Opleidingsstatuut bacheloropleidingen ICT en CMD, studiejaar 2015 – 2016
Deel 3A
Beschrijving van de ICT-propedeuse De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.
Curriculumoverzicht ICT-propedeuse (voltijd en deeltijd) Conform artikel 4.1 lid 2 van de OER De propedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 van de OER de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast. A. Voltijd a. b. c. d. e. f. g. h.
Structured Programming Development (7,5 studiepunten) System Analysis Quality (7,5 studiepunten) Embedded Software Development (7,5 studiepunten) Databases & Applications (7,5 studiepunten) Web Developments (7,5 studiepunten) Object Oriented Program Development (7,5 studiepunten) óf Portal Configuration (7,5 studiepunten) I-project VT (15 studiepunten)
pagina 3 pagina 6 pagina 8 pagina 13 pagina 16 pagina 19 pagina 23 pagina 26
B. Deeltijd a. Structured Programming Development (7,5 studiepunten) b. System Analysis Quality (7,5 studiepunten) c. Embedded Software Development (7,5 studiepunten) d. Databases & Applications (7,5 studiepunten) e. Web Developments (7,5 studiepunten) f. Object Oriented Program Development (7,5 studiepunten) óf g. Portal Configuration (7,5 studiepunten) h. I-project DT (15 studiepunten)
pagina 3 pagina 6 pagina 8 pagina 13 pagina 16 pagina 19 pagina 23 pagina 29
C. Integrale toets niveau 1
pagina 31
System Analysis and Quality (SAQ) Titel onderwijseenheid
System Analysis and Quality (I-SAQ)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Studenten VT en DT propedeuse
3. Beroepstaak
Beschrijf voor een bestaande situatie de systeemspecificaties (use cases en domeinmodel), en stel hiervoor testcases op.
4. Beroepsproducten
Use case rapport, testrapport
5. Studiepunten
7,5
6. Samenhang met andere Voorbereiding op alle HBO-ICT profielen OWE’s 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
Studenten leren in deze course om vanuit een bestaande situatie een systeemanalyse uit te voeren. De student leert de standaardfasen van de ontwikkeling van een informatiesysteem kennen en leert dat hier verschillende strategieën voor zijn (lineair vs iteratief). Daarbij wordt ingegaan op de eigenschappen van deze strategieën. Uitgangspunt van het systeemontwikkeltraject is het opstellen van de systeemspecificaties. Deze dienen op een structurele manier te worden beschreven. In deze course worden deze eisen vastgelegd in een use case-model waarna de verschillende use cases worden uitgewerkt. Daarbij worden de verschillende uitzonderingspaden binnen de use cases met natuurlijke taal en/of activity diagrams vastgelegd. De informatiekant van het systeem wordt vastgelegd in een (intuïtief) domeinmodel. Als laatste leert de student wat kwaliteit van software betekent en wat de rol van testen hierbij is. Hij leert de relatie tussen testen en use cases door vanuit use cases, test cases op te stellen.
9. Competenties
SAQ-1. De student heeft kennis van UML-analysetechnieken: use case model, use case. specifications , activity diagram en domain model en weet de toepassingen te benoemen. SAQ-2. De student kan voor een gegeven domein een systeem specificeren in de vorm van een UC-model. SAQ-3. De student kan, gegeven een UC-model, de bijbehorende (extended) use case specificaties en activity diagrams opstellen. SAQ-4. De student kan, voor een gegeven domein op basis van het UC-model en bijbehorende specificatie, een globaal domeinmodel opstellen. SAQ-5. De student heeft kennis van het begrip testen van software, weet de relatie tot kwaliteit uit te leggen en heeft kennis van de verschillende test-strategieën. SAQ-6. De student kan op basis van een use case-rapport de bijbehorende testcases opstellen, lettende op een acceptabele dekking (coverage). SAQ-7. De student heeft kennis van planningsmethodes en kan aangeven wanneer welke methodiek het beste kan worden.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Tentamen
SAQ-1
Toont kennis van de genoemde UML analyse-technieken te bezitten. De UC’s zijn op het juiste niveau gedefinieerd (niet te grof en niet te gedetailleerd). De opgestelde UC’s voldoen aan de gehanteerde standaard qua form. De onderdelen van de opgestelde UC’s zijn inhoudelijk (gegevens de casus) correct. Het detailniveau van de UC’s is voldoende diep.
T Rapp
SAQ-2
De hiërarchische decompositie is op een helder manier uitgewerkt. In het UC model is de systeemgrens helder weergegeven. In het UC model zijn de juiste actoren onderkent. In het UC model zijn de juiste relaties gelegd.
T Rapp
SAQ-3
In de extended UC’s is de basic flow goed uitgewerkt. In de extended UC’s zijn de (in dien aanwezig) alternative flow(s) goed uitgewerkt. De opgestelde activity diagrams hebben een duidelijke relatie met de beschreven UC.
T Rapp T rapp
Activity diagrams zijn leesbaar opgesteld. SAQ-4
Het gemaakte globaal domain model is conform de bijbehorende AD’s/Casus. Er is een juist onderscheid gemaakt tussen concepten en attributen. Relaties tussen concepten zijn correct beschreven.
T T rapp
SAQ-5
Heeft kennis van begrippen zoals testen in relatie tot kwaliteit. Past de geleerde teststrategie op een juiste manier toe. Maakt op een juiste manier gebruik van de decision en merge nodes.
T T rapp
SAQ-6
SAQ-7
Kent verschillende planningsmethoden (software ontwikkelmethodieken). Weet verschillen tussen diverse behandelde software ontwikkelmethodieken te benoemen. Herkent en benoemt geschikte toepasbaarheid van diverse software ontwikkelmethodieken.
Activity diagrams zijn consistent met het use case model. T Onderkent de juiste deelpaden. T rapp Onderkent op basis van een analyse de juiste (test)scenario’s. TT Op basis van de casus en de activity diagrams worden relevante testcases opgesteld. In het testrapport wordt een heldere conclusie geschreven over kwaliteit van de use case. Schrijft doel- en doelgroepgericht, en de tekst voldoet aan de eisen van de ICAcontrolekaart.
11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
Rapp Use Case Rapport Rapport 1 Groepscijfer 5,5 30 Zie toetsschema
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T Theoretische toets Tentamen 1 Individueel cijfer 5,5 30 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T rapp Test rapport Rapport 1 Individueel cijfer 5,5 30 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren
TT Taaltoets Tentamen 2
N.v.t.
T
Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
Individueel cijfer 5,5 10 Zie toetsschema N.v.t.
12. Verplichte literatuur
Hoogendoorn, S, (2013). Use cases, opstellen en testen. Harlow: Pearson Educatie limited. isbn: 978-17-836-5876-3 (samengesteld door CAJ Burgers) (alleen te bestellen via de Studystore!) Heerink, M, (2009). Praktische schrijfgids (2e ed). Amsterdam: Pearson Educatie Benelux. isbn:978-90-430-1682-7
13. Software
Astah professional, via http://astah.net/download
14. Overig materiaal
n.v.t.
15. Activiteiten
Het actief volgens van lessen waarin theorie wordt afgewisseld met kleinere oefeningen/ opdrachten. Deze oefeningen/opdrachten worden soms individueel of soms in kleine groepjes gemaakt. Daarnaast werkt de student in een groepje (2 of 3 lln.) aan de benodigde rapporten van een casus. Op diverse momenten wordt de gelegenheid geboden om feedback te vragen omtrent de vorderingen als ook de inhoudelijke correctheid. Van de studenten wordt verwacht dat zij zelfstandig studeren voor de tentamens verbonden aan deze course.
16. Werkvormen
hoorcollege, werkgroepen
17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.
Structured Program Development (SPD) Titel onderwijseenheid
Structured Program Development (I-SPD)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Studenten VT en DT I-propedeuse
3. Beroepstaak
Ontwerp, realiseer en test een computerprogramma met gebruikersinteractie aan de hand van een probleemstelling
4. Beroepsproducten
Analyse, Ontwerp, Programma, Testrapport
5. Studiepunten
7,5
6. Samenhang met andere Eerste vak in de programmeerlijn, voorbereiding op ESD en OOPD. OWE’s 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
Met behulp van Processing wordt aan de hand van diverse probleemstellingen de basis gelegd voor verder programmeeronderwijs. Hierbij komen programmeertechnische aspecten aan de orde. Uitgangspunt is steeds een probleemstelling van waaruit een programmadoel wordt geformuleerd, waaropvolgend een oplossingsalgoritme wordt ontworpen dat vervolgens wordt gerealiseerd en getest.
9. Competenties
SPD-1. De student kan een aangedragen programmeeropdracht omzetten naar functionele eisen voor een computerprogramma. SPD-2. De student kan met behulp van natuurlijke taal of pseudocode een oplossingsalgoritme ontwerpen voor de geformuleerde functionele eisen op basis van stapsgewijze verfijning en verklaart keuzes die hij/zij hierin heeft gemaakt. SPD-3. De student kan een technisch ontwerp opstellen welke voldoet aan de functionele eisen en kan dienen als basis voor de implementatie. SPD-4. De student kan een programma op basis van een gemaakte ontwerp realiseren en verklaren hoe dit ontwerp is toegepast in het programma. SPD-5. De student kan aantonen dat het programma voldoet aan de gestelde eisen.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Tentamen
SPD-1
De functionele eisen zijn volledig beschreven en dekken de volledige opdracht af. De gebruikersacties zijn volledig beschreven. Per gebruikersactie is beschreven wat het resultaat hiervan is, zoals uiteindelijk in het programma moet worden gerealiseerd.
BP
SPD-2
Het oplossingsalgoritme is volledig en passend bij de functionele eisen. Gemaakte keuzes bij het ontwerpen van het algoritme zijn beschreven en onderbouwd.
T18 BP
SPD-3
T12 T18 BP
SPD-4
Er is geen overbodige of herhalende code. T12 Oplossingen die in de aangeboden API’s (incl. standaard java) reeds bestaan, worden T18 gebruikt. BP Controlestructuren in de source code zijn correct toegepast. Voorgeschreven coderingsstandaarden zijn toegepast. Afwijkingen van het ontwerp worden verklaard.
SPD-5
Er is een testplan opgesteld met testcases die de functionaliteit en eisen voldoende BP afdekken. Alle beschreven eisen uit de analyse zijn getest en het test resultaat is beschreven in
Alle nodige variabelen zijn volledig beschreven. Alle methoden zijn volledig beschreven. De structuur van het programma in hoofdlijnen is beschreven en onderbouwd. Het ontwerp dekt alle eisen af. Gemaakte ontwerpkeuzes zijn gedocumenteerd en onderbouwd.
het rapport. Het is duidelijk te zien welke testdata bij welke tests worden gebruikt. 11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm
T 12 Kennis, Begrip en toepassingstoets Schriftelijk tentamen met open vragen 1 Individueel cijfer 5,5 15 Zie toetsschema N.v.t.
Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T 18 Kennis, begrip en toepassingstoets Schriftelijk tentamen met open vragen 1 Individueel cijfer 5,5 40 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
BP Beroepsproduct Toepassingstoets 1 Individueel cijfer 5,5 45 Zie toetsschema N.v.t.
12. Verplichte literatuur
13. Software
Processing (te verkrijgen via www.processing.org)
14. Overig materiaal
Screencasts (digitaal aangeboden via Scholar)
15. Activiteiten
Lesvoorbereiding door te kijken screencasts, maken oefeningen en moduleopgaven. De lessen worden gebruikt om op basis van uitwerkingen en vragen te verdiepen. Van de student wordt dus een actieve bijdrage verwacht tijdens de les. Per module dient ook een opgave te worden gemaakt en ingeleverd. Deze opgaven worden besproken tijdens de colleges. Wanneer de student zich niet heeft voorbereid, kan deze naar een zelfwerkruimte worden verwezen.
16. Werkvormen
Flipped classroom, zelfwerkzaamheid, klassikale feedbacksessies, met eventuele verduidelijking theorie.
17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster
19. Max aantal deelnemers
n.v.t.
Reader SPD (digitaal via Scholar) Processing Documentatie (aanbevolen, link via Scholar)
Databases and Applications (DbAp) Titel onderwijseenheid
Databases and Applications (I-DbAp)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Propedeusestudenten I-propedeuse (voltijd en deeltijd)
3. Beroepstaak
Maak en beheer een kleine client-server database applicatie
4. Beroepsproducten
Client-server database applicatie
5. Studiepunten
7,5
6. Samenhang met andere Propedeuse: SAQ (Use Cases) OWE’s Hoofdfase: sluit meest aan op semester ISE 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
In deze course leer je use cases en relationele schema’s te lezen en met behulp van SQL te vertalen naar een relationele database. Je leert tevens low - en high fidelity-ontwerpen te realiseren en te vertalen naar een concrete applicatie. Microsoft Access wordt gebruikt om een client-applicatie te maken die een connectie maakt met een Microsoft SQL Server database. Tevens wordt met het Relationeel Database Management Systeem (RDBMS) gewerkt om het Client-Server model aan te leren.
9. Competenties
DA-1. De kandidaat kan een low- en high fidelity prototype ontwerpen op basis van een in een use case beschreven proces. DA-2. De kandidaat kan een gegeven LRS (Logisch Relationeel Schema) vertalen naar DDLinstructies (CREATE en ALTER TABLE) voor een specifiek gegeven RDBMS (Relationeel Database Management Systeem). DA-3. De kandidaat kan gegeven een SQL SELECT-instructie en de populatie van een database voorspellen wat het resultaat van deze query zal zijn. DA-4. De kandidaat kan een informatiebehoefte geformuleerd in natuurlijke taal waarbij gegevens uit meerdere tabellen nodig zijn vertalen naar een SQL SELECT-instructie. DA-5. De kandidaat kan een informatiebehoefte geformuleerd in natuurlijke taal waarbij geaggregeerde informatie wordt gevraagd vertalen naar een SQL SELECT-instructie. DA-6. De kandidaat kan een gebruiksvriendelijk schermformulier voor eindgebruikers realiseren op basis van een use case en een schermontwerp. DA-7. De kandidaat kan een rapport realiseren als uitvoerfunctie van het informatiesysteem. DA-8: De kandidaat kan de client-applicatie zodanig ontwikkelen dat er vanuit deze applicatie een connectie wordt gemaakt met de database die zich op een server bevindt. DA-9. De kandidaat kan door het invoeren van populatie nagaan of de gerealiseerde functionaliteiten al dan niet voldoet aan de vooraf opgestelde specificaties. DA-10. De kandidaat kan niet-declaratief oplosbare problemen oplossen, gebruikmakend van de procedurele mogelijkheden van het DBMS. DA-11. De kandidaat kan wijzigingen in de populatie van een database aanbrengen door gebruik te maken van INSERT-, UPDATE- en DELETE-statements. DA-12. De kandidaat kan op grond van een gegeven specificatie eenvoudige wijzigingen aanbrengen in de structuur van een bestaande database, rekening houdend met de bestaande populatie. DA-13. De kandidaat kan presentaties voorbereiden en houden, rekening houdend met structuur, doel en doelgroep mee. DA-14. De kandidaat gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur passend bij het doel van de documenten.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Tentamen
DA-1
Maakt gebruik van verschillende controls, zoals tekstvelden, comboboxes, listboxes,
BP Ass
radio groups, subforms, tabbladen en buttons zodanig dat deze de gebruiksvriendelijkheid ten goede komen. Beschrijft in het ontwerp wat het gewenste gedrag van deze user interface elementen in de uiteindelijke applicatie moet zijn. Voor elk formulier van de gevraagde Use Cases is vooraf een schets aanwezig met: - indeling van de controls( zoals tekstvelden, comboboxes, listboxes, radio groups, subforms, tabbladen en buttons) - toelichting op recordsource(s), controlsources, rowsources en aanwezige events. Bij het formulierontwerp moet het type formulier(enkelvoudig/doorlopend) herkenbaar zijn. Indeling formulierontwerp moet de gevraagde functionaliteit(use case) ondersteunen zowel inhoudelijk als op efficiëntie en gebruiksvriendelijkheid.
Maakt gebruik van de volgende begrippen: tabel, rij, kolom, null/not null, primaire sleutel, alternatieve sleutel, vreemde sleutel, verwijzing, referentiële integriteit. Naamgeving van de tabellen en kolommen moet overeenkomstig het LRS zijn. Datatypen van de kolommen moeten overeenkomstig het LRS zijn De DDL instructies voor het creëren van tabellen en constraints (PK ,FK, AK, NULL/NOT NULL) moeten syntactisch correct zijn. De notatie volgorde van meerdere SQL instructies moet juist zijn zodat alle instructies batchgewijs (in zijn geheel) geëxecuteerd kunnen worden.
Toets SQL BP Ass
DA-3
Geeft er blijk van een helder denkmodel te hebben van de verwerkingsvolgorde van de diverse componenten (SELECT, FROM, WHERE, GROUP BY, HAVING, ORDER BY) van een SELECT-statement. Kan het eindresultaat van de query in de juiste volgorde motiveren (FROM, WHERE, SELECT, ORDER BY) en kan daarbij het verschil aantonen tussen de verschillende typen joins (INNER JOIN, LEFT/RIGHT OUTER JOIN, SELF JOIN, AUTO JOIN).
Toets SQL
DA-4
Maakt op een juiste manier gebruik van de diverse componenten (SELECT, FROM, WHERE, GROUP BY, HAVING, ORDER BY), inner en outer joins, subquery’s en zonodig views die nodig zijn om aan de informatiebehoefte te voldoen. Heeft kennis van 3-waardige logica (AND, OR icm NULL). Motiveert wanneer een INNER JOIN, LEFT JOIN of een RIGHT JOIN constructie noodzakelijk is. Gecorreleerde subquery’s worden buiten beschouwing gelaten. De SQL SELECT instructie moet syntactisch correct geformuleerd zijn, de juiste kolommen in de SELECT clause bevatten, alleen de benodigde tabellen betrekken (dus geen overbodige tabellen), de output in de juiste sortering (indien gevraagd in de informatiebehoefte) presenteren, onafhankelijk van de populatie de gevraagde informatie (en niet meer) presenteren en de juiste instructie (het type JOIN of een subquery) bevatten indien expliciet gevraagd.
Toets SQL BP Ass
DA-5
Maakt op een juiste manier gebruik van statistische functies als COUNT, MIN, MAX etc in Toets SQL combinatie met de GROUP BY- en HAVING –component. BP Ass Kan de query in de juiste volgorde formuleren (FROM, WHERE, GROUP BY, HAVING, SELECT, ORDER BY) De SQL SELECT instructie moet syntactisch correct geformuleerd zijn (de HAVING clause moet altijd vooraf zijn gegaan door een GROUP BY clause), alleen geaggregeerde informatie en/of informatie waarop gegroepeerd is in de SELECT clause bevatten en onafhankelijk van de populatie de gevraagde informatie (en niet meer) presenteren.
DA-6
Maakt gebruik van verschillende controls, zoals tekstvelden, comboboxes, listboxes, BP Ass radio groups, subforms, tabbladen en buttons. De kandidaat houdt daarbij rekening met een aantal Gestalt principes (nabijheid, gelijkheid, gebied, symmetrie, continuïteit). De gerealiseerde formulieren zijn overeenkomstig met het ontwerp. N.B.: Bij afwijking van het ontwerp dient het ontwerp aangevuld te worden met een motivatie/verantwoording. Gebruik van de formulieren werkt correct bij elke testpopulatie (geen bugs aanwezig). Indeling van het formulier moet de gevraagde functionaliteit (use case) ondersteunen zowel inhoudelijk als op efficiëntie en gebruiksvriendelijkheid. Tijdens de demonstratie kan de kandidaat een gevraagde functionaliteit op wijziging van
DA-2
populatie direct uitvoeren. Hierbij wordt correct en efficiënt gebruik gemaakt van INSERT-, UPDATE- en DELETE-statements. De aanwezige events met INSERT-,UPDATE- en DELETE-statements in het VBA-script moet de kandidaat kunnen toelichten en verantwoorden. DA-7
Maakt gebruik van rapportsecties en functies voor het gegroepeerd tonen van informatie en het berekenen van (sub)totalen. Maakt een correct werkend rapport overeenkomstig met de gevraagde functionaliteit (use case(s)). Gebruikt, waar mogelijk, de rapportsecties met ingebouwde groeperingsfuncties, sorteringsfuncties en statistische functies. Maakt, waar mogelijk, in het rapport gebruik van subtotalen, totalen en indien van toepassing een generaal totaal.
BP Ass
DA-8
Maakt gebruik van een client-server omgeving waarbij de client een connectie maakt naar een relationele database. Is in staat om het verschil tussen client en server te duiden en kan een gemotiveerde keuze maken tussen het bewaken van beperkingsregels client-side ofwel server-side. Moet in staat zijn een connectie tussen de applicatie en de database te leggen en eventueel aan te passen zodra de omgeving veranderd.
BP Ass
DA-9
Test constraints door een uitputtende (goede en foute voorbeelden) set DML statements. De database van de applicatie bevat tijdens de demo voldoende populatie om de gevraagde functionaliteit (use case) te kunnen testen. De database van de applicatie bevat tijdens de demo een realistische populatie om de gevraagde functionaliteit (use case) te kunnen testen, en voorkomt afkortingen en onlogische gegevens (zoals: student1,student2,student3) als gevolg van gebruikmaking van copy/paste. Met de demonstratie kan de kandidaat door invoer van representatieve gegevens aantonen dat de gevraagde functionaliteit aanwezig is en correct werkt. Bij het schenden van constraints moet een interne of daar waar relevant een geprogrammeerde foutmelding getoond worden. Is tijdens de demonstratie in staat om eventueel optredende problemen te verantwoorden en deze met enige routine te corrigeren.
BP Ass
DA-10
Kan de keuze voor het implementeren van een constraint op een niet-declaratieve manier beargumenteren. De kandidaat weet de kracht en beperkingen van declaratieve constraints. Kan een niet-declaratief oplosbaar probleem oplossen gebruik makend van functies en/of eenvoudige stored procedures. De stored procedure moet gebruik maken van parameters, op een juiste wijze worden aangeroepen en met behulp van negatieve SQL statements (NOT EXISTS(SELECT …) ) moet worden voorkomen dat de constraint wordt overtreden
Toets SQL
DA-11
Kan syntactisch juiste INSERT, UPDATE en DELETE statements schrijven, weet welke Toets SQL construct gebruikt moet worden voor toevoegen, wijzigen en verwijderen van gegevens BP Ass en weet hoe daarbij gebruik gemaakt kan worden van complexe condities. De populatie moet met behulp van de juiste DML SQL instructie gegeven worden (wijzigen van informatie mbv UPDATE en niet mbv DELETE gevolgd door INSERT) Kan mogelijke database constraint overtredingen door DML instructies verklaren gebruik makend van de juiste termen (PK, AK, FK met cascading aspecten, CHECK, NULL/NOT NULL)
DA-12
Maakt gebruik van DDL en DML-instructies voor het implementeren van gewijzigde Toets SQL databasestructuren en converteren/transformeren van de data uit de oude database naar de nieuwe gewijzigde database. De gegeven oplossing bevat de juiste volgorde van syntactisch correcte DDL en DML SQL instructies Weet correct gebruik te maken van de verschillende SQL instructies voor het toevoegen van records aan een tabel (INSERT INTO .. VALUES.., INSERT INTO .. SELECT .., SELECT ... INTO ... FROM)
Geeft de juiste instructie voor het (tijdelijk) uitschakelen/verwijderen van FK constraints. DA-13
Presenteert de inhoud op een voor het publiek heldere en logische wijze en voldoet aan de checklist presenteren. Hanteert in de presentatievoorbereiding het zogeheten DROP-model (Doel, Rollen, Onderwerp, Procedure).
Pres Ont
DA-14
De teksten in de toelichting van het ontwerp en de teksten in formulieren/ rapporten/ MsgBoxes zijn grammaticaal juist en correct gespeld.
Pres Ont
11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
Toets SQL Schriftelijke toets SQL Open vragen 1 Individueel cijfer 5,5 65 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
Pres Ont Presentatie ontwerp Presentatie 2 Individueel cijfer 5,5 10 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
BP Ass Beroepsproduct met assessment Beroepsproduct met assessment 1 Individueel cijfer 5,5 25 Zie toetsschema N.v.t.
12. Verplichte literatuur
Wiegerink, Leo, Jeanot Bijpost en Marco de Groot, (2013), Relationele databases en SQL, Amsterdam: Academic Service. ISBN 9789039527146 Syllabus “Database-applicatieontwikkeling”, Janssen , Engelbart, de Groot en Nabben
13. Software
SQL Server Express 2012 (mogelijk 2014) Application development platform (zoals bijvoorbeeld Microsoft Access 2013)
14. Overig materiaal
Case Study Diverse digitale workshops Screencasts
15. Activiteiten
Beschrijf inhoudelijk de kernopdrachten of de belangrijkste leeractiviteiten die de student uitvoert. Studenten leren de taal SQL en leren user interface concepten die nodig zijn bij application development. Daarbij oefenen zij met opdrachten uit de workshops, de syllabus en werken zij aan een casus.
16. Werkvormen
Per week zijn er op dagdelen gepland met studieactiviteiten in het kader van deze course. Het betreft ondermeer de volgende activiteiten: theorieles, de theorie beknopt wordt toegelicht en/of samengevat workshop, je bent bezig met zelfstudie uit het boek, je bekijkt zonodig aanvullend enkele
screencasts en je werkt aan opgaven en presentatieopdrachten presentaties van resultaten van je eigen werk of discussie naar aanleiding van opgaven en problemen die zich daarbij voordeden. Daarnaast zul je werken aan een grotere opdracht (de case study) waarin je het geleerde toepast. 17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.
Embedded Software Development (ESD) Titel onderwijseenheid
Embedded Software Development (I-ESD)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Studenten VT en DT propedeuse HBO-ICT
3. Beroepstaak
Ontwerpen en realiseren van embedded software
4.
Ontwerpdocumenten, Embedded applicatie
Beroepsproducten
7,5
5. Studiepunten
6. Samenhang met andere Propedeuse: SPD OWE’s Voorbereiding profiel ESD 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
Deze course gaat over het ontwerpen en maken van embedded software; niet voor ‘gewone’ computers, servers, tablets, maar voor allerlei vormen van kleine slimme computers, die in andere apparaten zitten zoals robots, verkeerslichten, auto’s etc. Deze embedded controllers nemen met allerlei sensoren de buitenwereld waar (bijvoorbeeld temperatuur, licht, afstand) en besturen gelijktijdig meerdere zogenaamde actuatoren zoals lichten, motoren, luidsprekers en zijn verbonden met ‘gewone’ computers en het internet via allerlei communicatieprotocollen.
9. Competenties
ESD-1. De student kent de architectuur van een eenvoudig embedded systeem. ESD-2. De student kan op globaal niveau requirements en een functioneel ontwerp opstellen van een eenvoudig embedded systeem. ESD-3. De student kan een technisch ontwerp opstellen van een eenvoudig embedded systeem. ESD-4. De student kan een technisch ontwerp van een eenvoudig embedded systeem omzetten in onderhoudbare code en deze code testen. ESD-5. De student kent de basiswerking van een microcontroller, inclusief de diverse geheugentypen. ESD-6 De student kan binair, decimaal en hexadecimaal rekenen inclusief bit-operaties. ESD-7. De student kent de beginselen van het OSI-model en de algemene opbouw van OSI-laag 2 met header, adres, data, checksum en trailer. ESD-8. De student heeft inzicht in de oorzaak van traagheid van servo-bestuurde actuatoren. ESD-9. De student kan met software-timers een microcontroller (schijnbaar) gelijktijdig meerdere taken laten uitvoeren.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Tentamen
ESD-1
Benoemt en beschrijft de werking van sensoren/actoren benoemen en kent het verschil tussen analoge en digitale signalen. Kent het verschil tussen input en output. Heeft inzicht in het omzetten van een natuurkundige grootheid in een digitale waarde.
Toets
ESD-2
Maakt een eenvoudige analyse en deze vastleggen in activity, timing en state diagram. Heeft inzicht in het omzetten van een natuurkundige grootheid in een digitale waarde.
Toets, BP
ESD-3
Maakt een eenvoudig technisch ontwerp in de vorm van een elektrisch aansluit- en bedradingsschema. Schrijft doel- en doelgroepgericht, en de tekst voldoet aan de eisen van de ICAcontrolekaart.
BP
ESD-4
Kan een controller besturen/uitlezen met een ander computer. Past de basic constructen van de embedded programmeertaal C toe en deelt de code op gestructureerde wijze in. Heeft inzicht welke invloed bepaalde basic constructen van de ontwikkeltaal op het geheugengebruik en de snelheid van de controller.
Toets, BP
Schrijft met een functioneel en technisch ontwerp een programma voor een embedded controller. Schrijft onderhoudbare code door gebruik van functies, constanten, gescheiden software-packages en een state-machine implementatie. ESD-5
Weet waarvoor de verschillende typen geheugen ROM, PROM, EPROM, EEPROM toegepast kunnen worden. Kan de diverse basisonderdelen van een microcontroller zoals ALU, PC, registers, bus, buffer aanwijzen en uitleggen.
Toets
ESD-6
Kan binair tellen. Past de binaire operatoren NOT, OR, AND en XOR toe. Rekent getallen om tussen het binaire, decimale en hexadecimaal stelsel en gedeeltelijk met de ASCII-tabel.
Toets, BP
ESD-7
Kent de basisbegrippen parallel/serieel, half/full duplex, netwerktypologieën zoals ster en bus, OSI model. Ontwerpt een eenvoudig protocol, inclusief headers, adres en checksum. Brengt eenvoudig advies uit omtrent toe te passen protocol. Kent het seriële busprotocol I2C en kan hiervoor code schrijven. Kan de bruto/netto doorvoersnelheid van een protocol berekenen bij gegeven bitsnelheid.
Toets, BP
ESD-8
Heeft inzicht in de traagheid van actuatoren en past de besturing hierop aan. Legt pulsbreedte besturing (PWM) uit en implementeert deze met meerdere technieken en toepassen op diverse actuatoren.
Toets, BP
ESD-9
Implementeert meerdere gelijktijdige taken, zonder gebruik te maken van de delayfunctie. Onderbouwt bij meerdere gelijktijdige taken de keuze van de diverse softwaretimers.
Toets, BP
11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T1 Toets 1 Schriftelijke toets 1 Individueel cijfer 5,5 25 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T2 Toets 2 Schriftelijke toets 1 Individueel cijfer 5,5 25 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm
Pres Presentatie BP Presentatie beroepsproduct incl. planmatige aanpak 1 Individueel cijfer 5,5 50
Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging
Periode afname Compensatie
Zie toetsschema N.v.t.
12. Verplichte literatuur
Website http://www.arduino.cc/ Practicumopgaven ESD
13. Software
Arduino IDE gratis download via http://arduino.cc/en/main/software UML-schema’s: http://astah.net/download Maken elektrische aansluitschema’s: http://fritzing.org/download/
14. Overig materiaal
Arduino kit voor de HAN-ICA: Arduino met USB - kabel Breadboard met kabels met stekkers LED’s, drukknoppen, weerstanden, thermistor, LDR LED matrix Servo
15. Activiteiten
Ontwerpen, programmeren en testen van kleine embedded applicaties: Lichtbalk Rijkswaterstaat Ruitenwisser intervalschakelaar Lichtkrant Specificeren, ontwerpen, programmeren en testen van grotere embedded applicatie: Verkeerslichtinstallatie
16. Werkvormen
Zelfstudie, flipped classroom, klassikaal les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten) en reviewsessies.
17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.
Object-Oriented Program Development (OOPD) Titel onderwijseenheid
Object-Oriented Program Development (I-OOPD)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Studenten VT en DT propedeuse
3. Beroepstaak
Ontwerp, realiseer en test een eenvoudige game in Java.
4. Beroepsproducten
Java-game met gerelateerde ontwerpdocumenten.
5. Studiepunten
7,5
6. Samenhang met andere Propedeuse: SPD, ESD. OOPD is het derde vak in de ‘programmeerlijn’. OWE’s Hoofdfase: bereid voor op de profielen SD, WD, DSD en ESD. 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
In deze course staat het ontwerpen en implementeren van objectgeoriënteerde software in Java centraal. Er wordt voortgebouwd op de kennis en kunde die de student in de courses SPD en ESD heeft opgedaan. Eerder gerealiseerde programma’s worden opnieuw ingedeeld in klassen en er wordt overgestapt van Processing naar Java. Ook wordt aandacht besteed aan analyse en ontwerp waarbij gebruik wordt gemaakt van een aantal elementen uit UML. De course wordt afgesloten met een geïntegreerde opdracht, waarin een volledig softwareontwikkeltraject wordt doorlopen. Daarin wordt een game gerealiseerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een engine die voor deze course is ontwikkeld.
9. Competenties
OOPD-1. De student kan een objectgeoriënteerd programma realiseren in Java, gegeven een specificatie of software-ontwerp. OOPD-2. De student heeft inzicht in de toestand van objecten gedurende de uitvoering van een Java-programma. OOPD-3. De student kan een functioneel ontwerp opstellen op dat als basis kan dienen voor een ontwerp en implementatie. OOPD-4. De student kan een technisch ontwerp opstellen dat als basis kan dienen voor een implementatie. OOPD-5. De student kan documenten opstellen waarvan grammatica, spelling, stijl en structuur passen bij het doel van de documenten.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Deeltentamen
OOPD-1
Toont kennis aan van OO-concepten zoals het onderscheid tussen klasse en object, T1 verantwoordelijkheden van klassen, overerving, abstracte klassen, interfaces en T2 polymorfisme. BerProd Het programma is een correcte implementatie van de specificatie, waarbij hierboven genoemde OO-concepten correct worden toegepast. Relevante objectgeoriënteerde gereedschappen worden op de juiste manier toegepast. Het programma voldoet aan de Java-syntax en aangeleerde programmeerconventies. De documentatie bij het programma is compleet en duidelijk. De API documentatie voldoet aan de standaard van het ontwikkelplatform.
OOPD-2
Geeft een correcte weergave van de toestand van het programma in de aangeleverde tekentaal (“geheugenmodel”)
T1 T2
OOPD-3
Het functioneel ontwerp bevat een (informele) beschrijving die voldoende basis biedt om een technisch ontwerp en realisatie op te baseren.
BerProd
OOPD-4
Het ontwerp bevat een klassendiagram dat is opgesteld volgens de aangereikte UML-regels. Het ontwerp geeft een volledig overzicht en kan gebruikt worden als basis voor een implementatie.
BerProd
De eventuele beschrijving en de diagrammen komen met elkaar overeen. OOPD-5
Het functioneel ontwerp en technisch ontwerp zijn in zakelijke stijl geschreven en bevatten maximaal 3 taalfouten op een willekeurige pagina.
BerProd
11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm
T1 Toets over de stof uit lessen 1 t/m 6 Individuele schriftelijke toets met open vragen 1 Individueel cijfer 5,5 15 Zie toetsschema N.v.t.
Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat
T2 Toets over alle stof Individuele schriftelijke toets met open vragen 1 Individueel cijfer 5,5
Weging Periode afname Compensatie
40 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
BerProd Beroepsproduct Game Beroepsproduct met assessment 1 Individueel cijfer 5,5 45 Zie toetsschema N.v.t.
12. Verplichte literatuur
Barnes, David J. & Michael Kölling, (2012), Programmeren in Java met BlueJ, Pearson Education Benelux. Vijfde editie. ISBN: 9789043023894
13. Software
Processing 2.0 of hoger Java JDK 1.7 of hoger
14. Overig materiaal
15. Activiteiten
De course is opgedeeld in twee delen. In de eerste vijf weken volgt de student een voorgeschreven programma waarin de in punt 16 genoemde werkvormen worden gehanteerd. In de laatste drie weken werkt de student zelf aan het analyseren, ontwerpen, realiseren en documenteren van een game in de aangeleverde engine.
16. Werkvormen
Flipped classroom, klassikale lessen waarin voornamelijk verschillende verwerkingsoefeningen worden aangeboden en nabesproken.
17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster
Screencasts OOPD Opdrachten lesvoorbereiding en lesprogramma Oefentoetsen Android Studio
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.
Web Developments (WebDevs) Titel onderwijseenheid
Web Developments (I-WebDevs)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Studenten VT en DT HBO-ICT propedeuse
3. Beroepstaak
Het bouwen van een dynamische website en een voorstel opstellen voor de toepassing van moderne webtechnologie.
4. Beroepsproducten
HTML/CSS statische template, PHP dynamische website, onderzoeksverslag.
5. Studiepunten
7,5
6. Samenhang met andere Deze course is een voorbereiding op het propedeuseproject en het profiel I-Webdevelopment. OWE’s 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
In deze course leren de studenten te werken met HTML5, CSS3, PHP en MSSQL. Daarnaast wordt extra aandacht besteed aan semantisch correcte websites volgens de regels van het World Wide Web Consortium (www.w3c.org). De student gaat op basis van een gegeven functioneel ontwerp een statische website maken met meerdere pagina’s welke correct valideren volgens de W3C standaard. Dit product wordt daarna verder uitgebreid met een koppeling naar een database en de inhoud van de website dynamisch gevuld met data uit de database. Nadat de dynamische website gemaakt is, wordt een begin gemaakt met de theoretische achtergronden van het uitvoeren van een praktijkgericht onderzoek. Tijdens dit onderzoek gaat de student proberen om een onderbouwd antwoord te geven op een vraag die gaat over nieuwe ontwikkelingen binnen front-end web ontwikkeling. Voor alle gebruikte technologieën in dit vakgebied ontstaan voortdurend alternatieven en verbeterde versies. Hoe beslis je nu welke daarvan het meest geschikt zou zijn voor een volgend project? Hoe zorg je ervoor dat anderen jouw resultaten en conclusies geloofwaardig vinden en hoe kun je je nieuwe verworven kennis toepassen in de praktijk?
9. Competenties
WD-1. De student heeft kennis van de onderzoekscyclus, vormen van onderzoek in het werkveld, kan onderscheid maken in de diverse vormen van onderzoek en weet de verschillen tussen de onderzoeksvormen. WD-2. De student weet waar voor een onderzoeksopdracht relevante bronnen zijn op te sporen en kan deze inschatten op kwaliteit en geschiktheid. WD-3. De student is in staat om onderzoeksresultaten op een transparante manier te rapporteren en hanteert daarbij de juiste manier van bronvermeldingen. WD-4. De student heeft kennis van de basiselementen van HTML5 en CSS3 WD-5. De student kan statische webpagina’s realiseren met HTML5 en CSS3 overeenkomstig een gegeven ontwerp. WD-6. De student controleert elke gerealiseerde webpagina op kwaliteit. WD-7. De student heeft kennis van ServerSide webdevelopment met gebruik van PHP en MSSQL. WD-8. De student kan dynamische webpagina’s realiseren m.b.v. HTML5, CSS3 en PHP. Daarbij maakt de student gebruik van de voorschreven software. WD-9. De student is in staat om op een correcte wijze schriftelijk te rapporteren. WD-10. De student kan in groepsverband samenwerken en effectief tot resultaten komen. WD-11. De student is in staat om op een professionele wijze feedback te geven aan medestudenten en kan op basis van verkregen feedback reflecteren op eigen functioneren en handelswijze.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Deeltentamen
WD-1
Neemt kennis van de aangereikte theorie door voldoende aanwezig te zijn tijdens colleges en gebruik te maken van feedbackmomenten.
O onderzoek
WD-2
Er is gebruik gemaakt van meerdere zoekinstrumenten zoals google Scholar, HAN Quest, Internet zoekmachines. Er worden meerdere typen bronnen gebruikt in het onderzoek (internet, boek, tijdschrift, artikel, blog). De kwaliteit van de gebruikte bronnen is gecontroleerd op betrouwbaarheid, autoriteit, tijd en inhoud.
O onderzoek
WD-3
Er wordt een onderzoeksverslag opgeleverd waarin gebruik gemaakt wordt van bronvermeldingen en –verwijzingen volgens de APA norm en er is een literatuurlijst/bronnenlijst aanwezig. Het onderzoeksverslag is gestructureerd volgens de controlekaart documenten ICA. Het onderzoeksverslag is in een zakelijke stijl geschreven, bevat geen spelfouten en is grammaticaal correct.
O onderzoek
WD-4
Weet het verschil tussen HTML en CSS. Weet hoe een semantisch en syntactische correcte HTML en CSS tag opgebouwd is en kan deze toepassen. Kan in gegeven HTML en CSS code onjuistheden identificeren en deze corrigeren.
T HTML O HTML
WD-5
Weet inhoud en opmaak van statische webpagina’s op een correcte wijze te O HTML scheiden. De statische webpagina’s worden op een juiste wijze weergegeven in minimaal twee verschillende browsers en komen overeen met de gegeven ontwerpen. Levert nette, overzichtelijke en scripts op en zorgt dat kwalitatieve elementen meegenomen zijn in de opgeleverde scripts.
WD-6
Test opgeleverde webpagina’s door het toepassen van W3C validatie.
O HTML O PHP
WD-7
Zet met behulp van de gegeven instructies een ontwikkelomgeving op om dynamische websites te ontwikkelen.
O PHP
WD-8
Kent de syntax van PHP. Kent de PHP datatypen en datastructuren en kan deze toepassen. Herkent de PHP programmeerstructuren (herhaling en keuze) en kan deze toepassen. Weet hoe vanuit een PHP script een verbinding gemaakt kan worden met een database. Kan in een gegeven PHP script onjuistheden identificeren en deze corrigeren.
T HTTP O PHP
WD-9
Weet wat de criteria zijn voor een correct schriftelijk rapport en past deze toe in alle O HTML op te leveren producten. O PHP website O onderzoek
WD-10
Kan tijdens assessments het volledig opgeleverde werk verantwoorden en toelichten. Kan zijn/haar bijdrage aan het eindproduct verantwoorden en dit staat in verhouding met de geleverde inspanningen van groepsleden.
O onderzoek
WD-11
Kan schriftelijk de verwerking van gekregen feedback verantwoorden en toelichten.
O onderzoek
11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
O html Opdracht HTML/CSS template bp Beroepsproduct, per groep van 2 studenten 1 Cijfer 5,5 20 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T html Theorietoets HTML en CSS Schriftelijke toets 1 Cijfer 5,5 10 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
O php Opdracht PHP website bp Beroepsproduct, per groep van 2 studenten 1 Cijfer 5,5 20 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T http Theorietoets HTTP en PHP Schriftelijke toets 1 Cijfer 5,5 10 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm
O ond Opdracht onderzoek bp Beroepsproduct, per groep van 4 studenten 1 Cijfer 5,5 40 Zie toetsschema N.v.t.
Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie 12. Verplichte literatuur
Andree Hollander, (2014), HTML en CSS de basis, Amsterdam: Pearson Benelux, 3e editie ISBN: 978-90-430-2401-3. Verheij, M. (2014). Reader course Webdevelopments, PHP & MSSQL. Arnhem: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Informatica en Communicatie Academie
13. Software
14. Overig materiaal
Geen.
15. Activiteiten
Door het maken van statische en dynamische webpagina’s leren studenten de basisprincipes van Webdevelopment, maken kennis met moderne webtalen en doen ervaring hiermee op. De kennis hiervan wordt getoetst met twee schriftelijke meerkeuze toetsen. Er moeten twee beroepsproducten worden opgeleverd waarmee de student aantoont dat opgedane kennis en
Teksteditor (notepad++, atom, sublime tekst, etc.). Vrije keuze voor studenten Webserver stack (XAMPP, LAMPP, WAMPP). In ieder geval Apache of IIS webserver met PHP. SQL Server Express 2012 Browser (IE, Chrome, Firefox, Safari, etc.). In ieder geval 2 browsers om compatibiliteit te testen.
vaardigheden op een adequate wijze toegepast kunnen worden. Ter afsluiting gaan de studenten in groepsverband een praktijkonderzoek uitvoeren in het vakgebied. De resultaten hiervan moeten in een schriftelijk rapport vastgelegd en gepresenteerd worden. 16. Werkvormen
Hoorcolleges, practica, thuisstudie, werkgroepen van 2 studenten voor de beroepsproducten O html en O php, werkgroepen van 4 studenten voor O ond.
17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.
Portal Configuration (PoCo) Titel onderwijseenheid
Portal Configuration (I-POCO)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
HBO-ICT studenten VT en DT propedeuse
3. Beroepstaak
Analyseert een (bedrijfs)organisatie, stelt de eisen op voor het gebruik van een klantportaal, ontwerpt en realiseert op basis hiervan een portaal met behulp van een Content Management Systeem en geeft een implementatieadvies.
4. Beroepsproducten
Analyserapport voor de beschrijving van de bedrijfsanalyse, ontwerprapport voor het voorgestelde ontwerp / structuur van het contentmanagementsysteem, implementatieadvies waarin rekening wordt gehouden met de omgeving voor het daadwerkelijke advies.
5. Studiepunten
7,5
6. Samenhang met andere Bereidt voor op de profielen ESS, IMC en ISM OWE’s 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
Je ontwerpt en bouwt een klantportaal voor een (bedrijfs)organisatie. Dit doe je voor een praktijksituatie die je zelf benadert. Je kijkt wat voor soort organisatie het is, hoe de samenwerking (dienstverlening en communicatie) tussen klant en het bedrijf eruit ziet en op welke punten deze samenwerking kan verbeteren met behulp van een klantportaal. Dan beschrijf je de eisen waaraan het portaal moet voldoen, waarna je het portaal gaat ontwerpen. Hierbij worden ook mogelijkheden onderzocht voor online communicatie, community en interactie. Je zorgt ervoor dat de functionaliteiten, rechten en inhoud gerealiseerd worden voor de klant en het bedrijf. Nadat je de het portaal hebt ontworpen moet het portaal gebouwd en getest worden met behulp van een content management systeem (CMS). Als laatste geef je een advies over hoe de organisatie het best een dergelijke portaal kan gaan gebruiken en gaan inzetten (implementatie en invoering).
9. Competenties
POCO-1. De student analyseert een organisatie en beschrijft de functionele eisen waaraan een portal moet voldoen. POCO-2. De student ontwerpt, op basis van het organisatie-advies en de functionele eisen, een portal. POCO-3. De student bouwt, op basis van het ontwerp, een portal. POCO-4. De student geeft een advies over de belangrijkste invoeringsaspecten van de portal. POCO-5. De student gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur passend bij het doel van de documenten.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Tentamen
POCO-1
Heeft kennis en begrip van de belangrijkste organisatiekundige theorieën om een Analyserapport (bedrijfs)organisatie in kaart te kunnen brengen. Tentamen Heeft kennis en begrip van communicatie- en bedrijfsprocessen in een bedrijfsorganisatie en in klantcommunicatie Heeft kennis en begrip van functionele en niet functionele eisen Maakt een analyse van een bedrijfsorganisatie en haar klanten voor het ontwikkelen van een klantportaal. Stelt op basis van een organisatieanalyse de functionele en niet-functionele eisen van een portaal op. Er is een heldere samenhang tussen de verschillende onderdelen van het rapport.
POCO-2
Heeft kennis en begrip van de belangrijkste toepassingsgebieden, functies en mogelijkheden van een portaal en het bijbehorende CMS. Heeft kennis en begrip van de belangrijkste web 2.0 en enterprise 2.0 functionaliteiten binnen een portaal, de toepassingen daarvan en (de relatie tot) virtuele community’s, virtuele communicatie en interactie.
Ontwerprapport en portal Tentamen
Ontwerpt, op basis van een gegeven set eisen, met een CMS een klantportaal. POCO-3
Heeft kennis en begrip van de technische en functionele mogelijkheden van een CMS Ontwerprapport en op het gebied van navigatie, stijl, beveiliging en contentmanagement. portal Realiseert op basis van een ontwerp een klantportaal, waarbij hij een CMS Tentamen configureert op de volgende gebieden navigatie, stijl, beveiliging, contentmanagement en portalen.
POCO-4
Heeft begrip en kennis van de theorie van de belangrijkste implementatie (invoerings)aspecten van een (klant)portaal. Geeft een advies over de belangrijkste aspecten voor een implementatie/invoering van een klantportaal.
POCO-5
Gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur passend bij het doel van de Analyserapport documenten. Ontwerprapport en portal Implementatieadvies
11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
T Tentamen Individueel 1 Cijfer 5.5 1 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
A rapp Analyserapport bp Beroepsproduct 1 Groepscijfer 55% van punten behaald 2 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
Imp Implementatie advies bp Beroepsproduct 1 Groepscijfer 55% van de punten behaald 1 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
O rapp Ontwerp rapport en Portal Beroepsproduct 1 Groepscijfer 55% van de punten behaald 2 Zie toetsschema N.v.t.
Implementatieadvies Tentamen
12. Verplichte literatuur
Noordam, Peter, (2012), Inrichten en optimaliseren van organisaties, Den Haag: Bim Media. 2e herziene druk.
13. Software
Drupal Content Management Systeem Microsoft Office 2010 of hoger
14. Overig materiaal
Aanbevolen literatuur: Eric Tiggeler, Basiscursus Drupal 7, ISBN 978 90 12 58294 0
15. Activiteiten
Lessen, verwerkingsopgaven in practica en zelfstudie, beroepsproducten in combinatie met een case
16. Werkvormen
Theorieles, zelfwerkuren, casussen, tussentijdse reviews/feedback.
17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 3 * 3 * 9 = 81 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 13 * 9 = 117 uur Tentamentijd: 12 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.
I-project VT Titel onderwijseenheid
I-project (I-Pr-IP)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Studenten VT I-propedeuse
3. Beroepstaak
Ontwikkel beroepsvaardigheden door in een projectcontext een dynamische website en bijbehorende beheerapplicatie te realiseren.
4. Beroepsproducten
Plan van aanpak, ontwerpdocument, testrapport, dynamische website, database
5. Studiepunten
15
6. Samenhang met andere Sluit aan op kennis en vaardigheden uit de andere I-propedeuse courses OWE’s 7. Ingangseisen
N.v.t.
8. Algemene omschrijving
In teamverband ontwerp, realiseer en test je een data-gedreven dynamische website en daaraan gekoppelde beheersomgeving. Je laat zien dat je initiatiefrijk bent en zowel individueel als in groepsverband planmatig kan werken. Je houdt rekening met de verschillende stakeholders door op een professionele en gepaste wijze te communiceren.
9. Competenties
IP-1. De student analyseert, in samenwerking met andere studenten, een opdracht en gebruikt hier adequaat informatiebronnen bij. IP-2. De student vertaalt, in samenwerking met andere studenten, de analyse naar een softwareontwerp waarbij rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid van dat ontwerp. IP-3. De student realiseert, in samenwerking met andere studenten, op basis van het ontwerp een kwalitatief voldoende product door eerder verworven kennis en inzicht te integreren en toe te passen. IP-4. De student verifieert systematisch, in samenwerking met andere studenten, en mede aan de hand van het programma van eisen en het ontwerp, of de software voldoet, en kan op basis daarvan een implementatieadvies geven. IP-5. De student werkt planmatig en gestructureerd, houdt overzicht over de werkzaamheden en houdt het werk daarbij inzichtelijk voor anderen. IP-6. De student levert een actieve bijdrage aan de samenwerking met andere studenten; IP-7. De student presenteert en rapporteert op transparante wijze. IP-8. De student is in staat tot het voeren van gesprekken met stakeholders en groepsgenoten. IP-9. De student kan eigen kwaliteiten en valkuilen op het gebied van communiceren, planmatig werken en samenwerken herkennen en benoemen.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Tentamen
IP-1
Stelt een plan van aanpak samen op basis van het programma van eisen en de opdrachtomschrijving. Stelt een grafische vormgeving vast aan de hand van de opdrachtomschrijving, het programma van eisen, het type applicatie, de doelgroep en de context van de opdracht. Zoekt gericht naar informatiebronnen, beoordeelt deze op kwaliteit en staaft uitwerkingen aan de literatuur.
Ind-TT Groep-TT Ind-Eind Groep-Eind
IP-2
Maakt een aansprekend grafisch ontwerp, waarbij rekening wordt gehouden met Groep-TT doelgroep en de uit te voeren handeling/use-case zodat dit de gebruikersvriendelijk- Groep-Eind heid ten goede komt. Maakt een functioneel en technisch ontwerp, waarbij rekening wordt gehouden met factoren als architectuur (n-tier), database managementsysteem, server side programmeertaal en de uit te voeren use-cases en bedrijfsregels en –beperkingen.
Gebruikt en integreert methoden, regels en richtlijnen in ontwerprapportages zoals ze zijn aangeboden in de propedeuse-courses. Verantwoordt gemaakte keuzes aan de hand van literatuur en/of best practices. IP-3
Realiseert op basis van het functioneel-, technisch- en grafisch ontwerp een database, website en beheerapplicatie. Combineert kennis en kunde uit de propedeuse-courses om te komen tot een werkende software infrastructuur.
Groep-TT Groep-Eind
IP-4
Legt het doel van testen uit, stelt op grond van het ontwerp testcases op, valideert de gerealiseerde applicatie hieraan en vat de conclusies in een rapport samen. Geeft een advies over de wijze van invoering van het gerealiseerde product in de organisatie van de opdrachtgever.
Groep-TT Groep-Eind
IP-5
Maakt een individuele planning en voert deze uit. Signaleert afwijkingen tussen planning en uitvoering en analyseert de oorzaak. Formuleert een passende oplossing en stelt waar nodig de planning bij. Onderbouwt de keuze voor een planningsmethode en past deze methode toe binnen het project of de opdracht. Evalueert na afloop bruikbaarheid en toepasbaarheid daarvan in relatie tot het project of de opdracht.
Ind-TT Ind-Eind
IP-6
Toont inzet en initiatief ten gunste van het groepsproces. Ind-TT Toont aan een voldoende groot aandeel geleverd te hebben aan het groepsproduct. Ind-Eind Draagt bij aan het bepalen en vaststellen van de groepsregels en houdt zich aan deze regels.
IP-7
Gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur passend bij het doel van de documenten. Bereidt presentaties voor en neemt in de voorbereiding ten minste structuur, doel en doelgroep mee. Past de voorbereiding waarneembaar toe tijdens de presentaties.
IP-8
Hanteert de regels voor het geven en ontvangen van feedback. Ind-TT Verwoordt in gesprekken duidelijk een boodschap en controleert of deze boodschap Ind-Eind overkomt. Gebruikt de gesprekstechnieken: ‘luisteren, samenvatten en doorvragen.’ Kent verschillende vergaderrollen en vergaderprocedures en past deze toe.
IP-9
Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van communicatie. Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van planmatig werken. Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van samenwerken. Stelt minstens drie concreet gedefinieerde leerdoelen op.
11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen
Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
Ind-TT Tussentijdse verantwoording individuele projectbijdrage Schriftelijk (verslag met bewijsmateriaal, verantwoording en reflectie) 1 Individueel cijfer Geen 1 Zie toetsschema N.v.t.
Code tentamen Deeltentamen
Groep-TT Tussentijdse verantwoording
Toetsvorm
Ind-TT Groep-TT Ind-Eind Groep-Eind
Ind-TT Ind-Eind
Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
opgeleverde beroepsproducten Presentatie, Demonstratie, Reviews & Toelichting 1 Groepscijfer Geen 1 Zie toetsschema N.v.t. Ind-Eind Eindverantwoording individuele projectbijdrage Schriftelijk (verslag met bewijsmateriaal en verantwoording) 2 Individueel cijfer 5,5 4 Zie toetsschema N.v.t. Groep-Eind Eindverantwoording opgeleverde beroepsproducten Presentatie, Demonstratie, Toelichting 2 Groepscijfer 5,5 4 Zie toetsschema N.v.t. e
12. Verplichte literatuur
Roel Grit, (2015), Projectmanagement, Groningen: Noordhoff Uitgevers. 7 druk.
13. Software
Microsoft Word 2013, PowerPoint 2013, Access 2013 SQL Server 2008 R2 inclusief Management Studio PHP 5.x HTML5 & CSS Editor Overige tools zoals gebruikt in de propedeuse-courses zijn toegestaan
14. Overig materiaal
N.v.t.
15. Activiteiten
Alle activiteiten die bij projectonderwijs horen.
16. Werkvormen
Trainingen, workshops, reviewsessies, presentaties
17. Les-/contacturen
Geprogrammeerde contacttijd: 5 * 3 * 9 = 135 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 30 * 9 = 270 uur Tentamentijd: 15 uur.
18. Onderwijsperiode
Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.
I-project DT Titel onderwijseenheid
I-Project DT (I-Pr-IP DT)
1. Opleiding
HBO-ICT
2. Doelgroep
Studenten DT, I-propedeuse
3. Beroepstaak
Ontwikkel beroepsvaardigheden door in een projectcontext eerder opgedane kennis toe te passen.
4. Beroepsproducten
Portfolio werkplekleren
5. Studiepunten
15
6. Samenhang met andere Het project bouwt voort op alle courses van de ICT-propedeuse OWE’s 7. Ingangseisen
n.v.t.
8. Algemene omschrijving
Gedurende het propedeusejaar werkt de student aan een portfolio werkplekleren waarin hij laat zien te voldoen aan de eisen die op propedeuseniveau gesteld worden voor HBO-ICT en professional skills. Hij verzamelt daartoe bewijsmateriaal uit zijn werk; hij stelt een persoonlijk ontwikkelplan op, voert dat uit en reflecteert op zijn ervaringen.
9. Competenties
IPD-1. De student analyseert, in samenwerking met andere studenten, een opdracht en gebruikt hier adequaat informatiebronnen bij. IPD-2. De student vertaalt, in samenwerking met andere studenten, de analyse naar een softwareontwerp waarbij rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid van dat ontwerp. IPD-3. De student realiseert, in samenwerking met andere studenten, op basis van het ontwerp een kwalitatief voldoende product door eerder verworven kennis en inzicht te integreren en toe te passen. IPD-4. De student verifieert systematisch, in samenwerking met andere studenten, en mede aan de hand van het programma van eisen en het ontwerp, of de software voldoet, en kan op basis daarvan een implementatieadvies geven. IPD-5. De student werkt planmatig en gestructureerd, houdt overzicht over de werkzaamheden en houdt het werk daarbij inzichtelijk voor anderen. IPD-6. De student levert een actieve bijdrage aan de samenwerking met andere studenten; IPD-7. De student presenteert en rapporteert op transparante wijze. IPD-8. De student is in staat tot het voeren van gesprekken met stakeholders en groepsgenoten. IPD-9. De student kan eigen kwaliteiten en valkuilen op het gebied van communiceren, planmatig werken en samenwerken herkennen en benoemen.
10. Beoordelingscriteria Competentie
Beoordelingscriteria
Tentamen
IPD-1
Levert een bijdrage aan een plan van aanpak. Zoekt gericht naar informatiebronnen, beoordeelt deze op kwaliteit en staaft uitwerkingen aan de literatuur.
Portfolio werkplekleren
IPD-2
Software-ontwerp en use cases komen voort uit een analyse. Portfolio Maakt een functioneel en technisch ontwerp, waarbij rekening wordt gehouden met werkplekleren factoren als architectuur (n-tier), database management systeem, server side programmeertaal en de uit te voeren use-cases en bedrijfsregels en –beperkingen. Verantwoordt gemaakte keuzes aan de hand van literatuur en/of best practices.
IPD-3
Realiseert op basis van het functioneel-, technisch- en grafisch ontwerp een database, website of beheerapplicatie. Combineert kennis en kunde uit de propedeuse-courses om te komen tot een werkende software infrastructuur.
Portfolio werkplekleren
IPD-4
Legt het doel van testen uit, stelt op grond van het ontwerp testcases op, valideert de gerealiseerde applicatie hieraan en vat de conclusies in een rapport samen. Geeft een advies over de wijze van invoering van het gerealiseerde product in de organisatie van de opdrachtgever.
Portfolio werkplekleren
IPD-5
Maakt een individuele planning en voert deze uit. Signaleert afwijkingen tussen planning en uitvoering en analyseert de oorzaak. Formuleert een passende oplossing en stelt waar nodig de planning bij.
Portfolio werkplekleren
IPD-6
Toont inzet en initiatief ten gunste van een groepsproces. Draagt bij aan het bepalen en vaststellen van de groepsregels en houdt zich aan deze regels.
Portfolio werkplekleren
IPD-7
Gebruikt correcte grammatica, spelling, stijl en structuur passend bij het doel van de Portfolio documenten. werkplekleren Bereidt presentaties voor en neemt in de voorbereiding ten minste structuur, doel en doelgroep mee. Past de voorbereiding waarneembaar toe tijdens de presentaties.
IPD-8
Hanteert de regels voor het geven en ontvangen van feedback. Portfolio Verwoordt in gesprekken duidelijk een boodschap en controleert of deze boodschap werkplekleren overkomt. Gebruikt de gesprekstechnieken: ‘luisteren, samenvatten en doorvragen.’ Kent verschillende vergaderrollen en vergaderprocedures en past deze toe.
IPD-9
Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van communicatie. Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van planmatig werken. Herkent en benoemt minstens een eigen kwaliteit en een valkuil op het gebied van samenwerken.
Portfolio werkplekleren
Stelt minstens drie concreet gedefinieerde leerdoelen op. 11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie
PF-wpl Portfolio Werkplekleren Schriftelijk (verslag met bewijsmateriaal, verantwoording, reflectie) 1 Individueel cijfer geen 1 Zie toetsschema N.v.t.
12. Verplichte literatuur
Alle literatuur gebruikt bij de courses.
13. Software
Alle software gebruikt bij de courses.
14. Overig materiaal
Alle overige materiaal gebruikt bij de courses.
15. Activiteiten
Zelfstandig bewijsmateriaal verzamelen op de eigen werkplek om de verschillende competenties aan te tonen. Een persoonlijk ontwikkelplan opstellen en literatuuronderzoek doen naar mogelijkheden om eigen leerpunten te verbeteren, feedbackmomenten docent en intervisiebijeenkomsten in groep.
16. Werkvormen
Intervisie- en feedbackbijeenkomsten.
17. Les-/contacturen
18. Onderwijsperiode
Blok 1 tot halverwege blok 4.
Geprogrammeerde contacttijd 6*2 =12 uur Werkplekleren: 405 uur Tentamentijd: 3 uur
19. Max. aantal deelnemers n.v.t.
Integrale toets ICT-propedeuse Titel onderwijseenheid
Integrale toets ICT-propedeuse (niveau 1)
1.
HBO-ICT
Opleiding
2. Doelgroep
Studenten VT en DT propedeuse
3. Beroepstaak
Ontwikkelen van producten die horen bij de HBO-ICT opleiding.
4.
Zie owe’s Databases & Applications, Embedded Software Development, Object-Oriented Program Development, Portal Configuration, Structured Program Development, System Analysis & Quality, Web Developments, I-Project.
Beroepsproducten
5. Studiepunten
Aan de integrale toets zijn geen studiepunten gekoppeld. De Examencommissie ICA stelt tijdens een vergadering vast of de student niveau 1 heeft behaald waarna, als dat het geval is, een positief studieadvies volgt.
6. Samenhang met andere De integrale toets van de propedeutische fase toetst of de student niveau 1 heeft behaald. owe’s 7. Ingangseisen
Alle owe’s uit de HBO-ICT propedeuse zijn voldoende afgerond of er is vrijstelling verleend voor één of meerdere owe’s.
8. Algemene omschrijving
De integrale toets bestaat uit een door de examencommissie ICA uit te voeren onderzoek tijdens de studieadviezenvergadering van februari of juli. De examencommissie onderzoekt of alle owe’s van de propedeutische fase (totaal 60 stp) voldoende zijn afgerond of dat er vrijstelling is verleend voor één of meerdere owe’s.
9. Competenties
Voor het uitvoeren van de beroepstaak zijn de competenties ontwikkeld op niveau 1 zoals beschreven in de owe’s van de propedeuse onder item 9.
10. Beoordelingscriteria
In de owe’s van de ICT-propedeuse staan de beoordelingscriteria per competentie omschreven onder item 10 en staat aangegeven in welk deeltentamen deze worden getoetst.
11. Tentaminering
n.v.t.
12. Verplichte literatuur
n.v.t.
13. Software
n.v.t.
14. Overig materiaal
n.v.t.
15. Activiteiten
n.v.t.
16. Werkvormen
n.v.t.
17. Les-/contacturen
n.v.t.
18. Onderwijsperiode
n.v.t.
19. Maximum aantal deelnemers
n.v.t.