PROVINCIE: Oost-Vlaanderen BRANDWEER: Waarschoot DATUM INSPECTIE: 07.03.07 NIS-NUMMER: 44072
Willems D. Inspecteur
Dit verslag van het inspectiebezoek uitgevoerd door de brandweerinspectie, ressorterende onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, is gebaseerd op een vooraf ingevulde vragenlijst, evenals op nazicht van documenten en administratieve bescheiden ter plaatse en op kantoor. De waarnemingen en de gesprekken van de inspecteur(s) geven aanleiding tot opmerkingen, die geformuleerd worden na de deelrubrieken. Bij de inspectie op 07.03.07 zijn volgende personen aanwezig: De heer Ghislain Lippens, burgemeester De heer Frans De Konick, luitenant-dienstchef
ORGANISATIE 1.
Korpstype C vrijwillig
2.
Beschermde gemeente(n)
aantal inwoners 7757
Waarschoot
3.
Hoofdkazerne
-
4.
Adres: Brandweerplein 1, 9950 Waarschoot Telefoon Oproepnummer: 100 Administratief nr.: 09/376 81 90 Fax nr.: 09/378 31 54 Emailadres brandweer:
[email protected]
Organisatie hulpverlening
Korps ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
5.
oppervlakte (ha) 2190
Afstand(km) 16
X: Gent Y: Z: Eeklo C: Zomergem CB: Liedekerke
4 8 58
Overeenkomsten met andere gemeenten als gevolg van artikel 20 van het koninklijk besluit van 8.11.1967, met uitwerking buiten de hulpverleningszone? Neen
6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone? Oost-Vlaanderen (5): “Meetjesland”
PERSONEEL 2
1.
Officier-dienstchef
¾ naam: Frans De Koninck ¾ adres: Stationsstraat 50, 9950 Waarschoot ¾ telefoon: 09/377 79 39 2.
Korpssecretaris
¾ naam: Filip Rotsaert ¾ adres: Jaspaertstede 1, 9950 Waarschoot ¾ telefoon: 09/378 06 17
3.
Personeelsbestand
BEROEPSBRANDWEERLIEDEN
graad
grondreglement
in dienst
luitenant kolonel majoor kapitein – commandant kapitein luitenant of onderluitenant opperadjudant adjudant sergeant majoor of eerste – sergeant of sergeant korporaal brandweerman officier – geneesheer Totaal
4.
Opkomst bij interventies (vrijwilligers) Tijdens de kantooruren: 30 % Buiten de kantooruren: 75 %
3
VRIJWILLIGERS
grondreglement
in dienst
4
4
1
1
1
1
2
2
4 28 1
3 26 1
41
38
5.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers): 80 %
6.
Specifieke taakverdeling officieren doorgevoerd?
j
Luitenant-dienstchef De Koninck: algemeen beleid, coördinatie van de preventieopdrachten Onderluitenant Danny Heynssens: materieel, aankoopbeleid, preventie, opleiding (praktisch) Onderluitenant Karl Verstockt: preventie, opleiding (theoretisch)
7.
Verstandhouding (volgens dienstchef) Zeer goed
8.
Gemiddelde leeftijd van het operationele personeel (bij benadering): 39 jaar
9.
Aantal operationele damespersoneelsleden: 0
10.
Aantal beroepsbrandweerlieden: 0
11.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
j
De jaarlijkse medische keuring gebeurt door de bedrijfsgeneeskundige dienst van de gemeente: Progecov, Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk.
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1.
Grondreglement: gemeenteraadsbeslissing dd. 20/12/2001, gewijzigd dd. 03/2003
2.
Huishoudelijk reglement: gemeenteraadsbeslissing van 10/12/2001
3.
Verzekeringen
POLIS B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen 1. beroepspersoneel 2. vrijwilligers Voertuigenverzekering Overlijdensverzekering 4.
Retributiereglement
5.
Administratieve stukken
NUMMER
MAATSCHAPPIJ
j
45.005.774
Ethias
j j j
6.100.150 diverse polissen 6.100.150
Ethias Ethias Ethias n
• Dienstnemingcontracten? Nagezien van: Frans De Koninck (officier-dienstchef)
4
j
• Register hulpoproepen?
j
• Aanwezigheids - en prestatieregister?
j
• Inschrijvingsregister + persoonlijke dossiers?
De gegevens nagezien van Frans De Koninck ¾ ¾ identiteit, burgerlijke staat? ¾ ¾ gezinssituatie: (bij ongeval te verwittigen personen)? ¾ ¾ bloedgroep? ¾ ¾ nummer van inschrijving? j ¾ ¾ aanduidingen om dringende terugroeping mogelijk te maken? ¾ ¾ persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmettingsrisico)? •• Inventaris materieel?
⇒ ⇒ ⇒
j n j
O
Grondreglement
j n j
PMERKINGEN
Een grondige update van het grondreglement valt buiten het bestek van dit verslag. Indien gewenst, kan voor een preadvies over het grondreglement een vraag worden gericht aan de Juridische Directie van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid.
Dienstnemingscontracten ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
De contracten zijn opgesteld voor de duur van vijf jaar, bevatten geen clausule voor stilzwijgende vernieuwing en werden niet vervangen bij het verstrijken van de vooropgestelde termijn. Gelieve alle contracten te vernieuwen, voor alle graden, met inachtneming van volgende zaken. Voor de officieren dient, naar analogie met het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en bevorderingsvoorwaarden voor de officieren van de openbare brandweerdiensten, een contract van onbepaalde duur te worden opgemaakt. Artikel 11 van het modelreglement voor de organisatie van een gemeentelijke vrijwilligersbrandweerdienst, bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971, bepaalt de vermeldingen op het dienstnemingscontract dat de leden-vrijwilligers ondertekenen. Die vermeldingen zijn de volgende: 1. naam, voorna(a)m(en), geboorteplaats en geboortedatum, evenals de woonplaats; 2. de dag met ingang waarvan de vrijwilliger in dienst is genomen; 3. de graad en de vergoeding welke de vrijwilliger wordt toegekend; 4. de ontvangstmelding van een uitreksel uit de polis arbeidsongevallen; 5. de ontvangstmelding van een uitreksel uit de polis overlijdensverzekering; 6. de verklaring van kennisname van en onderwerping aan het organiek reglement en het reglement van orde. De dienstnemingscontracten van de vrijwilligers van brandweer Waarschoot zijn onvolledig: ze maken geen melding van punt 3, punt 4 en punt 5 van
5
⇒ ⇒ ⇒
bovenstaande lijst. Gelieve ook een uitreksel uit de polis arbeidsongevallen en overlijdensverzekering in de kazerne ter beschikking te houden. Artikel 10 van het grondreglement van brandweer Waarschoot legt een woonplaatsverplichting op als aanwervingsvereiste voor de graad van brandweerman. Zeker voor een vrijwillig korps is een dergelijke woonplaatsverplichting onontbeerlijk. De dienst moet immers zo worden georganiseerd dat voldoende manschappen (personeel en kader) te allen tijde klaar staan om binnen de kortst mogelijke tijd op te treden. De woonplaatsverplichting dient, conform de ministeriële omzendbrief van 28 mei 2004, echter steeds te worden gemotiveerd in het dienstnemingscontract. Volgende formulering zou daarvoor gebruikt kunnen worden: “Hij moet uiterlijk zes maanden na het beëindigen van zijn stage zijn hoofdverblijfplaats hebben op het grondgebied van de gemeente of binnen een straal van X kilometer rond de kazerne. Deze verplichting dient noodzakelijk te worden opgelegd voor het verzekeren van de openbare veiligheid. De brandweer dient steeds op korte termijn over voldoende brandweerlieden te kunnen beschikken. (Gevolgd door een aanvulling van de specifieke situatie van het korps zodat blijkt dat het opleggen van een woonplaatsverplichting wel degelijk noodzakelijk is.)”
Verzekeringen ⇒ ⇒ ⇒
Brandweer Waarschoot beschikt over de nodige verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid, arbeidsongevallen en overlijden en besteedt de nodige aandacht aan de actualisering ervan. De bedragen in het modelreglement voor de organisatie van een gemeentelijke vrijwilligersbrandweerdienst, bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971, worden gerespecteerd.
Andere documenten ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
Er is geen bij gemeenteraadsbesluit vastgesteld retributiereglement. Zelfs indien, zoals wettelijk verplicht, enkel de kosten bij vervuiling worden aangerekend, geniet het de voorkeur om een dergelijk document op te stellen. Zo is er duidelijkheid over de toepassing van retributie en over de gehanteerde tarieven. Ter zake wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 9 augustus 1979 tot regeling van de wijze van vaststelling en verhaal van de kosten van sommige interventies en prestaties van de gemeentelijke brandweerdiensten. Artikel 56 van voornoemd modelreglement bepaalt dat voor elk lid van de brandweer een persoonlijke steekkaart wordt bijgehouden waarop de gevaarlijke stoffen en het besmettingsrisico waaraan een lid van de brandweer werd blootgesteld, worden vermeld. Een dergelijke steekkaart ontbreekt.
INTERVENTIES EN OEFENINGEN 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek
6
branden dringende medische hulpverlening andere interventies totaal 2.
2005 12 0
2007 0 0
49 61
109 109
Oefeningen
Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel)? 48 uren (24 uren ploegoefeningen + 24 uren korpsoefeningen)
Waar? De oefeningen vinden meestal plaats op locatie: bij een bedrijf of instelling.
Wanneer? Ploegoefeningen: wekelijks op woensdagavond (ploeg van wacht) Korpsoefeningen: iedere tweede zondag van de maand in de voormiddag
Worden er maatregelen genomen tegen niet geoorloofde afwezigheden? Welke?
j
Functioneringsgesprek en indien nodig tuchtstraf.
Mogelijkheden tot sportbeoefening? j Wordt er op jaarbasis voldoende aandacht besteed aan adembescherming? j Zijn er mensen die geen adembescherming kunnen of willen dragen? j Zijn er gezamenlijke oefeningen met grootschalige inzet binnen de hulpverleningszone? n Beschikt de brandweer over voldoende oefenterrein met een brandkraan of waterput? n Beschikt het korps over voldoende didactisch materieel? j Zijn er praktische handleidingen van het materieel voor iedereen beschikbaar? n Is de korpsdokter voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? j Kunnen de leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen (brandweerduiken, computer, speciale reddingstechnieken…)? j Wie is er specifiek verantwoordelijk voor de oefensystematiek? De officier-dienstchef en de officieren
3.
Alarmering (vrijwilligers) Brandweer Waarschoot heeft geen eigen alarmnummer. De alarmering gaat via het hulpcentrum 100 van Gent, dat het computergestuurd alarmsysteem van brandweer Waarschoot radiofonisch aanstuurt. Voor een kleine interventie worden er 2 ploegen opgeroepen, voor een grote interventie (bijvoorbeeld brand) wordt het volledige korps opgeroepen.
Alarmeert men voldoende selectief (vrijwilligers)? Is er een permanent verzekerde telefoonwacht in de kazerne? 4.
Spraak –en datacommunicatie
7
j n
Individuele zakontvangers? ASTRID - verenigbare radioapparatuur volgens Tetranorm? Computer gestuurde alarmering en vertrek (CAD)? Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking worden gesteld? De radiokamer neemt ook oproepen in ontvangst voor een ander brandweerkorps? Specifieke opleiding voor de radiokameroperatoren voorzien?
j n j j j n j
Telecommunicatie apparatuur 5.
Vast opgestelde radio’s: 2 Mobiele radio’s (voertuigen):6 Portofoons: 8 Pagers: 37 Gsm: 2 Zender - ontvangers gaspakdragers: 3 Personal computers: 3
Dienstrooster (vrijwilligers - organisatie?) Er wordt gewerkt in een vierploegensysteem, elke week zijn er 2 ploegen van wacht.
6.
Gemiddelde uitruktijd voor de eerste hulpploeg? 4 minuten
7.
Gemiddelde opkomsttijd voor de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt van het te beschermen gebied? 9 minuten
8. 9.
Uitrukprocedures of operationele richtlijnen?
j
Personeelsbezetting autopomp eerste uitruk? 6 personen
10.
11.
Gedetailleerde bijstandsprocedures bij opschaling voor brandbestrijding, calamiteiten of rampen?
n
Persoonlijke alarmtoestellen in gebruik, die akoestische en al dan niet elektronische signalen uitzenden, wanneer een brandweerman in nood is? n
O ⇒ ⇒
PMERKINGEN
De inspectie wenst te wijzen op het belang en de meerwaarde van een goed uitgebouwde zonale organisatie. De hulpverleningsovereenkomst van de zone “Meetjesland” bevat geen overzicht van de organisatie van de hulpverlening en van de beschikbare hulpmiddelen. Er zijn ook geen praktische afspraken voor de organisatie van een gezamenlijke oefening met een zonale meerwaarde.
8
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
Het is aan te bevelen om ter zake duidelijke afspraken te maken. Opschalende procedures voor bijstand kunnen best schriftelijk worden uitgewerkt, om zo tot een meer efficiënte hulpverlening te komen. Brandweer Waarschoot hanteert een behoorlijke oefensystematiek. Aan de hand van een competentielijst wordt bijgehouden over welke vaardigheden de brandweerlieden beschikken en waar er indien nodig moet worden bijgestuurd. In een aparte werkgroep ‘perslucht’ worden op regelmatige basis ademluchtoefeningen georganiseerd. Hoewel het aantal in stijgende lijn is, wordt vastgesteld dat niet iedereen van het korps aan die oefeningen deelneemt. Wie geen adembescherming kan of wil dragen, is voor de inspectie niet langer operationeel inzetbaar bij alle interventies. Het is aan de officier-dienstchef om erover te waken dat er op interventies steeds voldoende ademluchtdragers zijn. Het is een goede zaak dat de operationele procedures en richtlijnen schriftelijk zijn vastgelegd. Het is evenwel aan te bevelen om de uitrukprocedure ook in de kazerne uit te hangen. Een radiokamer heeft een belangrijke ondersteunende functie bij interventies. Het hydrantenplan, een register van gevaarlijke stoffen, de interventieplannen en andere relevante documenten dienen dan ook ter beschikking te zijn in de radiokamer en kunnen niet enkel in de voertuigen worden bewaard.
BRANDWEERKAZERNE 1.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
2.
Verwarming voldoende? Welke brandstof? Noodstroomvoorziening geïnstalleerd? Indien ja, welk type?
j j gas
j dieselgroep
4.
Uitsluitend gebruik van de kazerne door de brandweer?
j
5.
Milieuvergunning beschikbaar?
j
6.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders?
7.
Aantal uitvalspoorten? Hoe worden ze geopend en gesloten?
n 6 2 manueel / 4 elektrisch
Voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren -als damespersoneelsleden?
j
10.
Droogtoren (alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen?
j
11.
Voldoende ruimte beschikbaar voor
8.
¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Stalling brandweervoertuigen in de parkeergarage? Opslag van logistiek interventiematerieel en verbruiksgoederen? Praktische opleiding (oefenterrein)? Administratie, archief en onthaal? Herstelling en onderhoud van voertuigen en niet-rollend materieel?
9
j j n j j
¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Vlot parkeren van de persoonlijke voertuigen? Sportbeoefening? Theoretische opleiding (leszaal?) Vestiaire interventiekledij? Onderhoud adembescherming?
j n j j j
12.
Huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
n
13.
Gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
n
14.
Specifiek lokaal voor optimaal onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
15.
Lokaal waar gaspakken degelijk kunnen gereinigd worden?
n
16.
Ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
n
17.
Kan interventiekledij en laarzen gereinigd worden in de kazerne?
j
18.
Radiokamer voldoende functioneel ingericht?
j
O ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
j
PMERKINGEN
De kazerne is centraal gelegen en werd recent verbouwd om tegemoet te komen aan de noden van een hedendaags en slagvaardig brandweerkorps. De inrichting is functioneel. Er is in de nodige ruimte voorzien voor het geven van theoretische opleidingen en voor het verzorgen van de administratie. De parkeergarages bieden voldoende plaats voor het stallen en vlot laden van de interventievoertuigen. De werkplaats voor adembeschermingsmiddelen is hygiënisch en goed uitgerust en maakt het werken volgens een vaste kringloop, met scheiding tussen het natte en het droge gedeelte, mogelijk. Er wordt door de verantwoordelijke onderofficier strikt toegezien op het onderhoud en correcte gebruik van de adembeschermingsmiddelen. De inspectie looft dan ook de inspanningen die op dat vlak door het korps worden geleverd. De uitrijdende interventievoertuigen en de binnenrijdende vrijwilligers maken gebruik van eenzelfde smalle doorgang. Dat is een eerder gevaarlijke situatie die bovendien kan leiden tot vermijdbaar tijdsverlies bij interventies. Er kan dan ook best zo snel mogelijk naar een oplossing worden gezocht. Het is tevens aan te bevelen om bij de uitrit de nodige signalisatie aan te brengen. Brandweer Waarschoot beschikt momenteel niet over een eigen oefenterrein. Bij een eventuele ruimtelijke uitbreiding, kan het aanleggen ervan best in overweging worden genomen.
MATERIEEL 10
1.
Inventaris
Wagenpark voertuig
aantal voorzien in grondreglement
zware autopomp halfzware autopomp lichte autopomp tankwagen /tankcontainer ≥ 8000 liter schuimautopomp/ container/ aanhanger bosbrandweerwagen poederwagen/ container slangenwagen/ container/ aanhanger autoladder hoogwerker materieelwagen bevrijdingswagen verkeersslachtoffers reddingswagen/ container (zwaar bevrijdingsmaterieel)
aantal in dienst
1
1 2 1
duikwagen/ container personeelswagen karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig CPOPS dienstwagen ziekenwagen DGH haakarmvoertuig met kraan haakarmvoertuig zonder kraan open container voertuig/ container adembescherming voertuig/ container o.g.s. milieuwagen/ container hoge gesloten container (divers gebruik) takelwagen anderen
1
11
Niet rollend materieel Materieel, uitrukkledij en toestellen
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
motorpomp (debiet > 500 l/m) stroomaggregaat ≥5KVA positieve drukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel gaspak chemiepak hittewerend pak reanimatietoestel / defribillator explosiemeter/multimeter (ex.-gasO2) gasconcentratiemeter /detectieapparaat
3 3 1 1 12
1
detectietoestel nucleaire straling stralingsdosismeter warmtebeeldcamera valstopapparaat hydraulisch aggregaat (bevrijding verkeersslachtoffers) + toebehoren reddingsboot/ werkboot persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm Ø 110 mm Ø 150 mm
2
2.
Uitsluitend gebruik van het materieel door de brandweer?
j
3.
Gebruiksboekje (reiswijzer)voor elk voertuig?
j
4.
Onderhoudsregistratie voor elk voertuig?
j
5.
Is er voor elk voertuig een schouwingbewijs?
j
6.
7.
Periodieke keuringen voor de hef -en hijswerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, hijsbanden, kettingen, takels ...) Datum laatste keuring? 19/02/2007 Periodieke keuring handladders volgens NBN S21-047? 12
j
j
Hebben ze een identificatienummer? Datum laatste keuring? 19/02/2007
j
8.
Testenkwaliteit ademlucht?
j
9.
Periodieke keuringen ademluchtflessen?
j
10.
Onderhoudsschema ademluchtcompressor?
j
11.
Worden de adembeschermingstoestellen gereinigd + gekeurd?
j
12.
Worden de gelaatsmaskers hermetisch opgeborgen?
j
13.
Zijn er nog heupgordels in gebruik?
j
14.
Valbescherming? Componenten gekeurd?
n
15.
Onderhoudscontract voor explosiemeter(s)
j
16.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Verricht men zelf herstellingen?
j
O
PMERKINGEN
voertuigenpark, niet-rollend materieel ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
De autoladder ‘Magirus Deutz’ werd voor het eerst in gebruik genomen in 1971. Voor de interventievoertuigen in eerste lijn dient steeds een aanvaardbare afschrijvingstermijn te worden gehanteerd. Met een gebruiksduur van 35 jaar wordt die termijn ruimschoots overschreden. Bij een dergelijk oud voertuig kan volgens de inspectie de arbeidsveiligheid, bedrijfszekerheid en operationele efficiëntie niet meer worden verzekerd. De inspectie merkt dat brandweer Waarschoot nog niet in het bezit is van een innovatieve warmtebeeldcamera, waarvan de oordeelkundige toepassing bij brand een gevoelige meerwaarde kan geven aan de efficiëntie van de hulpverlening en die tevens een risicoverlagende invloed uitoefent op de hulpverlener. Het toestel spoort in de verkenningsfase van een brand warmtebronnen op in gesloten ruimten en helpt bij de snelle redding van slachtoffers in complexe en/ of met rook gevulde gebouwen. Men bemerkt tijdig vlamoverslag en backdraft. Na het blussen kan de camera een mogelijke opflakkering in beeld brengen. De inspectie beveelt voor elk korps de aanschaf ervan aan.
persoonlijke beschermingsmiddelen ⇒ ⇒
⇒ ⇒
Aan boord van de autopomp bevinden zich onvoldoende persluchttoestellen voor alle inzittenden. De inspectie hanteert het principe dat bij een eerste uitruk iedereen zich moet kunnen beschermen, zelfs al lijkt dat in de praktijk niet altijd noodzakelijk. Als er in de cabine onvoldoende plaats is, kunnen er extra toestellen worden opgeborgen in de bergruimtes. Volgens artikel 4 van het koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende de persoonlijke beschermingsmiddelen, is de werkgever ertoe gehouden de risico’s inherent aan de arbeid op te sporen en de geëigende materiële maatregelen te treffen om hieraan te verhelpen.
13
De inspectie merkt op dat brandweer Waarschoot momenteel geen persoonlijke beschermingsmiddelen tegen het vallen in gebruik heeft. De aandacht wordt er op gevestigd dat de veiligheidsgordels uitsluitend mogen worden gebruikt ter positionering en dus in vele gevallen ontoereikend zijn. De aanschaf van een harnasgordel en valbeveiligingssysteem verdient aanbeveling. Verder is het, naar analogie van voornoemd koninklijk besluit, ook aangewezen om voor het gebruik van de verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiksvriendelijke instructienota’s ter beschikking te stellen van het brandweerpersoneel. keuringen, onderhoudscontracten ⇒ ⇒
Voertuigen, hef- en hijsmaterieel, explosiemeter… worden door erkende controleorganismes gekeurd met de juiste periodiciteit.
14