Het schrijven van een scriptie
21 november 2006
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Opleiding Fiscaal Recht 010-4088813
Opleiding Fiscaal Recht Handleiding bij het schrijven van een masterscriptie (dan wel doctorale scriptie-oud) De procedure
Na het invullen en inleveren van het aanmeldformulier t.b.v. van de afstudeerscriptie (doctoraal (oud) dan wel master) wordt door de capgroep Fiscaal Recht schriftelijk een scriptiebegeleider toegewezen. Na dit besluit dient de student een afspraak te maken voor het eerste gesprek.
1. Minimaal 1 week voor dit eerste gesprek doet de student de begeleider het volgende in getypte vorm toekomen: a. Een (voorlopige) hoofdstukindeling; b. Een inleiding waarin men in 1 à 1,5 A4 uiteenzet wat de probleemstelling van de scriptie is en wat men denkt te gaan onderzoeken. Tevens zal tijdens dit gesprek indien nodig de afbakening van het onderwerp plaatsvinden. 2. Minimaal 1 week voor het tweede gesprek doet de student de begeleider het volgende in getypte vorm toekomen: a. Een naar aanleiding van het eerste gesprek gewijzigde hoofdstukindeling; b. Een naar aanleiding van het eerste gesprek eventueel gewijzigde inleiding; c. Een (voorlopig) literatuur- en jurisprudentieoverzicht.
Voorwaarden voor het afstuderen: •
• • •
De scriptiebegeleider dient schriftelijk dan wel mondeling mee te delen aan het secretariaat of de scriptie is goedgekeurd. Na goedkeuring dient de “verklaring goedgekeurde afstudeerscriptie” (verkrijgbaar op kamer L7-20) te worden ingevuld. U levert 4 exemplaren van de scriptie en een digitale versie (MS Word) via Upload (zie Sin Online op de desbetreffende Channel) in op de uiterlijke aanmelddatum op kamer L7-20. Bij de sectie examens rechtsgeleerdheid (AB-04) dient u de “verklaring goedgekeurde afstudeerscriptie” in te leveren. Tevens dient u daar het aanvraagformulier voor het afsluitend tentamen (verkrijgbaar bij de sectie examens rechtsgeleerdheid) in te vullen. U krijgt van de sectie examens rechtsgeleerdheid schriftelijk bericht omtrent het tijdstip waarop u afstudeert.
Extra aandachtspunten: • U dient zelf te controleren of u voldoende studiepunten heeft behaald om te mogen afstuderen. Dit is uw eigen verantwoordelijkheid!!! • U dient op de dag van afstuderen ingeschreven te staan als fiscaal student.
LET OP: Het komt voor dat studenten te laat aan de voorbereiding van hun scriptie beginnen en daardoor in de knel komen met beoogde afstudeerdata, de studiefinanciering en dergelijke. Dit zijn evenwel omstandigheden die voor risico van de student komen. Verder leert de ervaring ons dat menig student reeds voor het afronden van zijn/haar scriptie in de praktijk aan het werk gaat. De capgroep Fiscaal recht raadt u dit ten zeerste af. De werkdruk is in een nieuwe baan dermate hoog, dat u beslist niet meer toekomt aan het afronden van uw scriptie en het behalen van uw meestertitel. Door regelmatig nieuw materiaal bij uw scriptiebegeleider in te leveren en vervolgens op korte termijn een afspraak met hem/haar te maken om hierover van gedachten te wisselen kunt u voorkomen dat u het schrijven van uw scriptie op de lange baan schuift. In dit kader zal de scriptiebegeleider na één jaar contact met u opnemen om de voortgang van uw scriptie te evalueren.
Faculteit der Rechtsgeleerdheid - Opleiding Fiscaal Recht Capaciteitsgroep Fiscaal recht / 1
Het schrijven van een scriptie
Inhoudelijke aanwijzingen
21 november 2006
Voor het slagen van de scriptie is het van belang om een beperkt onderwerp te kiezen, dus geen onderwerpen als “Het Belastingrecht”. Algemene onderwerpen zijn zeer tijdrovend; zij leiden bovendien dikwijls tot uitvoerige doch tevens oppervlakkige beschouwingen. Zeer belangrijk is derhalve een zodanige afbakening van uw onderwerp te maken dat het deelonderwerp dat overblijft tot zijn recht kan komen in een scriptie. Begin met een overzicht te maken van de relevante literatuur en jurisprudentie. Noteer alle bronnen direct volledig volgens de eisen van de literatuurlijst; dat bespaart dubbel werk. Noteer voorts bij de bestudering van de literatuur en jurisprudentie alles wat u relevant voorkomt. Met het oog op het notenapparaat van de scriptie is het ook hier van belang om de vindplaatsen direct correct te registreren.
De indeling
De scriptie bestaat uit: a. Het titelblad. De titel moet de inhoud van de scriptie dekken. Op het titelblad worden voorts uw naam, uw examennummer, adres, telefoonnummer en scriptiebegeleider vermeld. b. Eventueel een voorwoord c. De inhoudsopgave d. Een lijst van afkortingen e. Een korte inleiding. Hierin wordt het onderwerp en de structuur van de scriptie (de wijze van behandeling over de verschillende hoofdstukken of paragrafen) uiteengezet. f. Enkele hoofdstukken en paragrafen g. Samenvatting en/of conclusie(s) h. Een alfabetische lijst van aangehaalde literatuur. Zorg voor een correcte vorm van de vermelding van boeken en tijdschriften. i. Een overzicht van de geciteerde jurisprudentie, ingedeeld naar de betrokken instanties. Bij de gerechtshoven, rechtbanken, kantongerecht e.d. dient de vestigingsplaats te worden vermeld. j. De scriptie dient voorts een goed notenapparaat te bevatten (zie de hieronder gegeven aanwijzingen voor het gebruik van noten). Gebruik voetnoten. k. Eventuele bijlagen (vragenlijsten, invulformulieren, onderzoekstabellen).
De omvang
De scriptie omvat 10 ects. De scriptie moet ca. 25.000 woorden omvatten. Dit aantal is slechts richtinggevend want primair gaat het om de kwaliteit en niet om de kwantiteit.
Lay out, taal en stijl
De scriptie moet worden getypt met 1,3 regelafstand in lettertype Arial, lettergrootte 11. Zorg voor een behoorlijke kantlijn (ca. 3 cm). Begin een nieuwe alinea (regel wit ertussen) op plaatsen waar u in het betoog op een ander aspect overstapt. Laat de tekst voor wendingen in het betoog binnen een zelfde alinea enigszins inspringen. Dit verhoogt de leesbaarheid. Tevens is het handig de regels te nummeren (bv. om de vijf regels), dit in verband met eventuele opmerkingen van de scriptiebegeleider, deze kan dan naar een regelnummer verwijzen. Schrijf in goed Nederlands. Maak niet te lange zinnen, maar vermijd evenzeer een hakerige stijl. Raadpleeg Van Dale voor een correcte spelling of gebruik de speller van Word of WordPerfect. Zorg ervoor dat het betoog steeds goed te volgen is. De verschillende passages en alinea’s moeten met elkaar verband houden. Zij moeten ook op zichzelf begrijpelijk zijn. Vermijd dus bijvoorbeeld het aanhalen van wetsartikelen waarvan de inhoud of althans de essentie voor de lezer verborgen blijft. Laat uw tekst ook door anderen lezen; hun commentaar kan de leesbaarheid wellicht ten goede komen. Wees zuinig met citaten. Neem uitvoerige passages in ieder geval niet letterlijk over, maar verwerk de essentie daarvan in uw betoog. Hetzelfde geldt voor citering van jurisprudentie. Gebruik geen hele of halve arresten als bladvulling, maar beperk u bij citering tot de kern van het rechtsprobleem.
De beoordeling
In de beoordeling worden de volgende aspecten betrokken: * de aard van het onderwerp (originaliteit, moeilijkheidsgraad); * het wetenschappelijk niveau (voegt het betoog iets toe aan reeds bestaande inzichten; is er voldoende diepgang) Faculteit der Rechtsgeleerdheid - Opleiding Fiscaal Recht Capaciteitsgroep Fiscaal recht / 2
Het schrijven van een scriptie
* * *
21 november 2006
is de student geslaagd in zijn oorspronkelijke opzet; de schrijfstijl en het taalgebruik; de indeling en verzorging. Voorts speelt een rol in hoeverre de student zelfstandig tot een werkstuk is gekomen. Een scriptie die bij inlevering nauwelijks een voldoende verdient, zal met veel hulp van de docent wel op een hoger niveau gebracht kunnen worden, maar het is natuurlijk niet zo dat het cijfer dan ook evenredig stijgt.
Aanwijzingen voor het gebruik van noten in de scriptie Inleiding
In juridische literatuur wordt veel met noten gewerkt. Het is van belang dat het aanhalen van literatuur en jurisprudentie in noten zo zorgvuldig mogelijk geschiedt. Noten moeten wel relevant zijn. Het is belangrijk dat u in een (werk)stuk steeds op dezelfde wijze de door u geraadpleegde literatuur aanhaalt. Wij raden u de hieronder beschreven citeerwijze aan.
Het gebruik van noten
I
Noten dienen in de eerste plaats ter verantwoording van hetgeen u schrijft. Gebruik ze daarom steeds wanneer u expliciet verwijst naar rechtspraak of literatuur zonder de vindplaats in de hoofdtekst te vermelden.
Voorbeeld
Hoofdtekst: Noot:
Voorbeeld
Hoofdtekst: Noot: blz. .. II
“Zoals de Hoge Raad 1) reeds eerder besliste ...” 1) HR 8 september 1993, BNB 1994/189 “Hofstra 2) is echter van mening dat ...” 2) H.J. Hofstra/L.G.M. Stevens, Inkomstenbelasting, vierde druk, Deventer 1994,
Feiten die van algemene bekendheid zijn, hoeft u uiteraard niet te verantwoorden. Dat wil niet zeggen dat het niet dienstig kan zijn om soms te verwijzen naar bepaalde (hand)boeken die een overzicht van de heersende leer weergeven, indien ook afwijkende standpunten denkbaar zijn.
Voorbeeld
Hoofdtekst: Noot:
“Gaat men er vanuit dat voor overdracht een zakelijke overeenkomst nodig is 3) ...” 3) Dit wordt door de meeste schrijvers aangenomen, zie H. Mobach/L.W. Sillevis, cursus Belastingrecht (Inkomstenbelasting), 2.2.3.C. onder e7.
III
Presenteer nooit iets als uw eigen idee indien een ander dit al op schrift heeft gezet. Dat geldt ook als u te goeder trouw en volledig op eigen kracht op dat idee gekomen bent, doch achteraf tot de ontdekking komt dat een andere schrijver u voor is geweest. Het is dan toch het idee van die ander; u kunt slechts schrijven dat u het hiermee eens bent.
VI
Vermeld nooit bronnen die u niet zelf geraadpleegd hebt; ook andere schrijvers kunnen fouten maken bij het weergeven van inhoud of vindplaats !!
Noten kunnen soms dienen ter toelichting of aanvulling op de hoofdtekst. Probeer deze soort noten echter zoveel mogelijk te vermijden. Houdt ze, indien al noodzakelijk, in ieder geval zo kort mogelijk. Bedenk dat iedere noot voor de lezer een onderbreking bij het lezen van de hoofdtekst vormt. Vuistregel voor de bepaling van wat er in de hoofdtekst en wat in de voetnoot moet komen: de hoofdtekst moet een logisch en sluitend geheel vormen ook zonder dat men de voetnoot leest.
Wijze van aanhalen
Aan te houden volgorde bij: A. Boeken: Initialen + auteursnaam (geen academische titels vermelden), titel van het boek, druk, plaats en jaar van uitgave (niet de uitgever), bladzijde (of eerste en laatste) van het aangehaalde deel.
Voorbeeld
Faculteit der Rechtsgeleerdheid - Opleiding Fiscaal Recht Capaciteitsgroep Fiscaal recht / 3
Comment [DB1]:
Het schrijven van een scriptie
21 november 2006
H.J. Hofstra/L.G.M. Stevens, Inkomstenbelasting, vierde druk, Deventer 1994, blz. 42-45. B.
Dissertaties: als onder a), maar tussen de titel en plaats + jaar van uitgave tevens “diss.” en plaats + jaar van promotie vermelden.
Voorbeeld
H.P.A.M. van Arendonk, Inkoop van eigen aandelen, diss. Rotterdam 1991, blz. --
C.
Tijdschriften: Initialen + auteursnaam, titel van het artikel, naam van het tijdschrift, jaar van verschijning, blz. Voorbeeld: (na de titel van het artikel vermelden) J.J.M. Jansen, Het wetsvoorstel “groen beleggen” is te grijs, WFR 1993/6067, blz. 1233
D.
Pré-adviezen: Initialen + auteursnaam, titel preadvies, vereniging waarvoor het werd geschreven.
Voorbeeld:
R.P.F.M. Hafkenscheid, S.B. Huibregtse, W.H.A. Kanneliers, J. van Tilburg, Europa aan de orde, Pre-advies voor de 39e jaarvergadering van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, Pre-adviezen nr. 11, blz. .. E.
Feestbundels: Initialen + auteursnaam, titel van de bijdrage, “in”: titel van de bundel, degene aan wie deze is opgedragen, plaats + jaar, blz.
Voorbeeld:
J.H. Christiaanse, Internationale aspecten van belastingheffing van multinationale ondernemingen in Nederland, in “Van Dijck bundel”, opgedragen aan Prof. dr J.E.A.M. van Dijck ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant, blz. 67 F.
Losbladige uitgaven hebben een aanbevolen citeertitel die als volgt is samengesteld: titel van de uitgave, nummer van het hoofdstuk, (naam van de bewerker van dat hoofdstuk), nummer van de paragraaf.
Voorbeeld:
H. Mobach/L.W. Sillevis, Cursus Belastingrecht (Inkomstenbelasting) 2.3.3.C. onder e.7. Vermeld nooit het nummer en/of de datum van het supplement. Verwijs ook nooit naar een bladzijde. De nummers van de paragrafen blijven ook in nieuwe supplementen altijd ongewijzigd; bovendien wordt u verondersteld altijd uit te gaan van een bijgewerkte versie. G.
Aanbevolen citeertitels: dikwijls worden in boeken en tijdschriften de aanbevolen citeertitels vermeld (meestal voorin). Gebruik in dat geval de citeertitel, ook als deze afwijkt van hetgeen zou volgen uit a t/m f.
Indien u meer dan eens naar hetzelfde werk verwijst. Dan kunt u volstaan met het noemen van de schrijver, gevolgd door de aanduidingen a.w. (aangehaald werk) of o.c. (opere citato, in het aangehaalde werk). Deze aanduiding kan alleen slaan op het laatste aangehaalde werk. Hebt u meerdere werken van dezelfde schrijver aangehaald, dan kunt u de aanduiding a.w. of o.c. niet altijd gebruiken. Voorkom misverstanden door het werk in kwestie dan nogmaals kort aan te duiden. Voorbeeld noot
1)
P. Fortuin, ... WFR 1995/6135, blz. 109 P. Fortuin, ... WFR 1995/6148, blz. 610 18) P. Fortuin, a.w. blz. ... (indien u doelt op het in noot 8 aangehaalde werk) of P. Fortuin, WFR 1995/6135, blz. 109 (indien u doelt op de eerder, namelijk in noot 1, genoemde publicatie) 8)
De aanduiding t.a.p. (ter aangehaalder plaatse) kunt u alleen gebruiken als het om dezelfde bladzijde(n) in hetzelfde werk gaat.
Jurisprudentie Faculteit der Rechtsgeleerdheid - Opleiding Fiscaal Recht Capaciteitsgroep Fiscaal recht / 4
Het schrijven van een scriptie
21 november 2006
De rechterlijke instantie moet u afkorten. Noem bij arresten van de Hoge Raad altijd de annotator.
Faculteit der Rechtsgeleerdheid - Opleiding Fiscaal Recht Capaciteitsgroep Fiscaal recht / 5