Neerplastiek Operatie aan uw schouder
U krijgt binnenkort een operatie aan uw schouder een arthroscopische Neer Plastiek. In deze informatie leest u over de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling, zoals deze met u besproken is. Lees de informatie goed door en bewaar het, zodat u de informatie nog eens kunt lezen. Ook krijgt u de folder “Opname en verblijf in het Spaarne Ziekenhuis”. Na de operatie blijft u één nacht in het ziekenhuis.
Een normaal schoudergewricht Het schoudergewricht wordt gevormd door het schouderblad en de kop van de bovenarm. Om het gewricht heen zit een gewrichtskapsel. Daar omheen lopen spieren en pezen. Vier spieren en pezen vormen een manchet rond de kop van de bovenarm en worden de ‘rotator cuff’ spieren genoemd. De beweging en stevigheid van het schoudergewricht is afhankelijk van een goed werkend rotator cuff. Om de bovenarm verder soepel te kunnen bewegen zit er tussen de pezen en de schouderpunt (acromion) een slijmbeurs. schematische weergave van een normaal schoudergewricht
Wat is de oorzaak van de klachten De ruimte tussen de kop van de bovenarm en de schouderpunt is klein. Bij het ouder worden kan de ruimte kleiner worden door de vervorming van de schouderpunt (acromion) en het dikker worden van de pezen. Hierdoor komen de pezen in de knel, waardoor u irritatie van de pezen en slijmbeurs krijgt. Dit geeft met name klachten bij het optillen van de arm. Wanneer deze klachten langer bestaan kan er een scheur ontstaan in de pees. Het is nog niet duidelijk of er nog andere oorzaken een rol spelen bij het ontstaan van een scheur. Een scheur in een rotator cuff spier/pees kan ook ontstaan als gevolg van een val. schematische weergave bij peesletsel schoudergewricht
S P EC I AL IS TE N IN M ENS E NW E RK
Welke behandelingen zijn er Er zijn verschillende behandelingen mogelijk. • U krijgt medicijnen (pijnstillers). Als eerste wordt gestart met medicijnen tegen de pijn die ook de irritatie (ontsteking) remmen. • U krijgt fysiotherapie. De fysiotherapeut probeert met oefeningen de pijn te verlichten en de spierkracht, functie van de schouder en coördinatie te herstellen. • U krijgt injecties in de schouder die de irritatie (ontsteking) remmen. Ook brengt dit de ontstoken slijmbeurs en pezen tot rust. • U krijgt een operatie. Dit op een moment dat bovengenoemde behandelingen niet tot het gewenste resultaat leiden.
Hoe bereidt u zich voor op de operatie Polikliniek Anesthesiologie Voor uw operatie bezoekt u de polikliniek Anesthesiologie. Op de polikliniek Orthopedie wordt de afspraak voor u gemaakt. U heeft daar een gesprek met een anesthesioloog of een medewerker pre-operatieve screening. U krijgt een vragenlijst over uw gezondheid en we vragen naar eerdere operaties, uw medicijnen en of u allergisch bent. Ook krijgt u een lichamelijk onderzoek. Soms vraagt de anesthesioloog andere artsen bij uw behandeling zoals de internist, longarts of cardioloog. De medewerker vertelt u over de vormen van verdoving, die bij deze operatie mogelijk zijn. Samen bepaalt u welke soort verdoving u kiest. Ook krijgt u te horen wat u wel en niet mag eten en drinken vóór de operatie. Alle informatie krijgt u op papier mee. Lees de informatie goed door en volg de instructies goed op. Polikliniek Anesthesiologie: maandag t/m vrijdag 9.00 – 16.30 uur (023) 890 77 80 Bloedverdunnende medicijnen • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan moeten deze voor de operatie gestopt worden. • Gebruikt u Ascal? Stop dan 10 dagen voor de operatie hiermee. • Gebruikt u Marcoumar, acenocoumarol of andere trombosedienst medicijnen? Overleg dan met uw behandelend arts wanneer dit gestopt moet worden.
De dag van de opname U wordt opgenomen op de dag van de operatie. U komt nuchter naar het ziekenhuis, dat wil zeggen niet meer eten en drinken vanaf het tijdstip dat de anesthesioloog met u heeft afgesproken. Gebruikt u medicijnen? Neemt u deze dan in originele verpakking mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige heeft met u een kort opnamegesprek, waarin besproken wordt wat u de komende periode te wachten staat. Woont u alleen en is het niet mogelijk om na de operatie naar uw eigen huis te gaan? Dan moet u dit met de verpleegkundige bespreken. De zorgbemiddelaar of het medisch maatschappelijk werk neemt dan contact met u op. Deze kan tijdig thuiszorg of een kortdurende revalidatieplaats regelen . Uw bloeddruk, pols en temperatuur worden gemeten. Ook vraagt de verpleegkundige wie uw twee contactpersonen zijn, welke medicijnen u gebruikt en of u overgevoelig bent voor iets. De verpleegkundige weet hoe laat u ongeveer aan de beurt bent. U krijgt operatiekleding aan. Op de schouder waaraan u wordt geopereerd zet u met een stift een pijl. Voor de operatie wordt een sling aangemeten. Dit is een draagband die u na de operatie om krijgt. U krijgt medicijnen als voorbereiding op de operatie. Vlak voor de operatie wordt u naar de
Neerplas tiek | pagina 2
operatieafdeling gebracht. Daar stapt u over op een smalle operatietafel. U krijgt een infuus. Dit is een naald in een bloedvat van uw arm met hieraan een systeem waardoor u medicijnen, vocht en het narcosemiddel krijgt. De anesthesioloog geeft u de verdoving die met u besproken is. Ook krijgt u bewakingsapparatuur aangesloten om uw bloeddruk, hartfunctie en ademhaling tijdens de operatie goed te controleren.
De operatie De operatie begint met een (arthro)scopie (= met een scoop kijken in het schoudergewricht). De orthopedisch chirurg bekijkt de binnenkant van de schouder en ziet of het gewrichtskapsel en de spieren (= cuff) beschadigd zijn. Daarna wordt de zogenaamde scopische Neerplastiek gedaan. Dit gebeurt ook via de arthroscopie. De operatie is vernoemd naar orthopedisch chirurg Charles Neer. Is de cuff niet beschadigd? Dan wordt de ontstoken slijmbeurs verwijderd. Hiermee wordt de ruimte tussen de cuff en de punt van het schouderblad zichtbaar. De orthopedisch chirurg ziet of de spieren en pezen kalk bevatten. Deze kalkophopingen worden zoveel mogelijk verwijderd. Tot slot wordt met behulp van een frees een gedeelte van het bot van het schouderblad afgehaald. De bewegingsruimte voor de spieren en pezen is nu vergroot, zodat zij niet meer bekneld zitten. De pijnklachten zullen daardoor verdwijnen. Een enkele keer is het nodig een grotere snede in de huid te maken om de operatie te kunnen doen. De reden hiervoor is meestal een (uitgebreide) beschadiging aan het gewrichtskapsel en/of de spieren daarom heen (= cuff). De nabehandeling van deze cuffrepair is anders dan een scopische Neerplastiek en wordt in een aparte folder beschreven. Na de operatie Na de operatie wordt u wakker in de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Zodra u voldoende wakker bent en uw toestand het toelaat, komt de verpleegkundige u weer ophalen en brengt u terug naar de afdeling. De verpleegkundige controleert regelmatig uw pols en bloeddruk. Na de operatie voelt uw arm nog gevoelloos door de verdoving. Uw arm wordt in de sling gedaan zodat uw arm kan rusten. Uw schouder is in het begin nog gezwollen en pijnlijk. Wanneer u de pijn voelt opkomen, is het belangrijk om op tijd medicijnen tegen de pijn te vragen. Dit kunnen tabletten of een injectie zijn. Hechtingen worden na ongeveer 2 weken verwijderd door uw huisarts.
Hoe ziet uw nabehandeling eruit Na de operatie is het belangrijk dat u de arm meteen regelmatig beweegt. Eerst doet u dit op een onbelaste manier. Dat wil zeggen met wat hulp van buitenaf. U beweegt uw arm zonder deze zelf actief te bewegen. U gebruikt hierbij uw gezonde arm om de geopereerde arm te oefenen. Het is verstandig om de geleerde oefeningen drie keer per dag te herhalen. Na twee weken krijgt u hulp van de fysiotherapeut. Doe de eerste weken niet meer dan u met pijn aankunt. Als de pijn minder wordt, mag u het dragen van de draagband in twee weken afbouwen. U merkt dat u steeds meer uw arm kunt gebruiken zonder dat het pijn doet. Gebruik de geopereerde arm de eerste drie weken alleen voor lichte activiteiten onder schouderhoogte. Bijvoorbeeld eten, wassen, schrijven. Activiteiten met uw arm boven schouderhoogte en zwaardere activiteiten onder schouderhoogte (bijvoorbeeld tillen van
Neerplas tiek | pagina 3
zware voorwerpen) mag u nog niet doen. Pas als u voldoende spierkracht en beweging van de schouder heeft, mag u vanaf drie weken na de operatie langzaam aan deze bewegingen weer gaan doen. Overleg dit altijd met uw fysiotherapeut.
Complicaties Gelukkig treden na een schouderoperatie zelden complicaties op. Er zijn echter altijd risico’s verbonden aan een operatie. Dit zijn algemene complicaties en complicaties die alleen bij deze operatie horen. Algemene complicaties: • Huidzenuwbeschadiging; omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigen. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend. • Nabloeding in het operatiegebied. • Wondinfectie in het operatie gebied. Dit is een vervelende complicatie, de kans hierop is echter erg klein. • Trombose en longembolie. O mdat u tijdens en vlak na de operatie veel stil ligt in bed en minder beweegt, kan er een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Trombose is herkenbaar aan een dikke en pijnlijke kuit. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben. In het ziekenhuis krijgt u injecties om trombose te voorkomen. Complicaties bij deze schouderoperatie: Frozen shoulder na een neerplastiek. De schouder kan soms door het vormen van een litteken stijf worden. Het is dus erg belangrijk om de oefeningen, die u krijgt van uw fysiotherapeut, goed op te volgen en te doen. Krijgt u last van een frozen shoulder en verbetert dit niet door intensieve fysiotherapie? Dan kunt u een injectie in het gewricht krijgen. Dit helpt tegen de pijn, maar verbetert de stijfheid niet. Oefenen blijft dus belangrijk. Als na 1 jaar er geen vooruitgang in het bewegen van de schouder is? Dan kan met een kijkoperatie het kapsel rond de schouder worden losgemaakt.
Afspraken als u naar huis gaat U krijgt een verwijzing mee voor een fysiotherapeut bij u in de buurt. U start met fysiotherapie twee weken nà de operatie. De hechtingen laat u verwijderen door de huisarts, hiervoor maakt u zelf een afspraak. Daarnaast neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door. Heeft u vóór uw controleafspraak klachten of complicaties? Overleg dan met uw huisarts of bel met de polikliniek Orthopedie. U kunt niet zelf met de auto of fiets naar huis rijden. Het is verstandig om af te spreken dat iemand u komt halen.
Neerplas tiek | pagina 4
Gezamenlijke controleafspraak na operatie Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor de gezamenlijke controleafspraak in het Spaarne Gasthuis Heemstede. Dit betekent dat u samen met andere patiënten die ook door de orthopedisch chirurg zijn geopereerd een afspraak heeft. U mag uw partner of één familielid meenemen. Deze controleafspraak is 5 tot 8 weken na de operatie. Zo nodig krijgt u een afspraak mee voor een röntgenfoto. Dit gebeurt vaak de dag voor de gezamenlijke controleafspraak of op de dag zelf. Waarom een gezamenlijke controleafspraak? Het voordeel van een gezamenlijke controleafspraak is dat u samen met andere patiënten tegelijk op het spreekuur komt. Doordat andere patiënten ook vragen stellen, worden er meer vragen door uw orthopedisch chirurg beantwoord en krijgt u meer informatie. Ook hoort u de ervaringen van andere patiënten. Iedere patiënt kan ook individueel en in de groep vragen te stellen. Hoe gaat een gezamenlijke controleafspraak Samen met uw partner of één familielid gaat u naar polikliniek Orthopedie, nummer 12. Uw schouder wordt gecontroleerd door de verpleegkundige specialist orthopedie . Zij stelt u vragen over hoe de revalidatie gaat, over de wondgenezing, pijnklachten en uw medicijnen. Deze informatie wordt opgeschreven zodat de orthopedisch chirurg tijdens het bespreken van de röntgenfoto’s hierop terug kan komen. Wilt u dat uw wond gecontroleerd wordt, trek dan makkelijke kleding aan. De wond wordt in een aparte ruimte gecontroleerd. De orthopedisch chirurg bespreekt gezamenlijk uw operatieverslag en uw eventuele röntgenfoto’s en beantwoordt daarnaast uw vragen. Waarbij u zich altijd moet bedenken dat een vraag nooit gek gevonden wordt. Geen deelname aan de gezamenlijke controleafspraak Wilt u niet mee doen aan de gezamenlijke controleafspraak en wilt u liever een individueel contact met de orthopedisch chirurg? Dan kunt u dat tijdens uw opname bespreken op de afdeling. De verpleegkundige maakt dan voor u een afspraak voor controle bij de orthopedisch chirurg op de polikliniek. Ook als u dit op een later tijdstip besluit, neem dan contact op met de polikliniek Orthopedie.
Weer thuis De eerste tijd na de operatie zal uw schouder en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt langzaam minder. Ook heeft u vaak bloeduitstortingen (blauwe plekken) bij de wond, maar deze verdwijnen vanzelf. Wanneer een arts waarschuwen Het is belangrijk dat u contact opneemt met de polikliniek orthopedie of uw huisarts: • Als de operatiewond gaat lekken. • Als de wond steeds dikker wordt. • Als de wond steeds meer pijn gaat doen ook al bent u minder gaan bewegen . • Als u koorts krijgt hoger dan 38,5º Celsius. Vertel aan de huisarts altijd dat u geopereerd bent en hoe lang dit geleden is. Adviezen voor thuis Afhankelijk van de operatie en uw persoonlijke situatie, heeft u na de operatie nog een tijd last van het operatiegebied. Hieronder geven wij enkele adviezen:
Neerplas tiek | pagina 5
• Na het douchen de wondjes droogdeppen. U mag de eerste week niet baden en zwemmen. Droog houden van de wond geeft een goede wondgenezing. Gebruik liever geen afsluitende pleister op de wondjes. • Heeft u pijn? Gebruik dan paracetamol (500 mg). U mag viermaal daags twee tabletten innemen. Wanneer de pijn minder wordt kunt u dit langzaam weer afbouwen. Dit doet u als volgt: De eerste twee dagen neemt u vier maal daags - om de zes uur – twee tabletten paracetamol van 500 mg. Dan neemt u twee dagen vier maal daags - om de zes uur - één tablet paracetamol van 500 mg. Daarna stopt u met de paracetamol en gebruikt alleen zo nodig bij pijn twee tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 maal daags). Als dit onvoldoende helpt, neemt u dan contact op met de polikliniek Orthopedie. • Slaap eventueel de eerste 6 weken met een kussen onder uw arm. Na 6 weken mag u weer op de geopereerde schouder gaan liggen. Dagelijks leven en werk en sport U gaat steeds beter bewegen. Ook de kracht en coördinatie van de spieren nemen toe. Wanneer u de draagband niet meer nodig heeft en u voldoende controle over uw arm heeft , mag u weer autorijden en fietsen. Uw fysiotherapeut geeft u hierover advies. U kunt na 5 tot 6 weken weer beginnen met werken. Dit is afhankelijk van het werk dat u doet. Zittend werk kan vaak na 5 weken hervat worden. Zwaarder lichamelijk werk kan vaak pas na 8 tot 12 weken hervat worden. Uw schouder en/of arm kan nog enige tijd gevoelig blijven. De hervatting van uw werk wordt begeleid door uw bedrijfsarts. Neem daarover met hem contact op. De meeste sporten kunnen vaak na drie maanden weer gedaan worden.
Vragen en telefoonnummers Het is belangrijk dat u juiste en duidelijke informatie krijgt. Heeft u na het gesprek met uw arts en het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust. U kunt ook met uw vragen terecht bij de orthopedisch verpleegkundige tijdens het verpleegkundige spreekuur op de polikliniek Orthopedie. Schrijf uw vragen van te voren op zodat u niets vergeet. Ook thuis na de opname kunt u uw vragen telefonisch stellen aan de Orthopedisch verpleegkundige of aan de Verplee gkundig specialist orthopedie. U kunt hen bellen tijdens het telefonisch spreekuur. • Voor algemene vragen, afspraak maken of verzetten, recepten of verwijsbriefjes belt u met de polikliniek Orthopedie. Heeft u een dringende vraag aan de verpleegkundige specialist, maar is deze niet bereikbaar? Dan belt u de polikliniek Orthopedie (023) 890 76 20 Voor specifieke vragen over uw behandeling belt u met een van de verpleegkundig specialisten orthopedie. U kunt hen bellen tijdens het telefonisch spreekuur. woensdag van 16.00 – 17.00 uur en donderdag van 16.30 – 17.00 uur (023) 890 80 81 of 890 80 77 U kunt uw vraag ook mailen:
[email protected] U kunt ook een telefonische afspraak maken met de verpleegkundig specialist. U maakt deze afspraak via de polikliniek Orthopedie. De verpleegkundig specialist belt u dan terug.
Neerplas tiek | pagina 6
• Heeft u vragen over uw verzorging en verpleging? Bel dan met de orthopedisch verpleegkundige . U kunt hen bellen tijdens het telefonisch spreekuur (023) 890 76 30 – maandag van 13.00 – 13.30 uur – dinsdag van 13.00 – 14.00 uur – woensdag van 10.00 – 12.00 uur • Heeft u na uw behandeling een dringend probleem in de avond of nacht? Belt u dan met de afdeling Spoedeisende Hulp (023) 890 75 20 Aanvullende informatie: • www.spaarneziekenhuis.nl • www.orthopeden.org website van de Nederlandse Orthopedische Vereniging (NOV) • www.zorgvoorbeweging.nl
Algemene adresgegevens Spaarne Gasthuis Hoofddorp: Algemeen nummer: (023) 890 89 00 Postadres: Postbus 770, 2130 AT Hoofddorp Internet: www.spaarneziekenhuis.nl E-mail:
[email protected] Locatie Hoofddorp Spaarnepoort 1, 2134 TM Hoofddorp Alle voorzieningen Locatie Heemstede Händellaan 2A, 2102 CW Heemstede Dagbehandeling en poliklinieken
© Spaarne G as thuis Hoofddorp | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer DSZ.012 | oktober 2015
Neerplas tiek | pagina 7