INSPECTIEVERSLAG PROVINCIE: Limburg BRANDWEER: Sint-Truiden NIS-NUMMER: 71053 DATUM INSPECTIE: 7.05.2003
geadresseerden Gouverneur Provincie Limburg Burgemeester Sint-Truiden Officier-dienstchef brandweer
De Veuster F. Inspecteur
1.ALGEMENE ORGANISATIE 1.
X
Korpstype
Y
Z
C
gemengd
2.
Beschermde gemeente (n) Sint-Truiden Gingelom Heers Nieuwkerken Borgloon (Rijkel , Hoepertingen)
3.
oppervlakte (ha)
37.152 7.670 6.595 6.484
10.702 5.649 5.306 2.246
Hoofdkazerne
-
Adres: Zepperenweg, 26 3800 Sint-Truiden
-
Telefoon
-
4.
aantal inwoners
Oproepnummer: 011/70.18.40 Administratief nr.: 011/70.18.42 Fax nr.: 011/68.22.56 E-mailadres brandweer:
[email protected] Administratief nr. gemeente: 011/70.14.14 Fax nr. gemeente: 011/70.14.50
Voorpost(en): geen
Organisatie hulpverlening
Korps
Afstand(km)
5.
X: Luik Y: Hasselt Z: Tongeren C: C B: Crisnée
17 19 30
Overeenkomsten met andere gemeenten in het kader van artikel 20 van KB van 8.11.1967, of zijn
er overeenkomsten afgesloten met effect buiten de hulpverleningszone?
1
Met Tongeren - (gemeenteraadsbesluit d.d. 27.10.1983) Met Tongeren en Borgloon (gemeenteraadsbesluit d.d. 29.10.1984) voor brandbestrijding in Rijkel en Hoepertingen Met Borgworm (Waremme) en Heers (gemeenteraadsbesluit d.d. 24.08.1998) voor de tussenkomsten in de deelgemeenten Bovelingen en Rukkelingen-Loon
6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone Zuidwest Limburg
2.PERSONEEL 1.
Officier-dienstchef
naam: Leers E. adres: Zepperenweg, 22 telefoon: 011/68.26.43 2.
Korpssecretaris : permanent secretariaat
3.
Personeelsbestand
- 3800 Sint-Truiden
(Bijlage 1 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende in vredestijd de organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en van de organisatie van de hulpverlening)
BEROEPSBRANDWEERLIEDEN
4.
VRIJWILLIGERS
graad
grondreglement
in dienst
kapitein luitenant of onderluitenant adjudant sergeant – majoor eerste – sergeant of sergeant
1
1
korporaal
1
brandweerman
5
1 1
grondreglement
in dienst
3
2 1
3
2
5
2 3
2
7
8
1
65
34 + 11
1 -
1
1
Opkomst bij interventies (vrijwilligers) Tijdens de bureau-uren 15% Buiten de bureau-uren: 70%
2
5.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers): 95%
6.
Specifieke taakverdeling officieren vrijwillige officieren: interventies, begeleiders van de groepen, opleiding beroepsofficieren: personeelsbeleid, materieelbeheer, preventie, oefenbeleid, opleiding
7.
Verstandhouding (volgens dienstchef) goed
8.
Gemiddelde leeftijd van het operationeel personeel (bij benadering): ± 40 jaar
9.
Aantal operationele damespersoneelsleden: 0
10.
Aantal beroepsbrandweerlieden: 6
11.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
n
OPMERKINGEN
Het aantal beroepsbrandweermannen beantwoordt tot op heden niet aan de cijfers die vooropgezet zijn in het grondreglement, alhoewel die voor de inspectie als een absoluut minimum overkomen. Sint-Truiden heeft een brandweerkorps dat ± 60.000 inwoners dient te beschermen en staat nog steeds geklasseerd als een vrijwillige brandweer. Met een gemengde status beschikken vergelijkbare korpsen minimaal over een beroepskern die 25 tot 35 mensen bevat. De toe te passen dienstregeling wijkt in de praktijk in brandweer Sint-Truiden grondig af van de te leveren prestaties in de grote beroepskorpsen (X -classificering), waar de ploegendienst quasi allesomvattend is. Ook de meeste officieren zijn aldaar ingeschakeld in ploegendienst. Bij de brandweer van Sint-Truiden dienen de beroepsbrandweerlieden noodzakelijkerwijze fors aan de kar te trekken. Ze moeten mede borg staan voor een professionele aanpak van de hulpverlening, die zich onverwijld heeft opgedrongen. De complexiteit van interventies, preventie, alarmering, materieel en administratie binnen de brandweer neemt immers nog voortdurend toe. Het handjevol beroepsbrandweerlieden van Sint-Truiden dient erg veel prestaties buiten de diensturen uit te voeren, wat enigszins wrevel opwekt bij de gemeentelijke administratie, omdat overuren, verlofrecuperaties, en vergoedingen oplopen. De inspectie merkt nog geen fundamenteel manke organisatie van de dienst op, dank zij het invoeren van enkele preventieve anticiperende maatregelen, die een alerte alarmering en optimale responstijden moeten waarborgen, maar die de werkdruk voor het te kleine aantal beroepsmensen erg verhogen. Door het KB van 15 april 2002 betreffende de toekenning van een vergoeding wegens operationele prestaties van de beroepsofficieren van de openbare brandweer, wordt het mogelijk bepaalde inspanningen van beroepsofficieren die niet in ploegendienst werken te verlonen. Naar analogie van voormeld besluit, moet ook voor de andere graden een kruideniersmentaliteit inzake betalingen vermeden worden.
3
Wil alvast consequent zijn met de lokale besluitvorming en het aantal voorziene beroepsmensen in het grondreglement daadwerkelijk aanwerven. Op ietwat langere termijn bepleit de brandweerinspectie een voelbare verhoging van het aantal beroepsmensen binnen de personeelsformatie van de brandweer, opdat een optimale dienstverlening zou verleend kunnen worden en toekomstgericht behouden blijven.
3.ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1.
Organiek reglement: gemeenteraadsbeslissing van 05.06.1989 en goedgekeurd door de provinciegouverneur op 28.07.1989 + wijzigingen op 23.04.1990, 11.05.1992 en 20.10.1997
2.
Huishoudelijk reglement: nihil
3.
Verzekeringen
POLIS
MAATSCHAPPIJ
B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen 1.beroepspersoneel 2. vrijwilligers
j
4 517 082
OMOB
j j
? 60 50 841
? OMOB
Voertuigenverzekering Ander brandweermaterieel Aanvullende verzekering
j j j
diverse polissen
OMOB OMOB OMOB
5.
Retributiereglement (2003)
6.
Administratieve bescheiden
a)
NUMMER
6 100 154
j
Dienstnemingcontracten Nagezien van: Appeltans B. en van Bessemans L
j
b)
Register van de hulpoproepen
j
c)
Aanwezigheid - en prestatieregister j Nagezien interventie op 05.05.2003: brand in een eengezinswoning - Sportpleinstraat 13 te Sint-Truiden
d)
Inschrijvingsregister + persoonlijke dossiers De gegevens nagezien van Appeltans B. en van Bessemans L.
Identiteit, burgerlijke staat? Gezinssituatie: (bij ongeval te verwittigen personen)? Bloedgroep? Nummer van inschrijving? Aanduidingen om dringende terugroeping mogelijk te maken?
4
j j j j j
e)
Persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmettingsrisico)?
f)
Inventarissen Materieel? Uitrusting? Kleding? Meubilair?
j/n
j j j j/n
OPMERKINGEN
Het grondreglement is aan wijziging toe ingevolge de bekendmaking van de koninklijke besluiten van 11.4.1999 en 03.06.1999, die de onverenigbaarheden, de vorm en inhoud van dienstnemingcontracten en de verzekeringsmodaliteiten wijzigen. De rekrutering -en bevorderingsvoorwaarden dienen dringend aangepast te worden aan het KB van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten. De noodzakelijke beroepsbrevetten moeten zeker opgenomen worden. Alle bedragen inzake vergoedingen en verzekeringspremies zijn uit te drukken in Euro volgens de juiste barema 's. Het is derhalve gewenst om een volledig gecoördineerde tekst op te stellen. Er is nog altijd geen huishoudelijk reglement vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit. De inspectie meent dat het werken met memo's of dienstnota's niet altijd het juiste alternatief vormt in rechtsorde voor dit regelgevende document. Artikel 25 van bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971, tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de brandweerdiensten, zegt dat de gemeenteraad bij reglement van orde, de dienstbetrekkingen, de plichten van de leden en op algemene wijze de maatregelen betreffende de werking van de dienst en van het grondreglement bepaalt. In het retributiereglement zijn ook de geleverde prestaties voor brandpreventie opgenomen. Dit is geen veralgemeende praktijk in andere provincies. De inspectie vestigt er de aandacht op dat soortgelijke heffing juridisch omstreden is. De controle op de toepassing van de maatregelen, voorgeschreven door wetten en verordeningen is opgenomen in artikel 135§2,5 van de Nieuwe Gemeentewet en in artikel 22 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweer en coördinatie in geval van brand. De bewuste controle is kortelings wettelijk toegewezen aan de brandweer door artikel 2 bis van de wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming ( wet van 28 maart 2003, artikel 2 (B.S. van 16.04.2003.) Er zijn ter zake arresten van rechtbanken geveld, die dit soort retributieheffingen terugfluiten. Het aanrekenen van deze preventieve brandweerzorg lijkt vooralsnog een gewaagde praktijk. De ontvangstmelding van afschriften van de verzekeringspolissen inzake arbeidsongevallen en overlijden dient bevestigd te worden door de stagiairs - brandweermannen bij de aanvang van hun stage, en door de brandweermannen bij hun effectieve indiensttreding, wanneer ze hun respectievelijke dienstnemingcontracten ondertekenen. De tekst van deze standaardcontracten is aldus te wijzigen (koninklijk besluit van 3.6.1999 art.1.) Voor alle brandweervrijwilligers moet derhalve een nieuwe versie van dienstnemingcontract opgesteld worden. De FOD Binnenlandse Zaken schrijft de vorm ervan niet meer voor.
5
4.INTERVENTIES EN OEFENINGEN 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek
2002 branden andere interventies totaal
2.
2003 tot op heden
127 1548 1675
78 185 273
Oefeningen
Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel)
35
Waar? In de kazerne en op diverse locaties van de beschermde gemeenten
Wanneer? 1 ste donderdag van iedere maand van 19u00 tot 22u00
Worden er maatregelen genomen tegen ongeoorloofde afwezigheden?
n
Mogelijkheden tot sportbeoefening? j/n Wordt er op jaarbasis voldoende aandacht besteed aan adembescherming? j Zijn er mensen die geen adembescherming kunnen of willen dragen? n Zijn er gezamenlijke oefeningen met grootschalige inzet binnen de hulpverleningszone? j Beschikt de brandweer over voldoende oefenterrein met een brandkraan of waterput? j Beschikt het korps over voldoende didactisch materieel j Zijn er praktische handleidingen van het materieel voor iedereen beschikbaar? j Is de korpsgeneesheer voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? n Kunnen de leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen (brandweerduiken, computer, speciale reddingstechnieken…)? j Wie is er specifiek verantwoordelijk voor de oefensystematiek? officier-dienstchef 3.
Alarmering Via het eigen alarmnummer of via het noodnummer 100
Alarmeert men voldoende selectief (vrijwilligers)? Is er een permanent verzekerde telefoonwacht in de kazerne?
4.
j j
Telecommunicatie
Individuele zakontvangers? ASTRID - verenigbare telecommunicatieapparatuur? Computer gestuurde alarmering en vertrek (CAD)? Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking worden gesteld? De meldkamer neemt ook oproepen in ontvangst voor een ander brandweerkorps (en)?) Specifieke opleiding voor de meldkameroperatoren Beschikbare apparatuur
-
Vaste posten: 1 + reserve
6
j n n n n n j/n
-
Mobiele posten: 18 + 2 in reserve Draagbare posten: 8 Individuele zakontvangers: 60 Gsm: 7 Zender - ontvangers gaspakdragers: Zender - ontvangers duikers: P.C.: 8 + 1
5.
Wachtdienst (vrijwilligers) - organisatie?) Er is een beurtrol van officier met wachtdienst. Er is een beurtrol van beroepsbestuurder van wacht aan huis. Deze bestuurder moet de brandweer bij elke oproep buiten de normale werkuren, binnen de korst mogelijke tijd vervoegen. Er is een beurtrolsysteem van de ploegen/ en series vrijwilligers.
6.
Dringende medische hulpverlening: niet door de brandweer uitgeoefend
7.
Gemiddelde uitruktijd voor de eerste hulpploeg tijdens de bureau-uren 2 minuten - anders 7 à 10 minuten
8.
Gemiddelde opkomsttijd voor de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt (Rukken-Loon) van het te beschermen gebied? 18 '
9.
Operaties volgens vastgelegde procedures of op basis van operationele richtlijnen? Opgesteld door? bevelhebber Vastgelegd? schriftelijk (memo's) en elektronisch
j
10.
Hoeveel mensen dienen minimaal beschikbaar te zijn om een vertrek met een autopomp voor eerste uitruk te verzekeren? 3à5
11.
Beschikt de hulpverleningszone over gedetailleerde bijstandsprocedures bij opschaling voor brandbestrijding, calamiteiten of rampen? j
12.
Beschikt de brandweer over persoonlijke alarmtoestellen, die akoestische en al dan niet elektronische signalen uitzenden, wanneer een brandweerman in nood is?
n
OPMERKINGEN
De meldkamer vertoont functionele gebreken. Ze is bedoeld om in voorkomend geval als vergaderruimte te dienen voor een coördinerend crisiscomité. Ze is ruim bemeten, maar de telecom-operatoren functioneren ongetwijfeld binnen hetzelfde lokaal als stoorzenders. De communicatieapparatuur is overwegend verouderd en is aan een update toe, rekening houdend met de technologische evoluties (Zie o.m. Astrid.) Voor de inspectie zou de introductie van een CAD (computer aided dispatching) een meerwaarde kunnen opleveren in zake uitrukefficiëntie en meteen het werk van de meldkameroperatoren vereenvoudigen. De meldkamer wordt door een aantal personeelsleden (voornamelijk beroepsbrandweer + huisbewaarder) bemand. Uit het haar voorgelegde oefenschema kan de inspectie niet afleiden of er een specifieke intensieve opleiding ten behoeve van de meldkameroperator wordt ingericht. Voor haar is de operator in de controlekamer echter een uiterst belangrijke schakel in het verloop en opvolging van diverse opdrachten, grootschalig optreden inbegrepen. Hij dient derhalve volledig vertrouwd te zijn met de werking van alle telecommunicatieapparatuur. Hij moet een goede kennis hebben van verwittiging, -nood, -en rampenplanprocedures ingeval van incidentopschaling. Hij staat borg voor een correct en dienstbaar taalgebruik en is er toe gehouden de geijkte radioprocedure te volgen. Sommige administratieve bescheiden dienen door hem of haar correct bijgehouden te
7
worden. Wil derhalve op meer selectievere wijze te werk gaan en een intensieve doelgerichte opleiding ter zake verzorgen. Buiten de administratieve werkuren bedraagt de opkomst van de vrijwilligers gemiddeld slechts 15 %. Naar analogie van andere korpsen kan overwogen worden of er geen beschikbaarheidcriteria dienen te worden ingevoerd bij werving, die de opkomstcijfers moeten opkrikken. Zonder vooruit te lopen op een risicoanalyse, maar met de vaststelling dat opkomsttijden tot 18' kunnen oplopen, concludeert de inspectie dat er nogal wat grijze zones inzake 'firecovering' voorkomen op het te beschermen grondgebied. Ondanks de afgesloten overeenkomsten met buurkorpsen, al dan niet in zonaal hulpverleningsverband, moet de inplanting van een voorpost overwogen worden, indien er een belangrijke woonkern onvoldoende beschermd wordt.
5.BRANDVOORKOMING 1.
Aantal brandweerlieden dat een brevet technicus-brandvoorkoming heeft?
5
2.
Worden er andere personen, die geen deel uitmaken van de brandweer, betrokken bij het toezicht op de brandvoorkoming?
n
3.
Overeenkomst met een andere gemeente bij toepassing van artikel 22 bis van het koninklijk besluit
van 8 november 1967, betreffende het toezicht op de maatregelen tot brandvoorkoming? n 4.
Opdrachtgever tot het uitvoeren van preventieonderzoeken?
Wie ondertekent de preventieverslagen? 5.
gemeentelijk politiereglement
6.
7.
Voor horecabedrijven? Voor gebouwen toegankelijk voor het publiek? Voor studentenkamers? Andere?
Aantal interventieplannen? Zijn de gegevens geactualiseerd? Zijn ze éénvormig? Wie maakt ze op? Maakt men gebruik van een softwareprogramma?
j j j j( tenten in opmaak) 39
n j brandweer + bedrijven
n
Advies van de brandweer gevraagd
8.
burgemeesters Cdt + preventieofficier
Bij aflevering van een bouwvergunning? Bij aflevering van een milieuvergunning? bij wijziging van de waterleiding? bij aanleg en aanpassing van weginfrastructuur (verkeersdrempels…)
j n j n
Bluswatervoorraden?
Inventarisatie? Voldoende bluswatervoorraden? Werd hierover een verslag opgemaakt? Zijn de plannen geautomatiseerd?
j j/n j n
8
9. 10.
11. 12.
Conforme bebakening van brandkranen aan de ministeriële omzendbrief d.d..14.10.1975? j
Periodieke controle brandkranen? Heeft de brandweer een procedure opgesteld betreffende de wijze waarop de hydranten gecontroleerd dienen te worden? Plannen van de bluswatervoorraden?
j j/n
Voornaamste risico 's in het interventiegebied in cijfers uitgedrukt
13.
j
Ziekenhuizen: 4 Internaten: 4 Belangrijke verkeerstunnels: Hotels:? Tehuizen voor andersvaliden: 3 Hoge gebouwen: Rustoorden: 12 Bedrijven (> 50 werknemers): 6 'Sevesobedrijven': 0 Wegen (transport gevaarlijke stoffen): ? Bevaarbare waterwegen: 0 Stadions: 1 Evenementen met grote volkstoeloop: ?
Wordt de brandweer systematisch op de hoogte gehouden van wegeniswerken en omleidingen? j
OPMERKINGEN
De brandweer beschikt over 39 interventieplannen, die meestal volgens een aangegeven patroon door de bedrijven zijn opgemaakt. De vlag dekt nog niet de volledige lading in deze aangelegenheid. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 stelt duidelijk dat “op verzoek van de betrokken burgemeester een voorafgaand interventieplan moet opgesteld worden door de territoriaal bevoegde brandweer, van gebouwen, gebouwencomplexen en installaties waar zeer grote gevaren voorkomen. De plannen dienen bij voorkeur beschikbaar te zijn voor de interventieploegen, in een commandovoertuig hetzij in een voertuig voor eerste uitruk. Wanneer een dubbel beschikbaar is of een vervolledigd dossier, worden ze best opgeslagen in de seinkamer. Het is voor de inspectie onduidelijk of er al een uitgebreide inventarisatie van de bluswatervoorraden in het interventiegebied werd opgemaakt. Het is aangewezen om deze gegevens omstandig te verzamelen en eventuele tekorten te signaleren aan het gemeentebestuur( artikel 42, 7° van het koninklijk besluit van 6 mei 1971.) Via een zonale werkgroep zou een strategisch plan inzake bluswatervoorraden uitgewerkt kunnen worden, dat in overeenstemming is met de uitvoeringsbesluiten van de wet van 31 december 1963. In het plan zou onder meer aandacht besteed te worden aan: -het in kaart brengen van de bluswatervoorraden (hydranten , open water, belangrijke particuliere watervoorraden) en de toegankelijkheid ervan; -het identificeren van plaatsen waar de bluswatervoorraden ontoereikend zijn; -het uitbrengen van adviezen bij bouw, uitbreiding of aanpassing van waterleidingen bij verkavelingen. De kostprijs van de bluswatervoorzieningen kan verrekend worden aan de verkavelaar; -de signalisatie en het onderhoud van de hydranten.
9
De brandweer beschikt nog niet over digitale kaarten, die de ligging van de bovengrondse en ondergrondse brandkranen van het drinkwaterdistributienet aangeven. De analoge kaarten door de maatschappij ter beschikking gesteld zijn eerder omslachtig bruikbaar. Een beroepspersoneelslid van de brandweer verricht op gezette tijdstippen met een daartoe oordeelkundig ingericht voertuig de eerste lijnscontrole van de hydranten op het grondgebied van Sint-Truiden. Het blijkt onzeker te zijn of deze controle door de andere gemeenten daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Het is derhalve aangewezen om een vergadering te beleggen met de burgemeesters van de beschermde gemeenten en hun te wijzen op de verplichtingen inzake brandvoorkoming; -het op systematische wijze vragen van een brandweeradvies bij de aflevering van bouwvergunningen (cfr. basisnormen); -de systematische controle van de goede werking van alle hydranten met opmaak van een bijbehorend veerslag.
6.BRANDWEERKAZERNE 1.
Adres: Zepperenweg, 26
2.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
3.
Is de verwarming voldoende? Wat is de gebruikte brandstof?
4.
3800 Sint-Truiden j j gas
Noodstroomvoorziening geïnstalleerd?
j
Indien ja, welk type?
dieselgroep
5.
Wordt de brandweerkazerne uitsluitend gebruikt door de brandweer?
j
6.
Milieuvergunning beschikbaar?
j
7.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders?
j
8.
Aantal uitvalspoorten? Hoe worden ze geopend en gesloten?
9.
Zijn er voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren -als damespersoneelsleden?
10. 11.
14 centraal/ individueel elektrisch, manueel
j
Is er een droogtoren ( of alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen voorzien? n Voldoende ruimte beschikbaar voor:
Garage en werkplaats? Voertuigenstalling? Opslag van logistiek interventiematerieel? Administratie en onthaal? Archief? Sportbeoefening? Interventiekledij?
j j j j j j/n j
12.
Is er een huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
j
13.
Zijn er gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
j
14.
Is er een specifiek lokaal voor het onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
j
10
15.
Is er een lokaal waar gaspakken kunnen gereinigd worden?
j
16.
Is er een ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
j
17.
Kan de interventiekledij met inbegrip van de laarzen gereinigd worden in de kazerne?
j
18.
Meldkamer voldoende functioneel ingericht?
19.
Internetaansluiting?
j
20.
Voldoende parkeermogelijkheden?
j
n
OPMERKINGEN
De brandweer beschikt over een degelijke kazerne van recente datum die functioneel werd ingericht en als dusdanig voldoet aan de noden van een moderne slagvaardige hulpdienst. Het gemeentebestuur mag hiervoor gefeliciteerd worden. Er is geen droogtoren, noch alternatieve installatie waarbij de persslangen schuin of horizontaal kunnen opgehangen of uitgerold worden. Er ook is geen industriële droogkast geïnstalleerd voor dito doeleinden. Het is niet opportuun om persslangen, die evenwel uit synthetische vezels vervaardigd zijn, zonder urgentie onbeperkt nat op te bergen.
7.MATERIEEL 1.
Inventaris
type
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
Wagenpark zware autopomp halfzware autopomp snelle autopomp autoladder auto-elevator materieelwagen snelle hulpwagen reddingswagen/ container (zwaar bevrijdingsmaterieel) duikwagen/ container personeelswagen ambulance karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig/ dienstwagen jeep haakarmvoertuig open container voertuig/ container adembescherming
2 1 1 -
1 1 1
-
11
1 3 1 3 1 2 1 1+2 1 -
voertuig/ container o.g.s. milieuwagen/ container anderen
-
-
Niet rollend materieel motorpomp (debiet > 500 l/m) generator positieve drukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel gaspak chemiepak reanimatietoestel explosiemeter gasconcentratiemeter /detectie detectietoestel nucleaire straling dosismeter warmtebeeldcamera afdalingstoestel boot PC persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm Ø 110 mm Ø 150 mm
6 2 4 ? 2 1 1 1 8 3 -
7 6+1 1 1 36 0 ? 2 4 4 2 8+1
500 2000 400
1520 meter 4100 meter 800 meter -
2.
Wordt het materieel uitsluitend gebruikt door de brandweer?
j
3.
Is er een gebruiksboekje voor elk voertuig?
j
4.
Is er een onderhoudsboekje voor elk voertuig? Nagezien wagen met nummerplaat 799J5
j
5.
Is er voor elk voertuig een schouwingbewijs? Nagezien wagen met nummerplaat 799J5
j
6.
Zijn er periodieke keuringen voor de hefwerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, enz )
j
7.
Worden de handladders periodiek gekeurd volgens NBN S21-047? Hebben ze een identificatienummer
j j
8.
Wordt de kwaliteit van de lucht van de compressor regelmatig getest?
j
9.
Worden de ademluchtflessen periodiek gekeurd?
j
10.
Is er voor de ademluchtcompressor een onderhoudsschema?
j
11.
Worden de ademhalingstoestellen gereinigd + gekeurd?
j
12
12.
Worden de gelaatsmaskers hermetisch opgeborgen?
j
13.
Worden de reddingstouwen gekeurd volgens NBN S21-038?
j
14.
Zijn er nog heupgordels in gebruik? Worden ze gekeurd?
j j
15.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Verricht men zelf herstellingen?
j
OPMERKINGEN rollend + niet-rollend materieel
De inspectie herinnert er aan dat de gemiddelde leeftijd van het wagenpark erg hoog ligt. Het is aangewezen om de afschrijvingstermijnen te respecteren die door de brandweer hulpverleningszone worden vooropgesteld, ook al kan dit niet altijd geschieden via gesubsidieerde aankopen. De autopomp Dodge met nummerplaat BUG.173, de materieelwagen met nummerplaat BRX103 en de derde ladderwagen verwerven onrechtmatig stilaan een oldtimerstatus. Niet alle elektrische dompelpompen en verlengkabels voldoen aan de richtlijnen geformuleerd door Binnenlandse Zaken in haar omzendbrief d.d. 6.12.2000 met kenmerk VI/MAT/00/2189. Een differentieelschakelaar ontbreekt. Sommige stroomaggregaten zijn niet dubbel geïsoleerd. Er zijn onvoldoende adembeschermingstoestellen geplaatst in de voertuigen voor eerste uitruk, om bij noodzaak iedereen bescherming te kunnen bieden. Het inzetplan inzake personeel overtreft het aantal voorziene apparaten. Wil bijgevolg toestellen bijplaatsen, ook al kan dit niet overal voorzien worden op de rugleuning van de zetels in de personeelscabine. Het is aangewezen om persslangen en watervoerende armaturen afdoende te merken. De toename van oefeningen en interventies in zonaal hulpverleningsverband noopt tot deze ingreep, waardoor identificeren en recupereren vereenvoudigd kunnen worden. De laadkasten en opbergvakken van sommige wagens kunnen doelmatiger beknopt geïnventariseerd worden door het aanbrengen van watervaste identificatieplaatjes op de juiste locatie. Het ordenen en aanvullen na oefeningen en interventies van diverse boordapparatuur, gereedschappen en gebruiksmaterialen waarvan de exacte plaats niet altijd voor iedereen duidelijk is wordt hierdoor bevorderd. In de laadruimten en opbergvakken van de voertuigen worden ook nogal wat losliggende en zwervende stukken aangetroffen. Een oordeelkundige gebruik van geperforeerde watervaste platen uit licht metaal of hardboard panelen, alsmede bevestiging van al het materieel door duurzame hechtingen, sluitingen, en gepaste profielen, worden aanbevolen. De inspectie merkt dat brandweer Sint-Truiden nog niet in het bezit is van een warmtebeeldcamera, waarvan de oordeelkundige toepassing bij brand en technische hulpverlening, een gevoelige meerwaarde kan opleveren. Het toestel lokaliseert onder meer vuurhaarden in gesloten ruimten, bemerkt tijdig explosiegevaar bij diverse gascontainers, en waarschuwt bij het nablussen voor eventuele opflakkering.
persoonlijke beschermingsmiddelen De reflecterende en fluorescerende eigenschappen van de strippen op de brandweervesten zijn in een aantal gevallen onbestaande, door de afzetting van vuil. Deze brandweervesten, die uit hoogwaardige materialen zijn
13
vervaardigd, kunnen enkel hun functie vervullen wanneer verbrandingsresidu's dit niet verhinderen. Reinigen en drogen moet mogelijk zijn in de kazerne en in de stomerij volgens de voorschriften van de leverancier. Bij ernstige slijtage moeten vesten en strippen zonder meer vervangen kunnen worden. Een specifieke en regelmatige controle op het onderhoud van de persoonlijke uitrusting door een verantwoordelijk kaderlid is noodzakelijk. Men beschikt niet over persoonlijke alarmtoestellen, die akoestische en /of elektronische signalen uitzenden wanneer een brandweerman in nood is (bvb bodyguard, finder, pass…)
14