PROVINCIE: Vlaams-Brabant BRANDWEER: Zaventem DATUM INSPECTIE:18.03.2008 NIS-NUMMER: 23094 De Veuster A. Inspecteur
Dit verslag van het inspectiebezoek uitgevoerd door de brandweerinspectie, ressorterend onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, is gebaseerd op een vooraf ingevulde vragenlijst, evenals op nazicht van documenten en administratieve bescheiden ter plaatse en op kantoor. De waarnemingen en de gesprekken van de inspecteur(s) geven aanleiding tot opmerkingen, die geformuleerd worden na de deelrubrieken.
ORGANISATIE 1.
Korpstype Z gemengd
2.
Beschermd gebied Zaventem Kortenberg Steenokkerzeel Wezembeek-Oppem Kraainem Totaal
aantal inwoners 29.184 18.424 10.989 13.494 13.095
oppervlakte (ha) 2.762 3.458 2.350 682 584
85.186
9.836
1
3.
4.
Verwijderd: ¶ ¶
Hoofdpost
-
Adres: Leuvensesteenweg 550, 1930 Zaventem Telefoon Oproepnummer: 100 en 02/721 00 00 Administratief nr.: 02/711 20 20 Fax nr.: 02/711 20 25 E-mailadres brandweer:
[email protected]
-
Aantal voorposten: 0
Organisatie hulpverlening Korps ¾ X: brandweer Brussel ¾ Y: brandweer Leuven ¾ ¾ Z: Vilvoorde
5.
Afstand(km) 12 14 14
Overeenkomsten met andere gemeenten als gevolg van artikel 20 van het koninklijk
besluit van 8.11.1967, met uitwerking buiten de hulpverleningszone? 6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone? Oostrand, Vlaams-Brabant
PERSONEEL 1.
j
Officier-dienstchef
¾ naam: Pascal Elskens
2
2.
Personeelsbestand
beroepspersoneel graad
wettelijk minimum (KB 8.11.67)
grondreglement
In dienst
1
1
4
4
3
3
kapitein luitenant
vrijwilligers wettelijk minimum (KB 8.11.67)
grondreglement
in dienst
2
3
2
1
onderluitenant adjudant sergeantmajoor
4 2
2
eerste sergeant
1
6 3
3
sergeant korporaal brandweerman totaal
3.
6 22 31
9 26 49
36 44
4 16 25
4 25 35
36 45
Opkomst bij interventies (vrijwilligers)?
Tijdens de kantooruren? Buiten de kantooruren?
23,96% 28,30%
4.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers)?
68,45%
5.
Specifieke taakverdeling officieren doorgevoerd?
6.
Verstandhouding (volgens dienstchef)
j
kan beter
7.
Gemiddelde leeftijd van het operationele personeel (bij benadering):
8.
Aantal operationele damespersoneelsleden?
9.
Aantal ambulanciers dat geen brandweerman is?
10.
Aantal stagiairs brandweermannen?
11.
Aantal stagiairs officieren?
12.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
43,8 jaar 2 0 14 2
3
j
O
PMERKINGEN
⇒ ⇒
⇒ ⇒
Vijf gegradueerde verpleegkundigen maken deel uit van het korps. Zij vormen ontegensprekelijk een meerwaarde voor efficiënte en kwalitatieve tussenkomsten binnen de DGH. Ze hebben minimum een ervaring van vijf jaar spoedgevallenzorg of intensieve zorgen. Wanneer deze brandweerleden ook selectieproeven voor brandweerman hebben afgelegd en een graad binnen de hiërarchie bekleden, blijven zij toch best opgenomen onder de personeelscategorie “technisch en administratief personeel”. Ze genieten voorzeker een weddenschaal aangepast aan hun studieniveau en een aangepast functieprofiel. Binnen het effectief kan een verwijzing geplaatst worden. Ze behoren in voorkomend geval tot beide categorieën. De graad brandweerman-verpleger bestaat vooralsnog niet binnen het statutair voorziene personeelseffectief. Op een vraag die peilt naar de verstandhouding binnen het korps wordt het antwoord “kan beter” geformuleerd. Verklarend zegt de officier-dienstchef dat actueel een psychosociale risicoanalyse wordt uitgevoerd door de onderneming Premed, op verzoek van het gemeentebestuur. Er zouden 13 meldingen zijn in het kader van de wetgeving betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Binnen brandweer Zaventem lopen enkele tuchtzaken. De inspectie werd eerder tijdens controleopdrachten met dergelijke problematiek geconfronteerd. Ze stelt bemiddeling via een psychosociale aanpak helemaal niet in vraag, indien de aard van de klachten gegrond is. Een analyse van de bevelvoering, noch van de locale brandweerorganisatie mag echter niet nodeloos aan bod komen. Ze zou mogelijk steunen op subjectieve briefing door de betrokken klagers. Binnen een brandweerkorps zijn gezag en discipline, noodzakelijk voor de goede werking. In een goed draaiende veiligheiddienst is er daarenboven zelfdiscipline van toepassing voor elk lid. Een coöperatief en positief ingesteld gedragspatroon is voor iedereen noodzakelijk. Men dient op tijd te komen bij de oefeningen en de nodige motivatie aan de dag te leggen. Men moet zich houden aan de kledingsvoorschriften met betrekking tot PBM. De taken binnen de operationele procedures of de werkinstructies dienen strikt in acht genomen te worden. De officieren en de onderofficieren hebben altijd een voorbeeldfunctie. Nogal wat brandweerleden voelen zich te snel verongelijkt en geviseerd, wanneer wijzigingen in de organisatie van het korps worden voorgesteld of doorgevoerd. Het gelijk is niet altijd aan ieders kant. Een professionele aanpak van de hulpverlening is noodzakelijk ook met vrijwilligers. Nostalgie naar een van oudsher improviserend optreden is uit de tijd. De inspectie onderstreept dat de bevelvoering van een brandweerkorps verloopt via een strikt hiërarchische structuur, die noodzakelijk is om het raderwerkverloop van de hulpverlening gesmeerd te doen verlopen. De functie van dienstchef is een gezagsfunctie, die voor elk brandweerlid duidelijk moet zijn. Het model grondreglement voor de organisatie van een gemeentelijke brandweer wordt vastgesteld bij koninklijk besluit van 6 mei 1971. Artikel 2 van dit besluit stelt dat onverminderd de bevoegdheden van de burgemeester de dienst geleid wordt door de officier-dienstchef. Deze
4
laatste draagt de verantwoordelijkheid voor de organisatie, de goede werking en de tucht van de dienst. De inspectie stelt tijdens haar controlebezoek vast dat binnen brandweer Zaventem verscheidene gedreven kadermensen behoorlijk hun taken vervullen en kenniservaring uitwisselen. De oorspronkelijke doelstelling om elke uitrukkende ambulance mee te laten bemannen door een verpleger wordt niet gehaald. Kwalitatief kan dus niet altijd dezelfde zorg verleend worden aan de hulpbehoevenden, tenzij het aantal verplegers wordt verhoogd. Het aantal vrijwilligers schommelt de laatste jaren voortdurend. Wil bijgevolg op vooraf vastgestelde tijdstippen wervingen doorvoeren en telkens een beperkte reserve aanleggen. Haast alle gemengde korpsen in VlaamsBrabant in de rand rond Brussel worden immers geconfronteerd met belangrijke risico’s, hebben een uitgestrekt verzorgingsgebied en dienen beduidend meer dan 50.000 inwoners te beschermen. Brandweer Zaventem kan voor de inspectie in de praktijk zonder meer vergeleken worden met een y-brandweerkorps(= hogere classificatie). Er is bij brandweer Zaventem een zeer intensieve specifieke taakverdeling doorgevoerd bij de officieren, die model kan staan voor andere vergelijkbare korpsen. Alle betrokkenen bij het inspectiebezoek gaven alvast een gemotiveerde indruk. De betiteling van de verantwoordelijke is mogelijk te wijzigen in coördinator…
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1.
Grondreglement( laatste wijziging): gemeenteraadsbeslissing d.d. 14.06.2000
2.
Huishoudelijk reglement: geen
3.
Verzekeringen
POLIS B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen 1. beroepspersoneel 2. vrijwilligers Voertuigenverzekering Ander brandweermaterieel Overlijdensverzekering 5.
Retributiereglement
6.
Administratieve stukken
NUMMER
MAATSCHAPPIJ
j
45.005.795
Ethias
j j j j j
605.0.595 6.100.192
Ethias
01.4542
Ethias Ethias Axa j
• Dienstnemingscontracten? Nagezien van: brandweerman Cressaerts Robin en van stagiair-onderluitenant Tanguy du Bus de Warnaffe
5
j
• Register hulpoproepen?
j
• Aanwezigheid - en prestatieregister?
j
• Inschrijvingsregister + persoonlijke dossiers?
De gegevens nagezien van Cressaerts Robin ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
identiteit, burgerlijke staat? gezinssituatie: (bij ongeval te verwittigen personen)? bloedgroep? nummer van inschrijving? aanduidingen dringende terugroeping? persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmetting)?
•• Inventarissen? Materieel? Verbruiksgoederen? Interventiekledij?
j j j j j j j j j
O
PMERKINGEN
Organiek reglement ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
Een grondig nazicht van dit reglement behoort niet tot de opdrachten van het inspectiebezoek. Uit een eerste lezing blijkt echter dat verschillende artikelen afwijken van het modelreglement voor de organisatie van een gemeentelijke gemengde brandweer, bijlage 2 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de artikelen 6, 14, 21, 23 en 24. Deze lijst is zeker niet exhaustief. Er kan enkel worden afgeweken van voornoemd modelreglement in de artikelen waarin dat uitdrukkelijk aangegeven wordt in het bij KB bepaalde model. Alle bedragen dienen voortaan vermeld te worden in Euro. Artikel 61 werd initieel als een overgangsbepaling ingevoegd. De wetgever wilde de rechten van de in dienst zijnde personeelsleden beschermen tegen de belangrijke organisatorische wijzigingen die in 1971 werden doorgevoerd bij de brandweer. Volgende tekst kan de tekst van artikel 61 vervangen: “De bepalingen van dit reglement mogen in geen geval tot gevolg hebben enig nadeel te berokkenen aan de personeelsleden die in dienst waren op de datum waarop het organiek reglement voor de eerste maal van kracht werd, in toepassing van het koninklijk besluit van 6 mei 1971.” Het artikel kan op heden niet meer ingeroepen worden als het grondreglement wordt gewijzigd. Bij brandweer Zaventem met Z-classificatie kunnen volgens het organiek reglement van het korps adjudanten bevorderd worden tot opperadjudant. Deze laatste graad is echter enkel opgenomen in de personeelsformatie van een X-korps, en wordt bij bevordering eerder uitzonderlijk toegekend. De gemeenteraad wordt verzocht om de graad van opperadjudant niet meer te voorzien, noch toe te kennen. Invoering van een hogere weddenschaal onder bepaalde voorwaarden is daarentegen een andere kwestie. Het model organiek reglement d.d. 6 mei 1971 voorziet geen vlakke loopbaan van brandweerman naar korporaal. Met andere woorden de graad van korporaal kan niet toegekend worden zonder vacature en wordt niet gekoppeld aan die van brandweerman. De inspectie heeft er echter geen
6
⇒ ⇒
bezwaar tegen om het aantal korporaals bij de beroepsleden van de dienst op een realistische manier omhoog te brengen, rekening houdend met een gezonde piramidale hiërarchische opbouw. Voor een gedetailleerde bijsturing van het organiek reglement wordt aanbevolen om een afspraak te maken met een bevoegde medewerker van de Juridische Directie van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid en de Brandweerinspectie.
Huishoudelijk reglement ⇒ ⇒
Brandweer Zaventem kan aan de inspectie geen huishoudelijk reglement voorleggen dat vastgesteld wordt bij gemeenteraadsbesluit. Memo’s, dienstnota’s of staande orders vormen in rechtsorde niet altijd het juiste alternatief. Artikel 25 van bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971, tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen, inzake de organisatie van de brandweerdiensten, zegt dat de gemeenteraad bij reglement van orde, de dienstbetrekkingen, de plichten van de leden en op algemene wijze de maatregelen betreffende de werking van de dienst en van het grondreglement bepaalt. De inspectie merkt op dat heel wat ongeoorloofde wijzigingen aan artikelen van het bij KB bepaalde model van organiek reglement hierin vervat kunnen worden. Ook maatregelen van orde die tuchtmaatregelen voorafgaan of begeleiden, objectieve beoordelingscriteria, en mogelijk specifiek uitgewerkte functieprofielen voor brandweervrijwilligers zijn hier op hun plaats. Dienstnemingcontracten ⇒ ⇒
Twee kandidaat officieren-vrijwilligers zijn op dit ogenblik in stage. Als gevolg van artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 april 1999, tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en bevorderingsvoorwaarden voor de officieren van de openbare brandweer, moet voortaan een contract van onbepaalde duur worden opgesteld bij effectieve indienstneming van deze personen. Wil de contracten opstellen in de gewenste zin, mocht de proeftijd met gunstig gevolg worden voltooid. Indien er een woonplaatsverplichting opgelegd wordt aan de betrokkenen, dient deze vereiste bij voorkeur te worden gemotiveerd in het dienstnemingscontract. Zie de ministeriële omzendbrief terzake van 28 mei 2004. Volgende formulering zou daarvoor kunnen gebruikt worden: “De officier-vrijwilliger moet uiterlijk zes maanden na het beëindigen van zijn stage, zijn hoofdverblijfplaats hebben op het grondgebied van de gemeente… of binnen een straal van X kilometer rond de brandweerkazerne”. Deze verplichting wordt opgelegd voor het verzekeren van de openbare veiligheid. De brandweer moet steeds op korte termijn over voldoende brandweerlieden kunnen beschikken om adequaat hulp te kunnen verlenen. Een beknopte aanvulling van de specifieke situatie van het korps kan eventueel toegevoegd worden.
Verzekeringen
7
⇒ ⇒
⇒ ⇒
De meest recente verzekeringspolissen burgerlijke aansprakelijkheid, arbeidsongevallen, en overlijden kunnen op het moment van inspectie niet worden voorgelegd, aangezien die door een gemeentelijke ambtenaar worden bijgehouden. Gelieve na te gaan of de afgesloten verzekeringen beantwoorden aan de voorwaarden in artikelen 55 en 55bis van het modelreglement voor de organisatie van een gemeentelijke gemengde brandweer. Zie terzake het KB van 3 juni 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1971. Het is aanvaardbaar en het kan zelfs gewenst zijn dat een gemeentelijk ambtenaar de coördinatie en actualisering van de verschillende verzekeringspolissen op zich neemt. Dat neemt echter niet weg dat steeds recente afschriften van de polissen arbeidsongevallen en overlijdensverzekering in de kazerne ter beschikking dienen te worden gehouden van de brandweer.
Technische administratie en dienstvoorschriften ⇒ ⇒
Wat betreft ontwerp en toepassing van bedieningsinstructies, werkinstructies, werkprocedures, operationele procedures en dienstvoorschriften (staande orders) scoort brandweer Zaventem hoog.
INTERVENTIES 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek 2007 branden dringende medische hulpverlening andere interventies totaal
208 2765
2008 tot op heden 41 524
1614 4587
192 757
2.
Gemiddelde uitruktijd voor een eerste hulpploeg?
3.
Inzet juiste adequate middelen bij eerste uitruk voor brand en ongevallen met beknelden?
2 minuten
4.
Minimale bezetting van een autopomp ingezet voor een eerste vertrek bij brand?
5.
Gemiddelde opkomsttijd van de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt
j
5 personen
van het verzorgingsgebied? 6.
niet opgegeven
Operationele procedures en richtlijnen toegepast? Schriftelijk vastgelegd?
j j
Opgesteld door het officierenkader en de hoofdverpleegkundige
7.
Gedetailleerde monodisciplinaire bijstandsprocedures toegepast binnen de hulpverleningszone?
8
n
8. 9.
Beschikt de brandweer over persoonlijke alarmtoestellen, die akoestische en/of elektronische signalen uitzenden wanneer een brandweerman in nood is?
j
Dringende medische hulpverlening
Dispatching verzorgd door centrum(centra) 100: Brussel en Leuven Aantal inzetbare ambulances: 4 Is de bediende regio ≤ of > dan het brandweergewest? beduidend groter Wordt er ziekenvervoer verzorgd? n Worden de hulpverleners-ambulanciers bijkomend vergoed voor hun tussenkomsten ? j De vrijwilligers met een geldige DGH badge krijgen een premietoeslag van 5% op jaarbasis
Maakt er een verpleegkundige deel uit van het personeelsbestand?
j
5 urgentieverpleegkundigen
O
PMERKINGEN
⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
Brandweer Zaventem kent heel wat moeilijkheden om de veiligheid van “Brussels Airport” te verzekeren. De opsplitsing van de voormalige Regie der Luchtwegen in een aantal controlebedrijven en honderden concessiehouders maken niet echt een coherent veiligheidsbeleid mogelijk. Omwille van het doorwegen van security tegenover safety wordt de brandweer meermaals geconfronteerd met gesloten toegangspoorten. Zowel voor de eerst uitrukkende brandweerploeg als voor de ziekenwagens gaan niet zelden tot 10 minuten verloren als ze zich toegang willen verschaffen. Het verkrijgen van staande orders binnen de DGH wordt bemoeilijkt omdat de ambulances niet vanuit een ziekenhuis vertrekken. Er is een eerder slechte radiocommunicatie met het 100-centrum Leuven. Tussen de 100-centra Brussel en Leuven is er te weinig contact, zodat mogelijk voor eenzelfde incident twee verschillende ambulancediensten ter plaatse worden gezonden. Het begrip ‘dichtst bijgelegen ziekenhuis’ wordt te streng toegepast en houdt te weinig rekening met de taalproblematiek in de rand rond Brussel, noch met de voorkeur voor een ziekenhuis van ouders met kinderen. De 100-centra spelen te weinig relevante informatie door naar de brandweer en soms is er ongevraagde inmenging met betrekking tot de aan het brandweerkorps opgelegde uitrukprocedures. De ‘calltakers’ die sinds enige tijd de 100-centrales bemannen hebben vaak onvoldoende topografische kennis en geven in enkele gevallen volledig foute adressen door.
OEFENBELEID/OPLEIDING 1.
Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel) voor de vrijwilligers (basis oefenpakket)? ± 100
2.
Aantal voorziene uren op jaarbasis(individueel) voor de beroepsbrandweerlieden
9
(basis oefenpakket)? 3.
1,5 uur voorzien per dienstprestatie
Waar vinden de oefeningen plaats? In en rond de kazerne; in de brandweerschool; in het buitenland (gespecialiseerde opleidingen)
6.
Zijn er mogelijkheden tot sportbeoefening? j Wordt er op jaarbasis voldoende geoefend met adembescherming? j Worden er binnen de hulpverleningszone regelmatig monodisciplinaire oefeningen georganiseerd? n Oefent de brandweer voldoende realistisch? j Kunnen alle brandweerleden op regelmatige wijze deelnemen aan “life firetrainingen” zoals hittegewenning, flashover, backdraft… op een daartoe geschikt j oefenterrein onder de begeleiding van gekwalificeerde instructeurs? Voldoende oefenterrein? j Behoorlijk didactisch materieel? j Voldoende praktische oefenobjecten? j Worden er praktische handleidingen van het materieel opgemaakt, die voor iedereen beschikbaar zijn? j Is de korpsdokter voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? j Kunnen alle leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen? (bvb brandweerduiken, computeropleidingen, speciale reddingstechnieken…?) ±
7.
Is er binnen het korps een oefencoördinator, bijgestaan door een oefencel?
8.
Individuele registratie van vaardigheden?
9.
Jaarlijks opleidings- en oefenbudget in Euro?
j n
45.000 Euro
O
PMERKINGEN
⇒ ⇒
⇒ ⇒
Er is een professionele en gestructureerde benadering van het oefen- en opleidingsbeleid waar te nemen. De brandweerleden hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan mogelijk externe georganiseerde bijscholingen en interne oefensessies bovenop het voorziene programma. De inspectie looft de inspanningen die op dat vlak worden geleverd. Ze vraagt niettemin om te voldoen aan de wettelijke verplichting om, minstens halfjaarlijks tot jaarlijks, een activiteitenrooster op te stellen met weergave van de oefenonderwerpen. Aldus wordt het mogelijk om aan zowel organiserende als toezichthoudende overheid te tonen dat alle aspecten van de brandweerzorg aan bod komen en dat ieder brandweerlid op zijn niveau een degelijke en gelijkwaardige opleiding geniet. De oefenscenario’s hoeven in het schema nog niet aan bod te komen. De uitwerking ervan blijft ten laste van de oefencoördinator en de specifiek aangeduide verantwoordelijken. Enkele officieren hebben een opleiding “brandbestrijding in tunnels” gevolgd in een daartoe gespecialiseerd opleidingscentrum. Het risico is immers latent aanwezig binnen het verzorgingsgebied van de brandweer.
10
⇒ ⇒
De inspectie stelt vast dat op jaarbasis de officieren merkelijk minder oefenen dan de manschappen. Hun praktijkopleiding kan beter aangepakt worden. De complexiteit van de incidentbestrijding noopt leidinggevende brandweerofficieren bovendien ook tot regelmatig oefenen op het vlak van besluitvorming en toepasbare procedures. Analytisch inzicht gekoppeld aan praktijkgerichte vaardigheden moeten centraal staan. Bijgevolg dient een oefenbeleid uitgestippeld te worden dat accenten legt op het gebruik van cases, maquettes, en interactieve simulaties en presentaties. Het gebruik van alle meet- en controleapparatuur dient door elke officier grondig beheerst te worden. Het opleidingsbudget van brandweer Zaventem houdt best rekening met deze specifieke nood, omdat deze vorming gedeeltelijk extern dient te worden gevolgd.
ALARMERING/DIENSTROOSTER 1.
Wijze van alarmering Telefonisch; rechtstreeks door de hulpbehoevende; of via de 100centrale, CIC. Per FAX door het hulpcentrum 100. Mondeling verzoek aan de inkom van de kazerne Radiofonisch via eigen of andere hulpdiensten
2.
Verloopt de alarmering van de brandweervrijwilligers voldoende selectief?
3.
Middelen tot alarmering
Beschikt iedereen over een alarmontvanger (vrijwilligers)? Is alle communicatieapparatuur digitaal en verenigbaar met A.S.T.R.I.D.? Zijn alarmering en vertrek computergestuurd (CAD)?
n
j n n
Enkel alarmontvangers
Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking gesteld worden? Verzorgt uw radiokamer ook oproepen voor andere brandweerkorpsen? 4.
n n n
Beschikbare spraak- en data-apparatuur? Vast opgestelde radio’s: 3 Mobiele radio’s: 30 analoog; 30 ASTRID Portofoons: 30 analoog/ 45 ASTRID Alarmontvangers: 90 Gsm: 8 Zender - ontvangers gaspakdragers: Zender - ontvangers duikers: Personal computers: 15
5.
Specifieke opleiding voorzien voor de operatoren in de radiokamer? beperkt
7.
Zijn de officieren volgens een beurtrol met wachtdienst? De dienstchef is mee ingeschakeld
11
j
O
PMERKINGEN
⇒ ⇒
⇒ ⇒
De alarmcentrale en dispatching kan principieel bemand worden door elk beroepsbrandweerlid. Voor de inspectie moet deze manier van handelen mogelijk uitdraaien op merkbare inefficiëntie. Voor haar is de centralist in dergelijke controlekamer een uiterst belangrijke schakel in het verloop en opvolging van diverse opdrachten, grootschalig optreden inbegrepen. Hij(zij) dient daarom volledig vertrouwd te zijn met de werking van alle telecommunicatieapparatuur. Hij(zij) moet een goede kennis hebben van alarmering, dienstvoorschriften, operationele richtlijnen en rampenplanprocedures. Hij(zij) staat borg voor een correct en dienstbaar taalgebruik en is er toe gehouden de geijkte radioprocedure te volgen. Sommige administratieve documenten worden door hem of haar correct bijgehouden. Initieel wordt een basisopleiding verstrekt aan alle gegadigden. Het behouden van- en het bij de tijd brengen van de verworven kennis blijft echter noodzakelijk. Voor de alarmering van de brandweervrijwilligers kan de introductie van een computergestuurde dispatching die compatibel is met ASTRID duidelijk winst opleveren op het gebied van uitrukefficiëntie. Dergelijke terminal wordt best gekoppeld aan een beschikbaarheidsstatus, rekening houdend met de functionele inzetnoden.
BRANDWEERKAZERNE 1.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
2.
Verwarming afdoende? Welke brandstof?
3.
j complex met veel defecten gas
Noodstroomvoorziening geïnstalleerd?
Indien ja, welk type?
j
overschakeling naar HS voorzien en mobiele dieselgroep
4.
Uitsluitend gebruik van de kazerne door de brandweer?
5.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders?
6.
Aantal uitvalspoorten?
j n 11 elektrisch en manueel
Hoe worden ze geopend en gesloten? 7.
Voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren als dames?
9.
Droogtoren (alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen?
10.
n j
Voldoende ruimte beschikbaar voor ¾ Stalling brandweervoertuigen in de parkeergarage? 12
n
¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Opslag van logistiek interventiematerieel en verbruiksgoederen? Praktische opleiding (oefenterrein)? Administratie, archief en onthaal? Herstelling en onderhoud van voertuigen en niet-rollend materieel? Vlot parkeren van de persoonlijke voertuigen? Sportbeoefening? Theoretische opleiding (leszaal?) Vestiaire interventiekledij? Onderhoud adembescherming?
11.
Huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
12.
Gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
nauwelijks nauwelijks
j n n j j te klein
j n j/n
Een lokaal met douche is voorzien voor de dames van het vrijwilligerskorps, maar dit wordt ook gebruikt door diegene die in het magazijn, onderhoudslokaal,… aan de slag zijn. 13.
Specifiek lokaal voor optimaal onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
j
14.
Ademluchtcompressor opgesteld in een ruimte gescheiden van de adembeschermingsmiddelen?
j
15.
Lokaal waar gaspakken degelijk kunnen gereinigd worden?
n
16.
Ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
n
17.
Kunnen interventiekledij en laarzen gereinigd worden in de kazerne?
18.
Radiokamer voldoende functioneel ingericht?
j n
O
PMERKINGEN
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒
De brandweer beschikt over een kazerne van recente datum die functioneel werd ingericht en als dusdanig voldoet aan de noden van een moderne hulpdienst. Enkele euvels worden vastgesteld. Door de toename van het rollend- en niet-rollend materieel is de hoofdparkeergarage van de kazerne te klein geworden, zodat de bouw van een bijkomende voertuigenloods noodzakelijk mag geacht worden. Er worden een aantal dienstwagens en aanhangers permanent gestald in het magazijn voorbehouden aan modulair opgeslagen interventiemateriaal en verbruiksgoederen. Deze naar opzet voorbeeldige stapelruimte boet aldus naar efficiëntie in. In de voorbehouden remise voor ziekenwagens merkt de inspectie een dienstwagen op. Een haakarmbak wordt permanent buiten gestald. De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, die in uitvoering is, mag in ieder geval geen reden zijn om investeringen met betrekking tot kazernerenovatie uit te stellen of af te voeren. Het kazernegebouw met haar beplating rondom warmt bij beter weer zeer snel op. De luchtcirculatie binnenin de werkruimten is onvoldoende en veroorzaakt daardoor heel wat ongemak bij het personeel. Het probleem vraagt om een oplossing.
13
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
De hoogte van de garagewerkplaats en atelier is te laag bemeten. Het is moeilijk om er containers in te duwen of uit te trekken. Ze kunnen er trouwens helemaal niet op- of afgezet worden. In de verblijven van het beroepspersoneel is de betegeling van enkele douches aan het scheuren. Herstelling is noodzakelijk. De werkplaats voor adembeschermingsmiddelen is hygiënisch en goed uitgerust en maakt degelijk werken volgens een vaste kringloop, met scheiding tussen het natte(vuile) en het droge(reine) gedeelte, mogelijk. Er wordt door de verantwoordelijke officier strikt toegezien op het onderhoud en correcte gebruik van de adembeschermingsmiddelen. De inspectie prijst dan ook de inspanningen die op dit vlak door het korps worden geleverd. De kazerne is uitgerust met een noodstroomvoorziening bestaande uit het normale LS-net en een automatische overschakeling naar een HS-post. Daarnaast is de mogelijkheid voorzien om de zware mobiele stroomgenerator (> 40 kVA) aan te sluiten op de bestaande installatie wanneer het LS- en HS-net beide uitvallen. Bij het uitvallen van deze laatste twee netten is er echter geen automatische verwittiging voorzien, hetgeen aanleiding kan geven tot een stroomonderbreking tijdens het opstellen van de mobiele stroomgenerator. Gelet op de elektrische bediening van de poorten en de gebrekkige betrouwbaarheid van de manuele bediening van de poorten (zie verder), kan dit leiden tot belangrijk tijdverlies. De inspectie adviseert dan ook een automatische verwittiging van de centrale meldkamer als de stroom van het HS- of LS-net uitvalt. De noodbediening van de poorten is onvoldoende betrouwbaar. Een poging om de motor van een poort te ontkoppelen en de poort manueel te openen is niet gelukt. Bovendien is de bediening via de ketting zeer traag. Tal van defecten aan de diverse technische installatie worden niet hersteld en kunnen belangrijke gevolgen hebben: o de interfonie werkt niet meer naar behoren, daarom worden de brandwerende deuren van de trappenhuizen en sommige lokalen open gehouden om de oproepen via de luidsprekers voldoende te horen o de rookafzuiging van de voertuigen wordt niet meer gebruikt omdat het systeem niet meer automatisch opstart bij openen van de poorten o sommige lokalen (serverlokaal en compressorlokaal) staan open en zijn voorzien van een kleine verplaatsbare ventilator om de overtollige warmte te verwijderen omdat de lokalen zelf niet met een adequate verluchting zijn uitgerust De inspectie stelt vast dat de kazerne voorziet in tal van ontspanningsmogelijkheden. Zo beschikt de kazerne over een degelijk uitgerust fitnessruimte en ontspanningsruimte. Een computerlokaal voor gebruik door de manschappen is in opbouw. De inspectie stelt vast dat de kazerne uitgerust is met een code-beveiligde kluis voor de masterkey van de sleutelkluizen. Het is positief dat een systeem met sleutelkluizen is opgestart en dat met deze masterkey niet lichtzinnig wordt omgesprongen.
MATERIEEL/PBM 1.
Inventaris
14
Met opmaak: Inspringing: Links: 4,59 cm, Verkeerd-om: 0,88 cm, Tabs: 5,47 cm, Tab weergeven + Niet op 2,54 cm
Met opmaak
type
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
Wagenpark industriële autopomp zware of extrazware autopomp halfzware autopomp lichte autopomp bosbrandweerwagen pomp op aanhanger(nom. debiet >= 500 l/m) schuimautopomp/ container/ aanhanger voertuig/container/aanhangwagen met bluspoeder tankwagen / tankcontainer (alle volumes) autoladder (nom. hoogte 20 tot 50 m) hoogwerker (nom. hoogte 20 tot 50 m) slangenwagen/ container/ aanhanger bevrijdingswagen verkeersslachtoffers reddingswagen/ container (zwaar bevrijdingsmaterieel) voertuig/ container klimteam duikwagen/ container materieelwagen karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig (break) commandovoertuig alle terrein cp-ops telecommunicatievoertuig dienstvoertuig (personenwagen) personeelswagen(minibus, minivolume) haakarmvoertuig zonder kraan haakarmvoertuig met kraan ambulance open container (bak) voertuig/ container adembescherming voertuig/ container ogs milieuwagen/ container gesloten hoge container (inzetbaar en/of ingericht voor specifiek of meervoudig gebruiksdoel)
voorzien in 2009
kraanwagen
1 + zware materieelwagen
takelwagen vorklift boot op aanhanger meetwagen signalisatievoertuig anderen
3 1 1
1
1 1 5 2 2 1
1 4 1 in productie
voorzien eind 2008 1
15
Niet rollend materieel draagbare motorpomp stroomaggregaat >= 6KVA lichtschuimgenerator overdrukventilator onderdrukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel met gesloten kringloop adembeschermingstoestel met open kringloop gaspak chemiepak valharnas valstopapparaat reanimatietoestel explosiemeter (multimeter) gasconcentratiemeter/ gasdetectie toestel detectietoestel nucleaire straling stralingsdosismeter warmtebeeldcamera dompelpomp nom. debiet >= 500 l/m draagbare lichtmast staaldraadtakel (alle vermogens) lier op wagen (alle vermogens) hydraulisch aggregaat (bevrijding van verkeersslachtoffers) persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm Ø 110 mm Ø 150 mm
10 3 1 5 1 65 10 20 20 3 6 12 2 3 12 3 10 4 3 4 4
4000 4000 500
2.
Uitsluitend gebruik van het materieel door de brandweer?
j
3.
Gebruiksboekje (reiswijzer)voor elk voertuig?
j
4.
Onderhoudsregistratie voor elk voertuig?
j
5.
6.
Periodieke keuringen voor de hef -en hijswerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, hijsbanden, kettingen, takels ...)
j
Periodieke keuring handladders volgens NBN S21-047? Hebben ze een identificatienummer?
j j
7.
Testenkwaliteit ademlucht?
j
8.
Periodieke keuringen ademluchtflessen?
j
9.
Onderhoudsschema ademluchtcompressor? In onderhandeling (recent type)
16
n
Worden de adembeschermingstoestellen na inzet gereinigd + gecontroleerd door eigen personeel?
j
11.
Worden de volgelaatsmaskers hermetisch opgeborgen na reinigen en testen?
j
12.
Zijn er nog heupgordels in gebruik?
j
10.
Data laatste keuring: 09.01.2008 t/m 16/01/2008 13.
Valbescherming? Componenten gekeurd?
j
14.
Onderhoudscontract voor explosiemeter(s)? Niet voor alle apparatuur – keuringen uitgevoerd ad hoc
j
15.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Herstellingen aan het rollend materieel door eigen personeel?
j j
O
PMERKINGEN
voertuigenpark, niet-rollend materieel ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
Over het algemeen geeft het wagenpark, net zoals het niet-rollend materieel een degelijke indruk. Het materieel heeft een aanvaardbare gemiddelde gebruiksduur. De inspectie merkt enkele innovatief ingerichte voertuigen en/of wissellaadbakken op. Een container voor medische ondersteuning is actueel in opbouw. Onderhoud en reparaties van het materieel blijken efficiënt uitgevoerd te worden. De registratie van de onderhoudswerken aan het rollend materieel en de individuele opslag ervan in ringmappen ogen prima. De brandweer maakt gebruik van absorptiekorrels en dispersiemiddelen voor het opruimen van diverse olieverontreinigingen op zowel rijbaan als wateroppervlak. De inspectie merkt in de daarvoor in aanmerking komende voertuigen geen technische gebruiksfiche op, die de behandeling van koolwaterstoffen of andere substanties specificeert. Worden de noodzakelijke absorptietijden tijdens interventies altijd gerespecteerd? Zijn er eventueel nabehandelingen noodzakelijk? Louter visuele waarnemingen of summiere instructies aangebracht op de verpakking volstaan immers vaak niet. Wil in deze aangelegenheid de leverancier raadplegen of bij noodzaak aanmanen. Het korps heeft enkele containers in gebruik die op- en afgezet worden door middel van een haakarmsysteem. Bij het afzetten van een wissellaadbak dient de bemanning van het voertuig volledig zicht te hebben op de plaats waar deze terechtkomt. De chauffeur en zijn bijrijder dienen ervoor te zorgen dat er zich in geen geval personen achter het voertuig bevinden. Het is best om in het containervoertuig een beknopte procedure te voorzien, waarin is aangegeven op welke wijze en welke veiligheidsmaatregelen getroffen moeten worden bij de werkzaamheden. Omvangrijke interventies met gevaarlijke stoffen lijken vooralsnog moeilijk uit te voeren, ondanks alle tot op heden ontwikkelde initiatieven. Het korps, noch de hulpverleningszone beschikken over een daartoe speciaal ingericht voertuig of dito container. De decontaminatiemogelijkheden voor de hulpverleners (gaspakdragers) zijn beperkt of dienen inventief geïmproviseerd te worden. De indijkmogelijkheden voor lekkage van
17
⇒ ⇒
chemische vloeistoffen lijken vooralsnog onafdoende. Het kan nodig zijn om in interzonaal verband een ongevallenploeg met meer slagkracht en meer gespecialiseerde uitrusting op te zetten, met inbegrip van meetploegen en interpretatieve scheikundige ondersteuning. De vorming en de daadwerkelijke inzet bij noodzaak van een officier IGS zijn te overwegen. De aanschaf van een hoogwerker, die extra mogelijkheden biedt bij diverse blusoperaties en evacuaties, wordt door de inspectie sterk aanbevolen. Het aantal te beschermen inwoners en de complexiteit van de bijzondere risico’s binnen het brandweerverzorgingsgebied staven deze optie.
persoonlijke beschermingsmiddelen ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
De inspectie merkt positief op dat ondanks het feit dat de verkeerswetgeving een vrijstelling verleent aan de inzittenden van een prioritair voertuig wanneer de aard van hun opdracht dit rechtvaardigt, het dragen van een veiligheidsgordel(driepuntsgordel) bij brandweer Zaventem verplicht is. Er is bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit van de reflecterende strippen, die aangebracht zijn op de uitrukkledij. Zij bieden een zeer goede lichtsterkte en voldoen aan de gewenste fotometrische en colometrische eisen. De inspectie merkt dat een wissellaadbak “adembescherming” met bijkomende operationeel inzetbare middelen in bestelling is. Ze adviseert om naast de reeds beschikbare ademluchttoestellen met open kringloop, ook enkele apparaten met gesloten kringloop te voorzien. Het is immers niet denkbeeldig dat brandweer Zaventem langdurig dient te interveniëren in tunnels of andere complexe gesloten ruimten.
keuringen, onderhoudscontracten ⇒ ⇒
De keuringen van ademluchtflessen, valharnassen, hef- en hijswerktuigen, aanslagmateriaal, heupgordels, … worden nauwlettend uitgevoerd door een erkend controleorganisme. Gebreken en defecten worden tijdig opgevolgd en hersteld.
18