Opleidingsstatuut Bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Studiejaar 2015 – 2016
Deel 3
Beschrijving van het onderwijs De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.
1
Inhoudsopgave 1.
2.
Curriculumoverzichten (voltijd en deeltijd) ....................................................................................... 3 1.1
Samenstelling propedeutische fase (voltijd, deeltijd) ............................................................... 3
1.2
Samenstelling postpropedeutische fase (voltijd, deeltijd) ........................................................ 3
Gegevens onderwijseenheden en integrale toets Propedeutische fase .......................................... 5 Integrale Toets ................................................................................................................................... 40
3.
Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase ............................ 41 Integrale Toets ................................................................................................................................... 93
4.
Verkorte programma’s .................................................................................................................... 94
5. Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden ..................... 95 6. Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad ............................................. 116 7. Eindkwalificaties HBO-bachelorgraad ............................................................................................. 117
2
1. Curriculumoverzichten (voltijd en deeltijd) 1.1 Samenstelling propedeutische fase (voltijd, deeltijd) Conform artikel 4.1 lid 1 en artikel 6.1 lid 1 van de OER De propedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 van de OER en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 van de OER de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast. A. Voltijd propedeuse Periode OWE Blok 1 Oriëntatie Technische Bedrijfskunde I Blok 1 Oriëntatie Technische Bedrijfskunde II Blok 2 Logistiek I Blok 2 Logistiek II Blok 3 Kwaliteit, Arbo en Milieu I Blok 3 Kwaliteit, Arbo en Milieu II Blok 4 In- en verkoop I Blok 4 In- en verkoop II B. Deeltijd Propeuse Periode OWE Semester 1 De productiemanager Semester 2 De logistiek manager Semester 1 Stage I en 2
Studielast 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
Studielast 22,5 22,5 15
1.2 Samenstelling postpropedeutische fase (voltijd, deeltijd) Conform artikel 4.1 lid 1 en artikel 6.1 lid 1 van de OER De postpropedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 van de OER en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 van de OER de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast. A. Voltijd hoofdfase Niveau afstudeer bekwaam Periode OWE Semester 1, jaar 1 Stage I Semester 2, jaar 1 ERP Semester 2, jaar 1 Productieinrichting en productontwikkeling Semester 1, jaar 2 Marketing Semester 1, jaar 2 Verandermanagement Semester 2, jaar 2 Stage II Jaar 2 Student Company Semester 1, jaar 3 Minor (keuze) Semester 2, jaar 3 Afstuderen
Studielast 30 15 15 15 15 22,5 7,5 30 30
3
B. Deeltijd Hoofdfase Niveau afstudeer bekwaam Periode OWE Semester 1, jaar 1 De KAM manager Semester 2, jaar 1 De in- en verkoopmanager Semester 1, jaar 2 De strategische en commercieel manager Semester 2, jaar 2 De verandermanager Jaar 1/2 HD-Stage Semester 1 jaar 3 Minor (keuze) Semester 2, jaar 3 Afstuderen
Studielast 22,5 22,5 30 22,5 22,5 30 30
4
2. Gegevens onderwijseenheden en integrale toets Propedeutische fase Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
Oriëntatie Technische Bedrijfskunde I
Code owe/it
TB-V-P1/1
Doelgroep
Studenten voltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Blok 1
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 90 120 210
Geen
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT7 Ondernemen
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Dit blok is een algemene introductie van de studie. De student krijgt een indruk van de verschillende facetten van de technische bedrijfskunde. Daarnaast wordt gewerkt aan eventuele deficiënties van de student op het gebied van taal en rekenen. Een basis wordt gemaakt met bedrijfskundige onderzoeksvaardigheden.
Samenhang
Deze OWE hangt samen met en is geïntegreerd met OWE TB-V-T1 Oriëntatie Technische Bedrijfskunde II. Deze OWE heeft een inleidend en oriënterend karakter (niveau 1) en bereidt voor op de verdere OWE’s van de propedeuse. Tevens dient deze OWE als schakel tussen de vooropleiding en de studie Technische Bedrijfskunde.
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen het uitwisselen van kennis en ervaringen. Onderdeel van deze OWE is een managementgame Onderdeel van deze OWE is een onderzoek bij een bedrijf
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
TB-V-P1-MGM Management Game
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
Beroepsproduct
1
5,5
2
5
TB-V-P1-TBK
Inleiding Technische Bedrijfskunde
Casustoets
2
5,5
1
TB-V-P1-Pr
Procesevaluatie
Procestoets
-
Voldaan
1
Compensatiemogelijkheden
Portfolio
Geen
Tentamenmoment Reguliere kans eind blok 1, herkansing gedurende blok 2 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Thuis, P. e. (2011). Bedrijfskunde integraal. Noordhoff Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK BT7
Als ondernemer een onderneming kunnen verbeteren, vernieuwen en ontwikkelen
Toetscode
Indicatoren Competentie Kent de basisbegrippen uit de strategie (bijvoorbeeld C1 aan de hand van onderscheidende competenties, tactiek, strategie, Porter en Treacy en Wiersema typologieën). Kent de basisbegrippen uit de marketing (o.a. 4p’s, C1 klantwaarde, SWOT). Kan op basisniveau aangeven wat voorraadbeheer, loC1 gistieke stromen en de positie van het KOOP betekent voor een bedrijf. TB-V-P1-TBK Kan aangeven wat de PDCA cyclus is en herkennen in C1 Introductie bedrijfskunde een bedrijf. Kan aangeven wat het belang van inkoop is voor een beC1 drijf. Kan de kraljic matrix op hoofdlijnen uitleggen. C1 Kan op basisniveau aangeven hoe een organisatie tot C1 een strategie komt en kan op basisniveau aangeven wat de invloed is op de organisatie. Kan bedrijfsniveaus en acties onderscheiden op basisniC1 veau in: operationeel, tactisch en strategisch. Kan het verschil tussen de huidige en gewenste situatie C2 benoemen. Kan in een eenvoudig probleem oorzaak en gevolg relaC2 ties herkennen en daarmee een model van de werkelijkTB-V-P1-Pr Procestoets (incl. onder- heid opstellen van onafhankelijke en afhankelijke variabele: eerste vorm van probleemkluwen. Kan hieruit het zoeksvaardigheden) kernprobleem benoemen Neemt actief deel aan het groepsproces. C8b Toont empatisch vermogen binnen de groep. C8b
6
TB-V-P1-MGM Managementgame
Draagt verantwoordelijkheid binnen de groep voor het resultaat. Kent de rollen binnen het groepsproces. Communiceert over eigen voortgang en bespreekt dit in het projectteam. Kan met een groep resultaat bereiken. Communiceert over de resultaten met de opdrachtgever en stakeholders. Is in staat om voor een eenvoudige casus een ondernemingsplan opstellen (investering en financiering).
C8b C8b C8b C8b C8b C1
7
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
Oriëntatie Technische Bedrijfskunde II
Code owe/it
TB-V-T1/1
Doelgroep
Studenten voltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Blok 1
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
Aantal klokuren 90 120
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
210
Geen
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT7 Ondernemen
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Dit blok is een algemene introductie van de studie. De student krijgt een indruk van de verschillende facetten van de technische bedrijfskunde. Daarnaast worden eventuele deficiënties van de student getoetst en verholpen op het gebied van taal en rekenen.
Samenhang
Deze OWE dient als ondersteuning bij OWE TB-V-P1 Oriëntatie Technische Bedrijfskunde I. In deze OWE worden basiskennis en vaardigheden bijgebracht (niveau 1) en geoefend in samenhang met de beroepstaak uit OWE TB-V-P1 Oriëntatie Technische Bedrijfskunde I. Beide OWE’s lopen parallel gedurende een blok van 8 lesweken.
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen het uitwisselen van kennis en ervaringen.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren
Hulpmiddelen
TB-V-T1-CVN
Basis Communica- Beroepsproduct tieve Vaardigheden Nederlands
1
5,5
1
TB-V-T1-BEC
Bedrijfseconomie: Inleiding
Kennistoets
1
5
1
Rekenmachine, Portfolio
TB-V-T1-BKR
Bedrijfskundig rekenen
Kennistoets
1
5
1
Geen
8
TB-V-T1-BKRP Bedrijfskundig rekenen practicum
Kennistoets
1
5
1
TB-V-T1-BEO
Bedrijfsorganisatie Kennistoets
1
5
1
TB-V-T1-SLB
Studieloopbaanbegeleiding
Procestoets
-
Voldaan
1
TB-V-T1CVN0T
Entreetoets Taal
Kennistoets
-
Voldaan
1
TB-V-T1CVN0S
Entreetoets Spelling
Kennistoets
-
Voldaan
1
TB-V-T1-CVE
Communicatieve Vaardigheden Engels: Grammatica
Kennistoets
1
5
1
Compensatie-mogelijkheden
Excel
Compensatiemogelijkheden: Het is toegestaan voor een of meerdere toetsen minimaal een 5 te halen, m.u.v. CVN. De OWE dient gemiddeld minimaal met een 5,5 of hoger te worden afgesloten
Tentamenmoment Reguliere kans eind blok 1, herkansingen gedurende blok 2 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Berge, L. t. (2013). Inleiding Organisatiekunde. Bussum: Couthino. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Noordhoff Uitgevers. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie Opgaven. Noordhoff Uitgevers. Duckworth, M. (2003). Business Grammar and Practice. Oxford University Press. Douwes, D. e. (2014). Basisvaardigheden Wiskunde. Noordhoff Uitgevers. Oversluizen, G. (2012). Opgaven Bedrijfskundig Rekenen (reader). HAN.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK BT7
Als ondernemer een onderneming kunnen verbeteren, vernieuwen en ontwikkelen
Toetscode
Indicatoren Kan de inkomsten/uitgaven opbrengsten en kosten van een bedrijf toelichten. Kan de methode van direct costing toepassen/Break-evenanalyse/Standaardkostprijs/Indirectekostencalculaties. Kan voor een eenvoudige situatie een financiële ratioanalyse uitvoeren. Kan verschillende aspecten van een organisatie in samenhang benoemen, gebruik makend van het 7 S model. Kent de onderdelen van het 7 S model in samenhang en kan een bedrijf beschrijven in termen van de verwachte kennis met gebruikmaking van het 7 S model. Herkent de samenhang of gebrek aan samenhang tussen de aspecten van het 7 S model (Strategie, structuur, systemen, skills, staff, style en shared values) in een organisatie.
TB-V-T1-BEC Bedrijfseconomie: Inleiding
TB-V-T1-BEO Bedrijfsorganisatie
Competentie C1 C1 C2 C1 C2
C2
9
TB-V-T1-BKR Bedrijfskundig rekenen: Aansluiting vooropleiding
TB-V-T1-BKRp Excel
TB-V-T1-CVN Communicatieve Vaardigheden Nederlands TB-V-T1-CVN0-S CVN Spelling TB-V-T1-CVN0-T CVN Tekst TB-V-T1-CVE Communicatieve Vaardigheden Engels TB-V-T1-SLB Studieloopbaan begeleiding
Kan de basisbegrippen van systemen uit het 7S model benoemen in een organisatie. Kan de wiskunde uit de vooropleiding toepassen op TBk onderwerpen. Kan de beginselen van een TBk probleem omzetten in een wiskundig model. Kan manipuleren met lineaire en kwadratische vergelijkingen, en met machten en exponenten. Kan rekenkundige en meetkundige rijen toepassen. Kan gebruik maken van verschillende built-in functies van Excel, zoals som(), als() nhw(). Kan verschillende grafiektypes van Excel op de juiste manier gebruiken en opmaken. Kan functietabellen opzetten in Excel, gebruikmakend van de tabelfunctie. Kan een (herbruikbaar) Excel model opzetten, waarbij gebruik gemaakt wordt van een input, een output gedeelte en variabelen. Kan een gevoeligheidsanalyse uitvoeren in Excel, gebruikmakend van scenario’s. Kan in een dialoog effectief communiceren op basisniveau Kan op basisniveau vergaderen Is in staat om te reflecteren op eigen gedrag aan de hand van een aangereikt reflectiemode Past correcte spelling toe.
C5 C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1 C2
C2 C9 C9 C9
C9 Kan eenvoudige structuren in een tekst herkennen en aanbrengen Gebruikt zakelijke, correcte en aantrekkelijke taal in zowel het Nederlands als het Engels. Kan zijn functioneren toelichten en aangeven in welke richting hij zichzelf verder wil ontwikkelen. Is in staat te reflecteren op het eigen gedrag. Kan zelfstandig zijn leerproces sturen (monitoren), zichzelf motiveren en evalueren.
C9 C9
C10 C10 C10
10
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Aantal lesweken is van 8 naar 7 gegaan.
Naam owe/it
Logistiek I
Code owe/it
TB-V-P2
Doelgroep
Studenten Technische Bedrijfskunde propedeuse voltijd
Onderwijsperiode
Tweede periode van het eerste semester van het eerste studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 60 150 210
Ingangseisen Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT1 Productie en Logistiek
Competenties
C1, C4, C8b, C9, C6, C2
Algemene omschrijving
Deze OWE ontwikkelt kennis en vaardigheden op het gebied van de besturing van de productie en de logistiek binnen een productieonderneming op basisniveau. Op het gebied van de bedrijfskundige onderzoeksvaardigheden worden de basisvaardigheden uitgebreid met problemen herkennen, analyseren een oplossing beschrijven.
Samenhang
Deze OWE is geïntegreerd met de OWE TB-V-T2 Productielogistiek. Kennis en vaardigheden uit periode 1 worden ingezet en verder ontwikkeld op het terrein van productielogistiek (niveau 1). De proceskennis van deze OWE wordt gebruikt tijdens de OWE’s TB-V-P3/T3 Kwaliteit, Arbeid en Milieu en TB-V-P4/T4 In- en Verkoop.
Activiteiten en werkvormen
Het volgen van hoorcolleges en werkcolleges. Elke week wordt er op basis van Opdracht Gestuurd Onderwijs een casus behandeld in projectgroepen. Hierbij wordt elke week een logistiek probleem centraal gesteld en door het oplossen/uitwerken hiervan worden kennis en vaardigheden bijgebracht. Ondersteuning vindt plaats door docenten die de tutorbijeenkomsten begeleiden en de hoorcolleges productielogistiek. Het deelnemen aan de planningsgame. Onderdeel van deze OWE is een multidisciplinair project waarbij gewerkt wordt aan een bedrijfsopdracht in de vorm van een projectweek.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging
Grens Assessoren Hulpmiddelen
11
TB-V-P2-CT
Productielogistiek
Casustoets/ Multiple Choice
1
5,5
1
TB-V-P2-BP
Portfolio
Beroepsproduct
-
V
1
TB-V-P2-PR
Procesevaluatie
Procestoets
-
V
1
TB-V-P2-PLG
Planningsgame
Procestoets
-
V
1
TB-V-P2-PW
Projectweek Engineering
Beroepsproduct
-
V
1
Compensatie-mogelijkheden
Portfolio
Geen
Tentamenmoment Eind periode 2, herkansing in periode 3 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Oversluizen, G. H. (sd). Reader Productie en Logistiek. HAN.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK Toetscode TB-V-P2-CT Casustoets Productielogistiek
Indicatoren Competentie Kan beschrijven welke logistieke keuzes je op verschillende C1 niveaus in je bedrijf kunt maken, en welke omgevingsfactoren hierop van invloed zijn. Kan een productstructuur op stellen en deze vereenvoudiC1 gen. Kan op basis van de productstructuur een productiestructuur C1 voorstellen en de hierin te maken keuzen beargumenteren Is bekend met de verschillende voorraadbegrippen en hun C1 toepassingen. Kent verschillende voorraadbeheersingsmethoden beschrijC1 ven en toepassen. Kan de verschillende Klant Order Ontkoppelpunten benoeC1 men en herkennen in een casus. Kan de verschillende productiefilosofieën (Push, Pull, JIT, C1 KANBAN, TOC, DBR) beschrijven, hun voor- en nadelen opsommen, herkennen in een casus en aangeven waar zij toegepast worden. Kan beschrijven hoe de productie en logistiek op strategisch, C1 tactisch en operationeel niveau gepland kan worden om tijdige levering aan de klant te garanderen (MPS, MRP, RCCP). Kan op basaal niveau MPS, MRP en RCCP planning uitvoeren. C1 Kan een logistiek / productieschema lezen, begrijpen, opstelC4 len en aanpassen. Kan productie op basisniveau inrichten volgens de JIT methoC4 diek. 12
TB-V-P2-PR Procestoets
TB-V-P2-BP Portfolio inclusief Onderzoeks- vaardigheden
TB-V-T2-PW Projectweek
Kan productie op basisniveau inrichten volgens de TOC methodiek. Neemt actief deel aan het groepsproces. Toont empatisch vermogen binnen de groep. Draagt verantwoordelijkheid binnen de groep voor het resultaat. Kent de rollen binnen het groepsproces. Communiceert over eigen voortgang en bespreekt dit in het projectteam. Communiceert over de resultaten met de opdrachtgever en stakeholders. Kan de analyse en oplossing van een casus van PGO verwerken in een leerverslag. Kan van een eenvoudig logistiek probleem een probleemkluwen opstellen. Kan met verschillende informatiebronnen een oorzaak van een probleem vaststellen. Weet het juiste model te gebruiken om de relaties tussen het probleem en de oorzaak vast te leggen. In staat zijn een voor het bedrijf oplossingen te genereren, zodanig dat deze voldoen aan het Programma van eisen. In staat zijn projectmatig en methodisch te werken. In staat zijn effectief samen te werken met het bedrijf, het team en de docentbegeleider.
C4 C8b C8b C8b C8b C9 C9 C6 C2 C2 C2 C2 C7 C8b
13
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Aantal lesweken is van 8 naar 7 gegaan.
Naam owe/it
Logistiek 2
Code owe/it
TB-V-T2
Doelgroep
Studenten Technische Bedrijfskunde propedeuse voltijd
Onderwijsperiode
Tweede periode van het eerste semester van het eerste studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 120 90 210
Ingangseisen Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT1 Productie en Logistiek
Competenties
C1, C2, C4, C5, C6, C7, C8b, C9, C10
Algemene omschrijving
Deze OWE ontwikkelt kennis en vaardigheden op het vlak van de besturing van de productie en de logistiek binnen een productie onderneming.
Samenhang
Deze OWE dient als ondersteuning bij OWE TB-V-P2 Productielogistiek. In deze OWE worden basiskennis en vaardigheden bijgebracht en er wordt geoefend in relatie tot de OWE TB-V-P2 Productielogistiek. De rekenkundige, bedrijfseconomische en communicatieve vakken bouwen voort op het fundament dat gelegd is in periode 1.
Activiteiten en werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges, opdracht gestuurd onderwijs, zelfstudie
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging
TB-V-T2-SYS
Systeemkunde
Kennistoets
1
5
1
TB-V-T2-BKR
Besliskunde
Kennistoets
1
5
1
Rekenmachine
TB-V-T2-BEC
Cost accounting
Kennistoets
1
5
1
Rekenmachine, portfolio
TB-V-T2-CVN
Rapporteren
Kennistoets
1
5,5
1
TB-V-T2-CVE Grammatica
Kennistoets
1
5
1
Kennistoets
1
5
1
TB-V-T2-IPT
Mechanica
Grens Assessoren
Hulpmiddelen
Rekenmachine 14
TB-V-T2-IPTP
Practicum
TB-V-T2-INV TB-V-T2-SLB
-
V
1
Informatie- vaar- Vaardigheden digheden
-
V
1
Studieloopbaanbegeleiding
-
V
1
Compensatie-mogelijkheden
Beroepsproduct
Procestoets
Het is toegestaan voor één of meerdere toetsen minimaal een 5 te halen. De OWE dient gemiddeld minimaal met een 5,5 of hoger te worden afgesloten.
Tentamenmoment Eind periode 2, herkansing in periode 3 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Noordhoff Uitgevers. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie Opgaven. Noordhoff Uitgevers. Buijs, A. (2006). Kwantitatieve toepassingen in de bedrijfskunde. Noordhoff Uitgevers. Duckworth, M. (2003). Business Grammar and Practice. Oxford University Press. Elling, R. (2015). Rapportagetechniek. Noordhoff Uitgevers. Sijbesma, D. (2014). Inleiding Techniek. Noordhoff Uitgevers. Veld, J. i. (2011). Analyse van bedrijfsprocessen. Noordhoff Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK Toetscode
Indicatoren Kan een systeemmodel maken van een eenvoudige bedrijfscasus. Kan een systeemmodel gebruiken om een bedrijfscasus te beoordelen en te verbeteren. TB-V-T2-SYS Kan eenvoudige bedrijfsprocessen in een systeemmodel Systeemkunde doorrekenen. Kan een bedrijfsproces inrichten op systeemniveau met besturingslagen. Kan verbeterprocessen herkennen en aangeven in een systeemmodel van een productieproces. Begrijpt de basis van optimaliseren met lineair programmeren en kan deze toepassen (ook in Excel). TB-V-T2-BKR Kan de parameters die een rol spelen bij het bepalen van Bedrijfskundig Rekenen: voorraad kosten benoemen en de kostenfunctie voor voorBesliskunde raad analyseren. Kan basis berekeningen uitvoeren bij het bepalen van vraagvoorspelling. Kent de basis van kostenallocatie en beslissingscalculatie in TB-V-T2-BEC de bedrijfseconomie. Bedrijfseconomie Cost Accounting Kan de methode van Direct Costing toepassen.
Competentie C2 C2 C4 C4 C6 C1 C1
C1 C1 C1
15
Kan de standaard Kostprijs(transactieresultaat verkoop vs. bezettingsresultaat in productie(afdelingen)) van productie berekenen. Kan indirecte kosten in een productie omgeving bepalen met equivalentie methode, opslagmethode en Productie Centra Methode. kent het begrippenkader van rapporteren en van onderzoek doen, begrijpt de overeenkomsten en verschillen kent de onderdelen van een rapport brengt verbanden in een tekst aan past een correcte en gepaste stijl toe schrijft een inhoudelijk en qua opbouw correcte management samenvatting geeft feedback op een tekst op zins- en alineaniveau ontvangt feedback op een eigen tekst en gebruikt deze om de eigen tekst te herschrijven stelt een korte tekst op naar aanleiding van een duidelijke opdracht Kan de Engelse taal correct gebruiken en past correcte spelling toe.
C1
Kan berekeningen maken met uitwendige krachten, momenten en koppels TB-V-T2-IPT Kan sterkteleerberekeningen uitvoeren. Kan berekeningen uitvoeren met wringing en krik.. Is in staat om met meetinstrumenten de exacte afmetingen van een product te bepalen. TB-V-T2-IPTP Is in staat om een stappenvolgorde te maken voor machinaal Practicum Industriële bewerking Productie Techniek Is in staat om veiligheidsaspecten van verspanende werkplaats in acht te nemen Kan in een gesimuleerde omgeving de logistieke en producTB-V-T2-PLG tieprocessen uitvoeren en de problemen hierin herkennen en bijsturen. Kan zijn functioneren toelichten en aangeven in welke richting hij zichzelf verder wil ontwikkelen. TB-V-T2-SLB Studieloopbaan begelei- Is in staat te reflecteren op het eigen gedrag. ding Kan zelfstandig zijn leerproces sturen (monitoren), zichzelf motiveren en evalueren. Voert deskresearch uit van een eenvoudig niveau Is bekend met de diverse vormen van onderzoek om kennis te genereren en kan globaal beschrijven wanneer deze geschikt zijn. TB-V-T2-INV Informatievaardigheden Loopt de onderzoekscyclus door voor een eenvoudige kennisvraag. Gebruikt APA-regels om naar gebruikte literatuur te verwijzen.
C1
TB-V-T2-CVN Rapporteren
TB-V-T2-CVE Communicatieve Vaardigheden Engels
C1
C6 C6 C6 C6
C9
C1 C1 C1 C1
C5
C10 C10 C10 C2 C2
C2 C9
16
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
Kwaliteit, Arbo en Milieu II
Code owe/it
TB-V-P3/1
Doelgroep
Studenten voltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Blok 3
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 60 150 210
Aanbevolen wordt om het eerste semester eerst te volgen.
Ingangseisen
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT3 Kwaliteit, Arbo en Milieu
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Deze OWE ontwikkelt kennis en vaardigheden op het vlak van de beheersing van kwaliteit van een productieorganisatie. Daarnaast worden kennis en vaardigheden ontwikkeld op het gebied van Arbo en milieubeheer. Het denken in processen staat in deze OWE centraal op basisniveau.
Samenhang
Deze OWE hangt samen met en is geïntegreerd met OWE TB-V-T3 Kwaliteit, Arbo en Milieu II. Bij deze OWE wordt voortgebouwd op (proces)kennis van OWE logistiek en de oriëntatie in technische bedrijfskunde (niveau 1). De kennis van processen van deze OWE wordt in OWE inkoop / verkoop gebruikt.
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen het en uitwisselen van kennis en ervaringen.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-V-P3-Ct1
KAM
Casustoets
1
5.5
1
TB-V-P3-Ct2
KAM
Casustoets
1
5.5
1
TB-V-P3-Pr
Procesevaluatie
Procestoets
-
Voldaan
1
Compensatie-mogelijkheden
Geen
Tentamenmoment Reguliere kans einde blok 3, herkansingen gedurende blok 4 17
Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Schildkamp, R. e. (sd). Het opzetten, beoordelen en verbeteren van Kwaliteit-, Arbo- en Milieuzorg (reader). 2012.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK BT3
Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied kwaliteit, arbo en milieu
Toetscode
Indicatoren Competentie Kan normen op het gebied van KAM en MVO managementC1 systemen lezen en interpreteren. Herkent de uitgangspunten die aan de besturingssystemen C1 ten grondslag liggen. Begrijpt de samenhang tussen de elementen uit normen op C1 het gebied KAM en MVO managementsystemen. Weet hoe basisdocumenten (zoals milieuregister, RI&E) geC1 bruikt kunnen worden om een managementsysteem op te zetten. Kan op een gestructureerde wijze aangeven welke elemenC1 ten in een productie omgeving van invloed zijn op de kwaliteit van een product, een proces en een systeem. Kan aangeven welke categorieën kwaliteitskosten er in een C1 organisatie te onderscheiden zijn en wat de relatie is tussen deze categorieën. Kent de 7 kwaliteitzorg tools. C1 TB-V-P3-CT1+CT2 Kan de stakeholders van een probleem definiëren en hun beC2 Casustoets Kwaliteit, lang benoemen. Arbo, Milieu Kan de 7 kwaliteitzorgtools gebruiken om een probleem te C2 analyseren en op te lossen. Kan een audit uitvoeren met als referentiemodel een norm C4 op net gebied van KAM managementsystemen. Stelt specificaties op van een bestaand product, dienst en C4 proces. Definieert voor specificaties meetpunten, normen en toleC4 ranties. Kan processen visualiseren met behulp van stroomschema's. C4 Kan taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen C4 processen definiëren. Kan wettelijke kaders integreren in processen cq. producten. C4 Zet een PDCA cyclus op binnen een proces of een organisaC4 tieonderdeel. Vertaalt zorgsysteemnormen en productnormen in procesC4 sen en bedrijfsactiviteiten.
18
TB-V-P3-PR Procestoets
Neemt actief deel aan het groepsproces. Toont empatisch vermogen binnen de groep. Draagt verantwoordelijkheid binnen de groep voor het resultaat. Kent de rollen binnen het groepsproces. Communiceert over eigen voortgang en bespreekt dit in het projectteam. Kan met een groep resultaat bereiken. Communiceert over de resultaten met de opdrachtgever en stakeholders.
C8b C8b C8b C8b C8b C8b C8b
19
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
Kwaliteit, Arbo en Milieu II
Code owe/it
TB-V-T3/1
Doelgroep
Studenten voltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Blok 3
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 110 100 210
Aanbevolen wordt om eerste semester eerst te volgen.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT3 Kwaliteit, Arbo en Milieu
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Deze OWE ontwikkelt kennis en vaardigheden op het vlak van de beheersing van kwaliteit van een productieorganisatie. Daarnaast worden kennis en vaardigheden ontwikkeld op het gebied van Arbo en milieubeheer. Het denken in processen staat in deze OWE centraal.
Samenhang
Deze OWE dient als ondersteuning bij OWE TB-V-P3 KAM I. In deze OWE worden basiskennis en vaardigheden bijgebracht en geoefend in samenhang met de beroepstaak uit OWE TB-V-P3 KAM I (niveau 1). Beide OWE’s lopen parallel gedurende een blok van 8 lesweken. De rekenkundige, bedrijfseconomische en communicatieve vakken bouwen voort op het fundament gelegd in eerdere OWE’s.
Activiteiten en werkvormen
Colleges, werkcolleges, begeleide opdrachten en zelfstudie.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren
TB-V-T3-CVN
Communicatieve Beroeps-product 1 Vaardigheden en Nederlands: Vaardigheids-toets
5,5
Hulpmiddelen
1
20
Interviewtechnieken en schriftelijk rapporteren (onderzoeksrapport) TB-V-T3-BEC
Financiering
Kennistoets
1
5
1
Portfolio, rekenmachine
TB-V-T3-BKR
Statistiek
Kennistoets
1
5
1
Rekenmachine
TB-V-T3-AMT
Arbo en Milieutechniek
Beroeps-product
1
5
TB-V-T3-IPT
Materiaalkunde
Kennistoets
1
5
Compensatie-mogelijkheden
Rekenmachine
Het is toegestaan voor een of meerdere toetsen minimaal een 5 te halen, m.u.v. CVN. De OWE dient gemiddeld minimaal met een 5,5 of hoger te worden afgesloten.
Tentamenmoment Reguliere kans einde blok 3, herkansingen gedurende blok 4 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Noordhoff Uitgevers. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie Opgaven. Noordhoff Uitgevers. Buijs, A. (2006). Kwantitatieve toepassingen in de bedrijfskunde. Noordhoff Uitgevers. Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken. Noordhoff Uitgevers. Elling, R. (2015). Rapportagetechniek. Noordhoff Uitgevers. Sijbesma, D. (2014). Inleiding Techniek. Noordhoff Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK Toetscode
TB-V-T3-AMT Arbo en Milieutechniek
Indicatoren Kan een model voor een risicoanalyse opstellen. Kan aan de hand van een doelstelling een keuze maken voor een methode van risicoanalyse op het gebied van KAM. Kan aan de hand van de gekozen risicoanalyse methode een onderzoek opzetten, uitvoeren en rapporteren volgens de stappen van de ABP-methode. kent de structuur van een onderzoeksrapport en het begrippenkader heeft kennis van en hanteert de regels van de Nederlandse taal Kan een onderzoeksrapport opstellen na een onderzoek van beperkte omvang, n.a.v. een eenduidige vanuit school gestuurde opdracht Voert deskresearch uit van een eenvoudig niveau t.b.v. een kennisvraagstuk
Competentie C2 C2 C2
C6 C6 C6
C2
21
Houdt interviews van een eenvoudig niveau t.b.v. een kennisvraagstuk Loopt de onderzoekscyclus door voor een eenvoudig onderzoek Kan een ondernemingsplanning opzetten (balansprojectie; V&W rekeningsprojectie; liquiditeitsontwikkeling). TB-V-T3-BEC Bedrijfseconomie: Is in staat om een jaarrekening te analyseren. Financiering Is in staat om een ratio analyse (Rentabiliteit;Solvabiliteit;Liquiditeit en Activiteitsratio's) uit te voeren. Kent de definities en regels van kansrekening en kan deze toepassen. Kan de normaalverdeling gebruiken. Daarbij moeten de 1 σ, 2 σ, 3 σ, 6σ, z-waarde kunnen worden TB-V-T3-BKR berekend en toegepast. Dit geldt ook voor een combinatie Bedrijfskundig rekevan normaalverdelingen. nen Kan een regelkaart opstellen en het begrip processcapability Statistiek deel 1 kennen. Kan processen meetbaar kunnen maken door gebruik van puntengrafiek, histogram, centrum-, spreidings- en vormmaten. metalen : kent spanning rek diagram en kan daar berekeningen mee maken. metalen : kent structuur en onderscheid elastisch - plastisch. TB-V-T3-IPT Materiaalkunde kunststof : kent materiaal structuur en koppeling naar mechanische eigenschappen. kent basis van kunststof productietechnieken. bereidt een interview voor, neemt een interview af en verwerkt de resultaten in een onderzoeksrapport luistert, laat de ander uitpraten, stelt (begrips)vragen en TB-V-T3-CVN: geeft correcte samenvattingen Mondeling en Schrifkan mondelinge informatie aan anderen schriftelijk overdratelijk adviseren gen schakelt indien nodig tussen inhouds- en betrekkingsniveau (procedure-aspect)
C2 C2 C1 C4 C4 C1 C1
C1 C4
C1 C1 C1 C1 C6 C6 C6 C6
22
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
In- en verkoop I
Code owe/it
TB-V-P4 /1
Doelgroep
Studenten voltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Blok 4
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 70 140 210
Aanbevolen wordt om eerste semester eerst te volgen.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT2 Inkoop en verkoop
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Deze OWE ontwikkelt kennis en vaardigheden voor commerciële functies en de inrichting van een inkoop- en een verkooporganisatie worden opgezet en uitgewerkt.
Samenhang
Deze OWE hangt samen met en is geïntegreerd met OWE TB-V-T4 In- en verkoop II. Bij deze OWE wordt voortgebouwd op proceskennis van de eerdere OWE’s. De basis voor marketing en strategie uit de eerste OWE wordt verder uitgebouwd (niveau 1). Binnen deze OWE worden alle facetten van de propedeutische fase geïntegreerd. De onderzoekslijn wordt in deze afgerond op niveau 1. Met de integrale toets worden alle facetten van de propedeutische fase integraal getoetst.
Activiteiten en werkvormen
Het centrale project wordt uitgevoerd door Opdracht Gestuurd Onderwijs. De student krijgt een centrale casus en pakt elke week een deel van het hoofdprobleem aan. Door het oplossen worden kennis en vaardigheden bijgebracht. Dit wordt begeleid door: hoorcolleges, tutorgroepen en zelfstudie.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-V-P4-CT
In- & Verkoop
Casustoets
1
5,5
1
Portfolio
TB-V-P4-Bpn
Portfolio
Beroeps-product
-
Voldaan
1
Geen
23
TB-V-P4-MGM Integrale toets Propedeuse
Portfolio assessment
1
5,5
2
Geen
TB-V-P4-Pr
Procestoets
-
Voldaan
1
Geen
Procesevaluatie
Compensatie-mogelijkheden
Geen
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e en 2e kans periode 4) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Gelderman, K. A. (2013). Professioneel inkopen. In K. A. Gelderman, Professioneel inkopen. Houten: Noordhoff. Rustenburg, G. S. (2012). Salesmanagement. In G. S. Rustenburg, Salesmanagement. Houten: Noordhoff.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK BT2
Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van inkoop en verkoop
Toetscode
Indicatoren Competentie Kan de doelstellingen van de in- en verkoopprocessen formuleC4 ren. Heeft een duidelijke visie op het functioneren van een in- of verC4 koopafdeling als onderdeel van een (productie)bedrijf en een (productie)keten en kan dit omzetten in concrete doelstellingen. Kan een inkoopbeleid opstellen, gebaseerd op de verschillende C4 marktvormen. Kan een inkoopportfolio uitwerken en de leveranciersselectie C4 hierop baseren. Kan op basis van een visie de activiteiten van een in- of verkoopC4 afdeling vormgeven. Kan de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een C4 inkoper opstellen. Kan processen in een in- of verkoopafdeling definiëren, vormgeC4 ven en visualiseren. Kent de fasering in het inkoopproces en kan hier inhoud aan geC11 ven. Kan de zaken benoemen waarover men met leveranciers afspraC11 ken moet maken en kan deze ook maken. Kan van een eenvoudig casusbedrijf de inkoop- en verkoopafdeC2 ling onderzoeken, analyseren en een beargumenteerde SOLL situatie voorstellen volgens de stappen van de ABP-methode. Houdt interviews van een eenvoudig niveau t.b.v. een adviestraject Voert kwantitatief onderzoek uit van eenvoudig niveau t.b.v. een adviestraject Neemt actief deel aan het groepsproces. C8b
TB-V-P4-CT
TB-V-P4-Bp
24
TB-V-P4-PR
TB-V-P4-MGM
Toont empatisch vermogen binnen de groep. Draagt verantwoordelijkheid binnen de groep voor het resultaat. Kent de rollen binnen het groepsproces. Communiceert over eigen voortgang en bespreekt dit in het projectteam. Kan met een groep resultaat bereiken. Communiceert over de resultaten met de opdrachtgever en stakeholders. Kan voor een eenvoudige casus een ondernemingsplan opstellen Kan voor een eenvoudige casus een marketingstrategie opstellen Kan voor een eenvoudige casus een marketingstrategie invoeren en bijsturen op basis van KPI's
C8b C8b C8b C8b C8b C8b C1 C2 C11
25
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Geen wijzigingen
Naam owe/it
In- en verkoop II
Code owe/it
TB-V-T4/1
Doelgroep
Studenten voltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Geef aan in welke periode(s) de OWE of IT is gepland.
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
7,5 Studiepunten 210 SBU
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 120 90 210
Aanbevolen wordt om eerste semester eerst te volgen.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT2 Inkoop en verkoop
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Deze OWE ontwikkelt kennis en vaardigheden voor commerciële functies en de inrichting van een inkoop- en een verkooporganisatie worden uitgewerkt.
Samenhang
Deze OWE dient als ondersteuning bij OWE TB-V-P4 In- en verkoop I. In deze OWE worden op niveau 1 en vaardigheden bijgebracht en geoefend in samenhang met de beroepstaak uit OWE TB-V-P4 In- en verkoop I. Beide OWE’s lopen parallel gedurende een blok van 8 lesweken. De rekenkundige, bedrijfseconomische en communicatieve vakken bouwen voort op het fundament gelegd in eerdere OWE’s
Activiteiten en werkvormen
Activiteiten: uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen het uitwisselen van kennis en ervaringen. Onderdeel van deze OWE is een bedrijfssimulatie. Werkvormen: colleges, werkcolleges, begeleide opdrachten en zelfstudie.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
TB-V-T4-CVN
Communicatieve Vaardigheidstoets Vaardigheden Nederlands: Commerciële Communicatie
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen 1
5,5
1
Geen
26
TB-V-T4-BEC
Management Ac- Kennistoets counting
1
5
1
Portfolio, rekenmachine
TB-V-T4-INF
Management In- Kennistoets formatie
1
5
1
Geen
TB-V-T4-IPTn
Elektrotechniek
Kennistoets
1
5
1
Geen
TB-V-T4-SLB
Studieloopbaanbegeleiding
Procestoets
-
Voldaan
1
Geen
Compensatie-mogelijkheden
Compensatiemogelijkheden: Het is toegestaan voor een of meerdere toetsen minimaal een 5 te halen, m.u.v. CVN. De OWE dient gemiddeld minimaal met een 5,5 of hoger te worden afgesloten.
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e en 2e kans periode 4) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Noordhoff Uitgevers. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie Opgaven. Noordhoff Uitgevers. Elling, R. (2015). Rapportagetechniek. Noordhoff Uitgevers. Sneijders, J. (2013). Ondernemen met informatie. Noordhoff Uitgevers. Storey, N. (2013). Electronics, A Systems Approach. Pearson.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK BT2
Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van inkoop en verkoop
Toetscode
Indicatoren
TB-V-T4-INF Informatiekunde
Kan verschillende typen informatie benoemen en het belang voor de beheersing van bedrijfsprocessen. Kan verschillende kwaliteitsaspecten van informatievoorziening benoemen. Kan bedrijfsprocessen en hun informatievoorziening modelleren middels een gegevensstroomdiagram. Kan op basaal niveau gegevensverzamelingen modelleren. Kan benoemen hoe de digitale economie ingrijpt op de bedrijfsprocessen van een bedrijf. Is in staat om de inkomsten/uitgaven en opbrengsten en kosten van een bedrijf toe te lichten. Kan de methode van direct costing toepassen/Break-evenanalyse/Standaardkostprijs/Indirectekostencalculaties toepassen. Is in staat om concepten van financiële sturing toe te passen (bedrijfsresultaat,; verkoopresultaat en fabricageresultaat uit te splitsen naar bezettingsresultaat, efficiency- en prijsverschillen). kan structuur aanbrengen in een presentatie past effectief documentatiebeheer toe
TB-V-T4-BEC Bedrijfseconomie: Management Accounting
Competentie C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1
C9 C6
27
TB-V-T4-CVN Commerciële communicatie
TB-V-T4-IPT Electrotechniek
TB-V-T4-SLB Studieloopbaan begeleiding
kent de fases van het adviestraject, de opbouw van een intakegesprek, de rollen van de adviseur, de opbouw van een adviesgesprek, de opbouw van een adviespresentatie heeft kennis van en hanteert de regels van de Nederlandse taal hanteert een gepaste stijl kent de opbouw van een adviesrapport schrijft in een groep een adviesrapport kent de principes van het schrijven met een groep Kent de verbanden tussen energie, vermogen, spanning, stroom, lading en mechanica. Kan hier eenvoudige berekeningen mee uitvoeren. Kent verschillende vormen van opslag en transport van elektrische energie. Kan eenvoudige weerstandsberekeningen uitvoeren. Heeft inzicht in inductieverschijnselen. Kent werkingsprincipe en opbouw gangbare elektromotoren. Heeft inzicht in gebruik van meters voor spanning en stroom, shunt en parallelweerstanden voor aanpassen van meetbereik. Kent werkingsprincipe transformator, weet voordelen van transport via hoogspanningsnet, wisselspanning. Bekend met begrip cos(Ф). Weet hoe wisselstromen gelijkgericht of geregeld kunnen worden. Kan zijn functioneren toelichten en aangeven in welke richting hij zichzelf verder wil ontwikkelen. Is in staat te reflecteren op het eigen gedrag. Kan zelfstandig zijn leerproces sturen (monitoren), zichzelf motiveren en evalueren.
C9
C9 C9 C9 C9 C9 C1
C1 C1 C1 C1 C1
C1
C1 C10 C10 C10
28
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
De productiemanager
Code owe/it
TB-D-PM
Doelgroep
Studenten deeltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Semester I
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
Aantal klokuren 112 518
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
630
Geen
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT1 Productie en logistiek
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
De focus in deze OWE ligt op de inrichting en aansturing van de productieprocessen. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan de rol van productiemanagement en het optimaal plannen en organiseren van de productie van concrete producten. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van kennis en ervaring van de studenten en worden opdracht uitgevoerd in de eigen werkomgeving.
Samenhang
Deze OWE heeft een inleidend en oriënterend karakter en bereidt voor op de volgende OWE van de propedeuse (niveau 1). Tevens dient deze OWE als schakel tussen de vooropleiding en de studie Technische Bedrijfskunde.
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen, het uitwisselen van kennis en ervaringen Opdracht gestuurd onderwijs, colleges, instructielessen, kennis en ervaringen uitwisselen
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
TB-D-P1-PC1
Portfolio controle Beroepsproduct -
Voldaan 1
TB-D-P2-PCn
Productie-mana- Portfolio asger sessments
3
5,5
2
TB-D-T1-BEC
Cost Accounting
1
5,5
1
Kennistoets
Weging Grens
Assessoren
Hulpmiddelen
Rekenmachine 29
TB-D-T2-BECn Budgetteren
Kennistoets
1
5,5
TB-D-T1CVNsp
Entreetoets Spel- Kennistoets ling
-
Voldaan 1
TB-D-T1BKR0$
Entreetoets Bedrijfskundig Rekenen
Kennistoets
-
Voldaan 1
TB-D-T1-MV
Managementvaardigheden
Kennistoets
1
5,5
-
Voldaan 1
TB-D-T2-BKRp Bedrijfskundig re- Vaardigheidskenen Practicum toets Compensatie-mogelijkheden
1
Rekenmachine
Rekenmachine
1
Geen
Tentamenmoment T1 tentamens in blok 1 en blok 2, T2 tentamens in blok 2 en blok 3 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Berge, L. t. (2013). Inleiding Organisatiekunde. Bussum: Couthino. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Noordhoff Uitgevers. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie Opgaven. Noordhoff Uitgevers. Douwes, D. e. (2014). Basisvaardigheden Wiskunde. Noordhoff Uitgevers. Elling, R. (2015). Rapportagetechniek. Noordhoff Uitgevers. Oversluizen, G. (2012). Opgaven Bedrijfskundig Rekenen (reader). HAN.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BT1 Vakcode TB-D-T1-BEC
TB-D-P1-PC
Identificeren. beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van logistiek, productiebesturing en productie inrichting Indicatoren Competentie Je kunt de functie en waarde van bedrijfseconomie voor de proC1 ductiemanager toelichten Je kunt het onderscheid tussen vaste en variabele kosten in de C1 productie aangeven. C1 Je kunt het standaard kostprijs concept toepassen. Je kunt de diverse opslag methoden toepassen ter bepaling van C1 kostprijzen. Je kunt de productie centra methode toepassen ter bepaling van C1 kostprijzen. Je hebt basiskennis van rekenen met kosten, liquiditeiten en raC1 tio’s in de bedrijfseconomie. C2 Je kunt een break even analyse uitvoeren. C2 Je kunt de directe kosten van een productielijn in kaart brengen. Je kunt de verschillende keuzes benoemen bij de inrichting van een bedrijf. En kan deze toepassen voor je eigen bedrijf. C1 Je kent het onderscheid tussen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. C1 Je kent het belang van het vastleggen van TBV. C1 30
TB-D-T2-BEC
TB-D-P2-PC
Je kunt de TBV van je eigen rol en van de productiemanager beschrijven. Je kunt de structuur van een bedrijf beschrijven en koppeling met de TBV zoals deze gehanteerd worden. Je kunt toelichten hoe de structuur van een bedrijf zo efficiënt mogelijk kan worden vorm gegeven. Je kunt de strategie van het bedrijf beschrijven. Je ziet het belang in van het expliciet maken van het bestaansrecht van het bedrijf. (waarom doen we het zoals we het doen) Je kunt het begrip waarde toevoeging definiëren. Je moet de waarde toevoeging van het eigen bedrijf en van de afzonderlijke onderdelen van het bedrijf kunnen beschrijven. Je kunt de verschillende vormen van productie binnen een bedrijf onderscheiden en de keuze voor een bepaalde vorm onderbouwen. Je bent in staat een productspecificatie op te stellen in termen van complexiteit en kwaliteit. Je kunt toelichten hoe de structuur van een bedrijf zo efficiënt mogelijk kan worden vorm gegeven. Je kunt de eisen die aan een productiesysteem gesteld worden in kaart brengen, op basis van de doelstellingen van een bedrijf en de productspecificatie. Je kunt de karakteristieken van een productiesysteem in kaart brengen. Je kunt de verschillende typen voorraad benoemen en de reden waarom ze aangehouden worden en hun positie in de keten. Je kent de schematechniek voor logistiek schema's en productie lay-out en kan deze toepassen. Je bent je bewust van jouw manier van studeren. Je bent je bewust van de manier waarop jij je studie aanpakt. Je kunt je studie gestructureerd aanpakken. Je kunt de leerstof gestructureerd doornemen. Je kunt reflecteren op de wijze waarop je uitvoering geeft aan taken en opdrachten. Op basis hiervan kun je nieuwe leerdoelen stellen. Je kunt maak/uitbesteed beslissingen onderbouwen en beslissingscalculaties maken. Je kent de basis van kostenallocatie en beslissingscalculatie in de bedrijfseconomie Je kent de basis van rekenen met en toepassen van vermogen in de bedrijfseconomie. Je kunt investeringsvoorstellen beoordelen. Je kunt verschillenanalyse in de productie maken. Je kunt een elementaire analyse van een jaarrekening uitvoeren Je kunt het instroom, doorstroom en uitstroom van personeel bij bedrijf herkennen. En kan dit koppelen aan de doelstellingen van het bedrijf. Kan bepalen welk opleidingsniveau voor verschillende functies nodig zijn en wat het verschil in aansturing per opleidingsniveau is.
C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1
C1 C1 C2
C4 C4 C4 C4 C10 C10 C10 C10
C10 C1 C1 C1 C2 C2 C2 C1
C1
31
TB-D-T1-CVN0S CVN Spelling TB-D-T1-CVN0T CVN Tekst TB-D-T1-BKR0
Je kunt de oppervlakte aspecten van bedrijfscultuur beschrijven en herkennen. Je kunt een parametergestuurd Excel-model opzetten. Je kunt grafieken in Excel opzetten. Je kunt met Excel verschillende scenario’s doorrekenen. Je kunt het begrip KOOP toelichten. Je kunt de invloed van het KOOP op de orderstroom en de materiaalstroom in een bedrijf weergeven. Je kunt de invloed van de eisen van de markt op het KOOP weergeven. Je kunt de invloed van de mogelijkheden van de leverancier voor het KOOP weergeven. Kan verschillende productiestructuren ((jobshop- flowshop; Lijn functioneel, serie versus enkelstuks) beschrijven met hun vooren nadelen en hun toepassing. Je kent de basis begrippen van onderhoudsmanagement. Je kunt het instroom, doorstroom en uitstroom van personeel bij bedrijf herkennen. En kan dit koppelen aan de doelstellingen van het bedrijf. Kan bepalen welk opleidingsniveau voor verschillende functies nodig zijn en wat het verschil in aansturing per opleidingsniveau is. Je kunt de oppervlakte aspecten van bedrijfscultuur beschrijven en herkennen. Kan een logistiek schema en lay-out lezen, begrijpen en ontwerpen. Je kunt de verschillende typen onderhoud beschrijven en de uitvoering ervan. Je kunt aangeven voor welk type onderhoud je kies in verschillende situaties. Je kent de opzet van een onderhoudsplan en kan hier input aan leveren. Je kunt een logische opzet maken van een rapport. Je kunt het verband leggen tussen inleiding en conclusie Je kunt een inhoudsopgave en een literatuurlijst maken en de juiste ordening toepassen. Je kunt een samenvatting maken die zelfstandig leesbaar is, die beknopt en effectief is. Je kunt de theorie zoals afgelopen weken behandeld integraal toepassen. Je kunt schriftelijk effectief communiceren Past correcte spelling toe.
C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1
C1 C1 C2
C2
C2
C4 C5 C5 C5 C9 C9 C9 C9 C9 C9
C9 Kan eenvoudige structuren in een tekst herkennen en aanbrengen Kan wiskundige bewerkingen uitvoeren op Havo A1,2 nivo
C9 C1
32
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
De logistiek manager
Code owe/it
TB-D-LM
Doelgroep
Studenten deeltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Semester 2
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 112 518 630
Geen
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT1 Productie en logistiek BT4 Integrale bedrijfsbesturing
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Binnen deze OWE maakt de student kennis met de zaken die rond en in de productie logistiek spelen. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan de rol van logistiek management en het inrichten van het logistiek proces.
Samenhang
Deze OWE bouwt voort op de (procesmatige) kennis die tijdens het eerste semester is opgedaan. De kennis van deze OWE wordt gebruikt voor de vraagstukken rond kwaliteit (OWE C) en in- en verkoop (OWE D) (niveau 1).
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen, het uitwisselen van kennis en ervaringen
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
TB-D-P3-PC1
Portfoliocontrole Beroepsproduct
Weging Grens Assessoren -
Voldaan
1
TB-D-P4-PC n1) De logistiek manager
Portfolio assessments (integrale toets)
3
5,5
2
TB-D-T4-MV
Vaardigheidstoets
1
5,5
1
Management vaardigheden
Hulpmiddelen
33
TB-D-T3-BKR
Besliskunde
Kennistoets
1
5,5
1
TB-D-P4-PLG
Planningsgame
Procestoets
-
Voldaan
2
TB-D-T4-Tech Technische opdracht
Portfolio assessment
-
Voldaan
1
Compensatie-mogelijkheden
Rekenmachine
Geen
Tentamenmoment Blok 3 en blok 4 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Buijs, A. (2006). Kwantitatieve toepassingen in de bedrijfskunde. Noordhoff Uitgevers. Oversluizen, G. H. (sd). Reader Productie en Logistiek. HAN. Schoolderman, F. (2008). ERP met Microsoft Dynamics NAV. Brinkman Uitgeverij. Veld, J. i. (2011). Analyse van bedrijfsprocessen. Noordhoff Uitgevers. Visser, H. (2008). Werken met Logistiek, Op weg naar Supply Chain Management. Noordhoff Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria B1
Identificeren. beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van logistiek, productiebesturing en productie inrichting
B4
Het in multidisciplinair verband, in samenwerking met de supply chain, ontwerpen, vernieuwen en ontwikkelen van een integrale bedrijfsbesturing
Toetscode TB-D-T3-BKR
Indicatoren Je kent het begrip Economic Order Quantity en de aannames die hierbij gelden. Je kent het begrip Economic Order Quantity en kan dit toepassen. Je kunt omgaan met uitzonderingen op de bepaling van de EOQ. Je kunt een lineaire vergelijking opstellen en grafisch weergeven. Je kunt een stelsel van lineaire vergelijkingen oplossen. Je begrijpt de basis van optimaliseren met lineair programmeren en kan eenvoudige berekeningen met voorraadsystemen uitvoeren. Je kunt optimalisatie problemen met lineair programmeren grafisch en met Excel oplossen. Je bent je bewust van de effecten en de voor- en nadelen van verbale, non-verbale en schriftelijke communicatie Je kunt een uitnodiging en een agenda opstellen waarbij duidelijk is wat het doel is van de vergadering (het hoe en waarom)
TB-D-P3-PC Portfoliocontrole
Competentie C1 C1 C1 C1 C1 C1
C1 C9 C9
34
TB-D-P3-PC / TB-DP4-PC Portfolio controle
TB-D-T4-MV Communicatieve Vaardigheden Nederlands
TB-D-P4-PC Portfolio Con-trole
Je kunt vormgeven aan de concrete uitwerking van de agenda
C9
Je kent de functies van de notulen en de eisen die eraan gesteld worden. Je kent een aantal mogelijkheden om tot een beslissing te komen. Je houdt rekening met je publiek en het doel van de presentatie Je bent in staat een overtuigende inhoud en een heldere en eenvoudige structuur aan je presentatie te geven Je kunt de hoofdvraag formuleren en het verband leggen tussen inleiding en conclusie Je kent globaal verschillende typen informatiesystemen voor de ondersteuning van het logistieke proces Je kent de begrippen push en pull en kan deze herkennen.
C9
Je hebt kennis van en inzicht in JIT/Kanban.
C1
Je kunt de logistieke grondvorm van een bedrijf in kaart brengen. Je bent in staat om het logistieke besturingssysteem te herkennen. Je kunt een logistiek schema aanpassen van MRP naar JIT.
C2
Je hebt kennis van en inzicht in TOC. Is bekend met de beperkingen en kan een productie globaal volgens deze principes inrichten. Heeft kennis van en inzicht in LEAN. Is bekend met hun beperkingen, en kan een productie globaal volgens deze principes inrichten. Je bent in staat om op basis van een Bill Of Material van een eindproduct de planning van productie en inkoop op te stellen. Je hebt hierbij zicht op de invloed van parameters zoals doorlooptijd, levertijd, seriegrootte en veiligheidsvoorraad. Je weet welke stijlen van toepassing zijn in verschillende situaties en je bent je bewust van je eigen favoriete stijl. Je bent in staat de verschillende leiderschapsrollen, met daaraan gekoppeld de belangrijkste vaardigheden, te herkennen en je bent je bewust van je eigen favoriete rol(len). Je hebt zicht op verschillende soorten macht die mensen hebben Je weet wat systeemkunde is en je kent de basisbegrippen van systeemkunde. Je kunt een eenvoudige systeemkundige regelkring herkennen in de praktijk. Je kunt een systeemkundig probleem herkennen en in systeemkundige termen beschrijven. Je kunt de knelpunten in de huidige situatie in kaart brengen Je kunt de functie van een voorraadbudget toelichten. Je kunt beschrijven hoe je als bedrijf wordt beoordeeld door de klant op je prestaties.
C4
C9 C9 C9 C9 C1 C1
C2 C4
C4
C5
C9 C9
C9 C1 C2 C2 C2 C1 C1
35
TB-D-T4-PLG Planningsgame TB-D-T4-Tech
Je kunt het verschil tussen distributie en productielogistiek onderkennen. Je kent het begrip fysieke distributie. Je kunt voorraad en magazijn analyseren op efficiency. Je kunt het bestelsysteem binnen het eigen bedrijf herkennen en beoordelen op relevantie. Je kunt verandering van het KOOP doorvoeren en de gevolgen voor de organisatie bepalen en optimaliseren. Je kent de verschillende bestelsystemen Je kunt voorraden en voorraadinstellingen in een ERP herkennen. Je kunt het bestelsysteem in het ERP systeem herkennen. Je kunt ontvangsten en leveringen in een ERP systeem terugvinden. Je begrijpt de gevolgen van KOOP- keuze voor de inrichting van het ERP systeem Je kunt de orderverwerking in een ERP systeem uitvoeren en inrichten Kan in een gesimuleerde omgeving de logistieke en productieprocessen uitvoeren en de problemen hierin herkennen en bijsturen. Kan basiskennis mechanica en materiaalkunde benoemen en toepassen op eenvoudig product
C1 C1 C2 C2 C6 C1 C1 C1 C1 C5 C5 C5
C1
36
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Cijfer toekenning i.p.v. ‘voldaan’, uitwerking onderzoeksmethodiek
Naam owe/it
Stage/werkplekleren 1
Code owe/it
TB-D-ST1
Doelgroep
Studenten deeltijd propedeuse Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Eerste studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
15 Studiepunten
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 12 408 420
geen
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
Afhankelijk van de werkomgeving van de student wordt aan de beroepstaken (BT1 t/m BT7) van de opleiding gewerkt
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Door reflectie op de eigen werkzaamheden en de organisatie waar de student in werkzaam is, wordt een onderzoek beschreven aan een handelingsprobleem met betrekking tot een bedrijfsproces.
Samenhang
Deze OWE wordt parallel uitgevoerd tijdens de beide OWE’s van de propedeuse (niveau 1). De verworven theoretische kennis van de propedeuse kan tijdens deze beroepstaak worden getoetst in de praktijk.
Activiteiten en werkvormen
Er wordt zelfstandig onderzoek verricht aan een probleem, waarvan een portfolio wordt opgesteld.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-D-ST1
Stage1
Portfolio met assessment
1
Compensatiemogelijkheden
5,5
2
portfolio
geen
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e en 2e kans semester 2) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria
37
Studiematerialen Verplichte literatuur
Stage handleiding
Nr BT1
Beroepstaak
BT2
Inkoop en verkoop
BT3
Kwaliteit, Arbo en Milieu
BT4
Integrale bedrijfsbesturing
BT5
Marketing
BT6
Policy Deployment
BT7
Ondernemen
Productie en logistiek
Toetscode TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring
Omschrijving Beroepstaken Identificeren. beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van logistiek, productiebesturing en productie inrichting. Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van inkoop en verkoop. Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied kwaliteit, arbo en milieu. Het in multidisciplinair verband, in samenwerking met de supply chain, ontwerpen, vernieuwen en ontwikkelen van een integrale bedrijfsbesturing, Het in multidisciplinair verband ontwikkelen van de strategie van de onderneming en in samenhang hiermee vormgeven aan marketing en innovatie. Het in multidisciplinair verband afstemmen van de bedrijfsprocessen op de veranderende strategie van de onderneming. Als ondernemer een onderneming kunnen verbeteren, vernieuwen en ontwikkelen.
Indicatoren De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage. Dit bepaalt de indicatoren voor competentie C6
Competentie C6
De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage . Dit bepaalt de indicatoren voor deze competentie C5
C5
Kan eigen werk plannen
C7
Kan zelfstandig onderzoek uitvoeren door de benodigde informatie zoeken, verwerken en de relevante projecten in de juiste kwaliteit en binnen de gestelde tijd opleveren Kan reflecteren op de eigen ontwikkeling tijdens de stage
C7
C10
Kan functioneren onder begeleiding
C10
38
TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring TB-D-ST1 Reflectie op werkervaring
Kan eenvoudige bedrijfskundige werkzaamheden uitvoeren
C1
Kan relevante bedrijfskundige inzichten toepassen bij het analyseren en oplossen van eenvoudige problemen.
C2
Kan met verschillende geledingen in het stage bedrijf effectief communiceren in woord en geschrift.
C9
Kan bedrijfskundige aspecten van de opdracht presenteren.
C9
39
Integrale Toets Voltijd OWE In- en verkoop I
Deeltentamen TB-V-P4-MGM
Omschrijving Integrale toets propedeuse
Deeltijd OWE De logistiek manager
Deeltentamen Eindcijfer
Omschrijving
40
3. Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase Conform artikel 6.1 lid 2 van de OER
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Benoeming technische component
Naam owe/it
Stage 1
Code owe/it
TB-V-P5/6 stage 1
Doelgroep
Studenten die de propedeutische fase van de studie Technische Bedrijfskunde hebben afgerond.
Onderwijsperiode
Het eerste semester van het tweede studiejaar.
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
30 studiepunten 840 SBU
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 15 800 815
Minimaal 37,5 studiepunten behaald
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
De student werkt aan beroepstaken (BT1 t/m BT7) van de opleiding.
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Tijdens de propedeutische fase heeft de student op niveau van hoofdfasebekwaam die competenties ontwikkeld die nodig zijn voor het uitvoeren van technisch bedrijfskunde taken. Tijdens deze stage gaat de student de ontwikkelde competenties in de praktijk toepassen en verder ontwikkelen door het uitvoeren van opdrachten en werkzaamheden bij een bedrijf met een technische-component. De ontwikkeling van de student wordt mede ondersteund door de student opgestelde leerdoelen. Hierbij worden tevens bedrijfskundige onderzoeksvaardigheden in de praktijk getraind. Een handelingsprobleem wordt onderzocht en de benodigde informatie verzameld. Hierbij wordt de volledige onderzoekscyclus doorlopen. Tevens worden onderzoeksvaardigheden gevraagd op het gebied van het analyseren van een technisch proces en het beschrijven en verbeteren van onderhoudsmanagement.
Samenhang
In de stage wordt de kennis en vaardigheden die de student in de propedeuse heeft opgedaan, toegepast in de praktijk (niveau 1 of 2).
Activiteiten en werkvormen
Zelfstandig onderzoek in het bedrijf
41
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-V-ST1
Stage 1
Portfolio assessment
4
5,5
2
TB-V-P5/6 TEC
techniekopdracht beroepsproduct 1
5,5
1
TB-V-P5/6 OHD
Systeem-beschrijving
5,5
1
Compensatie-mogelijkheden
beroepsproduct 1
portfolio
Geen
Tentamenmoment Frequentie (deel)tentamens: 2 per jaar(kans 1 in semester 1, kans 2 in blok 2) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Zie stage-handleiding
Toetscode
Indicatoren
TB-V-P5/6-OHD Onderhoud schoolopdracht TB-V-P5/6-TEC Techniek schoolopdracht TB-V-P5/6-ST
Kan over technische en onderhoud gerelateerde onderwerpen schriftelijk rapporteren aan een niet deskundige.
De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage. Dit bepaalt de indicatoren voor competentie C6 TB-V-P5/6-ST De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage. Dit bepaalt de indicatoren voor deze competentie C5 TB-V-P5/6-ST Plan van Aan- Kan eigen werk plannen pak TB-V-P5/6-ST Plan van Aan- Kan zelfstandig onderzoek uitvoeren door de benopak + Portfolio digde informatie zoeken, verwerken en de relevante projecten in de juiste kwaliteit en binnen de gestelde tijd opleveren TB-V-P5/6-ST Portfolio Kan leerdoelen formuleren voor de eigen stage TB-V-P5/6-ST Portfolio kan reflecteren op de eigen ontwikkeling tijdens de stage TB-V-P5/6-ST Portfolio Kan functioneren onder begeleiding TB-V-P5/6-ST Portfolio Kan eenvoudige bedrijfskundige werkzaamheden uitvoeren TB-V-P5/6-ST Portfolio Kan relevante bedrijfskundige inzichten toepassen bij het analyseren en oplossen van eenvoudige problemen.
Competentie C5
C6 C5 C7 C7
C10 C10 C10 C1 C2
42
TB-V-P5/6-ST Portfolio TB-V-P5/6-ST Presentatie
Kan met verschillende geledingen in het stage bedrijf effectief communiceren in woord en geschrift. Kan bedrijfskundige aspecten van de opdracht presenteren.
C9 C9
43
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
Enterprise Resource Planning
Code owe/it
TB-V-PT7/2
Doelgroep
Studenten die de propedeutische fase van de studie Technische Bedrijfskunde hebben afgerond.
Onderwijsperiode
Blok 3
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 120 300 420
37,5 ECTS propedeuse
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT4 Integrale bedrijfsbesturing
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Het doel van dit blok is om door een integrale optimalisering van de bedrijfsprocessen de efficiency te verhogen en hierdoor o.a. kosten te besparen. Dit gebeurt aan de hand van een casus met een ERP systeem. Door het aanpassen van het ERP systeem worden veranderingen in de productieaansturing doorgevoerd en de invloed van de relatie met toeleveranciers en klanten duidelijk gemaakt. Het onderwijs wordt uitgevoerd in de vorm van projectonderwijs. Daarnaast worden de onderzoeksvaardigheden van de student verdiept door het toepassen van een informatie/systeemanalyse methode op het invoeren van een nieuwe technologie en organisatie.
Samenhang
Tijdens de propedeutische fase worden bedrijfskundige basisbeginselen bijgebracht. Binnen deze OWE worden deze basisbeginselen op het gebied van productie en procesbeheersing, informatie- en systeemkunde, in- en verkoop verdiept en uitgebouwd binnen de casuïstiek van het ERP project (niveau 2). De inzichten op het gebied van procesmanagement opgedaan in dit ERP project worden ingezet tijdens het ontwikkelen van een productieontwerp en tijdens de blokken ondernemerschap en verandermanagement / TQM
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen het uitwisselen van kennis en ervaringen. Onderdeel van deze OWE is een bedrijfsonderzoek.
Tentaminering
44
Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Asses- Hulpmiddelen soren
TB-V-P7-CTn
Integrale bedrijfsbesturing
Casustoets
2
5,5
1
TB-V-P7-Bpn
Adviesrapport
Beroepsproduct
2
5,5
2
TB-V-T7-SCM
Supply chain management
Kennistoets
1
5,5
1
TB-V-T7-ERP
ERP practicum
Vaardigheidstoets
1
5,5
1
TB-V-T7-CVN
Communicatieve Kennistoets Vaardigheden Nederlands: overtuigende project-rapportage
1
5,5
1
Compensatie-mogelijkheden
1 A4 aantekeningen (1 kant beschreven, min 10pt lettertype), Rekenmachine (niet programmeerbaar)
Rekenmachine, niet programmeerbaar, portfolio
Geen
Tentamenmoment Blok 3 en blok 4 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Elling, R. (2015). Rapportagetechniek. Noordhoff Uitgevers. Goor, A. e. (2011). Werken met supply chain management. Noordhoff Uitgevers. Oversluizen, G. (sd). ERP Prakticum opdrachten (reader). 2012. Schoolderman, F. (2008). ERP met Microsoft Dynamics NAV. Brinkman Uitgeverij.
45
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria Beroepstaak BT4:
Toetscode TB-V-P7-Bp: Projectproduct: Analyse & Diagnose rapport TB-V-P7-Bp: Projectproduct: Adviesrapport
TB-V-P7-Bp: Projectproduct: Presentatie TB-V-P7-CT Casustoets Integrale bedrijfsbesturing
Het in multidisciplinair verband, in samenwerking met de supply chain, ontwerpen, vernieuwen en ontwikkelen van een integrale bedrijfsbesturing. Indicatoren Competentie Kan materie-, informatie- en geldstroom en mens en machiC2 necapaciteit van bedrijfsprocessen in kaart brengen en ontwerpen. Bepaald op gestructureerde en beargumenteerde wijze oorC2 zaken van gesignaleerde problemen in de huidige situatie. Formuleert vanuit knelpuntenanalyse verschillende alternaC2 tieve verbetervoorstellen. En werkt verbetervoorstellen uit in termen van: organisatie, productie en logistieke inrichting, geautomatiseerde ondersteuning, kosten en baten, en consequenties voor de verschillende stakeholders binnen en buiten het bedrijf. Weegt de alternatieven en de belangen hierbij van de staC2 keholders tegen elkaar af en komt tot een beargumenteerd advies over de te kiezen oplossingsrichting en ontwerpt de SOLL situatie Maakt gap-analyse tussen IST en SOLL situatie en stelt op baC4 sis hiervan een implementatieplan op. Is in staat voor een geschetste bedrijfs/productie situatie een C2 beargumenteerd voorstel te doen voor de manier van besturing (push/pull of combi), de positie van de voorraadpunten en de gehanteerde bestelmethodes. Kan een adviesrapport schrijven dat voor de stakeholders beC6 grijpelijk is en onderbouwd is met onderzoeksresultaten en argumentatie. Presenteert de essentie van het advies op een begrijpelijke C6 manier aan de stakeholders en checkt of het advies goed is overgekomen. Kan een overtuigende presentatie houden. C9 Kan materie-, informatie- en geldstroom en mens en machiC1 necapaciteit van bedrijfsprocessen in kaart brengen en ontwerpen. Kan het standaard/blauwdruk verloop van operationele proC1 cessen in een productiebedrijf verwoorden en procesindicatoren formuleren om deze processen te monitoren. Kent verschillende manieren van voorraadaanvulling en beC1 stellen en kan de keuzes hier tussen beargumenteren. Kan de trends in supply chain benoemen en de gevolgen en C1 mogelijkheden hiervan voor planning en besturing binnen een bedrijf. 46
Kent de keuzes en de argumenten voor distributie benoemen. Is in staat voor een geschetste bedrijfs/productie situatie een beargumenteerd voorstel te doen voor de manier van besturing (push/pull of combi), de positie van de voorraadpunten en de gehanteerde bestelmethodes. TB-V-T7-PMW Formuleert het probleem, bepaalt de stakeholders en scheidt Projectmatig werken hoofd- en bijzaken. Formuleert naar aanleiding van het vastgestelde probleem één of meer onderzoeksvragen. Bepaalt en beargumenteert te gebruiken methodiek en modellen voor het beantwoorden van geformuleerde onderzoeksvragen. Maakt een planning om voortgang te bewaken en bij te sturen. Onderkent en beheert risico’s en rapporteert tijdig indien gevolgen van invloed zijn op het resultaat. Kan rapporteren over voortgang. TB-V-T7-CVN Kan een argumentatie opzetten en analyseren middels een Argumenteren argumentatieboom, kan argumenten ordenen en benoemen. Onderhandelen Maakt een communicatiematrix om effectief te communiceCommunicatiematrix ren met de verschillende stakeholders. Verwerft steun en maakt afspraken binnen het bedrijf en in de keten voor door te voeren wijzigingen. Kan op een effectieve manier onderhandelingen voeren. Is klantgericht en heeft inzicht in de (onuitgesproken) wensen en behoeften van de klant. TB-V-T7-ERP Kan de stamgegevens van een ERP systeem inrichten. Practicum ERP MSKan de verschillende mogelijkheden voor het KOOP en beDynamics NAV stelmethode herkennen en inrichten in een ERP systeem. Kan de orderstroom, goederenstroom en geldstroom in een ERP systeem volgen en uitvoeren. Kan de planning van productie en inkoop in een ERP systeem inrichten en uitvoeren. TB-V-T7-SCM Kent verschillende methoden voor het inrichten en onderSupply Chain Manhouden van een supply chain en hun toepassingen en de agement voor- en nadelen ten opzichte van individuele bedrijfsprocesoptimalisaties. Kent de verschillende eigenschappen van een op vraagprognose bestuurde supply chain (push) en een demand driven supply chain (pull). Kan de meest succesvolle schakel in de keten voor de rol van ketenmanager en ketenregisseur bepalen. Kent de invloeden van supply chain schakels (klanten en leveranciers) op het eigen productieproces en kent de verschillende vormen en niveaus voor ketenintegratie. Heeft kennis van gereedschappen en methodes om invoering en verbetering van ketenintegratie op verschillende niveaus te bewerkstelligen.
C1 C2
C2 C2 C2
C7 C7 C7 C6 C6 C4 C6 C11 C5 C5 C5 C5 C1
C1
C1 C1
C2
47
Herkent op verschillende aspecten het evolutiestadium in de supply chain ontwikkeling van een keten en kan succesvolle verbeteropties bepalen. Kan een methode toepassen om succesbepalende factoren binnen een bedrijf en in de keten te meten en te volgen.
C5
C5
48
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Ja, vervallen items: mondelinge presentatie adviesrapport en onderhandelingen met klant en opdrachtgever Ook is Procesevaluatie omgezet in reflectie.
Naam owe/it
TB-V-PT8 Productontwikkeling en Productie-inrichting
Code owe/it
TB-V-PT8/1
Doelgroep
Studenten voltijd, die de Propedeutische fase van de studie Technische Bedrijfskunde hebben afgerond.
Onderwijsperiode
Eerste jaar Bachelor fase; tweede deel van het tweede semester
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
15 Studiepunten 420 SBU
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 130 290 420
Ingangseisen Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT1: Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van logistiek, productiebesturing en productie inrichting. BT4: Het in multidisciplinair verband ontwikkelen van de strategie van de onderneming en in samenhang hiermee vormgeven aan marketing en innovatie.
Competenties
Zie competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Het doel van dit blok is het verder ontwikkeling van de procesinrichting competentie en wel in de context van innovatie (productontwikkelingsproces) in samenhang met die van productie en de markt. De student maakt nader kennis met de verschillende methodieken voor productontwikkeling om problemen binnen de organisatie in samenhang met de markt te kunnen analyseren en op te lossen. Verder maakt de student ook kennis met de voor- en nadelen van verschillende productiesystemen en leert een productie lay-out ontwerpen De basissystematiek van Integraal Ontwerpen is een rode draad binnen deze OWE.
Samenhang
Tijdens de propedeutische fase worden bedrijfskundige basisbeginselen bijgebracht. Binnen deze OWE worden deze basisbeginselen op het gebied van procesinrichting en logistiek verdiepend toegepast, in de vorm van projectonderwijs, en uitgebouwd in samenhang met technologisch aspecten. Inrichting van de productie en de productontwikkeling (innovatie) wordt later ingezet tijdens de OWE’s ondernemerschap en verandermanagement (niveau 2).
Activiteiten en werkvormen
Activiteiten: Uitvoeren van een projectopdracht, het volgen van colleges en instructielessen, het werken in projectgroepen, het volgen van een practicum (FABLAB). Werkvormen: colleges, werkcolleges, projectopdracht met tutorbegeleiding, practicum en zelfstudie.
49
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-V-P8-Pr
Procesevaluatie
Reflectieverslag
-
Voldaan
1
Geen
TB-V-P8-Bp
Productie-inrichting
Beroeps-product
1
5,5
3
Geen restrictie
TB-V-P8-OWK Ontwerpkunde
Casustoets
1
5,5
1
Portfolio, rekenmachine
TB-V-P8-PINR Productie-inrichting
Casustoets
1
5,5
1
Rekenmachine
TB-V-T8-CVE
Communicatieve Kennistoets Vaardigheden Engels: Business Correspondence
1
5,5
1
Geen
TB-V-T8-CAD
Computer Aided Design
Kennistoets
1
5,5
1
Computer in computerokaal
TB-V-T8-SIM
Simulatie
Beroeps-product
1
5,5
1
Rekenmachine
TB-V-T8OWKp
Praktijk-opdracht Beroeps-product Ontwerpkunde
1
5,5
1
Geen restrictie
Compensatie-mogelijkheden
Geen
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e en 2e kans blok-4) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Delhoofen, P. (2010). Integraal ontwerpen. Noordhoff uitgevers. Ravensbergen, P. (2015). Simulatie in productie en logistiek (reader). HAN.
Software
Solidworks
50
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK BT1
Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van logistiek, productiebesturing en productie inrichting.
Toetscode Indicatoren TB-V-P8-BP: Formuleert het probleem, bepaalt de stakeholProjectproduct aanpak volgens ABP ders en scheidt hoofd- en bijzaken. Formuleert naar aanleiding van het vastgestelde probleem één of meer onderzoeksvragen. Bepaalt en beargumenteert te gebruiken methodiek en modellen voor het beantwoorden van geformuleerde onderzoeksvragen. TB-V-P8-BP: Bepaalt en definieert de benodigde ondersteuProjectproduct: adviesrapport nende diensten Bepaalt de machine- en mens capaciteiten en berekent de benodigde bezetting. Kan een adviesrapport schrijven dat voor de stakeholders begrijpelijk is en onderbouwd is met onderzoeksresultaten en argumentatie. Neemt de mogelijke gevolgen van implementatie mee in het advies. Maakt een financiële onderbouwing voor beslissingen. Is in staat om eisen op te stellen voor de productie-inrichting aan de hand van de aan het product gestelde eisen en de benodigde capaciteit. Bepaalt aan de hand van de benodigde capaciteit de route en intensiteit van de goederenstromen. TB-V-P8-PR Is bereikbaar en aanspreekbaar voor één of Procestoets meer medewerkers. Voelt zich verantwoordelijk voor het eindproduct. Verdeelt taken, rekening houdend met de capaciteiten van één of meer medewerkers. Signaleert het (dis)functioneren van projectleden en maakt dit bespreekbaar. Neemt initiatief bij het bewaken van de voortgang van het project. Weet waar het project zich bevindt in een planning. TB-V-T8-PINR Kan een product ontleden in elementaire onderProductie Inrichting delen en kan aan de hand van de onderdelen eisen formuleren voor de productie-inrichting Kent de verschillende vormen van mogelijke productiestructuren en kan de juiste keuze maken voor een optimale procesinrichting.
Competentie C2 C2 C2
C2 C2 C6
C6 C11 C2
C2
C8a C8a C8a C8a C8a C8a C1
C1
51
Kan een bewerkingsschema opstellen voor de productie van de afzonderlijke producten tot en met het complete product. Kan de goederenstromen binnen productie definiëren en de intensiteit ervan bepalen. Kan de kennis van waardeanalyse toepassen om tot een optimale afweging van alternatieven voor de lay-out te komen. Kan een analyse maken van een assemblageproces en een optimale assemblagevolgorde bepalen en een bewerkingstijd berekenen. Kent de begrippen effectiviteit, efficiency, productiviteit en prestatie en kan deze toepassen. Kent de criteria voor het afwegen van een makeor-buy beslissing en kan deze toepassen. Heeft kennis van de Portermodellen en kan deze toepassen om voor- en nadelen van verschillende productielanden te bepalen (productiekosten, cultuurverschillen). TB-V-T8-PINR: Productie Inrichting Kan modelleringtechnieken gebruiken om vanuit TB-V-P8-BP: Projectproduct Advies- verschillende invalshoeken (goederenstroom, inrapport formatievoorziening, productie inrichting) het productieproces te ontwerpen. Zet een rekenkundig model op om de knelpunten in het productieproces door te rekenen. Formuleert op modelmatige wijze vanuit opgestelde eisen verschillende alternatieve voorstellen. Werkt oplossingsvoorstellen uit in termen van organisatie, productie en logistieke inrichting, geautomatiseerde ondersteuning, kosten en baten en consequenties voor de verschillende stakeholders. Weegt op modelmatige wijze de alternatieven en de belangen hierbij van de stakeholders tegen elkaar af en komt tot een beargumenteerd advies over de te kiezen oplossingsrichting. Ontwerpt het productieproces op modelmatige wijze vanuit verschillende invalshoeken (goederenstroom, informatievoorziening, productie inrichting). Formuleert, op modelmatige wijze, vanuit opgestelde eisen verschillende alternatieve voorstellen. Kan een productie-lay-out ontwerpen en dit in samenhang met de optredende logistieke stromen visualiseren. Werkt oplossingsvoorstellen uit in termen van organisatie, productie en logistieke inrichting, geautomatiseerde ondersteuning, kosten en baten en consequenties voor de verschillende stakeholders.
C1
C1 C1
C1
C1 C1 C1
C2
C2 C2
C2
C2
C4
C4
C4
C4
52
TB-V-T8-SIM Simulatie
BEROEPSTAAK BT5
Toetscode TB-V-P8-BP: Projectproduct aanpak ABP
Weegt op modelmatige wijze de alternatieven en de belangen hierbij van de stakeholders tegen elkaar af en komt tot een beargumenteerd advies over de te kiezen oplossingsrichting. Stelt probleemstelling en doelstelling van simulatiestudie vast Zet model van de huidige situatie op en verantwoordt, verifieert en valideert dit model. Rekent verschillende scenario's door om tot een voorstel van de nieuwe situatie te komen. Verantwoordt de opzet van het simulatie experiment (runlengte en aantal runs) Trekt conclusies op basis van de simulatieresultaten Kan een rapportage opzetten n.a.v. een simulatiestudie Zet een simulatie model op om de knelpunten in het productieproces en alternatieve oplossingen door te rekenen.
C4
C2 C1 C4 C1 C6 C9 C2
Het in multidisciplinair verband ontwikkelen van de strategie van de onderneming en in samenhang hiermee vormgeven aan marketing en innovatie.
Indicatoren Formuleert het probleem, bepaalt de stakeholders en scheidt hoofd- en bijzaken. Formuleert naar aanleiding van het vastgestelde probleem één of meer onderzoeksvragen. Bepaalt en beargumenteert te gebruiken methodiek en modellen voor het beantwoorden van geformuleerde onderzoeksvragen. TB-V-P8-BP: Kan een product ontleden in elementaire onderProjectproduct: Adviesrapport pro- delen en kan klantenwensen vertalen naar project ductfuncties. Kan functies van een product op juiste wijze (abstract) benoemen in programma van eisen (PvE). Kan een adviesrapport schrijven dat voor de stakeholders begrijpelijk is en onderbouwd is met onderzoeksresultaten en argumentatie. Neemt de mogelijke gevolgen van implementatie mee in het advies. Maakt een financiële onderbouwing voor beslissingen. TB-V-P8-OWKp: Presenteert de essentie van het advies op een Projectproduct: Presentatie begrijpelijke manier aan de stakeholders. Checkt of het advies goed is overgekomen en of het de stakeholders tevreden stelt.
Competentie C2 C2 C2
C2
C2 C6
C6 C11 C6 C6
53
TB-V-T8-OWK: Ontwikkelkunde TB-V-T8-OWKp: Practicum Ontwikkelkunde
TB-V-T8-CAD: Computer Aided Design
TB-V-T8-CVE Business Correspondence
Kan een product ontleden in elementaire onderdelen en kan klantenwensen vertalen naar productfuncties. Kan functies van een product op juiste wijze (abstract) benoemen in programma van eisen (PvE). Kan op basis van de functies in het PvE van een product reële specificaties op stellen. Kan alternatieven product varianten genereren en een afgewogen keuze maken en motiveren. Kan realistisch testplan opstellen n.a.v. specificaties. Kan multidisciplinair denken t.a.v. ontwerpen in teamverband. Kan systeemdenken waarbij innovatie aansluit bij bedrijfsdoelen / strategie, organisatie, productgroepen en productfuncties. Kan tools als QFD, Waardeanalyse, FMEA en DFA toepassen op eenvoudig ontwerp en kan de voordelen en aandachtspunten van deze tools beschrijven. Kan creativiteitstechnieken toepassen. Kan de punten die van belang zijn bij duurzaam ontwerpen benoemen en herkennen. Kan alternatieven product varianten genereren en een afgewogen keuze maken en motiveren. Komt tot "redelijk" haalbaar ontwerp en kan hiervan een model maken. Kan realistisch testplan opstellen n.a.v. specificaties. Kan tools als QFD, Waardeanalyse, FMEA en DFA toepassen op eenvoudig ontwerp en kan de voordelen en aandachtspunten van deze tools beschrijven. Kan creativiteitstechnieken toepassen. Formuleert, op modelmatige wijze, vanuit opgestelde eisen verschillende alternatieve voorstellen. en kiest een oplossingsrichting. Komt tot "redelijk" haalbaar ontwerp en kan hiervan een model maken. Kan een ontwerp vastleggen in een realistische tekening. Kan een ontwerptekening lezen en randvoorwaarden uit de tekening lezen. Kan in het Engels verschillende soorten zakelijke brieven correct schrijven. Heeft kennis van de daarvoor noodzakelijk grammaticale aspecten en kan deze ook toepassen. Is op de hoogte van het juiste vocabulaire en kan het ook gebruiken.
C1
C1 C1 C1 C1 C1 C1
C1
C1 C1 C2 C2 C2 C2
C2 C2
C1 C1 C1 C1
54
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Marketing boek gewijzigd van Alsem naar Gelderman.
Naam owe/it
Ondernemerschap / Entrepreneurship
Code owe/it
TB-V-PT9
Doelgroep
Studenten hoofdfase Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Periode 1 (Blok 9)
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
Ingangseisen
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 120 300 420
In het bezit van propedeuse TBK. Minimaal 90 studiepunten behaald. Aanwezigheidsplicht van minimaal 80%.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT5 Marketing
Competenties
C1, C2, C6, C11
Algemene omschrijving
In dit blok leert de student denken als een ondernemer. Centraal hierin staat marketing tactiek en strategie.
Samenhang
Kennis en vaardigheden van in- en verkoopmanagement uit het propedeutisch jaar wordt actief en verdiepend toegepast. Deze OWE is verbonden met de OWE Student Company. Een aantal vaardigheden worden in de Student Company uitgevoerd. Interne analyse en bedrijfsstrategie worden verder verdiept in OWE Veranderingsmanagement & TQM. (niveau 2)
Activiteiten en werkvormen
De studenten werken in groepen aan opdrachten. De opdrachten zijn gericht op het verkrijgen van kennis, inzicht en toepassingsvaardigheden. Ondersteuning vindt plaats in de vorm van hoorcolleges, begeleide tutorbijeenkomsten en zelfstudie. Ondersteunende vakken worden uitgevoerd dmv. colleges, werkcolleges, opdrachten en zelfstudie.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-V-P9-MK
Marketing kennistoets
Kennistoets (meerkeuze)
1
5,5
1
TB-V-P9-CT
Marketing
Casustoets
1
5,5
1
55
TB-V-P9-PT
Procesevaluatie
-
Volda 2 an
TB-V-T9-CVN
Communicatieve VaardighedenVaardigheden toets Nederlands: Presenteren
1
5,5
1
TB-V-T9-BKR
Statistiek
1
5,5
1
TB-V-T9-CVE
Communicatieve VaardighedenVaardigheden toets Engels: Cross Cultural Communication
1
5,5
1
1
5,5
1
TB-V-T9-MTH Methoden & Technieken van onderzoek
Compensatie-mogelijkheden
Procestoets
Kennistoets
Kennistoets
Geen.
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e kans periode-1 en 2e kans periode-2) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken. Noordhoff Uitgevers. Fischers, T. e. (2014). Onderzoek doen! Noordhoff Uitgevers. Gelderman, K. (2013). Business Marketing. Noordhoff Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK
Toetscode
Indicatoren
TB-V-P9-PT: Procestoets
Kan een interne analyse uitvoeren.
C1
Kan een externe analyse uitvoeren.
C1
TB-V-P9-MK Kennistoets
Kan op basis van een interne en externe analyse een organisatiestrategie opstellen.
C1
Kan op basis van een SWOT(link) een samenhangende marketingstrategie opstellen.
C1
Kan de marketingstrategie vertalen naar marktinstrumenten en implementeren in een organisatie.
C1
TB-V-P9-CT: Casustoets
Competentie
56
TB-V-T9-BKR Statistiek deel 2
TB-V-T9-CVE: Cross Cultural Communication
TB-D-P10-MV Communicatieve vaardigheden Nederlands
TB-V-T9-MTH Methodologie van onderzoek
Is in staat om statistisch een correcte steekproef op te zetten.
C1
Is in staat om de resultaten van een steekproef te analyseren.
C1
Kan bepalen hoe betrouwbaar en nauwkeurig steekproefresultaten zijn.
C2
Kan bepalen hoe groot een steekproef moet zijn om een bepaalde betrouwbaarheid en nauwkeurigheid te garanderen.
C2
Kan vooraf gedane uitspraken toetsen op waarheid met behulp van een steekproef.
C2
Kan bepalen hoe representatief de resultaten van een steekproef zijn.
C2
Heeft kennis van gebruiken en gewoontes van enkele vooraf geselecteerde andere culturen.
C1
Houdt rekening met de verschillen in gebruiken en gewoontes in de betreffende culturen.
C1
Kan de verschillen in cultuur relateren aan enkele theorieën die daarover bestaan.
C1
Bekwaamt zich in de interculturele competentie d.m.v. het houden van een face-to-face interview met een niet-Nederlands sprekend persoon.
C1
Informeert anderen over “the do's and the don’ts” .
C1
Beschrijft de ‘corporate culture’ van een bij de student bekend bedrijf.
C1
Kan een argumentatie opzetten en analyseren middels een argumentatieboom, kan argumenten ordenen en benoemen. Maakt een communicatiematrix om effectief te communiceren met de verschillende stakeholders.
C6 C6
Kan een ondernemersplan schrijven dat voor de stakeholders begrijpelijk is en onderbouwd is met onderzoeksresultaten en argumentatie.
C6
Presenteert de essentie van het advies op een begrijpelijke manier aan de stakeholders en checkt of het advies goed is overgekomen.
C6
Kan een kennisprobleem definiëren. C2 Kan naar aanleiding van het vastgestelde probleem één of meer onderzoeksvragen formuleren.
C2
Kan aan de hand van onderzoekvragen een onderzoek opzetten en uitvoeren.
C2
57
58
Algemene informatie
Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Optelfout in geprogrammeerde contacttijd; was 105 moet zijn 115 Geprogrammeerde zelfwerkzaamheid verhoogd van 300 naar 305 om uit te komen op totale tijd van 420 (=veelvoud van 210) Informatie per deeltentamen: informatie over aantal assessoren en hulpmiddelen toegevoegd Op aangeven van CVE docent tekst in Competenties/indicatoren/beoordelingsmatrix voor ‘TB-V-T10-CVE Presenteren in Engels’ aangepast TB-V-P10-M: Toetsnaam ‘beroepsproduct’ veranderd in ‘individueel mondeling’ Aanwezigheidscriterium bij de cesuur voor de procestoets specifiek gemaakt
Naam owe/it
Veranderingsmanagement & TQM
Code owe/it
TB-V-PT10/2
Doelgroep
Studenten hoofdfase Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Het tweede blok van het eerste semester van het derde studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 115 305 420
In het bezit van propedeuse TBK Minimaal 90 studiepunten behaald
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT6 Policy Deployment
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingsmatrix hieronder
Algemene omschrijving
In de moderne opvattingen beperkt kwaliteitsmanagement zich niet langer meer tot verbetering en vernieuwing van producten. Kwaliteitsmanagement richt zich ook op het “bij de tijd houden” van de structuur en cultuur van de organisatie. In deze OWE leert de student kijken naar de organisatie als één geheel. Je leert om een hele organisatie te analyseren, om aan de hand daarvan een visie te ontwikkelen en dit om te zetten naar concrete doelstellingen.
Samenhang
Tijdens de propedeutische fase worden bedrijfskundige basisbeginselen bijgebracht. In deze OWE wordt de kennis en competenties uit de eerdere OWE’s verdiepend toegepast en samengevoegd tot een totaalbeeld van de organisatie (niveau 3). Vanuit het blok ondernemerschap, wordt een strategische richting bepaald, vanuit deze strategische keuze worden verandertrajecten ingezet.
59
Activiteiten en werkvormen
Activiteiten: Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen het uitwisselen van kennis en ervaringen. Onderdeel van deze OWE is een onderzoek. Werkvormen: Het centrale project wordt uitgevoerd door Project Onderwijs. Hierbij wordt gedurende de looptijd van het blok een centrale casus behandeld, door het oplossen worden kennis en vaardigheden bijgebracht. Ondersteuning vindt plaats in de vorm van hoorcolleges, begeleide tutorbijeenkomsten en zelfstudie Ondersteunende vakken worden uitgevoerd door colleges, werkcolleges, opdrachten en zelfstudie.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-V-P10-M
Individueel mondeling
Portfolio assessment
2
5,5
2
Portfolio
TB-V-P10-Bp
VeranderBeroepsproduct management en TQM
2
5,5
1
Geen
TB-V-P10-Pr
Procesevaluatie
-
Volda 1 an
Geen
Procestoets
TB-V-T10-CVN Nederlands: Vaardighedentoets 1 Veranderkunde & Communicatie
5,5
1
Geen
TB-V-T10-CVE Communicatieve Vaardighedentoets 1 Vaardigheden Engels: Presenteren en gespreksvaardigh eden
5,5
1
Presentatie hulpmiddelen
TB-V-T10-BEC Financieel Management
Kennistoets
1
5,5
1
Rekenmachine (niet programmeerbaar)
TB-V-T10KNM
Kennistoets
1
5,5
1
Papieren hulpmiddelen (boeken, aantekeningen, prints)
Kennismanagement
Compensatie-mogelijkheden
Geen Cesuur Toetsen: 55% van de te behalen punten moet worden behaald om een 5,5 te krijgen.
60
Cesuur Procestoets : 1. Aanwezigheid (max. 2 x afw. bij college en ingeroosterde projecturen). 2. Actieve bijdrage aan het groepsproces. 3. Voldoende tussenproducten. Bij een onvoldoende voor de procestoets zal een reflectieopdracht worden verstrekt na afloop van de OWE. Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e kans blok-2 en 2e kans blok-3) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Ahaus, C. e. (2010). Balanced scorecard & INK managementmodel. Kluwer. Heezen, A. (2012). Financieel management voor ondernemers in het MKB. Noordhoff uitgevers. INK. (sd). Handleiding Positie en Ambitie bepalen. INK. Ropes, D. (2008). Praktijkgericht kennismanagement. Boom Lemma Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK Toetscode TB-V-P10-Bp Beroepsproduct
TB-V-P10-Bp: Beroepsproduct TB-V-P10-M: Individueel mondeling
Indicatoren Competentie Kan steun verwerven bij personeel en management voor het C4 implementeren van normen / veranderingen. Kan een methode toepassen om succesbepalende factoren C5 binnen een bedrijf te volgen. Analyseert de informatie die uit de monitoring voortkomt en C5 gebruikt de uitkomsten om een proces / product / dienst / organisatie(deel) aan te passen Neemt de mogelijke gevolgen van implementatie mee in het C6 advies. Stelt een voor de stakeholders begrijpelijk, goed onderC6 bouwd adviesrapport op. Maakt afwegingen bij beroepsmatige en ethische dilemma’s C10 en neemt besluiten op basis van de eigen en maatschappelijke geaccepteerde normen en waarden. Formuleert het probleem, bepaalt de stakeholders en scheidt C2 hoofd- en bijzaken. Formuleert naar aanleiding van het vastgestelde probleem C2 één of meer onderzoeksvragen. Bepaalt en beargumenteerd te gebruiken methodiek en moC2 dellen voor het beantwoorden van geformuleerde onderzoeksvragen. Kan een model toepassen om organisatie integraal te analyC2 seren. Kan op basis van een analyse het probleem definiëren en de C2 belangen van de stakeholders hierin bepalen.
61
Formuleert aan de hand van een analyse een plan van aanpak: aanleiding, probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen. Bepaalt waar de oplossing aan moet voldoen. Kan de doelstellingen van een organisatie definiëren. Kan aan de hand van een model (INK, BSC) een visie voor een bedrijf ontwikkelen. Kan op basis van een analyse van de huidige situatie en een visie voor de toekomst een verbeterplan opstellen. Kan aan de hand van een visie een Balanced Scorecard voor een bedrijf ontwerpen. Kan een stappenplan opzetten voor het implementeren van veranderingen. Checkt of het advies goed is overgekomen en of het de stakeholders tevreden stelt. TB-V-P10-M: Kent de opbouw, structuur en samenhang in integrale bestuIndividueel monde- ringsmodellen (BSC, INK, ISO9000 - serie). ling Kent en herkent de uitgangspunten die aan de besturingsmodellen ten grondslag liggen. Presenteert de essentie van het advies op een begrijpelijke manier aan de stakeholders. TB-V-P8-PR Is bereikbaar en aanspreekbaar voor één of meer medewerProcestoets kers. Voelt zich verantwoordelijk voor het eindproduct. Verdeelt taken, rekening houdend met de capaciteiten van één of meer medewerkers. Signaleert het (dis)functioneren van projectleden en maakt dit bespreekbaar. Neemt initiatief bij het bewaken van de voortgang van het project. Weet waar het project zich bevindt in een planning. TB-V-T10-BEC Opstellen Investeringsbegroting en -financiering. Bedrijfseconomie: fi- Liquiditeitsbegroting kunnen opstellen. nancieel manageOp basis van een jaarrekening kunnen adviseren over financiment eel beleid. TB-V-T10-CVE Kan zich in een internationale, zakelijke omgeving over een Presenteren in Envooraf vastgesteld onderwerp van ‘Changemanagement’, in gels het Engels, via een correct gestructureerde en logische presentatie, begrijpelijk uitdrukken. Kan hierbij grafieken en technische tekeningen correct gebruiken en uitleggen. Gebruikt visuele ondersteuning op correcte wijze TB-V-T10-CVN Kan (potentiële, onderhuidse) weerstand binnen de organisaVeranderkunde en tie herkennen, adresseren en ombuigen. communicatie Kent de mogelijke vormen van weerstand die bij organisatieverandering kunnen optreden en kan deze vormen herkennen. TB-V-T10-KNM Inzicht in het concept kennismanagement en de ervaringen Kennismanagement van organisaties bij de toepassing ervan. Is in staat te identificeren wat de bijdrage van kennismanagement is bij het realiseren van de organisatiedoelstellingen.
C2
C2 C4 C4 C4 C4 C4 C6 C1 C1 C6 C8a C8a C8a C8a C8a C8a C1 C1 C1 C1
C1 C1 C4 C1
C1 C1
62
Kan op basis van een model een bedrijf analyseren op het gebied van kennismanagement. Het inzichtelijk maken van wat het effect van km is. Het kunnen selecteren en implementeren van instrumenten en maatregelen waardoor kennis efficiënter en effectiever wordt gebruikt
C2 C4 C4
63
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
-
Naam owe/it
Stage 2
Code owe/it
TB-V-P11/12 stage2
Doelgroep
Studenten hoofdfase Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Semester 2 van het 3de jaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 15 612 627
Propedeuse TBK behaald. Minimaal 90 studiepunten in hoofdfase behaald, waaronder stage 1.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
De student werkt aan beroepstaken (BT1 t/m BT7) tijdens de stage
Competenties
Zie matrix hieronder.
Algemene omschrijving
Tijdens de hoofdfase heeft de student op niveau van afstudeerbekwaam die competenties ontwikkeld die nodig zijn voor het uitvoeren van technisch bedrijfskunde taken. Tijdens deze stage gaat de student de ontwikkelde competenties in de praktijk toepassen en verder ontwikkelen naar het niveau van beroepsbekwaam, door het uitvoeren van opdrachten en werkzaamheden bij een bedrijf met een technische omgeving. De ontwikkeling van de student wordt gestuurd door student opgestelde leerdoelen (POP). Hierbij worden bedrijfskundige onderzoeksvaardigheden in de praktijk getraind. Zelfstandig met begeleiding wordt een bedrijfsprobleem onderzocht, een plan van aanpak gemaakt, het nodige onderzoek gedaan, een koppeling met relevante theorie gelegd en een advies gegeven en daar waar mogelijk een implementatie uitgevoerd.
Samenhang
In deze stage wordt de kennis en vaardigheden die de student tijdens de hoofdfase van de studie technische bedrijfskunde heeft opgedaan, toegepast in de praktijk (niveau 2).
Activiteiten en werkvormen
Zelfstandig onderzoek uitvoeren in het bedrijf
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen
64
Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
TB-V-P11/12 stage2
Integrale toets hoofdfase Stage 2
Portfolio assessment
Compensatie-mogelijkheden
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen 5,5
2
portfolio
Geen
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e kans blok-4 en 2e kans augustus) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Zie stage-handleiding
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria Toetscode TB-V-P11/12-ST TB-V-P11/12-ST TB-V-P11/12-ST TB-V-P11/12-ST TB-V-P11/12-ST TB-V-P11/12-ST TB-V-P11/12-ST Plan van Aanpak + Stageverslag TB-V-P11/12-ST Stageverslag TB-V-P11/12-ST Stageverslag TB-V-P11/12-ST Stageverslag TB-V-P11/12-ST Presentatie
Indicatoren Kan leerdoelen formuleren voor de eigen stage kan reflecteren op de eigen ontwikkeling tijdens de stage Kan functioneren onder begeleiding Kan met verschillende geledingen in het stage bedrijf effectief communiceren in woord en geschrift. De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage. Dit bepaalt de indicatoren voor competentie C6 De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage. Dit bepaalt de indicatoren voor competentie C5 Kan zelfstandig onderzoek uitvoeren door benodigde informatie zoeken, verwerken en de relevante projecten in de juiste kwaliteit en binnen de gestelde tijd opleveren Kan bedrijfskundige werkzaamheden uitvoeren
Competentie C10 C10 C10 C9
Kan relevante bedrijfskundige inzichten toepassen bij het analyseren en oplossen van bedrijfskundige problemen. Kan bedrijfsprocessen ontwerpen, analyseren operationaliseren en de daarbij behorende informatie voorziening Kan bedrijfskundige aspecten van de opdracht presenteren.
C2
C6 C5 C7
C1
C3 C9
65
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
TB-V-P15/16 Afstuderen (Afsluitende Integrale toets)
Code owe/it
TB-V-P15/16 Afstuderen (Afsluitende Integrale toets)
Doelgroep
Studenten van de studie Technische Bedrijfskunde die de hoofdfase hebben afgerond
Onderwijsperiode
Het tweede semester van het vierde studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 28 792 820
Ingangseisen Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
Afhankelijk van de werkomgeving van de student wordt aan één of meerdere beroepstaken (BT1 t/m BT7) van de opleiding gewerkt.
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
De student laat tijdens de afstudeerperiode zien dat de kennis en vaardigheden van de studie Technische Bedrijfskunde worden toegepast. Dit door het uitvoeren van een opdracht waarbij een complex bedrijfskundig probleem zelfstandig wordt onderzocht en geanalyseerd en opgelost. Dit op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.
Samenhang
Alle onderwerpen en delen van OWE’s van de studie Technische Bedrijfskunde (kunnen) worden toegepast tijdens de afstudeerperiode (niveau 3).
Activiteiten en werkvormen
De werkzaamheden vinden plaats op het afstudeerbedrijf
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
TB-V-P-KO1
Portfolio controle
Beroepsproduct
TB-V-P-AF
Afstudeeropdracht Portfolio Assessment
Compensatie-mogelijkheden
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen -
Volda 2 an
1
5,5
2
n.v.t
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 4 per jaar (volgens afstudeerrooster)
66
Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Heerkens, H, winden, A van (2012) Geen Probleem. Een aanpak voor bedrijfskundige vragen en mysteries. Business School Nederland. ISBN: 9789081838306 Fischer, T. Julsing , M. (2014) Onderzoek doen! Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001702526
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK Toetscode
Indicatoren
TB-V-AF
Onderzoeksopzet Handelingsprobleem (norm en afwijking) en achtergronden zijn beschreven. Vooronderzoek leidt tot kernprobleem en doelstelling. Dit leidt tot hoofd- en deelvragen en onderzoeksopzet. Hoofdvraag is smart en afgeleid van het kernprobleem. Deelvragen zijn dekkend voor het beantwoorden van de hoofdvraag. Onderzoeksmethoden Methoden van onderzoek zijn beargumenteerd en leiden tot het oplossen van de (deel)vragen. Toepassing van de methoden en de verwerking van de data leidt tot valide en betrouwbaar onderzoek. Theorie De gekozen literatuur is relevant voor de beantwoording van de hoofd- en deelvragen. Alternatieve theorieën zijn tegen elkaar afgewogen en de keuze is beargumenteerd. De theorie is toegepast bij de beantwoording van de hoofden deelvragen. Uitvoering Onderzoek en verwerking van de resultaten is uitgevoerd volgens Plan van Aanpak. Conclusies uit de onderzoeksresultaten zijn logisch en beargumenteerd. Oplossing / advies Onderzoek leidt tot mogelijke alternatieve oplossingen. Het advies bevat de keuze voor de oplossing. De keuze wordt onderbouwd aan de hand van criteria. Ook de keuze voor de criteria is onderbouwd. De oplossing sluit aan bij het handelingsprobleem. De oplossing is geïmplementeerd of er is een concreet implementatieplan. Het resultaat van de oplossing is meetbaar.
Competentie C2 C2 C2 C2
C2 C2
C1 C1 C1
C7 C2
C2 C2/C6
C2 C2 67
Rapportage De managementsamenvatting is zelfstandig leesbaar en bevat de vereiste onderdelen in de goede volgorde. De Engelse managementsamenvatting is zelfstandig leesbaar en bevat de vereiste onderdelen in de goede volgorde. Het rapport is geschreven in correct Nederlands. De opbouw van het rapport is effectief, d.w.z. ondersteunend aan het onderzoek. Er is samenhang op het niveau van hoofdstukken, alinea’s en zinnen. De stijl is aantrekkelijk: actief, ‘to-the-point’, bondig, concreet, zakelijk en op hbo-niveau. De bronnen zijn volledig en volgens APA-richtlijnen vermeld in de tekst en in de literatuurlijst. Presentatie Presentatie heeft een doel, indeling, kop, romp en staart. De sheets ondersteunen de spreker. Gebruikt andere hulpmiddelen waar nodig (film, productvoorbeelden, etc.). Is een duidelijke spreker, gebruikt een goede formulering. Heeft contact met het publiek. Is gekleed voor de gelegenheid. Beantwoording van vragen Geeft kort en bondig antwoord op de vraag. Geeft aan een antwoord niet te weten. Heeft contact met het publiek. Sturing / projectmanagement Plant het project. Houdt bij de voortgang het kritisch pad in de gaten. Haalt de deadlines. Stelt de planning waar nodig bij. Plant de afspraken. Toont initiatief en zelfsturing. Functioneren / samenwerken Bereidt bijeenkomsten voor (zowel gesprekken als vergaderingen). Hecht waar nodig afspraken af middels notulen of actielijsten. Kan in een multidisciplinair team werken. Communiceert met alle geledingen in het bedrijf. Werkt resultaatgericht en efficiënt. Gekleed voor de gelegenheid. Toont doorzettingsvermogen. Toont inzet en enthousiasme. Handelt ethisch. Reflectie Toont inzicht in hindernissen, sterke acties, mislukkingen en overwinningen tijdens het onderzoek en het eigen aandeel hierin. Kan opgedane ervaringen verbreden / veralgemeniseren naar relevante, eigen competenties en nieuwe leerdoelen voor toekomstig praktijkgericht onderzoek.
C6/C9 C6/C9 C9 C9 C9 C9 C9
C6/C9 C9 C9 C9 C9 C9 C6/C9 C9 C9 C7 C7 C7 C7 C7 C7 C8 C7 C8 C8/C9 C7 C9 C8 C8 C8 C10
C10
68
Eindniveau competenties C4, C5 en C11 wordt geborgd in: Onderwijseenheid Veranderingsmanagement & TQM Onderwijseenheid Veranderingsmanagement & TQM Onderwijseenheid Student Company
C4 C5 C11
69
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
De kwaliteitsmanager
Code owe/it
TB-D-KM/1
Doelgroep
Hoofdfase studenten deeltijd Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Semester 1
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
Aantal klokuren 112 518
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
630
Minimaal 37.5 EC van de propedeuse behaald
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT3 Kwaliteit, Arbo en Milieu
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Binnen deze OWE maakt de student kennis met de zaken die spelen op het gebied van kwaliteit-, arbo en milieuzorg spelen. De doelstelling van het semester inzicht krijgen in de taken en de rol van een intern adviseur op het gebied van kwaliteits-, milieu- en arbozorg. De student leert wat een kwaliteitszorgsysteem is. Bovendien wordt duidelijk wat een arbozorgsysteem en een milieuzorgsysteem inhouden en waarom en hoe de drie systemen in een geïntegreerd KAM-zorgsysteem kunnen worden ondergebracht. Er wordt ingegaan op de relatie van KAM met duurzaam ondernemen.
Samenhang
Integrale benadering van de beroepsproducten met kennisinhoudelijke ondersteuningsvakken. Deze OWE bouwt voort op de (procesmatige) kennis die tijdens het propedeutisch jaar is opgedaan (niveau 2).
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen, het uitwisselen van kennis en ervaringen. Centraal staat opdracht gestuurd onderwijs.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren
Hulpmiddelen
TB-D-T5-BKR
Basis Statistiek
Kennistoets
1
5,5
1
Rekenmachine
TB-D-T5-MV
Adviseren
Vaardigheidstoets
1
5,5
1
70
TB-D-P5/6-KM Beroepsproducten
Portfolio as2 sessment (mondeling)
5,5
2
TB-D-T6-BEC
Financieel Management
Kennistoets
1
5,5
1
TB-D-T6-CVE
Basis Engels
Kennistoets
1
5,5
1
Compensatie-mogelijkheden
Rekenmachine
Geen
Tentamenmoment T5 vakken einde blok 1 en herkansingen einde blok 2, T6 vakken einde blok 2 en herkansingen einde blok 3 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Buijs, A. (2006). Kwantitatieve toepassingen in de bedrijfskunde. Noordhoff Uitgevers. Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken. Noordhoff Uitgevers. Gerritsen, R. (2009). KAM-Management in de Praktijk. Kluwer. Heezen, A. (2012). Financieel management voor ondernemers in het MKB. Noordhoff uitgevers. Ropes, D. (2008). Praktijkgericht kennismanagement. Boom Lemma Uitgevers. Schildkamp, R. e. (sd). Het opzetten, beoordelen en verbeteren van Kwaliteit-, Arbo- en Milieuzorg (reader). 2012.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BT3 Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied kwaliteit, arbo en milieu. Toetscode Indicatoren TB-D-P6-KM Kan normen op het gebied van KAM en MVO managementBeroepsproduct systemen lezen en interpreteren. Herkent de uitgangspunten die aan de besturingssystemen ten grondslag liggen. Begrijpt de samenhang tussen de elementen uit normen op het gebied KAM en MVO managementsystemen. Weet hoe basisdocumenten (zoals milieuregister, RI&E) gebruikt kunnen worden om een managementsysteem op te zetten. Kan op een gestructureerde wijze aangeven welke elementen in een productie omgeving van invloed zijn op de kwaliteit van een product, een proces en een systeem. Kan aangeven welke categorieën kwaliteitskosten er in een organisatie te onderscheiden zijn en wat de relatie is tussen deze categorieën. Kent de 7 kwaliteitszorg tools. Kan de stakeholders van een probleem definiëren en hun belang benoemen. Kan de 7 kwaliteitszorgtools gebruiken om een probleem te analyseren en op te lossen.
Competentie C1 C1 C1 C1
C1
C1
C1 C2 C2
71
TB-D-T5-BKR Statistiek
TB-D-T6-BEC Bedrijfseconomie Financieel management
TB-D-T6-CVE
Kan een model voor een risicoanalyse opstellen. Kan aan de hand van een doelstelling een keuze maken voor een methode van risicoanalyse op het gebied van KAM. Kan aan de hand vna de gekozen risicoanalyse methode een onderzoek opzetten, uitvoeren en rapporteren volgens de stappen van de ABP-methode. Kan een audit uitvoeren met als referentiemodel een norm op net gebied van KAM managementsystemen. Stelt specificaties op van een bestaand product, dienst en proces. Definieert voor specificaties meetpunten, normen en toleranties. Kan processen visualiseren met behulp van stroomschema's. Kan taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen processen definiëren. Kan wettelijke kaders integreren in processen cq. producten. Zet een PDCA cyclus op binnen een proces of een organisatieonderdeel. Vertaalt zorgsysteemnormen en productnormen in processen en bedrijfsactiviteiten. Kan een onderzoekverslag opstellen en schrijven. Kent de definities en regels van kansrekening en kan deze toepassen. Kan de normaalverdeling gebruiken. Daarbij moeten de 1 σ, 2 σ, 3 σ, 6σ, z-waarde kunnen worden berekend en toegepast. Dit geldt ook voor een combinatie van normaalverdelingen. Kan een regelkaart opstellen en het begrip processcapability kennen. Kan processen meetbaar kunnen maken door gebruik van puntengrafiek, histogram, centrum-, spreidings- en vormmaten. Opstellen Investeringsbegroting en -financiering. Liquiditeitsbegroting kunnen opstellen. Op basis van een jaarrekening kunnen adviseren over financieel beleid. Is in staat om een jaarrekening te analyseren. Is in staat om een ratio analyse (Rentabiliteit;Solvabiliteit;Liquiditeit en Activiteitsratio's) uit te voeren. Gebruikt zakelijke, correcte en aantrekkelijke taal in zowel het Nederlands als het Engels.
C2 C2 C2
C4 C4 C4 C4 C4 C4 C4 C4 C6 C1 C1
C1 C4
C1 C1 C1 C4 C4 C9
72
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
De inkoop- en verkoopmanager
Code owe/it
TB-D-COM/1
Doelgroep
Hoofdfase studenten deeltijd Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Semester 2
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
Ingangseisen
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 112 518 630
Minimaal 37,5 studiepunten behaald.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT2: Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van inkoop en verkoop.
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
Binnen deze OWE maakt de student kennis met de zaken die rond commercie (in- en verkoop) spelen. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan de inrichting van de processen die te maken hebben met de externe relaties van het bedrijf. Omgang met toeleveranciers en klanten, en de rol van de eigen organisatie in deze keten staat centraal
Samenhang
Integrale benadering van de beroepsproducten met kennisinhoudelijke ondersteuningsvakken. Deze OWE bouwt voort op de (procesmatige) kennis die tijdens het propedeutisch jaar is opgedaan en tijdens de OWE “De kwaliteitsmanager” (niveau 2).
Activiteiten en werkvormen
Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen, het uitwisselen van kennis en ervaringen
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-D-P7-INVEn
Portfolio controle Beroepsproduct
2
5,5
2
TB-D-T7-BEC
Financiering
Beroepsproduct
1
5,5
2
TB-D-P8-INVEn
In- en verkoop portfolio
Portfolio assessment
3
5,5
2
73
TB-D-P8MGM
Bedrijfssimulatie Beroepsproduct
2
5,5
2
TB-D-T7-CVE
Communicatieve Vaardigheden Engels: Business Correspondence
Kennistoets
1
5,5
1
TB-D-T8-MV
Commerciële communicatie
Vaardighedentoets
1
5,5
1
Compensatie-mogelijkheden
Geen
Tentamenmoment Blok 3 en blok 4 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Noordhoff Uitgevers. Boer, P. d. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie Opgaven. Noordhoff Uitgevers. Gelderman, K. A. (2013). Professioneel inkopen. In K. A. Gelderman, Professioneel inkopen. Houten: Noordhoff. Rustenburg, G. S. (2012). Salesmanagement. In G. S. Rustenburg, Salesmanagement. Houten: Noordhoff. Sneijders, J. (2013). Ondernemen met informatie. Noordhoff Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria Beroepstaak BT2
Toetscode TB-D-T7-BEC Bedrijfseconomie TB-D-P7-INVE Inkoop
Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van inkoop en verkoop. Indicatoren Competentie Kan een ondernemingsplanning opzetten (balansprojectie; V&W rekeningsprojectie; liquiditeitsontwikkeling). C1 Kan een inkoopbeleid opstellen, gebaseerd op de verschillende marktvormen. C4 Kan een inkoopportfolio uitwerken en de leveranciersselectie hierop baseren. C4 Kan op basis van een visie de activiteiten van een in- of verkoopafdeling vormgeven. C4 Kan de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een inkoper opstellen. C4 Kan processen in een in- of verkoopafdeling definiëren, vormgeven en visualiseren. C4 Kent de fasering in het inkoopproces en kan hier inhoud aan geven. C11 Kan de zaken benoemen waarover men met leveranciers afspraken moet maken en kan deze ook maken. C11 Kan de doelstellingen van de in- en verkoopprocessen formuleren. C4
74
TB-D-P8-INVE Verkoop
TB-D-P8-MGM Managementgame
TB-D-T8-MV Managementvaardigheden TB-D-T7-CVE
Kan de doelstellingen van de in- en verkoopprocessen formuleren. Kan in een eenvoudig probleem oorzaak en gevolg relaties herkennen en daarmee een model van de werkelijkheid opstellen van onafhankelijke en afhankelijke variabelen; eerste vorm van probleemkluwen Heeft een duidelijke visie op het functioneren van een in- of verkoopafdeling als onderdeel van een (productie)bedrijf en een (productie)keten en kan dit omzetten in concrete doelstellingen. Kan voor een eenvoudige casus een marketingstrategie opstellen Kan voor een eenvoudige casus een marketingstrategie invoeren en bijsturen op basis van KPI's Heeft een duidelijke visie op het functioneren van een in- of verkoopafdeling als onderdeel van een (productie)bedrijf en een (productie)keten en kan dit omzetten in concrete doelstellingen. Kan een verkoopgesprek voeren, kan een offerte opstellen, kan een direct mail opstellen. Gebruikt zakelijke, correcte en aantrekkelijke taal in zowel het Nederlands als het Engels.
C4 C1
C4 C2
C11
C4
C11 C9
75
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Boek voor Marketing gewijzigd van Alsem naar Gelderman.
Naam owe/it
De commercieel- en strategisch manager
Code owe/it
TB-D-COST
Doelgroep
Hoofdfase studenten deeltijd Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Het eerste semester van het derde studiejaar.
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
Ingangseisen
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 112 728 840
In het bezit van propedeuse TBK.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT5 Marketing
Competenties
C1, C2, C4, C6, C11
Algemene omschrijving
In dit blok leert de student denken en handelen als een ondernemer. Centraal hierin staat marketing tactiek en strategie en innovatie.
Samenhang
Integrale benadering van de beroepsproducten met kennisinhoudelijke ondersteuningsvakken. Deze OWE bouwt voort op de (procesmatige) kennis die tijdens het propedeutisch jaar is opgedaan en tijdens de OWE’s “De kwaliteitsmanager” en “De inkoop- en verkoopmanager” (niveau 2).
Activiteiten en werkvormen
Opdracht gestuurd onderwijs, colleges, instructielessen, kennis en ervaringen uitwisselen.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren
TB-D-P9-MK
Marketing kennistoets
Kennistoets (meerkeuze)
1
5,5
1
TB-D-P9-CT
Marketing casus- Casustoets toets
1
5,5
1
Beroepsproduct plus portfolio
2
5,5
2
TB-D-P10-MV Management Vaardigheden: Beleidsnotities
Vaardighedentoets
1
5,5
1
TB-D-T9-SIM
Beroepsproduct
1
5,5
1
TB-D-P10 –Bp Business plan 1)
Simulatie
Hulpmiddelen
76
TB-D-P9-BKR
Statistiek
TB-D-P9-CVE
1
5,5
1
Communicatieve Vaardighedenvaardigheden En- toets gels: Cross Cultural Communication
1
5,5
1
TB-D-P10 OWK
Ontwerpkunde
1
5,5
TB-D-P10OWKp
Praktijkopdracht VaardighedenOntwerpkunde toets
1
5,5
Compensatie-mogelijkheden
Kennistoets
Casustoets
Rekenmachine
Geen.
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e kans periode-1 en 2e kans periode2 resp. 1e kans periode 2 en 2e kans periode-3) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken. Noordhoff Uitgevers. Delhoofen, P. (2010). Integraal ontwerpen. Noordhoff uitgevers. Gelderman, K. (2013). Business Marketing. Noordhoff Uitgevers. Ravensbergen, P. (2015). Simulatie in productie en logistiek (reader). HAN.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK
Toetscode
Indicatoren
TB-D-P9-CT: Casustoets
Kan een interne analyse uitvoeren.
C1
TB-D-P9-MK: Kennistoets
Kan een externe analyse uitvoeren.
C1
Kan op basis van een interne en externe analyse een organisatiestrategie opstellen.
C1
Kan op basis van een SWOT(link) een samenhangende marketingstrategie opstellen.
C1
Kan de marketingstrategie vertalen naar marktinstrumenten en implementeren in een organisatie.
C1
Stelt probleemstelling en doelstelling van simulatiestudie vast
C2
Zet model van de huidige situatie op en verantwoord, verifieert en valideert dit model.
C1
TB-D-T9-SIM Simulatie
Competentie
77
TB-D-P9-CVE Cross Cultural Communication
TB-D-P9-BKRb Statistiek
TB-D-P10 -Bp Business Plan
Rekent verschillende scenario's door om tot een voorstel van de nieuwe situatie te komen.
C4
Verantwoord de opzet van het simulatie experiment (runlengte en aantal runs)
C1
Trekt conclusies op basis van de simulatieresultaten
C6
Kan een rapportage opzetten n.a.v. een simulatiestudie
C9
Zet een simulatie model op om de knelpunten in het productieproces en alternatieve oplossingen door te rekenen.
C2
Heeft kennis van gebruiken en gewoontes van enkele vooraf geselecteerde andere culturen.
C1
Houdt rekening met de verschillen in gebruiken en gewoontes in de betreffende culturen.
C1
Kan de verschillen in cultuur relateren aan enkele theorieën die daarover bestaan.
C1
Bekwaamt zich in de interculturele competentie d.m.v. het houden van een face-to-face interview met een niet-Nederlands sprekend persoon.
C1
Informeert anderen over “the do's and the don’ts” .
C1
Beschrijft de ‘corporate culture’ van een bij de student bekend bedrijf.
C1
Is in staat om statistisch een correcte steekproef op te zetten.
C1
Is in staat om de resultaten van een steekproef te analyseren.
C1
Kan bepalen hoe betrouwbaar en nauwkeurig steekproefresultaten zijn.
C2
Kan bepalen hoe groot een steekproef moet zijn om een bepaalde betrouwbaarheid en nauwkeurigheid te garanderen.
C2
Kan vooraf gedane uitspraken toetsen op waarheid met behulp van een steekproef.
C2
Kan bepalen hoe representatief de resultaten van een steekproef zijn.
C2
Formuleert het probleem en bepaalt de stakeholders hierin.
C2
Formuleert naar aanleiding van het vastgestelde probleem één of meer onderzoeksvragen.
C2
Scheidt hoofd- en bijzaken van het probleem.
C2
Kan een externe analyse van het bedrijf maken t.b.v. de (marketing)strategie op micro-, macro- en mesoniveau.
C2
Kan een interne analyse van het bedrijf maken t.b.v. van de (marketing)strategie.
C2
78
TB-D-P10 -OWK Ontwikkelkunde
TB-D-P10 -OWK OWKp Ontwikkelkunde practicum
Kan een Portfolio-analyse uitvoeren.
C2
Kan een marktonderzoek opzetten.
C2
Kan een ondernemersplan schrijven dat voor de stakeholders begrijpelijk is en onderbouwd is met onderzoeksresultaten en argumentatie.
C6
Presenteert de essentie van het advies op een begrijpelijke manier aan de stakeholders en checkt of het advies goed is overgekomen.
C6
Kan een product ontleden in elementaire onderdelen en kan klantenwensen vertalen naar productfuncties.
C1
Kan multidisciplinair denken t.a.v. ontwerpen in teamverband.
C1
Kan systeemdenken waarbij innovatie aansluit bij bedrijfsdoelen / strategie, organisatie, productgroepen en productfuncties.
C1
Kan tools als QFD, Waardeanalyse, FMEA en DFA toepassen op eenvoudig ontwerp en kan de voordelen en aandachtspunten van deze tools beschrijven.
C1
Kan creativiteitstechnieken toepassen.
C1
Kan de punten die van belang zijn bij duurzaam ontwerpen benoemen en herkennen.
C1
Kan alternatieven product varianten genereren en een afgewogen keuze maken en motiveren.
C2
Komt tot "redelijk" haalbaar ontwerp en kan hiervan een model maken.
C2
Kan realistisch testplan opstellen n.a.v. specificaties.
C2
Kan tools als QFD, Waardeanalyse, FMEA en DFA toepassen op eenvoudig ontwerp en kan de voordelen en aandachtspunten van deze tools beschrijven.
C2
Kan creativiteitstechnieken toepassen.
C2
Kan klanten product wensen vertalen naar product eisen
C11
Kan functies van een product op juiste wijze (abstract) benoemen in programma van eisen (PvE).
C1
Komt tot "redelijk" haalbaar ontwerp en kan hiervan een model maken.
C1
Kan op basis van de functies in het PvE van een product reële specificaties op stellen.
C1
Kan alternatieven product varianten genereren en een afgewogen keuze maken en motiveren.
C1
Kan realistisch testplan opstellen n.a.v. specificaties.
C1
79
TB-D-P10-MV Communicatieve vaardigheden Nederlands
Kan een argumentatie opzetten en analyseren middels een argumentatieboom, kan argumenten ordenen en benoemen.
C6
Maakt een communicatiematrix om effectief te communiceren met de verschillende stakeholders.
C6
Kan een ondernemersplan schrijven dat voor de stakeholders begrijpelijk is en onderbouwd is met onderzoeksresultaten en argumentatie.
C6
Presenteert de essentie van het advies op een begrijpelijke manier aan de stakeholders en checkt of het advies goed is overgekomen.
C6
80
Algemene informatie
Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Onderwijsperiode toegevoegd Optelfout in geprogrammeerde onderwijstijd: - contacttijd was 112 moet zijn 102 - zelfwerkzaamheid was 518 moet zijn 528 Bij compensatiemogelijkheden toegevoegd ‘geen’ Informatie per deeltentamen: informatie over aantal assessoren en hulpmiddelen toegevoegd Op aangeven van CVE docent tekst in Competenties/indicatoren/beoordelingsmatrix voor ‘TB-V-T10-CVE Presenteren in Engels’ aangepast Cesuur voor procestoets toegevoegd (Onderdelen van) toetsnamen aangepast: - TB-D-P11&12-KT: IBB casustoets (ipv VIB kennistoets) - TB-D-P11&12- Bp: VM-IBB (ipv VIB) TB-D-P11&12- M: VM-IBB (ipv VIB)
Naam owe/it
De integraal en verandermanager
Code owe/it
TB-D-VIB/2
Doelgroep
Hoofdfase studenten deeltijd Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Het tweede semester van het derde studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 102 528 630
In het bezit van propedeuse TBK
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
BT4 Integrale bedrijfsbesturing BT6 Policy Deployment
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingsmatrix hieronder
Algemene omschrijving
In deze OWE leert de student om een organisatie integraal te analyseren (inrichting processen, cultuur, logistieke inrichting en besturing, supply chain en financiële resultaten) en aan de hand van die analyse een toekomstbeeld te ontwikkelen en dit om te zetten naar een concreet actieplan.
Samenhang
Integratie van beroepstaken. Deze OWE bouwt voort op alle voorafgaande OWE’s (niveau 3).
Activiteiten en werkvormen
Activiteiten: Uitvoeren van opdrachten, het volgen van colleges en instructielessen het uitwisselen van kennis en ervaringen. Onderdeel van deze OWE is een onderzoek.
81
Werkvormen: Het centrale project wordt uitgevoerd door Project Onderwijs. Hierbij wordt gedurende de looptijd van het blok een centrale casus behandeld, door het oplossen worden kennis en vaardigheden bijgebracht. Ondersteuning vindt plaats in de vorm van hoorcolleges, begeleide tutorbijeenkomsten en zelfstudie. Ondersteunende vakken worden uitgevoerd door colleges, werkcolleges, opdrachten en zelfstudie. Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-D-T11-CVN communicatieve Kennistoets vaardigheden Nederlands:
1
5,5
1
Geen
TB-D-T11-SCM Supply Chain Ma- Casustoets nagement
1
5,5
1
Portfolio, Rekenmachine (niet programmeerbaar)
TB-D-P11&12- IBB casustoets KT
2
5,5
1
1 A4 aantekeningen (1 kant beschreven, min 10pt lettertype), Rekenmachine (niet programmeerbaar)
TB-D-P11&12- VM-IBB beroeps- Beroepsproducten Bp producten
2
5,5
1
Geen
TB-D-P11&12- VM-IBB mondeM ling tentamen
Portfolio assessment
2
5,5
2
Portfolio
TB-D-T12-CVE Presenteren
Vaardighedentoets
1
5,5
1
Presentatie hulpmiddelen
TB-D-P11&12- procesevaluatie Pr
procestoets
-
V
1
Geen
Compensatie-mogelijkheden
Casustoets
Geen Beoordeling van de deeltentamens moet ≥ 5,5 zijn, Cesuur Toetsen: 55% van de te behalen punten moet worden behaald om een 5,5 te krijgen. Cesuur Procestoets : 1. Aanwezigheid (max. 2 x afw. bij college en ingeroosterde projecturen). 2. Actieve bijdrage aan het groepsproces. 3. Voldoende tussenproducten. Bij een onvoldoende voor de procestoets zal een reflectieopdracht worden verstrekt na afloop van de OWE.
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e kans blok-3 en 2e kans blok-4 en 1e kans blok 4 en 2e kans blok-4)
82
Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Ahaus, C. e. (2010). Balanced scorecard & INK managementmodel. Kluwer. Goor, A. e. (2011). Werken met supply chain management. Noordhoff Uitgevers. INK. (sd). Handleiding Positie en Ambitie bepalen. INK. Veld, J. i. (2011). Analyse van bedrijfsprocessen. Noordhoff Uitgevers.
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK Toetscode
Indicatoren Competentie Kan materie-, informatie- en geldstroom en mens en machiC1 necapaciteit van bedrijfsprocessen in kaart brengen en ontwerpen. Kan het standaard/blauwdruk verloop van operationele proC1 cessen in een productiebedrijf verwoorden en procesindicatoren formuleren om deze processen te monitoren. Kent verschillende manieren van voorraadaanvulling en beC1 stellen en kan de keuzes hier tussen beargumenteren. TB-D-P11&12-KT Casustoets Integrale Kan de trends in supply chain benoemen en de gevolgen en C1 bedrijfsbesturing mogelijkheden hiervan voor planning en besturing binnen een bedrijf. Kent de keuzes en de argumenten voor distributie benoeC1 men. Is in staat voor een geschetste bedrijfs/productie situatie een C2 beargumenteerd voorstel te doen voor de manier van besturing (push/pull of combi), de positie van de voorraadpunten en de gehanteerde bestelmethodes. Kent de mogelijke vormen van weerstand die bij organisatieC1 verandering kunnen optreden en kan deze vormen herkennen. Kan (potentiële, onderhuidse) weerstand binnen de organisaC4 TB-D-T11-CVN tie herkennen, adresseren en ombuigen. Communicatieve Kan steun verwerven bij personeel en management voor het C4 vaardigheden Neimplementeren van normen / veranderingen. derlands Kan een argumentatie opzetten en analyseren middels een C6 argumentatieboom, kan argumenten ordenen en benoemen. Maakt een communicatiematrix om effectief te communiceC6 ren met de verschillende stakeholders. Kent de opbouw, structuur en samenhang in integrale bestuC1 ringsmodellen (BSC, INK, ISO9000 - serie). TB-D-P11&12-M Individuele monde- Kent en herkent de uitgangspunten die aan de besturingsmoC1 linge casustoets dellen ten grondslag liggen. VM-IBB Inzicht in het concept kennismanagement en de ervaringen C1 van organisaties bij de toepassing ervan.
83
Is in staat te identificeren wat de bijdrage van kennismanagement is bij het realiseren van de organisatiedoelstellingen. Formuleert het probleem, bepaalt de stakeholders en scheidt hoofd- en bijzaken. Formuleert naar aanleiding van het vastgestelde probleem één of meer onderzoeksvragen. Kan een model toepassen om organisatie integraal te analyseren. Kan modelleringtechnieken gebruiken om vanuit verschillende invalshoeken materie-, informatie- en geldstroom en mens en machinecapaciteit de bedrijfsprocessen in kaart te brengen en te ontwerpen. Bepaald op gestructureerde en beargumenteerde wijze knelpunten in de huidige situatie. Formuleert vanuit knelpuntenanalyse verschillende alternatieve verbetervoorstellen. Werkt verbetervoorstellen uit in termen van: organisatie, productie en logistieke inrichting, geautomatiseerde ondersteuning, kosten en baten, en consequenties voor de verschillende stakeholders binnen en buiten het bedrijf. Is in staat voor een geschetste bedrijfs/productie situatie een beargumenteerd voorstel te doen voor de manier van besturing (push/pull of combi), de positie van de voorraadpunten en de gehanteerde bestelmethodes. Heeft kennis van gereedschappen en methodes om invoering en verbetering van ketenintegratie op verschillende niveaus te bewerkstelligen. Weegt de alternatieven en de belangen hierbij van de stakeholders tegen elkaar af en komt tot een beargumenteerd advies over de te kiezen oplossingsrichting en ontwerpt de SOLL situatie Kan op basis van een analyse het probleem definiëren en de belangen van de de stakeholders hierin bepalen. Kan op basis van een model een bedrijf analyseren op het gebied van kennismanagement. Formuleert aan de hand van een analyse een plan van aanpak: aanleiding, probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen. Bepaalt waar de oplossing aan moet voldoen. Maakt gap-analyse tussen IST en SOLL situatie en stelt op basis hiervan een implementatieplan op. Verwerft steun en maakt afspraken binnen het bedrijf en in de keten voor door te voeren wijzigingen. Kan de doelstellingen van een organisatie definiëren. Kan aan de hand van een model (INK, BSC) een visie voor een bedrijf ontwikkelen. Kan op basis van een analyse van de huidige situatie en een visie voor de toekomst een verbeterplan opstellen. Kan aan de hand van een visie een Balanced Scorecard voor een bedrijf ontwerpen.
C1 C2 C2 C2 C2
C2 C2 C2
C2
C2
C2
C2 C2 C2
C2 C4 C4 C4 C4 C4 C4
84
TB-D-P12-KT Kennistoets Integrale bedrijfsbesturing
TB-D-P11&12-PR Procestoets
Kan een stappenplan opzetten voor het implementeren van veranderingen. Het inzichtelijk maken van wat het effect van km is. Het kunnen selecteren en implementeren van instrumenten en maatregelen waardoor kennis efficiënter en effectiever wordt gebruikt Kan een methode toepassen om succesbepalende factoren binnen een bedrijf te volgen. Analyseert de informatie die uit de monitoring voortkomt en gebruikt de uitkomsten om een proces / product / dienst / organisatie(deel) aan te passen (zie C2 en C4). Kan een adviesrapport schrijven dat voor de stakeholders begrijpelijk is en onderbouwd is met onderzoeksresultaten en argumentatie. Presenteert de essentie van het advies op een begrijpelijke manier aan de stakeholders en checkt of het advies goed is overgekomen. Neemt de mogelijke gevolgen van implementatie mee in het advies. Stelt een voor de stakeholders begrijpelijk, goed onderbouwd adviesrapport op. Presenteert de essentie van het advies op een begrijpelijke manier aan de stakeholders. Checkt of het advies goed is overgekomen en of het de stakeholders tevreden stelt. Maakt een financiële onderbouwing voor beslissingen. Is klantgericht en heeft inzicht in de (onuitgesproken) wensen en behoeften van de klant. Kan modelleringtechnieken gebruiken om vanuit verschillende invalshoeken (goederenstroom, informatievoorziening, productie inrichting en financiën) de bedrijfsprocessen in kaart te brengen of te ontwerpen. Je kunt het standaard/blauwdruk verloop van operationele processen in een productie verwoorden en PI's formuleren om deze processen te monitoren. Kan de trends in supply chain benoemen en de gevolgen en mogelijkheden hiervan voor planning en besturing binnen een bedrijf. Kan keuzes (en de argumenten hierbij) voor distributie benoemen. Kan bestaande informatie stromen analyseren en verbeteren. Kan aangeven welke informatie uit je proces gehaald moet worden om te sturen. Is bereikbaar en aanspreekbaar voor één of meer medewerkers. Voelt zich verantwoordelijk voor het eindproduct. Verdeelt taken, rekening houdend met de capaciteiten van één of meer medewerkers. Signaleert het (dis)functioneren van projectleden en maakt dit bespreekbaar.
C4 C4 C4
C5 C5
C6
C6
C6 C6 C6 C6 C11 C11 C1
C1
C1
C1 C1 C1 C8a C8a C8a C8a
85
Neemt initiatief bij het bewaken van de voortgang van het project. Weet waar het project zich bevindt in een planning. Kent verschillende methoden voor het inrichten en onderhouden van een supply chain en hun toepassingen en de voor- en nadelen ten opzichte van individuele bedrijfsprocesoptimalisaties. Kent de verschillende eigenschappen van een op vraagprognose bestuurde supply chain (push) en een demand driven supply chain (pull). Kan de meest succesvolle schakel in de keten voor de rol van ketenmanager en ketenregisseur bepalen. Kent de invloeden van supply chain schakels (klanten en leveranciers) op het eigen productieproces en kent de verschillende vormen en niveaus voor ketenintegratie. Heeft kennis van gereedschappen en methodes om invoering en verbetering van ketenintegratie op verschillende niveaus te bewerkstelligen. Herkent op verschillende aspecten het evolutiestadium in de supply chain ontwikkeling van een keten en kan succesvolle verbeteropties bepalen. Kan een methode toepassen om succesbepalende factoren binnen een bedrijf en in de keten te meten en te volgen. Kan zich in een internationale, zakelijke omgeving over een vooraf vastgesteld onderwerp van ‘Changemanagement’, in het Engels, via een correct gestructureerde en logische presentatie, begrijpelijk uitdrukken. Kan hierbij grafieken en technische tekeningen correct gebruiken en uitleggen. Gebruikt visuele ondersteuning op correcte wijze
TB-D-T11-SCM Supply Chain Management
TB-D-T12-CVE Presenteren in Engels
C8a C8a C1
C1
C1 C1
C2
C5
C5 C1
C1 C1
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Cijferbeoordeling i.p.v. ‘voldaan’
Naam owe/it
Stage 2
Code owe/it
TB-D-ST2
Doelgroep
Studenten hoofdfase deeltijd Technische Bedrijfskunde
Onderwijsperiode
Het tweede en derde studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 12 618 630
Minimaal 60 studiepunten behaald
Doelen en werkvormen 86
Beroepstaak/ beroepstaken
De student werkt aan beroepstaken van de opleiding.
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
In deze OWE staat de bedrijfservaring van de student centraal. Door reflectie op de eigen werkzaamheden en de organisatie waar de student in werkzaam is, wordt de ervaring gekoppeld aan onderzoek aan een handelingsprobleem mbt een bedrijfskundig proces.
Samenhang
Deze OWE wordt parallel uitgevoerd tijdens de OWE’s van de hoofdfase. De verworven theoretische kennis van de propedeuse kan tijdens deze centrale beroepstaak worden getoetst in de praktijk (niveau 2).
Activiteiten en werkvormen
Zelfstandig onderzoek in de organisatie.
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-D-ST2
Stage 2
Portfolio assessment
-
Compensatie-mogelijkheden
5,5
2
portfolio
geen
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 2 per jaar (1e en 2e kans semester 2) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
stagehandleiding
87
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria
Toetscode
Indicatoren
TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring
kan reflecteren op de eigen ontwikkeling tijdens de stage Kan functioneren onder begeleiding Kan met verschillende geledingen in het stage bedrijf effectief communiceren in woord en geschrift. De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage. Dit bepaalt de indicatoren voor competentie C6 De student werkt aan beroepstaken tijdens de stage. Dit bepaalt de indicatoren voor deze competentie C5 Kan zelfstandig onderzoek doen, door de benodigde informatie te zoeken, te verwerken en de opdracht in de juiste kwaliteit en binnen de gestelde tijd opleveren Kan bedrijfskundige werkzaamheden uitvoeren Kan in het onderzoek relevante bedrijfskundige theorieën toepassen en bedrijfskundige problemen analyseren en oplossen Kan bedrijfsprocessen ontwerpen, analyseren operationaliseren en de daarbij behorende informatie voorziening Kan over technisch gerelateerde onderwerpen schriftelijk rapporteren aan een niet deskundige. Kan bedrijfskundige aspecten van de opdracht presenteren.
TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring
TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring
TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring
TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring TB-D-ST2 Reflectie op werkervaring
W:\FT\Engineering\Ondersteuningsbureau\ALGEMEEN Engineering\Statuten en jaarroosters\20152016\TBK\Opleidingsstatuut 2015 2016 deel 3 TBK 9-7-2015.docx, k, 9-7-2015
Competentie C10 C10 C9 C6 C5 C7
C1 C2
C3
C5 C9
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
TB-D-AF Afstuderen
Code owe/it
TB-D-AF Afstuderen
Doelgroep
Studenten van de studie Technische Bedrijfskunde die de hoofdfase hebben afgerond
Onderwijsperiode
Het tweede semester van het vierde studiejaar
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Aantal klokuren 28 792 820
Ingangseisen Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
Afhankelijk van de werkomgeving van de student wordt aan één of meerdere beroepstaken (BT1 t/m BT7) van de opleiding gewerkt.
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
De student laat tijdens de afstudeerperiode zien dat de kennis en vaardigheden van de studie Technische Bedrijfskunde worden toegepast. Dit door het uitvoeren van een opdracht waarbij een complex bedrijfskundig probleem zelfstandig wordt onderzocht en geanalyseerd en opgelost. Dit op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.
Samenhang
Alle onderwerpen en delen van OWE’s van de studie Technische Bedrijfskunde (kunnen) worden toegepast tijdens de afstudeerperiode (niveau 3).
Activiteiten en werkvormen
De werkzaamheden vinden plaats op het afstudeerbedrijf
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
TB-D-P-KO1
Portfolio controle Beroepsproduct
-
Volda 2 an
TB-D-P-AF
Afstudeeropdrac Portfolio ht Assessment
1
5,5
Compensatie-mogelijkheden
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
2
n.v.t
89
Tentamenmoment Frequentie (deel) tentamens: 4 per jaar (volgens afstudeerrooster) Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Heerkens, H, winden, A van (2012) Geen Probleem. Een aanpak voor bedrijfskundige vragen en mysteries. Business School Nederland. ISBN: 9789081838306 Fischer, T. Julsing , M. (2014) Onderzoek doen! Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001702526
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria BEROEPSTAAK Toetscode
Indicatoren
TB-V-AF
Onderzoeksopzet Handelingsprobleem (norm en afwijking) en achtergronden zijn beschreven. Vooronderzoek leidt tot kernprobleem en doelstelling. Dit leidt tot hoofd- en deelvragen en onderzoeksopzet. Hoofdvraag is smart en afgeleid van het kernprobleem. Deelvragen zijn dekkend voor het beantwoorden van de hoofdvraag. Onderzoeksmethoden Methoden van onderzoek zijn beargumenteerd en leiden tot het oplossen van de (deel)vragen. Toepassing van de methoden en de verwerking van de data leidt tot valide en betrouwbaar onderzoek. Theorie De gekozen literatuur is relevant voor de beantwoording van de hoofd- en deelvragen. Alternatieve theorieën zijn tegen elkaar afgewogen en de keuze is beargumenteerd. De theorie is toegepast bij de beantwoording van de hoofden deelvragen. Uitvoering Onderzoek en verwerking van de resultaten is uitgevoerd volgens Plan van Aanpak. Conclusies uit de onderzoeksresultaten zijn logisch en beargumenteerd. Oplossing / advies Onderzoek leidt tot mogelijke alternatieve oplossingen. Het advies bevat de keuze voor de oplossing. De keuze wordt onderbouwd aan de hand van criteria. Ook de keuze voor de criteria is onderbouwd. De oplossing sluit aan bij het handelingsprobleem.
Competentie C2 C2 C2 C2
C2 C2
C1 C1 C1
C7 C2
C2 C2/C6
90
De oplossing is geïmplementeerd of er is een concreet implementatieplan. Het resultaat van de oplossing is meetbaar. Rapportage De managementsamenvatting is zelfstandig leesbaar en bevat de vereiste onderdelen in de goede volgorde. De Engelse managementsamenvatting is zelfstandig leesbaar en bevat de vereiste onderdelen in de goede volgorde. Het rapport is geschreven in correct Nederlands. De opbouw van het rapport is effectief, d.w.z. ondersteunend aan het onderzoek. Er is samenhang op het niveau van hoofdstukken, alinea’s en zinnen. De stijl is aantrekkelijk: actief, ‘to-the-point’, bondig, concreet, zakelijk en op hbo-niveau. De bronnen zijn volledig en volgens APA-richtlijnen vermeld in de tekst en in de literatuurlijst. Presentatie Presentatie heeft een doel, indeling, kop, romp en staart. De sheets ondersteunen de spreker. Gebruikt andere hulpmiddelen waar nodig (film, productvoorbeelden, etc.). Is een duidelijke spreker, gebruikt een goede formulering. Heeft contact met het publiek. Is gekleed voor de gelegenheid. Beantwoording van vragen Geeft kort en bondig antwoord op de vraag. Geeft aan een antwoord niet te weten. Heeft contact met het publiek. Sturing / projectmanagement Plant het project. Houdt bij de voortgang het kritisch pad in de gaten. Haalt de deadlines. Stelt de planning waar nodig bij. Plant de afspraken. Toont initiatief en zelfsturing. Functioneren / samenwerken Bereidt bijeenkomsten voor (zowel gesprekken als vergaderingen). Hecht waar nodig afspraken af middels notulen of actielijsten. Kan in een multidisciplinair team werken. Communiceert met alle geledingen in het bedrijf. Werkt resultaatgericht en efficiënt. Gekleed voor de gelegenheid. Toont doorzettingsvermogen. Toont inzet en enthousiasme. Handelt ethisch. Reflectie
C2 C2 C6/C9 C6/C9 C9 C9 C9 C9 C9
C6/C9 C9 C9 C9 C9 C9 C6/C9 C9 C9 C7 C7 C7 C7 C7 C7 C8 C7 C8 C8/C9 C7 C9 C8 C8 C8
91
Toont inzicht in hindernissen, sterke acties, mislukkingen en overwinningen tijdens het onderzoek en het eigen aandeel hierin. Kan opgedane ervaringen verbreden / veralgemeniseren naar relevante, eigen competenties en nieuwe leerdoelen voor toekomstig praktijkgericht onderzoek. Eindniveau competenties C4, C5 en C11 wordt geborgd in: Onderwijseenheid Veranderingsmanagement & TQM Onderwijseenheid Veranderingsmanagement & TQM Onderwijseenheid Student Company
C10
C10
C4 C5 C11
92
Integrale Toets Voltijd OWE Stage II Afstuderen
Deeltentamen Eindcijfer OWE Eindcijfer OWE
Omschrijving Mondeling assessment Mondeling assessment
Deeltijd OWE De verandermanager Afstuderen
Deeltentamen Eindcijfer OWE Eindcijfer OWE
Omschrijving Mondeling assessment Mondeling assessment
93
4. Verkorte programma’s Conform artikel 7.9 lid 5 van de OER Een student met VWO-achtergrond kan er voor kiezen om stage I als verdiepend uit te voeren. Mocht hij dit niveau aantonen, dan krijgt hij vrijstelling voor de stage I
94
5. Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Opsomming van de HAN-gecertificeerde minoren die de opleiding verzorgt. Conform artikel 3.4 lid 8 van de OER De opleiding Technische bedrijfskunde biedt de volgende minoren aan: -
Minor Industrial Management voor technici: dit is een voltijd minor en deze is niet toegankelijk voor TBK studenten Minor World Class Performance: deze minor is verdiepend voor TBK studenten en wordt zowel in de voltijd als in de deeltijd aangeboden.
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015 Naam owe/it
Minor Industrial Management
Code owe/it
TB-V-IM
Doelgroep
Voltijdstudenten techniek in de hoofdfase van de eigen studie met interesse voor het managen van een industrieel bedrijf. De Minor IM heeft als doel technische studenten die geen uitgebreide bedrijfskundige achtergrond hebben, wegwijs te maken in het opzetten en organiseren van een productiebedrijf. Dit houdt in dat de nadruk ligt op de inrichting en besturing van productieorganisaties en productielogistiek, het kunnen vertalen van klant- en omgevingseisen in producten, het kunnen vormgeven van een strategie van een bedrijf.
Onderwijsperiode
Semester I
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
Ingangseisen
Studenten techniek die in bezit zijn van de propedeuse. (Minimaal 60 studiepunten). Studenten TBk mogen aan deze minor niet meedoen.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
Blok1: BT 1 Productie en Logistiek Blok 2 BT 5 Marketing
Competenties
Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder
Algemene omschrijving
De Minor IM heeft als doel technische studenten die geen uitgebreide bedrijfskundige achtergrond hebben, wegwijs te maken in het opzetten en organiseren van een productiebedrijf.
95
Samenhang
Deze OWE is een “Light”versie van de opleiding TBk. Onderdelen uit alle OWE’s komen in meer of mindere mate naar voren in deze Minor (niveau 2)..
Activiteiten en werkvormen
Tijdens de Minor zal de student het hoofdonderdeel van elk blok (blok 1: Productiebeheersing en logistiek en blok 2: Marketing en commercie) door uitvoeren van opdrachten tot zich nemen. Deze opdrachten worden door inhoudelijk deskundige tutoren beoordeeld en begeleid. Theoretische ondersteuning vindt plaats door hoorcolleges over het vakgebied. Projectmanagementvaardigheden worden ontwikkeld tijdens het project. Ingebed in het project zijn er verplichte workshops professional skills, expert bijeenkomsten en tutorbijeenkomsten. Er wordt geregeld gerapporteerd aan de opdrachtgever. Bedrijfseconomische kennis zal door hoorcolleges, door zelfstudie en het onder begeleiding oefenen op bedrijfseconomische vraagstukken tijdens werkcolleges worden overgebracht. Organisatiekundige kennis wordt door het zelfstandig bestuderen van literatuur en het discussiëren hierover met medestudenten. Dit wordt door hoorcolleges begeleid. Door het spelen van bedrijfssimulatie / managementgames (op het gebied van logistiek en op het gebied van Strategie/Bedrijfseconomie) worden de verschillende soorten kennis en vaardigheden geïntegreerd. Tijdens de loop van de minor worden gastcolleges (ong. 3) van sprekers uit het bedrijfsleven, onderwijs en wetenschap uitgenodigd om over onderwerpen van de minor te vertellen. Aan het eind van de minor wordt tijdens een studiereis bezoeken afgelegd aan bedrijven en andere organisaties. Werkvormen zijn: Hoorcolleges, Tutorbijeenkomsten Feedbackbijeenkomsten Werkcolleges Managementgames Expertbijeenkomsten
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
Productie en logistiek
TB-MIMA-Kt1
Kennistoets
1
5,5
1
Supply chain management
TB-MIMA -SCM
Kennistoets
1
5,5
1
Bedrijfseconomie 1 TB-MIMA -BEC1
Kennistoets
1
5,5
1
Blok 1
96
Organisatiekunde 1
TB-MIMA BEO1
Kennistoets
1
5,5
1
Bedrijfsproject 1
TB-MIMA-PRO1
Groeps-assessment
1
5.5
2
TB-MIMA-IPV-1
Individueel assessment
1
V
2
TB-MIMA-Kt2
Kennistoets
1
5,5
1
Bedrijfseconomie 2 TB-MIMA -BEC2
Kennistoets
1
5,5
1
Organisatiekunde
TB-MIMA-BEO2
Kennistoets Verslag
1
5,5
1
Bedrijfsproject 2
TB-MIMA-PRO2
Groeps-assessment
1
5.5
2
Bijdrage aan project 2
TB-MIMA-IPV-2
Individueel assessment
1
V
2
5.5V
1*
Bijdrage aan project 1 Blok 2 Marketing
Managementgame TB-MIMA -MG Compensatie-mogelijkheden
Vaardighedentoets 1
Geen
Tentamenmoment Einde blok 1, Einde blok 2, Einde blok 3 Beoordelingscrite- Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder ria Studiematerialen Verplichte literatuur
Blok 1 Productiebeheersing / logistiek: Reader “Productiebeheersing en logistiek voor Minor IM”. Supply chain management: “Werken met supply chain management.” (Ploos van Amstel en Van Goor) ISBN 9789020733297 Organisatiekunde: Inleiding organisatiekunde (Ten Berge /Oteman. ISBN 9789046902394 (druk 2, 3 of 4). Blok 2 Marketing: Business Marketing (Gelderman, K. ISBN 9789001797089) Algemeen / beide blokken Bedrijfseconomie: Basisboek Bedrijfseconomie (Boer, P. de) : ISBN: 9789001702427 Basisboek Bedrijfseconomie Opgaven (Boer, P). ISBN: 9789001702434
97
Competenties/Indicatoren/Beoordelingscriteria
Beroepstaak blok 1 BT1:
Identificeren. beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van logistiek, productiebesturing en productie inrichting.
Toetscode
Indicator
TB-MIMA-BEC1 Bedrijfseconomie
Kan de inkomsten/uitgaven opbrengsten en kosten van een bedrijf toelichten. Kan de methode van Direct Costing toepassen/Breakevenanalyse/Standaardkostprijs/Indirectekostencalculaties. Kent de basis van kostenallocatie en beslissingscalculatie in de bedrijfseconomie. Kan de methode van Direct Costing toepassen. Kan de standaard Kostprijs(transactieresultaat verkoop vs. bezettingsresultaat in productie(afdelingen)) van productie berekenen. Kan indirecte kosten in een productie omgeving bepalen met equivalentie methode, opslagmethode en Productie Centra Methode. TB-MIMA-BEO1 Kan op basisniveau aangeven hoe een organisatie tot een strategie komt Bedrijfsorganisatie en kan op basisniveau aangeven wat de invloed is op de organisatie. Kan bedrijfsniveaus en acties onderscheiden op basisniveau in: operationeel, tactisch en strategisch. Kent de onderdelen van het 7 S model in samenhang en kan een bedrijf beschrijven in termen van de verwachte kennis met gebruikmaking van het 7 S model. Herkent de samenhang of gebrek aan samenhang tussen de aspecten van het 7 S model (Strategie, structuur, systemen, skills, staff, style en shared values) in een organisatie. TB-MIMA-PRO Kan beschrijven welke logistieke keuzes je op verschillende niveaus in je Productie en bedrijf kunt maken, en welke omgevingsfactoren hierop van invloed zijn. Logistiek Kan een productstructuur op stellen en deze vereenvoudigen. Kan op basis van de productstructuur een productiestructuur voorstellen en de hierin te maken keuzen beargumenteren Is bekend met de verschillende voorraadbegrippen en hun toepassingen. Kent verschillende voorraadbeheersingsmethoden beschrijven en toepassen. Kan de verschillende Klant Order Ontkoppelpunten benoemen en herkennen in een casus.
Competentie C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1 C1
C2
C2 C1 C1 C1 C1 C1 C1 98
Kan de verschillende productiefilosofieën (Push, Pull, JIT, KANBAN, TOC, DBR) beschrijven, hun voor- en nadelen opsommen, herkennen in een casus en aangeven waar zij toegepast worden. Kan beschrijven hoe de productie en logistiek op strategisch, tactisch en operationeel niveau gepland kan worden om tijdige levering aan de klant te garanderen (MPS, MRP, RCCP). Kan op basaal niveau MPS, MRP en RCCP planning uitvoeren. Kan de trends in supply chain benoemen en de gevolgen en mogelijkheden hiervan voor planning en besturing binnen een bedrijf. Kan keuzes (en de argumenten hierbij) voor distributie en reverse logistics benoemen. Kan modelleringtechnieken gebruiken om vanuit verschillende invalshoeken (goederenstroom, informatievoorziening, productie inrichting) het productieproces te ontwerpen. Is in staat voor een geschetste bedrijfs/productie situatie een beargumenteerd voorstel te doen voor de manier van besturing (push/pull of combi), de positie van de voorraadpunten en de gehanteerde bestelmethodes. Kan een logistiek / productieschema lezen, begrijpen, opstellen en aanpassen. Kan productie op basisniveau inrichten volgens de JIT methodiek. Kan productie op basisniveau inrichten volgens de TOC methodiek.
TB-V-MIMA-MG Planningsgame TB-V-MIMA- proj. 2
TB-MIMA-SCM Supply Chain Management
Kan het planningsproces binnen een bedrijf op de verschillende niveaus toelichten en een planning opstellen (MPS, MRP, RCCP) Kan in een gesimuleerde omgeving de logistieke en productieprocessen uitvoeren en de problemen hierin herkennen en bijsturen. Is bereikbaar en aanspreekbaar voor één of meer medewerkers. Voelt zich verantwoordelijk voor het eindproduct. Verdeelt taken, rekening houdend met de capaciteiten van één of meer medewerkers Signaleert het (dis)functioneren van projectleden en maakt dit bespreekbaar Neemt initiatief bij het bewaken van de voortgang van het project. Weet waar het project zich bevindt in een planning. Neemt actief deel aan het groepsproces. Toont empatisch vermogen binnen de groep. Draagt verantwoordelijkheid binnen de groep voor het resultaat. Kent de rollen binnen het groepsproces. Communiceert over eigen voortgang en bespreekt dit in het projectteam. Kan met een groep resultaat bereiken. Communiceert over de resultaten met de opdrachtgever en stakeholders. Kent verschillende methoden voor het inrichten en onderhouden van een supply chain en hun toepassingen en de voor- en nadelen ten opzichte van individuele bedrijfsproces-optimalisaties. Kent de verschillende eigenschappen van een op vraagprognose bestuurde supply chain (push) en een demand driven supply chain (pull). Kan de meest succesvolle schakel in de keten voor de rol van ketenmanager en ketenregisseur bepalen.
C1
C1 C1 C1 C1
C2
C2 C4 C4 C4
C5 C5 C8a C8a C8a C8a C8a C8a C8b C8b C8b C8b C8b C8b C8b C1
C1 C1
99
Kent de invloeden van supply chain schakels (klanten en leveranciers) op het eigen productieproces en kent de verschillende vormen en niveaus voor ketenintegratie. Herkent op verschillende aspecten het evolutiestadium in de supply chain ontwikkeling van een keten en kan succesvolle verbeteropties bepalen Kan een methode toepassen om succesbepalende factoren binnen een bedrijf en in de keten te meten en te volgen. Kent de criteria voor het afwegen van een make-or-buy beslissing en kan deze toepassen.
C1
C5 C5 C1
Beroepstaak blok 2 BT2:
Identificeren, beheersen, evalueren, verbeteren en uitvoeren van processen op het gebied van inkoop en verkoop.
Toetscode
Indicator
TB-MIMA-BEC2 Bedrijfseconomie
Je kunt de inkomsten/uitgaven opbrengsten en kosten van een bedrijf toelichten Je kunt de methode van Direct Costing toepassen/Breakevenanalyse/Standaardkostprijs/Indirectekostencalculaties Opstellen Investeringsbegroting en -financiering Liquiditeitsbegroting kunnen opstellen Op basis van een jaarrekening kunnen adviseren over financieel beleid Ondernemingsplanning (balansprojectie; V&W rekeningsprojectie; liquiditeitsontwikkeling), TB-MIMA-BEO2 Kent de onderdelen van het 7 S model in samenhang en kan een bedrijf Bedrijfsorganisatie beschrijven in termen van de verwachte kennis met gebruikmaking van het 7 S model. Kan (internationale)bedrijfsculturen herkennen. Kan met mensen van andere landen culturen overleggen over bedrijfskundige aspecten. TB-MIMA-PFSK2 Stelt zich open voor een dialoog, leeft zich in de situatie van de ander in, Communicatieve interpreteert (non-verbale) signalen en benoemt en vraagt om reactie of Vaardigheden instemming van de ander. Klant- en inkoopgesprekken. Zoekt bij het schrijven van interne en externe documenten een bij de situatie passende vorm van communiceren. specifiek verkoopbrieven. perspectief van de klant kiezen, de klant aanspreken: begeleidende brief bij offerte en direct mail. Is klantgericht. Heeft inzicht in de (onuitgesproken) wensen en behoeften van de klant. Kan een verkoopgesprek voeren, kan een offerte opstellen, kan een direct mail opstellen. TB-MIMA-MG Je kunt voor een eenvoudige casus een ondernemingsplan op stellen Managementgame (investering en financiering) Maakt een financiële onderbouwing voor beslissingen. toets Kent de basisbegrippen uit de strategie (bijvoorbeeld aan de hand van Marketing onderscheidende competenties, tactiek, strategie, Porters en Treacy en Wiersema typologieën) Kan op basisniveau aangeven hoe een organisatie tot een strategie komt en kan op basisniveau aangeven wat invloed is op de organisatie.
Competentie C1 C1 C1 C1 C1 C1
C2 C2 C2
C9 C9 C9 C11 C11 C11 C1 C11
C1 C1
100
project 2
Kan bedrijfsniveaus en acties onderscheiden op basisniveau in: operationeel, tactisch en strategisch. Kent de basisbegrippen uit de marketing (o.a. 4p’s, klantwaarde, SWOT.Porter strategieën enz.) Kan aangeven wat het belang van inkoop is voor een bedrijf Kan de kraljic matrix op hoofdlijnen uitleggen. Kan een externe analyse van het bedrijf maken t.b.v. de (marketing)strategie op micro, macro en mesoniveau. Kan een interne analyse van het bedrijf maken t.b.v. van de (marketing)strategie. Kan een Portfolio-analyse uitvoeren. Kan een marktonderzoek opzetten. Stelt productspecificaties op van een bestaand product of dienst. Kan de doelstellingen van de in- en verkoopprocessen formuleren Heeft een duidelijke visie voor het functioneren van een in- of verkoopafdeling als onderdeel van een (productie)bedrijf en een (productie)keten en kan dit omzetten in concrete doelstellingen Kan een inkoopbeleid opstellen, gebaseerd op de verschillende marktvormen. Kan een inkoopportfolio uitwerken en de leveranciersselectie hierop baseren Kan op basis van een visie de activiteiten van een in- of verkoopafdeling vormgeven Kan de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een inkoper opstellen Kan processen in een in- of verkoopafdeling definiëren, vormgeven en visualiseren Kan klanteisen vertalen naar organisatie eisen in structuur en producten Schakelt indien nodig tussen inhouds- en betrekkingsniveau (gevoelsaspect). Kan de boodschap overtuigend overbrengen bij verschillende doelgroepen. Kent de fasering in het inkoopproces en kan hier inhoud aan geven. Kan de zaken benoemen waarover men met leveranciers afspraken moet maken en kan deze ook maken. Kan een markt segmenteren en segmentatievariabelen definiëren. Kan het bedrijf positioneren t.o.v. de concurrentie. Kan een ondernemingstrategie ontwikkelen en ten uitvoer brengen. Kan een ondernemingstrategie omzetten in eisen aan een organisatie. Kan mogelijkheden voor strategische samenwerking definiëren. Kan een marketing mix opzetten. Neemt actief deel aan het groepsproces Toont empatisch vermogen binnen de groep Draagt verantwoordelijkheid binnen de groep voor het resultaat Kent de rollen binnen het groepsproces Communiceert over eigen voortgang en bespreekt dit in het projectteam. Kan met een groep resultaat bereiken Communiceert over de resultaten met de opdrachtgever en stakeholders.
C1 C1 C1 C1 C2 C2 C2 C2 C2 C4
C4 C4 C4 C4 C4 C4 C4 C9 C9 C11 C11 C11 C11 C11 C11 C11 C11 C8b C8b C8b C8b C8b C8b C8b 101
Is bereikbaar en aanspreekbaar voor één of meer medewerkers. Voelt zich verantwoordelijk voor het eindproduct. Verdeelt taken, rekening houdend met de capaciteiten van één of meer medewerkers Signaleert het (dis)functioneren van projectleden en maakt dit bespreekbaar Neemt initiatief bij het bewaken van de voortgang van het project. Weet waar het project zich bevindt in een planning
C8a C8a C8a C8a C8a C8a
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Specialisaties manufacturing, services, product development toegevoegd Casustoets verwijderd Leerdoelen geherformuleerd volgens taxonomie van Bloom
Naam owe/it
Minor World Class Performance / Lean Management
Code owe/it
TB-M-WCPVT/1
Doelgroep
Studenten die een bedrijfskundige, technische of bedrijfseconomische opleiding volgen en zich willen verdiepen in kennis over het continu verbeteren van processen in organisaties door het toepassen van de Lean Management filosofie vanuit hun eigen vakdiscipline.
Onderwijsperiode
Blok 1 en 2 (september tot en met januari)
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
30 studiepunten
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 180 Stage 400 Zelf 260 840
Toestemming van de SLB-er van je eigen opleiding 120 studiepunten behaald, bij aanvang van de minor Minimaal een oriënterende stage hebben vervuld, of vrijstelling op basis van MBO-stage Je hebt interesse in - en beschikt over enige bedrijfskundige voorkennis op het gebied van kwaliteit, planning en besturing van processen, logistiek en financiën.
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
Het initiëren, uitvoeren en begeleiden van procesverbeteringen in uitvoerende en/of ondersteunende processen en het ontwerpen van oplossingen gebaseerd op de principes van Lean en/of QRM, als trekker, (assistent-) projectleider of teamlid.
102
Competenties
Vakkennis en vaardigheden: van onder andere continu verbeteren, de Lean filosofie, Value stream, Flow, Kaizen, 5S, Six Sigma, TPM, OEE, Quick Response Manufacturing (niveau 3) Analyseren van processen en hun organisatie (niveau 3) Inrichten / ontwerpen van processen en hun besturing, logistieke ketens, organisatie (niveau 3) Adviseren: over procesoptimalisatie, continu verbeteren, logistieke systemen, organisatieontwikkeling (niveau 3) Effectief communiceren: rapporteren, presenteren, gesprekken voeren, onderhandelen (niveau 3) Projectmanagement / initiëren en aansturen van een verbeterproject: projectfasering, projectleiding, aansturen van een multidisciplinair team, rapportage (niveau 3)
Algemene omschrijving
Veel organisaties en bedrijven vinden het moeilijk om Lean toe te passen in hun specifieke omgeving. In de minor WCP verdiep je je in de Lean filosofie en leer je hoe je die kunt gebruiken om te komen tot concrete verbeteringen in de praktijk. We richten ons daarbij niet alleen op seriematige en klant specifieke productieprocessen, maar bieden ook specialisaties gericht op de organisatie van productontwikkeling en het inrichten en verbeteren van administratieve en dienstverlenende processen. Tijdens de bedrijfsopdracht breng je deze kennis in praktijk in een Lean project bij een organisatie die zo goed mogelijk past bij je interessegebied en opleiding.
Samenhang
Deze minor WCP gaat specifiek in op het verbeteren van processen volgens de principes van Lean Management en QRM en is daarom voor TBK-studenten en studenten uit andere richtingen aanvullend op overige OWE's.
Activiteiten en werkvormen
Hoorcolleges Workshops Integrale casus opdracht (groepsopdracht tijdens eerste 6 weken) Bedrijfsopdracht (stage bij bedrijf gedurende 13 weken)
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
TB-VWCP-CA
Integrale casusopdracht
Groepsbeoordeling 2,5 op product en individuele procestoets
5,5
n.v.t.
TB-VWCP-KT
Kennistoets
Schriftelijke toets
5,5
n.v.t.
TB-VWCP-BO
Bedrijfsopdracht Beoordeling op 5 basis van portfolio bedrijfsopdracht en presentatie.
5,5
n.v.t.
Compensatiemogelijkheden
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
2,5
Geen
103
Tentamenmoment Week H blok 1 en Week C blok 2 Beoordelingscriteri Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder a Studiematerialen Verplichte literatuur
Bicheno, J., & Holweg, M. (2009). The Lean Toolbox (Fourth ed.). Buckingham, England: PICSIE Books. Rother, M., & Shook, J. (2003). Leren Zien. Driebergen: Lean Management Instituut. Shook, J. (2010). Managing to learn. Driebergen: Lean Management Instituut. Suri, R. (2010). It's About Time. New York: CRC Press. Wiegel, V., & Maes, J. (2015). Succesvol Lean (2-de ed.). Amsterdam: Pearson.
Toetscode Thema TB-VWCP-KT PDD
TB-VWCP-KT PDD
TB-VWCP-KT PDD
TB-VWCP-KT PDD TB-VWCP-CA TB-VWCP-BO TB-VWCP-KT PDD TB-VWCP-CA TB-VWCP-BO TB-VWCP-CA PDD TB-VWCP-BO
TB-VWCP-CA PDD TB-VWCP-BO
TB-VWCP-CA PDD TB-VWCP-BO TB-VWCP-CA AN TB-VWCP-BO
TB-VWCP-CA AN TB-VWCP-BO
Indicatoren Beschrijven wat het belang is van Lean en QRM, hoe deze zich tot elkaar verhouden en wat de verschillen zijn. De 5 Lean principes volgens Womack en Jones kunnen benoemen en de Lean concepten en technieken relateren aan deze principes. De 14 management principes van Liker kunnen benoemen en de Lean concepten en technieken relateren aan deze principes. De 8 verspillingen (TIMWOODT) kennen, kunnen beschrijven en herkennen in processen
Competentie C1
De belangen van de klanten en de organisatie (Voice of customer/business) identificeren en vertalen naar doelen, op basis van het Kano model en in termen van QDCMMS De methodiek Verbeter Kata en A3 inzetten om een verbeterplan te ontwikkelen, te communiceren en te beschrijven op een effectieve en consistente wijze. Een visie, uitdaging en doeltoestand voor een verbeterproject opstellen/specificeren, de scope van een verbeterproject bepalen, en deze beoordelen op bruikbaarheid. Een business case opstellen, waarin de impact van een verbeterproject op de balans en de verlies- & winst rekening aangegeven worden. Context relevante en objectieve procesbeschrijvingen maken, hierbij gebruikmakend van onderbouwd gekozen, in de literatuur en/of college behandelde, methoden/technieken. Vanuit de procesbeschrijving de grootste verspillingen identificeren.
C2, C4
C1
C1
C2, C4
C7, C8, C9
C7, C8
C7, C8
C4
C2, C4
104
TB-VWCP-KT AN TB-VWCP-CA AN TB-VWCP-BO TB-VWCP-KT AN TB-VWCP-CA TB-VWCP-BO TB-VWCP-CA AN TB-VWCP-BO TB-VWCP-CA AN TB-VWCP-BO TB-VWCP-CA AN TB-VWCP-BO TB-VWCP-KT VB
TB-VWCP-KT VB
TB-VWCP-KT VB
TB-VWCP-CA VB TB-VWCP-BO
TB-VWCP-KT VB TB-VWCP-KT VB TB-VWCP-BO
TB-VWCP-KT VB
TB-VWCP-KT BOR TB-VWCP-CA TB-VWCP-BO TB-VWCP-KT BOR TB-VWCP-CA TB-VWCP-BO TB-VWCP-CA BOR TB-VWCP-BO
Een voortbrengingssysteem kunnen modelleren met gebruik van de principes van Factory Physics Kan op een verantwoorde wijze data verzamelen omtrent de probleemsituatie en de oorzaken daarvan. De (beschrijvende) statistiek toepassen op de dataverzameling en de resultaten van de statistische analyseren (data-interpretatie). Kan een probleemdefinitie duiden en aan de hand van inzicht in gegevens de gap tussen norm en current state vaststellen. De kernoorzaken van hét probleem weten te achterhalen door gebruik te maken van de behandelde Lean tools en technieken. Kan problemen, oorzaken en oplossingen prioriteren d.m.v. analyse De begrippen Flow, Push en Pull beschrijven, toepassen en evalueren en de stappen en voorwaarden benoemen die hiervoor nodig zijn. Het belang van foutvrij werken (Jidoka) en het fout bestendig maken van processen kunnen evalueren (5) en poka yoke oplossingen kunnen creëren (6) Het belang van Demand management beschrijven en verschillende instrumenten benoemen en om de klantvraag zo voorspelbaar mogelijk te maken of om te gaan met blijvende ongelijkheden. Een Future State VSM tekenen met een juist gebruik van de VSM symbolen en hierin het klantorder ontkoppelpunt (KOOP) en het pacemaker proces herkennen of definiëren. Specifieke uitwerkingen worden in de specialisatie in detail behandeld De filosofie en de basisprincipes van QRM beschrijven en uitleggen De 5S-methode beschrijven en deze toepassen in een relevante omgeving en aangeven welke betekenis 5S heeft in het kader van visueel management De herkomst en het belang van standardized work beschrijven, de voorwaarden en de plaats in de organisatie en het verband tussen technische structuur en sociale structuur beschrijven. Visueel management in relatie brengen tot borging van de verbetering en de rol van standard work hier begrijpen De relevante kritische succesfactoren in het algemeen benoemen en weten hoe deze toegepast worden binnen een bepaalde context Het belang en de kenmerken van performance management binnen het WCP-perspectief beschrijven en een eenvoudig performance board
C1, C4 C2
C2
C2, C4
C2, C4
C2, C4 C1, C4
C1, C4
C1, C4
C2, C4
C1 C1
C1, C4
C1, C4
C1, C4
C7, C8
105
opstellen en dit inzetten voor de ondersteuning van een verbeterproces TB-VWCP-BO BOR
TB-VWCP-BO BOR TB-VWCP-CA BOR TB-VWCP-BO TB-VWCP-CA BOR TB-VWCP-BO TB-VWCP-BO VM
TB-VWCP-BO VM
TB-VWCP-BO VM TB-VWCP-BO VM
TB-VWCP-BO VM
TB-VWCP-CA SMAN TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
Performancebord meeting begeleiden en de juiste dialoog tussen medewerkers en leidinggevende initiëren Een effectieve werkinstructie opstellen en de aspecten benoemen die hierin van belang zijn De achterliggende filosofie van de verbeter-kata uitleggen en een kata uitvoeren aan de hand van de standaard checklijst Coachings-kata kennen als uitdrukking van verbetercultuur De aspecten en het belang van een stakeholderanalyse beschrijven, de stakeholders identificeren en bepalen of en hoe zij in het project betrokken moeten worden Lean methoden en aspecten van leiderschap, houding en cultuur kunnen benoemen gerelateerd aan de bedrijfsspecifieke context van verbetertraject Het Kaizen concept beschrijven en toepassen op een probleem De aspecten en het belang beschrijven van het adviseren op een manier die past bij het punt waar de organisatie en haar mensen staan (welke stap in ACCA moet worden gecommuniceerd) Beschrijven wat de verschillende voorkeursstijlen bij veranderen zijn, en wat de kenmerken van ieder van de stijlen is en hiermee rekening houden bij het uitbrengen van advies De begrippen Flow, Push en Pull toepassen in verschillende fysieke transformatieprocessen De begrippen Autonomation, Andon en Poka yoke beschrijven en toepassen in verschillende transformatieprocessen door o.a. poka yoke oplossingen kunnen genereren en rubriceren Het ontstaan en de basisprincipes van SMED beschrijven en het belang van korte omsteltijden en de impact op de flow uitleggen Beschrijven en uitvoeren hoe het omstellen systematisch gereduceerd kan worden aan de hand van de SMED-aanpak. Het ontstaan en de basisprincipes van TPM beschrijven, beschrijven welke middelen en organisatievormen er zijn en TPM gereedschappen als OEE toepassen op een praktijksituatie. Visueel management kunnen toepassen in verschillende processen
C7, C8, C9
C4 C6
C6 C7, C8, C9
C7, C8, C9
C2, C4 C6
C7, C8, C9
C1, C4 C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4
106
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN
TB-VWCP-CA SMAN TB-VWCP-CA SMAN TB-VWCP-CA SMAN TB-VWCP-CA SSRV
TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD
TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD
TB-VWCP-CA SPD
De verschillende klantorder ontkoppelpunten (KOOP) beschrijven, in een proces bepalen waar het KOOP ligt en van de verschillende alternatieven de voor en nadelen benoemen vanuit het Lean perspectief Diverse principes van planning & scheduling (heijunka, kanban, fifo, EPEC/X, Conwip, Drum/buffer/rope etc) beschrijven en op passende wijze toepassen binnen bedrijfsomgeving (verdieping op demand management). Het belang van right sized machinery kunnen beschrijven en afwijkingen hiervan ("monuments") kunnen herkennen en elimineren Een Future State VSM tekenen met een juist gebruik van de VSM symbolen en hierin het klantorder ontkoppelpunt (KOOP) en het pacemaker proces definiëren. Een fysieke lay-out van een Future state proces ontwerpen die aansluit bij een ontwikkelde Future State VSM. De randvoorwaarden en de stappen voor de implementatie van QRM beschrijven en toepassen De werkwijze van QRM-tools als MCT, FTMS en POLCA beschrijven en toepassen Specifieke oplossingen generen voor een Future State die passen in een HVLV omgeving Herkennen en toepassen van geleerde Lean concepten en technieken in een administratieve en dienstverlenende omgeving De minor student kent de generieke elementen van een stage gate model De minor student ziet het belang van concurrent & simultane productontwikkeling en de keuze van de productarchitectuur De minor student weet wat de elementen zijn van Lean Productontwikkeling (11 elementen) De minor student kent de elementen en de waarde van visueel management in de organisatie van productontwikkeling (obeya) Heeft kennis en begrip van de theorie van de QFD
C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4 C1, C4 C1, C4 C1, C4
C1 C1, C4
C1 C1
C1
107
TB-VWCP-CA SPD
TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD
TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD
TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD TB-VWCP-CA SPD
Kent de verschillende ‘’kamers’’ van het ‘’QFD huis’’ en de functie daarvan o Kan klanteisen analyseren (VOC, klantkamer) o Kan vanuit een concurrentieanalyse het eigen product positioneren (concurrentiekamer) o Kan technische specificaties van het product opstellen (engineeringskamer) o Kan onderlinge correlatie tussen technische specificaties bepalen (zolder) o Kan de technische specificaties (gewogen) koppelen aan klanteisen (integratiekamer) o Kan streefwaarden bepalen voor het te ontwerpen product/dienst (testkamer) Kan de QFD toepassen op een al reeds bestaand ontwerp Kan de QFD toepassen op het verbeteren van een product Kan de QFD toepassen op een nieuw te ontwikkelen product De student kent de stappen van modulair ontwerpen (MFD) De student kan deze stappen toepassen in een ontwerp/verbeterproject. o De student kan een functie-analyse uitvoeren. o De student kan invulling geven aan module drivers De student kan een bedrijf een advies geven m.b.t. modulair ontwerpen De student kent de belangrijkste termen voor Technology Roadmapping De student kent de verschillende soorten Technology Roadmaps (1 overheid/regio, 2 soort technologie en 3bedrijf). De student kent de stappen om een bedrijfs-TRM op te stellen volgens de T plan methode. De student kan TRM plaatsen binnen strategie en (product en productie) technologie ontwikkeling. De minor student kan de elementen van PAMMEN geïntegreerd, of in de juiste volgorde van stapjes, toepassen.
C1, C4
C2, C4 C2, C4 C2, C4 C1 C2, C4
C6 C1 C1
C1 C1 C2, C4
108
Algemene informatie Gewijzigd t.o.v. 2014-2015
Specialisaties manufacturing, services, product development toegevoegd Casustoets verwijderd Leerdoelen geherformuleerd volgens taxonomie van Bloom
Naam owe/it
Minor World Class Performance / Lean Management
Code owe/it
TB-M-WCPDT/1
Doelgroep
Studenten die een bedrijfskundige, technische of bedrijfseconomische opleiding volgen en zich willen verdiepen in kennis over het continu verbeteren van processen in organisaties door het toepassen van de Lean Management filosofie vanuit hun eigen vakdiscipline.
Onderwijsperiode
Blok 1 en 2 (september tot en met januari)
Studiepunten/ Studielast en onderwijstijd
30 EC
Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen
Aantal klokuren 150 In eigen bedrijf en zelfwerkzaamheid 690 840
Toestemming van de SLB-er van je eigen opleiding. 120 studiepunten behaald, bij aanvang van de minor. Je hebt minimaal 3 jaar ervaring in het werkveld (deze minor wordt ook in een voltijdsvariant aangeboden waarvoor deze eis niet geldt). Er worden geen specifieke eisen gesteld aan de organisatie waar je werkzaam bent. Je hebt interesse in - en beschikt over enige bedrijfskundige voorkennis op het gebied van kwaliteit, planning en besturing van processen, logistiek en financiën
Doelen en werkvormen Beroepstaak/ beroepstaken
Het initiëren, uitvoeren en begeleiden van procesverbeteringen in uitvoerende en/of ondersteunende processen en het ontwerpen van oplossingen gebaseerd op de principes van Lean en/of QRM, als trekker, (assistent-) projectleider of teamlid.
Competenties
Vakkennis en vaardigheden: van onder andere continu verbeteren, de Lean filosofie, Value stream, Flow, Kaizen, 5S, Six Sigma, TPM, OEE, Quick Response Manufacturing (niveau 3) Analyseren van processen en hun organisatie (niveau 3) Inrichten / ontwerpen van processen en hun besturing, logistieke ketens, organisatie (niveau 3) Adviseren: over procesoptimalisatie, continu verbeteren, logistieke systemen, organisatieontwikkeling (niveau 3) Projectmanagement / initiëren en aansturen van een verbeterproject: projectfasering, projectleiding, aansturen van een multidisciplinair team, rapportage (niveau 3)
109
Effectief communiceren: rapporteren, presenteren, gesprekken voeren, onderhandelen (niveau 3) Algemene omschrijving
Veel organisaties en bedrijven vinden het moeilijk om Lean toe te passen in hun specifieke omgeving. In de minor WCP verdiep je je in de Lean filosofie en leer je hoe je die kunt gebruiken om te komen tot concrete verbeteringen in de praktijk. We richten ons daarbij niet alleen op seriematige en klant specifieke productieprocessen, maar bieden ook specialisaties gericht op de organisatie van productontwikkeling en het inrichten en verbeteren van administratieve en dienstverlenende processen. Tijdens de bedrijfsopdracht breng je deze kennis in praktijk bij het maken van een projectvoorstel voor een Lean project in je eigen organisatie.
Samenhang
Deze minor WCP gaat specifiek in op het verbeteren van processen volgens de principes van Lean Management en QRM en is daarom voor TBK-studenten en studenten uit andere richtingen aanvullend op overige OWE's.
Activiteiten en werkvormen
Hoorcolleges Workshops Integrale casus opdracht (groepsopdracht) Bedrijfsopdracht “Preparing for Lean” (Individuele opdracht bij eigen organisatie gedurende)
Tentaminering Informatie per (deel)tentamen Toetscode
Toetsnaam
Toetsvorm
Weging Grens Assessoren Hulpmiddelen
TB-DWCP-CA
Integrale casusopdracht
Groepsbeoordeling 2,5 op product en individuele procestoets
5,5
n.v.t.
TB-DWCP-KT
Kennistoets
Schriftelijke toets
5,5
n.v.t.
TB-DWCP-PFL
Preparing for Lean
Beoordeling op 5 basis van portfolio.
5,5
n.v.t.
Compensatiemogelijkheden
Geen
2,5
Tentamenmoment Week C en Week J blok 2 Beoordelingscriteri Zie Competenties/indicatoren/beoordelingscriteria matrix hieronder a Studiematerialen Verplichte literatuur
Bicheno, J., & Holweg, M. (2009). The Lean Toolbox (Fourth ed.). Buckingham, England: PICSIE Books. Rother, M., & Shook, J. (2003). Leren Zien. Driebergen: Lean Management Instituut. Shook, J. (2010). Managing to learn. Driebergen: Lean Management Instituut. Suri, R. (2010). It's About Time. New York: CRC Press. Wiegel, V., & Maes, J. (2015). Succesvol Lean (2-de ed.). Amsterdam: Pearson.
110
Toetscode Thema TB-DWCP-KT PDD
TB-DWCP-KT PDD
TB-DWCP-KT PDD
TB-DWCP-KT PDD TB-DWCP-CA TB-DWCPBO TB-DWCP-KT PDD TB-DWCP-CA TB-DWCPBO TB-DWCP-CA PDD TB-DWCPBO TB-DWCP-CA PDD TB-DWCPBO TB-DWCP-CA PDD TB-DWCPBO TB-DWCP-CA AN TB-DWCPBO TB-DWCP-CA AN TB-DWCPBO TB-DWCP-KT AN TB-DWCP-CA AN TB-DWCPBO TB-DWCP-KT AN TB-DWCP-CA TB-DWCPBO TB-DWCP-CA AN TB-DWCPBO
Indicatoren Beschrijven wat het belang is van Lean en QRM, hoe deze zich tot elkaar verhouden en wat de verschillen zijn. De 5 Lean principes volgens Womack en Jones kunnen benoemen en de Lean concepten en technieken relateren aan deze principes. De 14 management principes van Liker kunnen benoemen en de Lean concepten en technieken relateren aan deze principes. De 8 verspillingen (TIMWOODT) kennen, kunnen beschrijven en herkennen in processen
Competentie C1
De belangen van de klanten en de organisatie (Voice of customer/business) identificeren en vertalen naar doelen, op basis van het Kano model en in termen van QDCMMS De methodiek Verbeter Kata en A3 inzetten om een verbeterplan te ontwikkelen, te communiceren en te beschrijven op een effectieve en consistente wijze. Een visie, uitdaging en doeltoestand voor een verbeterproject opstellen/specificeren, de scope van een verbeterproject bepalen, en deze beoordelen op bruikbaarheid. Een business case opstellen, waarin de impact van een verbeterproject op de balans en de verlies- & winst rekening aangegeven worden. Context relevante en objectieve procesbeschrijvingen maken, hierbij gebruikmakend van onderbouwd gekozen, in de literatuur en/of college behandelde, methoden/technieken. Vanuit de procesbeschrijving de grootste verspillingen identificeren.
C2, C4
Een voortbrengingssysteem kunnen modelleren met gebruik van de principes van Factory Physics Kan op een verantwoorde wijze data verzamelen omtrent de probleemsituatie en de oorzaken daarvan. De (beschrijvende) statistiek toepassen op de dataverzameling en de resultaten van de statistische analyseren (data-interpretatie).
C1, C4
Kan een probleemdefinitie duiden en aan de hand van inzicht in gegevens de gap tussen norm en current state vaststellen.
C2, C4
C1
C1
C2, C4
C7, C8, C9
C7, C8
C7, C8
C4
C2, C4
C2
C2
111
TB-DWCP-CA AN TB-DWCPBO TB-DWCP-CA AN TB-DWCPBO TB-DWCP-KT VB
TB-DWCP-KT VB
TB-DWCP-KT VB
TB-DWCP-CA VB TB-DWCPBO
TB-DWCP-KT VB TB-DWCP-KT VB TB-DWCPBO TB-DWCP-KT VB
TB-DWCP-KT BOR TB-DWCP-CA TB-DWCPBO TB-DWCP-KT BOR TB-DWCP-CA TB-DWCPBO TB-DWCP-CA BOR TB-DWCPBO
TB-DWCPBO
BOR
TB-DWCPBO
BOR
De kernoorzaken van hét probleem weten te achterhalen door gebruik te maken van de behandelde Lean tools en technieken. Kan problemen, oorzaken en oplossingen prioriteren d.m.v. analyse
C2, C4
De begrippen Flow, Push en Pull beschrijven, toepassen en evalueren en de stappen en voorwaarden benoemen die hiervoor nodig zijn. Het belang van foutvrij werken (Jidoka) en het fout bestendig maken van processen kunnen evalueren (5) en poka yoke oplossingen kunnen creëren (6) Het belang van Demand management beschrijven en verschillende instrumenten benoemen en om de klantvraag zo voorspelbaar mogelijk te maken of om te gaan met blijvende ongelijkheden. Een Future State VSM tekenen met een juist gebruik van de VSM symbolen en hierin het klantorder ontkoppelpunt (KOOP) en het pacemaker proces herkennen of definiëren. Specifieke uitwerkingen worden in de specialisatie in detail behandeld De filosofie en de basisprincipes van QRM beschrijven en uitleggen De 5S-methode beschrijven en deze toepassen in een relevante omgeving en aangeven welke betekenis 5S heeft in het kader van visueel management De herkomst en het belang van standardized work beschrijven, de voorwaarden en de plaats in de organisatie en het verband tussen technische structuur en sociale structuur beschrijven. Visueel management in relatie brengen tot borging van de verbetering en de rol van standard work hier begrijpen
C1, C4
De relevante kritische succesfactoren in het algemeen benoemen en weten hoe deze toegepast worden binnen een bepaalde context
C1, C4
C2, C4
C1, C4
C1, C4
C2, C4
C1 C1
C1, C4
C1, C4
Het belang en de kenmerken van performance C7, C8 management binnen het WCP-perspectief beschrijven en een eenvoudig performance board opstellen en dit inzetten voor de ondersteuning van een verbeterproces Performancebord meeting begeleiden en de juiste C7, C8, C9 dialoog tussen medewerkers en leidinggevende initiëren Een effectieve werkinstructie opstellen en de C4 aspecten benoemen die hierin van belang zijn
112
TB-DWCP-CA BOR TB-DWCPBO TB-DWCP-CA BOR TB-DWCPBO TB-DWCPVM BO
TB-DWCPBO
VM
TB-DWCPBO TB-DWCPBO
VM
TB-DWCPBO
VM
VM
TB-DWCP-CA SMAN TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN
De achterliggende filosofie van de verbeter-kata C6 uitleggen en een kata uitvoeren aan de hand van de standaard checklijst Coachings-kata kennen als uitdrukking van C6 verbetercultuur De aspecten en het belang van een stakeholderanalyse beschrijven, de stakeholders identificeren en bepalen of en hoe zij in het project betrokken moeten worden Lean methoden en aspecten van leiderschap, houding en cultuur kunnen benoemen gerelateerd aan de bedrijfsspecifieke context van verbetertraject Het Kaizen concept beschrijven en toepassen op een probleem De aspecten en het belang beschrijven van het adviseren op een manier die past bij het punt waar de organisatie en haar mensen staan (welke stap in ACCA moet worden gecommuniceerd) Beschrijven wat de verschillende voorkeursstijlen bij veranderen zijn, en wat de kenmerken van ieder van de stijlen is en hiermee rekening houden bij het uitbrengen van advies De begrippen Flow, Push en Pull toepassen in verschillende fysieke transformatieprocessen De begrippen Autonomation, Andon en Poka yoke beschrijven en toepassen in verschillende transformatieprocessen door o.a. poka yoke oplossingen kunnen genereren en rubriceren Het ontstaan en de basisprincipes van SMED beschrijven en het belang van korte omsteltijden en de impact op de flow uitleggen Beschrijven en uitvoeren hoe het omstellen systematisch gereduceerd kan worden aan de hand van de SMED-aanpak. Het ontstaan en de basisprincipes van TPM beschrijven, beschrijven welke middelen en organisatievormen er zijn en TPM gereedschappen als OEE toepassen op een praktijksituatie. Visueel management kunnen toepassen in verschillende processen De verschillende klantorder ontkoppelpunten (KOOP) beschrijven, in een proces bepalen waar het KOOP ligt en van de verschillende alternatieven de voor en nadelen benoemen vanuit het Lean perspectief Diverse principes van planning & scheduling (heijunka, kanban, fifo, EPEC/X, Conwip, Drum/buffer/rope etc.) beschrijven en op passende
C7, C8, C9
C7, C8, C9
C2, C4 C6
C7, C8, C9
C1, C4 C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4 C1, C4
C1, C4
113
wijze toepassen binnen bedrijfsomgeving (verdieping op demand management). TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN
TB-DWCP-CA SMAN TB-DWCP-CA SMAN TB-DWCP-CA SMAN TB-DWCP-CA SSRV
TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD
TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD
TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD
TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD
Het belang van right sized machinery kunnen beschrijven en afwijkingen hiervan ("monuments") kunnen herkennen en elimineren Een Future State VSM tekenen met een juist gebruik van de VSM symbolen en hierin het klantorder ontkoppelpunt (KOOP) en het pacemaker proces definiëren. Een fysieke lay-out van een Future state proces ontwerpen die aansluit bij een ontwikkelde Future State VSM. De randvoorwaarden en de stappen voor de implementatie van QRM beschrijven en toepassen De werkwijze van QRM-tools als MCT, FTMS en POLCA beschrijven en toepassen Specifieke oplossingen generen voor een Future State die passen in een HVLV omgeving Herkennen en toepassen van geleerde Lean concepten en technieken in een administratieve en dienstverlenende omgeving De minor student kent de generieke elementen van een stage gate model De minor student ziet het belang van concurrent & simultane productontwikkeling en de keuze van de productarchitectuur De minor student weet wat de elementen zijn van Lean Productontwikkeling (11 elementen) De minor student kent de elementen en de waarde van visueel management in de organisatie van productontwikkeling (obeya) Heeft kennis en begrip van de theorie van de QFD
C1, C4
C1, C4
C1, C4
C1, C4 C1, C4 C1, C4 C1, C4
C1 C1, C4
C1 C1
C1 Kent de verschillende ‘’kamers’’ van het ‘’QFD huis’’ C1, C4 en de functie daarvan o Kan klanteisen analyseren (VOC, klantkamer) o Kan vanuit een concurrentieanalyse het eigen product positioneren (concurrentiekamer) o Kan technische specificaties van het product opstellen (engineeringskamer) o Kan onderlinge correlatie tussen technische specificaties bepalen (zolder) o Kan de technische specificaties (gewogen) koppelen aan klanteisen (integratiekamer) o Kan streefwaarden bepalen voor het te ontwerpen product/dienst (testkamer) Kan de QFD toepassen op een al reeds bestaand C2, C4 ontwerp Kan de QFD toepassen op het verbeteren van een C2, C4 product 114
TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD
TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD
TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD TB-DWCP-CA SPD
Kan de QFD toepassen op een nieuw te ontwikkelen product De student kent de stappen van modulair ontwerpen (MFD) De student kan deze stappen toepassen in een ontwerp/verbeterproject. o De student kan een functie-analyse uitvoeren. o De student kan invulling geven aan module drivers De student kan een bedrijf een advies geven m.b.t. modulair ontwerpen De student kent de belangrijkste termen voor Technology Roadmapping De student kent de verschillende soorten Technology Roadmaps (1 overheid/regio, 2 soort technologie en 3bedrijf). De student kent de stappen om een bedrijfs-TRM op te stellen volgens de T plan methode. De student kan TRM plaatsen binnen strategie en (product en productie) technologie ontwikkeling. De minor student kan de elementen van PAMMEN geïntegreerd, of in de juiste volgorde van stapjes, toepassen.
C2, C4 C1 C2, C4
C6 C1 C1
C1 C1 C2, C4
115
6. Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad Conform artikel 3.2 lid 8 van de OER N.v.t.
116
7. Eindkwalificaties HBO-bachelorgraad Conform artikel 1.3 van de OER Zie afstuderen
117