INSPECTIEVERSLAG PROVINCIE: Oost-Vlaanderen BRANDWEER: Wetteren NIS-NUMMER: 42025 DATUM INSPECTIE: 21 oktober 2004
geadresseerden Gouverneur Provincie Oost-Vlaanderen Burgemeester Wetteren Officier-dienstchef brandweer De Veuster F. Inspecteur
Dit verslag van het inspectiebezoek uitgevoerd door de brandweerinspectie, ressorterend onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, is gebaseerd op een vooraf ingevulde vragenlijst, alsmede op nazicht van documenten en administratieve bescheiden ter plaatse en op kantoor. De waarnemingen en de gesprekken van de inspecteur(s) geven aanleiding tot opmerkingen, die geformuleerd kunnen worden na de deelrubrieken.
1. ORGANISATIE 1.
Korpstype
Z Vrijwilligers
2. Beschermde gemeente(n) Wetteren Laarne
3.
aantal inwoners 22 762 11 570
oppervlakte (ha) 3 649 3 203
Hoofdkazerne -
Adres: Zuiderdijk, 9230 Wetteren
-
Telefoon
-
Oproepnummer: 09/369 11 00 Administratief nr.: Fax nr.: 09/366 27 48 Emailadres brandweer:
[email protected] Administratief nr. gemeente: 09/369 34 15· Fax nr. gemeente: 09/366 20 81
Voorpost(en): geen
1
4.
Organisatie hulpverlening Korps ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
5.
Afstand(km) 15 15 15 8 35
X: Gent Y: Aalst Z: Dendermonde C: Wichelen C B: Liedekerke
Overeenkomsten met andere gemeenten in het kader van artikel 20 van KB van 8.11.1967, of zijn er overeenkomsten afgesloten met effect buiten de hulpverleningszone? Geen
6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone Zuidoost, Oost-Vlaanderen
2.PERSONEEL 1.
Officier -dienstchef ¾ ¾ ¾
2.
naam: Auman D. adres: Processieweg 15, 9230 Wetteren telefoon: 09/252 25 91
Korpssecretaris ¾ ¾ ¾
naam: Verstraeten Marc adres: Baerdonckstraat 75 telefoon: 09/369 86 57
2
3.
Personeelsbestand
BEROEPSBRANDWEERLIEDEN graad
grondreglement
in dienst
kapitein Luitenant of onderluitenant adjudant sergeant – majoor eerste – sergeant sergeant
2
2
korporaal brandweerman
4.
Opkomst bij interventies (vrijwilligers) Tijdens de kantooruren: 30% Buiten de kantooruren: 70%
5.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers): 75%
6.
Specifieke taakverdeling officieren?
7.
Verstandhouding (volgens dienstchef)?
VRIJWILLIGERS grondreglement
in dienst
1 4
1 4
1 3
1 3
3
2
4
4
10 68
8 41
j
Goed
8.
Gemiddelde leeftijd van het operationeel personeel (bij benadering):40,97 jaar
9.
Aantal operationele damespersoneelsleden: 0
10.
Aantal beroepsbrandweerlieden: 2
11.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
j
OPMERKINGEN ⇒ ⇒
Brandweer Wetteren heeft in haar personeelsformatie vier ambulanciers opgenomen, die geen brandweerman zijn en bijgevolg niet dezelfde statutaire waarborgen genieten. Wil ze alvast onderbrengen onder de rubriek technisch en administratief personeel en er zorg voor dragen dat vergoedingen en verzekeringen op het niveau van de brandweervrijwilligers worden gebracht. (Zie ook opmerkingen onder verzekeringen.)
3
3.ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1.
Organiek reglement: gemeenteraadsbeslissing van 9 december 1981 laatst gewijzigd op 23 januari 2002
2.
Huishoudelijk reglement: gemeenteraadsbeslissing van 17 april 1984 laatst gewijzigd op 156 april 1993
3.
Verzekeringen
POLIS
5.
NUMMER
MAATSCHAPPIJ Ethias
B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen 1. beroepspersoneel 2. vrijwilligers Voertuigenverzekering
j
6.100.092NU
j j j
Ander brandweermaterieel Overlijdensverzekering
j j
? 6.100.092NU Diverse polissen 4 925 883 6.100.092NU
Retributiereglement
Ethias Ethias Ethias Ethias
j
Gemeenteraadsbeslissing van: 8 november 2001
6.
Administratieve bescheiden a)
Dienstnemingcontracten
j
b)
Register van de hulpoproepen
j
c)
Aanwezigheid - en prestatieregister j Nagezien interventie op 20.08.04 – brand in appartement Vaartstraat, 98 9270 Laarne
d)
Inschrijvingsregister + persoonlijke dossier De gegevens nagezien van Arijs H. en van Auman D.
Identiteit, burgerlijke staat? Gezinssituatie: (bij ongeval te verwittigen personen)? Bloedgroep? Nummer van inschrijving? Aanduidingen om dringende terugroeping mogelijk te maken?
e)
Persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmettingsrisico)?
f)
Inventarissen Materieel? Uitrusting? Kleding?
j j j j j n
j j/n j
4
OPMERKINGEN
grondreglement ⇒ ⇒
Het grondreglement werd laatst gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing van 23 januari 2003 maar vermeldt geen datum van goedkeuring door de provinciegouverneur. In de aanhef wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 06 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten. Dit koninklijk besluit werd laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 03 juni 1999.
⇒ ⇒
Categorieën
Artikel 3. De aandacht wordt gevestigd op de verdeling van de opdrachten in zake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming, in overeenstemming met het koninklijk besluit van 07 april 2003. Deze opdrachten moeten expliciet worden opgenomen in artikel 3. ⇒ Artikel 6. De huidige voorstelling van de personeelsformatie laat aan ⇒ duidelijkheid te wensen over. Hierbij gaat, louter illustratief, een voorbeeld dat eventueel kan dienen als basis voor een overzichtelijke invulling van de personeelsformatie. Effectief Effectief in Aantal Graden Aantal betrekkingen betrekkinge in dienst dienst beroeps vrijwilligers n Beroeps Vrijwilligers
I Operationeel personeel Officierdiensthoofd Officieren
Onderofficieren
Kapitein/Luitenant Luitenant Onderluitenant Adjudant Sergeant-majoor Eerste sergeant Sergeant
Korporaals Brandweerlieden Totaal I II Technisch en administratief personeel Totaal II III Personeel belast met bijzondere taken Officiergeneesheer
Onderluitenant of luitenant
5
(niet-voltijds) Totaal III Algemeen totaal
⇒ ⇒
Artikel 9, punt 10 stelt dat men moet houder zijn van een rijbewijs C of dit verwerven tijdens de stageperiode. Een rijbewijs C heb je nodig als je op de openbare weg een vrachtwagen (met een maximum toegelaten massa van meer dan 3,5 ton) wil besturen. Voor een vrachtwagen tussen 3,5 en 7,5 ton is een rijbewijs C1 vereist en moet je minstens 18 jaar oud zijn. Boven de 7,5 ton is een rijbewijs C vereist en de houder moet j ten minste 21 jaar zijn. Om het rijbewijs C te behalen volstaat het 18 jaar en houder van minstens een rijbewijs B te zijn. Daarnaast is het rijbewijs C en CE afgeleverd na 01 januari 1989 slechts geldig als de houder ervan in het bezit is van een geldig getuigschrift van geneeskundige schifting.
Meer concreet: - Het rijbewijs categorie C is vereist voor alle bestuurders van andere voertuigen dan de categorie D met een M.T.M. van meer dan 3.500 kg. Dit rijbewijs laat ook toe een aanhangwagen met een M.T.M. tot 750 kg te trekken. - Het rijbewijs categorie C+E is vereist voor alle bestuurders van een samenstel bestaande uit een trekkend voertuig van de categorie C en een aanhangwagen waarvan de M.T.M. groter is dan 750 kg. - Het rijbewijs subcategorie C1 is vereist voor alle bestuurders van andere voertuigen dan de categorie D met een M.T.M. van meer dan 3.500 kg en maximum 7.500 kg. Dit rijbewijs laat ook toe een aanhangwagen met een M.T.M. tot 750 kg te trekken. - Het rijbewijs subcategorie C1+E is vereist voor het besturen van een samenstel bestaande uit een trekkend voertuig van de subcategorie C1 en een aanhangwagen waarvan de M.T.M. groter is dan 750 kg en wanneer aan volgende 2 voorwaarden voldaan is: de M.T.M. van het samenstel niet meer bedraagt dan 12.000 kg en de M.T.M. van de aanhangwagen mag de ledige massa van het trekkend voertuig niet overschrijden. ZONIET is het rijbewijs categorie C+E vereist.
⇒ ⇒
In functie van het bestaande wagenpark moet worden nagegaan welk rijbewijs precies vereist is, rekening houdend met de leeftijdsvoorwaarde. Het is ook niet duidelijk of het behalen van het rijbewijs ten laste is van de kandidaat of van het bestuur. Gezien de financiële impact (voor de kandidaat) zou overwogen kunnen worden de kosten verbonden aan het behalen ervan ten laste te nemen van het bestuur, met dien verstande dat de betrokkene(n) ertoe gehouden (is) zijn minstens x -aantal jaren in dienst te blijven. Zoniet kunnen de kosten worden verhaald. In artikel 10ter wordt aan de gemeenteraad de mogelijkheid geboden om een bevorderingsreserve aan te leggen voor de graad van brandweerman welke bij wijze van aanwerving wordt begeven en voor de bevorderingsgraden in het kader van korporaal en onderofficier. Deze mogelijkheid is niet analoog aan wat voor beroepsbrandweerlieden geldt en legt in de praktijk bijkomende anciënniteit op voor andere gegadigden.
6
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
In artikel 12 wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 19 maart 1997 betreffende de opleiding, de brevetten en de loopbaan van de leden van de brandweer. Voornoemd koninklijk besluit werd echter vernietigd bij het arrest van de Raad van State nr. 11.500 van 15 oktober 2002. Er dient ter zake verwezen te worden naar het koninklijk besluit van 08 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten. Er wordt bijkomend gesteld dat de stageperiode van één jaar ten hoogste tweemaal worden verlengd met een jaar. Deze zin moet worden geschrapt. Artikelen 19. In het kader van de bevorderingsvoorwaarden voor korporaal, sergeant en adjudant, moet worden verwezen naar de brevetten (gelijkstellingen), in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 08 april 2003 besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten. Onder punt 3 wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 19 maart 1997 betreffende de opleiding, de brevetten en de loopbaan van de leden van de brandweer. Zelfde opmerking als supra (art. 12). Artikel 19bis, punt 3. Idem dito. Artikel 41.1. De weddenschaal van de officie r-geneesheer dient te worden opgesplitst in A6 (olt) en A7 (Lt). Artikel 41. 5°. Het eerste lid van het koninklijk besluit van 08 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten heeft zowel betrekking op beroeps – als vrijwillige leden van de brandweer. Bijgevolg dienen de lokale besturen, conform deze bepaling, ook de vrijwilligers voor aanwezigheid bij de lessen en deelname aan de examens, te vergoeden. Deze algemene bepaling is eveneens van toepassing voor deelname aan de opleiding voor het behalen van het brevet van brandweerman. Aangezien deelname aan lessen en examens gelijkgesteld wordt met periodes van dienstactiviteit, kan bijgevolg gesteld worden dat het de bedoeling is dat de brandweerlieden vergoed worden aan 100%. In punt 11 wordt een discriminatie ingebouwd met betrekking tot de uitkering van de erkentelijkheidpremie. Men heeft het enkel over de niet uit de echt gescheiden weduwe. Het verdient aanbeveling dit artikel te (her) lezen in de context van de opheffing van de fiscale discriminatie. Een van de krachtlijnen van de hervorming was immers het ongedaan maken van de fiscale bestraffing van het huwelijk in vergelijking met andere samenlevingsvormen. Vanaf inkomstenjaar 2004 worden de wettelijk samenwonenden gelijkgesteld met gehuwden. De wettelijk samenwonenden zijn die partners die een schriftelijke verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Wettelijk samenwonenden kunnen van hetzelfde geslacht zijn en ze kunnen eventueel tot dezelfde familie behoren. Het bedrag dient te worden omgerekend naar €. In artikel 43 mag de terminologie worden gewijzigd in “BRANDWEER”. Artikel 47. Louter ter informatie wordt meegegeven dat de lijst met het materieel eventueel als bijlage kan worden opgenomen in het organiek reglement. Aldus vermijdt men dat bij gewijzigde toestand betreffende het materieel men telkens opnieuw het OR moet aanpassen (gemeenteraadsbeslissing). In artikel 55 moeten de bedragen worden omgezet naar €. Artikel 55bis. Idem dito.
huishoudelijk reglement ⇒ ⇒
Het huishoudelijk reglement (‘reglement van inwendige orde = een Gallicisme) werd goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 17 april 1984.
7
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
In artikel 27, §2, laatste punt kan eventueel worden verwezen naar de recente ministeriële omzendbrief betreffende het gebruik van blauwe zwaailichten en sirenes. In artikel 28, §8, laatste lid, wordt nog gesproken over politie en rijkswacht in plaats van de lokale politie en federale politie. In artikel 33 wordt bij een tuchtprocedure ‘voldoende tijd geboden om zijn/haar verweer voor te bereiden’. Het geniet de voorkeur om deze termijn te specificeren en in tijd te beperken.
verzekeringen ⇒ ⇒
Er werd met betrekking tot de verzekering tegen arbeidsongevallen voor de brandweervrijwilligers een verzekering afgesloten bij ETHIAS (ex OMOB) op 10 januari 2000 (polis nr. 6.100.092/NU.) met uitwerking op 23 juni 1999.) Alle erin vermelde bedragen worden nog uitgedrukt in Belgische frank. Op basis van de voorgelegde bescheiden kan niet met zekerheid achterhaald worden in hoeverre er een verzekering ‘bijkomende waarborg’ werd afgesloten. Indien dit niet het geval mocht zijn, dan dient dit onverwijld te gebeuren. Bij lezing van artikel 8 van de algemene voorwaarden van de polis, blijkt dat de rente ingeval van ongeval ( of beroepsziekte ) enkel wordt uitgekeerd “aan de echtgenoot die op het tijdstip van het ongeval of van de vaststelling der beroepsziekte noch uit de echt noch van tafel bed is gescheiden”. In dit verband wordt verwezen naar de opmerking onder artikel 41, punt 11 (OR). De waarborgen die worden opgesomd onder de speciale voorwaarden en verwijzen naar artikel 55 van het koninklijk besluit van 06 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten. Voornoemd besluit werd gewijzigd bij koninklijk besluit van 03 juni 1999. Er wordt opgemerkt dat het risico van beroepsziekten niet gedekt is door deze polis, wat gelet op mogelijke NBC -interventies van de brandweer niet logisch is. Onder de noemer ‘Nadere bepaling omtrent de omvang van de verzekering’ wordt vastgesteld dat: “Dit contract van toepassing is op het geheel der activiteiten eigen aan het vrijwillige brandweerkorps van de ondertekenaar. Het is o.m. van toepassing wanneer de vrijwillige brandweerlieden: - de leergangen volgen en het examen afleggen voor brandweerofficier”. Welke regeling is van toepassing voor het volgen en afleggen van andere leergangen,brevetten en examens? Het hoeft geen toelichting dat deze aspecten dienen onderzocht te worden en aangepast te worden aan de noden.
dienstnemingcontracten ⇒ ⇒
⇒ ⇒
Het dienstnemingcontract van dhr. Arijs Hugo (brandweerman) werd nagekeken. Het dateert van 01 januari 2002 en beantwoordt niet aan artikel 11 van het koninklijk besluit van 03 juni 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweer. Volledigheidshalve kan de clausule betreffende de woonplaatsverplichting er worden in opgenomen. De ontvangstmelding van afschriften van de verzekeringspolissen inzake arbeidsongevallen en overlijden dient bevestigd te worden door de stagiairs - brandweermannen bij de aanvang van hun stage, en door de brandweermannen bij hun effectieve indiensttreding, wanneer ze hun respectievelijke dienstnemingcontracten ondertekenen. De tekst van deze standaardcontracten is aldus te wijzigen (koninklijk besluit van 3.6.1999
8
art.1.) Voor alle brandweervrijwilligers moet derhalve een nieuwe versie van dienstnemingcontract opgesteld worden. De F.O.D. binnenlandse Zaken schrijft de vorm ervan niet meer voor. Het dienstnemingcontract van dhr. Auman Dirk, kapitein vrijwilliger(diensthoofd) is nagekeken. Betrokkene werd bij gemeenteraadsbesluit bevorderd tot kapitein -vrijwilliger. Er bestaat geen dienstnemingcontract sensu stricto. Enkel een dienstnemingcontract als brandweerman -vrijwilliger wordt voorgelegd. Het dateert van 11 december 2001 en beantwoordt evenmin aan het koninklijk besluit van 03 juni 1999. Als gevolg van artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 april 1999, tot vaststelling van de geschiktheids –en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids –en bevorderingsvoorwaarden van de officieren van de openbare brandweer, moet voor de onderluitenant -vrijwilliger bij zijn effectieve indiensttreding een contract van onbepaalde duur worden opgesteld. Dit geldt tevens voor de officieren bekleed met een hogere graad.
⇒ ⇒
andere administratieve bescheiden ⇒ ⇒
Er is tot op heden geen afdoende individuele registratie (steekkaart) voor de inzet van personeelsleden in interventies met optreden of behandeling van gevaarlijke stoffen (koninklijk besluit van 14.10.1991.) Er wordt aan herinnerd dat voor de dragers van adembescherming, chemiepakken en gaspakken, alle contacten met gevaarlijke chemische stoffen nauwkeurig en chronologisch geregistreerd dienen te worden. Productidentificatie en optekening van de individuele blootstellingduur zijn gewenst.
4.INTERVENTIES EN OEFENINGEN 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek
branden dringende medische hulpverlening andere interventies totaal
2.
2003
2004 tot op heden
76 1160 809 2045
21.10.04 48 878 767 1693
Oefeningen Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel)?
24
Waar? In de kazerne en op diverse locaties in de beschermde gemeenten (bedrijven + instellingen)
Wanneer? donderdagavond van 20 u tot 22 u
Worden er maatregelen genomen tegen ongeoorloofde afwezigheden? Welke?
j
functioneringsgesprek
Mogelijkheden tot sportbeoefening? Wordt er op jaarbasis voldoende aandacht besteed aan adembescherming?
9
j j
Zijn er mensen die geen adembescherming kunnen of willen dragen? j Zijn er gezamenlijke oefeningen met grootschalige inzet binnen de hulpverleningszone? n Beschikt de brandweer over voldoende oefenterrein met een brandkraan of waterput? j Beschikt het korps over voldoende didactisch materieel j Zijn er praktische handleidingen van het materieel voor iedereen beschikbaar? j Is de korpsgeneesheer voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? j Kunnen de leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen (brandweerduiken, computer, speciale reddingstechnieken…)? j Luitenant Deneef Wie is er specifiek verantwoordelijk voor de oefensystematiek? 3.
Alarmering Tijdens de kantooruren neemt het beroepspersoneel de telefoon op. Buiten de kantooruren wordt de huisbewaarder of een vervanger ingeschakeld. Men maakt gebruik van C.A.D. - Zenitel
Alarmeert men voldoende selectief (vrijwilligers)? Is er een permanent verzekerde telefoonwacht in de kazerne?
4.
j j
Spraak en -datacommunicatie Individuele zakontvangers? ASTRID - verenigbare radioapparatuur volgens Tetranorm Computergestuurde alarmering en vertrek (CAD)? Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking worden gesteld? De seinkamer neemt ook oproepen in ontvangst voor een ander brandweerkorps? Specifieke opleiding voor de seinkameroperatoren voorzien?
j n j j j n j
Telecommunicatie apparatuur
-
5.
Vast opgestelde radio’s: 1 Mobiele radio’s (voertuigen): 13 Portofoons: 18 Pagers: 71 Gsm: 5 Zender - ontvangers gaspakdragers: 4 Zender - ontvangers duikers: -
Wachtdienst (vrijwilligers) - organisatie?) Wekelijks is er een peloton van dienst bij beurtrol. Deze periode loopt van donderdag 20u tot donderdag daaropvolgend 20u.
6.
Dringende medische hulpverlening centrum (centra) 100: Gent aantal ambulances: 2 bediende regio: > brandweergewest (ook Lochristie + Beervelde) ziekenvervoer: Worden de hulpverleners -ambulanciers (bijkomend) vergoed voor hun interventies? Maakt er een verpleegkundige deel uit van het personeelsbestand?
j j j
7.
Gemiddelde uitruktijd voor de eerste hulpploeg:
8.
Gemiddelde opkomsttijd voor de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt van het te 10 à 12 minuten beschermen gebied?
9.
Uitrukprocedures of operationele richtlijnen?
3 à 4 minuten
j mondeling door bevelhebber
Hoe vastgelegd?
10
10.
Personeelsbezetting autopomp eerste uitruk?
11.
Gedetailleerde bijstandsprocedures bij opschaling voor brandbestrijding, calamiteiten of rampen? n
12.
Persoonlijke alarmtoestellen in gebruik, die akoestische en al dan niet elektronische signalen uitzenden, wanneer een brandweerman in nood is? n
4 à 5 personen
OPMERKINGEN ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
Uit het oefenschema dat wordt voorgelegd kan de inspectie niet opmaken of er voldoende geoefend wordt met adembeschermingsapparatuur. Ze raadt aan, ondanks het feit dat er geen wettelijke verplichting bestaat, alle personeelsleden minstens 2 keer per jaar met perslucht(ademlucht) te laten oefenen. Dit behelst niet noodzakelijk het organiseren van een oriëntatieoefening met hoge instructieve waarde, maar minstens de uitvoering van een gehele of gedeeltelijke manoeuvre-inzet( e.g. afleg) met gebruik van bedoelde persoonlijke beschermingsmiddelen. Enkele brandweerleden zijn niet in staat of willen liever niet met een isolerend ademluchttoestel werken. Deze tekortkoming of hardnekkige onwil is ontoelaatbaar omdat adembescherming onwrikbaar deel uit maakt van de persoonlijke beschermingsmiddelen, waaraan erg veel aandacht wordt besteed in de basisopleiding van een brandweerman. Het spreekt vanzelf dat de toepassing van eerder gespecialiseerde oriëntatie -en evacuatietechnieken op het terrein best opgedragen kunnen worden aan fysiek weerbare personen, die een intensieve gespecialiseerde opleiding in deze materie hebben gevolgd. De inspectie herinnert eraan dat brandweerleden, die zich zelf niet kunnen beschermen op de geëigende manier, in geen geval operationele taken mogen uitvoeren bij brand of chemische verontreiniging. De inspectie merkt op dat sommige personeelsleden ondermaats oefenen en ongeoorloofd afwezig zijn op de interventies. Zowel oefeningen als interventies zijn echter kernactiviteiten binnen de brandweer, die de kwaliteit en de efficiëntie van de hulpverlening op termijn moeten waarborgen. Ontoelaatbare afwezigheden dienen derhalve aanleiding te geven tot administratieve sancties, tuchtstraffen, en zelfs tot verwijdering uit de dienst, wanneer functioneringsgesprekken geen soelaas bieden. Gelieve het huishoudelijk reglement te vervolledigen, zodat daadwerkelijk streng kan opgetreden worden tegen elk halsstarrig verzuim. Wanneer de uitbetaling van een levensverzekering -of erkentelijkheidpremie op de pensioenleeftijd het alibi mocht vormen voor een verlengd slabakkend papieren lidmaatschap, is het best om de aanbevelingen, geformuleerd door de heer Minister van Binnenlandse Zaken in zijn interpretatieve omzendbrieven van 16 september 1971 en van 5 april 1972, strikt toe te passen. Tijdens het afgelopen jaar werd niet één keer in zonaal hulpverleningsverband geoefend. De inspectie herinnert eraan dat het technisch comité van de desbetreffende hulpverleningszone een dergelijke oefening minsten één maal per jaar op stapel dient te zetten volgens een behoorlijk uitgewerkt thema. Het is aangewezen dat de betrokken hulpverleningszone ook gedetailleerde procedures omtrent bijstand en opschaling schriftelijk uitwerkt, met de intentie om de overgang van een incident met dagelijkse routine naar een incident met grootschalige inzet zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. Door de opschaling volgens deze procedures te laten verlopen is het voor de bijstand ontvangende gemeente, versterking verlenende korpsen en de leiding van de operaties duidelijk wat van iedereen verwacht wordt. (Zie art.
11
⇒ ⇒
1 van het ministerieel besluit van 14 april 1999, tot vaststelling van de minimale inhoud van de hulpverleningsovereenkomsten.) Omvangrijke interventies, waarbij gevaarlijke stoffen op treden of dienen te worden behandeld lijken door brandweer Wetteren vooralsnog moeilijk uit te voeren, ondanks alle tot op heden ontwikkelde initiatieven. Het korps, beschikt niet daadwerkelijk over een daartoe speciaal ingericht voertuig of dito container. De decontaminatiemogelijkheden voor de hulpverleners (gaspakdragers) zijn beperkt of dienen inventief geïmproviseerd te worden. De indijkmogelijkheden voor lekkage van chemische vloeistoffen lijken onafdoende. Het kan nodig zijn om in zonaal of interzonaal verband een ongevallenploeg met meer slagkracht en meer gespecialiseerde uitrusting op te zetten, met inbegrip van meetploegen en interpretatieve scheikundige ondersteuning. De vorming en de daadwerkelijke inzet bij noodzaak van een officier OGS zijn te overwegen.
5.BRANDVOORKOMING 1.
Aantal brandweerlieden dat een brevet technicus -brandvoorkoming heeft?
2.
Worden er andere personen, die geen deel uitmaken van de brandweer, betrokken bij het toezicht op de brandvoorkoming? n
3.
Overeenkomst met een andere gemeente bij toepassing van artikel 22 bis van het koninklijk besluit van 8 november 1967, betreffende het toezicht op de maatregelen tot brandvoorkoming? n
4.
Opdrachtgever tot het uitvoeren van preventieonderzoeken? Wie ondertekent de preventieverslagen?
5.
7.
Voor horecabedrijven? Voor gebouwen toegankelijk voor het publiek? Voor studentenkamers? Andere?
n n n drankslijterijen, lunaparken en dancings
Aantal interventieplannen? Zijn de gegevens geactualiseerd? Zijn ze éénvormig? Wie maakt ze op? Maakt men gebruik van een gespecialiseerd softwareprogramma?
35
n n brandweer + bedrijven
n
Advies van de brandweer gevraagd
8.
Burgemeester bevelhebber + preventionist
Gemeentelijk politiereglement
6.
3
Bij aflevering van een bouwvergunning? Bij aflevering van een milieuvergunning? bij wijziging van de waterleiding? bij aanleg en aanpassing van weginfrastructuur (verkeersdrempels…)
j j j j
Bluswatervoorraden Inventarisatie? Voldoende bluswatervoorraden? Werd hierover een verslag opgemaakt?
j j n
12
9. 10.
11.
Plannen van de bluswatervoorzieningen beschikbaar? Zijn de plannen geautomatiseerd?
j j
Bebakening van brandkranen volgens de ministeriële omzendbrief d.d.14.10.1975?
j
Periodieke controle brandkranen? Heeft de brandweer een procedure opgesteld betreffende de wijze waarop de brandkranen gecontroleerd dienen te worden?
j
Belangrijkste risico 's in het interventiegebied – aantallen?
13.
n
Ziekenhuizen: 1 Internaten: 2 Belangrijke verkeerstunnels: 0 Hotels: 1 Tehuizen voor andersvaliden: 2 Hoge gebouwen: 0 Rustoorden: Bedrijven (> 50 werknemers): ? Sevesobedrijven: 2 Wegen (transport gevaarlijke stoffen): E17, E40, N9 Bevaarbare waterwegen: Schelde Stadions: Evenementen met grote volkstoeloop: ?
Wordt de brandweer systematisch op de hoogte gehouden van wegeniswerken en omleidingen? j
OPMERKINGEN ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
De brandweer beschikt over 35 interventieplannen, die niet eenvormig zijn opgemaakt. De vlag dekt zeker nog niet de volledige lading in deze aangelegenheid. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 stelt duidelijk dat “op verzoek van de betrokken burgemeester een voorafgaand interventieplan moet opgesteld worden door de territoriaal bevoegde brandweerdienst, van gebouwen, gebouwencomplexen en installaties waar zeer grote gevaren voorkomen. Een update van de gegevens is op gezette tijdstippen noodzakelijk. De brandvoorkoming dient niet enkel op papier geregeld te zijn. Het is noodzaak om na te gaan of de voorgeschreven maatregelen, voor een aantal categorieën van gebouwen in de praktijk toegepast worden. Een a posteriori controle door de brandweerpreventionist is daarom aangewezen. Het onderhoud in de eerste lijn en het testen van de brandkranen op het grondgebied van de beschermde gemeenten wordt door de brandweer zelf uitgevoerd volgens een vastgesteld patroon. De euvels worden geregistreerd en indien mogelijk verholpen. Bij noodzaak wordt de waterwinningmaatschappij aangemaand om tot hertstelling over te gaan. De frequentie van de bewuste controles vindt nog niet plaats binnen het vooropgezette tijdspan. De Ministeriële omzendbrief van 14 oktober 1975 spreekt over een aan te houden tweejaarlijkse controle, die ten laste is van de betrokken gemeente. Ze kan in voorkomend geval geheel of gedeeltelijk uitgevoerd worden door onder andere gemeentelijke werknemer(s), vreemd aan de brandweer.
13
6.BRANDWEERKAZERNE 1.
Adres: Zuiderdijk 1, 9230 Wetteren
2.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
3.
Verwarming voldoende? Wat is de gebruikte brandstof?
4.
j j gas
Noodstroomvoorziening geïnstalleerd?
j dieselaggregaat
Indien ja, welk type? 5.
Uitsluitend gebruik van de kazerne door de brandweer?
j
6.
Milieuvergunning beschikbaar?
j
7.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders?
j
8.
Aantal uitvalspoorten? Hoe worden ze geopend en gesloten?
9.
Voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren -als damespersoneelsleden?
j
10.
Droogtoren (alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen?
j
11.
Voldoende ruimte beschikbaar voor: ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
12 elektrisch of manueel
Voertuigenstalling (voertuigenhal?) Garagewerkplaats Opslag van logistiek interventiematerieel? Administratie en onthaal? Archief? Sportbeoefening? Interventiekledij?
nauwelijks
12.
Huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
j
13.
Gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
14.
Specifiek lokaal voor het onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
15.
Lokaal waar gaspakken kunnen gereinigd worden?
n
16.
Ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
n
17.
Kan de interventiekledij met inbegrip van de laarzen gereinigd worden in de kazerne?
j
18.
Seinkamer voldoende functioneel ingericht?
j
19.
Internetaansluiting?
j
20.
Voldoende parkeermogelijkheden voor het personeel?
j
j n j j j j
OPMERKINGEN
14
n j
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
De brandweerkazerne werd gebouwd begin jaren tachtig en voldoet functioneel aan de noden van een moderne hulpdienst. Enkele gebreken worden opgemerkt. Door de toename van het rollend -en niet-rollend materieel, alsmede van een eerder onoordeelkundige stapeling van verbruiksgoederen en materialen voor de brandweervriendenkring, dreigt de voertuigenhal duidelijk te klein geworden. Ondanks de gecreëerde doorvoerfunctie voor het rollend -en niet-rollend materieel , wordt de structurele integriteit niet meer gewaarborgd. Dit negatieve gegeven kan optimale uitruktijden belemmeren. De ruimte tussen de wagens met geopende deuren is eerder krap en kan gevaar te weeg brengen voor mensen die in –of uitladen. Er worden obstakels aangetroffen (pilasters, goederen). Verscheidene aanhangers staan haaks geparkeerd achter het trekkende voertuig. Wil de opstelling van wagens, materieel en verbruiksgoederen gepast heroriënteren. De mogelijkheden tot berging van materieel zijn eerder beperkt zodat verschillende stukken langs een wand van de voertuigenloods worden opgeslagen. De inspectie dringt erop aan dat er meer doelgerichte gesegmenteerde mogelijkheden voor opslag van interventiematerieel en verbruiksgoederen worden voorzien. Het opbergen van materialen in handige gebruiksklare kist -paletten uit PVC, aluminium of staaldraad is in bepaalde gevallen aan te bevelen. Daarnaast kunnen ook rolcontainers als vlot inzetbare materieelmodules fungeren. Er is voorzeker enige vooruitgang geboekt wat betreft de inrichting van een geëigende werkruimte voor adembescherming. Het lokaal is niettemin ruimtelijk beperkt en vertoont tekortkomingen. Er dient over gewaakt te worden dat het onderhoud –en testgebeuren volgens de juiste kringloop gebeurt, met zo weinig mogelijk kans op verontreiniging. De scheiding tussen natte zone (vuile) en droge zone (reine) kan beter bewerkstelligd worden. De ademluchtcompressor wordt, bij voorkeur opgesteld in een belendend lokaal, opdat er geen problemen zouden zijn met geluidsoverlast bij continu vullen, noch met het overmatig opwerpen van stof door trillingen. Enige basistestapparatuur ontbreekt, of is in onbruik( rubberen hoofd, isotonische reiniger) Het moet mogelijk zijn om de registratie van het onderhoudsgebeuren in hetzelfde lokaal al dan niet geautomatiseerd uit te voeren. Het lokaal dient behoorlijk betegeld te worden en kan geen passagefunctie vervullen naar andere technische werkplaatsen. De inspectie merkt dat brandweer Wetteren geen individuele controle uitoefent over de toegang tot de kazerne van de brandweervrijwilligers. Onrechtmatig gebruik van werkruimten en materieel van de kazerne wordt best vermeden. De inspectie beveelt bijgevolg de installatie aan van één of meerdere magneetkaartlezers, die naast eenvoud in gebruik ook vlot te programmeren zijn. In de uitrukvestiaire zijn de kledijrekken gecomplementeerd met individuele opbergvakken. Deze constructie wordt door de inspectie als positief ervaren, op voorwaarde dat de afsluitbaarheid ervan gewaarborgd kan worden door een hangslot
15
7.MATERIEEL 1.
Inventaris
Wagenpark voertuig
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
3
4
1
1
o
1
1
1
1 0
0 1
1 0
1 1
1
1
1
2
0
1
zware autopomp halfzware autopomp lichte autopomp tankwagen / tankcontainer schuimautopomp/ container/ aanhanger bosbrandweerwagen poederwagen/ container slangenwagen/ container/ aanhanger autoladder auto-elevator materieelwagen bevrijdingswagen verkeersslachtoffers reddingswagen/ container (zwaar bevrijdingsmaterieel) duikwagen/ container personeelswagen karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig dienstvoertuig ziekenwagen D.G.H. haakarmvoertuig open container voertuig/ container adembescherming voertuig/ container o.g.s. milieuwagen/ container anderen
Niet rollend materieel Materieel, uitrukkledij en toestellen
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
motorpomp (debiet > 500 l/m)
8
11
stroomaggregaat positieve drukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel gaspak chemiepak hittewerend pak
5 0 1 0 0
8 1 1 40 6
16
reanimatietoestel explosiemeter gasconcentratiemeter /detectieapparaat detectietoestel nucleaire straling dosismeter warmtebeeldcamera afdalingstoestel hydraulisch aggregaat (bevrijding verkeersslachtoffers) boot pc persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm Ø 110 mm Ø 150 mm
1 1
1 1
0
1
1 0
2 6
1000 m 2500 m 0m
2000 m 3000 m 300 m
2.
Uitsluitend gebruik van het materieel door de brandweer?
j
3.
Gebruiksboekje voor elk voertuig?
j
4.
Onderhoudsregistratie voor elk voertuig?
j
Nagezien wagen met nummerplaat GZN 008 – halfzware autopomp 5.
Is er voor elk voertuig een schouwingbewijs?
j
6.
Periodieke keuringen voor de hef -en hijswerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, hijsbanden, kettingen, takels enz. ) Datum laatste keuring: 13.5.2004
j
7.
Periodieke keuring handladders volgens NBN S21-047? Hebben ze een identificatienummer Datum laatste keuring: 13.5.2004
j j
8.
Wordt de kwaliteit van de lucht van de compressor regelmatig getest?
9.
Periodieke keuringen ademluchtflessen?
j
10.
Onderhoudsschema ademluchtcompressor?
j
11.
Worden de ademhalingstoestellen gereinigd + gekeurd?
j
12.
Worden de gelaatsmaskers hermetisch opgeborgen?
j
13.
Zijn er nog heupgordels in gebruik? Worden ze gekeurd? Datum laatste keuring: 13.5.2004
j j
14.
Valbescherming? Componenten gekeurd?
j
15.
j
16.
Onderhoudscontract explosiemeter(s) Datum laatste externe onderhoudsbeurt: 24.08.2004 Afdaalapparaat? Keuring?
j
17.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Verricht men zelf herstellingen?
j
17
n
OPMERKINGEN voertuigenpark, niet-rollend materieel ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
Over het algemeen geeft het wagenpark, even als het niet -rollende materieel een behoorlijke onderhoudsindruk. De materieelaantallen beantwoorden aan de wettelijke minima, die overigens sinds geruime tijd aan herziening toe zijn. De verliesstroomschakelaars van de elektrische dompelpompen die oneigenlijk en onhandig gemonteerd werden als gevolg van de richtlijnen geformuleerd door de F.O.D. Binnenlandse Zaken in haar omzendbrief d.d. 6.12.2000 met kenmerk VI/MAT/OO/2189, zijn te vervangen door een geïntegreerde vochtvrije schakelaar, gemonteerd in het stekkersnoer. Brandweer Wetteren gebruikt absorptiekorrels (Ecoperl) voor de behandeling van vervuilingen door koolwaterstoffen en chemische stoffen op de openbare weg. Er is echter geen bijbehorende instructiefiche beschikbaar, die absorptietijden en eventueel uit te voeren nabehandelingen weergeeft. De leverancier of fabrikant dient bijgevolg aangesproken te worden om accuraat handelen bij alle inzetten ter zake te waarborgen. De inspectie is niet zeker of voor oordeelkundig gebruik van de explosiemeter een instructiefiche werd opgemaakt, die voldoende helder is voor elke gebruiker. Het is belangrijk om de gebruiksessentie te doorgronden. Zo moet het toestel in een veilige omgeving en in normale atmosferische omstandigheden worden ingeschakeld. De sensoren hebben een bepaalde reactietijd nodig om metingen te kunnen uitvoeren. Door bepaalde gassen in hoge concentraties kunnen de meetwaarden negatief beïnvloed worden. De ademluchtcompressor is van een verouderd type, onvoldoende geluidsgeïsoleerd, en heeft een beperkt vulvermogen. Hij is aan vervanging toe door een modern toestel met grotere capaciteit, dat beantwoordt aan de hedendaags opgelegde geluidsnormen. Positief worden door de inspectie enkele attributen opgemerkt die hun efficiëntie voorzeker moeten bewijzen bij schoorsteenbranden. Ze staan borg voor minimaal toegebrachte waterschade bij de blusverrichtingen . De aansluiting op de hoge drukhaspels van de autopomp is innovatief.
persoonlijke beschermingsmiddelen ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
Brandweer Wetteren beschikt niet over persoonlijke alarmtoestellen, die een akoestisch signaal uitzenden, wanneer een brandweerman in een gebouw bij de blusverrichtingen of tijdens een reddingsopdracht, gedurende een vastgesteld tijdstip niet meer beweegt. Ze kunnen bijkomende waarborgen bieden in zake individuele bescherming van de brandweerman tijdens een inzet. Men heeft nog geen innovatieve warmtebeeldcamera in gebruik, waarvan de oordeelkundige toepassing bij brand een gevoelige meerwaarde kan geven aan de efficiëntie van de hulpverlening, en die tevens een risicoverlagende invloed uitoefent op de hulpverlener. Het toestel spoort in de verkenningsfase van een brand warmtebronnen op in gesloten ruimten, en oefent effect uit op de snelle redding van slachtoffers in complexe en/ of met rook gevulde gebouwen. Men bemerkt tijdig mogelijke vlamoverslag en “backdraft". Na het blussen kan de camera een mogelijke opflakkering in beeld brengen. De inspectie beveelt de aanschaf ervan aan. Op de zitplaatsen achter de bestuurder en bijrijder van de brandweervoertuigen met dubbele personeelscabine ontbreken veiligheidsgordels. De inzittenden lopen daardoor het risico van letsel op te
18
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
lopen als er plotseling afgeremd moet worden of indien er plots moet uitgeweken worden. Er is geen gehoorbescherming (oorkappen) geplaatst in de daartoe geëigende wagens, ondanks het feit dat men kan geconfronteerd worden met hoge geluidsniveaus die het gehoor kunnen beschadigen ( > 85 DB), lange geluidsduur en hoge frequentie van geluid. Mogelijk belaagden zijn de bedienaars van de autopompen en de personen die werken met een motorkettingzaag of een doorslijpschijf. De brandweerhelm op zich biedt onvoldoende bescherming. Men maakt nog geen gebruiksaanwijzingen of instructies op, betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (artikel 10 kb van 7 augustus 1995 betreffende PBM.), die voor iedereen beschikbaar dienen te zijn. De gebruiksaanwijzing van de fabrikant is voorzeker niet hetzelfde als de instructies welke aan de brandweerleden ter beschikking moeten gesteld worden, maar ze hoort als basis te dienen voor het opstellen ervan. De specifieke instructies moeten alvast schriftelijk opgesteld worden voor elk type PBM, dat in gebruik is en moet alle gegevens en informatie bevatten omtrent werking, gebruik, onderhoud, nazicht, opslag, vervaldatum enz.
De inspectie merkt dat de brandweervrijwilligers niet in het bezit zijn van blushandschoenen, die een optimale bescherming moeten bieden aan de gebruiker in geval van contact met naakte vlammen of intense stralingshitte. De blushandschoen vormt een verlengde van de bluskleding en moet principieel dezelfde veilige eigenschappen bezitten. Blushandschoenen moeten voldoen aan volgende eisen: de tastzin zo min mogelijk beperken thermische bescherming bieden voldoende chemisch bestendig zijn lang genoeg zijn om de polsslagader te beschermen vlamwerend zijn sterk zijn.
keuringen, onderhoudscontracten ⇒ ⇒
Ofschoon er geen wettelijke verplichting is tot het controleren van de kwaliteit van de ademlucht, is er wel de verplichting dat deze lucht "geen enkele onzuiverheid mag inhouden." Daarom adviseert de inspectie om de ademlucht waarmee de ademluchttoestellen worden gevuld ten minste jaarlijks te laten controleren op de conformiteit met NBN EN 12021. De luchtkwaliteit wordt best getest op volgende punten: na de filterinstallatie van de compressor, bij de vulbak (een willekeurige afsluiter), in de luchtcilinders van de bufferinstallatie en steekproefsgewijs in de luchtcilinders van de toestellen.
19