Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2015 – 2016

Deel 3

Beschrijving van het onderwijs De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.

1

Inhoudsopgave

1.

2.

Curriculumoverzichten (voltijd en deeltijd) ..................................................................................... 3 1.1

Samenstelling propedeutische fase (voltijd, deeltijd, duaal) .................................................. 3

1.2

Samenstelling postpropedeutische fase (voltijd, deeltijd, duaal) ........................................... 3

Gegevens onderwijseenheden en integrale toets Propedeutische fase ......................................... 5 Integrale Toets ................................................................................................................................. 120

3.

Hoofdstuk 3: Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase ... 124 Integrale Toets ................................................................................................................................. 287

4.

Verkorte programma’s ................................................................................................................. 293

5.

Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden ............... 294

6.

Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad ......................................... 325

7.

Eindkwalificaties HBO-bachelorgraad .......................................................................................... 326

Definitie contacttijd (Bijlage als bedoeld bij punt 6) .................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

2

Curriculumoverzichten (voltijd en deeltijd) 1.1 Samenstelling propedeutische fase Conform artikel 4.1 lid 1 en artikel 6.1 lid 1 van de OER De propedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 van de OER en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 van de OER de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast. A: Voltijdse inrichtingsvorm a. b. c. d. e. f. g. h.

OWE Course 1-BT De Strandtent OWE Course 1-OR De Strandtent OWE Course 2-AR Het Hollandse rijenhuis OWE Course 2-CO Het Hollandse rijenhuis OWE Course 3-BT Het Oude Gebouw OWE Course 3-AR Het Oude Gebouw OWE Course 4-CO Het Woonhuis OWE Course 4-OR Het Woonhuis

(7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten)

B: Programma bijzondere eigenschap (MBO-route) a. b. c. d. e. f. g. h.

OWE Course 1-BT De Strandtent MBO OWE Course 1-OR De Strandtent MBO OWE Course 2-AR Het Hollandse rijenhuis MBO OWE Course 2-CO Het Hollandse rijenhuis MBO OWE Course 3-BT De Villa MBO OWE Course 3-AR De Villa MBO OWE Course 4-CO Het Oude Gebouw MBO OWE Course 4-OR Het Oude Gebouw MBO


C: Deeltijdse inrichtingsvorm a. b. c. d. e. f. g. h.

OWE Course 1-BT De Strandtent OWE Course 1-OR De Strandtent OWE Course 2-AR Het rijtjeshuis OWE Course 2-CO Het rijtjeshuis OWE Course 3-BT De Villa OWE Course 3-AR De Villa OWE Course 4-CO Het Oude Gebouw OWE Course 4-OR Het Oude Gebouw


D: BMU deeltijdse inrichtingsvorm a. b. c. d. e. f. g.

OWE Course 1-BT De Strandtent OWE Course 1-OR De Strandtent OWE Course Sem 1-CO Voorbereiding uitvoering OWE Course 2-AR Het rijtjeshuis OWE Course 2-CO Het rijtjeshuis OWE Course Sem 2-CO Bewaken en bijsturen OWE course 5-BT Inleidende stage

(7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (7.5 studiepunten) (15 studiepunten)

1.2 Samenstelling postpropedeutische fase Conform artikel 4.1 lid 1 en artikel 6.1 lid 1 van de OER De postpropedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 van de OER en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 van de OER de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast. 3

A: Voltijds en Deeltijds Postpropedeuse, hoofdfasebekwaam: a. OWE course 5-BT Inleidende stage (15 studiepunten) b. OWE course 6-OR Inleidende stage (15 studiepunten) Postpropedeuse, afstudeerbekwaam: c. OWE course 7-BT Het Sportcentrum (7,5 studiepunten) d. OWE course 7-CO Het Sportcentrum (7,5 studiepunten) e. OWE course 8-AR De Naoorlogse wijk (7,5 studiepunten) f. OWE course 8-OR De Naoorlogse wijk (7,5 studiepunten) g. Één van de volgende OWE’s: 1. OWE course 9-AR Hoog van de Toren (15 studiepunten) 2. OWE course 9-BT Hoog van de Toren (15 studiepunten) 3. OWE course 9-CO Hoog van de Toren (15 studiepunten) 4. OWE course 9-OR Hoog van de Toren (15 studiepunten) h. Één van de volgende OWE’s: 1. OWE course 10-AR Hoog van de Toren (15 studiepunten) 2. OWE course 10-BT Hoog van de Toren (15 studiepunten) 3. OWE course 10-CO Hoog van de Toren (15 studiepunten) 4. OWE course 10-OR Hoog van de Toren (15 studiepunten) i. Één van de volgende OWE’s: 1. OWE course 11+12-AR Verdiepende stage (30 studiepunten) 2. OWE course 11+12-BT Verdiepende stage (30 studiepunten) 3. OWE course 11+12-CO Verdiepende stage (30 studiepunten) 4. OWE course 11+12-OR Verdiepende stage (30 studiepunten) Minor (30 studiepunten) Postpropedeuse, beroepsbekwaam: j. OWE course 15+16 Afstuderen (30 studiepunten)

B: Bijzondere eigenschap (MBO-Route): Postpropedeuse, hoofdfasebekwaam: a. OWE course 5-BT Inleidende stage (15 studiepunten) b. OWE course 6-OR Inleidende stage (15 studiepunten) Postpropedeuse, afstudeerbekwaam: c. OWE course 7-BT Het Sportcentrum (7,5 studiepunten) d. OWE course 7-CO Het Sportcentrum (7,5 studiepunten) e. OWE course 8-AR De Naoorlogse wijk (7,5 studiepunten) f. OWE course 8-OR De Naoorlogse wijk (7,5 studiepunten) g. Één van de volgende OWE’s: 1. OWE course 9-AR Hoog van de Toren (15 studiepunten) 2. OWE course 9-BT Hoog van de Toren (15 studiepunten) 3. OWE course 9-CO Hoog van de Toren (15 studiepunten) 4. OWE course 9-OR Hoog van de Toren (15 studiepunten) h. Één van de volgende OWE’s: 5. OWE course 10-AR Hoog van de Toren (15 studiepunten) 6. OWE course 10-BT Hoog van de Toren ((15 studiepunten) 7. OWE course 10-CO Hoog van de Toren (15 studiepunten) 8. OWE course 10-OR Hoog van de Toren (15 studiepunten) i. Één van de volgende OWE’s: 9. OWE course 11+12-AR Verdiepende stage (30 studiepunten) 10. OWE course 11+12-BT Verdiepende stage (30 studiepunten) 11. OWE course 11+12-CO Verdiepende stage (30 studiepunten) 12. OWE course 11+12-OR Verdiepende stage (30 studiepunten) Minor (30 studiepunten) Postpropedeuse, beroepsbekwaam: j. OWE course 15+16 Afstuderen (30 studiepunten)

4

C: BMU deeltijdse inrichtingsvorm: Postpropedeuse, hoofdfasebekwaam: a. OWE course 6-OR Inleidende stage Postpropedeuse, afstudeerbekwaam: b. OWE course sem1-OR Voorbereiding uitvoering c. OWE course sem1-BT Voorbereiding uitvoering d. OWE course sem2-OR Voorbereiding uitvoering e. OWE course sem2-BT Voorbereiding uitvoering f. OWE course sem3-AR Herbestemming g. OWE course sem3-BT Herbestemming h. OWE course sem3-CO Herbestemming i. OWE course sem3-OR Herbestemming j. OWE course 11+12-OR Verdiepende stage k. OWE course sem4-BT Minor bouwprocesbeheersing l. OWE course sem4-OR Minor bouwprocesbeheersing Postpropedeuse, beroepsbekwaam: g. OWE course sem5-OR Afstuderen

(15 studiepunten) (15 studiepunten) (7,5 studiepunten) (15 studiepunten) (7,5 studiepunten) (7,5 studiepunten) (7,5 studiepunten) (7,5 studiepunten) (7,5 studiepunten) (30 studiepunten) (7,5 studiepunten) (22,5 studiepunten) (30 studiepunten)

5

Gegevens onderwijseenheden en integrale toets Propedeutische fase Conform artikel 4.1 lid 2 van de OER

Voltijd Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3. 4.

Opleiding Doelgroep Beroepstaak / taken (Beroeps)Producten

5.

Studiepunten/studiel ast Samenhang met andere OWE’s

6.

7. 8.

Ingangseisen Algemene omschrijving

OWE Course 1-BT Demontabel bouwen “De Strandtent” (Demountable building “The Beach Club”) Bouwkunde Propedeuse Bouwtechnisch ontwerpen (BT) De beroepsproducten bestaan uit;  Duurzaam, montage- en demontageplan (C04)  Ontwerpen van een strandtent (C01/02)  Maquette (C04)  Milieuvriendelijk materiaalgebruik (C03/05)  Tekenwerk van plattegronden, kap, details, aanzichten en doorsnede (C04)  Montagetechnieken (C04)  Autarkische strandtent m.b.t. installaties (C02) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie. De OWE course 1-BT richt zich op het bouwtechnisch ontwikkelen van een seizoensgebonden project, terwijl de OWE OR1 zich op de organisatorische zaken richt. Daarnaast komen de overige beroepstaken Architectonisch ontwerpen en Constructief ontwerpen aan bod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Integratie van de vier beroepstaken is noodzakelijk om dit project te realiseren. Constructief Ontwerpen is van toepassing in de Vakken Mechanica MEC1: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 2-CO Wiskunde WIS1: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 2-CO Geen Bij het ontwikkelen van een strandtent zijn veel bouwtechnische aspecten van toepassing, waaronder de technische realisatie, materiaalkeuze, installatie, constructieve aspecten en de visualisatie van een demontabel gebouw. Hiervan wordt een model gemaakt.

6

De duurzame aspecten zijn: milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering en een autarkisch strandtent m.b.t. installaties. 9.

Competenties

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) (basis) aan bod:      

C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realiseren C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evalueren

Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.    10.

Beoordelingscriteria

C07- Analyseren en onderzoeken C08- Communiceren en samenwerken C09- Managen en innoveren

OWE THM1opd r

Indicatoren


Het ontwerpen van een strandtent. Het met de groep bouwtechnisch uitwerken van het door de groep gekozen architectonisch ontwerpen: Het op een onderzoeksmethodische manier individueel ontwikkelen van alternatieven op constructief, detail- en materiaaltechnisch gebied. Het identificeren van een juiste kennisvraag en het afwegen van de mogelijke materialen toepassingen.

Het op de juiste wijze toepassen van het Programma van Eisen.

C01 / C02 / C07

getoetst op kennis, inzicht en toepassing waarbij duidelijkheid, overzichtelijke uitwerkingen, netheid van belang zijn. Inhoudelijk wordt er getoetst op maatvoering, materiaalkeuze, duurzaamheidaspecten, correcte bouwtechnische oplossingen zijn gegenereerd Juist materiaal en materieel toegepast voor uitvoering worden getoetst op kennis, inzicht en toepassing.

C01/C02/C03/C05

Expertassistentie is verplicht,

C06

Vervaardigd tekenwerk: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Materiaal: toepassing, duurzame materiaalkeuze,

C02 /C07

Maken van een elementenboek, visualisatietekeningen, bouwfysica opdracht, materialenopdrachten, duurzame installaties, bouwtechnische onderdelen t.b.v. het montage en demontageboek tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd.

THM1BT

Aan de orde komen: bouwtechnische vraagstukken m.b.t. een demontabel gebouw, constructieve en architectonische eigenschappen, duurzame detailleringen, installatie, bouwfysica, materialen

Competenties

C02/C03/C04

7

Thm1IPV

Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces.

Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken tijden

C08 / C09

MEC 1

In deze eerste mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de beginselen van de krachtenleer,  Bepalen van de grote, richting en aangrijpingspunt van  de resultante, grafisch en analytisch.  Bepalen van de oplegreacties bij Statisch bepaalde liggers, scharnierliggers en pendelstaven.

 

C02

Volgen slb-lessen. Schrijven CV, autobiografie, startprofiel en sterkte- zwakteanalyse.. Op het beroepenveld oriënteren aan de hand van opdrachten bij:  Bedrijvendag  Oriënterende stage  Bijwonen stagepresentaties Reflecteren op de producten en de samenwerking in course 1 met behulp van aangeleverde vragenlijst. Eerste opzet portfolio maken volgens aangeleverd indelingsformat. Voorbereiden functioneringsgesprek en verslaglegging ervan. C09.

Aanwezigheid van alle producten in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. Reflecties bevatten concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd. Volledige en heldere verslaglegging van het functioneringsgesprek

SLB1

11.

Tentaminering

Deeltentamens



Krachtenveelhoeken zijn getekend. Resultaten van puntlasten, gelijkmatig verdeelde belastingen, driehoeksbelastingen en momenten zijn bepaald. Oplegreacties zijn berekend voor: o Liggers op twee steunpunten o Ingeklemde liggers o Geknikte liggers o Scharnierliggers o Pendelstaven

C08 / C09

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM1opdr

C

5,5

50%

Opdrachten

2 Thematoets bouwtechniek 1

THM1BT

C

5,5

50%

Schriftelijk

3 Individuele Projectvaardigheden

THM1IPV

C

5,5

0

Peerassessment

1 Deelopdrachten Bouwtechniek

4 Mechanica 1

Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 2-CO

Schriftelijk 8

5 Reflectie en SLB programma SLB1 V v 0 Schriftelijk De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens Deelopdrachten

Thematoets bouwtechniek

Individuele Projectvaardigheden

Mechanica 1

Reflectie en SLB programma 12.

Verplichte literatuur

o o o o o o o

Korte omschrijving Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante bouwtechnische aspecten van een demontabel bouwwerk uit te werken in een volledig montage/demontageplan. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden expertassistentie uren gehouden, deze expertassistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. Onderdeel van de opdracht is het identificeren van een onderzoeksvraag met een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van bouwtechniek, bouwmaterialen, bouwfysica werken themacolleges. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. Theorie van de mechanica met uitwerkingen/voorbeelden uit de bouwpraktijk: Krachtenleer, bepaling resultanten, opleggingen, evenwicht van statisch bepaalde liggers, inwendige krachtswerking, oplegreacties, Pendelstaven. Opmerking: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 2-CO De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal

9

o o o o

13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

20. 21.

Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers

Titel onderwijseenheid (OWE) 1.

Opleiding

Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

office studentenpakket; te koop via surfspot https://www.surfspot.nl/homepage.htm?returnUrl=%2fSURFspot%2fTask PowerPoint, PowerProject De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het ontwikkelen van een strandtent voor in de opdracht beschreven opdrachtgever. De bouwtechnische aspecten van de opdracht bestaan uit het opstellen van tekeningen t.b.v. het montage en demontage plan. Hierin wordt aandacht geschonken aan: - Ontwikkelen van een strandtent - Maken van fundatie, plattegrond, kap en doorsnede tekeningen - Duurzame detailleringen m.b.t. tot montagetechnieken - Milieuvriendelijke materiaalkeuzen - Stabiliteit van het gebouw - Duurzame installaties m.b.t. autarkische strandtent - Bouwfysische aspecten. Excursie Strandtent te Scheveningen (Demontabele strandtent) Hoor- en werkcolleges Bouwtechniek (BWK1), Bouwmaterialen (BMA1), Visualisatie (VIS1), Bouwfysica (FYS1) Hoor- en werkcolleges en workshop; Constructief ontwerpen (THM1), Wiskunde (WIS1), Mechanica (MEC1) Workshops communicatie (COM1), Architectuur (ARC1) en Constructie (CON1) en Workshop Onderzoeksvaardigheden (OND1) Expertassistentie uren Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 1, periode 1 Geen

OWE Course 1-OR Demontabel bouwen “De Strandtent” (Demountable building “The Beach Club”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde 10

2. 3. 4.

5. 6.

Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken (Beroeps)Producten

Studiepunten/ studielast Samenhang met andere OWE’s

7. 8.


9.

Competenties

propedeuse Organisatie (OR) Voor het montage/demontageplan werkt de student in deze OWE aan de volgende producten: - Bouwplaats inrichtingen (C02/03) - Materieel (C03) - Mensinzet en mensuren (C03/04) - Begroting en kosten bepaling (C03) - Logistiek (C04) - Planning (C06) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken organisatie en bouwtechnisch ontwerpen. De OWE course 1-OR richt zich op de organisatorische zaken van een seizoensgebonden project, terwijl de OWE BT-1 zich richt op het bouwtechnisch te ontwikkelen. Daarnaast komen de overige beroepstaken architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen aan bod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Integratie van de vier beroepstaken noodzakelijk om dit project te realiseren. Geen De organisatorische aspecten van een demontabel gebouw worden aan de hand van de ontworpen strandtent duidelijk gemaakt. Het doel is om inzicht te schaffen in: de inzet van personeel, planning, logistiek. Tevens zal deze problematiek tot uiting komen bij het vervaardigen van de maquette .

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) (basis) aan bod:    

C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realiseren C06- Monitoren, toetsen en evolueren

Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.   10.



OWE

THM1ORopdr

Indicatoren Vanuit de transport en montage middelen alternatieven en varianten ontwikkelen Kennis verkrijgen van de deelnemers van het bouwproces

Beoordelingscriteria De organisatorisch aspecten van de opdrachten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: Kennis, inzicht en toepassing . Aangereikt document: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering.

Competenties C03 / C04 /C07

11

Maken en het vervaardigen van logistieke bouwplaats tekening, berekenen van de inzet van arbeid, materiaal en materieel i.v.m. kostenaspecten. Het vervaardigen van een maquette. Logistiek en opslagproblematiek in kaart brengen en oplossen aan de hand van een klein onderzoekje door het identificeren van de juiste vraag en het afwegen van de mogelijke oplossingen.

THM1OR

WIS 1

Thm1IPV

11.

Tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd. Van organisatorische vraagstukken m.b.t. een demontabel gebouw. Aan de orde komen onderdelen van visualisatie, opzetten van een planning, aspecten m.b.t. deelnemers aan het bouwproces, vergunningen stelsel. Arbeids- en kosten aspecten. De volledige kennis verkregen tijdens de thema colleges en vak colleges.

In deze eerste wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: • Werken met breuken, machten, haakjes, • 1e en 2egraadsfuncties, en gecombineerde functies vergelijkingen met en van breuken‐, machts‐ ,exponentiële‐, logaritmische functies Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces.

Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Bereken methodieken m.b.t. Materiaal, Arbeid, Materieel, Onderaanneming, Stelposten. Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Aantonen dat met de gekozen uitvoeringsmethode de gevraagde kwaliteit in voldoende mate geborgd kan worden. Het kritieke pad in de planning wordt bepaald. Benoemt de inzet van personeel en materieel. Benoemt de belangen van de opdrachtgever en opdrachtnemer. Bestemmingsplan en vergunningen zijn hierbij betrokken. Expertassistentie is verplicht,

C06

Vervaardigd tekenwerk: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de verkregen formules en formuleringen betreffende materiaal toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming.

C01 / C03 /C04

Juist kunnen uitwerken en oplossen van opgaven

C03


C08 /C09

Tentaminering Code

Cijfer Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdracht Organisatie

THM1opdr

C

5,5

50%

Opdrachten

2 Thematoets Organisatie

THM1OR

C

5,5

50%

Schriftelijk

Deeltentamens

12

3 Wiskunde 1 4 Individuele Projectvaardigheden

C

5,5

0

Peerassessment

Korte omschrijving

Deelopdracht Organisatie

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante organisatorische aspecten van een demontabel bouwwerk uit te werken in een volledig montage/demontageplan. Tevens laat de groep middels de werkzaamheden in de werkplaats (WPL1) zien dat gestructureerd kan worden gewerkt. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden Expertassistentie uren gehouden, deze expertassistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. Onderdeel van de opdracht is het identificeren van een onderzoeksvraag met een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘organisatie getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten. Onderwerpen kunnen zijn: Planning, Personeelsinzet, Vergunningen, Materialen, Handmatig tekenen van een casusonderdeel (visualisatie), De criteria voor werkhouding worden aangetoond in de volgende toetsmomenten vergelijkingen, machten, functies, goniometrie. Noodzakelijk voor het uitwerken van praktische, beroepsgerichte vraagstukken. Opmerking: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 2-CO Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE.

Wiskunde 1



THM1IPV

Schriftelijk

Deeltentamen

Thematoets Organisatie

12.


o

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff

13

o o o o o o o o o o

13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.



Opleiding

Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

MicroSoft Office studentenpakket; te koop via surfspot https://www.surfspot.nl/homepage.htm?returnUrl=%2fSURFspot%2fTask PowerPoint, PowerProject Er wordt in projectgroepen van vier tot zes deelnemers gewerkt aan een montage- en demontageplan voor een seizoensgebonden demontabel bouwwerk. Waarin de groep de organisatorische aspecten gaat van het demontabel bouwen gaat verwerken in een advies waarin de navolgende onderdelen worden opgenomen; logistiek, arbeid, materieel, materiaal, opslag en onderhoud Excursie Strandtent te Scheveningen (Demontabele strandtent) Hoor- en werkcolleges Organisatie (ORG1), Visualisatie (VIS1), Werkplaats (WPL1) Hoor- en werkcolleges en workshop Architectonisch ontwerpen (ARC1) en de Thema1 (THM1) Workshops communicatie (COM1) Expertassistentie Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Blok 1, Semester 1 geen

OWE Course 2-AR Het Hollands Rijenhuis (Serial housing block “Dutch Housing”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde 14

2. 3. 4.

5. 6.

Doelgroep Beroeps- taak/taken (Beroeps)Producten

Studiepunten / studielast Samenhang met andere OWE’s

Propedeuse Architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen, De beroepsproducten bestaan uit;  Plan van Aanpak (C09)  Analyserapport opstellen van de stedenbouwkundige context en architectonisch(C01)  Programma van Eisen opstellen in relatie tot de opdrachtgever (C01)  Structuur- en schetsontwerptekeningen van plattegronden, gevels en doorsneden VO/DO (C02)  Ruimtelijke modellen vervaardigen (maquette / Revit) (C02)  Milieuvriendelijk materialisering opstellen (materiaalcollage) (C03/05)  Compleet tekenwerk (C03)  Bouwfysische concepten en berekeningen (C02)  Ontwerp, vervaardiging bemonstering van de toe te passen metselsteen (C03) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen. De OWE course 2-AR richt zich op het architectonische ontwikkelen van een Rijtjeswoning d.m.v. ontwerpmethodieken en regelgeving omtrent de typische Nederlandse woningbouw, terwijl de OWE course 2-CO zich op de constructieve onderdelen richt. Daarnaast komen de overige beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie (Bouwbesluit en ruimtelijke ordening) aanbod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Gezamenlijk zijn de beroepstaken noodzakelijk om dit project te kunnen realiseren.

7. 8.


Geen Bij het ontwikkelen van een rijenhuis zijn veel architectonische aspecten van toepassing, met inbegrip van de technische realisatie, materiaalkeuze, installatie, constructieve aspecten en de visualisatie van hedendaags seriematige woningbouw. De duurzame aspecten zijn : milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering.

9.

Competenties


C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C05- Beheren

Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.   


15

10.

11.


OWE

Indicatoren


Competenties

THM2AR-opdr

Analyse van de stedenbouwkundige context Programma van Eisen in relatie met de opdrachtgever. Structuur en schets ontwerptekeningen van plattegronden, gevels en doorsneden. Ruimtelijke modellen (maquette / Revit), baksteenmonster Bestek en indieningsgereed (complete tekenwerk). Het identificeren van de vraag, afweging van mogelijke oplossingen, ei sen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren, het interpreteren van informatie en conclusies formuleren

Voor alle producten wordt getoetst op: kennis, inzicht en toepassingen. Daarnaast wordt nog op compleetheid, zorgvuldigheid en netheid, overzichtelijkheid ordening en structuur Verkregen kennis correct toegepaste waarin onderscheid wordt gemaakt in hoofd en bijzaak, relevante informatie, leesbaarheid, taalgebruik Integrale aanpak binnen de groep Authenticiteit Inventiviteit

C01 t/m C07

THM2AR

Aan de orde komen: Architectonische opgaven aan de hand van een casus. Verdere onderdelen zijn: Bouwtechnische detaillering, Bouwfysica, regelgeving en geschiedenis van de seriematige grondgebonden woningbouw en duurzame detailleringen.

C01 t/m C07

THM2IPV


SLB2

Volgen slb-lessen. Op het beroepenveld oriënteren aan de hand van opdrachten bij:  Oriënterende stage  Bijwonen stagepresentaties Schrijven van reflecties op de producten uit course 2 en de samenwerking m.b.v. aangeleverde vragenlijst. Vullen portfolio met producten van course 2. Voorbereiden functioneringsgesprek en verslaglegging ervan. C09.

Vervaardigd tekenwerk: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Materiaal: toepassing, duurzame materiaalkeuze, Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken tijden Aanwezigheid van alle producten in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. Reflecties bevatten concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd. Volledige en heldere verslaglegging van het functioneringsgesprek.

C08 t/m C09

C06, C08 t/m C09

Tentaminering

16

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvor m

THM2AR-opdr

C

5,5

50%

Opdrachten

2 Thematoets Architectuur

THM2AR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM2IPV

C

5,5

0

Peerassessme nt

1 Deelopdrachten

4 Reflectie en SLB programma SLB2 V v 0 Schriftelijk De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens Korte omschrijving Deelopdrachten

Thematoets Architectuur




o o

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij/zij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante architectonische aspecten van een seriematig ontworpen woning uit te werken in een volledig advies op DO niveau. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden Expertassistentie uren gehouden, deze assistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. Onderdeel van de opdracht is eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren aan de hand van het identificeren van de vraag en de afweging van de mogelijke oplossingsrichting, het interpreteren van de informatie en de conclusies formuleren en verwerken binnen het ontwerp. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van architectuur, bouwtechniek, bouwfysica en themacolleges. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces- en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste keer voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling in de vorm van een POP

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas

17

o o o

13. 14.

Software Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17.

Onderwijsperiode

18.

Maximum aantal deelnemers


Opleiding

Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

Microsoft Office Word en Excel, Revit De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het ontwikkelen van een individuele woning binnen een seriematig woningbouwproject voor in de opdracht beschreven opdrachtgever. De architectonische aspecten van de opdracht bestaan uit schetsmatige alternatieven waarbij het gekozen alternatief op DO-niveau wordt uitgewerkt. Hierin wordt aandacht geschonken aan: het maken van:  Vervaardigen van een analyse van de stedenbouwkundige context  Het opstellen van een Programma van Eisen in relatie met de opdrachtgever  Het ontwikkelen van structuur- en schetsontwerptekeningen van plattegronden, gevels en doorsneden  Het maken van ruimtelijke modellen (maquettes / Revit)  Het opstellen van Bestek en indieninggereed maken middels het compleet tekenwerk . Excursie : relevante projectlocatie i.c.m. bouwlocatie , steenfabriek Hoor- en werkcolleges Architectuur (ARC2), Bouwtechniek (BWK2), Visualisatie (VIS2), Workshops en (tussen-)presentaties, Werkplaats Hoor- en werkcolleges Thema2 (THM2), Workshops communicatie (COM2) Onderzoeksvaardigheden (OND2) Expertassistentie uren Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 1, periode 2 Geen

OWE Course 2-CO Het Hollands Rijenhuis (Serial housing “Dutch Housing”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde 18

2. 3. 4.

5. 6.

Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken (Beroeps)Producten


7. 8.


9.

Competenties

propedeuse Constructief ontwerpen Voor het constructief ontwerp werkt de student in deze OWE aan de volgende producten: - Het opstellen van eenvoudige gewichtsberekeningen t.b.v ontwerp fundering (C02) - Het opstellen van een stabiliteitsbeschouwing van het gehele plan (C02) - Heipalen tekening, fundatietekening, begane grond tekening, 1ste en 2de verdiepingstekening (C03) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. Door het vervaardigen van de constructieve werkzaamheden wordt kennis ontwikkeld die noodzakelijk is voor het bouwkundig uitwerken van bouwprojecten. Met kennis van de constructie is het mogelijk de bouwkundige tekeningen op een waarheidgetrouwe manier uit te werken naar een Definitief Ontwerp Geen Bij het ontwikkelen van een rijenhuis zijn veel constructieve van toepassing, waaronder de globale dimpensioneringen van de constructie onderdelen van de hedendaags seriematige woningbouw. De duurzame aspecten zijn: milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:   

C02- Ontwerpen C03- Specificeren C06- Monitoren, toetsen en evolueren

Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.    10.



OWE

Indicatoren

-

THM2CO -opdr

-

-

-

Het opstellen van een fundatie advies gebaseerd op de huidige regelgeving en de verkregen informatie Vervaardigen van globale ontwerp berekeningen met de daarbij behorende tekeningen Heipalen tekening, fundatietekening, begane grond tekening, 1ste en 2de verdiepingstekening Het vervaardigen van een materialen matrix ten behoeven van de verschillende betonkwaliteiten


Competenties

De opdrachten worden beoordeeld op: toepassing van de verkregen kennis, inzicht, juiste analyse van de constructieve problemen Constructieve problemen vertalen naar mechanica modellen Volgorde van berekeningen Zorgvuldigheid en netheid maatvoering Expertassistentie is verplicht.

C01 t/m C07

19

Het identificeren van een onderzoeksvraag, afweging van mogelijke oplossingen, eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren, het interpreteren van informatie en conclusies formuleren De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis, vaardigheden van de bij THM2CO-opdracht omschreven producten (circa 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken. Onderwerpen kunnen zijn: -

THM2CO

        

MEC2

WIS2

Thm2IPV

Compleetheid Zorgvuldigheid en netheid Volgorde van berekeningen Verkregen kennis correct toegepaste kennis

C01 t/m C06

Er zijn correcte tekenen en berekenen gemaakt van D‐ en M‐lijnen voor statisch bepaalde constructies:  Liggers op twee steunpunten  Ingeklemde liggers  Geknikte liggers Scharnierliggers Juist kunnen uitwerken en oplossen van opgaven

C03


C06, C08 en C09

Bouwfysische aspecten stabiliteit, gewichtberekening ontwerpregels maatvoeringen, materiaalomschrijvingen, detaillering, materiaalkennis

handmatig tekenen van casus onderdelen In deze tweede mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de D‐ en M‐lijn voor puntlasten,  momenten, gelijkmatig verdeelde driehoeksbelasting. In deze tweede wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: Werken met goniometrie, limieten, en 1e afgeleiden. Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces.

C03

20

11.

Tentaminering

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdrachten Constructie

THM2COopdr

C

5,5

50%

Opdracht

2 Thematoets Constructie

THM2CO

C

5,5

50%

Schriftelijk

3 Individuele projectvaardigheden

THM2IPV

C

5,5

0

Peerassessment

4 Mechanica 2

MEC2

C

5,5

0

Schriftelijk

5 Wiskunde 2

WIS2

C

5,5

0

Schriftelijk

6 Mechanica 1 (beschrijving zie course1)

MEC 1

C

5,5

0

Schriftelijk

7 Wiskunde 1 ( Beschrijving zie course 1)

WIS 1

C

5,5

0

Schriftelijk

Deeltentamen

Korte omschrijving

Deelopdrachten Constructie

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante constructieve aspecten van een seriematig bouwwerk uit te werken aan de hand van geldende praktijkrichtlijnen en ontwerpregels. Onderdeel van de opdracht is eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren aan de hand van het identificeren van de vraag en de afweging van de mogelijke oplossingsrichting, het interpreteren van de informatie en de conclusies formuleren en verwerken binnen het ontwerp. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis, vaardigheden van de bij THM2CO-opdracht omschreven producten circa 75% gecombineerd met aanvullende lijnvakken. Onderwerpen kunnen zijn:  Bouwfysische aspecten  stabiliteit,  gewichtberekening  ontwerpregels  maatvoeringen,

Thematoets Constructie

21

Individuele projectvaardigheden

Mechanica 2

Wiskunde 2 12.


13. 14.


15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

o o o o o o o o o o o -

 materiaalomschrijvingen,  detaillering,  materiaalkennis. handmatig tekenen van onderdelen van een casus Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. In deze tweede mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de D‐ en M‐lijn voor puntlasten, momenten, gelijkmatig verdeelde driehoeksbelasting. In deze tweede wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: Werken met goniometrie, limieten, en 1e afgeleiden.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

Microsoft office Word en Excel, MS Project, Software for Planning SE Opstellen van een fundatie advies inclusief gewichtsberekening Opstellen van begane grond vloerenplan Het vervaardigen van constructieve tekeningen van het rijenhuis (1:100) Het vervaardigen van constructieve details (1:5) Stabiliteitsbeschouwing opstellen aan de hand van de NPR 6791 Excursie bouwproject Workshops Hoor- en werkcolleges Constructie (CO 2), Bouwmaterialen (BMA2), Themacolleges (THM 2), Mechanica (MEC 2), Wiskunde (WIS 2), Expertassistentie (aanwezigheid en inbreng voor groep en groepsleden verplicht, 80 %) Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 22

17. 18.


Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3. 4.

5. 6.

7. 8.

Opleiding Doelgroep Beroeps- taak/taken (Beroeps)Producten



Studiebegeleiding (deel)tentamens Overige activiteiten Projectwerk Zelfstudie Totaal Blok 2, Semester geen

20 10 8 50 50 210 uur

OWE Course 3-BT Herbestemming: “Het oude Gebouw” (Building Repurposing: “The old building”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Voltijd Propedeuse Bouwtechnisch ontwerpen (BT)  Bouwtechnische en constructieve aanpak beschrijving;  Een inventarisatie en analyse van het bestaande gebouw;  Analyse van een bestaand energetische concept en toepassing ervan;  Beperkte omgevingsvergunning toets op bruikbaarheid en veiligheid;  Uitwerking van het SO op basis van een gegeven PVE tot technisch ontwerp (TO);  Tekeningen van het ontwerp op niveau TO;  Bepalen EPG, bepalen milieu classificering van de toegepaste materialen;  Presentatie. 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze OWE waarin de beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ centraal staat, wordt ingegaan op bouwtechnische uitwerking van de herbestemming. In de OWE Course 3-OR staat de beroepstaak ‘Organiseren’ centraal en wordt ingegaan op de organisatorische aspecten van de herbestemming. De casus waaraan gewerkt wordt is voor beide OWE’s de zelfde. In de OWE Course 4-AR en OWE Course 4-CO, wordt individueel doorgewerkt op dezelfde casus. Mechanica (MEC3 voor HAVO/VWO en MEC1 voor MBO) en Wiskunde (WIS3 voor HAVO/VWO en WIS1 voor MBO) wordt afgerekend in OWE course 4-CO Geen In deze course wordt een haalbaarheidsstudie gedaan voor de herbestemming van een bestaande gebouw. Er is speciale aandacht voor verschillende energetische concepten en de bouwkundige verbeteringen aan het gebouw, hetgeen uiteindelijk resulteert in een bouwtechnische rapportage. 23

9.

Competenties

10.


In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C04- Realiseren  C05 - Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren OWE Indicatoren beoordelingen Competentie s Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de De producten zijn: C01 t/m C07 THM3BTuitgangspunten van de opdracht, met als onderdelen:  Compleet; opdr  

Wervend plan van aanpak; Mondelinge presentatie van één duurzaamheidsconcept;.  Getekend rapport van de analyse van het bestaande gebouw;  Opzet uitwerking van het ontwerp van de herbestemming. Het opstellen van beslissingsdocumenten ten aanzien van de verdere uitwerking van het bestaande gebouw, met als onderdelen:  Een goed geïllustreerd rapport over de technische uitwerking van de toepassing van het gepresenteerde duurzaamheidsconcept;  Een goed geïllustreerd rapport over de bouwbesluittoetsing;  Een eerste aanzet voor een detailboek, met daarin individuele (handgetekende) details;  Een goed geïllustreerd rapport over de bouwfysische analyse op het gebied van warmteweerstand en vocht;  Overzicht duurzame materialisatie. Het analyseren van de bestaande constructie met als onderdelen:  Rapportage analyse;  Constructie overzichten

 

Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht; Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld.

De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld.

De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld;

24

C08: tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd.

Expertassistentie is verplicht.

THM3BT

Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden bouwtechniek, bouwfysica, bouwmaterialen, constructie, architectuur, installatietechniek, visualisatie, werken themacolleges.

Thm3IPV


INTP

Integrale bouwkundige ontwikkeling

Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica en installatietechniek met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten  Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten.  Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.  Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen  De Algemene HBO-competenties; op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart

Inhoud en indeling portfolio

HBO-kaart

SLB 11.

Een kopie van het Formulier Integrale Toets Propedeuse wordt door de student bewaard. Ontwikkeling van de student wordt helder en navolgbaar beschreven met vermelding van de ontwikkelde competenties.

Student maakt per opdracht een reflectie over zijn ontwikkeling binnen de groep

C01 t/m C06

C08 & C09

C07 t/m C09

C06, C08 en C09

Tentaminering Deeltentamens

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM3BTopdr

C

5,5

50%

Opdrachten

2 Thematoets Bouwtechniek

THM3BT

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM3IPV

C

5,5

0

Peerassessment

4 Reflecteren en SLB opdrachten

SLB3

V

nvt

0

Schriftelijk

1 Deelopdrachten

25

5 Integrale toets pospropedeuse

INTP

V

nvt

0

assessment

De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten (MBO-route) Deeltentamens Deelopdrachten

Thematoets Bouwtechniek


Reflecteren en SLB opdrachten INTP

12.


o o o o o o

Korte omschrijving Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante constructieve aspecten van een herbestemmingsproject uit te werken in een volledig haalbaarheidsonderzoek. Alle opgeleverde producten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden Expertassistentie uren gehouden, deze expertassistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de gegeven (thema)colleges . Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV voor de gehele OWE. De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling. De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle BWK en HBO competenties op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus course-overstijgend.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfysica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff.

26

o o o o o

13.

Software

14. 15.

Activiteiten Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3.

Opleiding Doelgroep Beroeps- taak/taken

Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per module worden gebruikt: voor overzicht zie betreffende MIF

MS Office (Word, Excel en evt. Publisher), 3D tekensoftware: Revit en webbased online tools. Facultatief: MS project, Adobe Indisign of Sketchup. De studenten werken in groepen van 5 tot zeven personen aan de themaopdracht. Hoorcolleges voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen die nodig zijn om aan de beroepstaak te werken. In werkcolleges werken de studenten onder begeleiding opdrachten uit die bijdragen aan de transfer van de kennis. Workshops communicatie voor het werken aan communicatievaardigheden. Fietsexcursie geldt als introductie en aanvulling op het thema Hoor- en werkcolleges Bouwtechniek (BWK3), Bouwmaterialen (BMA3), Bouwfysica (BYS3), Constructie (CON3), Architectuur (ARC3), en Visualisatie (VIS3) Hoor- en werkcolleges Thema (THM3), Wiskunde (WIS3), Mechanica (MEC3) Workshops communicatie (COM3) Workshop onderzoeksvaardigheden Expertassistentie uren Hoorcolleges 20 Werkcolleges 40 Studiebegeleiding 15 (deel)tentamens 5 Overige activiteiten 10 Projectwerk 70 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 2 periode 3 (HAVO/VWO-instroom) en Semester 1 periode 1 (MBO-instroom) Geen

OWE Course 3-OR Herbestemming: “Het oude Gebouw” (Building Repurposing: “The old building”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse Organisatie (OR), niveau 1 (basis)

27

4.

(Beroeps)Producten

5.

Studiepunten/ tudielast Samenhang met andere OWE’s

6.

7. 8.


9.

Competenties

De beroepsproducten bestaan uit; Haalbaarheidsonderzoek regelgeving uitbreiding  Haalbaarheidsonderzoek - planologische haalbaarheid (C03) - praktische haalbaarheid (C01 / C02 / C03) - financiële haalbaarheid (C03) - Chronologische haalbaarheid (C03 / C04)  Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidsonderzoek (C06)  Presentatie (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie. De OWE course 3BT richt zich op de praktische haalbaarheid van het gekozen herbestemmingsproject, terwijl de OWE course 3-OR zich op de organisatorische aspecten van haalbaarheid richt. Mechanica (MEC3 voor HAVO/VWO en MEC2 voor MBO) en Wiskunde (WIS4 voor HAVO/VWO en WIS2 voor MBO) worden in deze course OWE course 4-CO. Geen Om een uitspraak te kunnen doen over de haalbaarheid van de herbestemming, is kennis en onderzoek vanuit beide beroepstaken noodzakelijk. Uiteindelijk zal een rapportage de samenhang van de producten aantonen waarin de haalbaarheid op 4 niveaus wordt aangegeven zijnde: planologisch (regelgeving en juridisch), praktisch (bouwtechnisch), financieel en chronologisch. uitgangspunt bij deze haalbaarheid is één gefundeerde keuze uit vier duurzaamheidsconcepten. De organisatorische haalbaarheid van dit project richt zich op omgevingsgerichte en objectgerichte haalbaarheid van de herbestemming van dit oude gebouw.

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:      

C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realiseren C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren




OWE

Indicatoren


28

THM3ORopdr

THM3OR

Thm3IPV

Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de huidige toestand van het herbestemmingsgebouw, met als onderdelen:  Een plan van Aanpak van de totale opdracht (C01)  Een inventarisatie en analyse van het bestaande gebouw ten aanzien van de logistiek, materialisatie, benodigde ingrepen t.b.v. functiewijziging (C01 / C02) Het opstellen van een P.v.E., en mogelijke uitwerkingen daarvan in de vorm van varianten ten aanzien van de uitbreiding van het herbestemmingsgebouw, met als onderdelen:  Een uitvoeringsplan, m.n. gericht op bereikbaarheid en veiligheid tijdens uitvoering (C05)  Een bouwbesluit- en brandveiligheidstoets (C02)  Bestekartikelen (met bijbehorende bestektekeningen) van de duurzame sloop en van de nieuwe opbouw (C03)  Een begroting op detailniveau van voornoemde bestekartikelen (C04) Het opstellen van een rapportage m.b.t. de uitbreiding van het renovatiegebouw, met als onderdelen:  Een planning van de bouwwerkzaamheden (C04)  Een investeringsraming (C02, C05)  Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidsonderzoek (C08) Tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd. Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden organisatie, bouwtechniek, bouwmaterialen, constructie, architectuur, visualisatie, werken themacolleges.


De producten zijn:  Compleet;  opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Kennis op juiste wijze toegepast volgens de aangereikte theorieën  geven inzicht in het te volgen proces  duidelijk en navolgbaar

C01 t/m C07

De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Kennis van de theorie navolgbaar toegepast  duidelijke en navolgbaar  toegepaste methodieken zoals aangegeven tijdens de colleges  producten geven blijk van inzicht.  in de uitwerkingen worden de bronnen vermeld volgens APA-norm

De producten zijn:  Compleet;  Taalkundig correct en professioneel  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld;  Op basis van de aangeleverde producten zijn heldere en goed beargumenteerde conclusies getrokken mbt de haalbaarheid van het project als geheel. Expertassistentie is verplicht, Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Materiaal: toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming.

C01 t/m C06

Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken

C08 C09

29

INTP




Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten



Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten. Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.

 




HBO-kaart



WIS3 MEC3

11.

Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen Een actuele cijferlijst is opgenomen De Algemene HBO-competenties; comp. C07, C08 en C09 zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart

Een kopie van het Formulier Integrale Toets Propedeuse wordt door de student bewaard.  Opgaven worden correct en controleerbaar uitgewerkt en opgelost  De berekeningen worden correct uitgevoerd met de juiste gegevens, duidelijk beschreven en waar nodig voorzien van duidelijke, relevante schetsen.

Hebben van basiskennis van inverse functies, integreren. Kennis kunnen toepassen. Berekenen van zwaartepunt, weerstandsmoment en traagheidsmoment van niet-symmetrische doorsneden. Berekenen van lengteveranderingen door normaalkracht en temperatuur. Dimensioneren van een ligger op buiging

C01 t/m C09

C03


Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdrachten

THM3ORopdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM3OR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM3IPV

C

5,5

0

Peerassessment

4 Integrale toets propedeuse

Asssessment

5 Wiskunde 3

INTP V nvt 0 WIS3: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4

6 Mechanica 3

MEC3: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4

Schriftelijk

7 Wiskunde 1 (MBO)

WIS1: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4

Schriftelijk

Schriftelijk

30

8 Mechanica 1 (MBO)


Schriftelijk

De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens

Korte omschrijving

Deelopdrachten



Integrale propedeuse Wiskunde 3 Mechanica 3

Wiskunde 1 (MBO)

toets

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante organisatorische aspecten van een herbestemmingsproject uit te werken in een volledig haalbaarheidsonderzoek. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden expertassistentie-uren gehouden. Deze expertassistentie-uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘organisatie’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van organisatie, bouwmaterialen, constructie, architectuur, visualisatie, werken themacolleges. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces- en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen, de eerste keer voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV-beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle competenties C01 t/m C09 op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus course-overstijgend. Hebben van basiskennis van inverse functies, integreren. Kennis kunnen toepassen.. Opgaven worden correct en controleerbaar uitgewerkt en opgelost Berekenen van zwaartepunt, weerstandsmoment en traagheidsmoment van nietsymmetrische doorsneden. Berekenen van lengteveranderingen door normaalkracht en temperatuur. Dimensioneren van een ligger op buiging. De berekeningen worden correct uitgevoerd met de juiste gegevens, duidelijk beschreven en waar nodig voorzien van duidelijke, relevante schetsen. vergelijkingen, machten, functies, goniometrie. Noodzakelijk voor het uitwerken van praktische, beroepsgerichte vraagstukken. Opmerking: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4-CO 31

Mechanica 1 (MBO)

12.


13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


Titel onderwijseenheid (OWE)

o o o o o o o o o o o

Theorie van de mechanica met uitwerkingen/voorbeelden uit de bouwpraktijk: Krachtenleer, bepaling resultanten, opleggingen, evenwicht van statisch bepaalde liggers, inwendige krachtswerking, oplegreacties, Pendelstaven. Opmerking: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4-CO


Microsoft office Word en Excel, , 3D tekensoftware: Revit en webbased online tools. KPD Gebouwbestek (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) Microsoft Project (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) De student werkt in een groep van vier tot zes personen aan het opstellen van een haalbaarheidsstudie voor de in de opdracht beschreven herbestemmingsopgave. Excursie naar de herbestemmingsgebouwen Hoor- en werkcolleges Organisatie (ORG3), Bouwtechniek (BWK3), Bouwmaterialen (BMA3), Visualisatie (VIS3), Constructie (CON3), Architectuur (AR3), Hoor- en werkcolleges Thema3 (THM3); Expertassistentie uren. Hoorcolleges 25 Werkcolleges 50 Studiebegeleiding 18 (deel)tentamens 12 Overige activiteiten 5 Zelfstudie 100 Totaal 210 uur Semester 2, periode 3 (HAVO/VWO-instroom) en Semester 1 periode 2 (MBO-instroom) Geen

OWE Course 4-AR “Het woonhuis” (The dwelling House) 32

1. 2. 3. 4.


5.


6.

7. 8. 10.

Ingangseisen Algemene omschrijving Competenties

Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Voltijd Propedeuse (1ste semester MBO instroom 2016-2017 en 2de semester HAVO instroom) Architectonisch ontwerpen (AR)  Architectonische analyse;  Ontwerpvarianten n.a.v. zelf opgesteld PVE d.m.v. toelichtende schetsen;  Uitwerking van het ontwerp op basis van de gegenereerde ontwerpvarianten tot voorontwerp (VO);  Tekeningen van het ontwerp op niveau VO, inclusief gevelfragment  Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO;  Getekend verslag toetsing duurzaamheidsconcept;  Schetsboek visualisatie en maquette;  voorbereiding omgevingsaanvraag;  Presentatie. 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze OWE wordt individueel doorgewerkt op basis van de resultaten van de themaopdracht van OWE Course 3-BT en OWE Course 3-OR, mits deze beoordeeld is met een voldoende. Anders wordt een vervangende uitwerking beschikbaar gesteld. In deze OWE waarin de beroepstaak ‘architectonisch ontwerpen’ centraal staat wordt ingegaan op ruimtelijke en technische uitwerking van de uitbreiding aan het bestaande gebouw. In de OWE Course 4-CO staat de beroepstaak ‘Constructief ontwerpen’ centraal en wordt ingegaan op de constructieve aspecten van de uitbreiding. De casus waaraan gewerkt wordt is voor beide OWE’s hetzelfde. Mechanica (MEC3 en MEC4 voor HAVO/VWO en MEC1 en MEC2 voor MBO) en Wiskunde (WIS3 en STAT4 voor HAVO/VWO en WIS1 en WIS2 voor MBO) wordt afgerekend in OWE course 4-CO Geen In deze course wordt in een serie van opdrachten gewerkt aan het realiseren van een passende uitbreiding voor het bestaande gebouw. De activiteiten staan in het teken van de uiteindelijke aanvraag van een omgevingsvergunning In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C04- Realisatie  C05- Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren 33

10.


OWE

THM4ARopdr

THM4AR

Thm4IPV

Indicatoren


Architectonische analyse, waarin de architectonische opgave wordt geïdentificeerd, een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen wordt gemaakt en informatie wordt geïnterpreteerd;  Ontwerpvarianten en alternatieven d.m.v. toelichtende schetsen;  Getekend verslag toetsing bouwbesluit en duurzaamheid. Met aandacht voor het identificeren van de juiste vraag en het afwegen van de mogelijke oplossingen. Voor een correcte interpretatie van de informatie en het formuleren van steekhoudende conclusies, die geïmplementeerd worden bij de uitwerking van de uitbreiding;  Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO;  Bouwkundig tekenwerk (1:50-1:200) VO, met plattegronden, doorsneden, gevels en gevelfragment;  Maquette;  aanvraag omgevingsvergunning  Presentatieposter. Tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst middels een assessment. Dit betreft een toetsing op de verworven kennis en vaardigheden aan de hand van een door de student vervaardigd showcaseportfolio. Onderwerpen kunnen zijn:  architectuurgeschiedenis,  architectuuranalyse,  Bouwbesluittoetsing  handmatig tekenen van casusonderdelen (visualisatie), gevels, plattegronden en details.  Bouwfysica  bouwmaterialen Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces tijdens de ateliers / assistentie uren met de expert en studentengroep.

Algemene beoordelingscriteria  Analyses en verslagen worden hoofdzakelijk opgezet met beeldmateriaal en tekeningen ;  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid en relevantie  Producten zijn logisch van opbouw : geordend en gestructureerd, hoofd- en bijzaken gescheiden  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correct taalgebruik v.w.b. formulering en spelling  Tekeningen zijn goed leesbaar en voorzien van relevante informatie.  Het methodisch onderzoeksdeel wordt getoetst op kennis, inzicht en toepassing .



Expertassistentie is verplicht,       

Duidelijk en navolgbaar opgesteld Professionele uitstraling Vermelding van de juiste methodieken Taalkundig voldoende max 2 fouten per pagina Actief taakgebruik Duidelijke en bouwtechnisch correcte tekeningen Kan inhoudelijk aangereikte leerstof toepassen

Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken tijden  overbrengen van beroepsgericht informatie kan overbrengen  kan zijn werk op een juiste wijze structureren en presenteren  geeft op de juiste wijze feedback  staat open voor kritiek en dan deze ook verwerken

34

INTP






11.

Tentaminering

Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven. Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen Een actuele cijferlijst is opgenomen De Algemene HBO-competenties zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart


 

HBO-kaart

Een kopie van het Formulier Integrale Toets Propedeuse wordt door de student bewaard.

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdrachten

THM4ARopdr

C

5,5

50%

Opdrachten

2 Assessment Architectuur

THM4AR

C

5,5

50%

Mondeling


THM4IPV

C

5,5

geen

Peerassessmen t

4 Integrale toets propedeuse INTP V Nvt geen assessment De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens Deelopdrachten

Assessment architectuur

Korte omschrijving Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student individueel in het architectonische ontwerp zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt. Alle opgeleverde producten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. Onderdeel van de opdracht is het identificeren van een onderzoeksvraag met een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden assistentie gegeven, deelname hieraan is voor iedereen verplicht en wordt geregistreerd. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst middels een assessment. Dit betreft een toetsing op de verworven kennis en vaardigheden aan de hand van een door de student vervaardigd showcaseportfolio. Onderwerpen kunnen zijn:  architectuurgeschiedenis,  architectuuranalyse,  Bouwbesluittoetsing

35




Integrale propedeuse 12.


13.

Software

14. 15.


16.

Les-/contacturen


toets

handmatig tekenen van casusonderdelen (visualisatie), gevels, plattegronden en details.  Bouwfysica  bouwmaterialen Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten en de tutor een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor en de experts. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de gehele OWE. De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle competenties op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus course-overstijgend.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfysica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per module worden gebruikt: overzicht zie betreffende MIF

MS Office (Word, Excel en evt. Publisher), 3D tekensoftware: Revit en webbased online tools. Facultatief: Adobe Photoshop. Studenten werken individueel aan de themaopdracht.  Hoorcolleges, dit zijn bijeenkomsten die worden ingezet voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen;  Werkcolleges, dit zijn bijeenkomsten waarbij de studenten onder begeleiding studievragen uitwerken die bijdragen aan de kennisoverdracht van specifieke onderwerpen;  Themacolleges, dit zijn hoorcolleges die gegeven worden door experts en/of gastsprekers;  Excursie(s);  Assistenties;  Workshops. Hoorcolleges 20 Werkcolleges 40 Studiebegeleiding 15 Overige activiteiten 10 36

17. 18.




5.


6.

7. 8. 9.


Projectwerk 75 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 2, periode 4 (HAVO/VWO-instroom) en Semester 1 periode 2 (MTS-instroom) Geen

OWE Course 4-CO “Het woonhuis” (The dwelling House) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse Constructief ontwerpen (CO) niveau 1 (basis) De beroepsproducten bestaan uit;  Plan van Aanpak (C01)  Alternatieven voor de constructie van de ontwerpvarianten op niveau VO (C02 en C06)  Tekenwerk van het definitief ontwerp van constructieve plattegronden, doorsneden en kritische details op niveau DO (C04)  Indienen aanvraag omgevingsvergunning: sterkteberekeningen van de constructieonderdelen uitgevoerd in hout en/of staal (C03)  Presentatie (C09)  Maquette (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze OWE wordt individueel doorgewerkt op basis van de resultaten van de themaopdracht van OWE Course 3-BT en OWE Course 3-OR, mits deze beoordeeld is met een voldoende. Anders wordt een vervangende uitwerking beschikbaar gesteld. In deze OWE waarin de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ centraal staat wordt ingegaan op ruimtelijke en technische uitwerking van de uitbreiding aan het bijgebouw met woonfunctie. In de OWE Course 4-CO staat de beroepstaak ‘Constructief ontwerpen’ centraal en wordt ingegaan op de constructieve aspecten van de uitbreiding. De casus waaraan gewerkt wordt is voor beide OWE’s hetzelfde. Mechanica (MEC3 en MEC4 voor HAVO/VWO en MEC1 en MEC2 voor MBO) en Wiskunde (WIS3 en STAT4 voor HAVO/VWO en WIS1 en WIS2 voor MBO) wordt afgerekend in OWE course 4-CO Geen In deze course wordt in een serie van opdrachten gewerkt aan het realiseren van een passende uitbreiding: een bijgebouw met woonfunctie voor het bestaande gebouw. In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod: 37

 C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C04- Realisatie  C05- Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren 10.


OWE

Indicatoren

THM4COopdr      

SLB4

HBO4

Een plan van Aanpak van de totale opdracht (C01) Constructieontwerpen van de ontwerpvarianten (C02) Constructieberekeningen volgens Eurocode (C06) Constructietekeningen en detailleringen (C03, C04) Maquette (C08) Presentatieposter (C08)

Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria  Compleet;  Analyses en verslagen worden hoofdzakelijk opgezet met beeldmateriaal en tekeningen;  Producten zijn logisch van opbouw : geordend en gestructureerd, hoofd-en bij zaken gescheiden  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast, correct taalgebruik vwb. formulering en spelling  Juiste toepassingen van de methodes volgens Eurocode met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Tekeningen zijn goed leesbaar en voorzien van relevante informatie.

Tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd.

Expertassistentie is verplicht

Volgen slb-lessen.  POP voor semester 2 Voorbereiden op stages a.d.h.v. opdrachten:  Sollicitatiebrief + CV  StagePOP Schrijven reflectieverslag course 3+4 m.b.v. aangeleverd format (HAVO instroom) Aanvullen portfolio volgens aangeleverd indelingsformat. Volgen en actief deelnemen aan alle communicatie workshops en sollicitatietraining. Uitvoeren van vergader gerelateerde opdrachten: • Opstellen agenda • Notuleren • Voorzitten Het geven van een presentatie gerelateerd aan een course Voorbereiden functioneringsgesprekken en verslaglegging ervan.

Aanwezigheid van alle producten in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. (Stage)POP is SMART geformuleerd en bevat verschillende leerdoelen. Reflectieverslag bevat concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd.

Actief meedoen aan de communicatieworkshops en sollicitatietraining. Vergadervaardigheden aangetoond Presentatie vaardigheden aangetoond Volledige en heldere verslaglegging van de functioneringsgesprekken.

38



INTP Integrale bouwkundige ontwikkeling

   


HBO-kaart

MEC3

MEC4

WIS3 WIS4 11.

Tentaminering


Berekenen van zwaartepunt, weerstandsmoment en traagheidsmoment van niet-symmetrische doorsneden. Berekenen van lengteveranderingen door normaalkracht en temperatuur. Dimensioneren van een ligger op buiging. Berekenen van de schuifspanning over de hoogte van de doorsnede bij een op dwarskracht belaste ligger. Berekenen van de kracht in de staven van een vakwerkligger met methode Ritter. Rekenen met combinaties van buigspanningen en normaalspanningen. Kennis hebben van het principe van voorspanning. Bepalen van de kerndoorsnede bij op buiging belaste liggers met centrische en/of excentrische belasting. Hebben van basiskennis van inverse functies, integreren. Kennis kunnen toepassen. Werken met statistiek: onnauwkeurigheden, kansen, gemiddelde, variantie, standaardafwijking, alternatieve verzamelingen, steekproeven

Deeltentamens

Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten. Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven. Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen Een actuele cijferlijst is opgenomen De Algemene HBO-competenties; comp. C07, C08 en C09 zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart

De berekeningen worden correct uitgevoerd met de juiste gegevens, duidelijk beschreven en waar nodig voorzien van duidelijke, relevante schetsen.


Opgaven worden correct en controleerbaar uitgewerkt en opgelost Opgaven worden correct en controleerbaar uitgewerkt en opgelost.

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM4CO-opdr

C

5,5

100%

Opdrachten


INTP

V

n.v.t.

0

Assessment

3 HBO4

HBO4

V

n.v.t.

0

Schriftelijk

4 SLB4

SLB4

C

5,5

0

Schriftelijk

3 Mechanica 3 (HAVO)

MEC3

C

5,5

0

Schriftelijk

4 mechanica 4 (HAVO)

MEC4

C

5,5

0

Schriftelijk

5 Wiskunde 3 (HAVO)

WIS3

C

5,5

0

Schriftelijk

1 Deelopdrachten

39

6 Wiskunde 4 (HAVO) WIS4 C 5,5 0 Schriftelijk De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens

Korte omschrijving

Deelopdrachten

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student individueel in het constructieve ontwerp zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt. Alle opgeleverde producten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. Onderdeel van de opdracht is het identificeren van een onderzoeksvraag met een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen.




13.

Software

14. 15.



toets

Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden assistentie gegeven, deelname hieraan is voor iedereen verplicht en wordt geregistreerd. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces- en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen, de eerste keer voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV-beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle BWK- en HBOcompetenties op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus course-overstijgend.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfysica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

MS Office (Word, Excel en evt. Publisher), 3D tekensoftware: Revit en webbased online tools. Facultatief: Adobe Photoshop. Studenten werken individueel aan de themaopdracht.  Hoorcolleges, dit zijn bijeenkomsten die worden ingezet voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen; 40



16.

Les-/contacturen

17. 18.


Werkcolleges, dit zijn bijeenkomsten waarbij de studenten onder begeleiding studievragen uitwerken die bijdragen aan de kennisoverdracht van specifieke onderwerpen;  Themacolleges, dit zijn hoorcolleges die gegeven worden door experts en/of gastsprekers;  Excursie(s);  Assistenties;  Workshops. Hoorcolleges 20 Werkcolleges 40 Studiebegeleiding 15 Overige activiteiten 10 Projectwerk 75 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 2, periode 4 (HAVO/VWO-instroom) en Semester 1 periode 2 (MBO instroom) Geen

41

Voltijd-MBO OWE Course 1-BT Demontabel bouwen “De Strandtent” (Demountable building “The Beach Club”)



5.


6.

7. 8.


9.

Competenties

Bouwkunde Propedeuse Bouwtechnisch ontwerpen (BT) De beroepsproducten bestaan uit;  Duurzaam, montage- en demontageplan (C04)  Ontwerpen van een strandtent (C01/02)  Maquette (C04)  Milieuvriendelijk materiaalgebruik (C03/05)  Tekenwerk van plattegronden, kap, details, aanzichten en doorsnede (C04)  Montagetechnieken (C04)  Autarkische strandtent m.b.t. installaties (C02) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie. De OWE course 1-BT richt zich op het bouwtechnisch ontwikkelen van een seizoensgebonden project, terwijl de OWE OR1 zich op de organisatorische zaken richt. Daarnaast komen de overige beroepstaken Architectonisch ontwerpen en Constructief ontwerpen aan bod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Integratie van de vier beroepstaken is noodzakelijk om dit project te realiseren. Geen Bij het ontwikkelen van een strandtent zijn veel bouwtechnische aspecten van toepassing, waaronder de technische realisatie, materiaalkeuze, installatie, constructieve aspecten en de visualisatie van een demontabel gebouw. Hiervan wordt een model gemaakt. De duurzame aspecten zijn: milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering en een autarkisch strandtent m.b.t. installaties.

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) (basis) aan bod:      

C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realiseren C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evalueren

42




OWE THM1opd r

Indicatoren




C01 / C02 / C07

getoetst op kennis, inzicht en toepassing waarbij duidelijkheid, overzichtelijke uitwerkingen, netheid van belang zijn. Inhoudelijk wordt er getoetst op maatvoering, materiaalkeuze, duurzaamheidaspecten, correcte bouwtechnische oplossingen zijn gegenereerd Juist materiaal en materieel toegepast voor uitvoering worden getoetst op kennis, inzicht en toepassing.

C01/C02/C03/C05


C06

Maken van een elementenboek, visualisatietekeningen, bouwfysica opdracht, materialenopdrachten, duurzame installaties, bouwtechnische onderdelen t.b.v. het montage en demontageboek tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd.

Competenties

C02/C03/C04

THM1BT

Aan de orde komen: bouwtechnische vraagstukken m.b.t. een demontabel gebouw, constructieve en architectonische eigenschappen, duurzame detailleringen, installatie, bouwfysica, materialen


C02 /C07

Thm1IPV



C08 / C09

43

SLB1

11.

Tentaminering

Volgen slb-lessen. Schrijven CV, autobiografie, startprofiel en sterkte- zwakteanalyse.. Op het beroepenveld oriënteren aan de hand van opdrachten bij:  Bedrijvendag  Oriënterende stage  Bijwonen stagepresentaties Reflecteren op de producten en de samenwerking in course 1 met behulp van aangeleverde vragenlijst. Eerste opzet portfolio maken volgens aangeleverd indelingsformat. Voorbereiden functioneringsgesprek en verslaglegging ervan. C09.

Deeltentamens

Aanwezigheid van alle producten in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. Reflecties bevatten concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd. Volledige en heldere verslaglegging van het functioneringsgesprek

C08 / C09

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM1opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM1BT

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM1IPV

C

5,5

0

Peerassessment


5 Reflectie en SLB programma SLB1 V v 0 Schriftelijk De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens Deelopdrachten

Thematoets bouwtechniek


Korte omschrijving Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante bouwtechnische aspecten van een demontabel bouwwerk uit te werken in een volledig montage/demontageplan. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden expertassistentie uren gehouden, deze expertassistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. Onderdeel van de opdracht is het identificeren van een onderzoeksvraag met een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van bouwtechniek, bouwmaterialen, bouwfysica werken themacolleges. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer 44



13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen


assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling.


office studentenpakket; te koop via surfspot https://www.surfspot.nl/homepage.htm?returnUrl=%2fSURFspot%2fTask PowerPoint, PowerProject De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het ontwikkelen van een strandtent voor in de opdracht beschreven opdrachtgever. De bouwtechnische aspecten van de opdracht bestaan uit het opstellen van tekeningen t.b.v. het montage en demontage plan. Hierin wordt aandacht geschonken aan: - Ontwikkelen van een strandtent - Maken van fundatie, plattegrond, kap en doorsnede tekeningen - Duurzame detailleringen m.b.t. tot montagetechnieken - Milieuvriendelijke materiaalkeuzen - Stabiliteit van het gebouw - Duurzame installaties m.b.t. autarkische strandtent - Bouwfysische aspecten. Excursie Strandtent te Scheveningen (Demontabele strandtent) Hoor- en werkcolleges Bouwtechniek (BWK1), Bouwmaterialen (BMA1), Visualisatie (VIS1), Bouwfysica (FYS1) Hoor- en werkcolleges en workshop; Constructief ontwerpen (THM1) Workshops communicatie (COM1), Architectuur (ARC1) en Constructie (CON1) en Workshop Onderzoeksvaardigheden (OND1) Expertassistentie uren Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 45

20. 21.


(deel)tentamens Overige activiteiten Projectwerk Zelfstudie Totaal Semester 1, periode 1 Geen

OWE Course 1-OR Demontabel bouwen “De Strandtent” (Demountable building “The Beach Club”)


5. 6.

Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken (Beroeps)Producten


7. 8.


9.

Competenties

10 8 50 50 210 uur

Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde propedeuse Organisatie (OR) Voor het montage/demontageplan werkt de student in deze OWE aan de volgende producten: - Bouwplaats inrichtingen (C02/03) - Materieel (C03) - Mensinzet en mensuren (C03/04) - Begroting en kosten bepaling (C03) - Logistiek (C04) - Planning (C06) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken organisatie en bouwtechnisch ontwerpen. De OWE course 1-OR richt zich op de organisatorische zaken van een seizoensgebonden project, terwijl de OWE BT-1 zich richt op het bouwtechnisch te ontwikkelen. Daarnaast komen de overige beroepstaken architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen aan bod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Integratie van de vier beroepstaken noodzakelijk om dit project te realiseren. Geen De organisatorische aspecten van een demontabel gebouw worden aan de hand van de ontworpen strandtent duidelijk gemaakt. Het doel is om inzicht te schaffen in: de inzet van personeel, planning, logistiek. Tevens zal deze problematiek tot uiting komen bij het vervaardigen van de maquette .

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) (basis) aan bod:  

C02- Ontwerpen C03- Specificeren 46

 

C04- Realiseren C06- Monitoren, toetsen en evolueren




OWE

THM1ORopdr

Indicatoren Vanuit de transport en montage middelen alternatieven en varianten ontwikkelen Kennis verkrijgen van de deelnemers van het bouwproces Maken en het vervaardigen van logistieke bouwplaats tekening, berekenen van de inzet van arbeid, materiaal en materieel i.v.m. kostenaspecten. Het vervaardigen van een maquette. Logistiek en opslagproblematiek in kaart brengen en oplossen aan de hand van een klein onderzoekje door het identificeren van de juiste vraag en het afwegen van de mogelijke oplossingen.

THM1OR

Tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd. Van organisatorische vraagstukken m.b.t. een demontabel gebouw. Aan de orde komen onderdelen van visualisatie, opzetten van een planning, aspecten m.b.t. deelnemers aan het bouwproces, vergunningen stelsel. Arbeids- en kosten aspecten. De volledige kennis verkregen tijdens de thema colleges en vak colleges.


Competenties

De organisatorisch aspecten van de opdrachten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: Kennis, inzicht en toepassing . Aangereikt document: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Bereken methodieken m.b.t. Materiaal, Arbeid, Materieel, Onderaanneming, Stelposten. Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Aantonen dat met de gekozen uitvoeringsmethode de gevraagde kwaliteit in voldoende mate geborgd kan worden. Het kritieke pad in de planning wordt bepaald. Benoemt de inzet van personeel en materieel. Benoemt de belangen van de opdrachtgever en opdrachtnemer. Bestemmingsplan en vergunningen zijn hierbij betrokken. Expertassistentie is verplicht,

C03 / C04 /C07

Vervaardigd tekenwerk: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de verkregen formules en formuleringen betreffende materiaal toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming.

C01 / C03 /C04

C06

47

Thm1IPV

11.



C08 /C09

Tentaminering Code

Cijfer Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm


THM1opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM1OR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM1IPV

C

5,5

0

Peerassessment

Deeltentamens

Deeltentamen

Korte omschrijving

Deelopdracht Organisatie

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante organisatorische aspecten van een demontabel bouwwerk uit te werken in een volledig montage/demontageplan. Tevens laat de groep middels de werkzaamheden in de werkplaats (WPL1) zien dat gestructureerd kan worden gewerkt. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden Expertassistentie uren gehouden, deze expertassistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. Onderdeel van de opdracht is het identificeren van een onderzoeksvraag met een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘organisatie getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten. Onderwerpen kunnen zijn: Planning, Personeelsinzet, Vergunningen, Materialen, Handmatig tekenen van een casusonderdeel (visualisatie), De criteria voor werkhouding worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer



48

assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. 12.


13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.





49

OWE Course 2-AR Het Hollands Rijenhuis (Serial housing block “Dutch Housing”)


5. 6.



Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse Architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen, De beroepsproducten bestaan uit;  Plan van Aanpak (C09)  Analyserapport opstellen van de stedenbouwkundige context en architectonisch(C01)  Programma van Eisen opstellen in relatie tot de opdrachtgever (C01)  Structuur- en schetsontwerptekeningen van plattegronden, gevels en doorsneden VO/DO (C02)  Ruimtelijke modellen vervaardigen (maquette / Revit) (C02)  Milieuvriendelijk materialisering opstellen (materiaalcollage) (C03/05)  Compleet tekenwerk (C03)  Bouwfysische concepten en berekeningen (C02)  Ontwerp, vervaardiging bemonstering van de toe te passen metselsteen (C03) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen. De OWE course 2-AR richt zich op het architectonische ontwikkelen van een Rijtjeswoning d.m.v. ontwerpmethodieken en regelgeving omtrent de typische Nederlandse woningbouw, terwijl de OWE course 2-CO zich op de constructieve onderdelen richt. Daarnaast komen de overige beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie (Bouwbesluit en ruimtelijke ordening) aanbod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Gezamenlijk zijn de beroepstaken noodzakelijk om dit project te kunnen realiseren.

7. 8.


Geen Bij het ontwikkelen van een rijenhuis zijn veel architectonische aspecten van toepassing, met inbegrip van de technische realisatie, materiaalkeuze, installatie, constructieve aspecten en de visualisatie van hedendaags seriematige woningbouw. De duurzame aspecten zijn : milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering.

9.

Competenties



50




OWE

Indicatoren


Competenties

THM2AR-opdr



C01 t/m C07

THM2AR


C01 t/m C07

THM2IPV


SLB2

Volgen slb-lessen. Op het beroepenveld oriënteren aan de hand van opdrachten bij:  Oriënterende stage  Bijwonen stagepresentaties

Vervaardigd tekenwerk: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Materiaal: toepassing, duurzame materiaalkeuze, Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken tijden Aanwezigheid van alle producten in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. Reflecties bevatten concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd.

C08 t/m C09

C06, C08 t/m C09

51

Schrijven van reflecties op de producten uit course 2 en de samenwerking m.b.v. aangeleverde vragenlijst. Vullen portfolio met producten van course 2. Voorbereiden functioneringsgesprek en verslaglegging ervan. C09.

11.

Volledige en heldere verslaglegging van het functioneringsgesprek.


Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvor m

THM2AR-opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM2AR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM2IPV

C

5,5

0

Peerassessme nt

1 Deelopdrachten

4 Reflectie en SLB programma SLB2 V v 0 Schriftelijk De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens Korte omschrijving Deelopdrachten



Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij/zij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante architectonische aspecten van een seriematig ontworpen woning uit te werken in een volledig advies op DO niveau. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden Expertassistentie uren gehouden, deze assistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. Onderdeel van de opdracht is eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren aan de hand van het identificeren van de vraag en de afweging van de mogelijke oplossingsrichting, het interpreteren van de informatie en de conclusies formuleren en verwerken binnen het ontwerp. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van architectuur, bouwtechniek, bouwfysica en themacolleges. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces- en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste keer voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor

52



13. 14.


15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17.

Onderwijsperiode

o o o o o

de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling in de vorm van een POP

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

Microsoft Office Word en Excel, Revit De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het ontwikkelen van een individuele woning binnen een seriematig woningbouwproject voor in de opdracht beschreven opdrachtgever. De architectonische aspecten van de opdracht bestaan uit schetsmatige alternatieven waarbij het gekozen alternatief op DO-niveau wordt uitgewerkt. Hierin wordt aandacht geschonken aan: het maken van:  Vervaardigen van een analyse van de stedenbouwkundige context  Het opstellen van een Programma van Eisen in relatie met de opdrachtgever  Het ontwikkelen van structuur- en schetsontwerptekeningen van plattegronden, gevels en doorsneden  Het maken van ruimtelijke modellen (maquettes / Revit)  Het opstellen van Bestek en indieninggereed maken middels het compleet tekenwerk . Excursie : relevante projectlocatie i.c.m. bouwlocatie , steenfabriek Hoor- en werkcolleges Architectuur (ARC2), Bouwtechniek (BWK2), Visualisatie (VIS2), Workshops en (tussen-)presentaties, Werkplaats Hoor- en werkcolleges Thema2 (THM2), Workshops communicatie (COM2) Onderzoeksvaardigheden (OND2) Expertassistentie uren Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 1, periode 2

53

18.


Geen

OWE Course 2-CO Het Hollands Rijenhuis (Serial housing “Dutch Housing”)


5. 6.



7. 8.


9.

Competenties

Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde propedeuse Constructief ontwerpen Voor het constructief ontwerp werkt de student in deze OWE aan de volgende producten: - Het opstellen van eenvoudige gewichtsberekeningen t.b.v ontwerp fundering (C02) - Het opstellen van een stabiliteitsbeschouwing van het gehele plan (C02) - Heipalen tekening, fundatietekening, begane grond tekening, 1ste en 2de verdiepingstekening (C03) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. Door het vervaardigen van de constructieve werkzaamheden wordt kennis ontwikkeld die noodzakelijk is voor het bouwkundig uitwerken van bouwprojecten. Met kennis van de constructie is het mogelijk de bouwkundige tekeningen op een waarheidgetrouwe manier uit te werken naar een Definitief Ontwerp Geen Bij het ontwikkelen van een rijenhuis zijn veel constructieve van toepassing, waaronder de globale dimpensioneringen van de constructie onderdelen van de hedendaags seriematige woningbouw. De duurzame aspecten zijn: milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering






OWE

Indicatoren


Competenties

54

Het opstellen van een fundatie advies gebaseerd op de huidige regelgeving en de verkregen informatie - Vervaardigen van globale ontwerp berekeningen met de daarbij behorende tekeningen - Heipalen tekening, fundatietekening, begane grond tekening, 1ste en 2de verdiepingstekening - Het vervaardigen van een materialen matrix ten behoeven van de verschillende betonkwaliteiten - Het identificeren van een onderzoeksvraag, afweging van mogelijke oplossingen, eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren, het interpreteren van informatie en conclusies formuleren De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis, vaardigheden van de bij THM2CO-opdracht omschreven producten (circa 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken. Onderwerpen kunnen zijn: -

THM2CO -opdr

THM2CO

        

Thm2IPV


C01 t/m C07


C01 t/m C06

Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken

C06, C08 en C09


handmatig tekenen van casus onderdelen Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces.

55



11.

Tentaminering

Deeltentamens

Code

Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken tijden

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm


THM2COopdr

C

5,5

50%

Opdracht


THM2CO

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM2IPV

C

5,5

0

Peerassessment

Deeltentamen

Korte omschrijving

Deelopdrachten Constructie

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband (5 tot 7 personen) zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante constructieve aspecten van een seriematig bouwwerk uit te werken aan de hand van geldende praktijkrichtlijnen en ontwerpregels. Onderdeel van de opdracht is eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren aan de hand van het identificeren van de vraag en de afweging van de mogelijke oplossingsrichting, het interpreteren van de informatie en de conclusies formuleren en verwerken binnen het ontwerp. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis, vaardigheden van de bij THM2CO-opdracht omschreven producten circa 75% gecombineerd met aanvullende lijnvakken. Onderwerpen kunnen zijn:  Bouwfysische aspecten  stabiliteit,  gewichtberekening  ontwerpregels  maatvoeringen,  materiaalomschrijvingen,  detaillering,  materiaalkennis. handmatig tekenen van onderdelen van een casus Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer

Thematoets Constructie


56

assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. 12.


13. 14.


15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


o o o o o o o o o o o -


Microsoft office Word en Excel, MS Project, Software for Planning SE Opstellen van een fundatie advies inclusief gewichtsberekening Opstellen van begane grond vloerenplan Het vervaardigen van constructieve tekeningen van het rijenhuis (1:100) Het vervaardigen van constructieve details (1:5) Stabiliteitsbeschouwing opstellen aan de hand van de NPR 6791 Excursie bouwproject Workshops Hoor- en werkcolleges Constructie (CO 2), Bouwmaterialen (BMA2), Themacolleges (THM 2) Expertassistentie (aanwezigheid en inbreng voor groep en groepsleden verplicht, 80 %) Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Blok 2, Semester geen

57



5.


6.

7. 8.


9.

Competenties

OWE Course 3 - AR De villa (The villa) – MBO Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse MBO Architectonisch ontwerpen (AR) niveau 1 (basis) De beroepsproducten bestaan uit;  Architectonische analyse (C01)  Getekend verslag Bouwbesluit toetsing en Passiefhuis toetsing (C01 en C02)  Ontwerpvarianten en alternatieven tav. bovenstaande toetsing dmv. toelichtende schetsen (C02)  Definitief Ontwerp (DO), plattegronden, doorsneden, gevels en principedetaillering (C07, C04 en C05)  Maquette (BWK02)  Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO en DO, (C03)  Tekening van een gevelfragment C03)  Monsterbord van gevelmaterialen (C03)  Schetsboek visualisatie (C02)  Presentatie (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden vier onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken architectuur en bouwtechniek, ondersteund door constructie en organisatie. De OWE course 3-BT richt zich op de bouwtechnische uitwerking van de villa, ten aanzien van het verkrijgen van een omgevingsvergunning, terwijl de OWE course 3-AR zich op de architectonische analyse en uitwerking van de villa. Om een omgevingsvergunning te verkrijgen, is kennis en onderzoek vanuit beide beroepstaken noodzakelijk. Mechanica (MEC3 voor HAVO/VWO en MEC 1 voor MTS) en Wiskunde (WIS3 voor HAVO/VWO en WIS1 voor MTS) wordt afgerekend in OWE course 4-CO. Geen In deze course wordt vanuit een architectonisch en bouwtechnisch vraagstuk toegewerkt naar een aanvraag omgevingsvergunning. Deze aanvraag dient ondersteund te worden met verschillende producten, opdat de gemeente tot een gedegen beoordeling van de aanvraag kan komen. Een ingevuld aanvraagformulier compleet met de benodigde architectonische en bouwtechnische bijlagen, indieningsgereed voor de gemeente, vormt het eindproduct van deze course. De duurzame aspecten zijn: milieubewustzijn, energie-efficiëntie, passief bouwen, zonnepanelen/zonneboilers en warmtepompen in bouwfysische en installatietechnische context, duurzaam materiaalgebruik (levenscyclusanalyse, milieuscore), EPC-waarde, gevelisolatie, duurzame leefomgeving door o.a. groendak.  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C05- Beheren 58



C06- Monitoren, toetsen en evolueren




OWE

THM3ARopdr

Indicatoren 



       

Architectonische analyse, waarin de architectonische opgave wordt geïdentificeerd, een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen wordt gemaakt en informatie wordt geïnterpreteerd Getekend verslag Bouwbesluittoetsing en Passiefhuistoetsing, met daarin de gemaakte keuzen voor de uitwerking van de villa, waarin naar aanleiding van het passiefhuis verslag, architectonische analyse en bestudering bouwbesluit informatie wordt geïnterpreteerd en conclusies worden geformuleerd. Ontwerpvarianten en alternatieven tav. bovenstaande toetsing dmv. toelichtende schetsen Definitief Ontwerp (DO), plattegronden, doorsneden, gevels en principedetaillering Maquette Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO en DO, Tekening van een gevelfragment Presentatie Monsterbord van gevelmaterialen Het op een onderzoeksmethodische manier individueel ontwikkelen van alternatieven van bovenstaande onderwerpen. Het identificeren van de juiste vraag en het afwegen van de mogelijke oplossingen.


Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria  Analyses en verslagen worden hoofdzakelijk opgezet met beeldmateriaal en tekeningen ;  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid en relevantie  Producten zijn logisch van opbouw : geordend en gestructureerd, hoofd-en bij zaken gescheiden  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correct taalgebruik vwb. formulering en spelling  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Tekeningen zijn goed leesbaar en voorzien van relevante informatie.  Het methodisch onderzoeksdeel wordt getoetst op kennis, inzicht en toepassing .

Competenties C01 t/m C07

Cijferverdeling opdracht onderdelen: ARC3 opdrachten : 65% BMA3 opdrachten: 5% VIS3 opdrachten: 20% PRESS3 10% Weging onderdelen tbv individueel cijfer: Groepscijfer AR 60% Individueel cijfer gevelfragmenten 40% Expertassistentie is verplicht,

59

THM3AR

Thm3IPV

INTP

De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten. Onderwerpen kunnen zijn:  architectuurgeschiedenis,  architectuuranalyse,  Bouwbesluittoetsing  handmatig tekenen van casusonderdelen (visualisatie), gevels, plattegronden en details.  Bouwfysica  bouwmaterialen Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces.



HBO-kaart


C01 t/m C07

Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken tijden  Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten.  Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.  Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen  De Algemene HBO-competenties; comp. 13 t/m 17 zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart

C08 / C09

C01 t/m C09


11.


Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM3AR-opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM3AR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM3IPV

C

5,5

geen

Peerassessment

1 Deelopdrachten

4 Integrale toets propedeuse INTP V Nvt geen assessment De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten 60

Tussen deeltentamens is geen compensatiemogelijk. Bij alle (deel)tentamens mogen een rekenmachine en liniaal worden gebruikt. Deeltentamens

Korte omschrijving

Deelopdrachten





o o o o o o o

toets

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student in groepsverband en individueel in het architectonische ontwerp zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt. Alle opgeleverde producten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. Onderdeel van de opdracht is het identificeren van een onderzoeksvraag met een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten. Onderwerpen kunnen zijn:  architectuurgeschiedenis,  architectuuranalyse,  Bouwbesluit toetsing  handmatig tekenen van casusonderdelen (visualisatie), gevels, plattegronden en details.  bouwfysica  bouwmaterialen Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in een OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten en de tutor een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de gehele OWE. De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle BWK- en HBOcompetenties op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus course-overstijgend.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfysica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal

61

o o o o

13. 14.


15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

Microsoft Office Word en Excel, Revit en Autocad. Studenten werken in groepen van vijf tot zes personen aan het een architectonisch ontwerp voor een villa. De student verricht hiertoe activiteiten om de volgende producten te maken :  Architectonische analyse  Getekend verslag Bouwbesluittoetsing en Passiefhuistoetsing  Ontwerpvarianten en alternatieven tav. bovenstaande toetsing dmv. toelichtende schetsen  Definitief Ontwerp (DO), plattegronden, doorsneden, gevels en principedetaillering  Maquette  Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO en DO,  Tekening van een gevelfragment  Presentatie  Monsterbord van gevelmaterialen Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen die nodig zijn om aan de beroepstaak te werken. In werkcolleges werken de studenten onder begeleiding studievragen uit die bijdragen aan de transfer van de kennis. Verder worden themacolleges ingezet. Dit zijn hoorcolleges die gegeven worden door experts en/of gastsprekers over direct aan het thema gerelateerde onderwerpen. Ook wordt een excursie gepland naar een van toepassing zijnde project. Hoor- en werkcolleges Architectuur (BWK3), Bouwfysica (FYS3), Visualisatie (VIS3); Hoor- en werkcolleges Thema3 (THM3); Workshop onderzoeksvaardigheden (OND3) Expertassistentie-uren; Excursie Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Zelfstudie 100 Totaal 210 uur Semester 1 periode 1 (MBO-instroom) Geen

62


Opleiding

2. 3. 4.

Doelgroep Beroeps- taak/taken (Beroeps)Producten

5.


6.

7. 8.


9.

Competenties

OWE Course 3 - BT De villa (The villa) – MBO Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse Semester 1 MBO instroom Bouwtechnisch ontwerpen (BT) niveau 1 (basis)

De beroepsproducten bestaan uit; Een ingevulde aanvraag voor een omgevingsvergunning, met bijlagen: (C04)  Passief huis concept voor de villa (C02)  Constructief concept voor de villa (C02)  Constructieve tekeningen schaal 1:100 (C04)  Tekenwerk op DO-niveau, schaal 1:100 (C03)  Tekenwerk op DO+/TO-niveau, schaal 1:100 (C03)  Detailtekeningen schaal 1:5 (C04)  Toets op het bouwbesluit, ondersteund met tekenen rekenwerk (C03)  Materialenstaat (C03)  Bouwfysische berekeningen CC02)  Presentatie (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden vier onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken architectuur en bouwtechniek, ondersteund door constructie en organisatie. De OWE course 3-BT richt zich op de bouwtechnische uitwerking van de villa, ten aanzien van het verkrijgen van een omgevingsvergunning, terwijl de OWE course 3-AR zich op de architectonische analyse en uitwerking van de villa. Om een omgevingsvergunning te verkrijgen, is kennis en onderzoek vanuit beide beroepstaken noodzakelijk. Mechanica (MEC3 voor HAVO/VWO en MEC 1 voor MTS) en Wiskunde (WIS3 voor HAVO/VWO en WIS1 voor MTS) wordt afgerekend in OWE course 4-CO. Geen In deze course wordt vanuit een architectonisch en bouwtechnisch vraagstuk toegewerkt naar een aanvraag omgevingsvergunning. Deze aanvraag dient ondersteund te worden met verschillende producten, opdat de gemeente tot een gedegen beoordeling van de aanvraag kan komen. Een ingevuld aanvraagformulier compleet met de benodigde architectonische en bouwtechnische bijlagen, indieningsgereed voor de gemeente, vormt het eindproduct van deze course. De duurzame aspecten zijn: milieubewustzijn, energie-efficiëntie, passief bouwen, zonnepanelen/zonneboilers en warmtepompen in bouwfysische en installatietechnische context, duurzaam materiaalgebruik (levenscyclusanalyse, milieuscore), EPC-waarde, gevelisolatie, duurzame leefomgeving door o.a. groendak.  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen 63

  

C03- Specificeren C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren

Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.

10.


 C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren OWE Indicatoren THM3BTopdr

Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de uitgangspunten van de opdracht, met als onderdelen:  Wervend plan van aanpak;  Mondelinge presentatie van één duurzaamheidsconcept;.  Getekend rapport van de analyse van het bestaande gebouw;  Opzet uitwerking van het ontwerp van de herbestemming. Het opstellen van beslissingsdocumenten ten aanzien van de verdere uitwerking van het bestaande gebouw, met als onderdelen:  Een goed geïllustreerd rapport over de technische uitwerking van de toepassing van het gepresenteerde duurzaamheidsconcept;  Een goed geïllustreerd rapport over de bouwbesluittoetsing;  Een eerste aanzet voor een detailboek, met daarin individuele (handgetekende) details;  Een goed geïllustreerd rapport over de bouwfysische analyse op het gebied van warmteweerstand en vocht;  Overzicht duurzame materialisatie. Het analyseren van de bestaande constructie met als onderdelen:  Rapportage analyse;  Constructie overzichten

C08: tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd.

beoordelingen

Competentie s


C01 t/m C07


De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld; Expertassistentie is verplicht.

64

THM3BT

Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden bouwtechniek, bouwfysica, bouwmaterialen, constructie, architectuur, installatietechniek, visualisatie, werken themacolleges.

Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica en installatietechniek met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.

C01 t/m C06

Thm3IPV


C08 & C09

INTP


Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten  Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten.  Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.  Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen  De Algemene HBO-competenties; op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart


HBO-kaart

SLB

Student maakt per opdracht een reflectie over zijn ontwikkeling binnen de groep

MEC1 (MBO)

In deze eerste mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:

WIS1 (MBO)

Een kopie van het Formulier Integrale Toets Propedeuse wordt door de student bewaard. Ontwikkeling van de student wordt helder en navolgbaar beschreven met vermelding van de ontwikkelde competenties.

C07 t/m C09

C06, C08 en C09

 

C03 Krachtenveelhoeken zijn getekend. Resultaten van puntlasten, gelijkmatig ver Werken met de beginselen van de krachtenleer, deelde belastingen, driehoeksbelastingen en momenten zijn bepaald.  Bepalen van de grote, richting en aangrijpingspunt van  Oplegreacties zijn berekend voor: o Liggers op twee steunpunten  de resultante, grafisch en analytisch. o Ingeklemde liggers  Bepalen van de oplegreacties bij Statisch bepaalde o Geknikte liggers liggers, scharnierliggers en pendelstaven. o Scharnierliggers o Pendelstaven In deze eerste wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan In deze bod:eerste wiskundetoets Juist kunnen komen uitwerken de volgende en onderdelen oplossen van aan opgaven bod: C03 • Werken met breuken, machten, haakjes, • Werken met breuken, machten, haakjes, • 1e en 2egraadsfuncties, en gecombineerde functies • 1e en 2egraadsfuncties, en gecombineerde functies vergelijkingen met en van breuken‐, machts‐,exponentiële‐, logaritmische vergelijkingen functies met en van breuken‐, machts‐,exponentiële‐, logaritmische functies

65

Juist k

11.


Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Vorm

THM3BTopdr

C

5,5

50%

schriftelijk

2 THM3BT casustentamen

THM3BT

C

5,5

50%

Schriftelijk

3 Individuele project vaardigheden

THM3IPV

C

5,5

0

Peerassessment

4 Integrale toets 5 Reflecteren en SLB opdrachten

INTP SLB3

V V

nvt nvt

0 0

assessment Schriftelijk

1 THM3BT opdracht

7 Wiskunde 1 (MBO)

WIS1: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4

Schriftelijk

8 Mechanica 1 (MBO)


Schriftelijk

De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Tussen deeltentamens is geen compensatiemogelijk. Bij alle (deel)tentamens mogen een rekenmachine en liniaal worden gebruikt. Deeltentamens THM3BT opdracht

THM3BT thematoets

THM3IPV

Korte omschrijving Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de bouwtechnische uitwerking van de villa te verzorgen, ten aanzien van het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden expertassistentie-uren gehouden. Deze expertassistentie-uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘bouwtechniek’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van bouwtechniek, bouwfysica, bouwmaterialen, installatietechniek, visualisatie, werken themacolleges.. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces- en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen, de eerste keer voorlopig en de


C01 t/m C06

66

INTP

Wiskunde 1 (MBO)

Mechanica 1 (MBO)

12.


13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen


tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV-beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle BWKen HBO-competenties op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus courseoverstijgend. vergelijkingen, machten, functies, goniometrie. Noodzakelijk voor het uitwerken van praktische, beroepsgerichte vraagstukken. Opmerking: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4-CO Theorie van de mechanica met uitwerkingen/voorbeelden uit de bouwpraktijk: Krachtenleer, bepaling resultanten, opleggingen, evenwicht van statisch bepaalde liggers, inwendige krachtswerking, oplegreacties, Pendelstaven. Opmerking: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4-CO

C01 t/m C09

C03)

C03


Microsoft Office Word en Excel Autocad en Revit (tekenprogramma) EPC-rekentool Microsoft Project (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) De student werkt in een groep van vier tot zes personen aan het indieninggereed maken van een aanvraag omgevingsvergunning met de benodigde en vereiste bouwtechnische bijlagen. Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen die nodig zijn om aan de beroepstaak te werken. In werkcolleges werken de studenten onder begeleiding studievragen uit die bijdragen aan de transfer van de kennis.

67

Verder worden themacolleges ingezet. Dit zijn hoorcolleges die gegeven worden door experts en/of gastsprekers over direct aan het thema gerelateerde onderwerpen. Ook wordt een excursie gepland naar een van toepassing zijnd project.

16.

Les-/contacturen

17. 18.




5.

Studiepunten/studiel ast

Hoor- en werkcolleges Bouwtechniek (BWK3), Bouwfysica (FYS3), Bouwmaterialen (BMA3), Visualisatie (VIS3); Hoor- en werkcolleges Thema3 (THM3); Expertassistentie-uren; Workshop constructie in HSB Excursie Hoorcolleges 20 Werkcolleges 40 Studiebegeleiding 10 (deel)tentamens 5 Overige activiteiten 10 Zelfstudie 125 Totaal 210 uur Semester 1 periode 1 (MTS-instroom) Geen

OWE Course 4 - CO Het Oude Gebouw (The Old Building) – MBO Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse Instroom MBO Constructief ontwerpen (CO), niveau 1 (basis) De beroepsproducten bestaan uit;  Plan van Aanpak (C01)  Een inventarisatie en een analyse van het gebouw ten aanzien van de constructie (C01)  Alternatieven voor de constructie van de nieuwe opbouw (C02 en C03)  Tekenwerk van de constructieve plattegronden, doorsneden en details (C03)  Sterkteberekeningen van de constructieonderdelen uitgevoerd in hout en/of staal (C04)  Tijdelijke constructieve voorzieningen met behulp van de slooptekening (C02 en C03)  Adviesrapportage aan de hand van het haalbaarheidsonderzoek (C08)  Presentatie (C07) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. 68

6.

Samenhang met andere OWE’s

7. 8.


9.

In deze OWE waarin de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ centraal staat wordt ingegaan op de constructieve haalbaarheid van de herbestemming. In de OWE waarin de beroepstaak ‘Organiseren’ centraal staat wordt ingegaan op de organisatorische haalbaarheid van de herbestemming. De casus waaraan gewerkt wordt is voor beide OWE’s hetzelfde. Geen Voor een oud gebouw wordt ingegaan op de constructieve aspecten bij de verbouw/herbestemming. In deze OWE wordt voornamelijk stil gestaan bij het ontwerpen en dimensioneren van duurzame constructies.






OWE

THM4COopdr

Indicatoren Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de huidige toetstand van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen:  Een plan van Aanpak van de totale opdracht (BWK01)  Een inventarisatie en analyse van het bestaande gebouw ten aanzien van de constructie, materialisatie, benodigde ingrepen tbv functiewijziging (BWK01 / BWK02)  Vanuit een gerichte vraagstelling afweging van mogelijke oplossingsrichtingen genereren, eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren, interpreteren van de informatie en vervolgens conclusie formuleren Het opstellen van een ontwerp van de opbouw en mogelijke uitwerkingen daarvan in de vorm van varianten ten aanzien van de uitbreiding van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen:  constructieontwerp (BWK02, BWK04)  constructieberekeningen volgens Eurocode(BW 03)  materialenanalyse met duurzame toepassingen (BWK02)

Beoordelingscriteria De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld.  Het onderzoeksdeel toetsen op analyse methodiek, synthese en evaluatie, inzicht en toepassing


69

Het opstellen van een haalbaarheidrapportage mbt de uitbreiding van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen:  Constructieberekeningen (BWK03)  Constructieoverzichten (BWK02, BWK03)  Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidonderzoek (BWK07, BWK15) Tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd.

THM4CO

HBO4

INTP

Expertassistentie is verplicht

Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden constructie, bouwtechniek, bouwmaterialen, visualisatie, werken themacolleges.

Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de Eurocodemet daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Materiaal: toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming.


Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten

Thm4IPV

SLB4

De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld;  Op basis van de aangeleverde producten zijn heldere en goed beargumenteerde conclusies getrokken mbt de haalbaarheid van het project als geheel.

Volgen slb-lessen.  POP voor semester 2 Voorbereiden op stages a.d.h.v. opdrachten:  Sollicitatiebrief + CV  StagePOP Schrijven reflectieverslag course 3+4 m.b.v. aangeleverd format. Aanvullen portfolio volgens aangeleverd indelingsformat. Volgen en actief deelnemen aan alle communicatie workshops en sollicitatietraining. Uitvoeren van vergadergerelateerde opdrachten: • Opstellen agenda • Notuleren • Voorzitten Het geven van een presentatie gerelateerd aan een course Voorbereiden functioneringsgesprekken en verslaglegging ervan. Integrale bouwkundige ontwikkeling

Aanwezigheid van alle producten in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. (Stage)POP is SMART geformuleerd en bevat verschillende leerdoelen. Reflectieverslag bevat concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd.

Actief meedoen aan de communicatieworkshops en sollicitatietraining. Vergadervaardigheden aangetoond Presentatie vaardigheden aangetoond Volledige en heldere verslaglegging van de functioneringsgesprekken.  

Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten. Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.

70




HBO-kaart

  

Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen Een actuele cijferlijst is opgenomen De Algemene HBO-competenties; comp. 13 t/m 17 zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart


MEC1

In deze eerste mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de beginselen van de krachtenleer,  Bepalen van de grote, richting en aangrijpingspunt van  de resultante, grafisch en analytisch.  Bepalen van de oplegreacties bij Statisch bepaalde liggers, scharnierliggers en pendelstaven.

MEC2

In deze tweede mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de D‐ en M‐lijn voor puntlasten,  momenten, gelijkmatig verdeelde driehoeksbelasting.

WIS1

WIS2 MEC3

MEC4

  

Krachtenveelhoeken zijn getekend. Resultaten van puntlasten, gelijkmatig verdeelde belastingen, driehoeksbelastingen en momenten zijn bepaald. Oplegreacties zijn berekend voor: o Liggers op twee steunpunten o Ingeklemde liggers o Geknikte liggers o Scharnierliggers

o Pendelstaven Er zijn correcte tekenen en berekenen gemaakt van D‐ en M‐lijnen voor statisch bepaalde constructies:  Liggers op twee steunpunten  Ingeklemde liggers  Geknikte liggers Scharnierliggers

In deze eerste wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: • Werken met breuken, machten,haakjes, • 1e en 2egraadsfuncties, en gecombineerde functies vergelijkingen met en van breuken‐, machts‐,exponentiële‐, logaritmische functies In deze tweede wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: Werken met goniometrie, limieten, en 1e afgeleiden. Berekenen van zwaartepunt, weerstandsmoment en traagheidsmoment van niet-symmetrische doorsneden. Berekenen van lengteveranderingen door normaalkracht en temperatuur. Dimensioneren van een ligger op buiging. Berekenen van de schuifspanning over de hoogte van de doorsnede bij een op dwarskracht belaste ligger. Berekenen van de kracht in de staven van een vakwerkligger met methode Ritter. Rekenen met combinaties van buigspanningen en normaalspanningen. Kennis hebben van het principe van

Juist kunnen uitwerken en oplossen van opgaven

Juist kunnen uitwerken en oplossen van opgaven De berekeningen worden correct uitgevoerd met de juiste gegevens, duidelijk beschreven en waar nodig voorzien van duidelijke, relevante schetsen.


71

WIS3 WIS4 11.

Tentaminering

voorspanning. Bepalen van de kerndoorsnede bij op buiging belaste liggers met centrische en/of excentrische belasting. Hebben van basiskennis van inverse functies, integreren. Kennis kunnen toepassen. Werken met statistiek: onnauwkeurigheden, kansen, gemiddelde, variantie, standaardafwijking, alternatieve verzamelingen, steekproeven

Deeltentamens

Opgaven worden correct en controleerbaar uitgewerkt en opgelost Opgaven worden correct en controleerbaar uitgewerkt en opgelost.

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Vorm

THM4CO-opd

C

5,5

50%

Schriftelijk

2 THM4CO-thematoets

THM4CO

C

5,5

50%

Schriftelijk

3 individuele project vaardigheden

THM4IPV

C

5,5

0

peerassessment

4 Studieloopbaan begeleiding

SLB4

V

nvt

0

Schriftelijk

5 Algemene HBO competenties

HBO4

V

nvt

0

Schriftelijk

6 Integrale toets

INTP

V

nvt

0

Assessment

7 Mechanica 3

MEC3

C

5,5

0

Schriftelijk

8 Mechanica 4

MEC4

C

5,5

0

Schriftelijk

9 Wiskunde 3

WIS3

C

5,5

0

Schriftelijk

10 Wiskunde 4

WIS4

C

5,5

0

Schriftelijk

1 THM4CO-opdracht

De volgende deeltentamens worden voor studenten die de MBO-route volgen worden in deze OWE aanvullend afgetoetst: 11 Mechanica 1

MEC1

C

5,5

0

Schriftelijk

12 Mechanica 2

MEC2

C

5,5

0

Schriftelijk

13 Wiskunde 1

WIS1

C

5,5

0

Schriftelijk

14 Wiskunde 2

WIS2

C

5,5

0

Schriftelijk

72

De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten MBO-route) Deeltentamens THM4CO-opdracht

Korte omschrijving

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante constructieve aspecten van een herbestemming project uit te werken in een volledig haalbaarheidsonderzoek. Alle opgeleverde producten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden Expertassistentie uren gehouden, deze expertassistentie uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. THM4CO-thematoets De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van constructie, bouwtechniek, bouwmaterialen, werken themacolleges. THM4IPV Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV voor de gehele OWE. SLB4 De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling. HBO4 De student wordt beoordeeld op de ‘algemene HBO competenties’ aan de hand van een aftekenkaart. INTP De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle BWK en HBO competenties op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus courseoverstijgend. De volgende deeltentamens worden voor studenten die de MBO-route volgen worden in deze OWE aanvullend afgetoetst:


C01 t/m C06

C08

C07 t/m C09 C07 t/m C09 C08

73

MEC1

MEC2

WIS1

WIS2 12.


13. 14.


15.

Werkvormen


In deze eerste mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de beginselen van de krachtenleer,  Bepalen van de grote, richting en aangrijpingspunt krachten  de resultante, grafisch en analytisch.  Bepalen van de oplegreacties bij Statisch bepaalde liggers, scharnierliggers en pendelstaven. In deze tweede mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de D‐ en M‐lijn voor puntlasten, momenten, gelijkmatig verdeelde driehoeksbelasting. In deze eerste wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: • Werken met breuken, machten,haakjes, • 1e en 2egraadsfuncties, en gecombineerde functies vergelijkingen met en van breuken‐, machts‐,exponentiële‐, logaritmische functies In deze tweede wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: Werken met goniometrie, limieten, en 1e afgeleiden.

C03

C03

C03

C03


Microsoft Office Word en Excel, 3D tekensoftware, AutoCad De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het opstellen van een haalbaarheidsstudie voor de in de opdracht beschreven herbestemmingsopgave. Excursie Station Dieren Hoor- en werkcolleges Constructie (CON4), Bouwtechniek (BWK4), Bouwmaterialen (BMA4), Visualisatie (VIS4) Hoor- en werkcolleges Thema (THM4), Wiskunde (STAT4), Mechanica (MEC4) Workshops communicatie (COM4) Workshop onderzoeksvaardigheden (OND4) Expertassistentie uren

74

16.

Les-/contacturen

17. 18.




5.

Studiepunten/ tudielast Samenhang met andere OWE’s

6.

7.

Ingangseisen

Hoorcolleges voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen die nodig zijn om aan de beroepstaak te werken. In werkcolleges werken de studenten onder begeleiding opdrachten uit die bijdragen aan de transfer van de kennis. Workshops communicatie voor het werken aan communicatievaardigheden. Excursie naar stationsgebouw en herbestemmingsplan als introductie en aanvulling op het thema Hoorcolleges 25 Werkcolleges 50 Studiebegeleiding 18 (deel)tentamens 12 Overige activiteiten 5 Zelfstudie 100 Totaal 210 uur Semester 1 periode 2 (MBO-instroom) Geen

OWE Course 4 - OR Het oude gebouw (The old building) MBO Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse MBO instroom Organisatie (OR), niveau 1 (basis) De beroepsproducten bestaan uit; Haalbaarheidsonderzoek regelgeving uitbreiding  Haalbaarheidsonderzoek - planologische haalbaarheid (C03) - praktische haalbaarheid (C01 / C02 / C03) - financiële haalbaarheid (C03) - Chronologische haalbaarheid (C03 / C04)  Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidsonderzoek (C06)  Presentatie (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie. De OWE course 3BT richt zich op de praktische haalbaarheid van het gekozen herbestemmingsproject, terwijl de OWE course 3-OR zich op de organisatorische aspecten van haalbaarheid richt. Mechanica (MEC1 en MEC2 voor MBO) en Wiskunde (WIS1 en WIS2 voor MBO) worden in deze course OWE course 4-CO. Geen

75

8.

Algemene omschrijving

Om een uitspraak te kunnen doen over de haalbaarheid van de herbestemming, is kennis en onderzoek vanuit beide beroepstaken noodzakelijk. Uiteindelijk zal een rapportage de samenhang van de producten aantonen waarin de haalbaarheid op 4 niveaus wordt aangegeven zijnde: planologisch (regelgeving en juridisch), praktisch (bouwtechnisch), financieel en chronologisch. uitgangspunt bij deze haalbaarheid is één gefundeerde keuze uit vier duurzaamheidsconcepten. De organisatorische haalbaarheid van dit project richt zich op omgevingsgerichte en objectgerichte haalbaarheid van de herbestemming van dit oude gebouw.

9.

Competenties






OWE

Indicatoren


THM4ORopdr

Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de huidige toestand van het herbestemmingsgebouw, met als onderdelen:  Een plan van Aanpak van de totale opdracht (C01)  Een inventarisatie en analyse van het bestaande gebouw ten aanzien van de logistiek, materialisatie, benodigde ingrepen t.b.v. functiewijziging (C01 / C02) Het opstellen van een P.v.E., en mogelijke uitwerkingen daarvan in de vorm van varianten ten aanzien van de uitbreiding van het herbestemmingsgebouw, met als onderdelen:  Een uitvoeringsplan, m.n. gericht op bereikbaarheid en veiligheid tijdens uitvoering (C05)  Een bouwbesluit- en brandveiligheidstoets (C02)  Bestekartikelen (met bijbehorende bestektekeningen) van de duurzame sloop en van de nieuwe opbouw (C03)

De producten zijn:  Compleet;  opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Kennis op juiste wijze toegepast volgens de aangereikte theorieën  geven inzicht in het te volgen proces  duidelijk en navolgbaar

C01 t/m C07

De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Kennis van de theorie navolgbaar toegepast  duidelijke en navolgbaar  toegepaste methodieken zoals aangegeven tijdens de colleges  producten geven blijk van inzicht.  in de uitwerkingen worden de bronnen vermeld volgens APA-norm

76



Een begroting op detailniveau van voornoemde bestekartikelen (C04)

Het opstellen van een rapportage m.b.t. de uitbreiding van het renovatiegebouw, met als onderdelen:  Een planning van de bouwwerkzaamheden (C04)  Een investeringsraming (C02, C05)  Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidsonderzoek (C08)

THM4OR

Tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd. Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden organisatie, bouwtechniek, bouwmaterialen, constructie, architectuur, visualisatie, werken themacolleges.

Thm4IPV


INTP4



HBO-kaart

De producten zijn:  Compleet;  Taalkundig correct en professioneel  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld;  Op basis van de aangeleverde producten zijn heldere en goed beargumenteerde conclusies getrokken mbt de haalbaarheid van het project als geheel. Expertassistentie is verplicht, Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Materiaal: toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming.

C01 t/m C06

Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten  Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten.  Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.

C08 C09

  

C01 t/m C09

Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen Een actuele cijferlijst is opgenomen De Algemene HBO-competenties; comp. C07, C08 en C09 zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart


11.

Tentaminering 77

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM4OR-opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM4OR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM4IPV

C

5,5

0

Peerassessment

1 Deelopdrachten

4 Integrale toets propedeuse INTP V nvt 0 Asssessment De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Tussen deeltentamens is geen compensatie mogelijk. Bij alle (deel)tentamens mogen een rekenmachine en liniaal worden gebruikt. Deeltentamens

Korte omschrijving

Deelopdrachten





o o

toets

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante organisatorische aspecten van een herbestemmingsproject uit te werken in een volledig haalbaarheidsonderzoek. Ter ondersteuning van de deelopdrachten worden expertassistentie-uren gehouden. Deze expertassistentie-uren zijn voor iedereen verplicht. De deelname aan de assistentie wordt per expert geregistreerd. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘organisatie’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van organisatie, bouwmaterialen, constructie, architectuur, visualisatie, werken themacolleges. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces- en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen, de eerste keer voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV-beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle competenties C01 t/m C09 op niveau 1 (basis) beheerst. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze toets is dus course-overstijgend.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas

78

o o o o o o o o o

13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

Microsoft office Word en Excel, , 3D tekensoftware: Revit en webbased online tools. KPD Gebouwbestek (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) Microsoft Project (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) De student werkt in een groep van vier tot zes personen aan het opstellen van een haalbaarheidsstudie voor de in de opdracht beschreven herbestemmingsopgave. Excursie naar de herbestemmingsgebouwen Hoor- en werkcolleges Organisatie (ORG3), Bouwtechniek (BWK3), Bouwmaterialen (BMA3), Visualisatie (VIS3), Constructie (CON3), Architectuur (AR3), Hoor- en werkcolleges Thema3 (THM3); Expertassistentie uren. Hoorcolleges 25 Werkcolleges 50 Studiebegeleiding 18 (deel)tentamens 12 Overige activiteiten 5 Zelfstudie 100 Totaal 210 uur Semester 1 periode 2 (MBO-instroom) Geen

79

Deeltijd OWE Course 1DT-BT Demontabel bouwen “De Strandtent” (Demountable building “The Beach Club”)


5. 6.



7. 8.


9.

Competenties

Bouwkunde Propedeuse (deeltijd) Bouwtechnisch ontwerpen (BT) De beroepsproducten bestaan uit;  Duurzame-, montage- en demontageplan (C04)  Ontwerpen van een strandtent (C01/02)  Maquette (C04)  Milieuvriendelijk materiaalgebruik (C03/05)  Tekenwerk van plattegronden, kap, details en doorsnede (C04)  Montagetechnieken (C04)  Autarkische strandtent m.b.t. installaties (C02) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie. De OWE course 1-BT richt zich op het bouwtechnische ontwikkelen van een seizoensgebonden project, terwijl de OWE OR1 zich op de organisatorische zaken richt. Daarnaast komen de overige beroepstaken Architectonisch ontwerpen en Constructief ontwerpen aan bod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Integratie van de vier beroepstaken is noodzakelijk om dit project te realiseren. Constructief Ontwerpen is van toepassing in de Vakken Mechanica MEC1: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4-CO Wiskunde WIS1: Beoordeling wordt verwerkt in OWE Course 4-CO Geen Bij het ontwikkelen van een strandtent zijn veel bouwtechnische aspecten van toepassing, waaronder de technische realisatie, materiaalkeuze, installatie, constructieve aspecten en de visualisatie van een demontabel gebouw. Hiervan wordt een model gemaakt. De duurzame aspecten zijn: milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering en een autarkisch strandtent m.b.t. installaties.

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) (basis) aan bod: 

C01- Initiëren en sturen 80

  

C02- Ontwerpen C04- Realiseren C06- Monitoren, toetsen en evolueren




OWE THM1opd r

THM1BT

MEC 1

Indicatoren




C01 / C02 / C07

getoetst op kennis, inzicht en toepassing waarbij duidelijkheid, overzichtelijke uitwerkingen, netheid van belang zijn inhoudelijk wordt er getoetst op maatvoering, materiaalkeuze, duurzaamheidaspecten, correcte bouwtechnische oplossingen zijn gegenereerd Juiste materiaal en materieel toegepast voor uitvoering worden getoetst op kennis, inzicht en toepassing.

C01/C02


C06


C02 /C07

 

C02

Maken van een elementenboek, visualisatietekeningen, bouwfysica opdracht, materialenopdrachten, duurzame installaties, bouwtechnische onderdelen t.b.v. het montage en demontageboek tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd. Aan de orde komen: bouwtechnische vraagstukken m.b.t. een demontabel gebouw, constructieve en architectonische eigenschappen, duurzame detailleringen, installatie, bouwfysica, materialen

In deze eerste mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de beginselen van de krachtenleer,  Bepalen van de grote, richting en aangrijpingspunt van



Krachtenveelhoeken zijn getekend. Resultaten van puntlasten, gelijkmatig verdeelde belastingen, driehoeksbelastingen en momenten zijn bepaald. Oplegreacties zijn berekend voor:

Competenties

C02/c03

81

 

o

de resultante, grafisch en analytisch. Bepalen van de oplegreacties bij Statisch bepaalde liggers, scharnierliggers en pendelstaven.

11.

Tentaminering

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM1opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM1BT

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM1IPV

C

5,5

0

Peerassessment


4 Mechanica 1

12.


13.

Software

14.

Activiteiten

o o o o

Liggers op twee steunpunten Ingeklemde liggers Geknikte liggers Scharnierliggers Pendelstaven


Schriftelijk

5 Reflectie en SLB programma SLB1 V v 0 Schriftelijk o Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff o Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas o Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. o Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal o Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff o Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen o Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen o Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

office studentenpakket; te koop via surfspot https://www.surfspot.nl/homepage.htm?returnUrl=%2fSURFspot%2fTask PowerPoint, PowerProject De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het ontwikkelen van een strandtent voor in de opdracht beschreven opdrachtgever. De bouwtechnische aspecten van de opdracht bestaan uit het opstellen van tekeningen t.b.v. het montage en demontage plan. Hierin wordt aandacht geschonken aan: - Ontwikkelen van een strandtent - Maken van fundatie, plattegrond, kap en doorsnede tekeningen - Duurzame detailleringen m.b.t. tot montagetechnieken - Milieuvriendelijke materiaalkeuzen - Stabiliteit van het gebouw - Duurzame installaties m.b.t. autarkische strandtent - Bouwfysische aspecten.

82

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2.

Opleiding Doelgroep

3.

Beroepstaak/ beroepstaken (Beroeps)Producten

4.

5. 6.


Excursie Strandtent te Scheveningen (Demontabele strandtent) Hoor- en werkcolleges Bouwtechniek (BWK1), Bouwmaterialen (BMA1), Visualisatie (VIS1), Bouwfysica (FYS1) Hoor- en werkcolleges en workshop; Constructief ontwerpen (THM1), Wiskunde (WIS1), Mechanica (MEC1) Workshops communicatie (COM1), Architectuur (ARC1) en Constructie (CON1) en Workshop Onderzoeksvaardigheden (OND1) Expertassistentie uren Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 1, periode 1 Geen

OWE Course 1DT-OR Demontabel bouwen “De Strandtent” (Demountable building “The Beach Club”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse (deeltijd) Organisatie (OR) Voor het montage/demontageplan werkt de student in deze OWE aan de volgende producten: - Bouwplaats inrichtingen (C02/03) - Materieel (C03) - Mensinzet en mensuren (C03/04) - Begroting en kosten bepaling (C03) - Logistiek (C04) - Planning (C06) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken organisatie en bouwtechnisch ontwerpen. De OWE course 1-OR richt zich op de organisatorische zaken van een seizoensgebonden project, terwijl de OWE BT-1 zich richt op het bouwtechnisch te ontwikkelen. Daarnaast komen de overige beroepstaken architectonisch ontwerpen en 83

7. 8.


9.

Competenties

constructief ontwerpen aan bod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Integratie van de vier beroepstaken noodzakelijk om dit project te realiseren. Binnen de architectuur dien je ook kennis te ontwikkelen van de overige beroepspartners aangezien je in de toekomst deze beroepspartners van informatie moet voorzien. Geen De organisatorische aspecten van een demontabel gebouw worden aan de hand van de ontworpen strandtent duidelijk gemaakt. Het doel is om inzicht te schaffen in: de inzet van personeel, planning, logistiek. Tevens zal deze problematiek tot uiting komen bij het vervaardigen van de maquette .


C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realiseren C06- Monitoren, toetsen en evolueren




OWE

THM1ORopdr

Indicatoren vanuit de transport en montage middelen alternatieven en varianten ontwikkelen kennis verkrijgen van de deelnemers van het bouwproces

Maken van en het vervaardigen van logistieke bouwplaats tekening, berekenen van de inzet van arbeid, materiaal en materieel i.v.m. kostenaspecten. Het vervaardigen van een maquette. logistiek en opslagproblematieke in kaart brengen en oplossen aan de hand van een klein onderzoekje door het identificeren van de juiste vraag en het afwegen van de mogelijke oplossingen.

Beoordelingscriteria De organisatorisch aspecten van de opdrachten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:

Competenties C03 / C04 /C07

Kennis, inzicht en toepassing . Aangereikt document: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Bereken methodieken m.b.t. Materiaal, Arbeid, Materieel, Onderaanneming, Stelposten. Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. uitvoeringsmethode de gevraagde kwaliteit in voldoende mate geborgd kan worden. Het kritieke pad in de planning wordt bepaald. Benoemt de inzet van personeel en materieel.

84

Benoemt de belangen van de opdrachtgever en opdrachtnemer. Bestemmingsplan en vergunningen

THM1OR

In deze eerste wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: • Werken met breuken, machten, haakjes, • 1e en 2egraadsfuncties, en gecombineerde functies vergelijkingen met en van breuken‐, machts‐,exponentiële‐, logaritmische functies

WIS 1

11.

Tentaminering



C06

Vervaardigd tekenwerk: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de verkregen formules en formuleringen betreffende materiaal toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming. Juist kunnen uitwerken en oplossen van opgaven

C01 / C03 /C04

C03

Code

Cijfer Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm


THM1opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM1OR

C

5,5

50%

Schriftelijk

Deeltentamens

3 Wiskunde 1

12.

tijdens de expertassistentie worden de vervaardigde producten geëvalueerd. Maken van een organisatorische vraagstukken m.b.t. een demontabel gebouw. Aan de orde komen het onderdelen van visualisatie, opzetten van een planning, aspecten m.b.t. deelnemers aan het bouwproces, vergunningen stelsel. Arbeids- en kosten aspecten. De volledige kennis verkregen tijdens de thema colleges en vak colleges.


Schriftelijk

THM1IPV C 5,5 0 Peerassessment 4 Individuele Projectvaardigheden o Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff o Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas o Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. o Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal o Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff o Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen o Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen o Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

85

13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.





OWE Course 2DT-AR Het Hollands Rijenhuis (Serial housing block “Dutch Housing”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse (deeltijd) Architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen, De beroepsproducten bestaan uit;  Plan van Aanpak (C09)  Analyserapport opstellen van de stedenbouwkundige context en architectonisch(C01)  Programma van Eisen opstellen in relatie tot de opdrachtgever (C01)  Structuur- en schetsontwerptekeningen van plattegronden, gevels en doorsneden VO/DO (C02)  Ruimtelijke modellen vervaardigen (maquette / Revit) (C02)  Milieuvriendelijk materialisering opstellen (materiaalcollage) (C03/05) 86

5. 6.


7. 8.


9.

Competenties

 Maken compleet tekenwerk (C03)  Bouwfysische concepten en berekeningen (C02)  Ontwerp, vervaardiging bemonstering van de toe te passen metselsteen (C03) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken architectonisch ontwerpen en constructief ontwerpen. De OWE course 2-AR richt zich op het architectonische ontwikkelen van een Rijtjeswoning d.m.v. ontwerpmethodieken en regelgeving omtrent de typische Nederlandse woningbouw, terwijl de OWE course 2-CO zich op de constructieve onderdelen richt. Daarnaast komen de overige beroepstaken bouwtechnisch ontwerpen en organisatie (Bouwbesluit en ruimtelijke ordening) aanbod om zo een gedegen begripsvorming te ontwikkelen. Gezamenlijk zijn de beroepstaken noodzakelijk om dit project te kunnen realiseren. Geen Bij het ontwikkelen van een rijenhuis zijn veel architectonische aspecten van toepassing, met inbegrip van de technische realisatie, materiaalkeuze, installatie, constructieve aspecten en de visualisatie van hedendaags seriematige woningbouw. De duurzame aspecten zijn : milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering.






OWE

Indicatoren


Competenties

87

11.

Tentaminering

THM2AR-opdr



C01 t/m C07

THM2AR


Vervaardigd tekenwerk: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving, maatvoering. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Materiaal: toepassing, duurzame materiaalkeuze,

C01 t/m C07

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM2AR-opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM2AR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM2IPV

C

5,5

0

Peerassessment

1 Deelopdrachten

12.


13. 14.


4 Reflectie en SLB programma SLB2 V v 0 Schriftelijk o Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff o Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas o Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

Microsoft Office Word en Excel, Revit De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het ontwikkelen van een individuele woning binnen een seriematig woningbouwproject voor in de opdracht beschreven opdrachtgever. De architectonische aspecten van de opdracht bestaan uit schetsmatige alternatieven waarbij het gekozen alternatief op DO-niveau wordt uitgewerkt. Hierin wordt aandacht geschonken aan:

88

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17.

Onderwijsperiode

18.




het maken van:  Vervaardigen van een analyse van de stedenbouwkundige context  Het opstellen van een Programma van Eisen in relatie met de opdrachtgever  Het ontwikkelen van structuur- en schetsontwerptekeningen van plattegronden, gevels en doorsneden  Het maken van ruimtelijke modellen (maquettes / Revit)  Het opstellen van Bestek en indieninggereed maken middels het compleet tekenwerk . Excursie : relevante projectlocatie i.c.m. bouwlocatie , steenfabriek Hoor- en werkcolleges Architectuur (ARC2), Bouwtechniek (BWK2), Visualisatie (VIS2), Workshops en (tussen-)presentaties, Werkplaats Hoor- en werkcolleges Thema2 (THM2), Workshops communicatie (COM2) Onderzoeksvaardigheden (OND2) Expertassistentie uren Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Semester 1, periode 2 Geen

OWE Course 2DT-CO Het Hollands Rijenhuis (Serial housing “Dutch Housing”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse (deeltijd) Constructief ontwerpen Voor het constructief ontwerp werkt de student in deze OWE aan de volgende producten: - Het opstellen van eenvoudige gewichtsberekeningen t.b.v ontwerp fundering (C02) - Het opstellen van een stabiliteitsbeschouwing van het gehele plan (C02) - Heipalen tekening, fundatietekening, begane grond tekening, 1ste en 2de verdiepingstekening (C03)

89

5. 6.


7. 8.


9.

Competenties

7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. Door het vervaardigen van de constructieve werkzaamheden wordt kennis ontwikkeld die noodzakelijk is voor het bouwkundig uitwerken van bouwprojecten. Met kennis van de constructie is het mogelijk de bouwkundige tekeningen op een waarheidgetrouwe manier uit te werken naar een Definitief Ontwerp Geen Bij het ontwikkelen van een rijenhuis zijn veel constructieve van toepassing, waaronder de globale dimpensioneringen van de constructie onderdelen van de hedendaags seriematige woningbouw. De duurzame aspecten zijn: milieuvriendelijke materiaalkeuze en duurzame detaillering






OWE

Indicatoren

-

THM2CO -opdr -

-

-

-

Het opstellen van een fundatie advies gebaseerd op de huidige regelgeving en de verkregen informatie Vervaardigen van globale ontwerp berekeningen met de daarbij behorende tekeningen Heipalen tekening, fundatietekening, begane grond tekening, 1ste en 2de verdiepingstekening Het vervaardigen van een materialen matrix ten behoeven van de verschillende betonkwaliteiten Het identificeren van een onderzoeksvraag, afweging van mogelijke oplossingen, eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren, het interpreteren van informatie en conclusies formuleren


Competenties


C01 t/m C07

90

THM2CO

De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis, vaardigheden van de bij THM2CO-opdracht omschreven producten (circa 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken. Onderwerpen kunnen zijn:

        

MEC2

WIS2

11.

Tentaminering


C01 t/m C06

Er zijn correcte tekenen en berekenen gemaakt van D‐ en M‐lijnen voor statisch bepaalde constructies:  Liggers op twee steunpunten  Ingeklemde liggers  Geknikte liggers Scharnierliggers Juist kunnen uitwerken en oplossen van opgaven

C03


handmatig tekenen van casus onderdelen In deze tweede mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de D‐ en M‐lijn voor puntlasten,  momenten, gelijkmatig verdeelde driehoeksbelasting. In deze tweede wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: Werken met goniometrie, limieten, en 1e afgeleiden. Deeltentamens

C03

Code

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm


THM2CO-opdr

C

5,5

50%

Opdracht


THM2CO

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM2IPV

C

5,5

0

Peerassessment Schriftelijk

4 Mechanica 2

Wordt verwerkt in course 4DT

91

12.


13. 14.


15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


5 Wiskunde 2


6 Mechanica 1


Schriftelijk Schriftelijk

Schriftelijk 7 Wiskunde 1 Wordt verwerkt in course 4DT o Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff o Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas o Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. o Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal o Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff o Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen o Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen o Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding -

Microsoft office Word en Excel, MS Project, Software for Planning SE Opstellen van een fundatie advies inclusief gewichtsberekening Opstellen van begane grond vloerenplan Het vervaardigen van constructieve tekeningen van het rijenhuis (1:100) Het vervaardigen van constructieve details (1:5) Stabiliteitsbeschouwing opstellen aan de hand van de NPR 6791 Excursie bouwproject Workshops Hoor- en werkcolleges Constructie (CO 2), Bouwmaterialen (BMA2), Themacolleges (THM 2), Mechanica (MEC 2), Wiskunde (WIS 2), Expertassistentie (aanwezigheid en inbreng voor groep en groepsleden verplicht, 80 %) Hoorcolleges 20 Werkcolleges 52 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 8 Projectwerk 50 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Blok 2, Semester geen

92



4.

(Beroeps)Producten

5.


6.

7. 8.


9

Competenties

OWE Course 3DT-AR De villa (traditional new house, "The Villa") Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse deeltijdstudenten Architectonisch ontwerpen (AR) niveau 1 (basis) Bouwtechnisch ontwerpen (BT) niveau 1 (basis)

De beroepsproducten bestaan uit;  Architectonische analyse (C01)  Getekend verslag Bouwbesluit toetsing en Passiefhuis toetsing (C01, C02)  Ontwerpvarianten en alternatieven tav. bovenstaande toetsing dmv. toelichtende schetsen (C02)  Definitief Ontwerp (DO), plattegronden, doorsneden, gevels en principedetaillering (C03, C04)  Maquette (C02)  Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO en DO, (C04)  Tekening van een gevelfragment (C03)  Monsterbord van gevelmaterialen (C03)  Schetsboek visualisatie (C04)  Presentatie (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden vier onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken architectuur en bouwtechniek, ondersteund door constructie en organisatie. De OWE course 3-BT richt zich op de bouwtechnische uitwerking van de villa, ten aanzien van het verkrijgen van een omgevingsvergunning, terwijl de OWE course 3-AR zich richt op de architectonische analyse en uitwerking van de villa. Om een omgevingsvergunning te verkrijgen, zijn kennis en onderzoek vanuit beide beroepstaken noodzakelijk. Mechanica en Wiskunde worden afgerekend in OWE course 4-CO. Geen In deze course wordt vanuit een architectonisch en bouwtechnisch vraagstuk toegewerkt naar een aanvraag omgevingsvergunning. Deze aanvraag dient ondersteund te worden met verschillende producten, opdat de gemeente tot een gedegen beoordeling van de aanvraag kan komen. Een ingevuld aanvraagformulier compleet met de benodigde architectonische en bouwtechnische bijlagen, indieningsgereed voor de gemeente, vormen het eindproduct van deze course. De duurzame aspecten zijn: milieubewustzijn, energie-efficiëntie, passief bouwen, zonnepanelen/zonneboilers en warmtepompen in bouwfysische en installatietechnische context, duurzaam materiaalgebruik (levenscyclusanalyse, milieuscore), EPC-waarde, gevelisolatie, duurzame leefomgeving door o.a. groendak.

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:  

C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen 93

  

C03- Specificeren C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren




OWE

THM3ARopdr

Indicatoren 



       

Architectonische analyse, waarin de architectonische opgave wordt geïdentificeerd, een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen wordt gemaakt en informatie wordt geïnterpreteerd Getekend verslag Bouwbesluittoetsing en Passiefhuistoetsing, met daarin de gemaakte keuzen voor de uitwerking van de villa, waarin naar aanleiding van het passiefhuis verslag, architectonische analyse en bestudering bouwbesluit informatie wordt geïnterpreteerd en conclusies worden geformuleerd. Ontwerpvarianten en alternatieven tav. bovenstaande toetsing dmv. toelichtende schetsen Definitief Ontwerp (DO), plattegronden, doorsneden, gevels en principedetaillering Maquette Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO en DO, Tekening van een gevelfragment Presentatie Monsterbord van gevelmaterialen Het op een onderzoeksmethodische manier individueel ontwikkelen van alternatieven van bovenstaande onderwerpen. Het identificeren van de juiste vraag en het afwegen van de mogelijke oplossingen.


Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria  Analyses en verslagen worden hoofdzakelijk opgezet met beeldmateriaal en tekeningen ;  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid en relevantie  Producten zijn logisch van opbouw : geordend en gestructureerd, hoofd-en bij zaken gescheiden  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correct taalgebruik vwb. formulering en spelling  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Tekeningen zijn goed leesbaar en voorzien van relevante informatie.  Het methodisch onderzoeksdeel wordt getoetst op kennis, inzicht en toepassing .


Cijferverdeling opdracht onderdelen: ARC3 opdrachten : 65% BMA3 opdrachten: 5% VIS3 opdrachten: 20% PRESS3 10% Weging onderdelen tbv individueel cijfer: Groepscijfer AR 60% Individueel cijfer gevelfragmenten 40% Expertassistentie is verplicht,

94

THM3AR

Thm3IPV

INTP

De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten. Onderwerpen kunnen zijn:  architectuurgeschiedenis,  architectuuranalyse,  Bouwbesluittoetsing  handmatig tekenen van casusonderdelen (visualisatie), gevels, plattegronden en details.  Bouwfysica  bouwmaterialen Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces.



HBO-kaart


C01 t/m C07

Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken tijden  Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten.  Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.  Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen  De Algemene HBO-competenties; comp. 13 t/m 17 zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart

C08 / C09

C01 t/m C09


11.


Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdrachten

THM3ARopdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM3AR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM3IPV

C

5,5

geen

Peerassessmen t

INTP

V

Nvt

geen

assessment


95

12.


13. 14.


15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen



Microsoft Office Word en Excel, Revit en/of Autocad. Studenten werken in groepen van vijf tot zes personen aan het een architectonisch ontwerp voor een villa. De student verricht hiertoe activiteiten om de volgende producten te maken :  Architectonische analyse doen  Getekend verslag Bouwbesluittoetsing en Passiefhuistoetsing maken  Ontwerpvarianten en alternatieven tav. bovenstaande toetsing dmv. toelichtende schetsen  Definitief Ontwerp (DO), plattegronden, doorsneden, gevels en principedetaillering maken  Maquette maken  Ondersteunende Bouwbesluitberekeningen fasen VO en DO doen,  Tekenen van een gevelfragment  Presenteren  Monsterbord maken van gevelmaterialen Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen die nodig zijn om aan de beroepstaak te werken. In werkcolleges werken de studenten onder begeleiding studievragen uit die bijdragen aan de transfer van de kennis. Verder worden themacolleges ingezet. Dit zijn hoorcolleges die gegeven worden door experts en/of gastsprekers over direct aan het thema gerelateerde onderwerpen. Ook wordt een excursie gepland naar een van toepassing zijnde project. Hoor- en werkcolleges Architectuur (BWK3), Bouwfysica (FYS3), Visualisatie (VIS3) en Thema3 (THM3); Expertassistentie-uren; Workshop onderzoeksvaardigheden (OND3) Hoorcolleges 20 Werkcolleges 30 Studiebegeleiding 5 (deel)tentamens 5 Overige activiteiten 5 Zelfstudie 145 Totaal 210 uur

96

17. 18.


Semester 1 of Sem 2 Geen



5.


6.

7. 8.


OWE Course 3DT-BT De villa (The villa) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse deeltijdstudenten Bouwtechnisch ontwerpen (BT) niveau 1 (basis) De beroepsproducten bestaan uit; Een ingevulde aanvraag voor een omgevingsvergunning, met bijlagen: (C04) De beroepsproducten bestaan uit;  Plan van Aanpak (C01)  Een inventarisatie en een analyse van het gebouw ten aanzien van de constructie (C01)  Alternatieven voor de constructie van de nieuwe opbouw (C02 en C06)  Tekenwerk van de constructieve plattegronden, doorsneden en details (C04)  Sterkteberekeningen van de constructieonderdelen uitgevoerd in hout en/of staal (C03)  Tijdelijke constructieve voorzieningen met behulp van de slooptekening (C04)  Adviesrapportage aan de hand van het haalbaarheidsonderzoek (C06,C08)  Presentatie (C09) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden vier onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken architectuur en bouwtechniek, ondersteund door constructie en organisatie. De OWE course 3-BT richt zich op de bouwtechnische uitwerking van de villa, ten aanzien van het verkrijgen van een omgevingsvergunning, terwijl de OWE course 3-AR zich richt op de architectonische analyse en uitwerking van de villa. Om een omgevingsvergunning te verkrijgen, zijn kennis en onderzoek vanuit beide beroepstaken noodzakelijk. Mechanica en Wiskunde worden afgerekend in OWE course 4-CO. Geen In deze course wordt vanuit een architectonisch en bouwtechnisch vraagstuk toegewerkt naar een aanvraag omgevingsvergunning. Deze aanvraag dient ondersteund te worden met verschillende producten, opdat de gemeente tot een gedegen beoordeling van de aanvraag kan komen. Een ingevuld aanvraagformulier compleet met de benodigde architectonische en bouwtechnische bijlagen, indieningsgereed voor de gemeente, vormen het eindproduct van deze course. De duurzame aspecten zijn: milieubewustzijn, energie-efficiëntie, passief bouwen, zonnepanelen/zonneboilers en warmtepompen in bouwfysische en installatietechnische context, duurzaam materiaalgebruik (levenscyclusanalyse, milieuscore), EPC-waarde, gevelisolatie, duurzame leefomgeving door o.a. groendak. 97

9.

Competenties


C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realisatie C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren




OWE

Indicatoren

Beoordeling

THM3BTopdr

Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de uitgangspunten van de opdracht, met als onderdelen:  Een kort verslag m.b.t. passiefhuis concept, waarin de vraag wordt geïdentificeerd, een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen wordt gemaakt. informatie wordt geïnterpreteerd en conclusies worden geformuleerd.  Een rapportage met concepten voor de constructieve opbouw van de villa in HSB; Het opstellen van beslissingsdocumenten ten aanzien van de verdere uitwerking van de villa, met als onderdelen:  Een getekend verslag van de passief huistoets, met daarin de gemaakte keuzen voor de uitwerking van de villa, waarin naar aanleiding van het voornoemde verslag informatie wordt geïnterpreteerd en conclusies worden geformuleerd.  Een definitieve constructieve uitwerking van de villa in HSB, in tekeningen met toelichting.  Een eerste aanzet voor een detailboek, met daarin individuele handgetekende details.  Overzicht duurzame materialisatie  Vochtcheck Het opstellen van aanvraag omgevingsvergunning voor de villa, met als onderdelen:  Een ingevuld aanvraagformulier omgevingsvergunning;  Een overzichtstekening (1:100/1:500) DO+/TO, met plattegronden, aanzichten, doorsneden, situatie;


Competentie s C01 t/m C07


De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld;

98

THM3BT

 Een bouwbesluittoets t.a.v. GO/VO, de trap en, het dak met hemelwaterafvoer, bouwfysica, met bijbehorende tekeningen en berekeningen;  Een detailboek van de villa met daarin per persoon 2 details, met een tekenprogramma getekend.  Een ingevulde materialenstaat;  Een monsterbord Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de uitgangspunten van de opdracht, met als onderdelen:  Een kort verslag m.b.t. passiefhuis concept, waarin de vraag wordt geïdentificeerd, een afweging van mogelijke oplossingsrichtingen wordt gemaakt. informatie wordt geïnterpreteerd en conclusies worden geformuleerd.  Een rapportage met concepten voor de constructieve opbouw van de villa in HSB; Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden bouwtechniek, bouwfysica, bouwmaterialen, installatietechniek, visualisatie, werken themacolleges.

Thm3IPV


SLB3

Volgen slb-lessen.  POP voor semester 2 Voorbereiden op stages a.d.h.v. opdrachten:  Sollicitatiebrief + CV  StagePOP Schrijven reflectieverslag course 3+4 m.b.v. aangeleverd format. Aanvullen portfolio volgens aangeleverd indelingsformat. Integrale bouwkundige ontwikkeling

INTP




Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica en installatietechniek met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Materiaal: toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming. Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten Aanwezigheid van alle producten in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. (Stage)POP is SMART geformuleerd en bevat verschillende leerdoelen. Reflectieverslag bevat concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd.

C01 t/m C06



C01 t/m C09

 Inhoud en indeling portfolio

Eenduidig en hebben duidelijk betrekking op één gebouw.

 

Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten. Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven. Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen Een actuele cijferlijst is opgenomen

C08 / C09

C08 / C09

99

 

HBO-kaart

De Algemene HBO-competenties; comp. 13 t/m 17 zijn op niveau 1 (basis) bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart


11.

Tentaminering

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Tentamenvorm

THM3BT opdracht

C

5,5

50%

Opdrachten

THM3BT casustentamen

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM3IPV

C

5,5

0

Peerassessmen t

4 Reflecteren en SLB programma

SLB3

c

5,5

0

Schriftelijk


INTP

V

nvt

0

Assessment

1 Deelopdrachten 2 Thematoets Constructie

12.


13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen



Microsoft Office Word en Excel Autocad en Revit (tekenprogramma) EPC-rekentool Microsoft Project (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) De student werkt in een groep van vier tot zes personen aan het indieningsgereed maken van een aanvraag omgevingsvergunning met de benodigde en vereiste bouwtechnische bijlagen. Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen die nodig zijn om aan de beroepstaak te werken. In werkcolleges werken de studenten onder begeleiding studievragen uit die bijdragen aan de transfer van de kennis.

100

16.

Les-/contacturen

17. 18.




5.


6.

Verder worden themacolleges ingezet. Dit zijn hoorcolleges die gegeven worden door experts en/of gastsprekers over direct aan het thema gerelateerde onderwerpen. Ook wordt een excursie gepland naar een van toepassing zijnde project. Hoor- en werkcolleges Bouwtechniek (BWK3), Bouwfysica (FYS3), Bouwmaterialen (BMA3), Visualisatie (VIS3) en Thema3 (THM3); Expertassistentie-uren; Hoorcolleges 20 Werkcolleges 30 Studiebegeleiding 5 (deel)tentamens 5 Overige activiteiten 5 Zelfstudie 145 Totaal 210 uur Semester 1 Geen

OWE Course 4dt-CO Het Oude Gebouw (The old building) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse deeltijdstudenten Constructief ontwerpen (CO), niveau 1 (basis) De beroepsproducten bestaan uit;  Plan van Aanpak (BWK01)  Een inventarisatie en een analyse van het gebouw ten aanzien van de constructie (C01)  Alternatieven voor de constructie van de nieuwe opbouw (C02 en C05)  Tekenwerk van de constructieve plattegronden, doorsneden en details (C04)  Sterkteberekeningen van de constructieonderdelen uitgevoerd in hout en/of staal (C03)  Tijdelijke constructieve voorzieningen met behulp van de slooptekening (BWK05)  Adviesrapportage aan de hand van het haalbaarheidsonderzoek (C08, C09)  Presentatie (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze OWE waarin de beroepstaak ‘constructief ontwerpen’ centraal staat wordt ingegaan op de constructieve haalbaarheid van de herbestemming. In de OWE waarin de beroepstaak ‘Organiseren’ centraal staat wordt ingegaan op de organisatorische haalbaarheid van de herbestemming. De casus waaraan gewerkt wordt is voor beide OWE’s hetzelfde. Ondersteunende vakken:

101

7. 8. 9.


10.


Mechanica MEC4: Theorie van de mechanica met uitwerkingen/voorbeelden uit de bouwpraktijk: Schuifspanningen, combinatie buiging- en normaalspanning, vakwerkspanten Geen Voor een oud gebouw wordt ingegaan op de constructieve aspecten bij de verbouw/herbestemming. In deze OWE wordt voornamelijk stil gestaan bij het ontwerpen en dimensioneren van duurzame constructies. In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod: C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realiseren C05 - Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt. C07- Analyseren en onderzoeken C08- Communiceren en samenwerken C09- Managen en innoveren Zie onderstaande tabel course 4-12CO OWE

Indicatoren

1 THM4CO-

Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de huidige toetstand van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen: • Een plan van Aanpak van de totale opdracht • Een inventarisatie en analyse van het bestaande gebouw ten aanzien van de constructie, materialisatie, benodigde ingrepen tbv functiewijziging • Vanuit een gerichte vraagstelling afweging van mogelijke oplossingsrichtingen genereren, eisen, doelstelling en randvoorwaarden identificeren, interpreteren van de informatie en vervolgens conclusie formuleren Het opstellen van een ontwerp van de opbouw en mogelijke uitwerkingen daarvan in de vorm van varianten ten aanzien van de uitbreiding van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen: • constructieontwerp • constructieberekeningen volgens Eurocode

opdracht

Beoordeling De producten zijn: • Compleet; • Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht; • Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld. • Het onderzoeksdeel toetsen op analyse methodiek, synthese en evaluatie, inzicht en toepassing

Competenties 01 t/m C07

De producten zijn: • Compleet; • Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht; • Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld. De producten zijn: • Compleet; • Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht; • Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld;

102

• materialenanalyse met duurzame toepassingen Het opstellen van een haalbaarheidrapportage mbt de uitbreiding van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen: • Constructieberekeningen • Constructieoverzichten • Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidonderzoek 2 THM4COthematoets

Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden constructie, bouwtechniek, bouwmaterialen, visualisatie, werken themacolleges.

3 Integrale


toets


4 Mechanica 1

5 Mechanica 2 6 Mechanica 3

In deze eerste mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de beginselen van de krachtenleer,  Bepalen van de grote, richting en aangrijpingspunt krachten  de resultante, grafisch en analytisch.  Bepalen van de oplegreacties bij Statisch bepaalde liggers, scharnierliggers en pendelstaven. In deze tweede mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de D‐ en M‐lijn voor puntlasten, momenten, gelijkmatig verdeelde driehoeksbelasting. Berekenen van zwaartepunt, weerstandsmoment en traagheidsmoment van niet-symmetrische doorsneden. Berekenen van lengteveranderingen door normaalkracht en temperatuur. Dimensioneren van een ligger op buiging.

•

Op basis van de aangeleverde producten zijn heldere en goed beargumenteerde conclusies getrokken mbt de haalbaarheid van het project als geheel.

Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de Eurocodemet daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Materiaal: toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming.  Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten.  Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.  Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen Een kopie van het Formulier Integrale Toets Propedeuse wordt door de student bewaard. De berekeningen worden correct uitgevoerd met de juiste gegevens, duidelijk beschreven en waar nodig voorzien van duidelijke, relevante schetsen.

C01 t/m C09

C03


C03


C03

103

7 Mechanica 4

Berekenen van de schuifspanning over de hoogte van de doorsnede bij een op dwarskracht belaste ligger. Berekenen van de kracht in de staven van een vakwerkligger met methode Ritter. Rekenen met combinaties van buigspanningen en normaalspanningen. Kennis hebben van het principe van voorspanning. Bepalen van de kerndoorsnede bij op buiging belaste liggers met centrische en/of excentrische belasting. In deze eerste wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: • Werken met breuken, machten,haakjes, • 1e en 2egraadsfuncties, en gecombineerde functies vergelijkingen met en van breuken‐, machts‐,exponentiële‐, logaritmische functies In deze tweede wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: Werken met goniometrie, limieten, en 1e afgeleiden.


Opgaven worden correct en controleerbaar uitgewerkt en opgelost

C03


C03


C03

3

Hebben van basiskennis van inverse functies, integreren. Kennis kunnen toepassen.

11


Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten

C08 / C09

Aanwezigheid van alle producten, inclusief beroepsproducten van de werkplek, in het digitale portfolio. Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. (Stage)POP is SMART geformuleerd en bevat verschillende leerdoelen. Reflectieverslag bevat concrete activiteiten/handelingen. Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd.

C08 / C09

8 Wiskunde 1

9 Wiskunde 2

10 Wiskunde

individuele project vaardigheden 12 studieloopba anbegeleidin g

11.

C03

Volgen slb-lessen.  POP voor semester 4 Schrijven reflectieverslag course 3+4 m.b.v. aangeleverd format. Aanvullen portfolio volgens aangeleverd indelingsformat.

Tentaminering Deeltentamens /code 1 THM4CO-opdracht 2 THM4CO-thematoets

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Toetsvorm

THM4CO-opdr

C

5,5

100%

Schriftelijk

THM4CO

C

5,5

0

Schriftelijk

3 Integrale Toets Propedeuse

INTP

V

nvt

0

Peerassessment

4 Mechanica 1

MEC1

C

5,5

0

Schriftelijk

104

12.


13. 14.


15.

Werkvormen

5 Mechanica 2

MEC2

C

5,5

0

Schriftelijk

6 Mechanica 3

MEC3

C

5,5

0

schriftelijk

7 Mechanica 4

MEC4

C

5,5

0

schriftelijk

8 Wiskunde 1

WIS1

C

5,5

0

Schriftelijk

9 Wiskunde 2

WIS2

C

5,5

0

schriftelijk

10 Wiskunde 3

WIS3

C

5.5

0

schriftelijk

11 individuele project vaardigheden

THM4IPV

C

5,5

0

peerassessment

12 studieloopbaanbegeleiding

SLB4

V

nvt

0

Schriftelijk



Microsoft office Word en Excel, 3D tekensoftware, AutoCad De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan het opstellen van een haalbaarheidsstudie voor de in de opdracht beschreven herbestemmingsopgave. Excursie Station Dieren Hoor- en werkcolleges Constructie (CON4), Bouwtechniek (BWK4), Bouwmaterialen (BMA4), Visualisatie (VIS4) en Thema (THM4), Wiskunde (STAT4) en Mechanica (MEC4) Workshops communicatie (COM4) Workshop onderzoeksvaardigheden (OND4) Expertassistentie uren Hoorcolleges voor kennisoverdracht over de specifieke onderwerpen die nodig zijn om aan de beroepstaak te werken. In werkcolleges werken de studenten onder begeleiding opdrachten uit die bijdragen aan de transfer van de kennis. Workshops communicatie voor het werken aan communicatievaardigheden. Excursie naar stationsgebouw en herbestemmingsplan als introductie en aanvulling op het thema 105

16.

Les-/contacturen

17. 18.




5.


6.

Hoorcolleges Werkcolleges Studiebegeleiding (deel)tentamens Overige activiteiten Zelfstudie Totaal Semester 2 Geen

20 30 5 5 5 145 210 uur

OWE Course 4dt-OR Het oude gebouw (The old building) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse Organisatie (OR), niveau 1 (basis) De beroepsproducten bestaan uit;  Een plan van Aanpak van de totale opdracht (C01)  Een inventarisatie en analyse van het bestaande gebouw ten aanzien van de logistiek, materialisatie, benodigde ingrepen tbv functiewijziging (C01 / C02)  Een uitvoeringsplan, m.n. gericht op bereikbaarheid en veiligheid tijdens uitvoering (C04)  Een bouwbesluit- en brandveiligheidstoets (C03)  Bestekartikelen (met bijbehorende bestektekeningen) van de duurzame sloop en van de nieuwe opbouw (C03)  Een begroting op detailniveau van voornoemde bestekartikelen (C04)  Een planning van de bouwwerkzaamheden (C05)  Een investeringsraming (C04)  Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidsonderzoek (C04 / C06)  Presentatie (C08) 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. In deze course worden twee onderwijseenheden samengebracht, de beroepstaken constructief ontwerpen en organisatie. De OWE course 4-CO richt zich op de constructieve haalbaarheid van een herbestemmingsproject, terwijl de OWE course 4OR zich op de organisatorische aspecten van haalbaarheid van een herbestemmingsproject richt. Om een uitspraak te

106

7. 8.


9.

Competenties

10.


kunnen doen over de haalbaarheid van dit herbestemmingsproject, zijn kennis en onderzoek vanuit beide beroepstaken noodzakelijk. Mechanica en Wiskunde wordt afgerekend in OWE course 4-CO. Geen Bij het opstellen van een haalbaarheidsstudie kunnen verschillende aspecten bekeken worden. De organisatorische haalbaarheid van dit project richt zich op omgevingsgerichte en objectgerichte haalbaarheid van de herbestemming van dit oude gebouw. De duurzame aspecten zijn: duurzame sloop, alternatieve duurzame materialen, duurzaam materiaalgebruik (levenscyclusanalyse, milieuscore). In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod: C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C04- Realiseren C05 - Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt. C07- Analyseren en onderzoeken C08- Communiceren en samenwerken C09- Managen en innoveren OWE

Indicatoren


Competenties

THM4ORopdr

Het opstellen van een gedegen onderzoek naar de huidige toestand van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen:  Een plan van Aanpak van de totale opdracht (BWK01)  Een inventarisatie en analyse van het bestaande gebouw ten aanzien van de logistiek, materialisatie, benodigde ingrepen tbv functiewijziging (BWK01 / BWK02)


C01 t/m C07

Het opstellen van een PvE, en mogelijke uitwerkingen daarvan in de vorm van varianten ten aanzien van de uitbreiding van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen:  Een uitvoeringsplan, m.n. gericht op bereikbaarheid en veiligheid tijdens uitvoering (BWK05)  Een bouwbesluit- en brandveiligheidstoets (BW 02)  Bestekartikelen (met bijbehorende bestektekeningen) van de duurzame sloop en van de nieuwe opbouw (BWK03)


C01 t/m C07

107



Een begroting op detailniveau van voornoemde bestekartikelen (BWK03, BWK04)

Het opstellen van een haalbaarheidsrapportage mbt de uitbreiding van het stationsgebouw te Dieren, met als onderdelen:  Een planning van de bouwwerkzaamheden (BWK05)  Een investeringsraming (BWK02, BWK08)  Een adviesrapportage de hand van het verrichte haalbaarheidsonderzoek (BWK07, BWK15)

De producten zijn:  Compleet;  Zo opgesteld dat ze passend zijn voor de specifieke opdracht;  Bruikbaar voor het doel waarmee ze worden opgesteld;  Op basis van de aangeleverde producten zijn heldere en goed beargumenteerde conclusies getrokken mbt de haalbaarheid van het project als geheel.

C01 t/m C07

THM4OR

Beantwoorden van schriftelijke vragen aan de hand van een vooraf verstrekte casus. Deze casus is vergelijkbaar met het project dat in de course aan de orde is geweest. De vragen richten zich op de vakgebieden organisatie, bouwtechniek, bouwmaterialen, visualisatie, werken themacolleges.

Beoordelingscriteria conform antwoordmodel deeltentamen. Algemene criteria:  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de verkregen formules betreffende bouwfysica met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.  Materiaal: toepassing, juiste materiaalkeuze, duurzaamheid, verduurzaming.

C01 t/m C07

Thm4IPV


C08 / C09

INTP


Er wordt voldoende blijk gegeven van het volgende:  Inzet  Houden aan regels en afspraken  Aanwezigheid en actieve deelname op de afgesproken momenten  Integrale schriftelijke en mondelinge reflectie op competenties en bijbehorende producten.  Bij groepsproducten is duidelijk de individuele inbreng aangegeven.  Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen


C01 t/m C07


11.

Tentaminering

Deeltentamens /code 1 THM4OR opdracht

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

Toetsvorm

THM4OR-opdr

C

5,5

50%

Schriftelijk

108

2 THM4OR casustentamen

THM4OR

C

5,5

50%

Schriftelijk

3 THM4IPV

Thm4IPV

C

5,5

0

Schriftelijk

INTP

V

V

0

Assessment

4 INTP 12.


13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.




Microsoft office Word en Excel, 3D tekensoftware, Autocad (tekenprogramma) KPD Gebouwbestek (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) Microsoft Project (op vaste computers HAN-BE beschikbaar) De student werkt in een groep van vier tot zes personen aan het opstellen van een haalbaarheidsstudie voor de in de opdracht beschreven herbestemmingsopgave. Excursie station Dieren; Hoor- en werkcolleges Organisatie (OR4), Bouwtechniek (BWK4), Bouwmaterialen (BMA4), Visualisatie (VIS4) en Thema4 (THM4); Expert assistentie uren. Hoorcolleges 20 Werkcolleges 30 Studiebegeleiding 5 (deel)tentamens 5 Overige activiteiten 5 Zelfstudie 145 Totaal 210 uur Semester 2 Geen

109

Deeltijd BMU Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3. 4.

Opleiding Doelgroep Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten

5.

Studiepunten/studielast

6.


7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

OWE Course sem1-CO ‘Voorbereiding uitvoering’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Deeltijdstudenten met MBO B diploma met meerdere jaren werkervaring die willen doorgroeien naar Hbo-niveau. Constructief ontwerpen (CO) niveau 1 (basis) Fundering en casco De beroepsproducten die in deze OWE uitgewerkt worden zijn: - rapportage onderbouw en ruwbouw/casco. - rekenkunde 7,5 Studiepunten, 210 SBU 37,5% in onderwijsdeel 62,5% in beroepsuitoefeningsdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem1-BT en OWE Course sem1-OR. Er wordt individueel gewerkt aan een doelproject. Een doelproject is een project waar de student in zijn werksituatie bij betrokken is. De eis die aan het project worden gesteld is dat de student moet kunnen werken aan de volgende beroepstaken in het kader van de voorbereiding op de uitvoering: Bouwtechnisch Ontwerpen (BT): bouwmethodieken voor fundering en casco en detailleren aansluitingen. Constructief ontwerpen (CO): funderingstechnieken Organiseren van de uitvoering (OR): bouwplaatsinrichting, personeelsplanning, hoofduitvoeringsplanning, kosten bepalen, projectorganisatie in kaart brengen binnen bestaande organisatie. De beroepstaken worden in de rol van werkvoorbereider bij een aannemersbedrijf uitgevoerd. MBO B niveau 4 + werkportfolio (60+30 studiepunten vrijstelling) of instroomassessment (portfolio/EVC: 90 studiepunten vrijstelling) en een toelating door de examencommissie. Een relevante werkplek en minimaal 3 jaar relevante werkervaring. Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de constructieve aspecten van de fundering van het doelproject. Hierbij wordt een vergelijk gemaakt tussen de toegepaste methodiek en de mogelijke alternatieven. Daarvoor is inzicht in het krachtenspel onontbeerlijk. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Energieneutrale concepten In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in de VO en DO fase)

110

10


Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er is een rapportage opgesteld dat de voorlopige funderingskeuze onderbouwt obv het grondonderzoek en de projectgegevens. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen.  De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen.

11

Tentaminering

111

Toetsing

Deeltentamens

Cijfer/vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

1.1.03|01-MECH1

C

55

40%

geen

2

1.1.01|00-WIS-1

C

55

27%

geen

2

1.1.02|01-FUND

C

55

33%

geen

2

INTP

V

v

0

geen

2

Deeltentamen 1

1.1.03|01-MECH1

Toetsvorm

Individueel tentamen

Beschrijving

In deze eerste mechanicatoets komen de volgende onderdelen aan bod:  Werken met de beginselen van de krachtenleer,  Bepalen van de grote, richting en aangrijpingspunt van de resultante, grafisch en analytisch.  Bepalen van de oplegreacties bij Statisch bepaalde liggers, scharnierliggers en pendelstaven.  Krachtenveelhoeken zijn getekend.  Resultaten van puntlasten, gelijkmatig verdeelde belastingen, driehoeksbelastingen en momenten zijn bepaald.  Oplegreacties zijn berekend voor: o Liggers op twee steunpunten o Ingeklemde liggers o Geknikte liggers o Scharnierliggers o Pendelstaven 1 Weging deeltentamen 1 is 40%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100.


Aantal examinatoren Cesuur

Deeltentamen 2

1.1.01|00-WIS-1

Toetsvorm


Beschrijving

In deze eerste wiskundetoets komen de volgende onderdelen aan bod: Werken met breuken, machten, haakjes, 1e en 2e graad functies, en gecombineerde functies en vergelijkingen met en van breuken-, machts-, exponentiële-, en logaritmische functies.

112

Beoordelingscriteria Aantal examinatoren Cesuur

Juist kunnen uitwerken en oplossen van opgaven. 1 Weging deeltentamen 2 is 27%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100.

Deeltentamen 3

1.1.02|01-FUND

Toetsvorm

projectopdracht

Beschrijving

De student heeft kennis van funderingstechnische aspecten en verwerkt in een projectopdracht. Fundering op staal en op palen. Juiste toepassing van de indicatoren voor een gegeven casus 1 Weging deeltentamen 3 is 33%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100.


Deeltentamen 5

INTP

Toetsvorm

Integrale toets propedeuse

Beschrijving

De student toont aan dat hij alle gevraagde producten positief heeft afgesloten


De student heeft alle gevraagde producten positief afgesloten. 1 0

12


Readers en handleidingen Doelproject en bedrijf student Boeken: onder andere Jellema-reeks; Basisboek Toegepaste Mechanica, Welleman, J.; Basisboek Wiskunde editie 2, Craats, J, van de en Bosch, J; Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok; Zo doe je een onderzoek, Roel Grit/Mark Julsing Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort.) Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort.

13 14


Zie verdere specificatie op Scholar

  

Rapportage onderbouw en ruwbouw/casco BMU-01 Presentatie onderbouw en ruwbouw/casco BMU-01 Beoordeling Opdracht Fundering

113

15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18


Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3. 4. 5.

Opleiding Doelgroep Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten/studielast

6.


 Beoordeling Mechanica 1 toets (Mech-1)  Beoordeling wiskundetoets (WIS-01) Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Hoorcolleges 12 Werkcolleges 0 Studiebegeleiding 3 (deel)tentamens 3 Overige activiteiten 132 Zelfstudie 60 Totaal 210 uur Semester 1 Niet van toepassing

OWE course sem2-CO ‘bewaken en bijsturen’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Doorstroom vanuit course sem1 Constructief ontwerpen (CO) niveau 1 (basis) metselwerkdilataties en lateien Onderbouwd advies voor dilataties in metselwerk, metselwerkondersteuningen en lateien van het doelproject. 7.5 Studiepunten, 210 SBU 25% in onderwijsdeel 75% in beroepsuitoefeningsdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem2-BT en OWE Course sem2-OR. Er wordt individueel gewerkt aan een doelproject. Een doelproject is een project waar de student in zijn werksituatie bij betrokken is. De eis die aan het project worden gesteld is dat de student moet kunnen werken aan de volgende beroepstaken in het kader van de voorbereiding op de uitvoering: Bouwtechnisch Ontwerpen (BT): bouwmethodieken en detailleren aansluitingen gevelsluiting en dak. Constructief ontwerpen (CO): gevelsluiting en dak (dilataties metselwerk en lateien) Organiseren van de uitvoering (OR): werkbegroting/financieel overzicht, termijnschema, procesbeheersing, bewaken van planning, analyse bestek- en indieninggereed maken van de projectinformatie De beroepstaken worden uitgevoerd in de rol van bouwtechnisch en constructief adviseur. 114

7. 8.


105 studiepunten behaald (90 uit voortraject en minimaal 15 van de 30 uit course sem1)

Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de constructieve aspecten van de ruwbouw, specifiek de gevel. Hierin worden de mogelijke alternatieven met hun voor- en nadelen op een rijtje gezet. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:

9.

10

Competenties


 Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Energieneutrale concepten In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in de VO en DO fase) Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren  Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er is een advies opgesteld voor het metselwerk, metselwerkondersteuning en lateien van het doelproject. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.

115



De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. 11 Tentaminering

Deeltentamen

Cijfer/Vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

2.1.01| BMU-00-WIS-2

C

55

27%

geen

2

2.1.02|BMU-01-dill-mw

C

55

73%

geen

2

INTP

V

v

0

geen

2

Deeltentamen 1

2.1.01| BMU-00-WIS-2

Toetsvorm

- Individueel tentamen

Beschrijving

Je maakt (hernieuwd)kennis met vergelijkingen, machten, functies, goniometrie, noodzakelijk voor het uitwerken van praktische, beroepsgerichte vraagstukken. De berekeningen worden correct uitgevoerd met de juiste formules en gegevens, zijn duidelijk beschreven en waar nodig voorzien van tussenantwoorden of duidelijke, relevante schetsen.


Deeltentamen 2

(2.1.02|BMU-01-dill-mw

Toetsvorm

Schriftelijke rapportage Beroepsproduct (deelopdracht)

Beschrijving

Je maakt kennis met verschillende lateien en geveldragers, de voor- en nadelen van de verschillende systemen en bijbehorende detaillering. J e leert de kenmerken van dilataties te benoemen en deze toe te passen in een zelf gekozen doelproject. Een overzicht van de verschillende dilataties, lateien en metselwerkdragers is dusdanig opgesteld dat het mogelijk is een keus te maken voor een concreet project. voor- en nadelen specifieke beperkingen (bijv. koudebrug) Geveloverzichten van het doelproject met daarop aangegeven de dilataties, lateien en metselwerkdragers zijn voldoende onderbouwd op basis van eerder genoemd overzicht.


116

Deeltentamen 3

INTP

Toetsvorm


Beschrijving


12

Beoordelingscriteria Verplichte literatuur

13 14


15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18



Opleiding Doelgroep

De student heeft alle gevraagde producten positief afgesloten.        

Readers en handleidingen Doelproject en bedrijf student Boeken: onder andere Jellema-reeks; Basisboek Toegepaste Mechanica Welleman, J.; Basisboek Wiskunde editie 2, Craats, J, van de en Bosch, J Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal, etc) Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer


 Beoordeling Opdracht dilataties metselwerk en lateien  Beoordeling wiskundetoets (WIS-02) Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Hoorcolleges 12 Werkcolleges 0 Studiebegeleiding 3 (deel)tentamens 3 Overige activiteiten 132 Zelfstudie 60 Totaal 210 uur Semester 2 Niet van toepassing

B5 Inleidende stage – Bouwtechnisch ontwerpen (Introductory internship - Building Technology) Bouwkunde Deeltijd BMU Studenten die doorstromen vanuit hun propedeusefase

117

3. 4.

5. 6.

Beroepstaak/beroepsta ken (Beroeps)Producten


7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

10.


Bouwtechnisch ontwerpen (BT in combinatie met OR, CO en AR)

Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden.  Door slb-er goedgekeurd voorlopig POP.  Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent.  Sollicitatiebrief en reflectie op het sollicitatiegesprek  Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten.  Authentieke producten met per product een reflectieverslag en bedrijfsbeoordeling van het  product.  Relevante producten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP.  Een of meerdere producten gebaseerd op duurzaamheid  Een eindreflectie op de hele stage.  Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier.  Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen.  Aanvulling m.b.t buitenlandse stages: Dit is bij course 5 niet mogelijk.  Onderzoeksopdracht rondom een duurzaamheidaspect Duurzaamheidsopdracht Presentatie 15 Studiepunten / 420 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma) In de courses 5 en 6 doorloopt de student twee keer een inleidende stage. Één aan de voorbereidende kant van het bouwproces en één de uitvoerende kant van het bouwproces. Course 5 is gericht op de ene stage en course 6 op de andere stage. De volgorde is vrij. Minimaal 37,5 Studiepunten uit propedeusefase moeten behaald zijn. De student wordt geplaatst op een stageadres ná het doorlopen van de volgende stappen: - SLB-verklaring - Inschrijven op stageplaats van keuze - Definitieve toewijzing door stagecoördinator - Sollicitatieprocedure bij stageplaats doorlopen Tijdens deze inleidende stage loopt de student gedurende 10 weken stage bij twee bedrijven. In één stage doet de student ervaring op aan de voorbereidende kant van het bouwproces en in de andere stage aan de uitvoerende kant van het bouwproces. De student mag in beide stages zelf weten aan welke beroepstaak hij werkt. In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties (C01 t/m C09) worden geoefend op niveau 1 (basis). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven. OWE

Indicatoren


Competenties

118

Stage5

Presentatie

Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaalcommunicatief. Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio op onderzoeksvaardigheden worden getoetst op analyse, synthese evaluatie inzicht en toepassing. Herkansing voor het portfolio moet binnen 10 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

Portfolio

Bedrijfsbeoordeling

11.

12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.

Tentaminering

Verplichte literatuur Software Activiteiten Werkvormen Les-/contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers

Deeltentamen

Code

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

C06, C08 en C09/ C08 C01 t/m C09

C01 t/m C09

Tentamenvorm

B5BT/2 C 5,5 100% Portfolio Inleidende stage bouwassessment technisch ontwerpen Stagegids + conversietabel nieuwe competenties N.v.t. In deze OWE loopt de student stage aan de Voorbereidende kant. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. In principe: 10 weken x 5 dagen = 50 dagen periode 1

Niet van toepassing

119

Integrale Toets Titel 1 Opleiding 2 Doelgroep 3 Beroepstaken

 

4 Beroepsproduct(en) / Resultaat 5 Tentamen: Studiepunten, studielast Examen

6 Samenhang 7 Ingangseisen

8 Algemene omschrijving

Integrale toets propedeuse voltijd Bouwkunde Bouwkunde Propedeuse studenten bouwkunde Op propedeuse niveau 1 (basis) 1. Architectonisch ontwerpen AR 2. Bouwtechnisch ontwerpen BT 3. Constructief ontwerpen CO 4. Organiseren OR a. Portfolio met beroepsproducten b. Toelichting op portfolio Deze integrale toets heeft betrekking op de OWE’s:  OWE Course 3-BT  OWE Course 3-OR  OWE Course 4-AR  OWE Course 4-CO Per beroepstaak wordt door de assessor een vinkje in Alluris geplaatst indien de beroepstaak bij het portfolio met een voldoende is afgesloten. Alle beroepstaken uit de propedeuse 1. Minimaal 7.5 studiepunten behaald. Indien de integrale toets positief is afgesloten zijn minimaal 37.5 studiepunten behaald in de desbetreffende propedeuse. 2. Schriftelijk goedkeuring op portfolio door de SLB-er 3. Assessoren toegang tot afgerond portfolio: 1 week van tevoren In een portfolio en daarop volgend assessment toon je de samenhang aan tussen de beroepstaken, de opgeleverde beroepsproducten en de competenties op niveau 1 (basis) aan. Als basis neem je hiervoor het portfolio wat je in de loop van de propedeuse hebt opgebouwd. Daarnaast beargumenteer je aan de hand van de blik die je op het beroepenveld hebt de keuze van je inleidende stage. De integrale toets duurt 45 minuten. Tijdens het assessment stellen de examinatoren aanvullende vragen over je producten en je leerervaring.

9 Competenties

Er zijn 2 examinatoren betrokken bij de presentatie: een docent die ook in de betreffende beroepstaak heeft gedoceerd en een externe met deskundigheid in een andere beroepstaak. Indien geen externe deskundige beschikbaar is zullen twee docenten betrokken zijn. De volgende competenties op niveau 1 (basis) (onder begeleiding): 120

         10 Indicatoren / Toetscriteria

11 Integrale toets:

C01 Initiëren en sturen C02 Ontwerpen C03 Specificeren C04 Realiseren C05 Beheren C06 Monitoren, toetsen en evalueren C07 Onderzoeken C08 Communiceren en samenwerken C09 Managen en innoveren  Portfolio dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen.  Groepsproducten duidelijk voorzien van individuele inbreng  Reflectie op beroepstaken en bijbehorende producten

De SLB-er beoordeelt van tevoren het portfolio van de student op samenhang en volledigheid. Tevens dient het portfolio te bevatten:  Actuele cijferlijst  SLB-verklaring Het betreft een portfolio-assessment. Het niet behalen van de integrale toets propedeuse blokkeert de vrijgave van min. 7,5 tot max. 30 Studiepunten in de Propedeusefase. De integrale toets is dus een onderdeel van de verschillende OWE’s zoals in punt 5 benoemd. Om de propedeuse af te kunnen sluiten moet je totaal 60 studiepunten (8 x 7.5) voor de OWE’s uit de propedeuse behalen, waaronder ook de Integrale toets.

12 Literatuur / Aanvullende informatie 13 Periode / Frequentie

 Zie SLB-programma over opbouw portfolio  COM-workshop presenteren en rapporteren Periode 2 en 4; 2 x per jaar.

Titel 1 Opleiding 2 Doelgroep 3 Beroepstaken

Integrale toets propedeuse deeltijd Bouwkunde Bouwkunde Propedeuse studenten bouwkunde Op propedeuse niveau 1 (basis) 5. Architectonisch ontwerpen AR 6. Bouwtechnisch ontwerpen BT 7. Constructief ontwerpen CO 8. Organiseren OR 121

 

4 Beroepsproduct(en) / Resultaat

c. Portfolio met beroepsproducten d. Toelichting op portfolio

5 Tentamen: Studiepunten, studielast Examen

Deze integrale toets heeft betrekking op de OWE’s:  OWE Course 3-AR  OWE Course 3-BT  OWE Course 4-CO  OWE Course 4-OR Per beroepstaak wordt door de assessor een vinkje in Allluris geplaatst indien de beroepstaak bij het portfolio met een voldoende is afgesloten. Alle beroepstaken uit de propedeuse 4. Indien de integrale toets positief is afgesloten zijn minimaal 37.5 studiepunten behaald in de desbetreffende propedeuse. 5. Schriftelijk goedkeuring op portfolio door de SLB-er 6. Assessoren toegang tot afgerond portfolio: 1 week van tevoren In een portfolio en daarop volgend assessment toon je de samenhang aan tussen de beroepstaken, de opgeleverde beroepsproducten en de competenties op niveau 1 (basis) aan. Als basis neem je hiervoor het portfolio wat je in de loop van de propedeuse hebt opgebouwd. Daarnaast beargumenteer je aan de hand van de blik die je op het beroepenveld hebt de keuze van je inleidende stage.

6 Samenhang 7 Ingangseisen


De integrale toets duurt 45 minuten. Tijdens het assessment stellen de examinatoren aanvullende vragen over je producten en je leerervaring.

9 Competenties

Er zijn 2 examinatoren betrokken bij de presentatie: een docent die ook in de betreffende beroepstaak heeft gedoceerd en een externe met deskundigheid in een andere beroepstaak. Indien geen externe deskundige beschikbaar is zullen twee docenten betrokken zijn. De volgende competenties op niveau 1 (basis) (onder begeleiding):  C01 Initiëren en sturen  C02 Ontwerpen  C03 Specificeren  C04 Realiseren  C05 Beheren  C06 Monitoren, toetsen en evalueren  C07 Onderzoeken  C08 Communiceren en samenwerken  C09 Managen en innoveren 122

10 Indicatoren / Toetscriteria

  

Portfolio dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen. Groepsproducten duidelijk voorzien van individuele inbreng Reflectie op beroepstaken en bijbehorende producten

11 Integrale toets:

De SLB-er beoordeelt van tevoren het portfolio van de student op samenhang en volledigheid. Tevens dient het portfolio te bevatten:  Actuele cijferlijst  SLB-verklaring Het betreft een portfolio-assessment.

12 Literatuur / Aanvullende informatie 13 Periode / Frequentie

Het niet behalen van de integrale toets propedeuse blokkeert de vrijgave van min. 7,5 tot max. 30 Studiepunten in de Propedeusefase. De integrale toets is dus een onderdeel van de verschillende OWE’s zoals in punt 5 benoemd. Om de propedeuse af te kunnen sluiten moet je totaal 60 studiepunten (8 x 7.5) voor de OWE’s uit de propedeuse behalen, waaronder ook de Integrale toets.  Zie SLB-programma over opbouw portfolio  COM-workshop presenteren en rapporteren Periode 4; 2 x per jaar.

123

Hoofdstuk 3: Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase Conform artikel 6.1 lid 2 van de OER

Voltijd Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3. 4.

Opleiding Doelgroep Beroepstaak/beroepsta ken (Beroeps)Producten

5.

Studiepunten/ studielast

6.


7.

Ingangseisen

B5 Inleidende stage – Bouwtechnisch ontwerpen (Introductory internship - Building Technology) Bouwkunde Voltijd Studenten die doorstromen vanuit hun propedeusefase Bouwtechnisch ontwerpen (BT in combinatie met OR, CO en AR)

Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden.  Door slb-er goedgekeurd voorlopig POP.  Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent.  Sollicitatiebrief en reflectie op het sollicitatiegesprek  Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten.  Authentieke producten met per product een reflectieverslag en bedrijfsbeoordeling van het  product.  Relevante producten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP.  Een of meerdere producten gebaseerd op duurzaamheid  Een eindreflectie op de hele stage.  Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier.  Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen.  Aanvulling m.b.t buitenlandse stages: Dit is bij course 5 niet mogelijk.  Onderzoeksopdracht rondom een duurzaamheidaspect Duurzaamheidsopdracht Presentatie 15 Studiepunten / 420 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma) In de courses 5 en 6 doorloopt de student twee keer een inleidende stage. Één aan de voorbereidende kant van het bouwproces en één de uitvoerende kant van het bouwproces. Course 5 is gericht op de ene stage en course 6 op de andere stage. De volgorde is vrij. Minimaal 37,5 Studiepunten uit propedeusefase moeten behaald zijn. 124

8.


9.

Competenties

10.


De student wordt geplaatst op een stageadres ná het doorlopen van de volgende stappen: - SLB-verklaring - Inschrijven op stageplaats van keuze - Definitieve toewijzing door stagecoördinator - Sollicitatieprocedure bij stageplaats doorlopen Tijdens deze inleidende stage loopt de student gedurende 10 weken stage bij twee bedrijven. In één stage doet de student ervaring op aan de voorbereidende kant van het bouwproces en in de andere stage aan de uitvoerende kant van het bouwproces. De student mag in beide stages zelf weten aan welke beroepstaak hij werkt. In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties (C01 t/m C09) worden geoefend op niveau 1 (basis). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven. OWE

Indicatoren

Stage5


Presentatie

Portfolio

Bedrijfsbeoordeling

11.

Tentaminering

Competenties

Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaalcommunicatief. Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio op onderzoeksvaardigheden worden getoetst op analyse, synthese evaluatie inzicht en toepassing. Herkansing voor het portfolio moet binnen 10 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

C06, C08 en C09/ C08 C01 t/m C09

C01 t/m C09

Deeltentamen

Code

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Tentamenvorm

Inleidende stage bouwtechnisch ontwerpen

B5BT/2

C

5,5

100%

Portfolio assessment

Deeltentamen

Korte omschrijving

125

Inleidende stage bouwtechnisch ontwerpen

12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.


Stagegids + conversietabel nieuwe competenties N.v.t. In deze OWE loopt de student stage aan de Voorbereidende kant. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. In principe: 10 weken x 5 dagen = 50 dagen periode 1

Niet van toepassing

B6 Inleidende stage – Organiseren (Introductory internship - Organization)



Portfoliopresentatie op school, zo mogelijk in het bijzijn van de bedrijfsbegeleider. De presentatie omvat het presenteren van (minimaal) een drietal inhoudelijk verschillende producten uit het portfolio en waarbij er gereflecteerd wordt. Beoordeling van het stageportfolio Beoordeling door het bedrijf, waarbij beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

Bouwkunde Voltijd Studenten die doorstromen vanuit hun propedeusefase

Organiseren (OR in combinatie met BT, AR en CO) Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden.  Door slb-er goedgekeurd voorlopig POP.  Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent.  Sollicitatiebrief en reflectie op het sollicitatiegesprek  Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten.  Authentieke producten met per product een reflectieverslag en bedrijfsbeoordeling van het  product.  Relevante producten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP.  Een of meerdere producten gebaseerd op duurzaamheid  Een eindreflectie op de hele stage.  Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier.  Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen.  Aanvulling m.b.t buitenlandse stages: Dit is bij course 6 niet mogelijk. 126

5.


6.


7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

10.


Duurzaamheidsopdracht Presentatie 15 Studiepunten / 420 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma) In de coursen 5 en 6 doorloopt de student twee keer een inleidende stage. Één aan de voorbereidende kant van het bouwproces en één de uitvoerende kant van het bouwproces. Course 5 is gericht op de ene stage en course 6 op de andere stage. De volgorde is vrij. Minimaal 37,5 Studiepunten uit propedeusefase moeten behaald zijn. De student wordt geplaatst op een stageadres ná het doorlopen van de volgende stappen: - SLB-verklaring - Inschrijven op stageplaats van keuze - Definitieve toewijzing door stagecoördinator - Sollicitatieprocedure bij stageplaats doorlopen Tijdens deze inleidende stage loopt de student gedurende 10 weken stage bij twee bedrijven. In één stage doet de student ervaring op aan de voorbereidende kant van het bouwproces en in de andere stage aan de uitvoerende kant van het bouwproces. De student mag in beide stages zelf weten aan welke beroepstaak hij werkt. In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties worden geoefend op niveau 1 (basis). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven. OWE

Indicatoren

Stage6

Tentaminering

Competenties

Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaalcommunicatief.

C06 / C08 / C09

Portfolio C01 t/m C09

Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio aandacht krijgen. Herkansing voor het portfolio moet binnen 10 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

C01 t/m/ C09

Bedrijfsbeoordeling C01 t/m C09

11.


Presentatie C08 en C09

Deeltentamen Inleidende stage - Organiseren Deeltentamen

C01 t/m C09

Code

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Tentamenvorm

B6OR/2

C

5,5

100%

Portfolio assessment

Korte omschrijving

127

Inleidende stage - Organiseren

12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.




5.


6.

7.

Ingangseisen

8.


Portfoliopresentatie op school, zo mogelijk in het bijzijn van de bedrijfsbegeleider. De presentatie omvat het presenteren van (minimaal) een drietal inhoudelijk verschillende producten uit het portfolio en waarbij er gereflecteerd wordt. Beoordeling van het stageportfolio Beoordeling door het bedrijf, waarbij beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel

Stagegids + conversietabel nieuwe competenties N.v.t. In deze OWE loopt de student stage aan de Uitvoerende kant. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. In principe: 10 weken x 5 dagen = 50 dagen periode 2

Niet van toepassing

OWE Course 7-BT “Het BE Gebouw” ( Commercial buildings : “The BE Building”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse (voltijd) Bouwtechnisch ontwerpen (BT) De beroepsproducten bestaan uit;  Kennis en inzicht van de comfortaspecten van een onderwijs- en kantoorruimte  Het ontwerpen van een integraal- en duurzaam klimaatbeheersingsinstallaties 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. De OWE course 7-BT richt zich op het integraal ontwerpen van gebouwen met de nadruk op de samenhang tussen de bouwdisciplines architectuur, bouwfysisch en installatietechniek. Deze OWE wordt gegeven in combinatie met de OWE Course 7-CO HAVO/VWO: Deelname aan course 5 en 6 aangetoond en tenminste 37,5 credits van de propedeuse fase MBO: Deelname aan course 3 en course 4 aangetoond. Er wordt in projectgroepen gewerkt aan het informatie verzamelen, structuren, analyseren, ontwerpen, berekenen en tekenen van in- en uitpandige uitbreidingen van het BE-gebouw.

128

Duurzaamheid krijgt de aandacht in de vorm van het zoeken naar een optimale balans van gebouw-, energie- en klimaatinstallatieconcepten in relatie met het comfort voor de gebruiker beschouwd en beschouwd voor de gehele levenscyclus van het gebouw. 9.

Competenties

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:     

C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren

Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.    10.


C07- Analyseren en onderzoeken C08- Communiceren en samenwerken C09- Managen en innoveren OWE

Indicatoren


Competenties

THM7BT-

Integraal ontwerpen voor een gezond en behaaglijk binnenklimaat. Structureren van de onderzoeksaanpak. Geschikte methode uitzetten. Uitvoeren van toegepast onderzoek. Conclusies formuleren



C01 t/m C07

Inzetten van een gebouw-, energie en klimaatinstallatieconcepten



Kennis van systeemdenken onderzoek



Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid van de opbouw van onderdelen van systeemdenken;

Bepalen van klimaatinstallatieconcepten Kennis van regelsystemen



Analyseren en selecteren van de van de verschillende klimaatinstallatieconcepten in de verschillende bouwfasen; Kennis en inzicht in de werking van de klimaatbeheersingsinstallaties; Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid van een eenvoudige capaciteitsberekening en dimensionering van de klimaatbeheersingsinstallatie systemen;

opdr



 

Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid hebben van integraal ontwerpen in relatie met een gezond- en comfortabel binnenklimaat. Onderzoek wordt getoetst op: kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese en evaluatie Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid van deze concepten;

129

Meetpracticum



Licht en geluid



Rapporteren

  

THM7BT

THM7IPV

Uitleggen wat de noodzaak en functie is van een klimaatbeheersingsinstallatie in de gebouwde omgeving; Het herkennen en toepassen van de belangrijkste gebouwen installatie concepten Een klimaatbeheersingsinstallatie op hoofd- en subsysteemniveau kunnen ontleden; Een globale warmtevraag- en koellastberekening uitvoeren voor een gebouw en de afmetingen van de bijbehorende luchtkanalen bepalen; Een klimaatbeheersingsinstallatie selecteren en ruimtelijk dimensioneren voor verschillende toepassingen; Het toepassen van Trias Energetica en een duurzame aanpak van het ontwerp; Berekening uitvoeren over nagalmtijd en geluiddrukniveau onder verschillende omstandigheden bij de verschillende ruimten van de casus; Advies geven over te geluidstechnische maatregelen. Functioneringsbeoordeling betreffende de deelname aan het groepsproces.

Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid bij het meten en rapporteren van comfortmetingen Kennis en inzicht van geluid -bronnen, -velden, -isolatie, - absorptie, akoestiek en nagalmtijd Wet- en regelgeving Schrijven van een programma van eisen, voorlopig- en definitief ontwerp; Het opstellen van adviesrapport;

Hoofd- en bijzaken kunnen scheiden Juiste vakjargon Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid van de concepten en systeemdenken. Inzicht in de opbouw van de berekeningen. Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheden van het geluid in ruimten De student toont aan dat hij in staat is om deel te nemen aan het groepsproces door een voldoende te scoren op de volgende onderwerpen: • Analyserend vermogen • Oplossingsgerichtheid • Organisatie van het werk • Ondernemerschap •Respect, openheid, teamgeest en integriteit

De student toont aan dat hij in staat is om deel te nemen aan het groepsproces door een voldoende te scoren op de volgende onderwerpen: • Analyserend vermogen • Oplossingsgerichtheid • Organisatie van het werk • Ondernemerschap  Respect, openheid, teamgeest en integriteit

C08

C01 t/m C07

C08

130

SLB7

IBC

11.

Tentaminering

  



Opstellen van een POP voor semester 1 Schrijven reflectieverslag course 7 Portfolio vullen met producten uit course 7

De student wordt geacht de volgende onderwerpen te herkennen en op correcte wijze toe te kunnen passen (schriftelijk): - ‘to be’ en woordvolgorde - werkwoordsvormen en tijden - zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden

Aanwezigheid van de producten in het digitale portfolio;  Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering;  POP is SMART geformuleerd en bevat verschillende specifieke leerdoelen;  Reflectieverslag bevat concrete activiteiten/handelingen;  Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd. Het schriftelijk beheersen van de Engelse taal op niveau B2  inhoud  structuur  taalgebruik en stijl  afwerking

C08 & C09

C08

De indicatoren en beoordelingscriteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende tentamens. Bij de tentamenvorm is aangegeven of dit een individuele- of groepsmatige beoordeling is: Deeltentamens 1 Deelopdrachten

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

THM7BT-opdr

C

5,5

50%

Tentamenvorm Opdrachten/ Groepswerk


THM7BT

C

5,5

50%

Schriftelijk/ Individueel

3 Reflectie en SLB programma

SLB7

V

0

0

Schriftelijk/ Individueel

4 International Business communication

IBC7

C

5,5

0

Schriftelijk (digitaal)/

individueel De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Tussen deeltentamens is geen compensatiemogelijk. Bij alle (deel)tentamens mogen een wetenschappelijke (gewone) rekenmachine en liniaal worden gebruikt. Deeltentamens

Korte omschrijving

131

Deelopdrachten

12.


Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante klimaat- en bouwfysische aspecten van de diverse gebruiksruimten van het BE- gebouw. Ter ondersteuning van de projectopdrachten worden expertassistentie uren aangeboden waarop feedback wordt gegeven op de producten. Er wordt hiervoor een grote mate van zelfstandigheid van de studenten verwacht waarbij geringe sturing door de experts mogelijk is (niveau 2 (gevorderd)) De opgeleverde deelproducten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. De opdracht dient een gestructureerde onderzoeksaanpak te hebben, waarbij een geschikte onderzoeksmethode is gehanteerd waarvan de uitkomsten toegepast worden in het project. Thematoets De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de Bouwtechniek beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van installatie en bouwfysica, de excursies en themacolleges. Individuele Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die projectvaardigheden beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. SLB7 De student stelt een POP voor semester 1 op. Schrijft een reflectie over de gemaakte ontwikkeling en stelt een portfolio samen waarin de ontwikkeling duidelijk wordt weergegeven. Deze portfolio is het startpunt voor de integrale toets (assessment) na course 10. IBC7 Schrijven van een Engelstalig essay over een internationaal bedrijf en de cultuur: - Informatie over het bedrijf - Informatie over het land waarin het bedrijf is gevestigd - Informatie over interculturele communicatie problemen die kunnen ontstaan als je zaken doet in dit land. o Handleiding van course 7. o Hand-outs van de hoor-, werk en themacolleges; o Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding o specifiek Jellema deel 6B; o Linden, A.C. van der (2011). Bouwfysica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas o Blok, R. (2013), Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff 132

13.

Software

14. 15.


16.

Les-/contacturen

17. 18.




5.

Studiepunten/

 Microsoft Office Word en Excel,  EPC berekeningsprogramma aangeboden op de vaste PC van de opleiding (Enorm van DGMR) De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan de in de course handleiding gestelde opdrachten.  Hoorcolleges: Installatietechniek (INST7) en Bouwfysica (FYS7)  Werkcolleges: International Business Communication (IBC7)  Workshop onderzoeksvaardigheden (OND7)  Werk- en/of hoorcolleges: Themacolleges (THM7coll) en PREFAB7  Bouwvergaderingen (IPV7)  Experassistenties (ASS)  Excursie(s) (EXC Hoorcolleges 26 Werkcolleges 35 Studiebegeleiding 20 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 10 Opdrachten 59 Zelfstudie 50 Totaal 210 uur Studiejaar 2, Semester 2, periode 1 Geen

OWE Course 8-AR De naoorlogse wijk (The postwar district) Bouwkunde Tweede jaars voltijd studenten die doorstromen vanuit course 7 Architectonisch ontwerpen (AR) In deze OWE wordt bij de beroepstaak AR gewerkt aan Architectonische ontwerpaspecten bij de renovatie/nieuwbouw van een naoorlogse wijk. Vooral de combinatie met zorgaspecten krijgt hierin de aandacht. Hiervoor worden de volgende deelproducten opgeleverd:  Architectonische analyse bestaand gebouw.  Stedenbouwkundige analyse omgeving / locatie t.b.v. gebiedsmaquette 1:500  Ontwikkelen en vormgeven van een nieuwe (duurzame) gevel t.b.v. bestaande gebouw  Ontwerpen en op DO niveau uitwerken van een aangrenzend gebouw (voorlopig ontwerp / definitief ontwerp, incl. kostenraming en technische omschrijving). 7,5 studiepunten voor de beroepstaak Architectonisch ontwerpen (AR)

133

6.

studielast Samenhang met andere OWE’s

7. 8.


9.

Competenties

Totaal 7,5 studiepunten / 210 SBU De beroepstaken Architectonisch ontwerpen en Organisatie worden door de opdrachtgeefster, Lectoraat Architecture in Health (AiH), samengebracht. De opdracht van het Lectoraat luidt: maak een ontwerp en onderzoek de toegewezen locatie op de verschillende aspecten van wijktransformatie waarbij leegstand van een kantoorgebouw wordt opgelost en het gebied een nieuw impuls krijgt. De locatie is het vertrekpunt van de opgave waarbij vraagstukken over herontwikkeling en duurzaamheid centraal staan. Binnen deze course worden twee projectprocessen gelijktijdig opgepakt. Het eerste proces is het ontwerpen/ontwikkelen van een nieuw te bouwen zorgsteunpunt en het tweede proces is het herontwikkelen van een bestaand gebouw voor een, door het Lectoraat aangegeven, doelgroep. Het Lectoraat verstrekt readers waarin twee zorgdoelgroepen zijn beschreven, alsmede de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deelname aan course 7 aangetoond Bij deze OWE wordt ingegaan op de Architectonische ontwerpaspecten bij nieuwbouw van zorgsteunpunt in een naoorlogse wijk en te renoveren gebouwen uitgewerkt. Duurzaamheid en zorgaspecten krijgen hierbij de aandacht. Algemene duurzame aspecten toepassen bij uitwerken van de courseproducten: voor specifieke invulling zie punt 17  Aandacht vooral gericht op people-kant van duurzame ontwikkeling  De sociale kant van groenvoorzieningen  Landschap en bebouwing in balans brengen in relatie tot het welzijn/welbevinden van bewoners.  Binnenmilieu en gezondheid in de bouw (vitamine-G, waarin de G staat voor Groen)  Ergonomische bouwen voor mindervalide mensen  Herbestemming van bestaande bouw(functie, materiaal en omgeving)  Levensloopbestendig bouwen Bijzonderheden  VOL-VCA certificaat wordt aangeboden  Oriëntatie op zorg: toegankelijkheid, domotica, levensloopbestendig bouwen.

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:     





OWE

Indicatoren


Competenties

134

1.THM8ARopdr

Aan de hand van de wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn verwerkt naar architectonische randvoorwaarden en uitgangspunten welke zijn vertaald naar een programma van eisen en projectdefinitie waarin alle voorschriften en normen die voor de definitie, productie en gebruiksfase relevant zijn worden genoemd. Aan de hand van het opgestelde programma van eisen en de projectdefinitie zijn aan de hand van verschillen ontwerpoefeningen, significant verschillende varianten voor de nieuwbouw van een zorgsteunpunt op een dusdanige wijze technisch uitgewerkt (getekend en beschreven) dat ze alle informatie bieden die nodig is voor verdere uitwerking en die passen binnen de kaders van de uitgangspunten en randvoorwaarden

Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 1. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 2. Producten zijn logisch van opbouw. 3. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 4. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 5. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. 6. Onderzoek wordt getoetst op: kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese en evaluatie Bron vermelding volgens APA-norm

Maquette beoordelingscriteria

Er wordt een nieuw zorgsteunpunt ontworpen in de bestaande wijk. De stedenbouwkundige context kan van belang zijn bij dit ontwerp. Een stedenbouwkundige maquette kan een goed beeld opleveren en het ontwerp ondersteunen

Stedenbouwkundige maquette, schaal 1:500 Schaalmodel zorgcentrum schaal 1:100 of 1:50. Foto’s van de schaalmodellen worden bewerkt in een omgevingsfoto en opgenomen in projectmap

2.THM8AR casustentamen

In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten (voor 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken zoals bouwtechniek en bouwfysica. Onderwerpen kunnen zijn:  architectuurgeschiedenis,  architectuuranalyse,  handmatig tekenen van een casusonderdeel (visualisatie),  materialenkennis

De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonische ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven architectuurcolleges.

C01 t/m C07

C01 t/m C06

135

bouwtechniek

3. THM8IPV

De student toont aan dat hij in staat is om deel te nemen aan het groepsproces door een voldoende te scoren op de volgende onderwerpen: • Analyserend vermogen • Oplossingsgerichtheid • Organisatie van het werk • Ondernemerschap • Respect, openheid, teamgeest en integriteit

Aan het functioneren van de individuele student in de projectgroep worden eisen gesteld. De student wordt hierop halverwege en aan het eind van de course beoordeeld. De studenten geven daartoe feedback op elkaars functioneren via een peer assessment. De beoordelingen worden gegeven door de tutor.  De beoordeling halverwege de course dient bij een onvoldoende functioneren als waarschuwing. De herkansing voor het functioneren zit in de rest van de course.  De beoordeling aan het einde van de course levert het tentamencijfer Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar.

C08 / C09

5. SLB8

De student heeft alle gevraagde producten in het DPF opgenomen. De producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. De student is in staat een POP te schrijven en hierin verschillende specifieke leerdoelen te benoemen die SMART geformuleerd zijn. Gemotiveerd wordt aan welke competenties de student expliciet wil werken. De student is in staat een reflectieverslag te schrijven dat concrete activiteiten/handelingen bevat. De student geeft aan wat hij geleerd heeft en trekt duidelijke conclusies. Daarnaast worden alternatieven (hoe zou het anders kunnen) duidelijk verwoord en beschrijft de student nieuwe leerdoelen

De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Het volgen van de SLB-lessen  Schrijven van een POP voor course 7 en 8  Schrijven 1e versie POP course 9 en 10  Schrijven reflectieverslag course 7 en 8.  Maken van reflectieverslagen voor alle individuele portfolioproducten

C08 / C09

De student doet actief mee aan de communicatieworkshops (Timemanagement en conflicthantering). De student is in staat de rol van projectleider uit te voeren door blijk te geven van het volgende:

De student toont aan dat hij op voldoende niveau heeft gewerkt aan zijn algemene HBO competenties. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende zaken:

5.HBO8

 Voeren van een persoonlijk functioneringsgesprek

C08 / C09

136

• Voorzitten bouwvergaderingen • Is bereikbaar en aanspreekbaar • Zorgt voor een goede taakverdeling en stimuleert groepsleden om de taken op tijd af te ronden • Onderneemt acties bij disfunctioneren van één of meer groepsleden De student is in staat om het doel van de presentatie aan te geven en structuur in de presentatie aan te brengen. De presentatie sluit aan bij de doelgroep. De student maakt oogcontact met het publiek, staat rechtop en laat handen vrij, spreekt verstaanbaar en maakt afwisselend gebruik van informatiebronnen. De student controleert of de essentie van de boodschap voldoende overkomt en gaat een vakinhoudelijke discussie aan met de toehoorders. De student is in staat om een volledig en helder verslag te schrijven van de functioneringsgesprekken.

11.

Tentaminering

Volgen en actief deelnemen aan alle communicatie workshops. Functioneren als projectleider. Het geven van een presentatie gerelateerd aan een course. Voorbereiden functioneringsgesprekken en verslaglegging ervan.

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdrachten Architectuur

THM8AR-opdr.

C

5,5

50%

Opdrachten


THM8AR

C

5,5

50%

Schriftelijk

3 Studieloopbaanbegeleiding

SLB8

V

Nvt

0

Schriftelijk

4 Algemene HBO competenties

HBO8

V

Nvt

0

Schriftelijk

De algemene beoordelingscriteria en criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toets momenten Deeltentamens Korte algemene omschrijving voor onderdelen die bij elke beroepstaak voorkomen THM8-opdr AR

Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante architectonische, respectievelijk organisatorische aspecten voor het realiseren van een nieuwbouw/renovatie van een naoorlogse wijk uit te werken. Alle opgeleverde deelproducten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte

137

THM8AR tentamen

SLB8

HBO8 12.


o o o o

werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst. De opdracht dient een gestructureerde onderzoeksaanpak te hebben, waarbij een geschikte onderzoeksmethode is gehanteerd waarvan de uitkomsten toegepast worden in het project. Maquette 8 Stedenbouwkundige maquette, schaal 1:500 Schaalmodel zorgcentrum schaal 1:100 of 1:50. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak AR getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges per beroepstaak en volgend uit de werken themacolleges. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten: Onderwerpen kunnen zijn:  architectuurgeschiedenis,  architectuuranalyse,  handmatig tekenen van een casusonderdeel (visualisatie),  materialenkennis  bouwtechniek / bouwfysica De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Het volgen van de SLB-lessen  Het schrijven van een POP voor course 7 en 8  Schrijven 1e versie POP course 9 en 10  Schrijven reflectieverslag course 7 en 8.  Maken van reflectieverslagen voor alle individuele portfolioproducten  Voeren van een persoonlijk functioneringsgesprek Aanvullen portfolio met producten uit course 7 en 8 De student toont aan dat hij op voldoende niveau heeft gewerkt aan zijn algemene HBO competenties.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff

138

13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

o o o o o o o

Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding

    

Microsoft office Word en Excel, Revit Zorgwoningen, Pakket Aedes-Actiz STABU-besteksystematiek – www.STABU.nl www.bouwkostenonline.nl / www.onderhoudenbeheerkostenonline.nl

In een groep van 5 tot 7 personen wordt gewerkt aan uitwerken van ontwerpoefeningen en het maken van diverse beroepsproducten. Hierbij worden de volgende fases doorlopen:  Individuele ontwerpoefeningen  beargumenteerd kiezen van definitieve ontwerp  uitwerken van ontwerp naar DO fase.  Opstellen van een managementrapportage in het Engels  Deelnemen aan de hoor- werkcolleges  Deelnemen aan de toetsen  Deelnemen aan expertassistentie    

Deelnemen aan de workshops Architectuur en lectoraat AiH Bezoek aan het bestaande gebouw locatie Presikhaaf te Arnhem, voor de conditiemeting van het gebouw. Bezoek aan Kröller-Müller Museum ter ondersteuning van de colleges. . Workshop, ter begeleiding van het ontwerpproces en het beargumenteerd kiezen van een ontwerp en tevens voor resultaatafspraken in verschillende disciplines (Architectonisch ontwerpen, Organiseren, Bouwtechnisch ontwerpen en Bouwfysica)  Workshop Architecture In Health: ‘mobiliteit en ergonomie’  Workshop onderzoeksvaardigheden (OND8)  Mogelijkheid tot excursie naar locatie ten behoeve van beroepstaken Architectuur en Organisatie Hoorcolleges 30 Werkcolleges 19 Studiebegeleiding 16 (deel)tentamens 13 Overige activiteiten 33 Zelfstudie 99

139

17. 18.

Onderwijsperiode Maximum deelnemers



5.


6.

7.

Ingangseisen

Totaal Semester 2, blok 4 Geen

210 uur

OWE Course 8-OR De naoorlogse wijk (The postwar district) Bouwkunde Tweede jaars voltijd studenten die doorstromen vanuit course 7 Organisatie (OR) In deze OWE wordt binnen een naoorlogse wijk wijktransformatie toegepast. Deze wijktransformatie bestaat uit het verduurzamen en herontwikkelen van bestaande bouw en een nieuw te implementeren zorgsteunpunt binnen geringe afstand van de bestaande bouw. Binnen de beroepstaak OR werkt de student aan Organisatorische ontwerpen uitvoeringsaspect. Vooral de combinatie met de invloeden van de wijk, duurzaamheid en zorgaspecten krijgt hierin de aandacht. Hiervoor worden de volgende deelproducten opgeleverd:  Plan van aanpak, t.b.v. het course proces  Opzetten van een wijkplan  Programma van Eisen a.d.h.v. Lectoraat Architecture In Health  Onderzoek naar Share - en stakeholders analyse en de mate van invloed  Analyse van bestaande toestand doormiddel van een bouwkundige opname,  Opstellen van een sloopplan en sloopplanning  Kostenraming sloop;  Van het door de groep gekozen ontwerp zorgsteunpunt, prestatie eisen, technische omschrijving en kostenraming middels elementenbegroting gedetailleerd uitwerken  Opdrachtgever adviseren m.b.t. de meest geschikte contractvormen tussen de verschillende partijen 7,5 studiepunten voor de beroepstaak Organisatie (OR) Totaal 7,5 studiepunten / 210 SBU De beroepstaken Architectonisch ontwerpen en Organisatie worden door de opdrachtgeefster, Lectoraat Architecture in Health (AiH), samengebracht. De opdracht van het Lectoraat luidt: maak een ontwerp en onderzoek de toegewezen locatie op de verschillende aspecten van wijktransformatie, waarbij leegstand van een kantoorgebouw wordt opgelost en het gebied een nieuw impuls krijgt. De locatie is het vertrekpunt van de opgave waarbij vraagstukken over herontwikkeling en duurzaamheid centraal staan. Binnen deze course worden twee projectprocessen gelijktijdig opgepakt. Het eerste proces is het ontwerpen/ontwikkelen van een nieuw te bouwen zorgsteunpunt en het tweede proces is het herontwikkelen van een bestaand gebouw voor een, door het Lectoraat aangegeven, doelgroep. Het Lectoraat verstrekt readers waarin twee zorgdoelgroepen zijn beschreven, alsmede de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deelname aan course 7 aangetoond

140

8.


Bij deze OWE wordt ingegaan op de Organisatorisch zaken bij de renovatie of nieuwbouw van een naoorlogse wijk. De keuze tussen renovatie of nieuwbouw heeft nadrukkelijk de aandacht. Ook wordt gekeken naar de contractuele aspecten. Het beheer en onderhoud van het gebouw wordt ook meegenomen. Algemene duurzame aspecten toepassen bij uitwerken van de courseproducten: voor specifieke invulling zie punt 17  Aandacht vooral gericht op people-kant van duurzame ontwikkeling  De sociale kant van groenvoorzieningen  Landschap en bebouwing in balans brengen in relatie tot het welzijn/welbevinden van bewoners.  Binnenmilieu en gezondheid in de bouw (vitamine-G, waarin de G staat voor Groen)  Ergonomische bouwen voor mindervalide mensen  Herbestemming van bestaande bouw(functie, materiaal en omgeving)  Levensloopbestendig bouwen  Duurzame financiering (groenleningen) Bijzonderheden  VOL-VCA certificaat wordt aangeboden  Oriëntatie op zorg: toegankelijkheid, domotica, levensloopbestendig bouwen.

9.

Competenties

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 1 (basis) aan bod:     





OWE

THM8OR -opdr

Indicatoren


De organisatorische aspecten van het haalbaarheidsonderzoek voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria: Correcte planning van de course opzetten aan de hand van de verkregen informatie. Op de juiste manier opzetten van een Plan van Aanpak Sloop waarin arbo, werkmethodiek en veiligheid de hoofdonderdelen zijn. Het opstellen van een

Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 1. met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten 2. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 3. Producten zijn logisch van opbouw. 4. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.


141

Programma van Eisen volgens de gegevens van het Lectoraat AIH. Sloopplannen controleren op logica qua indeling arbeidsmethodieken, installatieadviezen, veiligheid, wetgeving en bouwbesluit en ARBO aspecten. De technisch omschrijving opstellen t.b.v. het definitieve ontwerp. Een contractadvies geven voor het totale project Opstellen van een bouwplaatsinrichting.

5. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de methodes

THM8OR

In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de organisatorisch beroepstaak getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten (voor 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken zoals AIH

De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Organisatorisch ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven organisatiecolleges.

C01 t/m C06

AIH8

Hierbij weegt mee een controle van de verworven kennis, vaardigheden van de bij THM8-opdr (AR en OR) omschreven producten en hoe deze inzichten verwoord zijn bij de presentatie van de beroepstaken

Door de assistentie voor te bereiden en te volgen bij het Lectoraat AIH geeft een groep een indicatie van de verworven kennis en vaardigheden op het gebied van zorgbouw.

C01 t/m C07

THM8IPV



C08 / C09

142

IBC8

11.

Tentaminering

Het mondeling toe kunnen passen van algemene Engelse grammatica zoals geleerd in IBC7.

Deeltentamens

Code

1 Deelopdrachten

De student wordt geacht de volgende onderwerpen te herkennen en op correcte wijze toe te kunnen passen (mondeling): ‘to be’ en woordvolgorde werkwoordsvormen en tijden zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden

Cijfer / Vinkje

Min. grens

THM8OR-opdr

C

5,5

50%

Opdrachten


THM8OR

C

5,5

50%

Schriftelijk


THM8IPV

C

5,5

0

Peerassessment

IBC8

C

5,5

0

Mondeling (digitaal)

4 International Business Communications

Weging

C08 / C09

Tentamenvorm

De algemene beoordelingscriteria en criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens Korte algemene omschrijving voor onderdelen die bij elke beroepstaak voorkomen 1 Deelopdrachten



Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante architectonische, respectievelijk organisatorische aspecten voor het realiseren van een nieuwbouw/renovatie van een naoorlogse wijk uit te werken. Alle opgeleverde deelproducten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Organisatie’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten (voor 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken zoals mechanica, wiskunde, bouwfysica en bouwtechniek en items zoals aangedragen uit Lectoraat AIH. Aan het functioneren van de individuele student in de projectgroep worden eisen gesteld. De student wordt hierop halverwege en aan het eind van de course beoordeeld. De studenten geven daartoe feedback op elkaars functioneren via een peer assessment. De beoordelingen worden gegeven door de tutor.

143



4 International Business communication 12.


13.

Software

14.

Activiteiten

o o o o o o o o o o o o

De beoordeling halverwege de course dient bij een onvoldoende functioneren als waarschuwing. De herkansing voor het functioneren zit in de rest van de course.  De beoordeling aan het einde van de course levert het tentamencijfer Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De student toont aan dat hij de algemene Engelse grammatica beheerst door deze toe te passen in een gesimuleerde mondelinge praktijksituatie

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding UVA 2012 en UAV 1989 opgenomen in STABU standaard 2012

 Microsoft office Word en Excel,  Revit  Zorgwoningen, Pakket Aedes-Actiz  STABU-besteksystematiek – www.STABU.nl  www.bouwkostenonline.nl / www.onderhoudenbeheerkostenonline.nl In een groep van 5 tot 7 personen wordt gewerkt aan uitwerken van ontwerpoefeningen en het maken van diverse beroepsproducten. Hierbij worden de volgende fases doorlopen:  Opstellen van een plan van aanpak course  Opstellen van een plan van Aanpak Sloop  Opstellen van een wijkplan  Opstellen van een Programma van Eisen i.s.m. lectoraat AiH  Opstellen van prestatie eisen aan de hand van een ontwerp  Opstellen van een technische omschrijving  Opstellen van een elementenraming  Opstellen van een kostenraming Sloop  Deelnemen aan de hoor- werkcolleges  Deelnemen aan de toetsen  Deelnemen aan expertassistentie  Deelnemen aan de integrale workshops 144

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


 

Bezoek aan het bestaande gebouw locatie Presikhaaf te Arnhem, voor de conditiemeting van het gebouw. Workshop, ter begeleiding van het ontwerpproces en het beargumenteerd kiezen van een ontwerp en tevens voor resultaatafspraken in verschillende disciplines (Architectonisch ontwerpen, Organiseren, Bouwtechnisch ontwerpen en Bouwfysica)  Workshop Architecture In Health: ‘mobiliteit en ergonomie’  Mogelijkheid tot excursie naar locatie ten behoeve van de beroepstaken Architectuur en Organisatie Hoorcolleges 30 Werkcolleges 19 Studiebegeleiding 16 (deel)tentamens 13 Overige activiteiten 33 Zelfstudie 99 Totaal 210 uur Semester 2, blok 4 Geen


Opleiding Doelgroep

3. Beroeps taak/taken 4.

(Beroeps)Producten

OWE Course 9-10 Hoog van de Toren (High from the tower) Bouwkunde Hoofdfase studenten; Voltijd studenten van de opleiding Bouwkunde die doorstromen vanuit course 8. Architectonisch ontwerpen Bouwtechnisch ontwerpen Constructief ontwerpen Organiseren Gedurende week 1 en 2 wordt aan de visie en het structuurontwerp gewerkt, in de 3de week wordt het resultaat gepresenteerd. Het multidisciplinaire team ontwikkelt een integrale visie waarin de waarden tot uiting komen die voor een team van belang zijn. Overkoepelend gelden voor de gepresenteerde plannen de volgende beoordelingscriteria: 1. Design-value: waarde propositie is daarbij essentieel; dat wil zeggen de door de eindklant bedoelde waarde centraal stellen, wat kan doorwerken in bijvoorbeeld co-creatie: o definiëren van de verhoudingen tussen de stakeholders en eindgebruiker/klant o de behoeften van de gebruikers de stedelijke inpassing / referenties vanuit de omgeving en vormgeving o Sublimatie: door behoud en/of herstel en door waardevolle toevoegingen worden de reeds aanwezige en mogelijk verborgen kwaliteiten in het project versterkt: de intrinsieke kwaliteit en schoonheid komen tot bloei. 2. Duurzaamheid: het project levert een aanmerkelijke bijdrage aan de verduurzaming en het bevorderen van het duurzaam gebruik van de bestaande gebouwde omgeving. Het gaat om technische maatregelen op o.a. het gebied van materialen, water en energie. Het project dient aantoonbaar energie- en CO2-neutraal te worden.

145

3. 4.

5.


Innovatie: het project kent innovatieve en vindingrijke oplossingen met voorbeeldwaarde op gebieden als organisatie, proces, communicatie en techniek. Maatschappelijke meerwaarde: de leefbaarheid van het gebied is door de renovatie of de (gebied)transformatie sterk verbeterd en indien van toepassing is het vestigingsklimaat voor bedrijven, winkels en voorzieningen aantrekkelijker geworden. Omschreven wordt wat de appreciatie is van bewoners, gebruikers en/of omwonenden (het publiek) en of sprake is van een verbindende werking voor de gemeenschap.

Gedurende week 3 tot en met week 15 wordt aan de volgende beroepsproducten gewerkt en in week 16 opgeleverd. Het multidisciplinaire team maakt op basis van het de goedgekeurde visie uit fase 1 een:  gedetailleerd PVE en vraagspecificatie o zoekt hiervoor alle benodigde informatie uit conform de wetgeving en aanvullende visies van de gemeente Arnhem en de concurrentie uit  realistische haalbaarheidsstudie en exploitatieplan o door een o.a. gedegen parkeerplaatsberekening te maken voor de omvang van de garage en deze financieel, ruimtelijk, functioneel en technisch en maatschappelijk te onderbouwen  investeringsopzet en een rendementsberekening  VO (voorontwerp) en een DO (definitief ontwerp) voor de parkeergarage, hoogbouw en stadsplein en werkt deze op onderdelen uit op niveau TO o werkt de parkeergarage en hoogbouw architectonisch, bouw-, brand- en installatietechnisch, bouwfysisch, constructief en organisatorisch uit o werkt de detaillering van de hoogbouw en parkeergarage uit op niveau Technisch Ontwerp, maakt gevelfragmenten van de kenmerkende gebouwdelen o hiervoor worden per beroepstaak nog nadere instructies verstrekt gedurende het semester  laat zien welke criteria en afwegingen tot bepaalde constructies, materialen e.d. geleid hebben om maximale transparantie te garanderen  de benodigde berekeningen en -tekeningen conform de recentste regelgeving en zodat een omgevingsvergunning aangevraagd zou kunnen worden  gedegen ruimtelijke onderbouwing om de planvorming bij de aanvraag omgevingsvergunning te expliceren  uitvoeringsmethodiek / bouwproces  planning, begroting en uitvoeringsplan o houdt rekening met het feit dat de huidige geldige richtlijnen en wetgeving volledige van kracht zijn  een exploitatieopzet, MJOP, advies VVE en servicekostenopzet  een V&G-plan en RI&E volgens het bouwprocesbesluit-arbeidsomstandighedenwet  maakt een brandadvies met vluchtplan en ontruimingstijdberekening,  onderbouwt het duurzame aspect van de afwegingen uit, voegt bij het materialiseren de keuzeafweging en kwaliteitsattesten/documentatie toe  maakt een voorstel voor de bouwsamenwerkingsvorm(en) Zie ook Tabel course 9/10 punt 10 waar per richting, per competentie de specifieke eisen gesteld zijn 30 studiepunten, 840 SBU Naast de reguliere werkwijze (dertig studiepunten in multidisciplinair verband) is er een individueel accent mogelijk van 7,5 studiepunten (22,5 studiepunten blijft over in multidisciplinair verband) voor een verdieping op onderwerpen die persoonlijke interesse hebben naar niveau 3 (bachelor). Het gaat hier om onderwerpen die in het verlengde van de course of de discipline liggen..

146

6.


7. 8.


In deze course worden de vier afstudeerrichtingen middels de beroepstaken Architectonisch ontwerpen (AR), Bouwtechnisch ontwerpen (BT), Constructief ontwerpen (CO) en Organiseren (OR) samengebracht. Studenten van de verschillende afstudeerrichtingen werken in multidisciplinaire projectgroepen van ongeveer 6 personen aan een ontwerp van een ondergrondse tweelaagse parkeergarage met daarop gesitueerd een stadsplein en hoogbouwproject. Iedere student vervult de hierbij taken binnen de beroepstaken vanuit in een adviserende rol. De adviserende rol bij course 9/10 wordt ingevuld vanuit een kritisch ingenieursschap waarbij ieder student de volgende activiteiten op niveau 2 (gevorderd) toe past:  Heeft een nieuwsgierig houding (bevragende houding)  Gebruikt werk van derden (met goede bronvermelding)  Onderbouwt stukken uit verifieerbare informatie en argumenten  Formuleert onderzoeksvragen  Ontwikkelt van probleemstellingen vraagstelling  Maakt een (kort) plan van aanpak  Verkent de relevante Literatuur  Onderzoekt (globaal) de in te zetten mogelijke onderzoeksmethoden en maakt een onderbouwde keuze  Verzamelt informatie en (deel-) oplossingen  Beoordeelt informatie en (deel-) oplossingen  Voegt informatie en (deel-) oplossingen samen  Analyseert data, formuleert innovaties, alternatieven en oplossingen  Toetst de verkregen inzichten/oplossingen (op realiseerbaarheid)  Legt verantwoording af over aanpak en de bevindingen, verwerkt opmerkingen in de eindresultaten  Rapporteert de resultaten (toont deze middels zakelijke formulering)  Desgewenst kan gedeelte van individueel werk door de HAN openbaar genaakt worden  Docenten kunnen desgewenst resultaten benutten in het onderwijs Deelname aan course 7 en 8 aangetoond. Minimaal 105 Studiepunten behaald. (maximaal 15 studiepunten achterstand) Integrale analyse en benadering van de vraagstelling (course week 1 en 2): Gedurende de eerste twee weken van course 9/10 werken alle projectleden per groep aan het integraal ontwikkelen van een visie en het structuurontwerp volgens de criteria als bij punt 4 aangegeven. In de derde course week wordt de visie getoond in een overzichtstentoonstelling van alle groepen in de aula van de FT. Elke groep toont hierbij de visie en het structuurontwerp in schetsvorm. In week 3 verwerken de project teams de integrale feedback van experts. De ‘initiële behoefte’ op de planlocatie betreft het met de inzichten van vandaag herontwerpen, inrichten voor gebruik en op haalbaarheid toetsen van een hoogbouwproject wat als ‘landmark’ op de locatie van de huidige RWS-toren fungeert. De hoogbouw geeft rechtstreeks toegankelijkheid naar een tweelaagse ondergrondse parkeergarage. Hierop dient een voor multifunctioneel gebruik aantrekkelijk stadplein gesitueerd te worden. Course 9 en 10 zijn te beschouwen als één course met tijdsduur van één semester. De toetsing van de twee courses zijn ook geen losse eenheden. Daarom worden beide courses in één coursehandleiding beschreven. Voor iedere afstudeerrichting is een aparte course beschrijving gemaakt. Het gaat om de volgende courses:  Course 9-10 AR Hoog van de Toren  Course 9-10 BT Hoog van de Toren  Course 9-10 CO Hoog van de Toren

147

9.

Competenties

10.


 Course 9-10 OR Hoog van de Toren Algemene duurzame aspecten toepassen bij uitwerken van de course producten:  Maatregelen treffen om de CO2 te beperken  Onderzoeken bouwmethode Passiefbouw en deze meewegen in de alternatieven  Bij het detailleren rekening houden met toekomstige sloopfase en eenvoudige scheiding van fracties  Set tekeningen, berekeningen en rapportages van het ontwerp waaronder onder meer: ontwerp en –dimensioneren, onderbouwing keuzen en varianten, de constructieve berekeningen baseren op minimaal materiaalverbruik en uiteraard dienen die ook te voldoen aan de vigerende normen op basis van de sterkte-eisen  Duurzaam milieuvriendelijk materiaalgebruik  Recyclen van sloopproducten  Bij het herontwerpen en oprichten maximale duurzaamheid betrachten  Toepassen van restmateriaal  Geluidsreducerende maatregelen voor de leefomgeving nemen bij aanbrengen van bouwmethodieken  Waterverbruik zo laag mogelijk houden bij de uitvoering (bemaling)  Duurzaam beheer en onderhoud uitwerken In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C05- Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren

Architectonisch Ontwerpen OWE

1.THM9-10 AR-indv

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 1. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 2. Producten zijn logisch van opbouw. 3. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 4. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 5. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Competenties (70% beroepsproducten AR) en criteria voor beroepsproducten AR

148

Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens en de integrale toets wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 – De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis te verzamelen, te ordenen/analyseren, te beoordelen en toe te passen in een Plan van Aanpak met een globale groepsplanning evenals het opstellen van een Programma van Eisen (PvE) De student is in staat om een (groeps-)visie te formuleren waarmee ontwerpuitgangspunten kunnen worden vastgesteld en dit in een ruimtelijke onderbouwing voor een planprocedure in een gesprek bij de gemeente Arnhem te verwoorden.  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om vanuit de ontwerpvisie, het PvE en overheidsvoorschriften ontwerpvarianten te maken op Voorontwerp(structuurplan-) en Definitief ontwerp niveau, te beoordelen om vervolgens tot een afgewogen en beargumenteerde keuze te komen voor een voorkeursvariant  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om op indieningniveau (Omgevingsvergunning) de vereiste informatie aan te leveren. De student toont aan dat hij in staat is om op Technisch Ontwerpniveau de vereiste informatie aan te leveren die voor het opstellen van het Bestek van belang zijn ;  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om de uitwerking van het ontwerp om te zetten tot contractdocumenten waarbij de realisatie/uitvoerbaarheid en integraliteit centraal staat; Daarin wordt geen ruimte meer gelaten voor meervoudige interpretaties ;  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van bouwmethoden en bouwmaterialen te kunnen selecteren om ontwerptechnisch aan de veiligheids- en gezondheidsaspecten als verwoord in het bouwprocesbesluit te kunnen voldoen en daartoe gefundeerd de juiste alternatieven te kunnen kiezen.  C06 – De student toont aan dat hij in staat is om door middel van multidisciplinair overleg en transdisciplinair overleg (opdrachtgever en overheid) de ontwerpuitgangspunten vast te houden, te vertalen en daar waar nodig aan te passen ; De student toont aan dat hij in staat is om door middel van presentaties van het ontwerpproces de projectgegevens te evalueren en terug te koppelen;  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om eisen op het gebied van Beheer en Onderhoud van het gebouw te vertalen en te beargumenteren in ontwerpkeuzen tot en met de Technisch Ontwerpfase ; 10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie volgens de instructies in de OR-colleges. 10% Beroepstaak constructie Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel volgens de instructies in de CO-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt.

149

Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10 De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst.. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Week 03: tentoonstelling visie en structuurontwerp Week 09: tussenpeiling (pecha-kucha) Week 16: eindpresentatie Indicatoren De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van de B3AR-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO  VIS: uitgewerkte opdracht voor visualisatie (gevolgd gedurende course 9 en 10)

Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8.

THM9-10AR

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonische Ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven architectuur-colleges.

150

Indicatoren De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven architectuur-colleges. In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaak Architectonisch Ontwerpen getoetst. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn : stedenbouwkundige analyse, architectonische analyse, (integraal)ontwerpproces, architectonisch detailleren, ruimtelijk ontwerpen, visie- en conceptvorming, PvE/gebruikseisen

Bouwtechnische ontwerpen OWE

1.THM9-10 BT-indv

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 1. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 2. Producten zijn logisch van opbouw. 3. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 4. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 5. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Competenties (70% beroepsproducten BT) en criteria voor beroepsproducten Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 –De student toont aan dat hij/zij vanuit een helicopterview en een brede materialenkennis de ontstaande problematiek kan vertalen naar een relevante opgave. Hierbij dient de student randvoorwaarden op te zetten voor het verder oplossen van de probleemstelling.  C02 - De student toont aan dat hij/zij in staat is om de problematiek vanuit een ontwerp, oplossingsgericht en onderbouwd met kennis en alternatieven kan oplossen. Duidelijk inzicht heeft in de juiste materiaalkeuze die voldoen aan de uitgangsspecificatie van het P.v.E. Centraal daarin zijn: Mens, Markt, Techniek en Milieu. Uitgaande van Bouwmethodiek, montage technieken, milieubelasting, bouwfysische- installatietechnische mogelijkheden en constructief stabiel.  C03 – De student toont aan dat hij/zij in staat de uitgewerkte opgaven te specificeren op detailniveau vanuit de aangereikte theorie uit de vorige courses en samenhang brengt tussen de beroepstaken Ar, Co en Or. Hierbij zijn de verschillende uitwerkingsniveaus van toepassing (SO, VO, DO en TO). Ter bevestiging van de kennis dient een “evidence based” logboek in APA-norm te worden aangeleverd.  C04 - De student toont aan dat hij/zij tekenwerk kan aanleveren waarmee het project kan worden gerealiseerd. Onderdelen kunnen zijn: plattegronden, installatie opzetten en uitwerkingen, bouwfysische aspecten en berekeningen, detailleringen met verduidelijkingen (naar voorbeeld van SRB)

151

 

C05 – De student toont aan dat hij/zij de materiaalkeuze selecteert zodat dit een positieve werking heeft op de levensduur, herbruikbaarheid (circulaire karakter van de materialen) en het onderhoud van het bouwwerk. C06 – De student toont aan dat hij/zij de uitwerkingen binnen de groep kan monitoren, toetsen en evalueren zodat er uiteindelijk een consistent project wordt opgeleverd.

10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie volgens de instructies in de OR-colleges. 10% Beroepstaak constructie Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel volgens de instructies in de CO-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10 De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Week 03: tentoonstelling visie en structuurontwerp Week 09: tussenpeiling (pecha kucha) Week 16: eindpresentatie Indicatoren De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Aangetoonde authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van de B3BT-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR

152

 



10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR 10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO VIS: uitgewerkte opdracht voor visualisatie (gevolgd gedurende course 9)

Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8

THM9-10BT

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Bouwtechnisch Ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven bouwtechniek-, installatietechniek- en bouwfysica-colleges. Indicatoren In deze specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaken Bouwtechnisch ontwerpen getoetst.

Constructief ontwerpen OWE

1.THM9-10 CO-indv

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 1. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 2. Producten zijn logisch van opbouw. 3. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 4. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 5. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Indicatoren Course 9/10:      

Tekeningen van de parkeergarage met minimaal 6 principedetails Ontwerp van de globale opbouw Uitvoering met onderbouwing Damwandberekening (alleen voor co) Onderbouwing van fundering op staal of op palen Controleberekening van het opdrijven en evt. de berekening van de h.o.h. van de trekpalen

153

     

Berekening en wapening van een verdiepingsvloer van de toren (co: + wapeningstekening) Belastingafdracht van deze verdiepingsvloer op de randbalken Belastingafdracht van deze randbalken op de kolommen en die op de onderste betonwand Onderbouwing van fundering op staal of op palen Controleberekening van de stabiliteit (windkrachten) Voor de groep(en) co: een extra gezamenlijke opdracht bij hergebruik van de toren

Competenties (70% beroepsproducten CO) en criteria voor beroepsproducten Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 – De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van DNR 2011- STB 2009 toe te passen in een plan van aanpak en een gedetailleerde groepsplanning waarin alle beroepstaken zijn vertegenwoordigd  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van constructie op correcte wijze toe te passen om het volgende te bepalen: de basisafmetingen van de parkeergarage met de verschillende uitvoeringsvormen en dit geldt ook voor de damwandconstructie.  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om tekeningen aan te leveren van de gekozen variant en deze worden onderbouwd met berekeningen op bestekniveau met een aantal kenmerkende details.  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om van de gekozen varianten goed tegen elkaar af te wegen en te beoordelen waarbij de kenmerkende details in beeld gebracht worden.  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om van de gekozen varianten tevens een globale begroting te maken zodat de verschillende varianten goed tegen elkaar afgewogen kunnen worden waarbij uitvoering en veiligheid ook een belangrijke rol spelen (risico’s inschatten).  C05 - De student toont aan dat hij in staat is om te zorgen dat zijn gemaakte berekeningen van de globale opbouw en de damwand goed vertaald worden naar de tekeningen die vaak gemaakt worden door anderen zodat er geen misverstanden ontstaan waarbij men binnen de gemaakte planningen blijft.  C06 – De student toont aan dat hij in staat is om te zorgen dat de gemaakte eindproducten van de groep in overeenstemming zijn met de gemaakte constructieve berekeningen.  C05– De student toont aan via de gemaakte betonberekeningen – die voldoen aan de vigerende voorschriften – daarmee meteen voldoen aan de eerste 50 jaar waarbij geen verder onderhoud nodig is en dat men daar veilig kan vertoeven. 10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie volgens de instructies in de OR-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10

154

De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Week 03: tentoonstelling visie en structuurontwerp Week 09: tussenpeiling (pecha kucha) Week 16: eindpresentatie Indicatoren De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Aangetoonde authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van de B3CO-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT

Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8

3. THM9-10 CO

Beoordelingscriteria (BTC9+MEC9+BTC10+MEC10+STC10) gesommeerd en vervolgens gedeeld door 5 is het eindcijfer Indicatoren n.v.t.

12. BTC9

Beoordelingscriteria Alle deelopgaven die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 1. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.

155

2. 3. 4. 5.

Producten zijn logisch van opbouw. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.

Indicatoren Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: belastingen, veiligheidsfactoren, belastingcombinaties, rekenmodellen, schematiseren, vloeren, balken, buiging, scheurwijdte, drukwapening, brand en overspannen in twee richtingen

13. MEC9

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren Opfrissen van mechanica kennis, afleiding VGM, hoek-verdraaiingen, SB en SOB, Cross, druk- en treklijnen

14. BTC10

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: dwarskracht, kolommen, wanden en het wapenen van vloeren en balken op basis van momentenlijnen

15. MEC10

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren Maken van berekeningen aangaande symmetrie en antimetrie, plasticiteit liggers, elastisch ondersteunde liggers.

16. STC10

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren Maken van een staalberekening van een geboute en gelaste verbindingen conform de vigerende normen.

Organisatie OWE

1.THM9-10 OR-indv

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 1. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 2. Producten zijn logisch van opbouw. 3. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 4. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 5. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.

156

Competenties (70% beroepsproducten OR) en criteria voor beroepsproducten Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 – De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van DNR 2011- STB 2009 toe te passen in een processpecificatie (PVA) met bijbehorende (team)planning waarin alle beroepstaken zijn vertegenwoordigd  CO1- De student toont aan, op basis van een initiële behoefte, een markt-, klanten concurrentiewaarde-onderzoek te kunnen opstellen En vervolgens mee te werken aan een vraagspecificatie, als mede een prestatieomschrijving op basis van het vooronderzoek en relevante wetgeving te kunnen opstellen  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van parkeervisie gemeente Arnhem CROW 317, NEN-3443, de wet luchtkwaliteit, SWUNG-1 en het praktijkboek parkeergarages op correcte wijze toe te passen in een parkeerbehoefteberekening, adviesrapport luchtkwaliteit, adviesrapport parkeervoorzieningen.  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis NEN2699:2012 op correcte wijze toe te passen in een investeringsopzet en een haalbaarheidsonderzoek, hierbij ligt voor organisatie de nadruk op het onderzoeken en interpreteren van de relevante wetgeving en de financiële haalbaarheid  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis bouwbesluit 2012 en Wet Milieubeheer op correcte wijze toe te passen in een uitvoeringsplan inclusief saneringsrapport en in een renovatieplan. Kennis van Gebruiksbesluit en Brandveiligheid op correcte wijze toe te passen in een brandveiligheidsadviesrapport met een berekening van het aantal personen in de projectdelen en de daarbij behorende vluchttijd en de doorstroomcapaciteitsberekening. Kennis van Bouwbesluit 2012 op correcte wijze toepassen in de diverse Bouwbesluit berekeningen en –tekeningen waarop de gebruiksgebieden, functiegebieden, bedgebieden, nevenfuncties e.d. duidelijk aangegeven zijn.  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van Wro, WABO, Mor en Bor op correcte wijze toe te passen in een onderzoek Wro, (bestemmingsplan- en structuurvisie check) en opstellen van een ruimtelijke onderbouwing  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van DNR/STB, UAR, ARW en UAV-GC op correcte wijze toe te passen in een uitgebreid rapport over bouwsamenwerking- en aanbestedingsvormen en van hieruit een gericht advies op de stellen voor de diverse projectdelen. Dit vervolgens in beeld te brengen in een specifieke procesplanning.  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van bouwmethoden, materieel, personeel- en materiaalinzet, Bouwprocesbesluit – Arbeidsomstandigheden wet op correcte wijze kan toepassen in o.a. een elementenbegroting, exploitatieopzet, bouwplanning, bouwprocesrapport, saneringsrapport en V&G-plan.  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van de richtlijnen van VVE’s en basiskennis marketing toe te passen in een evaluatierapport waarin keuzes aangaande organisatiestructuur toren, bijdrage VVE, servicekosten, verhuurkosten en overige aspecten voor huur- en/of koop zijn gepresenteerd en verantwoord.  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis over NEN-2767-1 en NEN-2767-2 toe te passen in een MJOP gebaseerd op exploitatie-onderzoek van het pand 10% Beroepstaak constructie

157

Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel volgens de instructies in de CO-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10 De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Week 03: tentoonstelling visie en structuurontwerp Week 09: tussenpeiling (pecha kucha) Week 16: eindpresentatie Indicatoren De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van de B3OR-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO

Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8.

158

3.THM9-10 OR

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Organiseren’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven organisatie-colleges. Indicatoren In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaken Organiseren getoetst. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: planningen, begrotingen, NCW berekeningen, V&G, DNR 2011/STB 2009, NEN 2699:2012, Bodemonderzoek, MJOP, bouwproces, Wro, Mor, Bor, Wabo, Bouwbesluit 2012, VVE, haalbaarheid, NEN 2667-1 en -2 etc. Alle onderdelen zoals bij ORG9/10 in het collegeoverzicht vermeld zijn, kunnen getoetst worden.

Algemeen OWE

4. THM9-10 IPV

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Aan het functioneren van de individuele student in de projectgroep worden eisen gesteld. De student wordt hierop halverwege en aan het eind van de course beoordeeld. De studenten geven daartoe feedback op elkaars functioneren via een peer assessment. De beoordelingen worden gegeven door de tutor.  De beoordeling halverwege de course dient bij een onvoldoende functioneren als waarschuwing. De herkansing voor het functioneren zit in de rest van de course.  De beoordeling aan het einde van de course levert het tentamencijfer Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. Indicatoren De student toont aan dat hij in staat is om deel te nemen aan het groepsproces door een voldoende te scoren op de volgende onderwerpen: • Analyserend vermogen • Oplossingsgerichtheid • Organisatie van het werk • Ondernemerschap • Respect, openheid, teamgeest en integriteit

5. SLB9-10

Beoordelingscriteria De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Het volgen van de SLB-lessen  Definitief maken van POP course 9 en 10  Maken van reflectieverslagen voor alle individuele portfolioproducten  Voeren van een persoonlijk functioneringsgesprek  Aanvullen portfolio Indicatoren

159

De student heeft alle gevraagde producten in het DPF opgenomen. De producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. De student is in staat een POP te schrijven en hierin verschillende specifieke leerdoelen te benoemen die SMART geformuleerd zijn. Gemotiveerd wordt aan welke competenties de student expliciet wil werken. De student is in staat een reflectieverslag te schrijven dat concrete activiteiten/handelingen bevat. De student geeft aan wat hij geleerd heeft en trekt duidelijke conclusies. Daarnaast worden alternatieven (hoe zou het anders kunnen) duidelijk verwoord en beschrijft de student nieuwe leerdoelen.

6. HBO9&10

Beoordelingscriteria De student toont aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) heeft gewerkt aan zijn algemene HBO competenties. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende zaken: - Volgen en actief deelnemen aan alle communicatie workshops. - Functioneren als projectleider. - In teamverband geven van presentatie(s) en participeren in tentoonstelling Indicatoren Onderdelen die op de HBO-kaart (te behalen gedurende course 9 en 10) zijn op niveau 2 (gevorderd) afgetekend. Het gaat om de volgende onderdelen: • Projectleiderschap • Presenteren • Maken POP course 9-10. • Maken stage POP • Behalen voldoende IPV • Participeren in alle communicatie workshops

7. THM9-10 Alg

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele algemene vakinhoudelijke kennis getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven colleges. Indicatoren In de algemene toets wordt kennis getoetst over de onderdelen die alle studenten volgen gedurende course 9 (ongeacht afstudeerrichting). Onderwerpen die per beroepstaak aan bod kunnen komen zijn: o OR – visie marketing, Systems Engineering, integrale duurzame gebiedsontwikkeling en Wro. o AR – stedenbouw, architectuur etc. o BT – stedenbouwfysica, stabiliteit, dilateren, installaties etc. o CO – Belastingafdracht, belastingschema’s, uitvoering bovenbouw, uitvoering onderbouw, brandwerendheid etc. o Kennis uit de in het collegeoverzicht aangegeven themacolleges

160

In het collegeoverzicht is middels kleuren aangegeven welke onderdelen in aanmerking komen voor toetsing bij THM9-10alg, alle studenten (ongeacht afstudeerrichting) worden geacht deel te nemen aan deze onderdelen, de THM9/10 wordt afgenomen na course 9.

8. IBC9

Beoordelingscriteria Het schrijven van een Engelstalige handleiding waarin wordt gekeken naar de verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur. De student is in staat om op basis hiervan adviezen te geven over communicatie tussen de verschillende culturen. Indicatoren - De verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur dienen helder en concreet beschreven te zijn. - De adviezen over de communicatie zijn helder beschreven, reëel en praktisch uitvoerbaar. - De Engelse grammatica wordt correct toegepast: - Bronvermelding volgens APA - Professionele lay-out

9. IBC10

Beoordelingscriteria Het geven van een Engelstalige presentatie (max. 3 studenten per groep) waarin de verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur wordt toegelicht. Daarnaast worden er adviezen gegeven over communicatie tussen de verschillende culturen. - De basis voor deze presentatie is de handleiding van IBC9 Indicatoren - De verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur dienen helder en concreet gepresenteerd te worden. - De adviezen over de communicatie zijn helder gepresenteerd, reëel en praktisch uitvoerbaar. - De Engelse grammatica wordt correct toegepast in de presentatie - Professionele power-point presentatie De presentatietijd is evenredig verdeeld over de studenten in de groep en de tijd wordt niet overschreden

8. INTpostP

Beoordelingscriteria De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle BWK en HBO competenties op niveau 2 (gevorderd) kan afsluiten. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze integrale toets wordt aan het einde van deze OWE afgenomen en afgesloten met een vink. De studiepunten van de gehele course worden vrijgegeven als de integrale toets post-propedeuse met voldoende resultaat is afgesloten. Vanaf studiejaar 2013-2014 wordt deze toets afgenomen over course 7 tm 10 Indicatoren Het portfolio wordt beoordeeld op de algemene beoordelingscriteria. Daarnaast tellen de volgende aanvullende eisen: Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen  Reflectie op beroepstaken en bijbehorende producten  Een verantwoording (opgesteld door de student) waarin aangegeven hoe elke competentie CO1 t/m CO6 (muv CO4)  behaald is De individueel gemaakte producten (en deels in groep gemaakte producten die duidelijk zijn voorzien van individuele  inbreng) De Algemene HBO-competenties; CO7 t/m 9 zijn bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart  Formulier Integrale Toets Post Propedeuse is bewijsstuk van afname assessments en van het behaalde niveau   Kopie van het Formulier Integrale Toets Post Propedeuse wordt door de student bewaard

161

11.

Tentaminering

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm

1 Individuele opdracht Architectuur

THM9-10AR-ind

C

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10AR

C

5,5

1/2

Schriftelijk

1 Individuele opdracht Bouwtechniek

THM9-10BT-ind

c

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10BT

c

5,5

1/2

Schriftelijk

1 Individuele opdracht constructie

THM9-10CO-ind

c

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10CO

c

5,5

1/2

Schriftelijk

10 Deeltentamen Betonconstructies 9

BTC9

C

5,5

0

Schriftelijk

11 Deeltentamen Mechanica 9

MEC9

C

5,5

0

Schriftelijk


BTC10

C

5,5

0

Schriftelijk


MEC10

C

5,5

0

Schriftelijk

14 Deeltentamen Staalconstructies 10

STC10

C

5,5

0

Schriftelijk

1 Individuele opdracht organisatie

THM9-10OR-ind

c

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10OR

c

5,5

1/2

Schriftelijk

Geldend voor alle studenten die deelnemen aan course 9-10 3 Thematoets Algemeen THM9-10alg C

5,5

0

Schriftelijk

5,5

0

3 t/m 9 zie algemene tentaminering


THM9-10IPV

C

Peerassessmen t 5 Reflecteren en SLB opdrachten

SLB9-10

V

Nvt

0

Schriftelijk 162

6 Algemene HBO Competenties

HBO9&10

V

Nvt

0

Schriftelijk

7. International Business communication 9

IBC9

C

5,5

0

Schriftelijk


IBC10

C

5,5

0

Schriftelijk

9. Integrale toets postpropedeuse INTpostP V Nvt 0 Assessment Tussen deeltentamens is geen compensatiemogelijk. Bij alle (deel)tentamens mogen een rekenmachine en liniaal worden gebruikt. De algemene beoordelingscriteria en criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens

Korte algemene omschrijving voor onderdelen die bij elke OWE voorkomen

1 THM9-10-ind BT | AR | OR | CO

Om de inhoudelijke competenties van deze course 9-10 te toetsen, laat de student in de beschreven beroepsproducten zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden op niveau 2 (gevorderd) beschikt zoals beschreven in het competentieboek Bouwkunde CO1 t/m CO6 (muv CO4), niveau 2 (gevorderd). De student geeft in groepsverband drie presentaties over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst Compleet praktijk onderzoek opzetten: Identificeren van de vraag, afwegingen van de mogelijkheden aansluitend, eisen, doelstellingen en randvoorwaarden identificeren, structureren van de onderzoeksaanpak en het opzetten van een onderzoeksvraag, geschikte onderzoeksmethode inzetten en vervolgens uitvoeren van toegepast onderzoek, interpreteren van de informatie en conclusies formuleren. De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van B3BT | AR | OR | CO -studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat uit: (dit onderdeel telt voor 90% mee in het eindcijfer)  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 AR | OR | CO | BT*

163



 

70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 BT | AR | OR | CO VIS: uitgewerkte opdracht voor visualisatie (enkel voor AR (course 9/10) en BT (course 9) studenten) 10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 CO | BT | AR | OR * 10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 OR | CO | BT | AR*

*10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie *10% Beroepstaak constructie Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel *10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT en AR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Week 03: tentoonstelling visie en structuurontwerp [weging 1/6 van de 10%] Week 09: tussenpeiling (pecha kucha) [weging 2/6 van de 10%] Week 16: eindpresentatie [weging 3/6 van de 10%] Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar.

2 THM9-10 tentamen BT | AR | OR | CO

De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de gekozen beroepstaak AR, -BT, -CO of –OR getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges per beroepstaak zoals aangegeven in het collegeoverzicht en volgend uit de werken themacolleges.

Geldend voor alle studenten die deelnemen aan course 9-10 Deeltentamens Algemeen

Korte algemene omschrijving van onderdelen die voor alle studenten B3 hetzelfde zijn ingevuld

164

8. IBC9

De student wordt op zijn individuele algemene vakinhoudelijke kennis getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven colleges, In de algemene toets wordt kennis getoetst over de onderdelen die alle studenten volgen (ongeacht afstudeerrichting). Onderwerpen die per beroepstaak aan bod kunnen komen zijn: o OR – visie marketing, Systems Engineering, integrale duurzame gebiedsontwikkeling, parkeer- en milieu regelgeving en Wro. o AR – stedenbouw, architectuur etc. o BT – stedenbouwfysica, stabiliteit, dilateren, installaties o CO – Belastingafdracht, belastingschema’s, uitvoering bovenbouw, uitvoering onderbouw, brandwerendheid etc o Kennis uit de in het collegeoverzicht aangegeven themacolleges In het THM9-10Alg tentamen wordt integraal de algemene kennis en vaardigheden getoetst. Zie ook Deeltentamens algemeen, de toets wordt in vier delen afgenomen: Na course 9; Eindcijfers van THM9/10-alg is de som van de vier deeltoetsen ≥ 5,5; Bij het behalen van een onvoldoende dient de gehele toets worden herkanst. Aan het functioneren van de individuele student in de projectgroep worden eisen gesteld. De student wordt hierop halverwege en aan het eind van de course beoordeeld. De studenten geven daartoe feedback op elkaars functioneren met een peer assessment. De beoordelingen worden gegeven door de tutor.  De beoordeling halverwege de course dient bij een onvoldoende functioneren als waarschuwing. De herkansing voor het functioneren zit in de rest van de course.  De beoordeling aan het einde van de course levert het tentamencijfer Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Het volgen van de SLB-lessen  Definitief maken van POP course 9 en 10  Schrijven reflectieverslag course 9 en course 10  Maken van reflectieverslagen voor alle individuele portfolioproducten  Voeren van een persoonlijk functioneringsgesprek  Aanvullen portfolio In deze toetst toont de student aan dat hij in course 9 en 10 op voldoende niveau 2 (gevorderd) heeft gewerkt aan zijn algemene HBO competenties, dit wordt afgetekend op de HBO-kaart Schrijven van een Engelstalige handleiding op het gebied van internationalisering.

9. IBC10

Engelstalige presentatie van de schrijfopdracht van IBC9

10. INTpostP

De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle competenties CO1 t/m 9 (muv CO4) op niveau 2 (gevorderd) kan afsluiten. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang ge-

3 THM9-10Alg tentamen

4 THM9-10IPV

5 SLB9-10

6 HBO9&10

165

toetst. De toets wordt afgenomen over course 7, 8, 9 en 10. Toegevoegd is een verantwoording (opgesteld door de student) waarin aangegeven hoe elke competentie CO1 t/m CO6 (muv CO4) op niveau 2 (gevorderd) behaald is. Toegevoegd is een afgetekende HBO-kaart als bewijs van behalen competentie CO7 t/m CO9

Deeltentamens CO

Korte omschrijving van onderdelen die bij CO aanvullend voorkomen

11 BTC9

Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: belastingen, veiligheidsfactoren, belastingcombinaties, rekenmodellen, schematiseren, vloeren, balken, buiging, scheurwijdte, drukwapening, brand en overspannen in twee richtingen Opfrissen, afleiding VGM, hoek-verdraaiingen, SB en SOB, Cross, druk- en treklijnen

12 MEC9 13 BTC10 14 MEC10

Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: dwarskracht, kolommen, wanden en het wapenen van vloeren en balken op basis van momentenlijnen Symmetrie en antimetrie, plasticiteit liggers, elastisch ondersteunde ligger

Maken van een staalberekening van een geboute en gelaste verbindingen conform de vigerende normen.  Jellemareeks, delen 1 t/m 13, derde druk, eerste oplage, 2011, ThiemeMeulenhof, Amersfoort  Bouwbesluit 2012, SDU (www.rijksoverheid.nl)  Praktijkboek Parkeergarages: ontwerp, beheer en onderhoud, Keypoint, april 2007  DNR2011-STB-2014, uitgave BNA en ONRI (www.bna.nl)  Publicatie 317, uitgave CROW, Parkeerkencijfers, Basis voor Parkeernormering (kenniscentrum)  Publicatie 291, uitgave CROW, Leidraad fiets parkeren (kenniscentrum)  UAV 2012 en UAV 1989 (www.rijksoverheid.nl) opgenomen in STABU standaard 2012  UAR 1986 en ARW 2005, uitgave Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl)  UAV-gc 2005, uitgave Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl)  Microsoft office Word en Excel,  Revit  www.NENconnect.nl  www.rijksoverheid.nl  www.RIVM.nl  www.infomil.nl  www.CROW.nl Gedurende course 9-10 werken de studenten in multidisciplinaire teams aan het beschreven beroepsproduct. De structuurvisie Presikhaaf en de globale ‘initiële behoefte’ op de planlocatie vormen de basis voor de opdracht. De opdracht bestaat uit twee fases: Fase 1: Course 9, week 1 en 2 Het multidisciplinaire team ontwikkelt een visie en structuurontwerp en presenteert deze in week 3: CO1 en CO 8 - Vormt een visie gedurende de workshops (4 dagen in 2 weken) Hulpmiddelen: associëren (op waarden) / mindmappen / divergeren / convergeren

15 STC10

12.


13.

Software

14.

Activiteiten (voor uitgebreide omschrijving zie punt 4)

166

Wijze waarop: consensus in de groep bereiken / effectieve discussie voeren CO9 en CO3 - Verzamelt, structureert informatie en brengt dit over Hulpmiddelen: literatuurstudie(s) en ECobeurs, excursie(s) / moodboards / presentatie / PVE met ambitie en DCBAanalyse / vlekkenplannen met relaties en verbanden CO7 - Analyseert informatie Hulpmiddelen: morfologische schema / een Trade-off matrix / MoSCoW-methode of elke andere navolgbare analysemethode / decomposities in lagen en thema's / Evidence Bases Design CO2 en CO3 - Trekt conclusies Wijze waarop: vanuit oriëntering op PVE en doelstelling / door criteria en weegfactoren op te stellen / conclusies trekken / synthetiseren in een conceptontwikkeling

15.

Werkvormen

Fase 2: Course 9 en 10, week 3 t/m 15 (zie gespecificeerde uitwerking per beroepstaak bij punt 10 onderdeel: THM9-10 AR/OR/CO en BT-indv) Het multidisciplinaire team maakt op basis van het goedgekeurde visie en structuurontwerp uit fase 1:  CO1 en CO7 – Maakt een gedetailleerd PVE en vraagspecificatie en zoekt hiervoor alle benodigde informatie uit conform de wetgeving en aanvullende visies van de gemeente Arnhem uit  CO2 – Maakt een realistische haalbaarheidsstudie door een gedegen parkeerplaatsberekening te maken en deze financieel, ruimtelijk, functioneel en technisch en maatschappelijk te onderbouwen  CO2 - Maakt een investeringsopzet en een rendementsberekening .  CO2 en CO3 - Maakt een VO (voorontwerp) en een DO (definitief ontwerp) voor de parkeergarage, hoogbouw en stadsplein en werkt deze uit op niveau TO (per beroepstaak worden hiertoe nadere instructies verstrekt gedurende het semester).  CO3 en CO6 - Maakt benodigde bouwbesluitberekeningen en -tekeningen conform de recentste regelgeving en zodat een omgevingsvergunning aangevraagd zou kunnen worden  CO3 - Schrijft een gedegen ruimtelijke onderbouwing om de planvorming bij de aanvraag omgevingsvergunning te expliceren  CO3 - Werkt de nieuwbouw wat uitvoeringsmethodiek / bouwproces en bouwplaatsinrichting, V&G uit conform de regelgeving.  CO3 en CO5 Maakt een planning, begroting en uitvoeringsplan.  CO 3 Werkt de parkeergarage en hoogbouw architectonisch, bouw-, brand- en installatietechnisch, bouwfysisch, constructief en organisatorisch uit  CO6 - Werkt het gebruiksbesluit uit – werkt daartoe een vluchtplan uit en berekent de ontruimingstijd.  CO3 - Werkt de detaillering van de hoogbouw en parkeergarage uit op niveau Technisch Ontwerp.  CO9 - Houdt rekening met het feit dat de huidige geldige richtlijnen en wetgeving volledig van kracht zijn  CO5 - Maakt een exploitatieopzet, MJOP, advies VVE en servicekostenopzet  CO7, CO9 en CO3 - Werkt het duurzame aspect van de afwegingen uit, voegt bij de materialisering de keuzeafweging en kwaliteitsattesten/documentatie toe. In deze course wordt in een multidisciplinair team aan de beschreven beroepsproducten gewerkt. Om ervoor te zorgen dat de student over de benodigde kennis, vaardigheden en houdingsaspecten beschikt, krijgt hij de volgende middelen aangereikt:  Gedurende de eerste 2 courseweken wordt op 2 dagen per week in assistentie /workshop de voortgang van het geïntegreerd werken aan de visie en het structuurontwerp, onder begeleiding van alle experts

167

        



 16.

Les-/contacturen

17. 18.



Presentatie visie in tentoonstelling Hoorcolleges met als doel aanreiken kennis op niveau 2 (gevorderd) of 3 (zie MIF’s, de Module Informatie Formulieren) Werkcolleges met als doel oefenen benodigde vaardigheden op niveau 2 (gevorderd) Themacolleges met als doel aanreiken extra kennis op niveau 2 (gevorderd) of 3 om vaardigheden op niveau 2 (gevorderd) uit te kunnen oefenen Overleg / contactmomenten met expert, opdrachtgever, tutor, coursecoördinator met als doel feedback op uitgevoerde beroepstaken COM workshops met als doel training ‘on the job’ van algemene HBO-competenties FABLAB workshop 3D-printen Sollicitatietraining met als doel feedback op sollicitatiebrief en training ‘on the job’ van algemene HBO-competentie Excursies worden soms per beroepstaak ingepland en ook plenair gedaan. Activiteiten staan vermeld in het overzicht colleges/activiteiten of worden via intekenlijsten aangeboden via de experts. Betreft o.a. excursie naar TU Eindhoven georganiseerd door Lectoraat ZGB, Bedrijvenmarkt om contact te leggen met stagebedrijven, excursie Betondag en Staaldag, bezoek en inventarisatie projectlocatie, bezoek ECO-beurs te Utrecht Pecha Kucha presentatie en tussenpeiling na course 9 Eindpresentatie na course 10

Hoorcolleges Werkcolleges Studiebegeleiding (deel)tentamens Overige activiteiten Zelfstudie Totaal Totaal aantal uren: 840 Semester 1, blok 1 en 2 Geen

196 73 66 20 60 420 840

B11-12AR of B11-12BT of B11-12CO of B11-12OR Verdiepende stage (Advanced internship)

Opleiding Doelgroep

Bouwkunde Voltijd studenten die doorstromen vanuit hun propedeusefase

Beroepstaak/ beroepstaken

Architectonisch ontwerpen (AR) of Bouwtechnisch ontwerpen (BT) of Constructief ontwerpen (CO) of Organiseren (OR)

4.

(Beroeps)Producten

Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden. Denk daarbij aan bijvoorbeeld: 168

       

Door slb-er goedgekeurd voorlopige POP. Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent. Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten. Authentieke producten met per product een reflectieverslag. Relevante producten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP. Een eindreflectie op de hele stage. Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier. Compleet praktijk onderzoek opzetten: Identificeren van de vraag, afwegingen van de mogelijkheden aansluitend, eisen, doelstellingen en randvoorwaarden identificeren, structureren van de onderzoeksaanpak en het opzetten van een onderzoeksvraag, geschikte onderzoeksmethode inzetten en vervolgens uitvoeren van toegepast onderzoek, interpreteren van de informatie en conclusies formuleren. Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen. 5.


30 Studiepunten / 840 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma)

6.


7.

Ingangseisen

8.


9

Competenties

De verdiepende stage is aan het eind van de theoretische fase in de opleiding geplaatst (eind derde studiejaar). Dit om zo de verworven kennis en vaardigheden (competenties) toe te passen en te verdiepen. Hierdoor verscherpt het beeld op de beroepspraktijk waardoor de studie een verdieping en een betere context krijgt. Middels de stage wordt de theoretische studie in de hoofdfase als het ware ‘afgerond’ voordat afstuderen op een hoger niveau gaat plaatsvinden. Deelname aan course 11-12 wordt verleend onder de volgende voorwaarden: Serieuze deelname aan course 9+10, aangetoond door een voldoende IPV-beoordeling en 105 studiepunten behaald excl. Minor. Afwijking van deze eis is mogelijk indien een studiecontract is afgesloten. De student wordt geplaatst op een stageadres ná het doorlopen van de volgende stappen: - SLB-verklaring - Inschrijven op stageplaats van keuze - Definitieve toewijzing door stagecoördinator - Sollicitatieprocedure bij stageplaats doorlopen In de verdiepende stage wordt de aanwezige kennis verdiept in het bedrijfsleven. De stageplaats moet passen bij de gekozen afstudeerrichting. De student gedurende 20 weken stage. In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties worden geoefend op niveau 2 (gevorderd). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven.

10.

Beoordelingscriteria OWE Stage11-12

Indicatoren Presentatie C08- C09

Beoordelingscriteria Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaal communicatief.

169


Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio aandacht krijgen. Herkansing voor het portfolio moet binnen 20 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeling onderzoek op kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese en evaluatie. Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.


11.

Tentaminering

Deeltentamen Verdiepende stage

Code Stage11-12 AR Stage1112 BT Stage11-12 CO Stage11-12 OR

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Vorm

C

5,5

100%

Assessment van de deeltentamens

Deeltentamen Stage11-12 AR of Stage11-12 BT of Stage11-12 CO of Stage11-12 OR

12. 13. 14. 15.

Verplichte literatuur Software Activiteiten Werkvormen

16. 17.

Les-/contacturen Onderwijsperiode

Korte omschrijving Portfoliopresentatie op school, zo mogelijk in het bijzijn van de bedrijfsbegeleider. De presentatie omvat het presenteren van (minimaal) een drietal inhoudelijk verschillende producten uit het portfolio en waarbij er gereflecteerd wordt. Beoordeling van het stageportfolio Beoordeling door het bedrijf, waarbij beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel Stagegids + conversietabel nieuwe competenties N.v.t. In deze OWE’s loopt de student stage bij een bedrijf in zijn of haar afstudeerrichting. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. In principe: 20 weken x 5 dagen = 100 dagen Semester 2 170

18.



4.

Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken

(Beroeps)Producten

Niet van toepassing

OWE Course 15-16-AR of 15-16-BT of 15-16-CO of 15-16-OR Afstuderen (Graduation project) Bouwkunde Studenten die de ‘proeve van bekwaamheid’ willen afleggen.

Afstudeerproject waarin normaalgesproken één van de volgende beroepstaken centraal staat op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig)  Architectonisch ontwerpen (AR) of  Bouwtechnisch ontwerpen (BT) of  Constructief ontwerpen (CO) of  Organiseren (OR) Het afstudeerproject kan ook een onderzoeksopdracht zijn op HBO-niveau. Afstudeerwerk conform coursehandleiding (zie Scholar), meestal bestaand uit:

       

PVA Afstudeerverslag (hoofdverslag) Bijlagen bij het verslag Procesmap Competentielijst Literatuurstudie Ephorus verklaring Eindpresentatie

5.


30 Studiepunten / 840 SBU

6.

In deze OWE worden alle competenties welke benodigd zijn voor het behalen van de bachelorgraad afgesloten.

7.

Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen

8.


Het afstudeerproject vormt de afsluiting van de bacheloropleiding Built Environment. De studenten voeren in groepen van twee of maximaal drie een (bedrijfs)opdracht uit. De groep kan samengesteld zijn uit verschillende afstudeerrichtingen van het Instituut. Ook is het mogelijk een combinatie te vormen met studenten van een ander instituut.

9.

Competenties

Afhankelijk van de afstudeerrichting moet een aantal competenties minimaal op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig) worden behaald. Hiervoor wordt verwezen naar de competentielijst van Bouwkunde.

Gestart mag worden als er minimaal 165 studiepunten van de major zijn behaald. De eindpresentatie mag gehouden worden bij het behalen van 210 ECTS. Voor het verkrijgen van het diploma moeten alle 240 ECTS zijn behaald.

171



C01- Initiëren en sturen

    

10.


C02- Ontwerpen C04- Realiseren C06- Monitoren, toetsen en evolueren C07- Analyseren en onderzoeken C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren In deze OWE werken de studenten aan een zelf gekozen onderwerp. Het eindproduct hiervan wordt beoordeeld op niveau 3 (bachelor). Hieronder worden de beoordelingscriteria op hoofdlijnen beschreven. Algemene beoordelingscriteria Het eindproduct/rapport moet voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juiste vakjargon is toegepast.  Juiste toepassingen van de gekozen methodes. OWE INTafst

Indicatoren


Proces

Omvang, relaties, doelgerichtheid en doelmatigheid

Inhoud

Probleemdefinitie en –analyse Genereren van oplossing en synthese Uitwerking, conclusies en rapportage Toepassing van fundamentele kennis en vaardigheden

Verzorging

Presentatie in schriftelijke en mondelinge vorm

Competentielijst

Juistheid en compleetheid met de ingevulde beroepsproducten

172

11.

Tentaminering

Deeltentamen

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Vorm

INTafst

C

5,5

50%

Assessment

Rapportage

C

5.5

50%

schriftelijk

Deeltentamen INTafst

Rapportage

Code Allure

Korte omschrijving Beoordeling schriftelijk werk en het bijbehorende mondeling assessment tijdens de eindpresentatie samen met de ingevulde competentielijst. Op deze competentielijst dient de student m.b.v. zijn/haar gemaakte beroepsproducten aan te tonen dat het vereiste niveau behaald is. De beoordeling vindt plaats op basis van het beoordelingsformulier (zie de beoordelingscriteria en de betreffende bijlage bij de coursehandleiding). De kwaliteit van het ingeleverde werk (rapportage met bijlage(n) en het procesrapport) dient op zichzelf reeds voldoende te zijn.

Aantal examinatoren: 2 intern, 1 extern. 12.


     

13. 14.


Informatie op Insite en Scholar rond het afstuderen Snel afstuderen, stap voor stap naar een geslaagde scriptie van Erik Feijen en Pepijn Trietsch en Coutinho (ISBN 978 90 4690 003 1) Een onderzoek voorbereiden van Heinze Oost en Angela Markenhof (ISBN 978 90 5574 648 4) Een onderzoek uitvoeren van Heinze Oost (ISBN 978 90 5574 647 7) Een onderzoek rapporteren van Heinze Oost (ISBN 978 90 5574 646 0) Een onderzoek presenteren van Angela Markenhof, Mirjam Bastings en Heinze Oost (ISBN 978 90 5574 375 9)

Afhankelijk van het project De afstudeercommissie geeft goedkeuring op het A4-tje bevattende de groepssamenstelling en de omschrijving van het afstudeerproject. Na goedkeuring wijst deze vervolgens de afstudeerbegeleiders c.q. assessoren/begeleiders toe. Samen met hen stelt de afstudeergroep het definitieve plan van aanpak en het onderwerp van de literatuurstudie vast. Eens in de twee à drie weken heeft de afstudeergroep een bespreking met de afstudeerbegeleider(s). Halverwege de afstudeerperiode vindt er een tussentijdse peiling plaats. De beide afstudeerbegeleiders bepalen hierbij samen met de afstudeergroep of de eerstvolgende assessmentperiode (mondelinge toelichting) haalbaar is. Initiatief hiervoor moet door de studenten worden genomen.

15. 16.

Werkvormen Les-/contacturen

Het eindrapport is opgebouwd uit een hoofdrapport met bijlagen: zie verder de coursehandleiding. Zelfwerkzaamheid Contacturen met de begeleiders 173

17. 18.


Semester 1 of 2 Niet van toepassing

174

Deeltijd Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3.


4.

(Beroeps)Producten

5.


6.


7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

10.


Course 5-6AR of 5-6BT of 5-6CO of 5-6OR Inleidende stage (Introductory internship)_ Bouwkunde Deeltijd studenten die doorstromen vanuit hun propedeusefase Architectonisch ontwerpen (AR) of Bouwtechnisch ontwerpen (BT) of Constructief ontwerpen (CO) of Organiseren (OR) Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden. Denk daarbij aan bijvoorbeeld:  Door slb-er goedgekeurd voorlopige POP.  Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent.  Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten.  Authentieke beroepsproducten met per product een reflectieverslag.  Relevante beroepsproducten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP.  Een eindreflectie op de hele stage.  Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier.  Onderzoeksopdracht rondom een duurzaamheidaspect Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen. 30 Studiepunten / 840 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma) De inleidende stage is aan het begin van de theoretische fase in de opleiding geplaatst (start tweede studiejaar). Dit om zo de kennis en vaardigheden (competenties) te verwerven en te verkennen. Hierdoor verscherpt het beeld op de beroepspraktijk waardoor de verdere studie een betere context krijgt. Middels de stage wordt de theoretische studie in de hoofdfase als het ware ‘gestart’. Deelname aan course 7 en 8 aangetoond en 45 Studiepunten behaald. Afwijking van deze eis is mogelijk indien een studiecontract is afgesloten. De student gebruikt zijn relevante werkplek als stageplek. Daarbij gelden de volgende eisen: - SLB-verklaring - Goedkeuring door stagecoördinator In de inleidende stage wordt de aanwezige kennis verder verdiept in het bedrijfsleven. De stageplaats moet passen bij de opleiding. In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties (C01 t/m C09) worden geoefend op niveau 1 (basis). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven. Zie tabel onderaan. 175

OWE

Indicatoren

Stage5

Beoordelingscriteria Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaalcommunicatief.

C08 en C09

Portfolio

Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio op onderzoeksvaardigheden worden getoetst op analyse, synthese evaluatie inzicht en toepassing. Herkansing voor het portfolio moet binnen 10 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

C01 t/m C09

Bedrijfsbeoordeling

11.

Tentaminering

12. 13. 14. 15.


16. 17. 18.

Les-/contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers



Competenties

Presentatie

Deeltentamen

Code

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Stage5-6AR of Stage C 5,5 100% Stage5-6BT of Stage5-6CO of Stage5-6OR Stagegids N.v.t. In deze OWE’s loopt de student stage op een relevante werkplek bij zijn/haar werkgever/bedrijf. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. 840 uur Semester 1 en 2 Niet van toepassing

C01 t/m C09

Tentamenvor m Portfolio assessment

OWE Course 7-BT “Het BE Gebouw” ( Commercial buildings : “The BE Building”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse (deeltijd) Bouwtechnisch ontwerpen (BT) De beroepsproducten bestaan uit het ontwerpen en dimensioneren van een stalen brug tussen het BE-gebouw en het gebouw Engineering, een uitbreiding van het BE-gebouw en een inpandige uitbreiding;

176

5. 6.


7.

Ingangseisen

8.

Algemene omschrijving Competenties

9.

7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. De OWE course 7-CO richt zich op de constructieve zaken van het BE-gebouw. Gezamenlijk zijn de beroepstaken noodzakelijk om dit project te kunnen realiseren. Bij het uitwerken van de projectopdracht worden de studenten geconfronteerd met het integrale karakter van de beide beroepstaken voor de analyse en afweging van de ontwerp mogelijkheden. Deze OWE wordt gegeven in combinatie met de OWE Course 7-BT HAVO/VWO: Deelname aan course 6 aangetoond en tenminste 37,5 credits; MBO: Deelname aan course 4 aangetoond en tenminste 37,5 credits Er wordt in projectgroepen gewerkt aan het informatie verzamelen, structuren, analyseren, ontwerpen, berekenen en tekenen van in- en uitpandige uitbreidingen van het BE-gebouw.






OWE

Indicatoren


THM7BTopdr

Integraal ontwerpen voor een gezond en behaaglijk binnenklimaat. Structureren van de onderzoeksaanpak. Geschikte methode uitzetten. Uitvoeren van toegepast onderzoek. Conclusies formuleren

 Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid hebben van integraal ontwerpen in relatie met een gezond- en comfortabel binnenklimaat.  Onderzoek wordt getoetst op: kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese en evaluatie  Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid van deze concepten;  Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid van de

Inzetten van een gebouw-, energie en klimaatinstallatieconcepten Kennis van systeemdenken onderzoek

Competenties

C01 t/m C07

177

opbouw van onderdelen van systeemdenken; Bepalen van klimaatinstallatieconcepten Kennis van regelsystemen

Meetpracticum

Licht en geluid

Rapporteren

THM7IPV

SLB7


 

Opstellen van een POP voor semester 1 Schrijven reflectieverslag course 7



Analyseren en selecteren van de van de verschillende klimaatinstallatieconcepten in de verschillende bouwfasen;  Kennis en inzicht in de werking van de klimaatbeheersingsinstallaties;  Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid van een eenvoudige capaciteitsberekening en dimensionering van de klimaatbeheersingsinstallatie systemen;  Kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid bij het meten en rapporteren van comfortmetingen  Kennis en inzicht van geluid -bronnen, -velden, -isolatie, - absorptie, akoestiek en nagalmtijd  Wet- en regelgeving  Schrijven van een programma van eisen, voorlopig- en definitief ontwerp;  Het opstellen van adviesrapport; De student toont aan dat hij in staat is om deel te nemen aan het groepsproces door een voldoende te scoren op de volgende onderwerpen: • Analyserend vermogen • Oplossingsgerichtheid • Organisatie van het werk • Ondernemerschap  Respect, openheid, teamgeest en integriteit  Aanwezigheid van de producten in het digitale portfolio;

C08

C08

C08 & C09

178



Portfolio vullen met producten uit course 7

Tentaminering

Producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering;  POP is SMART geformuleerd en bevat verschillende specifieke leerdoelen;  Reflectieverslag bevat concrete activiteiten/handelingen;  Concrete persoonlijke leereffecten worden benoemd. Het schriftelijk beheersen van de Engelse taal op niveau B2  inhoud  structuur  taalgebruik en stijl  afwerking

De student wordt geacht de volgende onderwerpen te herkennen en op correcte wijze toe te kunnen passen (schriftelijk): - ‘to be’ en woordvolgorde C08 - werkwoordsvormen en tijden - zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden De indicatoren en beoordelingscriteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende tentamens. Bij de tentamenvorm is aangegeven of dit een individuele- of groepsmatige beoordeling is: Code Cijfer / Vink Min.grens Weging Tentamenvorm Deeltentamens IBC

11.



1 THM7BT-opdr

THM7BT-opdr

C

5,5

50%

2 THM7BT-casustentamen

THM7BT

C

5,5

50%

3 THM7IPV

THM7IPV

C

5,5

0

4 IBC

IBC7

C

5,5

0

5 Studieloopbaanbegeleiding

SLB7

V

-

0

Opdrachten/ groepsmatig Schriftelijk/ individueel Peerassessment/ individueel Schriftelijk/ individueel Schriftelijk/ individueel

Tussen deeltentamens is geen compensatiemogelijk. Bij alle (deel)tentamens mogen een wetenschappelijke (gewone) rekenmachine en liniaal worden gebruikt. Deeltentamens Deelopdrachten

Korte omschrijving Om de inhoudelijke competenties van deze OWE te toetsen, laat de student zowel individueel als in groepsverband zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om de relevante klimaat- en bouwfysische aspecten van de diverse gebruiksruimten van het sportcentrum. Ter ondersteuning van de projectopdrachten worden expertassistentie uren aangeboden waarop feedback wordt gegeven op de 179

Thematoets Bouwtechniek


SLB7

IBC7

12.


13.

Software

producten. Er wordt hiervoor een grote mate van zelfstandigheid van de studenten verwacht waarbij geringe sturing door de experts mogelijk is (niveau 2 (gevorderd)) De opgeleverde deelproducten dienen te voldoen aan de algemene beoordelingscriteria. De opdracht dient een gestructureerde onderzoeksaanpak te hebben, waarbij een geschikte onderzoeksmethode is gehanteerd waarvan de uitkomsten toegepast worden in het project. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges van installatie en bouwfysica, de excursies en themacolleges. Om aan te tonen dat de student beschikt over de proces en houdingsaspecten (zoals die beschreven staan in de algemene HBO competenties) wordt hij getoetst in een peer assessment. Deze wordt twee keer in deze OWE afgenomen. De eerste voorlopig en de tweede keer definitief. In dit deeltentamen vullen medestudenten een IPV beoordeling in voor de individuele student. Op de uitkomsten hiervan wordt gereflecteerd in een mondeling gesprek met de tutor. De tutor bepaalt uiteindelijk het eindcijfer voor de IPV van de gehele OWE. De student stelt een POP voor semester 1 op. Schrijft een reflectie over de gemaakte ontwikkeling en stelt een portfolio samen waarin de ontwikkeling duidelijk wordt weergegeven. Deze portfolio is het startpunt voor de integrale toets (assessment) na course 10. Schrijven van een Engelstalig essay over een internationaal bedrijf en de cultuur: - Informatie over het bedrijf - Informatie over het land waarin het bedrijf is gevestigd - Informatie over interculturele communicatie problemen die kunnen ontstaan als je zaken doet in dit land.

Zie boekenlijst op: o Handleiding van course 7. o Hand-outs van de hoor-, werk en themacolleges; o Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding o specifiek Jellema deel 6B; o Linden, A.C. van der (2011). Bouwfysica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff o Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas o Blok, R. (2013), Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff  Microsoft office Word en Excel,  EPC berekeningsprogramma (Enorm van DGMR)  Revit

180

14. 15.


16.

Les-/contacturen

17. 18.




5.


6.

De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan de in de course handleiding gestelde opdrachten.  Hoorcolleges: Installatietechniek (INST7) en Bouwfysica (FYS7)  Werkcolleges: International Business Communication (IBC7)  Workshop onderzoeksvaardigheden (OND7)  Werk- en/of hoorcolleges: Themacolleges (THM7coll) en PREFAB7  Bouwvergaderingen (IPV7)  Experassistenties (ASS)  Excursie(s) (EXC) Hoorcolleges 26 Werkcolleges 15 Studiebegeleiding 10 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 4 Zelfstudie 145 Totaal 210 uur Studiejaar 2, Semester 1 Geen

OWE Course 7-CO “Het BE Gebouw” ( Commercial buildings : “The BE Building”) Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde Propedeuse (deeltijd) Constructief ontwerpen (CO) De beroepsproducten bestaan uit het ontwerpen en dimensioneren van een stalen brug tussen het BE-gebouw en het gebouw Engineering, een uitbreiding van het BE-gebouw en een inpandige uitbreiding; 7,5 Studiepunten. Totaal 210 SBU. De OWE course 7-CO richt zich op de constructieve zaken van het BE-gebouw. Gezamenlijk zijn de beroepstaken noodzakelijk om dit project te kunnen realiseren. Bij het uitwerken van de projectopdracht worden de studenten geconfronteerd met het integrale karakter van de beide beroepstaken voor de analyse en afweging van de ontwerp mogelijkheden. Deze OWE wordt gegeven in combinatie met de OWE Course 7-BTBij het uitwerken van de projectopdracht worden de studenten geconfronteerd met het integrale karakter van de beide beroepstaken voor de analyse en afweging van de ontwerp mogelijkheden.

181

7.

Ingangseisen

8.

Algemene omschrijving Competenties

9.

HAVO/VWO: Deelname aan course 6 aangetoond en tenminste 37,5 credits; MBO: Deelname aan course 4 aangetoond en tenminste 37,5 credits Er wordt in projectgroepen gewerkt aan het informatie verzamelen, structuren, analyseren, ontwerpen, berekenen en tekenen van in- en uitpandige uitbreidingen van het BE-gebouw.





C07- Analyseren en onderzoeken C08- Communiceren en samenwerken C09- Managen en innoveren OWE

THM7COopdr

Indicatoren Analyse bestaande constructie Tekeningen en berekeningen staalconstructie, stabiliteit, voorlopig ontwerp Tekeningen en berekeningen staalconstructie, definitief ontwerp Principe detaillering ligger op kolom Windverband op ligger-kolom Gehele groepsopdracht opdelen in individuele opdrachten Tijdens de assistenties worden de vervaardigde producten geëvalueerd. Opstellen funderingsadvies Opstellen geologierapport van de locatie Berekenen puntdraag- en schachtdraagvermogen Berekening van de momenten funderingsbalk Verslag bezoek aan een heiwerk Uitzoeken sondering Uitvoeren gewichtsberekening

Beoordelingscriteria  

C01 t/m C07 Het kunnen beantwoorden van vragen van de expert; Het goed formuleren van ter zake doende vragen en het vermogen van het doorvragen.



Eindresultaat middels samenvoegen individuele opdrachten tot een economisch- en duurzaam ontworpen gebouw.



Het op de juiste wijze uitvoeren van de toetsingen en berekeningen; Toepassen van het juiste jargon.

 

Competenties

Het op de juiste wijze uitvoeren van de toetsingen en berekeningen.

182

THM7CO

11.

Tentaminering

Ontwerpen en toetsen stalen liggers op sterkte en stijfheid. Ontwerpen en toetsen stalen kolom. Kunnen opstellen van stabiliteitsbeschouwing van gebouw met geschoord staalskelet. Ontwerpen en dimensioneren van een fundering op basis van een gegeven sondering Vaststellen van het type fundering Vaststellen van het type paalfundering en kennis van de verschillende paalsystemen. Veiligheids-beschouwing op basis van de Eurocode. Inzicht in de statische onbepaaldheid van funderingsconstructies

THM7IPV


MEC7

Bepalen van vervormingen, (hoekverdraaiingen en verplaatsingen) op basis van vergeet-me-nietjes en de momentvlakmethode. Bepalen van de M- en D-lijnen van enkelvoudige statisch onbepaalde constructies met verplaatsingen / of hoekverdraaiingsmethode

  

Het op de juiste wijze uitvoeren van de toetsingen en berekeningen; Bij het niet voldoen van een onderdeel, een passende oplossing kunnen omschrijven; 50% inzicht en 50% rekenvaardigheid.

De student toont aan dat hij in staat is om deel te nemen aan het groepsproces door een voldoende te scoren op de volgende onderwerpen: • Analyserend vermogen • Oplossingsgerichtheid • Organisatie van het werk • Ondernemerschap • Respect, openheid, teamgeest en integriteit  Hoekverdraaingen en verplaatsingen zijn met behulp van vergeet-me-nietjes en/of momentvlakmethode  bepaald.  M- en D-lijnen van een enkelvoudig statisch onbepaalde constructie zijn bepaald.

C01 t/m C06

C08

C03

De indicatoren en beoordelingscriteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende tentamens. Bij de tentamenvorm is aangegeven of dit een individuele- of groepsmatige beoordeling is: Deeltentamens 1 Deelopdrachten Constructie 2 Thematoets constructie 3 Individuele Projectvaardigheden 4 Mechanica7

Code

Cijfer / Vink

Min.grens

Weging

THM7COopdr THM7CO

C

5,5

50%

C

5,5

50%

THM7IPV

C

5,5

0

MEC7

C

5,5

0

Tentamenvorm Opdrachten/ groepsmatig Schriftelijk/ individueel Peerassessment/ individueel Schriftelijk/ individueel

Tussen deeltentamens is geen compensatiemogelijk.

183

12.


13.

Software

14. 15.


16.

Les-/contacturen

17. 18.

Onderwijsperiode Max. deelnemers



Bij alle (deel)tentamens mogen een wetenschappelijke (gewone) rekenmachine en liniaal worden gebruikt. - De coursehandleiding en bijlagen - Boek Sterkteleer 2 (toegepaste mechanica) - Boeken Jellema-reeks - Hand-outs van de colleges via Scholar. - Blok, R. (2013). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff  Microsoft office Word en Excel  Constructief rekenprogramma , pc-frame (school) of Matrix frame (studentendownload)  Revit De studenten werken in groep van vier tot zes personen aan de in de course handleiding gestelde opdrachten.  Hoorcolleges: Staalconstructie (STC7) en Fundatietechniek (FTK7)  Werkcolleges: International Business Communication (IBC7), Wiskunde (WIS3), Mechanica (MEC3 en MEC7), Communicatie (COM7)  Werk- en/of hoorcolleges: Themacolleges (THM7coll) en PREFAB7  Bouwvergaderingen (IPV7)  Expertassistentie (ASS)  Excursie(s) (EXC Hoorcolleges 26 Werkcolleges 15 Studiebegeleiding 10 (deel)tentamens 10 Overige activiteiten 4 Zelfstudie 145 Totaal 210 uur Studiejaar 2, Semester 1 Geen

OWE Course 8-AR De naoorlogse wijk (The postwar district) Bouwkunde Tweede jaars deeltijd studenten die doorstromen vanuit course 7 Architectonisch ontwerpen (AR) In deze OWE wordt bij de beroepstaak AR gewerkt aan Architectonische ontwerpaspecten bij de renovatie/nieuwbouw van een naoorlogse wijk. Vooral de combinatie met zorgaspecten krijgt hierin de aandacht. Hiervoor worden de volgende deelproducten opgeleverd:

184

  



Architectonische analyse bestaand gebouw. Stedenbouwkundige analyse omgeving / locatie t.b.v. gebiedsmaquette 1:500 Ontwikkelen en vormgeven van een nieuwe (duurzame) gevel t.b.v. bestaande gebouw

Ontwerpen en op DO niveau uitwerken van een aangrenzend gebouw (voorlopig ontwerp / definitief ontwerp, incl. kostenraming en technische omschrijving).


7,5 studiepunten voor de beroepstaak Architectonisch ontwerpen (AR) Totaal 7,5 studiepunten / 210 SBU De beroepstaken Architectonisch ontwerpen en Organisatie worden door de opdrachtgeefster, Lectoraat Architecture in Health (AiH), samengebracht. De opdracht van het Lectoraat luidt: maak een ontwerp en onderzoek de toegewezen locatie op de verschillende aspecten van wijktransformatie waarbij leegstand van een kantoorgebouw wordt opgelost en het gebied een nieuw impuls krijgt. De locatie is het vertrekpunt van de opgave waarbij vraagstukken over herontwikkeling en duurzaamheid centraal staan. Binnen deze course worden twee projectprocessen gelijktijdig opgepakt. Het eerste proces is het ontwerpen/ontwikkelen van een nieuw te bouwen zorgsteunpunt en het tweede proces is het herontwikkelen van een bestaand gebouw voor een, door het Lectoraat aangegeven, doelgroep. Het Lectoraat verstrekt readers waarin twee zorgdoelgroepen zijn beschreven, alsmede de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

7. 8.


Deelname aan course 7 aangetoond

10.

Competenties

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod: C01- Initiëren en sturen C02- Ontwerpen C03- Specificeren C05- Beheren C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.

5. 6.

Bij deze OWE wordt ingegaan op de Architectonische ontwerpaspecten bij nieuwbouw van zorgsteunpunt in een naoorlogse wijk en te renoveren gebouwen uitgewerkt. Duurzaamheid en zorgaspecten krijgen hierbij de aandacht. Algemene duurzame aspecten toepassen bij uitwerken van de courseproducten: voor specifieke invulling zie punt 17 Aandacht vooral gericht op people-kant van duurzame ontwikkeling De sociale kant van groenvoorzieningen Landschap en bebouwing in balans brengen in relatie tot het welzijn/welbevinden van bewoners. Binnenmilieu en gezondheid in de bouw (vitamine-G, waarin de G staat voor Groen) Ergonomische bouwen voor mindervalide mensen Herbestemming van bestaande bouw(functie, materiaal en omgeving) Levensloopbestendig bouwen Bijzonderheden VOL-VCA certificaat wordt aangeboden Oriëntatie op zorg: toegankelijkheid, domotica, levensloopbestendig bouwen.

185

C07- Analyseren en onderzoeken C08- Communiceren en samenwerken C09- Managen en innoveren 10.


OWE

1.THM8ARopdr

Indicatoren


Aan de hand van de wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn verwerkt naar architectonische randvoorwaarden en uitgangspunten welke zijn vertaald naar een programma van eisen en projectdefinitie waarin alle voorschriften en normen die voor de definitie, productie en gebruiksfase relevant zijn worden genoemd. Aan de hand van het opgestelde programma van eisen en de projectdefinitie zijn aan de hand van verschillen ontwerpoefeningen, significant verschillende varianten voor de nieuwbouw van een zorgsteunpunt op een dusdanige wijze technisch uitgewerkt (getekend en beschreven) dat ze alle informatie bieden die nodig is voor verdere uitwerking en die passen binnen de kaders van de uitgangspunten en randvoorwaarden

Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 7. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 8. Producten zijn logisch van opbouw. 9. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 10. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 11. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. 12. Onderzoek wordt getoetst op: kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese en evaluatie Bron vermelding volgens APA-norm

Maquette beoordelingscriteria

Er wordt een nieuw zorgsteunpunt ontworpen in de bestaande wijk. De stedenbouwkundige context kan van belang zijn bij dit ontwerp. Een stedenbouwkundige maquette kan een goed beeld opleveren en het ontwerp ondersteunen

Stedenbouwkundige maquette, schaal 1:500 Schaalmodel zorgcentrum schaal 1:100 of 1:50. Foto’s van de schaalmodellen worden bewerkt in een omgevingsfoto en opgenomen in projectmap

2.THM8AR casustentamen

In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten (voor 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken zoals bouwtechniek en bouwfysica. Onderwerpen kunnen zijn:

De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonische ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project


C01 t/m C06

186

  

architectuurgeschiedenis, architectuuranalyse, handmatig tekenen van een casusonderdeel (visualisatie),  materialenkennis bouwtechniek

omschreven producten en gegeven architectuurcolleges.

3. THM8IPV



C08 / C09

5. SLB8

De student heeft alle gevraagde producten in het DPF opgenomen. De producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. De student is in staat een POP te schrijven en hierin verschillende specifieke leerdoelen te benoemen die SMART geformuleerd zijn. Gemotiveerd wordt aan welke competenties de student expliciet wil werken. De student is in staat een reflectieverslag te schrijven dat concrete activiteiten/handelingen bevat. De student geeft aan wat hij geleerd heeft en trekt duidelijke conclusies. Daarnaast worden alternatieven (hoe zou het anders kunnen) duidelijk verwoord en beschrijft de student nieuwe leerdoelen

De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Het volgen van de SLB-lessen  Schrijven van een POP voor course 7 en 8  Schrijven 1e versie POP course 9 en 10  Schrijven reflectieverslag course 7 en 8.  Maken van reflectieverslagen voor alle individuele portfolioproducten  Voeren van een persoonlijk functioneringsgesprek

C08 / C09

187

5.HBO8

11.

12.

Tentaminering


De student doet actief mee aan de communicatieworkshops (Timemanagement en conflicthantering). De student is in staat de rol van projectleider uit te voeren door blijk te geven van het volgende: • Voorzitten bouwvergaderingen • Is bereikbaar en aanspreekbaar • Zorgt voor een goede taakverdeling en stimuleert groepsleden om de taken op tijd af te ronden • Onderneemt acties bij disfunctioneren van één of meer groepsleden De student is in staat om het doel van de presentatie aan te geven en structuur in de presentatie aan te brengen. De presentatie sluit aan bij de doelgroep. De student maakt oogcontact met het publiek, staat rechtop en laat handen vrij, spreekt verstaanbaar en maakt afwisselend gebruik van informatiebronnen. De student controleert of de essentie van de boodschap voldoende overkomt en gaat een vakinhoudelijke discussie aan met de toehoorders. De student is in staat om een volledig en helder verslag te schrijven van de functioneringsgesprekken.

De student toont aan dat hij op voldoende niveau heeft gewerkt aan zijn algemene HBO competenties. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende zaken: Volgen en actief deelnemen aan alle communicatie workshops. Functioneren als projectleider. Het geven van een presentatie gerelateerd aan een course. Voorbereiden functioneringsgesprekken en verslaglegging ervan.

C08 / C09

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdrachten Architectuur

THM8AR-opdr.

C

5,5

50%

Opdrachten

2 Thematoets Architectuur 3 Studieloopbaanbegeleiding

THM8AR SLB8

C

5,5

50%

Schriftelijk

V Nvt 0 Schriftelijk 4 Algemene HBO HBO8 V Nvt 0 Schriftelijk competenties  Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff  Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas  Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff  Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff  Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff  Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff.

188



13.

Software

14.

Activiteiten

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal  Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff  Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen  Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen  Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding  Microsoft office Word en Excel,  Revit  Zorgwoningen, Pakket Aedes-Actiz  STABU-bestek systematiek – www.STABU.nl  www.bouwkostenonline.nl / www.onderhoudenbeheerkostenonline.nl In een groep van 5 tot 7 personen wordt gewerkt aan uitwerken van ontwerpoefeningen en het maken van diverse beroepsproducten. Hierbij worden de volgende fases doorlopen:  Individuele ontwerpoefeningen  beargumenteerd kiezen van definitieve ontwerp  uitwerken van ontwerp naar DO fase.  Opstellen van een managementrapportage in het Engels  Deelnemen aan de hoor- werkcolleges  Deelnemen aan de toetsen  Deelnemen aan expertassistentie  Deelnemen aan de workshops Architectuur en lectoraat AiH  Workshop, ter begeleiding van het ontwerpproces en het beargumenteerd kiezen van een ontwerp en tevens voor resultaatafspraken in verschillende disciplines (Architectonisch ontwerpen, Organiseren, Bouwtechnisch ontwerpen en Bouwfysica)  Workshop Architecture In Health: ‘mobiliteit en ergonomie’  Workshop onderzoeksvaardigheden (OND8) Hoorcolleges Werkcolleges 80 Studiebegeleiding 12 (deel)tentamens 9 Overige activiteiten 0 Zelfstudie 109 Totaal 210 uur Semester 2, blok 3 en 4 Geen 189


5. 6.

7. 8.




OWE Course 8-OR De naoorlogse wijk (The postwar district) Bouwkunde Tweede jaars deeltijd studenten die doorstromen vanuit course 7 Organisatie (OR) In deze OWE wordt binnen een naoorlogse wijk wijktransformatie toegepast. Deze wijktransformatie bestaat uit het verduurzamen en herontwikkelen van bestaande bouw en een nieuw te implementeren zorgsteunpunt binnen geringe afstand van de bestaande bouw. Binnen de beroepstaak OR werkt de student aan Organisatorische ontwerpen uitvoeringsaspect. Vooral de combinatie met de invloeden van de wijk, duurzaamheid en zorgaspecten krijgt hierin de aandacht. Hiervoor worden de volgende deelproducten opgeleverd: Plan van aanpak, t.b.v. het course proces Opzetten van een wijkplan Programma van Eisen a.d.h.v. Lectoraat Architecture In Health Onderzoek naar Share - en stakeholders analyse en de mate van invloed Analyse van bestaande toestand doormiddel van een bouwkundige opname, Opstellen van een sloopplan en sloopplanning Kostenraming sloop; Van het door de groep gekozen ontwerp zorgsteunpunt, prestatie eisen, technische omschrijving en kostenraming middels elementenbegroting gedetailleerd uitwerken Opdrachtgever adviseren m.b.t. de meest geschikte contractvormen tussen de verschillende partijen 7,5 studiepunten voor de beroepstaak Organisatie (OR) Totaal 7,5 studiepunten / 210 SBU De beroepstaken Architectonisch ontwerpen en Organisatie worden door de opdrachtgeefster, Lectoraat Architecture in Health (AiH), samengebracht. De opdracht van het Lectoraat luidt: maak een ontwerp en onderzoek de toegewezen locatie op de verschillende aspecten van wijktransformatie, waarbij leegstand van een kantoorgebouw wordt opgelost en het gebied een nieuw impuls krijgt. De locatie is het vertrekpunt van de opgave waarbij vraagstukken over herontwikkeling en duurzaamheid centraal staan. Binnen deze course worden twee projectprocessen gelijktijdig opgepakt. Het eerste proces is het ontwerpen/ontwikkelen van een nieuw te bouwen zorgsteunpunt en het tweede proces is het herontwikkelen van een bestaand gebouw voor een, door het Lectoraat aangegeven, doelgroep. Het Lectoraat verstrekt readers waarin twee zorgdoelgroepen zijn beschreven, alsmede de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

Deelname aan course 7 aangetoond Bij deze OWE wordt ingegaan op de Organisatorisch zaken bij de renovatie of nieuwbouw van een naoorlogse wijk. De keuze tussen renovatie of nieuwbouw heeft nadrukkelijk de aandacht. Ook wordt gekeken naar de contractuele aspecten. Het beheer en onderhoud van het gebouw wordt ook meegenomen.  Algemene duurzame aspecten toepassen bij uitwerken van de courseproducten: voor specifieke invulling zie punt 17

190

           9.

Competenties

10.


Aandacht vooral gericht op people-kant van duurzame ontwikkeling De sociale kant van groenvoorzieningen Landschap en bebouwing in balans brengen in relatie tot het welzijn/welbevinden van bewoners. Binnenmilieu en gezondheid in de bouw (vitamine-G, waarin de G staat voor Groen) Ergonomische bouwen voor mindervalide mensen Herbestemming van bestaande bouw(functie, materiaal en omgeving) Levensloopbestendig bouwen Duurzame financiering (groenleningen) Bijzonderheden VOL-VCA certificaat wordt aangeboden Oriëntatie op zorg: toegankelijkheid, domotica, levensloopbestendig bouwen.

In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C05- Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren OWE

THM8OR -opdr

Indicatoren


De organisatorische aspecten van het haalbaarheidsonderzoek voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria: Correcte planning van de course opzetten aan de hand van de verkregen informatie. Op de juiste manier opzetten van een Plan van Aanpak Sloop waarin arbo, werkmethodiek en veiligheid de hoofdonderdelen zijn. Het opstellen van een Programma van Eisen volgens de gegevens van het Lectoraat AIH. Sloopplannen controleren op logica qua indeling arbeidsmethodieken, installatieadviezen, veiligheid, wetgeving en bouwbesluit en ARBO aspecten.

Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 6. met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten 7. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 8. Producten zijn logisch van opbouw. 9. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 10. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de methodes


191

De technisch omschrijving opstellen t.b.v. het definitieve ontwerp. Een contractadvies geven voor het totale project Opstellen van een bouwplaatsinrichting.

THM8OR casustentamen

In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten (voor 75%) gecombineerd met aanvullende lijnvakken zoals bouwtechniek, wiskunde, bouwfysica en mechanica.

De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Organisatorisch ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven organisatiecolleges.

C01 t/m C06

AIH8

Hierbij weegt mee een controle van de verworven kennis, vaardigheden van de bij THM8-opdr (AR en OR) omschreven producten en hoe deze inzichten verwoord zijn bij de presentatie van de beroepstaken

Door de assistentie voor te bereiden en te volgen bij het Lectoraat AIH geeft een groep een indicatie van de verworven kennis en vaardigheden op het gebied van zorgbouw.

C01 t/m C07

THM8IPV


C08 / C09

IBC8

Het mondeling toe kunnen passen van algemene Engelse grammatica zoals geleerd in IBC7.

Aan het functioneren van de individuele student in de projectgroep worden eisen gesteld. De student wordt hierop halverwege en aan het eind van de course beoordeeld. De studenten geven daartoe feedback op elkaars functioneren via een peer assessment. De beoordelingen worden gegeven door de tutor.  De beoordeling halverwege de course dient bij een onvoldoende functioneren als waarschuwing. De herkansing voor het functioneren zit in de rest van de course.  De beoordeling aan het einde van de course levert het tentamencijfer Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De student wordt geacht de volgende onderwerpen te herkennen en op correcte wijze toe te kunnen passen (mondeling): ‘to be’ en woordvolgorde werkwoordsvormen en tijden

C08 / C09

192

-

11.

Tentaminering

12.


13.

Software

14.

Activiteiten

zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm

1 Deelopdrachten Organisatie

THM8OR-opdr.

C

5,5

50%

Opdrachten

2 Thematoets Organisatie 3 AIH

THM8OR AIH8

C

5,5

50%

Schriftelijk

C

5,5

0

Schriftelijk

4 IPV

THM8IPV

V

Nvt

0

Schriftelijk

5 IBC 8

IBC 8

C

5,5

0

Schriftelijk

   

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff Teeuw, P., Aalders, K., Koning, Chr. de, Stukje, N. (2011). Duurzame ideeen & DCBA Methodiek. Boxtel: Aeneas Linden, A.C. van der (2011). Bouwfisica. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Blaazer, A., Gessel, F. Th. van, Glas, G., Hijlkema, D., Ledderhof, J. (2012). Bouwstoffen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff  Flapper, H.A.J. (2010). Bouwplanning. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff  Welleman, J. (2011). Basisboek Toegepaste Mechanica. Amersfoort: Thieme Meulenhoff.  Oosterhof, J (2008). Kracht + vorm. Inleiding in de constructieleer van bouwwerken, Zoetermeer: Bouwen met Staal  Blok, R. (2006). Tabellen voor bouwen waterbouwkundigen. Eindhoven: Thieme Meulenhoff  Douwes, J.(2009). Basisvaardigheden Wiskunde. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen  Kemme, S (2010). Wiskunde voor het onderwijs. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen  Jellema reeks. Deel 1 t/m 13. Verschillende delen per course worden gebruikt: overzicht zie course handleiding  UVA 2012 en UAV 1989 opgenomen in STABU standaard 2012  Microsoft office Word en Excel,  Revit  Zorgwoningen, Pakket Aedes-Actiz  STABU-besteksystematiek – www.STABU.nl  www.bouwkostenonline.nl / www.onderhoudenbeheerkostenonline.nl In een groep van 5 tot 7 personen wordt gewerkt aan uitwerken van ontwerpoefeningen en het maken van diverse beroepsproducten. Hierbij worden de volgende fases doorlopen:  Opstellen van een plan van aanpak course  Opstellen van een plan van Aanpak Sloop  Opstellen van een wijkplan  Opstellen van een Programma van Eisen i.s.m. lectoraat AiH

193

15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.



Opleiding Doelgroep Beroeps taak/taken

4.

(Beroeps)Producten

         

Opstellen van prestatie eisen aan de hand van een ontwerp Opstellen van een technische omschrijving Opstellen van een elementenraming Opstellen van een kostenraming Sloop Deelnemen aan de hoor- werkcolleges Deelnemen aan de toetsen Deelnemen aan expertassistentie Deelnemen aan de integrale workshops Bezoek aan het bestaande gebouw locatie Presikhaaf te Arnhem, voor de conditiemeting van het gebouw. Workshop, ter begeleiding van het ontwerpproces en het beargumenteerd kiezen van een ontwerp en tevens voor resultaatafspraken in verschillende disciplines (Architectonisch ontwerpen, Organiseren, Bouwtechnisch ontwerpen en Bouwfysica)  Workshop Architecture In Health: ‘mobiliteit en ergonomie’  Mogelijkheid tot excursie naar locatie ten behoeve van de beroepstaken Architectuur en Organisatie Hoorcolleges Werkcolleges 80 Studiebegeleiding 12 (deel)tentamens 9 Overige activiteiten 0 Zelfstudie 109 Totaal 210 uur Semester 2 Geen

OWE Course 9-10 Hoog van de Toren (High form the tower) Bouwkunde Hoofdfase studenten; Deeltijd studenten van de opleiding Bouwkunde die doorstromen vanuit course 8. Architectonisch ontwerpen Bouwtechnisch ontwerpen Constructief ontwerpen Organiseren Gedurende COURSE 9 wordt aan de visie en het structuurontwerp gewerkt, aan het eind van course 9 wordt het resultaat gepresenteerd. Het multidisciplinaire team ontwikkelt een integrale visie waarin de waarden tot uiting komen die voor een team van belang zijn. Overkoepelend gelden voor de gepresenteerde plannen de volgende beoordelingscriteria:

194

5.

6.

7. 8.

Design-value: waarde propositie is daarbij essentieel; dat wil zeggen de door de eindklant bedoelde waarde centraal stellen, wat kan doorwerken in bijvoorbeeld co-creatie: o definiëren van de verhoudingen tussen de stakeholders en eindgebruiker/klant o de behoeften van de gebruikers de stedelijke inpassing / referenties vanuit de omgeving en vormgeving o Sublimatie: door behoud en/of herstel en door waardevolle toevoegingen worden de reeds aanwezige en mogelijk verborgen kwaliteiten in het project versterkt: de intrinsieke kwaliteit en schoonheid komen tot bloei. Duurzaamheid: het project levert een aanmerkelijke bijdrage aan de verduurzaming en het bevorderen van het duurzaam gebruik van de bestaande gebouwde omgeving. Het gaat om technische maatregelen op o.a. het gebied van materialen, water en energie. Het project dient aantoonbaar energie- en CO2-neutraal te worden. Innovatie: het project kent innovatieve en vindingrijke oplossingen met voorbeeldwaarde op gebieden als organisatie, proces, communicatie en techniek. Maatschappelijke meerwaarde: de leefbaarheid van het gebied is door de renovatie of de (gebied)transformatie sterk verbeterd en indien van toepassing is het vestigingsklimaat voor bedrijven, winkels en voorzieningen aantrekkelijker geworden. Omschreven wordt wat de appreciatie is van bewoners, gebruikers en/of omwonenden (het publiek) en of sprake is van een verbindende werking voor de gemeenschap.

Gedurende COURSE 10 wordt aan de volgende beroepsproducten gewerkt en aan het einde van course 10 opgeleverd. Het multidisciplinaire team maakt op basis van het de goedgekeurde visie uit course 9 een:  gedetailleerd PVE en vraagspecificatie o zoekt hiervoor alle benodigde informatie uit conform de wetgeving en aanvullende visies van de gemeente Arnhem en de concurrentie uit  realistische haalbaarheidsstudie en exploitatieplan o door een o.a. gedegen parkeerplaatsberekening te maken voor de omvang van de garage en deze financieel, ruimtelijk, functioneel en technisch en maatschappelijk te onderbouwen  investeringsopzet en een rendementsberekening  VO (voorontwerp) en een DO (definitief ontwerp) voor de parkeergarage, hoogbouw en stadsplein en werkt deze op onderdelen uit op niveau TO o werkt de parkeergarage en hoogbouw architectonisch, bouw-, brand- en installatietechnisch, bouwfysisch, constructief en organisatorisch uit o werkt de detaillering van de hoogbouw en parkeergarage uit op niveau Technisch Ontwerp, maakt gevelfragmenten van de kenmerkende gebouwdelen o hiervoor worden per beroepstaak nog nadere instructies verstrekt gedurende het semester  laat zien welke criteria en afwegingen tot bepaalde constructies, materialen e.d. geleid hebben om maximale transparantie te garanderen  de benodigde berekeningen en -tekeningen conform de recentste regelgeving en zodat een omgevingsvergunning aangevraagd zou kunnen worden  gedegen ruimtelijke onderbouwing om de planvorming bij de aanvraag omgevingsvergunning te expliceren  uitvoeringsmethodiek / bouwproces  planning, begroting en uitvoeringsplan o houdt rekening met het feit dat de huidige geldige richtlijnen en wetgeving volledige van kracht zijn  een exploitatieopzet, MJOP, advies VVE en servicekostenopzet  een V&G-plan en RI&E volgens het bouwprocesbesluit-arbeidsomstandighedenwet

195

 

5.


6.


7. 8.


maakt een brandadvies met vluchtplan en ontruimingstijdberekening, onderbouwt het duurzame aspect van de afwegingen uit, voegt bij het materialiseren de keuzeafweging en kwaliteitsattesten/documentatie toe  maakt een voorstel voor de bouwsamenwerkingsvorm(en) Zie ook Tabel course 9/10 punt 10 waar per richting, per competentie de specifieke eisen gesteld zijn 30 studiepunten, 840 SBU Naast de reguliere werkwijze (dertig studiepunten in multidisciplinair verband) is er een individueel accent mogelijk van 7,5 studiepunten (22,5 studiepunten blijft over in multidisciplinair verband) voor een verdieping op onderwerpen die persoonlijke interesse hebben naar niveau 3 (bachelor). Het gaat hier om onderwerpen die in het verlengde van de course of de discipline liggen.. In deze course worden de vier afstudeerrichtingen middels de beroepstaken Architectonisch ontwerpen (AR), Bouwtechnisch ontwerpen (BT), Constructief ontwerpen (CO) en Organiseren (OR) samengebracht. Studenten van de verschillende afstudeerrichtingen werken in multidisciplinaire projectgroepen van ongeveer 6 personen aan een ontwerp van een ondergrondse tweelaagse parkeergarage met daarop gesitueerd een stadsplein en hoogbouwproject. Iedere student vervult de hierbij taken binnen de beroepstaken vanuit in een adviserende rol. De adviserende rol bij course 9/10 wordt ingevuld vanuit een kritisch ingenieursschap waarbij ieder student de volgende activiteiten op niveau 2 (gevorderd) toe past:  Heeft een nieuwsgierig houding (bevragende houding)  Gebruikt werk van derden (met goede bronvermelding)  Onderbouwt stukken uit verifieerbare informatie en argumenten  Formuleert onderzoeksvragen  Ontwikkelt van probleemstellingen vraagstelling  Maakt een (kort) plan van aanpak  Verkent de relevante Literatuur  Onderzoekt (globaal) de in te zetten mogelijke onderzoeksmethoden en maakt een onderbouwde keuze  Verzamelt informatie en (deel-) oplossingen  Beoordeelt informatie en (deel-) oplossingen  Voegt informatie en (deel-) oplossingen samen  Analyseert data, formuleert innovaties, alternatieven en oplossingen  Toetst de verkregen inzichten/oplossingen (op realiseerbaarheid)  Legt verantwoording af over aanpak en de bevindingen, verwerkt opmerkingen in de eindresultaten  Rapporteert de resultaten (toont deze middels zakelijke formulering)  Desgewenst kan gedeelte van individueel werk door de HAN openbaar genaakt worden  Docenten kunnen desgewenst resultaten benutten in het onderwijs Deelname aan course 7 en 8 aangetoond. Minimaal 105 Studiepunten behaald. (maximaal 15 studiepunten achterstand) Integrale analyse en benadering van de vraagstelling (course 9): Gedurende course 9 werken alle projectleden per groep aan het integraal ontwikkelen van een visie en het structuurontwerp volgens de criteria als bij punt 4 aangegeven. Aan het einde van course 9 wordt de visie getoond in een overzichtstentoonstelling van alle groepen. Elke groep toont hierbij de visie en het structuurontwerp in schetsvorm. In de eerste twee weken van course 10 verwerken de project teams de integrale feedback van experts.

196

9.

Competenties

10.


De ‘initiële behoefte’ op de planlocatie betreft het met de inzichten van vandaag herontwerpen, inrichten voor gebruik en op haalbaarheid toetsen van een hoogbouwproject wat als ‘landmark’ op de locatie van de huidige RWS-toren fungeert. De hoogbouw geeft rechtstreeks toegankelijkheid naar een tweelaagse ondergrondse parkeergarage. Hierop dient een voor multifunctioneel gebruik aantrekkelijk stadplein gesitueerd te worden. Course 9 en 10 zijn te beschouwen als één course met tijdsduur van één semester. De toetsing van de twee courses zijn ook geen losse eenheden. Daarom worden beide courses in één coursehandleiding beschreven. Voor iedere afstudeerrichting is een aparte course beschrijving gemaakt. Het gaat om de volgende courses:  Course 9-10 AR Hoog van de Toren  Course 9-10 BT Hoog van de Toren  Course 9-10 CO Hoog van de Toren  Course 9-10 OR Hoog van de Toren Algemene duurzame aspecten toepassen bij uitwerken van de course producten:  Maatregelen treffen om de CO2 te beperken  Onderzoeken bouwmethode Passiefbouw en deze meewegen in de alternatieven  Bij het detailleren rekening houden met toekomstige sloopfase en eenvoudige scheiding van fracties  Set tekeningen, berekeningen en rapportages van het ontwerp waaronder onder meer: ontwerp en –dimensioneren, onderbouwing keuzen en varianten, de constructieve berekeningen baseren op minimaal materiaalverbruik en uiteraard dienen die ook te voldoen aan de vigerende normen op basis van de sterkte-eisen  Duurzaam milieuvriendelijk materiaalgebruik  Recyclen van sloopproducten  Bij het herontwerpen en oprichten maximale duurzaamheid betrachten  Toepassen van restmateriaal  Geluidsreducerende maatregelen voor de leefomgeving nemen bij aanbrengen van bouwmethodieken  Waterverbruik zo laag mogelijk houden bij de uitvoering (bemaling)  Duurzaam beheer en onderhoud uitwerken In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C05- Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren

Architectonisch Ontwerpen OWE

Indicatoren / Beoordelingscriteria

197

1.THM9-10 AR-indv

Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 6. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 7. Producten zijn logisch van opbouw. 8. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 9. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 10. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Competenties (70% beroepsproducten AR) en criteria voor beroepsproducten AR Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens en de integrale toets wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 – De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis te verzamelen, te ordenen/analyseren, te beoordelen en toe te passen in een Plan van Aanpak met een globale groepsplanning evenals het opstellen van een Programma van Eisen (PvE) De student is in staat om een (groeps-)visie te formuleren waarmee ontwerpuitgangspunten kunnen worden vastgesteld en dit in een ruimtelijke onderbouwing voor een planprocedure in een gesprek bij de gemeente Arnhem te verwoorden.  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om vanuit de ontwerpvisie, het PvE en overheidsvoorschriften ontwerpvarianten te maken op Voorontwerp(structuurplan-) en Definitief ontwerp niveau, te beoordelen om vervolgens tot een afgewogen en beargumenteerde keuze te komen voor een voorkeursvariant  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om op indieningniveau (Omgevingsvergunning) de vereiste informatie aan te leveren. De student toont aan dat hij in staat is om op Technisch Ontwerpniveau de vereiste informatie aan te leveren die voor het opstellen van het Bestek van belang zijn ;  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om de uitwerking van het ontwerp om te zetten tot contractdocumenten waarbij de realisatie/uitvoerbaarheid en integraliteit centraal staat; Daarin wordt geen ruimte meer gelaten voor meervoudige interpretaties ;  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van bouwmethoden en bouwmaterialen te kunnen selecteren om ontwerptechnisch aan de veiligheids- en gezondheidsaspecten als verwoord in het bouwprocesbesluit te kunnen voldoen en daartoe gefundeerd de juiste alternatieven te kunnen kiezen.  C06 – De student toont aan dat hij in staat is om door middel van multidisciplinair overleg en transdisciplinair overleg (opdrachtgever en overheid) de ontwerpuitgangspunten vast te houden, te vertalen en daar waar nodig aan te passen ; De student toont aan dat hij in staat is om door middel van presentaties van het ontwerpproces de projectgegevens te evalueren en terug te koppelen;  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om eisen op het gebied van Beheer en Onderhoud van het gebouw te vertalen en te beargumenteren in ontwerpkeuzen tot en met de Technisch Ontwerpfase ;

198

10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie volgens de instructies in de OR-colleges. 10% Beroepstaak constructie Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel volgens de instructies in de CO-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10 De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst.. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Eind course 9: tentoonstelling visie en structuurontwerp Medio course 10: tussenpeiling (pecha-kucha) Eind course 10: eindpresentatie Indicatoren De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van de B3AR-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO  VIS: uitgewerkte opdracht voor visualisatie (gevolgd gedurende course 9 en 10)

199

Bij een onvoldoende individueel portfolio dient de student de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8.

THM9-10AR

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonische Ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven architectuur-colleges. Indicatoren De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Architectonisch ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven architectuur-colleges. In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaak Architectonisch Ontwerpen getoetst. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn : stedenbouwkundige analyse, architectonische analyse, (integraal)ontwerpproces, architectonisch detailleren, ruimtelijk ontwerpen, visie- en conceptvorming, PvE/gebruikseisen

Bouwtechnische ontwerpen OWE

1.THM9-10 BT-indv

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 6. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 7. Producten zijn logisch van opbouw. 8. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 9. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 10. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Competenties (70% beroepsproducten BT) en criteria voor beroepsproducten Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 – De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van DNR 2011- STB 2009 toe te passen in een processpecificatie (PVA) met bijbehorende (team)planning waarin alle beroepstaken zijn vertegenwoordigd  C01 –De student toont aan dat hij/zij vanuit een helicopterview en een brede materialenkennis de ontstaande problematiek kan vertalen naar een relevante opgave. Hierbij dient de student randvoorwaarden op te zetten voor het verder oplossen van de probleemstelling.

200







 

C02 - De student toont aan dat hij/zij in staat is om de problematiek vanuit een ontwerp, oplossingsgericht en onderbouwd met kennis en alternatieven kan oplossen. Duidelijk inzicht heeft in de juiste materiaalkeuze die voldoen aan de uitgangsspecificatie van het P.v.E. Centraal daarin zijn: Mens, Markt, Techniek en Milieu. Uitgaande van Bouwmethodiek, montage technieken, milieubelasting, bouwfysische- installatietechnische mogelijkheden en constructief stabiel. C03 – De student toont aan dat hij/zij in staat de uitgewerkte opgaven te specificeren op detailniveau vanuit de aangereikte theorie uit de vorige courses en samenhang brengt tussen de beroepstaken Ar, Co en Or. Hierbij zijn de verschillende uitwerkingsniveaus van toepassing (SO, VO, DO en TO). Ter bevestiging van de kennis dient een “evidence based” logboek in APA-norm te worden aangeleverd. C04 - De student toont aan dat hij/zij tekenwerk kan aanleveren waarmee het project kan worden gerealiseerd. Onderdelen kunnen zijn: plattegronden, installatie opzetten en uitwerkingen, bouwfysische aspecten en berekeningen, detailleringen met verduidelijkingen (naar voorbeeld van SRB) C05 – De student toont aan dat hij/zij de materiaalkeuze selecteert zodat dit een positieve werking heeft op de levensduur, herbruikbaarheid (circulaire karakter van de materialen) en het onderhoud van het bouwwerk. C06 – De student toont aan dat hij/zij de uitwerkingen binnen de groep kan monitoren, toetsen en evalueren zodat er uiteindelijk een consistent project wordt opgeleverd.

10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie volgens de instructies in de OR-colleges. 10% Beroepstaak constructie Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel volgens de instructies in de CO-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10 De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst.. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Eind course 9: tentoonstelling visie en structuurontwerp Medio course 10: tussenpeiling (pecha-kucha) - Eind course 10: eindpresentatie Indicatoren

201

De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Aangetoonde authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van de B3BT-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO  VIS: uitgewerkte opdracht voor visualisatie (gevolgd gedurende course 9)

Bij een onvoldoende individueel portfolio dient de student de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8

THM9-10BT

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Bouwtechnisch Ontwerpen’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven bouwtechniek-, installatietechniek- en bouwfysica-colleges. Indicatoren In deze specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaken Bouwtechnisch ontwerpen getoetst.

Constructief ontwerpen OWE

1.THM9-10 CO-indv

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 6. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.

202

7. 8. 9. 10.

Producten zijn logisch van opbouw. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.

Indicatoren Course 9/10:            

Tekeningen van de parkeergarage met minimaal 6 principedetails Ontwerp van de globale opbouw Uitvoering met onderbouwing Damwandberekening (alleen voor co) Onderbouwing van fundering op staal of op palen Controleberekening van het opdrijven en evt. de berekening van de h.o.h. van de trekpalen Berekening en wapening van een verdiepingsvloer van de toren (co: + wapeningstekening) Belastingafdracht van deze verdiepingsvloer op de randbalken Belastingafdracht van deze randbalken op de kolommen en die op de onderste betonwand Onderbouwing van fundering op staal of op palen Controleberekening van de stabiliteit (windkrachten) Voor de groep(en) co: een extra gezamenlijke opdracht bij hergebruik van de toren

Competenties (70% beroepsproducten CO) en criteria voor beroepsproducten Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 – De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van DNR 2011- STB 2009 toe te passen in een plan van aanpak en een gedetailleerde groepsplanning waarin alle beroepstaken zijn vertegenwoordigd  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van constructie op correcte wijze toe te passen om het volgende te bepalen: de basisafmetingen van de parkeergarage met de verschillende uitvoeringsvormen en dit geldt ook voor de damwandconstructie.  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om tekeningen aan te leveren van de gekozen variant en deze worden onderbouwd met berekeningen op bestekniveau met een aantal kenmerkende details.  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om van de gekozen varianten goed tegen elkaar af te wegen en te beoordelen waarbij de kenmerkende details in beeld gebracht worden.  C05 – De student toont aan dat hij in staat is om van de gekozen varianten tevens een globale begroting te maken zodat de verschillende varianten goed tegen elkaar afgewogen kunnen worden waarbij uitvoering en veiligheid ook een belangrijke rol spelen (risico’s inschatten).  C05 - De student toont aan dat hij in staat is om te zorgen dat zijn gemaakte berekeningen van de globale opbouw en de damwand goed vertaald worden naar de tekeningen die vaak gemaakt worden door anderen zodat er geen misverstanden ontstaan waarbij men binnen de gemaakte planningen blijft.

203

 

C06 – De student toont aan dat hij in staat is om te zorgen dat de gemaakte eindproducten van de groep in overeenstemming zijn met de gemaakte constructieve berekeningen. C05– De student toont aan via de gemaakte betonberekeningen – die voldoen aan de vigerende voorschriften – daarmee meteen voldoen aan de eerste 50 jaar waarbij geen verder onderhoud nodig is en dat men daar veilig kan vertoeven.

10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie volgens de instructies in de OR-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10 De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst.. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Eind course 9: tentoonstelling visie en structuurontwerp Medio course 10: tussenpeiling (pecha-kucha) - Eind course 10: eindpresentatie Indicatoren De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Aangetoonde authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport. Het individueel portfolio van de B3CO-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT

204

Bij een onvoldoende individueel portfolio dient de student de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8

3. THM9-10 CO

Beoordelingscriteria (BTC9+MEC9+BTC10+MEC10+STC10) gesommeerd en vervolgens gedeeld door 5 is het eindcijfer Indicatoren n.v.t.

12. BTC9

Beoordelingscriteria Alle deelopgaven die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 6. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 7. Producten zijn logisch van opbouw. 8. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 9. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 10. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Indicatoren Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: belastingen, veiligheidsfactoren, belastingcombinaties, rekenmodellen, schematiseren, vloeren, balken, buiging, scheurwijdte, drukwapening, brand en overspannen in twee richtingen

13. MEC9

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren Opfrissen van mechanica kennis, afleiding VGM, hoek-verdraaiingen, SB en SOB, Cross, druk- en treklijnen

14. BTC10

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: dwarskracht, kolommen, wanden en het wapenen van vloeren en balken op basis van momentenlijnen

15. MEC10

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren Maken van berekeningen aangaande symmetrie en antimetrie, plasticiteit liggers, elastisch ondersteunde liggers.

16. STC10

Beoordelingscriteria Zie BTC9 Indicatoren

205

Maken van een staalberekening van een geboute en gelaste verbindingen conform de vigerende normen.

Organisatie OWE

1.THM9-10 OR-indv

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Algemene beoordelingscriteria Alle producten die de student oplevert moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 6. Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. 7. Producten zijn logisch van opbouw. 8. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. 9. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. 10. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Competenties (70% beroepsproducten OR) en criteria voor beroepsproducten Daarnaast zijn voor de beroepsproducten aparte criteria opgesteld aan de hand van de competenties. In de portfolio’s worden deze aangetoond in producten en in de tentamens wordt de benodigde kennis hiervoor op individueel niveau getoetst.  C01 – De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van DNR 2011- STB 2009 toe te passen in een processpecificatie (PVA) met bijbehorende (team)planning waarin alle beroepstaken zijn vertegenwoordigd  CO1- De student toont aan, op basis van een initiële behoefte, een markt-, klanten concurrentiewaarde-onderzoek te kunnen opstellen En vervolgens mee te werken aan een vraagspecificatie, als mede een prestatieomschrijving op basis van het vooronderzoek en relevante wetgeving te kunnen opstellen  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis van parkeervisie gemeente Arnhem CROW 317, NEN-3443, de wet luchtkwaliteit, SWUNG-1 en het praktijkboek parkeergarages op correcte wijze toe te passen in een parkeerbehoefteberekening, adviesrapport luchtkwaliteit, adviesrapport parkeervoorzieningen.  C02 - De student toont aan dat hij in staat is om relevante kennis NEN2699:2012 op correcte wijze toe te passen in een investeringsopzet en een haalbaarheidsonderzoek, hierbij ligt voor organisatie de nadruk op het onderzoeken en interpreteren van de relevante wetgeving en de financiële haalbaarheid  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis bouwbesluit 2012 en Wet Milieubeheer op correcte wijze toe te passen in een uitvoeringsplan inclusief saneringsrapport en in een renovatieplan. Kennis van Gebruiksbesluit en Brandveiligheid op correcte wijze toe te passen in een brandveiligheidsadviesrapport met een berekening van het aantal personen in de projectdelen en de daarbij behorende vluchttijd en de doorstroomcapaciteitsberekening. Kennis van Bouwbesluit 2012 op correcte wijze toepassen in de diverse Bouwbesluit berekeningen en –tekeningen waarop de gebruiksgebieden, functiegebieden, bedgebieden, nevenfuncties e.d. duidelijk aangegeven zijn.  C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van Wro, WABO, Mor en Bor op correcte wijze toe te passen in een onderzoek Wro, (bestemmingsplan- en structuurvisie check) en opstellen van een ruimtelijke onderbouwing

206









C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van DNR/STB, UAR, ARW en UAV-GC op correcte wijze toe te passen in een uitgebreid rapport over bouwsamenwerking- en aanbestedingsvormen en van hieruit een gericht advies op de stellen voor de diverse projectdelen. Dit vervolgens in beeld te brengen in een specifieke procesplanning. C03 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van bouwmethoden, materieel, personeel- en materiaalinzet, Bouwprocesbesluit – Arbeidsomstandigheden wet op correcte wijze kan toepassen in o.a. een elementenbegroting, exploitatieopzet, bouwplanning, bouwprocesrapport, saneringsrapport en V&G-plan. C05 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis van de richtlijnen van VVE’s en basiskennis marketing toe te passen in een evaluatierapport waarin keuzes aangaande organisatiestructuur toren, bijdrage VVE, servicekosten, verhuurkosten en overige aspecten voor huur- en/of koop zijn gepresenteerd en verantwoord. C05 – De student toont aan dat hij in staat is om kennis over NEN-2767-1 en NEN-2767-2 toe te passen in een MJOP gebaseerd op exploitatie-onderzoek van het pand

10% Beroepstaak constructie Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel volgens de instructies in de CO-colleges. 10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen ten behoeve van hun 10% product individueel een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Volgens de instructies in het 1ste BT colleges en het bouwtechniek MIF V09/10.-BWK 09/10 De student geeft in groepsverband een presentatie over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst.. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Eind course 9: tentoonstelling visie en structuurontwerp Medio course 10: tussenpeiling (pecha-kucha) - Eind course 10: eindpresentatie Indicatoren De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport.

207

Het individueel portfolio van de B3OR-studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld in het groepsportfolio, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat voor:  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-OR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-AR  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-BT  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10-CO

Bij een onvoldoende individueel portfolio dient de student de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8.

3.THM9-10 OR

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de beroepstaak ‘Organiseren’ getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven organisatie-colleges. Indicatoren In de specifieke toets wordt specialistische kennis van de beroepstaken Organiseren getoetst. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: marketing en organisatie, planningen, begrotingen, NCW berekeningen, V&G, DNR 2011/STB 2009, NEN 2699:2012, Bodemonderzoek, MJOP, bouwproces, Wro, Mor, Bor, Wabo, Bouwbesluit 2012, VVE, haalbaarheid, NEN 2667-1 en -2 etc. Alle onderdelen zoals bij ORG9/10 aan de orde gekomen zijn, kunnen getoetst worden.

Algemeen OWE

4. THM9-10 IPV

Indicatoren / Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Aan het functioneren van de individuele student in de projectgroep worden eisen gesteld. De student wordt hierop halverwege en aan het eind van de course beoordeeld. De studenten geven daartoe feedback op elkaars functioneren via een peer assessment. De beoordelingen worden gegeven door de course coördinator.  De beoordeling halverwege de course dient bij een onvoldoende functioneren als waarschuwing. De herkansing voor het functioneren zit in de rest van de course.  De beoordeling aan het einde van de course levert het tentamencijfer Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student het groepswerk van de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar. Indicatoren

208


5. SLB9-10

Beoordelingscriteria De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Definitief maken van POP course 9 en 10  Maken van reflectieverslagen voor alle individuele portfolioproducten  Aanvullen portfolio Indicatoren De student heeft alle gevraagde producten in het DPF opgenomen. De producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. De student is in staat een POP te schrijven en hierin verschillende specifieke leerdoelen te benoemen die SMART geformuleerd zijn. Gemotiveerd wordt aan welke competenties de student expliciet wil werken. De student is in staat een reflectieverslag te schrijven dat concrete activiteiten/handelingen bevat. De student geeft aan wat hij geleerd heeft en trekt duidelijke conclusies. Daarnaast worden alternatieven (hoe zou het anders kunnen) duidelijk verwoord en beschrijft de student nieuwe leerdoelen.

6. HBO9&10

Beoordelingscriteria De student toont aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) heeft gewerkt aan zijn algemene HBO competenties. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende zaken: - Functioneren als projectleider. - In teamverband geven van presentatie(s) en participeren in tentoonstelling Indicatoren Onderdelen die op de HBO-kaart (te behalen gedurende course 9 en 10) zijn op niveau 2 (gevorderd) afgetekend. Het gaat om de volgende onderdelen: • Projectleiderschap • Presenteren • Maken POP course 9-10

7. THM9-10 Alg

Beoordelingscriteria De student wordt op zijn individuele algemene vakinhoudelijke kennis getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven colleges. Indicatoren

209

In de algemene toets wordt kennis getoetst over de onderdelen die alle studenten volgen gedurende course 9 (ongeacht afstudeerrichting). Onderwerpen die per beroepstaak aan bod kunnen komen zijn: o OR – visie marketing, Systems Engineering, integrale duurzame gebiedsontwikkeling en Wro. o AR – stedenbouw, architectuur etc. o BT – stedenbouwfysica, stabiliteit, dilateren, installaties etc. o CO – Belastingafdracht, belastingschema’s, uitvoering bovenbouw, uitvoering onderbouw, brandwerendheid etc. o Kennis uit de in het collegeoverzicht aangegeven themacolleges Alle onderdelen gedurende course 9/10 komen in aanmerking voor toetsing bij THM9-10alg, alle studenten (ongeacht afstudeerrichting) worden geacht deel te nemen aan deze onderdelen, de THM9/10-alg wordt afgenomen na course 9.

7. IBC9

Beoordelingscriteria Het schrijven van een Engelstalige handleiding waarin wordt gekeken naar de verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur. De student is in staat om op basis hiervan adviezen te geven over communicatie tussen de verschillende culturen. Indicatoren - De verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur dienen helder en concreet beschreven te zijn. - De adviezen over de communicatie zijn helder beschreven, reëel en praktisch uitvoerbaar. - De Engelse grammatica wordt correct toegepast: - Bronvermelding volgens APA - Professionele lay-out

9. IBC10

Beoordelingscriteria Het geven van een Engelstalige presentatie (max. 3 studenten per groep) waarin de verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur wordt toegelicht. Daarnaast worden er adviezen gegeven over communicatie tussen de verschillende culturen. - De basis voor deze presentatie is de handleiding van IBC9 Indicatoren - De verschillen tussen de Nederlandse cultuur en een andere cultuur dienen helder en concreet gepresenteerd te worden. - De adviezen over de communicatie zijn helder gepresenteerd, reëel en praktisch uitvoerbaar. - De Engelse grammatica wordt correct toegepast in de presentatie - Professionele power-point presentatie De presentatietijd is evenredig verdeeld over de studenten in de groep en de tijd wordt niet overschreden

7. INTpostP

Beoordelingscriteria De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle BWK en HBO competenties op niveau 2 (gevorderd) kan afsluiten. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. Deze integrale toets wordt aan het einde van deze OWE afgenomen en afgesloten met een vink. De studiepunten van de gehele course worden vrijgegeven als de integrale toets post-propedeuse met voldoende resultaat is afgesloten. Vanaf studiejaar 2013-2014 wordt deze toets afgenomen over course 7 tm 10 Indicatoren Het portfolio wordt beoordeeld op de algemene beoordelingscriteria. Daarnaast tellen de volgende aanvullende eisen: Portfolio is dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen  Een actuele cijferlijst is opgenomen 

210

     

11.

Tentaminering

Reflectie op beroepstaken en bijbehorende producten Een verantwoording (opgesteld door de student) waarin aangegeven hoe elke competentie CO1 t/m CO6 (muv CO4) behaald is De individueel gemaakte producten (en deels in groep gemaakte producten die duidelijk zijn voorzien van individuele inbreng) De Algemene HBO-competenties; CO7 t/m 9 zijn bewezen aangetoond bij volledig afgetekende HBO-kaart Formulier Integrale Toets Post Propedeuse is bewijsstuk van afname assessments en van het behaalde niveau Kopie van het Formulier Integrale Toets Post Propedeuse wordt door de student bewaard

Deeltentamens

Code

Cijfer / Vinkje

Min. grens

Weging

Tentamenvorm

1 Individuele opdracht Architectuur

THM9-10AR-ind

C

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10AR

C

5,5

1/2

Schriftelijk

1 Individuele opdracht Bouwtechniek

THM9-10BT-ind

c

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10BT

c

5,5

1/2

Schriftelijk

1 Individuele opdracht constructie

THM9-10CO-ind

c

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10CO

c

5,5

1/2

Schriftelijk


BTC9

C

5,5

0

Schriftelijk


MEC9

C

5,5

0

Schriftelijk


BTC10

C

5,5

0

Schriftelijk


MEC10

C

5,5

0

Schriftelijk

14 Deeltentamen Staalconstructies 10

STC10

C

5,5

0

Schriftelijk

1 Individuele opdracht organisatie

THM9-10OR-ind

c

5,5

1/2

Opdrachten


THM9-10OR

c

5,5

1/2

Schriftelijk

3 t/m 9 zie algemene tentaminering

Geldend voor alle studenten die deelnemen aan course 9-10 211

3 Thematoets Algemeen

THM9-10alg

C

5,5

0


THM9-10IPV

C

5,5

0

Schriftelijk Peerassessmen t

5 Reflecteren en SLB opdrachten

SLB9-10

V

Nvt

0

Schriftelijk

6 Algemene HBO Competenties

HBO9&10

V

Nvt

0

Schriftelijk


IBC9

C

5,5

0

Schriftelijk


IBC10

C

5,5

0

Schriftelijk

9. Integrale toets postpropedeuse INTpostP V Nvt 0 Assessment Tussen deeltentamens is geen compensatiemogelijk. Bij alle (deel)tentamens mogen een eenvoudige rekenmachine en liniaal worden gebruikt. De algemene beoordelingscriteria en criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamens

Korte algemene omschrijving voor onderdelen die bij elke OWE voorkomen

1 THM9-10-ind BT | AR | OR | CO

Om de inhoudelijke competenties van deze course 9-10 te toetsen, laat de student in de beschreven beroepsproducten zien dat hij over de benodigde kennis en vaardigheden op niveau 2 (gevorderd) beschikt zoals beschreven in het competentieboek Bouwkunde CO1 t/m CO6 (muv CO4), niveau 2 (gevorderd). De student geeft in groepsverband drie presentaties over het project waarin de diverse beroepsproducten/specialisaties zijn opgenomen. Doel is om het niveau van het verrichte werk op een overtuigende manier te verantwoorden. Het niveau van het verrichte werk wordt verantwoord en de communicatie skills worden getoetst Compleet praktijk onderzoek opzetten: Identificeren van de vraag, afwegingen van de mogelijkheden aansluitend, eisen, doelstellingen en randvoorwaarden identificeren, structureren van de onderzoeksaanpak en het opzetten van een onderzoeksvraag, geschikte onderzoeksmethode inzetten en vervolgens uitvoeren van toegepast onderzoek, interpreteren van de informatie en conclusies formuleren. De student toont in het individueel portfolio per product zijn aandeel en werkzaamheden aan, criteria worden getoetst op niveau 2 (gevorderd): Omvang: zijn alle relevante aspecten uitgezocht of slechts een deel Niveau: is het rapport zoals het voorligt van voldoende diepgang en getuigd het van benodigde inzicht op niveau 2 (gevorderd) Authenticiteit: is feedback van expert aanwezig, is tussenproduct aanwezig, zijn valide en recente bronnen gebruikt en zijn deze traceerbaar benoemd in rapport.

212

Het individueel portfolio van B3BT | AR | OR | CO -studenten bestaat uit een relevante compilatie van de reeds beoordeelde beroepsproducten en verworven vaardigheden. Producten die met een onvoldoende zijn beoordeeld, dienen verbeterd te zijn. Het individueel portfolio bestaat uit: (dit onderdeel telt voor 90% mee in het eindcijfer)  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 AR | OR | CO | BT*  70 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 BT | AR | OR | CO VIS: uitgewerkte opdracht voor visualisatie (enkel voor AR (course 9/10) en BT (course 9) studenten)  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 CO | BT | AR | OR *  10 % uit de individueel vervaardigde beroepsproducten zoals genoemd in de OWE Course 9-10 OR | CO | BT | AR* *10% Beroepstaak organisatie Voor de beroepstaak OR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen een specifiek onderdeel van een uitgebreide vraagspecificatie *10% Beroepstaak constructie Voor de beroepstaak CO maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen een constructief ontwerp en een bijbehorende statische berekening van een constructie onderdeel *10% Beroepstaak bouwtechniek en 10 % beroepstaak architectuur Voor de beroepstaak BT en AR maken de studenten van de overige afstudeerrichtingen een ontwerp en technische uitwerking van een stijgpunt. Presentatie wordt op drie momenten getoetst (het gemiddelde hiervan telt voor 10% mee in het individueel portfolio): Eind course 9i: tentoonstelling visie en structuurontwerp [weging 1/6 van de 10%] Medio course 10: tussenpeiling (pecha kucha) [weging 2/6 van de 10%] Eind course 10: eindpresentatie [weging 3/6 van de 10%] Bij een onvoldoende individueel portfolio dient de student de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar.

2 THM9-10 tentamen BT | AR | OR | CO

De inhoud van dit portfolio ligt mede ten grondslag aan de integrale toets propedeuse, hieraan zijn toegevoegd bij de INTpostP de relevante producten op niveau 2 (gevorderd) van course 7 en 8. De student wordt op zijn individuele specifieke vakinhoudelijke kennis binnen de gekozen beroepstaak AR, -BT, -CO of –OR getoetst in een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen dat bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en kennis uit de colleges per beroepstaak volgend uit de werken themacolleges.

213

Geldend voor alle studenten die deelnemen aan course 9-10 Deeltentamens Algemeen 3 THM9-10Alg tentamen

Korte algemene omschrijving van onderdelen die voor alle studenten B3 hetzelfde zijn ingevuld

8. IBC9

De student wordt op zijn individuele algemene vakinhoudelijke kennis getoetst door een individuele thematoets. Dit betreft een casustentamen die bestaat uit een compilatie van de verworven kennis en vaardigheden van de in het project omschreven producten en gegeven colleges, In de algemene toets wordt kennis getoetst over de onderdelen die alle studenten volgen (ongeacht afstudeerrichting). Onderwerpen die per beroepstaak aan bod kunnen komen zijn: o OR – visie marketing, Systems Engineering, integrale duurzame gebiedsontwikkeling, parkeer- en milieu regelgeving en Wro. o AR – stedenbouw, architectuur etc. o BT – stedenbouwfysica, stabiliteit, dilateren, installaties o CO – Belastingafdracht, belastingschema’s, uitvoering bovenbouw, uitvoering onderbouw, brandwerendheid etc o Kennis uit de in het collegeoverzicht aangegeven themacolleges In het THM9-10Alg tentamen wordt integraal de algemene kennis en vaardigheden getoetst. Zie ook Deeltentamens algemeen, de toets wordt in vier delen afgenomen: Na course 9; Eindcijfers van THM9/10-alg is de som van de vier deeltoetsen ≥ 5,5; Bij het behalen van een onvoldoende dient de gehele toets worden herkanst. Aan het functioneren van de individuele student in de projectgroep worden eisen gesteld. De student wordt hierop halverwege en aan het eind van de course beoordeeld. De studenten geven daartoe feedback op elkaars functioneren met een peer assessment. De beoordelingen worden gegeven door de course coördinator  beoordeling halverwege de course dient bij een onvoldoende functioneren als waarschuwing. De herkansing voor het functioneren zit in de rest van de course.  De beoordeling aan het einde van de course levert het tentamencijfer Bij een onvoldoende tentamencijfer dient de student de gehele course over te doen bij een groep in het volgende schooljaar De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Definitief maken van POP course 9 en 10  Schrijven reflectieverslag course 9 en course 10  Maken van reflectieverslagen voor alle individuele portfolioproducten  Aanvullen portfolio In deze toetst toont de student aan dat hij in course 9 en 10 op voldoende niveau 2 (gevorderd) heeft gewerkt aan zijn algemene HBO competenties, dit wordt afgetekend op de HBO-kaart Schrijven van een Engelstalige handleiding op het gebied van internationalisering.

9. IBC10

Engelstalige presentatie van de schrijfopdracht van IBC9

4 THM9-10IPV

5 SLB9-10

6 HBO9&10

214

10. INTpostP

De student levert een portfolio op waarin hij aantoont dat hij alle competenties CO1 t/m 9 (muv CO4) op niveau 2 (gevorderd) kan afsluiten. Hierbij worden alle beroepstaken in samenhang getoetst. De toets wordt afgenomen over course 7, 8, 9 en 10. Toegevoegd is een verantwoording (opgesteld door de student) waarin aangegeven hoe elke competentie CO1 t/m CO6 (muv CO4) op niveau 2 (gevorderd) behaald is. Toegevoegd is een afgetekende HBO-kaart als bewijs van behalen competentie CO7 t/m CO9

Deeltentamens CO

Korte omschrijving van onderdelen die bij CO aanvullend voorkomen

11 BTC9

Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: belastingen, veiligheidsfactoren, belastingcombinaties, rekenmodellen, schematiseren, vloeren, balken, buiging, scheurwijdte, drukwapening, brand en overspannen in twee richtingen Opfrissen, afleiding VGM, hoek-verdraaiingen, SB en SOB, Cross, druk- en treklijnen

12 MEC9 13 BTC10 14 MEC10

Maken van een betonberekening conform de vigerende normen betreffende: dwarskracht, kolommen, wanden en het wapenen van vloeren en balken op basis van momentenlijnen Symmetrie en antimetrie, plasticiteit liggers, elastisch ondersteunde ligger

Maken van een staalberekening van een geboute en gelaste verbindingen conform de vigerende normen.  Jellemareeks, delen 1 t/m 13, derde druk, eerste oplage, 2011, ThiemeMeulenhof, Amersfoort  Bouwbesluit 2012, SDU (www.rijksoverheid.nl)  Praktijkboek Parkeergarages: ontwerp, beheer en onderhoud, Keypoint, april 2007  DNR2011-STB-2014, uitgave BNA en ONRI (www.bna.nl)  Publicatie 317, uitgave CROW, Parkeerkencijfers, Basis voor Parkeernormering (kenniscentrum)  Publicatie 291, uitgave CROW, Leidraad fiets parkeren (kenniscentrum)  UAV 2012 en UAV 1989 (www.rijksoverheid.nl) opgenomen in STABU standaard 2012  UAR 1986 en ARW 2005, uitgave Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl)  UAV-gc 2005, uitgave Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl)  www.NENconnect.nl  www.RIVM.nl  www.infomil.nl  www.CROW.nl  Microsoft office Word en Excel,  Revit Gedurende course 9-10 werken de studenten in multidisciplinaire teams aan het beschreven beroepsproduct. De structuurvisie Presikhaaf en de globale ‘initiële behoefte’ op de planlocatie vormen de basis voor de opdracht. De opdracht bestaat uit twee fases: Fase 1: Course 9 Het multidisciplinaire team ontwikkelt een visie en structuurontwerp en presenteert deze eind course 9: CO1 en CO 8 - Vormt een visie Hulpmiddelen: associëren (op waarden) / mindmappen / divergeren / convergeren Wijze waarop: consensus in de groep bereiken / effectieve discussie voeren

15 STC10

12.


13.

Software

14.

Activiteiten (voor uitgebreide omschrijving zie punt 4)

215

CO9 en CO3 - Verzamelt, structureert informatie en brengt dit over Hulpmiddelen: literatuurstudie(s) en ECobeurs, excursie(s) / moodboards / presentatie / PVE met ambitie en DCBA-analyse / vlekkenplannen met relaties en verbanden CO7 - Analyseert informatie Hulpmiddelen: morfologische schema / een Trade-off matrix / MoSCoW-methode of elke andere navolgbare analysemethode / decomposities in lagen en thema's / Evidence Bases Design CO2 en CO3 - Trekt conclusies Wijze waarop: vanuit oriëntering op PVE en doelstelling / door criteria en weegfactoren op te stellen / conclusies trekken / synthetiseren in een conceptontwikkeling

15.

Werkvormen

Fase 2: Course 10 (zie gespecificeerde uitwerking per beroepstaak bij punt 10 onderdeel: THM9-10 AR/OR/CO en BT-indv) Het multidisciplinaire team maakt op basis van het goedgekeurde visie en structuurontwerp uit fase 1:  CO1 en CO7 – Maakt een gedetailleerd PVE en vraagspecificatie en zoekt hiervoor alle benodigde informatie uit conform de wetgeving en aanvullende visies van de gemeente Arnhem uit  CO2 – Maakt een realistische haalbaarheidsstudie door een gedegen parkeerplaatsberekening te maken en deze financieel, ruimtelijk, functioneel en technisch en maatschappelijk te onderbouwen  CO2 - Maakt een investeringsopzet en een rendementsberekening .  CO2 en CO3 - Maakt een VO (voorontwerp) en een DO (definitief ontwerp) voor de parkeergarage, hoogbouw en stadsplein en werkt deze uit op niveau TO (per beroepstaak worden hiertoe nadere instructies verstrekt gedurende het semester).  CO3 en CO6 - Maakt benodigde bouwbesluitberekeningen en -tekeningen conform de recentste regelgeving en zodat een omgevingsvergunning aangevraagd zou kunnen worden  CO3 - Schrijft een gedegen ruimtelijke onderbouwing om de planvorming bij de aanvraag omgevingsvergunning te expliceren  CO3 - Werkt de nieuwbouw wat uitvoeringsmethodiek / bouwproces en bouwplaatsinrichting, V&G uit conform de regelgeving.  CO3 en CO5 Maakt een planning, begroting en uitvoeringsplan.  CO 3 Werkt de parkeergarage en hoogbouw architectonisch, bouw-, brand- en installatietechnisch, bouwfysisch, constructief en organisatorisch uit  CO6 - Werkt het gebruiksbesluit uit – werkt daartoe een vluchtplan uit en berekent de ontruimingstijd.  CO3 - Werkt de detaillering van de hoogbouw en parkeergarage uit op niveau Technisch Ontwerp.  CO9 - Houdt rekening met het feit dat de huidige geldige richtlijnen en wetgeving volledig van kracht zijn  CO5 - Maakt een exploitatieopzet, MJOP, advies VVE en servicekostenopzet  CO7, CO9 en CO3 - Werkt het duurzame aspect van de afwegingen uit, voegt bij de materialisering de keuzeafweging en kwaliteitsattesten/documentatie toe. In deze course wordt in een multidisciplinair team aan de beschreven beroepsproducten gewerkt. Om ervoor te zorgen dat de student over de benodigde kennis, vaardigheden en houdingsaspecten beschikt, krijgt hij de volgende middelen aangereikt:  Gedurende course 9 wordt gewerkt aan de voortgang van het geïntegreerd werken aan de visie en het structuurontwerp, onder begeleiding van experts  Presentatie visie in tentoonstelling aan einde van course 9  Hoorcolleges met als doel aanreiken kennis op niveau 2 (gevorderd) of 3 (zie MIF’s, de Module Informatie Formulieren)  Werkcolleges met als doel oefenen benodigde vaardigheden op niveau 2 (gevorderd)

216

   

 16.

Les-/contacturen

17. 18.




4.

(Beroeps)Producten

Themacolleges met als doel aanreiken extra kennis op niveau 2 (gevorderd) of 3 om vaardigheden op niveau 2 (gevorderd) uit te kunnen oefenen Overleg / contactmomenten met expert, coursecoördinator met als doel feedback op uitgevoerde beroepstaken Pecha Kucha presentatie eind course 9 Tussenpeiling medio course 10 Eindpresentatie eind course 10

Hoorcolleges 190 Werkcolleges 35 Studiebegeleiding 25 (deel)tentamens 20 Overige activiteiten 20 Zelfstudie 540 Totaal 840 Totaal aantal uren: 840 Semester 1 en 2, blok 1, 2, 3 en 4 Geen

Course 11-12AR of 11-12BT of 11-12CO of 11-12OR Verdiepende stage (Advanced internship) Bouwkunde Deeltijd studenten die doorstromen vanuit hun propedeusefase Architectonisch ontwerpen (AR) of Bouwtechnisch ontwerpen (BT) of Constructief ontwerpen (CO) of Organiseren (OR)

Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden. Denk daarbij aan bijvoorbeeld:  Door slb-er goedgekeurd voorlopige POP.  Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent.  Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten.  Authentieke beroepsproducten met per product een reflectieverslag.  Relevante beroepsproducten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP.  Een eindreflectie op de hele stage.  Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier.

217



Compleet praktijk onderzoek opzetten: Identificeren van de vraag, afwegingen van de mogelijkheden aansluitend, eisen, doelstellingen en randvoorwaarden identificeren, structureren van de onderzoeksaanpak en het opzetten van een onderzoeksvraag, geschikte onderzoeksmethode inzetten en vervolgens uitvoeren van toegepast onderzoek, interpreteren van de informatie en conclusies formuleren. Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen. 5.


30 Studiepunten / 840 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma)

6.


7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

De verdiepende stage is aan het eind van de theoretische fase in de opleiding geplaatst (eind derde studiejaar). Dit om zo de verworven kennis en vaardigheden (competenties) toe te passen en te verdiepen. Hierdoor verscherpt het beeld op de beroepspraktijk waardoor de studie een verdieping en een betere context krijgt. Middels de stage wordt de theoretische studie in de hoofdfase als het ware ‘afgerond’ voordat afstuderen op een hoger niveau gaat plaatsvinden. Deelname aan course 11-12 wordt verleend onder de volgende voorwaarden: Serieuze deelname aan course 9+10 en 120 studiepunten behaald excl. Minor. Afwijking van deze eis is mogelijk indien een studiecontract is afgesloten. De student gebruikt zijn relevante werkplek als stageplek. Daarbij gelden de volgende eisen: - SLB-verklaring - Goedkeuring door stagecoördinator In de verdiepende stage wordt de aanwezige kennis verdiept in het bedrijfsleven. De stageplaats moet passen bij de gekozen afstudeerrichting. In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties worden geoefend op niveau 2 (gevorderd). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven.

10.


OWE Stage11-12

Indicatoren Presentatie Portfolio

Bedrijfsbeoordeling

Beoordelingscriteria Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaalcommunicatief. Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio aandacht krijgen. Herkansing voor het portfolio moet binnen 20 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeling onderzoek op kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese en evaluatie Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

218

11.

Tentaminering

Deeltentamen Stage 11-12

Code

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Tentamenvor m

Stage11-12 AR of

C

5,5

100%

Portfolio

Stage11-12 BT of

presentatie

Stage11-12 CO of 12. 13. 14. 15.


16. 17. 18.




4.

(s)Producten

Stage11-12 OR Stagegids N.v.t. In deze OWE’s loopt de student stage bij een bedrijf in zijn of haar afstudeerrichting. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. 840 uur Semester 1 en 2 Niet van toepassing

OWE Course 15-16-AR of 15-16-BT of 15-16-CO of 15-16-OR Afstuderen BDT (Graduation project) Bouwkunde Deeltijdstudenten die de ‘proeve van bekwaamheid’ willen afleggen.

Afstudeerproject waarin normaalgesproken één van de volgende beroepstaken centraal staat op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig)  Architectonisch ontwerpen (AR) of  Bouwtechnisch ontwerpen (BT) of  Constructief ontwerpen (CO) of  Organiseren (OR) Afstudeerwerk conform coursehandleiding (zie Scholar), meestal bestaand uit:

     

PVA Afstudeerverslag (hoofdverslag) Bijlagen bij het verslag Procesmap Competentielijst Literatuurstudie

219

 Ephorus verklaring  Eindpresentatie 5.


30 Studiepunten / 840 SBU

6.

In deze OWE worden alle competenties welke benodigd zijn voor het behalen van de bachelorgraad afgesloten.

7.

Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen

8.


Het afstudeerproject vormt de afsluiting van de bacheloropleiding Built Environment. Bij voorkeur voeren de studenten in groepen van twee of maximaal drie een bedrijfsopdracht uit. De groep kan samengesteld zijn uit verschillende afstudeerrichtingen van het Instituut. Ook is het mogelijk een combinatie te vormen met studenten van een ander instituut.

9.

Competenties

Afhankelijk van de afstudeerrichting moet een aantal competenties minimaal op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig) worden behaald. Hiervoor wordt verwezen naar de competentielijst van Bouwkunde.  C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03 - Specificeren  C04 - Realiseren  C05 - Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken

Gestart mag worden als er minimaal 195 studiepunten van de major zijn behaald inclusief minor of 165 studiepunten exclusief minor. De eindpresentatie mag gehouden worden bij het behalen van 210 ECTS anders is er toestemming nodig van de examencommissie. Voor het verkrijgen van het diploma moeten alle 240 ECTS zijn behaald.



10.


C09- Managen en innoveren In deze OWE werkt de student aan een zelf gekozen onderwerp. Het eindproduct hiervan wordt beoordeeld op niveau 3 (bachelor). Hieronder worden de beoordelingscriteria op hoofdlijnen beschreven. Algemene beoordelingscriteria Het eindproduct/rapport moet voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juiste vakjargon is toegepast.  Juiste toepassingen van de gekozen methodes.

220

OWE

Indicatoren Proces

Presentatie

Omvang, relaties, doelgerichtheid en doelmatigheid C01 Probleemdefinitie en –analyse C01 t/m C07 Genereren van oplossing en synthese Uitwerking, conclusies en rapportage Toepassing van fundamentele kennis en vaardigheden Presentatie in schriftelijk vorm Presentatie in mondelinge vorm C08 /C09

Competentielijst

Juistheid en compleetheid met de ingevulde beroepsproducten

INTafst Afstudeerverslag

12.

12.

Tentaminering


Deeltentamen

     

13. 14.



Code Allure

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Vorm

INTafst

C

5,5

50%

Assessment

Rapportage

C

5.5

50%

schriftelijk

Informatie op Insite en Scholar rond het afstuderen Snel afstuderen, stap voor stap naar een geslaagde scriptie van Erik Feijen en Pepijn Trietsch en Coutinho (ISBN 978 90 4690 003 1) Een onderzoek voorbereiden van Heinze Oost en Angela Markenhof (ISBN 978 90 5574 648 4) Een onderzoek uitvoeren van Heinze Oost (ISBN 978 90 5574 647 7) Een onderzoek rapporteren van Heinze Oost (ISBN 978 90 5574 646 0) Een onderzoek presenteren van Angela Markenhof, Mirjam Bastings en Heinze Oost (ISBN 978 90 5574 375 9)

Afhankelijk van het project De afstudeercommissie geeft goedkeuring op het A4-tje met bevattende de groepssamenstelling en de omschrijving van het afstudeerproject. Na goedkeuring wijst deze vervolgens de afstudeerbegeleiders c.q. assessoren/begeleiders toe. Samen met hen stelt de afstudeergroep het definitieve plan van aanpak en het onderwerp van de literatuurstudie vast. Eens in de twee à drie weken heeft de afstudeergroep een bespreking met de afstudeerbegeleider(s). Halverwege de afstudeerperiode vindt er een tussentijdse peiling plaats. De beide afstudeerbegeleiders bepalen hierbij samen met de afstudeergroep of de eerstvolgende assessmentperiode (mondelinge toelichting) haalbaar is. Initiatief hiervoor moet door de studenten worden genomen.

15. 16.


Het eindrapport is opgebouwd uit een hoofdrapport met bijlagen: zie verder de coursehandleiding. Zelfwerkzaamheid Contacturen met de begeleiders 221

17. 18.


Semester 1 of 2 Niet van toepassing

222

Deeltijd BMU B6 Inleidende stage – Organiseren (Introductory internship - Organization)



5.


6.


7.

Ingangseisen

8.


Bouwkunde Studenten deeltijd BMU die doorstromen vanuit hun propedeusefase

Organiseren (OR in combinatie met BT, AR en CO) Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden.  Door slb-er goedgekeurd voorlopig POP.  Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent.  Sollicitatiebrief en reflectie op het sollicitatiegesprek  Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten.  Authentieke producten met per product een reflectieverslag en bedrijfsbeoordeling van het  product.  Relevante producten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP.  Een of meerdere producten gebaseerd op duurzaamheid  Een eindreflectie op de hele stage.  Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier.  Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen.  Aanvulling m.b.t buitenlandse stages: Dit is bij course 6 niet mogelijk. Duurzaamheidsopdracht Presentatie 15 Studiepunten / 420 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma) In de coursen 5 en 6 doorloopt de student twee keer een inleidende stage. Één aan de voorbereidende kant van het bouwproces en één de uitvoerende kant van het bouwproces. Course 5 is gericht op de ene stage en course 6 op de andere stage. De volgorde is vrij. Minimaal 37,5 Studiepunten uit propedeusefase moeten behaald zijn. De student wordt geplaatst op een stageadres ná het doorlopen van de volgende stappen: - SLB-verklaring - Inschrijven op stageplaats van keuze - Definitieve toewijzing door stagecoördinator - Sollicitatieprocedure bij stageplaats doorlopen Tijdens deze inleidende stage loopt de student gedurende 10 weken stage bij twee bedrijven. In één stage doet de student ervaring op aan de voorbereidende kant van het bouwproces en in de andere stage aan de uitvoerende kant van het bouwproces. De student mag in beide stages zelf 223

9.

Competenties

10.


weten aan welke beroepstaak hij werkt. In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties worden geoefend op niveau 1 (basis). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven. OWE

Indicatoren

Stage6

12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.

Tentaminering




Competenties

Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaalcommunicatief.

C06 / C08 / C09


Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio aandacht krijgen. Herkansing voor het portfolio moet binnen 10 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

C01 t/m/ C09


11.


Presentatie C08 en C09

Deeltentamen

Code

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

C01 t/m C09

Tentamenvorm

Inleidende stage - OrB6OR/2 C 5,5 100% Portfolio assessment ganiseren Stagegids + conversietabel nieuwe competenties N.v.t. In deze OWE loopt de student stage aan de Uitvoerende kant. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. In principe: 10 weken x 5 dagen = 50 dagen periode 2

Niet van toepassing

OWE Course sem1-OR ‘voorbereiding uitvoering’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Deeltijdstudenten met MBO B diploma met meerdere jaren werkervaring die willen doorgroeien naar HBO-niveau. Organiseren (OR) niveau 2 (gevorderd) projectvoorbereiding  POP  Introductieopdracht; globale bedrijfsanalyse BMU-00  Hoofduitvoeringsplanning (HUP) BMU-02

224

5.


6.


7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

10


 Bouwplaatsinrichting BMU-04  Rapportage personeelsplanning BMU-05  Calculeren BMU-06 15 Studiepunten, 420 SBU 37,5 % in onderwijsdeel 62,5 % in beroepsuitoefeningsdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem1-BT en OWE Course sem1-CO. Er wordt individueel gewerkt aan een doelproject. Een doelproject is een project waar de student in zijn werksituatie bij betrokken is. De eis die aan het project worden gesteld is dat de student moet kunnen werken aan de volgende beroepstaken in het kader van de voorbereiding op de uitvoering: Bouwtechnisch Ontwerpen (BT): bouwmethodieken voor fundering en casco en detailleren aansluitingen. Constructief ontwerpen (CO): funderingstechnieken Organiseren van de uitvoering (OR): bouwplaatsinrichting, personeelsplanning, hoofduitvoeringsplanning, kosten bepalen, projectorganisatie in kaart brengen binnen bestaande organisatie. De beroepstaken worden in de rol van werkvoorbereider bij een aannemersbedrijf uitgevoerd. MBO B niveau 4 + werkportfolio (60+30 studiepunten vrijstelling) of instroomassessment (portfolio/EVC: 90 studiepunten vrijstelling) en een toelating door de examencommissie. Een relevante werkplek en minimaal 3 jaar relevante werkervaring. Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de organisatorische aspecten van projectvoorbereiding. Wat kun je, vooruitlopend op de uitvoering van een project, al voorbereiden wat de uitvoering later in het proces vergemakkelijkt? Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Energieneutrale concepten In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in de VO en DO fase)  Competentie 5 Realisatie (BMU-02 HUP; BMU-04 bouwplaatsinrichting; BMU-05 deelplanningen; BMU-06 Bewaken van de kosten) Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria: 225

    

Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid. Producten zijn logisch van opbouw. Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.

Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er is een POP opgesteld dat een CV, reflecties en ontwikkelprofiel bevat.  Er is een globale bedrijfsanalyse uitgevoerd. De analyse bevat een onderzoek van het eigen bedrijf.  Er is een hoofduitvoeringsplanning opgesteld van het doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht.  Er is een bouwplaatsinrichtingsplan opgesteld van het doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht.  Er is een rapportage personeelsplanning opgesteld van het doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht.  Er is een calculatie opgesteld voor het doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen.  De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. 11

Tentaminering

Toetsing

Deeltentamens

Cijfer/Vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

1.2.01|BMU-00-POP-1

C

55

7%

geen

2

1.2.02|BMU-00-Eo-intro

C

55

7%

geen

2 226

1.2.03|BMU-02-Eon2

C

55

20%

geen

2

1.2.04|BMU-04-Eon2

C

55

20%

geen

2

1.2.05|BMU-05-Eon2

C

55

26%

geen

2

1.2.06|BMU-06-Eon2

C

55

20%

geen

2

Deeltentamen 1

1.2.01|BMU-00-POP-1

Toetsvorm

verslag

Beschrijving

De student toont aan dat hij heeft gewerkt aan zijn professionele ontwikkeling door:  Het schrijven van een CV, autobiografie en startprofiel.  Het schrijven POP semester 1 volgens het aangeleverde format.  Schrijven reflectieverslag course 1 met behulp van aangeleverd format. Eerste opzet portfolio maken volgens aangeleverd indelingsformat De student heeft alle gevraagde producten in het DPF opgenomen. De producten zijn compleet en hebben een heldere stijl van formulering. De student is in staat een POP te schrijven en hierin verschillende specifieke leerdoelen te benoemen die SMART geformuleerd zijn. De student is in staat een reflectieverslag te schrijven dat concrete activiteiten/handelingen bevat. Daarnaast benoemt de student concrete persoonlijke leereffecten. 1 Weging deeltentamen 1 is 7%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100.



Deeltentamen 2

1.2.02|BMU-00-Eo-intro

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student heeft kennis van organisaties semester 1 en past deze kennis toe.


Juiste toepassing van de indicatoren voor een gegeven casus 1 Weging deeltentamen 2 is 7%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100.

Deeltentamen 3

1.2.03|BMU-02-Eon2

227

Toetsvorm

Doelproject

Beschrijving

De student heeft kennis van organisaties en personeelsplanningen semester 1 en past deze kennis toe.



Deeltentamen 4

1.2.04|BMU-04-Eon2

Toetsvorm

Doelproject

Beschrijving

De student heeft kennis van bouwplaatsinrichting semester 1 en past deze kennis toe.



Deeltentamen 5

1.2.05|BMU-05-Eon2

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student heeft kennis van organisaties en personeelsplanning semester 1 en past deze kennis toe.



Deeltentamen 6

1.2.06|BMU-06-Eon2

Toetsvorm

Beroepsproduct (deelopdracht)

Beschrijving

Je leert de afwijkingen van de werkelijkheid t.o.v. de werkbegroting vast te leggen, de oorzaken van de afwijkingen aan te geven en gevallen waarin de bedrijfsleiding ingeschakeld moet worden op tijd te herkennen.

228


De afwijkingen van de werkelijkheid t.o.v. de werkbegroting zijn vastgelegd: • onderscheid maken in hoeveelheid- en prijsverschillen. • meer- en minderwerk is meegenomen. • bewaakbare eenheden zijn herkend. De oorzaken van de afwijkingen zijn aangegeven: • omstandigheden analyse is uitgevoerd. • meer- en minderwerk wordt geanalyseerd. Gevallen waarin de bedrijfsleiding ingeschakeld moet worden op tijd gemeld: • onderkennen van deze situatie • melding is vastgelegd

Aantal examinatoren Cesuur 12


13 14


15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

1 Weging deeltentamen 6 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100. Readers en handleidingen Doelproject en bedrijf student Boeken: onder andere Jellema-reeks, Uitvoerings Tijd Model, Zo doe je een onderzoek Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort.) Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort. Zie verdere specificatie op Scholar  Hoofduitvoeringsplanning BMU-02  Bouwplaatsinrichting BMU-04  Personeelsplanning BMU-05  Kosten BMU-06 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Hoorcolleges 12 Werkcolleges 16 Studiebegeleiding 7 (deel)tentamens 0 Overige activiteiten 262 Zelfstudie 123

229

Totaal 17 18




5.


6.


7.

Ingangseisen

8.


420 uur

Semester 1

Niet van toepassing

OWE course sem1-BT ‘voorbereiding uitvoering’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Deeltijdstudenten met MBO B diploma met meerdere jaren werkervaring die willen doorgroeien naar HBO-niveau. Bouwtechnisch ontwerpen (BT) niveau 2 (gevorderd) bouwmethodieken  Plan van aanpak voor BMU-01  Rapportage (alternatieven bouwmethodieken + keuze) woningbouw: onderbouw, ruwbouw/casco en gevels en daken BMU-01  Presentatiebeoordeling: woningbouw BMU-01  Detailleren 7,5 Studiepunten, 210 SBU 37,5 % in onderwijsdeel 62,5 % in beroepsuitoefeningsdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem1-CO en OWE Course sem1-OR. Zie voor de samenhang tevens de omschrijving van de course in deel 4.1 Er wordt individueel gewerkt aan een doelproject. Een doelproject is een project waar de student in zijn werksituatie bij betrokken is. De eis die aan het project worden gesteld is dat de student moet kunnen werken aan de volgende beroepstaken in het kader van de voorbereiding op de uitvoering: Bouwtechnisch Ontwerpen (BT): bouwmethodieken voor fundering en casco en detailleren aansluitingen. Constructief ontwerpen (CO): funderingstechnieken Organiseren van de uitvoering (OR): bouwplaatsinrichting, personeelsplanning, hoofduitvoeringsplanning, kosten bepalen, projectorganisatie in kaart brengen binnen bestaande organisatie. De beroepstaken worden in de rol van werkvoorbereider bij een aannemersbedrijf uitgevoerd. MBO B niveau 4 + werkportfolio (60+30 studiepunten vrijstelling) of instroomassessment (portfolio/EVC: 90 studiepunten vrijstelling) en een toelating door de examencommissie. Een relevante werkplek en minimaal 3 jaar relevante werkervaring. Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de bouwtechnische aspecten tijdens de voorbereiding van projecten. Met name de keuze voor een bepaalde bouwmethodiek van de onderbouw en ruwbouw/casco en de bijbehorende detaillering. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in: 230

9.

10

Competenties


 Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Energieneutrale concepten In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in de VO en DO fase) Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er is een plan van aanpak en rapportage ruwbouw/casco opgesteld voor de projectopdracht.  Er is een presentatie obv de rapportage ruwbouw/casco gemaakt. De handouts, tekeningen, detailschetsen zijn bij de presentatie toegevoegd. De presentatie duurt niet langer dan 45 minuten inclusief de beantwoording van de vragen.  Er zijn details uitgewerkt tbv doelproject. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.

231

 

11

De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen.

Tentaminering

Toetsing

Deeltoetsen

Cijfer/Vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

1.3.01|BMU-01-Eon2-RUWB-P

C

55

29%

geen

2

1.3.01|BMU-01-Eon2-RUWB-I

C

55

44%

geen

2

1.3.02|BMU-01-detail.1e

C

55

27%

geen

2

Deeltentamen 1

1.3.01|BMU-01-Eon2-RUWB-P

Toetsvorm

Presentatie

Beschrijving

De student heeft kennis van ruwbouw, funderingstechniek semester 1 en past deze kennis toe. In een presentatie aan een panel van assessoren wordt in presentatie het resultaat gepresenteerd. Juiste toepassing van de indicatoren voor een gegeven casus 4 Weging deeltentamen 1 is 29%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100.


Deeltentamen 2

1.3.01|BMU-01-Eon2-RUWB-I

Toetsvorm

Doelproject

Beschrijving

De student heeft kennis van ruwbouw/casco en funderingstechniek semester 1 en past deze kennis toe.



Deeltentamen 3

1.3.02|BMU-01-detail.1e

232

Toetsvorm

Doelproject

Beschrijving

De student heeft kennis van bouwtechniek en detaillering en past deze kennis toe.

Beoordelingscriteria Aantal examinatoren Cesuur 12


13 14


15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18




Juiste toepassing van de indicatoren voor een gegeven casus 1 Weging deeltentamen 3 is 27%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100. Readers en handleidingen Doelproject en bedrijf student Boeken: onder andere Jellema-reeks, Zo doe je een onderzoek Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort.) Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort. Zie verdere specificatie op Scholar  Rapportage onderbouw en ruwbouw/casco BMU-01  Presentatie onderbouw en ruwbouw/casco BMU-01 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Hoorcolleges 5 Werkcolleges 5 Studiebegeleiding 4 (deel)tentamens 0 Overige activiteiten 132 Zelfstudie 64 Totaal 210 uur Semester 1 Niet van toepassing

OWE course sem2-OR ‘bewaken en bijsturen’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Doorstroom vanuit course sem1 Organiseren (OR) niveau 2 (gevorderd) bewaken en bijsturen voortgang  POP 233

5.


6.


7. 8.


9.

Competenties

 Termijnschema BMU-05  Werkbegroting/Financieel overzicht BMU-06  Procesbeheersing BMU-07  Afwijkingen plan-, bouwen prognoselijn BMU-08  Analyse Bestek- en indieninggereed maken projectinfo BMU-13 15 Studiepunten, 420 SBU 37,5 % in onderwijsdeel 62,5 % in beroepsuitoefeningsdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem2-BT en OWE Course sem2-CO. Er wordt zowel individueel als in tweetallen gewerkt aan een doelproject. Een doelproject is een project waar de student in zijn werksituatie bij betrokken is. De eis die aan het project worden gesteld is dat de student moet kunnen werken aan de volgende beroepstaken in het kader van de voorbereiding op de uitvoering: Bouwtechnisch Ontwerpen (BT): bouwmethodieken en detailleren aansluitingen gevelsluiting en dak. Constructief ontwerpen (CO): gevelsluiting en dak (dilataties metselwerk en lateien) Organiseren van de uitvoering (OR): werkbegroting/financieel overzicht, termijnschema, procesbeheersing, bewaken van planning, analyse bestek- en indieninggereed maken van de projectinformatie De beroepstaken worden uitgevoerd in de rol van bouwtechnisch en constructief adviseur. 105 studiepunten behaald (90 uit voortraject en minimaal 15 van de 30 uit course sem1) Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de organisatorische aspecten van de uitvoering. Welke middelen hebben wij cq zijn er om de voortgang van een project op het gebied van geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit te bewaken en zo nodig bij te sturen. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Energieneutrale concepten In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 3: Specificeren (BMU-13)  Competentie 6: Monitoren, toetsen en evalueren (BMU-05 Termijnschema, BMU-06 Bewaken van de kosten; BMU-07 Procesbeheersing; BMU-08 Bewaken voortgang; BMU-10 evalueren van het project) Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren 234

10


 Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er is een POP opgesteld dat een CV, reflecties en ontwikkelprofiel bevat.  Er is een termijnschema opgesteld van de doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht.  Er is een financieel overzicht opgesteld van de doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht.  Er is een procesbeheersingsplan opgesteld voor het doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht.  Er is een analyse van bestek- indieninggereed maken projectinformatie gemaakt voor het doelproject. Deze getuigt van kennis en praktische inzicht.

11

Tentaminering

Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. Deeltentamen Cijfer/Vink Min. grens Weging Compensatie Frequentie 2.2.01|BMU-00-POP-2 C 55 7% geen 2 2.2.02|BMU-05-Eon3 C 55 13% geen 2 2.2.03|BMU-06-Eon3 C 55 20% geen 2 2.2.04|BMU-07-Eon2 c 55 20% geen 2 2.2.05|BMU-08-Eon2 C 55 20% geen 2 235

2.2.06|BMU-13-Eon1

C

55

20%

geen

2

Deeltentamen 1

2.2.01|BMU-00-POP-2

Toetsvorm

Schriftelijk product (individueel)

Beschrijving

Je leert om je eigen studie te plannen, sturen en bewaken middels het opstellen van een Persoonlijk Ontwikkeling Plan. Er is een startprofiel gemaakt Oriëntatie OWE heeft plaatsgevonden Er is een persoonlijke sterkte-zwakte analyse gemaakt Er worden persoonlijke leervragen of leerdoelen genoemd Er is een actie plan gericht op: * praktijksituatie * theoretische achtergrond ( school) De resultaten worden in de vorm van producten beschreven Handtekening bedrijfsmentor Handtekening opleidingsmentor Er is een portfolio aangelegd Er is een reflectieverslag gemaakt over afgelopen periode Het geheel ziet er verzorgd uit Compleet ingeleverd 1 Weging deeltentamen 1 is 7%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.



Deeltentamen 2

2.2.02|BMU-05-Eon3

Toetsvorm

Doelproject

Beschrijving

De student heeft kennis van planning en tijdschema’s semester 2 en past deze kennis toe.



236

Deeltentamen 3

2.2.03|BMU-06-Eon3

Toetsvorm


Beschrijving

Je leert de afwijkingen van de werkelijkheid t.o.v. de werkbegroting vast te leggen, de oorzaken van de afwijkingen aan te geven en gevallen waarin de bedrijfsleiding ingeschakeld moet worden op tijd te herkennen. De benodigde maatregelen zijn benoemd en gecommuniceerd met de betrokkenen. De afwijkingen van de werkelijkheid t.o.v. de werkbegroting zijn vastgelegd: • onderscheid maken in hoeveelheid- en prijsverschillen. • meer- en minderwerk is meegenomen. • bewaakbare eenheden zijn herkend. De oorzaken van de afwijkingen zijn aangegeven: • omstandigheden analyse is uitgevoerd. • meer- en minderwerk wordt geanalyseerd. • prognose eindresultaat Gevallen waarin de bedrijfsleiding ingeschakeld moet worden op tijd gemeld: • onderkennen van deze situatie • melding is vastgelegd De benodigde maatregelen zijn benoemd en gecommuniceerd met de betrokkenen: • gevolgen in geld aangegeven d.m.v. prognose eindresultaat. • voorstellen voor verbetering. • heldere presentatie. 1 Weging deeltentamen 3 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.



Deeltentamen 4

2.2.04|BMU-07-Eon2

Toetsvorm


Beschrijving

Je leert hoe een managementsysteem, zowel in de onderneming als op en voor projecten, wordt gemaakt en hoe de juiste toepassing ervan wordt bewaakt. Je maakt kennis met de basiskennis kwaliteitsmanagement / KAM. Layout Inhoudsopgave kop- / voettekst met relevante informatie hoofdstukindeling goede opmaak inclusief lettertype literatuurlijst


237

Structuur en samenhang duidelijke samenhang stuk met kop / romp / staart Leesbaarheid prettig leesbaar weinig taal- en grammaticafouten Vraagstelling open vragen geen suggestieve vragen Vragen voldoende vragen op basis van de behandelde stof voldoende vragen om de praktijksituatie te bepalen


Uitwerking interviews uitwerking / verslag to the point korte conclusies per interview uitwerking gecheckt bij geïnterviewde Theorie analyse op basis van GOTIKV analyse op basis van het proces Praktijk analyse sterke / minder sterke kanten van het managementsysteem analyse doelgerichtheid managementsysteem analyse implementatie en effectiviteit in de praktijk analyse invloed bedrijfscultuur Conclusies conclusie sterke / minder sterke kanten van het managementsysteem 1 Weging deeltentamen 4 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.

Deeltentamen 5

2.2.05|BMU-08-Eon2

Toetsvorm

Beroepsproducten (deelopdracht)

Beschrijving

Je leert vast te stellen of de doelstellingen van de hoofduitvoeringsplanning en deelplanningen zijn behaald. Dit doen we door: • de afwijkingen van de werkelijkheid t.o.v. de planningen vast te leggen; • de oorzaken van de afwijkingen aan te geven; • de benodigde maatregelen te benoemen en te communiceren met de betrokkenen; 238



• gevallen waarin de bedrijfsleiding ingeschakeld moet worden op tijd te melden; • significante afwijkingen op de hoofduitvoeringsplanning met de opdrachtgever af te stemmen. De afwijkingen van de werkelijkheid t.o.v. de planningen zijn vastgelegd: • voortgang • onwerkbaar weer • prognose opleverdatum De oorzaken van deze afwijkingen zijn aangegeven. • interne factoren • externe factoren • tegenstrijdige belangen De manier waarop deze oorzaken zijn weergegeven zijn : • analyserend • objectief De bedrijfsleiding is, daar waar nodig, op tijd op de hoogte gesteld: • memo / werkbespreking • consequenties bedrijfsniveau Belangrijke afwijkingen zijn met de opdrachtgever afgestemd. • verslaglegging • consequenties 1 Weging deeltentamen 5 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.

Deeltentamen 6

2.2.06|BMU-13-Eon1

Toetsvorm


Beschrijving

Je maakt kennis met de nodige bescheiden voor een besteksklaar bouwplan ( uitvoerend bouwbedrijf) dan wel het bestek- en indieninggereed maken van de projectinformatie (projectontwikkelaar of architectenbureau). Je leert wat voor bescheiden worden gemaakt: 1. voor een aanvraag voor een omgevingsvergunning 2. om een prijs te kunnen afgeven Proces alle onderwerpen behandeld, verslagtechnische kwaliteit Inhoud/niveau omgevingsfactoren noodzakelijke documenten kwaliteit documenten


239



13 14


15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18


planning van documenten standaardisatie conclusie/samenvatting/reflectie Inzet slecht, matig, goed, uitstekend Verzorging tekstuele verzorging illustratiemateriaal 1 Weging deeltentamen 6 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.  Readers en handleidingen  Doelproject en bedrijf student  Boeken: onder andere Jellema-reeks, Zo doe je een onderzoek  Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal, etc)  Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer etc. Zie verdere specificatie op Scholar  POP  Termijnschema BMU-05  Werkbegroting/financieel overzicht BMU-06  Procesbeheersing BMU-07  Afwijkingen plan-, bouwen prognoselijn BMU-08  Analyse Bestek- en indieninggereed maken projectinfo BMU-13 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Hoorcolleges 12 Werkcolleges 18 Studiebegeleiding 8 (deel)tentamens 0 Overige activiteiten 264 Zelfstudie 118 Totaal 420 uur Semester 2

Niet van toepassing

240

Titel onderwijseenheid (OWE)

OWE course sem2-BT ‘bewaken en bijsturen’

1. 2. 3. 4.


5.


6.


Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Doorstroom vanuit course sem1 Bouwtechnisch ontwerpen (BT) niveau 2 (gevorderd) ruwbouw gevels en daken en afbouw  Rapportage hoogbouw BMU-01  Presentatie hoogbouw BMU-01 7,5 Studiepunten, 210 SBU 40% in onderwijsdeel 60% in beroepuitoefeningdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem2-CO en OWE Course sem2-OR. Er wordt zowel individueel als in tweetallen gewerkt aan een doelproject. Een doelproject is een project waar de student in zijn werksituatie bij betrokken is. De eis die aan het project worden gesteld is dat de student moet kunnen werken aan de volgende beroepstaken in het kader van de voorbereiding op de uitvoering: Bouwtechnisch Ontwerpen (BT): bouwmethodieken en detailleren aansluitingen gevelsluiting en dak. Constructief ontwerpen (CO): gevelsluiting en dak (dilataties metselwerk en lateien) Organiseren van de uitvoering (OR): werkbegroting/financieel overzicht, termijnschema, procesbeheersing, bewaken van planning, analyse bestek- en indieninggereed maken van de projectinformatie

7. 8.


9.

Competenties

De beroepstaken worden uitgevoerd in de rol van bouwtechnisch en constructief adviseur. 105 studiepunten behaald (90 uit voortraject en minimaal 15 van de 30 uit course sem1)

Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de bouwtechnische aspecten van de ruwbouw gevels en daken en de afbouw. Alternatieven worden vergeleken en voor- en nadelen bepaald. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Energieneutrale concepten In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (BMU-01 Technische uitvoeringsvarianten) Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 1 (basis) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren 241

10


Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er is een rapportage opgesteld dat een advies geeft voor de dak en gevelconstructie van de ruwbouw/casco. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen.

11

Tentaminering

Deeltentamen

Cijfer/Vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

2.3.01|BMU-01-Eon2-AFB-P

C

55

40%

geen

2

2.3.01|BMU-01-Eon2-AFB-I

C

55

60%

geen

2

Deeltentamen 1

2.3.01|BMU-01-Eon2-AFB-P

Toetsvorm

Presentatie

Beschrijving

Presentatievaardigheden:

242



Je leert om een opbouw in je presentatie te maken en wat je wel en niet inhoudelijk moet laten terugkomen. Tevens maak je kennis met non-verbale en verbale presentatie en leer je hoe je interactie krijgt met de toehoorders/doelgroep. Geeft het doel van de presentatie aan Er zit structuur in de presentatie ( kop-romp-staart) De presentatie heeft de juiste diepgang Er worden de juiste conclusies getrokken Presentatie sluit aan bij de doelgroep, ook wat betreft taal en terminologie Er wordt ingegaan op vragen Controleert of de essentie bij de toehoorders is overgekomen Is er sprake van interactie met de doelgroep Houding: staat rechtop en laat handen vrij Heeft goed oogcontact met de doelgroep Spreektempo is adequaat Spreekt verstaanbaar, stemvolume is afgestemd op ruimte en doelgroep Maakt goed gebruik van AV ( powerpoint) Is met deze presentatie het vooraf gestelde doel bereikt 1 Weging deeltentamen 1 is 40%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.

Deeltentamen 2

2.3.01BMU-01-Eon2-AFB-I

Toetsvorm


Beschrijving

Je maakt kennis met verschillende uitvoeringstechnieken, onder andere stapelbouw, insitu, prefab en mengvormen en je leert herkennen wat de voor - en nadelen van de verschillende uitvoeringsvarianten zijn. Om te laten zien dat je de competentie op niveau 2 (gevorderd) beheerst, maak je een analyse van een niet te complex project en de daarmee samenhangende productie-methoden. Je analyse wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: Optimaal gebruik van eigen systemen, producten en materieel in relatie en/of vergelijking tot eigen doelproject. 1. beschrijving en onderzoek van relevante bouwsystemen op techniek, toepassing en kosten. 2. beschrijving en verantwoording van het toegepaste afbouwsysteem op basis van gehanteerde en beschreven parameters 3. Onderzoek en beschrijving van de optimalisering Planning 1. beschrijven van tijdsindicatoren voor gekozen alternatieven in combinatie met opstellen van een tijdbalkenschema


243



13 14


15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18



Opleiding

Verschillen in technische kwaliteit Rapportage van gekozen alternatieve afbouwsystemen en eigen afbouwsysteem over 1. Stabiliteit 2. Scheurvorming 3. Maattoleranties, plaatsing en passing Gevolgen voor de afbouw 1 Weging deeltentamen 2 is 60%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.  Readers en handleidingen  Doelproject en bedrijf student  Boeken: onder andere Jellema-reeks, Zo doe je een onderzoek  Uitvoering Tijd Model, Lenard Brokelman  Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal, etc)  Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer, etc. Zie verdere specificatie op Scholar  Rapportage ruwbouw/gevels en daken BMU-01  Presentatie ruwbouw/gevels en daken BMU-01 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Hoorcolleges 4 Werkcolleges 5 Studiebegeleiding 3 (deel)tentamens 0 Overige activiteiten 132 Zelfstudie 66 Totaal 210 uur Semester 2 Niet van toepassing

OWE course sem3-AR ‘herbestemming’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU 244

2.

Doelgroep

3. 4.

Beroepstaak/ beroepstaken (Beroeps)Producten

5.


6.


Doorstroom vanuit course sem2 of doorstroom 3e jaars student reguliere deeltijd Bouwkunde Instroom met instelling Ad-Bouwkunde (deeltijd) Architectonisch ontwerpen (AR) niveau 2 (gevorderd) ontwerp en architectuur  Uitgewerkte tekeningen DO BMU-12  Rapportage architectuurgeschiedenis BMU-12  Verslag: Toetsing gebouw aan bouwbesluit BMU-12  Rapportage filosofie van het bouwen BMU-12 (SEM4) 7,5 Studiepunten, 210 SBU 50% in onderwijsdeel 80% 50% in beroepsuitoefeningdeel 20% Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem3-BT, OWE course sem3-CO en OWE course sem3-OR. Er wordt in groepen van drie à vier deelnemers gewerkt aan een herbestemming van een ouder gebouw. Het structuurplan wordt verstrekt. Vanuit de gegeven situatie wordt eerst een raming (budgetbepaling) gemaakt. Vervolgens wordt het plan volledig uitgewerkt op het gebied van architectuur, bouwtechniek, bouwfysica, constructie, installaties en getoetst aan de geldende regelgeving. De uitwerking moet voorzien zijn van een volledige begroting en zal gepresenteerd worden voor een panel van experts en mogelijke (eind)gebruikers. In het eindproduct moet helder zijn uitgewerkt de technische en financiële haalbaarheid van deze herbestemming. Naast het groepswerk moeten de deelnemers voor alle onderdelen ook een individuele opdracht maken (eigen doelproject). Er wordt gewerkt aan de volgende beroepstaken: Architectonisch Ontwerpen (AR), - geven van een architectonische invulling aan een bestaand schetsontwerp van een ouder gebouw - filosofie en architectuurgeschiedenis (vergelijken van gebouwen waar in de beroepssituatie aan gewerkt wordt met gebouwen uit geschiedenis) - (architectonisch ontwerp) toetsing aan bouwbesluit Bouwtechnisch Ontwerpen (BT), uitwerken van een schetsontwerp - globale kostenraming voor herbouw - warmte, vocht, ventilatie, brandveiligheid, geluid, daglicht en energie – hierop ontwerp toetsen. (bouwtechniek en bouwfysica) - installatie ontwerp. Voor het oudere gebouw wordt op basis van een schetsontwerp het plan uitgewerkt tot en met DO-niveau. Constructief ontwerpen (CO) - beoordelen en (globale berekeningen) van de constructies van het gebouw (voor en na verbouwing)

245

- houtconstructie en belastingen (beton en mechanica) Organiseren van uitvoering (OR). Opstellen van contracten Bouworganisatie in beeld brengen

7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

10


Beroepsrol: een bouwtechnisch en constructief adviseur 150 studiepunten behaald Deeltijd Bouwkunde t/m course 8 + werkportfolio (course 11/12) Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de architectonische aspecten van het herbestemmen van een ouder gebouw. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de toetsing aan het bouwbesluit. Voor het onderhavige oudere gebouw wordt op basis van een schetsontwerp het plan uitgewerkt tot en met DO-niveau. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Gebouwindeling en oriëntatie (vrije indeelbaarheid, ligging, Z-oriëntatie, transport etc)  Energieaanpak in NL te behandelen (EPC, EPA, energiebewustwording, nieuwe norm NEN-EPG)  Energietoepassingen (PV, zonnecollectoren, WKO, WKK, etc)  Marktontwikkelingen (energieneutrale concepten, etc) In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (BMU-12 Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in VO en DO)  Competentie 6 Monitoren, toetsen en evalueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten 246

De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er zijn tekeningen DO gemaakt. De (bouw)richtlijnen en normen zijn gehanteerd.  Er is een rapportage architectuurgeschiedenis opgesteld. Het betreft een rapportage over het her te bestemmen gebouw.  Er is een rapportage filosofie van het bouwen opgesteld. Het betreft een rapportage over het her te bestemmen gebouw.  Er is een verslag gemaakt van de toetsing van het her te bestemmen gebouw aan het bouwbesluit. Alle criteria zijn getoetst. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. 11 Tentaminering

Deeltentamens

Cijfer/vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

3.1.02|BMU-12-arch-ges

C

55

40%

geen

2

3.1.02|BMU-12-arch-filo

C

55

40%

geen

2

3.1.01|BMU-12-bouwbesl

C

55

20%

geen

2

Deeltentamen 1

3.1.02|BMU-12-arch-ges

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student doet een vergelijkend onderzoek aan de hand van de vakopdracht naar de architectuurgeschiedenis van het her te bestemmen oude gebouw met gebouwen uit de geschiedenis.

247


Het rapport is logisch en leesbaar opgesteld. Er is een analyse gemaakt van de verschillende architectonische stijlen. Hieraan is een logisch conclusie verbonden. 1 Weging deeltentamen 1 is 40%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 2

3.1.02|BMU-12-arch-filo

Toetsvorm

vakopdracht

Beschrijving

De student doet een onderzoek aan de hand van de vakopdracht naar de bouwfilosofie van het her te bestemmen oude gebouw met gebouwen uit de geschiedenis. Het rapport is logisch en leesbaar opgesteld. Er is een analyse gemaakt van de bouwfilosofie van het her te bestemmen oude gebouw. Hieraan is een logisch conclusie verbonden. 1 Weging deeltentamen 2 is 40%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


Deeltentamen 3

3.1.01|BMU-12-bouwbesl

Toetsvorm

vakopdracht

Beschrijving Beoordelingscriteria Aantal examinatoren Cesuur 12


13 14


De student toets zijn ontwerp, het her te bestemmen oude gebouw, aan het bouwbesluit en legt dit vast in een verslag. Het verslag is logisch en leesbaar opgesteld. Alle relevante toetsingscriteria van het bouwbesluit zijn meegenomen. 1 Weging deeltentamen 3 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.  Readers en handleidingen  Doelproject en bedrijf student  Boeken: onder andere Jellema-reeks, Basisboek Toegepaste Mechanica Welleman, J.  Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok  Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort)  Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort Zie verdere specificatie op Scholar  Beoordeling bouwbesluit BMU-12

248

15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18



Opleiding Doelgroep

3. 4.

Beroepstaak/beroepstaken (Beroeps)Producten

5.


6.


 Rapportage architectuur filosofie BMU-12  Rapportage architectuur geschiedenis BMU-12 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Een bezoek aan de locatie maakt onderdeel uit van het lesprogramma. Hoorcolleges 6 Werkcolleges 0 Studiebegeleiding 3 (deel)tentamens 0 Overige activiteiten 141 Zelfstudie 60 Totaal 210 uur Semester 3 Niet van toepassing

OWE course sem3-BT ‘herbestemming’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Doorstroom vanuit course sem2 of doorstroom 3e jaars student reguliere deeltijd Bouwkunde Instroom met instelling Ad-Bouwkunde (deeltijd) Bouwtechnisch ontwerpen (BT) niveau 2 (gevorderd) bouwfysica en installatie  Opdracht wvv; bereken de isolatiedikte, controleer op condensatie en maak een ventilatie balansberekening.  Opdracht bvg; bepaal brandveiligheid project en bekijk of project voldoet aan alle geluidseisen. Bepaal de consequenties voor het ontwerp door een geluidsbelasting van de gevels van 66 dB door railverkeer.  Opdracht dle; analyseer voor project de daglicht- en de EPC berekening. Wordt aan alle prestatie eisen voldaan? Maak een overzicht van energiebesparende maatregelen en geef aan hoe u zo efficiënt mogelijk een EPC verlaging realiseert.  Opdracht installaties; maak een globaal installatieontwerp. 7,5 Studiepunten, 210 SBU 60% in het onderwijsdeel 40% in het beroepsuitoefeningdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem3-AR, OWE course sem3-CO en OWE course sem3-OR.

249

Er wordt in groepen van drie à vier deelnemers gewerkt aan een herbestemming van een ouder gebouw. Het structuurplan wordt verstrekt. Vanuit de gegeven situatie wordt eerst een raming (budgetbepaling) gemaakt. Vervolgens wordt het plan volledig uitgewerkt op het gebied van architectuur, bouwtechniek, bouwfysica, constructie, installaties en getoetst aan de geldende regelgeving. De uitwerking moet voorzien zijn van een volledige begroting en zal gepresenteerd worden voor een panel van experts en mogelijke (eind)gebruikers. In het eindproduct moet helder zijn uitgewerkt de technische en financiële haalbaarheid van deze herbestemming. Naast het groepswerk moeten de deelnemers voor alle onderdelen ook een individuele opdracht maken (eigen doelproject). Er wordt gewerkt aan de volgende beroepstaken: Architectonisch Ontwerpen (AR), - geven van een architectonische invulling aan een bestaand schetsontwerp van een ouder gebouw - filosofie en architectuurgeschiedenis (vergelijken van gebouwen waar in de beroepssituatie aan gewerkt wordt met gebouwen uit geschiedenis) - (architectonisch ontwerp) toetsing aan bouwbesluit Bouwtechnisch Ontwerpen (BT), - uitwerken van een schetsontwerp - globale kostenraming voor herbouw - warmte, vocht, ventilatie, brandveiligheid, geluid, daglicht en energie – hierop ontwerp toetsen. (bouwtechniek en bouwfysica) - installatie ontwerp. Voor het oudere gebouw wordt op basis van een schetsontwerp het plan uitgewerkt tot en met DO-niveau. Constructief ontwerpen (CO) - beoordelen en (globale berekeningen) van de constructies van het gebouw (voor en na verbouwing) - houtconstructie en belastingen (beton en mechanica) Organiseren van uitvoering (OR). Opstellen van contracten Bouworganisatie in beeld brengen

7.

Ingangseisen

8.


Beroepsrol: een bouwtechnisch en constructief adviseur 150 studiepunten behaald Deeltijd Bouwkunde t/m course 8+werkportfolio (course 11/12) Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de bouwtechnische aspecten zoals:  toetsen van het gebouw op warmte, vocht, ventilatie, brandveiligheid, geluid, daglicht en energie  globaal installatie ontwerp 250

9.

10

Competenties


Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Gebouwindeling en oriëntatie (vrije indeelbaarheid, ligging, Z-oriëntatie, transport etc)  Energieaanpak in NL te behandelen (EPC, EPA, energiebewustwording, nieuwe norm NEN-EPG)  Energietoepassingen (PV, zonnecollectoren, WKO, WKK, etc)  Marktontwikkelingen (energieneutrale concepten, etc) In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 1: Initiëren en sturen  Competentie 2: Ontwerpen (BMU-12 Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in VO en DO)  Competentie 3; specificeren  Competentie 6; monitoren,toetsen en evalueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  De opdracht wvv is gemaakt. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast.  De opdracht bvg is gemaakt. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast. De uitkomsten zijn getoetst aan de eisen. De consequenties zijn geformuleerd.  De opdracht dle is gemaakt. Een EPC-berekening is uitgevoerd de daglichttoetreding is geanalyseerd. De resultaten zijn getoetst aan de eisen. Er is een overzicht van energiebesparende maatregelen opgesteld met consequenties voor de EPC.  De opdracht installaties is gemaakt. Er is een globaal installatieontwerp dat voldoet aan de installatie eisen.

251

Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. 11 Tentaminering

Deeltentamens

Cijfer/Vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

3.2.01|BMU-12-WVV

C

55

20%

geen

2

3.2.02|BMU-12-BenV

C

55

20%

geen

2

3.2.03|BMU-12-DenE

C

55

20%

geen

2

3.2.04|BMU-12-Instal

C

55

40%

geen

2

INTP

V

v

0

geen

2

Deeltentamen 1

3.2.01|BMU-12-WVV

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student voert de opdracht wvv uit. Hij maakt berekeningen voor de isolatiedikte, controleert op condensatie en maakt ventilatiebalans berekeningen. Het rapport is logisch en leesbaar opgesteld. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast. Hieraan zijn logische conclusies verbonden. 1 Weging deeltentamen 1 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


252

Deeltentamen 2

3.2.02|BMU-12-BenV

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student voert de opdracht bvg uit. Hij bepaalt de brandveiligheid van het project en bekijkt of het project voldoet aan alle geluidseisen. Eveneens zijn de consequenties voor de gevels tgv de geluidsbelasting door railverkeer in beeld gebracht. Het rapport is logisch en leesbaar opgesteld. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast, de juiste eisen zijn toegepast en hieraan zijn logische conclusies verbonden. 1 Weging deeltentamen 2 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


Deeltentamen 3

3.2.03|BMU-12-DenE

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student voert de opdracht dle uit. Hij analyseert de daglicht- en EPC berekening en toets deze aan de prestatieeisen. De student maakt een overzicht van energiebesparende maatregelen en geeft hoe zo efficiënt mogelijk een EPC verlaging wordt gerealiseerd. Het rapport is logisch en leesbaar opgesteld. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast, de juiste eisen zijn toegepast en hieraan zijn logische conclusies verbonden. 1 Weging deeltentamen 3 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


Deeltentamen 4

3.2.04|BMU-12-Instal

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student voert de opdracht installaties uit. Hij maakt een globaal installatieontwerp en toetst deze aan de eisen.


Het ontwerp is logisch en leesbaar. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast, de juiste eisen zijn toegepast. 1 Weging deeltentamen 4 is 40%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


253

Deeltentamen 5

INTP

Toetsvorm


Beschrijving


12

Beoordelingscriteria Aantal examinatoren Verplichte literatuur

13 14


15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18


De student heeft alle gevraagde producten positief afgesloten. 1        

Readers en handleidingen Doelproject en bedrijf student Boeken: onder andere Jellema-reeks, Basisboek Toegepaste Mechanica Welleman, J. Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok Zo doe je een onderzoek, Grit en Julsing Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort) Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort


 Beoordeling warmte, vocht en ventilatie BMU-12  Beoordeling brandveiligheid en geluid BMU-12  Beoordeling daglicht en energie BMU-12  Beoordeling installaties BMU-12 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Een bezoek aan de locatie maakt onderdeel uit van het lesprogramma. Hoorcolleges 12 Werkcolleges 0 Studiebegeleiding 3 (deel)tentamens 0 Overige activiteiten 135 Zelfstudie 60 Totaal 210 uur Semester 3 Niet van toepassing

254


Opleiding Doelgroep

3. 4.


5.


6.


OWE course sem3-CO ‘herbestemming’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Doorstroom vanuit course sem2 of doorstroom 3e jaars student reguliere deeltijd Bouwkunde Instroom met instelling Ad-Bouwkunde (deeltijd) Constructief ontwerpen (CO) niveau 2 (gevorderd) houtconstructie en belastingen  Berekenen van statisch bepaalde vakwerken.  Berekenen van houten balken (controle op buiging en dwarskracht)  Hoofdwapening van eenvoudige betonconstructies kunnen bepalen (buigtrekwapening en beugels). 7.5 Studiepunten, 210 SBU 27% in onderwijsdeel 73% in beroepsuitoefeningdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE course sem3-BT, OWE course sem3-AR en OWE course sem3-OR. Er wordt in groepen van drie à vier deelnemers gewerkt aan een herbestemming van een ouder gebouw. Het structuurplan wordt verstrekt. Vanuit de gegeven situatie wordt eerst een raming (budgetbepaling) gemaakt. Vervolgens wordt het plan volledig uitgewerkt op het gebied van architectuur, bouwtechniek, bouwfysica, constructie, installaties en getoetst aan de geldende regelgeving. De uitwerking moet voorzien zijn van een volledige begroting en zal gepresenteerd worden voor een panel van experts en mogelijke (eind)gebruikers. In het eindproduct moet helder zijn uitgewerkt de technische en financiële haalbaarheid van deze herbestemming. Naast het groepswerk moeten de deelnemers voor alle onderdelen ook een individuele opdracht maken (eigen doelproject). Er wordt gewerkt aan de volgende beroepstaken: Architectonisch Ontwerpen (AR), - geven van een architectonische invulling aan een bestaand schetsontwerp van een ouder gebouw - filosofie en architectuurgeschiedenis (vergelijken van gebouwen waar in de beroepssituatie aan gewerkt wordt met gebouwen uit geschiedenis) - (architectonisch ontwerp) toetsing aan bouwbesluit Bouwtechnisch Ontwerpen (BT), - uitwerken van een schetsontwerp - globale kostenraming voor herbouw - warmte, vocht, ventilatie, brandveiligheid, geluid, daglicht en energie – hierop ontwerp toetsen. (bouwtechniek en bouwfysica) - installatie ontwerp. Voor het oudere gebouw wordt op basis van een schetsontwerp het plan uitgewerkt tot en met DO-niveau.

255

Constructief ontwerpen (CO) - beoordelen en (globale berekeningen) van de constructies van het gebouw (voor en na verbouwing) - houtconstructie en belastingen (beton en mechanica) Organiseren van uitvoering (OR). Opstellen van contracten Bouworganisatie in beeld brengen

7.

Ingangseisen

8.


9.

Competenties

10


Beroepsrol: een bouwtechnisch en constructief adviseur 150 studiepunten behaald Deeltijd Bouwkunde t/m course 8+werkportfolio (course 11/12) Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de constructieve aspecten van het gebouw voor en na de verbouwing. Hierbij moet de constructie beoordeeld (bestaand) en globaal berekend (nieuw) worden. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Gebouwindeling en oriëntatie (vrije indeelbaarheid, ligging, Z-oriëntatie, transport etc)  Energieaanpak in NL te behandelen (EPC, EPA, energiebewustwording, nieuwe norm NEN-EPG)  Energietoepassingen (PV, zonnecollectoren, WKO, WKK, etc)  Marktontwikkelingen (energieneutrale concepten, etc) In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (BMU-12 Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in VO en DO, BMU01 Technische uitvoeringsvarianten) Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. 256

Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Er zijn statisch bepaalde vakwerk berekeningen gemaakt. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast.  Er zijn sterkte berekeningen van houten balken gemaakt. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast.  De hoofdwapening van eenvoudige betonconstructies zijn bepaald. De wapening voldoet aan de richtlijnen, normen en eisen. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. 11 Tentaminering

Deeltentamens

Cijfer/Vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

3.3.01|BMU-00-WIS-3

C

55

27%

geen

2

3.3.02|BMU-01-MECH2

C

55

33%

geen

2

3.3.03|BMU-12-const

C

55

40%

geen

2

Deeltentamen 1

3.3.01|BMU-00-WIS-3

Toetsvorm


Beschrijving

Je maakt kennis met vergelijkingen, machten, functies, goniometrie, noodzakelijk voor het uitwerken van praktische, beroepsgerichte vraagstukken.

257


De berekeningen worden correct uitgevoerd met de juiste formules en gegevens, zijn duidelijk beschreven en waar nodig voorzien van tussenantwoorden of duidelijke, relevante schetsen. 1 Weging deeltentamen 1 is 27%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 2

3.3.02|BMU-01-MECH2

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student maakt sterkteberekeningen voor statisch bepaalde vakwerken en eenvoudige betonconstructies.


De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast. Hieraan zijn logische conclusies verbonden.

2 Weging deeltentamen 2 is 33%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 3

3.3.03|BMU-12-const

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student maakt sterkteberekeningen voor houtconstructies en belastingschema’s.

Beoordelingscriteria Aantal examinatoren Cesuur 12


13 14


De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast. Hieraan zijn logische conclusies verbonden. 1 Weging deeltentamen 3 is 40%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.  Readers en handleidingen  Doelproject en bedrijf student  Boeken: onder andere Jellema-reeks,  Basisboek Toegepaste Mechanica Welleman, J.  Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok  Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort)  Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort Zie verdere specificatie op Scholar  Beoordeling Opdracht Houtconstructie en belastingen (beton en mechanica)  Beoordeling constructie BMU-12

258

15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18



Opleiding Doelgroep

3. 4.


5.


6.


 Beoordeling wiskundetoets (WIS-03) Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Een bezoek aan de locatie maakt onderdeel uit van het lesprogramma. Hoorcolleges 12 Werkcolleges 0 Studiebegeleiding 3 (deel)tentamens 2 Overige activiteiten 133 Zelfstudie 60 Totaal 210 uur Semester 3 Niet van toepassing

OWE course sem3-OR ‘herbestemming’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Doorstroom vanuit course sem2 of doorstroom 3e jaars student reguliere deeltijd Bouwkunde Instroom met instelling Ad-Bouwkunde (deeltijd) Organiseren (OR) niveau 3 (bachelor) professioneel handelen in projectteam  POP  Opdracht Cultuur en gedrag van de organisatie  Opdracht bouworganisatie BMU-03  Globale kostenraming voor herbestemming BMU-12  Presentatie herbestemming ouder gebouw BMU-12 (groepsopdracht)  Opdracht contracten BMU-14  Opdracht relatie contract – uitvoering (GOTIK) BMU-14 7,5 Studiepunten, 210 SBU 40% in onderwijsdeel 60% in beroepsuitoefeningdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE course sem3-BT, OWE course sem3-CO en OWE course sem3-AR. Er wordt in groepen van drie à vier deelnemers gewerkt aan een herbestemming van een ouder gebouw. Het structuurplan wordt verstrekt. Vanuit de gegeven situatie wordt eerst een raming (budgetbepaling) gemaakt. Vervolgens

259

wordt het plan volledig uitgewerkt op het gebied van architectuur, bouwtechniek, bouwfysica, constructie, installaties en getoetst aan de geldende regelgeving. De uitwerking moet voorzien zijn van een volledige begroting en zal gepresenteerd worden voor een panel van experts en mogelijke (eind)gebruikers. In het eindproduct moet helder zijn uitgewerkt de technische en financiële haalbaarheid van deze herbestemming. Naast het groepswerk moeten de deelnemers voor alle onderdelen ook een individuele opdracht maken (eigen doelproject). Er wordt gewerkt aan de volgende beroepstaken: Architectonisch Ontwerpen (AR), - geven van een architectonische invulling aan een bestaand schetsontwerp van een ouder gebouw - filosofie en architectuurgeschiedenis (vergelijken van gebouwen waar in de beroepssituatie aan gewerkt wordt met gebouwen uit geschiedenis) - (architectonisch ontwerp) toetsing aan bouwbesluit Bouwtechnisch Ontwerpen (BT), - uitwerken van een schetsontwerp - globale kostenraming voor herbouw - warmte, vocht, ventilatie, brandveiligheid, geluid, daglicht en energie – hierop ontwerp toetsen. (bouwtechniek en bouwfysica) - installatie ontwerp. Voor het oudere gebouw wordt op basis van een schetsontwerp het plan uitgewerkt tot en met DO-niveau. Constructief ontwerpen (CO) - beoordelen en (globale berekeningen) van de constructies van het gebouw (voor en na verbouwing) - houtconstructie en belastingen (beton en mechanica) Organiseren van uitvoering (OR). Opstellen van contracten Bouworganisatie in beeld brengen

7.

Ingangseisen

8.


Beroepsrol: een bouwtechnisch en constructief adviseur 150 studiepunten behaald Deeltijd Bouwkunde t/m course 8+werkportfolio (course 11/12) Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de organisatorische aspecten van de contractvorming. Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle 260

9.

Competenties

 Gebouwindeling en oriëntatie (vrije indeelbaarheid, ligging, Z-oriëntatie, transport etc)  Energieaanpak in NL te behandelen (EPC, EPA, energiebewustwording, nieuwe norm NEN-EPG)  Energietoepassingen (PV, zonnecollectoren, WKO, WKK, etc)  Marktontwikkelingen (energieneutrale concepten, etc) In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2 Ontwerpen (BMU-12 Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in VO en DO)  Competentie 3: Specificeren (BMU-14 Organiseren van de contractvorming)  Competentie 4: Realisatie (BMU-03 Ondernemerschap) Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 3 (bachelor) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren 

10.


Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  De opdracht Cultuur en gedrag is gemaakt. De organisatie is onderzocht op Cultuur en gedrag en nader geanalyseerd.  Er is een organogram bedrijfsorganisatie en een t/f-matrix opgesteld van het eigen bedrijf.  De opdracht contracten is gemaakt. Er is een contract document opgesteld op basis van de opdracht. De analyse is helder. Het contract is compleet.  De opdracht relatie contract-uitvoering is gemaakt. Er is analyse opgesteld van de relatie tussen het contract en de uitvoering van het project op basis van GOTIK.  Er is een globale kostenraming voor de herbestemming opgesteld. De kostenraming gaat uit van realistische prijzen. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria): 261



De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. 11 Tentaminering

Deeltentamens

Cijfer/Vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

3.4.05|BMU-12-pres

C

55

20%

geen

2

3.4.02|BMU-00-POP-3

C

55

13,33%

geen

2

3.4.01|BMU-00-C&G

C

55

13,33%

geen

2

3.4.03|BMU-03-Eon2

C

55

13,33%

geen

2

3.4.04|BMU-12-beg

C

55

13,33%

geen

2

3.4.06|BMU-14-Eon2

C

55

13,33%

geen

2

3.4.07|BMU-14-Eon3

C

55

13,33%

geen

2

Deeltentamen 1

3.4.04|BMU-12-pres

Toetsvorm

Presentatie

Beschrijving

Presentatie van herbestemming oude gebouw.


De presentatie is logisch opgebouwd, heeft diepgang en er worden de juiste conclusies getrokken. De presentatie sluit aan bij de doelgroep, ook wat betreft taal en terminologie. Er wordt ingegaan op vragen. De student controleert of de essentie bij de toehoorders is overgekomen. Houding: staat rechtop en laat handen vrij, heeft goed oogcontact met de doelgroep. Spreektempo is adequaat, spreekt verstaanbaar, stemvolume is afgestemd op ruimte en doelgroep. Maakt goed gebruik van AV ( powerpoint)

262


6 Weging deeltentamen 1 is 27%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.

Deeltentamen 2

3.4.02|BMU-00-POP-3

Toetsvorm


Beschrijving

Plannen, sturen en bewaken middels het opstellen van een Persoonlijk Ontwikkeling Plan.


Oriëntatie OWE heeft plaatsgevonden Er is een persoonlijke sterkte-zwakte analyse gemaakt Er worden persoonlijke leervragen of leerdoelen genoemd Er is een actie plan gericht op: * praktijksituatie * theoretische achtergrond ( school) De resultaten worden in de vorm van producten beschreven Handtekening bedrijfsmentor Handtekening opleidingsmentor Er is een portfolio aangelegd Er is een reflectieverslag gemaakt over afgelopen periode Het geheel ziet er verzorgd uit Compleet ingeleverd

Aantal examinatoren

1

Cesuur

Weging deeltentamen 2 is 13%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1,0 tot 10,0 afgerond op één decimaal.

Deeltentamen 3

3.4.01|BMU-00-C&G

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student voert de opdracht uit. Hij analyseert o.a. de organisatie op cultuur en gedrag.


Het rapport is logisch en leesbaar opgesteld. De analyse is helder waaraan logische conclusies zijn verbonden. 1 Weging deeltentamen 3 is 13%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten. 1.2.04|BMU-03-Eon2

Deeltentamen 4

263

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

De student heeft kennis van organisaties en past dit toe in de vakopdracht.


Juiste toepassing van de indicatoren voor een gegeven casus. 1 Weging deeltentamen 1 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de genoemde criteria resulterend in een eindwaardering van 10 t/m 100.

Deeltentamen 5

3.4.03|BMU-12-beg

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

Je stelt een kostenraming op van het project herbestemming oude gebouw.


De kostenraming is reëel opgesteld op basis van werkelijk prijzen. • onderscheid gemaakt in hoofd- en bijzaken.

Aantal examinatoren

1

Cesuur


Deeltentamen 6

3.4.05|BMU-14-Eon2

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

Je stelt een contractdocument op voor de uitvoering van het project herbestemming oude gebouw.


Het contractdocument is compleet. Alle soorten activiteiten en materialen zijn beschreven.

Aantal examinatoren

1

Cesuur


Deeltentamen 7

3.4.06|BMU-14-Eon3

264

Toetsvorm

Vakopdracht

Beschrijving

Je onderzoekt de relatie tussen contract en uitvoering en rapporteert dit.


Het rapport is compleet. Alle relaties zijn beschreven.

Aantal examinatoren

1

Cesuur


12


13 14


15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17

Onderwijsperiode

 Readers en handleidingen  Doelproject en bedrijf student  Boeken: onder andere Jellema-reeks,  Basisboek Toegepaste Mechanica Welleman, J.  Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok  Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort)  Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort Zie verdere specificatie op Scholar  Beoordeling begroting BMU-12  Organogram bedrijfsorganisatie en t/f-matrix BMU-03  Presentatie herbestemming ouder gebouw BMU-12  Beoordeling POP (POP-03)  Beoordeling opdracht beoordeling contracten BMU-14  Beoordeling opdracht relatie contract – uitvoering (GOTIK) BMU-14 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Een bezoek aan de locatie maakt onderdeel uit van het lesprogramma. Hoorcolleges 16 Werkcolleges 0 Studiebegeleiding 4 (deel)tentamens 4 Overige activiteiten 126 Zelfstudie 60 Totaal 210 uur Semester 3

265

18




5.


6.


7.

Ingangseisen

8.


Niet van toepassing

Course 11-12OR Verdiepende stage (Advanced internship) Bouwkunde Deeltijd BMU studenten die doorstromen vanuit hun propedeusefase Organiseren (OR) Tijdens de stage wordt gewerkt aan een portfolio waarvoor diverse documenten gemaakt worden. Denk daarbij aan bijvoorbeeld:  Door slb-er goedgekeurd voorlopige POP.  Aangepast POP naar aanleiding van gesprek met bedrijf en goedgekeurd door stagedocent.  Gespreksverslagen en door bedrijf ondertekende weekstaten.  Authentieke beroepsproducten met per product een reflectieverslag.  Relevante beroepsproducten van voldoende kwantiteit en variatie in relatie met het POP.  Een eindreflectie op de hele stage.  Een volledig ingevuld en ondertekend bedrijfsbeoordelingsformulier.  Compleet praktijk onderzoek opzetten: Identificeren van de vraag, afwegingen van de mogelijkheden aansluitend, eisen, doelstellingen en randvoorwaarden identificeren, structureren van de onderzoeksaanpak en het opzetten van een onderzoeksvraag, geschikte onderzoeksmethode inzetten en vervolgens uitvoeren van toegepast onderzoek, interpreteren van de informatie en conclusies formuleren. Deze producten worden samen met de relevante beroepsproducten in het portfolio opgenomen. 30 Studiepunten / 840 SBU (binnen deze studiebelasting behoort tevens de voorbereidingen op de stage binnen het SLB programma) De verdiepende stage is aan het eind van de theoretische fase in de opleiding geplaatst (eind derde studiejaar). Dit om zo de verworven kennis en vaardigheden (competenties) toe te passen en te verdiepen. Hierdoor verscherpt het beeld op de beroepspraktijk waardoor de studie een verdieping en een betere context krijgt. Middels de stage wordt de theoretische studie in de hoofdfase als het ware ‘afgerond’ voordat afstuderen op een hoger niveau gaat plaatsvinden. Deelname aan course 11-12 wordt verleend onder de volgende voorwaarden: Serieuze deelname aan course 9+10 en 120 studiepunten behaald excl. Minor. Afwijking van deze eis is mogelijk indien een studiecontract is afgesloten. De student gebruikt zijn relevante werkplek als stageplek. Daarbij gelden de volgende eisen: - SLB-verklaring - Goedkeuring door stagecoördinator In de verdiepende stage wordt de aanwezige kennis verdiept in het bedrijfsleven. De stageplaats moet passen bij de gekozen afstudeerrichting.

266

9.

Competenties

10.


In de stageperiode kunnen vrijwel alle competenties worden geoefend op niveau 2 (gevorderd). Deze moeten in het POP van de student staan omschreven. OWE Stage11-12

Indicatoren

Beoordelingscriteria Beoordeeld wordt op vorm, vakinhoud en reflectief vermogen zowel vakinhoudelijk als sociaalcommunicatief.

Presentatie Portfolio

Beoordeeld wordt op inhoud, vorm en kwaliteit van het bewijsmateriaal. Duurzame aspecten zullen tijdens de beoordeling van het portfolio aandacht krijgen. Herkansing voor het portfolio moet binnen 20 weken na de laatste stagedag worden aangeleverd. Beoordeling onderzoek op kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese en evaluatie Beoordeeld wordt op de kwaliteit van de producten in relatie tot de complexiteit ervan en de zelfstandigheid waarmee er aan gewerkt is, alsmede op de algemene indruk op de onderdelen: inzet, belangstelling voor het werk, initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.

Bedrijfsbeoordeling

11.

Tentaminering

Deeltentamen Stage 11-12

Code

Cijfer / Vink

Min. Grens

Weging

Tentamenvor m

Stage11-12 OR

C

5,5

100%

Portfolio presentatie

12. 13. 14. 15.


16. 17. 18.



Opleiding

Stagegids N.v.t. In deze OWE’s loopt de student stage bij een bedrijf in zijn of haar afstudeerrichting. De student wordt op zijn stageorganisatie begeleid door een praktijkbegeleider die de organisatie beschikbaar stelt. 840 uur Semester 1 en 2 Niet van toepassing

OWE course sem4-BT ‘Minor Bouwprocesbeheersing’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU 267

2. 3. 4.

Doelgroep Beroepstaak/beroepstaken (Beroeps)Producten

5.


6.


7. 8.


9.

Competenties

10


Alle studenten die hun propedeuse hebben behaald. Doorstroom course sem2/3. Bouwtechnisch ontwerpen (BT) niveau 3 (bachelor) brandveiligheid en uitvoeringstechnieken  Opdracht leidinggeven  Opdracht Brand: brandveiligheid, brandwerende doorvoeringen en brandcompartimentering.  Opdracht bouwmethodieken: Analyseverslag ruwbouw 7.5 Studiepunten, 210 SBU 60% in het onderwijsdeel 40% in het beroepsuitoefeningsdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem4-OR. In deze course worden in twee OWE’s de beroepstaken organiseren en bouwtechnisch ontwerpen samengebracht. De OWE met de beroepstaak ‘organiseren’ richt zich op de uitvoerings-, contracten planningsaspecten. De OWE met de beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ richt zich op de bouwtechnische ontwerpaspecten. 150/180 studiepunten behaald Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de bouwtechnische aspecten zoals:  brandveiligheid  uitvoeringstechieken Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik  Cradle-to-cradle  Gebouwindeling en oriëntatie (vrije indeelbaarheid, ligging, Z-oriëntatie, transport etc)  Energieaanpak in NL te behandelen (EPC, EPA, energiebewustwording, nieuwe norm NEN-EPG)  Energietoepassingen (PV, zonnecollectoren, WKO, WKK, etc)  Marktontwikkelingen (energieneutrale concepten, etc) In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 2 (gevorderd) aan bod:  Competentie 2: Ontwerpen (BMU-01 Technische uitvoeringsvarianten)  Competentie 6: Monitoren, toetsen en evalueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 3 (bachelor) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.

268

  

Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving. Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze. Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten.

Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  De opdracht brand is gemaakt. De juiste rekenformules en berekeningsmethoden zijn toegepast. De resultaten zijn getoetst aan de bouwfysische uitgangspunten. De juiste details zijn getekend. Voor elke keuze is een onderbouwing gegeven.  De opdracht uitvoeringstechnieken is gemaakt. De bouwsystemen zijn beschreven. Een verantwoording van het systeem is gegeven alsmede de mogelijkheden voor optimalisering. De consequenties voor de tijdsindicatie is onderbouwd. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren.  De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen.  De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen. 11 Tentaminering

Deeltentamen 1

Deeltentamens

Cijfer/vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

4.2.01|BMU-00-LG

C

55

13,3%

1x herkansing

2x per jaar

4.2.02|BMU-01-brand

C

55

20%

1x herkansing

2x per jaar

4.2.03|BMU-01-Eon3-verbeter

C

55

66,7%

1x herkansing

2x per jaar

4.2.01|BMU-00-LG

269

Toetsvorm

Essay

Beschrijving

Je leert om jezelf een beter beeld te geven wat jouw sterke en misschien ook wat jouw zwakkere punten bij het leidinggeven zijn. Presentatie Structuur en inhoud Scherpe vragen opstellen goede formulering Voldoende vragen Uitwerking interviews Goede samenvatting Conclusie en verbeterpunten Creativiteit Origineel Realistisch vernieuwend Taalgebruik spelling te lange zinnen goed gebruik van alinea's kop en voettekst en index teveel tekst hoofdzaken en bijzaken onderscheiden 1 Weging deeltentamen 1 is 13,3%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.



Deeltentamen 2

4.2.02|BMU-01-brand

Toetsvorm

Beroepsproducten,vakopdracht

Beschrijving

Je maakt kennis met verschillende maatregelen mbt de brandveiligheid van een project zoals; brandwerende doorvoeringen en brandcompartimentering - staat de opdracht in de uitwerking? - ontvankelijkheidtoets: is de uitwerking volledig (cf. indiening vakwijzer): aantal details. - is de (project)context duidelijk? - hoofd-/bijzaken goed inzichtelijk gemaakt? - niveau aangeleverde details - foto's bijgeleverd


270


- toelichting structureel en reproduceerbaar - detailniveau in relatie tot project - kloppen de bouwfysische uitgangspunten. - vindt er terugkoppeling plaats en worden er verbeteropties aangedragen - attesten bijgevoegd / klopt onderbouwing - type detail - mate van uitwerking / diepgang - verzorgd - leesbaar - leesstijl, grammatica en spelling - visualisaties 1 Weging deeltentamen 2 is 20%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 3

4.2.03|BMU-01-Eon3-verbeter

Toetsvorm

Beroepsproducten, vakopdracht

Beschrijving

Je maakt kennis met verschillende uitvoeringstechnieken, onder andere stapelbouw, insitu, prefab en mengvormen en je leert herkennen wat de voor - en nadelen van de verschillende uitvoeringsvarianten zijn. Om te laten zien dat je de competentie op niveau 3 (bachelor) beheerst, maak je verbetervoorstellen die een positieve invloed op de uitvoeringstechnieken zullen hebben. Technische onderbouwing: Onderbouwing van Techniek op basis van systemen en materieel in relatie tot de vraagstelling:  Investeringen  Gehanteerde eenheidsprijzen  Mogelijkheden van haalbaarheid  Motivatie van alternatieven  Kwaliteit verslaglegging Kwaliteit onderbouwing: Onderbouwing van kwaliteit en haalbaarheid in relatie tot de vraagstelling:  Investeringen  Gehanteerde normeringen  Mogelijkheden van haalbaarheid  Motivatie alternatieven  Kwaliteit verslaglegging


271


1 Weging deeltentamen 3 is 66,7%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.  Readers en handleidingen  Doelproject en bedrijf student  Boeken: onder andere Jellema-reeks,  Basisboek Toegepaste Mechanica Welleman, J.  Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok  Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort)  Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort

12


13 14



15

Werkvormen

Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd.

16

Les-/contacturen

17 18


Hoorcolleges Werkcolleges Studiebegeleiding (deel)tentamens Overige activiteiten Zelfstudie Totaal Semester 4 Niet van toepassing


Opleiding Doelgroep Beroepstaak/beroepstaken

  

Opdracht Leidinggeven Opdracht Brand: brandveiligheid, brandwerende doorvoeringen en brandcompartimentering. Opdracht Onderzoeken van bouwmethodieken. Stel een analyseverslag op voor de ruwbouw van het afgegeven doelproject op met als bijlage een afschrijving rapportage voor de basis constructie die wordt uitgevoerd als zijnde in het werk gestort.:

6 8 4 0 132 60 210 uur

OWE course sem4-OR ‘Minor Bouwprocesbeheersing’ Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Alle studenten die hun propedeuse hebben behaald. Doorstroom course sem2/3. Organiseren (OR) niveau 3 (bachelor) management, planning en beheer- en onderhoudsplannen 272

4.

(Beroeps)Producten

5.


6.


7. 8.


 

POP Opdracht HUP: HUP als managementinstrument, inzet middelen, bouwtijd en mijlpalen, leveringsschema’s en voortgangscontroles.  Opdracht Bedrijfseconomie: verband bedrijfs- en projectorganisatie, kostensoorten en kostenplaatsen, bedrijfs- en projectresultaat.  Rapport Bouwplaatsmanagement: ontwerpbeschrijving en advies, fase tekeningen, exploitatieoverzicht, werkwijze en aanpak.  Rapport kwaliteitsmanagement: opstellen en analyse keuringsplan, analyse keuringen, verbetervoorstellen.  Verslag voortgang en planning: werkelijke voortgang vergelijken met planning, signaleren ontoelaatbare afwijkingen, verschillen analyseren en maatregelen vaststellen, sturend optreden in bouwvergaderingen, bijstellen planning, herkennen bevoegdheden.  Rapport opleveringen: beschrijving procedure opleveringen binnen bedrijf, beschrijving oplevering project, overzicht opleverpunten laatste 5 projecten, oorzaken opleverpunten, prestatie-indicator opleveringen.  Advies verbetervoorstellen opleveringsprocedure.  Evaluatieplan van een project: schema van de kennisontwikkeling binnen het bedrijf van de student.  Rapport evaluatieplan: evaluatieproces, informatieverwerking, evaluatiedocumenten.  Elementenbegroting (raming): toetsing prijs dmv benchmark of referentiegetallen.  Meerjaren onderhoudsplan: technische informatie voor beheer- en onderhoud, meerjarenplanning (5 jaar), visie op onderhoud bouwwerk, integraal plan voor onderhoud (25 jaar) inclusief financiën en advies over piekuitgaven, gebouwdossier. 22,5 Studiepunten, 630 SBU 60% in het onderwijsdeel 40% in het beroepsuitoefeningsdeel Deze OWE vormt een course samen met OWE Course sem4-BT. In deze course worden in twee OWE’s de beroepstaken organiseren en bouwtechnisch ontwerpen samengebracht. De OWE met de beroepstaak ‘organiseren’ richt zich op de uitvoerings-, contracten planningsaspecten. De OWE met de beroepstaak ‘bouwtechnisch ontwerpen’ richt zich op de bouwtechnische ontwerpaspecten. 150/180 studiepunten behaald Bij deze onderwijseenheid wordt ingegaan op de organisatorische aspecten zoals:  Kwaliteitsmanagement  Bedrijf- en projectorganisatie  Planningen  Beheer- en onderhoudsplan  Bouwplaatsmanagement Het criterium ‘duurzaamheid’ maakt onderdeel uit van de beoordelingscriteria t.a.v. de projectopdracht. Studenten dienen zich in dit verband te verdiepen in:  Duurzaam materiaalgebruik

273

9.

10.

Competenties


 Cradle-to-cradle  Gebouwindeling en oriëntatie (vrije indeelbaarheid, ligging, Z-oriëntatie, transport etc)  Energieaanpak in NL te behandelen (EPC, EPA, energiebewustwording, nieuwe norm NEN-EPG)  Energietoepassingen (PV, zonnecollectoren, WKO, WKK, etc)  Marktontwikkelingen (energieneutrale concepten, etc) In deze course komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 3 (bachelor) aan bod:  Competentie 4 Realisatie  Competentie 5 Beheren  Competentie 6 Monitoren, toetsen en evalueren Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 3 (bachelor) over de volgende algemene HBO competenties beschikt:  Competentie 7 Onderzoeken  Competentie 8 - Communiceren en samenwerken  Competentie 9 - Managen en innoveren Algemene beoordelingscriteria De beschreven deelproducten moeten voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria voor de beroepsproducten De beroepsproducten moeten voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  De opdrachten, rapporten en verslagen zijn gemaakt. De juiste analyses zijn gemaakt en conclusies zijn getrokken. Kennis en berekeningsmethoden zijn toegepast. De resultaten zijn getoetst. De juiste details zijn getekend. Voor elke keuze is een onderbouwing gegeven.  De elementenbegroting is gemaakt. De prijzen zijn getoetst aan benchmark of referentiecijfers.  De evaluatieplan is geschreven tbv van het eigen bedrijf en getoetst aan de theorieën.  De meerjaren onderhoudsplan is opgesteld voor het project. Het plan bevat een 5 jaren plan en een integraal onderhoudsplan voor 25 jaar inclusief financiën en advies over peikuitgaven, alsmede een gebouwdossier. Criteria voor werkhouding Om te beoordelen of de student zich op professionele wijze heeft laten zien gedurende de course, toont hij middels een reflectie aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):

274

    

De student toont aan dat hij in staat is om voor zijn eigen werk een realistische werkplanning te maken, volgens plan zijn activiteiten uit te voeren & bij te sturen indien nodig, structuur aan te brengen in zijn werk en resultaten binnen de gestelde tijd op te leveren. De student toont aan dat hij in staat is om monodisciplinair samen te werken in teams onder directe begeleiding. De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren. De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen en de rol van voorzitter/gespreksleider uit te oefenen. De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen.

11 Tentaminering

Deeltentamens

Cijfer/vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

4.1.01 BMU-00-POP-4

C

55

4,4%

geen

2

4.1.02 BMU-02-Eon3

C

55

6,7%

geen

2

4.1.03 BMU-03-Eon3

C

8,9%

geen

2

4.1.04 BMU-04-Eon3

C

55 55

13,3%

geen

2

4.1.05 BMU-07-Eon3

C

55

13,3%

geen

2

4.1.06 BMU-08-Eon3

C

55

8,9%

geen

2

4.1.07 BMU-09-Eon2

C

55

6,7%

geen

2

4.1.08 BMU-09-Eon3

C

55

6,7%

geen

2

4.1.09 BMU-10-Eon2

C

55

4,4%

geen

2

4.1.10 BMU-10-Eon3

C

55

4,4%

geen

2

4.1.11 BMU-11-Eon1

C

55

8,9%

geen

2

4.1.12 BMU-15-Eon1

C

55

13,3%

geen

2

Deeltentamen 1

4.1.01 BMU-00-POP-4

Toetsvorm


275

Beschrijving Beoordelingscriteria


Je leert om je eigen studie te plannen, sturen en bewaken middels het opstellen van een Persoonlijk Ontwikkelings Plan. Is er een startprofiel gemaakt Orientatie OWE heeft plaatsgevonden Er is een persoonlijke sterkte-zwakte analyse gemaakt Er worden persoonlijke leervragen of leerdoelen genoemd Er is een actie plan gericht op: praktijksituatie en theoretische achtergrond (school) De resultaten worden in de vorm van producten beschreven Handtekening bedrijfsmentor Handtekening opleidingsmentor Er is een portfolio aangelegd Er is een reflectieverslag gemaakt over afgelopen periode Het geheel ziet er verzorgd uit en is compleet ingeleverd 1 Weging deeltentamen 1 is 4,4%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 2

4.1.02 BMU-02-Eon3

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je leert: kunnen beoordelen van een bestaande HUP voorstellen tot verbetering implementeren van de HUP als managementinstrument wijze van terugkoppeling in het belang van de lerende organisatie optimale inzet van geld en middelen in het bestek vermelde bouwtijd en mijlpalen dat de HUP te gebruiken is om leveringsschema's e.a. afgeleide schema's te kunnen maken bruikbaarheid voor voortgangscontrole 1 Weging deeltentamen 2 is 6,7%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.



Deeltentamen 3

4.1.03 BMU-03-Eon3

276

Toetsvorm

Beroepsproduct en peerassessment

Beschrijving

Je maakt kennis met het bedrijfseconomisch beleid van de bouwonderneming en kunt deze koppelen aan een specifiek bouwproject. primaire verband tussen bedrijfsorganisatie en projectorganisatie maakt onderscheid tussen kostensoorten kiest de bijbehorende kostenplaatsen communiceert met de bedrijfsleiding en medewerkers op de bouwplaats over de relatie tussen het financiële bedrijfsresultaat en het projectresultaat 1 Weging deeltentamen 3 is 8,9%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.



Deeltentamen 4

4.1.04 BMU-04-Eon3

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je leert hoe de bouwplaats te managen en het ontwikkelen van een visie daarop.


- Ontwerpbeschrijving en advies - Fase tekeningen - Exploitatieoverzicht - Werkwijze en aanpak - Verslag - Eindrapport (structuur, presentatie, taal) 1 Weging deeltentamen 4 is 13,3%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


Deeltentamen 5

4.1.05 BMU-07-Eon3

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je leert hoe een (kwaliteits)managementsysteem, zowel in de onderneming als op en voor projecten, wordt gemaakt en hoe de juiste toepassing ervan wordt bewaakt. Je maakt kennis met risicomanagement, PKP en het verbeteren daarvan. Layout inhoudsopgave kop- / voettekst met relevante informatie


277


hoofdstukindeling goede opmaak inclusief lettertype literatuurlijst Structuur en samenhang duidelijke samenhang stuk met kop / romp / staart Leesbaarheid prettig leesbaar weinig taal- en grammaticafouten Uitwerking analyse diepgaande analyse eigen keuringsplan aan de hand van de leerstof als geen eigen keuringsplan dan uitgewerkt voorstel voor eigen bedrijf Uitwerking analyse diepgaande analyse keuringen aan de hand van de leerstof als geen eigen keuringen dan uitgewerkt voorstel voor eigen bedrijf bewaken en sturen op keuringen op basis van PDCA is de meting eenduidig (goed / niet goed) Conclusies conclusies komen voort uit de analyses top 3 voor verbetering aanwezig en relevant 1 Weging deeltentamen 5 is 13,3%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 6

4.1.06 BMU-08-Eon3

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je leert hoe je de voortgang van een project bewaakt en • Wat de gevolgen van een voor - of achterstand zijn op projectniveau en op bedrijfsniveau. Om vervolgens maatregelen voor te stellen, die de stand zouden kunnen verbeteren en die dan vervolgens te vertalen in consequenties. • Deze consequenties tevens te bespreken bij jouw eigen doelproject in een werkbespreking en daar een verslag van te maken en vier weken later hier een evaluatie van te maken. de werkelijke voortgang systematisch vergelijken met de planningen; tijdig signaleren van ontoelaatbare afwijkingen; de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke planning analyseren en maatregelen vaststellen; sturend optreden in de bouwvergadering en in de werkvergaderingen t.a.v. de te nemen maatregelen; bijstellen van de prognose van de geplande bouwtijd;


278


herkennen van de gevallen waarin de eigen bevoegdheden worden overschreden. 1 Weging deeltentamen 6 is 8,9%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 7

4.1.07 BMU-09-Eon2

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

De student leert een analyse te maken van opleveringen binnen het eigen bedrijf.


Beschrijving van de procedure, oplevering, binnen het eigen bedrijf is geregeld., Geef aan welke (standaard)documenten hierbij worden gebruikt. Beschrijving voor een middelgroot recent opgeleverd project binnen uw bedrijf: - de bestekseisen t.a.v. het opleveren hoe de oplevering heeft plaatsgevonden hoe de eindafrekening heeft plaatsgevonden wat de opleverpunten waren hoe de garanties zijn geregeld wat de kosten van de nazorg zijn geweest Overzicht van de opleverpunten van de laatste 5 opgeleverde projecten. Geef voor deze opleverpunten aan wat de oorzaken zijn geweest dat deze punten bij de oplevering nog niet waren opgelost. Ga na in hoeverre projecten de afgelopen jaren door uw bedrijf op tijd worden opgeleverd. Leg deze situatie vast in een prestatie-indicator en een meetwaarde. 1 Weging deeltentamen 7 is 6,7%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


Deeltentamen 8

4.1.08 BMU-09-Eon3

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je leert een verbeter - cq optimalisatievoorstel te maken voor de opleveringsprocedure binnen je bedrijf.


mogelijke verbetervoorstellen toelichting en onderbouwing 1

Aantal examinatoren

279

Cesuur

Weging deeltentamen 8 is 6,7%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.

Deeltentamen 9

4.1.09 BMU-10-Eon2

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je neemt kennis van het opstellen van een evaluatieplan van een project.


Ontwikkelen van een schema van de kennisontwikkeling binnen het bedrijf van de student  bedrijfsfilosofie tav de evaluatie  een korte beschrijving van het protocol of richtlijn Indien niet voorradig dan dient de studenten een globaal voorstel voor een evaluatieprotocol of - richtlijn toe te voegen ontwikkelen van een evaluatieplan minimaal 3 zoeklicht aandachtpunten 1 Weging deeltentamen 9 is 4,4%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


Deeltentamen 10

4.1.10 BMU-10-Eon3

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je leert om een volledig evaluatieproces uit te voeren van een doelproject, met als uitgangspunt het eerder opgestelde evaluatieplan (assessment niv. 2). De student dient een rapport op te stellen dat minimaal bestaat uit de volgende onderdelen: • Korte inleiding • Verloop van het evaluatieproces • Informatieverwerking van de evaluatie-output. • Bijlagen: Agenda voor de evaluatiebespreking Verslag van de bespreking Beschrijving van de gebruikte evaluatiedocumenten / formulieren Alle ingevulde documenten / formulieren 1 Weging deeltentamen 10 is 4,4%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.



280

Deeltentamen 11

4.1.11 BMU-11-Eon1

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je maakt een complete elementenraming of begroting van het doelproject.


complete elementenraming of begroting elementenbeschrijving * prijs * materiaalgebruik * toetsing prijs door benchmark of gebruik referentiegetallen 1 Weging deeltentamen 11 is 8,9%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


Deeltentamen 12

4.1.12 BMU-15-Eon1

Toetsvorm

Beroepsproduct

Beschrijving

Je leert een onderhoud en beheerinventarisatie te maken, het opstellen van een meerjaren onderhoudsplan en het verzorgen van een integraal plan voor het onderhoud. Je maakt kennis met het gebouwdossier. Van het aangewezengebouw wordt alle benodigde technische informatie verzameld, benodigd voor beheer en onderhoudsbeleid. Dat zijn onder meer: - foto's van de bouwdelen (indien mogelijk), - materiaalbeschrijvingen - eenheden (m, m2, m3,stuks etc.) - zichtbare gebreken, - data van aanbrengen van onderdeel (van oudere bouwwerken) of oplevering (van nieuwe bouwwerken) - aanwezige garantiecertificaten en onderhoudsvoorschriften van leverancier/fabrikant - onderhoudscycli van de onderhavige bouwmaterialen, bouwdelen of constructies - beschrijving van de nodige/gewenste werkzaamheden en prestaties per (ge)bouw(onder)deel Op basis van de eerder verzamelde informatie dient - een in bouwdelen gespecificeerde meerjaren planning gemaakt te worden voor beheer en onderhoud van het gebouw. De planninghorizon dient op 5 jaar te worden gesteld. - een beschrijving van jou visie op onderhoud voor dit bouwwerk - maak een onderscheid in - draagconstructie


281

- schil - installatie (in overleg met en bij het deel van de betreffende docent) - scheidingswanden -vaste inrichting Verzorgen van een integraal plan voor het onderhoud over een cyclus van 25 jaar van het bouwwerk waarbij de financiële kant ook wordt belicht. per jaar wordt aangegeven wat de totale gebouwkosten zijn. Zie als voorbeeld figuur 3.7 Op basis van deze prognose dient een advies te worden gegeven op welke wijze eventuele piekuitgaven over meerdere jaren kunnen worden verdeeld of een andere oplossing om ervoor te zorgen dat de vereiste gelden worden gereserveerd. Voor het door u gerealiseerde project het volgende. 1. Bepaal de relevante informatie in de processen, die moet worden beheerd. 2. Bepaal de relevante partijen.(zie afb 1). 3. Bepaal de communicatiestromen, met betrekking tot informatieoverdracht. 4. Ontwerp en ontwikkel een gebouw dossier omgeving, in samenwerking met de relevante partijen. 5. Implementeer het gebouwdossier, met een goede introductie en begeleiding bij het eerste gebruik. 6. Denk aan realisatie fase en exploitatiefase. 7. Wat zijn statische en dynamische gebouwgerelateerde Informaties. 1 Weging deeltentamen 12 is 13,3%. Ondergrens minimaal 55 punten. Elk beroepsproduct wordt beoordeeld tussen 1.0 en 10.0. Gewogen gemiddelde van de beroepsproducten.


12


      

13 14



      

Readers en handleidingen Doelproject en bedrijf student Boeken: onder andere Jellema-reeks, Basisboek Toegepaste Mechanica Welleman, J. Tabellen voor bouwkunde en waterbouw 9e druk, Blok Websites: leveranciers, overheid en verenigingen (Betonvereniging, Vereniging bouwen met staal enzovoort) Vaktijdschriften zoals: Bouwwereld, De Aannemer enzovoort Rapportage POP-4 Hoofduitvoeringsplanning BMU-02 Bedrijfseconomie BMU-03 Bouwplaatsinrichting BMU-04 Kwaliteitsmanagement BMU-07 Bouwtijdbeïnvloeding BMU-08 Opleveren project BMU-09 282

15

Werkvormen

16

Les-/contacturen

17 18


 Evalueren project BMU-10  Projectdefinitie BMU-11  Beheren van gebouwen BMU-15 Zelfstudie, zelfwerkzaamheid, actionlearning en (zelf)reflectie op de beroepspraktijk staan in het programma centraal. Met behulp van de colleges / trainingen waaruit het programma is opgebouwd worden deze processen ondersteund en wordt hieraan vanuit theoretisch / methodisch oogpunt richting gegeven. De projectopdracht vormt hierbij als het ware ‘de spil’ waaromheen de trainingen / colleges zijn opgebouwd. Hoorcolleges 48 Werkcolleges 8 Studiebegeleiding 0 (deel)tentamens 0 Overige activiteiten 394 Zelfstudie 180 Totaal 630 uur Semester 4 Niet van toepassing

Course sem5-OR ‘afstuderen’


Opleiding Doelgroep Beroepstaak/beroepstaken (Beroeps)Producten

5. 6.

Studiepunten/studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen

7.

Instituut Built Environment, opleiding Bouwkunde richting BMU Studenten die gaan afstuderen. Organiseren (OR)

Afstudeerwerk conform afstudeerprotocol (zie insite HAN), meestal bestaand uit:  Afstudeerverslag  Bijlagen bij het verslag  Procesmap  Literatuurstudie 30 Studiepunten. 840 SBU In deze OWE worden alle competenties welke benodigd zijn voor het behalen van de bachelorgraad afgesloten. Gestart mag worden als er minimaal 195 studiepunten van de major zijn behaald inclusief minor of 165 studiepunten exclusief minor. Voor het verkrijgen van het diploma moeten alle 240 Studiepunten zijn behaald.

283

8.


Het afstudeerproject vormt de afsluiting van de bacheloropleiding Built Environment. Bij voorkeur voeren de studenten in groepen van twee of drie een bedrijfsopdracht uit. De groep kan samengesteld zijn uit verschillende afstudeerrichtingen van het Instituut. Ook is het mogelijk een combinatie te vormen met studenten van een ander instituut. Door specifieke bedrijfsopdrachten kan het echter wenselijk zijn individueel af te studeren. Vanzelfsprekend wordt door de student bij het uitvoeren van de afstudeeropdracht rekening gehouden met duurzame ontwikkeling in de brede zin van het woord. Denk daarbij aan materiaalgebruik, energiebesparende maatregelen, energieopwekking, installatietechniek, bouwmethodiek, omgevingsinvloeden, welzijn, kostenaspecten, etc. etc. etc.

9.

Competenties

Voor deze afstudeerrichting moeten de volgende competenties minimaal op niveau worden behaald:

10.


   

-

Competentie 1 Initiëren en sturen

-

Competentie 2 Ontwerpen

-

Competentie 3 Specificeren

-

Competentie 4 Realiseren

-

Competentie 5 Beheren

-

Competentie 6 Monitoren, toetsen en evalueren

-

Competentie 7 Onderzoeken

-

Competentie 8 - Communiceren en samenwerken

- Competentie 9 - Managen en innoveren Producten dusdanig geordend en hanteerbaar dat de examinatoren in 60 minuten tot een oordeel kunnen komen. Reflectie op beroepstaken en bijbehorende producten Literatuurstudie aanwezig Procesmap aanwezig

11 Tentaminering

Deeltentamens

Cijfer/vink

Min. grens

Weging

Compensatie

Frequentie

INTafst-Afstuderen

C

5,5

40%

nvt

4

Rap-Rapporteren

C

5,5

60%

nvt

4

Deeltentamen 1

INTafst

Toetsvorm

Integrale toets afstuderen

Beschrijving

Bij een afstudeergroep van (bij voorkeur) twee of drie personen is de Integrale Toets Afstuderen bij benadering als volgt opgebouwd (de getallen tussen haakjes geven de duur weer bij een groep van twee personen) over 75 (zestig) minuten: 1. gedurende 25 (twintig) minuten presentatie van het afstudeerproject door de groep; 284

2. 3. 4. 5. Aantal examinatoren Cesuur 12


13 14


15 16


17 18


gedurende dertig (twintig) minuten discussiëren de groepsleden, de assessoren en de gecommitteerde over het afstudeerproject, de portfolio’s en de zelfreflectieverslagen; hierna trekken de assessoren zich met de gecommitteerde en de bedrijfsbegeleider(s) terug voor overleg; nadat zij de bedrijfsbegeleider(s) gehoord hebben, buigen de assessoren zich in aanwezigheid van de gecommitteerde over het cijfer nadat zij het cijfer hebben vastgesteld, delen de assessoren dit met een motivering aan de leden van afstudeergroep mee.

2 Het niet behalen van de Integrale Toets Afstuderen en Rapporteren blokkeert de vrijgave van 30 Studiepunten voor de OWE course sem5-OR. Zo doe je een onderzoek/druk 2 Roel Grit/Mark Julsing Competent afstuderen en stagelopen, Piet Kempen en Jimme Keizer Informatie op Insite rond het afstuderen Afhankelijk van het afstudeerproject Geen De afstudeergroep start met het maken van een plan van aanpak. Hierin geeft de groep onder andere aan welke producten zij gaat leveren. In ieder geval leveren zij per persoon:  bij aanvang een POP, als onderdeel van het PvA.  een zelfreflectieverslag. Als groep leveren zij:  een afstudeerverslag (met noodzakelijke bijlage(n);  een procesverslag;  een literatuurstudie. De groepsproducten worden ná goedkeuring op het PvA door de begeleiders met de toegewezen afstudeerbegeleiders afgestemd. Het afstudeerprotocol (zie insite BE) is bepalend voor de procedure Zie punt 17 Hoorcolleges 0 Werkcolleges 0 Studiebegeleiding 40 (deel)tentamens 2 Overige activiteiten 558 Zelfstudie 240 Totaal 840 uur Semester 5 Niet van toepassing

285

286

Integrale Toets Integrale toets postpropedeuse Titel

Integrale toets postpropedeuse

1 Opleiding

Bouwkunde

2 Doelgroep

Studenten bouwkunde in de postpropedeutische fase (eind course 9-10) Op niveau 2 (gevorderd) (zelfstandig / begeleid)  Architectonisch ontwerpen AR  Bouwtechnisch ontwerpen BT  Constructief ontwerpen CO  Organiseren OR De integrale toetsing richt zich hoofdzakelijk (70%) op de beroepstaak die past bij de gekozen afstudeerrichting. In de overige 30% worden de andere beroepstaken getoetst.

3 Beroepstaken


 Portfolio  Presentatie voor docent en bedrijfsleven  Hand-out van de presentatie met een motivering

5 Tentamen: Studiepunten, studielast a.

Examen

Deze integrale toets heeft betrekking op de OWE’s: 

OWE Course 9-10-AR



OWE Course 9-10-BT



OWE Course 9-10-CO



OWE Course 9-10-OR

Bij welke OWE de studiepunten worden vrijgegeven is afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting. 6 Samenhang

Alle beroepstaken worden in samenhang getoetst. De toets richt zich voor 70% op de gevolgde beroepstaak. De overige 30% zal gaan over de andere drie beroepstaken.

7 Ingangseisen


 Propedeuse moet zijn behaald.  OWE’s course 7 en 8 moeten zijn behaald.  Goedkeuring op portfolio door de SLB-er  Assessoren toegang tot afgerond portfolio: 1 week van tevoren In een portfolio en daarop volgend assessment toon je de samenhang aan tussen de beroepstaken. Daarbij licht de aandacht voor 70% op je gekozen afstudeerrichting. De andere drie beroepstaken moet in het portfolio in samenhang worden aangetoond (resterende 30% van het portfolio). Tevens toon je in het portfolio de opgeleverde beroepsproducten 287

en de competenties op minimaal niveau 2 (gevorderd) aan. Als basis neem je hiervoor de beroepsproducten die je gedurende course 9 en 10 hebt gemaakt. De integrale toets duurt 45 minuten. Tijdens het assessment stellen de examinatoren aanvullende vragen over je producten en je leerervaring. Er zijn 2 assessoren betrokken bij de presentatie: een docent die ook in de betreffende beroepstaak heeft gedoceerd en een externe met deskundigheid in een andere beroepstaak. Indien geen externe deskundige beschikbaar is zullen twee docenten betrokken zijn. 9 Competenties

De volgende competenties minimaal op niveau 2 (gevorderd) (onder begeleiding / zelfstandig):  C01 Initiëren en sturen  C02 Ontwerpen  C03 Specificeren  C04 Realiseren  C05 Beheren  C06 Monitoren, toetsen en evalueren  C07 Onderzoeken  C08 Communiceren en samenwerken  C09 Managen en innoveren

10 Indicatoren /



Portfolio dusdanig geordend en hanteerbaar dat de beoordelaars in 30 minuten tot een oordeel kunnen komen.

Toetscriteria



Groepsproducten duidelijk voorzien van individuele inbreng



Reflectie op beroepstaken en bijbehorende producten

De SLB-er beoordeelt van tevoren het portfolio van de student op samenhang en volledigheid. Tevens dient het portfolio te bevatten:  Actuele cijferlijst  SLB-verklaring 11 Integrale toets:

Het betreft een portfolio-assessment

12 Literatuur /

Het behalen van de integrale toets postpropedeuse wordt verwerkt in de OWE Course 9-10. Niet gespecificeerd.

288

Aanvullende informatie 13 periode/Frequentie

Periode 2 en 4; 2 x per jaar.

Integrale toets afstuderen Titel


1 Opleiding

Bouwkunde

2 Doelgroep

Studenten bouwkunde die de ‘proeve van bekwaamheid’ willen afleggen. Op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig)  Architectonisch ontwerpen AR  Bouwtechnisch ontwerpen BT  Constructief ontwerpen CO  Organiseren OR De integrale toets richt zich uitsluitend op de beroepstaak die past bij de gekozen afstudeerrichting.

3 Beroepstaken

b.


 Afstudeerwerk  Presentatie voor begeleider, assessor en gecommitteerde.

5 Tentamen:

Betreft een afsluitend examen, zijnde een van de volgende onderwijseenheden:

Studiepunten, studielast c.

Examen

OWE Course 15-16-AR 

OWE Course 15-16-BT



OWE Course 15-16-CO



OWE Course 15-16OR

De OWE is afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting. 6 Samenhang

De integrale toets richt zich op alle competenties die op niveau 3 (bachelor) moeten worden afgesloten.

7 Ingangseisen

 165 studiepunten in de major behaald  Positieve tussenbeoordeling door de begeleiders


 Op tijd inleveren van de producten. Bij een afstudeergroep van twee personen is de integrale toets afstuderen bij benadering als volgt opgebouwd (de getallen tussen haakjes geven de duur weer bij een groep van drie personen) over zestig (vijfenzeventig) minuten:

289

 

gedurende twintig (vijfentwintig) minuten presentatie van het afstudeerproject door de groep; gedurende twintig (dertig) minuten discussiëren de groepsleden, de assessoren en de gecommitteerde over het afstudeerproject, de portfolio’s en de zelfreflectieverslagen;  hierna trekken de assessoren zich met de gecommitteerde en de bedrijfsbegeleider(s) terug voor overleg;  nadat zij de bedrijfsbegeleider(s) gehoord hebben, buigen de assessoren zich in aanwezigheid van de gecommitteerde over het cijfer; nadat zij het cijfer hebben vastgesteld, delen de assessoren dit met een motivering aan de leden van afstudeergroep mee. 9 Competenties

De volgende competenties minimaal op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig):  C01 Initiëren en sturen  C02 Ontwerpen  C03 Specificeren  C04 Realiseren  C05 Beheren  C06 Monitoren, toetsen en evalueren  C07 Onderzoeken  C08 Communiceren en samenwerken  C09 Managen en innoveren Opmerking: van de negen competenties moeten er minimaal vijf worden afgerond op niveau 3 (bachelor), de andere competenties mogen worden afgerond op niveau 2 (gevorderd). Daarnaast moeten van de competenties C07, C08 en C09 minimaal twee competenties worden afgerond op niveau 3 (bachelor). Per afstudeerrichting wordt het niveaus van de competenties aangegeven, zie hiervoor studiegids deel 3 bladzijde 7.

10 Indicatoren /



Producten dusdanig geordend en hanteerbaar dat de examinatoren in 60 minuten tot een oordeel kunnen komen.






Literatuurstudie aanwezig

Toetscriteria

11 Integrale toets: Weging

 Procesmap aanwezig Het betreft de boordeling van het afstudeerwerk (schriftelijk werk) en de bijbehorende presentatie met mondelinge verdediging. Het behalen van de integrale toets afstuderen is de afsluiting van OWE Course 15-16.

compensatie 12 Literatuur /

Niet gespecificeerd. 290

Aanvullende informatie 13 Periode/ Frequentie

Zie jaarrooster; 4 x per jaar

Integrale toets afstuderen BMU

d.

Titel


1 Opleiding

Bouwkunde

2 Doelgroep 3 Beroepstaken

Studenten bouwkunde die de ‘proeve van bekwaamheid’ willen afleggen. Op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig) 1 Organiseren OR De integrale toets richt zich uitsluitend op de beroepstaak die past bij de gekozen afstudeerrichting.


 Afstudeerwerk  Presentatie voor begeleider, assessor en gecommitteerde.

5 Tentamen:

Betreft een afsluitend examen van OWE Course Sem5-OR (30 studiepunten)

6 Samenhang

De integrale toets richt zich op alle competenties die op niveau 3 (bachelor) moeten worden afgesloten.

7 Ingangseisen

 165 studiepunten in de major behaald  Positieve tussenbeoordeling door de begeleiders


9 Competenties

 Op tijd inleveren van de producten. Bij een afstudeerder is de integrale toets afstuderen bij benadering als volgt opgebouwd over 60 (zestig) minuten: 1 gedurende 20 (twintig) minuten presentatie van het afstudeerproject door de afstudeerder; 2 gedurende 20 (twintig) minuten discussiëren de afstudeerder, de assessoren en de gecommitteerde over het afstudeerproject, de portfolio’s en de zelfreflectieverslagen; 3 hierna trekken de assessoren zich met de gecommitteerde en de bedrijfsbegeleider(s) terug voor overleg; 4 nadat zij de bedrijfsbegeleider(s) gehoord hebben, buigen de assessoren zich in aanwezigheid van de gecommitteerde over het cijfer; nadat zij het cijfer hebben vastgesteld, delen de assessoren dit met een motivering aan de leden van afstudeergroep mee. De volgende competenties minimaal op niveau 3 (bachelor) (zelfstandig):  C01 Initiëren en sturen  C02 Ontwerpen 291

 C03 Specificeren  C04 Realiseren  C05 Beheren  C06 Monitoren, toetsen en evalueren  C07 Onderzoeken  C08 Communiceren en samenwerken  C09 Managen en innoveren Opmerking: van de negen competenties moeten er minimaal vijf worden afgerond op niveau 3 (bachelor), de andere competenties mogen worden afgerond op niveau 2 (gevorderd). Daarnaast moeten van de competenties C07, C08 en C09 minimaal twee competenties worden afgerond op niveau 3 (bachelor). Per afstudeerrichting wordt het niveaus van de competenties aangegeven, zie hiervoor studiegids deel 3 bladzijde 7. 10 Indicatoren /



Producten dusdanig geordend en hanteerbaar dat de examinatoren in 60 minuten tot een oordeel kunnen komen.






Literatuurstudie aanwezig

Toetscriteria

11 Integrale toets: Weging compensatie 12 Literatuur /

 Procesmap aanwezig Het betreft de boordeling van het afstudeerwerk (schriftelijk werk) en de bijbehorende presentatie met mondelinge verdediging. Het behalen van de integrale toets afstuderen is de afsluiting van OWE Course sem5. Niet gespecificeerd.

Aanvullende informatie 13 Frequentie

4 x per jaar

292

Verkorte programma’s Verkorte leerroute bachelor Bouwkunde Aanvrager die op grond van het voldoen aan de specifieke toelatingsvoorwaarde(n), te weten:  een MBO-opleiding niveau 4, beroepsopleidende leerweg (BOL) , opleidingsdomein Bouw en infrastructuur, sector Techniek en beroepssector Bouw;  alle vakken met een voldoende zijn afgesloten;  het getuigschrift niet ouder is dan 2 jaar dan deze vrijstellingsaanvraag is vrijgesteld van  de OWE’s 1 en 2;  de OWE’s 5 en 6 (stage). en is toelaatbaar tot de hbo-bacheloropleiding Bouwkunde van Built Environment. De bij deze vrijstelling horende studiepunten (60 studiepunten) worden pas aan het eind van het eerste studiejaar toegekend als de 30 studiepunten van de OWE’s 3 en 4 zijn behaald.

293

Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Opsomming van de HAN-gecertificeerde minoren die de opleiding verzorgt. Conform artikel 3.4 lid 8 van de OER

Minor DUTCH ARCHITECTURE Title Education Unit (EDU)(OWE)

(EDU)(OWE) Course 13-14-AR DUTCH ARCHITECTURE

1. 2.

Education Target group

Department Built Environment, education Building Engineering Main phase students with specialization Architecture or Building-Construction Technique

3. 4.

Vocational tasks (Professional) Products

5. 6. 7.

Credits Consistency with other OWE’s (EDU’s) Entry requirements

Architectural Design (AD)(AR) The professional products consist of:  Project definition  Elaboration of individual architectural designs on different scale levels  Research results of theoretical subjects/lectures  Presentation(s) of products and results  Reflection(s) on products, process and own development Total 30 Credits. Total study load 840 hours. (HAN-share 15 Credits)(ArtEZ-share 15 Credits) Deepening minor, level 3, specialization Architecture and Building-Construction Technique.

8.

General description

9.

Competences

 Specialization Architecture or Building-Construction Technique, level 2 accomplished (that is: the major exclusive graduation project); students are allowed a maximum of 15 credits lagging behind OR  Admission through portfolio assessment To promote connection with further education and architectural professional practice this minor Dutch Architecture will be organized in cooperation with ArTEZ_school of Arts. You will learn about the history of Dutch Architecture and how it finds its way into the World. You will visit the highlights of modern Dutch Architecture and have a hands-on, inside-out experience on the spot. You will discover design tools and learn to use them. Learning goals:  Learn hands-on about modern Dutch Architecture  Learn to reflect, think, talk and write about the subject  Learn how to handle design tools in different way’s  Learn different visualization tools  Learn about the dynamics in a design process  Learn to communicate your product to professionals In this course, the following substantive competences, on level 3, are addressed:  C01, define theme and problem/project task (Design project definition)  C02, architectural design (Drafting and assessing alternatives in design fases)

294

 C03, detailing and materialization (Prepare project data for permit application)  C07, research, collecting and analyzing architectural data Personal competences, level 3.  C07, planned and project work in cyclic processes  C08, communicate on visual and authentic manner  C09, steer professional development, determining your position 10.

Assessment criteria

EDU (OWE)

Form / Competence

Minor

Theory

B-AR

C01, C02, C07

Short projects C02, C03, C07,

Indicators

Assessment criteria

Paper modern architectural history

A clear and comprehensive paper handling about an architectural theme and its development in time.

Building analysis, making an architectural analysis of an existing building

A clear and comprehensive, visual presented, architectural analysis

Individual Architectural Designs (landscape, urban planning, architecture, interior)

A clearly stated and presented architectural design which gives a solution for the project definition

C08, C09

Long project

Individual Architectural Design (architecture

C01, C02, C03,

in its surroundings)

A clearly stated and presented architectural design which gives a solution for the project definition

C07, C08, C09

Reflection C09

Paper(s)

Presentations

Presentation and web-design

A clear and comprehensive paper(s) on products, design process and your professional development

C08

Themes and project task

Paper(s) (project definition)

A clear and comprehensive visual presentation in an authentic manner A clear and comprehensive project definition handling about the chosen theme and project task

C01

See table below course13-14 11.

Assessment

Part exam

Code

Mark / Tick

Lower limit

Weighting

Form

1 minor B-AR BEminAR M 5,5 100% Assessment The general assessment criteria and the criteria for the professional products must be demonstrated during the portfolio assessment

295

Part exam

Short description

Through Portfolio assessment the following components are reviewed/assessed:  Theory (paper)(total share 15%) (HAN-share 7,5%)(ArtEZ-share 7,5%)  Short projects (designs) (total share 35%) (ArtEZ-share 35%)  Long project (design)(total share 35%) (HAN-share 35%)  Reflections (paper)(total share 5%) (HAN-share 2,5%)(ArtEZ-share 2,5%)  Presentations (total share 5%) (HAN-share 2,5%)(ArtEZ-share 2,5%)  Theme and project task (paper)(share 5%) (HAN-share 2,5%)(ArtEZ-share 2,5%) https://www1.han.nl/insite/bct/content/Boekenlijsten.xml?lang=nld&menusub=Boekenlijsten&inno_gen=gen_id_155&sitedir=/insite/bc t Architecture, Form, Space and Order, Francis D.K. Ching Modern Architecture since 1900, William J.R, Curtis Adobe Web Premium Studio To analyze, to question and research, reflect and consider architecture, participate in architectural design processes, make your own architectural design, present the results, reflect on the design results and design process. Excursions, lectures and work colleges, workshops, expert moments, interviews 1 minor B-AR

12.

Required literature

13. 14.

Software Activities

15. 16.

Didactic working forms Lectures/contact hours

17. 18.

Education period Maximum number of participants

Guest lectures Lectures Workshops Work colleges Project guidance Other activities Selfstudy Total study load in hours Semester 1 inapplicable

64 20 48 112 56 48 452 840

Minor Bouwtechniek (BT), 'LOW EC & HIGH TEC' (Minor Building technology) Titel onderwijseenheid (OWE) 1. 2. 3.


OWE Course 13 + 14; MINOR BOUWTECHNIEK (BT) 'LOW EC & HIGH TEC' Bouwkunde Studenten die een verdiepende minor op het gebied van Bouwtechniek en Duurzaam Bouwen willen volgen. Bouwtechnisch ontwerpen (BT), niveau 3 (bachelor) 296

4.

(Beroeps)Producten

5.

Studiepunten/ studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen

6. 7.

8.


9.

Competenties

De student werkt in deze minor aan een portfolio waarin de volgende deelproducten zijn opgenomen: • Adviesrapporten op basis van onder andere het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student en diverse rapporten van vooronderzoeken die nodig zijn voor het uitwerken van het ontwerp, zowel op het gebied van Bouwtechniek als op het gebied van duurzaamheid. • In samenhang uitgewerkte onderdelen van het ontwerp (gevelfragmenten, doorsneden, plattegronden, installatietechniek, details, maquettes). • Liggende A0 poster met daarop de conclusies van de groep studenten als presentatiemiddel. • Reflecties op het proces en de producten als onderdeel van het portfolio. 30 Studiepunten, 840 SBU Deze OWE is een verdiepende minor op het gebied van Bouwtechniek en sluit aan bij Bouwtechniek op niveau 2 (gevorderd). Studenten hebben voldoende voorkennis en interesse op het gebied van bouwtechniek of architectuur op niveau 2 (gevorderd). Als formele toelatingseis geldt dat course 1 tot en met 12 van de major Bouwkunde, met specialisatie Architectonisch, Bouwtechnisch ontwerp zijn behaald (dwz: de major exclusief het afstuderen). De studenten mogen maximaal 15 Studiepunten achterstand hebben. Tevens is toelating van andere HBO instellingen mogelijk, mits wordt voldaan aan een maximale achterstand van 15 studiepunten. De studenten werken in groepjes van twee tot drie personen in de context van een ontwerpbureau als assistent bouwtechnisch ontwerper aan de uitwerking van een gegeven of ontworpen project. Het voorontwerp dient op schetsniveau te zijn uitgewerkt voordat er wordt gestart met de bouwtechnische uitwerking. De multidisciplinaire aspecten van de uitwerking worden in samenhang behandeld. Enerzijds wordt duurzaamheid onderzocht (“Low Ec”), anderzijds wordt Bouwtechniek verdiepend onderzocht (“High Tech”).

In deze minor komen de volgende inhoudelijke competenties op niveau 3 (bachelor) aan bod:     


Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 3 (bachelor) over de volgende algemene HBO competenties beschikt.

10.


 C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren De deelproducten in het portfolio dat de student opbouwt gedurende deze minor worden beoordeeld op niveau 3 (bachelor). Hieronder worden de beoordelingscriteria op hoofdlijnen beschreven. Algemene beoordelingscriteria 297

11.

Tentaminering

Het ontwerp van het bedrijventerrein (inclusief alle deelproducten) moet voldoen aan de volgende algemene beoordelingscriteria:  Beschikbare informatie is geanalyseerd en beoordeeld op bruikbaarheid.  Producten zijn logisch van opbouw.  Analyses zijn logisch, daarbij lettend op: juistheid, netheid, compleetheid, werkbaarheid, omschrijving.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. Criteria Het ontwerp moet voldoen aan de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria:  Voor een bouwkundig project zijn alternatieven varianten ontwikkelt in zowel de fase van het Voorontwerp (VO) als de aansluitende fase van het Definitief Ontwerp (DO). De alternatieven en varianten kunnen zich richten op o.a. de locatie, het tracé, de inrichting, constructie, esthetica, detaillering, uitvoeringsaspecten, energiezuinigheid, etc. Dit op basis van beschikbare projectdefinitie (bijv. PvE).  Voor een bouwkundig project is op basis van de beschikbare informatie (Definitief Ontwerp) het project op een zodanig wijze verwoord/omschreven dat het geschikt is voor verdere contractverwerking. Criteria voor werkhouding Gedurende de minor toont de student aan dat hij heeft voldaan aan de volgende criteria (gebaseerd op de algemene HBO criteria):  De student toont aan dat hij in staat is om projecten planmatig in een team te kunnen opzetten en uitvoeren (al of niet onder leiding van). Alleen of samen met anderen stelt hij een plan van aanpak op voor een project, maakt daarbij gebruik van modellen, geeft prioriteiten in het werk aan en levert resultaten volgens planning op.  De student toont aan dat hij in staat is om (multi)disciplinair samen te werken in een team onder directe begeleiding.  De student toont aan dat hij in staat is om vanuit zijn eigen deskundigheid en discipline effectief schriftelijk en mondeling te communiceren.  De student toont aan dat hij in staat is om een agenda op te stellen, de rol van projectleider uit te oefenen en zijn medestudenten te begeleiden in hun werkzaamheden.  De student toont aan dat hij in staat is om zijn eigen professionele ontwikkeling als startende beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te sturen met als doel te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroepsmatig handelen.  Een uitgebreide beschrijving van deze criteria op niveau 3 (bachelor) is terug te vinden in de coursehandleiding Tentaminering Toetsing

Deeltentamens

Cijfer

(Naam HAN-SIS) 1 MinorBT

Weging

Vinkje

Min. grens

C

5,5

100%

Frequentie

Compensatiemogelijkheden

Deeltentamens

Geen

2

Deeltentamen 1

298

Toetsvorm

Producten in portfolio

Beschrijving

De student werkt gedurende zijn minor aan een portfolio dat bestaat uit de volgende onderdelen:  Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP)  Beroepsproducten  Reflectieverslagen  Verslagen feedback gesprekken POP  Er is een persoonlijke sterkte- zwakte analyse gemaakt.  Gemotiveerd wordt aan welke competenties de student expliciet wil werken.  Leervragen of leerdoelen zijn SMART uitgewerkt  De activiteiten zijn concreet en reëel.  De resultaten worden in de vorm van producten beschreven.  Het tijdspad is reëel.  Heldere stijl van formulering.  POP ziet er verzorgd uit. Beroepsproducten a. Authenticiteit: de producten zijn daadwerkelijk van de student afkomstig. b. Relevantie: product en competentie-(indicator) komen overeen. c. Kwantiteit en variatie: er worden meerdere producten getoond per competentie(indicator). d. Relatie tussen POP en de producten in het portfolio is duidelijk. e. Portfolio toont voldoende aan dat er aan de competentie-eisen is voldaan. f. De relatie tussen reflectieverslag en portfolio producten is duidelijk. g. Een ordelijk en overzichtelijk portfolio presentatie. h. De producten zijn voorzien van inleiding en verantwoording/reflectie. Reflectieverslagen a. Geeft aan wat hij wilde leren in de OWE. b. Geeft concreet aan wat er gedaan is (handelingen). In de ik-vorm. c. Geeft aan wat hij er geleerd is in de ik-vorm (=resultaten). d. Trekt duidelijke conclusies. e. Geeft aan hoe de taken anders aangepakt kunnen worden (alternatieven). f. Beschrijft nieuwe leerdoelen. g. Er is sprake van een heldere stijl van formulering. h. Het verslag ziet er verzorgd uit. Verslagen feedback gesprekken a. Bevat zelfanalyse (aan de hand van vragen).


299

b. c. Deeltentamen 2 Toets vorm Beschrijving


Levert op tijd de verslagen in. Bevat (na afloop van het gesprek) de belangrijke bespreekpunten en afspraken.

Presentatie per groep (2 of 3 studenten) De studenten communiceren de opzet en de speerpunten van hun uitwerking (presentatie). Samenvattend poster A0. (Wijze van presenteren is vrij, moet wel voor ca. 20 personen te volgen zijn) Studenten spreken luid en duidelijk; - Juiste toepassing van presentatiemiddelen; - Studenten zijn in staat het afgelegde proces (POP tot uitwerking) in het kort weer te geven; - Verhelderen en onderbouwen de specifieke aspecten van hun uitwerking.

Deeltentamen 3 Toetsvorm Beschrijving Beoordelingscriteria

12.


Assessment Groepsportfolio met gewaarmerkte individuele producten. 1. kwaliteit van de opbouw van het individuele portfolio (overzicht, netheid, correctheid); 2. kwaliteit en kwantiteit van de producten in het portfolio (correct opgezette bouwkundige tekeningen, doelgerichtheid en correctheid van onderzoeken); 3. de student kan op een vakkundige wijze uitleg geven over zijn producten en kan verbanden leggen tussen verschillende producten / beroepstaken; 4. de student kan zijn procesmatige ontwikkeling aantonen, leermomenten benoemen en onderbouwen op welke wijze hij heeft bijgedragen aan een zo consistent mogelijke (groeps)-uitwerking; Aantal examinatoren 2 Cesuur Weging: Deelt. 1 – 40 % (portfolio beoordel.); Deelt. 2 – 20 % (presentatie); Deelt. 3 – 40% (assessment) Wordt beoordeeld met een cijfer tussen 0 en 10 met 1 decimaal. De student moet minimaal een 5,5 behalen voor een voldoende. Alle deeltentamens moeten met een voldoende worden afgerond, zijnde een cijfer > 5,5.  Coursehandleiding minor Low Ec & High Tech  Boeken onder andere Jellema-reeks, Tabellenboek Bouwkunde, Bouwproducten, Bouwbesluit.  Vaktijdschriften: ‘Bouwwereld’; ‘Detail’  Websites: diverse websites van leveranciers bouwproducten en bevestigingsmiddelen; BRIS warenhuis; digitaal te raadplegen normen en normbundels.  Hand-outs colleges. 300

13. 14.


15.

Werkvormen

16.

Les-/contacturen

17. 18.


 Gastcolleges over specifieke onderwerpen. Documentatie van fabrikanten en leveranciers. o.a. Microsoft office Word en Excel, PowerPoint, Autocad, Revit. In deze minor doorloopt de student de volgende activiteiten: - Adviesrapporten op basis van onder andere het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) van de student en diverse rapporten van vooronderzoeken die nodig zijn voor het uitwerken van het ontwerp. - Ontdekken van samenhangende en elkaar beïnvloedende deelaspecten, zoals de relatie tussen een te ontwikkelen maatvoeringsysteem, details in het interieur, bouwtechnische en constructieve details en bouwdelen, duurzame toepassing van materialen, gezondheidsaspecten, brandveiligheid. Inzicht ontwikkelen en samenhangen herkennen. - Bedenken en beoordelen van alternatieven. - Begrip voor overige disciplines en enige kennis van de kennisgebieden. - Het ontwikkelen van een kritisch analyserende en innoverende onderzoekende houding met als resultaat een innovatieve, in samenhangen denkende breed georiënteerde professionele beroepsbeoefenaar. - Presentatie van onder andere genoemd bewijsmateriaal en deelopdrachten. - Presentatie van een liggende A0-poster met daarop in het kort de belangrijkste conclusies van de uitwerking van het project ten behoeve van de minormanifestatie. - Bezoeken van belangrijke, gerealiseerde projecten in de vorm van excursies. Workshops :  “Onderzoek voorbereiden en uitvoeren” in samenwerking met AIH.  Het thema speelt zich af in het gebied bij het Centraal Station in Utrecht en/of alternatief op een nader te bepalen locatie. In combinatie met minor Stedelijke Vernieuwing wordt in een workshop de inbedding en plaatsing van het gebouw in de stedelijke structuur onderzocht. Diverse hoorcolleges door de experts en/of gastsprekers over direct aan de minor gerelateerde onderwerpen zoals bouwtechniek, dubbele huid façades, brandveiligheid, installatietechniek en duurzaamheid. De hoor- en werkcolleges behandelen actuele onderwerpen en worden in overleg vastgesteld. In experturen worden de zelfsturende groepjes studenten door experts ondersteund bij het werken aan het project. Door middel van excursies kunnen studenten de theorie en/of toepassing van aspecten van de minor in de praktijk ervaren en onderzoeken. Hoorcolleges 28 Werkcolleges 56 Studiebegeleiding 28 (deel)tentamens 6 Overige activiteiten 30 Zelfstudie 692 Totaal 840 Semester 1, periode 1 en 2 Geen

301

MINOR STAD & LAND (S&L) (Urban and Area) Titel onderwijseenheid (OWE) 1.

2.

Opleiding Doelgroep

3. Beroepstaak/ Beroepstaken 4.

5. 6. 7.

(Beroeps)Producten

Studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen

Minor STAD & LAND (S&L) Minor STAD & LAND (S&L) De minor valt binnen het domein van Built Environment (BE) en is gerelateerd aan het HAN centre of expertise Krachtige Kernen (KK) 1 Deze minor is geschikt voor bachelorstudenten die op basis van hun majoropleiding (zijdelings) in aanraking kunnen komen met het stedenbouwkundig bouwen in zowel de stedelijke als landelijke omgeving, gericht op vernieuwing door cocreatie. Voor de minor zijn de volgende beroepstaken geformuleerd:  Stedenbouwkundig, interdisciplinair 2 en integraal3 analyseren van de problematiek binnen een stedelijke en een landelijke situatie  Stedenbouwkundige, interdisciplinaire en integrale synthese in ontwerpvoorstellen  Rapporteren van analyse en synthese Deelnemers aan de minor werken aan onderzoek binnen het thema Cocreatie in Stedenbouwkundige Transitie. Zij produceren in het kader van dit thema als groep de volgende producten:  Plan van aanpak  Literatuurstudie (onderwerp binnen 25% vrije cocreatieve groepsruimte)  Stedenbouwkundige Interdisciplinaire Analyse  Stedenbouwkundige Interdisciplinaire Ontwerpstudie  Rapportage analyse en synthese Daarnaast ontwikkelen de deelnemers een portfolio waarin de individuele kennisontwikkeling ten aanzien van Minor Cocreatie in Stedenbouwkundige Transitie wordt vastgelegd (25% vrije individuele ruimte) 840 SBU / 30 ECTS NVT  

Propedeuse + 90 ECTS behaald Of Studenten worden toegelaten tot de minor op basis van selectie door een motivatiebrief en vervolgens een intakegesprek.

1

Krachtige Kernen beoogt een met een integrale innovatieve aanpak de samenredzaamheid van burgers in kleine kernen te versterken waardoor leefkwaliteit intact blijft en daarmee een belangrijke voorwaarde voor regionale economisch succes in stand gehouden of verbeterd wordt. Er is een nieuw paradigma nodig: een professional ‘nieuwe stijl’ (of professional 2.0), state of art integrale technische toepassingen en een andere manier van organiseren. 2 Interdisciplinair betekent dat de domeinen wonen, zorg en welzijn aan bod komen. 3 Integraal betekent dat oplossingen voor de fysieke, sociale en digitale wereld integraal zijn benaderd.

302

8.


In deze OWE werken studenten aan een stedenbouwkundige analyse & ontwerp op het gebied van cocreatie4 in stedenbouwkundige transitie5. De focus van de minor wordt gevormd door de vraagstukken op het brede terrein van wonen, welzijn en zorg in kleine kernen, zowel in stedelijke wijken als op het platteland. Maatschappelijke ontwikkelingen als bevolkingskrimp, ontgroening en vergrijzing hebben een sterk negatief effect op zowel de leefkwaliteit als de economische ontwikkeling in kleine kernen. Dat wordt nog versterkt door een terugtredende overheid. De zorg die de afgelopen decennia ‘uit de samenleving is geprofessionaliseerd’ is ondoelmatig en onhoudbaar in termen van stijgende kosten voor wonen, zorg en welzijn. Dit alles vraagt anders denkende en werkende professionals uit techniek, welzijn/zorg en economie, anders organiseren van het aanbod en meer en betere inzet van technologie. Kortom een algehele transitie. Naast de noodzaak tot veranderen door de maatschappelijke ontwikkelingen is er ook een ideologisch motief: burgers krijgen meer vrijheid, sociale verbanden en maatschappelijk organisaties krijgen nieuw leven ingeblazen en komt er ruimte voor cocreatie om te voorzien in de voormalige publieke diensten. De uitdaging is om met de adequate burgerparticipatie en projectmanagement de transitie in te zetten. Zowel in de stad als op het platteland, met integrale scenario’s voor wonen, zorg, welzijn. Vormgegeven in de fysieke, sociale en digitale wereld

9.

Competenties

Specifieke competenties BE:

10

Beoordelings-criteria

 C01- Initiëren en sturen  C02- Ontwerpen  C03- Specificeren  C05- Beheren  C06- Monitoren, toetsen en evolueren  C07- Analyseren en onderzoeken  C08- Communiceren en samenwerken  C09- Managen en innoveren Waaronder de navolgende competenties specifiek aan bod komen:  Planmatig en projectmatig werken, niveau 3 (bachelor)  Inter- en multidisciplinair werken, niveau 3 (bachelor)  Stedenbouwkundige interdisciplinaire analyse uitvoeren, niveau 1 (basis)  Stedenbouwkundig interdisciplinair ontwerpen, niveau 1 (basis)  Rapporteren, niveau 3 (bachelor) (Nb de algemene competenties op niveau 3 (bachelor) = gelijk aan afstudeerniveau, de beroepscompetenties op niveau 1 (basis) = beginnend) De student vergaart kennis op het gebied van stedenbouwkundige analysen & ontwerpen. Daarbij worden op hoofdlijnen onderstaande criteria gebruikt.

4

Co-creatie is een vorm van samenwerking, waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat van dit proces, zoals een plan, advies of product. Kenmerken van co-creatie zijn dialoog, 'common ground', enthousiasme, daadkracht en focus op resultaat.…. Co-creatie wordt geacht goed bruikbaar te zijn voor het oplossen van complexe vraagstukken en het realiseren van veranderingen. (Bron: Wikipedia) 5 Een transitie is een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld economie, cultuur, technologie, instituties en natuur en milieu. (Bron: Wikipedia)

303

Proces

Product Presentatie Moeilijkheidsgraad

Proces

Product

Presentatie

Moeilijkheidsgraad

Proces

Literatuurstudie als groep De groep heeft aangetoond over analyse en schrijfvaardigheden te beschikken en deze voor een literatuurstudie met enige zelfstandigheid te kunnen inzetten.  Er is verantwoording afgelegd over het proces waarmee het product tot stand is gekomen.  Gedurende het proces is sprake van zelfreflectie.  Het eindproduct van de minor bevat een literatuurstudie.  De eindproducten voldoen inhoudelijk aan de voorwaarden als genoemd in de studeerwijzer.  De presentatie van de literatuurstudie gebeurt schriftelijk en mondeling in de groepspresentatie  De presentatie voldoet aan de voorwaarden als genoemd in de studeerwijzer. De complexiteit van het onderzoeksonderwerp wordt in de beoordeling verdisconteerd in relatie tot de zelfstandigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd. 

Project als groep De groep heeft aangetoond over analyse en ontwerpvaardigheden te beschikken en deze in een onderzoek met enige zelfstandigheid te kunnen inzetten.  Er is verantwoording afgelegd over het proces waarmee het product tot stand is gekomen.  Gedurende het proces is sprake van zelfreflectie.  De groep is voldoende aanwezig bij lezingen en activiteiten die in het kader van de minor worden georganiseerd.  Het eindproduct van de minor bevat een analyse en ontwerpverslag, een literatuurstudie en een portfolio.  De eindproducten voldoen inhoudelijk aan de voorwaarden als genoemd in de studeerwijzer.  De presentatie van het onderzoek en de producten gebeurt schriftelijk en mondeling in de groepspresentatie  De presentatie voldoet aan de voorwaarden als genoemd in de studeerwijzer. De complexiteit van het onderzoeksonderwerp wordt in de beoordeling verdisconteerd in relatie tot de zelfstandigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd. 

     

Individueel portfolio De student heeft aangetoond binnen de groep over analyse en ontwerpvaardigheden te beschikken en deze in een onderzoek met enige zelfstandigheid te kunnen inzetten. Er is verantwoording afgelegd over het proces waarmee het product tot stand is gekomen. Gedurende het proces is sprake van zelfreflectie. De student heeft gebruik gemaakt van begeleidingsmomenten, deze momenten vastgelegd in notulen en aantoonbaar gebruik gemaakt van de input van de begeleiders. De student heeft een eigen inbreng bij begeleidingsmomenten. De student is voldoende aanwezig bij lezingen en activiteiten die in het kader van de minor worden 304

Product Presentatie Moeilijkheidsgraad 11

georganiseerd.  Het eindproduct bevat een portfolio.  De eindproducten voldoen inhoudelijk aan de voorwaarden als genoemd in de studeerwijzer.  De presentatie van het portfolio gebeurt schriftelijk en word mondeling geassesd De complexiteit van het onderzoeksonderwerp wordt in de beoordeling verdisconteerd in relatie tot de zelfstandigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd.

Tentaminering NR

Code

1

B-M-CST-lit

Aantal examinatoren 1

Cijfer of vink Cijfer

Weging

Ondergrens

Aantal kansen

25%

5.5

2

2

B-M-CST-proj

2

Cijfer

50%

5.5

2

3

B-M-CST-port

1

Cijfer

25%

5.5

2

Nr 1

B-M- CST-lit

Toetsvorm

Literatuurstudie per groep

Beschrijving

De student voert met de groep een literatuurstudie uit die in verslagvorm worden gepresenteerd. Daarbij wordt aandacht besteed aan de analyse, de synthese, de conclusie en de validiteit. Het eindresultaat van de literatuurstudie wordt beoordeeld met een cijfer tussen 1 en 10. De minor is voldoende afgerond bij een beoordeling met tenminste een 5,5.

Cesuur

Nr 2

B-M- CST-proj

Toetsvorm

Schriftelijke rapportage en mondelinge verdediging per groep

Beschrijving

De student voert met de groep een analyse en een ontwerp uit die in verslagvorm worden gepresenteerd. Daarbij wordt aandacht besteed aan de analyse, de synthese, de conclusie en de validiteit. Het resultaat wordt ook mondeling gepresenteerd en openbaar verdedigd. Het eindresultaat van het groepsproject wordt beoordeeld met een cijfer tussen 1 en 10. De minor is voldoende afgerond bij een beoordeling met tenminste een 5,5.

Cesuur

Nr 3

B-M- CST-port

305

Toetsvorm

individueel portfolio assessment.

Beschrijving

12. 13. 14.

15

Verplichte literatuur Software Activiteiten

Werkvormen

De student ontwikkelt individueel een schriftelijk portfolio. In het portfolio wordt de kennisontwikkeling met betrekking tot stedenbouwkundig analyseren en ontwerpen bijgehouden door reflectie op de aangeboden lezingen en activiteiten. Daarnaast reflecteert de student op de ontwikkeling van zijn analyse en ontwerpvaardigheden. Cesuur Het eindresultaat van het portfolio wordt beoordeeld met een cijfer tussen 1 en 10. Het minor is voldoende afgerond bij een beoordeling met tenminste een 5,5. Studeerwijzer Minor Stad & Land NVT In deze OWE voert de student een onderzoek uit. Hierbij worden op hoofdlijnen de volgende stappen doorlopen. 1. Er wordt een Plan van Aanpak opgesteld door de groep voor het gehele semester in de eerste maand, goed te keuren door de begeleiders. 2. Er wordt een literatuurstudie uitgevoerd door de groep in het eerste blok, waarbij het thema zelf gekozen wordt maar goedgekeurd dient te worden door de begeleiders. 3. Er wordt een stedenbouwkundige, interdisciplinaire en integrale analyse uitgevoerd van de projectlocaties zoals beschreven in het Plan van Aanpak. Interdisciplinair betekent dat de domeinen wonen, zorg en welzijn aan bod komen. Integraal betekent dat oplossingen voor de fysieke, sociale en digitale wereld integraal zijn benaderd. 4. Er worden stedenbouwkundige, interdisciplinaire en integrale ontwerpvoorstellen gedaan voor de projectlocaties zoals beschreven in het Plan van Aanpak. 5. De analyse en het ontwerp worden vastgelegd in een schriftelijke rapportage. 6. Het onderzoek wordt mondeling gepresenteerd. De student bouwt gedurende de OWE een portfolio Cocreatie in Stedenbouwkundige Transitie op. In dit portfolio wordt de kennisontwikkeling ten aanzien van Cocreatie in Stedenbouwkundige Transitie vastgelegd door reflectie op de aangeboden lezingen en activiteiten. Daarnaast reflecteert de student op de ontwikkeling van zijn analyse en ontwerpvaardigheden. De studenten werken bij de uitvoering van het onderzoeksproject bij voorkeur samen in groepen van 4 tot 6 studenten. Kennis en vaardigheden worden overgedragen door middel van:  Begeleidingssessies door stedenbouwkundig projectleider en/of extern stedenbouwkundige.  Workshops op het gebied van (analyse en ontwerp-) vaardigheden.  Lezingen vanuit het werkveld van de drie domeinen wonen, zorg en welzijn en de fysieke, sociale en digitale wereld rondom de thema’s cocreatie, stedenbouw en transitie.  Excursies en/of studiereizen

306

11

Tentaminering NR

Code

1

B-M-CST-lit

Aantal examinatoren 1

Cijfer of vink Cijfer

Weging

Ondergrens

Aantal kansen

25%

5.5

2

2

B-M-CST-proj

2

Cijfer

50%

5.5

2

3

B-M-CST-port

1

Cijfer

25%

5.5

2

Nr 1

B-M- CST-lit

Toetsvorm

Literatuurstudie per groep

Beschrijving

De student voert met de groep een literatuurstudie uit die in verslagvorm worden gepresenteerd. Daarbij wordt aandacht besteed aan de analyse, de synthese, de conclusie en de validiteit. Het eindresultaat van de literatuurstudie wordt beoordeeld met een cijfer tussen 1 en 10. De minor is voldoende afgerond bij een beoordeling met tenminste een 5,5.

Cesuur

Nr 2

B-M- CST-proj

Toetsvorm

Schriftelijke rapportage en mondelinge verdediging per groep

Beschrijving

De student voert met de groep een analyse en een ontwerp uit die in verslagvorm worden gepresenteerd. Daarbij wordt aandacht besteed aan de analyse, de synthese, de conclusie en de validiteit. Het resultaat wordt ook mondeling gepresenteerd en openbaar verdedigd. Het eindresultaat van het groepsproject wordt beoordeeld met een cijfer tussen 1 en 10. De minor is voldoende afgerond bij een beoordeling met tenminste een 5,5.

Cesuur

Nr 3

B-M- CST-port

Toetsvorm

individueel portfolio assessment.

Beschrijving

De student ontwikkelt individueel een schriftelijk portfolio. In het portfolio wordt de kennisontwikkeling met betrekking tot stedenbouwkundig analyseren en ontwerpen bijgehouden door reflectie op de aangeboden lezingen en activiteiten. Daarnaast reflecteert de student op de ontwikkeling van zijn analyse en ontwerpvaardigheden. Het eindresultaat van het portfolio wordt beoordeeld met een cijfer tussen 1 en 10. Het minor is voldoende afgerond bij een beoordeling met tenminste een 5,5.

Cesuur

307

12. 13. 14.

Verplichte literatuur Software Activiteiten

Studeerwijzer Minor Stad & Land NVT In deze OWE voert de student een onderzoek uit. Hierbij worden op hoofdlijnen de volgende stappen doorlopen. 7. Er wordt een Plan van Aanpak opgesteld door de groep voor het gehele semester in de eerste maand, goed te keuren door de begeleiders. 8. Er wordt een literatuurstudie uitgevoerd door de groep in het eerste blok, waarbij het thema zelf gekozen wordt maar goedgekeurd dient te worden door de begeleiders. 9. Er wordt een stedenbouwkundige, interdisciplinaire en integrale analyse uitgevoerd van de projectlocaties zoals beschreven in het Plan van Aanpak. Interdisciplinair betekent dat de domeinen wonen, zorg en welzijn aan bod komen. Integraal betekent dat oplossingen voor de fysieke, sociale en digitale wereld integraal zijn benaderd. 10. Er worden stedenbouwkundige, interdisciplinaire en integrale ontwerpvoorstellen gedaan voor de projectlocaties zoals beschreven in het Plan van Aanpak. 11. De analyse en het ontwerp worden vastgelegd in een schriftelijke rapportage. 12. Het onderzoek wordt mondeling gepresenteerd. De student bouwt gedurende de OWE een portfolio Cocreatie in Stedenbouwkundige Transitie op. In dit portfolio wordt de kennisontwikkeling ten aanzien van Cocreatie in Stedenbouwkundige Transitie vastgelegd door reflectie op de aangeboden lezingen en activiteiten. Daarnaast reflecteert de student op de ontwikkeling van zijn analyse en ontwerpvaardigheden.

15

Werkvormen

De studenten werken bij de uitvoering van het onderzoeksproject bij voorkeur samen in groepen van 4 tot 6 studenten. Kennis en vaardigheden worden overgedragen door middel van:  Begeleidingssessies door stedenbouwkundig projectleider en/of extern stedenbouwkundige.  Workshops op het gebied van (analyse en ontwerp-) vaardigheden.  Lezingen vanuit het werkveld van de drie domeinen wonen, zorg en welzijn en de fysieke, sociale en digitale wereld rondom de thema’s cocreatie, stedenbouw en transitie.  Excursies en/of studiereizen

308

16.

Les-/contacturen

Geprogrammeerde onderwijstijd De geprogrammeerde onderwijstijd bedraagt 840 uur. Het aantal onderwijsweken bedraagt 20. Per week is 42 uur geprogrammeerd. Globale geprogrammeerde contacttijd Er zijn contacturen opgenomen in de vorm van begeleidingssessies, workshops, lezingen, excursies / studiereizen en tentamentijd. Als gevolg van een per blok wisselend programma is een precieze bepaling van contacturen op voorhand niet mogelijk. In hoofdlijnen is de verdeling in klokuren als volgt:  Begeleidingssessies door stedenbouwkundig projectleider en/of extern stedenbouwkundige: 40 uur (20 weken 2 uur)  Workshops: 16 uur (4 x 4 uur)  (gast)colleges: 24 uur (24 x 1 uur)  Excursies en/of studiereizen: 24 uur (2x 8, 2x 4 uur)  Tentamen in de vorm van mondelinge presentatie: 1 uur In totaal is er globaal exclusief tentamentijd 105 uur aan contacttijd geprogrammeerd. Dit komt neer op 5,3 uur per week.

17.

Onderwijsperiode

Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid Voor zelfwerkzaamheid worden alle uren buiten contacttijd aangehouden, zodanig dat wordt voldaan aan de studielast van 42 uur per week. Bij bovenstaande programmering van de contacttijd komt dit neer op 36,7 uur per week. Deze minor wordt enkel in het eerste en tweede semester aangeboden afhankelijk van het aantal deelnemers.

18.


25 in totaal 9 per faculteit (FTK, FGGM, FEM) of vergelijkbare faculteit buiten de HAN

MINOR Wind Energy Project Management Titel onderwijseenheid (OWE) 1.

Department

2. 3.

Target group

4.

(Professional) products

Professional Tasks

MINOR Wind Energy Project Management ‘Engineering’ Institute of Built Environment, department of Engineering (International) students, who are following a Technical, Economical or Management Course. The following Professional Tasks are included in this Educational Unit:  Engineering tasks At the end of the Minor the student is able to complete the requirements of the Wind Energy Project Management Minor based upon his or her grasp of all relevant aspects concerning technical, financial and legal elements, necessary for the project set-up (the building of) an off-shore Wind farm off the Dutch (or other specified) coast.

309

5.

Educational Units (EU’s)

6.

Cohesion

7. 8.

Entry Requirements General description

The Minor requires the writing of a Project Plan for the realization of a Wind Park to be constructed in the coastal waters of the Netherlands The project Plan exists of a number of partial reports, subdivided into special themes. General goal is to assemble all the reports into a portfolio, used to determine the students’ overall and specific expertise at the end of the Minor. Such an example may be: 1. A Lay-out of a OWP (Offshore Wind Park)(Greenfield) 2. A Cooperative Plan (for the purpose of building a OWP) 3. A Business Plan including Benchmarking 4. A Structure Determination Plan of a OWP (such as the technical aspects and preparation). 5. A Supply Chain Process for the construction and operation (a project-based ‘blueprint’ for managing processes) 6. Het operationeel maken van exploiteren van een OWP. This listing is not exhaustive. The essence of all deliverables is that the students has a complete grasp of all the processes from R&D to implementation, including the operations management of the park. The points of reference may differentiate per group or per student. The following EU’s are distinguished  Engineering (7,5 EC) Total: 210 study hours The skeleton of the Minor is formed by the module Project Management and the MS Project software, which is the primary tool for managing the project in its entirety, resources and tasks in particular. The subjects of finances, logistics and legal aspect are registered under the heading of ‘Commerce’, while all engineering aspects are registered under ‘Engineering’. Propedeutic must be completed De studenten werken in groepjes van vier tot 6 mensen in de context van een adviesbureau. Op basis van een aantal uitgangspunten ontwerpen zij een offshore windpark. Deze dient te voldoen aan de vraag van de ‘klant’ en tijdens een ‘salespitch’ middels een eindpresentatie. In deze OWE gaat de student specifiek in op de technische aspecten van het realiseren van een Windpark. Hierbij komen de volgende onderdelen aan bod:  Energy  Mechanical Engineering  Construction Sustainable aspects: The entire Minor is of a sustainable nature. The DOSIT methodology, promoted by the Lectorate of TQMinON, plays a crucial part in the segment of sustainability.

9.

Competences

C01 'Ontwikkelen Projectdefinitie'. C02 'Alternatieven en Varianten opstellen en beoordelen in de ontwerpfasen VO en DO.' C03 'Bestek- en indiening gereed maken projectinformatie.'  C03 ‘Organiseren van contractvorming’ C06 'Evalueren en terugkoppelen van projectgegevens' 310

De student werkt op competentieniveau 2 (gevorderd)/3 (verbredende minor; student kan een moeilijke taak zonder of met weinig sturing uitvoeren).

10.


11.

Examinations Deeltentamens (Naam Alluris)

Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd)/3 over de volgende algemene HBO competenties beschikt. C07 - Planmatig en projectmatig werken, sturen professionele ontwikkeling C08 - (Multi) disciplinair samenwerken C09 - Communiceren Leiding en / of begeleiding geven Zie 12

Code

Cijfer / Vinkje

Min. Grens

Weging

Vorm

WEPM-E-ME

C

5,5

30%

Schriftelijk

WEPM-E-CS

C

5,5

30%

Schriftelijk

WEPM-E-EN

C

5,5

40%

schriftelijk

De algemene beoordelingscriteria en de criteria voor beroepsproducten worden aangetoond in de volgende toetsmomenten Deeltentamen 1

WEPM-E-ME

Toetsvorm

Written examen

Beschrijving

The student must have gained the relevant knowledge regarding the subject of Mechanical Engineering. The student is able to discriminate machine parts used in construction of a WTG, Assess the relevancy of these parts and have a basic understanding of mechanics involved in WTG. The student is able to make basic engineering calculations The student is able to recognize and explain the mechanical engineering principles used in a WTG The student is able to recognize and explain the function of machine parts 1

Beoordelingcriteria


De toetst wordt beoordeeld met een cijfer tussen de 1 en de 10 punten. De student moet een 5,5 halen om een voldoende te hebben voor dit examen.

311

Deeltentamen 2

WEPM-E-CS

Toetsvorm

Written examen

Beschrijving

The student must have gained knowledge regarding the subject introduction of Civil engineering for Wind Energy Projects.  Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze.  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. 1 De toetst wordt beoordeeld met een cijfer tussen de 1 en de 10 punten. De student moet een 5,5 halen om een voldoende te hebben voor dit examen.

Beoordelingcriteria Aantal examinatoren Cesuur

Deeltentamen 3

WEPM-E-EN

Toetsvorm

Written exam

Beschrijving

The student acquires enough expertise and knowledge concerning basic and general electrical aspects of wind turbine generators, electric power generation, electric power transmission and electric power distribution for a good understanding of the meaning of phrases, words, numbers and overall calculations in a offshore wind farm project plan. The student has knowledge and a good understanding of the general electrical power specifications of commonly used offshore wind turbo generator types. He is able to distinguish the main WTG-types by investigation of specifications, drawings and electrical power (high voltage AC- or DC) system components.

Beoordelingcriteria

The student knows and understands in general terms most of the electrical power (high-voltage AC- and DC) system components and modules which are often used in an offshore wind farm project plan, including sea cables and on-shore station modules needed to get the electrical power on-shore and connected to the main grid.  Performs basic and general calculations in the field of electrical power engineering  Uses basic electrical engineering principles in the right way, including High Voltage (AC- en DC design aspects  Explains the application and functionality of general electrical system parts and modules, used in offshore WTG wind farm plans, including general known WTG types.  Is able to make reasonable assumptions and calculations to estimate the electric power consumption in offshore AC- and DC power cables  Makes an electrical voltage and current distribution plan, with a reasonable estimate of currents and voltages, and usable for choosing the right electrical power cables for an off shore wind farm network.  Proposes a design for a reasonable optimal network topology of an offshore wind farm, given total power and off shore area available for the wind farm. 312

 Aantal examinatoren Cesuur

12 13 14

Obligatory literature Software Activities

15 16

Methodology Contact hours

17. 18.

Period Maximum number of participants

Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Department 2. 3.

Target group

4.

Central professional task (Professional) products

5.

Professional Tasks

Makes a reasonable good choice in AC- and/or DC-cabling between off shore HV-stations and on-shore stations.

1 De toetst wordt beoordeeld met een cijfer tussen de 1 en de 10 punten. De student moet een 5,5 halen om een voldoende te hebben voor dit examen. None required MS Office, waarvan specifiek Excel Binnen deze OWE wordt gewerkt aan de Engineeringsaspecten van een OWP. Excursions, consultancy hours, lectures Hoorcolleges 40 Werkcolleges 20 Studiebegeleiding 12 (deel)tentamens 6 Overige activiteiten 10 Zelfstudie 32 Totaal 120 Semester 1 30

MINOR Wind Energy Project Management ‘Commerce’ Institute of Built Environment, department of Engineering (International) students, who are following a Technical, Economical or Management Course. The following Professional Tasks are included in this Educational Unit:  Commercial tasks Develope a new offshore windfarm At the end of the Minor the student is able to complete the requirements of the Wind Energy Project Management Minor based upon his or her grasp of all relevant aspects concerning technical, financial and legal elements, necessary for the project set-up (the building of) an off-shore Wind farm off the Dutch (or other specified) coast.

313

6.


7.

Cohesion

8. 9.


The Minor requires the writing of a Project Plan for the realization of a Wind Park to be constructed in the coastal waters of the Netherlands The project Plan exists of a number of partial reports, subdivided into special themes. General goal is to assemble all the reports into a portfolio, used to determine the students’ overall and specific expertise at the end of the Minor. Such an example may be: 7. A Lay-out of a OWP (Offshore Wind Park)(Greenfield) 8. A Cooperative Plan (for the purpose of building a OWP) 9. A Business Plan including Benchmarking 10. A Structure Determination Plan of a OWP (such as the technical aspects and preparation). 11. A Supply Chain Process for the construction and operation (a project-based ‘blueprint’ for managing processes) 12. Het operationeel maken van exploiteren van een OWP. This listing is not exhaustive. The essence of all deliverables is that the students has a complete grasp of all the processes from R&D to implementation, including the operations management of the park. The points of reference may differentiate per group or per student. The following EU’s are distinguished  Commercial (7,5 EC) Total: 210 study hours The skeleton of the Minor is formed by the module Project Management and the MS Project software, which is the primary tool for managing the project in its entirety, resources and tasks in particular. The subjects of finances, logistics and legal aspect are registered under the heading of ‘Commerce’, while all engineering aspects are registered under ‘Engineering’. Propedeutic must be completed De studenten werken in groepjes van vier tot 6 mensen in de context van een adviesbureau. Op basis van een aantal uitgangspunten ontwerpen zij een offshore windpark. Deze dient te voldoen aan de vraag van de ‘klant’ en tijdens een ‘salespitch’ middels een eindpresentatie. In deze OWE gaat de student specifiek in op de financiële en juridische aspecten van het realiseren van een Windpark. Hierbij komen de volgende onderdelen aan bod:  Law  Finance  Supply chain management (logistics) Sustainable aspects: The entire Minor is of a sustainable nature. The DOSIT methodology, promoted by the Lectorate of TQMinON, plays a crucial part in the segment of sustainability.

10.

Competences C01 'Ontwikkelen Projectdefinitie'. C02 'Alternatieven en Varianten opstellen en beoordelen in de ontwerpfasen VO en DO.' C03 'Bestek- en indiening gereed maken projectinformatie.'  C03 ‘Organiseren van contractvorming’ 314

C06 'Evalueren en terugkoppelen van projectgegevens' De student werkt op competentieniveau 2 (gevorderd)/3 (verbredende minor; student kan een moeilijke taak zonder of met weinig sturing uitvoeren). Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd)/3 over de volgende algemene HBO competenties beschikt. C07 - Planmatig en projectmatig werken, sturen professionele ontwikkeling C08 - (Multi) disciplinair samenwerken 11.


12.


Zie 12

Cijfer Vinkje

Min. Grens

Weging


Frequentie Deeltoetsen

WEPM-C-LW

C

5,5

30

2x per jaar

WEPM-C-FC

C

5,5

40

None None

WEPM-C-SC

C

5,5

30

None

2x per jaar

2x per jaar

Deeltentamen 1

WEPM-C-LW (Law)

Toetsvorm

Assignments/Oral defense

Beschrijving

At the end of the class the student must have gained the relevant knowledge regarding the subject of law. At the end of the course the student must be able to:  Explain how to obtain the most important permits for a Wind Energy Park in the Netherlands and the duration of such procedures;  Explain how legal rights are warranted in the Netherlands and how they have an effect on the project’s time table;  Research and distinguish the most important types of contract for establishing a Wind Energy Park and explain its most important conditions;  Apply the Incoterms of 2000 & 2010 alike;  Explain the most important actions against a party who commits ‘breach of contract’;  Explain the risks that are involved in Wind Energy Park;  Explain the most important aspects of a Service Level Agreement (SLA);

315

     

Beoordelingcriteria

Draw up a SLA. Understanding the legal aspects in the Energy Market, e.g. the Market for Wind Energy; Reaching a predetermined level of legal understanding of Wind Energy Farm Projects; Showing an entrepreneurial approach; Having the ability to communicate well, in all forms of expression and in English in particular; Showing a thorough understanding of the big project picture as well as a solid grasp on the most important legal aspects. Assignment 1 (group assignment): students write a ‘management brief’ explaining about the duration of obtaining permits. Assessment criteria: - the legal facts should be correct - the information is explained correctly and appropriately for the management; The students present the facts of their procedure to the rest of the class (go/no go). Assessment criteria: - The information is well presented using proficiency in the English language and easy to follow; Assignment 2 (individual assignment): the students gather all the necessary information on procedures and possible court cases for their Plan of Action to include in their Final Plan. Students defend their Plan of Action in an oral exam (individual assessment). Assessment criteria: - all the legalities must be explained correctly; - the information is explained appropriately for the management; - the students shows professional attitude during the oral defense. Assignment 3: (group assignment): Students research which types of contracts are involved in a Wind Energy Park and what their targets are. Assessment criteria: - The students gather all of the most common contracts during the entire project; - The students explain the targets of the contracts correctly; Students present all the types of contracts that are involved in a Wind Energy Park (Go / No Go). Assessment criteria: - The information is well presented and - easy to follow. Assignment 4 (group assignment): Perform a management briefing explaining the risks involving a SLA of a Wind Energy Park and how to overcome the most important risks. Assessment criteria: - The goal(s) of the SLA must be explained correctly; - There must be a correct assessment of the risks involved: - The draft of the SLA must: - be pragmatic and implementable in the field; - not be multi-interpretable; - covers the most important risks.

316


1 1 to 3 (group assignment) (30%); Oral defense of assignment 2 (individual) (30 %); Assignment 4 (group assignment) (40%)

Deeltentamen 2

WEPM-C-FC (Project Finance)

Toetsvorm

Written exam

Beschrijving


At the end of the class the student must be able to:  Construct the financial part of the business plan of the final project of this minor;  Be able to assess the feasibility of this project from a financial perspective;  Use MS Office Excel to establish sound financial models.  Understanding the trends in the Energy market, and the market for Wind Energy in particular;  Reaching a predetermined level of financial understanding of Wind Energy Farm Projects;  Showing an entrepreneurial approach;  Ability to communicate well, in all forms of expression and in English in particular;  Showing a thorough understanding of the big project picture as well as a solid grasp on financial details.  Recognizing trends in the Wind Energy marketAnalyzing an annual report of a wind energy supplier;  Corporate Social Responsibility & Corporate Governace in the wind energy industry  Constructing a cash flow overview of wind energy project;  Establish risk awareness (project- , exchange -, interest rate- and political risks)  Decision criteria for an investment in a wind energy project (PBP, ROI, NPV, IRR and BET) using the DOSIT methodology for sustainable and innovative investments.  Financially sourcing a wind energy project.  Making Economic Trade-Offs based on principles like opportunity costs and TCO for maintenance costs and investments in Wind Farm projects 1 Het examen wordt beoordeeld met een cijfer tussen de 10 en 1. Een voldoende is behaald bij een 5,5 of hoger.

Deeltentamen 3

WEPM-C-SC (Supply Chain Management/Logistics)

Toetsvorm

Written exam

Beschrijving

At the end of the class the student must have gained: All knowledge regarding the subject of processes with the Supply - or Value Chain (SCM); not only the workings of each process therein, but also the interactivity of all and the effect of one upon the other

Beoordelingcriteria

317

Beoordelingcriteria Aantal examinatoren Cesuur

13. 14. 15. 16. 17.

Obligatory literature Suggested literature Software Other materials Activities

18. 19.


20. 21.



Department

2. 3.

Target group Professional Tasks

 Juist jargon toegepast binnen de antwoorden, correcte keuze  Juiste toepassingen van de methodes met daarbij de correcte berekeningsmethodieken en uitkomsten. 1 Wordt beoordeeld met een cijfer tussen de 1 en 10. Een voldoende is behaald bij een 5,5 of hoger.

None required Please see the Study Guide MS Office, waarvan specifiek Excel None required Binnen deze OWE wordt gewerkt aan de Engineeringsaspecten van een OWP. Excursions, consultancy hours, lectures Hoorcolleges 44 Werkcolleges 15 Studiebegeleiding 12 (deel)tentamens 6 Overige activiteiten 10 Zelfstudie 33 Totaal 120 Semester 1 30

MINOR Wind Energy Project Management ‘Project management’ Institute of Built Environment, department of Engineering (International) students, who are following a Technical, Economical or Management Course. The following Professional Tasks are included in this Educational Unit:  Engineering tasks  Commercial tasks  Project Management tasks

318

4. 5.

Central professional task (Professional) products & Cohesion

6.


7.

Cohesion

8. 9.


Develope a new offshore windfarm At the end of the Minor the student is able to complete the requirements of the Wind Energy Project Management Minor based upon his or her grasp of all relevant aspects concerning technical, financial and legal elements, necessary for the project set-up (the building of) an off-shore Wind farm off the Dutch (or other specified) coast. The Minor requires the writing of a Project Plan for the realization of a Wind Park to be constructed in the coastal waters of the Netherlands The project Plan exists of a number of partial reports, subdivided into special themes. General goal is to assemble all the reports into a portfolio, used to determine the students’ overall and specific expertise at the end of the Minor. Such an example may be;: 1. A Lay-out of a OWP (Offshore Wind Park)(Greenfield) 2. A Cooperative Plan (for the purpose of building a OWP) 3. A Business Plan including Benchmarking 4. A Structure Determination Plan of a OWP (such as the technical aspects and preparation). 5. A Supply Chain Process for the construction and operation (a project-based ‘blueprint’ for managing processes) 6. Het operationeel maken van exploiteren van een OWP. This listing is not exhaustive. The essence of all deliverables is that the students has a complete grasp of all the processes from R&D to implementation, including the operations management of the park. The points of reference may differentiate per group or per student. The following EU’s are distinguished  Project Management (15 EC) Total: 420 study hours The skeleton of the Minor is formed by the module Project Management and the MS Project software, which is the primary tool for managing the project in its entirety, resources and tasks in particular. The subjects of finances, logistics and legal aspect are registered under the heading of ‘Commerce’, while all engineering aspects are registered under ‘Engineering’. Propedeutic must be completed De studenten werken in groepjes van vier tot 6 mensen in de context van een adviesbureau. Op basis van een aantal uitgangspunten ontwerpen zij een offshore windpark. Deze dient te voldoen aan de vraag van de ‘klant’ en tijdens een ‘salespitch’ middels een eindpresentatie. In deze OWE gaat de student specifiek in op de projectmanagement aspecten van het realiseren van een Windpark. Hierbij komen de volgende onderdelen aan bod:  P.M. presentation  M.S. assessment  Final Report Sustainable aspects: The entire Minor is of a sustainable nature. The DOSIT methodology, promoted by the Lectorate of TQMinON, plays a crucial part in the segment of sustainability.

319

10.

Competences

C01 'Ontwikkelen Projectdefinitie'. C02 'Alternatieven en Varianten opstellen en beoordelen in de ontwerpfasen VO en DO.' C03 'Bestek- en indiening gereed maken projectinformatie.'  C03 ‘Organiseren van contractvorming’ C06 'Evalueren en terugkoppelen van projectgegevens' De student werkt op competentieniveau 2 (gevorderd)/3 (verbredende minor; student kan een moeilijke taak zonder of met weinig sturing uitvoeren). Daarnaast toont de student ook aan dat hij op niveau 2 (gevorderd)/3 over de volgende algemene HBO competenties beschikt. C07 - Planmatig en projectmatig werken, sturen professionele ontwikkeling C08 - (Multi) disciplinair samenwerken

11.


12.


Zie 12

Cijfer Vinkje

Min. grens

Weging


Frequentie Deeltoetsen

WEPM-O-PM

C

5,5

20

None

2x per jaar

WEPM-O-MS

C

5,5

30

None

2x per jaar

WEPM-O-FR

C

5,5

50

None

2x per jaar

Deeltentamen 1

WEPM-O-PM

Toetsvorm

Continuous assessment

Beschrijving

At the end of the class the student must have gained: All knowledge regarding the subject of Project Management; not only the presence of the currently existing types and forms, but also the application thereof for the Minor Wind in particular. The student must be able to:  Construct an iterative and phase-leveled Work Breakdown Structure, Gantt Chart and all specific Reports;  With a detailed description of all tasks, activities, milestones, resources, budgets etc.;  Manage the continuous administration during the course of the Minor through utilizing MS Office Project 2007 (supplied by the Minor administration office);

320

Beoordelingcriteria

                 

Managing tasks by means of a professional planning methodology Reaching a predetermined level of taking initiatives; Showing an entrepreneurial approach; Ability to communicate well, in all forms of expression and in English in particular; Ability to apply proper social interaction within the team and outside of it; Showing a flexible, and determined team spirit; Application of professional leadership; Being creative and able to think outside the box; Being pro-active, analytical and innovative; Showing a thorough understanding of the big project picture as well as a solid grasp on details; Showing a problem solving ability; Showing a social and environmental awareness; Understanding the mechanics of culturally defined international interactions Plan of Action Report (MIL 1) (<15 pages) on applying the theory of Project Management upon the Minor Wind with timeline, resources, tasks, budgets etc. (by utilizing the MS Office Project 2007 and its reporting abilities) Weekly follow-up minutes of the project team Regular daily updates of the project Baseline Delivering a Plan of Action at the end of Education Week 2 (EW2). See separate specifications; Delivering a Baseline Project Plan within the specified reporting procedure at the end of EW3. See separate specifications;


1 Wordt beoordeeld met een cijfer tussen de 1 en 10. Een voldoende is behaald bij een 5,5 of hoger.

Deeltentamen 2

WEPM-O-MS

Toetsvorm

Performance assessment

Beschrijving

The Plan of Action (go / no-go), containing a description of the organization of the client, the client’s problem statement, the client’s goals resulting in a research question and choice of research methodologies. Furthermore a detailed timeline needs to be provided, by means of a Work Breakdown Schedule (WBS) and all the necessary reporting (such as budget, resources etc.); Concept Final Report (go / no-go), containing the first research findings and a reasonable idea of potential success; Final Report, containing all of the research findings and all of the advise and possible solutions to complement the professional assignment within the framework of the main objective.

321


Items that judges will pay further attention to are the consultants’: 1. Level of knowledge about the wind trade; 2. Team effort (each member must contribute); 3. Professionalism (use of language and terminology); 4. Power to analyze and interpret; 5. Disposition (professional attitude, logical presentation build-up, degree of ease and relaxation). 1 Wordt beoordeeld met een cijfer tussen de 1 en 10. Een voldoende is behaald bij een 5,5 of hoger.

Deeltentamen 3

WEPM-O-FR

Toetsvorm

Report, Presentation and Oral Exam

Beschrijving

The main objective of this minor is to aid students and their teams in successfully designing, organizing, managing and implementing an Offshore Wind Park within a previously determined budget and time span.

Beoordelingcriteria

Beoordelingcriteria

Goal of the report is to have a general survey of all, that the team produced. Het tentamen bestaat uit 3 onderdelen namelijk het projectrapport, een presentie en een mondeling examen CONSTRUCTION a.

Broad understanding of the Civil Engineering field?

b. c. d. e. f. g. h.

Discuss the topic 'renewable energy'? Understanding of the MER procedure? Able to discuss matters of construction soil conditions, wind and wave influences? Name civil engineering aspects for off-shore wind energy? Make basic assumptions for civil design? Identify all the risks concerned with WTG's?] Make a realistic planning with respect to weather windows?

ENERGY a. b. c. d.

Broad understanding regarding the generation of energy by WTG's including transmission and distribution? A basic understanding of electrical WTG aspects? Discriminate between different WTG types, based upon global electrical and power specs? A basic understanding of the applications, functions and use of the power grid and its components? 322

e. f.

Calculate based upon electrical and power engineering principles? A basic understanding of what components are used in or around WTG's?

FINANCE a.

Understand trends in the energy - or wind market?

b. c. d. SCM a. b. c.

Reach a pre-determined level of financial understanding? Establish risk awareness? (project, exchange, interest rates, political) Decision criteria for wind investment? (PBP, ROI, NPV, IRR, and BET)

Manage processes according to supply chain processes? Analyze all processes and the effect they have on each other? Think in ways to optimize the end-result rather than sub-optimize in-between results?

LAW a. b. c.


Show understanding of all the permits and procedures required by law in preparation of building an off shore wind park? Show understanding of the kind of contracts involved in the stage of building, the operation & management and the demolishing of an off shore wind park? Show understanding of how the most important risks can be covered by contract & the applicable law?

MECHANICAL ENGINEERING a. Recognize and understand basic mechanical engineering principles? b. Recognize and understand basic engineering calculation principles? c. Understand the nature of all physical machinery functions? d. Fathom the complexity of a WTG? 1 Onderdeel Report (cijfereis: >= 5.5 en subgewicht 50%) Onderdeel Presentation (cijfereis: >= 5.5 en subgewicht 20%)

13. 14.

Obligatory literature Suggested literature

Onderdeel Oral Exam (cijfereis: >= 5.5 en subgewicht 30%) None required Please see the Study Guide

323

15. 16. 17.

Software Other materials Activities

18. 19.


20. 21.


MS Office, waarvan specifiek Excel None required Binnen deze OWE wordt gewerkt aan de Engineeringsaspecten van een OWP. Excursions, consultancy hours, lectures Hoorcolleges 16 Werkcolleges 40 Studiebegeleiding 40 (deel)tentamens 6 Overige activiteiten 24 Zelfstudie 114 Totaal 240 Semester 1 30

324

Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad Conform artikel 3.2 lid 8 van de OER N.v.t.

325

Eindkwalificaties HBO-bachelorgraad Conform artikel 1.3 van de OER Studenten sluiten in de bachelor minimaal 5 van de 9 competenties af op niveau 3 (bachelor) en de andere op niveau 2 (gevorderd). Van de drie generieke hbo-competenties (competentie 7 t/m 9) zijn er minimaal 2 op niveau 3 (bachelor). Welke overige competenties op niveau 3 (bachelor) worden afgerond is afhankelijk van de afstudeerrichting en de specialisatie van de student. In het Ad-programma worden alle competenties afgesloten op niveau 2 (gevorderd). Omschrijving Competentie 1: Initiëren en sturen

Signaleren situatie, inventariseren eisen en randvoorwaarden, toetsen aan doelstellingen, Programma van Eisen (PVE) opstellen en proces sturen

Competentie 2: Ontwerpen

Technisch: o.b.v. een projectdefinitie (b.v. PvE) een set alternatieven en varianten ontwikkelen in de vorm van tekeningen en/ of berekeningen in de fase van Voorlopig Ontwerp (VO) en deze uitwerken tot een Definitief Ontwerp (DO) Proces: o.b.v. een programma, een doelmatige organisatie en planning ontwikkelen

Competentie 3: Specificeren

Vergunnings-, aanbestedings- en contractstukken opstellen en contractvorming organiseren en begeleiden

Competentie 4: Realiseren

Voorbereiden, handhaven, bewaken en bijsturen van de uitvoering

Competentie 5: Beheren

Maken van een beheer- en onderhoudsplan voor het behouden van de kwaliteit.

Competentie 6: Monitoren, toetsen en evalueren

Bewaken, toetsen en evalueren van projectresultaten aan b.v. beoogde functionele doelen, duurzaamheid, veiligheid en ethisch handelen.

Competentie 7: Onderzoeken

Je bent in staat een vraagstuk te analyseren en de vraag te identificeren. Je kunt praktijkgericht onderzoek opzetten en uitvoeren.

Competentie 8: Communiceren en samenwerken

Je brengt beroepsgerichte informatie over naar het beroepenveld, collega’s en de vast te stellen doelgroepen (klanten, opdrachtgevers, betrokkenen). Je bent in staat zowel intern als extern te communiceren op een, voor de doelgroep, passende wijze. Communiceren bevat het gehele spectrum waarop informatie ontvangen, gegeven en gedeeld wordt. Je bent gericht op samenwerken en constructief afstemmen met betrokkenen en de doelgroepen.

Competentie 9: Managen en innoveren

Je geeft richting en sturing aan processen, om de doelen te realiseren. Je bent zelfsturend en reflectief op het eigen functioneren. Je bent proactief, neemt initiatief en kan buiten kaders denken en werken.

326

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar

Recommend Documents