Longoperatie
Longoperatie Op het moment dat u dit boekje krijgt, heeft u waarschijnlijk een periode achter de rug van onderzoeken, wachten op uitslagen en onzekerheid. De onderzoeksresultaten zijn inmiddels bekend. Uw longarts heeft ze bestudeerd en met de longchirurg en eventuele andere artsen besproken. Gezamenlijk zijn zij tot de conclusie gekomen dat een longoperatie in uw geval de beste behandeling is. De longarts heeft dit advies, de mogelijkheden en de risico’s met u en uw naasten besproken. Nu u ingestemd hebt met de operatie, kan deze plaats vinden. Deze folder geeft u informatie over de gebruikelijke gang van zaken rondom een longoperatie. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor iedereen anders kan zijn. Deze folder bevat veel informatie. Lees het op uw gemak door en aarzel niet de verpleegkundige of arts om uitleg te vragen als er onduidelijkheden zijn. Omtrent de operatie (niet voor iedere patiënt van belang) Zoals u waarschijnlijk al is verteld vindt een longoperatie alleen maar plaats in het Twee Steden Ziekenhuis. De thoraxchirurgie is gelokaliseerd om kwaliteit te waarborgen en te optimaliseren. De leden van de maatschap longgeneeskunde en chirurgie werken in beide ziekenhuizen. Dit houd in dat u tijdens de opname verblijft in het Twee Steden Ziekenhuis en dat u onder de verantwoording valt van de artsen uit dat ziekenhuis. Zij zullen de artsenvisite en eventuele familiegesprekken met u voeren. Zodra het ontslag in zicht komt krijgt u een poliklinische afspraak bij u eigen longarts. Tevens wordt er een afspraak gemaakt op de poli bij de chirurg. De lucht via de neus of de mond ingeademd wordt, bereikt via de keelholte de luchtpijp (trachea). De luchtpijp splitst zich in twee grote vertakkingen. Elke vertakking (bronchus), gaat naar een long en splitst zich in steeds kleinere luchtkanalen. Deze monden uit in de longblaasjes. De functie van de longen is het ademproces. Uit de ingeademde lucht wordt zuurstof in het lichaam opgenomen. Met de uitgeademde lucht verdwijnt koolzuurgas uit het lichaam.
Ligging en functie van de longen De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas, aan weerszijden van het hart. Het gebied tussen de beide longen wordt het mediastinum genoemd. Hierin liggen behalve het hart, ook de luchtpijp, de slokdarm, bloedvaten (onder andere de grote lichaamsslagader), zenuwen, lymfeklieren en lymfevaten. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben en de linkerlong uit twee kwabben (zie tekening). De long is omgeven door een longvlies. De lucht die via de neus of mond ingeademd wordt, bereikt via de keelholde de luchtpijp (trachea). De luchtpijp splits zich in twee grote vertakkingen. Elke vertakking (bronchus), gaat naar een long en splitst zich in steeds kleinere kanalen. Deze monden zich uit in de longblaasjes. De functie van de longen is het ademproces. Uit de ingeademde lucht wordt zuurstof in het lichaam opgenomen. Met de uitgeademde lucht verdwijnt koolzuurgas uit het lichaam.
De opname en wat u voor de operatie nog moet weten U wordt voor de operatie opgenomen op afdeling longgeneeskunde van het Twee Steden Ziekenhuis. Op de eerste dag van opname hebt u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Zij zal u vertellen wat u allemaal te wachten staat tijdens uw verblijf op de afdeling. Het is belangrijk dat voor u alles duidelijk is omtrent de operatie. U kunt ook uw verwachtingen en wensen kenbaar maken, zodat de verpleegkundige daar in tegemoet kan komen als dit mogelijk is. Het feit dat er een afwijking is geconstateerd en het vooruitzicht op een longoperatie kunnen ook tijdens opname gevoelens oproepen van angst, onzekerheid en verdriet. U kunt met deze gevoelens altijd terecht bij de verpleegkundige. Zij kan u daarin begeleiden en zonodig een arts, maatschappelijk werker, psycholoog of pastor inschakelen. Meestal staat het operatieschema van te voren vast. Soms echter blijkt pas tijdens de operatie, dat; de diagnose niet vastgesteld kan worden; er meer longweefsel moet worden verwijderd dan eerst werd gedacht; verwijdering van longweefsel niet goed mogelijk is; operatieve verwijdering van het longweefsel geen goede behandeling van de aandoening lijkt. Wanneer de diagnose tijdens de operatie niet kan worden vastgesteld, wordt een 'vriescoupe' onderzoek gedaan. Er wordt dan een stukje weefsel uitgenomen en ingevroren. De patholoog (de arts die weefselonderzoek doet) onderzoekt dit weefsel tijdens de operatie onder de microscoop. Hij beoordeelt dan om wat voor weefsel het gaat. Dan nog kan het zijn, dat pas zekerheid kan worden verkregen nadat de hele longkwab, waar de afwijking inzit, is verwijderd en onderzocht. Ondanks alle onderzoeken zijn bovenstaande situaties mogelijk. Na de operatie wordt u verteld wat er precies gedaan is. De dag(en) voor de operatie Op de dag(en) voor de operatie zullen er nog een aantal dingen gedaan worden. Uw bloedgroep wordt bepaald zodat u, indien nodig, bloed toegediend kunt krijgen. Tevens krijgt u een laxeermiddel toegediend om ervoor te zorgen dat het onderste gedeelte van uw darmen leeg wordt, zodat u niet snel na de operatie met een ”verse wond” hoeft te persen. Ook gaat u naar de anesthesist. Omdat de operatie in het Twee Steden Ziekenhuis plaatsvindt wordt u door de anesthesist in dit ziekenhuis gezien. Hij bespreekt met u wat voor verdoving u tijdens en na de operatie gaat krijgen. Ook spreekt hij met u af welke medicijnen u wel en niet op de dag van de operatie mag innemen en of u de nacht voorafgaande aan de operatie slaapmedicatie mag.
De long- of zaalarts komt bij u langs. Vaak komt de chirurg ook nog langs. Zij vertellen u hoe de operatie wordt uitgevoerd en kunnen al uw vragen over de operatie beantwoorden. Na de operatie zullen ze ook regelmatig langs komen om te informeren hoe het met uw herstel gaat en om een vervolgbeleid af te spreken. Na de operatie gaat u een aantal dagen naar de Intensive Care. Het is mogelijk hier de avond voor de operatie een kijkje te gaan nemen. U neemt alleen uw toilettas, pantoffels, eventuele bril en kunstgebit mee naar de I.C. Het is verstandig om alle waardevolle spullen mee naar huis te geven, omdat ze anders onbeheerd achter blijven op de afdeling en een makkelijke prooi zijn voor diefstal. De avond voor de operatie krijgt u van de verpleegkundige een injectie met bloedverdunnende medicijnen. Dit is om te voorkomen dat er tijdens en na de operatie bloedstolling plaatsvindt, die bloedvaten af kan sluiten. Deze zelfde injectie krijgt u ook nog een aantal dagen na de operatie. De dag van de operatie Vanaf wanneer u nuchter moet blijven is afhankelijk van het tijdstip van de operatie. De verpleegkundige kan u bij opname hier meer over vertellen. Dit zal dan gaan betekenen dat u niet meer mag eten, drinken of roken. Eventuele voorgeschreven medicatie mag u met een klein slokje water in nemen. Op de ochtend van de operatie kunt u eerst douchen. Van de verpleegkundige krijgt u speciale operatiekleding. Eventuele prothesen, sieraden, nagellak en make-up dient u voordat u naar de operatiekamer gaat te verwijderen. Naar de operatiekamer De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamers. Hier gaat u eerst naar de voorbereidingsruimte waar u een infuus (voor de narcose) en een epiduraal katheter krijgt. Dit is een dun slangetje waardoor u gelijkmatig pijnstillende/verdovende medicatie tussen de ruggenwervels krijgt. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer, waar u op de operatie tafel wordt geholpen en onder narcose wordt gebracht. Daarna kan de operatie beginnen. Op de intensive care Na de operatie gaat u eerst naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer) en vervolgens naar de Intensive Care. De intensive care verpleegkundige zal dan uw familie telefonisch informeren over het verloop van de operatie. Soms belt de longchirurg zelf om te vertellen hoe de operatie is verlopen.Op de intensive care wordt u de eerste dagen na de operatie intensief bewaakt en verpleegd. De eerste uren na de operatie zult u nog erg slaperig en suf zijn. Mogelijk bent u dan nog aangesloten op een beademingsapparaat, dat
het ademen tijdelijk van u over neemt (totdat u weer in staat bent dit zelf te doen) of krijgt u zuurstof toegediend. Verder zult u merken dat u aangesloten bent op allerlei slangen en apparaten. U hebt een infuus in de arm en/of hals, dit is om vocht en eventuele medicijnen toe te dienen. U heeft soms een of meerdere drains die uit de borstholte komen, dit is om het wondvocht af te laten lopen en het overgebleven deel van de long op zijn plaats te krijgen. Verder zit er een epiduraal katheter in de rug voor de pijnbestrijding. Door deze vorm van pijnbestrijding hebt u zelf geen controle over uw blaas. Daarom hebt u zolang u epidurale pijnbestrijding krijgt, een blaaskatheter. Naast deze slangen ligt u ook aangesloten op een monitor, die automatisch uw bloeddruk, hartritme en temperatuur meet. De verpleegkundigen en alle anderen die bij uw behandeling en verzorging betrokken zijn, zullen alles wat zij doen vooraf zo duidelijk mogelijk aan u uitleggen. De duur van het verblijf op de ICU is afhankelijk van het soort operatie en het verloop nadien. Terug naar de verpleegafdeling Op de IC wordt u door de longarts, de chirurg en de anesthesist behandeld. Wanneer de intensieve zorg niet meer nodig is, zal de anesthesist uw ontslag van de ICU regelen en wordt u terug gebracht naar de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling bent u weer uitsluitend onder behandeling van de longarts. Op deze afdeling kunt u verder herstellen van uw operatie. Het verloop van uw herstel wordt nauwkeurig gevolgd door de assistent van de longartsen, die dagelijks langs komt. De longarts zelf komt 2-3 keer per week aan uw bed. Uiteraard overlegt de assistent regelmatig met de longarts over het te voeren beleid. Pijnbestrijding Mogelijk ziet u op tegen eventuele pijn na de operatie. Daarom is het goed te weten dat u tijdens en direct na de operatie pijnstillers krijgt toegediend op verschillende manieren. Wanneer de epiduraal katheter verwijderd is wordt er overgegaan op pijnstillers in de vorm van tabletten, eventueel aangevuld met morfine injecties. Het is voor uw herstel belangrijk dat u goed aangeeft wanneer u pijn heeft. Gevolgen van de longoperatie Door het wegnemen van de long of een gedeelte ervan ontstaat ruimte. Is een long in zijn geheel verwijderd, dan vult de ontstane ruimte zich met weefselvocht dat wordt omgevormd tot een soort littekenweefsel. Is een deel van de long verwijderd, dan vult de ruimte zich met het overgebleven deel van de long en met het littekenweefsel. Wat u wel en niet kunt na de operatie is uiteraard afhankelijk van de kwaliteit van uw longen vóór de operatie en van de hoeveelheid longweefsel, die werd verwijderd. Het
missen van longweefsel hoeft niet altijd bezwaren op te leveren. Wel kan het betekenen dat lichamelijke inspanning minder mogelijk is dan voorheen. Voeding In principe mag u na de operatie, mits u goed wakker en niet misselijk bent, weer starten met eten. Als u tijdelijk aan de beademing ligt en dus niet kunt eten, krijgt u via het infuus vervangende voeding toegediend. Goede voeding is van belang voor een spoedig herstel. Mobiliseren In principe mag u de eerste dag na de operatie al uit bed. De eerste dagen zal dit nog maar kort zijn, daarna wordt dit steeds verder uitgebreid. Zolang u een thoraxdrain (drain uit de borstholte) hebt kunt u nog niet gaan lopen, omdat het zuigsysteem aan de muur bevestigd is. Wel kunt u regelmatig in de stoel gaan zitten en de beenspieren trainen door oefeningen te doen. Ook is het belangrijk om de lichaamszijde waaraan u geopereerd bent rustig door te bewegen. Dit is van belang voor uw herstel. De fysiotherapeut (die vaak voor de operatie al kennis met u heeft gemaakt) zal u helpen bij het mobiliseren. Hij zal ook uitleg geven over de juiste ademhalings- en hoesttechniek. Voor uw herstel is het namelijk belangrijk dat u goed kunt doorademen en door kunt hoesten, ondanks de ongemakken van uw operatiewond. Dit om complicaties zoals bijvoorbeeld een longontsteking te voorkomen. (Wond) verzorging Uw wond is op verschillende manieren gehecht. Inwendig bevinden zich oplosbare hechtingen die zo als het woord al zegt op den duur vanzelf oplossen. Uitwendig in de huid bevinden zich nietjes, omdat de spanning op de wond erg groot is. Deze nietjes mogen er tussen de twaalfde en de veertiende dag na de operatie uit. Afhankelijk van hoe de wond geneest gaan ze er of allemaal tegelijkertijd uit op dezelfde dag, of om en om op verschillende dagen. Op de plaats waar de drains in de borstholte hebben gezeten (insteekplaats) hebt u hechtingen. Deze hechtingen mogen zeven dagen na het verwijderen van de drain er uit. U mag zowel met nietjes als draadhechtingen douchen. Zowel de operatiewond als de insteekplaats van de drains worden dagelijks verzorgd. U bent mogelijk niet in staat uzelf geheel te verzorgen. Pijn, vermoeidheid of ongemak van slangen (catheter, zuurstof, drain) kunnen u hierin belemmeren. De verpleegkundigen zullen u bij de verzorging ondersteunen. Onderzoeken Na de operatie worden er regelmatig röntgenfoto’s gemaakt ter controle van de long(en) / borstholte. Aan de hand van de foto’s wordt onder meer
besloten wanneer de drains er uit kunnen. Verder wordt er ook nog regelmatig bloed geprikt ter controle. Uitslag van de operatie Tijdens de operatie wordt wat weefsel van de snijvlakken en uit de omliggende klieren opgestuurd naar de patholoog anatoom. Deze gaat onderzoeken of het weefsel vrij is van tumorweefsel. Dit duurt ongeveer 5 werkdagen. Wanneer de uitslag er is zal er een gesprek met u, de familie en de longarts gepland worden. Dan wordt ook over een eventueel verdere behandeling gesproken als de operatie niet afdoende blijkt te zijn. Ontslag en nazorg De verpleegkundigen en de longarts bepalen wanneer u voldoende hersteld bent om naar huis te gaan. Gemiddeld is dit 1 week na de operatie. Het is mogelijk dat voor of tijdens opname blijkt dat u na de operatie, thuis nog extra hulp nodig heeft (die familie niet kan bieden). De verpleegkundige zal samen met u bekijken welke zorg er thuis nodig is en zal dit vervolgens voor u proberen te regelen. Meestal lukt dit goed, maar soms is dit niet mogelijk (met name voor huishoudelijke hulp zijn lange wachtlijsten). Indien het nodig is zal de fysiotherapeut ervoor zorgen dat u ook na ontslag nog fysiotherapie krijgt; thuis of poliklinisch in het ziekenhuis. Als u met ontslag gaat krijgt u controle afspraken mee voor bij de longarts en de chirurg, en als u medicijnen gebruikt, recepten en een medicijnpaspoort. Het is verstandig om eventuele vragen of onduidelijkheden te bespreken met de verpleegkundige of met de arts voordat u naar huis gaat. U krijgt van de verpleegkundige een boekje mee over wat u na ontslag al wel en wat u nog niet mag doen. Mochten er direct na ontslag nog onduidelijkheden zijn dan kunt u contact op nemen met de verpleegafdeling. Thuis verder na een longoperatie Hieronder vindt u de leefregels die gelden na een longoperatie voor als u met ontslag gaat. In het ziekenhuis kunt u bij de minste ongerustheid direct een arts of een verpleegkundige raadplegen. Dat wordt natuurlijk anders als u eenmaal thuis bent. Misschien voelt u zich onzeker. Het is goed als u zich daar nu al mentaal op voorbereidt. Maar bedenk u wel: het ontslag is een teken dat u geacht wordt voldoende hersteld te zijn om naar huis te kunnen. Als dat niet zo zou zijn, zou u nog niet naar huis mogen.Het ontslag betekent niet dat u volledig hersteld bent. Thuis heeft u ook nog de tijd nodig om verder te herstellen en aan uw conditie te werken. Gun uzelf daarvoor ook de tijd. Op 6 tot 12 weken moet u zeker rekenen. Hieronder staan een aantal leefregels om uw herstel zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen.
Alcohol Een glas alcoholhoudende drank is meestal geen probleem, met een maximum van 2 per dag. Houd er rekening mee dat alcohol invloed heeft op uw medicijngebruik. Zeker als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, kan het drinken van veel alcohol gevaarlijk zijn. Alcohol verdunt het bloed namelijk ook. Bespreek in ieder geval het gebruik van alcohol met uw longarts. Roken Wij adviseren u ten strengste om niet meer te roken na de ingreep. Mocht u thuis zuurstof hebben gekregen dan geldt er een absoluut rookverbod! Op de afdeling of op de polikliniek kunt u boekjes vinden over hoe u kunt stoppen met roken. Douchen U mag al douchen zo gauw u in het ziekenhuis geen slangen meer heeft, hechtingen en/of nietjes zijn geen bezwaar. Als u thuis wilt douchen maar het nog niet alleen kan, kan daarvoor vanuit het ziekenhuis hulp voor geregeld worden. Als u familie heeft die u kan helpen, is dat voor u natuurlijk alleen maar handiger, u bent dan niet afhankelijk van het tijdstip waarop de thuiszorg iedere dag tijd heeft. Baden en zwemmen Een bad nemen en zwemmen mag pas vanaf 6 weken na ontslag. U mag niet langdurig in water liggen en niet te diep. Anders wordt de wond te week en kan deze open gaan. Als de wond na 6 weken nog niet geheel dicht is, moet u met baden en zwemmen wachten tot de wond wel dicht is. Tijdens het zwemmen komt er ook meer druk te staan op de wond wat nog niet wenselijk is. Overleg tijdens de controle afspraak even met de longarts voordat u plannen maakt om te gaan zwemmen. Activiteiten Probeer uw activiteiten op te bouwen, iedere dag iets meer, maar luister goed naar uw eigen lichaam, dit geeft zelf aan wanneer u rust moet nemen. Activiteiten die u voor de operatie ondernam kunt u niet zomaar klakkeloos weer oppakken. Wacht hier mee tot u op controle bent geweest bij de longarts en bekijk dan samen met hem wat u wel en niet mag doen. Tillen De eerste 6 weken na ontslag mag u geen zware voorwerpen tillen. Als u iets optilt, doe dat dan met twee handen en zak door de knieën, waardoor u het
gewicht vanuit uw benen tilt en zo het gewicht verdeelt. U moet er dan voor zorgen dat u met het tillen de rug recht houdt. Fietsen Wanneer u weer mag fietsen is afhankelijk van uw leeftijd, conditie en welke operatie u ondergaan heeft. Verder kan het zijn dat de capaciteit van het overgebleven longweefsel het niet toelaat dat u gaat fietsen. Dit kan tijdelijk zijn, maar het kan ook blijvend zijn. Overleg met uw longarts wanneer u weer kunt gaan fietsen, ook in verband met druk op de wonden. Autorijden U moet er rekening mee houden dat u de eerste weken na de operatie geen auto kunt rijden. Het kan zijn dat u door de narcose wat problemen heeft met uw concentratie, iets wat natuurlijk erg belangrijk is bij auto rijden. Verder komt het de genezing van de wond ook niet ten goede, omdat er met sturen te veel druk komt op de wond. Wandelen Een wandeling maken is toegestaan, het is zelfs erg aan te raden om daardoor u conditie weer wat op te bouwen. Ook hier geldt; luister goed naar uw eigen lichaam en neem op tijd rust. Begin bijvoorbeeld 2-3 keer per dag met een korte wandeling van ongeveer 10 minuten in een rustig tempo. Als dit goed gaat kunt u het langzaam opbouwen. Huishoudelijk werk Moet u voor uzelf en / of een gezin zorgen, dan is het verstandig om hier voor de operatie al bij stil te staan. U mag namelijk 6 tot 12 weken na de operatie geen zwaar huishoudelijk werk verrichten. Het zware werk, zoals ramen wassen en stofzuigen moet u door iemand anders laten doen. Het is dan ook aan te raden tijdig (gezins)hulp te regelen. De verpleegkundige op de afdeling kan u hierbij helpen. Bedenk wel dat er in de thuiszorg een grote wachtlijst is voor huishoudelijke zorg. Medicijnen Bij ontslag krijgt u voor uw medicijnen een recept mee. Als u in het weekend naar huis gaat, krijgt u te maken met een weekend apotheek. U moet er dan rekening mee houden dat het daar dan erg druk kan zijn. Het is verstandig om iemand anders de medicijnen te laten halen. U kunt natuurlijk ook vrijdag al om u recepten vragen en alvast de medicijnen laten halen. Er zijn ook nog apothekers die aan huis bezorgen. Als u apotheker een bezorgservice heeft kunt u de verpleegkundige vragen om de recepten te faxen.
Sport Sporten kan voor u een prettige wijze van vrijetijdsbesteding zijn. Overleg met u longarts welke sporten u mag beoefenen en wanneer u daar mee mag beginnen. Vakantie Indien u plannen hebt om kort na de operatie op vakantie te gaan overleg dan even met u longarts of dit wel verstandig en verantwoord is. Zonnen / Zonnebank Het is in verband met de wondgenezing niet verstandig om eerder dan 3 maanden na de operatie in de felle zon te gaan liggen of een zonnebankkuur te volgen. Werken Het moment waarop u weer kunt gaan werken hangt af van het soort werk dat u doet en het verloop van het herstel. In samenspraak met u, de longarts en uw bedrijfsarts wordt bepaald wanneer u uw werk kunt hervatten. U mag in ieder geval niet gaan werken voor uw eerste controle afspraak bij de longarts. Denken en concentreren Na ontslag hebben veel patiënten die een grote longoperatie hebben ondergaan, enige tijd nodig om geestelijk weer de oude te worden. U kunt moeite hebben met concentreren, denken en het geheugen. Dit is veelal het gevolg van de narcose. Seksualiteit Wees niet bang om te vrijen. Vrijen betekent geen extra risico, mits u rekening houdt met de wond en uw conditie. Het moet niet een te grote inspanning vergen. Het is na een grote operatie niet ongewoon dat het vrijen niet meteen verloopt zoals u het gewend was. Emoties Ook na ontslag is het altijd mogelijk dat u eens een slechte dag heeft. U hebt immers een grote, ingrijpende operatie ondergaan, wat de nodige spanningen met zich mee heeft gebracht. Het is heel normaal dat die spanningen er na ontslag uitkomen. Probeer u gevoel niet op te kroppen, maar te uiten naar uw familie en / of vrienden. Op deze manier belemmert u uw herstel niet.
Sociale omgeving Net als voor u, is het voor uw omgeving ook een emotionele periode geweest. Na de operatie ontladen de spanningen zich vaak ook bij de mensen in uw omgeving. Dat is heel normaal. Overgevoeligheid, onredelijk boos worden, prikkelbaarheid enz. kunnen uitingsvormen zijn van emotionele spanning. Houdt er rekening mee dat mensen in uw directe omgeving ook wel eens een mindere dag kunnen hebben. Probeer samen de operatie te verwerken en de gebeurtenis langzaam een plek te geven in het leven. Fysiotherapie Indien de fysiotherapie het nodig vindt, regelt hij of zij voortzetting van de fysiotherapie poliklinisch of bij u aan huis. Patiëntengroepen en – verenigingen De operatie en bijbehorende ziekenhuisopname kunnen op u, uw naaste familieleden en vrienden veel indruk gemaakt hebben. Het kan prettig zijn om daar eens met andere mensen, die hetzelfde meegemaakt hebben, over te praten. Patiëntengroepen en verenigingen bieden u daar een mogelijkheid toe en geven en geven u des gewenst advies. Ook internet kan hierbij hulp bieden (bv www.kwfkankerbestrijding.nl of www.kankerpatient.nl) Nawoord Wij hopen dat de gegeven informatie er toe bijdraagt dat u minder onzeker en beter voorbereid met ontslag gaat. Heeft u nog vragen probeer deze dan tijdens de opname nog te stellen. Indien u na uw ontslag uit het ziekenhuis nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de polikliniek van de longartsen. Telefoonnummer TweeSteden ziekenhuis 013-4655308 Telefoonnummer Elisabeth Ziekenhuis 013-5392548 Wij wensen u een spoedig herstel toe!