Operatie vanwege aanhoudende klachten in de schouder en arm Neerplastiek en cuffrepair operatie
Uw arts heeft u geadviseerd om een schouderoperatie te ondergaan om zo de klachten te laten verdwijnen. Deze folder geeft u informatie over hetgeen de orthopeed in het CWZ met u heeft besproken, zodat u na het gesprek alles nog eens rustig kunt lezen en zich voor kunt bereiden op de opname. We raden u aan om deze brochure goed te bewaren en bij elk bezoek aan het ziekenhuis mee te nemen. Er staat informatie in waar u ook tijdens uw opname wat aan heeft. Bovendien bevat de brochure adviezen voor als u weer thuis bent.
Wat is de oorzaak van uw klachten? Het schoudergewricht Het schoudergewricht wordt gevormd door een kom; dat een deel van het schouderblad is en de kop van de bovenarm. Om het gewricht bevindt zich een gewrichtskapsel. Daar omheen lopen spieren en pezen. Het gewrichtskapsel, de spieren en pezen vormen samen de ‘cuff’. De beweging in het schoudergewricht is afhankelijk van een groep van vier spieren (rotatoren). Deze spieren liggen als een soort manchet om de kom van het schoudergewricht. De spieren monden uit in pezen, waarvan de uiteinden aan de bovenarm vastzitten. Om de bovenarm soepel te laten bewegen functioneren slijmbeurzen rondom de pezen als een soort stootkussen. Normaal glijden zo de pezen gladjes tussen het schouderdak en bovenarm. Wanneer de rotatorspieren aanspannen kan de schouder verschillende kanten op bewogen worden. Door de vorm van het schouderblad is de ruimte die de spieren en pezen hebben om te bewegen heel klein. 2
Oorzaak van de klachten Zoals hierboven vermeld, is de ruimte voor de pezen om te bewegen erg klein. Sommige mensen zijn zo gebouwd dat de ruimte extra smal is. Bij het ouder worden wordt de pees wat dikker en daardoor kan het dus zijn dat de pees te weinig ruimte heeft om te kunnen passeren. Bovendien veroorzaakt het schouderblad irritatie waardoor de slijmbeurs ontstoken raakt. Als u vaak bewegingen boven het hoofd maakt kan dat proces eerder optreden. Wanneer dit langer blijft bestaan, kan er een scheurtje ontstaan in de cuff. Cuff ruptuur Naast een scheurtje in de cuff met als oorzaak de geringe ruimte zoals hierboven vermeld, kan er ook een scheur in de cuff ontstaan na een val. Met behulp van een echoonderzoek kan men een scheur diagnostiseren.
Klachten De beknelde spieren en pezen en de ontstoken slijmbeurs veroorzaken pijnklachten bij het optillen van de arm. De pijn wordt met name gevoeld bij voorwaartse tilbewegingen, zoals het ophangen van een jas en het gooien van een bal. Ook het aantrekken van een jas, werken boven het hoofd en het op de schouder liggen worden gevoeliger. Wanneer er sprake is van een scheur in de cuff als gevolg van een val, is het soms niet meer mogelijk om de arm op te heffen.
3
Verminderen van de klachten Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen: • Wanneer er sprake van pijn is kunnen pijnstillers voorgeschreven worden om deze pijn te verminderen. • Met behulp van fysiotherapie. De fysiotherapeut zal door middel van oefeningen de pijn proberen te verlichten en de spierkracht en coördinatie proberen te herstellen. • Met behulp van injecties met ontstekingsremmende werking kan de ontstoken slijmbeurs tot rust gebracht worden. • Door middel van een operatie. Als voorgaande maatregelen onvoldoende helpen, is een operatie vaak de enige oplossing. De kans dat na een operatie de klachten verdwijnen is 80%. Eén op de vijf patiënten blijft, ondanks een operatie, toch klachten houden Diagnose en onderzoek De arts stelt de diagnose aan de hand van de aard van de klachten, het lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en eventueel een MRI-scan of echo. Wat is een Neeroperatie met eventueel een cuffrepair? Een Neeroperatie is een operatie aan de schouder volgens Neer; Neer was in het verleden een bekende schouder specialist. De operatie kan uitgevoerd worden middels een open procedure of via een zogenaamde scopie (kijkoperatie). In het CWZ wordt meestal gekozen voor de open procedure. Bij de open procedure wordt een kleine snee van ongeveer 5 centimeter gemaakt. Aan de onderkant van het schouderblad wordt een stukje bot verwijderd. Eventuele kalkophopingen worden ook verwijderd. 4
De bewegingsruimte voor de spieren en pezen én voor de slijmbeurs is nu vergroot, zodat zij niet meer bekneld raken en de irritaties verdwijnen. De pijnklachten zullen daardoor verdwijnen. Er wordt ook gekeken naar de cuff. Wanneer er sprake is van een scheurtje in de cuff, wordt deze indien mogelijk tijdens de operatie gehecht. De hechting zorgt ervoor dat de scheur kan genezen. De operatie duurt tussen 15 en 30 minuten. Als er een sprake is van een cuff scheur en deze gehecht moet worden duurt de ingreep 45 tot 60 minuten.
Voordelen van een operatie De operatie zal een snelle vermindering van de pijn met zich meebrengen dankzij de toegenomen ruimte voor de spieren en pezen. Na de revalidatieperiode zullen de normale bewegingen van het schoudergewricht weer mogelijk zijn. Mogelijke complicaties Gelukkig treden na een schouderoperatie niet vaak complicaties op. Toch zijn er een aantal complicaties. Er zijn algemene complicaties en complicaties die specifiek bij deze operatie horen. Algemene complicaties bij een operatie • Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend. • Er kan een nabloeding optreden. • Een wondinfectie is een vervelende complicatie. De kans hierop is echter erg klein. Specifieke complicaties bij de schouderoperatie • Frozen shoulder na een neerplastiek: de schouder kan in enkele gevallen als gevolg van littekenvorming stijf worden. Het is dus erg belangrijk de oefeninstructies die u krijgt van uw fysiotherapeut goed op te volgen en actief te revalideren. Indien u last 5
krijgt van een frozen shoulder en dit door intensieve fysiotherapie niet verbetert, kan het zijn dat uw schouder onder narcose moet worden doorbewogen. Mocht u hierover nog vragen hebben dan kunt u dit altijd met uw arts bespreken.
Voorbereiding operatie De arbodienst U kunt met uw arts overleggen welke consequenties de schouderoperatie en de daarbij behorende klachten voor de uitoefening van uw werk heeft. De arts kan wanneer nodig informatie uitwisselen met uw bedrijfsarts. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Uiteindelijk zal de bedrijfsarts uw terugkeer naar het werk begeleiden. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van de operatie en nabehandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Bij de arbodienst kan men u vertellen hoe u dit spreekuur kunt bezoeken. Fysiotherapie Het is zeer belangrijk dat u na thuiskomst uit het ziekenhuis kunt starten met fysiotherapie. Om er zeker van te zijn dat dit mogelijk is, maakt u voor opname al een afspraak met een fysiotherapeut bij u in de buurt. Wanneer u alleen een open neer operatie krijgt, start u met de fysiotherapie in de thuissituatie 2 weken na de operatie. De eerste twee weken is het vanwege de nog aanwezige pijn niet zinvol om al te oefenen. Wanneer er naast een open neer operatie ook een cuff repair uitgevoerd wordt, start u pas vier weken na de operatie met de fysiotherapie.
6
Anesthesie (verdoving) Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Bij een schouderoperatie kan dit via algehele anesthesie (narcose) of regionale anesthesie (plexusblokkade), of een combinatie van beide. Algehele narcose wil zeggen dat u slaapt en een regionale verdoving zorgt ervoor dat alleen de arm geheel gevoelloos is. U zult bij beide methoden tijdens de operatie geen pijn voelen. Bij de regionale verdoving zal ook na de operatie de pijn veel minder zijn. Deze verdoving blijft gemiddeld 20 uur werkzaam. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. Over dit alles kunt u meer lezen in de folder ‘Anesthesie (verdoving) bij volwassenen’. Spreekuur anesthesioloog De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Daarom heeft de doktersassistente een afspraak voor u op het spreekuur van de anesthesioloog gemaakt. Wat moet u meenemen? Tijdens uw opname heeft u nodig: • ondergoed en bedkleding • kamerjas, pantoffels • toiletartikelen (geen handdoek en washandjes) • lectuur en dergelijke • geldige legitimatie (paspoort of rijbewijs) • ingevuld opnameformulier Waardevolle bezittingen Het is raadzaam grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten. De ervaring leert dat het gevaar van zoekraken en diefstal in een openbaar gebouw aanwezig is. Het ziekenhuis kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.
7
Medicijnen De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, in de originele verpakking, bij opname mee te nemen. Dieet Als u een bepaald dieet volgt, vragen wij u dit aan de verpleegkundige mede te delen. Dan wordt bekeken of wijzigingen hierin al dan niet noodzakelijk zijn. Allergie Wanneer u weet dat u voor bepaalde stoffen allergisch (overgevoelig) bent, is het belangrijk dit te melden. Hiermee wordt dan rekening gehouden bij uw behandeling en verpleging. Bloedverdunners Bij het gebruik van bloedverdunnende geneesmiddelen is het soms nodig deze voor de operatie te stoppen. Uw arts geeft aan of dit voor u van toepassing is. Stop nooit op eigen initiatief met het gebruik van bloedverdunners. Bent u bekend bij de trombosedienst, neem dan bij opname de doseringskaart mee. Afspraak opname Op de polikliniek van uw behandelend arts, heeft u van de afdeling operatieplanning orthopedie een datum en tijd van opname meegekregen.
De dag van de operatie U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de afdeling orthopedie A22. Op de afdeling krijgt u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Hierin worden bijzonderheden met betrekking tot uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden besproken. 8
De verpleegkundige bespreekt bij opname of er aanvullende hulp nodig is als u naar huis kan. Zonodig wordt het Transferpunt Zorg CWZ ingeschakeld om aanvullende thuiszorg te regelen. Tevens vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw partner/begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn. Pijnstilling Voor de operatie start u met de pijnmedicatie. Dit heeft als doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat na de operatie de pijnmedicatie meer effect heeft. Niet eten en drinken, nuchter Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het nodig dat u nuchter bent. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voorbereiding operatie Voordat u naar de operatiekamer gaat wordt eerst op de afdeling nog het infuus aan het infuusnaaldje aangesloten. Via dit systeem kunnen medicijnen, vocht en het narcosemiddel toegediend worden. Daarna krijgt u de voorbereidende medicatie voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u deze medicatie voor de ingreep inneemt. U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen. Wanneer u een gebitsprothese of piercings in heeft,moet u deze uit doen. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje dat u op de afdeling alvast aantrekt. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de verkoeverkamer gebracht, hier worden u nog wat vragen gesteld waarna u naar de operatiekamer wordt gereden. Daar moet u over stappen op een smalle operatietafel. De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u besproken is. Ook zal er voordat de operatie begint algemene of specifieke bewakingsapparatuur aangesloten worden, om 9
lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren.
Direct na de operatie Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en tot alle controles (o.a. bloeddruk, polsslag, ademhaling en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige haalt u weer op. Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon en informeert deze over het verloop van de operatie. De verpleegkundigen controleren regelmatig de pols, bloeddruk en de wond. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode (zie hoofdstuk pijnmeting in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’) wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie herstelt. Pijn na de operatie Uw anesthesioloog zal met u de verdoving bespreken.Naast een algehele verdoving wordt er vaak gebruik gemaakt van een extra plaatselijke verdoving (zogenaamd block).Dit is vooral de eerste uren na de operatie erg prettig omdat het de pijn wegneemt. Op het moment dat het block is uitgewerkt (gemiddeld 12 uur na de toediening) zult u echter alsnog pijn krijgen.Om dit onder controle te houden krijgt u standaard pijmedicatie waarmee al voor de operatie wordt gestart. Soms is dit echter niet voldoende. Het is dus van belang om bij het ontstaan of toename van pijn meteen de verpleegkundige te informeren. U krijgt dan extra medicijnen toegediend. Meestal gebeurt dit in de eerste nacht na de operatie. Daarom blijft u de eerste nacht na de operatie in het ziekenhuis. Tegen de misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen. Infuus en drain Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Het infuus wordt na een dag verwijderd. Ook heeft u een wonddrain. Dit is een slangetje dat uit de wond komt met daarop aangesloten een opvangpot. Deze zuigt 10
(door het vacuüm) continu het overtollig wondvocht en bloed af. De verpleegkundige zal na de operatie de drain en draininhoud zeer regelmatig controleren. De drain wordt de ochtend na de operatie verwijderd. De wond Na de operatie kan de arm nog gevoelloos zijn door de verdoving. Er wordt een soort draagband aangemeten waarin uw arm kan rusten. De schouder kan in het begin nog gezwollen en pijnlijk zijn. De wond is onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen. Deze hoeven dus niet verwijderd te worden en lossen na zes tot acht weken vanzelf op. Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u vrij snel beginnen met het drinken van water. Uitbreiding daarvan is afhankelijk van uw misselijkheidsklachten. De eerste dag na de operatie Het zaalteam komt ‘s ochtends langs. Als alle controles goed zijn en het herstel goed verlopen is, mag u vandaag naar huis. De verpleegkundige verwijdert het wondverband en controleert de wond. De drain (dun slangetje om operatievocht af te laten lopen) en het infuus worden verwijderd. De verpleegkundige zal u waar nodig helpen bij de lichamelijke verzorging. Revalideren Voordat u naar huis gaat, krijgt u nog bezoek van een fysiotherapeut. Het soort therapie dat u gaat krijgen is mede afhankelijk van de operatie die u ondergaan heeft: Bij een open neerplastiek zonder cuff repair Na deze ingreep is het belangrijk dat de arm meteen regelmatig bewogen wordt. Aanvankelijk start dit op een onbelaste manier dat wil zeggen met wat hulp van buitenaf. U gezonde arm kan dan 11
samen met de aangedane arm oefenen. Het is verstandig om de geleerde oefeningen drie keer per dag te herhalen. Na twee weken krijgt u hulp van de fysiotherapeut. Doe de eerste weken niet meer dan u onder pijn aankunt. Pijn is niet bevorderend voor het herstel. Na verloop van tijd kunt u uw aangedane arm steeds meer actief betrekken zonder dat dat pijn doet. Naarmate de pijn afneemt, mag u het dragen van de draagband (collar ‘n cuff) thuis gaan afbouwen. De eerste drie weken is het verstandig de geopereerde arm alleen te gebruiken voor lichte activiteiten onder schouderhoogte (bijvoorbeeld eten, wassen,schrijven) Activiteiten met uw arm boven schouderhoogte en zwaardere activiteiten onder schouderhoogte (bijvoorbeeld tillen van zware voorwerpen) dient u nu nog te vermijden. Als u voldoende spierkracht en beweeglijkheid heeft opgebouwd, mag u vanaf 3 weken na de operatie geleidelijk deze bewegingen weer gaan uitvoeren. Overleg dit altijd met uw fysiotherapeut. Bij een open neerplastiek met cuff repair Wat betreft de neerplastiek zou het mogelijk zijn uw arm direct te bewegen. De hechting van de cuff is hiervoor echter een complicatie. Door actief te bewegen worden de spieren aangespannen, die daardoor trekkracht op de hechtingen uitoefenen. Om deze reden mag u de arm minimaal vier weken niet actief gebruiken. Het is wel belangrijk dat u uw elleboog en pols oefent evenals het pendelen van de arm zoals u geleerd hebt van de fysiotherapeut in het ziekenhuis. Gedurende deze vier weken moet u een draagband (shoulder immobilizer:soort mitella) blijven dragen. Bij het douchen mag deze af, de arm laat u dan afhangen. Na deze tijd start u onder begeleiding van een fysiotherapeut met actief oefenen.
12
Naar huis Voorbereiding De verpleegkundige heeft met u een zorg/ontslaggesprek. Besproken wordt of alles volgens verwachting is verlopen en of alles voor het verdere revalideren thuis is geregeld. Ontslag Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt uw huisarts digitaal van ons bericht met betrekking tot de operatie en opname. U krijgt een recept voor pijnmedicatie. Daarnaast krijgt u een controleafspraak voor de polikliniek mee. Ook krijgt u een verwijzing en overdracht voor de fysiotherapie in de thuissituatie. Daarnaast neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door. Mochten er vóór uw controleafspraak klachten of complicaties optreden, overlegt u dan met uw huisarts of belt u met de polikliniek orthopedie. U kunt niet zelf met de auto of fiets naar huis rijden. Het is verstandig om af te spreken dat iemand u komt halen.
Weer thuis Resultaat van de operatie De eerste tijd na de operatie zal uw schouder en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk minder. Ook heeft u mogelijk enkele bloeduitstortingen (blauwe plekken) bij de wond maar deze verdwijnen vanzelf. Gedurende de eerste 6 weken kan de schouder nog pijnlijk zijn; daarna treedt steeds meer herstel op en kan de schouder ook beter gebruikt worden.
13
Wanneer een arts waarschuwen? Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met het verpleegkundig spreekuur of met uw huisarts: • Als de operatiewond gaat lekken • Als de wond steeds dikker wordt • Als de wond steeds meer pijn gaat doen ook al bent u minder gaan bewegen. • Als u koorts gaat ontwikkelen hoger dan 38,5º Celsius Vermeld aan de huisarts altijd dat u geopereerd bent en hoe lang dit geleden is. Adviezen voor thuis Afhankelijk van de operatie en individuele factoren, ondervindt u na de operatie nog enige tijd hinder van het operatiegebied. Er volgen nog enkele adviezen: • Na het douchen de wondjes droogdeppen. U mag de eerste week niet baden en zwemmen. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing, dus kunt u beter ook geen afsluitende pleister op de wondjes gebruiken. • Wanneer u pijn heeft kunt u dit het beste bestrijden met paracetamol (500 mg) U mag 4 maal daags 2 tabletten innemen. Wanneer de pijn minder wordt kunt u dit langzaam weer afbouwen. Dit doet u als volgt: - De eerste 2 dagen 4 maal daags - om de 6 uur - twee tabletten paracetamol van 500 mg. - Dan 2 dagen 4 maal daags - om de 6 uur - één tablet paracetamol van 500 mg. - Daarna stopt u en gebruikt alleen zonodig bij pijn 2 tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 maal daags) Als dit onvoldoende helpt, neemt u dan contact op met de poli orthopedie. • Koelen van de pijnlijke schouderregio kan verlichting geven (leg de koudepakking niet direct op de huid en koel maximaal 15 minuten)
14
• Slaap eventueel de eerste 6 weken met een kussen onder uw arm. Na zes weken mag u weer op de geopereerde schouder gaan liggen.
Nabehandeling na een neerplastiek Adviezen • Gedurende de eerste 14 dagen wordt de draagband overdag gedragen, ‘s nachts niet. Als u langer zit mag de arm ook uit de draagband en op een dik kussen gelegd worden. Ook tijdens het eten mag u de arm gebruiken voor zover dat al lukt; geleidelijk bouwt u zo het gebruik van de draagband af. • Zorg voor een ontspannen houding (oefen eventueel ook voor een spiegel) Fysiotherapie Na 14 dagen wordt fysiotherapie gestart in de praktijk van uw voorkeur en zal de oefentherapie verder worden voortgezet onder begeleiding van een fysiotherapeut. Het is de bedoeling dat u hier zelf op tijd een afspraak voor maakt. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een verwijzing en een overdracht voor de fysiotherapeut mee.
Oefeningen na de operatie Dit schema is bedoeld als geheugensteuntje in de thuissituatie. Doe alleen die oefeningen die door de fysiotherapeut worden aangegeven. Voor alle oefeningen geldt: oefen minimaal drie keer per dag, doe dit zonder draagband (immobilizer) en oefen regelmatig voor de spiegel. Tijdens het oefenen kan er een drukkend, trekkend en zeurend ontstaan, ook kan de schouder vermoeid aan gaan voelen. Dit is geen reden om te stoppen met de oefeningen. Forceer niets en blijf binnen de pijngrens.
15
Oefening 1: elleboog Maak met de onderarm een draaiende beweging, Alsof U een sleutel omdraait Doe dit 10x.
Oefening 2: elleboog Laat de geopeerde arm langs het lichaam hangen. Ondersteun met uw gezonde arm de bovenarm tegen het lichaam. Strek en buig uw elleboog zover u kunt. Doe dit 10x.
Oefening 3: schoudergordel Trek beide schouders op en laat ze weer zakken; zorg dat dit tegelijkertijd gebeurt. Doe dit 10x.
Oefening 4: schoudergordel Laat uw armen ontspannen langs uw lichaam hangen. Maak tegelijkertijd cirkevormige bewegingen met uw schouders. Doe dit 10x vooruit en 10x achteruit.
16
Oefening 5: hals Draai uw hoofd voorzichtig heen en weer. Bij duizeligheid moet u stoppen! Doe dit 10x naar beide kanten.
Oefening 6: schoudergewricht (bewegen tot schouderhoogte is de eerste 14 dagen voldoende) Ondersteun uw geopereerde arm met de gezonde arm en maak cirkelvormige bewegingen. Doe dit 10x linksom en 10x rechtsom. Oefening 7: schoudergewricht Ga licht voorovergebogen staan en laat de geopereerde arm ontspannen hangen. Maak met de hele arm cirkelvormige bewegingen binnen de pijngrens. Doe dit 1 minuut rechtsom en 1 minuut linksom. Oefening 8: schoudergewricht Ondersteun uw geopereerde arm met de gezonde arm. Hef de arm voor- en zijwaarts. Doe dit voor beide richtingen 10x
17
Het hervatten van het dagelijks leven en werkzaamheden na een neerplastiek U gaat steeds beter bewegen. Ook de kracht en coördinatie van de spieren nemen toe. Wanneer u de draagband niet meer nodig heeft en u voldoende controle over u arm heeft kunt u weer gaan autorijden en fietsen. Laat uw fysiotherapeut dit mede beoordelen. U kunt na vier tot vijf weken weer beginnen met werken. Dit is afhankelijk van de inhoud van het werk. Zittend werk kan vaak na vier weken hervat worden. Zwaarder lichamelijk werk kan vaak pas na zes tot acht weken hervat worden. Uw schouder en/of arm kan nog enige tijd gevoelig blijven. De hervatting van uw werk wordt begeleid door uw bedrijfsarts. Neem daarover met hem contact op. De terugkeer naar zwaardere belasting en sport De meeste sporten kunnen vaak na drie maanden weer uitgeoefend worden. Nabehandeling na een neerplastiek en cuff repair Fysiotherapie Gedurende de eerste vier weken blijft u de draagband continu dragen (ook ‘s nachts). Na vier weken wordt fysiotherapie gestart in de praktijk van uw voorkeur en zal de oefentherapie verder worden voortgezet onder begeleiding van een fysiotherapeut. Het is de bedoeling dat u hier zelf op tijd een afspraak voor maakt. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een verwijzing en een overdracht voor de fysiotherapeut mee.
Oefeningen na de operatie Dit schema is bedoeld als geheugensteuntje in de thuissituatie. Doe alleen die oefeningen die door de fysiotherapeut worden aangegeven. Voor alle oefeningen geldt: oefen minimaal 3x per dag, doe dit zonder draagband (immobilizer) en oefen regelmatig voor de spiegel. 18
Tijdens het oefenen kan er een drukkend, trekkend en zeurend ontstaan, ook kan de schouder vermoeid aan gaan voelen. Dit is geen reden om te stoppen met de oefeningen. Forceer niets en blijf binnen de pijngrens. Oefening 1: elleboog Ondersteun uw geopereerde arm met de gezonde arm en maak cirkelvormige bewegingen. Doe dit 10x linksom en 10x rechtsom.
Oefening 2: elleboog Maak met de onderarm een draaiende beweging. Alsof U een sleutel omdraait Doe dit 10x.
Oefening 3: schoudergordel Trek beide schouders op en laat ze weer zakken; zorg dat dit tegelijkertijd gebeurt. Doe dit 10x.
19
Oefening 4: schoudergordel Laat uw armen ontspannen langs uw lichaam hangen. Maak tegelijkertijd cirkelvormige bewegingen met uw schouders. Doe dit 10x vooruit en 10x achteruit.
Oefening 5: Hals Draai uw hoofd voorzichtig heen en weer. Bij duizeligheid moet u stoppen! Doe dit tien keer naar beide kanten.
Oefening 6: Schoudergewricht Ga licht voorovergebogen staan en laat de geopereerde arm ontspannen hangen. Maak met de hele arm cirkelvormige bewegingen binnen de pijngrens. Doe dit 1 minuut rechtsom en 1 minuut linksom.
20
Het hervatten van het dagelijks leven en werkzaamheden na een neerplastiek en cuff repair In geval van een cuffruptuur, waarbij de scheur is gehecht en u vier weken een shoulder immobilizer heeft gedragen, start u na controle op de polikliniek met fysiotherapie. De revalidatie na hechten van de cuff duurt gemiddeld twee tot drie maanden. De schouder kan daarna nog enige tijd gevoelig blijven.Bovengenoemde termijnen verschillen per patiënt. Als u weer wilt gaan werken of sporten is het verstandig dit te bespreken met uw arts en bedrijfsarts. Vragen en/of problemen Ontstaan er ondanks de goede voorbereidingen toch nog problemen of zijn er na het lezen van de folder nog vragen, neem dan contact op met het verpleegkundig spreekuur. Telefoonnummers vindt u achter in deze brochure.U kunt ook contact opnemen door een email te sturen naar
[email protected] Bij problemen - als u na de behandeling/operatie weer thuis bent kunt u buiten kantooruren en in het weekend contact op nemen met uw huisarts, die kan u zonodig verwijzen naar de Spoedeisende hulp van het CWZ. Verhindering Mocht de geplande operatiedatum niet door kunnen gaan bijvoorbeeld omdat: • er meer voorbereiding nodig blijkt te zijn door longarts of cardioloog; • u ziek bent met koorts (griep); • u verhinderd bent door onverwachte privé-omstandigheden. Laat dit dan zo snel mogelijk weten. U belt naar de afdeling operatieplanning orthopedie, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 en 12.00 uur, op telefoonnummer (024) 365 88 36. Als u tijdig belt, kan er nog een andere patiënt gepland worden en maken wij met u een nieuwe afspraak.
21
22
23
Adres en telefoonnummers Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Voor het maken, annuleren of verzetten van afspraken op de polikliniek: Polikliniek orthopedie (B64) Iedere werkdag van 8.00 - 17.00 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 82 65 of online via orthopedie.cwz.nl Voor het verzetten van de operatiedatum: Operatieplanning orthopedie Iedere werkdag tussen 8.30 - 12.00 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 88 36 Voor alle vragen over uw behandeling en/of operatie: Verpleegkundig spreekuur orthopedie Iedere werkdag van 11.30 - 12.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 81 19 Verpleegafdeling orthopedie (A22) Telefoon (024) 365 78 30
24
G324-A / 12-15
Website: orthopedie.cwz.nl