Openbare aanbesteding. Aanbestedende overheid: Benaming van de WERKEN:

Openbare aanbesteding Algemene administratieve bepalingen voor aannemingen van werken

Aanbestedende overheid: Vzw Provincialaat der Broeders van Liefde Stropstraat 119 9000 Gent

Benaming van de WERKEN: Bodemsanering op terrein gelegen aan de Diestersesteenweg 5 te Leopoldsburg Besteknummer: ORTEC0701006

Inhoudsopgave 1

Administratief deel................................................................................................................... 3 1.1 Algemene bepalingen ......................................................................................................... 3 1.2 Aanbestedende overheid.................................................................................................... 3 1.3 Voorwerp van de opdracht.................................................................................................. 3 1.4 Bepalingen van toepassing op deze opdracht ................................................................... 4 1.5 Hoedanigheid van de inschrijver ........................................................................................ 7 1.6 Modaliteiten van inschrijving............................................................................................... 8 1.7 Prijzen + betalingsmodaliteiten......................................................................................... 11 1.8 Gunningscriteria................................................................................................................ 13 1.9 Plaatsbezoek .................................................................................................................... 13 1.10 Uitvoering van de opdracht ........................................................................................... 14 1.11 Wijzigingen aan de opdracht......................................................................................... 16 1.12 Onderbreking van de werken........................................................................................ 17 1.13 Algemene organisatie van de bouwplaats .................................................................... 17

2

Technische bepalingen ......................................................................................................... 20 2.1 Beschrijving van de locatie ............................................................................................... 20 2.2 De verontreinigingssituatie ............................................................................................... 24 2.3 Voorwerp van de opdracht................................................................................................ 25

3

Meetstaat................................................................................................................................. 28 3.1 Voorbereidende werken / algemeen (aannemer)............................................................. 28 3.2 Grondwerken .................................................................................................................... 28 3.3 Herstellingswerken ........................................................................................................... 30 3.4 Grondwatersanering (optioneel) ....................................................................................... 30

Bestek ORTEC0701006 Vzw Provincialaat der Broeders van Liefde – Diestersesteenweg te Leopoldsburg

pagina 2

1

ADMINISTRATIEF DEEL

1.1

Algemene bepalingen

BBO BSP BSW EBSD

1.2

Beschrijvend bodemonderzoek Bodemsaneringsproject Bodemsaneringswerken Erkend bodemsaneringsdeskundige

T/M VC-O VC-V VGP

Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Veiligheidscoördinator-ontwerp Veiligheidscoördinator-verwezenlijking Veiligheids- en gezondheidsplan

Aanbestedende overheid

De aanbestedende overheid is: Vzw Provincialaat De Broeders van Liefde Stropstraat 119 9000 Gent De contactpersoon voor voornoemde opdracht is de heer Stefan Van Sevecotte.

1.2.1

Bodemsaneringsdeskundige

Terra Engineering & Consultancy N.V. Industriepark Rosteyne 1 9060 Zelzate Tel: 09/326.86.20 Fax: 09/326.86.21 De contactpersoon bij de EBSD (erkend bodemsaneringsdeskundige) is Truus Delmote.

1.2.2

Subsidiërende overheid

Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) Koning Albert II-Laan 35 bus 75 1030 Brussel Tel: 02/221 05 11 Fax: 02/221 05 31

1.3

Voorwerp van de opdracht

1.3.1

Aard van de opdracht

Het betreft een opdracht voor aanneming van werken. De opdracht wordt gegund bij openbare aanbesteding Een gedetailleerde omschrijving van de werkzaamheden is opgenomen in hoofdstuk 2 (Technische bepalingen) van het bestek. Kort samengevat omvat de opdracht: -

het verwijderen van verhardingen + opsporen van leidingen; reinigen van de ondergrondse stookolietank indien noodzakelijk + uitgegraven en afvoeren naar een erkend verwerker; het nemen van stabiliteitsvoorzieningen om de graafwerken uit te voeren plaatsen van een bemalingsysteem om het grondwater te doen dalen tot 3,0 m-mv;


pagina 3

-

ontgraving van de bodemverontreiniging tot een diepte van 3,0 m-mv; herstellen van het terrein na uitvoering van de graafwerken indien na de actualisatie van het grondwater door de EBSD nog een grondwaterverontreiniging aanwezig is, dient een grondwateronttrekking te worden uitgevoerd (duurtijd geraamd op 6 maand). De totale opdracht bestaat uit verschillende posten waarvan de prijs berekend wordt op basis van de eenheidsprijs uit de inventaris. De in de inventaris opgenomen hoeveelheden zijn vermoedelijk en verbinden geenszins de aanbestedende overheid die alleen oordeelt over de eventueel aan te brengen wijzigingen volgens de noodwendigheden of de dringende behoefte van het ogenblik.

1.3.2

Duur van de opdracht

De duurtijd van de werken is afhankelijk van de duurtijd van de bodemsanering. De erkend bodemsaneringsdeskundige bepaalt de duur van de graafwerken en de grondwatersanering. De voorbereidende werken, de afwerking en de opkuis van het terrein dienen in een zo kort mogelijk tijdspanne te worden uitgevoerd. De aanvangsdatum wordt bepaald in een afzonderlijk aanvangsbevel. De werken dienen uitgevoerd te worden in de periode juli – augustus 2011. De werken moeten afgerond zijn tegen 31 augustus 2011 (behalve de eventuele grondwatersanering).

1.4

Bepalingen van toepassing op deze opdracht

1.4.1

Wetgeving

De onderhavige aanneming is onderworpen aan de bepalingen en voorschriften van dit bestek en van: • • •

• • • •

• •

de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (BS 22.01.1994). Errata (BS 25.02.1997). het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (BS 26.01.1996 en 25.02.1997); en alle latere wijzigingen. het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (BS 18.10.96) met bijlage: algemene aannemingsvoorwaarden; en alle latere wijzigingen. De wet van 20 maart 1991 (BS van 06.04.1991) houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, gewijzigd bij wet van 19 september 1994 (BS van 08.03.1996). Het koninklijk besluit van 26 september 1991 (BS van 18.10.1991) tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken. Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (BS van 18.10.1991) tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers. Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (BS van 18.10.1991) betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning of bij de beoordeling van de bewijzen vereist met toepassing van artikel 3, par. 1 van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, voor te leggen documenten. Het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB). Het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI).


pagina 4

•

• • • • •

De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (BS 18 september 1996), gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998 (BS 19 februari 1998), 28 februari 1999 en 5 maart 1999 (BS 18 maart 1999) en haar uitvoeringsbesluiten. Het koninklijk besluit van 25 januari 2001 (BS van 07.02.2001) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen. het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming; het afvalstoffendecreet d.d. 2/7/1981 en zijn wijzigingen, en de uitvoeringsbesluiten hierop; Alle gehomologeerde, meest recente en geregistreerde normen uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie, zoals aangepast in de Europese normering ter zake, die voor werken van dit bestek van toepassing zijn; - Het typebestek nr. VL100 (laatste uitgave) "Permanente administratieve bijlage bij de bijzondere bestekken betreffende de overeenkomsten van bouwwerken". - Het standaardbestek nr. 250 (laatste uitgave) voor de wegenbouw. - De omzendbrieven nr. 576.N.M./6, gebruik van geotextiel, van 25 april 1985, nr. 576.N.M./7 van 23 november 1989 en N.M./8 van 20 december 1989. - De volgende afleveringen van de algemene aannemingsvoorwaarden in zoverre de voorschriften ervan niet in tegenspraak zijn met die van de later verschenen ENnormen en NBN-normen: Aflevering 1: grondwerken en bouwputten, baggerwerken funderingsheiwerk - inheien van damplanken - rijswerk - bezoding bezaaiingen - beplantingen. - De omzendbrief van 24 januari 1995 van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur "Kostenschaal voor aannemersmateriaal CMK-93" (BS van 09.03.1995). - De technische voorlichtingsnota's (T.V.) gepubliceerd door het W.T.C.B., inzonderheid die waarnaar dit bestek en de andere contractuele documenten verwijzen, voorzover zij drie maanden eerder dan de opgelegde datum voor het indienen van de offerte werden gepubliceerd. - Document van Achilles: Veiligheid, gezondheid en milieu preventiesysteem voor onsite bodemsaneringswerken (OVAM,versie juni 2009) - de standaardprocedure ‘Bodemsaneringswerken en nazorg’ en de codes van goede praktijk van de OVAM. - Het conformiteitsattest van het bodemsaneringsproject

1.4.2

Vergissingen en leemten in het bestek

Indien de inschrijver in het bestek of in aanvullende documenten van de opdracht zodanige vergissingen of leemten vaststelt dat het onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de inschrijvingen niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld, althans tenminste tien dagen voor de uiterste indieningsdatum van de inschrijver, schriftelijk kennis aan de aanbestedende overheid, behoudens zo de inkorting van de termijn voor het indienen van de offertes niet toelaat deze voorwaarden na te leven.

1.4.3

Verkoop van de documenten

Het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42 te 1000 Brussel. (tel. 02 552 22 11 - rekeningnummer 679-2005502-27) •

De wetten en besluiten betreffende de overheidsopdrachten, de erkenning van de aannemers en andere, zoals zij hiervoor zijn opgesomd.


pagina 5

Het Belgisch staatsblad is te raadplegen op: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/welcome.pl Het typebestek VL100 is gratis te verkrijgen bij de Vlaamse overheid, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale besturen, Financiën en Personeel, Team gesubsidieerde infrastructuur, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel, tel.: 02 553 75 62, fax: 02 553 75 25. Het standaardbestek 250 voor wegenbouw kan gratis gedownload worden in PDF-formaat op de website: http://wegen.vlaanderen.be/documenten/sb250. Het Belgisch Instituut voor Normalisatie, Brabançonnelaan 29 te 1040 Brussel, tel.: 02 734 92 05 rekeningnummer 000-0063310-66 • De NBN-normen.

1.4.4

Afwijkingen

Art. 81 bis van het KB 1 : Het elektronisch indienen van offertes via het internet (email, ftp) of andere is niet toegestaan gezien momenteel niet kan voldaan worden aan de technische specificaties die vereist zijn.


pagina 6

1.5

Hoedanigheid van de inschrijver

1.5.1

Algemene bepalingen

De inschrijver moet over volgende erkenningen beschikken: ― De inschrijver moet geregistreerd zijn als aannemer. ― De inschrijver moet erkend zijn als aannemer in de categorie G(grondwerken), klasse 1 of hoger. Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver op straffe van nietigheid zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikel 17 van het KB 1 en verklaart hij over voldoende financiële en economische draagkracht te beschikken.

1.5.2 ―

―

―

Specifieke bepalingen

De inschrijver heeft ervaring in het uitvoeren van bodemsaneringswerken. De persoon die in opdracht van de inschrijver de dagelijkse werfactiviteiten tijdens de opstart en de opvolging tijdens de in-situ sanering zal leiden moet minstens 2 jaar ervaring hebben in het leiden van de bodemsaneringswerken. De inschrijver moet vòòr de gunning van de opdracht en dit op vraag van de EBSD het bewijs leveren dat een certificatie-instelling werd aangeduid in het kader van het Achilleszorgsysteem. De inschrijver moet over voldoende financiële en economische draagkracht beschikken. Bij de offerte wordt hiertoe een gedateerde en ondertekende verklaring op eer bijgevoegd.

1.5.3

Onderaanneming

Indien beroep gedaan wordt op onderaannemers, dienen deze, in de mate dat volgende bepalingen kunnen ingeroepen worden, te voldoen aan: ― de wetgeving houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken; ― de erkenning met betrekking tot het uitvoeren van analyses; ― de erkenning met betrekking tot bodemsaneringsdeskundigen; en dit in verhouding tot het deel van de opdracht die zij zullen uitvoeren. In elk geval blijft alleen de opdrachtnemer, wat de uitvoering van de opdracht betreft, aansprakelijk ten opzicht van de opdrachtgevende overheid.

1.5.4

Tijdelijke (handels)verenigingen

In geval er een Tijdelijke Handelsvereniging (THV) wordt gevormd tussen verschillende aannemers, moet tenminste 1 van deze aannemers in de TV de vereiste erkenningen hebben.


pagina 7

1.6

Modaliteiten van inschrijving

1.6.1 1.6.1.1

Vorm en inhoud van de offerte Offerteformulier

Voor het opmaken van zijn offerte maakt de inschrijver gebruik van het bij het bijzonder bestek gevoegde offerteformulier. Het offerteformulier heeft betrekking op de totaliteit van de opdracht. Het offerteformulier en alle aanvullende essentiële stukken dienen in het Nederlands opgesteld te zijn. De inschrijver verbindt er zich toe voor alle betrekkingen met de aanbestedende overheid in woord en geschrift het Nederlands te gebruiken. Het offerteformulier en elk van de bijlagen dienen op straffe van nietigheid door de inschrijver ondertekend te zijn. (Een parafering volstaat dus niet.) De inschrijver voegt hierbij een machtiging dat de perso(o)n(en) die de offerte onderteken(t)(en) de onderneming(en) geldig kan (kunnen) verbinden. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend zijn. Elke offerte die op een ander document is opgemaakt, valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die op straffe van volstrekte nietigheid bovenaan op zijn document volgende formule moet vermelden : “ Ik ondergetekende …………………………………………….... verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het door de aanbestedende overheid verstrekte offerteformulier en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij.” “ Iedere vermelding die strijdig is met het door de aanbestedende overheid en/of ontwerper vastgestelde formulier moet als niet geschreven worden beschouwd met uitzondering van de posten waarvan de hoeveelheden werden gewijzigd overeenkomstig art. 96, par. 2 van het KB van 8 januari 1996 en die, samen met de eventuele aangevulde leemten, in een nota bij de offerte worden verantwoord." De varianten waarvan de indiening is toegestaan mogen op vrije formulieren worden gesteld, waarop dan verplicht alle algemene inlichtingen moeten worden overgenomen, gevraagd door het bij dit bestek behorende offerteformulier.

1.6.1.2

Documenten toe te voegen aan de offerte :

De inschrijvers voegen de volgende stukken in de Nederlandse taal, gedagtekend en door hen ondertekend onder de vermelding “Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden” aan hun offerte toe : 1 Op straffe van nietigheid van hun offerte : a) een behoorlijk ingevuld (d.i. zonder aangebrachte correcties) en geldig ondertekend offerteformulier en samenvattende opmetingsstaat met de eenheids- en totaalprijzen; b) cf. artikel 30 van het KB T/M en de Omzendbrief d.d. 27 december 2007 voegt de inschrijver de nodige documenten toe: z een document dat verwijst naar het VGP en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het werk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit VGP; z een afzonderlijke prijsberekening in verband met de door het VGP bepaalde preventiemaatregelen- en middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en -middelen.


pagina 8

2

Daarnaast dienen tevens volgende documenten bij de offerte te worden gevoegd: a) de machtiging dat de perso(o)n(en) die de offerte onderteken(t)(en) de onderneming geldig kan (kunnen) verbinden; b) Een gedetailleerde beschrijving van de werkwijze waarop de inschrijver de werken zal uitvoeren. In deze beschrijving dient nauwkeurig te worden omschreven hoe de aannemer deze werken chronologisch zal aanpakken. Dit betekent dat in zijn offerte een beschrijving van minstens de volgende onderdelen wordt weergegeven: • wijze van werfinrichting inclusief een plan met aanduiding van de zones voor de inplanting van alle (tijdelijke) installaties (werfketen, tijdelijke opslag, circulatieplan, materieel,...); • duidelijk plan van aanpak voor uitvoering van de werken; • een chronologische tijdsplanning van de opeenvolgende werkzaamheden; • de gegevens van de projectleider, de werfleider, de stabiliteitsdeskundige en de veiligheidsadviseur van de aannemer met CV waaruit voldoende ervaring blijkt; • bewijs van aanstelling van een certificatie-instelling cfr Achilles zorgsysteem. c) Kopie van de inschrijving op de lijst van de erkende aannemers, met vermelding van categorie of ondercategorie en klasse. De werken die het voorwerp zijn van de aanneming waarop dit bestek van toepassing is, worden gerangschikt op basis van de raming in de categorie G, klasse 1 of hoger (KB van 26 september 1991, artikel 2). d) Een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (geen kopie!). Dit attest moet betrekking hebben op het voorlaatste afgelopen kwartaal ten opzichte van de dag vóór de dag van de opening van de offertes (artikel 90, par. 3). e) kopie van de verzekeringspolissen of verzekeringsattesten f) De lijst van eventuele onderaannemers met bewijs van erkenning in de vereiste categorieën en klassen (artikel 90, par. 1, 3°). Indien de identificatie nog niet bekend is, zal deze aan de aanbestedende overheid worden bekendgemaakt alvorens een onderaannemer prestaties levert ter uitvoering van de opdracht. De aannemer zal slechts beroep kunnen doen op een niet vermelde onderaannemer na schriftelijk en voorafgaand akkoord van het bestuur. g) Referentielijst welke aantoont dat de inschrijver en werfleider over voldoende ervaring beschikken in het kader van gelijkaardige bodemsaneringswerken.


pagina 9

1.6.2

Indiening van de offerte en opening van prijsvragen

De offerte wordt in tweevoud ingediend, waarvan één de vermelding “origineel” draagt en de ander aangeduid wordt met “kopie”. Iedere offerte moet bij de voorzitter van de zitting voor de opening van de offertes toekomen alvorens hij de zitting opent. De offertes worden ingediend: • of met de post, als aangetekend stuk aan Vzw Provincialaat De Broeders van Liefde T.a.v. de heer Stefan Van Sevecotte Stropstraat 119 9000 Gent • of afgegeven tegen ontvangstbewijs aan Vzw Provincialaat De Broeders van Liefde T.a.v. de heer Stefan Van Sevecotte Stropstraat 119 9000 Gent • of door overhandiging aan de voorzitter voor de opening van de zitting ten laatste op 13 mei 2011 om 11.00u. De offerte wordt in een definitief gesloten omslag geplaatst, waarop staan: a) het adres:

b) de vermelding:

Vzw Provincialaat De Broeders van Liefde T.a.v. de heer Stefan Van Sevecotte Stropstraat 119 9000 Gent OFFERTE: voor uitvoering bodemsaneringswerken Datum van de zitting voor de opening van de offertes: 11 mei 2011 Het besteknummer: ORTEC0701006

Bij verzending met post wordt deze definitief gesloten omslag in een tweede gesloten omslag geschoven, waarop volgende vermeldingen: a) het adres:

b) de vermelding:

Vzw Provincialaat De Broeders van Liefde T.a.v. de heer Stefan Van Sevecotte Stropstraat 119 9000 Gent OFFERTE: voor uitvoering bodemsaneringswerken

De opening van de inschrijvingen heeft plaats in openbare zitting op datum van 13/05/2011 om 11.00u ten overstaan van de heer Stefan Van Sevecotte, of zijn afgevaardigde in de kantoren van devzw Provincialaat De Broeders van Liefde, Stropstraat 119 te 9000 GENT.

1.6.3

Gestanddoeningstermijn

De gestanddoeningstermijn wordt voor onderhavige opdracht op 120 kalenderdagen gebracht.


pagina 10

1.7 1.7.1

Prijzen + betalingsmodaliteiten Prijsbepaling

De prijzen dienen in euro opgegeven te worden. De prijzen mogen tot vier cijfers na de komma gepreciseerd worden. De BTW wordt in een afzonderlijke post van de inventaris vermeld en bij de prijs van de offerte gevoegd. Alle overige heffingen, retributies en accijnzen zijn begrepen in de prijs. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor slechts een deel van de opdracht toe te wijzen. De vermoedelijke hoeveelheden zoals deze vermeld worden in de samenvattende opmetingsstaat kunnen door de inschrijver niet gewijzigd worden. Deze opdracht vormt een Ö gemengde opdracht, omvattende: * *

een gedeelte volgens prijslijst voor de posten welke als vermoedelijke hoeveelheden (VH) worden opgegeven; een gedeelte voor een globale prijs (GP) voor de posten zonder aanduiding van de hoeveelheid en voor de posten met een forfaitaire hoeveelheid (FH), wanneer de hoeveelheid aangegeven is.

Op verzoek van de aanbestedende overheid is de aannemer verplicht om voor de gunning van de opdracht alle inlichtingen te verstrekken noodzakelijk voor het onderzoek van de prijzen. De aanbestedende overheid zal kunnen overgaan tot de verificatie van de boekhoudkundige documenten en tot onderzoeken ter plaatse om de juistheid na te gaan van de gegevens verstrekt door de inschrijvers.

1.7.2

Prijsherzieningen

Overeenkomstig het typebestek VL100 (bouwwerken), het standaardbestek 240 (elektriciteitswerken), het typebestek 105 (centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling), het standaardbestek 250 (Vlaamse Gemeenschap) (1) is er een/geen (1) prijsherziening van toepassing. De formule van de prijsherziening is de volgende: P = P x (a x s/S + b x i/I + c) en a + b + c = 1 en zijn de parameters: a = 0,40, b = 0,4 en c = 0,2 Voor de toepassing van de prijsherzieningsformule worden de werken geacht te behoren tot categorie: A

1.7.3

Betalingswijze.

De betaling gebeurt door maandelijkse betalingen in mindering, op basis van een schuldvordering. De gedagtekende en ondertekende schuldvordering steunt op een gedetailleerde staat van de werken, een vorderingsstaat. De vorderingsstaat wordt maandelijks opgemaakt en is cumulatief


pagina 11

en omvat afzonderlijk de hoeveelheden uitgevoerd boven de vermoedelijke hoeveelheden die voorkomen in de posten van de prijslijst. Meer- en wijzigingswerken uitgevoerd op schriftelijk bevel van de leidend ambtenaar en de werken uitgevoerd tegen de door de aannemer voorgestelde en door de aanbestedende overheid nog niet aanvaarde eenheidsprijzen vormen een afzonderlijke vorderingsstaat en schuldvordering. Dit ten behoeve van de subsidiëringprocedure van AGIOn. Voor aannemingen van bouwwerken worden, in afwijking van het typebestek VL100 van 2002, de aangevoerde en niet definitief verwerkte materialen niet in aanmerking genomen voor de termijnbetalingen. Als begindatum van de termijn binnen dewelke de betalingen geschieden, geldt de datum van ontvangstbewijs of de tweede dag na de datum van de aangetekende zending. Onderhavig bijzonder bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen en pas daarna op de interesten.

1.7.4

Borgstelling

De borgtocht bedraagt 5% van de oorspronkelijke aannemingssom. Het bedrag wordt berekend volgens de regels vastgelegd in het art. 5, par. 1 van de algemene aannemingsvoorwaarden. Het bewijs van borgtochtstelling dient binnen de 30 kalenderdagen volgend op de dag van de kennisgeving van de gunning gezonden te worden aan : vzw Provincialaat De Broeders van Liefde Stropstraat 119 te 9000 Gent Het typebestek VL100 bepaalt de modaliteiten bij het teruggeven van borgtochten die door verscheidene geldschieters zijn gesteld. De borgtocht van 5% wordt voor de helft vrijgegeven na de voorlopige oplevering van de werken, welke zal plaatsvinden nadat de civieltechnische werken volledig werden uitgevoerd, alle mogelijke beschadigingen werden hersteld. De aannemer verzoekt de vzw Provincialaat De Broeders van Liefde schriftelijk tot de voorlopige oplevering. Rekening houdende met de grondwatersaneringstermijn van vermoedelijk 6 maand kan de definitieve oplevering maar hierna plaatsvinden. Ingeval van definitieve oplevering wordt de overige helft van de borgtocht vrijgegeven na schriftelijk verzoek van de aannemer. Indien blijkt uit de monitoring nà de graafwerken, dat er geen grondwatersanering nodig is, zal de definitieve oplevering na deze monitoring plaatsvinden. De opdrachtnemer verzoekt via een aangetekend schrijven na de oplevering van de opdracht om de vrijgave van deze borgstelling.

1.7.5

Prijsonderzoek

Conform de bepalingen ter zake dienen de inschrijvers, vòòr het gunnen van de opdracht, alle nodige inlichtingen te verstrekken om het onderzoek van de prijzen mogelijk te maken. De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor om de boekhoudkundige stukken te verifiëren en onderzoeken ter plaatse uit te voeren.


pagina 12

1.7.6

Elementen in de prijs inbegrepen

In aanvulling van de bepalingen van dit artikel is de ongeschonden bewaring, de eventuele verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen waarbij grond- of graafwerken kan worden gestuit volledig ten laste van de aannemer (en niet van de particuliere eigenaar). De aannemer wordt geacht zowel in zijn eenheidsprijzen als in zijn globale prijzen alle kosten en heffingen die op de werken wegen te hebben inbegrepen, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde. De inschrijving omvat alle voorwaarden en vergoedingen voor alle handelingen noodzakelijk om de taak volledig en naar behoren uit te voeren. De aannemer wordt, in aanvulling van §1, geacht tevens volgende elementen voor zijn rekening te nemen: ― de kosten voor het deelnemen aan een startvergadering met de betrokken partijen op de site te Leopoldsburg; ― de kosten voor het bekomen van informatie (mondeling, schriftelijk, ...) van andere partijen met betrekking tot de werkzaamheden die op het fabrieksterrein of in de directe omgeving ervan kunnen plaatsvinden; ― het eventueel deelnemen van de (externe preventieadviseur van de aannemer aan de veiligheidsvergaderingen; ― alle medewerking om de wettelijke taken van de veiligheidscoördinator te ondersteunen; ― het verzorgen van de nodige contacten met de nutsmaatschappijen; ― de administratie- en secretariaatskosten; ― de kosten voor de documentatie die betreffende de aanneming en eventueel door de aanbestedende overheid wordt geëist; ― de aanlevering van documenten of stukken die gepaard gaan met de uitvoering van de opdracht; ― kosten betreffende geluidshindervoorkoming en meerkosten hieromtrent op verzoek van de opdrachtgever of bij klachten door derden; ― alle verbruikskosten en aansluitingskosten voor nutsleidingen (elektriciteit, gas, water, ...)

1.8

Gunningscriteria

Gezien het een aanbesteding betreft, is het enige gunningscriterium de totaalprijs inclusief BTW en inclusief milieuheffingen.

1.9

Plaatsbezoek

De aannemer dient zich vóór zijn inschrijving wel van de toestand ter plaatse te vergewissen. De opdrachtnemer kan zich niet beroepen op de aard en toestand van de terreinen noch op enige weersomstandigheden om een verlenging van de uitvoeringstermijn of een herziening van deze opdracht te vragen. Wanneer de aannemer van oordeel is dat in dit bestek onvoldoende gegevens aanwezig zijn om een prijs te kunnen bepalen, dient hij zelf in te staan voor het nemen van bijkomende stalen die hem toelaten deze prijs te bepalen. Een plaatsbezoek voorafgaand aan de inschrijving is voorzien op donderdag 28 april 2011 startend op 11 uur. Geïnteresseerden bevestigen hun deelname vooraf bij de EBSD TEC nv, contactpersoon Truus Delmote via telefoon, 09/326 86 20, of via mail, [email protected]. De aanwezigen krijgen een attest van plaatsbezoek, ondertekend door de EBSD.


pagina 13

1.10 Uitvoering van de opdracht 1.10.1

Taal

De uitvoering van de opdracht gebeurt volledig in het Nederlands.

1.10.2

Dagboek der werken

De aangestelde EBSD zorgt voor het invullen van het dagboek der werken. De EBSD voorziet één document van "dagboek der werken" en "dagboek milieukundig toezicht", waarbij het tweede onderdeel van het eerste is. Het dagboek van de werken wordt in digitale vorm bezorgd, en door de zorgen van de aangestelde EBSD bijgehouden. Het bijwerken gebeurt minstens tweemaal per week. Het dagboek van de werken wordt permanent bewaard op de bouwplaats in het door de aanbestedende overheid aangewezen lokaal. De aannemer mag het ter plaatse steeds raadplegen, maar MAG ER GEEN ENKELE VERMELDING IN AANBRENGEN. De aannemer ontvangt minimaal eenmaal per week een afschrift van de aantekeningen die in de afgelopen week werden gemaakt.

1.10.3

Verzekering

Binnen de 15 kalenderdagen volgend op de betekening van de goedkeuring legt de aannemer aan de aanbestedende overheid het bewijs over van een verzekering tegen arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid bij ongevallen die aan derden kunnen overkomen.

1.10.4

Klachten en verzoeken

De opdrachtnemer kan zich niet beroepen op de aard en toestand van de terreinen noch op enige weersomstandigheden om een verlenging van de uitvoeringstermijn of een herziening van deze opdracht te vragen. De aannemer dient zich vòòr zijn inschrijving van de toestand ter plaatse te vergewissen. De opdrachtnemer dient, vòòr zijn inschrijving, over de nodige informatie te beschikken wat betreft de mogelijkheden tot aansluiting van nutsleidingen. De opdrachtnemer kan zich niet op de aard van het terrein of de ondergrond, de gebouwen of opstallen, noch op de aanwezige overvloed en/of druk van grondwater en oppervlaktewater beroepen om schadevergoedingen of wijzigingen in de opdracht te eisen, ongeacht welke en hoe omvangrijk de middelen van droogleggingswerken ook mogen zijn om de opdracht te verwezenlijken. De aannemer dient in de mate van het mogelijke zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken bij deze werkzaamheden en de toegankelijkheid bewaren.

1.10.5

Rapportage modaliteiten en milieuzorg

Alle op te maken documenten (o.a. teksten, plannen, tekeningen) worden zowel in rapportvorm als op elektronische drager aan de aanbestedende overheid bezorgd. Het formaat voor het aanleveren van de gegevens op elektronische drager wordt in onderling overleg bepaald en dient reeds verrekend te zijn in de posten voor de opmaak van de betreffende documenten. De opdrachthouder garandeert dat alle elektronische informatie virusvrij is.


pagina 14

Het typebestek VL100 bepaalt de voorwaarden voor gebruik van plannen, documenten en voor werken aan de opdracht opgemaakt door de aannemer. Bij de voorlopige oplevering van de werken, overhandigt de aannemer 3 exemplaren van de “AsBuilt” plannen aan de aanbestedende overheid.

1.10.6

Wijziging van onderaannemers

Indien de dienstverlener tijdens de uitvoering van de opdracht een andere onderaannemer wenst, dient hij dit voorafgaand schriftelijk voor te leggen aan de aanbestedende overheid. De vzw Provincialaat Broeders der Liefde behoudt zich het recht voor om een onderaannemer te weigeren.

1.10.7

Briefwisseling met de opdrachtnemer

Volgende bepaling wordt toegevoegd: Bij gunning beschikt de opdrachtnemer over een verblijfplaats in België, waarvan de coördinaten in de inschrijving worden vermeld, of ten laatste vòòr de gunning aan de aanbestedende overheid worden meegedeeld. Tevens beschikt de opdrachtnemer over een e-mailadres, hetwelk eveneens in de offerte wordt opgenomen.

1.10.8

Keuringen

Artikel 27, par. 2 - Keuringsmodaliteiten Het typebestek VL100 geeft een aanvulling op de keuringsmodaliteiten. Het is de opdrachtnemer alleen toegelaten apparaten en materialen op de werf aan te voeren wanneer de plannen, specificaties en/of documentatie van de betrokken apparaten en/of materialen door de aanbestedende overheid voorafgaandelijk werden goedgekeurd. Al het ingezette materieel dient voor de volledige duur van de werken, voorzien te zijn van de nodige keuringsattesten en dit volgens de desbetreffende en geldende wetgeving. Voor zover er kosten optreden vallen deze volledig ten laste van de opdrachtnemer. Voor wat de chemische en fysische kwaliteit van de heraanvullingsgronden betreft, zal de aanbestedende overheid gerichte kwaliteitscontroles uitvoeren. Indien de gronden niet voldoen aan de door de aanbestedende overheid vooropgestelde kwaliteitseisen dient de ingevoerde partij op kosten van de uitvoerder verwijderd en vervangen te worden, zelfs indien de technische verslagen en het bodembeheerrapport wel gunstig waren. De elektrisch installatie moet voor de inwerkingstelling ervan gekeurd worden. Kosten verbonden aan het niet halen van de door de aanbestedende overheid gestelde kwaliteitseisen vallen volledig ten laste van de uitvoerder.

1.10.9

Oplevering

Artikel 43, par. 2 - Voorlopige oplevering Het typebestek VL100 geeft een aanvulling van de uit te voeren werken vóór de voorlopige oplevering.


pagina 15

De termijn voor het opmaken van het proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering wordt verlengd van 15 kalenderdagen tot 30 kalenderdagen. Er wordt een voorlopige oplevering voorzien. De aannemer is voor de werken van zijn aanneming verantwoordelijk tot de definitieve goedkeuring van de gezamenlijke werken. De aannemer is verantwoordelijk voor eventuele gebreken aan de bouw- en grondwerken en voert eventuele herstellingswerken voor eigen rekening uit. De aannemer vrijwaart de aanbestedende overheid bovendien tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging of in gebreke blijven. De opdrachtnemer verzoekt per aangetekend schrijven om de (voorlopige) oplevering van de opdracht.

1.10.10

Sancties

Artikel 17 – Teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering Elke aanvraag tot kwijtschelding van boeten moet bij een ter post aangetekend schrijven aan de aanbestedende overheid gezonden worden. De postdatum van het aangetekend schrijven geldt als datum van de aanvraag. Artikel 18 – Rechtsvorderingen Elke rechtsvordering van de aannemer wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geschil. Artikel 20, par. 4 – Straffen 1) De enige straf wordt bepaald op 0,07% van de oorspronkelijke aannemingssom met een minimum van 27 euro; de dagelijkse straf op 0,02% per kalenderdag met een minimum van 13 euro/kalenderdag. 2) De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd ; De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de aannemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven vastgesteld. Deze afwijking van de AAV wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende aannemer mogelijk is.

1.11 Wijzigingen aan de opdracht De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor om slechts een deel van de opdracht toe te wijzen. De uitvoering van de grondwatersanering is optioneel. Afhankelijk van de analyseresultaten van de monitoring na de civieltechnische werken, zal de EBSD beslissen of er al dan niet een noodzaak is tot het uitvoeren van een grondwatersanering.


pagina 16

1.12 Onderbreking van de werken Artikel 29, par. 1 - Onderbreking van de werken Het typebestek VL100 geeft een aanvulling bij de modaliteiten bij de onderbreking van de werken. Volgende bepaling wordt toegevoegd: “Iedere onderbreking van de werken door de opdrachtgevende overheid ingevolge het gebruik van geweigerde of niet-gekeurde materialen, hetzij om reden van de gebrekkige uitvoering of door inbreuken tegen de bepalingen en voorwaarden van het contract, vastgelegd overeenkomstig art. 20 § 2, kan in geen geval aanleiding geven tot een termijnverlenging of het toekennen van een schadeloosstelling;

1.13 Algemene organisatie van de bouwplaats Het typebestek VL100 geeft een aanvulling in verband met de veiligheid en de orde op de bouwplaatsen, en de lokalen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid. Het werfpaneel dient ook volgende tekst te vermelden: Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) Koning Albert II – laan 35 bus 75 - 1030 Brussel. Tel: 02 221 05 11 fax: 02 221 05 31 Verkeer De aannemer neemt contact op met de lokale politie. De bewoners en het verkeer in de omgeving van de onderzoekslocatie mogen minimale hinder ondervinden. De aannemer zal hiervoor overleg plegen met de EBSD en VC-V. Tenzij expliciet aangegeven in dit bijzonder bestek, mag de aannemer enkel binnen de saneringszone activiteiten ontplooien. Indien voor de werfinrichting een bijkomende oppervlakte noodzakelijk is, staat de aannemer in voor het verkrijgen van toestemmingen, vergunningen of meldingen. Afvalregister De afgevoerde hoeveelheden aan verontreinigde gronden en afvalstoffen wordt dagelijks bijgehouden en is steeds beschikbaar voor inzage voor de leidend ambtenaar of zijn vervanger. Originele weegbonnen en verwerkingscertificaten worden vóór de financiële afrekening aan de opdrachtgever bezorgd. Achilles protocol Bij de uitvoering van elk werk volgt de uitvoerder de bepalingen van het Achilles-protocol. Alle documenten, noodzakelijk voor de invulling van het Achilles-protocol worden door de uitvoerder bijgehouden en dagelijks geactualiseerd. Deze documenten worden apart bijgehouden en liggen steeds op de werf ter beschikking en ter inzage. Mobiliteit De aannemer neemt uitsluitend op zijn kosten de nodige maatregelen opdat de toegang tot de aanpalende eigendommen steeds in behoorlijke omstandigheden mogelijk blijft. De toegang van voertuigen tot de omliggende eigendommen dient maximaal gevrijwaard te worden. De stalplaats van het rollend en vast materiaal wordt door de aannemer gekozen, rekening houdend met de wettelijke bepalingen en het voorkomen van hinder.


pagina 17

De aannemer staat in voor alle noodzakelijke signalisatie, zowel voor het verkeer als voor de bewoners, en/of aanpalende bedrijven. De aannemer alleen is verantwoordelijk voor alle verkeersongevallen welke zich door de uitvoering der werken, door zijn schuld of door deze van zijn personeel, zouden voordoen. Transporten dienen conform de codex voor het welzijn op het werk en het ADR-reglement te verlopen. Reiniging materiaal Enkel gereinigde machines en werkmateriaal mogen gebruikt worden op de saneringslocatie, om contaminatie met andere stoffen te voorkomen. Vooraleer machines van op de saneringslocatie de openbare weg oprijden, dient de aannemer zijn machines en werkmaterieel te reinigen ter voorkoming van verontreiniging buiten de grenzen van de saneringslocatie. Verontreiniging wegenis In geval van verontreiniging buiten de saneringszone door activiteiten van de aannemer, moet hij zo spoedig mogelijk deze verontreiniging verwijderen. Indien de aannemer deze opdracht niet nakomt, kan de aanbestedende overheid deze werkzaamheden door derden laten uitvoeren op kosten van de aannemer. Voorkomen stofhinder De aannemer moet in geval van kennelijke stofhinder door het laden of transporteren van gronden of andere materialen, instaan voor de stofbestrijding. Alle transport van verontreinigde grond moet gebeuren in vrachtwagens die met een zeil zijn afgedekt. Geluidshinder De aannemer beperkt actief alle mogelijke geluidshinder voor de omwonenden. De metingen van geluidsniveaus dienen bij verzoek van de opdrachtgever of bij klachten door derden door de aannemer te worden uitgevoerd. Er wordt niet gewerkt vóór 7.00 uur 's morgens en na 18.00 uur 's avonds. Schade veroorzaakt door het materiaal van de aannemer Los van de voorziene boetes, kunnen de eventuele hieruit voortkomende herstellingskosten nimmer ten laste van de aanbestedende overheid komen. De aannemer dient vóór en na de start van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving te laten opstellen van het openbaar domein, de wegenis of gebieden buiten de saneringszone, die zullen gebruikt worden voor de werken. Machines De keuringen van de machines dienen steeds in het bezit te zijn van de werfleider; Alle machines hebben een CE-keurmerk en voldoen aan de machinerichtlijn Milieuvoorwaarden De aannemer mag onder geen beding bestrijdingsmiddelen gebruiken. Hij engageert zich voor een selectieve inzameling van het werfafval en de legale verwerking ervan. Hij engageert zich voor een opvang en legale verwerking van afvalwater ontstaan door de werf. Bij het bepalen van de verwijderingstrategie van afvalstoffen dient volgende leidraad gevolgd te worden in dalende volgorde van belang : ― hergebruik, ― recyclage, ― verbranden met warmterecuperatie, ― verbranden zonder warmterecuperatie,


pagina 18

―

storten.

Indien storten niet vermeden kan worden, verantwoordt de opdrachtnemer dit voor elke partij afzonderlijk. In deze verantwoording neemt hij uitdrukkelijk de reden op waarom hergebruik, recyclage of verbrandingstechnieken niet kunnen toegepast worden.


pagina 19

2

TECHNISCHE BEPALINGEN

2.1

Beschrijving van de locatie

2.1.1

Omgevingskenmerken

Het onderzoeksterrein is in het centrum van Leopoldsburg gelegen. De site bevindt zich in woongebied en grenst in oostelijke richting aan de spoorlijn Hasselt-Mol. De nabije omgeving is dicht bebouwd. Het reliëf ter hoogte van het terrein is vlak. In de onmiddellijke omgeving bevinden zich geen rivieren of beken. Ter hoogte van de site vestigden zich bijna 120 jaar geleden de Zusters van Visitatie. Voordien werden er nooit bodembedreigende activiteiten uitgeoefend. Het terrein was braakliggend. Tijdens de tweede wereldoorlog werden alle gebouwen vernietigd. De huidige gebouwen, een scholencomplex, dateren van tussen de jaren ’50 en ’60. In oostelijke richting wordt de site begrensd door de spoorlijn Hasselt-Mol. De locaties waaruit de foto’s genomen zijn, zijn aangeduid op kaart in bijlage 1. Op het noordelijke deel van de site situeren zich de schoolgebouwen waar in hoofdzaak de secundaire school is gevestigd. In de noordwestelijke vleugel bevinden zich de kleuterschool en de lagere school. Grenzend aan de schoolgebouwen is een speelplaats, verhard met klinkers, aangelegd. In 1975 werd de school met een sporthal uitgebreid. Hier werden grote grasperken aangelegd en is tevens beplanting te vinden. Verspreid over het terrein zijn er in totaal 7 ondergrondse stookolietanks te vinden. De bijhorende branders situeren zich in de kelders van het schoolgebouw. Op kaart in bijlage 1 wordt de situering van de activiteiten weergegeven. In onderstaande tabel zijn de kenmerken van de op het terrein aanwezige tanks opgenomen. Tabel 1: aanwezige tanks op het onderzoeksterrein perceel 124 L 43

installatie jaren ‘50-60 jaren ‘50-60 jaren ‘50-60 jaren ‘50-60 jaren ‘50-60 jaren ‘50-60 1980

nummer 1 2 3 4 5 6 7

inhoud 10.000 l 10.000 l 10.000 l 10.000 l 10.000 l 5.000 l 10.000 l

aard ondergronds ondergronds ondergronds ondergronds ondergronds ondergronds ondergronds


pagina 20

Foto 1 : zicht op speelplaats met aan de linkerkant de kleuterschool en lagere school

Foto 2: zicht op de locatie van ondergrondse stookolietank nr. 1, waar gesaneerd dient te worden De kern van verontreiniging bevindt zich op 6 meter westwaarts en ca. 10 m zuidwaarts van de gebouwen, die onderkelderd zijn. Nabij de verontreinigde zone is tevens een afvoerbuis van de riolering gelegen. De terreinverharding bestaat er uit klinkers. Op het gewestplan staat het studieterrein ingekleurd als ‘woongebied’ en heeft aldus bestemmingstype ‘III’.


pagina 21

2.1.2

Lokale bodemopbouw

Uit de boorbeschrijvingen tijdens voorgaande bodemonderzoek, blijkt dat de quartaire deklaag ter hoogte van het onderzoeksterrein weinig ontwikkeld is en tot op een diepte van 1,5 à 2,0 meter onder het maaiveld uit licht leemhoudend zeer fijn tot fijn zand bestaat. Zoals uit de boorstaat van de diepe boring P10 blijkt, situeert zich onder het Quartair tot op een diepte van minstens 6 meter de Formatie van Kasterlee die bestaat uit homogeen fijn zand, micahoudend en licht glauconiethoudend. De basis kan kleine zwarte silexgrintjes bevatten. Onder de spriethoudende Zanden van Mol komt een gebleekt faciës voor dat ontstond door de uitloging van het glauconiet en andere verweerbare mineralen. (F. Gullentops et al, 1993). Uit reeds uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt de bodem ter hoogte van de zone die samenvalt met boring P8 tot ong. 1,0 m te bestaan uit vergraven gronden die in hoofdzaak bestaan uit heterogeen materiaal welke is samengesteld uit leemhoudend zeer fijn tot fijn zand met veel stenen, baksteenresten en / of sintels. De bodem is er tevens rijk aan organisch materiaal. Verder is tot op een diepte van 2,0 meter licht leemhoudend zeer fijn tot fijn zand te vinden. Vanaf 2,0 meter diepte wordt de Formatie van Kasterlee aangetroffen die uit homogeen fijn zand bestaat. In onderstaande tabel is de lithologie en hydrogeologie van het terrein schematisch weergegeven. Tabel 2: Lithologie en hydrogeologie van het terrein Diepte

Geologie

Lithologie

0 tot 0,5 à 1,0 m 0,5 à 1,0 m tot 2,0 m vanaf 2,0 m

Ophogingslaag Quartair

heterogeen materiaal licht leemhoudend zeer fijn tot fijn zand licht leemhoudend zeer fijn tot fijn zand

Formatie van Kasterlee

Hydrogeologische interpretatie goed doorlatend, freatisch watervoerende laag

Ter hoogte van het terrein werden verspreid over de te saneren zone 2 boringen uitgevoerd. In het kader van hergebruik van grond werden op 2 grondmengmonsters bodemanalyses uitgevoerd. Hieronder worden de analyseresultaten, uitgevoerd in het kader van het grondmechanisch onderzoek, voor de grondmengmonsters weergegeven. In bijlage wordt voor de monsters de korrelverdeling grafisch weergegeven. Maaswijdte in mm 2,000 1,000 0,500 0,250 Sedimentatie diameter in mm 0,125 0,063 Sedimentatie diameter in µm

60 50 40 30 20 10 8 6 4 2

Cumulatieve zeefrest in % B1 (0,0 – 0,5) B2 (0,5 – 1,0) 4,6 3,0 7,8 3,9 12,7 6,2 21,7 14,5 gehalte deeltjes diameter in % B1 (0,0 – 0,5) B2 (0,5 – 1,0) 66,6 62,0 88,9 83,1 gehalte deeltjes kleiner dan aangegeven diameter in % B1 (0,0 – 0,5) 10,9 10,2 9,2 8,2 7,1 5,2 5,1 4,9 3,7 2,5

gehalte deeltjes kleiner dan aangegeven diameter in % B2 (0,5 – 1,0) 16,9 16,8 16,8 16,3 15,0 13,1 12,3 11,3 10,1 7,9


pagina 22

•

Vulstofgehalte en slibgehalte. mengmonster

vulstofgehalte (63 µm) in % 11,1 16,9

B1 (0,0 – 0,5) B2 (0,5 – 1,0)

•

slibgehalte (20 µm) in % 7,1 15,0

Organisch materiaal

Het gemiddelde gehalte organisch materiaal, genomen over de boringen uitgevoerd in het kader van het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek ter hoogte van de verontreinigde zone bedraagt: 0,39%.

2.1.3

Geochemische condities van het grondwater

Ter hoogte van 2 peilbuizen, verspreid over de te saneren zone, werd het grondwater gecontroleerd op de aanwezigheid van zwevende stoffen en werd het ijzer-, mangaan- en calciumgehalte gemeten. Wanneer te hoog1 dient het grondwater voorbehandeld te worden om verstoppen van de actief koolfilter te vermijden. Tabel 3: enkele gemeten parameters in het grondwater ter hoogte van 2 peilbuizen Parameter Zwevende stoffen Fe Mn Ca

Eenheid mg/l mg/l mg/l mg/l

P11 301 0,550 0,035 124

P13 1214 0,242 0,046 110

Kenmerkend voor het grondwater ter hoogte van peilbuizen P11 en P13 is het hoge gehalte aan zwevende stoffen en calcium. Er dient voorbehandeld te worden wanneer grondwater zou onttrokken en gezuiverd worden. Dit betekent dat het opgepompte grondwater eerst belucht en nadien gefilterd zal worden middels een zandfilter bij gebruik van een actief koolfilter.

2.1.4

Grondwaterstroming

Tabel 4 bevat informatie omtrent de peilbuizen die tijdens dit onderzoek geplaatst werden en de grondwaterstanden die op 7 maart 2002 opgemeten werden. Tabel 4: kenmerken peilbuizen en grondwaterstanden opgemeten op 7 maart 2002 peilbuis

P8 P10 P11 P12 P13 P14

diepte peilbuis (m -mv) 3,81 6,30 2,81 3,82 3,84 3,77

diepte filter (m -mv) 0,81 - 3,81 4,30 - 6,30 0,00 - 2,81 0,82 - 3,82 0,84 - 3,84 0,77 - 3,77

grondwaterstand (m -mv) 1,23 1,26 1,21 1,33 1,26 1,19

De grondwatertafel bevindt zich ter hoogte van het onderzoeksterrein vanaf ongeveer één meter onder het maaiveld. Wanneer we de opgemeten stijghoogten tussen de diepe peilbuis P10 en de ondiepe peilbuis P8 vergelijken, blijkt er geen verticaal stijghoogteverschil aanwezig te zijn. Dit betekent dat er verticaal geen neerwaarts gerichte stijghoogtegradiënt aanwezig is.

1 Wanneer het totale gehalte aan zwevende stoffen, ijzer, calcium en mangaan lager ligt dan 10 mg/l dient niet voorbehandeld te worden.


pagina 23

2.2

De verontreinigingssituatie

In 2001 werd op verzoek van Notaris Sintobin door Laboratoria Van Vooren nv een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd op het terrein gelegen aan de Diestersesteenweg 5 te Leopoldsburg, kadastraal bekend als Leopoldsburg, Afdeling 1, Leopoldsburg, Sectie A, perceelnummer 124L43. Tijdens dit onderzoek met referentie 01/A0030 werd in ter hoogte van boring B6 in het vaste deel van de bodem een sterke verontreiniging aan benzo(a)pyreen aangetroffen. Bovenvermelde verontreiniging kon in verband worden gebracht met de gronden die in het verleden bij de oprichting van het gebouw vergraven werden en aldus kan de verontreiniging beschouwd worden als zijnde historisch. In het grondwater werd ter hoogte van peilbuis P7 een sterke verontreiniging aan arseen en zink aangetroffen. Deze verontreiniging werd beschouwd als zijnde historisch. Ter hoogte van boring P8, uitgevoerd nabij een ondergrondse stookolietank, werd in het vaste deel van de bodem een sterke verontreiniging aan minerale olie vastgesteld. De verontreiniging werd in verband gebracht met de ondergrondese stookolietank en werd als gemengd gekwalificeerd. Aangezien de geldende bodemsaneringsnorm werd overschreden, is bijkomend onderzoek naar de vastgestelde verontreiniging ter hoogte van P8 noodzakelijk. In november 2002 werd op verzoek van Notaris Sintobin door Laboratoria Van Vooren nv een beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd met referentie 02/A0491 op het terrein gelegen aan de Diestersesteenweg 5 te Leopoldsburg, kadastraal bekend als Leopoldsburg, Afdeling 1, Leopoldsburg, Sectie A, perceelnummer 947A. Uit het beschrijvend bodemonderzoek werden samengevat volgende zaken besloten: • De bron en de kern van de verontreiniging valt samen met de locatie van de ondergrondse stookolietank. Enkel in de onmiddellijke omgeving van de tank (P8 en P10) werd organoleptisch een KWS-geur waargenomen; • De verontreiniging aan minerale olie werd in alle richtingen lateraal door middel van peilbuizen afgebakend. De achtergrondwaarden werden er in het vaste deel van de bodem en het grondwater licht overschreden; • Uit de chromatogrammen blijkt dat het een dieselverontreiniging betreft; •

•

De terreinwaarnemingen en de analyseresultaten bevestigen elkaar. De sterkste contaminatie werd vastgesteld ter hoogte van de grondwatertafel die wegens het onoplosbaar karakter van de verontreiniging een barrière vormt. Dat wordt trouwens analytisch aangetoond door waarnemingen die ter hoogte van boring P10 werden verricht; De bemonsterde ondiepe peilbuis P8 en de diepe peilbuis P10 tonen respectievelijk aan dat het grondwater eerder “beperkt” verontreinigd is en dat zich geen verticale verspreiding heeft voorgedaan.

Aangezien het hier gemengde verontreiniging betreft zijn de bodemsaneringsnormen van toepassing. Deze beantwoorden aan een niveau waarbij bij overschrijding ernstige nadelige effecten kunnen optreden voor mens of milieu. Artikel 7 paragraaf 2 van het decreet betreffende de bodemsanering stelt dat er tot bodemsanering wordt overgegaan indien de bodemsaneringsnormen overschreden worden. Indien volgens paragraaf 4 van hetzelfde artikel het beschrijvend bodemonderzoek aantoont dat de bodemsaneringsnormen overschreden worden, wordt een bodemsaneringsproject opgesteld en worden bodemsaneringswerken uitgevoerd; Wanneer dit criterium aangewend wordt dient tot het besluit gekomen te worden dat de verontreiniging aan minerale olie ter hoogte van de verontreinigde zone een ernstige bedreiging vormt. Er dient dus een sanering van deze verontreiniging uitgevoerd te worden. Het maximaal volume sterk verontreinigde grond met minerale olie wordt geschat op 56 m3. Bij de volumebepaling werd aangenomen dat de contaminatie door seizoenale fluctuaties van de grondwatertafel, werd uitgesmeerd over een diepte van 2,0 m.


pagina 24

Tabel 5: totaal volume sterk verontreinigde grond sterk verontreinigd Zone t.h.v. P8

Totaal (licht en sterk) verontreinigd

Medium vaste deel van de bodem vaste deel van de bodem

volume in m³ 28 m² x 2,0 m = 56 m³ 75 m² x 2 m = 150 m³

Rekening houdend met de aanwezigheid van de ondergrondse tank met een inhoud van 10.000 l bedraagt het volume aan sterk verontreinigde grond 56 m3 – 10 m3 = 46 m3. Het volume aan verontreinigde grond (licht en sterk) bedraagt 140 m3. Zoals reeds vermeld bevindt de verontreiniging zich ter hoogte van de grondwatertafel en is uitgesmeerd over een diepte van 2 m. Ter hoogte van de verontreinigde zone is de bovenste meter niet verontreinigd met minerale olie, maar bestaat wel uit heterogeen materiaal rijk aan stenen, baksteenresten en sintels. Om deze reden dient tot een diepte van 3 m uitgegraven te worden. Door de aanwezigheid van heterogeen materiaal kan de bovenste meter grond niet gerecupereerd worden. •

De bemonsterde ondiepe peilbuis P8 en de diepe peilbuis P10 tonen respectievelijk aan dat het grondwater eerder “beperkt” verontreinigd is en dat zich geen verticale verspreiding heeft voorgedaan. Aangenomen wordt dat het volume verontreinigd grondwater V = L x B x H = (2 m x 2 m x 3,5 m x 0,3 = 4 m³ bedraagt.

2.3

Voorwerp van de opdracht

2.3.1

Voorbereidende werkzaamheden

Vooreerst worden de klinkers ter hoogte van de ontgraven zone verwijderd, de ondergrondse structuren (tank, drinkwaterput,…) worden gelokaliseerd. Verder worden de ondergrondse leidingen en rioleringen opgespoord. Vooraleer uitgegraven wordt, dienen maatregelen aangaande stabiliteit genomen te worden. Uit het stabiliteitsnazicht, uitgevoerd door de Studiebureau AACO (vroeger Irtas), blijkt dat het plaatsen van damplanken ter hoogte van de rand van de bouwput gelegen naast de bestaande bebouwing, de aangewezen methode is voor het garanderen van de stabiliteit. Er zal afgegraven worden tot een diepte van 3,0 m. Daarvoor dient de grondwatertafel ter hoogte van de uit te graven zone tot minimum 3,0 m diepte te worden verlaagd. De bemaling zal verbonden worden met een grondwaterzuiveringsinstallatie waarna het gezuiverde water kan worden geloosd. De bemaling zal gedurende 5 werkdagen ingezet worden voor het bekomen van de gewenste verlaging. Tijdens de graafwerken, waarvan de uitvoeringstermijn geschat wordt op 5 werkdagen, dient deze bemaling eveneens gecontroleerd te worden.

2.3.2

Beschrijving van de uit te voeren bodemsaneringswerken

Fase 1: Bij de opstart van deze installatie zal een staal worden genomen van zowel het in- als effluent. Verder zullen wekelijks tijdens het uitvoeren van de grondwatertafelverlaging het in- en effluent worden bemonsterd. In totaal zullen 3 bemonsteringsrondes worden uitgevoerd. Zoals reeds vermeld is de bovenste meter niet verontreinigd met minerale olie. Door de aanwezigheid van heterogeen materiaal, waarmee het terrein in het verleden werd opgehoogd, kan deze grond niet gerecupereerd worden.


pagina 25

De gecontamineerde grond zal naar een biologische verwerkingsinstallatie afgevoerd worden. De tank van 10.000 liter zal gecleand en ontgraven worden. Na ontgraving moet de tank afgevoerd worden naar een erkend verwerker. Na het beëindigen van de graafwerken zullen door de EBSD stalen genomen worden van de zijwanden en de bodem van de gegraven put. In totaal zullen 10 stalen worden genomen en onderzocht op het gehalte aan minerale olie en PAK. Van de aangevoerde aanvulgrond zal één staal worden genomen en onderzocht op het standaardanalysepakket. Wanneer de gemeten concentraties aan minerale olie en PAK in de ontnomen stalen van de vrije zijwanden en de bodem onder de terugsaneerwaarde liggen kan de put gedicht worden. Belangrijk is dat de aangevoerde gronden een maximaal gehalte aan bodemvreemde materialen hebben van 5%. De aangevoerde gronden zullen worden onderzocht met behulp van 1 standaardanalysepakket. De aanvulgrond dient te voldoen aan de bodemsaneringsnormen type II. Tenslotte dient na aanvullen goed (om de meter aanvulling) verdicht te worden. Om de kwaliteit van het grondwater te kennen na het uitvoeren van de graafwerken zullen verspreid over de uitgegraven zones 2 peilbuizen worden geplaatst. Deze peilbuizen zullen bemonsterd worden en onderzocht op hun gehalte aan minerale olie (GC) en PAK. De peilbuizen zullen driemaandelijks bemonsterd worden gedurende één jaar om de verontreiniging toestand in het grondwater op te volgen. Wanneer er concentraties teruggevonden worden hoger dan 80% saneringsnorm zal de grondwatersanering opgestart worden. Fase 2 (optioneel): Wanneer zich nog restverontreinigingen, dit wil zeggen wanneer voor de te saneren parameters de 80% waarde van de bodemsaneringsnorm wordt overschreden, in het grondwater bevinden, dient het verder gereinigd te worden. Ter hoogte van de verontreinigingskern, waar het grondwater verontreinigd is met minerale olie en PAK’s, zal 1 filter geplaatst worden om de restverontreiniging te verwijderen. De filter zal ca. 6 m diep zijn, tot 5 m onder de grondwatertafel, en zal voorzien worden met een filter van 5 m. De haalbuis wordt telkens op 1 m boven de onderzijde van de pompput gehangen. Het grondwater wordt onttrokken met een debiet van 0,1 m3/uur per pompput. De locatie van de filters is aangeduid op kaart in bijlage 2. Gedurende 6 maanden zal het verontreinigd grondwater via de filter worden afgevoerd. Op deze manier wordt de mobiele fractie van de verontreiniging weggenomen. De sanering wordt pas beëindigd wanneer in het in- en effluent en in het grondwater ter hoogte van de piëzometers tijdens 3 achtereenvolgende bemonsteringsrondes een gehalte aan minerale olie en PAK wordt gemeten dat onder de bodemsaneringsnorm ligt of deze waarde benadert. Tijdens de bemaling zullen ter hoogte van de verontreinigingskern 2 piëzometers maandelijks worden bemonsterd en onderzocht op het gehalte aan minerale olie en PAK. Verder zal van het in- en effluent van de grondwaterzuiveringsinstallatie eveneens maandelijks een staal worden genomen. Via aparte bovengrondse leidingen wordt de filter verbonden met een waterzuiveringsinstallatie die actieve kool bevat. De grondwaterzuiveringsinstallatie bevat een olie/waterafscheider, een zandfilter en twee actief koolfilters in serie. Het gezuiverde water wordt door middel van herinfiltratie geloosd. Het spreekt vanzelf dat de grondwaterzuiveringsinstallatie de nodige faciliteiten dient te bezitten voor bemonsteren van in- en effluent en dat een debietsmeter voor handen dient te zijn. Wijzigen van inplanting filter en grondwaterzuiveringsinstallatie is toegelaten en wordt overgelaten aan de wensen van de betrokkenen en van de aannemer die de werken zal uitvoeren. Het grondwater afkomstig van de zuiveringsinstallatie zal in de ontgraven zone terug geherinfiltreerd worden door middel van drie infiltratiefilters tot een diepte van 4 m-mv. Alle leidingen worden bovengronds afgeschermd. De aannemer controleert en garandeert de lekdichtheid van de leidingen. Controle der leidingen zal geschieden in aanwezigheid van de bodemsaneringsdeskundige. Tijdens het opstarten van de installatie zal in aanwezigheid van de bodemsaneringsdeskundige het volgende uitgevoerd worden: • Vastleggen van de debieten waarmee onttrokken wordt; • Staalname van in- en effluenten.


pagina 26

2.3.3

Afwerking van de gesaneerde locatie

De afgegraven zone moet aangevuld worden met aanvulgrond (voorzien te zijn van een technisch verslag dat besluit dat de grond mag aangewent worden voor vrijgebruik in bestemmingstype II). De aanvulgrond zal per meter diepte aangedicht worden. De grond wordt aangebracht tot op 0,30 m onder het vroegere maaiveld niveau. Daarboven wordt 20 cm stabilisé aangelegd. De uitgebroken klinkers mogen eventueel hergebruikt worden. Omdat dit praktisch waarschijnlijk moeilijk haalbaar is, kan gewerkt worden met nieuwe klinkers. Het is aan de inschrijver om te beslissen hoe de heraanleg zal gebeuren: ofwel met gerecupereerde klinkers of met nieuw aangekochte.

2.3.4

Saneringsdoelstelling

In de conformverklaring van het BSP wordt akkoord gegaan met een sanering van het vaste deel van de bodem tot 80% van de bodemsaneringsnormen die gelden voor bodembestemmingstype III. De verontreinigingen in het grondwater worden teruggesaneerd tot 80% van de toepasbare bodemsaneringsnormen. Er zal evenwel getracht worden, indien haalbaar binnen redelijke grenzen, verder te saneren. Desnoods dienen gebruiksbeperkingen opgelegd te worden. Deze afwegingen zullen gebeuren op basis van het BATNEEC-principe en uiteraard in nauw overleg met de OVAM. Tabel 6: beoogde terugsaneerwaarden Parameter Minerale olie, PAK Minerale olie, PAK

Aard Vast Water

Terugsaneerwaarde 80% BSN type III 80% BSN

Het opgepompte grondwater dient wanneer geloosd te voldoen aan de lozingsvoorwaarden die in onderstaande tabel vermeld zijn. In de onmiddellijke omgeving zijn geen grachten of beekjes gelegen. Gezien de bodem ter hoogte van de site goed doorlatend is, kan herinfiltratie na zuivering toegepast worden. Tenslotte zal het grondwater worden onderzocht met behulp van het standaardanalysepakket. De sanering zal worden afgerond met een eindverslag. Tabel 7: lozingsnormen Parameter Minerale olie PAK (totaal)

Lozingsnormen 500 µg/l 1 µg/l


pagina 27

3

MEETSTAAT

De meetstaat is opgenomen in bijlage 5. De elektronische versie is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de activiteiten.

3.1

Voorbereidende werken / algemeen (aannemer)

Post 1.1: Voorbereiding + startvergadering + werfvergaderingen Voorbereiding en coördinatie van de uit te voeren werken. Bijwonen van de startvergadering. Deze startvergadering geldt voor de OVAM als start der werken. Tijdens de startvergadering zal de werkplanning en de werkwijze in detail worden besproken. De aannemer dient er zijn plan van aanpak toe te lichten. Post 1.2: Implementatie van het Achilles-protocol De aannemer garandeert een volledige en efficiënte samenwerking met de bodemsaneringsdeskundige alsook een volledige en efficiënte samenwerking met de veiligheidscoördinatorverwezenlijking in het kader van het KB van 25 januari 2001 betreffende tijdelijke of mobiele werkplaatsen. De sanering dient te worden uitgevoerd in overeenkomst met het ‘Veiligheid, gezondheid en milieu preventiesysteem voor on-site bodemsaneerders’ (Achilles-protocol). Post 1.3: Plaatsbeschrijving aanliggende gebouw en speelplaats In het kader van de bodemsaneringswerken dient voor de aanvang van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving te worden uitgevoerd door een beëdigd landmeter. De plaatsbeschrijving is ten laste van de aannemer. Post 1.4: Voorbereidende werkzaamheden, werfinrichting Aanbrengen van het nodige hekwerk, aan- en afvoer werfkeet, werfkast en eco-toilet behoren tot deze post. Elektriciteit dient te worden voorzien. Sanitaire voorzieningen en eetgelegenheid kunnen mogelijks gebruikt worden van de school. Hierover moeten nog concrete afspraken gemaakt worden.

3.2

Grondwerken

Post 2.1: Aan- en afvoer graafmachine Aan- en afvoer graafmachine behoren tot deze post. Post 2.2a: Uitbreken en recupereren van verhardingen Deze post omvat het uitbreken en de recuperatie van klinkers. Indien de verharding machinaal wordt uitgehaald, dient voorzichtig te werk te worden gegaan. Post 2.2b: Uitbreken (en verwerken) van verhardingen De fundering en onderfundering worden uitgebroken. Aangezien de verontreiniging ondergronds ontstaan is, wordt aangenomen dat de uit te breken verhardingen niet verontreinigd is. Post 2.3: Lokaliseren van ondergrondse constructie en nutsleidingen Deze post omvat het lokaliseren van de ondergrondse structuren en leidingen.


pagina 28

Post 2.4: Tank verwijdering 2.4 optie 1: Cleaning en verwerking van tank De te ontgraven tank van 10.000 liter dient gecleand te worden door een erkende reinigingsfirma. De gereinigde tank zal daarna ontgraven worden en afgevoerd worden naar een erkend verwerker. De attesten van cleaning, afvoer van de afvalproducten en verschroting dienen na de werkzaamheden voorgelegd te worden aan de EBSD. 2.4 optie 2: Verwerking van schuim en verwerking van tank Indien de tank is opgeschuimd, dient het schuim te worden verwerkt. De attest dient na de werkzaamheden voorgelegd te worden aan de EBSD. Ook de prijs voor de ontgraving en de afvoer van de tank naar een erkend verwerker is in deze post inbegrepen. Post 2.5: Verwijderen van ondergrondse betonmassieven Mogelijks bevindt zich onder de tank een betonplaat. Deze dient te worden ontgraven, afgevoerd en verwerkt. Post 2.6: Bouwputbemaling (installatie) Aanbrengen van de bemaling die nodig is om het grondwater te laten dalen tot onder het niveau van 3,0 m-mv. Post 2.7: Mob/demob waterzuivering (inclusief eerste vulling) Aanbrengen en aansluiten van de zuiveringsinstallatie. De zuiveringsinstallatie bestaat uit de componenten zoals opgenomen in post 3.5. Post 2.8: Huur waterzuiveringsintallatie Huur van bemalingspomp en zuiveringsinstallatie. Deze post kan verwerkt worden in post 3.4. Post 2.9: Stabiliteitsmaatregelen De stabiliteitstudie werd uitgevoerd door de Studiebureau AACO (voormalige IRTAS) en is te vinden in bijlage 4. Teneinde de stabiliteit van de aanpalende gebouwen te garanderen, dient onderstaande maatregel genomen te worden: • De rand van de bouwput gelegen naast de bestaande bebouwing wordt uitgevoerd met damplanken. De damplanken zullen worden ingetrild met een variabel moment; • De drie wanden van de bouwput, die niet naast bestaande bebouwing zijn gelegen, worden uitgevoerd onder natuurlijk talud. Er is een helling van 45° voorgesteld. Post 2.9a: Mobilisatie en demobilistatie van damplankwanden Post 2.9b: Beschoeien van wanden Post 2.10: Ontgraven Alle kosten die betrekking hebben op het ontgraven van de verontreinigde grond. Post 2.11: Transport Alle kosten die betrekking hebben op het vertransporteren van de verontreinigde grond naar een erkend biologisch verwerkingscentrum. Post 2.12: Verwerking (biologisch) Deze prijs heeft enkele betrekking op de verwerking van de verontreinigde grond.


pagina 29

Post 2.13: Leveren en plaatsen van plastiek folie Om contact van de propere grond met de verontreinigde grond te vermijden dient op aanwijzen van de EBSD een plastiek folie te worden aangebracht. De folie doet eveneens dienst als signalisatiedoek waar de graafwerken zijn uitgevoerd. Post 2.14: Aanvulgrond aanbrengen (incl. aanvoer) De aanvulgrond dient voorzien te zijn van een technisch verslag dat besluit dat de grond mag aangewend worden voor vrij gebruik in bestemmingstype II. Indien de aanvulgrond niet voorzien is van een technisch verslag zal één SAP analyse uitgevoerd worden op de aangevoerde grond om de grond kwalitatief te kunnen beoordelen. Post 2.15: Leveren en verwerken van actief kool Post 2.16: Verwerking residuen olie-waterafscheider

3.3

Herstellingswerken

Post 3.1: Leveren en zandcementfundering

plaatsen

van

geotextiel

op

zand,

onderfundering

en

Post 3.2: Uitvoering van plaatproef op zand en onderfundering Post 3.3: Plaatsen van klinkers Post 3.3a: Plaatsen van gerecupereerde klinkers Post 3.3b: Leveren en plaatsen van nieuwe klinkers Post 3.4: Opkuis van de werf Bij het beëindigen van de grondwerken dient de werf ontruimd te worden: aangebrachte beschadigingen moeten hersteld worden, signalisatieborden, afrasteringen en linten moeten worden weggehaald en eventuele andere werfinrichtingen moeten worden gedemonteerd. De speelplaats dient in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld. Post 3.5: Plaatsbeschrijving aanliggende gebouw en speelplaats In het kader van de bodemsaneringswerken dient na de aanvang van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving te worden uitgevoerd door een beëdigd landmeter. De plaatsbeschrijving is ten laste van de aannemer.

3.4

Grondwatersanering (optioneel)

Post 4.1: Installatie onttrekkingsfilter In de verontreinigde zone moet één extractiefilter geboord worden ter hoogte van P8. De onttrekkingsput moeten droog geboord worden (cf Achilles) tot 5 m-mv. Aangezien de leidingen bovengronds worden afgewerkt, kunnen de putten eveneens bovengronds afgewerkt worden. Het uitvoeren van de kernboringen is in de prijs opgenomen. Post 4.2: Installatie van infiltratiefilters In de verontreinigde zone moeten drie infiltratiefilters geboord worden De infiltratieputten moeten droog geboord worden (cfr Achilles) tot 4 m-mv. Aangezien de leidingen bovengronds worden afgewerkt, kunnen de putten eveneens bovengronds afgewerkt worden. Het uitvoeren van de kernboringen en de afwerking is in de prijs opgenomen.


pagina 30

Post 4.3: Leidingenwerk (bovengronds) Post 4.3a: Leveren en plaatsen zuigleiding (bovengronds) De lengte van de leiding is een schatting. Post 4.3b: Leveren en plaatsen afvoerleiding (bovengronds) De lengte van de leiding is een schatting. Post 4.4: Mobilisatie grondwaterzuiveringsinstallatie De GWZI wordt geplaatst vlakbij de onttrekking en infiltratie. De aannemer dient zelf in te staan voor het afschermen en beveiligen van het aangevoerde materieel en materiaal en blijft ten allen tijde verantwoordelijk voor zijn eigen materiaal. Post 4.5: Huur waterzuiveringsinstallatie De huurprijs wordt opgegeven voor de afzonderlijke componenten, per week. De saneringsduur werd geraamd op 6 maanden (26 weken of 130 werkdagen). Deze periode kan naar gelang de analyseresultaten ingekort of verlengd worden, zonder dat de eenheidsprijs kan wijzigen. Post 4.5.1: Verschillende pompen De huur van de verschillende pompen die nodig zijn voor • de grondwateronttrekking; • opvoer; • lozing. Post 4.5.2: Olie-waterafscheider De olie-waterafscheider dient om het nog eventueel voorkomen van vrij product in het grondwater af te scheiden en heeft eveneens de functie als buffervat. De residuen die moeten verwerkt worden na ledigen van de olie-waterafscheider, worden verrekend in post 3.7. Post 4.5.3: Beluchte zandfilter Het grondwater dient voorbehandeld te worden omwille van de hoge gehaltes aan ijzer, calcium en zwevende stoffen. Beluchting is noodzakelijk om het ijzer te oxideren en op die manier te verwijderen uit het grondwater. De zandfilter moeten een debiet van 3 m³/dag aankunnen. Automatisch terugspoelen is niet noodzakelijk. Post 4.5.4: Waterzijdige actief koolfilter Twee actief koolfilters worden in serie geplaatst, de actief koolfilters moeten een debiet van 3m³/dag aankunnen. De actief kool dient voor aanvang vrij te zijn van enige verontreiniging. Post 4.5.5: Meetapparatuur en alarmmelder De meetapparatuur zorgt voor de analytische opvolging van een aantal bepalende parameters (drukken en debieten) en het bedienen van de ingebouwde veiligheidsapparatuur met GSMalarmmelder. Post 4.6: Leveren en verwerken van actief kool Hier wordt prijsgegeven voor de tweede vulling (indien nodig) en de verwerking van de tweede vulling. De eerst vulling van de filters wordt verrekend in de mob/demob van de zuiveringsinstallatie. De inschrijver dient aan te geven hoeveel kg kool nodig is voor één vulling en aan de hand daarvan de vermoedelijke hoeveelheid invullen. De eenheidsprijs wordt opgegeven per FH. Aan de offerte dienen eveneens de productspecificaties toegevoerd te worden. Post 4.7: Verwerking residuen olie-waterafscheider en zandfilter De afvalstoffen van de waterzuivering dienen door een erkend verwerker te worden verwijderd.


pagina 31

BIJLAGEN BIJLAGE 1: BIJLAGE 2: BIJLAGE 3: BIJLAGE 4: BIJLAGE 5: BIJLAGE 6: BIJLAGE 7:

OVERZICHTSKAART VAN HET VOLLEDIGE PERCEEL (124L43 IS MOMENTEEL 947A) KAARTEN MET ANALYSERESULTATEN BODEMONDERZOEK EN AANDUIDING VAN DE AF TE GRAVEN ZONE LIGGINGSPLAN VAN LEIDINGEN EN TANKS STABILITEITSSTUDIE UITGEVOERD DOOR AACO (VOORMALIGE IRTAS) MEETSTAAT CONFORMVERKLARING BSP (C1878) INSCHRIJVINGSFORMULIER


pagina 32

BIJLAGE 1: OVERZICHTSKAART VAN HET VOLLEDIGE PERCEEL (124L43 IS MOMENTEEL 947A)


pagina 33

BIJLAGE 2: KAARTEN MET ANALYSERESULTATEN BODEMONDERZOEK EN AANDUIDING VAN DE AF TE GRAVEN ZONE


pagina 34

BIJLAGE 3: LIGGINGS PLAN VAN LEIDINGEN EN TANKS


pagina 35

BIJLAGE 4: STABILITEITSSTUDIE UITGEVOERD DOOR AACO (VOORMALIGE IRTAS)


pagina 36

BIJLAGE 5: MEETSTAAT


pagina 37

BIJLAGE 6: CONFORMVERKLARING BSP (C1878)


pagina 38

BIJLAGE 7: INSCHRIJVINGSFORMULIER


pagina 39

Openbare aanbesteding. Aanbestedende overheid: Benaming van de WERKEN:

Recommend Documents