Decompressie operatie van de schouder Informatie over de ingreep
Inleiding In overleg met de orthopedisch chirurg is besloten om bij u een decompressie operatie uit te voeren. Deze folder geeft u informatie over deze ingreep.
2
Wat is een decompressie van de schouder? De pees van de spier waarmee u uw arm zijwaarts kunt optillen, bevindt zich rond het schoudergewricht, namelijk tussen de schouderkop en het schouderdak. Ook zit daar een slijmbeurs die onder normale omstandigheden zorgt voor de soepele beweging tussen deze pees en de onderzijde van het schouderdak.
Door (chronische) overbelasting, een ongeval en/of kalkafzettingen kunnen de pees en de slijmbeurs sterk verdikt raken. Hierdoor worden ze tijdens het heffen van de arm telkens opnieuw ingeklemd en daardoor raken ze geïrriteerd en gaan ze zwellen. Door deze regelmatige inklemming ontstaat een vicieuze cirkel met als gevolg chronische pijnklachten rond de schouderkop. Soms kunnen één of meerdere injecties deze klachten verhelpen. Helpt deze behandeling niet, dan moet er ruimte gecreëerd worden en is een operatie nodig.
Wat zijn de klachten? Er zijn pijnklachten rond de schouder die kunnen uitstralen naar de zijkant van de bovenarm. De klachten verergeren bij het heffen van de arm en vaak ook tijdens het liggen op de arm. Werkzaamheden waarbij de armen langs het lichaam hangen, zijn meestal pijnvrij, terwijl bovenhands werken, zoals ramen zemen of iets uit een keukenkastje boven schouderhoogte pakken, de pijnklachten oproept.
3
Wat houdt de operatie in? Bij een decompressie operatie wordt er ruimte gemaakt tussen de onderzijde van het schouderdak en de pezen die zorgen voor het bewegen van de kop en de kom van de schouder. Hierbij wordt geopereerd aan de voorkant van het lichaam via een snede bij de schouder (de zg. open procedure) of via een kijkoperatie (de arthroscopische procedure). Het hangt van de orthopedisch chirurg af voor welke methode gekozen wordt, mede afhankelijk van de diagnose. Er wordt tijdens de operatie een strak bandje aan de voorzijde losgemaakt en er wordt aan de onderzijde van het schouderdak een dun schijfje bot weggehaald. Soms wordt de verdikte slijmbeurs ook verwijderd. De orthopedisch chirurg inspecteert daarna het gehele gebied rond het schoudergewricht goed en kijkt of er voldoende ruimte is gemaakt voor een vrije beweging. Tijdens deze inspectie worden de pezen die daar lopen goed bekeken en wordt beoordeeld of er geen scheuren in zitten. Is dat wel het geval, dan wordt een peesscheur zo mogelijk gehecht. Al deze maatregelen zullen er voor zorgen dat er een vrije beweging kan plaatsvinden tussen de pezen van de schouder en het schouderdak. De operatie duurt ongeveer een half uur. Meestal kunt u de volgende dag weer naar huis.
Verdoving De operatie gebeurt bij voorkeur onder regionale verdoving, eventueel aangevuld met algehele narcose. Voor de regionale verdoving zoekt de anesthesist in de hals de plaats van de te verdoven zenuw op. Hierbij voelt u schokjes in uw arm, u moet hierbij stil blijven liggen.
Mogelijke complicaties Ondanks alle zorg die aan de operatie wordt besteed, kunnen er toch complicaties optreden. Hoewel dit uitzonderingen zijn, kan er toch altijd een nabloeding of een infectie in het wondgebied optreden. Ook kan zich littekenweefsel vormen onder het schouderdak waardoor het effect van de operatie teniet kan worden gedaan. Tot slot kunnen verklevingen van het litteken ervoor zorgen dat de beweeglijkheid van de schouder achterblijft.
4
Waarmee moet u rekening houden? In het algemeen wordt de periode na de operatie als pijnlijk ervaren. De wond moet, zowel uitwendig als inwendig, genezen en het geopereerde gebied moet weer tot rust komen. Meestal duurt dit enkele weken. Daarna mag u geleidelijk de spieren van de schouder weer gaan oefenen en de bewegingen uitbreiden. De pijn kunt u bestrijden met paracetamol, eventueel aangevuld met een sterkere pijnstiller. Overlegt u dit met uw behandelend orthopedisch chirurg of uw huisarts. Gedurende de genezingsperiode mag u de arm en de schouder beperkt bewegen. De orthopedisch chirurg geeft u daar na de operatie nadere aanwijzingen voor. Rekent u erop dat het enkele maanden in beslag kan nemen voordat u de schouder weer normaal kunt gebruiken. Eén en ander is afhankelijk van wat er tijdens de operatie is gebeurd.
Na de operatie Na de operatie krijgt u een ondersteunende bandage om de arm rust te geven, een zogenoemde sling. U krijgt bij ontslag uit het ziekenhuis nadere instructie over het gebruik van de schouder en de arm. Deze adviezen staan ook in de folder ‘Decompressie operatie van de schouder: richtlijnen na ontslag’, die u meekrijgt.
Poliklinische controle Ongeveer twee weken na de operatie komt u voor controle naar de polikliniek Orthopedie. Dan wordt de wond geïnspecteerd en worden de hechtingen verwijderd. Ook worden de bewegingen van de schouder actief en passief gecontroleerd. Als het nodig is krijgt u een verwijzing voor de fysiotherapie mee.
5
Vragen Wij hopen u hiermee voldoende informatie gegeven te hebben. Mocht u naar aanleiding van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen het Klant Contact Centrum van het ziekenhuis, telefoonnummer 088 -006 1000.
6
Ruimte voor maken van aantekeningen …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………...
7
Locatie Delfzicht Jachtlaan 50 Postbus 30.000 9930 RA Delfzijl Locatie Lucas Gassingel 18 Postbus 30.000 9670 RA Winschoten Telefoon: 088 - 066 1000 E-mail:
[email protected] Website: www.ozg.nl
OZG (01-16) ORT 045
8