Opleidingsstatuut bacheloropleidingen ICT en CMD, studiejaar

Opleidingsstatuut bacheloropleidingen ICT en CMD, studiejaar 2015 – 2016

Deel 3B

Beschrijving van de CMD-propedeuse De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.

Curriculumoverzicht CMD-propedeuse (voltijd en deeltijd) Conform artikel 4.1 lid 2 van de OER De propedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 van de OER de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast. A. Voltijd a. Digital Campaign (7,5 studiepunten) b. Multimedia Design (7,5 studiepunten) c. Business Model Canvas (7,5 studiepunten) d. Web Design (7,5 studiepunten) e. Immersive Space (7,5 studiepunten) f. Media Questions (7,5 studiepunten) g. C-project VT (15 studiepunten)

pagina 3 pagina 5 pagina 8 pagina 10 pagina 14 pagina 16 pagina 19

B. Deeltijd a. Digital Campaign (7,5 studiepunten) b. Multimedia Design (7,5 studiepunten) c. Business Model Canvas (7,5 studiepunten) d. Web Design (7,5 studiepunten) e. Immersive Space (7,5 studiepunten) f. Media Questions (7,5 studiepunten) g. C-project DT (15 studiepunten)

pagina 3 pagina 5 pagina 8 pagina 10 pagina 14 pagina 16 pagina 22

C. Integrale toets CMD-propedeuse

pagina 24

Digital Campaign (DICA) Titel onderwijseenheid

Digital Campaign (I-DICA)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep

Studenten VT en DT propedeuse

3. Beroepstaak

Een communicatiecampagne, vastgelegd in een communicatieplan, met een op de doelgroep gerichte inzet van online media, waarvan twee zijn uitgewerkt en gerealiseerd.

4. Beroepsproducten

Communicatiecampagne, Communicatieplan

5. Studiepunten

7,5

6. Samenhang met andere Voorbereiding op het C-project. OWE’s Voorbereiding op het profiel Media Management. 7. Ingangseisen

N.v.t.

8. Algemene omschrijving

In deze course kiezen studenten een (klein en bestaand) bedrijf waar ze een communicatiecampagne voor ontwikkelen. Studenten doen een kort onderzoek naar de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen die gelden voor het bedrijf en naar de doelgroepen van de campagne. In de campagne staat de inzet van digitale middelen centraal. Studenten schrijven een communicatieplan, waarin opgenomen het concept voor de campagne. Dit concept ontwikkelen studenten met creatieve technieken. In de uitwerking van het concept naar middelen, werken studenten minimaal twee digitale middelen compleet uit. De middelen zijn toegeschreven aan één doelgroep, die in drie segmenten is verdeeld.

9. Competenties

DICA-1. De student kent de belangrijkste principes van online communicatie en kan ze toepassen op een communicatiecampagne voor een bestaande kleine organisatie. DICA-2. De student onderzoekt de toekomstmogelijkheden van een bestaande kleine organisatie en kan de conclusies toepassen in de communicatieaanpak. DICA-3. De student kan doelen doelgroepgericht online communiceren, zowel in tekst als beeld. DICA-4. De student kan meerdere creatieve concepten ontwerpen voor de digitale campagne. DICA-5. De student kan digitale media ontwerpen en realiseren, passend bij de doelgroep.

10. Beoordelingscriteria Competentie

Beoordelingscriteria

Tentamen

DICA-1

 Het communicatieplan omvat tactische en operationele inzet van online media die naadloos op elkaar aansluiten.

Communicatieplan Kennistoets

DICA-2

 De communicatiestrategie is een logisch gevolg van de conclusies die uit de in- en externe analyses zijn getrokken.

Communicatieplan

DICA-3

 De keuze voor de doelgroepen is onderbouwd en de onderbouwing sluit aan bij de situatie van het bedrijf, de doelen van de campagne en de boodschap.  De uitgangspunten voor het ontwerp (vormgeving en tekst) van de online media staan helder in het communicatieplan verwoord.  Gebruikte grammatica, spelling en stijl zijn passend bij het doel van het document.

Communicatieplan Taaltoets

DICA-4

 De creatieve concepten zijn tot stand gekomen door toepassing van creatieve technieken.  Dit creatieve proces kenmerkt zich door divergeren en pas daarna convergeren, waardoor de inhoud van het uiteindelijk gekozen concept is verrijkt.

Presentatie Digital Campaign

DICA-5

 Analyseert de bestaande en gewenste doelgroepen voor de communicatiecampagne Presentatie en verbindt hieraan conclusies voor het ontwerp van de in te zetten online media. Digital Campaign  De uitgewerkte en gerealiseerde online media zijn een logisch gevolg op doel en boodschap van de campagne en het gekozen creatieve concept is duidelijk waar te nemen.

11. Tentaminering Code tentamen

Commplan

12. Verplichte literatuur

  

Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Communicatieplan Beroepsproduct 1 Groepscijfer 5,5 3 Zie toetsschema n.v.t.

Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

S_Kennistoets Kennistoets Schriftelijke toets 1 Individueel cijfer 5,5 2 Zie toetsschema N.v.t.


S_Taaltoets Taaltoets Schriftelijke toets 1 Individueel Cijfer 5,5 2 Zie toetsschema N.v.t.


Pres Presentatie Digital Campaign Digitale posterpresentatie 2 Groepscijfer 5,5 3 Zie toetsschema N.v.t.

Michels, Wil, (2014), Essentie van communicatie, Groningen/Houten: Noordhof Uitgevers. Tweede druk. Byttebier, Igor, (2003), Creativiteit Hoe? Zo!, Tiel: Lannoo. Zesde druk. Heerink, Marcel (2008), Praktische Schrijfgids, Amsterdam: Pearson Benelux B.V. Tweede druk.

13. Software

N.v.t.

14. Overig materiaal

Digitaal studiemateriaal (via Scholar).

15. Activiteiten

Werken aan opdrachten, zelfstudie, demonstreren.

16. Werkvormen

Theorielessen, practica, creatieve sessies, presentaties

17. Les-/contacturen

Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.

18. Onderwijsperiode

Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster

19. Maximum aantal deelnemers

n.v.t.

Multimedia Design (MMD) Titel onderwijseenheid

Multimedia Design (I-M-Dsgn)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep


3. Beroepstaak

Ontwikkel een uniek en medium-specifiek merkconcept dat jou als professional helpt om je zo optimaal mogelijk te kunnen profileren.

4. Beroepsproducten

Huisstijlhandboek, crossmedia campagne, merk-magazine

5. Studiepunten

7,5

6. Samenhang met andere Voorbereiding op het C-project. OWE’s Voorbereiding op het profiel Content Design. 7. Ingangseisen

N.v.t.


Als multimedia designer ben je in staat om een weloverwogen ontwerp te realiseren die aansluit op de behoefte van de doelgroep, als ook de medium specifieke ‘restricties’. Je voert dus activiteiten uit die nodig zijn voor het conceptualiseren, het organiseren, het ontwerpen, het testen en het produceren van multimediale producten in opdracht van een klant. Producten kunnen zijn: veelzijdige print, publicatie- en ondersteunende materialen, video graphics, professionele video- en digitale media voor tv of webgebaseerde oplossingen. Tijdens de course ontwikkel je een persoonlijk merkconcept, dat je via verschillende media gaat verspreiden en promoten. Je beantwoordt de vraag hoe je jezelf als ontwerper wilt positioneren. Door het maken van opdrachten doorloop je alle fasen van ontwerpen. In de initiatieffase krijg je de opdracht en worden de kaders bepaald. In de conceptfase onderzoek je wie je zelf bent en wat jou, als ontwerper, uniek maakt. Vervolgens doorloop je de ontwerpfase waarin je het concept uitwerkt in werkbare mediumspecifieke ontwerpen. De laatste stap is dan het uitrollen (realiseren) van jouw merkbeleving. Dit in zowel een magazine-vorm als een online campagne. De middelen die je inzet passen bij de boodschap die jij wil uitdragen.

9. Competenties

MMD-1. De student kan aan de hand van onderzoek en analyse komen tot een bewust, onderbouwd, uniek en verleidelijk concept. MMD-2. De student kan het concept vertalen naar een ontwerp waarbij de grondbeginselen van de grafische ontwerpprincipes (kleur, vorm, opmaak, typografie etc.) zijn toegepast om de boodschap te communiceren. MMD-3. De student kan de ontwerpen realiseren in verzorgde eindproducten die binnen een crossmediale omgeving kunnen functioneren. MMD-4. De student kan het eindwerk op een doelgroepgerichte wijze presenteren. De student toont daarmee aan in staat te zijn om zowel zichzelf en het eigen werk op een professionele en goed verzorgde manier te presenteren aan derden. MMD-5. De student kan op het eigen handelen reflecteren en daarmee waar nodig bijstellen, gevoed door feedback van anderen. De student kan onderbouwde feedback geven aan andere studenten. MMD-6. De student is in staat om aan te tonen dat de aangereikte theoretische kennis goed is opgenomen en verwerkt. MMD-7. De student is in staat praktische vaardigheden aan te tonen in de eindproducten.



Tentamen

MMD-1 MMD-2 MMD-3 MMD-4 MMD-5 MMD-6 MMD-7

VORMGEVING:  is in staat de vormgeving doeltreffend voor haar merk en doelgroep te realiseren.  weet de huisstijl te realiseren volgens vooraf bepaald concept / basisidee.  weet de ontwerpprincipes van kleur, vorm, opmaak en typografie toe te passen om de boodschap te communiceren.  heeft rekening gehouden met de mediumspecifieke ontwerpcriteria.

Huisstijl

TECHNIEK:



is in staat om een professioneel drukklaar pdf-bestand op te leveren en deze te laten printen.




weet een doeltreffende online campagne te bedenken en uit te voeren waarbij het Campagne doel om interactie met de doelgroep aan te gaan in opgenomen is. houdt hierbij rekening met de doel / boodschap, doelgroep en maakt een juiste keuze betreft mediagebruik. is consistent in het vertalen van de campagne naar de verschillende mediakanalen en vertelt een eenduidig en samenhangend verhaal. weet de huisstijl van het merk ook door te voeren op haar online mediakanalen.




MMD-3 MMD-4 MMD-5 MMD-6 MMD-7

 

  

    

   

geeft een goed beeld van het gedane onderzoek naar verschillende onderwerpen die aan bod zijn gekomen gedurende de course. ontwikkelt ideeën en concepten en toont deze aan. gebruikt verschillende soorten stijlenvormen en media. verwerkt alle opdrachten in het magazine en weet deze te vertalen naar, voor de doelgroep en medium specifiek, leesbare items. hanteert een consistent ontwerp waarbij de ontwerpprincipes opgevolgd zijn. vervaardigt het magazine in Adobe Indesign en weet deze professioneel drukklaar te maken om als pdf-bestand aan te leveren en deze te laten printen.

Magazine

hanteert een samenhangende opbouw (kop, romp, staart) weet een uniek en verleidelijke presentatie neer te zetten, waarbij de merkbeleving tot uiting dient te komen weet de eigen visie en missie tot uiting te laten komen geeft inzicht in de huisstijl die is ontwikkeld geeft inzicht in de mediacampagne die is ontwikkeld is in staat een overtuigende en doelgroepgerichte presentatie te houden over/van het eindproduct.

Presentatie

11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen

PF-Huisstijl Concept huisstijl Eindproduct huisstijl Huisstijlhandboek (portfolio) 1 Individueel cijfer 5,5 2 Zie toetsschema N.v.t.

Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Campagne Concept online campagne Eindproduct online campagne Online mediakanalen 1 Individueel cijfer 5,5 3 Zie toetsschema N.v.t.

Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging

PF-Magazine Magazine Magazine (portfolio) 1 Individueel cijfer 5,5 3

Periode afname Compensatie

Zie toetsschema N.v.t.


Presentatie Presentatie Presentatie 2 Individueel cijfer 5,5 2 Zie toetsschema N.v.t.


 Dabner, David, Sheena Calvert, Anoki Casey, (2010), A Foundation Course for Graphic Designers working inPrint, Moving Image and Digital Media, Thames & Hudson. ISBN 9780500288634.  Lidwell, William, Kritina Holden, Jill Butler, (2010), Universele Ontwerpprincipes, Amsterdam: BIS Publishers. ISBN 9789063692292.

13. Software

 Adobe CC (Photoshop, Illustrator, Indesign), Social media tools


 Schetsboek, camera, potloden, stiften, magazines

15. Activiteiten

In deze course werk je toe naar een eindopdracht: het realiseren van een merkbeleving die jou als ontwerper een plekje in de markt moet zien te verwerven.

16. Werkvormen

Hoorcollege, werkgroepen, reviewgroepen, tussentijdse presentaties, ‘Loesjes’, ‘ansichtkaarten’, excursie, brainstormen, mindmappen, leergesprekken, collages, practicums, workshops, persoonlijkheidstest


 Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur  Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur  Tentamentijd: 12 uur.




n.v.t.

Business Model Canvas (BMC) Titel onderwijseenheid

Business Model Canvas (I-BMC)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep


3. Beroepstaak

Analyseer het werkveld, denk na over een eigen rol binnen dat werkveld en ontwerp een organisatie die past bij jouw toekomstbeeld.

4. Beroepsproducten

Business Model Canvas voor de eigen onderneming, video pitch

5. Studiepunten

7,5

6. Samenhang met andere Voorbereiding op het C-project. OWE’s Voorbereiding op alle CMD-profielen. 7. Ingangseisen

N.v.t.


Studenten die kiezen voor de opleiding CMD hebben vaak nog geen beeld van het werkveld waarin zij later werkzaam worden. Ze hebben nog geen idee ‘wat er mogelijk is’. Deze course speelt hierop in door studenten het werkveld en de gehanteerde verdienmodellen te laten verkennen. Op basis daarvan ontwikkelen studenten een business model canvas (BMC) voor een (fictieve) eigen onderneming in het werkveld. Vervolgens denken studenten na over hun eigen rol binnen de organisatie. Uiteindelijk maken ze een videopitch voor het bedrijfsidee waarin zijzelf de hoofdrol spelen. Door deze manier van werken sluit de course aan op het speerpunt van de HAN om ondernemendheid bij studenten te stimuleren.

9. Competenties

BMC-1. De student heeft een beeld van het CMD-werkveld en gehanteerde verdienmodellen. BMC-2. De student kan reflecteren op basis van een persoonlijk Business Model You. BMC-3. De student kan een business model canvas ontwerpen op basis van relevante analyses. BMC-4. De student kan een videopitch ontwerpen en realiseren. BMC-5. De student kan doelen doelgroepgericht communiceren.



Tentamen

BMC-1



Analyseert zes veld-relevante vacatures en trekt op basis daarvan conclusies over het werkveld. Analyseert verschillende verdienmodellen en kan op basis daarvan conclusies trekken.

BMC verslag Toets

 BMC-2

  

Stelt een persoonlijk business model you (BMY) op. Reflecteert op eigen kwaliteiten op basis van het BMY. Stelt leerdoelen voor de verdere opleiding op, op basis van het BMY.

BMY verslag

BMC-3

  

Student kent de elementen van een interne analyse. Student kent de elementen van een externe analyse Student ontwerpt een canvas op correcte wijze met een duidelijke samenhang in het 3d-canvasmodel (op basis van interne en externe analyse).

Toets BMC verslag

BMC-4



Vertaalt de boodschap van het canvas naar een duidelijke videopitch van twee minuten maximaal. Is bewust bezig met stijl en vorm van videopitch passend bij boodschap en doelgroep. Heeft weet van verschillende film- en audiotechnieken en past deze op correcte wijze toe.

Video + Toelichting

Vertaalt canvas van papier naar een duidelijke boodschap voor een vooraf gedefinieerde boodschap. Rapporten zijn doelgroepgericht en in correct Nederlands geschreven.

Video + Toelichting BMC verslag BMY verslag

  BMC- 5

 

11. Tentaminering Code tentamen

BP-Video


Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Video + Toelichting Beroepsproduct 1 Groepscijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


S_Kennistoets Tentamen Schriftelijke toets 1 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


BP-BMC BMC verslag Beroepsproduct 1 Groepscijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


Ref-BMY BMY verslag Reflectieverslag 1 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.

 Osterwalder, Alexander, (2010), Business model generatie, Deventer: Kluwer. Nederlandstalig. ISBN: 9789013074086.  Reader BMC

13. Software

 Standaard tekstverwerker (Word)  Adobe CC (Première)


n.v.t.

15. Activiteiten

Uitvoeren analyse werkveld CMD, ontwikkelen business model canvas en organisatieontwerp voor (fictieve) eigen onderneming in werkveld CMD, realiseren video pitch, reflecteren op eigen kennis en kunde met behulp van BMY.

16. Werkvormen

Theorielessen (met activerende werkvormen), practica, consultatie, peer reviews




Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

19. Max aantal deelnemers

n.v.t.

Webdesign (W-Dsgn) Titel onderwijseenheid

Webdesign (I-W-Dsgn)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep


3. Beroepstaak

Een bestaande verouderde website wordt door de student omgetoverd tot een eigentijds interactie-ontwerp voor mobile, tablet en desktop. Het ontwerp wordt uitgewerkt tot een werkende demo in HTML5 en CSS3.

4. Beroepsproducten

Research- en conceptdocument, ontwerpdocument, een werkend prototype, testverslag

5. Studiepunten

7,5

6. Samenhang met andere Voorbereiding op het C-project. OWE’s Voorbereiding op het profiel Interaction Design. 7. Ingangseisen

N.v.t.


De website die de student in deze course voor een fictieve opdrachtgever ontwerpt en realiseert gaat verder dan een visitekaartje op het web. Met een nieuwe website wil een bestaande organisatie een nieuwe doelgroep betrekken. Deze nieuwe website moet daarnaast geschikt zijn voor de mobiele telefoon, tablet en desktop. Door onderzoek te doen naar deze nieuwe doelgroep voor een bestaande site, ontwikkelt de student een eigentijdse en levendige interactie voor het web. Na de research- en conceptfase waarin persona’s tot leven komen, wordt de vormgeving van de website bepaald voor de drie verschillende devices. Het ontwerp voor de desktop werkt de student In HTML5 en CSS3 uit tot een werkend prototype. Deze vaardigheden worden naast het maken van dit prototype onder tijdsdruk getest tijdens een drie uur durende toets. Deze course maakt de student beginnend bekwaam in het schrijven van HTML en CSS. Dit is de basistaal van het World Wide Web waarin zowel het stramien (HTML) als de opmaak (CSS) van het grootste deel van alle websites geschreven is. Het World Wide Consortium (W3C) ontwikkelt deze taal tot een geldende standaard voor de hele wereld. De meest recente versie van de taal wordt aan de student geleerd. Dit is mogelijk doordat actuele tutorials opgenomen zijn in het lesaanbod en de HTML-en-CSS-praktijkinstructeurs buiten de lessen met technische vragen zijn te consulteren. Analyse-, ontwerp-, testen reflectievaardigheden worden ontwikkeld waardoor de student vanaf het prille begin een meerwaarde aan de opdracht leert toe te voegen. Onderwerpen die aan bod komen zijn persona’s, een scenario, conceptontwikkeling, informatiearchitectuur, responsive design, visueel ontwerp, HTML 5/CSS3, twee testen, een reflectie, een toets waarin een website gemaakt wordt en een presentatie. Technieken waar onder andere mee gewerkt wordt zijn HTML & CSS en wordt in deze course als platte tekst geschreven, Photoshop, en online wireframing.

9. Competenties

WDsgn-1. De student stemt de eisen van een fictieve opdrachtgever af op de behoeften van potentiele nieuwe gebruikers en vervaardigt een nieuw concept. WDsgn-2. De student doet onderzoek naar een bestaand concept op het web. WDsgn-3. De student maakt op basis van oude en nieuwe content die in de site moet komen een sitemap en leert al doende om als een architect routes aan te brengen in de overdracht van informatie. WDsgn-4. De student vertaalt de informatiearchitectuur naar globale wireframes voor drie devices. W-Dsgn-5. De student werkt deze wireframes uit naar grafisch ontwerpen voor de drie devices, volgens de principes van responsive design . WDsgn-6. De student kan het ontwerp van de desktop vertalen naar een interactief prototype (demo) in HTML5 en CSS3 en gaat daarbij efficiënt en effectief te werk. WDsgn-7. De student reflecteert op de concept-, ontwerpen realisatiefase. WDsgn-8. De student presenteert het eindresultaat aan de opdrachtgever.



Tentamen

WDsgn-1

Het programma van eisen en de planning van de opdrachtgever wordt nauwgezet Research en uitgevoerd en gevolgd. concept Vervaardigt drie levendige en verdiepende persona’s waarmee hij doelgroepgericht het Prototype concept uitwerkt. Toont aan een concrete userexperience te kunnen omschrijven in een scenario. Door onderzoek en zich in te leven in de doelgroep gaat hij daarbij verder dan zijn eerste idee over de doelgroep. Test op basis van het scenario de user experience en past het scenario zo nodig aan. Benoemt de kernwaardes van de website in een korte conceptomschrijving. Met deze omschrijving toont hij aan onderscheid te kunnen maken tussen een informatiebehoefte en een gebruikersbeleving. Maakt een moodboard dat een visuele vertaling is van dit concept.

WDsgn-2

Analyseert de oude website. Research en Komt tot een verbetervoorstel voor de nieuwe website vanuit onderzoek naar minimaal concept drie inspirerende concepten.

WDsgn-3

Brengt de gehele site overzichtelijk in beeld door middel van een sitemap. Verwerkt het scenario in deze sitemap.

Research en concept

WDsgn-4

Onderzoekt met schetsen welke verdeling van content en navigatie-elementen optimaal is voor drie verschillende devices (mobile, tablet en desktop). Toont met drie wireframes aan dat hij de gewenste interactie en structuur naar een opzet voor drie verschillende interfaces kan vertalen. Test de gebruiksvriendelijkheid (usability) op basis van deze wireframes en past de wireframes zo nodig aan.

Ontwerp Prototype

WDsgn-5

Kiest op basis van research de beste navigatie-elementen voor de drie devices; met het design in Photoshop integreert hij deze keuzes in het ontwerp. De keuze van de kleur en typografie van de website wordt onderbouwd vanuit onderzoek naar bestaand materiaal, alvorens deze te integreren in het design van de drie homepages.

Ontwerp

WDsgn-6

Werkt het ontwerp voor desktop uit tot een interactieve page. Hij toont daarmee aan Prototype dat hij beginnend bekwaam is in het schrijven van HTML5 en CSS3 en doet dit netjes en Toets accuraat. Daarbij wordt HTML uitsluitend voor de structuur en CSS voor de opmaak aangewend. De content van deze page(s) is de weerslag van eerder onderzoek en wordt uitgebreid met zelf vervaardigde content vanuit de ontwerpbeslissingen die genomen zijn. Toont naast het vervaardigen van een prototype aan dat hij voldoende inzicht heeft om efficiënt en effectief te werk gaan tijdens een toets waarin de student een mock-up realiseert tot een webpage in HTML en CSS.

WDsgn-7

Reflecteert op de drie fases (concept-, ontwerpen realisatiefase) waarbij het concept de verantwoording vormt.

WDsgn-8

Verbindt de werkzaamheden vanaf de research, het ontwerp en de realisatie aan elkaar Prototype door in een gestructureerde presentatie de fictieve opdrachtgever te overtuigen van het belang van het eindresultaat.

Prototype

11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

ResCon Research- en Conceptdocument Beroepsproduct (research, concept en structuur) 1 Individueel cijfer geen 1 Zie toetsschema N.v.t.

Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm

OntwDoc Ontwerpdocument Beroepsproduct (wireframes,

Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

schetsen tot en met ontwerpen) 1 Individueel cijfer geen 1 Zie toetsschema N.v.t. Prototype Werkend prototype in HTML5 en CSS3 Beroepsproduct en reflectie (HTML en CSS) testen reflectieverslag 1 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t. S_HtmlCss Inzicht- en vaardigheidstoets (HTML en CSS) Schriftelijke toets 1 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


 Reader Webdesign

13. Software

 Adobe CC (Photoshop), Sublime Text (open source), Trello, Firefox, Chrome, Chrome web inspector, HTML en CSS validator van W3C.


 Online tutorials, schetsblok en potloden.

15. Activiteiten

Uitvoeren verwerkingsopdrachten (m.b.v. tutorials), uitvoeren analyse bestaande website, concept ontwikkelen, ontwerpen en realiseren nieuwe website, presenteren ontwerpproces, testen van de site, reflecteren op totale proces en eigen kennis en kunde

16. Werkvormen

Hoorcollege, practica, individuele opdrachten, het uitwerken van proeftoetsen, tutorials




Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.


n.v.t.

Immersive Space (ImSP) Titel onderwijseenheid

Immersive Space (I-ImSP)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep


3. Beroepstaak

Ontwerp en realiseer een intuïtieve en verhalende interface

4. Beroepsproducten

Een werkende interactieve interface met een bijbehorend portfolio

5. Studiepunten

7,5 EC

6. Samenhang met andere Voorbereiding op het C-project OWE’s Voorbereiding op het profiel Experience Design 7. Ingangseisen

N.v.t.


Virtuele, interactieve werelden waar je je als gebruiker in kunt verliezen en begeven, zijn één van de ontwerpdomeinen binnen nieuwe media. In deze course stellen we studenten voor de uitdaging om een interactieve en ‘immersive’ omgeving te onderzoeken, conceptualiseren en te ontwerpen. Aan bod komen onder andere creatieve technieken, set-design, vormgeving en stijl, interactie en immersiveness, sound-design, story telling en story boarding, realisatie met behulp van digitale tools.

9. Competenties

ImSP-1. De student kan op basis van onderzoek en analyse komen tot concepten en ontwerpen binnen de context van de opdracht. ImSP-2. De student kan op basis van principes van immersiveness en storytelling concepten en ontwerpen ontwikkelen. ImSP-3. De student kan navigatie en interactieprincipes hanteren om immersieve omgevingen te conceptualiseren, ontwerpen en realiseren. ImSP-4. De student kan gebruik maken van creatieve technieken om verschillende ideeën te conceptualiseren en visualiseren ten behoeve van een eigen beeldtaal. ImSP-5. De student kan zelfstandig een ontwerp van een intuïtieve interactieve interface realiseren en presenteren. ImSP-6. De student kan reflecteren op het eigen ontwerpproces.



Tentamen

ImSP-1

 Onderbouwt met vergelijkend onderzoek van diverse bronnen en is in staat dit naar het eigen ontwerp te vertalen  Maakt een analyse van bestaande voorbeelden van immersieve omgevingen op stijlkenmerken  Legt onderzoeksresultaten vast in een gestructureerd, verzorgd vormgegeven en correct geschreven portfolio.

Portfolio

ImSP-2

 Maakt onderscheid tussen non-lineaire en lineaire storytelling en onderbouwt zijn keuze voor de eigen immersive space.  Toont in ontwerpkeuzes aan dat er gebruik gemaakt wordt van de immersiveness principes voor vormgeving, ruimte, perspectief, sfeer, geluid en interactie.

Portfolio Movie

ImSP-3

 Realiseert interface oplossingen voor het sturen van gebruikershandelingen (c.q. hints ontwerpen) en aanklikbare elementen, die de gebruiker in staat stellen te navigeren en opties te activeren. De oplossingen zijn begrijpelijk, bruikbaar en uitnodigend.  Kent relevante technieken om ruimtes in een interface te suggereren en past deze toe.

Movie

ImSP-4

 Toont aan dat er geëxperimenteerd is met verschillen in setting, belichting, vormgeving en camerastandpunten om tot een uiteindelijke keuze van een stijl te komen.  Past brainstormtechnieken toe die resulteren in kwalitatief en kwantitatief goede

Portfolio Movie

mindmaps.  Bedenkt en schetst meerdere concepten alvorens een ontwerp definitief uit te werken. Er worden minimaal drie serieuze alternatieven bedacht.  Maakt een compleet en communicatief storyboard voor interactieve en intuïtieve interface. ImSP-5

 Gebruikt zelfstandig een digitale tool om daarmee de minimale werkzaamheid van de movie te realiseren, zoals navigatie, start en stop animatie, achtergrond- en effectgeluiden.  Maakt drie verschillende ruimtes die met elkaar verbonden zijn en per ruimte minimaal drie animaties en/of interacties bevatten.  Construeert de immersive space efficiënt met goede naamgeving, ordening en structuur.  Geeft de structuur van de immersive space schematisch en schriftelijk weer als uitgangspunt voor de realisatie.  Presenteert de uiteindelijke space in een wervende en klassikale presentatie

Movie Presentatie

ImSP-6

 Laat tussentijds de voortgang zien en kan gemaakte keuzes en richtingen toelichten en verantwoorden.  Toont aan dat kritisch is gekeken naar het eigen ontwerpen realisatieproces.  Gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur, passend bij het doel van alle documenten.

Portfolio Movie Presentatie


WB Portfolio Individueel verslag 1 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


Toets 4 Movie Beroepsproduct 1 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


Pres Presentatie Individuele presentatie 1 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


 Lidwell, William, Kritina Holden & Jill Butler, (2010), Universele ontwerpprincipes, Amsterdam: BIS Publishers. ISBN: 9789063692292

13. Software

 Adobe CC


 Tekentablet (aanbevolen)  Schetsboek

15. Activiteiten

Leren werken met tooling in workshops, ontwerpen van interactieve ruimtes, realiseren van interactieve ruimtes

16. Werkvormen

Klassikale les, workshop, practicum, projectwerk, presentaties, reviewsessies, discussies.





19. Max aantal deelnemers

n.v.t.

Media Questions (MedQ) Titel onderwijseenheid

Media Questions (I-MedQ)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep


3. Beroepstaak

Doe onderzoek naar internet en samenleving.

4. Beroepsproducten

Individueel onderzoek, research paper (inclusief onderzoeksplan), presentatie onderzoek, kennistoets

5. Studiepunten

7,5

6. Samenhang met andere Voorbereiding op het C-project. OWE’s Legt de basis van de onderzoeksleerlijn voor de rest van de CMD-opleiding. 7. Ingangseisen

N.v.t.


Kunnen we nog wel zonder onze smartphones? Moet je een studie fotografie doen om fotograaf te worden? Kunnen online community’s rampen voorkomen en misdaden oplossen? Deze (en andere) vragen zijn onderdeel van de course Media Questions. Kortom: welk effect heeft internet op onze samenleving? De course wil je laten ervaren dat onderzoek helemaal niet stoffig is. Mensen zijn van nature nieuwsgierig, al van kinds af aan stellen we vragen. Door je onderzoekende houding te (her)ontwikkelen vergroot je jouw creativiteit en (vak)kennis. In de course doe je onderzoek naar een onderwerp dat te maken heeft met internet en samenleving. Je leert hoe je goede vragen moet stellen, je oefent met verschillende soorten onderzoek, met methodes die je kunt gebruiken om data te verzamelen en tot slot leer je hoe je deze bevindingen rapporteert en presenteert. De eerste vier weken zullen de lessen bestaan uit het begeleid uitdiepen van de onderwerpen: internet en samenleving (websociologie), onderzoeken (vragen stellen) en rapporteren (onderzoekscyclus). De opdrachten van deze periode worden gebundeld beoordeeld: individueel onderzoek. Ook zal je tijdens deze lessen al voorbereidingen treffen voor het groepswerk. In de resterende (vier) weken ga je in samenwerking met een aantal klasgenoten zelfstandig, maar nog steeds onder begeleiding, een onderzoek uitvoeren naar een onderwerp uit de lessen van internet en samenleving. Je past hierin eerder opgedane kennis toe en presenteert het resultaat op een creatieve en geschikte manier.

9. Competenties

MEQ-1. De student zoekt bronnen en schat deze in op kwaliteit en geschiktheid. MEQ-2. De student rapporteert transparant en verwijst correct naar bronnen. MEQ-3. De student kent de onderzoekscyclus, heeft overzicht over de verschillende vormen van onderzoek in het werkveld en schat sterktes en zwaktes daarvan in. MEQ-4. De student kan onderzoekbare vragen stellen en deze beantwoorden. MEQ-5. De student onderzoekt onderwerpen vanuit maatschappelijk perspectief en past daarbij relevante sociologische inzichten toe. MEQ-6. De student kan doelen doelgroepgericht (onderzoeks)resultaten presenteren.



Tentamen

MEQ-1

 Beoordeelt de kwaliteit van onderzoeksrapportages op basis van transparantie, betrouwbaarheid, validiteit en weerlegbaarheid.  Weet hoe hij ontwikkelingen in zijn vakgebied bij kan houden door interessante bronnen (sites, tijdschriften etc.) te volgen.  Geeft aan waarom hij een bepaalde auteur of bron als autoriteit ziet (of waarom niet).  Weet dat er verschillende valkuilen zijn die leiden tot ondeugdelijke inzichten (vergissingen, onkunde, cognitive biases, fraude).

Individueel onderzoek Kennistoets Presentatie onderzoek

MEQ-2

 Is helder over de bronnen waarop hij zich baseert, en kan op correcte wijze (APA) verwijzen, citeren en parafraseren.

Individueel onderzoek Research paper

MEQ-3

 Weet wat de belangrijke verschillen en overeenkomsten tussen leren en onderzoeken zijn.  Is bekend met de methodenkaart, en kan (voor zijn vak relevante) onderzoeksmethoden plaatsen in deze kaart.  Beoordeelt de geschiktheid van verschillende methodes voor een specifiek onderzoek.

Kennistoets Research paper

MEQ-4

 Schat bij onderzoeksvragen in of ze wel of niet tot zinvolle resultaten zullen leiden.  Herkent, gegeven een probleem of een doel, of een onderzoek bijdraagt aan de oplossing.  Stelt eenduidige onderzoeksvragen, met voldoende focus, helderheid en diepgang.

Kennistoets Research paper Presentatie onderzoek

MEQ-5

 Weet welke veranderingen internet in de samenleving mogelijk maakt.  Weet hoe organisaties kunnen veranderen als gevolg van sociale media.  Weet welke rolveranderingen er kunnen optreden (bij professionals en amateurs) door ontwikkelingen op het gebied van technologie en media.  Past de terminologie die gebruikt wordt binnen het onderwerp websociologie op een correcte manier toe.

Individueel Onderzoek Research paper

MEQ-6

 Zorgt voor een communicatieboodschap met een heldere structuur, doel en doelgroep.  Verwoordt de boodschap volgens de Nederlandse taalregels.

Individueel onderzoek Research paper Presentatie onderzoek


IndOnd Individueel onderzoek Beroepsproduct 1 Individueel cijfer 5,5 25 Zie toetsschema N.v.t.


Res P Research paper Beroepsproduct 2 Groepscijfer 5,5 40 Zie toetsschema N.v.t.


PresOnd Presentatie onderzoek Presentatie 2 Groepscijfer 5,5 10 Zie toetsschema N.v.t.

Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm

S_Kennistoets Kennistoets Schriftelijke Toets

Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

1 Individueel cijfer 5,5 25 Zie toetsschema N.v.t.


Syllabus Onderzoek

13. Software

n.v.t.


n.v.t.

15. Activiteiten

Lessen volgen, opdrachten maken, onderzoek doen.

16. Werkvormen

Theorielessen, practica, presentaties, discussie






n.v.t.

C-Project VT Titel onderwijseenheid

C-project (I-Pr-CP)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep

Studenten VT propedeuse

3. Beroepstaak

Maak interactief multimediaal materiaal voor een opdrachtgever en adviseer over communicatie en implementatie.

4.

Plan van aanpak, omgevingsanalyse, ontwerprapport, interactief multimediaal materiaal, testrapport.

Beroepsproducten

15

5. Studiepunten

6. Samenhang met andere Het project bouwt voor op alle courses van de CMD-propedeuse. OWE’s 7. Ingangseisen

N.v.t.


In dit project maak je met een projectgroep interactief multimediaal materiaal voor een opdrachtgever en adviseer je over communicatie en implementatie. Bij elke uitvoering van het project zijn verschillende opdrachtgevers betrokken.

9. Competenties

CP-1. De student kan, in samenwerking met andere studenten, kwalitatief voldoende producten testen en opleveren. CP-2. De student kan eerder verworven kennis en inzichten op het gebied van onderzoeken, conceptualiseren, verbeelden, prototypen, integreren en toepassen waar dit mogelijk is. CP-3. De student kan, in samenwerking met andere studenten, planmatig werken en hieraan een eigen bijdrage leveren. CP-4. De student kan, in samenwerking met andere studenten, samenwerken en hieraan een eigen bijdrage leveren. CP-5. De student kan, in samenwerking met andere studenten, presenteren en rapporteren en hieraan een eigen bijdrage leveren. CP-6. De student is in staat tot het voeren van gesprekken met opdrachtgever, experts en groepsgenoten. CP-7. De student kan eigen kwaliteiten en valkuilen op het gebied van planmatig werken, samenwerken en communicatie herkennen en benoemen.



Deeltentamen

CP-1



Levert een aanwijsbare bijdrage aan het plan van aanpak, omgevingsanalyse, ontwerprapport, het interactieve multimedia materiaal, het testrapport en de projectoplevering.

Ind-TT Groep-TT Ind-Eind Groep-Eind

CP-2



Toont kennis en inzicht aan over onderzoeken en kan verantwoorden waar en waarom dit toegepast. Toont kennis en inzicht aan over conceptualiseren en kan verantwoorden waar en waarom dit is toegepast. Toont kennis en inzicht aan over verbeelden en kan verantwoorden waar en waarom dit is toegepast. Toont kennis en inzicht aan over prototypen en kan verantwoorden waar en waarom dit is toegepast.

Ind-TT Ind-Eind

Ind-TT Ind-Eind

   CP-3

 

Maakt een individuele planning en voert deze uit. Legt de eigen bijdrage aan de uitvoering vast en beargumenteert afwijkingen van de planning.

CP-4

 

Kent verschillende vergaderrollen en vergaderprocedures en past deze toe. Ind-TT Neemt verantwoordelijkheid voor taken die hij op zich genomen heeft; toont inzet, Ind-Eind initiatief en houdt zich aan afspraken. Toont betrokkenheid bij het groepsproces; benoemt de eigen rol en de rollen van



andere teamleden. CP-5

 

Gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur passend bij het doel van de documenten. Bereidt presentaties voor (structuur, doel, doelgroep), past structuur toe tijdens presentaties, geeft het doel aan, houdt rekening met de doelgroep en spreekt verstaanbaar.

Ind-TT Groep-TT Ind-Eind Groep-Eind Ind-TT Ind-Eind

CP-6

 

Hanteert de regels voor het geven en ontvangen van feedback. Verwoordt duidelijk een boodschap in twee- of groepsgesprekken, controleert of deze boodschap overkomt en luistert actief in twee- of groepsgesprekken.

CP-7



Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van Ind-TT communicatie. Ind-Eind Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van planmatig werken. Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van samenwerken. Stelt minstens drie concreet gedefinieerde leerdoelen op.

   11. Tentaminering

Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen

Ind-TT Tussentijdse verantwoording individuele projectbijdrage Individuele PB, IPV en groepdeelname 2 Individueel cijfer geen 1 Zie toetsschema N.v.t. Groep-TT Tussentijdse verantwoording opgeleverde beroepsproducten Schriftelijk en presentatie daarvan 2 Groepscijfer geen 1 Zie toetsschema N.v.t. Ind-Eind Eindverantwoording individuele projectbijdrage Schriftelijk (projectverslag met bewijsmateriaal en verantwoording) 2 Individueel cijfer 5,5 4 Zie toetsschema N.v.t. Groep-Eind Eindverantwoording opgeleverde beroepsproducten

Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Schriftelijk plus presentatie daarvan 2 Groepscijfer 5,5 4 Zie toetsschema N.v.t. e


 Roel Grit, (2015), Projectmanagement, Groningen: Noordhoff Uitgevers. 7 druk.  Marcel Heerink, (2009), Praktische Schrijfgids, Amsterdam: Pearson Education benelux. Tweede editie.  Alle literatuur gebruikt in de courses.

13. Software

 Flash (+ Actionscript)  HTML5 & CSS  Overige tools gebruikt in de courses van de C-Propedeuse


Alle stof die is behandeld in de propedeuse-courses, alsmede de materialen die bij de aanvullende workshops professional skills zijn behandeld.

15. Activiteiten

Alle activiteiten die bij projectonderwijs horen.

16. Werkvormen

Workshops, review sessies, presentaties, procesvergaderingen


Geprogrammeerde contacttijd: 5 * 3 * 9 = 135 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 30 * 9 = 270 uur Tentamentijd: 15 uur.




n.v.t.

C-project DT Onderwijseenheid

C-Project DT (I-Pr-CP DT)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep

Studenten DT propedeuse

3. Beroepstaak

Maak interactief multimediaal materiaal voor een opdrachtgever en adviseer over communicatie en implementatie

4. Beroepsproducten

Portfolio werkplekleren

5. Studiepunten

15

6. Samenhang met andere Het project bouwt voort op alle courses van de CMD-propedeuse. OWE’s 7. Ingangseisen

N.v.t.


Gedurende het propedeusejaar werkt de student aan een portfolio werkplekleren, waarin hij laat zien te voldoen aan de eisen die op propedeuseniveau gesteld worden aan onderzoeken, conceptualiseren, verbeelden, prototypen en professional skills. Hij verzamelt daartoe bewijsmateriaal uit zijn werk; hij stelt een persoonlijk ontwikkelplan op, voert dat uit en reflecteert op zijn ervaringen.

9. Competenties

CPD-1. De student kan, in samenwerking met andere studenten, kwalitatief voldoende producten testen en opleveren. CPD-2. De student kan eerder verworven kennis en inzichten op het gebied van onderzoeken, conceptualiseren, verbeelden, prototypen, integreren en toepassen waar dit mogelijk is. CPD-3. De student kan, in samenwerking met andere studenten, planmatig werken en hieraan een eigen bijdrage leveren. CPD-4. De student kan, in samenwerking met andere studenten, samenwerken en hieraan een eigen bijdrage leveren. CPD-5. De student kan, in samenwerking met andere studenten, presenteren en rapporteren en hieraan een eigen bijdrage leveren. CPD-6. De student is in staat tot het voeren van gesprekken met opdrachtgever, experts en groepsgenoten. CPD-7. De student kan eigen kwaliteiten en valkuilen op het gebied van planmatig werken, samenwerken en communicatie herkennen en benoemen.



Tentamen

CPD-1

 Levert een aanwijsbare bijdrage aan het plan van aanpak, omgevingsanalyse, ontwerprapport, het interactieve multimedia materiaal, het testrapport en de projectoplevering.


CPD-2

 Toont kennis en inzicht aan over onderzoeken, en kan verantwoorden waar en waarom dit is toegepast.  Toont kennis en inzicht aan over conceptualiseren, en kan verantwoorden waar en waarom dit is toegepast.  Toont kennis en inzicht aan over verbeelden, en kan verantwoorden waar en waarom dit is toegepast.  Toont kennis en inzicht aan over prototypen, en kan verantwoorden waar en waarom die zijn toegepast.


CPD-3

 Maakt een individuele planning en voert deze uit.  Legt de eigen bijdrage aan de uitvoering vast en beargumenteert afwijkingen van de planning.


CPD-4

 Kent verschillende vergaderrollen en vergaderprocedures en past deze toe.  Neemt verantwoordelijkheid voor taken die hij op zich genomen heeft; toont inzet, initiatief en houdt zich aan afspraken.


 Toont betrokkenheid groepsprocessen; benoemt de eigen rol en de rollen van andere teamleden. CPD-5

 Gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur passen bij het doel van de documenten.  Bereidt presentaties voor (structuur, doel, doelgroep), past structuur toe tijdens presentaties, geeft het doel aan, houdt rekening met de doelgroep en spreekt verstaanbaar.


CPD-6

 Hanteert de regels voor het geven en ontvangen van feedback.  Verwoordt duidelijk een boodschap in twee- of groepsgesprekken, controleert of deze boodschap overkomt en luistert actief in twee- of groepsgesprekken.


CPD-7

 Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van communicatie.  Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van planmatig werken.  Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van samenwerken.  Stelt minstens drie concreet gedefinieerde leerdoelen op.



PF-wpl Portfolio werkplekleren Schriftelijke rapportage 2 Individueel cijfer 5,5 1 Zie toetsschema N.v.t.


Alle literatuur gebruikt bij de courses.

13. Software

Alle software gebruikt bij de courses.


Alle overige materiaal gebruikt bij de courses.

15. Activiteiten

Zelfstandig bewijsmateriaal verzamelen op de eigen werkplek om de verschillende competenties aan te tonen. Een persoonlijk ontwikkelplan opstellen en literatuurzonderzoek doen naar mogelijkheden om eigen leerpunten te verbeteren, feedbackmomenten docent en intervisiebijeenkomsten in groep.

16. Werkvormen

Intervisie- en feedbackbijeenkomsten


  


Blok 1 tot halverwege blok 4.


n.v.t.

Geprogrammeerde contacttijd 6*2 =12 uur Werkplekleren: 405 uur Tentamentijd: 3 uur

Integrale toets CMD-propedeuse Titel onderwijseenheid

Integrale toets CMD-propedeuse (niveau 1)

1. Opleiding

CMD

2. Doelgroep


3. Beroepstaak

Ontwikkelen van communicatie - en multimedia-producten die horen bij de CMD-opleiding

4.

Zie owe’s Digital Campaign, Multimedia Design, Business Model Canvas, Web Design, Immersive Space, Media Questions, C-Project

Beroepsproducten

5. Studiepunten

Aan de integrale toets zijn geen studiepunten gekoppeld. De Examencommissie ICA stelt tijdens een vergadering vast of de student niveau 1 heeft behaald waarna een positief studieadvies volgt.

6. Samenhang met andere De integrale toets van de propedeutische fase toetst of de student niveau 1 heeft behaald. owe’s 7. Ingangseisen

Alle owe’s uit de CMD-propedeuse zijn voldoende afgerond of er is vrijstelling verleend voor één of meerdere owe’s.


De integrale toets bestaat uit een door de examencommissie ICA uit te voeren onderzoek tijdens de studieadviezenvergadering van februari of juli. De examencommissie onderzoekt of alle owe’s van de propedeutische fase (totaal 60 stp) voldoende zijn afgerond of dat er vrijstelling is verleend voor één of meerdere owe’s.

9. Competenties

Voor het uitvoeren van de beroepstaak zijn de competenties ontwikkeld op niveau 1 zoals beschreven in de owe’s van de propedeuse onder item 9.

10. Beoordelingscriteria

In de owe’s van de CMD-propedeuse staan de beoordelingscriteria per competentie omschreven onder item 10 en staat aangegeven in welk deeltentamen deze worden getoetst.

11. Tentaminering

n.v.t.


n.v.t.

13. Software

n.v.t.


n.v.t.

15. Activiteiten

n.v.t.

16. Werkvormen

n.v.t.


n.v.t.


n.v.t.


n.v.t.

Opleidingsstatuut bacheloropleidingen ICT en CMD, studiejaar

Recommend Documents