Opleidingsstatuut bacheloropleidingen ICT en CMD, studiejaar

Opleidingsstatuut bacheloropleidingen ICT en CMD, studiejaar 2015 – 2016 Deze minoren zijn alleen te volgen door studenten die het curriculum semestermodel volgen.

Deel 3F

Beschrijving van de ICA-minoren De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.

Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Opsomming van de HAN-gecertificeerde minoren die de opleiding verzorgt, conform artikel 3.4 lid 8 van de OER.

A. Voltijd Minoren a) Advanced Programming (30 studiepunten) b) Business Intelligence (30 studiepunten) c) Digital Communication for Business (30 studiepunten) d) Digital Media Productions (30 studiepunten) e) Scripting for Designers (30 studiepunten) f) Mobile Application Development (30 studiepunten)

Pagina 3 Pagina 11 Pagina 21 Pagina 32 Pagina 51 Pagina 66

B. Deeltijd Minoren a) Digital Communication for Business (30 studiepunten) b) Digital Media Productions (30 studiepunten) c) Informatiemanagement (30 studiepunten) d) Webtechnologie (30 studiepunten)

Pagina 21 Pagina 32 Pagina 43 Pagina 59

Advanced Programming (AP) I - Minor Centrale beroepstaak

Develop smart and high quality software.

Advanced Algorithms (AA)

Advanced Software Engineering (ASE)

 Subsets en Knapsack probleem



Software architectuur

 Gebalanceerde zoekbomen



SOA implementatie

 Traveling Salesman



REST, SOAP

 Graph algoritmes



Enterprise Integration Patterns

 Backtracking



Craftmanship: TDD, Seven Languages in Seven weeks

 Approximation algoritmes  Genetische algoritmes In de minor verdiep je je kennis die je eerder tijdens semesters en stage hebt opgedaan. Het bijzondere van het onderzoeksproject is dat het in de vorm van een ‘lint’ langs twee courses loopt. Je krijgt dus niet eerst twee courses en dan een project, maar je begint gelijk met het project, en volgt daarnaast steeds een course, verspreid over twee blokken. In de courses ligt de nadruk op een aantal specifieke competenties. In het project ligt de nadruk op de specifieke competentie Analyseren/Onderzoeken en op vormbehoud van de algemene competenties Communiceren, Samenwerken en Planmatig werken.

2

2

2

Project

2

2

2

2

2

2

Reflectie

2

Zelfsturing &

ASE

Samenwerken

2

Werken

2

Planmatig

Communiceren

2

Beheren

2

Evalueren

Realiseren

AA

Adviseren

Ontwerpen

Onderzoeken

Analyseren &

Competentiematrix

2

Algemene Omschrijving

De minor Advanced Programming van de HAN maakt jou een slimmere softwareontwikkelaar. Je leert over datastructuren, algoritmen, softwarearchitectuur en softwarekwaliteit. Heb je al OO-programmeer-ervaring en wil je uitgedaagd worden om complexe rekenproblemen programmerend op te lossen? Dan is deze minor iets voor jou! In de Course Advanced Algorithms leer je de juiste algoritmen en bijbehorende datastructuren te kiezen voor complexe problemen. In de Course Advanced Software Engineering, leer je hoe je kwalitatieve software ontwerpt en bouwt gebruik makend van een service georiënteerde architectuur. Ook volg je een onderzoeksproject, waarbij je met ongeveer 4 studenten een onderwerp als een nieuw algoritme of ontwikkelen in een nieuwe programmeertaal onderzoekt. Een eigen onderwerp aandragen mag ook. Dit onderzoeksproject wordt afgesloten met het geven van een cursus aan medestudenten.

Beschrijving OWE AA (Advanced Algorithms)

1

Titel OWE

Advanced Algorithms ( I-M AP 1)

Opleiding

AA is een course van AP. AP is een verdiepende minor voor I

2

Doelgroep

3

Beroepstaak/ beroepstaken (Beroeps)Producten

Schrijf enkele algoritmisch complexe programma’s

6

Studiepunten/ studielast

7,5 STUDIEPUNTEN 210 SBU

7

Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen

5

8

Hoofdfasestudenten voltijd

      



Subsets en Knapsack probleem Gebalanceerde zoekbomen Traveling Salesman Graph algoritmes Backtracking Approximation algoritmes Genetische algoritmes

bouwt voort op de programmeervaardigheid verworven in het 2e en 3e jaar, bijvoorbeeldbij DDOA of MPNA

Aanbevolen Twee kernsemesters I-voltijd, waarvan minimaal DDOA of MPNA.

9

Algemene omschrijving

Je leert nieuwe aanpakken zoals brute force, backtracking, recursie, graph algoritmes, heuristiek en genetische algoritmes. Je leert de juiste algoritmes en waar van toepassing ook de bijbehorende datastructuren te kiezen voor complexe problemen, zoals het knapsack probleem. Dit pas je toe in een reeks programmeeropdrachten.

10

Competenties

Analyseren/Onderzoeken, Ontwerpen en Realiseren/Testen.

11

Beoordelingscriteria Indicatorid

Indicator omschrijving Analyseren & onderzoeken niveau 2

Ana2.1

Je kunt het beste algoritme voor een bepaald programmeerprobleem kiezen uit diverse programmeertechnieken, zoals brute force, backtracking, recursie, graph algoritmes, heuristiek en genetische algoritmes, of een combinatie daarvan.

Ana2.2

Je kunt bij je gekozen oplossing een geschikte datastructuur kiezen.

Ana2.3

Je kunt een inschatting maken van de snelheid en het geheugengebruik van je gekozen oplossing, en die afzetten tegen andere mogelijke oplossingen. Ontwerpen niveau 2

Ont2.1

Je beschrijft, gegeven een programmeerprobleem, verschillende oplossingen waarbij je rekening houdt met geheugengebruik, eenvoud en snelheid.

Ont2.2

In principe gebruik je standaard-algoritmen en datastructuren. Wijk je er van af met een eigen algoritme, dan geef je aan waarom jouw oplossing beter is.

Ont2.3

Van een eigen algoritme maak je aannemelijk, of bewijs je, dat het correct is. Realiseren niveau 2

Toelichting

Rea2.1

Je lost geavanceerde programmeerpuzzels op met behulp van geschikte datastructuren.

Rea2.2

Je test je geïmplementeerd algoritme.

Rea2.3

Indien van toepassing test je je datastructuur.

Voor alle teksten geldt indicator 4 van de generieke competentie Communiceren Communiceren: Past grammaticaal correct taalgebruik toe en hanteert de juiste spelling. 12

Tentaminering

Code deeltentamen Deeltentamen

Pres presentaties tijdens lessen

DO deelopdrachten per week

Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Presentatie met demo 1 Vink behaald 0% Zie toetschema Nvt

portfolio 1 Cijfer 5,5 of hoger 5 Zie toetschema Nvt


EOpd eindopdracht

van de meeste opdrachten geef je een korte presentatie aan de klas

PF portfolio

Toetsvorm portfolio, demo taalgebruik Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling cijfer Cijfer Weging 4 1 Periode afname Zie toetschema Zie toetschema Compensatie Nvt Nvt st nd rd e  A. Levitin, Introduction to the Design and Analysis of Algorithms 1 , 2 or 3 edition, ISBN: 0132316811 (3 editie)  Reader Approximation Algorithms

13

Verplichte literatuur

14

Aanbevolen literatuur

15

Software

16

Overig materiaal

Geen

17

Activiteiten

Klassikaal les, begeleid practicum, presentaties met feedback.

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

21

Maximum aantal deelnemers

Nvt 

   

ontwikkelomgeving voor een door de student in overleg met de docent gekozen programmeertaal

Theorieles Werkcolleges Praktijkopdrachten Presentaties

VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster 32

Beschrijving OWE ASE (Advanced Software Engineering) ASE (Advanced Software Engineering) ( I-M AP 2) Titel OWE 1

Opleiding

ASE is een course van AP. AP is een verdiepende minor voor I

2

Doelgroep

3


Ontwikkel een softwarearchitectuur voor een toepassing die gebruik maakt van een integratieplatform

6



7 8


9


Gegeven een casusbeschrijving maak je een softwarearchitectuur op basis van eigen en bestaande services. Je implementeert de eigen softwarearchitectuur gebruik makend van een integratieplatform zoals Apache Camel dat gebaseerd is op integratiepatronen. Gedurende de course gedraag je je als een vakman zoals de “software craftmanship”-beweging dat gedefinieerd heeft.

10

Competenties

Analyseren/Onderzoeken, Ontwerpen en Realiseren/Testen.

11

Beoordelingscriteria

5

Hoofdfasestudenten voltijd

   



Architectuuronderzoek SOA Architectuur SOA Implementatie Be a software craftsman

Bouw voort op de OO- en UML-kennis van DDOA

Aanbevolen Twee kernsemesters I-voltijd, waarvan minimaal DDOA of MPNA.

Indicatorid

Indicator omschrijving

Toelichting

Analyseren/Onderzoeken niveau 2

Ana2.1

Je maakt een use case model, ondersteund door system sequence diagrammen (SSD), waarin de functionaliteit van services evenals de betrokken actoren weergegeven worden.

Ana2.2

Je onderzoekt architectuurmodelleringstalen en presenteert eigen bevindingen en conclusies mondeling en op schrift.

 Je geeft een presentatie  Je schrijft een artikel.

Ontwerpen niveau 2 Ont2.1

Je ontwerpt met behulp van UML deployment-, interactie- en classdiagrammen meerdere services conform gegeven functionele en non-functionele requirements.

 Je past een degelijk lagenmodel toe.  Je past waar mogelijk design patterns toe om de koppeling laag te houden.  Je onderbouwt en motiveert je keuzes.  Je documenteert het ontwerp in een SAD.

Realiseren/Testen niveau 2

Rea2.1

Rea2.2

Je implementeert, unit- en integratietest eigen ontworpen services. De services differentiëren in complexiteit en type.

Je demonstreert de werking en beantwoordt vlot vragen over de corresponderende stof.

Je implementeert en test services op asynchrone wijze. De services differentiëren in complexiteit en type.

 Je implementeert de services m.b.v. de JMS API

Je implementeert en test services in een ESB waarbij synchrone en asynchrone services aan elkaar gekoppeld worden gebruik makend van verschillende protocollen.

 Je implementeert de services m.b.v. Apache Camel

Rea2.3

 Je demonstreert de werking en beantwoordt vlot vragen over de corresponderende stof.

 Je demonstreert de werking en beantwoordt vlot vragen over de corresponderende stof.  Je maakt een verslag waaruit blijkt welke Enterprise Integration Patterns je hebt toegepast.

Je gedraagt je als een software craftsman.

 Je leert elke week een nieuwe programmeertaal.  Je zorgt voor optimale testcoverage van alle code die je schrijft.

Rea2.4

 Je deelt je kennis en ervaring actief met collega’s Voor alle teksten geldt indicator 4 van de generieke competentie Communiceren: Past grammaticaal correct taalgebruik toe en hanteert de juiste spelling. Code deeltentamen ArOn SOA Arc Deeltentamen SOA architectuur Architectuuronderzoek

Communicere n 12

Tentaminering

Toetsvorm

Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Essay en presentatie 1 Cijfer 5,5 of hoger 1 Zie toetsschema Nvt


SOA Imp

Toetsvorm

Broncode en verslag

Aantal examinatoren Beoordeling Voorlopige cesuur

1 Cijfer 55 % van totale punten behaald 5,5 of hoger 3 Zie toetsschema

Minimaal resultaat Weging Periode afname

SOA implementatie

Software architectuur document conform RUP op maat 1 Cijfer 5,5 of hoger 3 Zie toetsschema Nvt Cr Craftmanship Broncode, tests, demonstratie en samenvatting 1 Cijfer 55% van totale punten behaald 5,5 of hoger 3 Zie toetsschema

Compensatie Nvt Nvt  Applying UML and Patterns, Craig Larman  Seven Programming Languages in Seven weeks, Bruce Tate  Enterprise Integration Patterns, Gregor Hohpe & Virginia Wolfe

13


14


15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21


32

              

Apache Camel Java IDE met Maven ondersteuning (Eclipse, NetBeans, IntelliJ) Sparx Systems Enterprise Architect Trial Spring Framework Maven Tomcat SOAP UI Apache ActiveMQ Ruby IO Scala Erlang Clojure Haskell

 Theorieles  Werkcolleges  Praktijkopdrachten  Presentaties  Gastcolleges Klassikaal les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten), werk-/projectoverleg en reviewsessies.

Beschrijving OWE Onderzoeksproject Voltijd Titel OWE

Onderzoeksproject ( I-M-AP P)

1

Opleiding

De inhoud van het onderzoeksproject is identiek voor alle verdiepende minors binnen ICA.

2

Doelgroep

3

Beroepstaak/ beroepstaken

Onderzoek een onderwerp binnen het thema van de minor door gebruik te maken van onderzoeksmethoden en –gereedschappen.

5

(Beroeps)Producten

Schriftelijke kennisdeling (rapport, publicatie, blog, etc.)

6


Mondelinge kennisdeling (seminar, cursus, workshop, presentatie) 15 Studiepunten 420 SBU

7

Integraal onderdeel van elke verdiepende minor binnen ICA

8


9


In de minor verdiep je je kennis die je eerder tijdens semesters en stage hebt opgedaan. Het bijzondere van het onderzoeksproject is dat het in de vorm van een ‘lint’ langs twee courses loopt. Je krijgt dus niet eerst twee courses en dan een project, maar je begint gelijk met het project, en volgt daarnaast steeds een course, verspreid over twee blokken. In de courses ligt de nadruk op een aantal specifieke competenties. In het project ligt de nadruk op de specifieke competentie Analyseren/Onderzoeken en op vormbehoud van de algemene competenties Communiceren, Samenwerken en Planmatig werken.

10

Competenties

Analyseren/Onderzoeken, Communiceren, Samenwerken, Planmatig werken

11


Voltijdstudenten

Aanbevolen I-Propedeuse of gelijkwaardig

Indicatorid

Indicator

Toelichting

Analyseren & Onderzoeken niveau 2 Ana2.1

Je brengt de situatie in kaart en formuleert de probleemof doelstelling

Ana2.2

Je vertaalt de probleemof doelstelling naar onderzoeksvragen.

Ana2.3

Je maakt een onderzoeksplan conform de gestelde richtlijnen.

Ana2.4

Je gebruikt analyse- en onderzoeksmethodieken, -technieken en gereedschappen.

Ana2.5

Je verzamelt systematisch informatie, onderscheidt hoofd- en bijzaken, en beoordeelt of de informatie relevant en voldoende is.

Ana2.6

Je interpreteert de informatie en beantwoordt de onderzoeksvragen

Ana2.7

Je beantwoordt de onderzoeksvragen en trekt conclusies. Je rapporteert de resultaten in een rapport conform de gestelde richtlijnen.

Ana2.8

Communiceren niveau 2 Com2.1

Je levert correcte schriftelijke bijdragen aan

Per minor kan de vorm verschillen: onderzoeksrapport, publicatie, blogpost, verslag.

het onderzoeksplan en het rapport, conform de opgegeven richtlijnen.

Com2.2

Kennisoverdracht kan

Je verzorgt een correcte, aansprekende en uitgebreide kennisoverdracht van de onderzoeksresultaten aan direct geïnteresseerden

per minor verschillen: seminar, workshop, cursusdag, presentatie.

Samenwerken niveau 2 Je levert een actieve bijdrage aan het samenwerkingsproces in de groep.

De actieve bijdrage blijkt onder andere uit IPVs of andere reguliere vormen

Sam2.1

van feedback waaruit blijkt dat er voldoende tijd aan het project besteed is en constructief gewerkt is. Planmatig werken niveau 2

Pla2.1 12

Tentaminering

Je levert een actieve bijdrage aan de groepsplanning, uitvoering en evaluatie.


Ver en ref

Toetsvorm

Verslag


1 Vink behaald 0 Zie toetsschema Nvt


Sch Kd

Verantwoording&Reflectie

M Kd Mondelinge Kennisdeling Presentatie, Workshop, Seminar of Cursus 1 Cijfer 5,5 of hoger 7 Zie toetsschema Nvt

Schriftelijke Kennisdeling

Toetsvorm

Rapport, verslag, blogpost of artikel. Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer Minimaal resultaat 5,5 of hoger Weging 3 Periode afname Zie toetsschema Compensatie Nvt  Onderzoekshandleiding (digitaal)

13


14


15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

VT geprogrammeerde contact tijd 40 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21

Max. aantal deelnemers

32

 Buuren, Hans van, Hans Hummel, Jeroen Berkhout, Aad Slootmaker, 2003, Onderzoek. De basis, Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Tweede druk.

Periodiek overleg met onderzoeksbegeleider, Workshops onderzoeksvaardigheden, Zelfstandig toegepast onderzoek doen Projectwerk, Workshops

Business Intelligence (BI) Verdiepende Minor Centrale beroepstaak

Analyseer de informatiebehoeften t.a.v. operationele, strategische en tactische besluitvorming van het management en zet deze om in een business intelligence oplossing. BI thema’s

Basiskennis BI 

De organisatie en BI



Bedrijfsscan



Operationeel en strategisch informatieplan



Frontline tools vergelijken



Meetplan en actieplan, KPI’s



Kennismanagement



Architectuur, ETL



Data mining



Data warehousing, data marts



Historie in het DWH



Gegevensmodellen voor het DWH: sterschema, sneeuwvlok, Data Vault



Genereren van DWH en data marts



Geavanceerd ETL



gastsprekers

Onderzoeksproject De student onderzoekt een onderwerp binnen het thema van Business Intelligence en gebruikt hierbij onderzoeksmethoden en – gereedschappen. Het project levert een onderzoeksrapport op en een vorm van kennisdeling zoals een cursus, workshop of seminar.

Course 2 BIT

2

2

2

2

2

Onderzoeksproject

2

2

2

2

Reflectie

2

Zelfsturing &

2

Samenwerken

2

Werken

Evalueren

2

Planmatig

Realiseren

2

Communiceren

Ontwerpen

Course 1 BBI

Beheren

Adviseren

Onderzoeken

Analyseren &

Competentiematrix

2

Algemene Omschrijving Vanaf eind jaren negentig speelt Business Intelligence (afgekort BI) een belangrijke rol in bedrijven en organisaties. In de systeemhuizen gaat in deze sfeer veel geld om. Ook is er een groot aantal gespecialiseerde bedrijven en bedrijfjes actief op het gebied van Business Intelligence. Globaal gaat het om het verstrekken van informatie aan managers en kenniswerkers t.a.v. operationele, strategische en tactische besluitvorming met als doel om de concurrentiepositie van het bedrijf te versterken. Een aantal voorbeelden van beleidsvragen die horen bij BI: - Wat zijn factoren en besturingsvragen die kritisch zijn voor ons succes? - Hoe kunnen we de hiervoor benodigde informatie effectief uit de ICT-systemen halen en analyseren? - Hoe kunnen we nieuwe informatie het beste presenteren, verspreiden en gebruiken in onze organisatie? - Hoe kunnen we het bedrijf het snelste aanpassen aan nieuwe informatie? Een aantal voorbeelden van kritische besturingsvragen en informatievragen die dankzij BI beter beantwoord kunnen worden: - Welke verzekeringsaanvragen kunnen we het beste afwijzen? - Hoeveel van welke producten moet een Albert Hein winkel voor volgende week bestellen? - Welke vestigingen van onze winkelketen kunnen we het beste sluiten?

-

Welk percentage van de studenten die gestart zijn in 2001 aan de HAN heeft in 5 jaar zijn of haar diploma gehaald? Welk percentage van de treinen is in 2008 binnen twee minuten van de verwachte aankomsttijd daadwerkelijk aangekomen?

Business Intelligence heeft gezorgd voor een tamelijk radicale verandering van de informatiearchitectuur van bedrijven en organisaties. Daarbij gaat het aan de technische kant om het ontsluiten van verschillende bronsystemen, het controleren, opschonen en integreren van gegevens en om het beschikbaar stellen aan managers en kenniswerkers via snelle en gebruiksvriendelijke applicaties. Een data warehouse speelt hierbij vaak een centrale rol. Aan de bedrijfskundige kant gaat het o.a. om het identificeren en opstellen van dashboards met indicatoren gerelateerd aan bedrijfsprocessen en strategische bedrijfsdoelstellingen, om de informatie die hoort bij deze indicatoren een effectieve en efficiënte rol te laten spelen bij de sturing van het bedrijf, om een efficiënte organisatie m.b.t. intelligence, om kennismanagement en om het selecteren van BItools. Meer dan op enig ander vakgebied binnen de informatica moet de business intelligence specialist zeer goed kunnen opereren op het raakvlak tussen business of dienstverlening aan de ene kant en ICT aan de andere kant. Afstemming van beide is cruciaal voor het succes van een business intelligence project. Aan beide kanten wordt binnen de minor dan ook uitgebreid aandacht besteed.

Beschrijving OWE BBI (Basiskennis BI)

1

Titel OWE

Basiskennis BI ( I-M-BI 1)

Opleiding

BBI is een course van BI. BI is een verdiepende minor voor I en/of BIM studenten.

2

Doelgroep

Hoofdfasestudenten met een afstudeerprofiel Informatica, Business, IT en Management en aanverwante studies

3


Analyseer de informatiebehoeften t.a.v. operationele, strategische en tactische besluitvorming van het management en zet deze om in een business intelligence oplossing.

5

(Beroeps)Producten

Informatieplan, actieplan, meetplan, FO, TO, protoype BI oplossing op basis van een data warehouse (Data Vault), Data Mart (sterschema) en rapportages.

6



7

Samenhang met andere OWE’s

Hoofdfasesemesters:

8

Ingangseisen

Aanbevolen I-Propedeuse en één of meerdere van bovenstaande hoofdfasesemesters.

9


Deze course kent 2 trajecten: het voortraject BI (VB) en het prototypetraject (PB). Het voortraject volgt in grote lijnen de BI-processen uit het boek De Intelligente Organisatie van Daan van Beek en de detaillering van deze processen uit het boek De cockpit van de organisatie van Leo Kerklaan. Het prototypetraject gaat vooral over het inrichten van de gegevenshuishouding van een business intelligence omgeving. Wat is de gegevensstructuur van een datawarehouse en data mart, hoe ontwerp je die en hoe krijg je de gegevens van het bronsysteem naar het datawarehouse?

10

Competenties

Analyseren en onderzoeken, Adviseren, Ontwerpen, Realiseren, Evalueren

11




DIS, ABI

Indicatorid


Toelichting

Analyseren en onderzoeken niveau 2

Ana2.1

Ana2.2

Je kunt (gebruikmakend van tabellen en schema’s) een analyse maken van een bedrijfsproces en de aansturing daarvan zodat de kritische succesfactoren voor een goede aansturing duidelijk worden. Je kunt met behulp van een strategy map een doelstellingen-analyse (strategisch en tactisch) maken van een bedrijfsonderdeel zodat de kritische succes factoren voor de aansturing van dit bedrijfsonderdeel duidelijk worden

Het is de bedoeling om doormiddel van deze analyse te komen tot de kritische succes factoren (zoekvelden) voor de aansturing van dit proces. Het is de bedoeling om doormiddel van deze analyse te komen tot de kritische succes factoren (zoekvelden ofwel concrete doelstellingen) voor de aansturing van dit bedrijfsonderdeel. In het boek “”De cockpit van de organisatie” wordt hierbij gesproken over “het strategisch informatieplan”.

Adviseren niveau 2

Je kunt voor de aansturing van een bedrijfsproces of een bedrijf(sonderdeel) uitgaande van het informatieplan een haalbaar meetplan adviseren en je plan overtuigend presenteren.

Bij het meetplan hoort een beschrijving van de indicatoren, van het verzamelen van de gegegevens, van de normstelling, van de presentatie en van het distribueren. Ook enkele concrete voorbeelden van b.v. enquetevragen, analyses enz. dienen het adviesrapport te verduidelijken.

Adv2.1

Mogelijke alternatieven dienen zoveel mogelijk met criteria en gewichtsfactoren vergeleken te worden.

Adv2.2

Je kunt voor de aansturing van een bedrijfsproces of een bedrijf(sonderdeel) uitgaande van het meetplan een actieplan adviseren en je plan overtuigend presenteren.

Er dient een beschrijving geven te worden van mogelijke vervolg analyses en alternatieve acties en mogelijke oplossingen als de KPI onder de norm komt. Mogelijke alternatieven dienen zoveel mogelijk met criteria en gewichtsfactoren vergeleken te worden.

Adv2.3

Je kunt een communicatieplan, een businesscase en een plan voor de invoering/verbetering van BI in een organisatie schrijven.

Voor het implementatieplan dien je het ontwikkelproject en de nieuwe beheer organisatie te beschrijven. Bij het Business Case dienen o.a.de STOEP criteria besproken te worden.

Ontwerpen niveau 2

Ont2.1

Ont2.2

Ont2.3

Ont2.4

Ont2.5

Je kunt een ontwerp maken voor een sterschema waarmee gegeven informatievragen beantwoord kunnen worden. Je kunt een ontwerp maken voor een Data Vault, afgestemd op het bronsysteem. Je kunt verschillende alternatieve ontwerpemethoden tegen elkaar afwegen. Je kunt ontwerpbeslissingen onderbouwen.

Mate van complexiteit: aan de hand van logisch relationeel schema van een bronsysteem een ontwerp maken met 1 of 2 feittabellen en 5-6 dimensies, met daarin verwerkt historie typen 1-4. Mate van complexiteit: bronsysteem met ong. 10-15 inhoudelijke tabellen, geen subtypering. Je kunt een keuze maken tussen een sterschema afgeleid uit de structuur van de bron, of een sterschema afgeleid uit indicatoren. Je kunt je voorgaande keuzes motiveren. Ook kun je het gebruik van verschillende typen historie onderbouwen.

Het ontwerp en de keuzes leg je dusdanig vast in een verslag dat op grond daarvan een oplossing gerealiseerd kan worden. Realiseren niveau 2

Rea2.1

Rea2.2

Je kunt een ETL proces bouwen (voor een prototype) voor het vullen van een datawarehouse of datamart.

Aan de hand van een ontwerp realiseer je verschillende prototypes van OLAP oplossingen waarmee de gewenste informatie snel toegankelijk wordt voor de gebruikers.

De student kan, op basis van 1 of 2 bronsystemen en een bijpassend sterschema, een ETL-proces maken voor het vullen en bijwerken van het datawarehouse od datamart. Zie voor de complexiteit onder ’Ontwerpen’. Je bent in staat verschillende typen oplossingen te realiseren (relationeel, dimensionaal) en gegevens te presenteren m.b.v verschillende typen software (spreadsheets, analyse- en rapportage tools).

Evalueren niveau 2

12

Tentaminering

Je kunt de verschillende gerealiseerde Zie voor de complexiteit onder oplossingen vergelijken en beoordelen in ’Ontwerpen’. Eva2.1 hoevere deze aan de gestelde eisen voldoen. Code deeltentamen toets PT toets VT Deeltentamen Toets Prototypetraject BI-Lijn Toets Voortraject BI-Lijn Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Schriftelijke toets 1 Cijfer 5,5 1 Zie toetsschema Nvt



deliv. casus deliverables en mond. Casus en mond. assessment VB-lijn assessment PB-lijn Toetsvorm Producten Opdracht Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling Cijfer Cijfer Minimaal resultaat 5,5 5,5 Weging 1 1 Periode afname Zie toetsschema Zie toetsschema Compensatie Nvt Nvt e “De intelligente organisatie”, D. van Beek, Uitgeverij Tutein Nolthenius, 3 druk 2010, ISBN: 90-72194-81-0 de “De cockpit van de organisatie”, L. Kerklaan, Uitgeverij Kluwer, 5 druk 2009, ISBN 978-90-13-06420-9 e “Sterren en dimensies”, H. van der Lek, F. Habers, M. Schmitz, Array Publications, 3 druk 2006, ISBN: 978-90-74562-07-2 “Business Intelligence en datawarehousing”, K. Verhagen, Pearson Education, 2de editie 2011, ISBN: 978-90-430-1980-4

13


14




15

Software



Microsoft Excel 2007/2010



SQL Server 2008/2012 (niet de express edition)



SQL Server Business Intelligence Studio (instaleren met SQL Server)



Power Designer 11 of hoger



Front end tool naar keuze

Presentaties, handleidingen e.d., zie Scholar

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

 Theorie  Practicum  Gastlessen  Groepsopdrachten  Casussen Klassikaal les, groepsdiscussies, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten), reviewsessies, gastlessen. VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21

Max aantal deelnemers

Nvt

Beschrijving OWE BIT (BI Thema’s)

1

Titel OWE

BI Thema’s ( I-M-BI 2)

Opleiding

BIT is een course van BI. BI is een verdiepende minor voor I en/of BIM studenten.

2 3

Doelgroep

Hoofdfasestudenten met een afstudeerprofiel Informatica, Business, IT en Management en aanverwante studies


Analyseer de informatiebehoeften t.a.v. operationele, strategische en tactische besluitvorming van het management en zet deze om in een prototype business intelligence oplossing.

5

(Beroeps)Producten

diverse opdrachten en verslagen

6



7


Hoofdfasesemesters:

8

Ingangseisen

Aanbevolen I-Propedeuse en een of meerdere van bovenstaande hoofdfasesemesters.

9


De wereld van de Business Intelligence is voortdurend in beweging. In de laatste jaren heeft bijvoorbeeld de softwaremarkt een hele reeks van grote overnames gezien van gespecialiseerde leveranciers door grote leveranciers van bedrijfsbrede oplossingen. BI software wordt steeds meer een standaardonderdeel van een geheel pakket en wordt daarmee voor steeds meer bedrijven toegankelijk. Daarnaast is er de opkomst van open source oplossingen en oplossingen die gebruik maken van de toegenomen geheugencapaciteit van computers. Deze laatste oplossingen laden grote hoeveelheden gegevens in het werkgeheugen en kunnen daardoor veel sneller deze gegevens analyseren. Dit stelt andere eisen aan o.a. de structuur van de gegevens. Regelgeving door de overheid stelt steeds hogere eisen aan de traceerbaarheid en kwaliteit van gegevens. Denk aan Sarbannes-Oxley, de wetgeving voor beursgenoteerde bedrijven die opgesteld is na de grote financiële schandalen in de USA in 2002. Hier in Nederland kennen we sinds 2004 de code Tabaksblat, waarin ook eisen worden gesteld aan de kwaliteit en traceerbaarheid van informatie. Bedrijfsbrede gegevenskwaliteit was altijd al een aandachtspunt binnen Business Intelligence, maar is met deze ontwikkelingen aanmerkelijk in belang toegenomen. Nu gegevens overvloedig voorhanden zijn en nieuwe eisen aan de informatie worden gesteld, is het belangrijk om te bepalen welke informatie het hardste nodig is in de organisatie. In de beperking toont zich immers de meester. Het Business Intelligence proces en het daaraan gelieerde Kennis Management proces zal zelf onder de loep genomen dienen te worden en steeds verbeterd dienen te worden. Als de wijze waarop BI en KM verbeterd dient te worden is bepaald, zullen de proces- en organisatorische veranderingen verwezenlijkt moeten worden, vaak tegen weerstanden in. In deze course behandelen we een aantal losstaande thema’s die betrekking hebben op deze recente ontwikkelingen en thema’s die de stof van de eerste course uitdiepen.

10

Competenties

Analyseren en onderzoeken, Adviseren, Realiseren, Evalueren

11




DIS, ABI

Indicatorid


Toelichting

Analyseren en onderzoeken niveau 2 Ana2.1

De student interpreteert informatie over verschillende data mining technieken en selecteert op basis daarvan de techniek de het beste toegepast kan worden op een gegeven casus.

Je selecteert een techniek die nog niet behandeld is tijdens de lessen.

Ana2.2

Ana2.3

Ana2.4

Je kunt naar aanleiding van een gegeven vraagstelling met behulp van Excel een extrapolatie, een What if … analyse en/of andere analyses uitvoeren op basis van gegevens uit een database. De student kan zinvolle relevante bronnen selecteren en correct gebruiken.

Je kunt in een verslag je analyses duidelijk verwoorden en systematisch weergeven.

Je zoekt een aantal bronnen voor het schrijven van een artikel. Je vermeldt deze volgens de APA regels en je zorgt voor correcte verwijzingen in je tekst. De student kan een onderwerp samenvatten Je schrijft een artikel dat voor in een artikel gericht op mede-studenten. een mede-student kan dienen als inleiding tot een bepaald onderwerp. Adviseren niveau 2

Adv2.1

Adv2.2

De student kan, gegeven een business intelligence situatie, een advies geven over het wel of niet gebruiken van een Qlikview-achtig tool. De student kan gegeven een bepaalde organisatie en een de daarbij horende strategische doelstellingen en bedrijfsprocessen, een advies uitbrengen over de kwaliteitsverbetering van Business Intelligence en Kennis Management.

De student kan met name de juiste criteria voor dit advies opstellen. Er dient gewerkt te worden met een bedrijfsscan waar de belangrijkste succes factoren van Business Intelligence en Kennis Management mee worden beoordeeld. Hiermee dient de huidige en de gewenste situatie voor BI en KM vastgelegd te worden.

Realiseren niveau 2 Rea2.1

Rea2.3

De student kan gegeven een informatiebehoefte, met behulp van Qlikview rapportages maken van data uit een genormaliseerde database. De student kan met SQL Server Reporting Services van Microsoft indicatoren grafisch en in tabelvorm weergeven door de benodigde data uit een database op te halen.

De student is met name gespitst op de selectie waarvoor de totalen berekend worden voor een grafiek. De grafiekjes en de tabellen worden zo duidelijk mogelijk weergegeven met zo min mogelijk “non-data ink”

Evalueren niveau 2 Eva2.1

12

De student kan verschillende data mining modellen vergelijken en daarbij bepalen welk model het best voldoet aan de doelstelling van de gegeven casus. Code deeltentamen TO Deeltentamen 5-6 thematische opdrachten

Tentaminering


Opdracht 1 Cijfer 5,5 of hoger 1 Zie toetsschema Nvt

-

13


14




Diverse artikelen en online bronnen.

15

Software



Qlikview



Microsoft Excel 2007/2010

Belangrijk hierbij is de argumentatie. Waarom voldoet een bepaald model het beste aan de doelstelling?



16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

21


 Geen

MS SQL Server 2008/2012 (niet de express edition!) MS SQL Server Business Intelligence Studio (is mee te instaleren met SQL Server)

 Theorie  Gastlessen  Practicum Klassikaal les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten), gastlessen zelfstandig werken aan opdrachten, zelfstudie. VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster. Nvt

Beschrijving OWE Onderzoeksproject Titel OWE

Onderzoeksproject ( I-M-BI P)

1

Opleiding

De inhoud van het onderzoeksproject is identiek voor alle verdiepende minors binnen ICA.

2

Doelgroep

3


Onderzoek een onderwerp binnen het thema van Business Intelligence door gebruik te maken van onderzoeksmethoden en –gereedschappen.

5

(Beroeps)Producten

Onderzoeksrapport

6

8

Studiepunten/ studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen

9


In de minor verdiep je je kennis die je eerder tijdens semesters en stage hebt opgedaan. Het bijzondere van het minor onderzoeksproject is dat het in de vorm van een ‘lint’ langs twee courses loopt. Je krijgt dus niet eerst twee courses en dan een project, maar je begint gelijk met het project, en volgt daarnaast steeds een course, verspreid over twee blokken. In de courses ligt de nadruk op een aantal specifieke competenties. In het project ligt de nadruk op de specifieke competentie Onderzoek en op de algemene competenties Communiceren, Samenwerken en Planmatig werken.

10

Competenties

Analyseren & Onderzoeken, Communiceren, Samenwerken, Planmatig werken

11


7

Studenten van de minor BI

Kennisdeling (Cursusdag, workshop, seminar) 15 Studiepunten 420 SBU Integraal onderdeel van elke verdiepende minor binnen ICA Aanbevolen I-Propedeuse

Indicatorid

Indicator Analyseren & Onderzoeken niveau 2

Ana2.1


Ana2.2


Ana2.3


Ana2.4


Ana2.5


Ana2.6


Ana2.7

Je beantwoordt de onderzoeksvragen en trekt conclusies.

Ana2.8

Je rapporteert de resultaten in een onderzoeksrapport conform de gestelde richtlijnen. Communiceren niveau 2

Com2.1

Je levert correcte schriftelijke bijdragen aan het onderzoeksplan en het onderzoeksrapport, conform de opgegeven

Toelichting

richtlijnen.

Com2.2

Je verzorgt een correcte, aansprekende en uitgebreide kennisoverdracht (seminar, workshop, cursusdag, etc) van de onderzoeksresultaten aan direct geïnteresseerden Samenwerken niveau 2

Sam2.1

Je levert een actieve bijdrage aan het samenwerkingsproces in de groep. Planmatig werken niveau 2

Pla2.1 12

Tentaminering



TVR pf TVR Portfolio

Kdeling Mondelinge Kennisdeling


Reflectieverslag 1 Vink behaald 0 Zie toetsschema Nvt

Presentatie / Cursusdag 1 Cijfer 5,5 of hoger 7 Zie toetsschema Nvt


Ondrap Schriftelijke Kennisdeling

Toetsvorm Rapport Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer Minimaal resultaat 5,5 of hoger Weging 3 Periode afname Zie toetsschema Compensatie Nvt  Onderzoekshandleiding (digitaal)

13


14


15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21


nvt



Buuren, Hans van, Hans Hummel, Jeroen Berkhout, Aad Slootmaker, 2003, Onderzoek. De basis, Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Tweede druk.

 Periodiek overleg met onderzoeksbegeleider  Workshops senior onderzoeker  Zelfstandig toegepast onderzoek doen  Projectwerk  Workshops VT geprogrammeerde contact tijd 40 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u

Digital Communication for Business (DCB) Verdiepende Minor Centrale beroepstaak

Het ontwikkelen van een internetstrategie voor een organisatie, alsmede het vormgeven van een (internet)campagne rondom een element van die strategie. Het uitvoeren van een onderzoek op een aspect gerelateerd aan het thema van DCB. Internetstrategie

Internetcampagne



Interne en externe bedrijfsanalyse



Analyse van bestaande en vroegere campagneuitingen



SWOT analyse en confrontatiematrix



Analyse van reclame concurrenten



Trendanalyse



Metafoor



Internet visie



Creatief concept



Internet strategie



Ontwerp in toepassingen



Beleid



Briefing



Doelgroepen, doelen en ambities



Mediamix, planning, budget



Roadmap



Presentatietechnieken



Projectplan



Programmaplan Onderzoeksproject

De student onderzoekt een onderwerp binnen het thema van DCB en gebruikt hierbij onderzoeksmethoden en –gereedschappen. Het project levert een onderzoeksrapport op en een vorm van kennisdeling zoals een cursus, workshop of seminar.

3

3

Onderzoeksproject

3

3

3

2

2

Reflectie

3

Zelfsturing &

3

Samenwerken

Internetcampagne

Werken

3

Planmatig

3

Communiceren

3

Beheren

3

Evalueren

Ontwerpen

Internetstrategie

Realiseren

Adviseren

Analyseren &

Onderzoeken

Competentiematrix

3

Algemene Omschrijving

Tijdens de minor maken we je vertrouwd met het werk van een webmanager. Dat doen we met twee courses. De ene course heet Internetstrategie en de andere Internetcampagne. Bij de course Internetstrategie staat de vraag centraal: Hoe ziet onze internetvoorziening er uit over pakweg 3 jaar? Welke functionaliteit zal dan technisch mogelijk zijn, en welke functionaliteit wordt gewenst vanuit de business? Achter deze simpele vraag ligt een wereld van strategische afwegingen, vaak op basis van modellen en theorieën. De course Internetcampagne draait om het ontwikkelen van een reclamecampagne voor een bestaand of nieuw product. Studenten bedenken een concept om het product (of de dienst) te promoten. Naast het ontwikkelen van dat concept, ontwikkelen ze ook verschillende toepassingen (affiches, apps, website bijvoorbeeld) en maken ze de mediamix, planning en het budget voor de campagne. Tijdens de course bekijken en analyseren we veel praktijkvoorbeelden, scherpen de creatieve vaardigheden, en verdiepen we ons in de fijnere kneepjes van presenteren. De courses behandelen theorie, kennen een aantal gastsprekers, en worden aan het eind getoetst in een eindpresentatie, waarbij mensen uit het werkveld als assessoren zullen optreden. Beide courses zijn voorzien van een aantal gerelateerde praktijkopdrachten. Daarnaast doen we onderzoek in een onderwerp dat te maken heeft met de minor maar dat je in principe zelf bepaalt. Het hoofddoel van het onderzoeksproject is te omschrijven als: De student leert middels een project een onderzoek te doen en op grond daarvan een intensieve workshop op te zetten en te geven.

Je kiest als groep zelf een actueel minor-gerelateerd onderwerp. Vervolgens verricht je onderzoek op dat gebied en voert zonodig zelf experimenten uit. Op grond van je onderzoeksresultaten en experimenten stel je een intensieve workshop op en voert die uit. De workshopleden zijn de andere groepen uit je klas (die zelf een ander onderwerp gekozen hebben) en docenten.

Beschrijving OWE Course Internetstrategie

Titel OWE

Internetstrategie (I-M-DCB 1)

1

Opleiding

Minor voor BIM-I en BIM-C, eventueel voor CMD-I en CMD-C

2

Doelgroep

Hoofdfasestudenten met I-propedeuse of C-propedeuse deeltijd en/of voltijd (I-propedeuse BIMI, C-propedeuse BIM-C)

3

Beroepstaak

Het ontwikkelen van een internetstrategie voor een organisatie

5

(Beroeps)Producten

Portfolio, bestaande uit een aantal deelproducten: 





Analyse en visie o

Interne en externe bedrijfsanalyse

o

SWOT analyse en confrontatiematrix

o

Trendanalyse

o

Internetvisie

Ambities, strategie en uitgangspunten o

Ambitieniveaus

o

Doelen en doelstellingen

o

Doelgroepen

o

Uitgangspunten

o

Beleid

o

Strategisch scenario

Aanpak en organisatie o

Programmaopbouw (inclusief projectenplannen)

o

Tijdspad

o

Budgettering

o

Toetsings- en sturingscriteria

o

Borging in de organisatie

o

Risico en succesfactoren

Eindtoets, in de vorm van een assessment, waarin het portfolio wordt gepresenteerd aan een panel van docenten en externe deskundigen 6

Studiepunten

7,5 studiepunten

7


Hoofdfasesemesters: DMEC, ADEB, ASOM

8

9


AANBEVOLEN: Voor ICA-studenten: C-Propedeuse en één of meerdere van bovenstaande hoofdfasesemesters. Voor externe studenten: propedeuse in een gerelateerde studierichting alsmede minimaal 30 studiepunten in de hoofdfase van die studie Bij het vak Internetstrategie staat de vraag centraal: Hoe ziet onze internetvoorziening er uit over pakweg 3 jaar? Welke functionaliteit zal dan technisch mogelijk zijn, en welke functionaliteit wordt gewenst vanuit de business? Achter deze simpele vraag ligt een wereld van strategische afwegingen, vaak op basis van modellen en theorieën. Het is een kwestie van definiëren, dromen, denken, durven en uiteindelijk doen. Kenmerkend is daarbij, dat elke internetstrategie uniek is. Er bestaat geen eenheidsworst, omdat juist ieder bedrijf op zoek is naar de eigen mogelijkheden om een uniek product of een unieke dienst neer te zetten. We gaan daarbij uit van een middelgrote tot grote bestaande website, waarop allerlei onderzoeken gedaan worden en waarmee allerlei dingen gebeuren. We springen daarmee op een rijdende trein, want dat zal de realiteit zijn als je als webmanager aan de slag gaat. Je begint zelden “from scratch”, het is bijna altijd zo, dat de webvoorziening al bestaat, maar de directie (of the Board of Directors, het College van Bestuur etc.) wil een visie ontwikkelen welke kant het

opgaat in de toekomst. Internetstrategie heeft dus als rode draad: het ontwikkelen van een internetstrategie voor een bestaande onderneming. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het Internet Strategie Model van Present Media. We gaan er vanuit dat het te onderzoeken bedrijf reeds een uitgebreide website heeft en meestal ook een bedrijfsstrategie. Ook over allerlei vormen van nieuwe (b.v. sociale) media wordt al nagedacht. Er is echter vaak nog geen visiedocument rond de internetstrategie voor de komende tijd. Het vormgeven van zo’n internetstrategie is de rode draad in deze minor. We volgende e verschillende stappen van het Internet Strategie Model. De huidige mediamix wordt uitgebreid, of wordt anders ingezet. De technische consequenties van de nieuwe trends en ontwikkelingen moeten worden doordacht. Als er bij voorbeeld in de nabije toekomst veel meer gewerkt gaat worden met 3D-animaties kan dat flinke gevolgen hebben voor de technische infrastructuur. De bedrijfsprocessen moeten tegen het licht aangehouden worden, er kunnen nieuwe taken ontstaan. De webmanager heeft daarbij een belangrijke rol als coördinator tussen de betrokken partijen: het management van de organisatie, de techniek, de vormgeving, de tekstredactie, eventuele leveranciers van software/hardware etc. 10

Competenties

11


Analyseren/onderzoeken, Ontwerpen, Adviseren, Evalueren

Indicatorid


Toelichting

Analyseren/onderzoeken niveau 3

De student kan met een grote Ana3.1

mate van zelfstandigheid analyses uitvoeren voor het casusbedrijf.

De student kan actuele trends Ana3.2

in de IT analyseren en deze koppelen aan de bedrijfsanalyse.

De student kan de internet Ana3.3

visie van het bedrijf formuleren.

Dit zijn interne analyses (organisatieanalyse, situatieanalyse, analyse huidige web voorziening) alsmede externe analyses (concurrentieonderzoek, trendanalyse) uitmondend in een SWOT analyse en een confrontatiematrix. Er worden tenminste drie actuele IT trends onderzocht. Deze IT trends worden geselecteerd op basis van de bedrijfsanalyse. Er wordt gezocht naar IT trends waarmee kansen die tijdens de SWOT zijn herkend kunnen worden benut of IT trends waarmee bedreigingen die tijdens de SWOT analyse zijn herkend het hoofd kunnen worden geboden. Op basis van de uitgevoerde bedrijfs- en IT trendanalyses ontwikkelt de student een internet visie.

Ontwerpen niveau 3

Ont3.1

De student brengt het huidige internet ambitieniveau van het bedrijf in kaart en De student kan het huidige en weet dit te onderbouwen. Op basis van het gewenste internet de uitgevoerde analyses wordt het delta ambitieniveau in kaart brengen tussen het huidige en het gewenste en onderbouwen. ambitieniveau in kaart gebracht en onderbouwd.

Ont3.2

De student beschrijft de verschillende doelgroepen van het bedrijf. De Voor alle De student kan de doelgroepen doelgroepen worden profielen in kaart brengen. samengesteld. Voor elke doelgroep worden tenminste twee persona’s geschreven.

Ont3.3

De student kan de doelen en doelstellingen onder woorden brengen.

De student beschrijft welke doelen en doelstellingen het bedrijf kan realiseren m.b.v. de geselecteerde IT trend.

Ont3.4

De student kan de uitgangspunten en het beleid in kaart brengen.

De student bepaalt onder welk beleid en welke uitgangspunten de internet strategie tot stand komt.

Ont3.5

Ont3.6

De student kan een internet strategie ontwikkelen.

De student kan strategische scenario’s schrijven.

Op basis van een geselecteerd IT trend en een uit de SWOT herkende kans of bedreigen ontwikkelt de student een internet strategie die is gebaseerd op de internet visie van het bedrijf. De student schrijft tenminste drie strategische scenario’s, bijvoorbeeld een worst case, een realistic case en een best case. Tenminste één strategisch scenario is gebaseerd op de selecteerde IT trend.

Adviseren niveau 3

Adv3.1

De student kan de internetstrategie in kaart brengen in de vorm van een programma plan.

Adv3.2

Het programma plan bevat tenminste twee projectplannen. Het eerste projectplan omvat een volledig uitgewerkte IT trend die afkomstig is uit de onder Ana3.2 genoemde analyse. Het tweede projectplan omvat een De student kan het programma campagne voor die IT trend. Deze plan opspitsen in concrete campagne wordt in het onderdeel projectplannen. internetcampagne uitwerkt. In het programmaplan wordt naar deze uitwerking verwezen en dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheden en beperkingen van de campagne.

Adv3.3

In het assessment (uitgewerkt in de onderliggende delen van het portfolio) De student kan concrete worden de adviezen gepresenteerd. De aanbevelingen doen op basis van het programma plan o.a. roapmap maakt onder andere deel uit inzake het tijdspad, het budget van dit advies. Hierin worden onder en de risico- en succesfactoren. andere de risico en succes factoren in kaart gebracht en toegelicht.

De internetstrategie mondt uit in een aantal concrete activiteiten die worden gepresenteerd in het programma plan.

Evalueren niveau 3 Eva3.1

De student kan een portfolio schrijven waarin alle Ana, Ont en Adv indicatoren uitgebreid zijn uitgewerkt en onderbouwd.

De student kan het portfolio presenteren en verdedigen ten overstaan van een panel van docenten en externe deskundigen. Code deeltentamen Pf As Deeltentamen Portfolio Assessment Toetsvorm Aantal deelproducten Assessment Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling Cijfer Cijfer Minimaal resultaat 5,5 of hoger 5,5 of hoger Weging 5 5 Periode afname en herkansing Toetsschema Toetsschema Compensatie Nvt Nvt  Trends in de IT (meest recente versie)  Presentatie Internet Strategie Model - Present Media

Eva3.2 12

Tentaminering

13


14




15

Software



16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

21


Geen  Theorie  Practicum Klassikaal les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten), werk-/projectoverleg en reviewsessies. VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster. nvt

Beschrijving OWE Course Internetcampagne Titel OWE

Internetcampagne (I-M-DCB 2)

1

Opleiding


2

Doelgroep

Hoofdfasestudenten met I-propedeuse of C-propedeuse deeltijd en/of voltijd (I-propedeuse BIM-I, C-propedeuse BIM-C)

3


Het ontwikkelen van een internetcampagne voor een dienst of product, in samenhang met de internetstrategie

5

(Beroeps)Producten

Portfolio, bestaande uit een aantal deelproducten: 

Conceptrapport (analyse van huidige communicatie, voorstudies, ontwikkeltraject creatief concept, formuleren briefing en campagnevraagstuk)



Campagnerapport (toepassing van het creatief concept in verschillende middelen, samenstellen van de mediamix, planning en budget)



Eindrapport (integratie van Conceptrapport en Campagnerapport tot een samenhangend portfolio)

Eindtoets, in de vorm van een assessment, waarin het portfolio wordt gepresenteerd aan een panel van docenten en externe deskundigen 6

7

8


7,5 studiepunten


Hoofdfasesemesters:

Ingangseisen

AANBEVOLEN:

210 SBU



DMEC, ADEB, ASOM

Voor ICA-studenten: C-Propedeuse en één of meerdere van bovenstaande hoofdfasesemesters.

9


10

Competenties

11


Voor externe studenten: propedeuse in een gerelateerde studierichting alsmede minimaal 30 studiepunten in de hoofdfase van die studie Reclamemakers zijn in rep en roer. Consumentengroepen zijn op drift. Klanten weten zich geen raad met de duizelingwekkende digitale mogelijkheden die hen overspoelen. Hoe maak je een goeie campagne die de doelgroep bereikt en, belangrijker, ook doel treft? In deze minor word je de spin in het web van reclamemaken. Je analyseert het merk, stelt de briefing samen, ontwikkelt een creatief concept en past dat toe in verschillende middelen. Die zet je in voor de mediamix, uitgewerkt in planning en budget. Daarbij zorg je voor naadloze integratie met de overige web activiteiten van je opdrachtgever en kijk je naar de internetstrategie op de middellange termijn. Creatief en met twee benen in de praktijk. Dat is Digital Communication for Business. Analyseren/onderzoeken, Ontwerpen, Adviseren, Evalueren

Indicatorid


Toelichting

Analyseren/onderzoeken niveau 3

De student kan met een grote mate van Ana3.1

zelfstandigheid analyses uitvoeren, over merkwaarden, doelgroepen, mediabereik, als basis voor de internetcampagne.

Ontwerpen niveau 3

Hieronder vallen analyses van de bestaande communicatie van zowel het gekozen merk als die van concurrenten, de doelstellingen van de campagne en de doelgroepanalyse.

De student kan vanuit een analyse van

De student laat dit zien door metaforen, voorstudies, en het concept-ontwerp van de campagne.

doelstellingen en doelgroepen een origineel Ont3.1

Creatief Concept ontwikkelen en dit concept vervolgens uitwerken in een evenwichtig ontwerp.

De student laat dit zien door een uitgebreide Briefing op te stellen voor de campagne, die als leidraad dient voor het hele project.

De student kan op basis van de analyse een Ont3.2

campagnevraagstuk en campagnedoelstelling ontwikkelen en formuleren. Adviseren niveau 3

Adv3.1

Tijdens het assessment en in het Eindrapport smeedt de student het creatief concept en de campagnestrategie samen tot een overtuigend advies aan de klant.

De student adviseert de organisatie over de strategie voor de te volgen campagne.

Evalueren niveau 3

Eva3.1

De student is in staat te beschrijven, hoe het concept “aan de man gebracht moet worden” middels een goed doordachte promotie van de campagne.

Tijdens de presentatie aan het panel met professionals presenteert de student de inhoud van het Eindrapport, en weet onder bevraging de gemaakte keuzes te verantwoorden.

Communiceren niveau 3

Com3.1

12

Tentaminering

De student is in staat het uitvoerige voorwerk, het gedetailleerde advies en de te voeren campagnestrategie aansprekend en overtuigend te presenteren.

Code deeltentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname en herkansing Compensatie Geen

13


14




15

Software



16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

Tijdens de presentatie aan het panel met professionals presenteert de student de inhoud van het Eindrapport, en weet onder bevraging de gemaakte keuzes te verantwoorden.

Pf Portfolio Aantal deelproducten 1 Cijfer 5,5 5 Zie toetsschema

As Assessment Assessment 1 Cijfer 5,5 5 Zie toetsschema

Nvt

Nvt

Igor Byttenbier (2003) Creativiteit. Hoe? Zo!, Scriptum

Geen  Theorie  Practicum Klassikaal les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten), werk-/projectoverleg en reviewsessies. VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u

20

Onderwijsperiode

geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21


nvt

Beschrijving OWE Onderzoeksproject DCB Titel OWE

Onderzoeksproject DCB (I-M-DCB Pv/ I-M-DCB Pd)

1

Opleiding


2

Doelgroep

Hoofdfasestudenten met I-propedeuse of C-propedeuse deeltijd en/of voltijd (I-propedeuse BIM-I, Cpropedeuse BIM-C)

3


Onderzoek een onderwerp binnen het thema van de minor door gebruik te maken van onderzoeksmethoden en –technieken.

5

(Beroeps)Producten

Schriftelijke kennisdeling (rapport, publicatie, artikel voor VT, essay voor DT, etc.) Mondelinge kennisdeling (cursus, workshop, presentatie) 15 studiepunten, 420 SBU

8


9



10

Competenties


11


6 7

Integraal onderdeel van elke verdiepende minor binnen ICA AANBEVOLEN C-Propedeuse

Indicatorid


Ana3.1


Ana3.2


Ana3.3


Ana3.4


Ana3.5


Ana3.6


Ana3.7


Ana3.8

Je rapporteert de resultaten in een rapport conform de gestelde richtlijnen. Communiceren niveau 3

Com3.1

Je levert correcte schriftelijke bijdragen aan het onderzoeksplan en het rapport, conform de opgegeven richtlijnen.

Com3.2

Je verzorgt een correcte, aansprekende en

Toelichting

uitgebreide kennisoverdracht van de onderzoeksresultaten aan direct geïnteresseerden Samenwerken niveau 2 Sam2.1


Pla2.1 12


Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie Onderzoeksreader (digitaal)

OndzProd Onderzoeksproducten rapportages 1 Groep 5,5 1 Zie toetsschema n.v.t. PresBlog Kennisdeling Presentatie, blogpost 1 Groep 5,5 1 Zie toetsschema n.v.t.

13




14


-

15

Software

-

16

Overig materiaal

-

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

 Workshops senior onderzoeker  Periodiek overleg met onderzoeksbegeleider  Zelfstandig toegepast onderzoek doen  Projectwerk  Workshops VT geprogrammeerde contact tijd 40u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid = 380u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21


nvt

Digital Media Production (DMP) Verdiepende Minor Centrale beroepstaak

Bedenk en realiseer een product binnen het domein digitale media.

Concept & Design

Communicatie & Realisatie



De student kiest, individueel of in een groep, een project dat valt binnen het domein digitale media.



De student kiest, individueel of in een groep, een project dat valt binnen het domein digitale media.



De student ontwerpt en realiseert één of meerdere eindproducten en doet dagelijks verslag op sociale media en wekelijks op de facebookgroep Digital Media Production.



De student laat zien dat communiceren, planmatig werken en samenwerken hem/haar goed af gaan. Aan het einde van de minor geeft de student een overtuigende eindpresentatie en dient de student een portfolio in.

Onderzoeksproject De student doet onderzoek naar een onderwerp binnen het domein digitale media en gebruikt hierbij onderzoeksmethoden en –gereedschappen die hem worden aangereikt. De student doet experimenten die te maken hebben met het gekozen project en levert een onderzoeksrapport, c.q. essay op. Het onderzoek sluit aan bij het door de student gekozen project.

Competentiematrix

Onderzoeksproject

2

2

2

2

2

2

2

Reflectie

2

Zelfsturing &

2

Samenwerken

2

Werken

2

Planmatig

Communiceren

Evalueren

2

Beheren

Realiseren

Communicatie & Realisatie

Ontwerpen

2

Adviseren

Analyseren & Concept & Design

Onderzoeken

Binnen de courses en het onderzoek behandelt de student de competenties niveau 2 zoals in onderstaande competentiematrix staat. De competenties worden aan de hand van indicatoren aangetoond met het eindproduct in een portfolio.

2

2

Algemene Omschrijving De minor DMP (Digital Media Production) is een verdiepende minor met veel vrijheid binnen een afgekaderde omgeving: digitale media. Het project dat de student kiest is vrij. Bij het realiseren van het project ligt de nadruk op concept, ontwerp, communicatie en realisatie. De minor duurt in totaal 18 weken en is opgedeeld in twee courses van 9 weken en 1 doorlopend onderzoeksproject. In het begin van de minor stelt de student samen met de begeleidend docent een leercontract op waarbij rekening gehouden wordt met haalbaarheid en kwaliteitseisen binnen de minor. In dit leercontract wordt ook rekening gehouden met voltijd/deeltijd. De student bedenkt het project helemaal zelf of ontwikkelt met medestudenten een groepsproduct. De student geeft het idee van begin tot einde vorm én werkt het uit. De student deelt eigen tijd in, houdt intensief contact met de docenten en werkt serieus aan het project. De student doet 2 experimenten, brengt dagelijks op sociale media en wekelijks op de facebookgroep Digital Media Production verslag uit over de vorderingen. De student schrijft een inhoudelijk en verdiepend onderzoek, c.q. essay dat gelinkt is aan het project, ontwikkelt één of meerdere eindproducten en levert aan het einde van de courses een portfolio in. Aan het einde van de minor houdt de student tevens een overtuigende eindpresentatie. Course Concept & Design en Course Communicatie & Realisatie lopen synchroon aan elkaar en duren de gehele minor. Aan het onderzoek zal over het algemeen meer aan het einde van de minor worden gewerkt. Dit is echter afhankelijk van het soort project dat de student doet.

Beschrijving OWE Course Concept & Design Titel OWE

Concept & Design ( I-M-DMP 1)

1

Opleiding

CMD-C, CMD-I of aanverwante creatieve / communicatieve opleiding

2

Doelgroep

3


Hoofdfasestudenten met een afstudeerprofiel CMD-C, CMD-I of aanverwante creatieve / communicatieve opleiding Bedenk en realiseer een digitaal mediaproduct

5 6

7 8 9

Eindproduct(en) op het gebied van de digitale media, conform opgesteld leercontract


7,5 studiepunten


Hoofdfasesemesters: CICA, CRIA, GAME, DEMO, CAVI


De minor DMP (Digital Media Production) is een verdiepende minor met veel vrijheid binnen een afgekaderde omgeving: digitale media. Het project dat de student kiest is vrij. Bij het realiseren van het project ligt de nadruk op concept, ontwerp, communicatie en realisatie. De student bedenkt het project helemaal zelf of ontwikkelt met medestudenten een groepsproduct. De student geeft het idee van begin tot einde vorm én werkt het uit. De student deelt eigen tijd in, houdt intensief contact met de docenten en werkt serieus aan het project. De student ontwikkelt één of meerdere eindproducten. Course Concept & Design en Course Communicatie & Realisatie lopen synchroon aan elkaar en duren de gehele minor. De student behandelt de competenties analyseren en onderzoeken, ontwerpen, realiseren en evalueren.

10 Competenties

210 SBU

AANBEVOLEN Een met een voldoende afgeronde stage.

11 Beoordelingscriteria Indicator ID

Indicatoromschrijving

Toelichting

Analyseren en onderzoeken niveau 2 Ana. 2.1

De student brengt de (zelfgestelde) opdracht voor de minor Digital Media Production in kaart door middel van een debrief.

In een analysedocument doet de student verslag 5% van concept, probleemof doelstelling, de doelgroep en de omvang van het project, de kaders waarbinnen het project valt, het uiteindelijke product (of producten) en de planning. De student toont aan dat hij/zij grondig te werk is gegaan en laat in het document geen gebieden onbelicht.

Ontwerpen niveau 2 Ont. 2.1

Ont. 2.2

De student kan door analyse en onderzoek In een ontwerpdocument laat de student zien hoe 10% hij/zij gekomen is tot een goed doordacht een eigen concept ontwikkelen. concept. De student laat in het ontwerpdocument een ruimte hoeveelheid schetsen per gedachte, inspiratiebeelden, moodboards en een low end en high end storyboard zien. De ontwikkeling is een logische opeenvolging van stappen, waarbij uitgangspunten en het concept duidelijk en logisch met elkaar zijn verbonden. Het complete creatieve ontwikkelproces is bijgehouden in het ontwerpdocument. Student beargumenteert alle ontwerp en ontwikkelbeslissingen aan. De student kan divergerend, convergerend In een ontwerpdocument is duidelijk te zien dat 10% de student diverse creatieve technieken gebruikt en verschuivend denken.

Ont. 2.3

om divergerend convergerend en verschuivend te denken om tot een goed concept en ontwerp te komen. Alle schetsen, mindmaps, ontwerpen, beslissingen, beschrijvingen en wijzigingen die hieruit voortvloeien, zijn terug te vinden in het ontwerpdocument. De student laat zien dat het ontwerpproces een diepgaand proces is waarbij duidelijk is dat een breed perspectief is onderzocht ahv verschillende benoemde creatieve technieken. De student toont alle ontwerpen 10% De student maakt gedegen keuzes ten aanzien van vorm, kleur en typografie en ontwikkelbeslissingen aan in een ontwerpdocument en beargumenteert vanuit past op zelfstandige wijze de vorm, kleur en typografie en laat zien dat hij/zij gestaltprincipes toe. de gestaltprincipes heeft toegepast en de werking ervan begrijpt. Gestaltprincipes Realiseren niveau 2

Rea. 2.1

Rea. 2.2

Rea. 2.3

De student laat in een schriftelijke 5% verantwoording en onderbouwing zien hoe hij/zij is gekomen van projectuitgangspunten tot het gerealiseerde eindproduct en hoe doelstellingen en vorm en inhoud zich tot elkaar verhouden. Het werkende eindproduct is een logisch gevolg, creatief en eventueel vernieuwend te noemen. De schriftelijke onderbouwing is te vinden in een review van het analysedocument. De student test het product bij de In een schriftelijke verantwoording en 5% doelgroep, maakt daar een rapportage van onderbouwing schrijft de student wat de en verwerkt de respons in het uitgangspunten zijn van de test, hoe de test is eindproduct. afgenomen, bij wie, wat de respons is, wat de conclusies zijn en hoe de uitkomsten worden verwerkt. Het leercontract en het opgeleverde analysedocument dienen hier als uitgangspunt. De schriftelijke onderbouwing is te vinden in een testdocument. Student realiseert een professioneel In het portfolio is digitaal het eindproduct 40% werkend en eindproduct(en). opgenomen. Het eindproduct: - draagt een origineel idee in zich - is als voorbeeld te gebruiken bij potentiele opdrachtgevers - is met aandacht en zorg tot standgekomen - heeft geen losse eindjes, is een afgerond geheel Het leercontract en het opgeleverde analysedocument dienen hier tevens als uitgangspunt. De student realiseert een werkend eindproduct dat voldoet aan de eerder gestelde doelstellingen en ontwerp, zoals beschreven in de debrief (Ont 2.1).

Communiceren niveau 2

Com. 2.1

Student levert correcte schriftelijke bijdragen op, conform de opgegeven richtlijnen, en onderbouwt daar waar nodig.

Student levert alle schriftelijke communicatie: grammaticaal juist, foutloos, prettig leesbaar in een zakelijke schrijfstijl kort en bondig zonder redundante informatie geschreven, op. Onderbouwingen zijn logisch en tonen het communicatief, esthetische en inhoudelijk inzicht

5%

van de student. Evalueren niveau 2 Eva. 2.1

12

De student vergelijkt en beoordeelt de De student vertelt over gemaakte keuzes en 10% verschillende keuzes die hij/zij maakt en in beoordeelt deze op haalbaarheid en hoeverre deze aan de gestelde eisen (Ont toepasbaarheid. De keuzes zijn goed onderbouwd 2.1) voldoen. vanuit doelgroep, probleem-/vraagstelling, concept en ontwerp. Oplevering van dit bewijsmateriaal in: - klassikale presentaties - dagelijkse op sociale media - wekelijks op de facebookgroep Digital Media Production een update. - Ontwerpdocument - Analysedocument - Review van het analysedocument - Eindproduct - Eindpresentatie

Tentaminering Code deeltentamen Deeltentamen

EProd Eindproduct(en) van Course Concept & Design

Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname

Eindproduct(en) 1 Cijfer 5,5 1 Zie toetsschema

Compensatie Nvt 13 Verplichte literatuur Universele ontwerpprincipes – Lidwell, Holden, Butler 14 Aanbevolen literatuur Afhankelijk van het gekozen project en op advies van de docent. 15 Software

Afhankelijk van het gekozen project en op advies van de docent.

16 Overig materiaal 17 Activiteiten 18 Werkvormen

19 Les- / Contacturen 20 Onderwijsperiode 21 Maximum aantal deelnemers

Theorie Practicum Klassikaal les; workshops; lezingen; debatten Workshops op aanvraag Individuele begeleiding en coaching door de docent. VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en Lesrooster 32 (16 VT, 16 DT)

Beschrijving OWE Course Communicatie & Realisatie Titel OWE

Communicatie & Realisatie (I-M-DMP 2)

1

Opleiding


2

Doelgroep

3

Hoofdfasestudenten met een afstudeerprofiel CMD-C, CMD-I of aanverwante creatieve / communicatieve opleiding Bedenk en realiseer een digitaal mediaproject

Beroepstaak/ beroepstaken (Beroeps)Producten Eindpresentatie ahv communicatiedoelstellingen en communicatiestrategie

5


7,5 studiepunten


Hoofdfasesemesters: CIC, CRIA, GAME, DEMO, CAVI

9


10

Competenties

11

Beoordelingscriteria Indicator-id

De minor DMP (Digital Media Production) is een verdiepende minor met veel vrijheid binnen een afgekaderde omgeving: digitale media. Het project dat de student kiest is vrij. Bij het realiseren van het project ligt de nadruk op concept, ontwerp, communicatie en realisatie. De student bedenkt het project helemaal zelf of ontwikkelt met medestudenten een groepsproduct. De student geeft het idee van begin tot einde vorm én werkt het uit. De student deelt eigen tijd in, houdt intensief contact met de docenten en werkt serieus aan het project. De student levert aan het einde van de courses een portfolio en houdt een overtuigende eindpresentatie. Course Concept & Design en Course Communicatie & Realisatie lopen synchroon aan elkaar en duren de gehele minor. De student behandelt de competenties ontwerpen, realiseren, evalueren en de HBO vaardigheden: communiceren, planmatig werken, samenwerken, zelfsturing en reflectie. De competenties en indicatoren maken deel uit van de beoordeling.

6

7 8

Ont. 2.4

Com. 2.1

Com. 2.2

210 SBU

AANBEVOLEN Een met een voldoende afgeronde stage.


Toelichting

Ontwerpen niveau 2 De student kan door analyse en onderzoek een In de eindpresentatie laat de student zien: eigen visuele identiteit creëren en voortzetten in - een professioneel eindproduct een originele en creatieve eindpresentatie. - een eindpresentatie dat qua vorm en inhoud aansluit bij het eindproduct - aantoonbaar gedane moeite om van de eindpresentatie een beleving te maken. Bijvoorbeeld terug te vinden in de uitwerking van het decor en diverse communicatiemiddelen ter promotie ttv de eindpresentatie Weging: 40% Communiceren niveau 2 Student levert correcte schriftelijke bijdragen, Alle schriftelijke bijdragen (het ontwerpdocument, analysedocument, review analysedocument, conform de opgegeven richtlijnen, op en enquetedocument, testdocument, en links naar alle onderbouwd daar waar nodig. activiteit op social media) zijn: - goed leesbaar - in een zakelijke schrijfstijl geschreven. - kort en bondig - bevatten geen redundante informatie. Onderbouwingen in de documenten zijn logisch en tonen het communicatief, esthetisch & inhoudelijk inzicht van de student aan. Weging: 30% De student gebruikt passende gespreks- en/of Presentatie van de student is boeiend en houdt de presentatietechnieken om het doel te bereiken kijker/lezer vast. in presentaties en/of een twee- of Student weet een lang verhaal, kort en bondig te brengen. groepsgesprek. Student weet zijn / haar punt helder te verwoorden en is overtuigend. Weging: 5%

Com. 2.3

Com. 2.5

Rea. 2.4

Sam. 2.1

Sam. 2.2

Sam. 2.3

Pla. 2.1

Pla. 2.2

Pla. 2.3

Kijkt kritisch naar de effectiviteit van het eigen communicatieve handelen en benoemt meetbare sterke en verbeterpunten.

Student hanteert de volgende uitgangspunten van Habermas en let erop dat alle mondelinge en schriftelijke bijdragen: - begrijpelijk zijn hetgeen gezegd / geschreven wordt, - waarheidsgetrouw is van wat beweerd wordt, - waarachtig is wat de intentie betreft. - juistheid van houding vertegenwoordigt tegenover de hoorder Weging 5 %. Zichtbaar in de vorm van diverse eigen ontwikkelde Student verzorgt eigen PR voorafgaand aan zijn / communicatiemiddelen voorafgaand aan de haar eindpresentatie eindpresentatie. Weging: 30% Realiseren niveau 2 In de eindpresentatie laat de student zien hoe de vooraf De student realiseert een werkende eindpresentatie die qua vorm en inhoud voldoet gestelde doelgroep en doelstelling bediend worden met het gerealiseerde eindproduct. aan de eerder gestelde doelstellingen en Het analysedocument en review analysedocument zullen ontwerp van het project. daarbij als uitgangspunt dienen. Weging: 30% Samenwerken niveau 2 Student toont aan de besluitvorming binnen de Student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat groep actief te bevorderen. hij/zij de besluitvorming van de groep actief heeft bevorderd. In geval van een eenmansproject: Student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat hij/zij tot eigen besluitvorming is gekomen WEGING 10% Toont aan met belangentegenstellingen in de Student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat groep om te kunnen gaan. hij/zij met belangentegenstelling in de groep om kan gaan. In geval van een eenmansproject: Student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat hij/zij verschillende projectbelangen tegen elkaar afweegt. Weging 10% Is in staat om kritisch te kijken naar de Student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat effectiviteit van eigen interventies op het gebied hij/zij in staat is om kritisch te kijken naar effectiviteit van van samenwerken en kan sterke punten en eigen interventies op het gebied van samenwerking en kan verbeterpunten benoemen. drie sterke en drie verbeterpunten noemen. In geval van een eenmansproject: Student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat hij/zij in staat is om kritisch te kijken naar effectiviteit van eigen interventies op eigen functioneren en kan drie sterke en drie verbeterpunten noemen. Weging 10% Planmatig werken niveau 2 Kan projectmatig een opdracht uitvoeren en Student beschrijft een van de volgende gekozen methodes: maakt een bewuste keuze voor een Watervalmethode, Agile methode, Incrementele methode, projectmanagementmethode en/of softwareIteratieve methode, Critical Chain methode, Formele ontwikkelmodel. methode, Spiraalmodel, RUP, Feature driven Development, Test driven Development. In geval van een andere gekozen methode, de student is vrij deze te beschrijven: de gekozen methode is een bewezen methode Weging 10 %. Legt acties en werkwijzen vast in procedures. Student overhandigt een gedetailleerde planning, SWOT en MOSCOW analyse, actielijsten en beschrijft de werkwijze en gevolgde procedures. Weging 10% Is in staat om kritisch te kijken naar eigen De student beschrijft helder op welke manier hij/zij het planmatig werken en benoemt meetbare werk heeft georganiseerd zodat de resultaten die gehaald sterkte- en verbeterpunten. moeten worden binnen de gestelde tijd en met de aanwezige middelen worden gerealiseerd.

De student laat zien hoe hij/zij overzicht heeft gekregen, een start heeft gemaakt, in resultaten heeft gedacht en in welke volgorde hij/zij heeft gewerkt. Weging 10% 12

Tentaminering Code deeltentamen EPres Deeltentamen Eindpresentatie Toetsvorm Eindpresentatie Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer Minimaal resultaat 5,5 Weging 1 Periode afname Zie toetsschema Compensatie Nvt Universele ontwerpprincipes – Lidwell, Holden, Butler

PF Portfolio rapport 1 Cijfer 5,5 1 Zie toetsschema Nvt

13


14

Aanbevolen literatuur Afhankelijk van het gekozen project en op advies van de docent.

15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

21



Theorie Practicum Klassikaal les; workshops; lezingen; debatten; Workshops op aanvraag Individuele begeleiding en coaching door de docent. VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster. 32 (16 VT, 16 DT)

Beschrijving OWE Onderzoek VT Titel OWE

Onderzoek (I-M-DMP Pv)

1

Opleiding


2

Doelgroep

3


Analyse en onderzoek door toepassing van gedegen onderzoeksmethoden en –gereedschappen.


15 studiepunten

5 6 7 8


Studenten van de minor Digital Media Production

Experimenten en een onderzoek.

420 SBU Integraal onderdeel van elke verdiepende minor binnen ICA AANBEVOLEN Een met een voldoende afgeronde stage. De minor DMP (Digital Media Production) is een verdiepende minor met veel vrijheid binnen een afgekaderde omgeving: digitale media. Het project dat de student kiest is vrij. De student doet 2 experimenten en schrijft een inhoudelijk en verdiepend onderzoek dat gelinkt is aan het project. Daarbij worden 3 experts geraadpleegd. Course Concept & Design en Course Communicatie & Realisatie lopen synchroon aan elkaar en duren de gehele minor. Aan het onderzoek zal over het algemeen meer aan het einde van de minor worden gewerkt. Dit is echter afhankelijk van het soort project dat de student doet. Analyseren & onderzoeken

9


10

Competenties

11


De competenties en indicatoren maken deel uit van de beoordeling. Zie toetscriteria.

Indicator ID


Toelichting

Weging

Analyseren en onderzoek niveau 2 Ana. 2.1

Ana. 2.2

Ana. 2.3

Ana. 2.4

Student heeft goed over het onderwerp 10% nagedacht en verschillende invalshoeken bekeken en beschreven. Student schrijft een goede probleemstelling zonder waardeoordeel of aanname. De probleemstelling is objectief en goed verwoord. De probleemstelling begint met Hoe of één van de 7 W’s. Student schrijft logische hoofd- en deelvragen die 5% De student vertaalt de probleemof leiden tot het antwoord op de vraagdoelstelling naar onderzoeksvragen. /probleemstelling. Student behandelt de onderzoeksvraag volgende 5% De student maakt een verslag van het de gestelde richtlijnen met zorg en goede experiment conform de gestelde argumenten. richtlijnen. Student schrijft een verslag van het experiment met een duidelijke kop en staart, een goede inleiding en een samenvatting. Student beschrijft in het experiment helder welke 5% De student gebruikt analyse- en onderzoeksmethodieken, -technieken en - methodieken, technieken en gereedschappen gereedschappen. hij/zijn heeft toegepast. De student brengt de situatie in kaart en formuleert de probleemof doelstelling

Ana. 2.5

De student verzamelt systematisch informatie, onderscheidt hoofd- en bijzaken, en beoordeelt of de informatie relevant en voldoende is.

Student schrijft een inhoudelijk goed en gestructureerd verslag van het experiment.

20%

Ana. 2.7

De student beantwoordt de onderzoeksvragen en trekt conclusies.

Student trekt conclusies die hout snijden en gedegen en goed beargumenteerd zijn. Student heeft écht iets ontdekt.

20%


De vormgeving van het onderzoek is origineel, creatief en gedurfd.

Student laat zijn / haar creativiteit zien en wijkt 10% op positieve manier af van de standaard template vormgeving van een verslag.

Communiceren niveau 2 Com. 2.1

De student rapporteert de resultaten in een onderzoeksrapport conform de gestelde richtlijnen en levert correcte schriftelijke bijdragen op, conform de opgegeven richtlijnen, en onderbouwd daar waar nodig.

Student hanteert het fysieke en inhoudelijke 15% format zoals hem / haar dat is aangereikt door de onderzoeks- of begeleidend docent. Student levert een verslag op dat: grammaticaal juist is foutloos is, prettig leesbaar is, in zakelijke schrijfstijl geschreven is kort en bondig is geen redundante informatie bevat Onderbouwingen zijn logisch en tonen het communicatief, esthetisch en inhoudelijk inzicht van de student. Student levert voor de lezer een experiment op 10% dat: - geen losse einden bevat - inhoudelijk interessant is - goed beargumenteerd wordt - geen open deuren en aannames bevat

Com. 2.6

Student levert een inhoudelijk goed en beargumenteerd rapport op.

12

Tentaminering

13


Code deeltentamen Exp Deeltentamen Experimenten Toetsvorm Rapport Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer Minimaal resultaat 5,5 Weging 1 Periode afname en herkansing Zie toetsschema Compensatie Nvt Onderzoekshandleiding (digitaal) op online.han.nl

14

Aanbevolen literatuur …

15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

21


ORap Onderzoeksrapport Onderzoeksrapport 1 Cijfer 5,5 1 Zie toetsschema Nvt


Theorie Practicum Klassikaal les Individuele begeleiding en coaching door de docent en de onderzoeksbegeleider. VT geprogrammeerde contact tijd 40 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster. 32 (16 VT, 16 DT)

Beschrijving OWE Onderzoek DT Titel OWE

Onderzoek ( I-M-DMP Pd)

1

Opleiding


2

Doelgroep

Studenten van de minor Digital Media Production

3

Beroepstaak

Analyse en onderzoek door toepassing van gedegen onderzoeksmethoden en –gereedschappen.

5

(Beroeps)Producten

Experimenten en een essay.

6


15 studiepunten

7 8


420 SBU Integraal onderdeel van elke verdiepende minor binnen ICA AANBEVOLEN Een met een voldoende afgeronde stage.

9


10

Competenties

De minor DMP (Digital Media Production) is een verdiepende minor met veel vrijheid binnen een afgekaderde omgeving: digitale media. Het project dat de student kiest is vrij. De student doet 2 experimenten en schrijft een inhoudelijk en verdiepend essay dat gelinkt is aan het project. Daarbij worden 3 experts geraadpleegd. Course Concept & Design en Course Communicatie & Realisatie lopen synchroon aan elkaar en duren de gehele minor. Aan het onderzoek zal over het algemeen meer aan het einde van de minor worden gewerkt. Dit is echter afhankelijk van het soort project dat de student doet. Analyseren & onderzoeken

11


De competenties en indicatoren maken deel uit van de beoordeling.

Indicator ID


Toelichting

Ana. 2.1

De student brengt de situatie in kaart en formuleert de probleemof doelstelling

Ana. 2.2

De student vertaalt de probleemof doelstelling naar onderzoeksvragen.

Student heeft goed over het onderwerp nagedacht en 10% verschillende invalshoeken bekeken en beschreven. Student schrijft een goede probleemstelling zonder waardeoordeel of aanname. De probleemstelling is objectief en goed verwoord. De probleemstelling begint met Hoe of één van de 7 W’s. Student schrijft logische hoofd- en deelvragen die leiden 5% tot het antwoord op de vraag-/probleemstelling.

Ana. 2.3

Student behandelt de onderzoeksvraag volgens de 5% De student maakt een verslag van het experiment conform de gestelde richtlijnen. gestelde richtlijnen met zorg en goede argumenten. Student schrijft een verslag van het experiment met een duidelijke kop en staart, een goede inleiding en een samenvatting. Student beschrijft in het experiment helder welke 5% De student gebruikt analyse- en onderzoeksmethodieken, -technieken en - methodieken, technieken en gereedschappen hij/zijn gereedschappen. heeft toegepast.

Ana. 2.4

Weging

Ana. 2.5

De student verzamelt systematisch informatie, onderscheidt hoofd- en bijzaken, en beoordeelt of de informatie relevant en voldoende is.

Student schrijft een inhoudelijk goed en gestructureerd verslag van het experiment.

20%

Ana. 2.7

De student beantwoordt de onderzoeksvragen en trekt conclusies.

Student trekt conclusies die hout snijden, gedegen en goed beargumenteerd zijn. Student heeft écht iets ontdekt.

20%

Student laat zijn / haar creativiteit zien en wijkt op positieve manier af van de standaard template vormgeving van een verslag.

10%


De vormgeving van het onderzoek is origineel, creatief en gedurfd. Communiceren niveau 2

Com. 2.1

De student rapporteert de resultaten in een onderzoeksrapport conform de gestelde richtlijnen en levert correcte schriftelijke bijdragen op, conform de opgegeven

Student hanteert het fysieke en inhoudelijke format zoals 15% hem / haar dat is aangereikt door de onderzoeks- of begeleidend docent. Student levert een verslag op dat:

richtlijnen, en onderbouwd daar waar nodig.

Com. 2.6

12

Student levert een inhoudelijk goed en beargumenteerd rapport op.

grammaticaal juist is foutloos is, prettig leesbaar is, in zakelijke schrijfstijl geschreven is kort en bondig is geen redundante informatie bevat Onderbouwingen zijn logisch en tonen het communicatief, esthetisch en inhoudelijk inzicht van de student. Student levert voor de lezer een experiment op dat: - geen losse einden bevat - inhoudelijk interessant is - goed beargumenteerd wordt - geen open deuren en aannames bevat.

Tentaminering Code deeltentamen Exp Deeltentamen Experimenten Toetsvorm Rapport Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer Minimaal resultaat 5,5 Weging 1 Periode afname Zie toetsschema Compensatie Nvt Onderzoekshandleiding (digitaal) op online.han.nl

Essay Essay Essay 1 Cijfer 5,5 1 Zie toetsschema Nvt

13


14

Aanbevolen literatuur n.v.t.

15

Software


16

Overig materiaal

n.v.t.

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

Theorie Practicum Klassikaal les Individuele begeleiding en coaching door de docent en de onderzoeksbegeleider. DT geprogrammeerde contact tijd 40u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21


32 (16 VT, 16 DT)

10%

Informatiemanagement (IM) BIM-Minor Centrale beroepstaak

Stel op basis van een analyse van de huidige Business Strategie een ICT beleidsplan op, dat integraal past binnen deze strategie.

Product

een strategisch ICT-beleidsplan

Opleiding

Verdiepende Minor voor Deeltijd BIM

Samenhang

Vervolg op adviescourse Product Quality in I Propedeuse, en advies course AIS binnen ABI

Ingangscompetenties

1 kernsemester BI (Bij voorkeur ABI, DEB)

Strategie en Architecturen

Capita Selecta

Onderzoeksproject



ICT strategie en bussiness



ICT functie en Management



Afhankelijk van uitvoering, maar o.a.



Onderzoeksmethode



ICT en organisatie vernieuwing



IT Governance





IV architectuur, Bussiness Architectuur, Architectuurplan



Change management

Onderzoeksvraag, eenheden, aspecten/ variabelen



Service oriented Architecture



literatuuronderzoek, questionaires, kwalitatief onderzoek



Onderzoekspaper, workshop, workshopvaardigheden





Archtitectuur methode, Business Modellen, IT Principles en modellen, architectuur lagen Migratieplan en projectenkalender

Onderzoeksproject Deeltijd

2

2

2

2

Reflectie

2

Zelfsturing &

2

Samenwerken

2

werken

Capita Selecta

Planmatig

2

Communiceren

2

Beheren

2

Evalueren

Ontwerpen

Strategie en architecturen

Realiseren

Adviseren

Onderzoeken

Analyseren &

Competentiematrix

2

Algemene omschrijving Veel bedrijven fuseren, de omgeving wordt steeds turbulenter en de markt en technologie veranderen steeds sneller. Bedrijven als Ahold, NUON en Achmea en organisaties als het Alysis (o.a. Rijnstate Ziekenhuis), de Radboud Universtiteit en Gemeente Arnhem zullen steeds beter moeten inspringen en flexibeler moeten zijn om aan de eisen van deze veranderingen te kunnen voldoen. Een goede Informatievoorziening is hierbij onontbeerlijk. En met name een goede afstemming met de bedrijfsvoering. Iedere wat grotere bedrijfsorganisatie zal om te kunnen overleven over een gefundeerde bedrijfsstrategie moeten beschikken. Daarin worden de belangrijkste doelstellingen vastgesteld op basis van een analyse van de omgeving en de interne organisatie. Daarnaast wordt globaal de weg ernaartoe vastgelegd, op welke wijze deze doelstellingen bereikt worden. Voor veel bedrijven is de informatievoorziening binnen de organisatie een belangrijke succesfactor voor het behalen van de bedrijfsdoelstellingen. De doelstellingen en invulling van deze voorziening op langere termijn worden vastgelegd in de ICT Strategie. Deze strategie binnen het bedrijf is dus zo belangrijk dat deze meegenomen en afgestemd dient te

worden op de bedrijfsstrategie (Business en ICT alignment). Hierbij wordt gekeken naar een termijn van enkele jaren en wordt aan alle niveau’s van de ICT invulling gegeven. Binnen de minor is deze afstemming en het opstellen van de strategisch plan voor de ICT is het belangrijkste onderwerp. Daarnaast zal het begrip architecturen een plaats krijgen als instrument en zienswijze om te komen tot de afstemming en strategie. Om een goede keuze en invulling te kunnen maken voor het informatiebeleid dien je in enkele onderwerpen nog verder inzicht te krijgen. Deze onderwerpen zijn bijv. ICT Governance, Kwaliteitszorg en Outputmanagement.

Beschrijving OWE Strategie en Architecturen

Titel OWE

Strategie en Architecturen ( I-M-IM 1)

1

Opleiding

Verdiepende minor voor de BIM

2

Doelgroep

3


BIM Deeltijd Hoofdfase studenten Stel op basis van een analyse van de huidige Business Strategie een ICT beleidsplan op, dat integraal past binnen deze strategie

5

(Beroeps)Producten

een strategisch ICT-beleidsplan (Architectuurplan)

6



7


8


9


Binnen de minor is deze afstemming en het opstellen van de strategisch plan voor de ICT is het belangrijkste onderwerp. Daarnaast zal het begrip architecturen een plaats krijgen als instrument en zienswijze om te komen tot de afstemming en strategie. Voor veel bedrijven is de informatievoorziening binnen de organisatie een belangrijke succesfactor voor het behalen van de bedrijfsdoelstellingen. De doelstellingen en invulling van deze voorziening op langere termijn worden vastgelegd in de ICT Strategie. Deze strategie binnen het bedrijf is dus zo belangrijk dat deze meegenomen en afgestemd dient te worden op de bedrijfsstrategie (Business en ICT alignment). Hierbij wordt gekeken naar een termijn van enkele jaren en wordt aan alle niveau’s van de ICT invulling gegeven.

10

Competenties

Analyseren & Onderzoeken niveau 2, Ontwerpen niveau 2, Adviseren niveau 2

11


Let op: voor alle teksten geldt indicator 4 van de generieke competentie Communiceren:

AANBEVOLEN 1 kernsemenster (Voorkeur BIM)

Past grammaticaal correct taalgebruik toe en hanteert de juiste spelling. Indicatorid

Indicator omschrijving Analyseren & Onderzoeken niveau 2

Ana 2.1

de student heeft algemene kennis van ICT strategie en kan deze toepassen, over o.a. de ICT functie, de invloed van IT op de bedrijfsvoering, infrastructurele perspectief van IT strategie, het economische perspectief, het bestuurlijke perspectief, innovatie en IT strategie en het strategievormingsproces.

Ana 2.2

de student heeft algemene kennis van IV archtiecturen en kan deze toepassen, over o.a. definitie van archtiecturen, het waarom van architecturen, de bussines architectuur, overzicht van architectuur methoden, de scorpio methode, het alignmeng proces en de migratieplanning

Ana 2.3

De student kan op basis van een business analyse een bedrijfsarchitectuur opzetten. (Strategische analyse en organisatie context.)

Ana 2.4

De student kan op basis van een bedrijfsanalyse de huidige operationele (IV) architectuur beschrijven. Ontwerpen niveau 2

Ont 2.1

De student kan op basis van de bedrijfsarchitectuur de toekomstige IV architectuur (TIVA) beschrijven, (beleid en visie) in de vorm van richtlijnen en informatie en technologiemodel.

Toelichting

Ont 2.2

De student kan op basis van de TIVA, de bedrijfsarchtitectuur en de operationele architectuur een migratieplanning incl projectenkalander opstellen. Adviseren niveau 2

12

Adv2.1

De student kan de opgestelde TIVA doelgroepgericht adviseren en de daarbij behorende migratieplanning en projectenkalender.

Adv 2.2

De student kan tijdens het opstellen van het architectuurplan de verschillende belanghebbenden, IT en business management, voorzien van adviezen over de te nemen beslissingen en komen tot een goed compromis als basis voor het plan.

Adv 2.3

De student kan tijdens het opstellen van het architectuurplan zowel op IT als op business niveau voorzien van adviezen voor een optimale business en IT alignment en deze ook zichtbaar maken.


Tentaminering

MC T MC toets

Str.bp ICT Strategisch beleidsplan

13


14

Aanbevolen litteratuur

Toetsvorm MC toets Beleidsrapport Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling Cijfer Cijfer Minimaal resultaat 5,5 5,5 Weging 5 5 Periode afname Zie toetsschema Zie toetsschema Compensatie Nvt Nvt ICT Strategie en organisatie in theorie en praktijk, druk 2, Prof. Drs. JA Oosterhaven ,2008, ISBN: 9789012122870 De informatievoorzieningsarchitectuur als scharnier, van strategie naar informatievoorziening, F. Boterenbrood e.a., 2013, ISBN: 9789039527115 -

15

Software

-

16

Overig materiaal

-

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode

Hoorcollege, Werkcollege, Feedback op onderzoek en beleidsplan groepsgewijs  theorieles: de theorie wordt toegelicht  presentaties van de resultaten van je eigen werk of discussie naar aanleiding van opgaven en problemen die zich daarbij voordeden  zelfwerkuren: je bent bezig met zelfstudie, je werkt aan opgaven, de docent is beschikbaar voor vragen  casus: je werkt aan een van de casussen waarin je het geleerde toepast; bij elk van de casussen horen tussentijdse reviews en een eindgesprek. DT geprogrammeerde contact tijd 12 *4 = 48 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh.= 162 u. Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster.

21


N.v.t.

Beschrijving OWE Capita Selecta Titel OWE

Capita Selecta (I-M-IM 2)

1

Opleiding

Verdiepende minor voor de BIM

2

Doelgroep

BIM Hoofdfase studenten

3


5

(Beroeps)Producten

Visiedocument

6



7


8


9


10

Competenties

Analyseren & Onderzoeken niveau 2, Ontwerpen niveau 2, Adviseren niveau 2

11


Let op: voor alle teksten geldt indicator 4 van de generieke competentie Communiceren:

Geef op basis van kennis van gerelateerde thema’s op het gebied van informatiemanagement een visiedocument op deze thema’s op je eigen bedrijf.

AANBEVOLEN 1 kernsemenster (Voorkeur BIM) Binnen de minor is deze afstemming en het opstellen van de strategisch plan voor de ICT is het belangrijkste onderwerp. In deze OWE zal wisselend aandacht worden besteed aan verschillende thema’s die relevant zijn binnen het vakgebied van informatiemanagement.

Past grammaticaal correct taalgebruik toe en hanteert de juiste spelling. Indicatorid

Indicator omschrijving Analyseren & Onderzoeken niveau 2

Ana 2.1

de student heeft algemene kennis van de in de C/S course gepresenteerde thema’s.

Ana 2.2

De student kan op basis van de algemene kennis opgedaan in de C/S gepresenteerde thema’s een analyse doen van de huidige situatie van dit thema’s binnen zijn bedrijf. Ontwerpen niveau 2

Ont 2.1

De student kan op basis van de algemene kennis opgedaan in de C/S gepresenteerde thema’s mogelijkheden of toepassingen ontwerpen binnen de toekomst en ontwikkelingen van zijn bedrijf. Adviseren niveau 2

Adv2.1

De student kan op basis van ontworpen mogelijkheden of toepassingen binnen de toekomst en ontwikkelingen van zijn bedrijf een gefundeerde visie weergeven hierover.

12

Tentaminering

13


Code deeltentamen Vrslg Deeltentamen Capita Selecta Visieverslag Toetsvorm Verslag Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer Minimaal resultaat 5,5 of hoger Weging 1 Periode afname en herkansing Zie toetsschema Compensatie Nvt Aangeleverde digitale slides (Scholar, wisselt per uitvoering)

14

Aanbevolen litteratuur

-

Toelichting

15

Software

-

16

Overig materiaal

-

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

 Capita selecta, gastsprekers  theorieles: de theorie wordt toegelicht  presentaties van de resultaten van je eigen werk of discussie naar aanleiding van opgaven en problemen die zich daarbij voordeden  zelfwerkuren: je bent bezig met zelfstudie, je werkt aan opgaven, de docent is beschikbaar voor vragen  casus: je werkt aan een van de casussen waarin je het geleerde toepast; bij elk van de casussen horen tussentijdse reviews en een eindgesprek. DT geprogrammeerde contact tijd 12 *4 = 48 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh.= 162 u

20

Onderwijsperiode


21


N.v.t.

Beschrijving OWE Onderzoeksproject Deeltijd Titel OWE

Onderzoeksproject IM (I-M-IM Pd)

1

Opleiding

De vorm van het onderzoeksproject is identiek voor alle verdiepende minors binnen ICA.

2

Doelgroep

Deeltijdstudenten

3


Onderzoek een onderwerp binnen het thema van de minor door gebruik te maken van onderzoeksmethoden en –gereedschappen.

5

(Beroeps)Producten

Schriftelijke kennisdeling (rapport, publicatie, blog, etc.), mondelinge kennisdeling (seminar, cursus, workshop, presentatie), essay

6


15 Studiepunten 420 SBU

7



9



10

Competenties


11


8

AANBEVOLEN I-Propedeuse

Indicatorid

Indicator

Toelichting

Analyseren & Onderzoeken niveau 2 Ana2.1


Ana2.2


Ana2.3


Ana2.4

Je gebruikt analyse- en onderzoeksmethodieken, technieken en -gereedschappen.

Ana2.5


Ana2.6


Ana2.7


Ana2.8

Je rapporteert de resultaten in een rapport conform de gestelde richtlijnen.

Per minor kan de vorm verschillen: onderzoeksrapport, publicatie, blogpost, verslag.

Ana2.9

Je vertaalt de hoofdvraagstelling zodat deze bruikbaar is in de context van je werk(gever) en/of werkervaring.

Meestal betekent dit dat de hoofdvraag concreter gemaakt wordt zodat de werkgever en/of werkervaring aantoonbaar als bron gebruikt kan worden.

Ana2.10

Je geeft je visie op de relatie tussen de hoofdvraagstelling, de theorie uit het onderzoeksrapport en je werk(gever) en/of werkervaring.

Ana2.11

Je verdedigt of ontkracht een stelling die in relatie staat tot de hoofdvraagstelling. Communiceren niveau 2

Com2.1

Je levert correcte schriftelijke bijdragen aan het onderzoeksplan, het rapport en het essay, conform de opgegeven richtlijnen.

Com2.2

Je verzorgt een correcte, aansprekende en uitgebreide kennisoverdracht van de onderzoeksresultaten aan direct geïnteresseerden

Kennisoverdracht kan per minor verschillen: seminar, workshop, cursusdag, presentatie.

Samenwerken niveau 2 De actieve bijdrage blijkt onder andere uit IPVs of andere reguliere vormen van feedback waaruit blijkt dat er voldoende tijd aan het project besteed is en constructief gewerkt is.

Je levert een actieve bijdrage aan het samenwerkingsproces in de groep. Sam2.1

Planmatig werken niveau 2 Pla2.1 12


Code deeltentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname en herkansing Compensatie

Tentaminering

TVR TVR Portfolio Reflectieverslag 1 Vink 5,5 0 Zie toetsschema Nvt

Code deeltentamen KdEss Deeltentamen Essay Toetsvorm Essay Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer Minimaal resultaat 5,5 Weging 3 Periode afname en herkansing Zie toetsschema Compensatie Nvt  Onderzoekshandleiding (digitaal)

KdMon Mondelinge Kennisdeling Presentatie, Workshop, Seminar, Cursus 1 Cijfer 5,5 2 Zie toetsschema Nvt KdSch Schriftelijke Kennisdeling Rapport, verslag, blogpost of artikel. 1 Cijfer 5,5 5 Zie toetsschema Nvt

13


14


15

Software

 Buuren, Hans van, Hans Hummel, Jeroen Berkhout, Aad Slootmaker, 2003, Onderzoek. De basis, Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Tweede druk. -

16

Overig materiaal

-

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode


21

Max. deelnemers

nvt

 Periodiek overleg met onderzoeksbegeleider  Workshops senior onderzoeker  Zelfstandig toegepast onderzoek doen  Projectwerk  Workshops DT geprogrammeerde contact tijd 40u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u

Scripting for Designers (S4D) Verbredende Minor Ontwikkel de scripts en programma’s om prototypes van interactieve objecten (applicaties, websites, gebruiksvoorwerpen, kunstwerken) te laten werken.

Centrale beroepstaak

Basistraining Programmeren

Multimedia-Platforms



Javascript



JQuery



Arduino



Python,



Expressies, Operatoren, Variabelen, Functies, Parameters, Zijeffecten, Controle-structuren, Arrays, Objecten, Methodes



ActionScript,



PHP Frameworks,



Browser DOM



HTML 5 API’s



Hardware aansturen Exploreren en Experimenteren

De student ontwerpt een innovatief concept voor een multimedia applicatie, en realiseert daarvan een substantieel gedeelte. Dit doet hij/zij in nauwe samenwerking met een aantal teamleden, in een programmeerplatform dat hij/zij nog niet eerder gebruikt of geleerd heeft. Het team selecteert en onderzoekt dat platform samen.

2

2

2

2

2

2

2

Onderzoeksproject

2

2

2

2

2

2

2

Werken

Course 2

Planmatig

2

Reflectie

Zelfsturing &

Samenwerken

Communiceren

2

Beheren

2

Evalueren

Realiseren

Course 1

Adviseren

Ontwerpen

Onderzoeken

Analyseren &

Competentiematrix

2

Algemene Omschrijving Scripting is een vorm van computerprogrammeren. De student is een ontwerper van interactieve objecten, en heeft prototypes nodig om zijn/haar ontwerp ideeën te valideren. Een belangrijk onderdeel van die prototypes is de software die de prototypes hun intelligentie en interactiemogelijkheden geeft. In een iteratieve en exploratieve wijze ontwikkelt hij/zij de software die zijn/haar designs tot leven brengen. De kans is groot dat hij/zij daarvoor nieuwe programmeertechnologieën nodig heeft, dus hij/zij zal onderzoek doen naar die technologieën en zichzelf daarin kundig maken. Beroepsproducten zijn software voor prototypes, en onderzoeksresultaten toegankelijk gemaakt voor teamgenoten. De bedrijfstak van ontwerpers voor Nieuwe Media bestaat uit specialisten op gebieden als vormgeving, conceptontwikkeling en technische realisatie. Toch zijn ontwerpers die ontwerp-vaardigheden combineren met technische vaardigheden (met name programmeren) erg gewild. Deze ontwerpers kunnen, meer dan specialisten, het hele traject van een project overzien, en alle aspecten en randvoorwaarden in het creatieve proces betrekken. Daarnaast is in de designwereld een groeiende focus op iteratief ontwerpen: in meerdere rondes van ontwerpenprototypen-testen komen tot steeds verfijndere en doelgroepgerichtere ontwerpen. Als de ontwerper zelf kan programmeren (en dus de prototypes realiseren), kunnen de iteraties compacter zijn, waardoor testen gebruikerservaringen snel en fijnmazig in het ontwerpproces geïntegreerd worden. M.a.w. Je wordt een betere ontwerper als je je eigen prototypes kunt maken (en dus niet steeds hoeft te wachten op een IT-er). Het is belangrijk dat designers zichzelf soepel in nieuwe programmeertechnieken kunnen inwerken. Deels omdat de ontwikkelingen snel gaan in de nieuwe media, en deels omdat er wel erg veel verschillende programmeertechnieken

zijn. Veel multimedia-ontwerp-software komt met een eigen programmeertaal. Daarom besteedt de minor flink wat aandacht aan het zelf leren van een nieuw programmeerplatform. Dat doen we door je eerst een goed basis te geven in de algemene programmeerprincipes en concepten die je terug vindt in bijna alle programmeertalen. Dat maken we zichtbaar door je gelijk twee programmeertalen te leren die op interessante manieren van elkaar verschillen, maar vooral ook overeenkomsten hebben die je helpen met het leren van nieuwe programmeertalen. Daarna krijg je in twee onderwijseenheden de gelegenheid om jezelf, onder begeleiding, in te werken in een programmeerplatform dat jij interessant vindt.

Beschrijving OWE Basistraining Programmeren Titel OWE

Basistraining Programmeren ( I-M-S4D 1)

1

Opleiding

n.v.t.

2

Doelgroep

Studenten van de minor S4D

3


Schrijf scripts die eenvoudige algoritmen en datastructuren inzetten om interessante interacties met webpagina’s of hardware mogelijk maken.

5

(Beroeps)Producten

UI voor blog-site, UI voor gokkast, eenvoudig spel in webpagina, digitaal combinatieslot voor kluis.

6



7


geen afhankelijkheden van andere semesters of onderwijseenheden. (de minor is verbredend)

9


In de basistraining leert de student de basisprincipes van programmeren. Speciale nadruk wordt gelegd op de verschillen en overeenkomsten tussen verschillende programmeertalen. Daartoe worden twee programmertalen tegelijkertijd behandeld en vergeleken: Javascript (voor websites) en Arduino (voor interactieve gebruiksvoorwerpen en kunstwerken). ‘Lessen’ (kennisoverdracht en uitleg) worden als screencasts via YouTube gegeven. Studenten krijgen per les opdrachten en reflectievragen over literatuur. Uitwerkingen daarvan dienen ze via het internet in. Contacturen richten zich in hoofdzaak op de gemaakte opdrachten en reflecties. De uitwerkingen van studenten zijn via internet in beeld te brengen, te vergelijken en mee te experimenteren. Dat gebeurt vooral plenair.

10

Competenties

Analyseren, Ontwerpen, Realiseren, Zelfsturing

11


8

geen (zie boven).

Indicatorid

Indicator omschrijving Analyseren en Onderzoeken niveau 2

Ana2.2

Analyseer informele beschrijvingen van wat een interactieve applicatie moet kunnen, met het oog op het selecteren van de juiste technische bouwstenen om het te realiseren. Ontwerpen niveau 2

Ont2.1

Ontwerp, op basis van een opdracht analyse en een selectie van technologische bouwstenen, de interne structuur van een interactieve applicatie. Realiseren niveau 2

Rea2.1

Rea2.2

Realiseer, afhankelijk van je ontwerp, de scripts die nodig zijn om: o user-interface events af te handelen o spelregels/applicatie-logica te executeren o te interfacen naar andere componenten van de applicatie (database, webserver, sensoren etc) Realiseer de datastructuren die nodig of handig zijn voor de applicatie in termen van

Rea2.4

array’s, objecten en/of XML Spoor fouten en bugs in de scripts op met behulp van debugging-tools (waaronder printen naar een console). Zorgt voor overdraagbaarheid en mogelijkheden tot onderhoud van de code door juist gebruik van commentaar en documentatie.

ZR2.1

Hou collega’s en andere stakeholders op de hoogte van je voortgang door gebruik van sociale media.

Rea2.3

Zelfsturing/Reflectie niveau 2

ZR2.2

Kijk met grote regelmaat terug op het proces dat je doorloopt, en geef antwoord op de vraag ‘Op welke manier kan ik de “return on investement” van mijn werk in de nabije toekomst zo groot mogelijk krijgen”.

Toelichting

ZR2.3 12

Geef open en specifieke analyses van situaties waarin het ‘mis’ gaat: als een opdracht te lastig blijkt, of literatuur ontoegankelijk. Formuleer bruikbare hulpvragen. Wees trouwens ook open en specifiek over zaken waar je trots op bent.

Code deeltentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Tentaminering

OefOpd Oefenopdrachten Huiswerkopdrachten 1 Vink behaald 0 Zie toetsschema Nvt

ROFL ROFL - programmeeropdracht Programmeeropdracht 1 Cijfer 5,5 of hoger 5 Zie toetsschema Nvt

Code deeltentamen Blog DocLP Deeltentamen Blog - programmeeropdracht Documenteer Leerproces Toetsvorm programmeeropdracht huiswerk Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling Cijfer Vink Minimaal resultaat 5,5 of hoger behaald Weging 5 0 Periode afname Zie toetsschema Zie toetsschema Compensatie Nvt Nvt  Marijn Haverbeeke: Eloquent Javascript – A modern introduction to programming.

13


14




Massimo Banzi – Getting Started with Arduino

15

Software



Firefox, uitgebreid met Firebug



Sublime Tekst 2 of een andere editor

 Arduino IDE Studenten krijgen een Arduino-computertje uitgeleend van school, met Dangershield, bekabeling en wat extra sensoren/actuatoren.  Screencasts  Huiswerkbesprekingen  Workshops  Live coding demo’s

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

Zie hierboven

19

Les- / Contacturen

VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u.

20

Onderwijsperiode


21


32

Beschrijving OWE Multimedia Platforms Titel OWE

Multimedia Platforms ( I-M-S4D 2)

1

Opleiding

n.v.t.

2

Doelgroep


3


Ontwikkel interactieve multimedia software naar eigen concept en ontwerp, met behulp van een nieuw multimediaplatform.

4

Centrale beroepstaak

Nvt

5

(Beroeps)Producten

Werkend prototype van de software + een mieterse poster waarin het resultaat en het proces gepresenteerd worden.

6



7


8


9


Hier gaat het om het verkennen van multimedia-technologieen en de ingebouwde programmeertalen. Studenten maken, in een serie ‘etalagebijeenkomsten’, kennis met een 6-tal verschillende multimedia technologieën. De intentie is om die etalagebijeenkomsten te laten uitvoeren door gastdocenten in de beroepspraktijk. Ieder van deze multimedia-platforms kan door studenten gekozen worden om daarin een klein project met een collega te ondernemen. Studenten zijn vrij om hun eigen ideeen/ontwerpen aan te dragen voor deze projecten. Voor deze projecten gelden globale criteria, en een docent beoordeelt of het projectvoorstel daaraan voldoet. De docent is in staat om projectteams zowel inhoudelijk als procesmatig te begeleiden. Een focus ligt op het zelf sturen en monitoren van het leerproces. Etalagebijeenkomsten zijn (gast)colleges waarin de technologie wordt toegelicht en gedemonstreerd. Daarop volgend is er een klein project waarin studenten begeleid worden door een docent die zowel procesbegeleider, als inhoudelijk adviseur is. Begeleiding loopt via wekelijkse bijeenkomsten, en via internet (m.n. Twitter). De cursus sluit af met presentaties van studenten.

10

Competenties

Analyseren en Onderzoeken, Ontwerpen, Realiseren en Zelfsturing/Reflectie

11


geen (zie boven).

Indicatorid


Toelichting

Analyseren en Onderzoeken niveau 2 Ana2.1

Onderzoek nieuwe programmeertechnologie met het oog op toepassing voor interactieve media. Ontwerpen niveau 2

Ont2.1

Ont2.2

Ontwerp, op basis van een opdracht analyse en een selectie van technologische bouwstenen, de interne structuur van een interactieve applicaties

Ontwerp een applicatie-concept dat past binnen gegeven technische en pragmatische randvoorwaarden.

Realiseren niveau 2

 Rea2.1

Realiseer de scripts die nodig zijn om (voor zover relevant voor het ontwerp o user-interface events af te handelen o spelregels/applicatie-logica te executeren o te interfacen naar andere componenten van de applicatie (database, webserver, sensoren etc)

Dit gaat over het vermogen om je ontwerp te kunnen aanpassen aan wat technisch mogelijk is met de kennis en vaardigheden die je zelf hebt.

Rea2.2

realiseer de datastructuren die nodig of handig zijn voor de applicatie in termen van array’s, objecten en/of XML. Communiceren niveau 2 Je verzorgt een correcte, aansprekende en informatieve presentatie over de gemaakte software aan direct geïnteresseerden. Samenwerken niveau 2 Je levert een actieve bijdrage aan het samenwerkingsproces in de groep. Planmatig werken niveau 2 Je levert een actieve bijdrage aan de groepsplanning, uitvoering en evaluatie.

12

Tentaminering


Dem Pres Demo en presentatie

MPos Mieterse Poster

Toetsvorm Programmeeropdracht + presentatie A3 poster Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling Cijfer Vink Minimaal resultaat 5,5 behaald Weging 1 0 Periode afname Zie toetsschema Zie toetsschema Compensatie Nvt Nvt Studenten maken zelf een overzicht van beschikbare literatuur over het gekozen multimedia-platform. In overleg met de docent kiezen zijn 1 of 2 van die boeken als leidraad voor hun project.

13


14


15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

zie hierboven

19

Les- / Contacturen

VT geprogrammeerde contact tijd 3*3*9= 81u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 129u

20

Onderwijsperiode


21


32

De aangeboden platforms zijn (op Flash/Actionscript na) gratis te downloaden. Sommige teams kiezen ervoor om dieper in te gaan op vormen van hardware-aansturing. Voor deze teams proberen we meestal wat hulp vanuit school te regelen in termen van electronica of toegang tot gereedschappen en apparatuur.  (Gast)colleges  Projectonderwijs

Beschrijving OWE Exploreren en Experimenteren Titel OWE

Exploreren en Experimenteren ( I-M-S4D P)

1

Opleiding

n.v.t.

2

Doelgroep

3


Ontwikkel interactieve multimedia software naar eigen concept en ontwerp, met behulp van een nieuw multimediaplatform. Ontwikkel een workshop over dat platform voor anderen, en voer die workshop uit.

5

(Beroeps)Producten

Software prototype


Workshop 6



7



8 9


10

Competenties

11


geen (zie boven). Studenten formeren teams van 5 of 6 waarin ze een concept voor een interactief object ontwikkelen en prototypen in een, voor hen, nieuwe programmeertaal. De begeleiding zet zwaar in op 2 proces-aspecten: het onderzoeks- en leerproces (waarvoor in MP al een voorzet is gegeven) om die nieuwe technologie te kunnen gebruiken, en het iteratieve ontwerpproces waarin nieuw ontdekte mogelijkheden en beperkingen van de technologie verwerkt worden in verfijningen van het ontwerp/concept. Studenten kiezen platforms die ook voor de docent nieuw zijn, waardoor de docent enerzijds vooral die procebegeleider wordt, en anderzijds een voortdurende ‘klant’ van onderzoeksresultaten. De teams leveren twee beroepsprodukten op: een interactief prototype, en een workshop voor collega studenten. Alle studententeams werken met andere technologie zodat alle workshops en onderzoeksrapporten interessant zijn voor alle andere studenten. Ook in dit stuk projectonderwijs zijn studenten vrij om eigen opdrachten aan te dragen, of zelfs voor externe opdrachtgevers te gaan werken. Werkvorm is projectonderwijs. Begeleiding is vergelijkbaar met die van het project-deel van MP. Ook hier sluit het project af met presentaties van studenten in de vorm van een workshop (3 uur) die ze geven aan hun klasgenoten en docenten. Analyseren & Onderzoeken, Ontwerpen, Realiseren en Zelfsturing/Reflectie Indicatorid


Ana2.1

onderzoek nieuwe programmeertechnologie met het oog op toepassing voor interactieve media en overdracht van kennis naar collega’s Ontwerpen niveau 2

Ontw2.1

Ontwerp een applicatie-concept dat past binnen gegeven technische en pragmatische randvoorwaarden.

ontw2.2

Ontwerp, op basis van een zelfgekozen applicatieconcept en een selectie van technologische bouwstenen, de interne structuur van een interactieve applicatie. Realiseren niveau 2 Realiseer de scripts die, voor zover relevant voor het concept en het platform, nodig zijn om:  user-interface events af te handelen  spelregels/applicatie-logica te executeren te interfacen naar andere componenten van de applicatie (database, webserver, sensoren etc) Realiseer de datastructuren die nodig of handig zijn voor de applicatie in termen van array’s, objecten en/of XML. Spoor fouten en bugs in de scripts op met behulp van debugging-tools (waaronder printen naar een console).

Communiceren niveau 2 Com2.1

Je verzorgt een correcte, aansprekende en uitgebreide workshop over de gebruikte programmeertechnologie aan direct geïnteresseerden. Samenwerken niveau 2

Sam2.1

Je levert een actieve bijdrage aan het samenwerkingsproces in de groep.

Pla2.1


Planmatig werken niveau 2

12

Tentaminering Code deeltentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

SW Prot Software Prototype Programmeeropdracht 1 Cijfer 5,5 5 Zie toetsschema Nvt

Ws Workshop Workshop 1 Cijfer 5,5 5 Zie toetsschema Nvt

Code deeltentamen LV MPost Deeltentamen Leerverslag Mieterse Poster Toetsvorm Verslag A3 poster Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling Vink Vink Minimaal resultaat behaald behaald Weging 0 0 Periode afname Zie toetsschema Zie toetsschema Compensatie Nvt Nvt Studenten maken zelf een overzicht van beschikbare literatuur over het gekozen multimedia-platform. In overleg met de docent kiezen zijn 1 of 2 van die boeken als leidraad voor hun project.

13


14


-

15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

VirtualBox wordt gebruikt om in de workshops programmeerplatformen te kunnen ditribueren onder de deelnemers. Sommige teams kiezen ervoor om dieper in te gaan op vormen van hardware-aansturing. Voor deze teams proberen we meestal wat hulp vanuit school te regelen in termen van electronica of toegang tot gereedschappen en apparatuur.  Periodiek overleg met begeleider  Workshops  Zelfstandig software prototypes bouwen en toegepast onderzoek doen  Projectwerk  Workshops VT geprogrammeerde contact tijd 40 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u

20

Onderwijsperiode


21


32

Webtechnologie (WT) Verdiepende Minor Centrale beroepstaak

Develop a scalable and secure server side Web Application Web Infrastructures

Web Applications



Netwerken en protocollen (HTTP)



Websecurity (OWASP, Cryptografie)



Loadbalancing strategies



Patterns & Practices (Provider Model, MVC)



Multi-theaded & asynchronous programming



Data access, authentication & authorization



.Net Framework, C#



Performance testing



Testing & simulating Onderzoeksproject

In een kleine groep onderzoekt de student een onderwerp binnen het thema van WT en gebruikt hierbij onderzoeksmethoden en – gereedschappen. Er wordt gewerkt aan een onderzoeksrapport en de opgedane kennis wordt gedeeld in de vorm van een seminar waarbij een presentatie gedaan wordt. Individueel schrijft de student een essay waarbij de onderzoeksvraag in de context van zijn eigen bedrijfservaring wordt geplaatst.

2

Onderzoeksproject

2

2

2

2

Reflectie

2

Zelfsturing &

2

Samenwerken

Web Applications

Werken

2

Planmatig

2

Communiceren

Realiseren

2

Beheren

Ontwerpen

Web Infrastructures

Evalueren

Adviseren

Onderzoeken

Analyseren &

Competentiematrix

2

Algemene Omschrijving Met de opkomst van het Internet en intranet hebben netwerken die servers verbinden met computers van medewerkers, klanten of aanbieders een kritieke rol gekregen. Het is voor het netwerk niet langer acceptabel om down te gaan of een slechte performance te bieden, omdat het daarmee in de Internet economie een bedrijf kan lamleggen. Recente voorbeelden die het nieuws gehaald hebben zijn bijvoorbeeld het Sony Playstation Network (PSN, april 2011) dat down ging vanwege een hack en het Blackberry netwerk dat down ging na het falen van een core-switch en de failover het verkeer niet overnam (Research in Motion, oktober 2011). Hierdoor konden Blackberry gebruikers in Europa, Afrika, het Midden-Oosten, India, Zuid-Amerika evenals de Verenigde Staten en Canada geen emails en instant messages sturen gedurende 3 dagen. Om een hedendaagse website, bijvoorbeeld voor e-commerce, op te zetten zal er gekeken moeten worden naar diverse componenten: switches, firewalls, webservers en database servers. Het gebruik van servers voor verschillende toepassingen heeft geleid tot datacentra vol met serverclusters. Dit soort applicaties schaalbaar, onderhoudbaar en bereikbaar houden is bijzonder complex en zorgt waarschijnlijk voor enige uitdagingen. Loadbalancers blijken een krachtig wapen om veel van deze problematieken op te lossen.

Beschrijving OWE WI (Web Infrastructures) Titel OWE

Web Infrastructures ( I-M-WT 1)

1

Opleiding

WI is een course van WT. WT is een verdiepende minor voor deeltijd I en/of CMD-I studenten.

2

Doelgroep

Hoofdfasestudenten met een afstudeerprofiel I of CMD-I

3

Beroepstaak

Design and Build a Load Balancer

5

(Beroeps)Producten

HTTP Proxy, HTTP Load balancer

6



7

Hoofdfasesemesters: DDOA, CODA, DIS, CRIA, MPNA

8


9


In de course Web Infrastructures leer je bijvoorbeeld hoe requests te verdelen zijn over verschillende servers in een serverfarm, hoe een server te tunen is voor een betere performance, wat caching precies inhoudt en hoe een plotselinge uitval van een server is op te vangen. Daarnaast leer je hoe gegevens te beveiligen zijn met behulp van cryptografische technieken. Naast het leren van theorie doe je in deze course veel praktische ervaring op met verschillende serverinrichtingen. Omdat we natuurlijk niet echt een miljoenenpubliek kunnen creëren, maken we gebruik van stresstest-tools die vele requests per seconde kunnen genereren.

10

Competenties

Ontwerpen en Realiseren & Testen.

11


AANBEVOLEN I-Propedeuse en één of meerdere van bovenstaande hoofdfasesemesters.

Indicatorid


Toelichting

Adviseren niveau 2 De student moet verschillen tussen Adv2.1

loadbalancingstrategiën kunnen uitleggen aan de hand van veiligheid, schaalbaarheid, beschikbaarheid en snelheid. Ontwerpen niveau 2 De student moet keuzes ten aanzien van de

Ont2.1

bouw van een eigen loadbalancer kunnen verklaren en verantwoorden.

De keuzes vallen in het gebied van stateless/stateful,static/dynamic, session persistence en cookie/URL switching.

Realiseren niveau 2 De student moet de specifieke kenmerken van Rea2.1

.NET kennen zoals (un)boxing, garbage collecting, CLR en managed code. De student moet de belangrijkste

Rea2.2

eigenschappen van het HTTP-protocol (zowel 1.0 als 1.1) kunnen uitleggen. De student moet kunnen aangeven welke

Rea2.3

eigenschappen van het HTTP-protocol een rol spelen bij verschillende manieren van load balancing. De student moet kunnen aangeven welke

Rea2.4

factoren een rol spelen bij het testen van webapplicaties en de invloed die deze factoren hebben op de testresultaten.

12

Tentaminering


DemKenVr Demonstratie en kennisvragen rondom beroepsproduct Mondelinge toets 1 Cijfer 5,5 of hoger 5 Zie toetsschema Nvt

13


 Load Balancing Servers, Firewalls and Caches

14


 HTTP Developer handbook

IndAss Individueel Assessment Schriftelijke toets 1 Cijfer 5,5 of hoger 5 Zie toetsschema Nvt

 Professional C# 2008 15

Software

 Visual Studio 2010, C# package  Network sniffer bv WireShark, Fiddler Geen

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode


21


Nvt

 Theorie  Practicum  Gastcolleges Klassikaal les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten), werk-/projectoverleg en reviewsessies. DT geprogrammeerde contact tijd 12 *4 = 48 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh.= 162 u

Beschrijving OWE WA (Web Applications)

Titel OWE

WA (Web Applications) ( I-M-WT 2)

1

Opleiding

WA is een course van WT. WA is een verdiepende minor voor I en/of CMD-I studenten.

2

Doelgroep

Hoofdfasestudenten met een afstudeerprofiel I of CMD-I

3

Beroepstaak

Ontwerpen en bouwen van een veilige transactionele website.

5

(Beroeps)Producten

• Een website voor een normale webbrowser in ASP.NET (verschillende versies bewaren) • Productdocumentatie • Uitwerkingen van practicumopdrachten • Verslagen van reviewsessies 7,5 STUDIEPUNTEN , 210 SBU

8


9


Je leert hoe je met een state-of-the art webapplicatie-framework een grote secure webapplicatie bouwt waarbij je gebruik maakt van de aanwezige componenten en infrastructuur.

10

Competenties

Adviseren, Ontwerpen, Realiseren & Testen.

11


6 7

Hoofdfasesemesters: DDOA, CODA, DIS, CRIA, MPNA AANBEVOLEN I-Propedeuse en een of meerdere van bovenstaande hoofdfasesemesters.

Indicatorid

Indicator omschrijving Adviseren niveau 2

Adv2.1

De student moet advies kunnen geven met betrekking tot performance van een webapplicatie op applicatieniveau en in combinatie met een databaseserver.

Adv2.2

De student kan beveiligingsrisico’s op webapplicatie- en protocolniveau identificeren en daaromtrent een advies geven Ontwerpen niveau 2

Ont2.1

De student moet bij gegeven functionele eisen een ontwerp kunnen maken voor een webapplicatie in ASP.Net

Ont2.2

De student moet keuzes in deze user interfaces en keuzes met betrekking tot beperking van de functionaliteit van de applicatie kunnen verantwoorden. Realiseren & Testen niveau 2

Rea2.1

De student moet aan kunnen geven in welke stappen in ASP.Net een request roundtrip gaat van browser-server-browser.

Rea2.2

De student moet aan de hand van een ontwerp een webapplicatie in ASP.Net kunnen ontwikkelen.

Rea2.3

De student moet een transactionele webapplicatie op applicatieniveau kunnen beschermen tegen aanvallen van hackers.

Rea2.4

De student moet kunnen beoordelen of cryptografische technieken op de juiste wijze worden toegepast in een gegeven applicatie.

Toelichting

12


Tentaminering

Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname en herkansing Compensatie

Dem Demonstratie en kennisvragen rondom beroepsproduct Mondelinge toets 1 Cijfer 5,5 5 Zie toetsschema Nvt

13


14


 

15

Software

 Visual Studio 2010, C# en MVC packages

IndAss Individueel Assessment


ASP.NET MVC Framework Improving .NET Application Performance and Scalability

 SQL Server 2008 (of 2012) Developer Edition  Network sniffer bv WireShark, Fiddler Geen

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode


21


Nvt

 Theorie  Practicum  Gastcolleges Klassikaal les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten), werk-/projectoverleg en reviewsessies. DT geprogrammeerde contact tijd 12 *4 = 48 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh.= 162 u

Beschrijving OWE Onderzoeksproject Titel OWE

Onderzoeksproject ( I-M-WT Pd)

1

Opleiding

De vorm van het onderzoeksproject is identiek voor alle verdiepende minors binnen ICA.

2

Doelgroep

Studenten van de minor WT

3

Beroepstaken

Onderzoek een onderwerp binnen het thema van WT door gebruik te maken van onderzoeksmethoden en – gereedschappen.

5

(Beroeps) Producten

Onderzoeksrapport, Seminar tbv kennisdeling

6

Studiepunten,


Studielast 7

Samenhang


8

Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens

AANBEVOLEN I-Propedeuse

9


In de minor verdiep je je kennis die je eerder tijdens semesters en stage hebt opgedaan. Het bijzondere van het minor onderzoeksproject is dat het in de vorm van een ‘lint’ langs twee courses loopt. Je krijgt dus niet eerst twee courses en dan een project, maar je begint gelijk met het project, en volgt daarnaast steeds een course, verspreid over twee blokken. In de courses ligt de nadruk op een aantal specifieke competenties. In het project ligt de nadruk op de specifieke competentie Onderzoek en op de algemene competenties Communiceren, Samenwerken en Planmatig werken.

10

Competenties

Analyseren & Onderzoeken, Communiceren, Samenwerken, Planmatig werken

11


Indicatorid


Indicatoren / eisen aan de OWE

Ana2.1

Je brengt de situatie in kaart en formuleert de probleemof doelstelling

Ana2.2


Ana2.3


Ana2.4

Je gebruikt analyse- en onderzoeksmethodieken, technieken en -gereedschappen.

Ana2.5


Ana2.6


Ana2.7


Ana2.8

Je rapporteert de resultaten in een onderzoeksrapport conform de gestelde richtlijnen. Communiceren niveau 2

Com2.1

Je levert correcte schriftelijke bijdragen aan het onderzoeksplan en het onderzoeksrapport, conform de opgegeven richtlijnen.

Com2.2

Je verzorgt een correcte, aansprekende en uitgebreide kennisoverdracht (seminar, workshop, cursusdag, etc) van de onderzoeksresultaten aan direct geïnteresseerden Samenwerken niveau 2

Toelichting

Sam2.1


Pla2.1 12

Tentaminering

Je levert een actieve bijdrage aan de groepsplanning, uitvoering en evaluatie. Code deeltentamen Deeltentamen Toetsvorm

TVR pf TVR Portfolio Reflectieverslag


1 Vink behaald 0 Zie toetsschema Nvt

M Kdeling Kennisdeling Presentatie, Workshop, Seminar of Cursus 1 Cijfer 5,5 of hoger 3 Zie toetsschema Nvt


Essay Essay Essay 1 Cijfer 5,5 2 Zie toetsschema Nvt

S Kdeling Onderzoeksrapport Rapport, verslag, blogpost of artikel. 1 Cijfer 5,5 5 Zie toetsschema Nvt

13




Onderzoekshandleiding (digitaal)

14




Buuren, Hans van, Hans Hummel, Jeroen Berkhout, Aad Slootmaker, 2003, Onderzoek. De basis, Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Tweede druk.

15

Software

16

Overig materiaal

17

Activiteiten

18

Werkvormen

19

Les- / Contacturen

20

Onderwijsperiode


21


Nvt

 Periodiek overleg met onderzoeksbegeleider  Workshops senior onderzoeker  Zelfstandig toegepast onderzoek doen  Projectwerk  Workshops DT geprogrammeerde contact tijd 40 u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u

Mobile Application Development (MAD)

I - Minor Centrale beroepstaak

Develop a native mobile app.

Mobile Application Development (MAD-1)

Mobile Application Development (MAD-2)

 iOS



iOS

 Android



Android

 Swift



Locatiebepaling

 Ontwerpen voor Mobiel



Sensoren

 UI



Mobiel Netwerk



Persistentie


2

2

2

Project

2

2

2

2

2

2

Reflectie

2

Zelfsturing &

MAD-2

Samenwerken

2

Werken

2

Planmatig

Communiceren

2

Beheren

2

Evalueren

Realiseren

MAD-1

Adviseren

Ontwerpen

Onderzoeken

Analyseren &

Competentiematrix

2

Algemene Omschrijving In de minor Mobile Application Development van de HAN leer je native applicaties ontwikkelen voor iOS en Android. De minor is opgesplitst in twee courses. In de eerste course leer je de basisprincipes van beide platforms. In de tweede course verdiepen we deze kennis en behandelen we eigenschappen en mogelijkheden van mobiele apparaten. Het onderzoeksproject biedt de gelegenheid om onderzoek te doen naar nieuwe ontwikkelingen op het gebied van mobiel, of een gerelateerd mobiel platform. Dit onderzoeksproject wordt afgesloten met een rapport en een workshop voor je medestudenten.

Beschrijving OWE MAD 1 Titel onderwijseenheid

MAD 1 (I-M-MAD 1)

1. Opleiding

HBO-ICT

2. Doelgroep

Studenten VT Hoofdfase

3.

Beroepstaak

Ontwikkel de user-interface en basis-applicatiestrucuur voor een native app voor mobiele apparaten die iOS of Android als besturingssysteem draaien.

4.

Beroepsproducten

Native mobiele applicaties voor iOS en voor Android. 7,5

5. Studiepunten

6. Samenhang met andere Er wordt voortgebouwd op de semesters DWA en OOSE OWE’s 7. Ingangseisen

N.v.t.

8. Algemene omschrijving

In deze course leer je native applicaties bouwen voor iOS en voor Android. De belangrijkste onderwerpen die in deze cursus aan bod komen zijn:  De ontwikkelomgevingen Xcode (iOS) en Android Developer Tools  De programmeertaal Swift  De opbouw van de platform API’s voor iOS en Android  Bouwen van userinterfaces voor iOS en Android  Applicatie-architectuur voor iOS en Android

9. Competenties

MAD1-1: Ontwerp en realiseer de applicatie-architectuur voor een iOS applicatie. MAD1-2: Realiseer een user-interface voor een iOS applicatie. MAD1-3: Ontwerp de applicatie-architectuur voor een Android applicatie. MAD1-4: Realiseer een user-interface voor een Android applicatie.

10. Beoordelingscriteria Competentie


MAD1-1

 

De applicatie is opgebouwd volgens de geneste MVC-structuur die in iOS wordt aanbevolen. PO_iOS 1, Inz ww De applicatie gebruikt de fundamentele klassen en methoden op een correcte wijze.

MAD1-2



De applicatie voldoet aan de specificaties die door de Stanford-opstellers van de opdracht zijn geformuleerd. De applicatie voldoet aan de kwaliteitseisen die door de Stanford-opstellers van de opdracht zijn geformuleerd.

PO_iOS 1

De applicatie is opgebouwd volgens de Intent-Activity-Backstack structuur die in Android wordt aanbevolen. De applicatie gebruikt de fundamentele klassen en methoden op een correcte wijze.

PO_Android 1, Inz ww

 MAD1-3

 

MAD1-4

 

Tentamen

De applicatie voldoet aan de specificaties die door de Harvard-opstellers van de opdracht PO_Android 1 zijn geformuleerd. De applicatie voldoet aan de kwaliteitseisen die door de Harvard-opstellers van de opdracht zijn geformuleerd.

11. Tentaminering Code tentamen

PO_iOS 1

Deeltentamen Toetsvorm

Realisatie iOS apps 1 Diverse programmeeropdrachten

Aantal examinatoren Beoordeling

1 Individueel cijfer

Minimaal resultaat Weging

5,5 65

Periode afname Compensatie

Zie toetsschema N.v.t.

12. Verplichte literatuur

  

Code tentamen

PO_Android 1


Realisatie Android app 1 Programmeeropdracht


1 Individueel cijfer


5,5 35


Zie toetsschema N.v.t.

Code tentamen

Inz ww


Verantwoording aanpak van opgeleverd werk Git commits


1 Vink


n.v.t. 0


Zie toetsschema. N.v.t.

Developing iOS 8 Apps for iPhone and iPad: https//itunes.apple.com/us/course/developing-ios-7-apps-for/id733644550 The Swift Programming Language https://developer.apple.com/library/ios/documentation/Swift/Conceptual/Swift_Programming_Language Android SDK Essential Training: http://www.lynda.com/Android-tutorials/Android-SDK-Essential-Training/143102-2.html

13. Software

 

14. Overig materiaal

n.v.t.

15. Activiteiten

Verdieping in de werking en de achtergronden van iOS en Android.

16. Werkvormen

Flipped Classroom les, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten).

17. Les-/contacturen


18. Onderwijsperiode


19. Maximum aantal deelnemers

n.v.t.

OS-X (virtuele) machine met XCode Android Studio

Beschrijving OWE MAD 2 Titel onderwijseenheid

MAD2 (I-M-MAD 2)

1. Opleiding

HBO-ICT

2. Doelgroep

Studenten VT Hoofdfase informatica, of technische informatica

3. Beroepstaak

Ontwikkel de user-interface en basis-applicatiestrucuur voor een native app voor mobiele apparaten die iOS of Android als besturingssysteem draaien.

4. Beroepsproducten

Native mobiele applicaties voor iOS en voor Android.

5. Studiepunten

7,5

6. Samenhang met andere Er wordt voortgebouwd op de semesters DWA en OOSE OWE’s 7. Ingangseisen

N.v.t.


In deze course leer je meer aspecten van het bouwen van native applicaties voor iOS en voor Android. De belangrijkste onderwerpen die in deze cursus aan bod komen zijn: • De wijze waarop een iOS app persistentie gebruikt. • De wijze waarop een iOS app sensoren van de telefoon uitleest. • De wijze waarop een iOS app multithreading gebruikt om de UI responsief te houden. • De wijze waarop een Android app z’n applicatie-toestand bewaard als onderdeel van de Activity Lifecycle • De wijze waarop een Android app sensoren van de telefoon uitleest. • De wijze waarop een Andoird app multithreading gebruikt om de UI responsief te houden. • De wijze waarop een Android app via Internet informatie uitwisselt mer servers.

9. Competenties

MAD2-1: Ontwerp een iOS applicatie met geavanceerde features. MAD2-2: Realiseer iOS applicatie met geavanceerde features. MAD2-3: Ontwerp de activity-lifecycle voor een Android applicatie, inclusief persistentie van app-state. MAD2-4: Realiseer een Android applicatie met geavanceerde features.



MAD2-1

 

De applicatie is opgebouwd volgens de geneste MVC structuur die in iOS aanbevolen wordt. PO_iOS 2 De applicatie gebruikt geavanceerde klasses en methoden op een correcte en interessante Inz ww wijze.

MAD2-2



De applicatie voldoet aan de specificaties die door de Stanford opstellers van de opdracht PO_iOS 2 geformuleerd zijn. De applicatie voldoet aan de kwaliteitseisen die door de Stanford opstellers van de opdracht geformuleerd zijn.

 MAD2-3

 

MAD2-4

  

Tentamen

De applicatie reageert correct op veranderingen in de Activity Lifecycle om applicatietoestand op te slaan op de juiste momenten. De applicatie gebruikt de fundamentele klasses en methoden op een correcte wijze.

PO_Android 2 Inz ww

De applicatie implementeert netwerk-communicatie tussen instanties van de app op PO_Android 2 verschillende devices. De applicatie gebruikt op correcte en interessante wijze de GPS-sensor en Location Services. De applicatie gebruikt op correcte en interessante wijze twee van de volgende features van het Android platform: Fragments, Thread, Animatie en/of SQLite.

11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren

PO_iOS 2 Realisatie iOS apps 2 Diverse programmeeropdrachten 1

Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

Individueel cijfer 5,5 65 Zie toetsschema N.v.t.

Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie

PO_Android 2 Realisatie Android app 2 Programmeeropdracht 1 Individueel cijfer 5,5 35 Zie toetsschema N.v.t.

Code tentamen Deeltentamen

Inz ww Verantwoording aanpak van opgeleverd werk Git commits 1 Vink n.v.t. 0 Zie toetsschema N.v.t.

Toetsvorm Aantal examinatoren Beoordeling Minimaal resultaat Weging Periode afname Compensatie 12. Verplichte literatuur

  

Developing iOS 8 Apps for iPhone and iPad: https//itunes.apple.com/us/course/developing-ios-7-apps-for/id733644550 The Swift Programming Language https://developer.apple.com/library/ios/documentation/Swift/Conceptual/Swift_Programming_Language Android SDK Essential Training: http://www.lynda.com/Android-tutorials/Android-SDK-Essential-Training/143102-2.html

13. Software

OS-X (virtuele) machine met XCode Android Studio


n.v.t.

15. Activiteiten

Verdieping in de werking en de achtergronden van iOS en Android.

16. Werkvormen

Flipping the Classroom, begeleid practicum (uitvoering oefeningen en opdrachten).




Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster


n.v.t.

Beschrijving OWE MAD Project Titel onderwijseenheid

MAD project (I-M-MAD Pv)

1. Opleiding

HBO-ICT

2. Doelgroep

Studenten Hoofdfase

3. Beroepstaak

Onderzoek een onderwerp binnen het thema van de minor Mobile Application Development door gebruik te maken van onderzoeksmethoden en –gereedschappen.

4. Beroepsproducten

Schriftelijke kennisdeling (rapport, publicatie, blog, etc.), mondelinge kennisdeling (seminar, cursus, workshop, presentatie)

5. Studiepunten

15

6. Samenhang met andere N.v.t. OWE’s 7. Ingangseisen

N.v.t.


In de minor verdiep je je kennis die je eerder tijdens semesters en stage hebt opgedaan. Het bijzondere van het onderzoeksproject is dat het in de vorm van een ‘lint’ langs twee courses loopt. Je krijgt dus niet eerst twee courses en dan een project, maar je begint gelijk met het project, en volgt daarnaast steeds een course, verspreid over twee blokken. In de courses ligt de nadruk op een aantal specifieke competenties. In het project ligt de nadruk op onderzoek.

9. Competenties

MAD-1. De student oriënteert zich op het onderzoeksgebied en mogelijke onderzoekvragen naar aanleiding van een algemeen omschreven klantvraag, of interessegebied. MAD-2. De student ontwerpt in overleg met de opdrachtgever een afgebakend onderzoek op basis van de oriëntatie. MAD-3. De student onderneemt in groepsverband verschillende type onderzoeksactiviteiten die bijdragen aan het verhelderen en/of beantwoorden van een onderzoeksvraag. MAD-4. De student rapporteert de resultaten van een onderzoek op verschillende manieren aan verschillende doelgroepen.



Tentamen

MAD-1

 Bedenkt een grote hoeveelheid aan vragen die gebruikt kunnen worden als input voor het formuleren van een onderzoeksvraag.  Er is een omvangrijke lijst aan bronnen en per bron is helder in hoeverre deze mogelijk relevant is voor het onderzoek.

Brlst

MAD-2

 Er is een duidelijke hoofdvraag die als basis kan dienen voor het onderzoekstraject.  Er zijn meerdere deelvragen die een heldere relatie hebben met de hoofdvraag.  De gekozen onderzoeksrichting is afgestemd met de opdrachtgever.

Brlst Inz ww

MAD-3

 Er is een verscheidenheid aan onderzoeksactiviteiten ontplooit.  Elke onderzoeksactiviteit heeft een duidelijke relatie met een deel van de onderzoeksvraag.

Ondrapp Ws Inzww

MAD-4

    

Ondrapp Ws Inz ww

Het rapport is een goede weerslag van het uitgevoerde onderzoek. Er is een heldere samenhang tussen de verschillende onderdelen van het rapport. Gebruikt heldere criteria bij het afwegen van verschillende mogelijkheden. Het taalgebruik sluit aan bij die van de doelgroep. De workshop biedt naast een overzicht van het onderzoek een ervaring waarin er hands-on kennis wordt overgedragen aan de doelgroep.

11. Tentaminering Code tentamen Deeltentamen Toetsvorm

Brlst Becommentarieerde bronnenlijst Weerslag van de oriëntatie op het onderzoek


1 Groepscijfer 5,5 2 Zie toetsschema N.v.t.


Ond rapp Onderzoeksrapport Schriftelijke rapportage 1 Groepscijfer 5,5 4 Zie toetsschema N.v.t.


Ws Workshop Mondelinge rapportage en begeleiding. 2 Individueel cijfer 5,5 of hoger 4 Zie toetsschema N.v.t.


Inz ww Geef inzicht in je werkwijze Gesprekken met de begeleider 1 Vink Voldoende 0 Zie toetsschema N.v.t.

12. Verplichte literatuur

Literatuur gebruikt bij de courses

13. Software

Software gebruikt bij de courses


Materiaal gebruikt bij de courses

15. Activiteiten

Periodiek overleg met onderzoeksbegeleider

16. Werkvormen

Projectwerk en workshops


VT geprogrammeerde contact tijd 40u geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamh. = 380u


Zie Opleidingsstatuut (deel 1) en lesrooster


n.v.t.

Opleidingsstatuut bacheloropleidingen ICT en CMD, studiejaar

Recommend Documents