Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
Longoperatie - opname en operatie Inhoud Inleiding Ligging, functie en bouw van de longen Opname De medewerkers van Thoraxchirurgie Voorbereiding op de operatie De dag van operatie De operatie Veranderingen in het operatieplan Op de uitslaapkamer of intensive care Terug op de verpleegafdeling Pijnbestrijding Mogelijke complicaties Uitslag van de operatie Ondersteuning Vragen Belangrijke telefoonnummers
1 2 2 3 4 4 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8
Inleiding U heeft onlangs gehoord dat u in aanmerking komt voor een longoperatie in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Met deze brochure willen we u informeren over uw opname in het UMCG en over de gang van zaken rond de operatie. Deze brochure is een aanvulling op de persoonlijke gesprekken die u met artsen, nurse practitioners, verpleegkundigen en andere ziekenhuismedewerkers zult hebben. U vindt hier algemene informatie die voor de meeste patiënten geldt. Het is echter mogelijk dat de situatie voor u net iets anders is dan hier wordt beschreven. Voor specifieke vragen over uw eigen situatie kunt u het beste contact opnemen met uw longarts. Vanaf het moment dat u bent opgenomen kunt u met uw vragen terecht bij de zaalarts, de nurse practitioner of de verpleegkundige.
www.umcg.nl
1
Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
Ligging, functie en bouw van de longen De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas aan weerszijden van het hart. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben; de linker uit twee kwabben (zie figuur 1). Rondom de longen en aan de binnenzijde van de borstwand bevinden zich vliezen met een glad, glanzend en vochtig oppervlak. De lucht die we via de neus of de mond inademen, bereikt de luchtpijp via de keelholte.
Figuur 1 De luchtpijp splitst zich in twee grote vertakkingen (zie figuur 2.). Elke vertakking gaat naar een long en splitst zich in steeds kleinere luchtkanalen, die uitmonden in de longblaasjes. De functie van de longen is het ademhalingsproces. Uit de ingeademde lucht wordt zuurstof in het lichaam opgenomen. Met de uitgeademde lucht verdwijnt koolzuurgas uit het lichaam. De ademhaling wordt automatisch via het zenuwstelsel geregeld. Afhankelijk van de longfunctie kan een (groot) deel van de longen gemist worden zonder dat dit nadelige invloed heeft op de rest van het lichaam.
Figuur 2
Opname U wordt een dag voor de operatie opgenomen op de verpleegafdeling Thoraxchirurgie (B1VA). Omdat u deze dag veel informatie krijgt, kan het prettig zijn om iemand mee te nemen. Op de dag van opname mag u gewoon eten en drinken. U kunt zich tussen 9.00 en 9.30 uur melden bij de opnamebalie in de ontvangsthal van het ziekenhuis. Hier wordt u ingeschreven. Vergeet u niet de volgende zaken mee te nemen: • een bewijs van inschrijving bij uw zorgverzekeraar; • een geldig identiteitsbewijs (rijbewijs, paspoort of ID-kaart). Als u bent ingeschreven begeleidt een gastvrouw u naar de polikliniek van het Thoraxcentrum. Hier wordt een hartfilmpje gemaakt (ECG) en bloed afgenomen voor onderzoek. Van tevoren is aan u gevraagd een potje ochtendurine mee te nemen. Dat geeft u hier af. Vervolgens brengt
www.umcg.nl
2
Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
de gastvrouw u naar de verpleegafdeling B1. Hier kunt u plaatsnemen in het dagverblijf. Omdat er elke dag meerdere patiënten worden opgenomen kan het zijn dat u enige tijd moet wachten. In het dagverblijf kunt u koffie en thee krijgen en er liggen tijdschriften.
De medewerkers van Thoraxchirurgie De opnamedag is vaak een drukke dag. Verschillende mensen komen met u kennismaken en bespreken wat er met u gaat gebeuren. Verpleegkundige De verpleegkundige komt u in de loop van de ochtend ophalen voor het opnamegesprek. Tijdens dit gesprek krijgt u informatie over het verloop van de opnamedag, over de komende operatie en over de eerste dagen na de operatie. Ook stelt de verpleegkundige u een aantal vragen die van belang zijn voor uw verblijf in het ziekenhuis. Als u medicijnen gebruikt, is het belangrijk dat u deze meeneemt. De verpleegkundige noteert alle informatie in het verpleegkundig dossier. Daarnaast bespreekt de verpleegkundige met u of u na ontslag uit het ziekenhuis thuiszorg nodig heeft. U heeft zelf ook volop de gelegenheid om vragen te stellen. Na het opnamegesprek loopt u met de verpleegkundige over de afdeling en gaat u naar uw kamer. Zaalarts of nurse practitioner De zaalarts of nurse practitioner is op medisch gebied verantwoordelijk voor u zolang u bent opgenomen en zal dagelijks bij u langskomen. Op de opnamedag heeft u een eerste gesprek met de zaalarts of nurse practitioner, die u dan ook lichamelijk zal onderzoeken. Anesthesioloog De anesthesioloog is de arts die u onder narcose brengt tijdens de operatie. In de meeste gevallen heeft u al kennis gemaakt met de anesthesioloog op de pre-operatieve polikliniek van de Anesthesiologie (POPA). Als u niet op dit spreekuur bent geweest komt de anesthesioloog op de opnamedag langs. De anesthesioloog bespreekt met u de bijzonderheden en risico’s van de narcose en welke medicijnen u voor de operatie krijgt. Daarnaast legt de anesthesioloog uit welke mogelijkheden er zijn voor pijnstilling na de operatie. Thoraxchirurg De thoraxchirurg is degene die u gaat opereren. De chirurg komt aan het eind van de middag of het begin van de avond met u kennismaken en zal u informeren over de operatie en over de risico’s van de operatie. Op de tekening op de voorgaande bladzijde kan de chirurg aangeven wat er bij u tijdens de operatie gaat gebeuren. Fysiotherapeut U maakt kennis met de fysiotherapeut, die u ademhalingsoefeningen zal leren die na de operatie van belang zijn. Bij het bespreken van deze oefeningen komt ook het ophoesten van slijm aan de orde. Daarnaast helpt de fysiotherapeut u na de operatie om weer in beweging te komen. Voedingsassistent De voedingsassistent komt langs om uw wensen voor de maaltijden te bespreken. U ontvangt dagelijks een formulier waarop u uw keuze kunt maken voor de maaltijd van de volgende dag. Als u een dieet volgt, wordt daar rekening mee gehouden.
www.umcg.nl
3
Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
Zorgassistent De zorgassistent kan de verpleegkundige assisteren bij het wassen en u begeleiden naar diverse onderzoeken.
Voorbereiding op de operatie Op de dag van de opname beginnen de voorbereidingen voor de operatie. Het operatiegebied wordt geschoren. Omdat uw stoelgang goed moet zijn voor de operatie, is het noodzakelijk dat u op de dag van opname ontlasting heeft gehad. Is dit niet het geval dan krijgt u zonodig een drankje (lactulose) of een klysma. Sieraden (ook trouwringen) zijn niet toegestaan bij een operatie. U kunt deze het beste thuis laten of meegeven aan de familie. Daarnaast is het belangrijk dat u eventuele nagellak verwijdert, zodat de anesthesioloog tijdens de operatie de doorbloeding onder uw nagels kan controleren. In de loop van de middag wordt bekend hoe laat u de volgende dag wordt geopereerd. Doorgaans wordt u de dag na de opname geopereerd, als dat een werkdag is. Wanneer u op een vrijdag wordt opgenomen, wordt u in principe maandag geopereerd. In dat geval mag u meestal van vrijdagavond tot en met zondagmiddag naar huis. In verband met spoedoperaties is het echter altijd mogelijk dat uw operatie op het laatste moment alsnog tijdelijk wordt uitgesteld. ‘s Avonds wast of doucht u zich met een desinfecterende zeep. Als het nodig is helpt de verpleegkundige u hierbij. Voor de nacht krijgt u slaapmedicatie. Dit is voorgeschreven door de anesthesioloog, zodat u in elk geval een goede nachtrust krijgt. Na 24.00 uur mag u niet meer eten, drinken en roken.
De dag van de operatie Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn, dit betekent dat u niet meer mag eten, drinken of roken. U doucht of wast zich ‘s ochtends nogmaals met de desinfecterende zeep. Daarna krijgt u de operatiekleding aan. Als u een gebitsprothese heeft, doet u die uit. Ter voorbereiding op de narcose krijgt u een tablet waarvan u rustig wordt. Daarna wordt u naar het operatiecentrum gebracht. De anesthesioloog geeft u een ruggenprik, waarbij er een slangetje in uw rug achterblijft waardoor ook later de pijnbestrijding kan worden toegediend (epiduraal). Dit slangetje blijft in principe tot vijf dagen na de operatie zitten. Verder krijgt u een infuus, waardoor het narcosemiddel wordt toegediend, zodat u niets van de ingreep merkt.
www.umcg.nl
4
Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
De operatie Om de long te kunnen bereiken wordt meestal een weg gekozen door de borstwand. Er wordt een snede gemaakt onder de oksel, onderlangs het schouderblad op de rug, tussen twee ribben door. Na het openen van de borstholte wordt bekeken hoe de situatie is. Aan de hand hiervan wordt de operatie bepaald. Dit kan betekenen: - dat de gehele long wordt verwijderd (pneumonectomie) - dat één of twee kwabben worden verwijderd (lobectomie of bilobectomie) - dat enkele delen van een kwab worden verwijderd (segmentresectie). Daarna wordt de operatiewond weer gesloten. In uw borstholte worden éénn of twee slangen (drains) achtergelaten, die wondvocht en lucht kunnen afvoeren. Een aantal dagen na de operatie kunnen de drains verwijderd worden. Door het wegnemen van de long of een gedeelte ervan ontstaat ruimte in de borstkas. Als de long in zijn geheel is verwijderd, dan vult de ontstane ruimte zich met weefselvocht, dat wordt omgevormd tot een soort littekenweefsel. Als een deel van de long is verwijderd, dan vult de ruimte zich met het overgebleven deel van de long. De borstkas zal in beide gevallen vaak iets kleiner worden aan de kant van de operatie, maar dit is veelal niet merkbaar.
Veranderingen in het operatieplan Soms moet het operatieplan tijdens de operatie worden aangepast. Dat is het geval als tijdens de operatie blijkt dat de situatie anders is dan de artsen van tevoren hebben ingeschat. Vanzelfsprekend neemt de chirurg na afloop met u door wat er precies gebeurd is.
Op de uitslaapkamer of intensive care U gaat direct na de operatie naar de uitslaapkamer (recovery) of de intensive care, zoals van tevoren met u is besproken. Hier zijn altijd artsen en verpleegkundigen aanwezig die u in de gaten houden. U bent 24 uur lang verbonden aan bewakingsapparatuur die uw hartslag, bloeddruk, temperatuur en ademhaling voortdurend controleert. U krijgt pijnstilling. Met behulp van een kapje of slangetje krijgt u zuurstof toegediend. De drains die tijdens de operatie zijn ingebracht voeren wondvocht en lucht af. Daarnaast heeft u een katheter in uw blaas voor het afvoeren van urine. Zodra de operatie achter de rug is, belt de chirurg uw eerste contactpersoon om hem of haar in grote lijnen te informeren over het verloop van de operatie. Familie of andere contactpersonen mogen in het ziekenhuis wachten tijdens de operatie, maar de meeste mensen vinden het prettiger om thuis te wachten tot de operatie voorbij is. Als u op de uitslaapkamer ligt mag er van 18.30 tot 19.00 uur bezoek bij u komen. Op de intensive care is er tussen 11.00 en 20.00 uur mogelijkheid voor bezoek. Uw familie of contactpersoon kan zich in beide gevallen melden op de verpleegafdeling (B1VA). Van daaruit begeleidt een verpleegkundige het bezoek naar de plaats waar u zich bevindt.
www.umcg.nl
5
Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
Terug op de verpleegafdeling De dag na de operatie komt u in de loop van de ochtend weer terug op de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert nog regelmatig uw hartslag, bloeddruk en temperatuur. Het is heel belangrijk dat u het slijm dat nog in uw longen zit goed ophoest, om eventuele infecties te voorkomen. Eventueel krijgt u hiervoor medicijnen voorgeschreven. De fysiotherapeut komt bij u langs om u ademhalingsoefeningen te leren waardoor de longen beter gaan functioneren en het ophoesten gemakkelijker gaat. Ook een goede houding in bed en ondersteuning van de wond met behulp van een kussentje kan een goede ademhaling bevorderen. Doordat u een beademingsbuis in uw luchtpijp heeft gehad, kan het zijn dat u de eerste tijd nog last heeft van uw keel. De nurse practitioner of de zaalarts komt dagelijks bij u langs en houdt uw vorderingen bij; de wond wordt regelmatig gecontroleerd en van uw longen wordt een röntgenfoto gemaakt. De fysiotherapeut helpt u om weer te gaan bewegen en geeft u adviezen over het opbouwen van uw conditie. In totaal blijft u ongeveer tien dagen op de verpleegafdeling.
Pijnbestrijding Om ervoor te zorgen dat u zo weinig mogelijk pijn heeft, wordt u begeleid door het pijnteam. De anesthesist maakt deel uit van dit pijnteam, dat tijdens uw opname verantwoordelijk is voor de pijnbestrijding. Dagelijks komt er iemand van het pijnteam bij u langs om te kijken of de pijnstilling voldoende is, of dat er iets gewijzigd moet of kan worden. De pijnstilling wordt gegeven door het slangetje in uw rug wat via de ruggenprik is ingebracht op de operatiekamer. Heeft u ondanks alle maatregelen toch zoveel pijn dat uw ademhaling en uw bewegingen erdoor belemmerd worden, meldt u dit dan aan de verpleegkundige. Zij neemt dan contact op met het pijnteam. Aan de geopereerde kant kunt u nog wel een maand of drie een pijnlijk gevoel houden. Dit kan met paracetamol goed bestreden worden.
Mogelijke complicaties Zoals bij elke operatie bestaat ook bij een longoperatie de kans op complicaties zoals een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Daarnaast is er nog een aantal specifieke complicaties mogelijk: • Doordat er bij longoperaties zeer grote slagaders en aders betrokken zijn, bestaat er een kans op een bloeding. Dit komt maar zelden voor. • Na de operatie kan het hartritme tijdelijk veranderen. Dit is niet ernstig en goed te behandelen met medicijnen. • Een enkele keer blijft er langer dan een week lucht lekken uit de long. Dit betekent dat de drain die deze lucht afvoert ook langer in uw borstholte moet blijven zitten. Geen ernstige maar wel een vervelende complicatie. • Soms hoopt zich een beetje lucht op direct onder de huid (subcutaan emfyseem), wat een knisperend gevoel geeft. Ook dit is niet ernstig. • Na de operatie kan een deel van de luchtweg verstopt raken door een slijmprop. In dat geval wordt in eerste instantie de fysiotherapeut ingeschakeld die u helpt de slijmprop op te hoesten. Soms moet de slijmprop met een flexibele kijkslang (bronchoscoop) door de longarts verwijderd worden. Uw arts bespreekt met u welke consequenties de operatie in uw geval kan hebben. Dit is afhankelijk van uw leeftijd, conditie en uw aandoening..
www.umcg.nl
6
Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
Uitslag van de operatie Tijdens de operatie is een deel van het longweefsel weggenomen, en in sommige gevallen ook weefsel uit de omgeving van de long. Al het weggenomen weefsel wordt in het laboratorium onderzocht. Als de uitslag van dit onderzoek bekend is, wordt die eerst in het longteam besproken. Dit team bestaat uit de longarts, de chirurg, de radiotherapeut en de overigen die betrokkenen zijn bij uw behandeling. In praktijk betekent dit dat het tien dagen tot twee weken kan duren voor u over de uitslag geïnformeerd wordt. Het kan zijn dat u dan al met ontslag bent. In dat geval is met u afgesproken hoe en wanneer u de uitslag krijgt. Meestal vindt dit gesprek plaats op de polikliniek van de longarts. Als u nog op de verpleegafdeling bent, dan zal de chirurg de uitslag met u bespreken. Bij dit gesprek is een verpleegkundige aanwezig. Besproken wordt ook hoe uw eventuele vervolgbehandeling er uit zal zien en wat uw vooruitzichten zijn. Realiseert u zich wel dat aan de hand van de uitslag geen exacte vooruitzichten kunnen worden voorspeld. Als u het prettig vindt, kunt u iemand meenemen naar het gesprek.
Ondersteuning Medisch Maatschappelijk Werk Het ziek zijn en de operatie kunnen u gevoelens van angst, machteloosheid, onzekerheid en verdriet geven. Ook mensen in uw naaste omgeving kunnen last krijgen van deze gevoelens. Er kunnen vragen bij u opkomen die te maken hebben met zingeving, verwerking, werk, financiën of huisvesting. Met deze en andere problemen kunt u in het UMCG terecht bij één van de medisch maatschappelijk werkers. Een medisch maatschappelijk werker is iemand die patiënten en mensen in de directe omgeving van patiënten begeleidt. De maatschappelijk werker werkt samen met artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners in het UMCG. U kunt zelf een afspraak maken, of de nurse practitioner of verpleegkundige vragen dat voor u te doen. Ook als u niet zeker weet of uw vraag bij de maatschappelijk werker thuishoort, kunt u een afspraak maken. U bekijkt dan samen van wie u hulp kunt krijgen. Geestelijke verzorging Aan het ziekenhuis zijn geestelijk verzorgers verbonden van verschillende levensovertuigingen. Zij komen graag langs voor een gesprek. U kunt hen zelf bellen of via de nurse practitioner of verpleegkundige laten weten dat u met één van hen een gesprek wilt hebben. Stiltecentrum In het UMCG bevindt zich een Stiltecentrum. Dit is een ruimte waar u zich terug kunt trekken voor bezinning of gebed. Het Stiltecentrum is dag en nacht open. U vindt het Stiltecentrum op de eerste verdieping van winkelstraat 1.
Vragen Als u naar aanleiding van deze brochure nog vragen heeft, dan kunt u deze stellen op de opnamedag. Ook kunt u met vragen terecht bij uw longarts of chirurg, huisarts of het telefonisch spreekuur van het Thoraxcentrum. Dit telefoonnummer staat voor in de brochure. Wij adviseren u uw vragen van tevoren op te schrijven. Op de laatste pagina van deze brochure is hiervoor ruimte gereserveerd.
www.umcg.nl
7
Thoraxcentrum | Longoperatie - opname en operatie
Belangrijke telefoonnummers Algemeen nummer UMCG
(050) 361 61 61
Thoraxcentrum Secretariaat Opname Thoraxchirurgie
(050) 361 23 28
Telefonisch spreekuur (050) 361 38 49 Voor vragen over de voor- en nazorg Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 13.30 tot 14.30 uur KWF Kankerbestrijding (gratis)
0800 022 66 22
Stichting Longkanker (030) 291 60 91 Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur Patiënteninformatie (050) 361 33 00 U kunt hier terecht met vragen over de gang van zaken in het UMCG, vragen over andere gezondheidsinstellingen, verwijsprocedures en patiëntenverenigingen. Ook kunt u hier terecht voor opmerkingen en klachten. Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. UMCG-informatie (050) 361 21 21 U kunt hier terecht met algemene vragen over het UMCG. Bijvoorbeeld over de bereikbaarheid, het parkeren, op welke (verpleeg)afdeling een patiënt ligt of wat de bezoektijden zijn. Veel algemene informatie kunt u ook vinden op de site www.umcg.nl
Ruimte voor noties en vragen
www.umcg.nl
8