A12 KANKERCENTRUM
Longoperatie Informatie voor patiënten
Belangrijkste punten van deze folder: - U wordt geopereerd in het A12 Kankercentrum in Leidschendam. - Tijdens de operatie worden één of meerdere longkwabben verwijderd. - De operatie kan plaatsvinden via een ‘open operatie’, of via een ‘kijkoperatie’. - Na de operatie blijft u bij een kijkoperatie vier tot zes dagen en bij een open operatie zeven tot tien dagen opgenomen op de afdeling Heelkunde in het A12 Kankercentrum in Leidschendam.
Inleiding In overleg met uw arts is besloten dat u een longoperatie zult ondergaan. U wordt daarvoor opgenomen in het A12 Kankercentrum. In deze folder leest u meer over de operatie, de voorbereiding op de operatie, de opname en de nazorg.
De longen De rechter- en de linkerlong bevinden zich in de borstkas aan weerszijden van het hart (zie onderstaande afbeelding). Het gebied tussen de beide longen wordt mediastinum genoemd. Hierin bevinden zich het hart, de luchtpijp, de slokdarm en de grote lichaams(slag)aderen. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben; de linkerlong uit twee kwabben. De long is omgeven door een longvlies (pleura). Afbeelding: De longen (Bron: KWF Kankerbestrijding) De Longen a. neusholte b. mondholte c. keelholte d slokdarm e. luchtpijp e. luchtvertakkingen g. luchtkanaaltje h. longvlies
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
2
De lucht die we via de neus of mond inademen, bereikt via de keelholte de luchtpijp. De luchtpijp splitst zich in twee vertakkingen. Elke vertakking (bronchus) gaat naar één long en splitst zich daar in steeds kleinere vertakkingen. De longen halen zuurstof uit de ingeademde lucht. Via de uitgeademde lucht verdwijnt koolzuurgas uit het lichaam. Waarom een longoperatie? Een longoperatie kan om verschillende redenen noodzakelijk zijn: - Als uit onderzoek blijkt dat de patiënt longkanker heeft en dit de behandelmethode voor deze vorm van kanker is. - Als er in de long een uitzaaiing ontdekt wordt, van een vorm van kanker op een andere plaats in het lichaam. - Als nog niet bekend is welke (long)aandoening de patiënt heeft en een operatie meer duidelijkheid kan geven. Soorten longoperaties Afhankelijk van de reden van de operatie en de plaats waar de aandoening zich bevindt, worden één of meerdere longkwabben tijdens de operatie verwijderd. We onderscheiden drie soorten longoperaties: - Segmentresectie: Hierbij wordt een deel (segment) van een longkwab verwijderd (resectie). - Lobectomie: Een hele longkwab wordt verwijderd. Dit kan vaak via een kijkoperatie worden gedaan. - Pneumectomie: Hierbij wordt één long in zijn geheel verwijderd. De longchirurg bespreekt met u welke operatie bij u uitgevoerd gaat worden.
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
3
Opereren in A12 Kankercentrum in Leidschendam Het Bronovo Ziekenhuis, het Groene Hart Ziekenhuis en het Medisch Centrum Haaglanden werken sinds enkele jaren intensief samen. De belangrijkste reden hiervoor is om de kwaliteit van de zorg nog verder te verbeteren. Een behandelteam van specialisten op het gebied van longkanker bespreekt de onderzoeken die bij u gedaan zijn en voert de operatie uit. De operatie vindt plaats in het A12 Kankercentrum in Leidschendam. In het A12 Kankercentrum wordt u de dag voor de operatie opgenomen op de afdeling Heelkunde. Na de operatie blijft u opgenomen op dezelfde afdeling om te herstellen van de operatie. Hierna mag u met ontslag naar huis. U krijgt een afspraak voor controle bij de longarts en de longchirurg mee. Uw longarts informeert u over de eventuele vervolgbehandelingen die zo mogelijk in uw eigen ziekenhuis plaats zullen vinden.
Voorbereiding op de operatie Het preoperatieve spreekuur in het A12 Kankercentrum in Leidschendam is de eerste stap in de voorbereiding op de operatie. Tijdens de verschillende onderdelen van dit spreekuur worden uw gegevens die van belang zijn voor de operatie verzameld en vastgelegd. Ook wordt alle belangrijke informatie over de voorbereiding op uw operatie met u besproken. Opname U wordt één dag voor uw operatie rond 14.00 uur opgenomen op de verpleegafdeling Heelkunde. Het Opnamebureau informeert u over het exacte tijdstip waarop u op de afdeling wordt verwacht. Op de verpleegafdeling informeert de verpleegkundige u over de gang van zaken op de afdeling. Heeft u nog vragen over uw operatie, aarzelt u dan niet om deze te stellen. Medicijnen Neemt u alle medicijnen die u thuis gebruikt, in de originele verpakking mee naar het ziekenhuis. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, dan zal de longchirurg of de anesthesist met u bespreken hoeveel dagen voor de operatie u moet stoppen met deze medicijnen. Is dit niet met u besproken of heeft u hier vragen over, neemt u dan contact op met de Preoperatieve polikliniek van het A12 Kankercentrum A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
4
via (070) 357 42 50. Wanneer u diabetes (suikerziekte) heeft en insuline gebruikt, wordt er ’s ochtends voor de operatie een klein infuusnaaldje bij u ingebracht, voor het aansluiten van een glucose infuus en een pompje voor de continue insulinetoediening. Eten en drinken Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u een paar uur voor de operatie niet meer mag eten en drinken. De anesthesist maakt met u tijdens het preoperatieve spreekuur de precieze afspraken over het nuchter zijn. Ook mag u niet meer roken vanaf het moment van opname. Verschillende hulpverleners Op de dag van uw opname komen er verschillende hulpverleners bij u langs: - De verpleegkundige voert met u het opnamegesprek en zal uw vragen beantwoorden. - De fysiotherapeut neemt ademhalingsoefeningen met u door. Dit is erg belangrijk; vaak gaat ademhalen moeizaam na de operatie omdat het pijnlijk is. Wanneer u daardoor oppervlakkig zou ademen, is er meer kans op een longontsteking. - De zaalarts (arts-assistent Chirurgie) komt zo mogelijk kennis maken. De zaalarts is verantwoordelijk voor de zorg op de afdeling (en overlegt indien nodig met de operateur). - Door een medewerker van het laboratorium wordt nog een keer bloed bij u afgenomen. Dag van de operatie Wanneer u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u in uw bed naar de voorbereidingskamer. Daar ontmoet u de anesthesist die u onder narcose brengt. De operatie vindt plaats onder narcose (algehele verdoving). Daarnaast krijgt u vaak een plaatselijke verdoving via een slangetje dat is ingebracht tussen uw ruggenwervels. Na de operatie kunnen via dit slangetje continu medicijnen tegen de pijn worden toegediend. Dit wordt een epiduraal katheter genoemd. Als u geen slangetje in de rug heeft, krijgt u een pompje via het infuus in uw arm waarmee u zelf de hoeveelheid pijnstilling kunt regelen. A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
5
De operatie De operatie wordt uitgevoerd door een gespecialiseerd longteam. De operatie kan plaatsvinden via een ‘open operatie’, of via een ‘kijkoperatie’. Dit is afhankelijk van de plek van de tumor in de longen. Tijdens de operatie wordt het longweefsel verwijderd. De duur van de operatie is afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie. Ook hangt de duur af van of er tijdens de operatie weefsel onderzocht dient te worden onder de microscoop. Aan het einde van de open operatie wordt de wond gesloten met oplosbare hechtingen. Bij de kijkoperatie hoeven alleen de kleine wondjes gehecht te worden. Open operatie De longchirurg maakt meestal een snede van ongeveer 20 cm tussen twee ribben (zie onderstaande afbeelding). De ruimte tussen de ribben wordt opgerekt, zodat er voldoende ruimte is om te kunnen opereren.
Afbeelding: Open operatie Kijkoperatie Als een longkwab of een kleiner deel van de long (segmentresectie) weggehaald moet worden, dan wordt u zo mogelijk via een kijkoperatie geopereerd. Dit wordt de VATS-techniek genoemd. VATS is een afkorting van Video Assisted Thoracic Surgery. Hierbij maakt de longchirurg twee of drie kleine sneetjes en één iets grotere snede (6-7 cm) in de borstkas. Via de kleine sneetjes worden instrumenten in de borstkas gebracht waarmee de operatie wordt uitgevoerd. De longkwab wordt via de grotere snede verwijderd. A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
6
Bij deze techniek is het niet nodig om de ribben te spreiden. Bij deze operatietechniek is er minder bloedverlies en heeft u minder pijn. Hierdoor is het herstel sneller, en kunt u vaak al binnen een week weer thuis zijn. De longchirurg bespreekt met u of deze techniek bij u mogelijk is.
Afbeelding: Kijkoperatie Operatieplan Meestal staat het operatieplan van tevoren vast. Toch zijn, ondanks alle onderzoeken voorafgaande aan de operatie, wijzigingen in het operatieplan niet altijd te vermijden. Soms blijkt namelijk pas tijdens de operatie dat: - Er meer longweefsel moet worden verwijderd dan tevoren was ingeschat. - Verwijdering van het longweefsel niet goed mogelijk is. - Operatieve verwijdering van het longweefsel geen goede oplossing biedt. De operatie verloopt dan anders dan met u is afgesproken. Wanneer dit het geval is dan informeert de chirurg u hier na de operatie over. Weefselonderzoek tijdens de operatie Als van tevoren de diagnose longkanker niet zeker is, wordt tijdens de operatie een heel klein stukje longweefsel onder de microscoop onderzocht (een vriescoupe). Dit gebeurt door de patholoog. Aan de hand van de bevindingen wordt besloten op welke manier de operatie wordt voortgezet: - Wanneer de afwijking kwaadaardig blijkt, dan wordt de longkwab weggehaald. - Bij een goedaardige afwijking kan het zo zijn dat het wegnemen van de longkwab niet nodig is geweest. De operatie is dan klaar. Soms zijn er ook A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
7
bij goedaardige afwijkingen technische redenen om toch de longkwab te verwijderen. De chirurg bespreekt in dat geval met u waarom het verwijderen van de longkwab toch nodig is geweest. Weefselonderzoek na de operatie Na afloop van de operatie wordt het weefsel dat tijdens de operatie is verwijderd, verder onderzocht in het laboratorium. De uitslag van dit weefselonderzoek wordt met u besproken door de longarts tijdens de controleafspraak op de polikliniek Longziekten. Complicaties tijdens en na de operatie Bij iedere operatie worden veel voorzorgsmaatregelen getroffen om de kans op complicaties te verminderen. Toch is geen enkele operatie zonder risico’s en kunnen er complicaties optreden. Hoewel zeer zeldzaam, komt het voor dat patiënten tijdens of na een operatie overlijden. Na de operatie kunnen verschillende complicaties optreden: - Longontsteking. Er is een licht verhoogde kans op een infectie. Om dit te voorkomen krijgt u gedurende de gehele opname antibiotica via het infuus. - Luchtlekkage. De eerste dagen na de operatie ‘lekt’ er af en toe nog lucht uit de long. Hiervoor heeft u een drain. Soms kan deze lekkage meer dan een week aanhouden. Het is geen ernstige complicatie. - Hartritmestoornissen. Er kunnen stoornissen in het hartritme optreden zoals een onregelmatige hartslag. Met medicijnen kan dit verholpen worden. - Bloeding. Bij de longoperatie zijn grote aders en slagaders betrokken. Er bestaat altijd een kans op een bloeding tijdens of na de operatie, hoewel dit zelden voorkomt. In geval van een nabloeding kan een tweede operatie nodig zijn. - Infectie van de operatiewond.
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
8
Herstel na de operatie Uw lichaam moet genezen van de operatie. Dit duurt ongeveer 6 weken, waarvan u de eerste 4-10 dagen in het ziekenhuis opgenomen bent. Meteen na de operatie Na de operatie gaat u eerst naar de afdeling Intensive Care (IC). Meestal verblijft u één dag op deze afdeling, afhankelijk van uw algemene toestand. Op de IC staat meer apparatuur om uw bed dan op een gewone verpleegafdeling. Op deze afdeling worden al u lichaamsfuncties nauwkeurig bewaakt. Zodra u voldoende hersteld bent, wordt u overgeplaatst naar de verpleegafdeling Heelkunde. Slangetjes in uw lichaam. Na de operatie heeft u verschillende slangetjes in uw lichaam. Deze worden in overleg met de arts verwijderd. Het betreft de volgende slangetjes: - Eén (of twee) thoraxdrain(s). Deze drains (slangen) liggen in de borstholte. Zij zorgen met geringe zuigkracht, dat de lucht uit de ruimte tussen uw long en uw longvlies wordt gezogen. Hierdoor kan de long zich ontplooien. U kunt hierdoor beter ademhalen. Bij verwijdering van een deel van uw long, gaat de resterende long uw borstholte opvullen. Zodra de long weer goed aansluit op het longvlies, mogen de thoraxdrain(s) verwijderd worden. Meestal worden deze drain(s) na drie tot zeven dagen verwijderd. Het verwijderen is niet pijnlijk. - Een slangetje onder in uw rug voor de pijnbestrijding. Via deze epiduraal katheter krijgt u continu medicijnen tegen de pijn. Het wordt meestal de derde of de vierde dag verwijderd. Als u toch nog pijn heeft, geeft u dit dan door aan de verpleegkundige. Dan krijgt u pijnstillende tabletten of injecties. - Eén of twee infuusaansluitingen. Via het infuusnaaldje in uw arm worden vocht en medicijnen toegediend. - Een blaaskatheter die de urine uit uw blaas afvoert naar een opvangzak. Deze wordt ook de derde of vierde dag verwijderd. De blaaskatheter wordt nooit eerder verwijderd dan het slangetje in uw rug waardoor u pijnbestrijding krijgt toegediend. - Een slangetje in uw neus waardoor u zuurstof krijgt toegediend.
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
9
Antistolling Om de vorming van bloedstolsels in uw vaten (trombose) tegen te gaan, krijgt u tijdens de opname dagelijks een injectie in uw buik (fraxiparine). Alle patiënten die geopereerd worden aan de longen, krijgen drie maanden lang antistollingsmedicatie in de vorm van Acenocoumarol. Indien u de pijnbestrijding via de epiduraal katheter krijgt, start u pas met deze medicatie als de katheter verwijderd is. Afhankelijk van het tijdstip van verwijderen, wordt vanaf de dag van verwijdering of vanaf de dag na verwijdering Acenocoumarol gegeven. Dit medicijn wordt gegeven en gedoseerd naar aanleiding van een bloeduitslag. Dit betekent dat u na uw ontslag uit het ziekenhuis onder bewaking van de Trombosedienst komt. Visite - De zaalarts komt dagelijks bij u langs om te kijken hoe het met u gaat. De zaalarts bespreekt onder andere met u wanneer u weer mag gaan eten en wanneer de verschillende slangetjes verwijderd mogen worden. De zaalarts beslist dit alles in overleg met de verantwoordelijk longchirurg. - De verpleegkundige zal regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur meten. Ook zal zij u helpen bij de dagelijkse verzorging en het uit bed komen, tot u dit zelf kunt. In de loop van de opname zult u steeds meer activiteiten zelf kunnen ondernemen. - De fysiotherapeut komt dagelijks bij u langs voor de ademhalingsoefeningen. In het begin heeft u nog ondersteuning nodig bij uw dagelijkse activiteiten zoals wassen, in en uit bed komen en naar het toilet gaan. In de loop van de opname zult u steeds meer activiteiten zelf kunnen ondernemen.
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
10
Ontslag Bij de open operatie kunt u tussen de zevende tot tiende dag na de operatie naar huis. Bij een kijkoperatie kunt u na vier tot zes dagen al naar huis. Een medewerker van het transferbureau zal voor u de zorg regelen die u eventueel nodig heeft na ontslag uit het ziekenhuis. Dit kan zijn thuiszorg, een tijdelijk verblijf in een verzorgingshuis ter herstel of een tijdelijk verblijf in een verpleeghuis ter revalidatie. De zorg wordt bepaald door te kijken naar uw geestelijke en lichamelijke conditie na de operatie, uw mobiliteit, uw gezinssituatie en uw woonsituatie. De medewerker van het transferbureau kijkt met u naar de mogelijke wachtlijsten, hulpmiddelen en financiële aspecten van de zorg die u nodig heeft. Adviezen U heeft een grote operatie ondergaan en uw lichaam heeft tijd nodig om te herstellen. U kunt ongeveer drie maanden pijnklachten houden aan uw ribben. Dit is een normaal gevolg van de operatie. De longarts bespreekt met u welke activiteiten u wel en nog niet mag ondernemen. Wat u wel en niet kunt doen na uw operatie is uiteraard ook afhankelijk van de kwaliteit van uw longen vóór de operatie en van de hoeveelheid weefsel die is verwijderd. Het missen van longweefsel hoeft geen grote beperkingen op te leveren. Wel kan het betekenen dat u minder lichamelijke inspanning kunt leveren dan voorheen. Om de kans op complicaties te beperken adviseren wij u: - Niet te roken, zowel voor als na de operatie. Roken vergroot de kans op complicaties. - Zware inspannende arbeid of sport te vermijden gedurende de eerste maand na ontslag uit het ziekenhuis. - Alcohol alleen in beperkte mate te gebruiken. We adviseren u contact op te nemen met uw longarts als: - U koorts heeft boven 38,5°C. - U veel bloed of bloedstolsels ophoest. - U plotseling toenemend kortademig wordt.
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
11
Bij acute problemen kunt u de eerste 30 dagen na de operatie bellen met de Spoedeisende Hulp van MCH Antoniushove: (070) 357 42 02 Afspraak voor controle Bij uw ontslag uit het ziekenhuis krijgt u eventuele recepten en afspraken mee voor controle. De controle vindt plaats bij de longarts op de polikliniek Longziekten van uw eigen ziekenhuis en bij één van de opererend longchirurgen op polikliniek Chirurgie, bij voorkeur in uw eigen ziekenhuis. Tijdens de afspraak met de longarts hoort u de uitslag van het weefselonderzoek. Verder bespreekt de longarts met u hoe de verdere behandeling zal verlopen. De longchirurg controleert de wond en zorgt ervoor dat de hechtingen zo nodig verwijderd worden.
Casemanager voor verdere vragen De diagnose kanker kan bij u veel losmaken en de operatie kan ingrijpende gevolgen hebben voor u en de mensen om u heen. Daarom is er tijdens het gehele behandeltraject een gespecialiseerde verpleegkundige (casemanager) aangewezen. Deze is speciaal geschoold in de zorg voor en begeleiding van patiënten met kanker. Bij hem of haar kunnen u en uw naasten op elk moment terecht met vragen. Dit kunnen vragen zijn over praktische zaken, over de operatie en over eventuele andere vormen van behandeling. De casemanager wordt door de andere behandelaars op de hoogte gehouden en coördineert uw behandeltraject. Dit is nodig omdat er veel zorgverleners bij uw behandeling betrokken zijn. Contact Misschien heeft u na het lezen van deze folder nog vragen over de operatie. Belt u daarvoor gerust, uw casemanager via het volgende nummer: - Wendy Olde (Bronovo Ziekenhuis):
(070) 310 58 08
- Bernadette Mensch (Groene Hart Ziekenhuis):
(0182) 50 50 50,
toestelnummer: 3704 of
(0182) 50 55 28
- Margot de Koning (Medisch Centrum Haaglanden): (070) 330 20 00, sein 536
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
12
Mocht u niet in staat zijn om telefonisch contact op te nemen met uw casemanager, dan kunt u met uw vragen en opmerkingen terecht op het volgende e-mailadres:
[email protected]. Om het verwerken van de mail makkelijker te maken, vragen wij u in de mail uw naam en geboortedatum te zetten. Indien u voor uw operatie verwezen bent vanuit het Bronovo Ziekenhuis of het Groene Hart Ziekenhuis, zet u dit dan ook in de mail. Lotgenotencontact Voor veel patiënten is het contact met lotgenoten erg waardevol. Zij vinden steun in het uitwisselen van ervaringen en het delen van gevoelens met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Vaak is ook praktische informatie een belangrijke steun. Voor informatie kunt u terecht bij de onderstaande verenigingen: - www.longkanker.nfk.nl/: Stichting longkanker - www.kwf.nl: Vereniging Nederlandse kankerbestrijding.
A12 Kankercentrum - Longoperatie • CF0001-0000 • februari 2013
13
CF0001-0000 februari 2013
A12 Kankercentrum Bezoekadres: Locatie Antoniushove Burgemeester Banninglaan 1 2262 BA Leidschendam
Postadres: Postbus 411 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44
Coöperatieziekenhuizen Bronovo Ziekenhuis Den Haag www.bronovo.nl 070 312 4141 Groene Hart Ziekenhuis Gouda www.ghz.nl 0182 50 5050
Medisch Centrum Haaglanden Den Haag, Leidschendam www.mchaaglanden.nl 070 330 2000 (MCH Westeinde) 070 357 4444 (MCH Antoniushove)