31 januari 2005 / 1 februari 2005
Openbare raadsvergadering der gemeente Ridderkerk, gehouden op maandag 31 januari 2005 met een vervolg op dinsdag 1 februari 2005
5
10
15
20
Aanwezig: De burgemeester mevrouw J.H.M. Hermans-Vloedbeld (voorzitter) De wethouders de heren A.C. van Andel (LR), E.M. den Boef (CDA) en H.J. Zwiers (PvdA) De raadsleden de heren T.J. Alderliesten (SGP), B. van den Berg (PvdA), mevrouw Y.D.E. Boer-van Laak (CDA), de heer A.L. Coomans (LR), mevrouw C. van Dijl-Garama (PvdA), de heren H. Dokter (LR), M.A. Hitzert (PvdA), H.C.M. van Houcke (D66/GL), S.A. de Klerk (CDA), P.J.H.M de Koning (VVD), L.A.W. Koop (LR), H. Koppes (LR), J. Lagendijk (SGP), A. Los (LR), P.W.J. Meij (CDA), mevrouw A. Muizelaar (D66/GL), de heer B. Neuschwander (LR), mevrouw W.N. Nooyen (PvdA), de heren I. Nuis (PvdA), W.P. Onderdelinden (CDA), ing. A. den Ouden (SGP), L.B. Plaisier (ChristenUnie), J.C. van Rietschoten (ChristenUnie), mevrouw W. van Ringelesteijn (LR), de heer mr. V.A. Smit (SGP), mevrouw A.E. Tamerius-van Oosten (CDA) de heren L. van der Spoel (VVD) en V. Tutar (PvdA). Griffier: de heer mr. J.G. van Straalen Afwezig op 31 januari: De heer B. Kooiman (VVD)
25 Afwezig op 1 februari: de heren A.L. Coomans (LR); B. Kooiman (VVD); L.B. Plaisier (CU); L. van der Spoel (VVD) en V. Tutar (PvdA) en mevrouw W. van Ringelesteijn (LR) Notulist: mevrouw I.J.H. Lit
30 1. Opening en vaststelling van de agenda
35
De voorzitter: Goedenavond dames en heren, hartelijk welkom op de eerste raadsvergadering in het nieuwe jaar en de eerste raadsvergadering in onze nieuwe raadzaal. In het kader van “Burgers in de hoofdrol”, hebben wij gemeend om mevrouw Den Besten als één van onze meest trouwe bezoekers van onze vergaderingen de bel te laten luiden in deze raadzaal. Dat wordt ook weer een onderdeel van onze parlementaire tradities. De bel luidt.
40 Hartelijk bedankt, mevrouw Den Besten, u hebt het ook verdiend om ons weer voor het eerst bij de les te houden, en als dank krijgt u vanavond het bloemstuk dat hier staat mee naar huis. Applaus
45 Afgemeld voor vanavond is de heer Kooiman van de VVD-fractie. Er zijn twee jarigen vandaag: de koningin, die wij van harte feliciteren met haar verjaardag, en de heer Van der Spoel van de VVDfractie. Hij is vandaag 38 jaar geworden. De leeftijd van Hare Majesteit noemen wij uiteraard niet. Ik wil u feliciteren met een bloemetje.
50 De burgemeester overhandigt de heer Van der Spoel een boeket met blauwe bloemen. We nemen vanavond afscheid van ons raadslid de heer Nuis. Als we ons best doen, dan kunnen we vanavond rond een uur of elf afronden, en onder het genot van een drankje afscheid van hem
1683
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
nemen in Grand Café Anytime. Hamerslag
10
15
20
“Order, order..”, dat zijn de woorden die u de komende tijd vaker van mij zult horen, althans als ik de Combinatie van 6 januari mag geloven. Op de voorpagina wordt gesproken van een “Lagerhuisopstelling” voor de gemeenteraad. Een Lagerhuisopstelling zoals in de House of Commons, de Engelse Tweede Kamer. Deze vergelijking is bijzonder eervol, soms terecht, maar er zijn ook verschillen. De vergelijking gaat op als we kijken naar de zetels voor de raadsleden. Links en rechts van de voorzitter rijen achter elkaar met groene zetels. In het Engelse Lagerhuis zitten de regeringsfracties echter rechts van de voorzitter, en Her Majesty's official opposition links van de voorzitter, de Speaker. Bij ons zitten de fracties die zich gebonden hebben aan het beleidsprogramma en zij die dit niet hebben gedaan, niet links en rechts van elkaar gescheiden, maar door elkaar. Een ander opmerkelijk verschil is de plaats van het bestuur. Leden van de Engelse regering zijn, als zij niet van adel zijn, lid van het Lagerhuis, en zitten rechts van de voorzitter. Sinds de invoering van het dualisme in maart 2002 maken wethouders geen deel meer uit van de raad. In deze zaal komt dat tot uiting in de plaats die zij hebben; niet tussen of naast de raadsleden, maar vóór de voorzitter.
25
30
35
40
45
50
Ook in deze nieuwe zaal krijgen raadsleden en het publiek hun versnaperingen in de vorm van koffie of thee en frisdrank. In de vergaderzaal van het Engelse Lagerhuis is het verboden te eten en te drinken. Vroeger was dat anders. Happend in sinaasappelen en notenkrakend sloeg het publiek de parlementariërs gade. Nog niet zo lang geleden werden bezoekers van het Engelse Lagerhuis “Strangers”, vreemdelingen, genoemd. Gaf een parlementslid de kwalificatie ‘spying stranger, spionerende vreemdeling, dan kon de e bezoeker vertrekken. Zelfs de prince of Wales, de Engelse kroonprins, is dat in de 19 eeuw bij een bezoek aan het Lagerhuis overkomen. Naast eten en drinken is ook roken verboden. e Sinds de 18 eeuw is het wel toegestaan snuiftabak te gebruiken. Dit wordt zelfs nu nog op publieke kosten aan de parlementariërs verstrekt bij de ingang van de zaal. In deze raadzaal voert u het publieke debat in alle openheid. Het debat dat onze inwoners ook mogen horen, niet alleen via de radio-uitzendingen van de SLOR, maar ook hier in deze zaal door hun aanwezigheid. Betrokkenheid van onze burgers bij het reilen en zeilen van het bestuur is een noodzaak voor de legitimiteit van onze democratie. Een democratie waarvoor letterlijk en figuurlijk is gevochten om deze te behouden en te maken tot wat deze vandaag de dag is. Een democratie waaraan niet alleen wij in deze zaal, maar alle Ridderkerkers, elke dag in vrijheid hun steentje mogen bijdragen. Dat het publieke debat in de kiem gesmoord kan worden, merkten de Engelsen ook in november 1605. Op 5 november aanstaande wordt herdacht dat het 400 jaar geleden is dat er een aanslag werd voorbereid op het Engelse parlement. Op de avond vóórdat de koning het parlementaire jaar zou openen, had men lucht gekregen van een samenzwering om het parlement tijdens de openingsceremonie met buskruit op te blazen. Men doorzocht de kelders onder het parlement en vond het buskruit en een van de verraders, Guy Fawkes. Nog altijd worden de kelders van het parlement vóór de opening van het parlementaire jaar op bommen onderzocht. In veel Angelsaksische landen wordt 5 november, Guy Fawkes Day of Firework Night, nog steeds als een vreugdevolle gebeurtenis gevierd en wordt er vuurwerk afgestoken.
1684
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
Mijn toespraak bij de ingebruikneming van deze zaal wil ik eindigen met het uitspreken van de wens dat in deze zaal het feest van de democratie ook telkens gevierd mag worden. Als u daarbij vuurwerk wilt afsteken, dan hoop ik dat u dat op figuurlijke wijze wilt doen en wel in het debat. Laten we het vuur van de democratie brandende houden, zodat een ieder zich daaraan kan warmen. Wij zouden hier niet zitten als één van onze ambtenaren niet op een bijzonder bevlogen manier hieraan had getrokken. Ik denk dat het op zijn plaats is om de heer Adrie Preesman namens de raad te complimenteren met zijn grote inzet. Ik denk dat hij er samen met de architect en vele anderen in is geslaagd een huis der gemeente te bouwen in plaats van een gemeentehuis. Ik wil de heer Adrie Preesman graag naar voren laten komen om de complimenten in ontvangst te nemen. Applaus
20 De voorzitter: Ik stel voor dat we nu weer gewoon aan het werk gaan. Dames en heren, ik ben met u bij het volgende onderdeel van agendapunt 1, de vaststelling van de agenda. Kunt u zich daarin vinden? Dat is het geval. Dan is de agenda hiermee vastgesteld.
25
2. Vragenuur voor raadsleden (artikel 41 Reglement van Orde) De voorzitter: Er zijn vier vragen binnengekomen, ik begin met de heer Plaisier. Mijnheer Plaisier, gaat uw gang.
30
35
40
De heer Plaisier: Mijn eerste vraag gaat over het Gehandicaptenplatform. Tweeënhalf jaar geleden is er een motie aangenomen van de VVD en de CU over de instelling van het platform. Nu is het soms heel stil en soms wordt er iets over de vorming van het platform gezegd. Ik begrijp dat er wel een aantal mensen is, maar dat het nog niet geformaliseerd is. Ik wil graag de stand van zaken weten en horen wanneer met het platform gewerkt kan worden. Wethouder Zwiers: Voorzitter, wat de heer Plaisier zegt, is waar. Het platform is nog steeds niet formeel opgericht. Maar dat betekent niet dat ze niet aan het werk zijn. De notaris is handtekeningen aan het verzamelen, en wij hopen dat het platform op 4 februari opgericht kan worden. Er wordt voortvarend aan gewerkt, en ik hoop voor 4 februari van de notaris te horen dat het rond is. De voorzitter: Is dat voldoende, mijnheer Plaisier? Wilt u dan uw volgende vraag stellen?
45
De heer Plaisier: Dank u wel voorzitter. De volgende vraag kwam op tijdens de presentatie over de Praktijkschool. We kregen een keurig overzichtje van de locatie. Op dat overzicht ontbrak de ruimte voor woningen. Officieel is de kop van de Koninginneweg een woningbouwlocatie. De wethouder Onderwijs wist mij te zeggen dat dit niet meer zo was. Ik wil graag weten of de wethouder Ruimtelijke ordening het daarmee eens is.
50 Wethouder Den Boef: Het antwoord kan kort zijn: ja. Met pijn in mijn hart heb ik van de wethouder Onderwijs begrepen dat daarvoor een woningbouwlocatie gebruikt zal worden. Aan de andere kant hebben wij gemeend dat de Praktijkschool zeer belangrijk is. We zullen kijken of in de toekomst aan deze locatie nog woningen toegevoegd kunnen worden en dan speciaal jongerenwoningen.
1685
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
Maar in eerste instantie gaat de Praktijkschool door. De voorzitter: Mijnheer Plaisier, is dit voldoende beantwoord?
10
De heer Plaisier: Dat is voldoende beantwoord, maar betekent dit dat er nog andere woningbouwlocaties in aanmerking komen om van de bestemming verwijderd te worden? De voorzitter: Wethouder Den Boef, wat is het antwoord daarop? Wethouder Den Boef: Dat zou ik niet denken, nee.
15 De voorzitter: Is dat voldoende mijnheer Plaisier? De heer Plaisier: Voor nu wel.
20
25
30
De voorzitter: Ik kom bij mevrouw Tamerius. Gaat uw gang. Mevrouw Tamerius: Voorzitter, ik heb de volgende vraag aan het college. Sinds de nieuwbouw van het winkelcentrum in Bolnes is er gezorgd dat bewoners van omliggende woningen een parkeervergunning hebben. Ook zijn er borden neergezet om dit kenbaar te maken. Tijdens het wijkoverleg en ook op andere momenten is mij gebleken dat het onvoldoende duidelijk is dat er in de directe omgeving, bijvoorbeeld tegenover “De Beverbol”, niet geparkeerd mag worden omdat de vakken voor vergunninghouders zijn. Komend vanaf de Rijnsingel heeft men vanwege de drukte weinig gelegenheid om de borden te zien. Hierdoor wordt er fout geparkeerd met als gevolg vele bekeuringen. College, ik heb de volgende vragen: • Bent u het met mij eens dat vanwege de drukke hoek Rijnsingel/Amerstraat de borden “vergunninghouders” niet opvallen? • Bent u bereid om actie te ondernemen om meer duidelijkheid te verschaffen, bijvoorbeeld door er een gele streep te trekken? • Als u het ermee eens bent, kunt u dan aangeven op welke termijn er duidelijkheid komt?
35 De voorzitter: Dank u wel mevrouw Tamerius. Wethouder Van Andel krijgt het woord.
40
45
Wethouder Van Andel: Ik kan niet ontkennen dat de situatie niet opvalt. Dat zal ik ook niet doen. Maar dat de situatie niet duidelijk is, mag u hieruit niet concluderen. De verandering valt vooral niet op voor de mensen die gewend zijn daar te komen en niet signaleren dat daar borden zijn geplaatst. De parkeerborden zijn volgens de richtlijnen geplaatst. Alles is technisch in orde en de zichtbaarheid is goed. Het moet ondersteund worden door een effectieve en frequente controle. Door capaciteitsproblemen bij de politie kent dit zijn beperkingen, en bezoekers nemen daardoor soms bewust het risico om een bekeuring te krijgen. Wij hebben ons afgevraagd hoe verbetering mogelijk is. De optie “gele streep” is wettelijk niet mogelijk. Een theoretische mogelijkheid zou nog zijn om twee strepen over de rijbaan te plaatsen met daartussen de tekst “zone”. Wij vinden dat de tijd daarvoor te kort is. Het duurt hooguit nog vier maanden, en de kosten die daarmee samengaan zijn in dit geval niet redelijk.
50 De voorzitter: Mevrouw Tamerius, is dat voldoende? Mevrouw Tamerius: De wethouder spreekt over mensen die gewend zijn om daar te parkeren. Er zijn voldoende borden. Maar daar komen veel mensen die de Beverbol bezoeken. Daar hangen
1686
31 januari 2005 / 1 februari 2005
10
wel bordjes dat je er niet mag parkeren, maar ook bewoners zelf parkeren daar. En als je terugrijdt, is het moeilijk te zien. Ik geef toe dat er voldoende borden staan, maar vanwege de drukte bij het inrijden van de Amerstraat is het moeilijk om daar op te letten. Ik vind het jammer dat er verder niets aan te doen is, want ik kreeg klachten van boze mensen die onverwacht een bekeuring kregen. Jammer dat er geen mogelijkheid is.
15
Wethouder Van Andel: De mogelijkheid is er wel, alleen hebben wij de afweging gemaakt vanwege de tijd en de kosten. Als nu al bekend was dat “vergunningenparkeren” een mogelijkheid is, na die periode van vier maanden, dan zou er nog een mogelijkheid zijn. Maar we moeten met de bewoners de definitieve situatie nog afstemmen bij het gereedkomen van de nieuwe situatie.
5
De voorzitter: Ik ben toe aan de vraag van mevrouw Van Dijl. Mevrouw Van Dijl, gaat uw gang.
20
25
Mevrouw Van Dijl: Dank u wel voorzitter. Bij de schriftelijke beantwoording van de begroting stond terecht dat de raad haar eigen agenda bepaalt. Daarom heb ik gevraagd naar een lijst van alle toezeggingen. Ons is toegezegd dat het overzicht met alle in de begroting gedane toezeggingen uiterlijk voor het einde van het jaar in het bezit van de raad zou zijn. Wij hebben dit overzicht helaas nog niet, en daarom vraag ik of het college kan toezeggen dat dit overzicht uiterlijk 20 februari aanstaande in het bezit van de raad is. De voorzitter: Ik kan u toezeggen dat de lijst nog deze week aan de raad wordt verzonden. Daarmee constateer ik dat we aan het einde van dit agendapunt zijn.
30
Mevrouw Tamerius bij interruptie: Ik had twee vragen ingediend. Mag ik de volgende vraag nog stellen? De voorzitter: Ik heb maar één vraag voor mij liggen.
35
Mevrouw Tamerius: Ik kan hem stellen en misschien is er direct antwoord op. In 2006 zal de Wet maatschappelijke ondersteuning in werking treden. Wanneer kunnen wij de contouren van die wet tegemoet zien? De voorzitter: Wethouder Zwiers, kunt u die vraag beantwoorden?
40 Wethouder Zwiers: Ik zou willen dat ik dat wist. Rondom de WMO is veel onduidelijkheid. Ik heb begrepen dat zelfs de zekerheid van 1 januari 2006 discutabel is. Zodra ik meer weet, zal dat in de commissie komen.
45
3. Mondelinge beantwoording van schriftelijke vragen van raadsleden en nadere inlichtingen over gegeven schriftelijke beantwoording (artikel 40 Reglement van Orde) De voorzitter: De heer Den Ouden heeft schriftelijk een vraag gesteld. Ik geef hem het woord.
50 De heer Den Ouden: Dank u wel voorzitter. De vraag is schriftelijk gesteld, zodat de wethouder zich er maximaal op zou kunnen voorbereiden. De vraag heeft betrekking op de doorwerking van de effecten van de begrotingsbehandeling. In een RD-artikel van 22 december 2004 (ook opgenomen in de knipselkrant) stond onder de kop
1687
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
“Woonlasten stijgen fors” dat Ridderkerk bovengemiddeld scoort met een stijging van de woonlasten in 2005 met 14,1%. Vooral de decimaal getuigt van een grote nauwkeurigheid. Bij de begrotingsbehandeling hebben wij het gehad over “modelgezinnen”, maar volgens mij hebben wij in Ridderkerk geen andere dan “modelgezinnen”. Toen ging het over percentages van tussen 3% en 4%. De vraag van de SGP is of dit in de krant gepubliceerde percentage een correcte weergave is van de realiteit waar de Ridderkerkers mee te maken hebben? Bij een bevestigend antwoord willen we graag van het college horen hoe dat zich verhoudt tot het veel lagere percentage dat in de begroting genoemd werd. Bij een ontkennend antwoord willen we graag van het college horen wat het werkelijke percentage dan wel is. In de vorige raadsvergadering hebben wij ook over de OZB-verhoging gesproken, die niet meer dan anderhalf procent zou zijn. Nu blijkt het weer tweeënhalf procent te zijn. Wij zien met zeer veel belangstelling uit naar het goede antwoord. Wethouder Zwiers: Of ik in de ogen van de heer Den Ouden het goede antwoord kan geven, wachten we even af. De percentages die in de verschillende dagbladen zijn verschenen, zijn niet helemaal juist. Dit werd vooral veroorzaakt door de Zalmsnip. U weet dat wij in de commissie WDM hebben afgesproken om een inventarisatie van alle lasten te maken die aan de orde zijn vanaf 1 januari 2005. Om u met de percentages te helpen, geef ik u de volgende toelichting. Als we de percentages zonder de Zalmsnip nemen, praten we voor eenpersoonshuishoudens over 3,3% en voor meerpersoonshuishoudens ook over 3,3%. Met het effect van de Zalmsnip is de ene gestegen naar 5,2 en 10,9 en de andere van 13,2% naar 14%. Waarom noem ik die cijfers? Omdat er een verband zit tussen de afschaffing van de Zalmsnip en de woonlasten. Ik hoop straks als we het A4’tje hebben, met u te kunnen kijken hoe we daarmee omgaan. Dat is de achterliggende verklaring van de cijfers. De krant die 14,1 aangaf, ik meen dat dit het Reformatorisch Dagblad was, had de cijfers waarschijnlijk uit de primaire begroting gehaald, deze zijn later verbeterd. De heer Den Ouden: Een kleine correctie over de herkomst van de cijfers. Het Reformatorisch Dagblad spel ik bijna, maar daar stond dat niet in. Het stond in een ander RD. Dat moet dan het Rotterdams Dagblad geweest zijn. Overigens kan ik, nu het toch over kranten gaat, het andere dagblad van harte aanbevelen. Hilariteit in de raad. Voorzitter, kan het ook zo zijn dat als het lijstje er is, dit nadrukkelijk bekendheid krijgt? Dan kunnen we naar de burgers over het jaar 2005 geen misverstand meer hebben over de OZBverhoging, want op deze manier is het nog steeds onduidelijk.
40 De voorzitter: Mijnheer Den Ouden, ik zie non-verbaal gedrag van de heer Zwiers, ik denk dat hij het ermee eens is. Volgens mij vindt hij het een goed plan om dat te combineren. Klopt dat mijnheer Zwiers?
45
Wethouder Zwiers: Ik wist niet dat u in de spiegel kon kijken. Ik schrik er helemaal van! De voorzitter: Ik ken de beweging van uw hoofd inmiddels. Hilariteit in de raad.
50 Wethouder Zwiers: Ik wil nog graag een ding nuanceren voor de heer Den Ouden. Laten we straks, als alle gegevens bekend zijn en wij er met elkaar over gesproken hebben, die cijfers communiceren, dan kan daarover geen misverstand meer bestaan.
1688
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
Mevrouw Muizelaar bij interruptie: Ik heb in de commissie de vraag gesteld om op de juiste manier met de burgers te communiceren, omdat eerder is gepubliceerd dat we de nullijn zouden aanhouden. Als dat op een of andere manier niet mogelijk is, moeten we duidelijk uiteenzetten hoe dit gekomen is. De voorzitter: Ik zie aan uw hoofd mijnheer Zwiers, dat u het daarmee eens bent. De heer Onderdelinden: Voorzitter, mag ik nog een opmerking maken? We hebben er hier de vorige keer ook al over gesproken dat het lijstje zou komen. Maar waarom is er toch altijd zoveel onduidelijkheid over door de raad geaccordeerde percentages? Dat vind ik jammer.
15
20
Wethouder Zwiers: Met betrekking tot de percentages onderschrijf ik het verhaal van de heer Onderdelinden. Blijkbaar worden percentages hier breder opgevat dan alleen het uitrekenen van de cijfertjes. Als we in de commissie hierop terugkomen, spreken we af dat we eenduidig hiermee omgaan. Eén ding nog richting de heer Den Ouden over de OZB. Tijdens de begrotingsbehandeling hebben wij die afgesproken. Dat er verschillende rekenmodellen op losgelaten worden, daar hebben wij het dan nog wel over. De voorzitter: Daarmee is dit punt afgehandeld.
25
4. Spreekrecht belanghebbende burgers De voorzitter: De heer Van Noort heeft zich aangemeld om te spreken over de agendapunten 8, 10, 16 en 20. Ik nodig de heer Van Noort uit om naar de microfoon te gaan.
30 De heer Van Noort: Voorzitter, dank u wel voor de mogelijkheid om te kunnen inspreken. Ik ben ex-raadslid en bedank u voor de mogelijkheid om te kunnen inspreken. Ik wilde in deze vergadering graag terugkomen, omdat ik wil laten zien dat ik met u wil meedenken.
35
40
45
50
Naar aanleiding van agendapunt 8 wil ik graag meegaan met de heer Plaisier, die aangeeft dat hij een compensatie wenst voor de minder vermogende inwoners van onze gemeente. Zou het echter niet veel eenvoudiger zijn om een gratis identiteitsbewijs af te geven aan de mensen van 65 plus in de vorm van bijvoorbeeld een giropasje, dat zelfs de ouderen herkennen? Het is dat ik niet meer in de gemeenteraad zit, want anders had ik deze motie graag ruimhartig ondersteund. Naar aanleiding van agendapunt 10 over de WVG wil ik graag het volgende kwijt. In de gemeenteraad van Ridderkerk zitten 29 personen. Van deze 29 personen moeten er toch wel enkele behoren tot de zogenaamde mantelzorgers. Ik begrijp derhalve niet dat de raad het college maar laat aanmodderen met deze Taxi Bakker. Het beleidsplatform Ouderen heeft een rapport opgesteld dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Tot mijn stomme verbazing heeft de raad van Ridderkerk blijkbaar geen enkel benul van de na de aanloopperiode ontstane en nog steeds bestaande problemen, hoewel ik alle raadsleden in een persoonlijk aan hen gerichte brief op de hoogte heb gebracht van deze problematiek. Alleen de CU en de SGP hebben gereageerd, en in latere instantie het CDA. Dan over agendapunt 16, de OZB. Het college heeft bij monde van PvdA-wethouder Zwiers bij hoog en laag gezworen dat er geen verhoging van de OZB zou plaatsvinden.
1689
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
In de vorige raadsvergadering is hierover uitgebreid gediscussieerd. Wat blijkt nu? Er komt wel degelijk een verhoging van de OZB. De wethouder heeft blijkbaar plotsklaps een geheel andere invalshoek ontdekt. Uit de stemming blijkt dat de VVD, de SGP en D66/GL niet meegaan in de opgelegde verhoging. Het siert de andere partijen dat zij duidelijk aangeven meer te zien in een voorstemmen dan het weer extra belasten van de burger. Ik word er onderhand een beetje misselijk van. Wat blijkt is dat de raad slikt wat de wethouder voorstelt. Dualisme? Vergeet het maar. Slaafs volgen, dat is het. De wethouder, het college dus, krijgt op de bekende wijze van “ wij weten niet beter”, de raad zoals altijd, op een paar betweters na – die mijn steun van harte genieten – op de knieën. Vooral doen voorzitter! Ik stel voor dat de flatbewoners de volle containers (of zelfs de lege containers) op de stoep van het veel te duur gebouwde gemeentehuis zetten. De containers lopen dan vanzelf naar binnen, als u tenminste kunt begrijpen wat ik hiermee bedoel. En dan agendapunt 20, over Azië. Er heeft zoals wij allemaal weten, een verschrikkelijke ramp plaatsgevonden op de kustgebieden van de Indische Oceaan. De burgers, Nederlanders bedoel ik, hebben massaal geld gestort. Uiteraard en volledig terecht. De rijksoverheid heeft van de haar ten dienste staande middelen, al dan niet vrijwillig betaald, ook een buitengewoon groot bedrag overgemaakt. Of dit nu wel zo juist is, wil ik graag in twijfel trekken. Denk maar eens aan de pyjamadagen van de ouderen, die dit geld hebben opgebracht. Als klap op de vuurpijl moet Ridderkerk ook zo nodig geld geven aan deze, uiteraard zwaar getroffen bevolkingsgroep. Is het niet zo voorzitter, dat: • deze mensen via alle mogelijke instanties die het o zo goed bedoelen, veel meer geld krijgen dan zij nodig hebben? • de ouderen in onder andere Ridderkerk zichzelf maar moeten zien te bedruipen, omdat een kloppend huishoudboekje plotsklaps per 1 januari 2005 niet meer figureert? • de diverse instanties elkaar voor de voeten lopen om toch maar zoveel mogelijk geld uit te geven om te laten zien hoe goed zij het doen van onze centen. Ik stel voor dat de raad van Ridderkerk zich conformeert aan de in Nederland geheel alleen staande raad van de hoofdstad van mijn Brabant en deze subsidie terugdraait om deze te gebruiken voor – je mag het wel niet zeggen – je eigen volk. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Van Noort, ik verzoek de raadsleden uw betoog te betrekken bij de desbetreffende agendapunten. 5. Vaststellen van de notulen van de vergadering van 20 december 2004
45
Door de raadsleden zijn de volgende wijzigingen ingebracht. De heer Den Ouden geeft aan dat op bladzijde 1652 regel 21 “met meer aandacht” moet worden vervangen door “met nog meer aandacht”. Op bladzijde 1682 regel 23 staat “als raad twintig dagen”. Dit moet zijn: “als raad op twintig dagen”.
50
De heer Plaisier heeft aangegeven dat op bladzijde 1655 regel 33 waar staat “om de nota direct bij het oud papier te doen”, dit gewijzigd moet worden in “om de nota niet direct bij het oud papier te doen”. De heer Lagendijk heeft aangegeven dat op bladzijde 1664 regel 34 waar staat “om dit gedrag beleid te maken”, dit moet worden gewijzigd in “om op dit gedrag beleid te maken”.
1690
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
Op bladzijde 1664 regel 48 staat “van onze buurgemeente”. Dit moet zijn “van onze buurgemeenten”. De heer Van Houcke heeft aangegeven dat op bladzijde 1663 regel 44 het woord “competentieverschillen” gewijzigd moet worden in “competentiegeschillen”.
10 6. Lijst van ingekomen stukken en stemming over eventueel ingekomen verzoeken om interpellatie Categorie 1 Voor kennisgeving aan te nemen:
15 1. Mededeling van wethouder A.C. van Andel (kenmerk 2005/00114-griffie), d.d. 4 januari 2005, dat raadstoezegging nummer 23 op 4 januari 2005 is afgedaan.
20
2. Mededeling van wethouder H.J. Zwiers (kenmerk 2003/06318-griffie), d.d. 20 mei 2003, dat raadstoezegging nummer 71 op 12 mei 2003 is afgedaan. 3. Mededeling van wethouder A.C. van Andel (kenmerk 2005/00802-griffie), d.d. 17 januari 2005, dat raadstoezegging nummer 75 op 13 januari 2005 is afgedaan.
25
30
4. Mededeling van burgemeester mevrouw J.H.M. Hermans-Vloedbeld (kenmerk 2004/19389-griffie), d.d. 17 december 2004, dat raadstoezegging nummer 121 in mei 2004 is afgedaan. 5. Mededeling van wethouder A.C. van Andel (kenmerk 2004/99610-griffie), d.d. 21 december 2004, dat raadstoezegging nummer 161 op 21 december 2004 is afgedaan. 6. Mededeling van wethouder A.C. van Andel (kenmerk 2004/19611-griffie), d.d. 21 december 2004, dat raadstoezegging nummer 163 op 21 december 2004 is afgedaan.
35
7. Mededeling van wethouder A.C. van Andel (kenmerk 2004/19612-griffie), d.d. 21 december 2004, dat raadstoezegging nummer 164 op 21 december 2004 is afgedaan. 8. Mededeling van wethouder H.J. Zwiers (kenmerk 2004/19613-griffie), d.d. 21 december 2004, dat raadstoezegging nummer 165 op 21 december 2004 is afgedaan.
40 9. Mededeling van wethouder H.J. Zwiers (kenmerk 2004/19401-griffie), d.d. 20 december 2004, dat raadstoezegging nummer 212 op 9 september 2004 is afgedaan.
45
10. Mededeling van wethouder E.M. den Boef (kenmerk 2004/19643-griffie), d.d. 21 december 2004, dat raadstoezegging nummer 229 op 21 december 2004 is afgedaan. 11. Mededeling van wethouder A.C. van Andel (kenmerk 2005/00113-griffie), d.d. 4 januari 2005, dat raadstoezegging nummer 234 op 4 januari 2005 is afgedaan.
50
12. Mededeling van wethouder H.J. Zwiers (kenmerk 2004/19303-griffie), d.d. 15 december 2004, dat raadstoezegging nummer 235 op 15 december 2004 is afgedaan. 13. Mededeling van wethouder H.J. Zwiers (kenmerk 2004/19637-griffie), d.d. 21 december 2004, dat raadstoezegging nummer 249 op 21 december 2004 is afgedaan.
1691
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5 14. Mededeling van wethouder E.M. den Boef (kenmerk 2004/19048-griffie), d.d. 14 december 2004, dat raadstoezegging nummer 250 op 14 december 2004 is afgedaan.
10
15. Mededeling van wethouder A.C. van Andel (kenmerk 2005/00115-griffie), d.d. 4 januari 2005, dat raadstoezegging nummer 256 op 4 januari 2005 is afgedaan. 16. Brief van het college van burgemeester en wethouders van Westland, d.d. 11 november 2004, waarbij de motie van de gemeenteraad van Westland betreffende het Kierbesluit wordt aangeboden.
15 17. Circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, d.d. 24 november 2004, betreffende vernieuwde accountantscontrole bij provincies en gemeenten.
20
18. Brief van de Stadsregio Rotterdam, d.d. 25 november 2004, waarbij de vastgestelde begrotingswijziging 2004-11 wordt aangeboden. 19. E-mail van de gemeenteraad van Haaksbergen, d.d. 6 december 2004, waarbij zijn motie betreffende de financiële relatie Rijk - gemeenten wordt aangeboden.
25
30
20. Brief van Benchmark Schuldhulpverlening, d.d. 8 december 2004, met een uitnodiging deel te nemen aan de Benchmark Schuldhulpverlening 2005. 21. Brief van Samenwerkingsverband Koers VO te Rotterdam, d.d. 8 december 2004, waarbij de monitor Uitstroom praktijkonderwijs 2002-2003 in de regio Rotterdam wordt aangeboden. 22. E-mail van de gemeenteraad van Middelburg, d.d. 10 december 2004, waarin wordt gevraagd steun te betuigen aan zijn motie betreffende oplopende kosten burgers en gemeente.
35 23. E-mail van het college van burgemeester en wethouders van Oirschot, d.d. 13 december 2004, waarbij zijn motie wordt aangeboden waarin afkeuring wordt uitgesproken over het feit dat het decentraliseren van taken door de centrale overheid niet gepaard gaat met de bijbehorende middelen.
40 24. Brief van de inspectie Openbare orde en veiligheid te Den Haag, d.d. 14 december 2004, waarbij het rapport Vakbekwaamheid Brandweer wordt aangeboden.
45
50
25. Brief van de stuurgroep Evaluatie dualisering gemeentebestuur te Den Haag, d.d. 15 december 2004, waarbij het rapport Evaluatie dualisering gemeentebestuur wordt aangeboden. 26. Brief van het presidium van de gemeenteraad van Schiedam, d.d. 15 december 2004, betreffende Schiedammers in gesprek, een manifestatie over thema's als tolerantie, respect en vrijheid van meningsuiting. 27. Ledenbrief van de VNG te Den Haag, d.d. 9 november 2004, met de uitkomsten van het Catshuisoverleg van 9 november 2004.
1692
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
28. Reactie van de VNG te Den Haag, d.d. 20 december 2004, aan de vaste kamercommissie voor Binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties over de wetsvoorstellen introductie gekozen burgemeester en verkiezingen burgemeester. 29. Brief van inspectie Werk en inkomen te Den Haag, d.d. 28 december 2004, waarbij het rapport Zwarte en grensoverschrijdende fraude met bijstand wordt aangeboden. 30. Afschrift van een brief van het college van burgemeester en wethouders van Bergen aan de ministeries, d.d. 5 januari 2005, waarbij gevraagd wordt het initiatief van het college van Bergen te ondersteunen om te laten onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om mensen met een uitkering in te zetten, met behoud van uitkering en rechten, om mee te gaan helpen in Zuidoost Azië bij de wederopbouw in die gebieden. 31. Afschrift van een brief aan het college van burgemeester en wethouders van de Raad voor het landelijk gebied te Amersfoort, d.d. 19 november 2004, betreffende 'Meerwaarde', advies over de landbouw en het landelijk gebied in Europees perspectief. 32. Brief van het ministerie van VROM, d.d. 3 december 2004, waarbij het rapport 'Nederlands afval in cijfers' wordt aangeboden, en waarin wordt uitgenodigd om aan te haken bij de landelijke campagne betreffende afvalscheiding.
25 33. Brief van inspectie Werk en inkomen te Den Haag, d.d. 20 december 2004 met informatie met betrekking tot inrichting rijkstoezicht uitvoering WWB en andere SZregelingen door gemeenten.
30
35
40
34. Brief van het dagelijks bestuur van het Openbaar lichaam sociale werkvoorziening Drechtsteden (Drechtwerk), d.d. 22 december 2004, waarbij de vastgestelde begrotingswijziging 2005 van Drechtwerk wordt toegezonden. 35. Brief van L.D. de Haan, centraal directeur OLOVO, d.d. 13 januari 2005, waarin wordt meegedeeld dat het bezwaarschrift van 7 december 2004 tegen het besluit d.d. 19 november 2004 betreffende de vastlegging van het Programma en overzicht huisvesting onderwijs 2005 wordt ingetrokken. 36. Brief aan de voorzitter van de raad van de heer I. Nuis te Ridderkerk, d.d. 11 januari 2005, betreffende ontslagneming als raadslid. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Categorie 2 Akkoord te gaan met de inhoud van de antwoordbrief:
45 In deze vergadering zijn geen stukken in deze categorie ingebracht. Categorie 3 Ter afdoening in handen te leggen van B en W:
50
1. Afschrift van een brief aan het college van burgemeester en wethouders van Beleidsplatform ouderen Ridderkerk, d.d. 16 december 2004, betreffende het Protocol meedenken gemeentelijk beleid. (Opmerking griffier: over de wijze waarop de raad en zijn commissies met adviezen van het BPO omgaan, zal de raad een standpunt dienen in te nemen.)
1693
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5 2. Afschrift van een brief aan het college van burgemeester en wethouders van E.P Blaauw van de Landelijke Woonboten Organisatie, d.d. 21 december 2004, betreffende woonboot Annemarij.
10
3. Brief van J.C. de Moei te Ridderkerk, d.d. 10 januari 2005, betreffende de kosten van de Rotterdampas. 4. Brief van de heer A.J.M. van Noort (mede namens enkele familieleden) te Ridderkerk, d.d. 13 januari 2005, betreffende het niet uitkeren van de Zalmsnip.
15 5. Brief van de heer A.J.M. van Noort te Ridderkerk, d.d. 11 januari 2005, betreffende WVG en seniorenvervoer in Ridderkerk sedert 1 oktober 2004.
20
6. Afschrift van een brief aan het college van burgemeester en wethouders van het bestuur van het ZON (Zorgvragers Netwerk Ridderkerk), d.d. 5 januari 2005, betreffende het reinigen van containers. 7. Brief van H. Salij te Ridderkerk, d.d. 12 januari 2005, betreffende de reiniging van GFTbakken.
25 De heer Van Houcke: Ik wil voorstellen om de brief van de heer Blaauw van de Landelijke Woonbotencorporatie op de eerstvolgende agenda van de commissie Ruimtelijke ordening te zetten.
30
35
De voorzitter: Het is een brief aan B en W met een afschrift aan de raad. Wij kunnen hem op de agenda plaatsen om daar met elkaar kennis van te nemen, maar de afdoening ligt bij het college. De heer Van Houcke: De zaak loopt al meer dan twintig jaar, en er is heel veel over te doen geweest. Het lijkt mij nuttig voor de samenleving om daar met elkaar over van gedachte te wisselen. De voorzitter: Ik begrijp van wethouder Den Boef dat hij zich daarop wil voorbereiden en dat de discussie daarover dan in de commissie van maart komt. Dan heeft wethouder Den Boef nog even tijd om dit voor te bereiden.
40 De heer Van Houcke: Dat lijkt me redelijk. De heer Den Ouden: Voorzitter, brieven nummer 6 en 7 gaan over het reinigen van de containers. Wij willen graag op de hoogte gebracht worden van het antwoord van het college.
45 De voorzitter: Dat lijkt me een redelijke vraag waaraan we kunnen voldoen. Mevrouw Tamerius: Kunnen de vragen 6 en 7 in de commissie terugkomen? Dit is een soort evaluatie.
50 De voorzitter: Ik neem aan dat dit een vraag is aan de voorzitter van de commissie. Het lijkt mij redelijk om de vraag daar voor te leggen. In overleg met de griffier moet u bepalen in welke commissie deze brieven thuishoren.
1694
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
Categorie 4: Voor preadvies voor te leggen aan B en W: 1. Brief van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, d.d. 15 december 2004, betreffende toezichtregime 2005.
10
15
2. Brief van Juridisch Bouwadviesbureau Parkboog namens de eigenaren van perceel Kerkweg 126 te Ridderkerk, d.d. 15 december 2004, betreffende een verzoek tot planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening. 3. E-mail van mevrouw M. van Steenwijk-Kamp te Ridderkerk, d.d. 22 december 2004, betreffende planschade Slingehof 76. . De raad stemt ermee in om deze stukken voor preadvies voor te leggen aan B en W.
20
Stukken die op basis van de doorzendplicht zijn doorgestuurd (art. 20 RvO). Er zijn geen stukken in deze categorie. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 291, om in te stemmen met de antwoordbrief van het college inzake toekenning van een verhuiskostenvergoeding
25
30
35
De heer Plaisier: De fractie van de CU is blij dat de aanhoudende druk van een volhardende raadskern van fracties en/of individuele raadsleden, het college tot inventieve daden heeft gebracht. Complimenten aan het college voor het meedenken. Een compliment is hier vooral ook te maken aan een Ridderkerkse inwoner die de signalen uit de raad heeft opgevangen en opgepakt en via de buitendeur weer de raadszaal heeft binnengebracht. Met de antwoordbrief aan mevrouw Ottens kunnen we instemmen. Wij zijn zoals gezegd blij met het resultaat en gaan ervan uit dat deze regeling geldt voor alle zich nog voordoende gevallen, totdat de landelijke uniforme regeling verhuiskostenvergoeding in werking treedt. Ter verrijking van de Nederlandse taal doen we nog een suggestie. Naast de uitdrukking: “komt tijd komt raad”, mag wat ons betreft de volgende uitdrukking in het Groot woordenboek der Nederlandse taal opgenomen worden: “Komt lange tijd, komt college”. De voorzitter: Tja mijnheer Plaisier, beter laat dan nooit.
40 De heer Los: Keer op keer is gezegd dat categoriale zaken in de Wet werk en bijstand dit onmogelijk maken. Nu blijkt het toch te kunnen. Waarom hebben wij dit niet eerder gehoord? De vraag is hoe het nu echt zit.
45
50
De voorzitter: Wethouder Zwiers, ik nodig u uit voor de beantwoording van met name de vraag van de heer Los. Wethouder Zwiers: Wij liepen aanvankelijk tegen deze vraag op toen we keken of dit binnen de Wet werk en bijstand paste. Dat leek in eerste instantie niet te kunnen. De wet is er niet om iets tegen te houden, maar om iets voor elkaar te krijgen. In de Wet werk en bijstand staat iets over specifieke kostensoorten. Je mag verhuiskostenvergoeding daaruit betalen. Langs die weg kunnen we dus de extra verhuiskostenvergoeding uitbetalen. Aan de heer Plaisier wil ik nog aangeven: komt lange tijd, komt het college: ik wil hem alle credits
1695
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
geven dat hij hier steeds achteraan gegaan is, ook met mevrouw Ottens. Maar ik wil niet onvermeld laten dat ik steeds hard meegezocht heb, en met u blij ben dat we er op deze manier uit zijn gekomen. Tweede termijn
10 De heer Plaisier: Ik ben bang dat de wethouder mijn complimenten aan hem niet gehoord heeft. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Plaisier. Mijnheer Los, heeft u nog behoefte om iets toe te voegen? Zo nee, dan is hiermee ingestemd.
15 8. Motie van de heer L.B. Plaisier inzake compensatie voor de minima van de kosten voor het verplicht identiteitsbewijs
20
25
30
35
De heer Plaisier: Dank u wel voorzitter. Veel introductie hoeft dit agendapunt niet. De tekst van de motie is duidelijk. We zijn blij dat zoveel fracties hun instemming met de motie van de CU hebben geuit door medeondertekening. Er gaat van het kabinet een welhaast missionaire gedrevenheid uit om het hele stelsel van sociale zekerheid te veranderen van een rechtensysteem in een plichtensysteem. Op zichzelf hoeft daar (als je maar aandacht blijft houden voor hen die echt kansloos zijn) niets mis mee te zijn. Die nationale verandering van denken heeft inmiddels geleid tot de WWB, een wet waarmee, als je de scherpe kantjes eraf haalt, in principe best te leven valt. Wat echter steeds meer het geval lijkt te zijn, is dat het kabinet het overzicht over haar eigen maatregelen kwijtraakt. In de commissievergadering noemde mevrouw Muizelaar ook al een heel rijtje met onverwachte zaken. Even de Zalmsnip afschaffen betekent toch echt ook een inkomensachteruitgang voor een gezin met slechts een minimuminkomen. Daar moeten en zullen we het nog maar eens over hebben trouwens. De markt zijn werk laten doen met als gevolg fors hogere premies voor ziektekostenverzekeringen, is op zich een gezond fenomeen in een kapitalistische wereld, maar komt hard aan in de portemonnee van de minima. Datzelfde geldt voor de verlaging van de huursubsidie, om maar niet te spreken van de verhoging van gemeentelijke lasten, energiekosten enzovoort. Om in het kader van het veiligheidsbeleid een identificatieplicht met een daarbijbehorende aanschaf van een kostbaar identiteitsbewijs in te stellen, is iets waar misschien interessant over te discussiëren valt, maar heeft intussen wel direct financiële consequenties, ook voor gezinnen met een minimuminkomen.
40
45
Mevrouw de voorzitter, helaas kunnen of mogen we als gemeente niet veel doen aan behoud van de koopkracht van inwonersgroepen, maar wat we kunnen doen, moeten we doen. Als het aan de fractie van de CU ligt, zullen we dat zeker niet nalaten. Met dank aan het college voor de vondst (zie het vorige agendapunt) dat een categoriale vergoeding aan de minima ter compensatie van specifiek benoemde kostensoorten tot de mogelijkheden behoort, dienen we onze motie met overtuiging in. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Plaisier. Het woord is aan mevrouw Nooyen.
50 Mevrouw Nooyen: In de Tweede Kamer zijn over dit onderwerp vragen gesteld aan de minister van Sociale zaken, de heer De Geus. Op de vraag of de gemeenten een bijdrage mogen verstrekken in de kosten van het verplichte identiteitsdocument, antwoordde hij het volgende. Ik citeer: “De kosten voor het aanschaffen van het verplichte identiteitsdocument dienen in eerste
1696
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
instantie uit eigen middelen te worden voldaan. Zoals de minister van Justitie heeft meegedeeld, kunnen de gemeenten bij verordening bepalen dat de kosten geheel of gedeeltelijk worden kwijtgescholden, al naar gelang de betalingscapaciteit van betrokken personen en conform de fiscale invorderingswet. Voorts hebben de gemeenten de bevoegdheid om de individuele omstandigheden, en rekeninghoudend met vorenbedoelde kwijtscheldingsmogelijkheid, geheel of gedeeltelijk bijzondere bijstand te verlenen. Dit wordt door de gemeenten van geval tot geval beoordeeld.“ Einde citaat. Volgens ons liggen hier voor de gemeente Ridderkerk mogelijkheden. Wij zijn blij dat de CU deze mogelijkheid heeft opgepakt. Wij steunen de motie van harte.
15 De heer De Koning: Dank u wel, voorzitter. Wij kunnen sympathie opbrengen voor het voorstel van de CU. Voordat wij ons hierover uitspreken, willen wij van u weten in hoeverre het minimabeleid van Ridderkerk hierin voorziet. Wij weten dat er een genereus minimabeleid in Ridderkerk is, en het zou mij verbazen als hierin geen goede mogelijkheid is getroffen.
20 Mevrouw Tamerius: Voorzitter, het CDA wil melden dat wij dit een sympathiek en noodzakelijk gebaar vinden. Wij onderschrijven de motie van de CU. De voorzitter: Ik denk dat het een goed idee is om de wethouder om een reactie te vragen.
25
30
Wethouder Zwiers: Ik sluit me bij de sprekers aan dat dit een sympathiek idee is. En ik wil hem ook uitvoeren, de vraag is op welke manier. We zijn op dit moment aan het kijken hoe we binnen de bestaande mogelijkheden hiermee om kunnen gaan. We willen er niet een extra manier van uitbetaling van maken, maar dit binnen bijvoorbeeld het CES-fonds of andere bestaande voorzieningen doen. We kijken ook hoe we bijvoorbeeld ouderen kunnen helpen bij dit verplichte identiteitsbewijs door bijvoorbeeld naar de bejaardenhuizen toe te gaan, net zoals de gemeente Arnhem dat doet. Dus, geen enkel probleem om te kijken hoe we hiermee verder kunnen. Ik neem het graag mee op het A4’tje waarin we alle zaken op een rijtje gaan zetten.
35 De voorzitter: Wethouder, wilt u nog ingaan op de opmerking van de heer De Koning? Wethouder Zwiers: Ik heb al aangegeven dat ik het liefst zie dat we dit binnen de bestaande voorzieningen kunnen regelen.
40 Tweede termijn:
45
50
De heer Plaisier: Ik moet nog zeggen dat ook de fracties van de SGP en D66/GL de motie meeondertekend hebben. Op de vraag van de heer De Koning wil ik nog antwoorden dat er binnen de bestaande voorzieningen op dit moment geen mogelijkheden zijn om dit uit te betalen. De regelingen in de Wet werk en bijstand zijn nauwkeurig beschreven. Vandaar dat deze motie noodzakelijk is om die mogelijkheid te creëren. De heer Koning: Voorzitter, dank u wel voor het antwoord van de heer Plaisier. Ik denk dat de VVD-fractie deze motie kan ondersteunen met de aantekening dat de raad wel naar het minimabeleid moet kijken en hoe we dit wellicht kunnen actualiseren, juist omdat die wet voor deze situaties is bedoeld.
1697
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
De heer Plaisier bij interruptie: Dat klinkt wel aardig, maar de WWB heeft exact gedefinieerd welke mogelijkheden er binnen de wet zijn en waar het minimabeleid precies voor is. Wij hebben de mogelijkheden van de wet tot aan de grenzen opgerekt. We hebben last van die exacte beschrijving gehad bij de verhuiskostenvergoeding. We zouden bij dit onderdeel dezelfde last kunnen krijgen, omdat er exact omschreven is wat er wel en niet mogelijk is. Het is denk ik wel nuttig om te kijken naar de gevolgen voor de minima van de autonome lastenverzwaring. We hoeven de discussie over de WWB niet over te doen, daar hebben we precies afgesproken wat we zullen vergoeden en hoe we dat doen. De heer Onderdelinden: Mijnheer Zwiers zegt dat we het gaan onderbrengen in bestaande regelingen. Dan komen we weer bij het punt van de heer De Koning uit. Hoe gaan we dit uitvoeren? De heer De Koning: Ik weet dat de WWB net is ingevoerd en dat stringent is aangegeven wat wel en niet kan. Dat neemt niet weg dat vaststaat dat deze jonge wet zich nog moet zetten en dat daarvoor ruimte moet worden gegeven. Hoe sympathiek de motie ook is, ik wijs er toch op niet te veel incidenteel te regelen. Ik wil het structureel geregeld zien. De heer Plaisier: Voorzitter, ik denk dat de heer De Koning zich vergist. We hebben de Wet werk en bijstand en het minimabeleid. Het minimabeleid is opgenomen en omschreven in de WWB. Wij kunnen wel grenzen opzoeken, wat we ook doen, maar het is de landelijke overheid die bepaalt wat wel en niet mag. De heer De Koning: Ik wil toch even wijzen op de verhuiskostenvergoeding, waarvoor ook een mogelijkheid werd gevonden binnen de WWB.
30 Mevrouw Van Dijl bij interruptie: Voordat we verzanden in een welles nietes over de vraag wat onder de WWB valt… Het laatste stukje van de motie bevat de vraag aan het college om de mogelijkheden na te gaan. Het gaat erom dat de identiteitsbewijzen worden betaald voor mensen die het niet kunnen betalen, en uit welk potje dat komt, zal mij een zorg zijn.
35 De heer De Koning: En daar is mijn voorstel nu om dit structureel in plaats van incidenteel te regelen. Maar volgens mij zitten wij op dezelfde lijn. De heer Los: Wij steunen de motie.
40 De voorzitter: Heeft iemand behoefte aan stemming? Dan trek ik de conclusie dat de raad van Ridderkerk de motie van de heer Plaisier ondersteunt. Aldus besloten.
45
9. Uitvoering motie inzake Wet werk en bijstand en collectieve aanvullende ziektekostenverzekering De voorzitter: Het gaat hier om een motie die op 23 juni 2004 aan de orde is geweest. Ik geef de heer Plaisier het woord.
50 De heer Plaisier: Dank u wel voorzitter. De motie van de CU inhoudende een verzoek tot onderzoek naar mogelijkheden en consequenties van het afsluiten van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering heeft de gemoederen tot nu toe absoluut niet beziggehouden, en dat is precies het
1698
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
probleem. In de raadsvergadering van 22 en 23 juni werd de motie met 26 stemmen vóór en nul tégen door de raad aanvaard. Die uitslag hield in dat het college verzocht werd om de raad uiterlijk in oktober jongstleden van de uitkomst van het onderzoek op de hoogte te stellen. Bij de commissiestukken van oktober werden we verrast met de mededeling dat uitvoering van de motie niet opportuun was in verband met de komst van de WMO. Let wel, het ging hier slechts om commissiestukken. De commissie liet zich klaarblijkelijk niet van de wijs brengen, en tot onze opluchting werd in de marges van het agendapunt "vaststelling verordeningen WWB" (raad van 10 november) vermeld dat behalve het amendement WWB en reïntegratie, alle in juni 2004 ingediende amendementen en moties door het college ongewijzigd zouden worden uitgevoerd. Vervolgens horen we niets, vragen we tijdens de WDM commissievergadering van 19 januari naar de stand van zaken, en krijgen we tot onze verbazing hetzelfde te horen als tijdens de commissievergadering van oktober 2004, namelijk dat het uitvoeren van de motie niet opportuun is in verband met de komst van de WMO en de vermeende gevolgen daarvan voor het bestel van ziektekostenverzekeringen. Mevrouw de voorzitter, de fractie van de CU is zeer ontstemd over deze gang van zaken. Ten eerste is uit de beschrijving van de korte geschiedenis van dit onderwerp gewoon niet op te maken wat het college nu eigenlijk wil. Ten tweede is het in ieder geval duidelijk dat het college, in tegenstelling tot de uitspraak in de raadsstukken van 10 november 2004, géén uitvoering heeft gegeven aan de unaniem aangenomen motie en er blijkens de mededeling in de commissie ook niet voor voelt om er op korte termijn uitvoering aan te geven. Ten derde verbaast het ons dat het argument van de komst van de WMO de onderbouwing is van het standpunt van het college. Over dat laatste heel kort enkele opmerkingen: Toen de fractie van de PvdA bij de behandeling van de WWB in de Tweede Kamer een amendement indiende dat als inhoud had om het door gemeenten collectief afsluiten van een aanvullende verzekering mogelijk te maken onder de WWB, wist iedereen al af van de komst van de WMO, of wat de wandelgangennaam toen ook was. Het amendement in de Kamer werd aangenomen. Sindsdien zijn er talloze gemeenten in Nederland die ook nog heel recent zo'n collectieve aanvullende verzekering hebben afgesloten, en deze met korting aangeboden hebben aan de minima. Een zoektocht op Google over dit onderwerp geeft een goede gelegenheid uw topografische kennis te testen. Bovendien zal de WMO het principe van basisverzekering ziektekosten met allerlei aanvullende verzekeringen al naar gelang ieders omstandigheden waarschijnlijk niet grondig wijzigen; het zal eerder zo zijn dat de WMO die basisverzekering nog verder uitkleedt en dus de noodzaak van een aanvullende verzekering vergroot. Er bereiken ons signalen dat er mensen uit de categorie minima noodgedwongen afzien van medische zorg die niet gedekt wordt door de basisverzekering, omdat ze geen geld hebben voor een aanvullende verzekering. Behalve het feit dat dit de kwaliteit van het leven van de minderbedeelden nog verder aantast, betekent dit ook dat de gevolgen van het niet hebben van een adequate medische zorg uiteindelijk ook weer via acute bijstandsaanvragen bij de gemeente terecht kunnen komen. En dáár zit nu juist het wrange: volgens onze verordening vergoeden wij niet de kosten die niet onder de basisverzekering gedekt zijn. Vergeet bij dit alles niet het verband tussen een laag inkomen en een kwetsbare
1699
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
gezondheid. Mevrouw de voorzitter, als het nog kan, moeten we voorkomen dat 2005 een verloren jaar is. Dit zouden wij namelijk zeer betreuren, al rekenen we het, hoe tegenstrijdig het moge klinken, ook onszelf toe; we hebben immers blijkbaar niet vroeg en intensief genoeg aangedrongen op uitvoering van de motie. Blijft staan dat een unaniem aanvaarde motie niet is uitgevoerd, en dat is afkeurenswaardig. De fractie van de ChristenUnie zal zich nu beraden op stappen die er hopelijk toe zullen leiden dat bij voorkeur nog in 2005 (al zal dat verzekeringstechnisch misschien helemaal niet meer gaan), maar in ieder geval in 2006 (met of zonder vooronderzoek) aan de Ridderkerkse minima de mogelijkheid geboden wordt om tegen een aantrekkelijke korting deel te nemen aan een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, die door de gemeente, na scherpe onderhandelingen is afgesloten. We zullen daartoe in overleg treden met de andere fracties in de raad. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Plaisier.
25
30
Mevrouw Nooyen: Dank u wel voorzitter. Wij hebben in de raadsvergadering van 22 en 23 juni het college gevraagd een onderzoek te doen naar de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering voor de uitkeringsgerechtigden in het kader van de Wet werk en bijstand. We hebben u daarbij gevraagd de raad uiterlijk in oktober 2004 daarover te informeren, zodat wij bij de begrotingsbehandeling daarvoor geld konden vrijmaken. Inmiddels is het 2005 en er is nog niets bekend. Kan wethouder Zwiers ons uitleggen waarom de uitkomsten van dit onderzoek zo lang op zich doen wachten? De fractie van de PvdA verzoekt het college om in de eerstvolgende collegevergadering van morgen, 1 februari 2005, te besluiten tot het zo snel mogelijk invoeren van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering voor dit jaar met terugwerkende kracht tot 2 januari 2005. Als daar een raadsbesluit aan vooraf dient te gaan, verwacht de fractie van de PvdA dat u in de raadsvergadering van 28 februari 2005 met een raadsvoorstel hiervoor komt.
35 De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Nooyen. Wethouder Zwiers, wilt u in eerste instantie reageren?
40
45
50
Wethouder Zwiers: Het gaat te ver om te zeggen dat we de motie niet willen uitvoeren. De motie is inderdaad nog niet uitgevoerd. Daar is in de tussentijd wel een aantal keren over gediscussieerd ook in de commissie en in samenhang met de Wet maatschappelijke ondersteuning. Nu wordt vrij stellig beweerd welke pakketten er straks zullen zijn. Mijn kennis reikt niet verder dan dat zelfs de zorgverzekeraars niet weten hoe de pakketten er straks uit zullen gaan zien. Dat wil niet zeggen dat er in de tussentijd niets kan gebeuren. Het voorstel zal dan ook zijn om de € 200.000,- die we vorig jaar hadden bedoeld voor de minima en die we niet gebruikt hebben, eenmalig aan te wenden voor dit jaar en de tijd te nemen tot aan 1 januari 2006 om te kijken hoe we dit structureel kunnen oplossen. Ik zou het jaar 2005 geen verloren jaar willen noemen, maar op de manier zoals ik heb aangegeven de minima tegemoet willen komen. Ik wil wel benadrukken dat we niet weten hoe de Wet maatschappelijke ondersteuning eruit gaat zien. Ik wil wel enige ruimte hebben tot die datum. Daarmee heb ik denk ik ook de vragen van mevrouw Nooyen beantwoord. De voorzitter: Dank u wel wethouder Zwiers. Mijnheer Plaisier, wilt u nog reageren op de wethouder?
1700
31 januari 2005 / 1 februari 2005
25
De heer Plaisier: Het antwoord van de wethouder verbaast mij. Er is inderdaad over gesproken, voor het laatst in een schriftelijke verklaring naar aanleiding van de begrotingsbehandeling op 10 november, toen er inderdaad zwart op wit stond dat alle moties en amendementen die een meerderheid hadden, uitgevoerd zouden worden. De WMO is nog niet bekend, maar het stelsel van ziektekostenverzekeringen blijft bestaan. Dat daar dingen uitgehaald worden is waar, maar dat vergroot alleen maar de druk om een aanvullende verzekering af te sluiten. Die aanvullende verzekering hoeft niet helemaal betaald te worden aan de minima. Hij kan ook met korting doorgegeven worden. Er moet voorkomen worden dat zij onverzekerd rondlopen en daardoor bepaalde medische zorg niet krijgen. Het voorstel dat u als tussenvoorstel geeft, riekt naar een sigaar uit eigen doos. In 2004 is door het kabinet bepaald dat aan chronisch zieken en langdurig zieken een eenmalige uitkering verstrekt mocht worden. Daarover hebben we in de raad gediscussieerd. We hebben erover gesproken om de bedragen per persoon te verhogen, en we hebben besloten dat niet te doen omdat we niet wisten hoeveel mensen hiervan gebruik zouden maken. We hebben wel afgesproken om het geld te besteden aan de categorie mensen voor wie dit bedoeld is. Als dit in eerste instantie niet lukt voor de mensen die erom vragen, dan zouden we nog denken aan mensen die thuiszorg krijgen. We zouden ervoor zorgen dat het geld opgemaakt zou worden. Om nu te zeggen dat de motie niet uitgevoerd is en er een compensatie volgt voor de mensen voor wie het geld in 2004 bedoeld was, vinden wij geen echte oplossing. Wij zouden nu boter bij de vis willen hebben, en als de verzekeraars er niet aan mee willen werken, dan moet het maar wachten tot 2006. Ik denk dat dan met terugwerkende kracht te doen, omdat dit volgens mij de beste kans van slagen heeft.
30
Mevrouw Nooyen: Wij zijn het met de heer Plaisier eens. We accepteren geen uitstel naar 2006 tot de WMO wordt ingevoerd. Er zijn mogelijkheden voor en wij houden vast aan onze vraag om dit met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005 uit te voeren. We vragen ook hoe de wethouder dit communiceert naar de doelgroep.
35
De heer Onderdelinden: Ik denk dat het technisch erg ingewikkeld is. Alle mensen hebben een verzekering, ook voor 2005. Je kunt dat niet terugdraaien. In 2006 gaat alles totaal op de schop en moet dit deel ingepast worden. Als het kan, zou ik de wethouder willen verzoeken om te spreken van een compenserende maatregel.
5
10
15
20
Mevrouw Nooyen bij interruptie: Mijnheer Onderdelinden, als de wethouder de motie had uitgevoerd en ons in oktober uitsluitsel had gegeven, was het anders gelopen.
40
De heer Van Houcke: Dat is precies de opmerking die ook wij hadden willen maken. Als de motie was uitgevoerd, was er niets aan de hand geweest. Wij vinden dat de wethouder het ruimhartig moet oppakken en de bestaande situatie moet repareren. Er moet iets gebeuren, en in die zin is het probleem helder.
45
De heer Alderliesten: Wij steunen het voorstel van de heer Plaisier en mevrouw Nooyen. Alleen willen wij in de commissie discussiëren over de herkomst van het geld omdat dit niet direct onze instemming heeft. De voorzitter: Mag ik de wethouder vragen te reageren?
50 Wethouder Zwiers: Het is duidelijk hoe de raad ertegen aankijkt. Ik heb moeite met de gemaakte opmerkingen over het niet uitvoeren van de motie. Wij hebben gezocht naar een oplossing. Op dat moment is ons ter ore gekomen dat de WMO voor problemen zou kunnen zorgen. Ik heb daarvoor een tussenoplossing gezocht en daarvoor heb ik een voorstel gedaan waar de raad anders
1701
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
tegenaan kijkt. Ik zeg u toe dat ik binnen mijn mogelijkheden zal zoeken naar een oplossing voor een collectieve ziektekostenverzekering en erop terugkom. Dat is het enige wat ik nu kan toezeggen. De heer Plaisier: Ik sprak over Google. Iedereen weet wel wat dat is. U moet voor de lol thuis eens kijken en intikken: “collectieve aanvullende ziektekostenverzekering”. U krijgt echt vrijwel alle gemeenten in beeld die dit in de afgelopen maanden geregeld hebben. Wethouder Zwiers: Ik zit veel op de computer en ik wil op Google kijken, daar kom ik op terug. Ik heb u ook aangegeven dat ik naar mogelijkheden wil kijken, en daar kom ik ook op terug. Niet in de commissievergadering van deze week, want dat is te snel, maar in de volgende commissievergadering probeer ik duidelijkheid te geven. De voorzitter: Op welke termijn denkt u het antwoord te kunnen geven, wethouder?
20
De wethouder: In de vergadering van maart. Mevrouw Van Dijl: Ik zou dit graag voor de raad van februari willen hebben, zodat het voorstel dan in stemming gebracht kan worden en daarna nog kan worden uitgevoerd. Er zijn dan immers al twee maanden van 2005 voorbij.
25 Wethouder Zwiers: Het lijkt mij handiger om dit eerst via de commissie te laten lopen, want u wilt nu zonder iets in handen te hebben, dit in de raad behandelen. Ik zeg u op dit moment niet toe dat ik dat haal. Het lijkt mij niet en ik stel voor dit eerst in de commissie te behandelen.
30
Mevrouw Van Dijl: Mag ik de raadsleden dan vragen wie er bezwaar tegen heeft om dit voorstel rechtstreeks in de raad van 28 februari in te brengen? De voorzitter: Commissieleden van WDM, wat doet u met deze oproep?
35
40
45
50
Zie ik instemming? Ik zie instemming. Ik begrijp dat dit punt voor de komende raadsvergadering wordt geagendeerd. Aan de wethouder is dan de uitdaging om te kijken wat hij op korte termijn hiermee kan. Ik stel voor dat u met een evenwichtig voorstel komt. Daarmee is op dit moment op adequate wijze besloten over dit agendapunt. 10. Uitvoering motie inzake evaluatie WVG-beleid over de jaren 2001 tot en met 2003 en een beleidsanalyse/benchmark De heer Alderliesten: Zoals vermeld in het raadsstuk heeft de raad op 16 februari 2004 een motie van de SGP aangenomen over een evaluatie van het WVG-beleid over de jaren 2001 tot en met 2003 en een beleidsanalyse/benchmark te houden. Dit had al uitgevoerd moeten zijn. In de daaropvolgende commissievergadering WDM hebben wij via een A4’tje nogmaals alles uitgelegd en toegelicht. Voor de wethouder en de aanwezige ambtenaar was het duidelijk. Het tijdpad om dit te realiseren, december 2004, was haalbaar. Op 19 november hebben we de wethouder via een informele mail naar de stand van zaken gevraagd. Eind november antwoordde de wethouder dat het op zijn bureau lag en behandeld zou worden in de commissievergadering. Vol verbazing, verontwaardiging en ongeloof ontving ik de stukken voor de commissie van januari. Niets over de evaluatie WVG-beleid en beleidsanalyse/benchmark. Zelfs geen uitleg waarom dit onderwerp niet is geagendeerd.
1702
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
Ook zijn de stukken van februari ontvangen. Niets daarover. Wij zijn dan ook verontwaardigd dat de wethouder geen gehoor geeft aan het op tijd uitvoeren van een bijna raadsbreed aangenomen motie. Wij willen horen waarom er geen stukken zijn, wat er is gebeurd, hoe we er concreet voor staan, waarom de wethouder niets van zich heeft laten horen en wanneer de wethouder denkt ons de evaluatie en de beleidsanalyse/benchmark te doen toekomen. De fractie van de SGP is verbolgen over het feit dat een bijna raadsbrede motie waarin een tijdpad wordt genoemd, niet wordt uitgevoerd. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Alderliesten. Zijn er nog andere raadsleden in eerste termijn? Mevrouw Nooyen, gaat uw gang. Mevrouw Nooyen: Dank u wel voorzitter. De fractie van de PvdA kan zich voor een belangrijk deel vinden in het betoog van de heer Alderliesten. Toch wil ik ons eigen standpunt nog graag kenbaar maken. Op 3 maart 2004, in de commissie WDM, is na veel commotie en spraakverwarring door wethouder Zwiers toegezegd dat hij de motie over evaluatie WVG 2001 – 2003 en een analyse/benchmark zou uitvoeren. De eerste uitwerking van de motie voldeed niet aan de verwachtingen van de raad. In de motie is door de heer Alderliesten uitsluitsel gevraagd op of voor 20 december 2004. Wethouder Zwiers heeft dat ook toegezegd. Ook de fractie van de PvdA onderschrijft het belang van de evaluatie, en wacht met spanning op de uitkomsten hiervan. Bij het onderzoek van de heer Alderliesten blijkt dat de uitkomsten al in december 2004 op het bureau van de wethouder lagen. Waarom zijn deze niet op tijd doorgestuurd naar de commissieleden? Waarom zijn deze gegevens niet in de raad van december geagendeerd en waarom zijn ze nu nog steeds niet bekend gemaakt? Dank u wel. De voorzitter: Wie wil in eerste termijn nog reageren? Niemand? Dan is het woord aan wethouder Zwiers.
35
40
45
Wethouder Zwiers: Ik begrijp de onrust over het moment. Ik dacht ook dat wij er eerder over hadden gesproken en dat ik aan de heer Alderliesten schriftelijk had aangegeven op welk moment ik verwacht had dat de evaluatie en analyse er zouden zijn. Het enige wat ik kan zeggen is dat er door het onafhankelijk klanttevredenheidonderzoek enige vertraging is opgelopen in de evaluatie en de analyse. De evaluatie en analyse liggen klaar voor besluitvorming in het circuit. Het is nog niet bij u, maar het komt er aan. Het is inderdaad dan geen januari maar februari, en het komt in de raad van maart. Het verhaal over het klanttevredenheidonderzoek is ook wat later. Dat kunt u verwachten rond juni 2005. De geluiden die er nu zijn over niet op tijd leveren van gegevens om een juiste afweging als raad te kunnen maken, trek ik me aan. Ik ga ervan uit dat als we met elkaar afspraken maken, je ook moet leveren wat je afspreekt. Dat het een maand later wordt, heeft te maken met de zorgvuldigheid en met de vertraging die ik zojuist heb genoemd. Het rapport ligt er en gaat deze week het besluitvormingscircuit in. Tweede termijn
50 De heer Alderliesten: Jammer dat we dit nu pas horen en dat het niet eerder bekendgemaakt is. Schriftelijk heb ik niets vernomen. Alleen in de raadsvergadering van november 2004 heeft u kenbaar gemaakt dat dit op uw bureau lag. Dat het dan toch nog drie maanden duurt, vind ik onbegrijpelijk. Ik krijg het idee dat het in uw
1703
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
bureaula lag en dat u er niet naar keek. Het deed u kennelijk niets. Ik hoop er nu zo snel mogelijk kennis van te kunnen nemen. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Alderliesten. Mevrouw Nooyen, wilt u nog iets kwijt in tweede termijn?
10 Mevrouw Nooyen: Waarom komt de benchmark pas in juni? Waarom duurt dit nog een halfjaar? De voorzitter: Wethouder Zwiers, wilt u daarop reageren?
15
20
25
Wethouder Zwiers: Omdat het klanttevredenheidonderzoek tijd in beslag neemt. Dit wordt extern uitgevoerd en de gegevens komen pas in maart of april tot onze beschikking. Dan wordt het behandeld en daarna krijgt u de gegevens in de commissie. De voorzitter: Is er voldoende op gereageerd? Er is een aantal termijnen genoemd waar we de wethouder aan kunnen houden. Dank u wel voor uw inbreng. 11. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 287, om het Meerjarenontwikkelingsprogramma 2005-2010 “Ridderkerk, voortvarend” vast te stellen en aan te bieden aan de Stadsregio Rotterdam in het kader van ISV-II, “Vernieuwen en delen” De voorzitter: Voor ons ligt een tweede concept dat na vaststelling vanavond naar de regio kan. Het onderwerp is in de verschillende overleggen aan de orde geweest. Wie van u wil reageren?
30
35
40
45
50
De heer Meij: Het Meerjarenontwikkelingsprogramma 2005 –2010 bouwt voort op het eerste ontwikkelingsprogramma “Sterke wijken, vitale gemeente” van juni 2000. Veel ontwikkelingen die daarin omschreven zijn, zijn nog steeds actueel. Dat maakt nog eens duidelijk hoe moeilijk het is om bakens, waar nodig, te verzetten en minder gunstige ontwikkelingen om te buigen. Een paar voorbeelden. Het is nog steeds nodig om te differentiëren in woningbouw, bevolkingsopbouw en werkgelegenheid. Er is nog steeds sprake van selectieve migratie. En ook de sterkte-/ zwakteanalyse van 2000 lijkt erg veel op de sterkte-/zwakteanalyse 2005. Toch zijn er ook veel positieve ontwikkelingen te zien. Ridderkerk krijgt een vernieuwd centrum met als trekpleister een nieuw theater. Dat geeft Ridderkerk de noodzakelijke uitstraling. Ook het Vondelparck maakt duidelijk dat het slopen van huizen soms noodzakelijk is om tot iets moois te komen. Vooral die wolkenkrabber, in Ridderkerkse termen, vind ik persoonlijk erg mooi. Over de doelen die in deze notitie zijn beschreven, zijn wij het denk ik in de raad wel eens. Veel belangrijker is de vraag hoe we deze doelen willen bereiken. We zullen keuzes moeten maken; niet alles kan tegelijkertijd en ook niet alles kan bij het oude blijven. Belangrijke vragen hierbij zijn: -
“Willen we een dorpse uitstraling in Ridderkerk houden?” “Moeten we juist in de hoogte bouwen, om de schaarse grond beter te benutten?” “Moet Ridderkerk gaan nadenken over een andere inrichting van de verouderde bedrijfsterreinen, zoals Donkersloot?” “Willen we echt gaan samenwerken met de twee regio’s of willen we liever een eiland blijven?”
1704
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
Er is al een aantal keuzes gemaakt. Ridderkerk kiest – niet met zoveel woorden – voor het scenario van “stad in de regio”. Op het gebied van ruimtelijke ordening, woningbouw en vervoer is Ridderkerk meer afhankelijk geworden van Rotterdam en de Stadsregio. Dat kun je als Ridderkerker betreuren, maar het is “the fact of life”. Zorgelijk is wel dat de macht van de Stadsregio toeneemt. De speelruimte van onze Ridderkerkse wethouders is door de macht van de Stadsregio en Rotterdam beperkt. Toch zie ik dat wethouder Den Boef en wethouder Van Andel ondanks de beperkte ruimte, toch in staat zijn om succesvol te kunnen opereren. Samenwerking zoeken met andere gemeenten is daarvoor noodzakelijk, maar het is ook nuttig om in bepaalde kwesties een beetje eigenwijs te zijn en niet bang te zijn voor wethouder Pastors en de zijnen.
15 Ik vind de paragraaf over meer verantwoordelijkheid voor de burgers onduidelijk en vaag. Kreten als “volledige set van prestatievelden”, “zo hoog en laag mogelijk neerleggen”, “dikke en dunne constituties”, zijn managementkreten die weinig inspiratie geven.
20
Vergrijzing We moeten ons realiseren dat Ridderkerk vergrijst. Dat heeft consequenties voor de inspraakrondes die voor deze notitie zijn gehouden. Veel ouderen zoeken rust en veiligheid en willen veelal alles bij het oude laten. Als we alleen daar ons oor te luister leggen, komen we in een vicieuze cirkel terecht. Specifieke voorzieningen voor ouderen zoals woonzorg, lijken noodzakelijk.
25
30
35
Vrijwilligerswerk Het college ziet in vrijwilligerswerk de belangrijkste peiler voor de sociale samenhang. Maar het CDA maakt zich zorgen over de consequenties van de door dit kabinet geuite wens om langer door te werken. Hoe nodig dit mogelijk ook is, dit betekent ook dat vrijwilligerswerk in Ridderkerk moeilijker wordt. Er zijn veel ouderen in Ridderkerk die zich met vrijwilligerswerk bezighouden. Op welke wijze denkt het college het probleem dat hierdoor gaat ontstaan, op te lossen? Jeugdbeleid Het CDA ziet graag dat werk wordt gemaakt van brede scholen. Dit geeft jongeren de gelegenheid om na school zinvol en ontspannen bezig te zijn. Het moet wel duidelijk zijn dat brede scholen geen extra taak voor de school met zich meebrengen. De Praktijkschool plusvariant past uitstekend in de filosofie van de gemeente om een dekkende zorgstructuur te leveren. Intensieve samenwerking tussen school en maatschappelijk werk kan veel opleveren. Leerkrachten kunnen zich dan concentreren op hun eigenlijke werk.
40
45
50
Sport We kunnen mopperen op jongeren, we kunnen ze naar de hangplek verwijzen, maar we kunnen ze ook een uitdagend alternatief bieden. Sport. Ridderkerk zou een speerpunt van sport en recreatie moeten maken. Er is al een goede infrastructuur. Investeer in wijkgerichte sportvoorzieningen in plaats van hangplekken. Veiligheid Investeren in sociaal veiligheidsbeleid is belangrijk. Naast meer politie op straat kan de sociale veiligheid worden versterkt door de sociale samenhang in de wijken te versterken en jongeren meer mogelijkheden te bieden. Een effectieve of praktische maatregel is om jongeren te betrekken bij de veiligheid in bussen. Ik heb gemerkt dat buschauffeurs moeite hebben met bepaalde lijnen ’s morgens en ’s middags. De chauffeurs zien er soms tegenop om zo’n bus te rijden als ze weten dat ze om kwart voor drie naar Rotterdam moeten. Wat dan heel goed werkt, is om jongeren die in de bus zitten op te leiden om een eigen groep aan te sturen op goed gedrag. Zij kunnen daarvoor
1705
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
een premie krijgen of een gratis abonnement. Het zijn dit soort praktische zaken die erg inventief zijn en vaak goed werken. Je maakt gebruik van jongeren en hun kwaliteiten waardoor het vaak goed gaat. De prioriteiten voor het CDA zijn: - maak Ridderkerk aantrekkelijk voor jongeren en jongvolwassenen door te voorzien in betaalbare huurwoningen en goedkope koopwoningen; - neem jongeren serieus en maak werk van sport in plaats van hangplekken; - maak werk van de leefbaarheid in Ridderkerk door regionaal te blijven ijveren voor een 80 kilometermaatregel op de A15 en A16 in verband met de geluidsoverlast en luchtvervuiling; - maak werk van slimme oplossingen, plaats voorzieningen zoals HOED (huisartsen onder één dak) in hoogbouw of appartementen; - maak werk van de herstructurering van oude bedrijfsterreinen, zoals Donkersloot; - maak werk van hoogbouw waar dat kan, met name langs de rivieroevers met wandelpromenades voor voetgangers; - maak werk van recreatieve voorzieningen zoals de plannen met de …polder; - maak werk van de samenwerking in de beide regio’s. Voorzitter, wij realiseren ons dat het schrijven van zo’n visienota een enorme prestatie is. Ondanks de kritische kanttekeningen, vinden wij de nota een prima richtinggevend document. Dank u wel.
25 De voorzitter: Dank u wel mijnheer Meij. Het woord is aan de heer Den Ouden.
30
De heer Den Ouden: Dank u wel, vanuit deze positie kan ik makkelijk alles overzien. Het nadeel is dat het voor een deel langs de raadsleden heengaat – de linkerzijde-, of er zelfs overheen. Ik vind dit agendapunt zo belangrijk dat ik daarvoor graag naar het spreekgestoelte wil gaan om iedereen recht in de ogen te kunnen kijken. De heer Den Ouden gaat naar het katheder.
35
40
45
50
Voorzitter, de gemeente Ridderkerk is verantwoordelijk voor het beleid op het gebied van wonen, ruimte, milieu, groen en economische activiteiten. Om een integrale aanpak te bevorderen, zijn enkele jaren geleden bestaande subsidieregelingen van een aantal ministeries gebundeld. Ridderkerk heeft voor de periode 2000 - 2005 met succes een beroep gedaan op dat investeringsbudget stedelijke vernieuwing. Voor het overleg over de plannen was Ridderkerk toen aangewezen op de provincie Zuid-Holland. Voor de raadsvergadering van volgende maand staat waarschijnlijk de eindrapportage over deze periode op de agenda. Ik wil daar niet op vooruitlopen, maar op basis van de nota “Sterke wijken, vitale gemeente” is veel gerealiseerd. Volgens de verwachting zou er een vervolg komen onder de naam ISV2 en in dat kader is de nu voorliggende nota “Ridderkerk, voortvarend” opgesteld. Voorzitter, in deze nota is een opvallende beïnvloeding vanuit Rotterdam merkbaar. De burgemeester die een half jaar deze functie in Ridderkerk waarnam, heeft in zijn openbaar gemaakte bevindingen aangegeven dat de overheersende positie van Rotterdam in deze regio het ‘met de macht’ regelen van zaken tot gevolg heeft. In het wordingsproces van de nota die wij nu hier in Ridderkerk bespreken, is dat met overmacht invloed uitoefenen duidelijk aanwezig. Ik wil enkele situaties zelfs wel aanduiden met ‘arrogantie van macht’. Zo gaf de Rotterdamse wethouder Pastors in een nieuwsbrief van de Stadsregio Rotterdam een paar maanden geleden aan dat hij wil blijven poneren dat de buurgemeenten de
1706
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
Rotterdamse problemen moeten helpen verlichten en dat we met ons allen maar eens moeten wennen aan dat principe. En regiobestuurder Karssen verdedigt de Rotterdamse woonvisie waarvan de kern is dat Rotterdam zelf het aanbod aan duurdere woningen verdubbelt en de sociale sector gaat verminderen en dat de omliggende gemeenten daarom een groter aandeel in de sociale sector voor hun rekening moeten nemen. Voorzitter, laat er geen misverstand over bestaan dat de SGP vindt dat er in Ridderkerk voldoende woningen zouden moeten zijn om zo mogelijk al onze woningzoekenden van dienst te kunnen zijn. Daarbij is het goed om in gedachten te nemen dat onze Ridderkerkse woningcorporatie Woonvisie in het kader van het strategisch voorraadbeleid tot voor kort van mening was, of misschien nog wel is, dat de kernvoorraad woningen in de sociale sector de omvang van de aandachtsgroep overtreft. Volgens onderzoek is het aantal huishoudens in Ridderkerk dat in het kader van het Besluit beheer sociale huursector als aandachtsgroep aangemerkt moet worden, ongeveer 3000. Het aantal bereikbare woningen overtrof al dit aantal, maar zal op grond van de plannen van de Stadsregio zelfs moeten toenemen tot 6620. Zo’n relatief omvangrijke goedkope woningvoorraad heeft enerzijds een belangrijke sociale betekenis, maar anderzijds ook een aanzuigende werking op kansarmen (volgens pagina 5 RR2020). In combinatie met een aanzienlijke ophoging van het percentage woningen dat buiten de krant om aan “urgenten” uit de regio toegewezen gaat worden, ligt hier een belangrijke aanleiding van verstoring van het evenwicht. In plaats van het oplossen van de problemen van de kansarmen in de stad Rotterdam, worden ze verplaatst.
25
30
35
40
45
50
Voorzitter, ik wil nog even terug naar het begin van wat in de loop van ruim een jaar uitgegroeid is tot de nota ‘Ridderkerk, voortvarend’ Eind 2003 zag het ernaar uit dat het regiobestuur het budgethouderschap voor ISV2 naar zich toe wilde trekken. In de raadsvergadering van 15 december 2003 sprak het college daarover bezorgdheid uit. Ridderkerk had immers goede ervaringen met de provincie op dit terrein, terwijl binnen de Stadsregio Rotterdam zich juist ging roeren met plannen als ‘Rotterdam zet door’ waar het Stadsregiobestuur zich bij aansloot met de veelzeggende beleidsnotitie ‘Elk zijn deel’. In het verlengde daarvan heeft het Ridderkerkse college vorig jaar januari een beslispuntennotitie aan de raadscommissie Leefomgeving en Ruimtelijke ontwikkeling voorgelegd die vanwege de inhoud de instemming van de SGP kreeg. Een heldere uitspraak was toen dat Ridderkerk de beleidsrichting van de stadsregionale notitie ‘Elk zijn deel’ als een belemmering ziet in de voortgang van de stedelijke vernieuwing en herstructurering op basis van onze eigen nota ‘Sterke wijken, vitale gemeente’. Dat alles had te maken met het evenwicht tussen de sociale component en het aantrekken van kansarmen bij een relatief groot bestand aan zogenoemde bereikbare woningen. Ik citeer gemakshalve even uit het B en W-advies dat in de commissie van 13 januari vorig jaar aan de orde was: ‘Het gevaar overspoeld te worden door woningzoekenden van buiten Ridderkerk behoeft wellicht niet erg groot te zijn, tenzij (onderstreept) de woningzoekenden min of meer worden ‘gestuurd’. En die kant dreigt het natuurlijk in Rotterdam meer en meer op te gaan voor de categorie kansarme huishoudens” (einde citaat uit B en W-advies). Dit gevoelen van het college vond vorig jaar breed weerklank in de commissie LenR. Sterker nog, de heer Meij van het CDA maakte zich tot woordvoerder van velen toen hij nadrukkelijk vroeg feller en kritischer te reageren op de regioraad om te voorkomen dat het beeld ontstaat dat Ridderkerk instemt met dat regiobeleid. En nu staat er in het nieuwe Ridderkerkse Meerjarenontwikkelingsprogramma dat het oplossen van de grootsteedse problemen van Rotterdam bevorderd kan worden door te helpen, ook door Ridderkerk, met middelen waar de regio om verlegen zit. Zijn fracties in deze raad het eens met die koerswijzigingen die volgens bladzijde 15 van de nota ingegeven
1707
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
zijn door het beleid van anderen, lees Stadsregio en Rotterdam. De SGP is het in ieder geval niet eens met de koersverandering. Voorzitter, als gemeente met autonome bevoegdheden, moet je je toch wel erg veel laten welgevallen om voor wat regionale subsidie in aanmerking te komen, wat ook nog eens minder is dan in de vorige ISV-periode. Het doet toch treurig aan om in een brief van het college van B en W van Ridderkerk aan het dagelijks bestuur van de Stadsregio over het regionaal beleidskader stedelijke vernieuwing het volgende te lezen: “Ons wordt in ieder geval nog de mogelijkheid geboden om onze zienswijze te geven en daarvan maken we dan ook graag gebruik binnen de reikwijdte van onze mogelijkheden”. Vanuit deze nogal nederige positie maakt het college enkele kritische kanttekeningen bij de beperkte bestedingsmogelijkheden van het eventueel te verwerven budget. Verderop in de brief wordt dan weer wat krachtiger gesteld dat Ridderkerk zich niet kan en wil binden aan 40% sociale woningbouw. Dat was een brief van juni 2004. Ik heb een vraag aan het college. Heb ik het juist dat u nu wel wenst in te stemmen met deze 40% sociale woningbouw? En als dat zo is, is dat dan een echt vrije keuze, of speelt de subsidie de belangrijkste rol, of kan de Stadsregio zich van nog andere machtsmiddelen bedienen? Ik kom op die laatste gedachte, het is vooralsnog niet meer dan een gedachte, omdat ik in het rapport ‘Rotterdam zet door’ bij het actieprogramma over het aangescherpte volkshuisvestingsbeleid lees over sturing met concrete taakstellingen. En in dat verband gaat het dan ook over nieuwe huisvestingsovereenkomsten, waarbij in eerste instantie afspraken op basis van vrijwilligheid gesuggereerd worden, maar er direct achter staat, en dan gaat het me ook om het woordgebruik, ‘met als stok achter de deur een door de regioraad vast te stellen richtlijn’. In dit verband vindt de SGP trouwens dat het college voet bij stuk moet houden als het gaat over het niet invoeren door Ridderkerk van een statiegeldregeling in plaats van het heffen van een bedrag aan leges. En nu het toch over de huisvestingsrichtlijn gaat, is het meer dan curieus dat wat regiogemeentes ontzegd wordt, namelijk enige vorm van werende status, aan de stad Rotterdam juist als oplossingsrichting voor hun problemen aangereikt wordt (via de Rotterdamwet).
35
40
45
50
Voorzitter, het Meerjarenontwikkelingsprogramma voor de periode 2000-2005 was geënt op een analyse van sterke en zwakke punten. Als daar nog kansen en bedreigingen aan toegevoegd worden, ontstaat op grond van de beginletters van de overeenkomstige Engelse begrippen een SWOT-analyse. Voor het Meerjarenontwikkelingsprogramma voor de komende periode, 2005-2010 dus, is dezelfde SWOT-analyse toegevoegd. Hoewel…ook weer niet helemaal dezelfde. Er zijn, in ieder geval in de optiek van de SGP, enkele essentiële dingen weggelaten. Als belangrijk sterk punt werd altijd aangemerkt het dorpse karakter van Ridderkerk, en dat stond ook in de vorige SWOT-analyse. Nu is dit punt weggelaten, hoewel de waardering vanuit de Ridderkerkse samenleving voor het scenario “dorpen aan de rivier” het rechtvaardigt om dit sterke punt met stip te handhaven. Voorzitter, van het college zou ik graag horen waarom een tweetal bedreigingen die eerder wel in de SWOT-analyse opgenomen waren nu weggelaten zijn. Concreet werd eerder als bedreiging genoemd het ‘opgaan van de gemeente in een regionale miljoenenstad met versterking tweedeling, criminaliteit en verlies aan cohesie’. En een andere bedreiging die genoteerd stond, was de instroom van kansarmen. Voor de goede orde: dit zijn punten uit onze breed gewaardeerde nota ‘Sterke wijken, vitale gemeente’. Mijn vraag is dus waarom deze punten in de huidige versie van het Meerjarenontwikkelingsprogramma bewust zijn weggelaten. Zonder deugdelijke andere verklaring ontstaat het beeld dat dit niet past in een stadsregiovriendelijke versie van een Meerjarenontwikkelingsprogramma.
1708
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
Voorzitter, onder ‘werk en economie’ wordt ons even meegedeeld dat een tramplus het beste past bij Ridderkerk. Deze ongenuanceerde stellingname is volstrekt niet in overeenstemming met de motie die in de raadsvergadering van 14 juni 2004 raadsbrede steun verwierf. De uitkomst van de verkenningsstudie met deze ‘single-tramplus-optie’ beviel de raad juist niet. Daarom moest er een vervolgstudie komen, en daar wachten we nog op. Er kan dus volgens de SGP ook nog geen uitkomst in dit Meerjarenontwikkelingsprogramma afgedrukt worden. Zo is ook de stellingname dat nut en noodzaak van brede scholen wordt onderkend voorbarig. We zijn in de discussie immers nooit verder gekomen dan een verkenning. In een brief waaruit ik eerder in mijn bijdrage citeerde, had ook het college al aangegeven dat het regionale beleidskader heel sterk op woningbouw gericht is. In de paragraaf Nieuwe projecten is dit dan ook vrijwel het enige dat concreet en gekwantificeerd is ingevuld. Volgens de SGP wordt daarbij voor sommige locaties vooruitgelopen op de besluitvorming die voortvloeit uit de behandeling van de woningbouwlocaties. Ik doel dan op aard en aantal te bouwen woningen op die locaties. Voorzitter, de SGP heeft ook een lichtpuntje waargenomen. Moment stilte.
25
30
35
40
De voorzitter: Gaat u verder, mijnheer Den Ouden. De heer Den Ouden: We lazen dat de gemeente ernaar streeft om 20 woningen te realiseren in de sociale koopsector, die met een Maatschappelijk gebonden eigendomsconstructie met een corporatie ontwikkeld worden. Wij zien hier raakvlakken met de SGP-motie (nummer 38) waarin een raadsmeerderheid tijdens de begrotingsraad het college verzocht onderzoek te doen naar onder andere dit soort ondersteuningsarrangementen. Ik geef het college in overweging om beide zaken te combineren. Voorzitter, met het Meerjarenontwikkelingsprogramma “Ridderkerk, voortvarend” zou Ridderkerk een eigen koers bepaald hebben. Met een knipoog naar termen die eveneens aan de scheepvaart ontleend zijn, maak ik ervan “Ridderkerk, geënterd”; maar anders dan een roemruchte historische Nederlandse zeeheld zou doen, lijkt het erop dat Ridderkerk met deze nota de loopplank uitlegt voor de kapers die langszij gekomen zijn. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Den Ouden. Ik nodig de heer De Koning uit om zijn inbreng te leveren. De heer De Koning: Voorzitter, het zal geen betoog behoeven dat ik de raad vanaf het katheder wil toespreken, en ik hoef niet aan te geven wat ik daarmee bedoel.
45
50
55
"Ik vind dat Ridderkerk een dorp moet blijven. Ik werk in Rotterdam en vind het heerlijk om terug te keren naar een rustiger oord waar minder verkeer is met veel groen, waar kinderen kunnen spelen, waar je van je rust kunt genieten, elke woonwijk met een eigen identiteit. Geen razend verkeer, geen drukke tram of metrolijnen! Een dorp met een eigen karakter, waar je heerlijk kunt wandelen en fietsen. Laat Ridderkerk een rustig dorp blijven tussen twee grote steden als Dordrecht en Rotterdam." Dit was één van de reacties van Ridderkerkers op de oproep op onze site om zich uit te spreken over de vraag: Ridderkerk, dorp of stad. Deze reactie is kenmerkend voor een grote
1709
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
meerderheid. Zo'n 80% van de reacties kiest voor Ridderkerk als een woonplaats met dorpse trekken en dus niet voor Ridderkerk met stadse karaktertrekken. De voorgelezen reactie is een gemiddelde. Er zijn scherpere en minder scherpe commentaren. Maar de boodschap is duidelijk. De bijdrage van de VVD in de discussie over het Meerjarenprogramma is in belangrijke mate gebaseerd op wat wij in de Ridderkerkse samenleving hebben gehoord en ervaren. Via de enquête op onze site, in rechtstreekse contacten en spontaan binnengekomen reacties. Wij willen hier allereerst alle inwoners bedanken voor deze bijdragen. Het heeft de mening van de VVD mede vormgegeven. Samengevat komt het standpunt van de VVD over de toekomst van Ridderkerk neer op deze 10 punten. 1. Wellicht een open deur, maar toch: inwoners moeten zich veilig weten en veilig voelen in Ridderkerk. 2. De menselijke maat in onze Ridderkerkse samenleving behouden en bewaken. Goed beleid op het gebied van sport, welzijnswerk, vrijwilligers, et cetera is daarop gericht. Ridderkerk heeft een goede sociale cohesie en dat is heel veel waard. 3. Passende faciliteiten ontwikkelen voor jeugd en jongeren van diverse leeftijdsgroepen. Daarnaast ook passende faciliteiten ontwikkelen voor ouderen. 4. Verder gaan met het beleid van gedifferentieerde woningbouw. Gericht op de doorstroming in de woningmarkt. Woningen realiseren voor primair de Ridderkerkse behoefte, op de langere termijn. 5. Voortvarend zijn in hoogwaardige woningbouw, maar gematigd zijn over hoogbouw. 6. Verbetering van bedrijfslocaties, gericht op wat de markt daarvoor vraagt. Niet uitbreiden, maar wel moderniseren. 7. Ten minste handhaving van de kwaliteit en kwantiteit van de groenvoorzieningen. Uitbreiding van recreatiemogelijkheden met daarbij passende faciliteiten. 8. Goed oog houden voor de agrarische bedrijvigheid. Er ligt hier ook een verband met groenvoorzieningen, omdat het kan zorgen voor een open en landelijk karakter van het gebied. 9. Goed openbaar vervoer naar Rotterdam en naar Dordrecht. Dit in samenhang bezien. Naast de genoemde varianten tram en bus kijken naar de mogelijkheden van een magneetbus. Zo op het oog verenigt deze variant de voordelen van beiden. 10. Onderwijs richten op de Ridderkerkse bevolking én bedrijven. Zo creëert onderwijs werkgelegenheid. Individueel onderwijs moet worden ontwikkeld door middel van een Praktijkschool. Langs deze uitgangspunten hebben wij de nota 'Ridderkerk, voortvarend' gelegd.
45
50
Allereerst een woord van waardering voor alle inspanningen die tot de nota hebben geleid. Waardering voor met name het organiseren van informatiebijeenkomsten en andere communicatie met de inwoners. Er is geprobeerd veel meningen te krijgen van zoveel mogelijk inwoners. Prima werk! Een goed voorbeeld van interactief bestuur. In de nota zien wij enkele van onze uitgangspunten terug. Daarover wijden we nu niet meer uit. Maar er zijn ook verschillen, en daarover willen we het nu hebben. Dat gaat dan met name over de rol van de gemeente en over woningbouw en huisvesting, zoals ze in drie agendapunten deze vergadering aan de orde komen. In de nota wordt de rol van de gemeente beschreven “van regisseur naar partner”. De regierol wordt een zekere vrijblijvendheid toegedicht. Dat hangt er maar vanaf hoe je die rol
1710
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
invult. Een goede regisseur is sturend, soms leidinggevend, neemt verantwoordelijkheid en zet de lijnen uit. Gericht op het leveren van een goed resultaat waar het publiek graag naar kijkt. Een partner speelt mee in het stuk. Als deelnemer en dus minder maatgevend als het gaat om realiseren van beleid. Is dat de rol van de gemeente? De coach die zelf het veld oprent om mee te doen? En hoe ver reikt de bemoeienis dan? Wij vragen ons af of dat wel de rol van de overheid is. Het is tegengesteld aan de idee dat de gemeente zich niet direct als uitvoerder opstelt maar zorgt voor het faciliteren en creëren van kansen. Het is een paar decennia terug in de tijd gaan. Laat de spelers zelf de doelpunten maar maken. Daar zijn ze zeker goed genoeg in. De VVD vindt dat het beleid van de gemeente wordt gebaseerd op een stimulerende lokale overheid. Zo’n overheid bevordert democratisch burgerschap, prikkelt tot participatie, stimuleert tot respect en tolerantie. Dat activerende element betekent ook dat de gemeentelijke overheid minder centraal komt te staan en er meer ruimte komt voor de verantwoordelijkheid en initiatieven van anderen.
20
25
Dan het onderwerp woningbouw en huisvesting. Daartoe is het goed even terug te grijpen naar zijn voorganger. In de nota “Sterke wijken, vitale gemeente” stond onder meer dat kwalitatief goed wonen voor diverse doelgroepen wordt bereikt met het aanbrengen van meer differentiatie in de woningbouw. Dit uitgangspunt is nu verlaten. Wat is de oorzaak daarvan? Bepaalt de Ridderkerkse woningsituatie het beleid of gebeurt dat door de (gewijzigde) subsidiestromen?
30
35
Waarom wordt zo gemakkelijk achter de Stadsregio aan gelopen? Wat is erop tegen om eigen beleid te formuleren en dat als een gegeven bij de Stadsregio neer te leggen? Bij "Sterke wijken, vitale gemeente" kon dat wél. De keuzes op het gebied van woningbouw lijken te zijn opgelegd door de Stadsregio, zeg maar door Rotterdam. Wij zijn toch geen deelgemeente? Een zelfstandige gemeente maakt zelfstandige keuzes en kijkt daarna hoe dit kan worden ingepast in het samenwerkingsverband dat de Stadsregio is. Hier is het kennelijk andersom gegaan. Rotterdam heeft de toon gezet en wij worden geacht mee te zingen. Hoeveel gewicht leggen dit college en de vertegenwoordigers van deze raad eigenlijk in de schaal van de Stadsregio? Kijkend naar deze nota moet het antwoord zijn: zeer weinig.
40 Ridderkerk wordt overruled door Rotterdam onder het mom van de Stadsregio. Knap gespeeld van Rotterdam, maar nogal naïef van Ridderkerk.
45
50
En daarnaast nog dit. Gevraagd, of beter geëist, wordt nu door Rotterdam dat in Ridderkerk ten minste 40% van de nieuwbouw gebeurt in de sociale sector. Zo wordt Ridderkerk gedwongen dezelfde fout te maken die Rotterdam jaren geleden heeft gemaakt. Immers, daar werd jaren geleden ook veel in de sociale sector gebouwd, met alle problemen van dien. Problemen waarvan men nu zegt dat de randgemeenten ze moeten helpen oplossen omdat Rotterdam dat alleen niet meer kan. Aan Ridderkerk wordt nu opgelegd dezelfde fouten te maken als Rotterdam zelf destijds. Laten wij dat in Ridderkerk gebeuren? Willen wij een Beverwaard in Ridderkerk? En nog zo'n voorbeeld. In het persbericht van de Stadsregio over de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie 2020 staat dat "er teveel flats zijn en te weinig laagbouw is. De huidige
1711
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
sloop gaat veel te langzaam voor de groeiende behoefte". Hoe verhoudt zich dat tot het vertragen van sloop en het streven naar meer hoogbouw in Ridderkerk? De VVD vindt sommige keuzes in de nota kortetermijnpolitiek. De nota is bedoeld voor de periode tot 2010. Maar de keuzes die we nu maken, reiken veel verder. De VVD kiest primair voor de Ridderkerkse belangen en secundair voor de Stadsregio. We veronachtzamen de regiobelangen dus niet, maar we plaatsen ze wel in de juiste volgorde. Deze keuzes kunnen betekenen dat mensen soms gemakkelijker en soms moeilijker een voor hen passende woning of woningomgeving in Ridderkerk kunnen vinden. Dat is dan zo. Wie liever in een meer stedelijke omgeving woont, kan in de directe omgeving in ruime mate terecht. Wie liever in een minder stedelijke omgeving of zelfs dorpse omgeving wil wonen, kan in Ridderkerk volop terecht. Differentiatie op regionaal niveau! Ridderkerk, een dorp of een stad? De twee scenario's zijn natuurlijk zwart en wit. Dat is nodig om de juiste nuance te vinden. Daarvoor zijn de uitkomsten van de workshops belangrijk. Veel belangrijker dan de uitkomsten van beraadslagingen door bestuurders in de regio. Het valt op dat de keuze tussen de twee scenario's zo scherp ligt dat de voordelen voor het ene scenario de nadelen van het andere scenario zijn, en andersom. De uitkomsten van de workshops en de uitspraken van inwoners tijdens de informatiebijeenkomst schetsen in hoofdlijnen een beeld van een gemeente om in te wonen. Rust, groen, recreatie en onderwijs prevaleren. Direct daarna komen economische motieven als bedrijvigheid, werkgelegenheid en verbindingen. De VVD kiest, met de inwoners, voor een Ridderkerk als een verzameling wijken of dorpen. De positieve kanten wegen ruimschoots op tegen de nadelen. Er is in Ridderkerk duidelijk een sterke behoefte aan het huidige, min of meer kleinstedelijke karakter met duidelijke accenten per wijk. Dat moet dan dus zo blijven! Dat is nu juist de charme van Ridderkerk. Als een Ridderkerker naar het centrum gaat om boodschappen te doen, dan zegt hij vaak: "Ik ga naar het dorp". Wat de VVD betreft, blijft dat zo. De voorzitter: Dank u wel mijnheer De Koning. Het woord is aan de heer Van Houcke.
40
45
50
De heer Van Houcke: Voorzitter, er ligt volgens de fractie van D66/GL een goede notitie voor de toekomst van Ridderkerk van 2005 tot 2010. Bij de totstandkoming is er een goede start. De nota is in fasen goed opgebouwd en er is goed teruggekoppeld aan de Ridderkerkse gemeenschap. In de resultaten kunnen wij ons uitstekend vinden. Wij vinden het een goed richtinggevend document. Op enkele uitzonderingen na. Wij willen vanavond over drie zaken kritische opmerkingen maken. De eerste is het milieu waarover op pagina 26 ambitieuze stellingen worden betrokken. Hoe geduldig is papier als we terugdenken aan de algemene beschouwingen van november jongstleden en de vaststelling van het college dat de beleidsvelden milieu, water en verkeer door de bezuinigingen worden geraakt. Helaas komen wij in het programma wonen en leefomgeving 2005 bij de te bereiken effecten dan ook geen specifieke milieudoelstellingen tegen. In de nu voorliggende notitie lezen we wel stevige zinnen als “nieuwe ontwikkelingen bieden vaak kansen om de milieukwaliteit in gebieden fundamenteel te verbeteren”. Vorige week bleek al dat de milieuwethouder zich uiterst defensief opstelde. Wij vertrouwen er dan ook niet op dat stevige milieuteksten in de komende jaren tot stevig milieubeleid zullen leiden. Daarbij zullen wij het college steeds herinneren aan deze fraaie woorden.
1712
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
De tweede is het hoogbouwbeleid. D66/GL is voorstander van hoogbouw op plaatsen waar dit kan. Dat is volgens ons op veel plaatsen, maar niet overal. Volgens de notitie kan dat kennelijk wel. Naar aanleiding van de toezegging van de wethouder op onze ingetrokken motie over hoogbouwbeleid in onze gemeente wordt nu voor het eerst een poging gedaan beleid ten aanzien van de hoogte van bebouwing te formuleren. Beleid moet controleerbaar zijn. Deze tekst voldoet hieraan slechts ten dele omdat de opmerkingen zo algemeen zijn dat ze niet of slecht toetsbaar zijn. Wij vinden de betreffende tekst rommelig, onvolledig, en er ontbreekt een duidelijke lijn. Wat in elk geval ontbreekt, is een onderbouwde opgave waar staat dat hoogbouw niet gewenst is. Agendapunt 17 betreft het bezwaar van de heer Van der Lee tegen hoogbouw aan de rivier bij Slikkerveer. De aard van zijn bezwaren en zijn onderbouwing ervan tonen helder aan waarom transparant hoogbouwbeleid zo belangrijk is. Wij hebben op 27 september jongstleden – niet voor het eerst - gepleit voor, ik citeer: “Behoud, versterking en zo nodig rehabilitatie van de historische dijklinten, omdat we ook voor de regio een groene en aantrekkelijke gemeente willen zijn en blijven. Dit is reden te meer om zorgvuldig om te gaan met dominante bouwwerken op kwetsbare plaatsen.” Einde citaat. Op 10 november begroette de wethouder deze gedachte met instemming en zei zelfs er een goed gevoel bij te hebben. Dat verdraagt zich niet met de voorliggende uitspraak in het Meerjarenontwikkelingsprogramma waar nu wordt gemeld dat Rotterdamse hoogbouw langs de rivier kansen biedt hoogbouw voort te zetten tot aan Slikkerveer. Versterkt dit hoogbouwbeleid de ruimtelijke kwaliteit van het dorp aan de rivier? Heeft u wel eens bedacht hoe dit er vanaf de rivier uitziet? Of hoe het rustieke polder en molenlandschap aan de overzijde van de rivier hierdoor wordt verpest? Voorzitter, dergelijke overwegingen kunnen bouwstenen zijn voor een ruimtelijke onderbouwing voor standpunten waar ze ontbreken. Helaas, als dit het standpunt is voor het intrekken van onze motie over hoogbouwbeleid tijdens de algemene beschouwingen, zullen wij ons de volgende keer wel drie keer bedenken bij een toezegging van de wethouder. Wij roepen daarom de wethouder op om alsnog op basis van een wat beter uitgewerkte notitie een discussie over hoogbouwbeleid met de raad aan te gaan. Wij zullen anders niet instemmen met de paragraaf hoogbouw in het voorliggende Meerjarenontwikkelingsprogramma 2005 – 2010. Het derde punt is woningbouw voor starters. Op bladzijde 25 staat het geformuleerde beleid in een notendop. Ik citeer: “De jonge starters vormen dus eveneens een aandachtsgroep, maar zullen voor een groot deel indirect geholpen moeten worden langs de weg van de doorstroming.” Einde citaat. D66/GL is voorstander van het doorstroombeleid. Maar het alleen zaligmakende karakter ervan is het recept voor voortgaande ontgroening en vergrijzing van Ridderkerk. De geliberaliseerde bouwmarkt bouwt bijna alleen voor de lucratieve sector, en dat zijn niet de starters. Jonge Ridderkerkers: op dus naar Hendrik-Ido-Ambacht, Carnisselanden-Portland of naar Noord-Brabant, zolang de woningmarkt hier op slot zit. Als de wethouder aangeeft dat gebouwd moet worden voor de doorstroming, kan de fractie van D66/GL niet anders dan constateren dat op een enkele gelukkige uitzondering na, veel Ridderkerkse starters in de kou blijven staan tot de doorstroming eindelijk effect zal hebben, en dat is in elk geval niet op korte termijn. Voorzitter, na deze kritische noten willen wij instemmen met de algemene richting die in de notitie tot 2010 wordt aangegeven, maar maken een voorlopig voorbehoud over het hoogbouwbeleid en het woningbouwbeleid voor starters. In het licht van de bijdragen van de fracties hiervoor, heb ik de behoefte iets toe te voegen. Er is iets gezegd over Rotterdam. En ik denk dat dat terecht is. De arrogantie van Rotterdam nemen wij
1713
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
waar en dat is geen gezichtsbedrog, zo lijkt mij. Toch is hier de vraag of er sprake is van arrogantie. De vraag is of de vragen die men in het Rotterdamse opwerpt, correct zijn. Wij denken dat de opgeworpen vragen juist zijn. Wij denken ook niet dat je kunt stellen dat wij geen deel daarvan zijn. Ik heb dit eerder gezegd en wil het nog eens doen. Het idee dat je hier in een aparte gemeente en aparte gemeenschap zit en geen deel bent van de problematiek in deze regio en daar geen voordelen van plukt is, denk ik, oogkleppenpolitiek. We zijn er een deel van. Het is niet zo dat we een grote stad zijn met een aantal dorpen. Wij zijn deel van een groot stedelijk netwerk. Ontwikkelingen daarin zijn naar onze stellige overtuiging niet tegen te houden, hooguit iets bij te sturen. De heer Den Ouden had het over verruiming van de sociale sector en dat daar een aanzuigende werking vanuit gaat voor kansarmen. Alsof het melaatsen zijn! Kansarmen en hoogopgeleiden hebben niet zoveel met elkaar te maken. Uit onderzoek is allang gebleken dat een hoge opleiding of het milieu waar men vandaan komt, maar weinig relatie heeft met dat wat wij kansrijk noemen. En dat betekent dat als we het hier over kansarmen hebben, het net zo goed studenten zouden kunnen zijn. Of mensen die binnen korte tijd in staat zijn om door te groeien tot zeer belangrijke, gewaardeerde mensen in onze samenleving. Die opmerking wilde ik toch maken. De heer Den Ouden bij interruptie: Ik heb lang geaarzeld of ik die passage zou opnemen, omdat wij in Ridderkerk waarnemen dat een groot aantal woningen valt onder de sociale sector. Ik heb die zinsnede ontleend aan een document dat wij volgende week in de commissie L en R bespreken. Het gaat om een evenwicht tussen enerzijds het sociale aspect en anderzijds het aantrekken van kansarmen. Als vanuit die omgeving dit zo gesteld wordt, durf ik het wel over te nemen om duidelijk te maken wat wij met dat evenwicht bedoelen. Dit heeft niets met melaatsheid of zo te maken.
30 De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Den Ouden. Was u aan het einde van uw betoog, mijnheer Van Houcke? Dan ga ik naar de heer Neuschwander. Gaat uw gang.
35
40
45
50
De heer Neuschwander: Voorzitter, vanavond behandelen we de nota "Ridderkerk, voortvarend", het Meerjarenontwikkelingsplan voor de periode 2005-2010. Een plan dat aansluit op de vorige nota "Sterke wijken, vitale gemeente" die gold voor de periode 2000-2005. Dat aansluiten geldt overigens alleen voor de tijdsperiode, want de koers die Ridderkerk 5 jaar geleden heeft ingezet, gaat op een aantal terreinen toch drastisch om. En dat brengt ons op een aantal kritiekpunten. Waar wij moeite mee hebben voorzitter, zijn teksten uit de nota zoals: "Ridderkerk heeft een eigen koers bepaald." (ambtelijk advies); "Slimme oplossingen en combinaties worden gebruikt om het ruimtebeslag terug te brengen." Wij vragen ons namelijk af in hoeverre dit een eigen koers is. Die slimme oplossingen en combinaties waarover wordt gesproken in het kader van het ruimtebeslag hebben we helemaal niet nodig als we ons aan de bandbreedte houden uit de notitie Woningbouwlocaties. Dan doelen wij natuurlijk op de locatie langs de Prunuslaan. Ook met het begrip "partnerschap" - de relatie StadsregioIGemeente Ridderkerk hebben wij moeite. We gaven dit al aan in de commissie. Een partnerschap waarbij het uitgangspunt is dat er een geldstroom op gang komt wanneer de ene "partner" voldoet aan de eisen van de andere partner, vinden wij niet echt gelijkwaardig. Wij zien de huidige zogenaamde partners als
1714
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
twee partijen, waarbij de regiorol in handen van de Stadsregio is. In eerdere voortgangsrapportages - zoals bijvoorbeeld de raadsvergadering van 24 november 2003 - spraken wij nog over de nota ‘Sterke wijken, vitale gemeente’ als basis voor het beleid van 2005 - 2010. Wij vragen ons na bestudering van de nota ernstig af of dat nu nog wel het geval is. Een goed voorbeeld hiervan is de locatie aan de Prunuslaan.
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Woningbouwlocatie Prunuslaan Voorzitter, bij het vaststellen van de woningbouwlocaties hebben we bandbreedtes vastgesteld van het aantal te bouwen woningen. Bij deze locatie zou het gaan om circa 50 woningen in ongeveer zes woonlagen. Bij de bespreking van deze nota hebben wij aangegeven dat wij er zeer veel waarde aan hechten dat de plannen in samenspraak met de omwonenden worden ontwikkeld. Wij kunnen ons derhalve goed de reactie van de omwonen voorstellen als er nu informeel wordt gesproken over minimaal 80 woningen in een woontoren van 14 hoog. Als je dan in dat kader spreekt over "wijkgericht" werken - waar de nota vol van staat - dan vraag je je af of dat doel wel bereikt wordt. Omwonenden spreken zelfs al over het nemen van juridische stappen. Volgens ons is dan het station van betrekken van bewoners bij je plannen al ver gepasseerd. Voorzitter, de nota ‘Ridderkerk, voortvarend’ bevat hoge ambities. In onze ogen met veel nadruk op de ambities van de Stadsregio. Alhoewel ook wij onze verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan, willen wij het college ervoor waarschuwen dat de Ridderkerkse uitgangspunten die vastgesteld zijn voor de periode 2000 - 2005 niet uit het oog verloren moeten worden. Deze feiten en argumenten zijn immers bij het opstellen van de nota ook niet uit de lucht komen vallen. Voorzitter, we waren goed op weg en wat is opgebouwd, moet je beschermen. Eén van de resultaten die je pas gaat meten op lange termijn is bijvoorbeeld de doorstroming. Dat geldt ook voor het uitgangspunt "kwalitatief goed en duurzaam wonen". Het feit dat de koers op het gebied van huur- en koopwoningen wordt omgegooid, mag niet betekenen dat er wordt ingeboet op de kwaliteit. Projecten die worden ontwikkeld moeten kunnen inspelen op een langetermijnbehoefte, waarbij duurzaamheid het uitgangspunt is. Daar hecht onze fractie veel waarde aan. Voorzitter, ook in deze nota komt het begrip "gedifferentieerd bouwen" terug. Bouwen voor alle doelgroepen: senioren, minder draagkrachtige burgers, starters, grote gezinnen, jongeren et cetera is een prima uitgangspunt. Dit steunen wij nog steeds. Vooruitlopend op het convenant tussen de Stadsregio en Woonvisie willen wij onze complimenten uitspreken voor de manier waarop de nieuw te bouwen voorraad woningen die Woonvisie voor zijn rekening neemt, wederom aan deze eisen voldoet. Leefbaar Ridderkerk hecht er veel waarde aan dat bij allerlei nieuwe projecten en locaties voortdurend gekeken wordt naar een zo optimaal mogelijk mix van koop, huur, starters, seniorenwoningen. Met andere woorden: woningen op maat! Daarbij is het belangrijk hier op voorhand al rekening mee te houden. Dat is de uitdaging waar wij het in de commissie met de wethouder over hadden. Die uitdaging vinden we heel duidelijk bij de projecten van Woonvisie terug. Dan nog een aantal zaken inhoudelijk over de nota. Voorzitter, tijdens de commissievergadering werd het al door een aantal partijen naar voren gebracht, dat was de zogenaamde bedreiging van selectieve migratie. Het wegtrekken van
1715
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
jongeren en jonge gezinnen door een tekort aan Vinexlocaties binnen Ridderkerk, waardoor de vergrijzing verder toeneemt. In onze ogen is deze bedreiging nog steeds aanwezig en wij lezen in de nota ‘Ridderkerk, voortvarend’ niet hoe u daarmee omgaat. Sterker nog, het uitgangspunt is een evenwichtige en gedifferentieerde bevolkingssamenstelling. Voorzitter, wat doet de wethouder om deze groep jongeren en jonge gezinnen in Ridderkerk te houden? Graag vernemen wij uw reactie hierop. Voorzitter, nog een opmerking over de relatie tussen het groen en de hoogbouw. De discussie over de hoogbouw is nog niet gevoerd. Die gaan wij graag aan. Wel willen wij hier duidelijk stellen dat onze fractie op dit moment geen voorstander is van hoogbouw. Vooralsnog is dit voor ons meer uitzondering dan regel. Het standpunt dat hoogbouw een slimme oplossing zou zijn om het groen te behouden, delen wij niet. Dat geldt overigens ook voor de HOV-verbinding. Wij wachten nog op de onderzoeksresultaten van de Stadsregio en vinden het voorbarig om te concluderen dat ook deze race binnen Ridderkerk al gelopen is. Wij als fractie van LR willen ook hierover duidelijkheid verschaffen. Voor ons staat nog niet vast dat de Tramplus er komt en liggen alle opties nog open. Tot zover de eerste termijn. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Neuschwander. Het woord is aan de heer Van den Berg. De heer Van den Berg: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. In grote lijnen kan de fractie van de PvdA instemmen met de uitgangspunten van dit Meerjarenontwikkelingsprogramma. De nota lijkt goed aan te sluiten bij de nota ‘Sterke wijken, vitale gemeente’. De sterkte van de groene en recreatieve functie, een gedifferentieerde woningbouw met een accent op de sociale woningbouw, spreekt ons aan. Ook het versterken van sociale samenhang via de wijkontwikkeling is voor onze partij een ontwikkeling die wij van harte steunen. Deze sociale component zal in met name de uitwerking van de plannen nog nadere aandacht moeten krijgen, waarbij waar mogelijk uitbreiden en versterken van het verenigingsleven en met name het vrijwilligerswerk voor ons van het grootste belang zijn. Toch enkele vragen en opmerkingen, voorzitter. Een aantal is wellicht al eerder gemaakt. Jonge starters vormen wel een aandachtsgroep, maar zullen in vele gevallen geholpen moeten worden via doorstroming. De heer Van Houcke heeft het ook genoemd. Dit lijkt ons een onzekere factor en wij pleiten ervoor om waar mogelijk meer woningen direct voor deze categorie te bestemmen. Dit komt ook tegemoet aan het in de nota genoemde tegengaan van de vergrijzing. Dat klinkt op mijn leeftijd wel wat voortvarend, moet ik zeggen. Maar het staat er echt. Ik weet niet of ik mij persoonlijk zorgen moet gaan maken, maar als ik zo rondkijk, zijn er dan wel meer mensen in deze raad. Ik zou liever spreken over vergroening of verjonging. Voor de bouwlocatie Leklaan is 5% van het ISV-budget gereserveerd voor sociale koopwoningen in maatschappelijk gebonden eigendom. Ook dit is eerder genoemd. Deze woningen worden gebouwd door een projectontwikkelaar. Kan de wethouder bevestigen dat deze woningen bij verkoop na tien jaar naar de Woningbouwcorporatie gaan? Of is dat een andere constructie? Ik kan mij dat niet helemaal voorstellen. Om Ridderkerk groen te houden en om aan de vraag naar meer woningen te voldoen, heeft de PvdA-fractie zich al eerder uitgesproken. Wij zouden dan liever kiezen voor meer hoogbouw, maar dan op plekken waar dat mogelijk is. Het hier genoemde hoogbouwbeleid kennen wij niet en wij zien dat graag op korte termijn tegemoet. Het nu al, zij het voorzichtig, uitspreken van een voorkeur voor de Tramplusvariant van de HOV-
1716
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
45
verbinding gaat onze fractie op dit moment veel te ver. Graag een reactie van de wethouder hierop. Of de voortvarendheid, de grote daadkracht en het tempo die uit dit plan spreken, kunnen worden waargemaakt, zal afhankelijk zijn van de uitwerking van de verschillende plannen. Wij zullen dat als PvdA zeer nauwlettend blijven volgen. Zoals in het stuk ook is gesteld, is een goed communicatieplan van het grootste belang. Dat ondersteunen wij, maar het plan zal niet eerder dan eind januari 2005 het licht zien. Is dat plan reeds geboren? Zo niet, wanneer kunnen wij dit verwachten? Wij willen onze waardering uitspreken over de wijze van totstandkoming van dit plan. Hulde daarvoor! Ik wil nog een opmerking maken tegenover de eerdere sprekers, als het over Rotterdam gaat. Ik heb me daar in september 2004 nogal duidelijk over uitgesproken. Ik wilde het er nu maar bij houden dat ik volledig onderschrijf wat de heer Van Houcke zojuist daarover heeft opgemerkt. Onze fractie onderschrijft die opmerkingen volledig. Als ik de heer De Koning hoor over “een Beverwaard” in Ridderkerk, dan haal ik dat absoluut niet uit het voorliggende plan. Onze positie ten opzichte van Rotterdam is door de heer Van Houcke prima verwoord. Dank u wel, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van den Berg. Mijnheer Plaisier, u sluit de rij in eerste termijn. Gaat uw gang. De heer Plaisier: Mevrouw de voorzitter, naast instemming met veel concrete uitwerkingen die genoemd worden in het aan de orde zijnde Meerjarenontwikkelingsprogramma heeft de fractie van de CU ook kritiek op de tekst die uitmondt in die uitwerking. De Stadsregio werkt aan een goed bereikbare regio met een sterke concurrentiepositie en een aantrekkelijk leef-, woon- en vestigingsklimaat. De Stadsregio versterkt daartoe de economische, ruimtelijke en sociale samenhang van de regio. Aldus de missie die we lezen op de website van de Stadsregio Rotterdam. Ridderkerk draagt daadwerkelijk aan deze doelstellingen bij met bedrijfsbestemmingen voor Cornelisland en Bolnes-Zuid en een moderniseringsbeleid voor bestaande bedrijfsterreinen; door de herbestemming van landbouwgebied voor regionale recreatie; door de woningbouw aan de rivieroevers. Eerst even een vraag terzijde, aansluitend bij dit onderdeel: Is het inmiddels staand beleid dat de ruimte van Ridderster Reijerwaard verdeeld moet gaan worden tussen glastuinbouw en gewone bedrijven? Dit hebben wij in een webbijlage van het Regiojournaal gelezen. Aan het versterken van de sociale samenhang draagt Ridderkerk bij door het op peil houden c.q. brengen van de omvang van het bestand bereikbare woningen. Op de regionale bereikbaarheid van Ridderkerk door middel van openbaar vervoer wordt gestudeerd. Daarover straks meer. Belangrijk is ten slotte het aandacht blijven vragen van de regionale en landelijke autoriteiten voor de realisatie van veilige recreatieve verbindingszones tussen woonwijken en naar grotere recreatiegebieden.
50 Voorzitter, de fractie van de CU reageert ingehouden instemmend, als er een voorzichtige en beheerste poging gedaan wordt, om de oren en ogen niet helemaal te sluiten voor de regionale problematiek van onevenwichtigheden in de samenlevingsopbouw. Solidariteit heeft zijn grenzen, maar die liggen wat ons betreft niet altijd exact langs de lijnen van ons
1717
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
45
dorp. We vinden de nota hier en daar behoorlijk vaag en weinig visionair. We zouden wel eens willen weten of een gewone Ridderkerker iets begrijpt van de sociologisch getinte zinnen die zich aaneenrijgen in de diverse hoofdstukken en paragrafen. Het begint al goed in de inleiding op bladzijde 5 waarin vermeld wordt dat dit programma voortbouwt op het vorige, maar, ik citeer: "Op een paar belangrijke punten zijn er echter ook bakens verzet. Dit is de uitkomst van een proces van visieontwikkeling dat voorafging aan het uitlijnen van de concrete ontwikkelingsprojecten." Einde citaat. Zou het niet veel begrijpelijker zijn als er gewoon zou staan: Ridderkerk heeft ervoor gekozen gehoor te geven aan de druk van Rijk, regio en Rotterdam, en daarom zijn er in het woningbouwprogramma enkele wijzigingen opgetreden. Als we dan vervolgens ook nog kort uitleggen waarom we besloten hebben aan die druk toe te geven, dan is het verhaal duidelijk. De sterkte-/zwakteanalyse die, om het lokale huiswerk tot een voldoende op te krikken, in de haast ingevoegd is, vinden wij niet echt sterk, zeker niet als u beweert dat deze analyse gebaseerd is op die uit de nota ‘Sterke wijken, vitale gemeente’. Ineens zijn we volgens uw opsomming namelijk niet meer bevreesd voor een selectief migratieproces en voor een toenemende eenzijdigheid van de bevolkingssamenstelling in sommige wijken. De benoeming van die bedreiging past gezien de ontstaansgrond van dit programma uiteraard niet in dit verhaal, maar stond wel in het vorige meerjarenprogramma. Een verklaring zou wel op zijn plaats geweest zijn. Nee, de grootste bedreiging is nu het verhogen van de druk op organisaties en mantelzorg door de verantwoordelijkheid lager te leggen. Deze bedreiging zou je volgens uw eigen suggestie ook als een uitdaging kunnen oppakken en de uitgangspositie ziet er volgens de analyse goed uit, want ten opzichte van het vorige programma hebben we ineens een sterke sociale cohesie als sterk punt opgevoerd. Wij twijfelen ten zeerste aan dit gegeven. Dat we zo'n jaloersmakende sterke sociale cohesie zouden hebben zou mooi meegenomen zijn, maar waarom dan als laatste punt van de Ridderkerkse aanpak op pagina 20 gezegd wordt dat we voortvarend zijn in het werken aan een kwalitatief sterke sociale structuur van Ridderkerk, is ons een raadsel. Het noemen van het sterke punt dat Ridderkerk een relatief veilige gemeente is, vinden wij niet slim. Die constatering wordt namelijk altijd door anderen over ons gedaan en is dan de opmaat naar de mededeling dat er hier minder politie nodig is. Het is middels dierproeven bewezen dat het erg onhandig is om de kat op het spek te binden. Schrijven om het schrijven is een gedachte die heel vaak bij ons opkwam tijdens het lezen. Bijvoorbeeld op bladzijde 17 waar het over wonen gaat. We lezen dan het citaat: "Het woningbeleid zal afgestemd worden op die groepen die nu ondervertegenwoordigd zijn in de bevolking zoals jongeren, gezinnen en hogere inkomens. Ook seniorenwoningen die de doorstroming op gang moeten brengen, zullen worden gebouwd." Einde citaat. Kunt u uitleggen waar dan niét op afgestemd wordt. Overbodige zin dus, want op basis van die zin kan ik alleen maar lagere inkomens bedenken als zijnde niet een doelgroep en laten we dáár nu juist een inspanningsverplichting voor moeten verrichten.
50 Dan komt er bij werk en economie op bladzijde 18 een ontboezeming die echt nergens op slaat, als het gaat om de keuze tussen "tramplus" of "busplus". Citaat: "De keuze voor een tramplus past het beste bij de ambitie om een meer gedifferentieerde bevolkingssamenstelling te verkrijgen en zakelijke dienstverlening te
1718
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
verleiden zich in Ridderkerk te vestigen." Einde citaat. Alsof het iémand iets uitmaakt waarin hij vervoerd wordt, als het maar snel is. Wilt u nog even uitleggen wat er op bladzijde 26 onder het kopje "Groen" met: "Jongeren krijgen geschikte gebruiksruimten in de groenzones" bedoeld wordt?
10
15
Als laatste hebben wij nog een vraag over de status van het agendapunt: als de raad akkoord gaat met dit Meerjarenontwikkelingsprogramma, gaat hij dan ook akkoord met de bijlage 7.3 na pagina 32? Twee daar genoemde projecten worden wel érg voortvarend ter hand genomen. Over Oostendam ligt er volgens ons de uitspraak dat daar pas iets over gezegd wordt na een studie in het kader van het wijkontwikkelingsplan, en over de Margrietstraat is men volgens onze gegevens nog lang niet aan planvorming toe. Beide genoemde projecten zouden wij graag in een voetnoot met deze opmerkingen gerelativeerd zien. Dank u wel.
20
De voorzitter: Dank u wel mijnheer Plaisier. Ik bedank de diverse fracties voor de complimenten voor de opstellers van dit stuk. De complimenten zullen worden overgebracht. Het lijkt mij goed dat ik voor de beantwoording aan de verschillende fracties eerst het woord geef aan wethouder Den Boef.
25
Wethouder Den Boef: Voorzitter, dank u wel. Ik ga er ook maar even bij staan omdat dit een belangrijk stuk is voor onze gemeente. Dit rechtvaardigt het feit dat ik ga staan. Bovendien kan ik daarbij ook iedereen aankijken. Wij zijn met deze nota in de regio al ongeveer een jaar bezig. Er zijn allerlei vergaderingen geweest in regionaal verband. Als ik de zorgen hoor van de diverse sprekers, kan ik u meedelen, dat mij in het begin ook de schrik om het hart sloeg en ik wel heb gedacht: “wat gaat hier gebeuren?” Wordt Ridderkerk uitverkocht, wordt het opgeslokt? Ik heb vanavond ook woorden gehoord als kapers en enters. Gaandeweg het proces heb ik ontdekt dat het toch anders is. Niet dat het meevalt, maar het is anders. Er is ons door de regio gevraagd om een steentje bij te dragen aan de stedelijke problematiek. Daar hebben wij zo zorgvuldig mogelijk naar gekeken. Wij hebben ons afgevraagd wat we konden doen. Er is een percentage genoemd van 40 voor sociale woningbouw en in onze gemeente hebben wij bekeken of dat haalbaar is. Wij hebben voortdurend in regioverband aangegeven dat dit in onze gemeente met zoveel te herstructureren moeilijke locaties eigenlijk onhaalbaar is. Denk aan de moeilijke locaties aan de rivier, die eerst gesaneerd moeten worden. Uiteindelijk is daar toch een percentage van 40 uitgekomen. Maar dan wel op de manier die bij Ridderkerk hoort, zeg maar “de Ridderkerkse maat”. Wij gaan die 40% halen doordat wij inderdaad sociale woningen gaan bouwen, maar ook door een aantal woningen in de huurverlaging te brengen, zodat die ook bij de 40% gaan horen. In aantallen is dat als volgt. Er worden in de komende vijf jaar 1600 woningen gebouwd. Daarvan horen er 450 tot de 40%. Van dit aantal worden 200 woningen toegevoegd door huurverlaging. Het wordt dus toch anders dan door de heer Den Ouden wordt voorgesteld. Als u de stukken zelf goed gelezen had, had u dit ook zelf gelezen, denk ik.
30
35
40
45
50
Woonvisie gaat voor minimaal 4000 bereikbare woningen. De regionale bereikbaarheidsgrens is verlaten. Er is nu een landelijke bereikbaarheidsgrens. We komen op een getal van 6620 wat het eindpunt over vijf jaar is. Daar gaan we voor en dat lijkt mij goed omdat ook in deze gemeente bereikbare woningen erg belangrijk zijn. Ik hoorde de heer De Koning praten over het verlaten van de visie van Ridderkerk en het overrulen
1719
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
door de regio. Dat wil ik bestrijden. Wij hebben er juist voor geknokt om Ridderkerk te houden zoals het is. Wij gaan naar het dorp, zal het ook in de toekomst nog steeds klinken. Ook met deze plannen. Een aantal sprekers sprak zich uit voor woningbouw voor starters en het indirect helpen van de starters. Ik denk dat als je de doorstroming een slechte dienst wilt bewijzen, je alleen voor starters zou moeten bouwen. Dan zit het echt helemaal op slot. En natuurlijk weet ik dat je voor ieder project moet kijken naar mogelijkheden voor starters. Waar mogelijk zullen we kijken waar we voor starters kunnen bouwen. Maar juist die doorstroming krijgen we op gang door voortvarend te gaan bouwen.
15
20
25
30
35
40
De locatie Prunuslaan is genoemd. Er ligt aan deze locatie een raadsbesluit ten grondslag met een bandbreedte tot 80. Er zijn nog steeds geen plannen. We moeten kijken hoe we een en ander inbouwen. Als er plannen zijn, zullen we die met de omgeving bespreken. Op de vraag van de heer Van den Berg over woningen aan de Leklaan die binnen tien jaar verlaten worden en dan teruggaan naar Woonvisie, kan ik bevestigend antwoorden. De heer Plaisier vroeg naar Nieuw-Reijerwaard. U heeft het goed gezien. In deze regio wordt ieder stukje grond betwist. Naar Reijerwaard is ook weer gekeken. Wij gaan er als gemeente van uit dat het glastuinbouw wordt. Zoals u weet gaat het allemaal erg moeizaam door de verwerving. Er is door regio Rotterdam gevraagd om een deel van dat gebied voor industrie te gebruiken, maar vooralsnog gaan wij ervan uit dat het glastuinbouw zal worden. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel wethouder Den Boef. Er is een aantal vragen voor de overige collegeleden gesteld. Mag ik de heer Van Andel uitnodigen te reageren? Wethouder Van Andel: Dank u wel voorzitter. Als eerste wil ik reageren op de opmerkingen van de heren Den Ouden en Van den Berg over de Tramplus-variant. Zoals u weet is er als gevolg van de door u ingediende motie een nieuwe verkenningsstudie gemaakt. De eerste was gemaakt door ambtenaren van de dienst Stedenbouw en volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam. Om alle schijn van partijdigheid te voorkomen, is de tweede studie, die inmiddels gereed is, uitgevoerd door een onafhankelijk bureau, Goudappel en Coffeng uit Deventer. Hetzelfde bureau heeft in het verleden in Ridderkerk het Verkeersplan 1995 opgesteld. Die nieuwe studie doet recht aan het feit dat de raad heeft aangegeven iets te kiezen te willen hebben, ook nadat de metrovariant door de minister is geschrapt. Dat is nog steeds het geval. Ook in de nieuwe verkenningsstudie wordt een aanbeveling gedaan en een conclusie getrokken. Die luidt dat de Tramplus de voorkeur dient te krijgen als er werkelijk een kwaliteitsimpuls gewenst is. Er wordt dus geen keuze gemaakt, maar er wordt een aanbeveling gedaan op basis van de gegevens uit het rapport. Daar komen wij in de commissie en de raad op terug.
45
50
Over het milieu had ik niet het idee dat de heer Van Houcke van mij een specifieke reactie verwachtte. Ik kan die wel geven. Het verschil van opvatting tussen ons is niet zo groot. Wij dragen het milieu een warm hart toe, maar er worden keuzes gemaakt. Daarbinnen proberen wij de belangen op het gebied van milieu zo goed mogelijk te behartigen. Als de week van de vooruitgang niet doorgaat, is dat een gevolg van keuzes die gemaakt moeten worden om binnen het budget te blijven. De heer Plaisier refereert aan een zin op bladzijde 26 over jongeren en gebruiksruimten in de groenzones. Daarmee worden voorzieningen bedoeld die er zijn of in het kader van de aanbeveling
1720
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
van deze nota kunnen komen. Ik denk dat de hangplek – overigens niet door iedereen omarmd – in het Oosterpark daarvan een voorbeeld is. De kinderboerderij en de oeverlocatie naast het schip kunnen ook daartoe gerekend worden. Daar zijn diverse attributen aangebracht voor kinderen om te recreëren. De skatevoorziening in Bolnes wordt aangebracht. Vandaag hebben we contact gehad met de KNAU over subsidie voor een route met mogelijkheden voor joggers. Dat is een mogelijkheid waarover wij nog met elkaar zullen discussiëren. Dat was het wat mij betreft. De voorzitter: Dank u wel, wethouder. Ik zag wethouder Den Boef nog wuiven. Gaat uw gang.
15
Wethouder Den Boef: Ik heb de hoogbouw nog niet genoemd. Daar is serieus over nagedacht. Het klinkt algemeen, maar er is serieus over nagedacht. In het plan wordt gekeken of hoogbouw mogelijk is of niet. U moet niet vergeten dat hoogbouw in Ridderkerk niet iets is wat er nog niet is. Op diverse plekken is hoogbouw. Voor iedere plek moeten we bepalen of dat de gewenste situatie is.
20
25
De voorzitter: Ik constateer dat op diverse punten uit de nota is gereageerd. Ik wil de raad meegeven dat het college aan de gang is gegaan met de oogst van de kaderstellende discussies die de raad en college in september hebben gevoerd waarbij de raad de richting heeft aangegeven. Het is dus niet volgens de eigen visie van het college, maar volgens de richting van de raad. Mijnheer Plaisier noemde het stuk weinig visionair. Ik denk dat dit het was in eerste termijn, ik stel voor over te gaan naar de tweede termijn. Mijnheer Den Ouden, heeft u behoefte aan een tweede termijn?
30
De heer Den Ouden: Voorzitter, dat heb ik wel, maar de heer Meij was de eerste spreker. De voorzitter: Dat is helemaal correct. Mijnheer Meij, wilt u reageren in tweede termijn?
35
40
45
50
De heer Meij: Dank u wel, voorzitter. Het is een visiestuk, dus ik wil mij beperken tot de hoofdlijnen en wil niet ingaan op de vraag of er nu wel of niet aan de Prunuslaan moet worden gebouwd. Het dorpse karakter klinkt fraai en dit moeten we ook behouden. Natuurlijk moeten we het dorpse karakter bewaren. We moeten ons realiseren dat als we één flat bouwen, Ridderkerk nog niet direct een stad is. Aan de Rijnsingel staan al sinds de jaren ’50 flats, en Ridderkerk is gewoon een dorp gebleven. De dynamiek van Rotterdam is vele malen groter, dus als je hier dingen verandert, moeten we niet meteen het beeld neerzetten dat Ridderkerk verstedelijkt en het hier de verkeerde kant uitgaat. Ik wil deze nuance aanbrengen voor de mensen die zo sterk benadrukken dat het dorpse karakter verloren zou gaan. Er zit een druk van de regio en de landelijke overheid achter sociale woningbouw. Ridderkerk heeft zelf sociale woningbouw nodig. Er is behoefte en daar bouwen we voor. Een paar maanden geleden hebben wij gesproken over urgente gevallen. Het percentage urgente gevallen in Ridderkerk is laag. Als je dat dan kunstmatig gaat verhogen, is dat niet in het Ridderkerkse belang. Dat gebeurt onder druk van de Stadsregio en daartegen hebben wij fel geprotesteerd. De sociale woningbouw doe je echt voor de inwoners van Ridderkerk die een laag inkomen hebben of werkloos zijn en toch een goede en betaalbare woning willen hebben. Dat is niet altijd onder het juk doorgaan van de Stadsregio. Over de migratie maak ik me zorgen. Natuurlijk kunnen we een lijstje maken van dat wat we in Ridderkerk willen. Geen hoogbouw, groen, zicht op de rivier, maar als je die koopkrachtige groep hier wilt houden, moet je wat doen. Een centrum bouwen zoals hier staat. Ik hoorde laatst drie buren die naar Carnisselanden vertrekken. Als zij geweten hadden wat er in Ridderkerk te
1721
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
gebeuren staat met het centrum en theater, en de woning die ze nodig hebben was er geweest, hadden zij wellicht anders beslist. Deze mensen hebben geen behoefte aan een openluchtmuseum. Zij willen Ridderkerk waar leven en dynamiek is en waar zij uit kunnen gaan. Juist deze groep die we niet kwijt willen, moeten we daarmee trekken. Het gaat om het maken van keuzes. Het is erg gemakkelijk om alles te willen en niet te kiezen. Dan ga je door en dan kun je niet bijsturen. Zo´n busvariant vind ik een oplossing die bij Ridderkerk hoort. Kies een busvariant die bij Ridderkerk past. Dat is een oplossing om met Ridderkerk mee te groeien. Voor de sociale cohesie is veel geld beschikbaar. Ridderkerk heeft daardoor een kans om een krachtige uitstraling te hebben die de mensen aan Ridderkerk bindt. Dat was het voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Meij.
20
25
De heer Den Ouden: Dank u wel, voorzitter. Ik vind het lastig om een reactie te geven omdat er een jaar geleden instemming leek over de druk die toen te weerstaan leek vanuit de Stadsregio. In januari vorig jaar bespraken wij een aantal notities en wij vonden dat wij daar als Ridderkerk geen gehoor aan konden geven. Ik heb ook met opzet geciteerd uit het B en W-advies. Duidelijk was dat D66/GL er steeds een andere opvatting over gehad heeft. De positie van Ridderkerk was er een die deel uitmaakte van de regio. Fysiek zijn we dat natuurlijk ook, maar D66/GL vond ook dat Ridderkerk een sterke eigenheid heeft. Stilte
30
35
40
45
50
De voorzitter: Dit is een manier van communiceren die de luisteraars niet begrijpen, want zij zien dit niet. De heer Den Ouden: Ik zie de afkeurende blik van mevrouw Muizelaar. Een positie die het rechtvaardigt om een houding richting de Rotterdamse Stadsregio aan te nemen zoals dat een jaar geleden het geval was. Mevrouw Muizelaar, doe ik u nu tekort? Mevrouw Muizelaar: In principe niet met uw antwoord even verderop. Wij hebben nooit met de rug naar de regio gestaan. Dat ben ik van harte met u eens. Tegelijkertijd hebben we wel altijd gepleit voor de eigenheid van Ridderkerk. Ik hoef maar aan de lintbebouwing langs de dijken te memoreren en de instandhouding van de verschillende wijken. Vandaar dat ik mij zeer verbaasd omdraaide, mijnheer Den Ouden. De heer Den Ouden: Fijn dat ik het heb kunnen aanvullen, dan hebben we daarover geen misverstand. Het is niet het met de rug naar de regio staan, maar de opvatting die vorig jaar in de raad gemeengoed was, was dat Ridderkerk bedreigd werd door de Rotterdamse problemen. Wij onderschrijven nadrukkelijk het belang van voldoende sociale woningen in Ridderkerk, maar wij willen eraan toevoegen dat dit dan ook min of meer voor Ridderkerkers zou zijn. Daar zit nu het probleem. Er wordt gebouwd met een ophoging van het percentage van 25 voor urgente gevallen. Dat is precies de dreiging die wij vorig jaar voelden. Ik heb begrip voor de afgevaardigden van deze raad in de Stadsregio die daardoor deelgenoot worden van de problematiek in de regio. Maar wij hoeven ons er toch niet voor te schamen dat wij de belangen voor onze eigen inwoners behartigen? Er is nog eigenlijk niets veranderd ten opzichte van vorig jaar. We zien in deze notitie een beweging alsof deze opstelling een eigen vondst van Ridderkerk is. Als het inderdaad niet anders
1722
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
kan, hoeven wij niet te kiezen. Dan is het een opgelegd dictaat. Dat zij dan zo en dan gaan wij naar huis. Nu lijkt het erop dat we er nog iets over te zeggen hebben. Hierbij wil ik het graag laten.
10
De voorzitter: Dank u wel mijnheer Den Ouden. Ik zie mevrouw Muizelaar in reactie. Gaat uw gang.
15
Mevrouw Muizelaar: Ik wil nog graag reageren. Natuurlijk plegen wij sociale woningbouw voor onze eigen inwoners. Dat is vanzelfsprekend. Maar tegelijkertijd spreken zoals de heer Den Ouden doet, over de bedreiging die de kansarmen ons geven, gaat mij veel en veel te ver. Ik denk dat aan die bedreiging, zoals u het wilt noemen, veel kansen zitten. De voorzitter: Mijnheer Den Ouden, voelt u zich uitgedaagd?
20
25
30
35
De heer Den Ouden: Ik vind het zo jammer dat dit in een verkeerd daglicht dreigt te worden gesteld. Ik heb vanavond geciteerd uit een notitie die volgende week ook ter sprake komt over Regio 2020, waarin erkend wordt – dat doe ik ook – dat een hoeveelheid sociale woningen van belang is. Maar, hoe komt het dat een groot deel van Rotterdam nu kennelijk een probleem heeft waardoor het evenwicht verstoord is? Het is eerder vanavond ook door een andere fractie genoemd: daar moeten wij voor waken, en om dit probleem op te lossen, krijgt Rotterdam via de Rotterdamwet de mogelijkheid om bepaalde mensen te weren. Dus het evenwicht dat verstoord kan worden, is kennelijk toch een groot risico. We moeten dat in Ridderkerk nu we hiermee geconfronteerd worden niet wegpoetsen alsof dat er niet is. Mevrouw Van Dijl: Mijnheer Den Ouden, het is zojuist ook door de voorzitter genoemd. We hebben deze discussie in september 2004 gehad. Dat moet u toch net zo goed voor de geest staan als mij, omdat wij toen dezelfde aanvaring hebben gehad als we nu dreigen te krijgen. Ik heb er geen zin in om deze discussie over te doen. Terecht werd zojuist gewezen naar de stellingen en conclusies die we toen met elkaar hebben besproken en getrokken en die de basis vormen voor dit plan. Welke zin heeft het om die discussie hier opnieuw te beginnen? De heer Den Ouden: Als mevrouw Van Dijl mij een vraag stelt, is de vraag of we er over moeten discussiëren. Wat verwacht mevrouw Van Dijl van mij? Wel of geen reactie?
40
45
50
Mevrouw Van Dijl: Ik verwacht dat als we deze discussie in september hebben gehad en conclusies hebben getrokken, wij dat vanavond niet over hoeven doen. De heer Den Ouden: Er is een nieuw element in deze notitie. Het aantal woningen waarover gesproken wordt is toegenomen. Dat is niet zonder reden. Het heeft niets te maken met het per se willen weren van Rotterdammers. Het gaat om de situatie dat een deel van de problemen uit Rotterdam geplaatst moet worden en dat de omliggende gemeenten daar rekening mee hebben te houden. Als dat nu als keuzemogelijkheid wordt voorgelegd aan de Ridderkerkse raad, mogen wij het daarmee oneens zijn, omdat dit voor onze gemeente risico’s met zich brengt. Als dit geen keuzemogelijkheid is, hoort een nota in deze vorm niet aan ons voorgelegd te worden, De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Den Ouden. Mijnheer Plaisier, gaat uw gang. De heer Plaisier: Ik begrijp van de heer Den Ouden dat hij de problemen onderkent, maar dat hij
1723
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
de toonzetting in de nota anders had gewild in de zin dat er iets anders was gesproken over de druk van buitenaf om deze opvatting te hebben in plaats van een zelf ontwikkelde visie in Ridderkerk. Laat dat zo zijn. De druk van buitenaf komt niet alleen van Rotterdam of de regio. Ook de minister heeft zich openlijk uitgesproken over de problematiek. Het klinkt ontzettend gemakkelijk en ik denk dat Ridderkerk bij een oppervlakkige enquête zich zo zou opstellen dat de deur voor Rotterdam op slot gaat. We bouwen 2000 sociale woningen. Woonvisie wilde destijds 4000 sociale woningen bouwen. Die komen er allemaal niet. Er komt een aantal sociale woningen bij omdat de norm blijkbaar veranderd is en omdat er een plicht is om tegemoet te komen aan de Rotterdamse bevolkingsproblematiek. Ik vind het vervelend als we in een demagogisch woordenspel verzanden alsof we met de verkiezingsprogramma’s bezig zijn. We zitten met een probleem. Dat moeten we oplossen. Ridderkerk kan het zich niet permitteren om te zeggen dat de deur op slot gaat en er geen Rotterdammer binnen mag komen. De heer De Koning: De laatste opmerking van de heer Plaisier is een beetje stigmatiserend, dat vind ik jammer. Ik denk niet dat dit de discussie bevordert. Ik heb twee punten. Aan mevrouw Van Dijl wil ik kwijt dat we in september over het concept van deze nota hebben gediscussieerd. Nu ligt de definitieve versie voor. U gaat me nu toch niet vertellen dat we er niet meer over mogen discussiëren? Dat was punt één. Het tweede punt is de opmerking die gemaakt werd door de heer Van den Berg en die sluit aan op de discussie over Rotterdam. Ik heb Beverwaard genoemd. In eerste termijn heb ik gezegd: “geen Beverwaard in Ridderkerk”. Dat heb ik gezegd in de context van historische fouten die in Rotterdam zijn gemaakt. Gaan we die historische fouten in Ridderkerk ook weer maken?
30
35
De heer Neuschwander: De heer Plaisier gaf het al aan. De heer Den Ouden spreekt over “een paar duizend woningen meer”. We moeten wel bij de feiten blijven. Als je kijkt naar de voorraad sociaal bereikbare woningen, blijft die constant. En dan wordt er nog niet eens gesproken over de zeshonderd woningen die gesloopt worden en dat we veel moeite moeten doen om die weer op niveau te brengen. De voorzitter: We gaan verder met de ronde in tweede termijn en ik was gebleven bij de heer De Koning.
40
45
50
De heer De Koning: Voorzitter, ik heb een paar opmerkingen over de reacties van het college. Over regisseur en partnerschap. Begrijp ik het goed dat je regisseur speelt als je gemeentelijk beleid uitstippelt en dat het woord partner betrekking heeft op de rol die je speelt in de regio? Is dat de juiste weergave? Verder wil ik over Rotterdam niet te veel meer zeggen. Je kunt er over blijven discussiëren, maar ik heb de indruk dat de standpunten zijn ingenomen en de stellingen zijn betrokken. Het is zoals het is en we krijgen het opgelegd. Je kunt er over discussiëren en daarin geef ik mevrouw Van Dijl gelijk als zij zegt dat dit niet zoveel zin heeft. Het is niet meer te keren. Ik vind wel dat je als partij in deze raad het recht hebt om je daartegen in verweer te stellen. Daar is deze discussie voor bedoeld. Wij vinden dat je primair in Ridderkerk kiest voor de Ridderkerkse belangen. Daar hebben wij onze handen vol aan. Als we woningen voor Ridderkerkers nodig hebben, moet je zorgen dat je daarvoor gaat bouwen. Ongeacht rang of stand. Dat maakt niet uit wat ons betreft. We hebben er wel onze handen vol aan. Als je dan problemen van anderen erbij krijgt, is het de vraag of we die kunnen en willen oplossen. Wij kiezen primair voor Ridderkerk, want wij zijn een Ridderkerkse raad.
1724
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
De heer Van Houcke: Ik heb nog een paar opmerkingen. Dat gaat in eerste instantie over de hoogbouw, het hoogbouwbeleid. Ik heb met genoegen gehoord dat LR en PvdA opmerkingen maakten die aansluiten bij de mijne. Als ik wethouder Den Boef hoor, hoor ik een slap verhaal. Er is al zo dikwijls over gesproken en u zegt: “ik heb er wel vertrouwen in dat we die starterswoningen wel zullen halen”. Ik zou van de wethouder nadat we er al zo lang over gesproken hebben, liever eens wat hardere gegevens willen horen in plaats van alleen maar het vertrouwen hebben. Er wordt met goed onderbouwde argumentatie telkens gesproken over starterswoningen, over jonge gezinnen en over sociale woningbouw. Dan is het toch eens helder dat u daarover duidelijk en concreet moet communiceren en eens een keer komt met cijfers. In die zin blijven wij bij dat wat we in eerste termijn hebben gezegd. We willen meegaan met de notitie, er staan veel goede dingen in waar wij ons goed in kunnen vinden. Wij hebben drie kritische opmerkingen gemaakt. Eén van die opmerkingen betreft de hoogbouw en ik roep u nogmaals op om met ons die discussie aan te gaan. Op termijn zal de ruimte in Ridderkerk ermee gediend zijn als we er goed mee omgaan. En niet zoals u zegt dat we elke keer opnieuw moeten bepalen hoe we ermee omgaan als er hoogbouw moet worden gepleegd. Dat is te veel ad hoc beleid. Mijn tweede punt gaat over de starterswoningen en hoogbouw samen. Als wij niet wat meer substantiële en heldere informatie krijgen, hoe kunnen wij onze taak als raad dan uitvoeren? Wij willen graag met u meedenken maar moeten ook kunnen controleren. Dat kan alleen op basis van heldere informatie. Ik roep u op om hier helder op te kunnen reageren.
30
Wat het milieu betreft wethouder Van Andel, is het terecht dat u constateert dat wij geen vraag hebben gesteld, maar onze zorg hebben uitgesproken. Wij weten dat u het milieu een warm hart toedraagt. Maar dan zou het wellicht nuttig zijn om deze ambitieuze stellingen te betrekken in een nota die naar de regio gaat. U zou bijvoorbeeld kunnen aangeven dat wij geen middelen hebben voor een stevig milieubeleid. Dat klinkt beter en dan zou de discussie daaromtrent helderder zijn.
35
De heer Neuschwander: Wij hebben nog een vraag open staan over de jonge gezinnen. De heer Meij refereerde daar ook aan: het wegtrekken naar Vinexlocaties. In onze ogen is die ontwikkeling aanwezig. Misschien dat de wethouder voor die groep nog kan reageren.
40
45
50
Over hoogbouw wordt vrij gemakkelijk gedacht, maar in andere commissievergaderingen hebben we talloze keren gezegd dat onze beschikbare woningbouwlocaties steeds beperkter worden, en als we over lange termijn gaan spreken, zal het steeds moeilijker worden. Als we ambities hebben om bepaalde locaties te bebouwen, moeten we daar goed mee omgaan en het klinkt ons iets te gemakkelijk als de wethouder zegt dat hoogbouw gepleegd moet worden waar het kan en dat waar het niet kan we het moeten laten. Wij zouden eigenlijk willen zeggen: per locatie bespreken en nagaan of we daar bepaald beleid op kunnen maken. De heer Van den Berg: Voorzitter, over hoogbouw, ik weet niet hoe het komt, maar ik moet me weer bij de heer Van Houcke aansluiten, kennelijk hebben wij dezelfde ideeën op dit gebied. De heer Van Houcke noemde het verhaal van de wethouder “een slap verhaal”, maar zo laat op de avond zou ik zo niet meer tegen de wethouder willen praten. De wethouder noemde een A4’tje en een dik boekwerk. Ik zou zeggen “kom met iets wat daar tussenin zit”. Het hoeft voor mij geen dik boekwerk te zijn als het inhoudelijk maar een goed voorstel is. De wethouder gaf aan dat starterswoningen uit de doorstroming moesten komen. Voor een deel is
1725
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
dat zo, maar de keten zou wel eens heel lang kunnen worden. De wethouder gaf ook aan bij elk project te willen kijken wat haalbaar is. Daar zullen wij u aan houden. Er moeten meer starterswoningen komen! Daar zitten wij op te wachten. Als deze uit de doorstroming moeten komen, hebben wij daar een hard hoofd in. Sociale woningen alleen voor Ridderkerkers, is niet onze stelling. De heer Den Ouden gaf aan dat D66 altijd duidelijk was geweest en sprak over éénstemmigheid bij de overheersing van Rotterdam. D66/GL zou de enige zijn die daarvan afstand had genomen. Ik kan me dat niet herinneren, zolang ik in de raad zit, hebben wij uw houding over deze problematiek ondersteund. Wij hebben nooit een muur om Ridderkerk heen willen zetten en wij behoren ook tot de categorie die nooit de rug naar de Stadsregio heeft gekeerd. Wij wonen erin en maken daar onderdeel van uit. U zou ook eens moeten bedenken dat we genieten van de grootschalige effecten van Rotterdam. Wij leven in een gebied waar geen muur omheen staat. Dat kan af en toe problemen meebrengen. Die erken ik, alleen het verhaal over dat dorp bestaat niet, want we zijn allang geen dorp meer. De heer De Koning refereerde ook aan voortrazend verkeer. We moeten ons realiseren dat we in een grootstedelijk gebied wonen. Ik stop. De heer Den Ouden bij interruptie: Ik weet niet of ik nog precies terug kan halen wat de heer Van den Berg zei. Het gaat over de eenstemmigheid. Dit had betrekking op de commissievergadering van vorig jaar januari waar wij de beslispuntennotitie van B en W bespraken en ik dacht, maar als ik de PvdA tekort gedaan heb, wil ik dat bij deze herstellen, dat over die beslispuntennotitie behoorlijke eenstemmigheid was, met uitzondering van D66/GL. Als de PvdA het toen niet met het college eens was, wil ik nu graag herstellen dat ik dat niet correct in mijn geheugen had.
30 De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Den Ouden. Mijnheer De Koning, u wilde een interruptie?
35
De heer De Koning: Dank u wel, voorzitter. Als de indruk is gewekt dat de VVD een muur om Ridderkerk wil bouwen, wil ik dat wegnemen. Dat hebben wij helemaal niet zo gezegd en dat is wat mij betreft niet in de eerste termijn naar voren gekomen. Dit is een kwestie van primair en secundair. Welke volgorde breng je in je beleid aan, en dan ga je kijken of je nog iets voor je omgeving kunt betekenen. Dat betekent dus geen muur. Het gaat om het bepalen van de volgorde.
40
U refereert aan een opmerking over voortrazend verkeer. Dat was een citaat van één van de reacties, ik weet niet meer van wie, die in reactie op de enquête via de website binnenkwam. De voorzitter: Dank u wel mijnheer De Koning. Ik ben toe aan een aantal reacties van het college en wil proberen daarna tot afronding van dit punt te komen.
45 De heer Plaisier bij interruptie: Voorzitter, ik ben geen lid van het college, maar mag ik nog in tweede termijn reageren? De voorzitter: Ik wil geen stiefkinderen maken, excuses mijnheer Plaisier, gaat uw gang.
50 De heer Plaisier: Ik voel me opeens ontzettend zielig. Ik wil iets kwijt over de status van het stuk. Een paar maal is een voorbehoud gemaakt over iets dat in het stuk staat. Dat geldt voor ons voor de twee punten als de woningbouwplannen Oostendam en Margrietstraat
1726
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
en dat geldt ook voor de kennelijke voorkeur die wordt uitgesproken voor de Tramplus. Het citaat van mijn eerste termijn staat er echt in. Wij willen ons distantiëren van de opmerking dat de Tramplus veel beter is. Ik wil nog graag een formeel antwoord op de vraag wat we met het programma doen als we dit overnemen. Daar laat ik het bijna bij. Nog een opmerking. Ik ben heel erg benieuwd hoe de realistische plannen van de mensen die de meeste kritiek hebben op het helpen van Rotterdam eruitzien. Ofwel: welk prachtig verhaal – niet in romanvorm – kunnen zij schrijven, als we deze lijn niet zouden kiezen? Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Is dat een oproep aan uw mederaadsleden? De heer Plaisier: Het is meer een ontboezeming. Ik zou niet graag willen dat mijn collegaraadsleden daar nu op reageren, want dan ….
20
De raadsleden schieten in de lach. De heer Plaisier: Het is meer een retorische vraag.
25
30
35
40
45
De wethouder: Dat betekent dat u zelf het antwoord weet, want dat is het kenmerk van retorische vragen. Ik ben toe aan het tweede rondje van het college. Ik denk dat dat kort kan zijn. Wethouder Den Boef: We hebben al een aantal jaren binnen het college en met instemming van de raad gekozen voor een bouwscenario waarbij doorstroming de hoofdmoot zou zijn. Ik weet uit eerdere discussies dat de heer Van Houcke liever zou insteken op bouwen voor starters. Wij mikken op doorstroming. Het woord vertrouwen dat ik daarbij hanteer is niet ten onrechte, want ik ben ervan overtuigd dat het op die manier ook gaat lukken. Ik begrijp uw probleem, en begrijp dat we voortdurend moeten kijken naar mogelijkheden om rechtstreeks te bouwen voor deze doelgroep. De mogelijkheden zijn beperkt. Waar het kan gebeurt het ook, maar de starters moeten het vooral hebben van de doorstroming. Jonge gezinnen is weer een ander verhaal. Bij projecten zullen we kijken of we daar voor hen bereikbare woningen kunnen bouwen. Waar het kan zullen we dat doen, maar niet alle locaties zijn ervoor geschikt. Maar met het volste vertrouwen gaan we het beleid van de raad aan en mikken op doorstroming. Interruptie van de heer Van Houcke: Ik wil van de wethouder graag een onderbouwing horen. Wij vragen daar voortdurend naar. U hebt het volste vertrouwen in uw beleid, dat siert u. Maar wij willen graag een onderbouwing, zoals ik zojuist weer heb gevraagd. U kunt er wel op vertrouwen dat het goed komt met de starters en jonge gezinnen. Wij denken dat het doorstroombeleid best werkt, maar of dit tot het gewenste doel zal leiden, weten we niet. Je ziet op dit moment dat een grote categorie niet bediend wordt. De markt zit op slot, dat is een regionale kwestie. Wij kunnen een bijdrage leveren om dat op te lossen, maar die kan niet volledig uit doorstroming komen. Wij willen beide opties meer volume geven. Eerder hebben wij met u gesproken over stewardesswoningen. Daar wilde u niet aan. Er zijn ook nog andere mogelijkheden. Wij willen cijfermatig geïnformeerd worden.
50 Wethouder Den Boef: Inderdaad lijkt mij een discussie hierover op een later moment goed. Nog één ding: het huurbeleid is het beleid van de raad dat uitgevoerd wordt door het college. Zo zit dat in elkaar. Wat betreft hoogbouw geeft u aan dat het een slap verhaal is. Het gaat het hier om plekken tussen
1727
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
land en water, de ringwegen, de plekken die er al zijn en waar hoogbouw al was, langs de snelwegen. Maar u wilt een discussie over hoogbouw. Het lijkt mij een goed moment om dat nog eens in de commissie aan te zwengelen, zodat we wellicht wat dichter bij elkaar kunnen komen. Voor de locaties Oostendam en Margrietstraat kijk ik even naar de tabel waar de op te leveren aantallen staan. We moeten eerst het wijkontwikkelingsplan afwachten. Voor de Prinses Margrietstraat is het al bekend. De voorzitter: Wethouder, kunt u nog ingaan op de opmerking van de heer Plaisier over de status van het stuk?
15 Wethouder Den Boef: Met dit stuk geeft het college richting en visie aan. Als de raad aangeeft daarmee akkoord te gaan, is dit een steun voor het college om het uit te werken. Maar als er amendementen aangepast moeten worden, behoort dat tot de mogelijkheden.
20
25
De heer Plaisier: Het gaat om een concrete uitspraak over de tramplus bijvoorbeeld. Als wij zo’n programma aannemen, spreken wij daarmee dan ook uit dat het college daarmee door kan gaan? Het staat er letterlijk dat je bedrijven aantrekt of dat je ze verleidt om hierheen te komen als je een Tramplus hebt. Zeggen wij dan tegen het college dat ze verder in die richting moet denken of zeggen wij tegen het college dat het een leuke opmerking is, en weet het college dan dat wij het daarmee niet eens zijn? Wethouder Den Boef: Voorzitter, op onderdelen kan een voorbehoud gemaakt worden en over sommige onderwerpen is het laatste woord nog niet gezegd, wat zeker nog wel zal gebeuren.
30
De heer Plaisier: Bij Oostendam en de Margrietstraat geeft u aan dat een en ander nog in ontwikkeling is, maar in deze nota wordt duidelijk over aantallen gesproken wat zou betekenen dat er plannen zijn. Er zijn nog helemaal geen plannen voor de Margrietstraat. Wethouder Den Boef: Er zijn nog helemaal geen plannen, dat weet u ook wel.
35 De heer Plaisier: Ik wijs u op de genoemde aantallen in de nota. Wethouder Den Boef: Dat zijn aantallen die daar gebouwd kunnen worden.
40
De heer Plaisier: Verwachtingen zijn gebaseerd op een plan. Er is nog geen plan. Wethouder Den Boef: De verwachting is niet gebaseerd op een bepaald plan. De heer Plaisier: Dan zetten we dat in het voorbehoud.
45 De voorzitter: Wethouder Van Andel, zijn er nog punten waarop u wilt reageren?
50
Wethouder Van Andel: Hooguit op de vraag van de heer Plaisier, maar ik denk dat die al beantwoord is. Ik wil wel stipuleren dat er geen keuze is gemaakt voor het hoogwaardig openbaar vervoer. Die keuze gaat door de raad gemaakt worden. Wij hebben uitgelegd hoe het traject loopt en in welke fase wij verkeren. De mogelijkheid om “go” of “no go” uit te spreken, komt er aan. De heer Plaisier bij interruptie: Wethouder, ik vind het heel aardig dat u dat zegt. In de tekst
1728
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
staat heel duidelijk: “De keuze voor een Tramplus past het beste in de ambitie om een gedifferentieerde bevolkingssamenstelling te krijgen en zakelijke dienstverlening te verleiden zich in Ridderkerk te vestigen”. Is dit nu een keuze of niet? Wethouder Van Andel: Ik heb u in eerste termijn duidelijk gezegd dat als je een kwaliteitsimpuls wilt die deze stimulering mogelijk maakt, de Tramplus de beste keuze is. Dat is ook de conclusie van het rapport. Dat houdt niet in dat die keuze door de raad is gemaakt. De keuze gaat u nog maken. De heer Plaisier bij interruptie: En als wij daar niet achter staan? Als we de nota aannemen kiezen wij voor de Tramplus? Wij kennen het rapport niet waar u over spreekt. Wethouder Van Andel: Ik ken de conclusie en de factoren die hiertoe hebben geleid. Dat is een logisch verhaal waar ik verder niet op vooruit wil lopen. U kunt kiezen voor een minder ambitieuze vervoersmogelijkheid. Die mogelijkheid krijgt u.
20 De voorzitter: Mijnheer Plaisier, help ik u als ik voorstel om die gewraakte zin er te halen? De heer Plaisier: Ja.
25
30
35
40
De heer Meij bij Interruptie: Voorzitter, het is een stuk van B en W waar we over een paar weken over gaan praten. Die zin zou eruit moeten, want anders zit je zoals de heer Plaisier aangeeft met een dubbel gevoel. De voorzitter: Het is zo dat de raad vanavond dit stuk vaststelt en niet het college. Het college heeft een voorstel gedaan op basis van de richting die de raad heeft meegegeven. Er ligt een vraag voor mijn portefeuille en daar ga ik graag op in. Het partnerschap kan alleen goed worden vormgegeven als je regie kunt voeren over je eigen leven, dan kun je volwassen meedoen in dit spel. Het is goed dat hier het richtinggevende stuk van de raad ligt, waarmee in eigen huis en eigen omgeving aan het partnerschap goede invulling kan worden gegeven. Ik ben toe aan de afronding en begrijp dat het lastig is. Ik heb de indruk dat de meerderheid van de raad achter de hoofdlijnen van dit stuk staat. Ook heb ik gemerkt dat door een aantal van u voorbehouden zijn gemaakt over de hoogbouw, en met name over de omvang, hoogte en selectie van de plekken waar hoogbouw wordt gepleegd en dat u daarover nog met het college in gesprek wil komen. Een aantal fracties heeft vragen over bouwen voor starters in relatie tot doorstroming. Er zijn vragen gesteld over de hardheid van de aantallen. Met het maken van deze opmerkingen vanuit de raad kunnen we dan stellen dat het stuk raadsbrede steun kan krijgen, of ga ik daarmee te ver?
45 De heer Den Ouden: Ik wil een stemverklaring afleggen. De heer De Koning: Ik sluit me daarbij aan.
50
De voorzitter: Betekent dit dat u het stuk steunt maar ten aanzien van uw opmerkingen voorbehouden wilt maken? De heer Den Ouden: Het beleid, zoals dat in de laatste paragraaf is geconcretiseerd, is voor onze fractie te overheersend bepaald door andere overheidsorganen, en die koersverandering heeft niet
1729
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
onze instemming. Dat betekent wellicht dat u de conclusie moet trekken dat wij die koersverandering niet voor onze rekening kunnen nemen en dat daarmee de nota door ons niet gedragen wordt. De voorzitter: Dat is een helder standpunt.
10 De heer De Koning: Ik geef een stemverklaring af en kortheidshalve verwijzen wij naar wat wij in eerste termijn hebben gezegd over woningbouw en huisvesting. Als u straks de notulen van de eerste termijn leest – en ik zal erop toezien dat onze inbreng daarin goed wordt verwoord – kunt u precies zien wat ik heb gezegd.
15 De voorzitter: Ik wil graag duidelijkheid over uw standpunt. Ik hoorde u zojuist zeggen dat u een stemverklaring wilde afgeven. Ik heb bij u getoetst of u zich in het stuk kunt vinden als u de stemverklaring had gegeven en u kon ermee instemmen. Heb ik dat verkeerd gezien?
20
25
De heer De Koning: De nota heeft onze instemming met uitzondering van de hoofdstukken woningbouw en huisvesting. De heer Plaisier: Voorzitter, ik denk dat de SGP dan ook instemt met de nota. Als je instemt met de nota met uitzondering van deze twee paragrafen, dan ga je toch niet mee met de nota? Helderheid in dezen is wel op zijn plaats.
30
De voorzitter: Er staat nog meer in de nota dan alleen woningbouw en huisvesting. Ik stel vast dat de raad, met uitzondering van de SGP-fractie, akkoord gaat met het voorliggende stuk en dat de VVD-fractie een stemverklaring heeft afgelegd. Van de overige fracties zie ik geen mensen die een stemverklaring willen afleggen. Dat betekent dat de nota is vastgesteld met de kanttekening die ik heb gemaakt. Dat betekent ook dat er geen hoofdelijke stemming wordt gevraagd. Aldus is vastgesteld in deze raadsvergadering.
35
Ik wil even met de griffier overleggen over de rest van de agenda en schors de vergadering vijf minuten. Schorsing
40
Na de schorsing: De voorzitter: Dames en heren, een aantal punten moet vanavond behandeld worden. Dat zijn de punten 13, 16, 18, 22 en 23. De overige punten kunnen we morgenavond na de extra vergadering van de commissie L en R behandelen. Ik verwacht dat die bijeenkomst tot ongeveer 22.00 uur zal duren, waarna we door kunnen gaan met de resterende agendapunten van deze vergadering.
45 De raad stemt met dit voorstel in.
50
12. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 297, om in te stemmen met de woningbouwafspraken voor de periode 2005 –2010 Stadsregio Rotterdam – gemeente Ridderkerk – Stichting Woonvisie (besproken in de raad van 1 februari 2005) De voorzitter: Wie van u mag ik het woord geven?
1730
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
De heer Den Ouden: Dank u wel voorzitter. Ik houd het kort omdat dit in het verlengde van de discussie van gisteravond ligt over het vorige agendapunt. De afspraken zijn eenzijdig door de Stadsregio bepaald. Daarop hebben wij gisteren onze opvattingen bepaald en deze hebben zelfs geleid tot stemgedrag. In het verlengde daarvan kan de SGP niet met dit voorstel instemmen. U mag dit zien als een stemverklaring.
10 De voorzitter: Dank u wel mijnheer Den Ouden. Het woord is aan de heer Van Houcke.
15
20
25
30
De heer Van Houcke: Dank u wel, voorzitter. De fractie van D66/GL maakt over dit agendapunt dezelfde kanttekening als bij het vorige agendapunt over de starterswoningen en de hoogbouw. Geen of nauwelijks starterswoningen bouwen was volgens de wethouder steeds een belangrijke oorzaak van risicovolle projectontwikkeling en dure grond. Maar deze argumentatie gaat toch niet op bij gemeentelijke grond die voor nul euro in de boeken staat, zoals het park aan de Van Riebeekstraat aan projectontwikkelaars beschikbaar wordt gesteld voor voornamelijk duurdere woningbouw? Waarom zou onze sociale woningbouwer Woonvisie geen stringente starterswoningen en andere sociale woningbouw mogen en kunnen realiseren? Als de gemeente hier ook kiest voor opbrengstmaximalisatie van gemeenschapsgrond, stimuleert de gemeente hiermee het bouwen voor het duurdere segment. Wij herinneren dat dergelijk gedrag van de gemeente in het verleden menigmaal aan de kaak is gesteld. Voorzitter, de fractie van D66/GL ziet in de gemeente vooral de belangenbehartiger voor de zwakkere in onze samenleving. Wij zouden graag van de wethouder horen waarom Woonvisie de grond van het park aan de Van Riebeekstraat niet heeft kunnen verwerven, zodat in dit geval juist de sociale woningbouw een extra injectie zou kunnen krijgen. Wij horen ook graag hoe hier de keuze voor een projectontwikkelaar tot stand is gekomen. Wij veronderstellen dat het een openbare aanbesteding was. Had Woonvisie hierbij ook een kans? Ten slotte voorzitter, steunen wij de woningbouwafspraken 2005 – 2010 met de regio Rotterdam en Woonvisie. Wij hopen van harte dat deze zullen bijdragen aan een eerlijke verdeling van lasten en lusten in de Stadsregio. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Van Houcke. Mijnheer Meij, het woord is aan u.
35
40
45
De heer Meij: Dank u wel voorzitter. Ondanks dat dit punt in de commissie is geweest, heb ik toch nog een aantal vragen aan de wethouder. Blijft het aantal sociale huurwoningen gedurende de hele periode van het convenant minimaal op het aantal van 6620 of zou je in enig jaar door sloop onder dit aantal kunnen komen? Als de raad dit convenant goedkeurt, keurt de raad dan behalve het aantal woningen ook meteen de locatie en de bandbreedte goed? Kunt u nog een keer aangeven waarom het goed voor starters is om niet voor starters te bouwen? Mijn laatste vraag heb ik ook aan Woonvisie gesteld en in de commissie. Het gaat over de huurverlaging van 200 woningen. Is er al bekend welke woningen dit betreft en zo niet, kunt u dan de termijn aangeven waarop wij als raad daarover geïnformeerd worden? De voorzitter: Dank u wel mijnheer Meij.
50
De heer De Koning: Voorzitter, ik heb geen vragen of opmerkingen meer anders dan die bij het vorige agendapunt. Wij gaan die niet herhalen. Wat ons betreft volgt dan hierbij onze stemverklaring dat in het voorstel te veel componenten zitten waar wij niet mee kunnen instemmen. Wij hebben die punten bij het vorige agendapunt genoemd. Wij zullen dit voorstel niet steunen. De heer Neuschwander: Voorzitter, de voorliggende convenanten tussen Ridderkerk en de
1731
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
Stadsregio en tussen de Stadsregio en Woonvisie zijn duidelijk. De taakstelling is voor alle partijen duidelijk aangegeven. Wij zijn verheugd dat in dit convenant ruimte vrijgemaakt is voor de maatschappelijk gebonden eigendomsfunctie, weliswaar heel mager, voor maar twintig woningen. Maar, het begin is er. Jammer dat Woonvisie niet wat optimistischer is geweest. Inhakend op de vraag van de heer Meij: doelt de heer Meij op de toelichting of bijlage aan het einde van het convenant waar de aantallen genoemd zijn? Wij zijn ervan uitgegaan dat die aantallen nog niet vaststaan maar puur indicatief zijn. Die zijn voor ons pas vast zodra de stedenbouwkundige uitwerking heeft plaatsgevonden. Wij stemmen in met de convenanten. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Neuschwander. Mijnheer Van Rietschoten, gaat uw gang.
20
25
30
35
40
45
De heer Van Rietschoten: Dank u wel voorzitter. In de woningbouwafspraken wordt per locatie een aantal genoemd. Mijn fractie is net zoals de vorige spreker van mening dat omwonenden het recht behouden op overleg zoals dat is vastgelegd in het kaderbesluit van de raad van 25 november 2002. De basis voor het overleg is de bandbreedte voor het aantal te bouwen woningen. Vanavond vindt er een nadere aanduiding plaats die in het verlengde van dat kaderbesluit ligt en niet in de plaats daarvan treedt. Dat is het standpunt van mijn fractie. Gisteren hebben wij de nota “Ridderkerk voortvarend” vastgesteld. Op bladzijde 8 daarvan staan onderaan een paar regels met een zinnige inhoud. Er wordt gewaarschuwd. Er staat: “besturen zijn mondig en willen participeren”. Als u de moeite wilt nemen om in plaats van “besturen” “huurders van portiekwoningen” te plaatsen, dan krijgt u misschien het idee waar ik heen wil. Ik ben namelijk van mening dat de sloop van woningen die gepleegd wordt, onwaarschijnlijk is als het communicatiebeleid niet goed gevolgd wordt. Wij zitten bij elkaar op schoot en ik heb de ervaring – ik ben ook huurder van een portiekwoning – dat wij niets merken van de activiteiten die ondernomen worden. Als het communicatiebeleid goed gevolgd wordt, heeft u kans dat er nog iets voor elkaar komt voor 2010. Dat was een bespiegeling. Ik heb nog een suggestie. Bij de voorbereiding heb ik via e-mail een vraag gesteld. Daarop heb ik uitgebreid antwoord gehad. Dat stel ik zeer op prijs. Voorzitter, ik vraag me af wat in Ridderkerk de omvang van de aandachtsgroepen is? Gisteren is uitgebreid over aantallen gediscussieerd. Vanuit het college kreeg ik op die vraag als antwoord dat dat niet bijgehouden werd. Ik geef aan de coördinator van het collegebeleid de suggestie mee om eens te proberen om vanuit een algemeen bestuurlijke invalshoek te laten nagaan wat de omvang is van de aandachtsgroepen in de sociale sector. Wilt u dit cijfer dan in de Wijkatlas vermelden en dit een jaar lang volhouden? Dan komen we op een trend en kunnen we nog eens een zinnige discussie houden over de vraag of het aantal sociale huurwoningen voldoende is. Ik wil hier nog bij vermelden dat ik die tip van de Wijkatlas heb opgepikt uit het e-mailbericht dat ik heb ontvangen. Dat was het voorzitter.
50 De voorzitter: U hebt de ontvangen informatie in ieder geval gebruikt, mijnheer Van Rietschoten. Mijnheer Hitzert, gaat uw gang. De heer Hitzert: Voorzitter, dank u wel. Onze fractie vindt dit een ambitieus plan. Woonvisie is
1732
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
40
45
enthousiast. Wij halen de bandbreedtes en de sociale woningbouw staat eindelijk weer op de agenda. Wij zijn blij met zo’n woningbouwcorporatie. Toch een kritische opmerking. Niet naar het college, maar meer in het algemeen. De sociale huur van bijna € 500,--, is dat wel sociaal voor die huurders ondanks de subsidie? Een sociale koopwoning van € 136.200,--, dit is in Nederlandse guldens ruim drie ton, en is vrij hoog voor een startend gezin, denkend aan kinderen. Voor de starters is een koopwoning moeilijk en soms zelfs niet meer bereikbaar voor die doelgroep. Daar zijn wij allemaal schuldig aan. Met deze kanttekening over sociaal gedrag, stemt de PvdA in met dit ambitieuze plan. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Hitzert. Wethouder Den Boef, wilt u ingaan op de vragen die gesteld zijn? Wethouder Den Boef: Voorzitter, dank u wel. Ik heb hier en daar ook complimenten gehoord waarvoor ik u bedank. Ik heb ook geluiden gehoord over een ambitieus plan dat voor ons ligt. Er is veel inspanning gepleegd om dit in afspraken voor elkaar te krijgen. Ik zal uw complimenten graag doorgeven aan de betrokken ambtenaar. Het valt niet mee om dit te maken op een moment waarop je afspraken maakt met de regio en waarover ik de heer Den Ouden hoor zeggen dat ze eenzijdig bepaald zijn. Dat is pertinent niet waar. Afspraken met de regio zijn ook afspraken met Woonvisie. Dit was voorwaar een grote opgave en ik was niet altijd optimistisch dat dit zou gaan lukken, maar het is toch gelukt en daar ben ik erg blij mee. Ik maak me ook best zorgen over de prijsontwikkeling van de sociale woningen. Het zijn hoge prijzen. Het zijn de normen in dit land, en daar zullen wij het mee moeten doen. Dat is een feit. Aan de andere kant – ik kijk hierbij naar de heer Van Houcke – spreekt u over starterswoningen en pleit u ervoor om die uitgebreid te bouwen. Ik heb al vaker aangegeven hoe lastig dat is. We kijken goed waar we ze toe kunnen voegen. Ik hoorde vandaag toevallig een verhaal van iemand die tien jaar geleden starter was en zijn woning kocht voor het bedrag waarvoor we nu bereikbare koopwoningen bouwen, maar dan in guldens. Nu, tien jaar later, verkocht hij zijn woning voor het dubbele van dat bedrag, maar dan in euro’s. Deze starter van toen is inmiddels op gemeenschapsgeld vermogend geworden. Dat is een factor die speelt bij starterswoningen. U vraagt het college naar de beweegreden om Woonvisie aan de Van Riebeekstraat niet wat meer te gunnen. In mijn inleiding heb ik al aangegeven dat Woonvisie hierbij een grote rol krijgt. Ik zou haast uit uw woorden opmaken dat u vindt dat Woonvisie in deze gemeente geen rol speelt. Dat is bepaald niet waar. Woonvisie speelt een grote rol en had interesse om ook op deze locatie te ontwikkelen. Het college heeft anders beslist in verband met de differentiatie van woningen. Op die plek kijken we ook naar een zo goed mogelijke inpassing van het groen. Woonvisie krijgt kansen zat. Mijnheer Meij, u hebt gelijk. Het getal van 6620 is het getal dat aan het begin en einde bekeken wordt. Door sloop op enig moment kan dit getal fluctueren, maar aan het einde is het getal weer hetzelfde. De bandbreedte ligt vast, maar we zullen toch elke keer kijken of de getallen die hier genoemd zijn ook haalbaar zijn. We gaan ervan uit dat dat zo is, want we hebben het goed bekeken. Een stedenbouwkundige zal met een plan moeten komen en als we bepaalde bandbreedtes niet halen, dan zullen wij dat op een andere plek moeten compenseren. We gaan ervan uit dat we dicht bij deze bandbreedtes kunnen gaan bouwen.
50 Waarom we niet voor starters bouwen heb ik al eerder toegelicht. Wij zijn nog steeds van mening dat als we voor de doorstroming bouwen, starters hierdoor een kans krijgen. Ik heb daar vertrouwen in. Als we bijvoorbeeld woningen voor ouderen kunnen gaan bouwen, komen daardoor woningen voor starters beschikbaar.
1733
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
Op de vraag welke woningen voor huurverlaging in aanmerking komen, kan ik geen antwoord geven, want dit is nog niet bekend. Ik zal dit blijven vragen in de verschillende overlegsituaties. Op het moment dat ik het weet, weet u het ook.
10
Op de vraag van de heer Van Rietschoten over de omvang van de aandachtsgroepen zal de burgemeester reageren, maar ik wil daarover zeggen dat wij een open woningmarkt hebben, en de aandachtsgroep betreft niet alleen de groep in Ridderkerk, maar is bepaald voor de aandachtsgroepen in de regio. Dat is lastig.
15
De heer Van Rietschoten bij interruptie: Dat is ook de reden voor mijn vraag. Het feit dat wij een regionale woningmarkt hebben, wil niet zeggen dat onze lokale zorgplicht verdwenen is. Gisteren hadden wij een aardige discussie over partnership, maar als dat zo ver gaat dat wij geen kerngegevens meer registreren, zie ik de moeilijkheden voor onze lokale situatie.
20
Wethouder Den Boef: Als ik zie dat er wachtlijsten zijn voor bijna alle soorten woningen, kunnen we in ieder geval vaststellen dat de omvang van de aandachtsgroepen nog voldoende groot is om zo snel mogelijk de handen uit de mouwen te steken. Voorzitter, ik denk dat ik alle vragen beantwoord heb.
25
30
35
De voorzitter: Dank u wel, wethouder. Wat betreft de aandachtsgroepen in relatie tot de woningmarkt, denk ik dat de woningmarkt zelfs verder strekt dan de regio, want in principe kunnen mensen uit het hele land in Ridderkerk komen wonen in het kader van vrije huisvesting door de Huisvestingswet. Mijnheer Van Rietschoten, als het gaat om het in kaart brengen van de verschillende aandachtsgroepen denk ik dat uw schifting een hele aardige is, die ik graag wat breder trek. De raad heeft onlangs de nota Burgerparticipatie behandeld waarin terecht dichter wordt toegekropen naar de burger. De burger in de hoofdrol, heb ik gisteren uitgesproken. Het is heel verstandig om ook op zoek te gaan naar de verschillende groepen in onze samenleving die je dan kunt samenstellen op basis van de verschillende behoeften en achtergronden. Daar moet wel prudent mee worden omgegaan. Ik wil best op zoek gaan naar een mogelijkheid om dat in kaart te brengen waarbij ik wil kijken hoe dat in de Wijkatlas kan worden opgenomen. Die toezegging doe ik u. Is er behoefte aan een tweede termijn?
40
45
50
De heer Van Houcke: Voorzitter, in het verleden hebben wij meerdere malen aan de wethouder gevraagd waarom wij geen starterswoningen bouwen bij een contingent woningen. Is het te duur of te risicovol? Dat zijn valide argumenten. Bij de vraag die ik gesteld heb, is dat geen argument meer. De wethouder draait om mijn vraag heen. Natuurlijk weet ik wat hij zegt, en ik ben er niet op uit om de discussie van gisteren opnieuw te voeren. Er ligt concreet een stuk grond dat van de gemeente is en voor nul euro in de boeken staat. Mijn vraag is dan heel concreet hoe zoiets gaat. Waarom Woonvisie niet? U hebt die keuze gemaakt zegt u. Dat is goed. Maar ik ben benieuwd naar uw argumenten. Er is hier geen sprake van dure grond en een risicovolle ontwikkeling. Het had voor de hand gelegen als u een andere keuze had gemaakt. Hoe bent u gekomen tot de keuze van de ontwikkelaar? Zoekt u daarvoor in het telefoonboek? Daar heb ik naar gevraagd. De heer Onderdelinden bij interruptie: Ik heb een opmerking naar de heer Van Houcke. U stelt op enig moment dat er helemaal geen starterswoningen worden gebouwd, maar het is wel zo dat op iedere bouwlocatie van de laatste periode, woningen voor jongeren gebouwd zijn. Ik kan er zo
1734
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
een paar noemen. De heer Van Houcke: Als ik die suggestie gewekt heb, is dat niet zo. U hebt gelijk, alleen zijn die contingenten zeer klein of ze ontbreken. Bij de Van Riebeekstraat ontbreken ze helemaal.
10
15
20
25
30
35
40
45
De heer Meij: Complimenten voor de inspanningen van het college. Het CDA vindt dat de wethouder de speelruimte in het gesprek met de Stadsregio zeer goed heeft benut. Er wordt nu gebouwd, en Ridderkerkers hebben straks weer wat te kiezen als ze een woning willen uitzoeken. Een kritisch punt naar VVD en SGP. Ik kan niet zo goed begrijpen dat u tegen dit convenant stemt. U laat € 1,8 miljoen subsidie lopen. Natuurlijk moet de subsidie niet richtinggevend zijn, maar u laat plannen die anders niet mogelijk zijn, hiermee ook lopen. Voorzitter, wij gaan akkoord met beide convenanten. De heer Den Ouden bij interruptie: Voorzitter, die overweging hebben wij ook gemaakt. Ik heb geprobeerd een beeld te vormen van hoe die subsidie van € 1,8 miljoen benut zou worden. Hoeveel woningen zou je in vijf jaar voor dat bedrag kunnen bouwen? Wij kwamen op een stuk of tien huizen, en dat kon voor ons niet de doorslaggevende stem zijn. De heer Meij: Ik vind dat de heer Den Ouden wel sterk naar beneden afrondt. Omgerekend in guldens gaat het om een paar miljoen, en dat is meer dan tien huizen. Bovendien gaat het ons niet om het aantal woningen. De heer De Koning: Voorzitter, ik was niet meer van plan in tweede termijn iets te zeggen, maar nu wordt door de heer Meij iets tegen mij gezegd. Wij willen dat bedrag van € 1,8 miljoen helemaal niet laten lopen, maar wij hadden daar een andere invulling voor. Ik herhaal niet wat gisteren is gezegd. Verder is het standpunt van de VVD iets genuanceerder dan u denkt. Wat ik de wethouder hoorde zeggen over doorstroming, onderschrijft onze fractie van harte. Dank u wel. De heer Neuschwander: Ik heb nog een korte opmerking over de opmerking van de heer Van Rietschoten en uw reactie daarop. Wij kunnen onze steun daaraan geven en zijn er voorstander van dit in kaart te brengen. Dan kunnen wij ook antwoord geven op vragen. Wij steunen dit onderzoek. Dank u wel. De heer Van Rietschoten: Het huidige voorstel, het volkshuisvestingsplan dat vastgelegd wordt, is conform het verkiezingsprogramma van de CU. Ik bedank u allen hartelijk. De heer Hitzert: Het heeft bij mij ook lang geduurd voordat doordrong dat doorstroming misschien een kans maakt voor starters. Natuurlijk ben ik ook voor starters, waar ze ook vandaan komen. Deze starters promoten een stuk van de economie in Ridderkerk. Veel ouderen willen niet verhuizen omdat ze daar geen geld voor hebben. Moeten wij niet eens nadenken om de groep ouderen te steunen door ze een klein duwtje te geven om de stap te nemen voor een verhuizing? Het zou goed zijn om de resultaten van verhuizingen te bekijken in relatie tot doorstroming. Maar dat misschien later.
50 De voorzitter: Wethouder, mag ik u uitnodigen voor een reactie? Wethouder Den Boef: Voorzitter, nog een enkele opmerking op de vraag van de heer Van Houcke. Hij stelt dat de grond voor nul euro in de boeken staat. Zo kun je dat niet zien. Ik ben geen
1735
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
financieel deskundige, maar iedere grond heeft zijn waarde. Als we gaan bouwen voor starters, kost dat altijd geld, en als je de grond minder op laat brengen, is dat een keuze. Die kunt u samen maken. Daar ben ik het volledig over eens. Die keuze is hier niet gemaakt. Hier is gekozen voor gedifferentieerd bouwen. Hoe gaat dit in zijn werk? Als er een voldoende grote locatie is, worden de partijen uitgenodigd om daar invulling aan te geven. Dan wordt er een keuze gemaakt. Als de locatie niet zo groot is, wordt een aannemer of projectontwikkelaar uitgenodigd. De heer Van Houcke bij interruptie: Betekent dit een openbare zaak?
15
Wethouder Den Boef: Bij een uitnodiging niet. Dan is de afweging binnen het college gemaakt. De voorzitter: Op basis van het vigerende aanbestedingsbeleid. Mijnheer Van Houcke, was dit voldoende?
20
25
De heer Van Houcke: Voorzitter, wij hebben min of meer aangegeven dat wij dit plan van harte ondersteunen, maar er zijn duidelijk kritische opmerkingen gemaakt. Wij steunen dit plan. De voorzitter: Dank u wel. Dan heb ik denk ik in beeld hoe de verschillende fracties erover denken. Ik stel vast dat het CDA, D66/GL, PvdA, LR en CU voor het voorstel stemmen. De fracties van SGP en VVD stemmen tegen. Dan is dit voorstel in meerderheid aangenomen, waarvoor dank.
30
13. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 296, tot wijziging van het raadsbesluit van 27 september 2004 (gemeentestukken 2004 – 258) tot intrekking van de Huisvestingsverordening Ridderkerk 2003 De voorzitter: Kunt u met dit voorstel akkoord gaan?
35 De heer Den Ouden: Wij kunnen wel instemmen met een technische wijziging, maar bij het oorspronkelijke voorstel hebben wij destijds samen met de VVD en CDA tegengestemd, en dat moet wat ons betreft wel van kracht blijven.
40
De heer Van der Spoel: Daar sluit ik mij bij aan. De heer Meij: Voor het CDA geldt hetzelfde.
45
De voorzitter: Dat betekent dat de meerderheid van de raad voor dit voorstel is. Tegengestemd hebben SGP, CDA en VVD. Aldus besloten.
50
1736
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
14. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 285, om: A. de Verordening cultureel-, educatief en sportfonds zoals vastgesteld op 18 december 1997 in te trekken en de Verordening cultureel-, educatief- en sportfonds gemeente Ridderkerk 2005 vast te stellen B. de Verordening brillen- en contactlenzenfonds zoals vastgesteld op 18 december 1997 in te trekken en de Verordening brillen- en contactlenzenfonds gemeente Ridderkerk 2005 vast te stellen (besproken in de raad van 1 februari 2005) De voorzitter: Wie van de raad wil hierover het woord?
15
20
De heer Van Houcke: Voorzitter, wij stemmen uiteraard in, maar willen een mondeling amendement voorstellen om in beide gevallen, aan het laatste artikel 8, lid 3 toe te voegen de volgende tekst. “Burgemeester en wethouders zullen ervoor zorgen dat er voldoende bekendheid wordt gegeven aan dit fonds”. De voorzitter: Het is de vraag mijnheer Van Houcke, of zoiets in een Verordening thuishoort. Ik denk het haast niet. Wellicht kunt u het college vragen om een suggestie te doen om ervoor te zorgen dat dit bekend wordt.
25 De heer Van Houcke: Akkoord, voorzitter. Als het reglement zich formeel hiertegen verzet, is dat helder. Maar als de toezegging wordt gegeven dat aan dit punt aandacht wordt besteed, is daarmee mijn doel bereikt.
30
35
De voorzitter: Wellicht kan de wethouder daar straks op reageren. Zijn er nog andere raadsleden die in eerste termijn het woord willen? Zo niet, dan is het woord aan de wethouder. Wethouder Zwiers: Voorzitter, ik vind het vanzelfsprekend. Vanuit de sportwereld weet ik dat dit bekend is, maar het kan geen kwaad er nog eens extra aandacht op te vestigen omdat dit niet echt bij iedereen bekend is. We doen een schepje bovenop de communicatie. De voorzitter: Is er behoefte aan een tweede termijn? Mijnheer Van Houcke? Zo niet, dan mag ik concluderen dat dit voorstel is aangenomen. Daarmee is dit besloten.
40
45
15. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 290, om in te stemmen met de aanschaf van een softwarepakket ten behoeve van een risicomanagementsysteem en de daarmee verband houdende structurele lasten van € 7.500,-- per jaar vanaf 2006 (besproken in de raad van 1 februari 2005) De voorzitter: Wie van u mag ik hierover het woord geven? De heer Van Houcke: Voorzitter, uit de aanbiedingsbrief lees ik dat alle risico’s in beeld worden gebracht en in beeld worden gehouden. Dan komt bij mij de vraag op of dat in het verleden niet was gebeurd.
50 De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Houcke. Zijn er nog andere raadsleden die in eerste termijn willen spreken? Niemand? Mag ik wethouder Zwiers uitdagen hierop te reageren?
1737
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
Wethouder Zwiers: Voorzitter, in het verleden zijn de risico’s ook geïnventariseerd. Er is altijd een risicoparagraaf gemaakt. Alleen is er nu een systeem waarmee we de raad nog beter kunnen bedienen. Ik refereer aan vragen vanuit de raad over de kansen en de risicoparagraaf. Ik denk dat wij u beter kunnen bedienen als wij dit systeem aanschaffen. Dat is de reden waarom wij u vragen om budget beschikbaar te stellen.
10 De heer Van Houcke: Voorzitter, dat antwoord is helder maar dat betekent ook dat er opbrengst is. Als er al gewerkt is, en nu wordt dat geautomatiseerd, dan zou dat iets moeten opbrengen. Dat betekent dat de opbrengst moet worden afgetrokken van het krediet dat gevraagd wordt.
15
Wethouder Zwiers: Ik denk dat dat iets te simpel is. Als je automatiseert zodat je zaken beter in beeld kunt brengen, zal dat op termijn rendement op moeten leveren. Op dit moment is dat nog niet in cijfers uit te drukken. We schaffen het systeem aan om meer grip te kunnen krijgen en u beter te kunnen bedienen.
20
De voorzitter: Mijnheer Van Houcke, bent u content met dit antwoord? Betekent dit ook dat de raad akkoord kan gaan met dit voorstel? Dan is dat besloten. e
25
16. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 293, om de 1 wijziging van de Verordening onroerende zaakbelasting 2005 vast te stellen De voorzitter: Wie wil hierover het woord? Gaat Iedereen akkoord met dit voorstel? Dan is aldus vastgesteld.
30 17. Advies van de commissie bezwaar- en beroepsschriften om de bezwaren ingevolge de Algemene wet bestuursrecht, ingediend door de heer M. van der Lee te Ridderkerk ongegrond te verklaren (besproken in de raad van 1 februari 2005)
35
De voorzitter: Wie van u mag ik hierover het woord geven? Mijnheer Van Houcke, gaat uw gang.
40
De heer Van Houcke: Dank u wel, voorzitter. Wij kunnen daar kort over zijn. Wij hebben gisteren opmerkingen gemaakt en daar vandaag nog het een en ander aan toegevoegd. Wij vinden, gezien de complicerende zaak en onze gedachten over hoogbouwbeleid, het niet opportuun ons achter deze brief te scharen. Wij kunnen daar niet in meegaan. De voorzitter: U doelt dan op het advies? De heer Van Houcke: Ja.
45 De voorzitter: Willen anderen nog iets hierover zeggen?
50
De heer Van Rietschoten: Even voor het evenwicht in de raad. Ik heb geconstateerd dat de bezwaren in deze brief zo onhandig naar voren zijn gebracht dat het moeilijk is om daar inhoudelijk op in te gaan. Wij gaan wel akkoord met de verzending van de brief. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Rietschoten. Wenst iemand hierover stemming of wilt u een stemverklaring?
1738
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
De heer Van Houcke: Onze opmerking kunt u beschouwen als een stemverklaring. De voorzitter: Dank u wel en ik stel daarmee vast dat een meerderheid van de raad akkoord gaat met dit advies om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Dat is akkoord en aldus besloten.
10 18. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 286, om in te stemmen met de bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland in te dienen “Verklaring hoogte subsidie openbare bibliotheek conform instap- en richtlijnniveau”
15
20
De voorzitter: Wie van u wil het woord over dit voorstel? Iedereen is akkoord met dit voorstel. Dan is aldus vastgesteld. 19. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 289, om de Subsidieverordening voor onderhoud gemeentelijke monumenten 2001 in te trekken (besproken in de raad van 1 februari 2005) De voorzitter: Wie wil iets kwijt over dit agendapunt? Niemand? Dan is aldus besloten.
25
30
35
20. Voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 292, om een krediet beschikbaar te stellen van € 50.000,--voor de slachtoffers van de natuurramp in Azië, onder e vaststelling van de 4 wijziging van de programmabegroting 2005 – 2008 De voorzitter: Wie van u mag ik hierover het woord geven? Niemand? U gaat akkoord met dit voorstel en daarmee heeft de raad van Ridderkerk ook dit punt formeel besloten. 21. Verstrekking inlichtingen over gevoerd bestuur naar aanleiding van verzoeken van raadsleden (artikel 42 Reglement van Orde) Dit agendapunt is in deze vergadering niet aan de orde. 22. Afscheid van de heer I. Nuis als raadslid van de gemeente Ridderkerk
40
45
50
De voorzitter: Geachte raad, iets wat wij vanavond zeker moeten doen. Of we het willen is iets anders, we moeten het doen. Afscheid nemen van de heer Nuis. De heer Nuis heeft zijn ontslag bij mij ingediend als lid van de raad. Het is treurig afscheid te moeten nemen van een teamlid. Het moment van het afscheid is nu aangebroken. U ben raadslid sinds maart 2002 en hebt altijd laten zien dat u van het raadswerk serieus werk hebt gemaakt, zonder dat het een grote liefde was, je hebt het altijd willen combineren met sport. U bent een fanatiek handballer bij Saturnus en schroomt niet een bekend rondje New York te lopen. U stijgt beslist in mijn achting, ik vindt dat heel bijzonder. Het beleidsterrein sport heeft dan ook uw bijzondere aandacht. Een ander beleidsterrein dat uw bijzondere aandacht heeft is de ruimtelijke ordening en dan met name de sociale woningbouw. Wij hebben u leren kennis als een enthousiast raadslid met een grote kennis op het terrein van de financiën. Kennis die u graag met anderen wilt delen en overdragen. Vergist u niet, op uw financiële kennis wordt door de raad raadsbreed vertrouwd en ook gebouwd. Als u
1739
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
aangaf hoe financiële dekking gevonden kon worden, dan namen alle fracties dat over. Voor de wethouder Financiën was u dan ook een geduchte tegenspeler, in de goede democratische betekenis. Ik weet dat naast alle raadsleden ook de wethouder Financiën, de heer Zwiers, u zal missen. Ook uw eigen fractieleden van de PvdA zullen u missen. Voor de fractievoorzitter was u een grote steun. In uw fractie wist u net de vraag te stellen of de opmerking te maken waardoor rust ontstond en de zaken goed afgewogen konden worden. Bewogen raakt u als u vindt dat er onjuist gehandeld wordt, er niet serieus met mensen wordt omgegaan of als zaken te lang op zich laten wachten. Uw afscheid van de raad is geen afscheid van de politiek. U blijft zich inzetten voor uw partij, de PvdA. Als voorzitter van de plaatselijke afdeling wilt u zich met name gaan richten op de werving van nieuwe kandidaten voor de raadsverkiezingen in 2006. Een belangrijke taak, want ook uit deze kandidaten zal onze nieuwe raad in 2006 gevormd worden. Welke politieke kleur wij ook hebben, wij wensen u veel succes toe bij het enthousiasmeren van mensen voor het raadswerk. Onze dank voor uw inzet, werk en collegialiteit willen we ook onderstrepen met enkele cadeaus.
25
Naar ik heb begrepen bent u een tuinliefhebber. Probleem is dat u op een flat woont en geen tuin hebt. Daar hebben wij iets op gevonden. De griffier overhandigt een bakje.
30
U krijgt een stuk grond met het benodigde graszaad. U houdt van gras heb ik begrepen. Voor als u niet weet hoe alles werkt, heb ik hier een mooi tuinboek. De griffier overhandigt een boek over golfsport
35
En om uw goede goed te sparen, hierbij ook een groene overall. De griffier overhandigt een roodkleurig shirt.
40
Mocht u gras toch wat eentonig vinden, dan wil ik u hierbij tot slot ook nog een bos bloemen overhandigen. Hartelijk dank voor alles. Applaus.
45
De heer Nuis: Voorzitter, wethouders, griffier, raadsleden en andere aanwezigen, ik wil even een misverstand uit de wereld helpen: ik heb wel een huis met een tuin, maar daarin ligt geen gras. Verder wil ik eerst nog een belofte inlossen aan collega Van Rietschoten, toen hij ons de agenda 2005 deed toekomen. Een PvdA-raadslid uit Ridderkerk houdt van heel en niet van half werk. Daarom treedt hij toe tot een ander bestuur van evenwel dezelfde politieke signatuur om mee te bouwen aan een nieuwe fractie, groot en sterk.
50 Het zal u niet verbazen als ik u zeg dat ik hier met gemengde gevoelens sta. Ik ben in 2002 gekozen als raadslid voor de PvdA en ben vol enthousiasme aan de slag gegaan. Eigenlijk tot aan de dag van vandaag. Ik vond en vindt het een boeiende functie en had absoluut niet de intentie om er tussentijds mee te stoppen. De verkiezingen werpen hun schaduw vooruit, zoals dat vanavond
1740
31 januari 2005 / 1 februari 2005
5
10
15
20
25
30
35
ook bij andere fracties een beetje te merken was. In nauw overleg met fractie en bestuur heb ik besloten mij specifiek met de voorbereidingen van de verkiezingen bezig te gaan houden. Dat besluit geeft gemengde gevoelens, enerzijds de uitdaging om te werken aan een kwalitatief en kwantitatief opnieuw goede vertegenwoordiging voor de PvdA in de raad vanaf 2006 en anderzijds het katterige gevoel van het vroegtijdig verlaten van dit gremium. Van de Ridderkerkse politiek wordt wel eens gezegd dat het een saaie boel is. Er is zelden wat te beleven en er wordt niet met de vuist op tafel geslagen. Kortom: een ingeslapen boel waarbij de luisteraars van de SLOR slechts wakker schrikken als de voorzitter de vergadering afhamert. Zelfs dat zal u vanavond worden bespaard. Natuurlijk zou een verdere aanscherping van het debat voor mij wel mogen, maar dat laat onverlet dat er binnen deze raad met respect met elkaar wordt omgegaan, uiteraard met behoud van de eigen partijpolitieke beginselen. Ik heb het als een sterk punt in deze raad ervaren. Iets is zelden zwart-wit; er is altijd aandacht voor de nuance. De raad is niet te benijden. Immers, zij moeten de kaders stellen waarbinnen de wet haar uitvoerende zin moet zien te vinden. Vaak is de afgelopen vergaderingen door de wethouders gemeld: “U bent de raad, u moet het zeggen, de raad bepaalt, zeg het maar”. Dat klopt en in feite maakt dat met respect voor elkaar en alles, de raad binnen de gemeente tot het belangrijkste politieke instituut. Wil de raad deze taak naar behoren uitvoeren, dan dient zij zich diepgaand te informeren en te laten informeren over de beleidsterreinen. Dit kost tijd, veel tijd en daar zit naar mijn oordeel de spagaat, ook bij mij. Waardering past dan ook voor de kleinere fracties in deze raad. Wij van de PvdA zijn immers nog met zijn zessen. Daar waar de organisatie kan steunen op velen, dient het raadslid zijn evenwicht te vinden en te houden binnen de driehoek gezin, baan en vrije tijd. Het is niet voor niets dat in de literatuur steeds meer artikelen verschijnen over parttime raadslidmaatschappen en in sommige gemeenten zelfs fulltime. Ik ben er een groot voorstander van, omdat dit naar mijn oordeel recht doet aan de zeer belangrijke functie van de raad. Meer dan nu het geval is, moet nog meer aandacht worden besteed aan het nog beter functioneren van individuele raadsleden. De omgevingsfactoren spelen daarbij een belangrijke rol. Vergoedingen dienen te worden vergoed naar de tijdsbesteding en verantwoordelijkheden die daarbij horen. De kosten gaan in dit geval voor de baat uit en mogelijk kan dit een enorme stap voorwaarts zijn in het duale bestuur. Van het contact met de burger, de andere peiler van het dualisme, komt onvoldoende en soms zelfs niets terecht. Eigenlijk is dat te gek voor woorden. Terecht doen maatschappelijke organisaties in Ridderkerk een beroep op raadsleden om op zijn minst hun verhaal aan te horen. De actie gaat evenwel zelden uit van het raadslid zelf, omdat daar simpelweg geen tijd voor is. Aan de andere kant: hoe kan een raadslid weten wat in de samenleving leeft omdat de actie niet tweeërlei is? Ziehier: opnieuw een spagaat.
40 Functioneert de raad onvoldoende? Nee, dat zeker niet. Hoewel wat mij betreft soms best een spade dieper gegraven kan worden en wellicht zelfs moet worden. Dit komt de kwaliteit van de besluitvorming en dus eigenlijk de burgers van Ridderkerk uiteindelijk ten goede.
45
50
Voorzitter, ik wil mijn dank overbrengen aan het college voor het beantwoorden van de vragen. Ik wens het college succes in het verder uitbouwen van de nieuwe rol. Een lastige zoals blijkt, omdat in deze raadsperiode 146 wethouders hun post verlieten. Dank ook aan de organisatie die mij altijd keurig en correct te woord stond en in het bijzonder de financiële functie. Ik zal deze raad en de bijdragen van de fracties missen, zoals daar onder andere zijn: - De dossierkennis en de betogen van collega den Ouden; - Het minzame glimlachje van collega Smit; - De scherpe betooghouding van collega Van Houcke, altijd gestoeld op een positieve houding;
1741
31 januari 2005 / 1 februari 2005
15
Doorkijkjes van collega Onderdelinden, vraagteken, uitroepteken; De rustige en aimabele betoogtrant van collega Los; De oneliners van collega De Koning; De vastberadenheid en vasthoudendheid van collega Plaisier op met name het sociale gedachtegoed waarbij zijn gevoel voor humor versterkend werkt; De geweldige dossierkennis van collega Van Rietschoten die hij soms op onnavolgbare wijze te berde brengt; De griffie die op de bok van het gemeentelijke rijtuig 29 paarden in de teugels moet zien te houden en de bode en gastvrouwen voor de uitstekende verzorging; En last but not least, de stilte van onze raadsnotuliste die resulteert in oneindig veel woorden.
20
Het meest zal ik mijn eigen fractieleden missen. Pittige, soms emotionele discussies werden onder de bezielende leiding van Claudine afgewisseld met een enorme dosis humor. Altijd in een constructieve, warme manier, gebaseerd op respect voor elkaars standpunt. Dank daarvoor! Uiteraard blijf ik jullie vanuit een andere functie bij de PvdA volgen en ik kijk daarnaar uit.
5
-
10
-
25
Mevrouw de voorzitter, ik wens u, het college en de raad veel succes om aan het duale bestuur verder invulling te geven. Dat zal niet altijd even gemakkelijk zijn. Soms zal er moeten worden geschipperd. Zwart of wit bestaat in deze niet. Ook hier zijn nuanceringen belangrijk en mogelijk resulteren deze in uitkomsten die nooit goed of fout zijn. En om in dit kader te besluiten: is het verschil tussen onkruid en de bloem niet slechts een oordeel? Dank u wel. Applaus
30 De voorzitter: Dank u wel mijnheer Nuis. Daarmee zijn we gekomen aan het laatste punt voor vanavond, voordat ik overga tot schorsing van deze vergadering.
35
23. Mededeling van de commissie Onderzoek geloofsbrieven en de beslissing over de toelating tot de raad van mevrouw M. van Gink De voorzitter: Ik geef het woord aan mevrouw Boer, voorzitter van de commissie Onderzoek geloofsbrieven.
40
45
Mevrouw Boer: Dank u wel, voorzitter. Inmiddels gisteren (het is na middernacht) heeft de commissie vergaderd en de commissie bestond uit de heren Lagendijk, Koop en ondergetekende. Wij hebben de stukken onderzocht en geconstateerd dat het nieuw te benoemen raadslid, mevrouw Van Gink-van Wieringen voldoet aan de vereisten van het lidmaatschap voor de gemeenteraad. Dat betekent dat zij in Ridderkerk woont en de leeftijd van 18 jaar is gepasseerd. Voorts heeft de commissie geconstateerd dat er geen met het lidmaatschap conflicterende nevenfuncties zijn. De voorzitter: Ik stel de raad voor om op basis van het onderzoek geloofsbrieven, mevrouw Van Gink toe te laten tot de raad.
50 Ik schors de vergadering tot morgenavond 22.00 uur.
1742
31 januari 2005 / 1 februari 2005
24. Sluiting
5
Deel 1 van de vergadering, gehouden op 31 januari 2005 wordt om 00.15 uur gesloten. Deel 2 van de vergadering, gehouden op 1 februari 2005 wordt om ongeveer 23.00 uur gesloten.
10
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 februari 2005, de griffier, de voorzitter,
15
20
25
30
35
40
45
50 as
1743