openbare basisschool
'De Morskring'
Damlaan 1 * 2332 XG Leiden Tel. 071-5760852 * Fax 071-5760853 E-mail – Algemeen:
[email protected] Directie:
[email protected]
Beste ouders, In ons streven u zo volledig mogelijk te informeren over alle zaken die betrekking hebben op het schooljaar 2007-2008, is deze Schoolgids voor u samengesteld. De informatie in de Schoolgids richt zich vooral op de schoolorganisatie, de inhoud van ons onderwijs en op regels en afspraken die op de Morskring gelden. Veel van deze afspraken zijn gebundeld in de map ´Protocollen, Regelingen en Afspraken´ die voor ouders op school ter inzage ligt. Verder treft u algemene informatie in de gids aan die voor u en uw kind van belang kan zijn. De gids is echter niet volledig, omdat diverse activiteiten en evenementen die in het komende schooljaar gaan plaatsvinden, nog niet zijn vastgesteld. Maar daarvoor hebben we de ‘Morskring Info’ die enkele malen per jaar verschijnt. Hierin brengen we u op de hoogte van het laatste nieuws, recente ontwikkelingen en belangrijke mededelingen. Ik raad u aan zowel de Schoolgids als de Info’s zorgvuldig te bewaren, opdat u bepaalde informatie nog eens terug kunt lezen. Mede namens het schoolteam van de Morskring wens ik u en uw kind(eren) een heel fijn en succesvol schooljaar toe op de Morskring. Anneke van den Boogaart, directeur.
1
HET TEAM VAN DE MORSKRING
Voor: Ingrid Kruit, Audrey Bonnet, Saskia Rijsbergen en Meike de Goeij. Midden: Evelien Daniëls, Anoeska Fakkel, Margareth Meijer, Trees Ouwerkerk, Anneke van den Boogaart, Elise van den Burg, Sharony van Rossum, Ineke van Kempen en Prita Verver. Achter: Lucienne de Jong, Monique van Ark, Herman van Kleinwee, Hanneke Coorens, Linda van der Meer, Bep Fakkel, Mariet van Druten, Tom de Beer, Monique Klatt, Hans Neuteboom en Bas Venema.
Deze Schoolgids (in kleur) is ook geplaatst op onze website: www.morskring.nl 2
SCHOOLTEAM 'DE MORSKRING' CURSUSJAAR 2007 - 2008
SCHOOLLEIDING Anneke van den Boogaart Hans Neuteboom
Directeur Adjunct-directeur
GROEPSLEERKRACHTEN Groep 1A Groep 1B Groep 2A Groep 2B Groep 3A Groep 3B Groep 4A Groep 4B Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
: Trees Ouwerkerk & Hanneke Coorens : Meike de Goeij & Lucienne de Jong : Linda van der Meer : Sharony van Rossum : Ineke van Kempen & Margareth Meijer : Ingrid Kruit : Monique Klatt en Anoeska Kroesbergen : Audrey Bonnet & Mariet van Druten : Elise van den Burg : Saskia Rijsbergen : Herman van Kleinwee : Tom de Beer OVERIGE TAAKVERDELING
Trees Ouwerkerk Tom de Beer Bep Fakkel Hans Neuteboom Mariet van Druten Hanneke Coorens Linda van der Meer Herman van Kleinwee Monique van Ark Rieuwert Libbenga Anke Weysters Bas Venema Jan van der Heiden Nynke Tesselaar Jaap van Vliet Rachelle Hoedemaker Karin Amptmeijer
Coördinator onderbouw Coördinator bovenbouw Coördinator middenbouw Interne begeleider leerlingenzorg Contactpersoon Arbo-coördinator/Preventiemedewerker Contactpersoon Bedrijfshulpverlener Bedrijfshulpverlener Bedrijfshulpverlener ICT-coördinator Gymnastiek Muziek Leesbevordering Conciërge Conciërge Logopedie (OA) Schoolbegeleider (OA) Schoolarts Schoolmaatschappelijk werker
3
EEN OPENBARE SCHOOL De Morskring is een openbare basisschool. Elk kind in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, ongeacht afkomst of achtergrond, is bij ons in principe van harte welkom, mits de schoolorganisatie of de mogelijkheden van het schoolteam dit toelaten. Binnen ons onderwijs schenken we aandacht aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die bestaan in onze Nederlandse samenleving.
ONS SCHOOLGEBOUW Het schoolgebouw van de Morskring dateert uit de beginjaren 50 en heeft in 1993 een ingrijpende renovatie ondergaan, waarbij ondermeer een aula aan de school is gebouwd. In 2004/2005 heeft opnieuw een verbouwing plaatsgevonden. Vanwege de groei van het aantal leerlingen was uitbreiding van het schoolgebouw noodzakelijk geworden. In 2005 hebben we onze nieuwe vleugel in gebruik genomen. Met de nieuwbouw zijn twee leslokalen, een speelzaal voor de kleuters, een multifunctionele ruimte en een ruimte voor de Interne Begeleider gecreëerd. Het bestaande schoolgebouw bestaat verder nog uit twee andere vleugels: één voor de onderbouw (kleuters) en één voor de midden/bovenbouw, met ieder een eigen speelplein. Beide speelpleinen zijn voorzien van nieuwe speeltoestellen. Ook de voortuin heeft een ware metamorfose ondergaan. Het fraaie straatwerk, de vier plantvakken en enkele nieuwe bomen geven de voorzijde van het toch al oude gebouw een moderne uitstraling. Voor de gymnastieklessen maken we gebruik van de sportzaal aan de Vondellaan.
4
VAKANTIEREGELING 2007 – 2008 Leidens Ontzet Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Zomervakantie
3 oktober 2007 20 oktober 2007 t/m 28 oktober 2007 22 december 2007 t/m 6 januari 2008 23 februari 2008 t/m 2 maart 2008 21 maart 2008 t/m 24 maart 2008 26 april 2008 t/m 12 mei 2008 19 juli 2008 t/m 31 augustus 2008
ROOSTERVRIJE DAGEN & STUDIEDAGEN Ter compensatie van de teveel gemaakte uren zijn voor de kleutergroepen (1A-1B-2A-2B) 10 roostervrije dagen vastgesteld: 21 september – 19 oktober – 12 november – 14 december – 21 januari – 22 februari – 17 maart – 18 april – 30 mei en 30 juni. Op de roostervrije dagen zijn de kleutergroepen vrij! De studiedagen konden nog niet worden vastgesteld. Wij maken deze data ruim van tevoren aan u bekend. Wel is er op donderdag 24 januari 2008 een studiedag voor het Openbaar Onderwijs Leiden. De school is op deze dag gesloten!
SCHOOLTIJDEN Groepen 1 t/m 4
Groepen 5 t/m 8
's Morgens van 08.45 tot 12.00 uur (inloopkwartier vanaf 08.30 uur) 's Middags van 13.15 tot 15.15 uur (op woensdagmiddag is er geen school)
's Morgens van 08.30 tot 12.00 uur (op woensdag tot 12.15 uur) ’s Middags van 13.15 tot 15.15 uur (op woensdagmiddag is er geen school)
Na aftrek van vakantiedagen, roostervrije dagen, studiedagen etc. bedraagt het aantal onderwijsuren voor de groepen 1 t/m 4 tenminste 880 uur per jaar per groep. Voor de groepen 5 t/m 8 is dit tenminste 1000 uur per jaar per groep. De groepen 1 t/m 4 hebben 24 ¼ uur onderwijs per week. Voor de groepen 5 t/m 8 zijn dat 25 ¾ uur. Het maximum aantal lesuren per dag bedraagt 5 ½ uur . De groepen 3 t/m 8 hebben ’s ochtends 15 minuten pauze. De kleutergroepen hebben geen vastgestelde pauzes. De middagpauze (tussen de middag) bedraagt 1 uur en 15 minuten. De school biedt de kinderen de gelegenheid om over te blijven (Kinderkantine). Om op tijd met de lessen te kunnen beginnen, openen wij de deuren 5 minuten voor aanvang van de schooltijd. Dit geldt zowel 's morgens als 's middags. Om half 9 (groepen 5 t/m 8), om kwart voor 9 (groepen 1 t/m 4) en om kwart over 1 (alle groepen) sluiten we de deuren en moeten de kinderen binnen zijn.
5
GYMNASTIEK De gymlessen voor de groepen 3 t/m 8 vinden plaats in de sportzaal aan de Vondellaan en worden gegeven door onze vakleerkracht Monique van Ark. Bij het ter perse gaan van deze Schoolgids was het rooster nog niet bekend. U ontvangt dit op de eerste schooldag. Gymnastiekkleding en gym- of sportschoenen zijn verplicht. Deze spullen moeten in een aparte tas mee naar school worden genomen. Gymnastiekspullen mogen niet op school worden achtergelaten. De kinderen lopen daardoor het risico spullen kwijt te raken en bovendien moet de gymnastiekkleding natuurlijk ook regelmatig worden gewassen! Het dragen van horloges, sieraden, oorringen, hoofddoekjes, polsbandjes etc. tijdens de gymlessen is gevaarlijk en is dus niet toegestaan. De kleuters hebben gym in de nieuwe speelzaal. Zij moeten daarbij allemaal gymschoentjes aan die ze ook zelf kunnen aantrekken, bijvoorbeeld balletschoentjes of schoentjes met klittenband. De schoentjes blijven op school, omdat we iedere dag gebruik kunnen maken van de speelzaal.
ZIEKMELDINGEN + ADRESWIJZIGINGEN Wanneer uw kind ziek is en niet naar school kan, bent u verplicht dit te melden. U kunt naar school bellen (vóór half 9!!) of iemand een briefje meegeven. Het telefoonnummer van de school is: 071-5760852. In de meeste gevallen krijgt u de conciërge aan de lijn. Vertel hem ook in welke groep uw kind zit. Mutaties (bijv. een adreswijziging of een ander telefoonnummer) dient u schriftelijk in te dienen bij de schoolleiding. Dit kan ook per fax of e-mail.
Fax: 071 - 5760853
E-mail:
[email protected]
6
ACTIVITEITEN + EVENEMENTEN * maandag 24 september 2007 * dinsdag 25 september 2007 * maandag 1 oktober 2007 * dinsdag 2 oktober 2007 * maandag 19 november 2007 * dinsdag 4 december 2007 * woensdag 5 december 2007 * vrijdag 7 december 2007 * 27 en 28 november 2006 * woensdag 19 december 2006 * donderdag 24 januari 2008 * 12 – 13 – 14 februari 2008 * donderdag 20 maart 2008 * vrijdag 4 april 2008 * 7 en 8 april 2008 * 2 t/m 6 juni 2008 * donderdag 12 juni 2008 * vrijdag 27 juni 2008 * vrijdag 27 juni 2008 * dinsdag 8 juli 2008 * 11-12 juli 2008 * woensdag 16 juli 2008
Informatieavond Middenbouw Informatieavond Bovenbouw Minikoraal 3 oktoberfeest Hutspotmaaltijd Informatie-/werkavond Onderbouw Sinterklaas in de onderbouw Sinterklaas in de midden+bovenbouw 1e Rapport 10-Minutengesprekken Kerstmaaltijd Onderwijsdag Cito-eindtoets Paaslunch 2e Rapport 10-minutengesprekken Schoolkamp Schoolfotograaf Sportdag in de Leidse Hout Spelletjesdag op school Musical Nacht van 8 3e Rapport
Groepen 3-4-5 Groepen 6-7-8 Groepen 7-8 Alle groepen Groepen 1-2 Groepen 1-2 Groepen 3-8 Groepen 3-8 Groepen 3-8 Alle groepen Geen school Groep 8 Alle groepen Groepen 3-8 Groepen 3-7 Groep 8 Alle groepen Groepen 3-8 Groepen 1-2 Groep 8 Groep 8 Groepen 3-7
Bovenvermelde data zijn onder voorbehoud. Over eventuele veranderingen brengen we u ruim van tevoren op de hoogte. Overige activiteiten: * Bibliobus * Theater- en museumbezoeken * Excursies * Activiteiten Kinderboekenweek * Voorleeswedstrijd * Pietenfeest * Juffen- en meestersdag * Schoolreisjes * Verkeersexamen * Entreetoets Cito * Schoolproject * Schoolsporttoernooien * Morskring schaaktoernooi * Schoolkeuzegesprekken * Ouderavond
Alle groepen Alle groepen Alle groepen Alle groepen Groepen 7-8 Groepen 1-2 Alle groepen Alle groepen Groep 7 Groep 7 Alle groepen Groepen 3-8 Groepen 6-8 Groep 8 Ouders
7
HET IN- EN UITSCHRIJVEN VAN LEERLINGEN De inschrijving:
De directeur maakt met ouders die hun kind willen laten inschrijven op de Morskring, of op zoek zijn naar een school voor hun kind, een afspraak voor een persoonlijk onderhoud. Tijdens dit onderhoud krijgen de ouders informatie over de school: over de doelstellingen en uitgangspunten van ons onderwijs, de wijze van werken, de organisatie, de schoolbevolking, de schoolregels, de mensen die er werken etc. Vervolgens worden de ouders door het schoolgebouw rondgeleid. Omdat ook alle groepen worden bezocht en de ouders de school daardoor volop in bedrijf kunnen zien, krijgen zij een goede indruk van de werkwijze, de organisatie en de sfeer binnen de school. En zij maken daarbij kennis met de leerkrachten. Als ouders hebben gekozen voor de Morskring, vullen zij samen met de directeur het inschrijfformulier in en ondertekenen dit. De gegevens worden, als het kind de school daadwerkelijk bezoekt, overgenomen in de elektronische leerlingenadministratie. Om de privacy van ouders te waarborgen hebben alleen de schoolleiding en de interne begeleider het recht van inzage in deze gegevens. Indien de noodzaak daartoe bestaat, kan de schoolleiding aan een leerkracht bepaalde, van belang zijnde oudergegevens verstrekken. In het protocol ‘Dossiervorming leerlingen’ zijn de regels vastgelegd op welke wijze de school de privacy van leerlingen en ouders waarborgt. De schoolleiding meldt ingeschreven leerlingen aan bij de afdeling Leerlingen-administratie van de gemeente Leiden. Vanwege de grote belangstelling voor de school is het belangrijk dat ouders hun kind tijdig aanmelden. Dat geldt ook voor de ouders die al een of meerdere kinderen op school hebben.
Persoonsgebonden nummer (PGN)
Vanaf 1 oktober 2006 zijn alle scholen verplicht van de ingeschreven leerlingen het Sofinummer in de leerlingenadministratie te hebben opgenomen. Bij de inschrijving wordt door de school naar dit nummer gevraagd. In de uitwisseling met de Informatie Beheer Groep (IBGroep) wordt het Sofi-nummer het ‘persoonsgebonden’ nummer (PGN) genoemd. Het Sofinummer van uw kind ontvangt u middels een kennisgeving van de belastingdienst. Bent u niet in het bezit van deze kennisgeving,, dan bestaan er ook andere documenten waarop het Sofi-nummer van uw kind staat vermeld, zoals een eigen paspoort of identiteitskaat van uw kind, of een uittreksel uit de Gemeentelijke Basis Administratie. Van een van de documenten dient u tevens een kopie op school in te leveren.
Het onderwijskundig rapport:
Het kan voorkomen dat een kind tijdens een schooljaar de school verlaat. De school zorgt dan voor een onderwijskundig rapport. In dit rapport wordt aangegeven hoe het kind zich op school heeft ontwikkeld. Het rapport is bestemd voor de school waar het kind naar toe gaat. Ouders hebben recht op inzage. Het rapport wordt binnen vijf werkdagen na het vertrek naar de betreffende school gestuurd.
Protocol schoolwisselingen
De Leidse scholen en schoolbesturen zijn van mening dat een ononderbroken schoolloopbaan van groot belang is voor kinderen. Gezamenlijk proberen scholen en besturen ongewenste schoolwisselingen te voorkomen. Daartoe hebben de besturen een protocol opgesteld en ondertekend. In dit protocol is de handelwijze van scholen vastgelegd. Het protocol ligt ter inzage op school.
8
DE LEERPLICHT Als uw kind vier jaar is, mag het naar de basisschool. Verplicht is het dan nog niet. Dat komt pas een jaar later. Want als uw kind vijf jaar is geworden, moet het naar school. Op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden, is het namelijk leerplichtig. U als ouder bent er verantwoordelijk voor dat uw kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. Nu kan het gebeuren dat een volledige schoolweek voor een vierjarige nog wat te vermoeiend is. In dat geval kunt u, in overleg met de leerkracht, uw kind thuishouden. Door de inspectie zijn daar regels over opgesteld. U moet zich echter wel steeds realiseren dat het onderwijs, dus het naar school gaan, voor uw kind heel belangrijk is. Het hoeft nog niet naar school, maar aangezien er in de basisschool sprake is van een soepele doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen van vier tot twaalf jaar, is het wel zo verstandig uw kind zo min mogelijk thuis te houden.
REGELS VOOR TOELATING, SCHORSING EN VERWIJDERING De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk zal de directeur van de school de inschrijving van een leerling regelen. De toelating van een leerling op een school mag niet afhankelijk zijn van een geldelijke bijdrage van de ouders. Wanneer er sprake is van een schorsing en/of een verwijdering van een leerling, wordt in alle gevallen het bestuur ingeschakeld. De regels voor schorsing en verwijdering zijn vastgelegd in het protocol ‘Toelating en verwijdering aan een openbare school’.
GRONDEN VOOR VRIJSTELLING VAN HET ONDERWIJS EN DE VERVANGENDE ONDERWIJSACTIVITEIT De leerlingen zijn verplicht aan alle activiteiten die in het activiteitenplan of schoolplan zijn vastgelegd deel te nemen. De directeur van de school kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen om deel te nemen aan bepaalde activiteiten. Een vrijstelling is alleen mogelijk als dit in het schoolplan is beschreven. Daarbij moeten ook de gronden waarop vrijstelling mogelijk is, zijn aangegeven. Wanneer een leerling vrijstelling voor een onderwijsactiviteit heeft, bepaalt de directeur welke vervangende onderwijsactiviteiten de leerling moet verrichten.
9
VERLOFREGELING Extra verlof voor vakantie is niet meer toegestaan, behalve als één van de ouders kan aantonen dat hij of zij tijdens de gewone schoolvakanties geen vrij kan nemen, of dat één van de ouders verplicht vakantie moet opnemen buiten de schoolvakanties. Er dient dan wel een werkgeversverklaring te worden overlegd. In bepaalde gevallen kunnen ouders verlof voor hun kind aanvragen. Bijvoorbeeld bij verhuizing, bij een huwelijk of overlijden van een familielid, viering van een jubileum enz. Ook kunnen zich andere 'gewichtige omstandigheden' voordoen. De schoolleiding bepaalt in een dergelijk geval of er werkelijk sprake is van gewichtige omstandigheden. Een formulier voor de aanvraag van verlof kunt u verkrijgen bij de schoolleiding of bij één van de groepsleerkrachten. Een aanvraag dient 14 dagen van tevoren te worden ingediend. U krijgt van ons zo spoedig mogelijk te horen of het verlof is toegekend. Voor alle duidelijkheid: eerder op vakantie gaan of later van vakantie terugkeren is dus niet toegestaan! De schoolleiding is verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij het Regionaal Bureau Leerplicht.
VERLOF OF ZIEKTE VAN EEN LEERKRACHT Alle leerkrachten hebben per schooljaar recht op een aantal dagen ADV, of maken gebruik van een seniorenregeling (Bapo). Zij worden gedurende deze dagen vervangen door een leerkracht die aan de school verbonden is. In de regel is dit voor elke groep steeds dezelfde persoon. Het kan voorkomen dat een leerkracht een cursus volgt die onder schooltijd plaatsvindt. Wij doen dan een beroep op een invaller(ster). Dit geldt ook in het geval een leerkracht ziek is, of om een andere reden verlof heeft. Het gebrek aan invallers stelt scholen dikwijls voor grote organisatorische problemen. Ook wij hebben daarmee te maken. Bij ziekte van een leerkracht doen wij ons uiterste best om de vervanging goed te regelen. Lukt dit niet, dan proberen wij de vervanging intern op te lossen. Als we ook daar niet in slagen, dan worden de kinderen over de overige groepen verdeeld. In principe worden er geen kinderen naar huis gestuurd. Mocht de extreme situatie zich voordoen dat meerdere leerkrachten ziek zijn en ook het verdelen van de kinderen over andere groepen niet tot de mogelijkheden behoort, dan treedt het noodplan voor het naar huis sturen in werking. Dit noodplan is vastgelegd in het protocol ´Vervanging bij ziekte personeel´. Samengevat hanteren wij de volgende richtlijnen: x alleen in uiterste nood naar huis sturen; x ouders schriftelijk op de hoogte stellen; x alleen met goedkeuring van ouders; x opvang op school voor leerlingen waarvan de ouders niet thuis zijn.
10
UITSTROOMGEGEVENS + CITO-SCORE Onze leerlingen van groep 8 gaan komend schooljaar naar de volgende VO-scholen: Da Vinci College/Leonardo (VWO+HAVO/VWO) Da Vinci College/Leonardo (VMBO T/BB/KB) Da Vinci College/Leonardo (VMBO/HAVO) Da Vinci College/Leonardo (VMBO-LWOO) Stedelijk Gymnasium Leiden Bonaventura College (HAVO/VWO) Bonaventura College (VMBO-LWOO) Internationale Kopklas Visser ’t Hooft (TTO-Gymnasium) Visser ’t Hooft (VMBO-LWOO) Vlietland College (VWO) Vlietland College (VMBO/HAVO) Praktijkschool
3 4 1 1 4 2 1 1 2 1 1 2 2
De gemiddelde schoolscore van de Cito-eindtoets 2007 van de Morskring was 537,5. Dit is ruim boven het landelijk gemiddelde (535,1), waarbij een vergelijking is gemaakt met alle deelnemende Nederlandse basisscholen. Het landelijk gemiddelde van de scholen met eenzelfde schoolpopulatie als de Morskring bedroeg 534,3.
DE KLASSENVERKLEINING Enige jaren geleden stelde het Ministerie van Onderwijs jaarlijks middelen ter beschikking om de klassen in de onderbouw van de basisschool te verkleinen. Op de Morskring hebben wij die middelen destijds aangewend voor het formeren van een vierde kleutergroep en later voor het opsplitsen van groep 3. Ook in het komende schooljaar zal de nieuwe groep 3 worden opgedeeld in twee aparte, kleinere groepen. Deze twee groepen 3 worden gehuisvest in de nieuwbouwvleugel. Ook groep 4 bestaat uit twee kleine groepen. Minder kinderen betekent simpelweg dat er meer individuele aandacht aan de kinderen kan worden besteed. Er kan meer zorg worden geboden en observaties kunnen beter worden uitgevoerd. In groep 5 creëren we bovendien ‘meer handen in de klas’ door op de ochtenden groepsondersteuning in te zetten.
11
INFORMATIE & RAPPORTAGE Aan het begin van het schooljaar wordt u uitgenodigd voor een informatieavond. Tijdens deze avond zet de groepsleerkracht van uw kind uiteen wat er in dat jaar zoal staat te gebeuren. Algemene informatie krijgt u van ons via de Morskring Info die enkele malen per jaar verschijnt. In de midden- en bovenbouwgroepen krijgen de leerlingen drie keer per jaar een rapport. In groep 3 hanteren we de zogeheten 'seizoenrapporten'. Hierin treft u ook werk van uw kind aan. De leerlingen van de groepen 4 t/m 8 krijgen een 'gewoon' rapport. Dit rapport bevat geen cijfers, maar beoordelingen in ‘prima’, 'goed', 'ruim voldoende', ‘voldoende’, 'matig', 'onvoldoende' of combinaties daarvan. De beoordelingen worden veelal aangevuld met een toelichting. Twee keer per jaar zijn er 10-minutengesprekken, waarin u door de leerkracht op de hoogte wordt gebracht van de vorderingen van uw kind, mede aan de hand van het rapport. In het protocol ‘Zittenblijven’ is vastgelegd welke stappen er worden genomen voordat besloten wordt een leerling te laten doubleren. Vooral de gesprekken met de ouders van de leerling zijn hierbij van belang. Uiteindelijk is het de directeur die beslist over wel of niet doubleren. Het valt onder het beleid van de school welke leerlingen overgaan van groep 2 naar 3. De regeling dat kinderen voor 1 oktober zes jaar moeten zijn om naar groep drie te mogen bestaat sinds 1985 niet meer. Overgang van een leerling heeft tegenwoordig niets meer te maken met de leeftijd van het kind, maar wel met de ontwikkeling die een leerling heeft doorgemaakt. De school zal vooral kijken naar de werkhouding, concentratie en de cognitieve ontwikkeling. Het oordeel is onder andere gebaseerd op observaties, toetsen, gesprekken met de Interne Begeleider (IB-er). De school dient te bevorderen (maar is het niet verplicht) dat de verblijfsduur in het primair onderwijs acht aaneengesloten jaren bedraagt.
TOETSEN Op school worden bepaalde leerstofonderdelen 'getoetst'. Dit betekent simpelweg dat er bekeken wordt of de leerling de aangeboden en verwerkte leerstof heeft begrepen. Wij hanteren hiervoor methodegebonden toetsen en deze vormen een onderdeel van bijvoorbeeld de reken- of taalmethode. Ook bestaan er niet-methodegebonden toetsen. Welke wij onder meer op school gebruiken, kunt u lezen in het hoofdstuk over de leerlingenzorg. In groep 7 wordt in mei/juni de Cito-Entreetoets afgenomen. Deze toets is bedoeld om te kijken hoe de leerlingen ervoor staan en aan welke leerstofonderdelen nog extra aandacht moet worden besteed. De Cito-Eindtoets voor de leerlingen van groep 8, die dit schooljaar op 12 – 13 en 14 februari wordt afgenomen, is bedoeld om naast het schooladvies een tweede oordeel over de prestaties van de leerlingen te verkrijgen. De gegevens van deze toets gaan ook naar de school voor voortgezet onderwijs waar de leerling is aangemeld. Bij de beoordeling of een kind wordt toegelaten op een school voor voortgezet onderwijs is het advies van de basisschool veelal doorslaggevend, tenzij de Cito-Eindtoets erg laag is uitgevallen. In dat geval volgt overleg tussen de basisschool en de VO-school. Op grond van de toetsscore kan een VO-school een leerling weigeren. Ook een toelatingstoets behoort tot de mogelijkheden. Zowel van de Entreetoets als van de Eindtoets ontvangen de ouders de door het Cito berekende toetsresultaten van hun kind.
12
REGELS IN EN OM DE SCHOOL Veel kinderen bij elkaar betekent dat je genoodzaakt bent om regels met elkaar af te spreken. Alleen dan kan alles ordelijk en veilig verlopen. Op de Morskring hebben we 'pleinregels' en 'klassenafspraken'. Al lezende komt het wellicht wat streng over, maar dat heb je nu eenmaal met regels. Denk maar aan het verkeer. Regels en afspraken hebben echter ook een positieve invloed op de sfeer binnen de school of de groep. Je weet waar je aan toe bent en er ontstaat minder snel irritatie. Als je je maar wel aan de afspraken houdt. Met elkaar (leerlingen en leerkrachten) zijn wij verantwoordelijk voor de naleving ervan.
Pauze:
KLASSENAFSPRAKEN Tijdens de pauze blijft niemand in het lokaal zonder toestemming van de leerkracht. Als er twee keer wordt gebeld, hebben we 'binnenpauze'.
Toilet: Eén kind tegelijk naar het toilet Vraag toestemming om naar het toilet te gaan. Stoor andere kinderen of groepen niet als je naar het toilet loopt. Kort na het begin of kort voor het einde van de ochtend of middag gaan we niet naar het toilet. Was je handen als je naar het toilet bent geweest. Trakteren: Een jarige trakteert in de klas kort voor de pauze. Een jarige mag twee klasgenoten meenemen bij het rondgaan langs de andere groepen. Dit gebeurt direct na de ochtendpauze. Verzorging: Kinderen die 'klassenhulp' zijn, verzorgen na schooltijd de planten, vegen de vloer, maken het bord schoon enz. Houd je tafeltje en je kastje netjes! Wees zuinig op je (school)spullen! Afval in de prullenbak, papier in de papierbak! Algemeen: Niet snoepen tijdens de les! Gebruik van tipp-ex is verboden. Jassen aan de kapstok in de gang. Geen pet of cap op tijdens de les!
13
PLEINREGELS
Niet vechten, ruziën en geen vechtspelletjes! Niet pesten! Niet schelden! Niet van het plein af! Alleen met toestemming van de leerkracht of iemand van de Kinderkantine naar binnen (toilet, iets halen enz.). Niet fietsen, skateboarden, skeeleren of rolschaatsen! Fietsen IN de rekken! Voetballen doen we op het voetbalpleintje Voetballen alleen met foamballen! Afval in de afvalbakken doen! Stoppen met spelen als het tijd is! Niet dringen bij het ingaan van de school! Niet bij de toegangshekken blijven hangen!
N.B. Enkele van deze regels gelden natuurlijk ook voor de ouders! Voorts willen wij liever niet dat ouders roken op het schoolplein als zij op hun kind staan te wachten. Het is geen goed voorbeeld voor de kinderen en we willen ermee voorkomen dat het plein bezaaid raakt met sigarettenpeuken. Roken in het schoolgebouw is overigens ook verboden.
ZORG VOOR HET MATERIAAL Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren zuinig om te gaan met hun spullen. Niet alleen op hun eigen, van huis meegebrachte spulletjes, maar ook op het materiaal dat door de school is verstrekt. Al die materialen kosten veel geld. Daarom is het van belang dat de kinderen er lang mee doen. Aan het begin van het schooljaar krijgen de kinderen vanaf groep 3 ondermeer een balpen, een potlood, een liniaal of driehoek, gum, een kladblok en kleurpotloden. Vervolgens ook nog een flacon lijm en een schaar. Zoekgeraakte of vernielde materialen worden niet meer door de school vervangen. In dat geval dienen de kinderen zelf voor nieuwe te zorgen. Dit geldt uiteraard niet
voor een lege balpen of een ‘opgeslepen’ potlood. Daarvoor krijgen de kinderen een nieuwe. Het komt regelmatig voor dat kinderen boeken van school mee naar huis moeten nemen in verband met huiswerk. Om die dure boeken te beschermen is het belangrijk dat uw kind een stevige schooltas of rugzak heeft. Schoolboeken mogen niet los, of in plastic draagtasjes mee naar huis worden genomen. Beschadigde of zoekgeraakte boeken worden bij de desbetreffende ouders in rekening gebracht. Aangezien een gemiddeld schoolboek al gauw tussen de 15 en 25 euro kost, is het raadzaam dat ook u erop toeziet dat uw kind zuinig met het schoolmateriaal omgaat.
14
GEDRAGSREGELS EN AFSPRAKEN In het protocol ‘Gedragsregels en Afspraken’ zijn de gedragsregels vastgelegd waaraan personeel, ouders en kinderen zich dienen te houden. Twee voorbeelden uit het protocol: 1. Racistisch gedrag en racistische opmerkingen worden op geen enkele manier getolereerd. Iedereen die bij de school betrokken is, dient zich te houden aan de antiracismeverklaring die we in Leiden met alle schoolbesturen hebben ondertekend. 2. De plaatsing van leerlingen in groepen en/of gebouwen valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de school.
OMGAAN MET ELKAAR Gelijkwaardigheid tussen mensen is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Onze kinderen moeten respect op kunnen brengen voor waarden en normen van anderen die zich onderscheiden in kleur, status, handicap, cultuur of geloof. We zijn op de Morskring daarom alert op discriminatie en pesten en werken vooral aan het voorkomen ervan. En als het toch gebeurt, dan grijpen we direct in! In voorkomende gevallen herinneren we de kinderen aan de bestaande regels op school, zoals de klassenafspraken, de pleinregels, het reglement Kinderkantine en het pestprotocol. Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we graag met u praten om erachter te komen wat de reden daarvan is. Misschien kunnen wij op school maatregelen treffen ter verbetering. Elk kind moet met plezier naar school gaan; het is de basis van al het leren. Waar veel kinderen samenkomen, wordt ook gepest. Dat gebeurde vroeger al, en het is in deze tijd niet anders. Het is een veel voorkomend verschijnsel. De sfeer in de groep of tussen kinderen onderling raakt erdoor 'verpest', de slachtoffers voelen zich onveilig en de leerkracht zit met een probleem opgezadeld. Wij zien het pesten dan ook als zeer ongewenst en doen er alles aan het 'pestprobleem' te voorkomen en, indien daartoe aanleiding bestaat, activiteiten te ontplooien om het pesten aan te pakken. In feite geldt hetzelfde voor ongewenste gedragingen als klikken, schelden enz. De Morskring heeft het 'Nationaal Onderwijs Protocol tegen Pesten' ondertekend. Hierin staat ondermeer dat het schoolteam afspraken heeft gemaakt hoe op school met pesten wordt omgegaan. Op school is les- en informatiemateriaal aanwezig waar de leerkrachten gebruik van kunnen maken.
15
CONTACTPERSONEN + KLACHTENREGELING Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling Openbaar Onderwijs Leiden. Klachten kunnen gaan over begeleiding van leerlingen, de toepassing van strafmaatregelen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Een klager bepaalt zelf of hij/zij de klacht bij het bevoegd gezag of bij de klachtencommissie indient. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon of naar de klachtencommissie. De school heeft ten minste één contactpersoon die de klager verwijst naar de vertrouwenspersoon. Deze contactpersoon maakt deel uit van de schoolorganisatie. De contactpersoon heeft de taak te zorgen voor een eerste opvang bij problemen en klachten en eventueel te verwijzen naar de vertrouwenspersonen. Voor het werk van de contactpersonen zijn richtlijnen opgesteld. Naast de taak tot verwijzen kan een contactpersoon ook hulpverlenende, preventieve en begeleidende taken hebben binnen de school. Op de school wordt een incidentenregistratie bijgehouden. Het bevoegd gezag heeft de beschikking over drie vertrouwenspersonen die fungeren als aanspreekpunt bij klachten. Contactpersonen en bevoegd gezag kunnen verwijzen naar deze vertrouwenspersonen. Indien de klager dit wenst, begeleidt de vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Het behoort tot de taak van de contact- en vertrouwenspersonen om meldingen en klachten te registreren en jaarlijks een geanonimiseerde rapportage te overleggen aan het bestuur. Daarnaast zal door de school een centraal systeem van incidentenregistratie worden bijgehouden dat inzicht kan geven in de mate en ernst van problemen als bijvoorbeeld agressie. Op basis van deze gegevens kan de school gerichter maatregelen nemen en beleid maken. Vertrouwenspersonen Mw. A. Dekker (06-10509038), Mw. I. Velthuyzen (06-10508801), dhr. T. van Loon (06-10509057) Wanneer u een van de vertrouwenspersonen wilt spreken, kunt u op de voice-mail uw telefoonnummer inspreken. U wordt dan zo spoedig mogelijk teruggebeld. Landelijke Klachtencommissie Voor het Openbaar Onderwijs en het Algemeen Toegankelijk Onderwijs, Postbus 162, 3440 AD Woerden, Tel. 0348 - 405 245 Centraal meldpunt vertrouwensinspecteur De inspectie heeft een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Zij adviseren en ondersteunen bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld zoals grove pesterijen. Ook kan men de vertrouwensinspecteur bellen voor: extremisme, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme en radicalisering. Leerlingen, docenten en ouders die met deze klachten te maken hebben, kunnen een beroep doen op de vertrouwensinspecteur. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is de school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Tel. 0900 – 111 3111 Bevoegd gezag Bureau Openbaar Onderwijs, Maresingel 3, 2316 HA Leiden (071 - 524 76 70) Interne contactpersonen van de school Bep Fakkel en Mariet van Druten (071-5760852)
16
PROCEDURE ONDERZOEK EN ADVISERING SCHOOLVERLATERS Als uw kind in groep 8 zit, staan u en wij voor de vraag voor welke vorm van vervolgonderwijs gekozen moet worden. Die vraag is heel belangrijk, want uw kind moet op de juiste plek terecht komen. Wij verstrekken u de nodige informatie over de mogelijke vervolgscholen en over de procedure rond de schoolkeuze. De VO-scholen organiseren bovendien ‘open dagen’. Soms is het nodig dat uw kind op de VO-school extra zorg en ondersteuning krijgt. Dat is mogelijk op enkele scholen die daarvoor van de overheid extra geld krijgen. Het gebruikmaken van die extra hulp kan alleen als de schoolkeuze officieel is goedgekeurd. Het advies wordt daarmee dan een ‘beschikking’, vergelijkbaar met de beschikking voor kinderen die naar het speciaal onderwijs gaan. De beschikking is dus nodig om in aanmerking te komen voor Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en voor het Praktijkonderwijs (PRO). Het kan zijn dat onze beschikbare schoolgegevens over uw kind aangeven dat extra zorg voor uw kind in het Voortgezet Onderwijs naar alle waarschijnlijkheid nodig is. Bijvoorbeeld door grote leerachterstanden, of omdat wij ons zorgen maken over de ontwikkeling van uw kind. Deze kinderen nemen deel aan de gemeenschappelijke testen van het Basisonderwijs en het Voortgezet Onderwijs. Om aan deze testen deel te nemen, dient u schriftelijk toestemming te geven. De testen vinden eind oktober en begin november plaats. x x x x
Afname, verwerking en bespreking van de test gebeuren door ons en door het Zorgloket van het Voortgezet Onderwijs. Na de test wordt het schooladvies gegeven. Dit gebeurt in een adviesgesprek dat wij met u hebben. U krijgt daarbij een schriftelijk overzicht van de behaalde resultaten. De gegevens worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld en gaan pas naar de gekozen VO-school nadat uw kind daar is aangemeld. Hierna wordt met deze gegevens een beschikking aangevraagd. Afhankelijk van het advies bepalen wij, in overleg met u, of deelname aan de Citoeindtoets nog noodzakelijk is.
Voor meer informatie over bovenstaande procedure: http://wsnsregioleiden.nl.
17
LEERLINGENZORG De interne begeleider De coördinatie van de leerlingenzorg op de Morskring is in handen van Bep Fakkel. Het werk van de interne begeleider is erg gevarieerd. Zij heeft taken zowel op individueel, groeps- als op schoolniveau. Dit houdt ondermeer in dat zij overleg voert x met de directie, de contactpersoon van OA en met ambulante begeleiders x binnen het IB-netwerk van het Samenwerkingsverband x over de aanmelding van leerlingen aan SBO-scholen (onder andere met PCL) x met externe instanties ( Schoolmaatschappelijk Werk, Jeugdzorg e.d.) x met ouders van zorgleerlingen in overleg met de leerkracht Leerlingvolgsysteem (LVS) Op school werken we met een leerlingvolgsysteem (LVS). Wij observeren, toetsen en controleren. Het LVS werkt als een signaleringssysteem waarbij duidelijk wordt gemaakt of er bij de kinderen groei, stagnatie of een terugval van het leerproces valt op te merken. De interne begeleider beheert het leerlingvolgsysteem en de organisatie van het groepsgewijs schoolonderzoek. Dat wil zeggen: x bijhouden van het leerlingvolgsysteem x afnemen en laten afnemen van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem x verwerken of laten verwerken van de toetsuitslagen x analyseren van de toetsgegevens (met de leerkracht) x diagnostisch onderzoek afnemen of laten afnemen x bewaken van de dossiervorming en dossierbeheer voeren x instrueren van collega’s over het leerlingvolgsysteem x bespreken van gesignaleerde leerlingen met de leerkracht x het opstellen van handelingsplannen (met de leerkracht) Overige taken: x organiseren en voorzitten van de leerlingbesprekingen x klassenconsultaties en nabespreking Bij de screening hanteren we de volgende Cito-toetsen: Groep 2 Groepen 3 t/m 8 Groepen 4 t/m 8
Taal voor kleuters + Ruimte en tijd + Ordenen ( incidenteel) DMT toets ( leestoets) + SVS toets ( spellingtoets) + Reken/wiskunde toets Begrijpend lezen
Uw kind, onze zorg Het komt in elke groep voor dat leerlingen de aangeboden stof niet goed hebben opgenomen, of dat het tempo te hoog ligt. De capaciteiten van de leerlingen zijn immers verschillend. Dat betekent dat een leerkracht goed moet kunnen omgaan met de verschillen in de groep. Niet alle achterstanden kunnen door de groepsleerkracht worden weggewerkt. Externe hulp is dan nodig. Samen met de interne begeleider en een remedial teacher wordt een handelingsplan opgesteld. Voor het bieden van individuele hulp aan leerlingen heeft de remedial teacher een uitgebreide orthotheek tot haar beschikking. De ouders van de leerlingen die ‘in de zorg’ gaan, worden door ons op de hoogte gehouden. Zo doen we er alles aan om de leerling weer op het goede spoor te krijgen.
18
Samenwerkingsverband WSNS en het Zorgplan ‘Weer Samen Naar School’ staat voor onderwijs dat aansluit bij de mogelijkheden en behoeften van kinderen in het basisonderwijs. Alle basisscholen in Leiden en regio hebben zich uitgesproken om zoveel mogelijk zorg voor leerlingen binnen de eigen school te bieden. Het samenwerkingsverband (WSNS regio Leiden) waar onze school deel van uitmaakt, probeert kennis, gelden en nieuwe ideeën zo in te zetten dat het percentage verwijzingen naar het speciaal onderwijs (SBO) tot 2% beperkt blijft. In het ‘Zorgplan 2003-2007’ staat beschreven hoe een en ander wordt gerealiseerd. Dit Zorgplan en het Activiteitenplan liggen op school ter inzage. U kunt ook de website van WSNS bezoeken. Informatie kunt u krijgen bij
[email protected]. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) & Commissie voor Indicatiestelling (CVI ) Met preventieve zorg willen we kinderen zo lang mogelijk binnen het basisonderwijs houden, waar nodig met extra ondersteuning. Als deze hulp niet toereikend is, wordt een beroep gedaan op het zorgadviesteam of het zorgplatform dat de school kan adviseren over de mogelijkheden om kinderen in de eigen school te ondersteunen. Als na zorgvuldige afwegingen o.a. met de ouders toch verwezen moet worden, hebben twee commissies een belangrijke rol: 1. Bij de verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs (SBO) zal de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) op grond van alle beschikbare informatie van ouders en school beslissen of een kind toelaatbaar is. De aanmelding van het kind op een speciale basisschool gebeurt door de ouders. Een verwijzing kan ook tijdelijk zijn. In het verleden zijn kinderen vanuit een SBO-school met succes teruggeplaatst naar het reguliere basisonderwijs. 2. Bij de verwijzing naar een school voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis, een ernstige taalspraakstoornis of een complexe nog onduidelijke problematiek, zal de Commissie voor Indicatiestelling (CVI) van het Regionaal Expertise Centrum (REC) uitspraak doen. Het dyslexiebeleid op de Morskring Alvorens in te gaan op het dyslexiebeleid op de Morskring, willen we u eerst laten zien wat dyslexie inhoudt. Wij hanteren op school de volgende definitie van dyslexie:
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau. (Definitie van de Stichting Dyslexie Nederland – 2003)
Omdat dyslexie regelmatig wordt gesignaleerd op basisscholen hebben we afgelopen schooljaar een protocol dyslexie samengesteld. Hierin is een technische en procedurele aanpak beschreven met betrekking tot de begeleiding van kinderen met een vermoeden op dyslexie. Dyslexiebeleid houdt op onze school in dat het schoolteam op structurele wijze denkt over dyslexie en dat alle leerkrachten moeite doen het dagelijkse onderwijs aan dyslectische leerlingen zo goed mogelijk af te stemmen op hun leerstoornis en de onderwijs-belemmeringen die deze met zich meebrengt. Hoe past de school het onderwijs in grote lijnen aan voor dyslectische leerlingen? Er wordt altijd naar gestreefd een kind zo lang mogelijk met het reguliere onderwijs mee te laten doen. Indien een leerling ernstige lees- en spellingmoeilijkheden heeft en niet meer op groepsniveau kan werken wordt er een individueel programma samengesteld. Samen met de intern begeleider, stelt de leerkracht een individueel handelingsplan op. Ouders worden hiervan in kennis gesteld. Bij zeer ernstige vormen van dyslexie wordt altijd consult gevraagd bij Onderwijs Advies (Taalcentrum) en via Weer Samen Naar School een zorgarrangement aangevraagd ter ondersteuning. Indien dit niet toereikend is volgt een verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs. Bij kinderen met lees- en spellingproblemen blijft het belangrijk dat ouders hierin ook het kind blijvend ondersteunen. Dyslexie verdwijnt niet en alleen door het maken van “leeskilometers” kan het probleem deels ondervangen worden.
19
EEN VEILIGE SCHOOL Wij vinden het heel belangrijk dat kinderen zich op school veilig voelen. Datzelfde geldt voor ouders en leerkrachten. Onze kinderen moeten met plezier naar school gaan, zichzelf kunnen zijn, samen kunnen werken en spelen, niet gepest worden of zich achtergesteld voelen. Ook het schoolgebouw en de schoolomgeving moeten voor de kinderen veilig zijn. Voor ouders moet de school een plek zijn waar ze gemakkelijk binnen kunnen stappen, waar ze zich niet geremd voelen de schoolleiding of een leerkracht aan te spreken over zaken die de school, hun kind of henzelf aangaan. Het is daarbij van belang dat ook zij op de hoogte zijn van de regels en afspraken die op school gelden. Tot slot de leerkrachten. Ook voor hen geldt dat het fijn en belangrijk is als ze iedere dag met plezier naar hun werk gaan. De schoolleiding en het schoolteam zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een plezierige, collegiale en warme sfeer op school. Goede contacten met kinderen en ouders zijn voor de leerkrachten cruciaal. Zij dienen die contacten te bewaken en te onderhouden en alert te zijn op eventuele agressieve gedragingen van zowel leerlingen als ouders. Om die veiligheid en dat veilige gevoel te waarborgen, proberen wij de juiste sfeer en een plezierig klimaat binnen de school te scheppen. Gezien de reacties van ouders denken wij dat we hierin tot nu toe goed geslaagd zijn. De school is verplicht haar beleid met betrekking tot veiligheid op school te beschrijven en te verantwoorden in een zogeheten ‘Veiligheidsbeleidsplan’. In het komende schooljaar zullen wij initiatieven hiertoe ondernemen. Als we over veiligheid spreken, moeten we onderscheid maken tussen sociale veiligheid en fysieke veiligheid. Sociale veiligheid Het is van belang dat we inzicht hebben in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid voordoen. Een goed schoolklimaat voor alle ‘bewoners’ van de school en goede contacten met de ouders spelen hierbij een belangrijke rol. Voor het waarborgen van de sociale veiligheid en het voorkomen van incidenten hebben wij in de afgelopen jaren al een aantal belangrijke initiatieven genomen: x x x x x x
Het opstellen van gedragsregels, zoals klassenafspraken, pleinregels etc. Deze regels zijn mede door de leerlingen opgesteld. Het ondertekenen van het Pestprotocol. Het werken aan de bevordering van sociale en emotionele vaardigheden. Hierbij maken we ondermeer gebruik van de methode ‘Jij en ik club’ voor de midden- en bovenbouw en de ‘Doos met gevoelens’ voor de onderbouw. Binnen het GIP-model (zie ‘Zelfstandig Werken’) werken we eveneens aan de ontwikkeling van de sociale en emotionele ontwikkeling, ter verbetering van het pedagogisch klimaat. Het bijhouden van een incidentenregister. Het aanstellen van functionarissen binnen de school die aanspreekpunt zijn op het gebied van sociale veiligheid of een coördinerende functie hebben: de contactpersonen, de externe vertrouwenspersonen, de bedrijfshulpverleners, de preventiemedewerker en de arbo-coördinator.
20
Fysieke veiligheid Het schoolgebouw en de schoolomgeving moeten veilig zijn voor gebruikers en bezoekers. Voor de Morskring is door de brandweer een gebruiksvergunning afgegeven. Dit betekent dat onze school op het gebied van brandveiligheid is onderzocht en goedgekeurd. Om ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen, is in het protocol ‘Veiligheid op school’ een aantal voorschriften en tips opgenomen, waarbij het gaat om brandveilige tips, preventie tegen inbraak en vandalisme, het voorkomen van legionella enzovoort. Eén keer per jaar doen we op school een ontruimingsoefening, gecoördineerd door de BHV-ers en arbo-coördinator. Ter bestrijding van legionella worden brandslangen en kranen regelmatig door een expert ‘gespoeld’. Eens in de twee jaar vindt op school een risico-inventarisatie plaats, waarbij het gebouw en de speeltoestellen op veiligheid en deugdelijkheid worden gecontroleerd. Voor de speeltoestellen op onze schoolpleinen wordt een logboek bijgehouden en heeft de school een contract met de leverancier afgesloten voor een jaarlijkse controle. Ongelukken op school die leiden tot schoolverzuim of bezoek aan een arts of het ziekenhuis, worden door de leerkrachten opgenomen in het ongevallenregister die iedere leerkracht in de klassenmap heeft. Aan de hand van meldingen in het ongevallenregister kunnen de arbo-coördinator en de schoolleiding vaststellen of het nodig is preventieve maatregelen te nemen. Protocollen ‘Aanhouden op school’ en ‘Kluisjescontrole’ In 2007 zal een Regionaal Convenant Schoolveiligheid Leidse regio worden afgesloten. In dit convenant komen partners overeen dat schoolveiligheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van gemeenten, schoolbesturen, politie en de samenwerkingsverbanden voor PO/VO/SVO. Twee handelingsprotocollen, voortkomend uit het convenant, zijn de protocollen ‘Aanhouden op school’ en ‘Kluisjescontrole’. Dit laatste heeft met name betrekking op scholen voor voortgezet onderwijs. De teksten van beide protocollen zijn op school beschikbaar.
STAGIAIRES Ieder schooljaar krijgen enkele PABO-studenten uit diverse studiejaren de gelegenheid om op de Morskring praktijkervaring in het basisonderwijs op te doen. Deze stagiair(e)s krijgen vanuit hun opleiding gerichte opdrachten en worden daarbij door een mentor begeleid. In de meeste gevallen zijn de opdrachten gericht op het lesgeven, maar het is ook mogelijk dat zij onderzoek doen of observaties uitvoeren. De groepsleerkracht is tijdens de lessen van de stagiair(e)s in de groep aanwezig en is altijd verantwoordelijk voor alles wat in de groep plaatsvindt. LIO-ers (Leraren In Opleiding) zijn studenten die in hun eindstagejaar zitten en dus hun studie gaan afronden. Ook zij worden begeleid door een mentor (de groepsleerkracht) en hebben de bevoegdheid zelfstandig voor de klas te staan. In de meeste gevallen is de LIO-stagiar(e) voor een periode van 5 maanden achtereen op school werkzaam. Ook studenten die een opleiding voor gymleraar volgen, krijgen bij ons de gelegenheid ervaring op te doen. Zij worden begeleid door onze vakleerkracht bewegingsonderwijs.
21
KINDEREN MET EEN HANDICAP In dit artikel beschrijven wij onze visie op de integratie van kinderen met een handicap.
Inleiding
Op onze school zijn binnen het toelatingsbeleid alle kinderen welkom die behoren tot het normale voedingsgebied van de school. Onder alle kinderen rekenen wij vanzelfsprekend ook kinderen met een handicap. Er zijn handicaps op verschillende gebieden of combinaties van gebieden: visueel, auditief en communicatief, verstandelijk en lichamelijk, gedrag en kinderpsychiatrie. Genoemde gebieden zijn van belang bij een eventuele verwijzing naar het SO.
Aanmeldingsprocedure
Ouders die een kind met een handicap willen aanmelden, kunnen hiervoor contact zoeken met de schoolleiding. De volgende procedure wordt gehanteerd: 1. De ouders hebben een gesprek met de schoolleiding en melden een kind aan. Voorwaarde is dat ouders de grondslag en de identiteit van de school respecteren. 2. De school vraagt gegevens op over het betreffende kind. 3. De school bestudeert de gegevens over het kind en wint desgewenst advies in. 4. De mogelijkheden en onmogelijkheden van de school met betrekking tot de toelating van het betreffende kind worden in kaart gebracht. 5. De school overweegt de mogelijkheid van plaatsing. 6. De school neemt een beslissing. 7. De school brengt de ouders (mondeling en schriftelijk) op de hoogte van de beslissing. Er wordt een keuze gemaakt uit: plaatsing, voorlopige plaatsing of afwijzing. De totale procedure bedraagt maximaal 3 maanden.
Overweging
Bij aanmelding wordt onder andere gekeken of verwacht mag worden dat: x het team het betreffende kind kan begeleiden zonder dat het betreffende kind of de andere kinderen daardoor tekort komen; x het kind, de andere kinderen en het team zich veilig kunnen (blijven) voelen; x het onderwijsleerproces van het kind of andere kinderen niet belemmerd wordt.
Mogelijkheden
Plaatsing van kinderen met extra zorg en aandacht hangt af van de mogelijkheden die er op school zijn. Er kunnen zich omstandigheden voordoen die de mogelijkheden kunnen doen veranderen. Kinderen met extra zorg en aandacht vallen onder speciale leerlingbegeleiding. Dit houdt in, dat wij accepteren dat kinderen niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo leren. We gaan uit van verschillen tussen kinderen bij het kiezen van onze leerinhouden en doelen, waarbij verschillen in differentiatiecapaciteiten van leerkrachten ook een rol spelen.
22
Voorwaarden
Wanneer tot plaatsing wordt besloten, moet duidelijk zijn dat: x de leerkracht waarbij het kind wordt geplaatst tijd beschikbaar krijgt voor zaken als begeleiding, scholing en contacten met ouders en andere instanties; x de extra formatie die voor het betreffende kind wordt ontvangen, daadwerkelijk wordt benut; x de ouders en de leerkracht elkaar van goede informatie voorzien; x de ouders gevraagd zal worden om bij te springen indien nodig; x de IB-er regelmatig bij het overleg over het betreffende kind betrokken is; x er afspraken moeten worden gemaakt over de begeleiding van het kind.
Evaluatie
Met regelmaat zal bekeken worden of er voor het betreffende kind nog voldoende mogelijkheden op de school aanwezig zijn. Het betreffende kind moet namelijk nog een ontwikkeling doormaken en moet zich veilig voelen binnen de school. Is dit niet meer of onvoldoende het geval, dan zal verwijzing naar een school voor Speciaal Onderwijs worden overwogen.
KLEDINGVOORSCHRIFTEN Kleding, vooral van jongeren, is erg aan mode onderhevig. Het dragen van bepaalde kleding kan in sommige gevallen vragen oproepen en discussies uitlokken. Dat geldt ook voor kleding die om religieuze redenen gedragen wordt. Vooral scholen raken hierdoor in een ongemakkelijke positie. Het ministerie van O-C&W heeft daarom een praktische leidraad opgesteld ten aanzien van het instellen van kledingvoorschriften op scholen. Het advies van de Commissie Gelijke Behandeling over gezichtssluiers en hoofddoeken van 16 april 2003 is daarbij als richtlijn gebruikt. De leidraad is op school ter inzage. Onze school hecht veel belang aan open communicatie. Kinderen moeten zich samen veilig kunnen voelen. Dat bereiken we niet alleen door goed gedrag in woord en gebaar, maar ook door de wijze van ‘aankleding’. Wij scharen ons dan ook achter het standpunt van ons bestuur en de daaronder ressorterende andere Leidse openbare basisscholen, dat kleding gepast, niet uitlokkend of gevaarlijk dient te zijn. Ten aanzien van het dragen van zomerkleding door met name de bovenbouwleerlingen hebben wij gemeend ook afspraken te moeten maken. Om ongewenst gedrag, pesten of uitdagend gedrag met alle gevolgen van dien zoveel mogelijk te voorkomen, willen we dat vooral onze kinderen in de bovenbouw in niet al te blote kleding naar school komen. Dus geen blote buiken, extreem lage heupbroeken enz. Natuurlijk zijn er altijd de randgevallen. Daar zullen we soepel mee omgaan. Als we echter van mening zijn dat een leerling in de bovenbouw in ongepaste kleding en niet volgens ons advies op school verschijnt, wordt hij of zij daarover aangesproken. Indien nodig wordt contact opgenomen met de ouders. Natuurlijk willen wij onze ogen niet sluiten voor modetrends, maar die gaan soms erg ver! Wij kruipen niet in de huid van de ‘modepolitie’, maar rekenen het wel tot onze taak hierbij een grens te trekken, hoe moeilijk dat vaak ook is. Van belang daarom is het begrip van ouders en leerlingen voor ons standpunt met betrekking tot dit lastige thema.
23
SCHOOLARTS EN GGD De GGD en uw kind
De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan u en de school steunen bij het begeleiden van de groei en ontwikkeling van uw kind. Iedere school heeft een vast JGZ-team. Het team bestaat uit een jeugdarts, een sociaalverpleegkundige en een assistente JGZ.
Preventief gezondheidsonderzoek
De GGD onderzoekt uw kind een aantal keren gedurende de schoolperiode. Bij het eerste onderzoek in groep 2 is er vooral aandacht voor de groei, het gehoor, het gezichtsvermogen en de ontwikkeling van uw kind en heeft u de gelegenheid vragen te stellen. In groep 7 vindt een onderzoek plaats waarbij o.a. lengte en gewicht worden gemeten en er een gesprekje is over gezonde leefstijl (voeding, sporten, mondhygiëne).
Bespreking met de leerkracht
De ontwikkeling van uw kind speelt zich niet meer alleen thuis af, maar ook op school. Sommige gezondheidsproblemen kunnen de gang van zaken op school beïnvloeden. Het kan bijvoorbeeld gaan om slecht zien, een achterstand in de motoriek, maar ook om emotionele problemen. Om tot een goede aanpak te komen heeft de jeugdarts of sociaalverpleegkundige overleg met de leerkracht over de kinderen. Op het formulier dat u voor het onderzoek invult wordt u gevraagd om toestemming voor die bespreking.
Extra zorg
Kinderen kunnen extra zorg van de afdeling JGZ krijgen als u dat wenst. Als de jeugdarts of de sociaal verpleegkundige een kleine afwijking vindt bij het preventief gezondheidsonderzoek kan hij/zij u voorstellen die afwijking na enige tijd te controleren of het resultaat van de adviezen te bespreken. U kunt zelf een afspraak maken als u vragen hebt over de groei, de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Op sommige scholen houdt de jeugdarts of de sociaalverpleegkundige regelmatig spreekuur. Als uw kind ziek wordt of als er sprake is van plotselinge klachten is het beter om direct contact op te nemen met de huisarts.
Vaccinaties
In het jaar waarin uw kind 9 jaar wordt krijgt u een uitnodiging voor de laatste inentingen van het Rijksvaccinatieprogramma (DTP en BMR).
Een gezond schoolleven
De afdeling JGZ steunt de school van uw kind bij het gezondheidsbeleid van de hele school. Zij geeft de school adviezen over veiligheid, hygiëne, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten, snoepen en dergelijke. De GGD steunt de school bij gezondheidsprojecten, leent lesmaterialen uit aan scholen, verzorgt op verzoek ouderavonden en cursussen voor docenten of ouders.
Onderzoeksgegevens
De gegevens van uw kind worden zorgvuldig bijgehouden in een dossier. Zo kunnen de groei en ontwikkeling van uw kind worden gevolgd. Deze gegevens vallen onder de Wet Persoonsregistratie. De GGD heeft daarvoor een Privacyreglement. Als u dit reglement wilt lezen, dan kunt u terecht bij de GGD.
24
Meer informatie?
Meer informatie vindt u op onze website www.ggdhm.nl of bij het JGZ-team van uw school: Adres: Tel: E-mail locatie: Werkdagen:
Parmentierweg 49 - 2316 ZV Leiden (071) 516 33 44
[email protected] maandag, dinsdag en donderdag (oneven weken)
Arts jeugdgezondheidszorg: E-mail: Werkdagen:
mw. R. J. H. Hoedemaker
[email protected] maandag, dinsdag en donderdag (oneven weken)
Assistente: E-mail: Werkdagen:
mw. L.S. Tholenaar
[email protected] maandag, dinsdag en donderdag (oneven weken)
Sociaalverpleegkundige: Tel: E-mail: Werkdagen:
mw. M. Akbulak (071) 405 66 62 + (06) 123 72 420
[email protected] maandag, dinsdag woensdagochtend en donderdag
HOOFDLUIS
ER HEERST LUIS !!
Het kan voorkomen dat in een bepaalde groep hoofdluis wordt geconstateerd. Op zich is dit niet verontrustend, want het komt op elke school regelmatig voor en niemand hoeft zich daarvoor te schamen. Maar vervelend is het wel. Meestal wordt een groepsleerkracht door ouders op de hoogte gebracht van het feit dat hun zoon of dochter hoofdluis heeft. Het is heel verstandig van die ouders dat zij de school daarover inlichten, want nu kan de school actie ondernemen. In de groep waar hoofdluis is geconstateerd, worden folders uitgedeeld waarin o.a. valt te lezen hoe hoofdluis is te herkennen en hoe deze behandeld dient te worden. In de week na iedere schoolvakantie worden alle kinderen op school op hoofdluis gecontroleerd. Dit gebeurt door enkele ouders die zich daarvoor hebben aangemeld. Als bij deze controle hoofdluis bij een of meerdere kinderen wordt geconstateerd, neemt de leerkracht contact op met de ouders. Dit gebeurt zo discreet mogelijk. Krijgt u op een bepaald moment een folder of een brief van ons, controleer uw kind dan zorgvuldig en ga, indien nodig, over tot behandeling. Blijf gedurende een periode van enkele dagen regelmatig controleren. Als iedereen zorgvuldig handelt, is dit 'netelige' probleem meestal snel opgelost.
25
AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN Door de gemeente Leiden is een verzekering afgesloten, die de wettelijke verplichting dekt tot het vergoeden van schade die aan anderen door onrechtmatig handelen is toegebracht, waarvoor de gemeente als werkgever verantwoordelijk kan worden gesteld. Deze verzekering is van toepassing op leerkrachten en overig personeel, ouders (ook leidsters in de Kinderkantine) en personen die zich in het kader van ouderparticipatie beschikbaar stellen voor onderwijsactiviteiten. Veelal zal een schadeclaim betrekking hebben op het toezicht van de hierboven beschreven personen op leerlingen die aan hen tijdens de reguliere schooltijden zijn toevertrouwd. Hieronder valt ook de tijd die de kinderen tussen de middag doorbrengen in de Kinderkantine, evenals het begeleiden door ouders en/of leerkrachten van kinderen naar de naschoolse opvang. Wordt een schadeclaim ingediend, dan zal de gemeente Leiden, meestal samen met de betrokken verzekeraar, beoordelen of er sprake is van een tekortkoming (bijvoorbeeld schuld of nalatigheid). Wordt de aansprakelijkheid van de werkgever afgewezen, dan zou de wettelijke vertegenwoordiger (de ouder) van de leerling die de schade heeft veroorzaakt, aangesproken kunnen worden. Het is dan ook een misvatting te menen, dat alle schade die door leerlingen in en om school wordt veroorzaakt, kan worden verhaald op de gemeentelijke aansprakelijkheidsverzekering. Daarom is het verstandig dat u voor uw kind een PARTICULIERE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING afsluit. Verder is het van belang te weten dat de gemeente Leiden en de schoolleiding niet aansprakelijk zijn voor ontvreemding of beschadiging van eigendommen! Tijdens alle door de school georganiseerde activiteiten buiten het schoolgebouw (bijv. schoolreisjes, excursies) zijn de kinderen apart verzekerd.
Ongevallenverzekering
De ongevallenverzekering is bedoeld voor gevallen waarin niemand voor een gebeurtenis aansprakelijk kan worden gesteld. De gevolgen van letsel of materiële schade komen dan voor rekening van de benadeelde of diens ouders. Vooral de ziektekosten die het gevolg zijn van lichamelijk letsel zullen veelal afgedekt worden door de ziektekostenverzekering. Dit kan het (verplichte) ziekenfonds dan wel een particuliere verzekering zijn. Een aantal kosten zal echter niet door een dergelijke verzekering worden gedekt. De school heeft geen ongevallenverzekering afgesloten. De keus is aan de ouders of zij voor hun kind een dergelijke verzekering afsluiten.
26
Inzittendenverzekering
Voor ouders die in ‘poolverband’ kinderen met de auto van en naar school brengen, is het aan te bevelen een goede inzittendenverzekering af te sluiten. Dit geldt ook voor ouders die in schoolverband wel eens kinderen met de auto vervoeren. Volgens de Wegenverkeerswet kan de bestuurder door de ouders van de betrokken kinderen aansprakelijk gesteld worden voor bijvoorbeeld de gevolgen van een ongeval. Er is weliswaar in principe altijd een autoverzekering van toepassing (All Risk dan wel WA), maar deze verzekering dekt niet alle schade. De inzittendenverzekering is dan ook op te vatten als een ongevallenverzekering voor inzittenden. Deze verzekering is niet verplicht. Er zijn bestuurders van auto’s die zich moreel verplicht achten een dergelijke verzekering af te sluiten. Met nadruk wordt erop gewezen dat de bestuurder niet meer kinderen in de auto moet nemen, dan waarvoor een inzittendenverzekering is afgesloten. En over de nieuwe vervoersregels: voor het incidenteel, over beperkte afstand vervoeren van andermans kind(eren) vanaf 3 jaar en kleiner dan 1.35 m is het gebruik van een autostoeltje of ‘verhoger’ niet verplicht!
Procedure bij aansprakelijkstelling
De gemeente heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten die betrekking heeft op alle betrokkenen bij het openbaar onderwijs ingeval zij door derden worden aangesproken voor schadevergoeding. Een ouder die de school aansprakelijk stelt voor geleden schade, dient dit schriftelijk te melden aan het Bureau Openbaar Onderwijs, Maresingel 3, 2316 HA Leiden. Dit bureau neemt vervolgens contact op met de afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken van de gemeente Leiden. Deze afdeling is de beheerder van de WA-polis. Na overleg wordt besloten de aansprakelijkstelling zelf af te doen, of ‘even Apeldoorn te bellen!’
EEN ONGELUKJE OP SCHOOL Mocht er met uw kind op school een ongelukje zijn gebeurd, dan bieden we in eerste instantie zelf eerste hulp. In de meeste gevallen is dat afdoende. Is een verwonding ernstiger van aard, waardoor wij het raadzaam achten een dokter te raadplegen, dan nemen we contact met u op, zodat u met uw kind naar de ‘vertrouwde’ huisarts kunt gaan. Kunnen wij u echter niet bereiken, dan proberen wij iemand van school in te schakelen om met het kind naar de huisarts, of indien noodzakelijk, naar het ziekenhuis te gaan. Om praktische redenen raadplegen we in een dergelijk geval de dichtstbijzijnde huisarts (dokter Prince aan de Vondellaan). Het zal duidelijk zijn dat het van belang is dat de school op de hoogte is van de juiste telefoonnummers van thuis (ook 06-nummers) en de naam van de huisarts. Deze gegevens heeft u verstrekt bij de inschrijving van uw kind, maar kunnen echter veranderd zijn. U wordt vriendelijk verzocht ons hiervan tijdig op de hoogte te stellen.
27
KINDERKANTINE Tussen de middag is er voor de kinderen gelegenheid om over te blijven. Dit gebeurt onder leiding van ouders die inmiddels de nodige ervaring hebben opgedaan en vrijwel allemaal een speciale ‘overblijfcursus’ hebben gevolgd. Aan het overblijven zijn kosten verbonden. Kinderen die overblijven moeten een ‘overblijfkaart’ kopen. Deze kaart werkt als een soort ‘rittenkaart’. De volgende kaarten zijn te koop: 6-dagenkaart: € 8,00 10-dagenkaart: € 13,00 25-dagenkaart: € 29,00 De overblijfdagen zijn: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Ouders die een overblijfkaart willen kopen, kunnen hiervoor ‘s ochtends tussen half 9 en 9 uur terecht bij de conciërge. De kinderen die zelf geld bij zich hebben om een kaart te kopen, moeten dit ’s ochtends direct bij het ingaan van de school doen. Om problemen met wisselen te voorkomen, willen we graag dat er gepast wordt betaald! Aan het begin van het nieuwe schooljaar krijgen alle ‘overblijvers’ een overblijfreglement. Hierin staan regels en afspraken met betrekking tot het overblijven. De kinderen houden hun overblijfkaart niet bij zich, maar de leiding van de kinderkantine bewaart de kaarten op school. Hiermee wordt voorkomen dat kinderen hun kaart kwijtraken of vergeten mee te nemen. Als de overblijkaart bijna vol is, krijgen de kinderen een briefje mee waarop dit staat vermeld, zodat u weet dat er een nieuwe kaart moet worden gekocht. Kinderen die incidenteel overblijven, dienen ook een overblijfkaart te kopen. Niet gebruikte strippen worden meegenomen naar het nieuwe schooljaar. Als een kind de school verlaat, wordt de waarde van de niet gebruikte strippen terugbetaald. Na het eten is het verstandig dat de kinderen hun tanden poetsen. Op school is tandpasta aanwezig, maar voor een tandenborstel moeten de kinderen zelf zorgen. Geef kinderen voor tussen de middag alstublieft geen snoep mee! Als de kinderen gegeten hebben, mogen zij naar buiten. Op het plein houden de mensen van de Kinderkantine toezicht tot 13.00 uur. Daarna nemen de leerkrachten het toezicht over. Voor meer informatie kunt u terecht bij: x Karin v.d. Zwan (coördinatrice) Tel. 06-12321356 x Hans Neuteboom (schoolleiding) Tel. 5760852
28
OVERBLIJFREGLEMENT KINDERKANTINE Voor het overblijven dient elk kind een ‘overblijfkaart’ te hebben. De kaarten zijn alleen tussen 8.30 en 9.00 uur te koop bij de conciërge. Per keer betalen bij incidenteel overblijven is niet toegestaan. Een overblijfkaart behoudt z’n waarde. Bij het verlaten van de school kan de kaart worden ingewisseld. De kinderen dienen zelf drinken mee te nemen. Tips bij warm weer: ස beker in een koeltasje met element ස koelblokje in de beker ස melk tijdens de ochtendpauze drinken, ස bij de lunch een pakje ander drinken Hygiëne/verzorging: De kinderen kunnen vóór het eten hun handen wassen en na de lunch hun tanden poetsen. Het overblijven onder leiding van de overblijfkrachten is van 12.00 uur tot 13.00 uur. Als het weer het toelaat, mogen de kinderen tussen de middag naar buiten. Om eerst rustig te kunnen eten, mag dit pas na 12.20 uur. De kinderen mogen ook binnen blijven om bijvoorbeeld spelletjes te doen, te lezen, te tekenen enz. Er zijn spelletjes en ander materiaal aanwezig. Om 12.45 uur MOETEN alle kinderen naar buiten om toch nog even wat frisse lucht op te doen. En ..... eenmaal buiten, niet meer naar binnen! Alleen met toestemming van de overblijfkracht mogen kinderen naar binnen (bijv. om naar het toilet te gaan). Om 13.00 uur wordt het toezicht overgenomen door de leerkrachten. Tijdens het buitenspelen mogen de kinderen het schoolplein niet verlaten. Tijdens het overblijven dienen de kinderen zich te houden aan de bestaande schoolregels. Voor het buitenspelen gelden bovendien de ‘pleinregels’. Alle kinderen kennen deze regels. Het meegeven van snoep raden wij ten zeerste af. Het mag niet zo zijn dat kinderen hun brood niet opeten, omdat zij zoveel ander ‘lekkers’ bij zich hebben. Minder snoepen en gezonder eten past ook goed bij de landelijke campagne over het tegengaan van overgewicht (obesitas) bij kinderen. Als een kind zich tijdens het overblijven misdraagt, dan wordt dit door de overblijfkracht gemeld bij de schoolleiding of de groepsleerkracht. Indien nodig nemen zij maatregelen. Bij herhaling wordt contact opgenomen met de ouders en bestaat de kans dat de leerling de toegang tot de Kinderkantine wordt ontzegd. Wellicht komen bovenstaande regels wat streng over, maar de leidsters van onze kinderkantine streven ernaar een fijne, ontspannen en gezellige sfeer voor alle kinderen te creëren. Regels en afspraken kunnen daarbij helpen!
29
SCHOOLTELEVISIE Teleac/NOT heeft jaarlijks een zeer gevarieerd aanbod schooltelevisieprogramma's. Wij maken daar voor alle groepen een keuze uit en schaffen, indien nodig, de bijbehorende materialen aan. Voor u als ouder is het wellicht aardig om de programma's waar uw kind op school naar kijkt ook thuis te volgen. U kunt er dan later met uw kind over praten. En is uw kind ziek, ook dan is het aan te bevelen het programma dat uw kind op school volgt samen te bekijken. Van de schooltelevisieprogramma's worden vaak herhalingen uitgezonden.
DE BIBLIOBUS Zeven donderdagen per jaar parkeert de kleurrijke Bibliobus voor onze schooldeur. In deze rijdende bibliotheek kunnen al onze leerlingen op zoek naar een leuk, spannend of interessant boek. De Bibliobus heeft een ruime sortering kinderboeken en vormt een welkome aanvulling op onze klassenbibliotheken. Een andere activiteit van de Openbare Bibliotheek is de jaarlijkse kinderjury. Leerlingen uit groep 8 krijgen van de Bibliotheek een aantal boeken om te lezen en te beoordelen. Daarmee doen zij mee aan de uitverkiezing van het beste kinderboek van dat jaar. Overige activiteiten van de ´Bieb´ zijn de Nationale Voorleeswedstrijd voor de groepen 7/8 en diverse leesbevorderingprojecten. Bij de Nationale Voorleeswedstrijd wordt allereerst een schoolwinnaar gekozen. Die winnaar doet vervolgens mee aan de gemeentelijke voorronde. Word je dan gekozen tot de beste Leidse voorlezer, dan kun je via de provinciale voorronde een poging doen om bij het crème de la crème van de Nederlandse voorlezers te komen. Met als hoofdprijs: voorleeskampioen van Nederland!
30
SCHOOLREISJES Tegen het einde van het schooljaar gaan de groepen 3 t/m 7 op schoolreis. Omdat wij van afwisseling houden, gaan we ieder jaar weer op zoek naar nieuwe bestemmingen. We proberen hierbij zoveel mogelijk de traditionele pretparken te vermijden. Deze zijn vaak erg druk, kostbaar, ver weg en voor de meeste kinderen al geen onbekend terrein meer. Wij doen elk jaar weer ons uiterste best om alle kinderen een gezellige dag te bezorgen, want daar zijn schoolreisjes nu eenmaal voor. Hoewel de uitstapjes soms een sportief of educatief karakter hebben, staan plezier de gezelligheid altijd voorop. Voor de leerlingen van de groepen 5 en 7 ligt de schoolreis ieder jaar wel min of meer vast. Groep 7 maakt een fietstocht naar bos en strand en bezoekt het Katwijks Museum. Voor groep 5 is er het driedaagse natuurbelevingsproject ‘Het Bewaarde Land’. De onderbouwgroepen sluiten hun 'kleuterperiode' af met een eindfeest, in de speeltuin of met een boottocht door de Leidse grachten. Schoolreisjes kosten geld. Bij het zoeken naar nieuwe bestemmingen proberen wij de kosten zo laag mogelijk te houden.
NAAR HET MUSEUM, HET THEATER EN OP EXCURSIE De gemeentelijke afdeling Natuur- en Milieueducatie verzorgt jaarlijks een aantal excursies waarvan wij maar al te graag gebruik maken. Leiden is 'museumstad' en daardoor is het vaak mogelijk om, aansluitend bij bepaalde themalessen, een bezoek aan één van die musea te brengen. Met Naturalis heeft de Morskring twee jaar geleden een overeenkomst gesloten. Dit stelt ons in staat gedurende het hele jaar regelmatig (en gratis) dit prachtige museum te bezoeken. Ieder schooljaar schrijven we alle groepen in voor één of meerdere theatervoorstellingen. De voorstellingen vinden plaats in het LAK-Theater, de Leidse Schouwburg, de Stadsgehoorzaal of in de aula van de school.
SCHOOLKAMP + MUSICAL Groep 8 gaat aan het einde van het schooljaar 'op kamp'. Gedurende vijf dagen verblijven de leerlingen in een kamphuis in het Overijsselse dorpje Lettele (bij Deventer), waar zij onder leiding van enkele leerkrachten en twee 'kookmoeders' de week van hun leven hebben. Deze kampweek, gevolgd door de ‘Nacht van 8’ en natuurlijk de musical, die wordt opgevoerd in de aula van het Da Vinci College, zijn voor de leerlingen van groep 8 hoogtepunten waarmee zij hun schoolperiode op de Morskring met heel veel plezier afsluiten.
31
PAUZEHAPJE + JARIG ZIJN Voor ieder kind is het een feest om jarig te zijn. Al is het maar om op school in de klas te mogen trakteren en daarna de andere klassen rond te gaan! Wat betreft het trakteren zien graag een ‘gezonde’ traktatie. Ook voor de leerkrachten hoeft daarvoor geen uitzondering te worden gemaakt! Zoek eens op Google en u vindt allerlei tips en suggesties voor leuke, originele en vooral verantwoorde traktaties. Hetzelfde geldt voor het pauzehapje. Nadat twee jaar geleden het project ‘Schoolgruiten’ is beëindigd, zijn de kleuters gewoon doorgegaan met het eten van fruit tijdens de ochtendpauze. Omdat fruit gezond is en het beste alternatief voor al die andere lekkere, maar o zo zoete of vette lekkernijen, zien wij graag dat deze gezonde gewoonte ook in de volgende groepen wordt voortgezet.
OUD PAPIER – BATTERIJEN - CARTRIDGES U kunt uw oud papier op de Morskring kwijt! Van de opbrengst schaffen wij ondermeer tvtoestellen, cd- en dvd-spelers aan, maar bijvoorbeeld ook speelmateriaal voor op het plein. Het oud papier kunt u deponeren in de blauwe container op het schoolplein. Sinds een paar jaar zamelen wij op school ook batterijen en inktcartridges in. Met deze inzamelactie sparen we punten voor computers of computerartikelen. De batterijen kunnen worden gedeponeerd in de daarvoor bestemde ton bij de pleiningang van het hoofdgebouw. Voor lege cartridges staat een inzameldoos in de aula.
DIEREN IN DE SCHOOL Ter bescherming van kinderen met allergische aandoeningen mogen huisdieren, hoe lief en aardig wij ze ook vinden, niet meer op school gehouden of verzorgd worden. Uitzonderingen maken we bij bepaalde lessen of spreekbeurten. Maar dan alleen als het in de betreffende groep geen problemen oplevert. Hebt u een hond bij u en u moet in het schoolgebouw zijn, dan verzoeken wij u vriendelijk uw trouwe viervoeter op het schoolplein ‘aangelijnd’ te laten wachten.
32
GEVONDEN VOORWERPEN Om de kans op het kwijtraken van kleding, schoenen en tassen te verkleinen, is het aan te raden de eigendommen van uw kind van een naam te voorzien. Gevonden voorwerpen, ook afkomstig uit de gymzaal, worden bij de conciërge afgegeven en kunnen daar ook weer worden opgehaald. Enkele malen per jaar worden de gevonden voorwerpen in de hal van de school uitgestald. Niet opgehaalde spullen worden kort daarna weggedaan.
OP DE FIETS NAAR SCHOOL De ruimte die bestemd is voor het stallen van de fietsen, is beperkt. Wij adviseren daarom de kinderen die op korte loopafstand van de school wonen de fiets thuis te laten. Er is daardoor niet alleen meer ruimte voor de andere fietsen, maar het voorkomt ook onnodige schade. Fietsen moeten in de rekken worden geplaatst en goed op slot worden gezet. De school is niet aansprakelijk voor diefstal of schade aan fietsen. Ouders worden verzocht hun fiets niet in de kinderfietsenstalling te plaatsen of tegen de nog jonge haagbeuken.
MILIEUDIENST Wij willen graag dat de omgeving rond het schoolgebouw er schoon en verzorgd uitziet. Helaas komt het maar al te vaak voor dat de verpakkingen van pauzehapjes, drinkbekertjes en ander afval niet daar terechtkomen waar het hoort, namelijk in de afvalbak. Het wordt daardoor al gauw een rommeltje op en rond het schoolplein. Geen fraai gezicht en bovendien niet bevorderlijk voor het milieu. De conciërge heeft er veel werk aan al het zwerfvuil steeds weer op te ruimen. Wij hebben daarom besloten tot het instellen van een ‘milieudienst’. Iedere vrijdagmiddagmiddag krijgt een groepje kinderen uit de bovenbouw bij toerbeurt de opdracht het terrein van de school op te ruimen. Wij hopen hier bovendien mee te bereiken dat de kinderen ook op dit gebied een beetje milieubewust worden. Een en ander sluit ook goed aan bij het convenant dat de school onlangs bij de opening van de heringerichte voortuin met de gemeente heeft gesloten. Daarin staat ondermeer dat de school zorg draagt voor het onderhouden van de tuin en van het schoonhouden van het schoolterrein en de directe omgeving.
33
PROJECTEN Met name in de onderbouw neemt het werken naar aanleiding van een bepaald thema een belangrijke plaats in. Tijdens die 'projecten' staan alle lessen en activiteiten in het teken van een gekozen onderwerp, zoals het circus, de bakker, water, lente, herfst, sprookjes, kunst, muziek, etc. Eén keer per jaar werken we met de hele school gedurende een aantal weken aan een groot project. Dit project wordt altijd afgesloten met een kijkavond waarop we de projectactiviteiten presenteren aan ouders en belangstellenden. Een speciale projectkrant geeft in woord en beeld een impressie van wat we tijdens het project met de kinderen hebben gedaan.
COMPUTERS In alle groepen ondersteunt de computer ons dagelijkse onderwijs. Educatieve programma's op het gebied van rekenen, taal, wereldoriëntatie etc. bieden de kinderen de mogelijkheid tot extra oefenen, herhalen en verdiepen. Ook voor de 'zorgleerlingen' is de computer een belangrijk hulpmiddel. Voor deze leerlingen worden speciale programma's gebruikt. Alle computers zijn aangesloten op het schoolnetwerk. Via Kennisnet kunnen de leerlingen op het Internet. Ook heeft de school een eigen website die door onze www.morskring.nl webmaster (een ouder) wordt onderhouden. Het adres is: Om de ontwikkeling en begeleiding van de ict-activiteiten op school te optimaliseren, zullen ook in de komende jaren de leerkrachten zich door middel van scholing verder bekwamen in het werken met de computer. Nieuwe ontwikkelingen dit jaar zijn de verdergaande digitalisering van administratieve activiteiten, zowel op management- als op groepsniveau, en de introductie van het digitale schoolbord in de groepen 7 en 8. ICT-coördinator Herman van Kleinwee begeleidt de computeractiviteiten op school.
34
SPONSORING De Leidse openbare scholen hebben het convenant, dat door de staatssecretaris met de besturenbonden is afgesloten, onderschreven. In dit convenant is vastgelegd dat scholen op een zorgvuldige manier met sponsoring om zullen gaan. Wanneer een school een activiteit wil laten sponsoren, dient de Medezeggenschapsraad hiermee in te stemmen. Kort samengevat zijn in het convenant de volgende gedragsregels vastgelegd:
Sponsoring mag niet in strijd zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Sponsoring mag de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs niet in gevaar brengen. Sponsoring mag de inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden. Het onderwijsaanbod mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.
Sponsor
Wanneer ouders het met beslissingen van de school over sponsoractiviteiten niet eens zijn, kunnen zij hierover een klacht indienen bij de klachtencommissie.
NASCHOOLSE ACTIVITEIT Het Schoolkoor Een naschoolse activiteit op de Morskring is het schoolkoor. Deze extra muziekactiviteit wordt georganiseerd en uitgevoerd door onze muziekdocent Rieuwert Libbenga en is bestemd voor de kinderen uit de groepen 3 t/ 8. In de eerste schoolweek krijgen alle kinderen een invulstrookje waarop ze zich voor het schoolkoor kunnen opgeven. Het schoolkoor is iedere donderdag na schooltijd van kwart over 3 tot kwart over 4. Een paar keer per jaar is er een presentatie voor de ouders of treedt het koor op voor de hele school.
35
SCHOOLSPORT Toernooien
Ieder schooljaar neemt de Morskring deel aan een aantal schoolsporttoernooien. Zo zijn er bijvoorbeeld een slagbal-, tafeltennis-, voetbal-, veld- en zaalkorfbal-, basketbal- en een handbaltoernooi. Daarnaast zijn er schoolzwem- en schaatswedstrijden. De toernooien worden vrijwel allemaal georganiseerd door de gemeentelijke Schoolsportcommissie Leiden en vinden plaats in vakanties, op woensdagmiddagen of in het weekend. De meeste toernooien zijn bestemd voor de hoogste groepen van de basisschool, maar aan de schaatswedstrijden kunnen al kinderen vanaf groep 3 meedoen. Omdat wij het op school belangrijk vinden dat kinderen aan sport doen en omdat wij het leuk vinden dat kinderen -in teamverband of individueel- de gelegenheid krijgen om deel te nemen en zo de eer van school hoog te houden, schrijven wij op veel toernooien in. Natuurlijk zijn we hierbij afhankelijk van de beschikbaarheid van de leerkrachten. Over het algemeen is dat op de Morskring geen probleem en zijn alle leerkrachten bij één of meerdere schoolsportoernooien aanwezig om de kinderen te begeleiden. Inschrijfkosten en eventuele traktaties worden uit de ouderbijdrage betaald.
Kennismakingscursussen
Het Sportbedrijf Leiden verzorgt jaarlijks een groot aantal cursussen voor leerlingen van de basisschool. Gedurende een aantal lessen krijgen de kinderen de gelegenheid te 'snuffelen' aan een bepaalde tak van sport, zonder dat zij direct lid van een vereniging hoeven te worden en dure sportkleding of materiaal moeten aanschaffen. Voorbeelden van cursussen: tennis, judo, rugby, cricket, hockey, tafeltennis, kunstrijden op de schaats, schoonspringen, badminton, roeien, honkbal, softbal, paardrijden, schaatsen op noren, minivolleybal, surfen, skiën, ijshockey en tafeltennis. De kosten per cursus bedragen plm. € 25,Aan het begin van het schooljaar krijgen de kinderen die -op grond van hun leeftijdkunnen deelnemen aan de cursussen een inschrijfformulier. Op het prikbord in de hal van de school hangt een affiche met daarop een overzicht van de cursussen.
36
Sportdag
Aan het eind van het schooljaar, meestal in de maand juni, is de grote Morskringschoolsportdag voor de groepen 3 t/m 8 op de atletiekbaan in De Leidse Hout. Altijd een leuke dag waar de kinderen erg naar uitkijken. De groepen 3 + 4 en de groepen 5 t/m 8 werken ieder hun eigen spelcircuit af. De sportdag wordt afgesloten met een gezamenlijke activiteit. De afgelopen jaren was dit een 200 en 400 meterloop voor zowel de kinderen als de begeleiders. Als beloning voor hun inzet ontvangen alle kinderen na afloop van de sportdag een herinneringsvaantje. Op dezelfde dag organiseren de leerkrachten van de onderbouw (kleuters) een spelletjesdag die wordt gehouden in en rondom het schoolgebouw. Tijdens beide activiteiten, die altijd in een hele gezellige sfeer verlopen, wordt de hulp van veel ouders gevraagd.
Schaaktoernooi
Voor de leerlingen uit de bovenbouw organiseren wij ieder jaar ons eigen Morskring Schaaktoernooi, met als inzet een mooie grote beker voor de winnaar en een iets kleinere voor de verliezende finalist. De partijen worden op middagen onder schooltijd gespeeld. Deelname aan het schaaktoernooi is vrijwillig.
INFORMATIE OVER LESZWEMMEN Vanwege gemeentelijke bezuinigingen is het schoolzwemmen enkele jaren geleden uit het lesrooster geschrapt. Ouders dienen voor zwemles aan hun kind nu zelf het initiatief te nemen. In een waterrijk land als Nederland is het kunnen zwemmen op jonge leeftijd van groot belang. Vandaar dat wij een dringend beroep doen op alle ouders om hun kind(eren) vroegtijdig aan te melden voor zwemlessen bij één van de Leidse zwemverenigingen of bij de Leidse zwembaden De Zijl of het Vijf Meibad. Vanaf hun 4e jaar kunnen kinderen al bij een vereniging terecht. Voor meer informatie over het leszwemmen in Leiden: x x x x x x x
St. Zwemonderricht Leiden (071-5152216) Leidse Reddingsbrigade (071-5318499) Leidse Watervrienden (071-5318446) LZ 1886 (071-5317909) De Zijl/LGB (071-5219743) Zwembad De Zijl (071-5220780) Vijf Meibad (071-5312827)
37
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD EN OUDERRAAD De Medezeggenschapsraad (MR) Deze raad, bestaande uit ouders en leerkrachten, is eigenlijk de gesprekspartner tussen school en bestuur en houdt zich met name bezig met de beleidsmatige kant van het onderwijs daar waar het de Morskring betreft. Ook is de MR het instituut dat door de gemeente Leiden wordt aangesproken over onderwerpen die met de Morskring verband houden. De MR wordt in voorkomende gevallen gevraagd besluiten, te nemen door het bestuur, van advies of instemming te voorzien. Behalve de beleidsmatige kant van het onderwijs houdt de MR, in nauw overleg met het schoolteam en de Ouderraad, zich ook bezig met het 'klimaat' in de school. Als gevolg van een zich in toenemende mate 'terugtredende overheid' en een daardoor meer autonoom wordende school, wordt de rol van de MR in de toekomst steeds belangrijker. Op grond van het aantal leerlingen bestaat de MR van de Morskring uit 8 leden. Daarvan vormen 4 de oudergeleding en 4 de personeelsgeleding. De zittingstermijn van de raad is twee jaar. Indien noodzakelijk vinden iedere twee jaar verkiezingen plaats. De ouders kiezen hierbij, volgens een in het MR-reglement vastgelegde verkiezingsprocedure, hun eigen geleding. De leerkrachten kiezen hun vertegenwoordigers voor de personeelsgeleding. Samenstelling van de MR: Voorzitter Secretaris Penningmeester Leden
* Thijs de Kleer (OG) Rijn en Schiekade 49 5149933 * Hans Neuteboom (PG) Morskring 5760852 * Aad Loppé (OG) Jan Paetsplein 29 5767025 * Joke van der Meer (OG) St. Buysingstraat 28 06-46404486 * Jos Seegers (OG) Vondellaan 34 5233341 * Sharony van Rossum (PG) Morskring 5760852 * Saskia Rijsbergen(PG) Morskring OG = Oudergeleding * Evelien Daniëls (PG) Morskring PG = Personeelsgeleding (De leden van de personeelsgeleding zijn voor MR-zaken op school te bereiken)
Anneke van den Boogaart, directeur van de school, treedt op als adviseur voor de MR. De leden van de personeelsgeleding (PG) zijn voor MR-zaken op school bereikbaar. Ouderlid Jos Seegers vertegenwoordigt de Morskring in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). In deze raad hebben afgevaardigden van alle openbare scholen in Leiden zitting. De raad houdt zich bezig met bovenschoolse zaken.
38
De Ouderraad (OR) De Morskring is in het gelukkige bezit van een zeer actieve Ouderraad. De leden van de Ouderraad ondersteunen het schoolteam bij de meest uiteenlopende activiteiten. Vooral tijdens de drukke feestmaand december, of gedurende een projectperiode is hun inbreng voor de school van grote waarde. Leden van de Ouderraad worden niet gekozen, maar worden gevraagd of bieden zichzelf aan. De penningmeester van de Ouderraad beheert de gelden van de ouderbijdrage. Samenstelling van de Ouderraad: Voorzitter Secretaris Penningmeester Leden
* Esther Arnoldus Gandhistraat 79 5763800 * Ria Wassen Vondellaan 15 5317892 * Carla Vaessen Saffierstraat 64 5721020 * Annelies Smit Jan Luykenlaan 112 5312647 * Petra van der Weel Lage Morsweg 96 5318949 * Désirée Wernars De la Reystraat 7 5766536 * Carine Hul Carneoolstraat 21 5323064 * Claudia Smit Rijn en Schiekade 49 5149933 * Pascal van der Laan Vondellaan 20 5123720 * Marieke Middelkoop Hoge Morsweg 101 5790662 * Leontien Wijnen Benny Goodmanstraat 6 5765488 * Caroline Reijken Morsweg 240 5769882 * Wendy Buysse Koraalstraat 18 5315365
OUDERHULP Niet alleen op de leden van de Ouderraad, maar ook op andere ouders doen wij regelmatig een beroep om ons bij schoolactiviteiten te assisteren. Met een deftig woord heet dit 'ouderparticipatie'. Dit kan ondermeer gebeuren bij schoolreizen, spelletjesmiddagen, de sportdag, excursies enz. Meestal worden ouders per brief of via de Info gevraagd zich voor een activiteit op te geven. Alle ondersteunende activiteiten door ouders die binnen een groep plaatsvinden, vallen onder de directe verantwoordelijkheid van de desbetreffende groepsleerkracht. Voor algemene werkzaamheden binnen de school, verricht door ouders, is de schoolleiding verantwoordelijk. Hulpouders dienen zich tijdens het werken binnen de school te houden aan de algemeen geldende schoolregels en kunnen daarover door de groepsleerkrachten en/of de schoolleiding worden aangesproken.
39
OUDERBIJDRAGE De uitgaven die de school doet, zijn voor het merendeel voor rekening van het Rijk en de Gemeente. Te denken valt hierbij aan het onderhoud van het schoolgebouw, schoonmaakkosten, kosten van meubilair, leermiddelen enz. De school ontvangt hiervoor speciale budgetten. Uitgaven voor bijzondere activiteiten of evenementen, zoals het sinterklaas- en kerstfeest, paasmaaltijd, excursies, sporttoernooien, projectactiviteiten, afscheidsavond groep 8 en het eindfeest voor de kleuters zijn voor rekening van de school zelf. Deze uitgaven worden betaald uit de ouderbijdrage. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die wij van alle ouders aan het begin van elk schooljaar vragen en wordt beheerd door de penningmeester van de Ouderraad. De bedragen voor het schooljaar 2007-2008 zijn als volgt vastgesteld:
1 kind elk volgend kind
€ 50,€ 30,-
De hoogte van de ouderbijdrage voor het schooljaar 2007-2008 is ten opzichte van vorig jaar ongewijzigd gebleven. Aan het begin van het nieuwe schooljaar ontvangt u via uw kind de nota. U kunt de ouderbijdrage in één keer betalen, maar u kunt er ook voor kiezen het bedrag per half jaar te voldoen. Kiest u voor dit laatste, dan ontvangt u in maart de tweede nota. Voor andere betalingsregelingen kunt u zich wenden tot de schoolleiding of tot de penningmeester van de Ouderraad. Als uw inkomen in een van de lagere inkomensklassen valt, kunt u voor (een groot deel van) de ouderbijdrage een beroep doen op de Gemeentelijke Sociale Dienst. Voor informatie hierover kunt u bij de schoolleiding terecht. Voor kinderen die na de kerstvakantie op school starten, wordt slechts de helft van de ouderbijdrage gevraagd. Als uw kind tussentijds de school verlaat, dan kunt u een deel van de al betaalde ouderbijdrage terugvragen. Deze restitutie vindt altijd plaats in hele kwartalen. Mocht u in aanmerking komen voor teruggave van een deel van de ouderbijdrage, neemt u dan contact op met de penningmeester van de Ouderraad. Alle uitgaven die de Ouderraad uit de ouderbijdrage doet, komen altijd en volledig ten goede aan de kinderen. Ieder jaar legt de penningmeester in het jaarverslag verantwoording af voor het gevoerde financiële beleid. Een kascontrolecommissie controleert en beoordeelt de boekhouding van de penningmeester. De Ouderbijdrage is vrijwillige bijdrage. Dit betekent dat wij een leerling niet kunnen en mogen weigeren, of van school mogen sturen als de ouders de jaarlijkse bijdrage niet kunnen of willen betalen. De kosten voor het overblijven in de Kinderkantine en van voor- en naschoolse opvang zijn echter niet vrijwillig.
40
ONDERWIJS ADVIES De Morskring heeft op verschillende terreinen te maken met instellingen en instituten die een bijdrage kunnen leveren aan wat wij als school willen. Eén van die instituten is Onderwijs Advies (OA), voorheen de Schoolbegeleidingsdienst Rijnland geheten.
Onderwijs Advies
Onderwijs Advies (OA) biedt verschillende vormen van dienstverlening aan scholen, ouders en leerlingen. Omdat OA een door Rijk en Gemeente gesubsidieerde instelling is, zijn aan veel dienstverleningen voor de 'klanten' (in dit geval de school) geen kosten verbonden.
Hulpverlening aan leerlingen
Als een leerling problemen heeft met leren of met het gedrag, dan kan de school een beroep doen op de OA-schoolbegeleider. Dit gebeurt overigens altijd in overleg met de ouders. Pas als school en ouders samen van mening zijn dat externe hulp nodig is, vindt aanmelding bij OA plaats. Bij dit proces spelen de interne begeleider -op de Morskring is dit Bep Fakkel- en de leerkracht van het kind een belangrijke rol. Vrijwel altijd is de eerste stap een gesprek tussen de school, ouders en schoolbegeleider om het probleem zo helder mogelijk te krijgen. Zo nodig komt de begeleider in de klas kijken of wordt er een test gedaan. Dit kan betrekking hebben op de schoolvakken, bijvoorbeeld lezen, spellen of rekenen, maar ook kan een intelligentie- of persoonlijkheidsonderzoek plaatsvinden. Nadat er voldoende gegevens verzameld zijn, vindt hierover weer een gesprek plaats met ouders en school. De OAschoolbegeleider licht dan de gegevens uit het onderzoek toe. Gezamenlijk wordt bepaald welke oplossingen voor het probleem mogelijk zijn en wat het beste gedaan kan worden.
Logopedische hulpverlening
De logopedist begeleidt leerlingen die problemen hebben op het gebied van spraak, stem, taal en gehoor. Aan het begin van groep 2 worden alle leerlingen logopedisch gescreend of geobserveerd. Als hierbij logopedische problemen zijn gesignaleerd, kan het betreffende kind door de school worden aangemeld voor een onderzoek. Daarna kunnen ook kinderen uit groep 1 of 3 t/m 8 aangemeld worden door ouders,
41
leerkrachten of de jeugdarts. Het is niet altijd noodzakelijk het kind te behandelen. Soms zijn adviezen voldoende om het kind te helpen. Is er besloten dat logopedische behandeling noodzakelijk is, dan kan dat gebeuren door een vrijgevestigde logopedist buiten school (via verwijzing door de huisarts) of door de logopedist op school. Voor behandeling op school wordt gekozen als er sprake is van een kortdurende en onderwijsondersteunende logopedische begeleiding. Deze behandelingen vinden plaats op school en onder schooltijd. Aan de logopedische hulpverlening op school zijn voor de ouders geen kosten verbonden, aangezien de gemeente Leiden hiervoor subsidie verstrekt. Dit geldt niet voor behandeling door een vrijgevestigde logopedist.
Motorisch Remedial Teaching
Een speciale vorm van hulpverlening die zich richt op de grove motoriek (het bewegen) en de fijne motoriek van kinderen (bijvoorbeeld knippen, plakken of schrijven) wordt verzorgd door de motorisch remedial teacher (mrt-er). Op basis van onderzoeksgegevens worden de betreffende kinderen behandeld en krijgen ouders en leerkrachten advies.
Andere vormen van dienstverlening
Naast deze hulpverlening aan leerlingen kunnen scholen met allerlei andere vragen terecht bij de OA. Vragen over leermiddelen en methoden, schoolorganisatie, zorgverbreding, computers in de school etc. De school neemt indien nodig deel aan informatiemiddagen, trainingen en cursussen die door OA worden georganiseerd.
Voorlichting en advisering
In het OA-gebouw aan de Lorentzkade in Leiden zijn o.a. het Onderwijs Mediacentrum en het Intercultureel Steunpunt ondergebracht. Hier kunnen - door educatieve uitgeverijen uitgebrachte leermiddelen - worden bestudeerd. Wij kunnen ons hier ook door deskundigen laten voorlichten en adviseren.
OA-medewerkers Schoolbegeleider Logopedie
: Jaap van Vliet : Nynke Tesselaar
De OA-medewerkers zijn telefonisch te bereiken op: 071 - 5164700
Overige instellingen
Onderwijs Advies is niet de enige instelling waarop de Morskring een beroep doet. Ook van de diensten van hogescholen of particuliere instellingen maken wij, indien nodig, gebruik.
42
EVALUATIE + PLANNEN Een terugblik op het afgelopen schooljaar:
Het schooljaar begon in september op feestelijke wijze met de viering van het 40-jarig ambtsjubileum van onze directeur Anneke van den Boogaart. Met een grootse muzikale uitvoering op het schoolplein van ‘Het Groot Zelfgemaakt Schoolorkest’ door alle leerlingen, onder leiding van ‘Het Fort van de Verbeelding’, werden de festiviteiten afgesloten. Deze feestweek was als het ware het startsein voor een lange reeks activiteiten en evenementen die we in het schooljaar 2006-2007 hebben georganiseerd. Behalve de reguliere vieringen van de diverse feestdagen, die allemaal succesvol zijn verlopen, waren er dit jaar weer activiteiten die er echt uitsprongen. Een kleine overzicht: x Het grote schoolproject met als thema ‘Morskring terug in de tijd’ met een scala aan activiteiten, excursies, voorstellingen, schoolbezoeken van experts en een geslaagde en drukbezochte presentatieavond. Zie ook onze website. x De Fun Science-workshops en techniekevenementen. x Bezoeken aan theater, museum en kinderboerderij. x Hoekendagen voor de onderbouw op de Leidse Hogeschool. x Bezoek aan het teddyberenhospitaal door de kleuters. x De tennisdag voor de bovenbouwgroepen op tennispark Stevenshof. x De feestelijke opening van onze nieuwe voortuin door wethouder Steegh. x Het BizWorld-project van groep 8, met een optreden in het Scheltemacomplex en televisieopnames op school, waarbij Pieter van Geel, fractievoorzitter van het CDA, de kinderen interviewde over hun ondernemersproject. x De juffen- en meesterdagen. x De geslaagde sport- en spelletjesdag. x Schoolreizen en schoolkamp van groep 8. x De fantastische musical ‘Funny Fairy Tales’, gevolgd door de ‘Nacht van 8’.
Verslagen en foto’s van veel van deze activiteiten zijn te zien op onze website. Ook inhoudelijk hebben we in het afgelopen schooljaar het nodige gerealiseerd: x Het gereedkomen van het Schoolplan voor de periode 2007-2011. x De ontwikkeling en de invoering van het dyslexieprotocol. In deze Schoolgids leest u er meer over. x De succesvolle invoering van de nieuwe taalmethode ‘Taal op Maat’. x De keuze voor een methode ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’ waarmee we in 20072008 gaan werken. x Op ICT-gebied: - De verdere digitalisering van het leerlingvolgsysteem en het klassenmanagement. - Uitbreiding van software en hardware, waaronder twee nieuwe infoschermen. - Voorbereiding voor de aanschaf van twee digitale schoolborden. x De start van het werken met de Techniek Torens, een methode met kant en klare technieklessen voor alle groepen. De inspectie heeft naar aanleiding van een tweetal schoolbezoeken in oktober en december 2006 haar waardering uitgesproken over het onderwijs, de organisatie en de kwaliteit van onze school. Deze waardering komt tot uiting in het schoolrapport, dat u kunt terugvinden op de website van de onderwijsinspectie: www.owinsp.nl.
43
Plannen voor het nieuwe schooljaar: x x x x x x x x
Uitvoeren van activiteiten m.b.t. taalbeleid in de onderbouw (VVE). Intensivering van leesbevorderingactiviteiten en het aanstellen van een leescoördinator. Realiseren van een wettelijk voorgeschreven Veiligheidsplan. Invoering van een leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele vorming. Ingebruikname van twee digitale schoolborden. Aandacht voor actief burgerschap. Continuering van onze vaste activiteiten en evenementen. In het kader van ‘Versterking Cultuur Educatie’, een project dat door de overheid wordt gestimuleerd en gesubsidieerd, gaan we ook in het komende schooljaar weer een aantal activiteiten uitvoeren op het gebied van muziek, dans en kunst. Een van die activiteiten is de serie muzieklessen die onze muziekdocent Rieuwert Libbenga in alle groepen weer gaat verzorgen.
BUITENSCHOOLSE OPVANG Onder buitenschoolse opvang verstaan we zowel voor-, tussen- als naschoolse opvang. Voorschoolse Opvang Nieuw dit schooljaar is de voorschoolse opvang. De Morskring werkt hiervoor samen met ‘Sportkinderen’, een organisatie met een breed activiteitenaanbod. Informatie over de voorschoolse opvang kunt u verkrijgen via de volgende telefoonnummers: 071-5137697, 06-50625292 of 06-22970602. Tussenschoolse Opvang Deze opvang organiseren we zelf: De Kinderkantine. Zie hiervoor pag. 28 en 29. Naschoolse Opvang Hiervoor kunt u terecht bij ‘Wonderland’. Gedurende de 40 schoolweken kunnen kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar na schooltijd naar deze BSO. In de schoolvakanties wordt een dagprogramma verzorgd. De openingstijden van Wonderland op schooldagen zijn: x Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag : 14.30 – 18.15 uur x Woensdag : 11.30 – 18.15 uur x Vakantiedagen : 08.00 – 18.15 uur Kinderen van de Morskring die naar Wonderland gaan, worden na schooltijd door de leidsters opgehaald. Ook op dagen dat onze leerlingen vrij zijn (studiedag, roostervrije dag) is opvang bij Wonderland mogelijk. Voor kinderen van 2 tot 4 jaar is er de ‘peuterschool’ met zowel ochtend- als middagopvang. Wonderland zwem-BSO Nieuw is ook de ‘Wonderland zwem-BSO’. Dit houdt in dat kinderen tijdens de naschoolse opvang met een versneld programma hun A-diploma kunnen halen. Voor de zwem-BSO werkt Wonderland samen met Sportfondsen Oegstgeest. Voor meer informatie over prijzen en plaatsingsmogelijkheden kunt u contact opnemen met Richard Waterman, tel. 071-5321099. Overige gegevens: www.wonderland-leiden.nl en
[email protected]
44
HET ONDERWIJS OP DE MORSKRING Om u een indruk te geven hoe het onderwijs op de Morskring is ingericht, de werkwijzen die we hanteren en welke methodes we daarbij gebruiken, volgt in dit hoofdstuk een beschrijving daarvan en laten we vervolgens alle vakken en leerstofonderdelen die op het lesrooster staan vermeld de revue passeren. Maar eerst onze algemene doelstellingen: Wanneer je met kinderen werkt, moet je je als team goed realiseren wat je met kinderen wilt bereiken. Wat is je doel? Om daar een antwoord op te vinden, kun je je eerst afvragen: "Wat voor mensen zullen het later zijn"? En ook: "Wat voor mensen hebben we nodig in de toekomst"? Wij zijn van mening dat er mensen nodig zijn die zelf kunnen denken, kritisch kunnen zijn en oplossingen kunnen bedenken voor de talloze problemen die er zijn. Bovendien willen wij graag dat die mensen zich gelukkig zullen voelen; dat die mensen hun tijd zinnig kunnen besteden en zich niet laten opjagen door de snel veranderende maatschappij; dat zij creativiteit net zo zullen waarderen als bijvoorbeeld wiskunde en dat zij niet alleen aan hun carrière zullen denken, maar zich ook om anderen bekommeren. Kortom: kritische, creatieve, gelukkige mensen. Behalve de intellectuele vaardigheden zal de school vooral ook sociale vaardigheden moeten bijbrengen. De maatschappij verandert snel en er worden hoge eisen aan mensen gesteld. De school probeert daarop in te spelen. HET WERKEN IN DE ONDERBOUW (KLEUTERS): In een gezellige en creatieve leeromgeving wordt in de kleuterbouw ontwikkelings- en ervaringsgericht onderwijs gegeven. Met ontwikkelingsgericht onderwijs zijn we erop uit de mogelijkheden waarover kinderen beschikken uit te breiden. Door aan te sluiten bij de ervaringen van kinderen worden zij enthousiast. De groepen zijn verdeeld in 4-, 5- en 6-jarigen. In de lokalen zijn verschillende speel- en werkhoeken (huishoek, leeshoek, lees-/schrijfhoek, bouwhoek, rekenhoek enz.) ingericht. De hoeken nodigen uit tot (spel)activiteiten en het opdoen van ervaringen. Bij de jongere kleuters zijn er ruime mogelijkheden tot experimenteren. Bij de oudere kleuters worden
45
er meer gerichte opdrachten gegeven. De leerkracht stimuleert hierbij, zodat de kinderen inderdaad verder komen. Er wordt gewerkt aan de hand van thema's, zoals: het postkantoor, de seizoenen, de winkel, vakantie, water, wonen enz. Pas nadat de kleuter via het spel allerlei ervaringen heeft opgedaan en verwerkt, kan het die ervaringen als kennis beschouwen. Bij het werken met onze kleuters ligt de nadruk op spelend leren. Ook de computer heeft zijn intrede gedaan in de kleutergroepen. In de komende jaren zal het aantal educatieve programma’s geleidelijk worden uitgebreid. Tot slot is er binnen het kader van adaptief onderwijs bij de kleuters ook veel aandacht voor zelfstandig werken. Voor met name de motorische ontwikkeling hebben we voor de kleuters een nieuwe en goed geoutilleerde speelzaal tot onze beschikking. WAARAAN BESTEDEN WE VERDER AANDACHT IN DE ONDERBOUW? Motorische ontwikkeling ɾ gymnastiek met blokken, ballen, en klimmateriaal ɾ buitenspel ɾ werken met materiaal in de klas ɾ bewegen op muziek Muzikale ontwikkeling ɾ het zuiver leren zingen ɾ aanleren van liedjes ɾ aanleren van muzikale elementen ɾ (hoog, laag, vlug, langzaam) Taalontwikkeling ɾ voorlezen ɾ poppenkast ɾ het voeren van gesprekjes Verstandelijke ontwikkeling ɾ het werken met lotto's ɾ sorteren en rangschikken ɾ geheugenspelletjes ɾ aanleren van begrippen ɾ omgaan met hoeveelheden Emotionele en sociale ɾ omgaan met anderen ontwikkeling ɾ je gevoelens leren uiten Creatieve ontwikkeling ɾ boetseren, tekenen, kleien ɾ toneelspelen ɾ aanleren van expressietechnieken HET WERKEN IN DE MIDDEN- EN BOVENBOUW: Na de kleuterperiode is een degelijke basis gelegd om verder te gaan en wordt de werkwijze vanaf groep 3 meer gestructureerd. De kinderen krijgen nu een eigen bankje en stoeltje en gaan leren lezen, schrijven en rekenen. Een nieuwe fase in het schoolleven van uw kind breekt aan en wij proberen die rimpelloos te doen verlopen. Er volgt nu een
46
periode van 6 jaar waarin uw kind kennis maakt met de meest uiteenlopende leergebieden en vaardigheden. Uw kind gaat zich verder vormen. De school helpt hierbij en doet er alles aan om voor ieder kind het maximale te bereiken. Daarmee hopen wij aan het einde van de basisschool bereikt te hebben dat de kinderen niet alleen een plezierige tijd op de Morskring hebben gehad, maar ook goed voorbereid zijn op de overstap naar het Voortgezet Onderwijs. Ons onderwijs karakteriseert zich door een klassikale werkwijze, waarbij we mogelijkheden scheppen voor individualisering. Of eenvoudig gezegd: kinderen die problemen hebben met bepaalde leerstof of het tempo niet kunnen volgen, krijgen een aangepast programma. Dit kan individueel, maar ook groepsgewijs gebeuren. Vanzelfsprekend geldt dit ook voor leerlingen die juist heel gemakkelijk door de leerstof heen gaan. Ook zij kunnen vaak op eigen niveau en in eigen tempo verder. In het komende schooljaar gaan we verder met het ‘zelfstandig werken’. Tijdens het zelfstandig werken zijn de kinderen voornamelijk op zichzelf aangewezen. Ze voeren opdrachten op het gebied van rekenen, taal en wereldoriëntatie zelfstandig uit, zo mogelijk zonder hulp van de leerkracht. De opdrachten zijn aangepast aan het niveau van de leerling en in veel gevallen zelfcorrigerend. TAAL In de groepen 4 t/m 8 werken we met de nieuwe methode ‘Taal op Maat’. Een taalmethode voor alle kinderen, zwak of sterk. De methode kenmerkt zich door een duidelijke structuur, mogelijkheden voor differentiatie en zelfwerkzaamheid en veel aandacht voor de ontwikkeling van de woordenschat. Een methode voor sterk en zwak Taal op Maat is een methode voor alle kinderen. ‘Meesterwerk’ biedt kinderen opdrachten die meer inzicht en creativiteit verlangen. Voor remediëring is er ‘Maatwerk’. Extra aandacht is er voor taalzwakke en anderstalige kinderen. Zelfwerkzaamheid Leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken wisselen elkaar af. Tijdens de lessen zelfstandig werken heeft de leerkracht de handen vrij voor bijvoorbeeld het bieden van extra hulp aan taalzwakkere leerlingen. Woordweb Veel aandacht krijgt de ontwikkeling van de woordenschat. De aanpak berust op associatie, maar dan op een gestructureerde manier. De kinderen leren te denken in categorieën van onderling verwante woorden. Zo ontwikkelen zij een ‘woordweb’ waarin de afzonderlijke woorden zijn verankerd. Soepel van groep 3 naar groep 4 De kinderen hebben het daar best moeilijk mee. Ze komen net uit groep 3 en moeten direct werken met een boek én met een schrift. De handige werkschriftjes van Taal op Maat combineren beide. Ook het lezen én begrijpen van teksten is voor een leerling in groep 4 lastig. Taal op Maat houdt daar rekening mee.
47
Met Taal op Maat hebben wij een methode in huis die ons de komende jaren de juiste ondersteuning biedt voor ons taalonderwijs. LEZEN In groep 3 starten we met het aanvankelijk leesonderwijs. De methode die we hierbij gebruiken heet 'Veilig Leren Lezen'. Nadat de kinderen in groep 3 echt hebben leren lezen (het ‘technisch lezen’), gaan we vanaf groep 4 een stapje verder met het begrijpend en studerend lezen. Hierbij maken we gebruik van de methode 'Tekst Verwerken'. Deze methode bevat leerzame teksten en vragen, waarmee de kinderen zelfstandig aan het werk kunnen. Lezen vinden wij heel belangrijk. Daarom proberen wij de kinderen enthousiast te maken voor het lezen van kinderboeken. Behalve de boeken die we op school hebben en die we per groep ieder jaar aanvullen met de nieuwste uitgaven, kunnen de kinderen ook boeken lenen uit de ‘Bibliobus’ die 7 dagen per jaar voor de school geparkeerd staat. Enkele dagen per week bezoekt Anke Weysters de kleutergroepen. Zij leest daar voor en doet met de kinderen activiteiten in het kader van leesbevordering. Ook zijn we actief tijdens de kinderboekenweek. We doen mee aan de kinderjury en de landelijke voorleesdag, we doen aan niveaulezen en houden, met name in de bovenbouw, regelmatig boekbesprekingen. SCHRIJVEN Het ontwikkelen van een goed handschrift is voor ieder kind belangrijk. Om dit doel te bereiken maken we vanaf groep 3 gebruik van 'Schrijftaal', een complete schrijfmethode voor 4-12 jarigen. 'Schrijftaal' sluit aan bij de nieuwe versie van de leesmethode 'Veilig Leren Lezen' in groep 3. REKENEN/WISKUNDE Onze methode Rekenrijk is een ‘realistische’ reken-wiskundemethode, hetgeen inhoudt dat bij de behandeling van de leerstof wordt uitgegaan van situaties die voor kinderen bekend en herkenbaar zijn; onderwerpen waarmee ze in het dagelijks leven worden geconfronteerd. Dit leidt ertoe dat de kinderen gemotiveerd raken en uitgedaagd worden met de aangeboden leerstof aan de slag gaan. Onderzoek heeft ook uitgewezen dat kinderen door deze manier van rekenen meer en sneller inzicht krijgen in de ‘wereld van de getallen’. In het realistisch rekenonderwijs ligt de nadruk dus vooral op het inzichtelijk rekenen, maar daarnaast ook op de veelvuldige interactie tussen de leerkracht en de leerlingen. Een sterk punt van de methode is, behalve de duidelijke lesopbouw, de inpassing van lessen zelfstandig werken. Hier snijdt het mes aan twee kanten:
48
1. 2.
Het belang van zelfstandig werken voor de leerlingen. De leerkracht heeft meer tijd beschikbaar voor individuele hulp aan de zwakkere leerlingen. Rekenrijk is er dan ook voor ‘alle leerlingen’. Voor rekenhulp aan de zwakkere leerlingen geeft de methode voor de leerkracht duidelijke aanwijzingen die aansluiten bij de leerstof van een les. Maar ook de ‘rekenwonders’ komen aan hun trekken. De methode biedt extra gevarieerde en pittige verrijkingsstof voor de kinderen die snel klaar zijn met de basisstof. De meeste lessen zijn geconcentreerd rond één rekenonderwerp en bevatten alle grote leergangen. Het voert te ver deze allemaal te noemen, maar te denken valt hierbij aan:
getalbegrip hoofdrekenen tafels cijferen kommagetallen meten meetkunde klokkijken rekenen met geld
Hierbinnen krijgen de onderwerpen verhoudingen, schattend rekenen en het werken met de rekenmachine invulling. Om te kijken of de leerlingen de aangeboden leerstof beheersen, krijgen de kinderen iedere 3 weken een methodegebonden rekentoets. ENGELS In de methode ‘Bubbles’, bestemd voor de groepen 7 en 8, wordt het leren van de Engelse taal op een leuke en speelse manier gebracht. De jonge reporter Bo Bubbles beleeft veel avonturen. Zij is regelmatig op pad voor het dagblad ‘Newsbreaker’. De teksten en opdrachten houden rekening met de belevingswereld van de leerlingen. Doordat de oefeningen in het werkboek duidelijk zijn opgebouwd en voorzien van eenvoudige instructietaal, bestaat voor de leerlingen ook de mogelijkheid tot zelfstandig te werken. Het werkboek bevat bovendien zeer afwisselende oefeningen, verwerkingsvormen en extra opdrachten. Bij de methode behoort ook een softwarepakket, waardoor de leerlingen eventueel ook achter de computer aan de slag kunnen.
Deze Schoolgids (in kleur) is ook geplaatst op onze website: www.morskring.nl
49
WERELDORIËNTATIE Alles wat uw kind op school leert, heeft te maken met oriëntatie op het leven en op de maatschappij waarin het woont. Vooral in de kleutergroepen is van een echte indeling in de verschillende zaakvakken, zoals aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis nog geen sprake. Vanaf groep 3-4 gaat dit wel gebeuren. Onderwerpen komen vooral aan de orde tijdens projectweken, als de actualiteit daar aanleiding toe geeft, of vanuit de kinderen zelf. Via schooltelevisie wordt het programma ‘Huisje Boompje Beestje’ enthousiast bekeken. Wereldoriëntatie! Welke vakken horen daarbij, in welk jaar wordt deze stof aangeboden en van welke methodes maken we gebruik? A. Verkeer In de midden- en bovenbouw gebruiken we de methode ‘Claxon’. Een kleurrijke methode die op concrete wijze, weer uitgaande van de belevingswereld van het kind, de leerlingen in aanraking brengt met alle facetten van het dagelijkse verkeer. Voor groep 7 verschijnt maandelijks de ‘Jeugdverkeerskrant’, een uitgave van 3VO. Met het oog op het verkeersexamen wordt in groep 7 extra aandacht besteed aan de verkeerslessen. Het landelijke examen (schriftelijk) is meestal in april, het praktijkgedeelte (zelf fietsen) in mei/juni. Aanvullende methodes voor groep 7 zijn: - Examenwijzer - Oefeningen voor het verkeersexamen B. Natuur en Techniek In de groepen 3 t/m 8 werken we met de methode ‘Natuurlijk’. De methode is opgebouwd rond acht thema’s met daarin ook practicumlessen. De aantrekkelijke vormgeving geeft de methode een uitstraling die past bij een natuurmethode van deze tijd en brengt natuuronderwijs naar de kinderen toe. Het nieuwe en voor ons verplichte vak techniek is in de methode geïntegreerd. Daarnaast maken we gebruik van de ‘Techniek Torens’. Deze torens, waarmee we in schooljaar 2006-2007 zijn gestart, bevatten kant en klare technieklessen voor alle groepen, dus ook voor de kleuters.
50
C. Aardrijkskunde Ook hiermee beginnen we in groep 5. Voor dit leerstofgebied gebruiken we de methode ‘Wijzer door de wereld’. Aan de hand van aansprekende en leesbare teksten, fraaie illustraties en gevarieerde opdrachten leren de kinderen alles wat ze moeten kennen en kunnen op het gebied van aardrijkskunde. Alle denkbare thema’s en onderwerpen komen aan de orde. De methode wordt bovendien audio-visueel ondersteund door een videoband met korte films die zijn ingepast in de basisstof. Voor het oefenen en eventueel toetsen van de topografie is een computerprogramma beschikbaar. De topografie is gebaseerd op de basislijst die door het Cito is gemaakt. In groep 5 gaan de kinderen ‘op verkenning’ en ligt het accent vooral op het aanleren van kaartvaardigheid. In de groepen 6, 7 en 8 komen respectievelijk Nederland, Europa en de Wereld aan de orde. De methode biedt de kinderen die de basisstof nog niet beheersen een herhalingsles aan. Voor de overige leerlingen is er verdiepingsstof. D. Geschiedenis Het geschiedenisonderwijs begint in groep 5 en hiervoor gebruiken we de methode ‘Bij de Tijd’. Nieuw in deze methode is de zogenaamde chronologisch-concentrische ordening van de leerstof. Eenvoudig gezegd komt het erop neer dat de kinderen in elk leerjaar een chronologisch overzicht van de prehistorie tot het heden krijgen. Dit wordt ook wel het ‘schelpenmodel’ genoemd en heeft grote didactische voordelen: een betere ontwikkeling van het historisch besef en de mogelijkheden tot verdere verdieping van de leerstof in de hogere leerjaren. Het chronologische overzicht is verdeeld in zes tijdvakken: Prehistorie - Romeinse Tijd – Middeleeuwen - 16e en 17e eeuw - 18e en 19e eeuw - 20e eeuw. Om nu te voorkomen dat de kinderen het historisch overzicht kwijtraken, wordt er gewerkt met de klassikale tijdlijn die het hele jaar door in de klas hangt en steeds wordt opgebouwd. Historische gebeurtenissen worden overzichtelijk in de tijd en ten opzichte van elkaar geplaatst. Voor de groepen 7 en 8 is er daarnaast het tijdboekje. De methode ‘Bij de Tijd’ houdt tevens rekening met verschillen tussen kinderen. Elke les kent een aantal vragen voor kinderen die snel klaar zijn en een of meer ‘piekervragen’ die wat dieper op de leerstof ingaan. De methode is vormgegeven met mooie illustraties en bevat prachtige verhalen. Naast geschiedenis uit ‘Bij de Tijd’ besteden we in de bovenbouw ook aandacht aan maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting.
51
CREATIEVE VORMING Onder dit leergebied vallen o.a. tekenen en handvaardigheid. De meest uiteenlopende vaardigheden en technieken komen hierbij aan de orde. Daarbij maken we onder andere gebruik van de methoden 'Handvaardig' en 'Tekenvaardig'. Ook de inbreng en de ideeën van de leerkracht of de kinderen zelf spelen een belangrijke rol. BEWEGINGSONDERWIJS Bij het bewegingsonderwijs (gymnastiek) stellen we ons het volgende ten doel: het bevorderen van veelzijdige motorische vaardigheden het bevorderen en behouden van plezier in bewegen het bevorderen van een natuurlijke bewegingsdrang het bevorderen van sociaal gedrag in bewegingssituaties De groepen 3 t/m 8 krijgen tweemaal in de week (op dinsdag en op vrijdag) les van onze vakleerkracht bewegingsonderwijs. Voor de gymnastieklessen maken we gebruik van de gymzaal aan de Vondellaan. De kleutergroepen, en incidenteel ook groep 3, maken voor de lessen lichamelijke en motorische oefening gebruik van onze nieuwe speelzaal. MUZIEK Vooral het zingen staat hier centraal, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziekinstrumenten. Muziek is een uitermate specialistisch vakgebied. Om die reden is sinds vorig schooljaar een docent van de Muziekschool Leiden aangesteld die, verdeeld over het hele jaar, muzieklessen verzorgt in alle groepen. Kinderen die ook na schooltijd iets met muziek willen doen, kunnen zich opgeven voor het schoolkoor (zie blz. 35). Omdat televisie een grote rol speelt in de muziekbeleving van kinderen, volgen we met diverse groepen een aantal schooltvprogramma’s waarin muziek en zingen centraal staan, zoals ‘Liedmachien’, ‘Huisje Boompje Beestje’ en ‘Songmachine’.
52
GEESTELIJKE STROMINGEN Omdat wij in Nederland te maken hebben met een multiculturele en multireligieuze samenleving, is het belangrijk dat basisschoolleerlingen in aanraking worden gebracht met wat zich in de diverse 'geestelijke stromingen' afspeelt. In de onder- en middenbouw komen de 'uitingen' van de stromingen aan de orde als daar aanleiding toe bestaat. Bijvoorbeeld als een kind iets vertelt of vraagt, of bijvoorbeeld als allochtone leerlingen iets te vieren hebben. In de groepen 7 en 8 worden meer systematisch de verschillende godsdienstige (christendom, islam, boeddhisme, hindoeïsme etc.) en niet-godsdienstige (humanisme, liberalisme, socialisme etc.) stromingen behandeld. ZELFSTANDIG WERKEN Op de Morskring hanteren we een klassenmanagement volgens het GIP-model. GIP staat voor Groepsgericht Individueel Pedagogisch en didactisch handelen. De GIP-trap bestaat uit 4 treden: Organisatie Door de hele school heen hanteren we dezelfde regels voor het inrichten van het klaslokaal. Om de dagindeling visueel te maken gebruiken we dagritmekaarten. Voor het zelfstandig werken binnen de groep worden vaste regels gehanteerd. Om de zelfstandigheid te bevorderen en om te leren gaan met uitgestelde aandacht, wordt in iedere groep een afgesproken teken gebruikt, variërend van een beer op de stoel tot een vaste kaart die aan het bord wordt bevestigd. De leerkracht creëert op die manier tijd om kinderen extra instructie te geven. Zelf plannen De kinderen leren vanaf de onderbouw hun werk te plannen en te registreren, variërend van het plakken van een sticker tot het invullen van een takenkaart. Instructie Er wordt bij de instructie rekening gehouden met de sterke en de zwakke leerlingen en de snelle en de langzame leerlingen. Er vindt selectie plaats bij het aanbod van de leerstof. Tijdens het zelfstandig werken worden regelmatig vaste rondes in de klas gelopen. Er wordt gebruik gemaakt van een instructietafel om extra uitleg te geven. Sociaal-emotionele ontwikkeling Er wordt aan de groepsvorming gewerkt en aan een goed pedagogisch klimaat. Ondersteuning wordt geboden om inzicht te krijgen in het eigen gedrag en dat van de ander (bijv. agressief gedrag). Maar ook om inzicht te krijgen in de eigen emoties en die van de ander (angsten, verdriet), waardoor kinderen sociaal en emotioneel adequater kunnen functioneren.
53
HUISWERK Het fenomeen ‘huiswerk’ is thuis en op school een veelbesproken onderwerp. De meeste kinderen hebben er een hekel aan, maar er zijn er ook die het wel leuk vinden om te doen. Vooral als ze voor het eerst huiswerk mee naar huis krijgen, want dan is het nieuw en interessant! Naarmate kinderen ouder worden, groeit de weerzin tegen al dat extra werk dat na een lange schooldag ook nog eens gedaan moet worden. Vooral ouders die een kind in het Voortgezet Onderwijs hebben, stellen ons nog wel eens de vraag of wij de kinderen in de hoogste groepen niet meer huiswerk moeten geven, zodat zij beter voorbereid zouden zijn op wat hen na de basisschool te wachten staat. Dat klinkt aannemelijk, maar hier past van onze kant toch een genuanceerd antwoord. Onze ervaring met brugklasleerlingen is, dat zij in het begin inderdaad moeten wennen aan de dagelijkse hoeveelheid huiswerk. Die hoeveelheid is uiteraard afhankelijk van de soort opleiding die het kind volgt. Ook moeten zij wennen aan veel andere (nieuwe) dingen in het Voortgezet Onderwijs. Daarin worden zij echter begeleid. Ze leren plannen, er is huiswerkbegeleiding etc. Die periode van gewenning duurt bij de meeste kinderen maar kort. Weldra weten ze niet beter en hoort het er gewoon allemaal bij. Wij zijn daarom van mening dat het niet erg zinvol is om kinderen op de basisschool al te belasten met veel extra huiswerk. Kortom, wij geven geen huiswerk om het huiswerk! Met name de zwakkere leerlingen zouden hier de dupe van zijn. Zij hebben in de regel immers meer tijd nodig om hun werk te maken. Uiteraard zijn wij niet tegen het geven van huiswerk. Integendeel zelfs. Maar het moet wel functioneel zijn. Het is in onze ogen niet juist dat kinderen werk voor thuis krijgen, dat ook gemakkelijk op school gedaan had kunnen worden. Vanaf de middenbouw krijgen onze leerlingen met een bepaalde regelmaat werk mee naar huis. Het gaat hierbij dan meestal om het voorbereiden op een overhoring of proefwerk, een spreekbeurt, een boekbespreking of, als daar een reden voor is, om het extra oefenen van bepaalde leerstof. De vraag die wij onszelf wel eens stellen is: “Moet het basisonderwijs zich, als het gaat om huiswerk, aanpassen aan het Voortgezet Onderwijs of kan het ook andersom?” Wij denken het laatste, bijvoorbeeld door de hoeveelheid huiswerk in de jaren langzaam op te voeren. Langzamer in ieder geval dan nu vaak het geval is. Geef basisschoolleerlingen van pakweg 9 tot 12 jaar na een lange schooldag toch de gelegenheid te genieten van hun vrije tijd en hobby’s, maar vooral van hun ´kind zijn!’
54
LEEF THUIS OOK MEE MET DE SCHOOL! Wij - de leerkrachten van de Morskring - zouden het erg op prijs stellen als u, behalve op ouderavonden, informatie- of gespreksavonden, ook op andere momenten de school eens binnenstapt. Uw kind komt vast wel eens met een verhaal thuis waarvan u denkt: "Dat zou ik ook wel eens willen zien" of: "Waar heeft ie het eigenlijk over?" Wat ligt er dan meer voor de hand dan in zo'n geval zelf eens een kijkje te gaan nemen in de klas. Ook thuis kunt u veel dingen doen die uw kind tot steun zijn. Besteed altijd aandacht aan tekeningen, werkbladen of werkstukjes waar uw kind mee thuiskomt en gooi deze niet direct weg. Bewaar het één en ander voor later, als herinnering aan de basisschooltijd. Uw kind zal u er later dankbaar voor zijn! Stimuleer uw kind tot lezen door bijvoorbeeld samen naar de bibliotheek te gaan of geef voor een verjaardag of bij een andere gelegenheid ook eens een boek cadeau! Pak een krant of een tijdschrift en bekijk die samen. Samen naar een natuurfilm op de televisie kijken kan erg leuk, maar vooral ook leerzaam zijn. Toon thuis niet alleen belangstelling voor goede beoordelingen (cijfers) of behaalde schoolresultaten, want dan krijgt uw kind het ontmoedigende gevoel dat dát kennelijk het enige is dat aan hem telt! Ook een zogenaamde 'zwakke' leerling kan in bepaalde onderdelen uitblinken. En dat hoeft echt niet altijd met een schoolvak te maken te hebben. Wat te denken van sociale vaardigheden of de kunst om met een ander samen te werken! Wij doen iedere dag ons uiterste best om op school een sfeer te scheppen waarin alle kinderen zich prettig en veilig voelen. Een positieve houding van de ouders ten opzichte van de school en alle mensen die daar werken, helpt ons daarbij. De school is er weliswaar ook voor u, maar in eerste instantie voor uw kind. Met elkaar kunnen én moeten wij ervoor zorgen dat uw kind iedere dag met heel veel plezier naar de Morskring gaat!! Het team van de Morskring
55
INHOUDSOPGAVE 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
32
33
• Beste ouders • Het team van de Morskring • Schoolteam ´De Morskring´ • Een openbare school • Ons schoolgebouw • Vakantieregeling 2007-2008 • Schooltijden • Gymnastiek • Ziekmeldingen + adreswijzigingen • Activiteiten + evenementen • Het in- en uitschrijven van leerlingen • De leerplicht • Regels voor toelating, schorsing etc. • Gronden voor vrijstelling etc. • Verlofregeling • Verlof of ziekte van een leerkracht • Uitstroomgegevens + Cito-score • De klassenverkleining • Informatie & rapportage • Toetsen • Regels in en om de school • Zorg voor het materiaal • Gedragsregels en afspraken • Omgaan met elkaar • Contactpersonen + Klachtenregeling • Procedure onderzoek en advisering schoolverlaters • De klassenverkleining • Leerlingenzorg • Een veilige school • Stagiaires • Kinderen met een handicap • Kledingvoorschriften • Schoolarts en GGD • Hoofdluis • Aansprakelijkheid en verzekeringen • Een ongelukje op school • Kinderkantine • Overblijfreglement Kinderkantine • Schooltelevisie • De Bibliobus • Schoolreisjes • Naar het museum, theater en op excursie • Schoolkamp + musical • Pauzehapje + Jarig zijn • Oud papier - batterijen - cartridges • Dieren in de school
34 35 36 37 38 39 40 41 43 44 45 46
47 48 49 50 51 52 53 54 55
• Gevonden voorwerpen • Op de fiets naar school • Milieudienst • Projecten • Computers • Sponsoring • Naschoolse activiteit • Schoolsport • Informatie over leszwemmen • Veiligheid op school • Medezeggenschapsraad en Ouderraad • Ouderhulp • Ouderbijdrage • Onderwijs Advies • Evaluatie + Plannen • Buitenschoolse opvang • Het onderwijs op De Morskring - Het werken in de onderbouw - Waaraan besteden we verder aandacht in de onderbouw? - Het werken in de midden- en bovenbouw - Taal - Lezen - Schrijven - Rekenen/Wiskunde - Engels - Wereldoriëntatie A. Verkeer B. Natuur en Techniek C. Geschiedenis D. Aardrijkskunde - Creatieve vorming - Bewegingsonderwijs - Muziek - Geestelijke Stromingen - Zelfstandig Werken • Huiswerk • Leef thuis ook mee met de school!
Deze schoolgids is tot stand gekomen met instemming van de Medezeggenschapsraad. Uitgiftedatum: maandag 3 september 2007. Zie ook www.morskring.nl.
56