Chirurgie / mammacare
Borstkanker “opname en operatie” Inleiding Onlangs is bij u borstkanker geconstateerd. Uw chirurg heeft met u de behandelmogelijkheden besproken. De chirurg werkt samen met andere zorgverleners in het ziekenhuis en bespreekt in een gezamenlijk overleg met deze specialisten uw individuele situatie en de behandeling die voor u het meest geschikt lijkt. De beslissing over de behandeling wordt altijd met u samen genomen. De informatie in dit boekje richt zich op een opname voor een operatie. Het is goed u te realiseren dat de situatie bij iedereen weer anders kan zijn. Daardoor heeft elke vrouw die te maken krijgt met borstkanker haar eigen vragen en problemen. Behandeling: Operatie De behandeling van borstkanker bestaat meestal uit een operatie. Soms wordt de operatie voorafgegaan of gevolgd door bestraling en/of behandeling met medicijnen. Het doel van de operatie is om het tumorweefsel uit de borst weg te halen. Vaak wordt vóór de operatie onderzocht of er lymfeklieruitzaaiingen zijn. Schildwachtklierprocedure In het SKB wordt voorafgaand aan de operatie meestal via lymfeklieronderzoek, de zogenoemde schildwachtklierprocedure, onderzocht of er uitzaaiingen van kankercellen in de lymfeklieren zijn. Het is van belang dit te weten, omdat het gevolgen heeft voor de uitgebreidheid van de operatie en het behandeladvies na de operatie. Schildwachtklieren kunnen zich op verschillende plaatsen rond de borst bevinden: meestal in de oksel, maar soms ook onder het sleutelbeen, naast het borstbeen tussen de ribben, en in de borst zelf. Als de tumor via lymfevaten uitzaait, komen de kankercellen meestal eerst in één of soms meer schildwachtklieren terecht. De chirurg verwijdert alleen de schildwachtklier(en) en stuurt deze voor onderzoek naar de patholoog. Als uit dat onderzoek blijkt dat een of meer schildwachtklier(en) uit de oksel kankercellen bevat(ten), wordt meestal het verwijderen van álle okselklieren geadviseerd. De folder “Schildwachtklierprocedure” wordt door de chirurg aan u aangereikt als dit van toepassing is.
1/10
Een borstsparende operatie Bij een borstsparende operatie worden de tumor en een ruime hoeveelheid omringend gezond weefsel verwijderd. Na een borstsparende operatie volgt vrijwel altijd bestraling van de borst om mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen. Het vanzelfsprekende voordeel van de borstsparende behandeling is dat de borst behouden blijft. De vorm en kleur van de borst kan door de intensieve behandeling wel enige verandering vertonen in vergelijking met de andere borst. Een borstamputatie Bij een borstamputatie wordt de gehele borst verwijderd. Soms is het noodzakelijk een gedeelte van de borstwandspieren mee te verwijderen met de bedoeling de tumor ruim weg te nemen. Meestal kan bestraling achterwege blijven. Een borstamputatie is onder andere aangewezen als de tumor te groot is in verhouding tot de grootte van de borst. In dat geval zou het cosmetisch resultaat van de operatie ook teleurstellend zijn. Als er meer dan één gezwel in de borst is of als er uitgebreide uitlopers van borstkanker zijn, komt de borstsparende behandeling ook niet in aanmerking. Er is dan een verhoogd risico dat de tumor na de borstsparende behandeling weer in de borst uitgroeit. De chirurg zal u een borstsparende operatie of een amputatie adviseren afhankelijk van het type en de grootte van de tumor. Als beide operaties mogelijk zijn maakt u zelf de keuze. Als de chirurg u voor de keuze stelt is de kans op genezing in beide gevallen even groot. U kunt gerust tijd nemen voor deze beslissing en u goed laten informeren. Eventueel ook ergens anders. De mammacare-verpleegkundige kan u hierbij ondersteunen. Een borstreconstructie na een amputatie kan zowel in praktisch als in emotioneel opzicht veel voor vrouwen betekenen. Het doel van een borstreconstructie is om de nieuwe borst zo veel mogelijk te laten lijken op de andere borst. Er zijn verschillende manieren waarop de plastisch chirurg de reconstructie kan uitvoeren. U kunt altijd via uw chirurg advies vragen aan de plastisch chirurg. Mogelijke complicaties Ook voor een borstoperatie gelden de normale risico's op complicaties van een operatie zoals trombose, longontsteking, nabloeding of wondinfectie. Een operatie voor borstkanker is lichamelijk gezien geen zware operatie. Vrouwen op hogere leeftijd kunnen de operatie veilig doorstaan. Om de okselklieren weg te kunnen halen is een aantal kleine huidzenuwen die dwars door de oksel lopen doorgesneden. Hierdoor kunt u na de operatie aan de binnenkant van de bovenarm een gevoelloos gebied ontdekken. Dit gebied wordt meestal na verloop van tijd kleiner en het gevoel komt deels terug. Begeleiding Tijdens het bezoek aan de chirurg maakt u kennis met één van de mammacareverpleegkundigen en/of de nurse practitioner. Zij maken deel uit van het behandelteam (chirurg, nurse practitioner, radioloog, mammacareverpleegkundige, radiotherapeut en patholoog). Dit team is gespecialiseerd in onderzoek, behandeling en begeleiding van vrouwen met borstkanker. Mocht er behoefte zijn aan aanvullende psychosociale zorg dan kan een maatschappelijk werker of psycholoog worden ingeschakeld.
2/10
De nurse practitioner De nurse practitioner is een verpleegkundige die zich gespecialiseerd heeft in de medische zorg voor een bepaalde groep patiënten. Zij neemt een aantal medische taken van de chirurg over. De mammacareverpleegkundige Deze verpleegkundige heeft zich gespecialiseerd in de verpleegkundige zorg, voorlichting en begeleiding van vrouwen en mannen met een afwijking in de borst. In het Streekziekenhuis Koningin Beatrix zijn enkele mammacareverpleegkundigen werkzaam. Zij werken zowel op de polikliniek als op de verpleegafdeling van het ziekenhuis. Wat kan de mammacare-verpleegkundige voor u betekenen? De mammacare-verpleegkundige ondersteunt u bij vragen en problemen die te maken hebben met uw diagnose en behandeling én de gevolgen die de behandeling(en) voor uw dagelijks functioneren heeft op relatie, kinderen, werk, emoties en dergelijke. Gedurende het behandeltraject en ook na ontslag is zij uw aanspreekpunt en kunt u altijd een beroep op haar doen. Hierbij werkt zij nauw samen met uw behandelend arts en is goed op de hoogte van uw specifieke situatie. De inhoud van de voorlichting en begeleiding is afhankelijk van de diagnose en van uw persoonlijke behoefte. Bereikbaarheid Tijdens het eerste contact met de mammacare-verpleegkundige wordt met u een afspraak gemaakt voor een vervolggesprek. Daarnaast kunt u voor tussentijds overleg iedere werkdag telefonisch contact met haar zoeken tussen 8.30 uur en 16.00 uur, telefoon 0543 54 45 08. Voorbereiding voor opname De planning van de opname De chirurg heeft met u afgesproken welke behandeling gestart wordt. Voor de planning van de operatie is onder andere van belang: • of er een schildwachtklierprocedure wordt gestart • of er vóór operatie nog een behandeling met radiotherapie / medicijnen moet plaatsvinden • of u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (het is belangrijk dat u doorgeeft aan uw arts of u onder controle bent bij een trombosedienst. In de meeste gevallen moet dit medicijn ruim voor de operatie gestaakt zijn). Als er voor de operatie nog een schildwachtklierprocedure plaatsvindt, wordt hiervoor een aparte poliklinische afspraak gemaakt. U ontvangt specifieke informatie én de folder schildwachtklierprocedure van uw chirurg. De datum en tijd van de ingreep geeft de secretaresse van de chirurg aan u door. Indien er vóór de operatie nog een behandeling met radiotherapie of medicijnen plaatsvindt, ontvangt u hierover specifieke informatie van uw arts. Als alle voorbereidende onderzoeken en behandelingen zijn afgerond verwijst uw chirurg u naar de afdeling opname. Hier krijgt u informatie over: • de vermoedelijke datum van operatie • wanneer u moet stoppen met het innemen van bloedverdunnende middelen (indien van toepassing) • wanneer u door de afdeling opname gebeld wordt hoe laat u zich op de opnamedag moet melden • vanaf welk tijdstip u niets meer mag eten, drinken of roken. 3/10
De duur van de opname is meestal twee dagen en als dat nodig is langer. Wat neemt u mee voor de ziekenhuisopname • deze behandelwijzer. • de poliklinische afsprakenkaart met het ponskaartje. • het inschrijvingsbewijs van uw zorgverzekering. • uw medicijnen in het bijbehorende doosje / verpakking die u gebruikt (ook als u al door hebt gegeven aan de anesthesist welke medicatie u gebruikt). In plaats hiervan mag u ook uw actuele medicijnpaspoort meenemen. • een naam en telefoonnummer van uw contactpersoon. • gemakkelijk zittende kleding. • toiletartikelen, nachtkleding etc. • een BH (liefst zonder beugels) voor het aanmeten van een voorlopige prothese (indien van toepassing). Enkele tips • wij adviseren u om geen geld of kostbare bezittingen (zoals sieraden enzovoort) mee te nemen naar het ziekenhuis. Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies of diefstal. • wij adviseren u om iets te lezen mee te nemen. • op de afdeling zijn radio en televisie aangesloten. Hiervan kunt u gratis gebruik maken. • in verband met de hygiëne geven wij u het advies vooraf thuis te douchen en geen deodorant te gebruiken. Nagellak, make-up en sieraden moeten verwijderd zijn voor de operatie. • hebt u tijdens uw opname behoefte om met iemand te praten die eenzelfde borstoperatie heeft ondergaan, geeft u dat dan door aan de verpleegkundige. Anesthesie ( =verdoving) De operatie vindt onder volledige narcose plaats. Daarnaast krijgt u plaatselijke verdoving, waardoor u na de operatie minder pijn zult ervaren. Voor de operatie en de anesthesie zijn enige voorbereidingen noodzakelijk. Dit wordt ook wel preoperatieve voorbereiding genoemd. Daarom gaat u naar het spreekuur van de anesthesioloog. De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de operatie en de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. De anesthesioloog spreekt ook overige voorbereidingen met u af, zoals medicijngebruik (bloedverdunners) en nuchter zijn voor de operatie. In de vragenlijst die u voor het bezoek aan de anesthesioloog heeft ontvangen kunt u bijzonderheden over uw gezondheid en medicatiegebruik aangeven. Juiste informatie is belangrijk omdat bepaalde medicatie van invloed kan zijn op de medicijnen die voor de verdoving worden gebruikt. Opname Een week voor opname wordt de ingreep telefonische bevestigd. Dan hoort u op welke verpleegafdeling u wordt verwacht. U meldt zich op de afgesproken datum en tijd bij de verpleegafdeling. Op de afdeling wordt u door de verpleegkundige voorbereid op de operatie. Zij geeft informatie over deze dag en neemt bijzonderheden met u door. U krijgt een operatiejasje aan en de verpleegkundige zal u de medicijnen, die de anesthesist heeft voorgeschreven, geven.
4/10
Sieraden (kettingen, horloge, ringen, etc.) Moeten allemaal af. Waardevolle spullen kunt u het beste thuis laten. Uw bril of een gebitsprothese kunt u op- of inhouden. Eventueel nog aanwezige nagellak/ make-up moet verwijderd worden. Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats. U krijgt voor de operatie al medicatie die door de anesthesioloog is voorgeschreven. De verpleegkundige brengt u met bed naar de voorbereidingskamer. Deze kamer bevindt zich op de operatieafdeling. Na de operatie Na de operatie ontwaakt u op de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie krijgt u volgens een vast schema pijnstillers. Het kan zijn dat u toch pijn blijft houden. U kunt dit aangeven bij de verpleegkundige. De verpleegkundige zal u, in overleg met de behandelend arts, andere pijnstillers geven. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, pols en het infuus. Als u niet misselijk bent en u zich verder goed voelt (meestal tegen de avond), mag u - na overleg met de verpleegkundige - weer eten en drinken. Als dat goed gaat, wordt het infuus verwijderd en mag u weer uit bed. De verpleegkundige controleert dagelijks de wond. Drains Om eventueel bloed en wondvocht onder de wond te verwijderen zijn er één of twee dunne slangetjes (drains) in het operatiegebied aangebracht. Vaak kan een drain de dag na de operatie verwijderd worden. In het geval van uitgebreidere ingrepen kan een drain langer, ook na ontslag, nodig zijn. U zult in een dergelijk geval instructies krijgen hoe met de drain om te gaan. U krijgt dan ook de SKBfolder: ‘Draininstructie’ mee. Nadat de drain(s) is/zijn verwijderd is het mogelijk dat de vochtproductie onder de oksel tijdelijk blijft bestaan. Het vocht moet weer op een natuurlijke manier zijn weg gaan vinden. Dat kan even duren en er kan dan een vochtophoping ontstaan (dit noemt men ook wel seroomvorming). Het kan tot ongeveer vier weken na de operatie voorkomen. U mag altijd bellen indien de vochtproductie pijn of last geeft. Eventueel kan dit vocht verwijderd worden. Voorkomen van een stijve arm Om te voorkomen dat de arm/schouder na de operatie met okselkliertoilet stijf wordt, is het belangrijk oefeningen te doen. Deze staan beschreven in de SKB folder 'Lymfoedeem'. Probeer een tiental keren per dag te oefenen, maar forceer u zelf niet. Meestal is de functie van de arm en de schouder na enige maanden weer redelijk hersteld.
5/10
Dikke arm Wanneer bij de operatie de okselklieren verwijderd zijn, kan het lymfevocht vanuit de arm minder gemakkelijk worden afgevoerd. Er kan extra lymfevocht ontstaan als u veel zwaar werk doet met uw arm of wanneer u aan uw arm of hand een ontsteking krijgt. Het is belangrijk voorzorgsmaatregelen te treffen om de kans op lymfoedeem te verkleinen. Bijvoorbeeld door géén bloeddruk te laten meten of bloed te laten prikken aan de aangedane arm. Als uw arm toch dikker wordt, raadpleeg uw specialist of huisarts. De uitslag en aanvullende behandelingen De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde borstklierweefsel en de lymfeklieren is na ongeveer 7 werkdagen bekend en wordt met u besproken. Naar aanleiding van deze bevindingen kan een aanvullende behandeling zoals radiotherapie (bestraling) en/of chemotherapie of hormonale therapie worden geadviseerd. In alle gevallen ontvangt u nadere informatie. Een erfelijke vorm van borstkanker komt voor, maar dat is slechts in ongeveer 5% van de gevallen. Toch kan op grond van bepaalde gegevens, bijvoorbeeld wanneer borstkanker veel in een familie voorkomt, er aanleiding bestaan om de voor- en nadelen van een erfelijkheidsonderzoek te bespreken. In dat geval wordt met u overlegd of het zinvol is om bij u en uw familie nader onderzoek te doen of u door te verwijzen naar een afdeling klinische genetica (erfelijkheidsonderzoek). U wordt begeleid bij de keuzen over vervolgonderzoek. Aanvullende informatie De brochure: “Borstkanker roept vragen op” van de Borstkanker Vereniging Nederland is standaard toegevoegd aan de behandelwijzer. SBKfolder Lymfoedeem (wordt u uitgereikt als dit voor u van toepassing is) SKBfolder draininstructie (wordt u uitgereikt als dit voor u van toepassing is) KWF folders ‘Erfelijke borstkanker’, ‘Kanker en erfelijkheid’, ‘Kanker in de familie “ (wordt u uitgereikt als dit voor u van toepassing is) Ontslag Voor het ontslag kan de mammacare-verpleegkundige een voorlopige prothese aanmeten als u dit wenst. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle. Tevens worden alle ontslagpapieren met u doorgenomen. Tegen de pijn wordt een recept pijnstillers voorgeschreven. Het recept wordt gefaxt naar de apotheek waar u de medicijnen na ontslag kunt afhalen. Het recept is gefaxt naar Uw thuisapotheek De Beatrixapotheek, in de centrale hal Wanneer contact opnemen? Neemt u de eerste week na de operatie contact op met het ziekenhuis bij: • hevige pijnklachten die niet verdwijnen als u pijnstillers gebruikt; • infectie: - wond is gezwollen, rood en warm, gaat open en/of er komt wondvocht uit; • temperatuur hoger dan 38,5 graden; • bij problemen met de drain; • bij pijn of last van ophoping van wondvocht. Het vocht kan met behulp van een punctie worden weggezogen
6/10
De mammacareverpleegkundige is bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur op telefoonnummer 0543 54 45 08. Buiten kantooruren belt u het centrale nummer van het SKB (0543 54 44 44) en vraagt naar de afdeling SpoedEisende Hulp. Werkhervatting Vraagt u zich af of uw aandoening of behandeling consequenties heeft voor het uitoefenen van uw werk? Overleg dan met uw behandelend arts of bedrijfsarts. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk afhankelijk van uw behandeling en herstel en in overleg met uw werkgever. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert of zo spoedig mogelijk na de ingreep op de hoogte brengt. Adviezen na een borstoperatie. Het is belangrijk dat u de volgende adviezen in acht neemt om de kans op complicaties te verminderen. Gouden regel is dat u geleidelijk aan weer van alles mag gaan doen en uitproberen, zolang dit geen aanhoudende toename van klachten geeft. Wissel de eerste dagen rust en activiteit steeds af, waarbij u geleidelijk aan steeds actiever wordt en minder hoeft te rusten. Pijnbestrijding Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Daarom is het raadzaam dat u zo nodig de pijn met pijnstillers onderdrukt en dit langzaam afbouwt. Dag e
Hoevaak
Hoeveel
Medicijn
1 dag
4 x per dag 2 tabletten van 500 mgr. Iedere 6 uur
Paracetamol
2e dag
4 x per dag 2 tabletten van 500 mgr. Iedere 6 uur
Paracetamol
3e dag
4 x per dag 1 tablet van 500 mgr. Iedere 6 uur
Paracetamol
4e dag
4 x per dag 1 tablet van 500 mgr. Iedere 6 uur
Paracetamol
5e dag en volgende
Stoppen en alleen zo nodig bij pijn twee tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 maal daags).
7/10
Wondverzorging De wond is afgedekt met een pleister. Ongeveer 24 uur na de operatie wordt de pleister van de wond verwijderd en mag u weer douchen. De wond is voldoende dicht. Als de pleister vastzit aan de wond kunt u deze onder de douche losweken. Na het douchen de wond droogdeppen. Indien u met een drain naar huis gaat kunt u de pleister over de insteekopening van de drain vervangen. Hierdoor blijft de drain beter vastzitten. U mag de eerste weken niet zwemmen of langdurig baden. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing. Dus kunt u beter ook geen afsluitende pleister op de wond gebruiken, deze maakt de wond vochtig. Tillen Als de okselklieren zijn verwijderd, beperkt u de eerste drie weken zowel vaak als zwaar tillen. Bouw dit heel langzaam op. Na twee weken kunt u normale licht huishoudelijke activiteiten meestal weer gewoon doen. Wees voorzichtig met zwaar huishoudelijk werk of tilwerk. Vragen/problemen Heeft u vragen of problemen met de wond en/of de drain, dan kunt u contact opnemen tussen 8.30 en 16.00 uur met de mammacare-verpleegkundige. T 0543 54 45 08. Nazorg en begeleiding Borstkanker is een ernstige ziekte en de gevolgen ervan zijn meestal niet gering. De behandelingen en de vooruitzichten zijn tegenwoordig vaak beter, en toch... Een ingrijpende operatie; vermoeidheid na de bestraling, hormoon-, chemo- of immunotherapie; weer aan het werk willen waarvoor echter de energie nog ontbreekt; emoties die je zomaar overvallen; weer een normaal leven willen leiden maar niet weten hoe. Misschien herkent u dit. Uw opname was kort en u zult zeker nog niet aan de emotionele verwerking van de behandeling zijn toegekomen. Op het moment dat u zich lichamelijk sterker voelt, kan het zijn dat u thuis een terugslag krijgt. Gun uzelf die tijd, geef toe aan emoties en doe uzelf niet sterker voor dan u op het moment bent. Na de behandeling kunnen klachten uw functioneren in het dagelijks leven beïnvloeden. Dit kunnen klachten van lichamelijke, psychische of sociale aard zijn of een combinatie hiervan. Het is normaal dat daarmee uw dagelijks leven ontregeld wordt. Vooral het eerste jaar na de behandeling is voor veel borstkankerpatiënten een moeilijke periode. Voorbeelden van die lichamelijke, psychische en psychosociale klachten zijn: • vermoeidheid tot maanden na de behandeling • wondpijn, gevoelig litteken • pijn in de arm en/of beperkingen van de schouder • gevoelloosheid oksel, lymfoedeem (van borst en/of arm) • angst voor het terugkeren van de ziekte Om weer enige greep op uw leven te krijgen, kunt u: • (meer) informatie zoeken • met lotgenoten praten via bijvoorbeeld de lotgenotentelefoon of het lotgenotencontact van de BVN • professionele hulp of psychische ondersteuning zoeken bijvoorbeeld bij uw huisarts of binnen het ziekenhuis bij de mammacare-verpleegkundige of de nurse practitioner
8/10
• er over blijven praten, als u dat wilt. Uw omgeving denkt vaak dat als de behandelingen voorbij zijn u ook weer als vanouds functioneert. Zoek daarom iemand die naar u wil luisteren en u begrijpt. Veel mensen met kanker ervaren restklachten die hen belemmeren in het dagelijks functioneren. Blijft u klachten houden na de behandeling dan kunt u wellicht in aanmerking komen voor een revalidatieprogramma. “Herstel en Balans” is een dergelijk programma waar veel mensen baat bij hebben. Om in aanmerking te komen heeft u een verwijzing nodig van uw behandelend specialist of huisarts. Adressen Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) Postbus 8065 3503 RB Utrecht T 030 291 72 22 Website: www.borstkanker.nl De BVN is een landelijke vereniging, verdeeld over dertien regio’s, die onderverdeeld zijn in afdelingen. Tienduizenden vrouwen weten wat het betekent om borstkanker te hebben. Zij hebben allen ervaren hoe kanker het leven ingrijpend kan veranderen. Toch leerden zij ermee om te gaan. Op maandag van 10.00 – 11.30 uur is er in het SKB een inloopspreekuur. Informatie vindt u bij de Gastenservice. BVN, Contactpunt Jonge Vrouwen Het contactpunt Jonge vrouwen van de BVN biedt informatie en lotgenotencontact voor vrouwen tot 45 jaar. Www.borstkanker.nl KWF- Koningin Wilheminafonds Www.KWF.nl T 020 570 05 00 Herstel en Balans revalidatieprogramma Www.herstelenbalans.nl
9/10
Vragen Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u terecht bij de mammacareverpleegkundige, 0543 54 45 08. Ook kunt u bellen met de polikliniek Chirurgie. De polikliniek is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur via telefoonnummer 0543 54 42 50 Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij de behandeling van uw kind betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor de behandeling van uw kind nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’ verkrijgbaar op de afdeling. Adresgegevens SKB Streekziekenhuis Koningin Beatrix Bezoekadres: Beatrixpark 1 7101 BN Winterswijk Postadres: Postbus 9005 7100 GG Winterswijk T 0543 54 44 44 F 0543 52 23 95 E-mail
[email protected] Website www.skbwinterswijk.nl
_________________________________ Foldernummer: mam 385 versie juli 2012
10/10