OPLEIDING ONCOLOGIE VERPLEEGKUNDIGE
1.
Deskundigheidsgebied van de oncologie verpleegkundige
blad 2 van 13
2.
Eindtermen voor de opleiding tot oncologie verpleegkundige
blad 8 van 13
LRVV Deel 2: Opleiding Oncologie Verpleegkundige
november 2001; blad 1 van 13
OPLEIDING TOT ONCOLOGIE VERPLEEGKUNDIGE De opleiding tot oncologie verpleegkundige heeft tot doel de cursist de vereiste kennis en vaardigheden eigen te laten maken, die hem / haar in staat stelt zelfstandig patiënten te verplegen met oncologische aandoeningen. De cursist dient aan het einde van de opleiding te voldoen aan het gestelde in het deskundigheidsgebied, zoals nader uitgewerkt in de eindtermen.
Deskundigheidsgebied van de oncologie verpleegkundige De beschrijving van het deskundigheidsgebied van de oncologie verpleegkundige is ontleend aan het functieprofiel van de oncologie verpleegkundige (augustus 1998) van de Vereniging van Oncologie Verpleegkundigen (VvOV) en aan de herziene versie van het ‘Core Curriculum for a Post-registration Course in Cancer Nursing (mei 1999) van de European Oncology Nursing Society (EONS). Het deskundigheidsgebied van de oncologie verpleegkundige is vastgesteld door het College Verpleegkundige Vervolgopleidingen Ziekenhuizen (februari 2001) en kent een geldigheid van drie jaar
1.
De handelingscontext
Op het gebied van de zorg aan patiënten met oncologische aandoeningen, heeft de verpleegkundige te maken met een steeds groter wordende patiëntengroep in de Nederlandse gezondheidszorg en samenleving. De oorzaken hiervoor zijn: • de toenemende vergrijzing, waardoor het aantal patiënten met oncologische aandoeningen toeneemt; • de verbetering van de diagnostiek, waardoor steeds vroeger oncologische aandoeningen worden opgespoord en nieuwe vormen van kanker worden ontdekt; • de betere behandelmethoden waardoor ook het aantal patiënten toeneemt die voor kanker behandeld worden of een kankerbehandeling hebben ondergaan waardoor kanker steeds meer een chronische ziekte wordt. De zorg betreft patiënten van alle leeftijdscategorieën, van beide geslachten en met verschillende sociaal-culturele achtergronden. Kanker komt voor in alle orgaanstelsels van het lichaam. Kanker heeft een ingrijpend karakter omdat kanker in onze samenleving nog steeds wordt gezien als een ziekte met een vaak levensbedreigend karakter. Hierdoor heeft kanker gevolgen voor het fysieke, psychische, sociale, emotioneel en spiritueel welbevinden van de patiënt en diens kwaliteit van leven. Behandelingsvormen krijgen een steeds intensiever en specifieker karakter door de snelle medische ontwikkelingen als gevolg van experimenteel onderzoek. Dit leidt tot zowel psychische als somatische blootstelling van patiënten aan een groter risico op complicaties en bijwerkingen tengevolge van die behandelingsvormen. In de zorg aan patiënten met oncologische aandoeningen heeft de verpleegkundige te maken met actuele en potentiële verpleegproblemen en combinaties van verpleegproblemen. Verpleegproblemen als gevolg van de diagnostiek en de behandeling van de tumor en waarbij vaak zonder vastgestelde protocollen gehandeld zal moeten worden. Daarnaast ontstaan vaak onvoorspelbare en voor de patiënt levensbedreigende (potentiële) verpleegproblemen, als gevolg van de ingrijpende behandelingen . Palliatieve zorg is een belangrijk onderdeel van de zorg voor oncologie patiënten. Bijzonder kenmerk van de oncologische zorg is dat er in meerdere van deze settings (mee)gewerkt wordt aan klinisch wetenschappelijk onderzoek. De oncologie verpleegkundige werkt in de preventie, curatie, nazorg, palliatieve zorg en terminale zorg, waardoor het zorgbereik waarbinnen zij zich beweegt, breed is.
LRVV Deel 2: Opleiding Oncologie Verpleegkundige
november 2001; blad 2 van 13
Verpleegkundige zorg aan patiënten met oncologische aandoeningen vindt plaats in meerdere settings zoals: • Ziekenhuizen; • Verpleeg- en verzorgingshuizen; • Hospices; • Thuiszorg ; • En alle transmurale varianten die mogelijk zijn. Specifieke kenmerken van de setting zijn de multidisciplinaire samenstelling van het behandel- en zorgteam en het multispecialistisch karakter ervan. Binnen deze multidisciplinariteit heeft de oncologie verpleegkundige de verantwoordelijkheid haar eigen deskundigheid in te brengen. De oncologie verpleegkundige ondersteunt en werkt samen met de mantelzorg. Binnen de geschetste handelingscontext zijn de beroepsspecifieke vaardigheden, zoals verworven door een initiële opleiding niet toereikend. Oncologie verpleegkundigen worden geacht te beschikken over specifieke kennis en specifieke vaardigheden.
2.
De specifieke eisen om als Oncologie verpleegkundige te kunnen functioneren
In zijn algemeenheid is te stellen dat het specifieke karakter van het functioneren van deze gespecialiseerde verpleegkundige, gelegen is in de kennis, vaardigheden en inzicht van actuele en potentiële problemen die gerelateerd zijn aan kanker en de behandeling van kanker bij patiënten in alle leeftijdscategorieën, en de toepassing van deze kennis en vaardigheden op een groot aantal aspecten van het verpleegkundig handelen. Om als oncologie verpleegkundige te kunnen functioneren dient de verpleegkundige te beschikken over specifieke kennis en inzichten van de oncologische aandoeningen, specifieke diagnostiek, ingrijpende oncologische behandelingen in het bijzonder en de daarbij horende verpleegkundige interventies gedurende alle stadia van het ziek zijn van de patiënt. De zorg voor de oncologie patiënt vereist verpleegkundigen, die op het hele continuüm kunnen omgaan met de gezondheidsproblemen en de specifieke zorgvragen van de oncologie patiënt. Het herkennen en vaststellen van de zorgsituatie en het plannen en uitvoering geven aan complexe interventies behoort tot de competentie van een oncologie verpleegkundige. Daarbij werkt zij deels volgens procedures en combinaties van procedures. Deels ontwikkelt en initieert zij nieuwe procedures, voert deze uit en onderwerpt ze aan toetsing en evaluatie. Het handelingsrepertoire van de Oncologie Verpleegkundige wordt gekenmerkt door: • analytische en probleemoplossende vaardigheden; • technische vaardigheden; • communicatieve vaardigheden; • samenwerkingsvaardigheden; • het vermogen te reflecteren op haar eigen gedrag en handelen. Specifieke kennis is benodigd op het gebied van: • anatomie / fysiologie en pathologie van de orgaansystemen; • biologische en psychische ontwikkeling van de mens in al zijn levensfasen. In het bijzonder de lichamelijke en psychische ontwikkeling van kinderen met kanker en de gevolgen van de behandeling in verband met het ontstaan van tweede primaire tumoren bij kanker overlevenden op langere termijn; • de genetische achtergrond van tumoren; • onderscheiden behandelvormen: Chirurgie, Chemotherapie en het omgaan met toxische stoffen, Radiotherapie en het omgaan met radioactieve bronnen en Biologische therapieën (nucleaire-, hormonale-, immuno- en gentherapie) en de mogelijke combinaties van deze behandelvomen; • experimentele behandelingen en het leveren van een bijdrage aan klinisch wetenschappelijk onderzoek; • complementaire therapieën (o.a. alternatieve therapieën);
LRVV Deel 2: Opleiding Oncologie Verpleegkundige
november 2001; blad 3 van 13
•
• • •
de effecten van het 'natuurlijk' beloop van de ziekte en de behandelmodaliteiten op het verpleegkundig beroepsdomein zoals bijvoorbeeld uitgewerkt volgens de 11 gezondheidspatronen van Gordon en/of ICIDH classificatie; begeleiding van de patiënt en zijn naasten, gedurende alle fasen van het ziekteproces; veilig en verantwoord kunnen werken met gevaarlijke stoffen; ethiek rondom ziek zijn, behandelen en levenseinde.
De oncologie verpleegkundige neemt binnen de grenzen van haar deskundigheid en bekwaamheid, de verantwoordelijkheid voor het verpleegkundig deel van het zorgproces en de coördinatie van het totale zorgproces van oncologie patiënten en hun naasten. Dit houdt in dat een oncologie verpleegkundige: • zelfstandig, algemene en specifieke oncologische verpleegproblemen inventariseert, diagnostiseert, doelen opstelt, verpleegkundige interventies en activiteiten plant, interventies uitvoert, evalueert en rapporteert. Daarbij richt zij zich op het reduceren van beperkingen die ontstaan zijn ten gevolge van de ziekte en de behandeling en/of participatie van de patiënt in zijn sociale context; • zich zo mogelijk richt op de uitkomsten van evidenced based handelen; • in situaties, waarin geen standaarden of handelingsvoorschriften voorhanden zijn, diagnoses stelt en interventies kiest; • ethische vraagstellingen rondom ziek zijn, behandelingen en levenseinde in kan brengen en de patiënt kan begeleiden bij het maken van keuzes hierin; • in staat moet zijn een therapeutisch klimaat te scheppen waarin patiënten en hun families hun behoeften en verwachtingen kunnen uiten en hieraan tegemoet wordt gekomen, rekening houdend met de culturele achtergrond; • specifieke aandacht en begeleiding geeft aan mantelzorgers; • als professional samenwerkt met andere disciplines en hierbij een coördinerende rol heeft.
3.
Specifieke kenmerken van de oncologie verpleegkundige
Refererend aan ‘Gekwalificeerd voor de Toekomst’ (1996) wordt met gebruikmaking van onderstaande clusters van activiteiten en interventies van verpleegkundigen gewezen op specifieke kenmerken van een oncologie verpleegkundige. Alle onderstaande aspecten van verpleegkundig handelen als oncologie verpleegkundige berusten op het beschikken van voornoemde specifieke kennis en vaardigheden.
3.1
Methodische beroepsuitoefening
Oncologie verpleegkundigen zijn in staat, binnen de multidisciplinaire setting, gegevens te verzamelen en te interpreteren, verpleegkundige diagnoses en doelen te stellen, interventies te plannen en deze ook uit te voeren en te evalueren. Daarbij dient rekening gehouden te worden met sterk wisselde omstandigheden en acute situaties. 3.1.1 Verzamelen en interpreteren van gegevens De oncologie verpleegkundige verzamelt systematisch en continu informatie betreffende de gezondheidstoestand van de patiënt. De onvoorspelbaarheid van de gezondheidssituatie en het levensbedreigend karakter voor de patiënt en zijn naasten, compliceren dit aspect van de zorg. De oncologie verpleegkundige is in staat relevante gegevens te verzamelen, deze op de juiste wijze te interpreteren om vervolgens de verpleegkundige diagnose te stellen. De verzamelde informatie wordt geregistreerd, is toegankelijk voor, en wordt besproken met leden van het multidisciplinaire team die betrokken zijn bij het zorgproces van de oncologie patiënt.
LRVV Deel 2: Opleiding Oncologie Verpleegkundige
november 2001; blad 4 van 13
3.1.2 Diagnostische en therapeutische besluitvorming De oncologie verpleegkundige analyseert de gegevens om te komen tot verpleegkundige diagnoses. Deze diagnoses vormen de basis voor het stellen van de doelen, het plannen van de totale zorg, het uitvoeren van de verpleegkundige interventies en evalueren van de zorg met de patiënt. Verpleegkundige diagnoses betreffen zowel problemen van lichamelijke, als ook psychische, sociale, emotionele en spirituele aard van de oncologie patiënt. Naar tijdsduur variëren deze problemen van tijdelijk, langdurig of permanent als gevolg van de kanker zelf en/of de gevolgen van de intensieve en ingrijpende behandeling. 3.1.3 Plannen van verpleegkundige zorg De oncologie verpleegkundige ontwikkelt een individueel verpleegplan. Dit plan is gebaseerd op de vastgestelde verpleegkundige diagnoses en bevat o.a. verpleegkundige interventies gericht op preventie, therapie, rehabilitatie, palliatie en terminale zorg. Gezien het vaak chronische karakter van de ziekte kanker en de gevolgen van de ingrijpende behandelingen, wordt de oncologie verpleegkundige geacht in staat te zijn een langetermijnplanning te maken. Daarbij houdt zij rekening met het onvoorspelbare karakter van de ziekte en de uitkomsten van de behandeling die de termijnplanning kunnen verstoren. 3.1.4 Uitvoeren van zorg De oncologie verpleegkundige gebruikt het verpleegplan om beoogde doelen voor de patiënt te bereiken. De specifieke interventies waarin zich de oncologie verpleegkundige onderscheidt van verpleegkundigen zijn gerelateerd aan de ingrijpende behandelingen en de onderliggende principes en gevolgen. Deze behandelingen / gevolgen en specifieke interventies zijn: Behandelingen
Bij specifieke interventies dient rekening gehouden te worden met:
• • • •
• • • • •
• •
Chirurgische behandeling Radiotherapeutische behandeling Chemotherapie (conventionele en hoge dosis) Biologische therapieën (nucleaire-, hormonale-, immuno-en gentherapie) Complementaire therapieën Experimentele behandelingen
Palliatieve zorg en supportive care • • •
Onderliggende principes Toedieningsvormen Biologische gevolgen Bijwerkingen van behandelingen ARBO-beleid: veiligheidsvoorschriften m.b.t. het werken met gevaarlijke stoffen zoals o.a. chemotherapie en radioactieve bronnen en beleid om ondersteuning te bieden en burn-out te voorkomen zoals het traumaprotocol Gevolgen voor de kwaliteit van leven van de patiënt Uitkomsten van de behandelingen Bijdrage leveren aan klinische wetenschappelijk onderzoek
De oncologie verpleegkundige maakt hierbij gebruik van haar specifieke kennis, inzichten en vaardigheden ten aanzien van symptoombestrijding en ondersteunende zorg. 3.1.5 Evaluatie en rapportage van zorg De oncologie verpleegkundige evalueert en rapporteert zowel mondeling als schriftelijk de geplande verpleegkundige zorg en stelt deze, gezien het veelal onvoorspelbare karakter van de ziekte tijdig bij. De oncologie verpleegkundige rapporteert aan betrokken zorgverleners of aan degenen die de zorg overnemen en maakt hierbij gebruik van de daartoe bestemde systemen in de betreffende instelling.
LRVV Deel 2: Opleiding Oncologie Verpleegkundige
november 2001; blad 5 van 13
3.2
Preventie en GVO
De oncologie verpleegkundige verricht activiteiten op het gebied van preventie. De oncologie verpleegkundige: • geeft mondelinge voorlichting en verstrekt schriftelijke informatie aan mensen over een gezond leefpatroon en de risico's op het krijgen van kanker in relatie tot een ongezond leefpatroon en verwijst zo nodig door naar de juiste instanties (primaire preventie); • geeft mondelinge voorlichting en verstrekt schriftelijke informatie (bijv. screeningsprogramma’s, zelfonderzoek, klinischwetenschappelijk onderzoek etc.) aan mensen die een risicogroep vormen op het krijgen van specifieke vormen van kanker en verwijst zo nodig door naar de juiste instanties (secundaire preventie); • verricht verpleegkundige interventies bij een patiënt met kanker gericht op het beperken van de gevolgen van kanker en kankerbehandeling (tertiaire preventie); tot deze laatste vorm van preventie behoren nadrukkelijk ook het instrueren van patiënten over het gebruik van cytostatica in de thuissituatie en het toepassen van hulpmiddelen, lichaamsverzorging, omgaan met excreta na behandeling met cytostatica en open radioactieve bronnen etc.; • geeft begeleiding en ondersteuning van naasten rondom het overlijden van een patiënt in het kader van rouwverwerking.
3.3 Coördineren en organiseren van zorg De oncologie verpleegkundige werkt samen met eigen en andere professionals binnen een multidisciplinair team aan het verzamelen van informatie over de patiënt, het stellen van de verpleegkundige diagnoses en verpleegdoelen, de planning en uitvoering van interventies en de evaluatie van de zorg. De Oncologie Verpleegkundige heeft daarbij een coördinerende rol ten behoeve van alle disciplines die bij de zorg van de oncologie patiënten zijn betrokken. De complexiteit van de verpleegsituatie, de onvoorspelbaarheid van de gevolgen en uitkomsten van de behandeling, het werken met veel disciplines in wisselende settings, geven aan dit aspect van verpleegkundige handelen haar bijzondere karakter.
3.4 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering 3.4.1 Kwaliteitszorg De oncologie verpleegkundige stelt zich op de hoogte, en levert een bijdrage aan, het door de instelling gevoerde kwaliteitsbeleid / kwaliteitssysteem. Een kwaliteitssysteem is het geheel van procedures, processen, verantwoordelijkheden en de bijbehorende organisatorische voorwaarden voor het ten uitvoer brengen van kwaliteitszorg. Het gaat daarbij om het systematisch bewaken en bevorderen van de randvoorwaarden die een goede patiëntenzorg mogelijk maken. Kwaliteitszorg is de methodisch aanpak om de resultaten van de bedrijfs- en praktijkvoering te verbeteren. Kwaliteitszorg omvat drie aspecten; • verbetering: continue aandacht voor mogelijke verbeteracties; • verankering; het omschrijven en vastleggen van werkwijzen in bijvoorbeeld protocollen en handboeken; • verantwoording: het zowel in- als extern verantwoorden van de bereikte resultaten met behulp van o.a. audits en jaarverslagen. Dit houdt in dat een oncologie verpleegkundige: • alert is op tekortkomingen in de kwaliteit van de patiëntenzorg en initiaieven neemt om deze tekortkomingen op te heffen en/of te verbeteren; • een bijdrage levert aan continue verbetering middels de Plan-Do-Check-Act cyclus; • in haar werkwijze de uitkomsten van de evaluatie van multi- en interdisciplinaire zorg(plannen), intercollegiale toetsing, kwaliteitstoetsing en verpleegkundig onderzoek meeneemt;
LRVV Deel 2: Opleiding Oncologie Verpleegkundige
november 2001; blad 6 van 13
• •
bijdraagt aan de ontwikkeling, implementatie en vastlegging van professionele praktijkstandaarden om de zorg voor de oncologie patiënt mede te kunnen waarborgen en te optimaliseren; verantwoording af kan leggen over de door haar gegeven zorg aan leden van het multidisciplinair team en leidinggevenden.
3.4.2 Deskundigheidsbevordering en consultfunctie De oncologie verpleegkundige is verantwoordelijkheid voor haar eigen professionele ontwikkeling en voortdurende scholing en draagt ook bij aan de professionele ontwikkeling van anderen. In dat kader is de oncologie verpleegkundige in staat bij zichzelf en anderen te reflecteren. De oncologie verpleegkundige is in staat zelfstandig informatie te vergaren. O.a. via internet, opdat zij kan aantonen up-to-date en deskundig te zijn. Dit is van belang voor de eigen verantwoordelijkheid als professional en in het kader van het door instellingen gevoerde kwaliteitsbeleid. De oncologie verpleegkundige speelt een belangrijke rol bij deskundigheidsbevordering van: • aankomend en beginnende oncologie verpleegkundigen; dit in de rol van werkbegeleider; • MBO- en HBO stagiaires; dit in de rol van stagebegeleider; • collega’s die niet dagelijks met oncologie patiënten werken, dit in de vorm van collegiaal overleg; • andere hulpverleners in alle settings waar oncologische zorg verleend wordt. In het kader van deskundigheidsbevordering, voorlichting en preventie organiseert de oncologie verpleegkundige onderwijsactiviteiten en/of patiëntenbijeenkomsten over specifieke thema’s, of neemt als deskundige deel aan specifieke bijeenkomsten.
LRVV Deel 2: Opleiding Oncologie Verpleegkundige
november 2001; blad 7 van 13