Operatie aan de slokdarm
foto Digidaan
In deze folder willen wij u graag meer informatie geven over de operatie aan de slokdarm, wat u kunt verwachten en het herstel na de operatie tijdens de ziekenhuisopname.
De behandeling van slokdarmkanker verloopt in twee fasen. In de eerste fase krijgt u chemotherapie en/of radiotherapie, ook wel bestraling genoemd. Daarna krijgt u een aantal weken rust om te herstellen. In de tweede fase vindt de operatie plaats. Deze operatie wordt oesofagusresectie met buismaagreconstructie genoemd. Hieronder volgen beschrijvingen van verschillende manieren om de operatie aan de slokdarm uit te voeren. De operatie kan open (klassieke manier) of scopisch (via kijkbuisgaatjes) uitgevoerd worden. De operatie kan in twee delen uitgevoerd worden; het borstgedeelte en het buikgedeelte (zie beschrijving thoracolaparoscopisch) of via de buik (zie transhiatale beschrijving) gedaan worden. De nieuwe verbinding (anastomose) die gemaakt wordt kan in de hals of in de borstkas gelegd worden. Bij deze operatie worden verschillende handelingen uitgevoerd. De slokdarm wordt verwijderd en van de maag wordt een buis gemaakt. Deze buis wordt aangesloten op het gedeelte van de slokdarm dat intact blijft. De chirurg zal samen met u bespreken welke operatie voor u het meest geschikt is. • Open (klassieke) operatie Bij een open operatie (de klassieke manier) wordt u eerst op uw rug neergelegd op de operatietafel. U merkt hier vanwege de narcose niets van. Bij deze operatie wordt er een snee in de buik en een snee in de rechterkant van de rug ter hoogte van de long gemaakt. Via de snee in de buik worden alle structuren rondom de maag vrijgemaakt. Alle klieren rondom de maag worden weggehaald. Daarna wordt van de maag een buis gemaakt. Als de buik klaar is, wordt u op de linkerzij gelegd voor het borstgedeelte. Er wordt een snee gemaakt ter hoogte van de achtste rib. Dan wordt de slokdarm vrijgemaakt van de omringende weefsels zodat deze goed te verwijderen is. Via een snee in de hals wordt de buismaag vastgemaakt aan het kleine reststukje slokdarm. Dit is de naad (anastomose) die de slokdarm met de buismaag verbindt. Een open operatie duurt gemiddeld vier uur. • Thoracolaparoscopische (kijkbuis) operatie Bij een thoracolaparoscopische operatie (via kijkbuisgaatjes) wordt begonnen in de borstkas, waarbij u op de buik op de operatietafel ligt. U merkt hier vanwege de narcose niets van. Bij een scopische operatie worden kleine gaatjes gemaakt in de borstkas en buik. Dan wordt gas 2
in de borstkas en buik geblazen, zodat de chirurg goed zicht heeft op het te opereren gebied. Via de kijkbuisgaatjes kunnen de benodigde instrumenten en videocamera de borstkas en buik ingebracht worden. Om goed bij de slokdarm en de tumor te kunnen komen, wordt de long gedeeltelijk ingeklapt. Na de operatie wordt hier een thoraxdrain achtergelaten om dit weer te herstellen. Als het borstgedeelte klaar is, wordt u voor het buikgedeelte op de rug gedraaid. Ook hier merkt u vanwege de narcose niets van. Voordelen van een scopische operatie zijn; minder bloedverlies, sneller herstel na de operatie, minder longproblemen en een betere kwaliteit van leven. Een scopische operatie duurt vijf à zes uur. • Transhiatale operatie Bij een transhiatale operatie wordt de operatie uitgevoerd vanuit de buik waarbij u op uw rug op de operatietafel ligt. U merkt hier vanwege de narcose niets van. Bij deze operatie wordt via een opening in het middenrif de slokdarm verwijderd. Hierbij kan een anastomose in de hals of in de borstkas gemaakt worden. De transhiatale operatie kan via een snee in de buik of via kijkbuisgaatjes gedaan worden. Bij een laparoscopische (kijkbuis) operatie wordt gas in de buik geblazen zodat de chirurg goed zicht heeft op het te opereren gebied. De transhiatale operatie kan alleen uitgevoerd worden als de tumor zich in het onderste deel van de slokdarm bevindt en op de PET-CT-scan duidelijk is dat eventueel vergrote lymfklieren verwijderd kunnen worden. De transhiatale operatie duurt vier à vijf uur. Het voordeel van deze operatie is dat de longen ongemoeid blijven. 3
Na de operatie Het genezingsproces is afhankelijk van verschillende factoren en kan voor iedereen anders verlopen. De eerste nacht na de operatie verblijft u op de intensive care, dit is bij alle drie de manieren van operatie hetzelfde. Wanneer alle omstandigheden goed zijn, mag u de volgende dag weer terug naar uw verpleegafdeling. Ademen U krijgt de eerste dagen hulp om zo snel mogelijk het bed uit te kunnen komen zodat de longen de ruimte krijgen om goed te ontplooien. Belangrijk is dat de pijn goed onder controle is, zodat goed doorademen geen belemmering oplevert. Als u door de pijn niet diep kunt inademen, zult u oppervlakkig gaan ademen, waardoor de kans toeneemt op een ontsteking van de longen. Eten en drinken U mag de eerste paar dagen nog niet eten of drinken. U wordt gevoed via de sonde in de buik. Hier wordt zo snel mogelijk mee gestart, vaak de eerste dag na de operatie. De eerste paar dagen heeft u een slang (maaghevel) in uw neus. De arts kijkt dagelijks of het al mogelijk is om deze slang te verwijderen. Weefselonderzoek Tijdens de operatie wordt de tumor en omliggend weefsel verwijderd. De patholoog onderzoekt daarna in hoeverre er nog tumoractiviteit is in het verwijderde weefsel en of al het tumorweefsel radicaal (zonder resttumor achter te laten) is weggenomen. Ook worden alle klieren onderzocht op tumorweefsel. Dit onderzoek duurt ongeveer zeven werkdagen. De arts zal u de uitslag van het onderzoek vertellen. Complicaties Elke ingreep, onderzoek of operatie kan complicaties of bijkomende problemen veroorzaken. De meest voorkomende complicaties na een oesofagusresectie met buismaagreconstructie operatie zijn: Longproblemen: ontsteking van de longen. Naadlekkage: dit treedt op als de nieuwe verbinding van de slokdarm (de buismaag) niet voldoende geneest. Door de lekkage kunt u zich dan ziek voelen en ontstaat er koorts. Een eventuele lekkage kan aangetoond worden door een CT scan te maken of een endoscopie. 4
Wondinfectie: ontsteking van het wondgebied. Stembandparese (stilstand): dit merkt u doordat u een hese stem heeft. De zenuw die de stembanden aanstuurt loopt vlak langs de slokdarm. Het is niet altijd te voorkomen dat deze tijdens de operatie geraakt wordt. Vaak is dit van tijdelijke aard en voor het herstel zijn een aantal maanden nodig. Chyluslekkage: dit is lekkage van lymfe uit een lymfevat. Als dit geconstateerd wordt krijgt u een speciaal dieet (MCT) om de productie van lymfe te verminderen. In sommige gevallen is het nodig om dit lymfevat door middel van een operatie te sluiten. Herstelschema na de operatie Op de volgende pagina’s vindt u het schema van het herstel na de operatie. De eerste dagen na de operatie zijn hierin weergegeven en dan met name de belangrijkste items. Het kan zijn dat er in uw situatie afgeweken wordt van het herstelschema zoals beschreven wordt. Mocht dit het geval zijn, dan krijgt u hier uitleg over. Over de gevolgen van de operatie wordt uitvoerig geschreven in de folder Herstel na een operatie aan de slokdarm.
Legenda: Epiduraal katheter: pijnbestrijding via een slangetje in het ruggenmerg. Pijnpomp: pomp die aangesloten wordt op de epiduraal katheter en die u zelf kunt bedienen. Pijnscore: de intensiteit van de pijn, gemeten aan de hand van een cijfer. Maaghevel: slang via uw neus in de buismaag om maagsap af te voeren. Thoraxdrain: een slang om bloed, lucht en wondvocht af te voeren uit de longen. Jejunumsonde: een slangetje tijdens de operatie ingebracht direct in de dunne darm om te voeden. Verneveling: vloeistof wordt omgezet in nevel dat ingeademd kan worden.
5
Pijn
Dag van de operatie (nadat u geopereerd bent)
Dag 1 na de operatie
-U heeft een epiduraal kathether en urinekatheter. - U bedient de pijnpomp zelf. - Waarschuw als u pijn heeft. - U krijgt vier keer per dag twee tabletten paracetamol door de sonde. - Geef uw pijnscore aan met een cijfer.
-U heeft een epiduraal kathether en urinekatheter. - U bedient de pijnpomp zelf. - Het pijnteam meet uw pijn. - Waarschuw als u pijn heeft. - U krijgt vier keer per dag twee tabletten paracetamol door de sonde. - Geef uw pijnscore aan met een cijfer.
Beweging - P laats uw hoofdsteun in een hoek van ongeveer 45 graden. - Probeer drie keer per uur zo diep mogelijk door uw neus in te ademen. - Probeer regelmatig te hoesten.
-U wordt op de rand van het bed of in een stoel geholpen. - Doe hoest en ademhalingsoefeningen (zie ‘Dag van de operatie’). - Fysiotherapeut komt langs.
Wond
- E ventueel. verwijderen van thoraxdrain als de productie van vocht vermindert. - De verpleegkundige controleert de drain en operatiewond.
- - U heeft een thoraxdrain waarmee vocht en lucht uit het operatiegebied naar buiten kan. - De verpleegkundige controleert de drain en operatiewond.
Zuurstof & - U heeft een infuus in uw arm Infuus voor toediening van vocht. - U krijgt zuurstof ter ondersteuning. - U krijgt vier keer per dag verneveling om slijm op te kunnen hoesten.
-U heeft een infuus in uw arm voor toediening van vocht. - Afhankelijk van het zuurstof in uw bloed wordt extra zuurstof afgebouwd of gestopt. - U krijgt vier keer per dag verneveling.
Voeding
- U mag niet eten en drinken. - Poets uw tanden twee keer per dag. - u krijgt sondevoeding. - Waarschuw als u misselijk bent.
-U heeft een maagsonde(hevel), die er twee à drie dagen in blijft. - U mag pas eten of drinken als de maaghevel verwijderd is. - U krijgt sondevoeding. - Waarschuw als u misselijk bent.
6
Pijn
Dag 2 na de operatie - U heeft een epiduraal kathether en urinekatheter. - U bedient de pijnpomp zelf. - Waarschuw als u pijn heeft. - U krijgt vier keer per dag 2 tabletten paracetamol door de sonde. - Geef uw pijnscore aan met een cijfer.
Beweging - U wordt in een stoel geholpen. - Doe hoest en ademhalingsoefeningen (zie dag van de operatie).
Wond
Dag 3 na de operatie Volgende dagen na de operatie -V erwijdering van - Waarschuw als u epiduraal kathether pijn heeft. en urinekatheter. - U krijgt vier keer - Waarschuw als u pijn per dag 2 tabletten heeft. paracetamol. - U krijgt vier keer per - Geef uw pijnscore dag 2 tabletten aan met een cijfer. paracetamol door de sonde. - Geef uw pijnscore aan met een cijfer.
-P robeer drie keer per - Probeer zo veel mogedag een uur uit bed lijk uit bed te blijven. te gaan. - Wandel regelmatig - Doe hoest en ademover de gang. halingsoefeningen - Probeer uzelf zo veel (zie dag van de mogelijk te verzorgen operatie). (wassen, aankleden, tanden poetsen).
- E ventueel verwijderen - Eventueel verwijderen - Het vaselineverband van thoraxdrain als van thoraxdrain als wordt verwijderd. productie van vocht productie van vocht vermindert. vermindert. - De verpleegkundige - U krijgt voor twee controleert de drain dagen vaselineen operatiewond. verband op de plaats van de drain.
Zuurstof & - U heeft een infuus - Het infuus gaat er af; - De naald wordt uit Infuus in uw arm voor de naald blijft in uw uw lichaam gehaald. toediening van vocht. lichaam. - Afhankelijk van het zuurstof in uw bloed wordt extra zuurstof afgebouwd of gestopt. - U krijgt vier keer per dag verneveling. Voeding
-U mag niet eten en drinken zolang de maaghevel niet verwijderd is. - Poets uw tanden twee keer per dag. - Waarschuw als u misselijk bent.
-D e maaghevel wordt verwijderd en u mag dik vloeibaar eten (vla, yoghurt etc.). - Poets uw tanden twee keer per dag. - Waarschuw als u misselijk bent. 7
-A ls het eten goed gaat, mag u rustig aan uitbreiden. - Eet ongeveer zes keer per dag kleine porties.
406068
VUmc© april 2014 www.VUmc.nl
8