Uw nieuwe schouder Patiëntinformatie
2
Geachte patiënt, Aandoeningen aan het schoudergewricht ontstaan door verschillende oorzaken. Als de kwaliteit van leven door pijn en bewegingsbeperking permanent en ernstig aangetast wordt ondanks alle niet-chirurgische methodes, biedt chirurgie — en indien nodig een gewrichtsvervanging — een alternatief. De wetenschap en de geneeskunde hebben de laatste jaren een enorme vooruitgang geboekt op het gebied van de implantatie van kunstgewrichten, de zogenaamde endoprothese. Dit geldt ook voor het schoudergewricht. In deze brochure vindt u meer informatie over wat er belangrijk is voor en na de operatie. Deze patiënteninformatie is een aanvulling op de gesprekken met uw arts en geeft u informatie over behandelmethodes voor aandoeningen aan het schoudergewricht. In het bijzonder over de verschillende mogelijkheden voor een gewrichtsvervanging, zodat u snel weer goed kunt bewegen en een actief leven kunt leiden.
1
2
Inhoud 04 Het schoudergewricht 06 Aandoeningen aan de schouder 10 Behandelingsmogelijkheden 12 De kunstschouder 18 Vóór de operatie 22 De operatie 26 Na de operatie 28 Weer thuis 32 Oefeningen om thuis te doen 34 Activiteiten met uw nieuwe schouder 36 Vragen voor uw arts
3
Het schoudergewricht
Sleutelbeen (clavicula)
Pezen
De top van de schouder (acromion) Pees van de supraspinatus Bovenarmkop (humeruskop)
Gewrichtskom (glenoïd)
Bovenarmbot (humerus)
Schouderblad (scapula)
Triceps
Biceps
Het schoudergewricht is het meest beweegbare gewricht in het lichaam. Het bestaat uit de kop van de bovenarm en een kom die onderdeel van het schouderblad uitmaakt. Net als alle andere gewrichten wordt ook het schoudergewricht omhuld door een gewrichtskapsel dat synoviaal vocht aanmaakt. Dit vocht smeert het gewricht en voedt het gewrichtskraakbeen.
4
Het gewrichtskapsel dient flexibel genoeg te zijn om de uitgebreide bewegingsmogelijkheden van de schouder toe te laten. Een groep pezen is verantwoordelijk voor de stabiliteit van het gewricht, zodat de bovenarmkop ondanks het flexibele gewrichtskapsel in de kom blijft zitten. Deze groep pezen wordt de cuff genoemd (Fig. 1). De monnikenkapspier is, samen met de pezen van de cuff, voornamelijk verantwoordelijk voor de bewegingen van de arm. Hij wordt dan ook wel de ‘motor’ van het schoudergewricht genoemd. Als de monnikenkapspier ernstig beschadigd is, kan de arm niet langer opgetild en zijwaarts bewogen worden.
1 | Cuff
De oppervlakten van de bovenarmkop en de kom zijn bekleed met een laag kraakbeen, die wel drie millimeter dik kan zijn, waardoor de kop soepel in de kom beweegt. Dit kraakbeen vormt ook een beschermend kussentje voor het gewricht. Bij verschillende schouderaandoeningen, zoals ernstig letsel van het kraakbeen (artrose) en tijdens langdurige immobilisatie van het gewricht, kunnen de plooien in het kapsel aan elkaar plakken of samentrekken, waardoor de flexibiliteit van het schoudergewricht ernstig beperkt raakt.
5
Aandoeningen aan de schouder
De meest voorkomende oorzaak van schouderaandoeningen is aan leeftijd gerelateerde slijtage van de cuff. Beschadiging van het gewrichtskraakbeen door slijtage wordt artrose genoemd. Op basis van lichamelijk onderzoek en röntgenfoto’s kan uw arts een definitieve diagnose stellen.
6
Artrose Artrose kan onder andere ontstaan als de belastbaarheid van het gewricht herhaaldelijk overschreden wordt. Tijdens dat proces raakt het kraakbeenweefsel steeds meer beschadigd. De schade is onomkeerbaar omdat het lichaam geen nieuw kraakbeen aanmaakt. Uiteindelijk bewegen de botten zonder bescherming over elkaar, worden de gewrichtsoppervlakten groter en ontstaan er ruwe uitsteeksels op het bot. Dit veroorzaakt ontstekingen, de spieren worden stijver en dit samen zorgt voor bewegingsbeperkingen, zwelling en pijn.
1 | Scheur in de cuff
Aandoeningen van de cuff De pees van de supraspinatus, die over de bovenkant van de bovenarmkop, direct boven het gewrichtskapsel, loopt, is het meest aangedaan. Die is vooral gevoelig voor slijtage omdat hij bij abductie (zijwaarts bewegen) van de arm door een relatief smalle botgleuf op het schouderblad moet glijden. Dit kan bij het ouder worden leiden tot beschadiging van de pees (Fig. 1). Typische symptomen van aandoeningen aan de cuff zijn pijn die optreedt als de patiënt op de schouder ligt en pijn als hij de arm zijwaarts beweegt. Uitgebreide beschadiging kan krachtsverlies bij het zijwaarts heffen van de arm tot gevolg hebben. Letsel aan de cuff kan met grote betrouwbaarheid opgespoord worden door ‘Magnetic Resonance Imaging’ (MRI), een beeldgestuurde procedure waarmee de structuren binnenin het lichaam zichtbaar gemaakt kunnen worden. Met dit onderzoek kan de mate van schade aan pezen nauwkeurig gediagnostiseerd worden. Beschadigingen aan de cuff veroorzaken vaak ontstekingen van de pees en de slijmbeurs (bursa) daarboven.
7
2 | Röntgenfoto van schouderartrose
Aandoeningen aan het gewrichtskraakbeen Beschadiging van het gewrichtskraakbeen door slijtage wordt artrose genoemd. Als er sprake is van artrose van het schoudergewricht, kan uw arts dat ook ‘omartrose’ noemen. Beschadiging van het kraakbeen kan onder andere veroorzaakt worden door een breuk van het schoudergewricht, als de schouder herhaaldelijk uit de kom schiet, door reuma of door jarenlange overbelasting door werk of sport. In veel gevallen treedt artrose echter zonder herkenbare oorzaken op, als gevolg van natuurlijke, aan leeftijd gerelateerde slijtageprocessen (Fig. 2). Bij artrose treden in het begin stadium oppervlakkige scheurtjes in de kraakbeenlaag op. In een later stadium kan het gewrichtskraakbeen tot op het bot afslijten, zodat het bot bloot komt te liggen zonder de beschermende kraakbeenlaag.
3 | Artrose van het schoudergewricht
Tijdens het eerste stadium van artrose treedt er pijn op als de patiënt op de schouder ligt en als de arm belast wordt. Als het kraakbeen verder beschadigt, treedt er een bewegingsbeperking van de schouder op. Het gewricht kan dan alleen nog maar gedeeltelijk opzij bewogen of naar buiten gedraaid worden en het kan zijn dat er krakende geluiden (crepitaties) in het gewricht optreden. Met behulp van röntgenfoto’s is te zien dat naarmate het kraakbeen verder afslijt, er een vernauwing van de gewrichtsspleet optreedt. Als het kraakbeen volledig afgesleten is, is de gewrichtsspleet minder goed zichtbaar. In het geval van langdurige artrose kunnen er ruwe uitsteeksels op het bot ontstaan (Fig. 3). Voor een nauwkeurige beoordeling van de schade aan het kraakbeen, vooral aan de kom, is een MRI aanbevolen. Dit onderzoek is nodig als het implanteren van een kunstgewricht gepland staat. Voor de operatie kan een onderzoek laten zien of niet alleen de bovenarmkop, maar ook de schouderkom vervangen moet worden.
8
9
Behandelingsmogelijkheden
Als de artrose al ver gevorderd is en het gewrichtskraakbeen zwaar beschadigd is, kan het zijn dat conservatieve behandeling niet meer voldoende is. Een kunstgewricht kan dan kans op een nieuw mobiel leven bieden.
10
Behandeling van aandoeningen van de cuff Als er sprake is van een aandoening van de cuff aan de schouder en het kraakbeen intact is, kunnen in veel gevallen de klachten door conservatieve behandeling met ontstekingsremmende medicatie en speciale oefentherapie zo goed als verdwijnen. Als de symptomen ondanks deze behandelingen niet verdwijnen en de patiënt de pijn niet onder controle kan krijgen, is een operatie vaak de enige optie om de schouder weer zonder pijn te laten functioneren. In het vroege stadium van de aandoening kan het al voldoende zijn om de ruimte waarin een pees glijdt te vergroten. Als er zeer uitgebreide schade aan de pees is, zodat de bovenarmkop volledig blootligt, kan het moeilijk zijn om de pees weer vast te zetten op het bot. Als de patiënt erg veel pijn en bewegingsbeperking heeft, kan de pees hersteld worden door een peesvervangend materiaal in te hechten (collageenreparatiepatch). Als zelfs deze methode geen verlichting van de klachten oplevert, dan is behandeling met een speciaal kunstgewricht (omgekeerde totale schouderprothese) een zeer goed alternatief. Normaal wordt met deze procedure een grotendeels pijnvrij functioneren boven het horizontale niveau bereikt. Welke operatiemethode voor de patiënt geschikt is, hangt af van een aantal factoren. De behandelend arts zal aan de hand van de onderzoeken tot een operatiekeuze komen. Behandeling van aandoeningen aan het gewrichtskraakbeen Conservatieve behandelmethodes kunnen bijdragen aan het verlichten van de klachten en het behouden van de gewrichtsfunctie. Deze behandelingen kunnen verdere achteruitgang van het kraakbeen voorkomen. Dit kan vooral van belang zijn voor jongere patiënten. Het is op dit moment niet mogelijk om beschadigd kraakbeen te herstellen. Met doelgerichte fysiotherapie kunnen de spieren die belangrijk zijn voor het functioneren van de schouder, getraind worden. Vloeiende bewegingspatronen waarbij de arm onbelast is, zijn bijzonder effectief gebleken. Ontstekingsreacties kunnen met medicatie behandeld worden. Dit zal leiden tot vermindering van de pijn. Er kan vaak pas met oefentherapie begonnen worden nadat medicatie de acute klachten heeft verlicht.
11
De kunstschouder
Een moderne schouderprothese is ontworpen om uw kwaliteit van leven en mobiliteit te verbeteren – in uw vrije tijd, bij het sporten, bij uw normale dagelijkse bezigheden en tijdens uw werk.
12
De juiste prothese voor u Het versleten kraakbeen op de kop en kom kan vervangen worden door een kunstgewricht. Als alleen het beschadigde kraakbeen op de kop vervangen moet worden, wordt er een prothese voor alleen de bovenarmkop gebruikt. Als ook de kom vervangen wordt, spreekt men van een totale schouderprothese. Een kunstschouder gaat momenteel zo’n 10 tot 15 jaar mee.1–5 Dit is onder andere afhankelijk van de belasting die de patiënt op de schouder uitoefent, de kwaliteit van het bot, de samenstelling van het materiaal en het ontwerp van de prothese. Na het beoordelen van de voorbereidende onderzoeken zal uw arts u helpen te besluiten welk type prothese en verankering in het bot voor u het meest geschikt is. Dit hangt onder andere af van uw leeftijd, de kwaliteit van het bot, de mate van artrose en schade aan de cuff. Soms is dit pas tijdens de operatie te beoordelen.
1 | Ongecementeerde prothese van de humeruskop
Materiaal en verankering Protheses voor de bovenarmkop worden gemaakt van titaniumof kobaltchroomlegeringen die lichaamsvriendelijk zijn. Ze worden geïmplanteerd met (Fig. 1) of zonder (Fig. 2) cement, afhankelijk van de botkwaliteit.
2 | Gecementeerde prothese van de humeruskop
13
Globaal genomen, worden bij patiënten ouder dan 70 jaar protheses geïmplanteerd die met botcement vastgezet worden. (Fig. 3). Dit heeft te maken met de botkwaliteit. In bijna alle gevallen wordt de komvervanging met cement in het bot verankerd.
3 | Vervanging van de kom
4 | Oppervlaktevervanging op de röntgenfoto
14
Bovenarmkopvervanging bij artrose Als voornamelijk de bovenarmkop aangedaan is door artrose en de kom beschikt nog over een kraakbeenlaag dan kan het voldoende zijn alleen de kop door een prothese te vervangen. In de meeste gevallen wordt er een kopprothese gebruikt waarmee een reconstructie van de bovenarmkop mogelijk is. Een andere mogelijkheid is de bovenarmkop te voorzien van een “metalen kapje”, een zogenaamde resurfacing of oppervlaktevervanging (Fig. 4). Bij deze procedure wordt het natuurlijke bot voor een groot gedeelte in stand gehouden en hoeft er slechts een kleine inkeping in het bot gemaakt te worden. Als het kraakbaan op de bovenarmkop zwaar beschadigd en er niet voldoende botoppervlakte is dan is een resurfacingimplantaat vaak niet voldoende, omdat het kapje dan niet stevig verankerd kan worden.
Vervanging van de bovenarmkop en de kom in verband met artrose Als zowel het kraakbeen als de botoppervlakten van de kop en de kom beschadigd zijn dan kunnen beide delen van het gewricht vervangen worden. Men spreekt dan van een totale schouderprothese (Fig. 5). De komvervanging wordt over het algemeen in het bot gecementeerd. De steel van de prothese wordt stevig verankerd in het botkanaal van de bovenarm (Fig. 6).1
5 | Totale schouderprothese
6 | Schouderprothese op de röntgenfoto
15
Gewrichtsvervanging bij artrose en beschadigde pezen De omgekeerde prothese wordt geplaatst bij patiënten met zeer ernstige artrose en het ontbreken van een bruikbare cuff (Fig. 7). De omgekeerde schouderprothese wordt ook wel een reverse schouderprothese genoemd.
7 | Omgekeerde totale schouderprothese
De monnikenkapspier neemt bij de omgekeerde prothese de functie over van de supraspinatus. Het ontbreken van de cuff kan zodoende gecompenseerd worden en de arm kan weer beter functioneren. De verankering in de kom wordt niet uitgevoerd met cement maar met schroeven. De prothese in de bovenarm wordt eventueel verankerd met cement. Tussen deze twee delen wordt een ‘inlay’ van polyethyleen (stevig kunststof) geplaatst. Hierdoor kunnen de twee delen goed langs elkaar bewegen (Fig. 8). De omgekeerde prothese wordt over het algemeen gebruikt bij patiënten die ouder zijn dan 65 jaar. Om een stevige verankering van de bovenarmkopprothese in de schouderkom te bereiken moeten de monnikenkapspier onbeschadigd en het botweefsel gezond zijn.
8 | Omgekeerde totale schouderprothese op de röntgenfoto
16
17
Vóór de operatie
U kunt zelf ook bijdragen aan het slagen van de operatie. Gebruik de beschikbare tijd voor de operatie om uzelf zo goed mogelijk voor te bereiden en enkele dingen te organiseren. Zorg ervoor dat uw algehele gezondheid bij aankomst in het ziekenhuis zo goed mogelijk is, omdat u dan sneller kunt herstellen en uw actieve en mobiele leven weer kunt oppakken.
18
Verbetering van de algemene conditie Als u rookt, probeer dan minder te gaan roken — of zelfs te stoppen. Nicotine, teer en andere giftige stoffen vertragen het genezingsproces. Versterk uw spieren door middel van oefeningen Met doelgerichte oefeningen en fysiotherapie kunt u uw spieren opbouwen en zorgen voor een stabiele omgeving voor het kunstgewricht. Uw arts kan u aanraden uw schouder te bewegen met zo weinig mogelijke belasting, zelfs al doet het wat pijn. Anders loopt u het risico om een ‘pijnloze houding’ aan te nemen wat een nadelig effect op uw spieren heeft. Allergieën Informeer uw arts als u allergisch bent voor bepaalde stoffen, in het bijzonder als u allergisch bent voor nikkel of chroom — in sieraden, brillen, haarspeldjes, knopen of ritsen bijvoorbeeld. U moet uw arts ook informeren als u allergisch bent voor antibiotica, jodium of pleisters — toon uw allergiepaspoort als u dat hebt. Met deze informatie kan rekening gehouden worden bij de keuze van uw prothese en nabehandeling. Aanpassing van medicatie Informeer uw arts over de medicijnen die u gebruikt, zoals pijnstillers, slaappillen of kalmeringsmiddelen, en over medicijnen die de bloedsuiker verlagen of de bloedstolling remmen. Als u regelmatig aspirine gebruikt, moet u het gebruik voor de operatie met uw arts overleggen. Neem uw medicijnenlijst mee naar het ziekenhuis.
19
Planning van de thuiskomst na de operatie In de meeste gevallen vindt de nabehandeling plaats op poliklinische basis. Onthoud dat u uw huishouding moet organiseren voordat u geopereerd wordt. Misschien kunnen vrienden of familieleden u helpen. U kunt ook thuiszorg inschakelen om u te helpen bij huishoudelijke werkzaamheden. Loop door uw huis of flat om te kijken waar gevaren of risicogebieden zijn en pas deze zo nodig aan. Besteed speciale aandacht aan obstakels, bijvoorbeeld (verleng-)snoeren, kleden of lage meubels, waarover u zou kunnen struikelen.
Wat u moet meenemen naar het ziekenhuis: Dingen die noodzakelijk en nuttig zijn tijdens uw verblijf in het ziekenhuis • Pyjama of nachtjapon • Badjas • Toiletartikelen, zoals tandenborstel, zeep, kam, enz. • Stevige schoenen, liefst met klittenbandsluiting • Schoenlepel met een lange greep • Rugzak of zachte tas met lange hengsels • Belangrijke adressen en telefoonnummers
20
Kleine hulpmiddelen voor uw dagelijkse routine Er zijn vele hulpmiddelen die de alledaagse bezigheden aanzienlijk eenvoudiger kunnen maken. Bijvoorbeeld een elektrische tandenborstel die uw arm de eerste dagen na de operatie beschermt tegen uitgebreide bewegingen. Bespreek met uw arts welke hulpmiddelen hij u aanraadt en waar u ze kunt kopen of huren.
21
De operatie
Het implanteren van een schouderprothese is tegenwoordig een veelvuldig uitgevoerde procedure in gespecialiseerde ziekenhuizen. Wereldwijd worden er momenteel jaarlijks ongeveer 120.000 schouderprotheses geïmplanteerd.6 De afzonderlijke stappen van de operatie vinden plaats volgens een vaste procedure.
22
Aankomst in het ziekenhuis Het ziekenhuispersoneel begeleidt u naar uw afdeling. Daar ondergaat u mogelijk nog enkele onderzoeken. U bent in een eerder gesprek met uw anesthesist geïnformeerd over de diverse anesthesie- en pijnbehandelingsmethoden. Het verloop van de operatie De operatie wordt uitgevoerd in halfzittende positie. U ligt dus in een comfortabele houding, net alsof u zich in een strandstoel bevindt. Het schoudergewricht wordt aan de voorkant van de schouder blootgelegd door een incisie in de huid van ongeveer 10 tot 20 cm lang. De beschadigde gewrichtsoppervlakken van de bovenarmkop en de kom, worden verwijderd. Met behulp van speciale instrumenten worden het beschadigde kraakbeen en de botoppervlakten van de bovenarmkop en de schouderkom nauwkeurig voorbereid op het plaatsen van de schouderprothese. Tijdens de operatie besluit de arts, afhankelijk van de conditie van het gewricht (bot en spieren), welk type prothese hij plaatst. Meestal komt dit overeen met hetgeen de arts met u heeft doorgesproken. Met behulp van een testimplantaat controleert de arts de juiste pasvorm, maat, stabiliteit en mate van beweging van de schouder. Daarna worden de definitieve implantaten geplaatst.
23
Bij het implanteren van een conventionele totale schouderprothese wordt eerst de kom geplaatst. Gewoonlijk is dit een kunststof implantaat (polyethyleen) dat met behulp van cement in het bot wordt verankerd. Daarna wordt de bovenarmkop vervangen door een metalen kop die met behulp van een metalen steel in de bovenarm vastgezet wordt. De metalen kop kan dan soepel en zonder pijn in de kunststof kom bewegen (Fig. 1).
1 | Aangebrachte protheses van de kop en de kom
2 | Resurfacing: frezen van de kop en bevestiging van het metalen kapje
Als uw arts gekozen heeft voor het verrichten van een resurfacing-operatie, wordt de bovenarmkop niet verwijderd. Met behulp van speciale instrumenten wordt de bovenarmkop zodanig voorbereid dat het bot grotendeels intact blijft, alleen aan de bovenkant wordt een klein stukje afgeschaafd. Daarna wordt er een metalen kapje stevig met of zonder cement bevestigd op de plaats van het verwijderde oppervlak (Fig. 2). Bij een omgekeerde schouderprothese wordt eerst een metalen plaatje in de kom vastgezet met schroeven. Daarop wordt een metalen prothesebol bevestigd. In de bovenarm wordt een metalen steel geplaatst (Fig. 3). Op deze steel komt een prothesekom die samen met de eerder genoemde bol zorgt voor een optimale beweging van het schoudergewricht. Na een functionele test worden de pezen die aan het begin van de operatie losgemaakt waren, weer vastgezet aan het bot. Hiermee wordt het gewricht stevig gesloten. Als laatste sluit de chirurg de wond met hechtingen of krammen.
3 | Omgekeerde prothese: verankering van de prothesebol in de kom en prothesekom op de steel in de bovenarm
24
De operatiewond Vaak wordt een drain in de operatiewond geplaatst. Deze wordt na twee of drie dagen weer verwijderd. De drain zorgt voor afvoer van wondvocht en bloed. De operatiewond wordt regelmatig gecontroleerd. De hechtingen of krammen kunnen na ongeveer twee weken verwijderd worden. Daarna kunt u weer douchen en in bad gaan zonder de wond af te hoeven dekken. Operatierisico’s Er treden zelden complicaties op bij het implanteren van een schouderprothese. Desondanks brengt elke operatie risico’s met zich mee, zoals bloedverlies, secundaire bloedingen en trombose. Uw arts zal u alle noodzakelijke informatie verstrekken voordat u geopereerd wordt.
25
Na de operatie
In de verkoeverkamer bewaakt een professioneel team van verpleegkundigen uw welzijn. Na een paar uur wordt u teruggebracht naar uw kamer op de afdeling.
26
De eerste bewegingen Op de dag na de operatie mag u al opstaan en in uw kamer en op de afdeling rondlopen. Om de wondpijn na de operatie te verminderen, moet u de eerste dagen halfzittend in bed liggen en regelmatig pijnstillende medicatie innemen. Om uw gewricht te beschermen tegen ongecontroleerde bewegingen, wordt uw arm een aantal weken ondersteund in een speciale sling (soort mitella). U mag uw elleboog en hand al direct na de operatie weer bewegen. Dat stimuleert de bloedcirculatie in de geopereerde arm en voorkomt zwelling. De fysiotherapeut zal u oefeningen geven, die u enkele malen per dag moet doen. Twee of drie dagen na de operatie begint u onder leiding van een fysiotherapeut met het bewegen van uw geopereerde schouder. De arts zal bepalen in welke mate u het gewricht mag bewegen. Het is van groot belang dat u zijn richtlijnen opvolgt zodat de schouder goed kan genezen. Ontslag uit het ziekenhuis Als u zelfstandig de oefeningen uit kunt voeren, de pijn onder controle is en zorg voor thuis geregeld is, mag u weer naar huis. Dit zal ongeveer drie à vier dagen na de operatie zijn. Bij ontslag krijgt u een brief mee voor de huisarts die verantwoordelijk is voor uw nabehandeling. Die brief bevat informatie over het verloop van de behandeling en de te volgen nabehandeling. U krijgt een schema voor vervolgafspraken. Tijdens deze afspraken wordt uw schouder onderzocht. Met deze onderzoeken wordt de voortgang bewaakt en kunnen eventuele problemen in een vroeg stadium aan het licht komen. Nabehandeling In de meeste gevallen wordt er een poliklinische nabehandeling uitgevoerd onder leiding van een fysiotherapeut. Uw arts zal over het algemeen bepalen in welke mate u uw gewricht mag bewegen. Bij ontslag krijgt u een nabehandelingsplan voor uw huisarts en fysiotherapeut mee. In de meeste gevallen kan men de geopereerde schouder geleidelijk aan met steeds minder pijn bewegen. Het eindresultaat van de operatie wordt soms pas een jaar na de operatie bereikt. U moet daarom niet ongeduldig worden maar regelmatig uw oefeningen doen om uw spieren te versterken en het gewrichtskapsel op te rekken.
27
Weer thuis
Ongeveer zes weken na de operatie zijn de spieren die het gewricht omringen meestal weer hersteld. U kunt beginnen met het in alle opzichten bewegen en belasten van uw geopereerde schouder. In de meeste gevallen hebt u ook geen sling meer nodig om de druk van het gewricht af te nemen en zult u uw arm steeds vaker kunnen gebruiken voor normale alledaagse handelingen in en om het huis.
28
Slapen De eerste zes weken na de operatie moet u een sling dragen tijdens het slapen om uw schouderprothese te beschermen. Op die manier voorkomt u ongecontroleerde bewegingen tijdens uw slaap die mogelijk schade kunnen veroorzaken aan de geopereerde pezen en spieren. Omdat liggen op uw geopereerde schouder pijnlijk is, zult u dat vanzelf vermijden, hoewel het uw gewricht niet zal beschadigen.
Douchen of in bad gaan Totdat de hechtingen er uitgehaald zijn, moet uw operatiewond droog blijven. Tijdens het douchen moet de wond beschermd worden met speciale douchepleisters. Als de hechtingen verwijderd zijn en uw wond zonder complicaties genezen is, kunt u weer douchen of een bad nemen. De wond hoeft dan niet langer afgedekt te worden.
Uw haar wassen/kammen Omdat de bewegelijkheid van het gewricht aanvankelijk nog beperkt is, hebt u hulp nodig bij het wassen en kammen van uw haar. Na acht tot twaalf weken zult u pas weer in staat zijn dit zelf te doen. Wees geduldig.
Tandenpoetsen Gedurende de eerste paar weken bent u niet in staat om uw tanden te poetsen met de geopereerde arm. Heen-en-weergaande bewegingen zijn pijnlijk voor de geopereerde spieren. U kunt gedurende deze periode uw gezonde arm of een elektrische tandenborstel gebruiken.
29
Naar het toilet gaan De eerste paar weken kunt u niet met uw geopereerde arm naar uw billen reiken, omdat de arm hiervoor maximaal naar binnen gedraaid moet worden. U moet daarom hiervoor uw niet-geopereerde arm gebruiken.
Aan- en uitkleden Als u een overhemd of jas aantrekt, moet u het kledingstuk eerst over uw geopereerde arm halen en daarna de andere arm in het kledingstuk steken. Bij het uitkleden haalt u eerst uw gezonde arm uit het kledingstuk vervolgens laat u dit van de geopereerde arm afglijden. Voor het aantrekken van broeken en sokken mag u de eerste paar weken alleen uw gezonde arm gebruiken. Draag schoenen waar u gemakkelijk in en uit kunt stappen of die voorzien zijn van een klittenbandsluiting.
Autorijden Zolang uw arm in een sling ondersteund wordt en de bewegingen en belasting van de arm beperkt zijn, mag u niet autorijden. U vormt anders een risico voor uzelf en andere weggebruikers. Het kan zijn dat, als u bij een ongeluk betrokken raakt, uw verzekering geen dekking geeft. De eerste zeven weken na de operatie kunt u beter niet zelf achter het stuur plaatsnemen. Voor alle veiligheid kunt u, indien nodig, eerst oefenen op een groot, leeg parkeerterrein om te zien of uw geopereerde arm sterk en mobiel genoeg is om een auto te besturen en of u zich veilig voelt terwijl u rijdt.
Boodschappen doen Het wordt afgeraden gedurende de eerste acht weken extra gewicht op uw geopereerde arm te nemen en geen boodschappentassen te dragen. Als u boodschappen gaat doen, gebruik dan een schoudertas of een rugzak. Het is raadzaam om na deze acht weken het gewicht over twee tassen te blijven verdelen.
30
31
Oefeningen om thuis te doen
Na verloop van tijd zullen de bewegingen met uw nieuwe schoudergewricht steeds natuurlijker worden. Op de volgende pagina’s vindt u een aantal tips en aanbevelingen waarmee u uw bewegelijkheid kunt vergroten. Overleg met uw behandelend arts en/of fysiotherapeut welke oefeningen voor u geschikt zijn.
32
In de eerste paar weken na de operatie wordt uw arm voornamelijk ondersteund door een sling. Tot de zesde week na de operatie mag u uw arm over het algemeen maar beperkt bewegen en belasten. Meer informatie over hoe lang het gewricht beschermd moet blijven en ook over hoe lang u de bewegingen van het gewricht moet beperken, hoort u van uw arts tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. Met een prothese kunt u een actief en mobiel leven leiden. Hij kan echter geen volledige vervanging zijn van het natuurlijke gewricht. Vloeiende en gelijkmatige bewegingen en belasting van een laag niveau zullen de functionaliteit van uw nieuwe gewricht vergroten en de levensduur verlengen. De tips voor alledaagse dingen zullen u hierbij helpen. • • • • •
Vermijd extreme, abrupte bewegingen. Vermijd het werken boven uw hoofd. Vermijd het optillen van zware dingen met gestrekte armen. Verdeel gewicht over beide armen. Vermijd sporten die de schouder belasten met extreme, abrupte bewegingen, zoals squashen en tennissen. • Wees voorzichtig met obstakels en loop voorzichtig over ongelijke en gladde oppervlakten om vallen te voorkomen. • Neem contact op met uw huisarts als u op uw geopereerde arm valt. Uw huisarts kan eventueel een röntgenfoto laten maken om een breuk uit te sluiten.
1 | Nuttige oefeningen om thuis te doen (poster in de bijlage van deze brochure)
In geval van (het vermoeden van) een infectie dient u uw arts te raadplegen. Uw arts kan besluiten of u enkele dagen preventief antibiotica moet gebruiken om een bacteriële infectie van het schoudergewricht te voorkomen. Dit is van toepassing op alle infecties, zoals een keelinfectie of tandontsteking, urineweginfectie, blindedarmontsteking, abces of ingegroeide teennagel.
33
Activiteiten met uw nieuwe schouder Het is belangrijk dat u na uw schouderoperatie actief blijft en sporten beoefent die vriendelijk zijn voor uw gewricht: sporten waarbij u vloeiende, gelijkmatige bewegingen maakt en die weinig energieverbruik vergen. Op die manier kunt u fit blijven, uw spieren versterken en hart- en vaatziekten voorkomen. Vraag uw arts wanneer u weer mag gaan sporten en welke sporten voor u geschikt zijn.
34
Aanbevolen vormen van lichaamsbeweging (in overleg met uw arts)
Afgeraden vormen van lichaamsbeweging (in overleg met uw arts)
• Fietsen • Trektochten maken • Wandelen • Joggen • Cardiovasculaire krachttraining • Dansen
• Squashen • Tennissen • Handbal • Voetbal • Volleybal • Paardrijden • Langlaufen • Skiën • Nordic walking
35
Vragen aan uw arts Noteer hier uw vragen zodat u deze bij de hand hebt bij uw volgende consultatie of doktersbezoek. Een kunstgewricht bestaat deels uit metaal. Dit metaal kan ervoor zorgen dat een metaaldetector afgaat wanneer u daar doorheen loopt. Wij raden u aan bij het bezoeken van een nieuwe (tand-)arts altijd te melden dat u een schouder implantaat heeft. Deze arts kan de behandeling hierop afstemmen.
36
Uw nieuwe schouder Dag van de operatie: Linker schouder
Rechter schouder
Humerale component: Gewrichtsinzet: Kapje: Gecementeerd
Ongecementeerd
Hybride
Bibliografie Ambacher T: Schulterendoprothetik bei Omarthrose. Orthopäde 2007, 36: 1017– 1026. 2 Habermeyer R, Ebert T: Aktueller Entwicklungsstand und Perspektiven der Schulterendoprothetik. Der Unfallchirurg 1999, 102: 668–683. 3 Deshmukh AV, Koris M., Zurakowski D, and Thornhill TS: Total shoulder arthroplasty: long-term survivorship, functional outcome, and quality of life. J Shoulder Elbow Surg 2005, 14: 471–479. 4 Sperling JW, Cofield RH, Schleck CD, and Harmsen WS: Total shoulder arthroplasty versus hemiarthroplasty for rheumatoid arthritis of the shoulder: results of 303 consecutive cases. J Shoulder Elbow Surg 2007, 16: 683–690. 5 Torchia ME, Cofield RH, and Settergren CR: Total shoulder arthroplasty with the Neer prosthesis: long-term results. J Shoulder Elbow Surg 1997, 6: 495–505. 6 Orthopedic Market reports, Avicenne Development. 1
Zimmer Netherlands B.V. www.zimmer.nl
Lit.No. 06.01522.016 – Ed. 03/2009
+H84406015220161/$090301C09$
© 2009 Zimmer GmbH Geprint in Nederland Veranderingen voorbehouden
Belangrijke informatie De informatie in deze brochure is algemeen van aard en is niet noodzakelijk voor iedere patiënt van toepassing. Raadpleeg de behandelend arts over de bijzondere omstandigheden, risico’s en beperkingen die in uw specifieke situatie van toepassing zijn.