functioneringsgesprekken geen soelaas bieden. Individuele aanwezigheden op oefeningen en interventies dienen strikt genoteerd te worden. De brandweerinspectie wijst erop dat niemand ongeoorloofd weg kan blijven. De loopbaanonderbreking of het tijdskrediet zijn tot op heden niet opgenomen in de statutaire bepalingen met betrekking tot de brandweervrijwilligers en voor werknemers die er gebruik van willen maken, gelden ook bindende regels. Gelieve terzake enkele afdoende ordemaatregelen in het huishoudelijke reglement op te nemen, en verder schoon schip te maken met lijntrekkers. Zowel oefeningen als interventies zijn verplichte kernactiviteiten binnen de brandweer, die de kwaliteit en de efficiëntie van de hulpverlening op termijn moeten waarborgen. De inspectie herinnert de gemeentelijke overheid eraan, dat hedendaags ook met vrijwilligers een professionele aanpak van de brandweerzorg conditie sine qua non is. Elke niet beschikbaarheid moet vooraf gemeld te worden aan de dienstchef of zijn vervanger, die wanneer het niet gaat om verlof, ziekte, ongeval of overmacht, zijn toestemming moet verlenen. De uitrukprocedures en het inzetplan voor het personeel zijn onvoldoende vastgelegd. bij dienstnota of organisatorische memo. Het is aangewezen om deze procedures schriftelijk te reglementeren conform aan de beste praktijk en aan de werkwijze, die in de brandweerschool wordt aangeleerd. Er zijn immers tot op heden geen nationale standaardprocedures, noch richtlijnen terzake uitgewerkt.
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
10
BRANDVOORKOMING 1.
Aantal brandweerlieden dat een brevet technicus -brandvoorkoming heeft?
2.
Worden er andere personen, die geen deel uitmaken van de brandweer, betrokken bij het toezicht op de brandvoorkoming? n
3.
Overeenkomst met een andere gemeente bij toepassing van artikel 22 bis van het koninklijk besluit van 8 november 1967, betreffende het toezicht op de maatregelen tot brandvoorkoming?
3
j
Met Genk (± 300 dossiers op jaarbasis)
4.
Opdrachtgever tot het uitvoeren van preventieonderzoeken? burgemeester Wie ondertekent de preventieverslagen? bevelhebber + technicus brandvoorkoming
5.
Gemeentelijk politiereglement
6.
7.
Voor horecabedrijven? Voor gebouwen toegankelijk voor het publiek? Voor studentenkamers? Andere?
Aantal interventieplannen? Maakt men gebruik van een gespecialiseerd softwareprogramma?
Bij aflevering van een bouwvergunning? Bij aflevering van een milieuvergunning? bij wijziging van de waterleiding? bij aanleg en aanpassing van weginfrastructuur (verkeersdrempels…)
n
j j j n
Bluswatervoorraden Inventarisatie? Voldoende bluswatervoorraden? Werd hierover een verslag opgemaakt? Plannen van de bluswatervoorzieningen beschikbaar? Zijn de plannen geautomatiseerd?
9.
1
Advies van de brandweer gevraagd
8.
j n j -
n j n j n
Bebakening van brandkranen volgens de ministeriële omzendbrief d.d. 14.10.1975?gedeeltelijk
10.
Periodieke controle brandkranen? j Heeft de brandweer een procedure opgesteld betreffende de wijze waarop de brandkranen gecontroleerd dienen te worden? n
11.
Voornaamst risico 's in het interventiegebied – aantallen?
Ziekenhuizen: 2 Internaten: 2 Belangrijke verkeerstunnels: 0 Hotels: 13 Tehuizen voor andersvaliden: 7 Hoge gebouwen: Rustoorden: 12 Bedrijven (> 50 werknemers): ? Sevesobedrijven: 0 Wegen (transport gevaarlijke stoffen): ?
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
11
13.
Spoorwegen Bevaarbare waterwegen: 3 Stadions: 1 Evenementen met grote volkstoeloop: 2
Wordt de brandweer systematisch op de hoogte gehouden van wegeniswerken en omleidingen? j
O
PMERKINGEN
De brandweer beschikt over één enkel interventieplan. Dit gegeven is ontoelaatbaar. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 stelt duidelijk dat “op verzoek van de betrokken burgemeester een voorafgaand interventieplan moet opgesteld worden door de territoriaal bevoegde brandweerdienst, van gebouwen, gebouwencomplexen en installaties waar zeer grote gevaren voorkomen. De inspectie wijst erop dat er gespecialiseerde softwareprogramma’s op de markt zijn, die toelaten om reëel vooruitgang te boeken in deze materie. Een interventieplan is niet gelijk aan een inlichtingendossier dat door een bedrijf of openbare instelling wordt opgemaakt, hoewel deze voorbereidende werkwijze volgens een vooropgezet stramien zeker zijn nut bewijst. Het plan dient voor de brandweer een efficiënt en bruikbaar inzetinstrument te zijn. Het moet onder meer de risico’s van een gebouw evalueren, toegangen en uitgangen lokaliseren, de eerste interventiemiddelen aanduiden en mogelijke versterkingen voorzien. De brandvoorkoming dient niet enkel op papier geregeld te zijn. Het is noodzaak om na te gaan of de voorgeschreven maatregelen, voor een aantal categorieën van gebouwen in de praktijk toegepast worden. Een a posteriori controle door de brandweerpreventionist is daarom aangewezen. Het is aangewezen jaarlijks een vergadering te organiseren met de gemeentebesturen van de beschermde gemeenten om o.a. het systematisch toezicht op de toepassing van de basisnormen te bespreken. Het koninklijk besluit van 9 oktober 1998 tot bepaling van de vereisten voor de aanleg van verhoogde éénrichtingsstraten op de openbare weg en van technische voorschriften waaraan die moeten voldoen voorziet in de beperking tot het aanleggen van een verkeersdrempel, wanneer de route frequent gebruikt wordt door voertuigen van hulpdiensten en diensten voor gemeenschappelijk vervoer. Deze beperking geldt niet wanneer er vooraf overleg werd gepleegd met de betrokken dienst. De voertuigen moeten beantwoorden aan een project Europese norm 18462. De voertuigen moeten in staat zijn om op de voorgeschreven snelheid de snelheidsbreker vlot te nemen.
BRANDWEERKAZERNE 1.
Adres hoofdkazerne: Rijksweg 155, 3630 Maasmechelen
2.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
j
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
12
3.
4.
Verwarming voldoende? Wat is de gebruikte brandstof?
j stookolie
Noodstroomvoorziening geïnstalleerd? Indien ja, welk type?
j dieselgenerator
5.
Uitsluitend gebruik van de kazerne door de brandweer?
6.
Milieuvergunning beschikbaar?
n
7.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders?
n
8.
Aantal uitvalspoorten? Hoe worden ze geopend en gesloten?
9.
Voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren -als damespersoneelsleden?
10. 11.
j
7 elektrisch of manueel
Droogtoren (alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen? Wasplaats ontbreekt Voldoende ruimte beschikbaar voor
Voertuigenstalling (voertuigenhal?) Opslag van logistiek interventiematerieel en verbruiksgoederen? Administratie en onthaal? Herstelling en onderhoud van voertuigen en niet-rollend materieel Vlot parkeren van de persoonlijke voertuigen Archivering preventiedossiers? Sportbeoefening? Theoretische opleiding (leszaal?) Praktische opleiding (oefenterrein?) Ophangen van interventiekledij? Onderhoud adembescherming
j j/n
j/n n j n j n n j j j j
12.
Huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
13.
Gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
j
14.
Specifiek lokaal voor het onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
j
15.
Lokaal waar gaspakken kunnen gereinigd worden?
-
16.
Ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
-
17.
Kan de interventiekledij met inbegrip van de laarzen gereinigd worden in de kazerne?
j
18.
Radiokamer voldoende functioneel ingericht?
j
19.
Internetaansluiting?
j
n
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
13
O
PMERKINGEN
Door de toename van het rollend en niet-rollend materieel is de voertuigenhal van de kazerne te klein geworden, zodat verbouwing of uitbreiding ervan op termijn noodzakelijk worden. Er staan buiten permanent enkele voertuigen geparkeerd. De structurele integriteit is in deze loods niet overal gewaarborgd en dit euvel bemoeilijkt ernstig optimale uitruktijden. De ruimte tussen de wagens met geopende deuren is hier en daar te krap en kan parkeer -en rangeermanoeuvres veroorzaken. Er worden obstakels aangetroffen. In de burelen die momenteel in gebruik zijn is er onvoldoende ruimte voor geriefelijk werken, noch voor de ontvangst van bezoekers, noch voor het opbergen van administratieve stukken, noch voor oordeelkundige archivering. De uitvalspoorten achteraan in de voertuigenhal zijn van een verouderd type. Individuele en elektrisch bedienbare sectorale overheadpoorten met thermische isolatie en valbeveiliging kunnen heel wat overbodig duw en trekwerk voorkomen bij vertrek voor inzet. De mogelijkheden tot berging van logistiek materieel zijn beperkt zodat verschillende stukken langs de wanden van de voertuigenloods worden opgeslagen en aldus ongewenste obstakelvorming veroorzaken. De inspectie dringt erop aan dat er meer doelgerichte gesegmenteerde mogelijkheden voor opslag van interventiematerieel, verbruiksgoederen en kledij worden voorzien. Het opbergen van verbruiksmaterialen in handige gebruiksklare kist -paletten uit PVC, aluminium of staaldraad is in bepaalde gevallen aan te bevelen.
MATERIEEL 1.
Inventaris
Wagenpark voertuig
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
zware autopomp halfzware autopomp lichte autopomp tankwagen / tankcontainer schuimautopomp/ container/ aanhanger bosbrandweerwagen poederwagen/ container slangenwagen/ container/ aanhanger autoladder auto-elevator materieelwagen bevrijdingswagen verkeersslachtoffers
1 1
0 2
1
1
3
3
1 1 2
1 0 1
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
14
reddingswagen/ container (zwaar bevrijdingsmaterieel) duikwagen/ container personeelswagen karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig dienstvoertuig ziekenwagen DGH haakarmvoertuig open container voertuig/ container adembescherming voertuig/ container o.g.s. milieuwagen/ container anderen
1
1
1
1
1 1
1 1
Niet rollend materieel Materieel, uitrukkledij en toestellen
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
2 1
1 1
4 1 1
1 0 1
1 3
1 1 3
1
1
Niet opgegeven
Niet opgegeven
motorpomp (debiet > 500 l/m) stroomaggregaat positieve drukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel gaspak chemiepak hittewerend pak reanimatietoestel explosiemeter gasconcentratiemeter /detectieapparaat detectietoestel nucleaire straling dosismeter warmtebeeldcamera afdalingstoestel hydraulisch aggregaat (bevrijding verkeersslachtoffers) reddingsboot/werkboot persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm Ø 110 mm Ø 150 mm
2.
Uitsluitend gebruik van het materieel door de brandweer?
3.
Gebruiksboekje (reiswijzer)voor elk voertuig? Nagezien wagen met nummerplaat DCT.055
n
4.
Onderhoudsregistratie voor elk voertuig? Nagezien wagen met nummerplaat DCT.055
n
j
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
15
5.
Is er voor elk voertuig een schouwingbewijs?
j
6.
Periodieke keuringen voor de hef -en hijswerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, hijsbanden, kettingen, takels enz. ) Datum laatste keuring: 31.03.2005
j
7.
Periodieke keuring handladders volgens NBN S21-047? Hebben ze een identificatienummer Datum laatste keuring: 31.03.2005
j j
8.
Wordt de kwaliteit van de lucht van de compressor regelmatig getest?
j
9.
Periodieke keuringen ademluchtflessen?
j
10.
Onderhoudsschema ademluchtcompressor?
11.
Worden de ademhalingstoestellen gereinigd + gekeurd?
j
12.
Worden de gelaatsmaskers hermetisch opgeborgen?
j
13.
Zijn er nog heupgordels in gebruik? Worden ze gekeurd?
j j
14.
Valbescherming? Componenten gekeurd?
j
15.
Onderhoudscontract explosiemeter(s)
j
16.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Verricht men zelf herstellingen?
n
n
De herstellingen en onderhoudsbeurten van het materieel worden verricht door de gemeentelijke technische dienst en bij noodzaak door externe autoherstellers.
O
PMERKINGEN
voertuigenpark, niet-rollend materieel
Brandweer Maasmechelen maakt gebruik van absorptiekorrels voor het opruimen van diverse olieverontreinigingen op het wegdek. Ze kan aan de inspectie geen technisch gebruiksfiche voorleggen, die de behandeling van koolwaterstoffen of andere substanties specificeert. De inspectie stelt zich de vraag of de noodzakelijke absorptietijden tijdens interventies altijd worden gerespecteerd. Zijn er eventueel nabehandelingen noodzakelijk? Louter visuele waarnemingen volstaan immers dikwijls niet. Wil in deze aangelegenheid de leverancier raadplegen. De laadkasten, koffers en opbergvakken van sommige wagens kunnen op beknopte wijze doelmatiger geïnventariseerd worden door het aanbrengen van gegraveerde watervaste identificatieplaatjes of duurzame, vlot leesbare alternatieven op de juiste locatie. Het ordenen en aanvullen na oefeningen en interventies van diverse boordapparatuur, gereedschappen en gebruiksmaterialen waarvan de exacte plaats niet altijd voor iedereen duidelijk is wordt hierdoor bevorderd. De inspectie merkt positief op dat een innovatieve warmtebeeldcamera werd aangekocht, waarvan de oordeelkundige toepassing bij brand een gevoelige
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
16
meerwaarde kan geven aan de efficiëntie van de hulpverlening en die tevens een risicoverlagende invloed uitoefent op de hulpverlener. persoonlijke beschermingsmiddelen
Men heeft nog geen gebruiksaanwijzingen betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen opgemaakt en ter beschikking gesteld van het brandweerpersoneel. De op te maken handleiding dient alle praktische gegevens en informatie te bevatten over werking, gebruik, onderhoud, nazicht, opslag en eventuele vervaldatums… De gebruiksaanwijzing van de fabrikant kan als basis dienen, maar volstaat niet altijd. Brandweer Maasmechelen beschikt niet over persoonlijke alarmtoestellen, die een akoestisch signaal uitzenden, wanneer een brandweerman in een gebouw bij de blusverrichtingen of tijdens een reddingsopdracht, gedurende een vastgesteld tijdstip niet meer beweegt. Ze kunnen bijkomende waarborgen bieden in zake individuele bescherming van de brandweerman. Er zijn geen procedures of richtlijnen in gebruik voor werken op hoogte. Over ’ t algemeen dienen deze prestaties immers onder tijdsdruk en onder moeilijke omstandigheden te geschieden (+adembescherming.)Het aantal voorziene specifieke arbeidsmiddelen lijkt voor de inspectie niet afdoende. De inspectie merkt geen volledig geïntegreerd valbeveiligingssysteem op. Men beschikt nochtans over een hoogtewerker. Ze treft bij voorbeeld geen vanglijnen aan. De inspectie raadt aan om een risico-identificatie voor het werken op hoogte bij diverse interventies uit te voeren. Wil de juiste vangmiddelen in zetten daar waar nodig. (KB van 7 augustus 1995 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.)
keuringen, onderhoudscontracten De keuringen van persluchtflessen (ook duikflessen), gordels, hef en hijswerktuigen, reddingstouwen, elektrisch materieel… worden nauwlettend uitgevoerd door een erkend controleorganisme. Gebreken en defecten worden opgevolgd en hersteld. De bepalingen van de artikelen 270 en 271 van het A.R.E.I. betreffende het gelijkvormigheidsonderzoek voor indienststelling en het periodieke controlebezoek van elektrische installaties zijn van toepassing op de installaties, gevoed door een wisselstroomaggregaat met thermische motor (met inbegrip van de generator.) Een controle voor de indienststelling en een periodieke controle van de stroomaggregaten om de 5 jaar zijn daarom uit te voeren door een controleorganisme dat terzake erkend is door het Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling. De takel voor het ophangen van persslangen in de droogtoren werd afgekeurd en is bijgevolg te vervangen.
Opmerking: Dit inspectieverslag werd opgemaakt met medewerking van de heer M. Heylenbosch – medewerker juridische cel Civiele Veiligheid.
(1) koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand
17