886
Operatie aan de bijschildklier(en) Waarom een operatie Een operatie aan de bijschildklieren wordt gedaan, omdat één of meerdere bijschildklier(en) te hard werken, omdat deze vergroot zijn of omdat er sprake is van een tumor. Het verschijnsel van de te hard werkende bijschildklier(en) wordt hyperparathyreoïdie genoemd. Dit kan er voor zorgen dat het calciumgehalte (kalkgehalte) in het bloed toeneemt. Wanneer dit gehalte te hoog wordt kan dit klachten veroorzaken zoals nierstenenkolieken, moeheid, zwakte, pijn in spieren, botten of gewrichten, verminderde eetlust, misselijkheid, braken, moeilijke stoelgang, hoge bloeddruk, depressiviteit, vermoeidheid en veel plassen. Wanneer het bijschildklierhormoongehalte in het bloed lang hoog blijft, kan ontkalking van de botten optreden. Als gevolg van het hoge calciumgehalte in het bloed en in de urine kan kalk in de nieren neerslaan. Niersteentjes kunnen het gevolg zijn. Wanneer deze loslaten, kunnen de urinewegen verstopt raken. Dat geeft veel pijn en kan de nieren beschadigen.
De bijschildklieren De schildklier is een vlindervorming orgaan dat tegen de luchtpijp aan in de hals gelegen is. Aan de achterzijde van de schildklier bevinden zich in meestal 4 bijschildklieren, 2 aan de rechterkant en 2 aan de linkerkant. Dit zijn kleine orgaantjes. De bijschildklieren liggen bij of in de buurt van de schildklier, maar kunnen in enkele gevallen wel eens verder van de schildklier verwijderd liggen. De bijschildklieren worden aangestuurd door het Parathormoon (PTH). Dit hormoon is verantwoordelijk voor de calciumhuishouding in het lichaam. In de directe omgeving liggen de stembandzenuwen. Deze zorgen voor de beweeglijkheid van de stembanden. Ook liggen er belangrijke bloedvaten in dit gebied.
14-12-2015
1-5
886
Onderzoeken voor de operatie Om te kijken of u voor een operatie in aanmerking komt en om een operatie goed uit te kunnen voeren, zijn bepaalde onderzoeken nodig: Bloedafname: controleren van hormonen van de bijschildklier(en) en andere functies in het lichaam (bijvoorbeeld nierfunctie); Urine onderzoek: door middel van het sparen van de urine gedurende 2 maal 24 uur kan de nierfunctie en de hoeveelheid calcium in de urine bepaald worden. Echo van de hals: er wordt wat gel op de huid aangebracht en met een echokop waaruit geluidsgolven komen, wordt over de huid gestreken. Hiermee worden de bijschildklieren in beeld gebracht en beoordeeld op eventuele afwijkingen; Bijschildklierscan (sestamibiscan): ook met deze scan worden de bijschildklieren beoordeeld. Voor deze scan krijgt u een injectie met een radioactief middel wat zich aan de bijschildklieren hecht. Deze kunnen zo zichtbaar gemaakt worden. Soms kan het nodig zijn om een choline PET scan of MRI te maken Bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie: hier zal een arts enige vragen aan u stellen en uitleg geven over de narcose. Vaak is het nodig dat er een ECG (hartfilmpje) gemaakt wordt. Dit wordt direct gemaakt.
Figuur: Echo van de hals
De volgende onderzoeken worden niet standaard uitgevoerd, maar kunnen aan de orde komen: MRI-scan: deze wordt alleen uitgevoerd als de echo van de hals en de bijschildklierscan geen afwijkingen vertonen. Laryngoscopie: het bekijken van de stembanden door de KNO-arts achter in de keel met behulp van een slangetje door de neus. Botdensitometrie: met deze scan kan gekeken worden of er sprake is van botafbraak.
2-5
886
Datum van opname U wordt de dag van de operatie opgenomen. De operatiedatum krijgt u via Bureau opname te horen. 2 werkdagen voor de operatie ontvangt u tussen 16.00-17.00 een telefoontje van Bureau opname omtrent het tijdstip dat u op de operatiedag aanwezig dient te zijn en uitleg over het nuchter beleid. Tevens krijgt u te horen waar u zich mag melden op de dag van de operatie.
Dag van operatie De verpleegkundige komt bij u langs voor een opnamegesprek en lichamelijk onderzoek. Ook zal er zo nodig bloed bij u worden afgenomen om de bloedgroep en eventueel aanvullende bepalingen te meten. Er wordt Fraxiparine voor u afgesproken. Dit is een medicijn tegen trombose en wordt door middel van een onderhuids prikje toegediend. Door spoedoperaties kan de tijd van operatie nog wel veranderen. Een bijschildklieroperatie wordt verricht onder volledige narcose en duurt ongeveer 1½ tot 2½ uur. U moet er wel rekening mee houden dat de voorbereiding en het bijkomen van de narcose extra tijd met zich meebrengen. U ligt tijdens de operatie met het hoofd zover mogelijk achterover. Er wordt een horizontale snede laag in de hals gemaakt. De schildklier is zo over het algemeen makkelijk te bereiken. Deze wordt opzij geklapt om de betreffende bijschildklier(en) te kunnen verwijderen. Het is hierbij van belang de zenuwen van de stembanden niet te beschadigen. Het kan zijn dat de artsen tijdens de operatie bloed bij u afnemen om te kijken of het bijschildklierhormoon dat te hoog was, daadwerkelijk daalt wanneer de bijschildklier(en) verwijderd zijn. Tijdens de operatie wordt een infuusnaald ingebracht, waardoor vocht en narcosemiddel kunnen worden toegediend. Zelden wordt aan het eind van de operatie een drain (plastic slangetje) in de wond wordt achtergelaten om bloed, wat nog in het operatiegebied kan verschijnen, af te voeren. Meestal kan deze drain na 24 uur worden verwijderd. Op de verkoever (uitslaapkamer) komt u bij van de narcose. Ondertussen worden uw bloeddruk, hartslag, temperatuur en zuurstofgehalte van het bloed gemeten. Wanneer u goed wakker bent, wordt u opgehaald door de verpleegkundige van de afdeling. Het weefsel van de bijschildklier die verwijderd is, wordt in het laboratorium onderzocht. De uitslag laat ongeveer 10 dagen op zich wachten. De uitslag hiervan krijgt u op de polikliniek.
Terug op de afdeling Op de afdeling worden uw bloeddruk, hartslag en temperatuur regelmatig gemeten. Ook wordt er bloed geprikt. De wond is afgedekt met gaas en of een doorzichtige pleister. U heeft een infuus dat in overleg met de verpleegkundige en de arts verwijderd wordt als u
3-5
886
weer gaat eten en drinken. Als u goed wakker bent en u zich niet misselijk voelt, mag u weer eten en drinken.
Dag na de operatie Heeft u geen complicaties en is het calciumgehalte in het bloed goed, dan kunt u vandaag naar huis. Soms is na de operatie het calciumgehalte (tijdelijk) te laag. Is dit het geval, dan blijft u nog een dag of langer voor verdere controle en krijgt u eventueel calcium in tablet vorm of soms via het infuus. De pijn na de operatie valt over het algemeen mee en is te vergelijken met een keelontsteking. De pijn verdwijnt normaal gesproken na een aantal dagen. De wond geneest over het algemeen snel. Er zijn oplosbare hechtingen gebruikt, dus deze hoeven niet verwijderd te worden. De pleister kunt u 2 dagen laten zitten. Deze kan op de afdeling verwijderd worden of u kunt deze thuis zelf verwijderen. U kunt gewoon douchen.
Complicaties Het ondergaan van een operatie onder narcose is nooit zonder risico’s. Hierover kan de anesthesist u inlichten. Uw lichaamsfuncties (bloeddruk, hartslag, ademhaling) worden voor, tijdens en na de operatie goed in de gaten gehouden door de anesthesist. Andere complicaties die kunnen optreden tijdens en of na de operatie: Misselijkheid na de narcose. Dit kan eventueel met medicatie verholpen worden. Er kan na de operatie een calciumgebrek optreden. De bijschildklier die te veel hormoon produceerde kan de gezonde bijschildklieren hebben stilgelegd. Deze moeten weer op gang komen. In de tussentijd kan er een calciumgebrek optreden. Als er meerdere bijschildklieren verwijderd zijn kan er ook een calciumgebrek optreden. Een calciumgebrek kan tintelingen van de handen, voeten en rond de mond veroorzaken. Dit kan verholpen worden door calciumtabletten. Soms moet tijdelijk calcium via een infuus gegeven worden. Er kan na de operatie een nabloeding optreden, waardoor een plotselinge zwelling van de hals ontstaat. Beschadiging van de stembandzenuw tijdens de operatie. Hierdoor kan heesheid van de stem optreden. Deze heesheid is vaak van voorbijgaande aard, maar kan ook blijvend zijn als de schade aan de stembandzenuw zich niet herstelt. Heeft u lang last van heesheid, dan kan na 3 maanden onderzocht worden wat hiervan de oorzaak is. Geef bovenstaande klachten altijd door aan de verpleegkundige en/of de arts van uw afdeling.
Weer thuis Uw werk en of dagelijkse bezigheden kunt u al snel weer hervatten. Er gelden geen beperkingen voor u.
4-5
886
Waarschuw de huisarts als: Aanhoudende pijn; Koorts; Toenemende roodheid en zwelling van de wond; Plotselinge lekkage uit de wond; Tintelingen van de handen, voeten of rond de mond. Bij onduidelijkheden kan de huisarts contact opnemen met de behandelend specialist via polikliniek Chirurgie, (036) 868 8701.
Onderzoeken en afspraken na de operatie Controle op de polikliniek vindt ongeveer 2 weken na de operatie plaats. Uw wond wordt gecontroleerd, er wordt bloed geprikt en u krijgt de uitslag van het verwijderd weefsel, als deze bekend is.
Ter informatie Het Flevoziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Dit betekent in de praktijk dat (een deel van) de operatie door een chirurg in opleiding onder supervisie van de chirurg kan worden uitgevoerd.
Tot slot Wanneer u nog vragen heeft met betrekking tot de operatie kunt u contact opnemen met polikliniek Chirurgie, (036) 868 8701. Meer informatie Schildklierstichting Nederland Stationsplein 6, 3818 LE Amersfoort, (0900) 899 88 66 (ma t/m vrij: 13-16 uur, € 0,20 p.min.) Website: www.schildklier.nl
5-5