INSPECTIEVERSLAG PROVINCIE: Antwerpen BRANDWEER: Westerlo NIS-NUMMER: 13049 DATUM INSPECTIE: 14.1.2004
geadresseerden Gouverneur Provincie Antwerpen Burgemeester Westerlo Officier-dienstchef brandweer
De Veuster F. Inspecteur
1.ALGEMENE ORGANISATIE 1.
Korpstype
Z vrijwillig
2. Beschermde gemeente (n) aantal inwoners Westerlo 22 331 Herselt 13 549
oppervlakte (ha) 5 512 5 231
3. Hoofdkazerne -
Adres: Vismarkt 24
-
Telefoon
4.
2460 Westerlo
Oproepnummer: 014/54 69 54 Administratief nr.: 014/54 44 22 Fax nr.: 014/54 80 09 E-mailadres: brandweer:
[email protected] Administratief nr. gemeente: 014/ 54 75 75 Fax nr. gemeente: 014/ 54 11 54
- Voorpost(en: nihil Organisatie hulpverlening Korps
Afstand(km) 48 11,7 15,9 14,4 20,6 24,8
X: Antwerpen Y: Geel Z: Herentals Heist o/d Berg C: Mol Balen:
5.
Overeenkomsten met andere gemeenten in het kader van artikel 20 van KB van 8.11.1967, of zijn er overeenkomsten afgesloten met effect buiten de hulpverleningszone? Met Herentals, Heist-op-den-Berg, en Aarschot
1
6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone 2 Antwerpen - Bovennete
2.PERSONEEL 1.
Officier-dienstchef naam: Vercalsteren C. adres: Westelosesteenweg 155 telefoon: 014/54 30 71
2230 Herselt
2.
Korpssecretaris : administratieve permanentie tijdens de kantooruren
3.
Personeelsbestand (Bijlage 1 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende in vredestijd de organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en van de organisatie van de hulpverlening)
BEROEPSBRANDWEERLIEDEN
graad kapitein luitenant onderluitenant adjudant sergeant – majoor eerste – sergeant sergeant korporaal brandweerman officier – geneesheer
VRIJWILLIGERS
grondreglement
in dienst
grondreglement
in dienst
1
1
3
3
1
1 2
0 0
1
0
2
1
7 49 1
6 38 (5 stagiairs) 1
1
3 3
4.
Opkomst bij interventies (vrijwilligers) Tijdens de kantooruren: 10% Buiten de kantooruren: 80%
5.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers): 50%
2 2
2
6.
Specifieke taakverdeling officieren Dienstchef: algemene leiding vrijwillige officieren: preventie, algemene mannagementtaken, wachtdienst
7.
Verstandhouding (volgens dienstchef) goed
8.
Gemiddelde leeftijd van het operationeel personeel (bij benadering): 40
9.
Aantal operationele damespersoneelsleden: 1
10.
Aantal beroepsbrandweerlieden: 6
11.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
n
OPMERKINGEN
De voornaamste opmerkingen geformuleerd in het inspectieverslag d.d. 9.11.2000 blijven haast onverkort van kracht. Verscheidene mensen, waaronder één officier zijn sedert jaren volledig inactief omwille van onvrede met het huidige gezag of om medische redenen. Ze zijn op papier nog steeds in dienst. Het medisch onderzoek voor de vrijwilligers is jaarlijks niet facultatief maar verplicht. Ieder operationeel brandweerlid moet zich vrijwillig aanbieden. Wanneer een vrijwilliger door de arbeidsgeneeskundige dienst gedeeltelijk of geheel ongeschikt wordt verklaard voor operationele taken, kan deze ongeschiktheid principieel slechts een tijdelijk karakter hebben. Een zogenaamde reclassering met implicatie van lichtere taken is in de praktijk niet werkbaar. De brandweer is een operationele hulpdienst waarbinnen de fysieke en psychische weerbaarheid van een homogeen team uiterst belangrijk zijn. Zowel oefeningen als interventies zijn kernactiviteiten binnen de brandweer, die de kwaliteit en de efficiëntie van de hulpverlening op termijn moeten waarborgen. Ontoelaatbare afwezigheden geven aanleiding tot administratieve sancties, tuchtstraffen, en finaal tot verwijdering uit de dienst. Gelieve het huishoudelijk reglement te wijzigen in deze materie of een dienstnota op te stellen met reglementerend karakter, zodat effectief kan opgetreden worden. Het ontslag van deze mensen dient niet alleen overwogen, maar ook effectief toegepast te worden. Hun dienstnemingcontracten kunnen onder geen enkel beding verlengd worden.
Een bepaalde garantie van een economisch voordeel (erkentelijkheidpremie), mag geen drijvende kracht zijn voor het onterecht in dienst houden van personen die helemaal niet operationeel wensen te zijn. De brandweer aldus permanent met een handicap opzadelen is ontoelaatbaar. Een acute opmerking in deze zin werd reeds eerder vertolkt door de inspectie in haar verslag van 18 mei 1995. De inspectie verzoekt de heer Provinciegouverneur om de gemeenteraad aan te manen in deze materie. Er fungeert slechts één enkele vrijwillige onderofficier binnen het korps. Zijn er echt geen kandidaten of vreest men de deur open te zetten voor de eerder geciteerde halsstarrigen? De opkomst bij oefeningen is nog altijd veel te laag. Het is ontoelaatbaar dat brandweerleden te weinig of helemaal niet oefenen. De deelname aan oefeningen is verplicht. Elke afwezigheid moet verantwoord worden en vooraf gesignaleerd aan de ploegleiding. De inspectie meent dat het aantal oefeningen van de brandweer Westerlo helemaal niet aan de hoge kant is,
3
en hun duur (1,5 uur) is eerder beperkt. Nu reeds wordt in internationale gezaghebbende vakbladen een oefenpraktijk van 60 tot 80 uur op jaarbasis aanbevolen voor elke brandweerman en dit evenzeer bij de vrijwilligers als bij de beroepsmensen. Stelselmatig en georchestreerd ongeoorloofd oefenverzuim moet aanleiding geven tot het niet verlengen van dienstnemingcontracten of tot het opleggen van tuchtsancties.
3.ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1.
Organiek reglement: gemeenteraadsbeslissing van 1977 Laatste wijziging op 29 april 2002
2.
Huishoudelijk reglement:? Er bestaat een summier document dat echter nooit goedgekeurd werd door de gemeenteraad.
3.
Verzekeringen
POLIS
MAATSCHAPPIJ
B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen 1.beroepspersoneel 2. vrijwilligers
j
45.006.510
?
j j
6.050.412 6.100.094
Ethias Ethias
Voertuigenverzekering Ander brandweermaterieel Overlijdensverzekering
j j
Diverse polissen
?
9.056.851
?
Verzekering administratieve fouten (preventie)
j
Zie B.A.
?
5.
Retributiereglement Gemeenteraadsbeslissing van: 15.12.2003
6.
Administratieve bescheiden a)
NUMMER
j
Dienstnemingcontracten Nagezien van: Verboven Tom en van Peeters Eddy Vernieuwd op: 1 februari 2003
4
j
b)
Register van de hulpoproepen
c)
Aanwezigheid - en prestatieregister
d)
Inschrijvingsregister + persoonlijke dossiers De gegevens nagezien van Verboven Tom en van Peeters Eddy
j (Abifire) j
Identiteit, burgerlijke staat? Gezinssituatie: (bij ongeval te verwittigen personen)? Bloedgroep? Nummer van inschrijving? Aanduidingen om dringende terugroeping mogelijk te maken?
e)
Persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmettingsrisico)?
f)
Inventarissen Materieel? Uitrusting?
j j j j j
j/n
j j
OPMERKINGEN
De in het grondreglement vermelde voorwaarden voor de werving van een beroepsonderluitenant zijn tegenstrijdig aan de voorwaarden, vermeld in het KB van 19 april 1999 en wijzigende besluiten, tot vaststelling van de geschiktheids –en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids – en bevorderingsvoorwaarden van de officieren van de openbare brandweer. Onder meer zijn de diplomavoorwaarden niet conform. Wil ze wijzigen. Ingevolge artikel 37 van het hoger vernoemde koninklijk besluit van 19 april 1999 moet voor de onderluitenant -vrijwilliger bij zijn effectieve indiensttreding een contract van onbepaalde duur worden opgesteld. Dit geldt tevens voor de officieren bekleed met een hogere graad. Voor een optimale registratie van alle onderhoudswerken in de eerste lijn aan adembeschermingapparatuur en toebehoren, die door brandweerleden van Westerlo worden uitgevoerd, dienen ten minste de volgende gegevens genoteerd te worden: naam uitvoerder en datum uitvoering, onderwerp en gebruikte onderdelen, verrichte werkzaamheden en testresultaten. Automatisering van deze technische administratie is uiteraard mogelijk, en mag beschouwd worden als de moderne vormgeving van het wettelijk vereiste onderhoudsboek. Alle toestellen, gelaatstukken, ademautomaten en draagstellen dienen te worden voorzien van een code. Hiermee is het mogelijk om tijdens de hele levensduur, de status van elk toestel en/ of onderdeel oordeelkundig te volgen.
4.INTERVENTIES EN OEFENINGEN 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek
5
2003 branden dringende medische hulpverlening andere interventies totaal
2.
64 1310 1096 2470
Oefeningen Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel)
24
Waar? In de kazerne en op diverse locaties van het verzorgingsgebied Wanneer? Vrijdagavond 20u00 tot 20u30 (ploegoefeningen), 8 maal per jaar is er bijkomende opleiding voorzien voor de ambulanciers DMH Worden er maatregelen genomen tegen ongeoorloofde afwezigheden?
n
Mogelijkheden tot sportbeoefening? n Wordt er op jaarbasis voldoende aandacht besteed aan adembescherming? j/n Zijn er mensen die geen adembescherming kunnen of willen dragen? j Zijn er gezamenlijke oefeningen met grootschalige inzet binnen de hulpverleningszone? j Beschikt de brandweer over voldoende oefenterrein met een brandkraan of waterput? j/n Beschikt het korps over voldoende didactisch materieel n Zijn er praktische handleidingen van het materieel voor iedereen beschikbaar? onvoldoende Is de korpsgeneesheer voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? j Kunnen de leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen (brandweerduiken, computer, speciale reddingstechnieken…)? j Wie is er specifiek verantwoordelijk voor de oefensystematiek? Dienstchef + instructeurs 3.
Alarmering Tijdens de kantooruren worden de oproepen tot hulpverlening beantwoordt door eigen mensen( eventueel via de 100-centrale). Buiten de kantooruren worden de oproepen doorgeschakeld naar brandweer Geel. Alarmeert men voldoende selectief (vrijwilligers)? Is er een permanent verzekerde telefoonwacht in de kazerne?
4.
j gedeeltelijk
Telecommunicatie Individuele zakontvangers? ASTRID - verenigbare telecommunicatieapparatuur? Computer gestuurde alarmering en vertrek (CAD)? Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking worden gesteld? De meldkamer neemt ook oproepen in ontvangst voor een ander brandweerkorps (en)?) Specifieke opleiding voor de meldkameroperatoren Beschikbare apparatuur
6
j n j n n n n
-
Vaste posten: 2 Mobiele posten: 12 Draagbare posten: 26 Individuele zakontvangers: 50 Gsm: 4 Zender - ontvangers gaspakdragers: 2 Zender - ontvangers duikers: P.C.: 6
5.
Wachtdienst (officieren) - organisatie?) De officieren zijn volgens een wekelijkse beurtrol met wachtdienst.
6.
Dringende medische hulpverlening centrum (centra) 100: Antwerpen, Leuven,Hasselt aantal ambulances: 2 bediende regio: groter dan het brandweergewest ziekenvervoer: j Worden de hulpverleners -ambulanciers (bijkomend) vergoed voor hun interventies? n Maakt er een verpleegkundige deel uit van het personeelsbestand? niet actief
7.
Gemiddelde uitruktijd voor de eerste hulpploeg:
8.
Gemiddelde opkomsttijd voor de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt van het te beschermen gebied: 12 minuten
9.
Operaties volgens vastgelegde procedures of op basis van operationele richtlijnen? Uitgewerkt door de brandweer hulpverleningszone
4 minuten
j
10.
Hoeveel mensen dienen minimaal beschikbaar te zijn om een vertrek met een autopomp voor eerste uitruk te verzekeren? 6
11.
Beschikt de hulpverleningszone over gedetailleerde bijstandsprocedures bij opschaling voor brandbestrijding, calamiteiten of rampen? j
12.
Beschikt de brandweer over persoonlijke alarmtoestellen, die akoestische en al dan niet elektronische signalen uitzenden, wanneer een brandweerman in nood is?
n
OPMERKINGEN
De inspectie bemerkt positief dat onlangs een geautomatiseerde alarmeringsterminal werd geïnstalleerd, die gebruik maakt van een beperkte computergestuurde dispatching via transcodering (Zenitel.) De inschakeling van brandweer Geel buiten de kantooruren voor de alarmering betekent alvast een pluspunt tegenover de eerdere manier van werken. Een vrouwelijke bediende, die administratief tot het gemeentepersoneel behoort is mee ingeschakeld als telecom -operator. Het valt te beklemtonen dat een doorgedreven opleiding voor alle personen, die in de seinkamer werken dient te worden georganiseerd. De operator in de controlekamer is immers een uiterst belangrijke schakel in het verloop en opvolging van diverse opdrachten, grootschalig optreden inbegrepen. Hij (zij) dient derhalve volledig vertrouwd te zijn met de werking van alle telecommunicatieapparatuur. Hij (zij)moet een goede kennis hebben van verwittiging, -nood, -en rampenplanprocedures ingeval van incidentopschaling. Hij (zij) staat borg voor een correct en dienstbaar taalgebruik en is er toe gehouden de geijkte radioprocedure te volgen. Sommige administratieve bescheiden dienen door hem of haar correct bijgehouden te worden. Een handleiding uitwerken en beschikbaar stellen is reeds een stap in de goede richting.
7
Er wordt opgemerkt dat enkele personen niet in staat zijn om met een isolerend adembeschermingstoestel te werken. Dit laatste is ontoelaatbaar omdat adembescherming onwrikbaar deel uit maakt van de persoonlijke beschermingsmiddelen, waaraan erg veel aandacht wordt besteed in de basisopleiding van een brandweerman. Het spreekt vanzelf dat de toepassing van eerder gespecialiseerde oriëntatie -en evacuatietechnieken op het terrein best opgedragen kunnen worden aan fysiek weerbare personen, die een intensieve gespecialiseerde opleiding in deze materie hebben gevolgd. De inspectie herinnert eraan dat personen, die zich zelf niet kunnen beschermen op de geëigende manier, in geen geval operationele taken mogen uitvoeren. De aanwezigheid van verschillende mensen op de oefeningen is ondermaats. (Zie opmerking ter zake geformuleerd onder personeel.) Een oefenschema wordt bij voorkeur zesmaandelijks uitgewerkt (zie activiteitenverslag /grondreglement.) Alle ploegen dienen zich te houden aan een vooraf uitgewerkt schema dat in principe voor iedereen hetzelfde is. Vanzelfsprekend dient de praktische kennis en de vaardigheid om met het eigen materieel te kunnen werken de grootste aandacht te krijgen.
5.BRANDVOORKOMING 1.
Aantal brandweerlieden dat een brevet technicus-brandvoorkoming heeft?
2.
Worden er andere personen, die geen deel uitmaken van de brandweer, betrokken bij het toezicht op de brandvoorkoming? n Zo ja, wat is hun functie, hun opdracht en hun statuut?
3.
Overeenkomst met een andere gemeente bij toepassing van artikel 22 bis van het koninklijk besluit van 8 november 1967, betreffende het toezicht op de maatregelen tot brandvoorkoming? n
4.
Opdrachtgever tot het uitvoeren van preventieonderzoeken? Wie ondertekent de preventieverslagen?
5.
gemeentelijk politiereglement
Aantal interventieplannen? Zijn de gegevens geactualiseerd? Zijn ze éénvormig? Wie maakt ze op? Maakt men gebruik van een softwareprogramma?
7.
Advies van de brandweer gevraagd
burgemeester opsteller + dienstchef
Voor horecabedrijven? Voor gebouwen toegankelijk voor het publiek? Voor studentenkamers? Andere?
6.
Bij aflevering van een bouwvergunning? Bij aflevering van een milieuvergunning? bij wijziging van de waterleiding; bij aanleg en aanpassing van weginfrastructuur (verkeersdrempels…)
8
4
j j n n ? n n ? n
n n n n
8.
Bluswatervoorraden: Inventarisatie? Voldoende bluswatervoorraden? Werd hierover een verslag opgemaakt? Plannen van de bluswatervoorzieningen beschikbaar? Zijn de plannen geautomatiseerd?
j n j j In de toekomst
9.
Conforme bebakening van brandkranen aan de ministeriële omzendbrief d.d..14.10.1975? j/n
10.
Periodieke controle brandkranen? gedeeltelijk Heeft de brandweer een procedure opgesteld betreffende de wijze waarop de hydranten gecontroleerd dienen te worden? j/n Als er tijd is verricht een arbeider van de gemeente controles.
11.
Plannen van de bluswatervoorraden?
12.
Voornaamste risico 's in het interventiegebied in cijfers uitgedrukt
13.
j
Ziekenhuizen: Internaten: Belangrijke verkeerstunnels: Hotels: 11 Tehuizen voor andersvaliden: 1 Hoge gebouwen: Rustoorden: 3 Bedrijven (> 50 werknemers): 'Sevesobedrijven': 3 Wegen (transport gevaarlijke stoffen): Bevaarbare waterwegen: Albertkanaal Stadions: 1 Evenementen met grote volkstoeloop: -j
Wordt de brandweer systematisch op de hoogte gehouden van wegeniswerken en omleidingen? j
OPMERKINGEN
De inspectie stelt vast dat de brandweer niet echt een verzoek van de burgemeester heeft ontvangen om voorafgaande interventieplannen op te stellen. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 stelt nochtans duidelijk dat “op verzoek van de betrokken burgemeester (…) een voorafgaand interventieplan dient te worden opgemaakt door de territoriaal bevoegde brandweer van de gebouwen, gebouwencomplexen of installaties waar zeer grote gevaren bestaan. Er zijn ter zake softwareprogramma ’s op de markt, die de brandweer toelaten om efficiënt vooruitgang te boeken in deze materie. De bedrijven kunnen verzocht worden om via een door de brandweer opgesteld patroon een interventieplan voor te bereiden. De inspectie bemerkt dat voortaan de brandkranen gecontroleerd worden, maar dat er een achterstand weg te werken is. De aangewezen gemeentelijke arbeider oefent deze taak uit als secundaire bezigheid. Deze controle zou zowel bebakening als goede werking van de hydranten moeten verzekeren. De Ministeriële omzendbrief van 14 oktober 1975 spreekt over een aan te houden tweejaarlijkse controle met inbegrip van testen in de eerste lijn, die ten laste is van de betrokken gemeente. Het is aangewezen om op systematische wijze het advies van de brandweer in te winnen bij belangrijke aanpassingen van de wegeninfrastructuur.
9
Bepaalde verkeersremmers en ronde punten kunnen een negatieve invloed uitoefenen op de opkomsttijden van de brandweer bij interventie. Het koninklijk besluit van 9 oktober 1998 tot bepaling van de vereisten voor de aanleg van verhoogde éénrichtingsstraten op de openbare weg en van technische voorschriften waaraan die moeten voldoen, voorziet in een beperking tot het aanleggen van een verkeersdrempel, wanneer de route frequent gebruikt wordt door voertuigen van hulpdiensten en diensten voor gemeenschappelijk vervoer. Deze beperking geldt niet wanneer er vooraf overleg werd gepleegd met de betrokken diensten. De voertuigen moeten beantwoorden aan een project Europese norm 18462. De voertuigen moeten in staat zijn om op de voorgeschreven snelheid de snelheidsbreker vlot te nemen.
6.BRANDWEERKAZERNE 1.
Adres: Vismarkt 24
2.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
3.
Is de verwarming voldoende? Wat is de gebruikte brandstof?
2260 Westerlo n j gas + stookolie
4.
Noodstroomvoorziening geïnstalleerd? Indien ja, welk type?
5.
Wordt de brandweerkazerne uitsluitend gebruikt door de brandweer?
6.
Milieuvergunning beschikbaar?
n
7.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders? Zo ja ter bescherming van welke installaties?
n
8.
Aantal uitvalspoorten? 1 Hoe worden ze geopend en gesloten? manueel Zijn er voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren -als damespersoneelsleden? n
9.
n
j
10.
Is er een droogtoren ( of alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen voorzien? onafdoende
11.
Voldoende ruimte beschikbaar voor:
Garage en werkplaats? Voertuigenstalling? Opslag van logistiek interventiematerieel? Administratie en onthaal? Archief? Interventiekledij?
n n n n n n
12.
Is er een huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
n
13.
Zijn er gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
n
14.
Is er een specifiek lokaal voor het onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
n
15.
Is er een lokaal waar gaspakken kunnen gereinigd worden?
n
10
16.
Is er een ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
n
17.
Kan de interventiekledij met inbegrip van de laarzen gereinigd worden in de kazerne?
n
18.
Meldkamer voldoende functioneel ingericht?
j
19.
Internetaansluiting?
j
20.
Voldoende parkeermogelijkheden?
nauwelijks
OPMERKINGEN
De brandweerinspectie zette in vorige inspecties in de verf dat de kazerneinfrastructuur van brandweer Westerlo hopeloos achterop hinkt, en niet meer aanvaardbaar is voor de uitbouw van een moderne slagkrachtige hulpdienst. Ook met vrijwilligers moet een professionelere aanpak van de brandweerzorg verzekerd kunnen worden. Er zijn inmiddels plannen uitgewerkt om een nieuwe kazerne te bouwen. De inspectie meent dat een risico –analyse inzake brandweerzorg, een zekere reorganisatie binnen de brandweer zal bewerkstelligen. In het gebied dat door Westerlo en de naburige korpsen beschermd wordt, lijkt echter geen overmaat aan middelen aanwezig te zijn. Er zijn eerder lacunes. De brandweerbevelhebbers weten dat maar al te goed. Een wetenschappelijk verantwoorde risico –analyse zal voor de inspectie helemaal geen hypotheek leggen op de nijpende nood aan een nieuwe behuizing voor brandweer Westerlo. De meeste functionele problemen, opgesomd in het vorige interventieverslag blijven stoorzender. De voertuigenhal is veel te klein bemeten en de voertuigen staan aldus zeer eng naast en na mekaar gerangeerd, zelfs permanent boven de smeerput. De ruimte tussen de wagens met geopende deuren is te krap, of onbestaande en kan hectische parkeer -en rangeermanoeuvres veroorzaken bij het uitrukken. De ambulances staan samen geparkeerd met de andere brandweervoertuigen in de voertuigenstelplaats. Het is aangewezen om de ziekenwagens te stallen in een daartoe voorbehouden garage, die verwarmd kan worden, waar specifieke opbergmogelijkheden voorzien zijn (medisch materieel, verbruiksgoederen, interventiekledij), en waar permanente waarborg is voor optimaal hygiënisch handelen. Er is geen gescheiden en degelijk uitgerust persluchtlokaal voorzien, dat uiterst belangrijk is voor het doeltreffend en verantwoord hygiënisch onderhoud van alles wat met ademlucht en adembescherming te maken heeft. Het uitvoeren van elementair persluchtonderhoud in een werkplaats waar gelast, geslepen, en getimmerd wordt is ontoelaatbaar. Een wastafel, die voor reiniging van adembeschermingsapparatuur bestemd is, mag geen enkele vorm van oneigenlijk gebruik kennen.
11
7.MATERIEEL 1.
Inventaris
type
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
Wagenpark zware autopomp halfzware autopomp lichte autopomp tankwagen / tankcontainer schuimautopomp/ container/ aanhanger bosbrandweerwagen poederwagen/ container slangenwagen/ container/ aanhanger autoladder -auto-elevator materieelwagen snelle hulpwagen karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig/ dienstwagen anderen
2 1 1 1
1 2 1 1 1 1
1 1 1 -
1 1 1
1
1
Niet rollend materieel motorpomp (debiet > 500 l/m) generator positieve drukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel gaspak reanimatietoestel explosiemeter gasconcentratiemeter /detectie detectietoestel nucleaire straling dosismeter warmtebeeldcamera afdalingstoestel boot PC persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm
1 2 1 1 4 2 1 1 1 1 1 -
1 7 2 1 29 4 2 4 3 1 2 2 0 6
4000 m 2500 m(b+c)
12
Ø 110 mm Ø 150 mm
-
1300 m
2.
Wordt het materieel uitsluitend gebruikt door de brandweer?
3.
Is er een gebruiksboekje voor elk voertuig? Nagezien wagen met nummerplaat J7R 768
4.
Is er een onderhoudsboekje voor elk voertuig? Nagezien wagen met nummerplaat KJW 270 – halfzware autopomp
j
5.
Is er voor elk voertuig een schouwingbewijs? Nagezien wagen met nummerplaat KJW 270
j
6.
Zijn er periodieke keuringen voor de hefwerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, enz )
j
7.
Worden de handladders periodiek gekeurd volgens NBN S21-047? Hebben ze een identificatienummer
j j
8.
Wordt de kwaliteit van de lucht van de compressor regelmatig getest?
9.
Worden de ademluchtflessen periodiek gekeurd?
j
j/n j
10.
Is er voor de ademluchtcompressor een onderhoudsschema?
11.
Worden de ademhalingstoestellen gereinigd + gekeurd?
j
12.
Worden de gelaatsmaskers hermetisch opgeborgen?
j
13.
Worden de reddingstouwen gekeurd volgens NBN S21-038?
j
14.
Zijn er nog heupgordels in gebruik? Worden ze gekeurd?
15.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Verricht men zelf herstellingen?
j/n
gedeeltelijk j j n
OPMERKINGEN
Het materieel van brandweer Westerlo voldoet aan de wettelijke vereisten. De ladderwagen is afgeschreven omwille van zijn excessieve gebruiksduur en de hoog oplopende herstellingskosten. Men plant op korte termijn een brandweerelevator te leasen bij een gespecialiseerde firma, met een meer polyvalente inzet in de waaier van de uit te voeren brandweertaken. De inspectie beoordeelt dit gegeven als positief. Verschillende analoge alarmontvangers hebben hun beste tijd gehad en zijn aan vervanging toe. Men wacht blijkbaar de invoering van A.S.T.R.I.D af, om toestellen aan te kopen, die voldoen aan de Tetra-norm( Terrestial Trunked Radio) opgelegd door het Europese instituut voor de standaardisatie van telecommunicatie.
13
Enkele pompwagens worden nog aangetroffen met niet gereglementeerde trekhaken. Verkeersreglementair dienen deze haken verwijderd of vervangen te worden door een type met hydraulisch borging en voorzien van een vangmuilkoppeling. Deze laatste is zeker van toepassing wanneer een voertuig op sleep dient genomen te worden te bij defect of averij. Voor de kleinere aanhangwagens met beperkt laadvermogen volstaat evenwel een bolkoppeling. De ademluchtcompressor is meer dan twintig jaar oud en heeft een te beperkt vermogen. Hij dient best vervangen te worden door een exemplaar met een krachtige vulcapaciteit. Het is aangewezen om ook enkele cilinders met grote inhoud als stationaire buffer te installeren. Het is niet mogelijk om interventiekledij te wassen of te reinigen in de kazerne. Artikel 50 van bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten, wijst er duidelijk op dat de gemeente de noodzakelijke kledij (volledig) ten behoeve van de brandweer ter beschikking moet stellen. Artikel 51 van de bijlage van hetzelfde besluit stelt dat de kleding- en uitrustingsvoorwerpen, zowel als de strikt onontbeerlijke persoonlijke voorwerpen van het lid van de dienst, welke tijdens en door oorzaak van de dienstuitoefening beschadigd zijn of abnormaal bevuild zijn, worden hersteld, vervangen of schoongemaakt door toedoen van de gemeente. De reflecterende en fluorescerende eigenschappen van de strippen op de brandweervesten zijn in een aantal gevallen volledig tenietgedaan door de afzetting van vuil. De inspectie merkt op dat deze brandweervesten, die uit hoogwaardige materialen zijn vervaardigd, enkel hun functie kunnen vervullen wanneer verbrandingsresidu's dit niet verhinderen. Ze dringt er dan ook op aan dat bij noodzaak de vesten volgens de voorschriften van de leverancier -fabrikant gereinigd worden. Bij ernstige slijtage moeten vesten en strippen zonder meer vervangen kunnen worden. Enige specifieke en regelmatige controle op het onderhoud van de persoonlijke uitrusting door een verantwoordelijk kaderlid noopt zich in deze aangelegenheid. De keuringen van persluchtflessen (ook duikflessen), gordels, hef en hijswerktuigen, reddingstouwen, ladders, elektrisch materieel… worden uitgevoerd door een erkend controleorganisme. Gebreken en defecten worden geregistreerd en hersteld.
14