SENAAT
Bijzonder bestek SEN/2015/003
Openbare aanbesteding voor een overheidsopdracht voor aanneming van werken Renovatie van een stookplaats en plaatsing van een warmtekrachtkoppeling in de gebouwen van de Senaat
Informatiesessie en verplicht plaatsbezoek Op straffe van nietigheid van zijn offerte, moet elke kandidaat-inschrijver deelnemen aan de informatiesessie en het plaatsbezoek dat op maandag 27 april 2015, om 11 uur, zal georganiseerd worden in de Senaat, Leuvenseweg 7 te 1000 Brussel. Het attest van deelname aan de informatiesessie en het plaatsbezoek zal na afloop ervan ingevuld worden. De inschrijver voegt het bij zijn offerte. Vragen over de opdracht Eventuele vragen over de opdracht worden ten laatste op donderdag 30 april 2015 om 14 uur gesteld via email (
[email protected]) met de vermelding “Vragen - SEN/2015/003”. Alle vragen worden op vrijdag 8 mei 2015 beantwoord, met inbegrip van deze gesteld tijdens de informatiesessie en het plaatsbezoek.
Openbare zitting van opening der offertes Maandag 18 mei 2015 om 11 uur
1
A. A.1.
ALGEMENE VOORWAARDEN Bepalingen die de opdracht regelen
De volgende regels zijn op deze opdracht van toepassing: a) De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006; b) Het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011; c) Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; d) Onderhavig bestek SEN/2015/003; e) De omzendbrieven van de Eerste Minister inzake overheidsopdrachten. f) De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), de Codex over het Welzijn op het werk, en hun uitvoeringsbesluiten. g) De Ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en haar uitvoeringsbesluiten; h) Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2010 betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingsperiode, en zijn latere wijzigingen; i) De Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, en zijn uitvoeringsbesluiten; j) Het koninklijk besluit van 23 maart 1977 betreffende het op de markt brengen van elektrisch materieel; k) Het koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen; l) Het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen; m) Het algemeen reglement op elektrische installaties (AREI); n) De gehomologeerde en geregistreerde NBN- en EN-normen; o) De Technische Voorlichtingen (TV) van het WTCB; p) De technische specificaties (STS) van het WTCB; q) De veiligheids- en milieuvoorschriften voor derden bij de uitvoering van werken in opdracht van de Senaat (Bijlage 6); r) De van kracht zijnde reglementeringen met betrekking tot het milieu van de Stad Brussel en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; s) De voorschriften van de distributienetbeheerders voor gas, elektriciteit en water in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Sibelga en Hydrobru); t) De voorschriften van de brandweerdienst en de dringende medische hulpverlening; u) De voorschriften van Brugel voor het verkrijgen van groenestroomcertificaten, v) De voorschriften van Leefmilieu Brussel voor het verkrijgen van de energiepremies.
–2–
A.2.
Aanbestedende overheid
Senaat Leuvenseweg 7 1000 Brussel Zolang de overheidsopdracht niet werd gegund, corresponderen de inschrijvers, uitsluitend in het Nederlands of in het Frans, met: Senaat Ter attentie van de heer Philippe MARTIN Dienst Algemene Zaken Leuvenseweg 7 1000 Brussel Tel. : 02 501 73 80
[email protected] A.3.
Voorwerp van de opdracht
De opdracht omvat, in de gebouwen van de Senaat gelegen Leuvenseweg 5 te 1000 Brussel: - de ombouw van de stookplaats LVN5 en het plaatsen van een warmtekrachtkoppeling in de stookplaats LVN 7; - de installatie van een systeem voor regenwaterrecuperatie in de koer Leuvenseweg 5; - het onderhoud van de warmtekrachtkoppeling gedurende 8 jaar, te beginnen vanaf de tweede verjaardag van de datum van de voorlopige oplevering van de werken. A.4. A.4.1.
Procedure Aard en gunningswijze van de opdracht
Het gaat om een overheidsopdracht voor werken tegen globale prijs - in de zin van artikel 2, § 1, 4°, van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren - die zal worden gegund volgens de procedure van de openbare aanbesteding. A.4.2.
Erkenning
De inschrijver moet een erkenning om werkzaamheden te verrichten van categorie D17, klasse 3 hebben, op straffe van nietigheid van zijn offerte. A.5. A.5.1.
De offerte Inhoud
Vrije varianten zijn niet toegelaten. De offerte vermeldt de totale prijs. Het bedrag wordt uitgesplitst in de samenvattende meetstaat (bijlage D.2). A.5.2.
Stukken te voegen bij de offerte
Op straffe van nietigheid dient de offerte het volgende te bevatten: 1. het attest van het plaatsbezoek ; 2. het ingevulde offerteformulier (Bijlage 5); 3. een kopie van de erkenning bedoeld in artikel A.4.2; 4. een lijst van werken vergelijkbaar met de onderhavige opdracht, uitgevoerd door de inschrijver tijdens de afgelopen vijf jaar, met bedragen, data, namen van aanbestedende overheden of privaatrechtelijke personen waarvoor zij bestemd waren en, voor tenminste 3 van deze referenties een attest van goede uitvoering; 5. een kopie van het veiligheidsplan van de inschrijver; 6. een gedetailleerde beschrijving met verduidelijking van de kost van de veiligheidsmaatregelen die de inschrijver zal nemen tijdens de uitvoering van de werken; de beschrijving mag geen document van algemene aard zijn maar wel een document dat specifiek in functie van de configuratie en de risico’s eigen aan onderhavige opdracht wordt opgesteld; 7. het ondertekend attest van de kennisname van “de veiligheids- en milieuvoorschriften voor werken met derden bij de uitvoering van werken in opdracht van de Senaat. (Bijlage 6) De offerte mag geen bladen bevatten van publicitaire aard die geen direct verband hebben met de vereiste aanduidingen zoals vereist door de reglementering of onderhavig bijzonder bestek. –3–
A.5.3.
Taal van de offerte
Op straffe van onontvankelijkheid wordt de offerte opgesteld in het Nederlands of in het Frans. A.5.4.
Ondeelbaarheid van de opdracht
Een offertevoor een deel van de opdracht is onontvankelijk. A.5.5.
Prijsopgave
Alle prijzen in de offerte worden in euro vermeld tot twee cijfers na de komma. De prijzen zijn exclusief btw. Het geldende btw-tarief moet duidelijk en apart worden vermeld. A.5.6.
Elementen die in de prijzen zijn begrepen
Over het algemeen vallen alle werken, metingen en kosten die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, alsook alle werken die door hun aard afhangen van of verbonden zijn met die welke worden beschreven in het bestek, zelfs indien ze niet expliciet worden vermeld in dit bestek, ten laste van de opdrachtnemer en zijn begrepen in de prijs van onderhavige opdracht. Wat betreft de sloop, zijn in de prijs inbegrepen, behalve anders vermeld, de demontage, de sloop, het verwijderen en het storten. Wat betreft de werken, zijn in de prijs inbegrepen, behalve anders vermeld, het leveren, plaatsen, aansluiten, de bevestigingen en alle accessoires en benodigdheden. Wat betreft de sloop en de werken, zijn in de prijs inbegrepen de toegangsmiddelen en de beschermingsmaatregelen voor de personen en de aangrenzende werken. Zijn met name inbegrepen in het totaalbedrag van de offerte: - het onderhoud, zoals beschreven in artikel C.41, gedurende de periode tussen de voorlopige oplevering en de definitieve oplevering; - veiligheidsmaatregelen bedoeld in de artikelen B.79.2. en B.79.9. ; - de bouwplaatsinstallatie en de infrastructuur nodig voor het goede verloop van de werken; - alle documenten, attesten, garantiebewijzen, en vereiste “as built” dossier zoals bepaald in artikel B.36., betreffende de uitvoering van de opdracht; - verwijderen van het bouwplaatsafval B.79.6 ; - de schoonmaak bedoeld in de artikelen B.79.7. en B.79.8. ; - het testen en de verificatie van de conformiteit van de installatie door een erkend organisme, zoals bedoeld in artikel B.92. A.5.7.
Geldigheidstermijn van de offertes
De offertes blijven geldig gedurende 180 kalenderdagen, te rekenen vanaf de uiterste datum voor het indienen van de offertes. A.5.8.
Exemplaren
Iedere offerte zit in een definitief verzegelde omslag, met de volgende vermelding: Bijzonder bestek SEN/2015/003. De inschrijver zal een kopie van de offerte op een USB-sleutel toevoegen. Indien de inhoud van de papieren versie verschilt van de digitale versie, primeert de papieren versie. A.5.9.
Indiening van de offertes
De offerte kan bij de Senaat worden ingediend: 1
a) via de post (aangetekende zending of per gewone post) De verzegelde omslag met de offerte moet in een tweede omslag worden gestopt, geadresseerd aan: Senaat Dienst Algemene Zaken Bijzonder bestek SEN/2015/003 1009 Brussel 1
Door bpost gedateerd op uiterlijk vrijdag 15 mei 2015.
–4–
b)
per drager, op werkdagen tussen 10.00 en 12.00 uur of tussen 14.00 en 16.00 uur.
De verzegelde omslag met de offerte moet in een tweede omslag worden gestopt, met daarop de vermelding: Senaat Dienst Algemene Zaken Bijzonder bestek SEN/2015/003 c) ofwel door overhandiging aan de voorzitter van de zitting waarop de offertes worden geopend, voor hij de zitting voor geopend verklaart.
A.6.
Openen van de offertes
Datum: ........................................................ Maandag 18 mei 2015 Uur: ............................................................. 11 uur Adres: .......................................................... Senaat ..................................................................... Leuvenseweg 7 ..................................................................... 1000 Brussel Toegelaten personen: ................................. Openbare zitting Voorzitter: ………………………… ................ De Secretaris-generaal van de Senaat, of zijn afgevaardigde
–5–
B. BIJZONDERE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN De bepalingen van het voorliggende onderdeel B van het bijzondere bestek vormen, voor de onderhavige opdracht, een aanvulling of verduidelijking van de artikelen 10 tot 95 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. De hiernavolgende nummering volgt de nummering van het betreffende Koninklijk Besluit. Indien niets is aan gegeven, zijn de relevante artikelen van dit koninklijk besluit van toepassing.
B.11. Leidend ambtenaar Leiding van en het toezicht op de uitvoering van de opdracht wordt opgedragen aan: Senaat Mevrouw Véronique LAUREYS Bestuursdirecteur Dienst Algemene Zaken Leuvenseweg 7 1000 Brussel Tel. : 02 501 73 38
[email protected] bijgestaan door de heer Philippe Martin geïdentificeerd onder A.2. De opdrachtnemer moet alle briefwisseling en alle vragen over de uitvoering van de opdracht aan de leidend ambtenaar richten.
B.25. Borgtocht Er wordt een borgtocht gevraagd van 5 % van de oorspronkelijke aannemingssom, btw niet inbegrepen, naar het hoger tiental in euro afgerond.
B.34. Conformiteit van de uitvoering De werken zullen worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst, de geldende normen en reglementeringen, de richtlijnen van de fabrikanten, dit bestek en volgens de erbij gevoegde plannen, die in voorkomend geval werden gewijzigd of aangevuld door de uitvoeringsplannen die door de opdrachtnemer werden opgemaakt en door de aanbestedende overheid werden goedgekeurd.
B.35. Plannen en documenten opgemaakt door de aanbestedende overheid Alle afmetingen en hoeveelheden die in de plannen, de meetstaten en in delen C en D van dit bestek worden vermeld, worden ter informatie meegedeeld en moeten door de inschrijver worden nagekeken.
B.36. Door de opdrachtnemer op te maken documenten, detail- en uitvoeringsplannen Binnen dertig kalenderdagen na de gunning van de opdracht, moet de opdrachtnemer volgende documenten ter goedkeuring aan de leidend ambtenaar voorleggen: 1. Een voorstel van een gedetailleerde planning van de uitvoering van de werken; 2. Installatieplan van de bouwplaats met vermelding van: de lokalen die aan de opdrachtnemer zijn toegewezen in toepassing van artikel B.77; de toegangsmogelijkheden tot de bouwplaatsruimtes bedoeld in artikel B.79.3 ; 3. Alle technische fiches en documenten bedoeld in Bijlage 2 (deel D), te weten: Materiaallijst Technische fiches Uitvoeringsplan Berekeningsnota schouwen Berekeningsnota expansiesysteem Garantiedocumenten schouwcontrole en aansluiting min 10 jaar Selectieberekeningen van twee/driewegkranen, regelkranen en drukverschilregelaars –6–
Circulatoren: vergelijkingslijst oude en nieuwe circulatoren (selectie, opvoerhoogte, debiet) Goedkeuring door de ketelfabrikant van de voorziene brander en zijn afstelling Dossier van elk elektrisch bord NBN EN 61439 + selectiviteitsberekeningen De goedkeuring van plannen of documenten door de aanbestedende overheid ontslaat de opdrachtnemer geenszins van zijn verplichtingen. Hij blijft als enige aansprakelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden. Tijdens de uitvoering van de werken en vóór de voorlopige oplevering zal de opdrachtnemer een “ASBUILT” dossier opmaken en overmaken aan de leidinggevende ambtenaar. Dit AS BUILT-dossier wordt in drie exemplaren opgemaakt (waarvan één door de leidinggevende ambtenaar aan de veiligheidscoördinator zal worden bezorgd), en bevat namelijk de volgende documenten: 1) Inhoudstafel - samenstelling van het dossier; 2) Naam, volledig adres en telefoonnummer van alle onderaannemers die op de bouwplaats actief zijn, met een beschrijving van de leveringen of werken van deze onderaannemers; 3) De technische fiches en documenten bedoeld in Bijlage 2 (deel D), te weten: Proefverslagen (39.01) Keuringsverslagen (39.02) As-built plannen van de installaties waarvan een enig exemplaar van de AS BUILT-plannen op elektronische drager die compatibel is met AUTOCAD (.dwg). Gebundeld as built dossier (posten A + B) Opstartrapporten en attesten Werkings-, bedieningsinstructies en onderhoudsvoorschriften Werkingsbeschrijvingen en grafische schema’s automatische regeling Wateranalyseverslag vulling CV-installatie Foto’s van ingegraven leidingonderdelen Brandweerdossier Schema onder glas of plastiek Attest van de leverancier Wijzigingen die tijdens de uitvoering worden aangebracht aan de plannen van de aanbestedende overheid moeten duidelijk aangegeven zijn op de AS BUILT-plannen.
B.76. Uitvoeringstermijn De werken als bedoeld onder A.3. starten ten laatste binnen veertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving van de gunning van de opdracht, op een datum die in onderling overleg met de leidend ambtenaar wordt vastgesteld. De werken moeten voltooid zijn en voorlopig worden opgeleverd ten laatste honderd werkdagen na de aanvang der werken. De opdrachtnemer zal alle nodige maatregelen treffen om die bepaling te kunnen naleven en indien nodig zijn werkploegen versterken om iedere vertraging te voorkomen. De opdrachtnemer houdt er rekening mee dat de gebouwen doorlopend in gebruik zijn. De werkzaamheden mogen in geen geval de parlementaire activiteiten hinderen.
B.77. Ter beschikkingstelling van lokalen De aanbestedende overheid geeft de opdrachtnemer de beschikking over: een kantoor waar de werfvergaderingen zullen doorgaan; een opslagplaats, met dien verstande dat deze uitsluitend mag gebruikt worden voor de opslag van te gebruiken materiaal en uitrusting; sanitaire lokalen. De opdrachtnemer neemt alle noodzakelijke maatregelen om de lokalen te beschermen tegen beschadigingen. Bij het einde van de werken en ten laatste bij de voorlopige oplevering, zal hij de werkplaatsen, het kantoor en de opslagruimte terug in de oorspronkelijke staat herstellen.
–7–
B.79. Werfinrichting B.79.1. Algemeen De opdrachtnemer neemt alle maatregelen en alle kosten voor zijn rekening om de infrastructuur te installeren die nodig is voor een goede uitvoering van de opdracht (toegang, opslag- en voorbereidingsplaats, hefwerktuigen, veiligheidsuitrusting, wegentaks voor bouwsteigers, enz.), met uitzondering van elektriciteit en water, die door de aanbestedende overheid worden verstrekt. B.79.2. Bouwplaatsafsluiting De opdrachtnemer richt op eigen kosten de voorlopige bouwplaatsafsluiting op, na zich te hebben vergewist van de juiste grenzen. De afsluiting van de bouwplaats moet derden de toegang ontzeggen en ervoor zorgen dat ongevallen worden voorkomen wanneer personen langs de bouwplaats en de opslagruimte komen. De afsluiting moet een maximale afdichting voor stof verzekeren, zodat de aanpalende ruimtes niet worden bevuild. De opdrachtnemer moet elke avond na het beëindigen van de werken erop toezien dat de toegang tot de bouwplaats en de opslagruimte goed afgesloten zijn. De bouwplaatsafsluiting dient in perfecte staat gehouden te worden tijdens de hele duur van de werken. De opdrachtnemer dient de bouwplaatsafsluiting op het einde van de werkzaamheden te verwijderen en de bouwplaats- en opslagruimtes in hun oorspronkelijke, afgewerkte staat te herstellen B.79.3. Toegang tot de bouwplaats De opdrachtnemer (personeel en leveringen) heeft toegang tot de bouwplaats via de koer van de Senaat, Leuvenseweg 5 te 1000 Brussel (LVN 5). Op het einde van de werkzaamheden dienen de toegangen door de opdrachtnemer in hun oorspronkelijke, afgewerkte staat te worden hersteld. B.79.4. Opslagruimten Een deel van de binnenplaats LVN 5 en van de garage zal ter beschikking van de opdrachtnemer worden gesteld, onder de duidelijke voorwaarde dat die ruimte strikt en uitsluitend kan worden gebruikt voor de opslag van materialen en uitrusting die moeten worden gebruikt, voor eventuele hefwerktuigen, containers, bouwketen en bouwplaatsvoertuigen. Naargelang de aard ervan, zal de opslagruimte al dan niet overdekt zijn, of zelfs al dan niet afgesloten. De opdrachtnemer moet alle vereiste voorzorgsmaatregelen treffen om opgeslagen materialen, materieel en uitrusting te beschermen tegen weersomstandigheden en diefstal en om de opslagruimte te beschermen tegen elke beschadiging. De afsluiting zal heel net worden uitgevoerd. B.79.5. Bescherming van materialen en werktuigen De opdrachtnemer moet alle nodige maatregelen nemen om de materialen en werktuigen te beschermen tegen weersomstandigheden en diefstal B.79.6. Verwijderen van het bouwplaatsafval De opdrachtnemer zal alle bouwplaatsafval van de werf afvoeren conform de geldende wetgeving. B.79.7. Dagelijkse schoonmaak De opdrachtnemer zal er dagelijks op toezien dat de werkzones worden schoongemaakt en dat het puin en gruis die zijn werkzaamheden veroorzaken, worden verwijderd. B.79.8. Definitieve schoonmaak Alle werkzones zullen grondig worden gereinigd door de opdrachtnemer, alvorens men tot de voorlopige oplevering overgaat, of eventueel op een ander moment, naar gelang van de voortgang van de werken. B.79.9. Veiligheid en preventie Gedurende de werkzaamheden zal de opdrachtnemer alle wettelijke en nodige veiligheidsmaatregelen nemen voor zijn werknemers en de gebruikers van de gebouwen van de Senaat. Hij zal alle veiligheidsmaatregelen toepassen die in zijn omstandige beschrijving bedoeld in artikel A.5.2.,6). als bijlage bij zijn offerte worden vermeld. De aanbestedende overheid zal elke vaststelling van het niet eerbiedigen van de veiligheidsnormen (gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen) onmiddellijk sanctioneren met het stilleggen van –8–
de werken, het verwijderen van de arbeider(s) die de nodige maatregelen niet naleven, of met iedere andere maatregel die zij nodig acht. B.79.10. Bouwplaatsvergaderingen Minstens eenmaal per week wordt er een bouwplaatsvergadering belegd. De studiebureau Ingenium stelt het verslag op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de leidend ambtenaar en aan de opdrachtnemer. In samenspraak met de leidend ambtenaar kunnen er bijkomende bouwplaatsvergaderingen worden belegd. B.79.11.
Dagboek der werken
De opdrachtnemer zal een dagboek der werken bijhouden waarin hij dagelijks de uitgevoerde werken noteert. Tot de voorlopige oplevering zal het dagboek zich permanent in het kantoor als bedoeld in artikel B.77 bevinden; waar het beschikbaar zal zijn voor de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde. De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde en een vertegenwoordiger van de opdrachtnemer zullen bij elke werfvergadering de schriftelijke aantekeningen van de afgelopen week ondertekenen. De opdrachtnemer beschikt over een termijn van 15 dagen om, per aangetekend schrijven, zijn omstandige opmerkingen over de eventuele aanmerkingen van de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde mee te delen. Deze laatste zal schriftelijk de opmerkingen van de opdrachtnemer beantwoorden. Indien geen opmerkingen op de aanmerkingen van de leidend ambtenaar worden gemaakt, wordt de opdrachtnemer geacht in te stemmen met deze laatste. In elk geval zullen in het dagboek der werken genoteerd worden: de werkuren, de arbeiders, de meegebrachte materialen, de gebruikte materialen, de lengte van de geplaatste kabels, sleuven, kabelwegen, buizen, enz.; de nuttige elementen voor de berekening van de prijs; de kleine aanpassingen: de meer- en minderwerken, de aanwijzingen gegeven door de opdrachtnemer. B.79.12.
Coördinatie veiligheid en gezondheid
Adres van de veiligheidscoördinator: De heer Sami KAMAR Eveningslaan 36 1200 Brussel Gsm 0495 52 70 30 E-mail:
[email protected] B.79.13.
Studiebureau
Adres van het studiebureau voor speciale technieken: Ingenium Nieuwe Sint-Annadreef 23 8200 Sint-Andries
B.87. Ambtshalve maatregelen Er worden ambtshalve maatregelen opgelegd inzake de volgende artikelen van het bijzonder bestek: – – –
Artikel B.79.7. (dagelijkse schoonmaak); Artikel B.79.8. (eindschoonmaak); Artikel B.79.9. (niet eerbiedigen van de veiligheidsmaatregelen).
De opdrachtnemer die de verplichting tot dagelijkse schoonmaak, waarvan sprake is in artikel B.79.7. niet nakomt, moet de aanbestedende overheid een geldboete betalen van € 50,00 per kalenderdag vertraging, tot dat verzuim volledig is hersteld. De vaststellingen van de leidend ambtenaar gelden als bewijs. Tevens kan de aanbestedende overheid die schoonmaak door een derde laten verrichten op kosten van de opdrachtnemer, wanneer die laatste niet tijdig reageert op een ingebrekestelling door de leidend ambtenaar om dat verzuim te herstellen. Indien de opdrachtnemer, na in gebreke te zijn gesteld door de leidend ambtenaar wegens het niet uitvoeren van de eindschoonmaak bedoeld in artikel B.79.8, in gebreke blijft, kan de aanbestedende overheid, op kosten van de opdrachtnemer, de schoonmaak laten uitvoeren door derden of door zijn eigen personeel. –9–
B.92. Opleveringen en waarborg De opdrachtnemer is gehouden aan : - de garanties met betrekking tot de specifieke artikelen, opgenomen in deel C van het huidig bestek ; - de garantie van de fabrikant voor sommige constructies; de garantiebewijzen van de fabrikanten zullen bij de voorlopige oplevering aan de leidend ambtenaar worden overhandigd. De opdrachtnemer kan de voorlopige oplevering slechts vragen nadat de volgende verplichtingen werden uitgevoerd: 1) Opstellen en overhandigen aan de leidend ambtenaar van het dossier “as built”, bedoeld in artikel B.36, waarin de wijzigingen aangebracht aan de plannen van de aanbestedende overheid tijdens de uitvoering duidelijk worden vermeld; 2) Alle attesten, garantiebewijzen, expertiseverslagen, gebruikshandleidingen en andere documenten bedoeld in Bijlage 2 (Deel D) zijn overhandigd aan de leidend ambtenaar.
B.93. Vrijgave van de borgtocht De borgtocht zal als volgt worden vrijgegeven: 50 % van het bedrag na de voorlopige oplevering van het geheel van de werken; 50 % van het bedrag na de definitieve oplevering van het geheel van de werken.
B.95. Betalingen De facturen zullen worden ingediend op basis van de staten van voortgang en de afrekeningen die werden goedgekeurd door de leidend ambtenaar, in tweevoud naar: Senaat Dienst Financiën Leuvenseweg 7 1000 Brussel
– 10 –
C. TECHNISCHE BEPALINGEN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 1.
Doel van de opdracht Deze aanneming bestaat uit twee te realiseren duurzame projecten van de Senaat: -
de ombouw van de stookplaats LVN5 en het plaatsen van een warmtekrachtkoppeling de installatie van een systeem voor regenwaterrecuperatie.
De gebouwen van de Senaat worden verwarmd met behulp van twee stookplaatsen (stookplaats LVN5 en stookplaats LVN7). Deze aanneming heeft tot doel de ombouw van de stookplaats LVN5 van de Senaat tot onderstation te realiseren. Daarbij wordt de kans aangegrepen om de warmteproductie te vergroenen door de installatie van een WKK-installatie (warmtekrachtkoppeling) te voorzien. De aanneming omvat de integrale vernieuwing van de belangrijkste technische componenten in de stookplaats LVN5. De bestaande gasverwarmingsketels worden verwijderd. De aanneming omvat daarnaast de plaatsing van een nieuwe condenserende gasketel en een WKK-toestel met de nodige toebehoren in stookplaats LVN7. Om een optimale werking van de installatie mogelijk te maken worden de beide stookplaatsen hydraulisch verbonden. Daarnaast wordt een installatie voor regenwaterrecuperatie voorzien in het gebouw LVN5. 2.
Fasering Bij de afbraak van de bestaande installatie-onderdelen worden de nodige maatregelen getroffen om de blijvende installaties maximaal in dienst te houden. Dit betekent dat eerst de nieuwe toestand wordt opgebouwd en de installatie enkel onderbroken wordt voor de overschakeling. Onderbreking van installaties gebeurt steeds in nauw overleg met de bouwheer. Onderstaande fasering is ter info en is niet bindend: Fase 1a – geen warmtelevering mogelijk vanuit stookplaats LVN 7 (zomer): • Afbraak (oude) ketel • Leeglaat collector • Plaatsen en aansluiten nieuwe ketel • Klaarzetten aansluiting WKK • Klaarzetten aansluiting interconnectie Fase 1b – geen warmtelevering mogelijk vanuit stookplaats LVN 5 (zomer): • Leeglaat kringen • Afbraak 1 ketel, andere ketel blijft tijdelijk bestaan • Plaatsen nieuwe collector • Plaatsen nieuw elektrisch bord • Elektrisch bekabelen • Verwarming Zaal K Fase 2a – wél warmtelevering mogelijk vanuit de stookplaatsen (werken in de herfst/winter): • Aanleggen interconnectie • Afbraak bestaande ketel LVN5 • Afbraak elektrisch bord LVN5 • Afbraak schoorstenen • WKK plaatsen • Buffer plaatsen • Circulatieproeven • Testen • Oplevering Fase 2b – regenwaterrecuperatie – 11 –
Er kunnen geen verrekeningen aanvaard worden ten gevolgde van wijzigingen aan de fasering tijdens de duur van de werken.
VOORAFGAANDE OPMERKINGEN 1.
Het bestek is heel modulair opgebouwd. Plannen, meetstaat en bestek vullen elkaar aan. De inschrijver wordt specifiek gewezen op de sterke interactie tussen meetstaat, bestek en schema, waarbij de nummering van alle items op elkaar afgestemd is.
2.
Dit bestek omvat de afschaffingen, verduidelijkingen en toevoegsels betreffende de technische voorwaarden van het typebestek 105 van 2014, en de goedgekeurde aanvullingen tenminste dertig kalenderdagen gekend voor datum prijsvraagingave. Voor elektrisch onderdelen is ook typebestek 400 van toepassing.
3.
Alle toepasselijke wetgeving en normering, specifiek rond warmteproductie en elektriciteitsvoorzieningen, zijn van kracht op deze aanneming In het bijzonder moet voldaan worden aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2010 betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingsperiode, aan de toepasselijke technische voorschriften in verband met de aanlsuiting op het netwerk en de veiligheid van Sibelga, aan de voorschriften van Brugel voor het verkrijgen van groenestroomcertificaten en aan de voorschriften van het BIM voor het verkrijgen van de van toepassing zijnde energiepremies.
4.
De opdrachtnemer is gehouden zich ter plaatse van de toestand te vergewissen, vooraleer prijs op te geven (zie Bijlage 5 - Plaatsbezoek), zodat met alle elementen rekening gehouden is. Achteraf zullen geen meerprijzen aanvaard worden voor aanpassingen aan de bestaande toestand.
5.
Inbegrepen in de aannemingen zijn alle noodzakelijke doorboringen, eventueel bijkomende werken om binnenbrengen van het materiaal mogelijk te maken en de installatie op te stellen. Ook alle herstelwerkzaamheden aan bovenstaande ingrepen zijn inbegrepen. Alle doorboringen en herstellingen doorheen een buitenwand worden op voorhand ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar.
6.
De levering en de plaatsing, de aansluiting, de vereiste keuring en de indienststelling zijn altijd inbegrepen in elk van de artikels van huidig bestek, evenals alle toebehoren die hiervoor noodzakelijk zijn.
7.
De opdrachtnemer draagt alle lasten, welke deze ook zouden kunnen zijn, om het binnenbrengen van het materiaal mogelijk te maken: eventuele constructie van zekere hinderende onderdelen in verschillende delen, ter plaatse in elkaar te zetten, het maken van openingen en gaten om door te kunnen en het achteraf terug dichten van deze openingen en gaten, enz.
8.
Alle vloertoestellen worden geplaatst op een voetstuk in beton, met bovenste boord beschermd. Alle toestellen worden gepositioneerd zodat de serviceruimte van alle elementen in de stookplaats gerespecteerd wordt.
9.
De opdrachtnemer dient tevens in te staan voor het proper houden van de werf (zie ook B.79.7. Dagelijkse schoonmaak).
10. De opdrachtnemer levert alle benodigde sleutels voor de bediening van de installatie (luchtspuiers, ledigingskranen, regelbare radiatorkoppelingen, elektrische borden, enz... 11. De installatie wordt gespoeld met stadswater en finaal gevuld met verzacht water. Voor de vulling van de CV-installatie is in de technische ruimte stadswater voorzien. In de stookplaats LVN7 staat een waterverzachter ter beschikking. De opdrachtnemer zorgt voor het vullen van de installatie, alsmede circulatieproeven. 12. Er is een asbest-inventaris bij de opdrachtgever beschikbaar. In de betrokken stookplaatsen is er geen asbest aanwezig. 13. De opdracht omvat het brandwerend afdichten van alle doorvoeren voor leidingen en kabels. Alle aangewende materialen gebruikt voor het dichten of afsluiten van openingen en doorvoeringen in wanden die een brandcompartiment afbakenen, zullen in overeenstemming zijn met de voorschriften van de vigerende wetgeving. De brandweerstand van de dichtingsmaterialen met het geheel van de afwerking is in overeenstemming met de wetgeving en de brandweervoorschriften en zorgt ervoor dat de bouwkundig voorziene brandweerstand niet nadelig beïnvloed wordt. – 12 –
Voor de uitvoering wordt een keuringsattest van een erkend organisme geëist voor elk type van brandklep en voor de brandwerend gemaakte kanaaldelen of opvulsystemen. De compartimentering en de brandweerstand van de bouwkundige elementen is op te vragen via de architectuurplans 14. Bij eventuele niet-bestelling bij uitvoering van bepaalde posten van de aanneming ziet de opdrachtnemer af van elke vorm van schadeloosstelling. 15. Vanaf de betekening van de voorlopige oplevering in een proces-verbaal zal de bouwheer of een door hem aangestelde onderhouds- of exploitatiefirma het onderhoud van de installaties uitvoeren op basis van de hen door huidige opdrachtnemer in in het as-builtdossier ter beschikking gestelde onderhoudsvoorschriften en werkings- en bedieningsinstructies. De garantie tijdens de waarborgperiode blijft echter de volle verantwoordelijkheid van huidige opdrachtnemer in, tenzij in geval van melding, door de opdrachtnemer in, van slecht onderhoud of slecht gebruik van het onderdeel of de installatie in kwestie.
– 13 –
TECHNISCHE EISEN HYDRAULISCHE COMPONENTEN Een aantal hydraulische componenten komen in een aantal artikels terug. Om niet in herhaling te vallen worden de aanvullende technische eisen in onderstaande tekst algemeen opgenomen. 1. Isolatie kraanwerk
2.
Alle afsluiters DN50 of groter zijn steeds te isoleren met een lamellendeken, inbegrepen in de aanneming. Afsluitkranen
3.
Tot en met DN50 zijn de afsluitkranen in de CV installatie van het type 3-delige bolkraan, spindel en kogel uit RVS316. Dichtingsring PTFE. Gemonteerd via draadaansluiting. Vanaf DN65 is de afsluiter een type vlinderkraan, spindel en klep RVS316. Dichtingsring EPDM. Montage via flensaansluiting, vergrendelbaar via getande sector. Inregelafsluiters
4.
De afsluiters zijn vervaardigd uit een ontzinkingsbestendige legering. Deze kranen kunnen regelen, afsluiten en hebben een aflaatkraantje en meetnippels. De regel-kraan is min. van het type PN 16. De ingeregelde stand kan vastgezet worden. Verder kunnen deze regelkranen als afsluiter gebruikt worden, zonder dat de ingeregelde stand gewijzigd wordt. Een verslag van afregeling is bij de voorlopige oplevering in te dienen en dit per regelkraan voor de ganse installatie. De ingeregelde stand is rechtstreeks afleesbaar. Flensverbinding vanaf DN 65. Montage leidingen Een groot belang wordt gehecht aan de geschikte ordening en montage van de leidingen. Leidingen en bekabeling dient maximaal hetzelfde tracé te gebruiken. Alle installatie-onderdelen dienen eenvoudig toegankelijk te zijn. Montage van horizontale leidingtracés over de vloer is niet toegestaan.
– 14 –
ART. C0 : VOORBEREIDENDE WERKEN Vooraleer de afbraakwerken aan te vatten, dient de opdrachtnemer de af te breken materialen met de opdrachtgever te overlopen en goedkeuring tot afbraak te verkrijgen. 00.01. AFBRAAK IN STOOKPLAATS LVN5 Dit werk omvat: Leeglaten van de volledige waterinhoud van de CV-installatie in gebouw LVN5 Doorslijpen van alle CV-kringen 2 meter boven de collector Demontage en afvoer van de collector én alle collectortoebehoren (kraanwerk, pompen, sondes) Demontage en afvoer van gasketels Demontage en afvoer van de toebehoren van de afgevoerde gasketels o Hydraulische inkoppeling tot op collector o Gaskoppeling Demontage van de gasleiding tot de bestaande afsluiter van de leiding. Een eindflens wordt gemonteerd op de leiding. Demontage en afvoer van de expansie-installatie Demontage en afvoer van de twee schouwen, en herstel van de muurdoorvoer Demontage en afvoer van de elektrische installaties, incl. bekabeling, kabelgoten Demontage en afvoer van alle beugels en herstel van de wanden 00.02. AFBRAAK EN BEHOUDSWERKEN IN STOOKPLAATS LVN7 De afbraakwerken omvatten: Afbraak van de niet-dragende tussenwand in de stookplaats (tussen ketels en waterverzachter) en afvoer van het puin Afbraak van het raam in de stookplaats naast de huidige ketels Afbraak van het raam in het lokaal naast de stookplaats (lokaal voor waterbuffer) Demontage en afvoer van de bestaande lage-temperatuurgasketel (Viessmann Paromat 675 kW) Demontage en afvoer van de toebehoren van de afgevoerde gasketel o Hydraulische inkoppeling o Gaskoppeling o Elektrische bekabeling voeding en regeling Demontage en afvoer van het metalen schoorsteenkanaal binnen de gemetselde schoorsteen. Het kanaal van ca. 26 m hoog wordt langs boven uit de schoorsteen gehaald. Het aanwezige losse isolatiemateriaal wordt verwijderd. De behoudswerken omvatten: Verplaatsen van de waterverzachter naar stookplaats LVN5 Volgende werken zijn inbegrepen indien de keuze van type condensatieketel deze werken noodzakelijk maakt. Afbraak van het niet-dragende muurtje (1,07 m hoog) in de stookplaats en afvoer van het puin. Verplaatsen van de expansie-installatie naar de zone aangeduid om plan 00.03. AFBRAAK MULTISPLIT IN VERGADERZAAL K De multisplitinstallatie waarvan de binnenunits opgesteld staan in vergaderzaal K wordt afgebroken en afgevoerd: binnenunits (5 stuks), de buitenunit, de elektrische voeding (tot in het elekrisch bord), koelmiddelleidingen (R407c). Indien een hoogtewerker nodig is, is deze inbegrepen in deze post. Eveneens inbegrepen: verwerking mét attest van het aanwezige koelmiddel conform de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldende wetgeving. 00.04.
WERFINRICHTING
De binnenplaats van de Senaat kan ingericht worden als werfzone voor de opslag van materiaal. Hiervoor dient het afdak van de fietsenstalling tijdelijk gedemonteerd en gestockeerd te worden. Na de werken dient de fietsenstalling heropgebouwd te worden. De senaat voorziet in zijn gebouwen één of meerdere werflokalen en sanitair. Er dient geen werfkeet geplaatst te worden. – 15 –
De toegang tot de gebouwen van alle personen dient steeds te gebeuren na aanmelding aan het onthaal.
ART. C1 : WARMTEGENERATOREN EN BRANDERS Algemeen dienen alle verwarmingstoestellen te voldoen aan het K.B. van 11.03.1988 waarin de minimum rendementseisen in functie van het vermogen zijn vermeld en het K.B. van 18.03.1997 over de rendementseisen. De uitstoot van de ketels dient te voldoen aan het K.B. van 17.07.2009 waarin de maximale NOX en COemissieniveaus zijn vermeld. Beide eisen worden gestaafd middels een een proces-verbaal uitgevoerd door een erkend laboratorium bij de technische fiche.
01.01. AARDGASKETEL 1.075 KW MET TOEBEHOREN - LVN7 De bestaande lage-temperatuurketel wordt vervangen door een nieuwe condenserende gasketel. Deze ketel wordt zo dicht mogelijk bij de bestaande condenserende gasketel geplaatst, zodat het bestaande elektrische bord bereikbaar blijft. Er dient wel rekening gehouden te worden met de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. Bij voorkeur wordt gekozen voor een zo compact mogelijke ketel die voldoet aan de specificaties. Specificaties van de ketel: Gasgestookt, 13,5 mbar Modulerende premix- of voorzetbrander EG-label en HR TOP-label Vermogen: 1.075 kW bij 80/60°C, regelbaar tussen 30 en 100 % Rendement: min. 107% bij 30 °C Bedrijfstemperatuur: tot min. 90 °C Werkingsdruk: min. 6 bar Geluidsniveau: <65dB (A) op 1 meter Géén minimum waterdebiet Keteltoebehoren: De ketel wordt op een voetstuk in metselwerk of beton geplaatst, met bovenste boord beschermd De ketel is voorzien van een ledigingskraan, een vloeistofthermometer, een rookgasthermometer, een kenplaat, eventuele micro-switches, aansluitstukken, spuikraan, vereiste openingen voor het plaatsen van alle controle- en diensttoestellen, apparatuur voor modulerende regeling, de nodige veiligheidskleppen en reinigingstoestellen met rek. Het ketelblok is voorzien van een isolatiedeken, de luchttoevoer van een filter. De neutralisatie-inrichting voor condensatie van de rookgassen Veiligheidskleppen met zijdelingse uitlaat zijn verbonden met gegalvaniseerde leidingen over trechter met riolering of sterfput. Hydraulische toebehoren aan de ketel: Excl. leidingwerk, zoals weergegeven op schema Gastoebehoren aan de ketel: Met inbegrip van inkoppeling van de ketel op de gasleiding in de stookplaats en de benodigde gasstraat (afsluiters, filters, manometers) volgens hydraulisch schema. De gasteller maakt deel uit van een ander artikel
01.02. WARMTEKRACHTKOPPELING 70 KWE MET TOEBEHOREN – LVN7 Leveren, plaatsen en indienstellen van een warmtekrachtkoppeling (WKK), op te stellen in de stookplaats LVN7. In dit artikel is de wettelijke waarborgperiode van 2 jaar van toepassing (zie artikel 1.03). Specificaties van de te plaatsen WKK: Elektrisch vermogen: 70 kVa Aardgasgestookt, 13,5 mbar – 16 –
Elektriciteitsproductie 3 x 230V, 50 Hz. Het nettype is TT. Productie aan cos phi = 1 In het geval de WKK geen elektriciteit kan produceren aan 3 x 230V dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden (zie elektrische inkoppeling) CV-zijdige inkoppeling: regime 90/70°C Minimaal rendement : Elektrisch: 34% - Thermisch: 53% Met inbegrip van nodige trillingsdempers en condensafvoeren akoestisch performante kap over het geheel, eenvoudig demonteerbaar voor onderhoud minstens twee panelen zijn eenvoudig te openen zonder demontage om toezicht toe te laten nieuw ontkoppelbord Alternator en elektrische bekabeling: isolatieklasse H, IP23, voorzien voor overstroom van minimaal 3 In gedurende 10 s voldoet aan NBN EN 55011 sterschakeling verbinding tussen motor en alternator demonteerbaar Warmtewisselaar koelcircuit: warmtewisselaars op koelcircuit en uitlaatgassen in serie olie/water warmtewisselaars zo geplaatst dat bij een eventueel lek geen machinedelen vervuild raken voorzien voor voorkomende temperaturen en drukken, uitgevoerd in RVS De omkasting van de WKK is wordt voorzien van een ventilator om de temperatuur binnen de omkasting lager dan 40°C te houden. Op de WKK wordt een interne regeling geplaatst. De interne regeling staat mee in voor het laden van de waterbuffer. De WKK beschikt over een datacontact (RJ45) zodat de parameters van de WKK extern uitgelezen en ingesteld kunnen worden door de onderhoudsfirma. De connectie tussen de WKK en het internet (kabels en programmatie) wordt eveneens in deze post voorzien. Volgende functies dienen door een schakelaar of drukknop op de voorzijde van de WKK voorzien te worden: manueel/automatisch onderhoudsstand werking oliepomp noodstop verlichting reset Proefdraaien en afregelen: Tot huidige aanneming behoort het elektrisch belast proefdraaien van de WKK met behulp van afzonderlijke elektrische belastingen met een totaal vermogen groter dan of gelijk aan het elektrische vermogen van de WKK. Om het gedrag van de machine bij belasting te testen, zullen deze elementen geleidelijk ingeschakeld worden. Op basis van de meetresultaten zal de machine afgeregeld worden. Pas nadien mag overgegaan worden op parallelschakeling op het aanwezige distributienet. Deze belastingsproeven worden ter plaatse uitgevoerd in aanwezigheid van de bouwheer en Ingenium. De WKK-installatie (en eigenlijk ook de volledige technische installatie) voldoet aan de meest recente technische voorschriften van Synergrid en in het bijzonder het document C10/11 met specifieke technische aansluitvoorschriften voor gedecentraliseerde productie-installaties die in parallel werken met het distributienet. Er wordt voorzien in een warmtekrachtkoppeling op aardgas die voldoet aan alle nodige criteria voor het verkrijgen van groene stroomcertificaten. Het eenvoudig beheren van de parameters nodig voor deze certificaten dient inbegrepen te zijn in dit artikel. Het geheel bestaat uit een motor met koelcircuit, smeercircuit, uitlaat met katalysator en geluidsdemper, koppelingen, generator, wisselaars en accessoires en is gemonteerd op een metalen chassis. Het geheel is geschikt voor opstelling in een gesloten ruimte. De warmtekrachtkoppeling wordt op een voetstuk in metselwerk of beton geplaatst, met bovenste boord beschermd Met inbegrip van de hydraulische inkoppeling (excl. leidingwerk), zoals weergegeven op schema. De pomp maakt deel uit van een ander artikel. – 17 –
Met inbegrip van inkoppeling van de WKK op de gasleiding in de stookplaats en de benodigde gasstraat (afsluiters, fliters, manometers) volgens hydraulisch schema. De gasteller maakt deel uit van een ander artikel. Met inbegrip van de elektrische inkoppeling De aanleg van de LS-kabel van stuur- en regelpaneel cogenerator naar het ontkoppelbord behoort tot huidige aanneming. Controletoestel (synchronisatie + synchrocheck) van ontkoppelbord naar stuur- en regelpaneel behoort tot deze aanneming. De gebruikte syncrocheck komt voor op de Synergrid aanvaarde lijst. Netto groene stroommeter is inbegrepen in een ander artikel. Netontkoppelingsrelais is inbegrepen in dit artikel. Het netontkoppelingsrelais wordt gekozen op basis van de lijst gepubliceerd op de website van Synergrid. De afregeling van dit netontkoppelingsrelais mag uitsluitend door een technicus van Sibelga gebeuren. De specifieke procedure van Sibelga dient gevolgd te worden. De opdrachtnemer verzorgt de communicatie met Sibelga. Het netontkoppelbord is uitgerust met vermogenschakelaar en een differentieel van 300 mA. Indien de WKK niet over een aanpassingsmodule beschikt om stroom te leveren aan 3 x 230V dient de nodige driespannige autotransformator van 100 KVA voorzien te worden voor de omzetting van 3 x 400V naar 3 x 230 V. Beschermingsklasse IP21. De autotransformator bevindt zich onder een beschermkap en zal geplaatst worden in het lokaal met de koppeling met de elektrische installatie. De autotransformator maakt in dat geval deel uit van dit artikel. De LS-kabel tussen het ontkoppelingsbord van de WKK en de transformator of ALSB-bord is niet inbegrepen in dit artikel.
01.03. WETTELIJKE WAARBORGPERIODE WKK VANAF VOORLOPIGE OPLEVERING Dit artikel beschrijft de wettelijke waarborg van de WKK en zijn componenten die is inbegrepen in art. 01.02. De waarborg treedt in werking vanaf de voorlopige oplevering en duurt 2 jaar.
01.03.01. DEFINITIES Om de eenduidigheid van dit artikel te behouden, worden de in dit artikel gebruikte termen hieronder verduidelijkt: Preventief onderhoud: Het preventief onderhoud omvat alle onderhoudsactiviteiten die, al dan niet in functie van een tijdsinterval of aantal draaiuren, verricht worden vóór een storing optreedt (incl. het preventief vervangen van verbruiksstukken). Correctief onderhoud: Het correctief onderhoud omvat alle onderhoudsactiviteiten bovenop het preventief onderhoud in het kader van storingen, afwijkingen, alarmen of defecten.
01.03.02. TECHNISCHE VOORWAARDEN GRENZEN VAN DIT ARTIKEL Het preventief en correctief onderhoud beperkt zich tot onderstaande installatiedelen : De WKK-module in stookplaats LVN 7, inclusief de besturingsborden en bekabeling tot op de beveiliging van de vermogenskring van de WKK in het ALSB De schouwen, schoorstenen en andere kanalen van de WKK-module (incl. kuisen) Het ter beschikking stellen van de alarmen en meet- en regelwaarden aan de opdrachtgever en de automatische regeling De installateur stelt een gedetaillerd onderhoudsplan op, voert het preventief onderhoud uit en rapporteert de uit te voeren en uitgevoerde werken aan de opdrachtgever. De door de installateur vervangen of geplaatste onderdelen en/of installaties zijn onderworpen aan een waarborgperiode van twee jaar. Deze waarborg omhelst alle kosten (o.a. materiaal en werkuren) om de defecten te verhelpen (reparatie of vervanging). Het beheer van nutsaansluitingen en de bekabeling tussen de installaties en de automatische regeling, niet specifiek voor de WKK valt ten laste van de opdrachtgever.
COMMUNICATIE MET BETREKKING TOT INSTALLATIEPROBLEMEN EN DEFECTEN De opdrachtgever geeft alle opgemerkte installatieproblemen en defecten telefonisch of digitaal door aan de installateur. Buiten de kantooruren worden de oproepen op geregelde tijdstippen gecontroleerd. De installateur – 18 –
stuurt een digitale bevestiging van ontvangst van de oproep aan de opdrachtgever met vermelding van de aard, het tijdstip en de interventietijd van de oproep. De installateur maakt na elke oproep een verslag op met: datum en tijdstip van de oproep de uitgevoerde ingrepen datum en tijdstip van de eventuele voorlopige oplossing datum en tijdstip van de definitieve oplossing
VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER De opdrachtgever voert geen enkele bewerking uit aan de regeling, de elektrische uitrusting of de afsluiters, behalve in geval van nood of onmiddellijk gevaar. Hij moet de installateur na de interventie onmiddellijk op de hoogte brengen. De eventuele gevolgschade bij verkeerde manipulatie door de opdrachtgever is ten last van de opdrachtgever, tenzij deze manipulatie uitgevoerd wordt omwille van een nalatigheid van de installateur (bv. door het niet naleven van interventietijden). Zijn ten laste van de opdrachtgever: Alle meerkosten die noodzakelijk zijn wegens bestaande wettelijke reglementeringen, waaraan de installaties niet voldoen bij aanvang van het onderhoudscontract. Uitgaven om de installatie conform te brengen met wettelijke verplichtingen die ingegaan zijn na het indienen van de inschrijving. De herstelling of vervangingen van het materiaal waarvan de oorzaak niet kan aangerekend worden aan de installateur, zoals moedwillige beschadigingen, vandalisme of oneigenlijk gebruik door derden of door personeel van de opdrachtgever. De opdrachtgever doet geen enkele wijziging aan de installaties zonder voorafgaandelijke kennisgeving aan de installateur. De installateur bepaalt of deze wijzigingen verenigbaar zijn met de door hem aangegane verbintenissen. Als de installateur meent dat de voorgestelde wijzigingen een nadelige invloed kunnen hebben op de werking van de installaties, signaleert hij dit. De opdrachtgever meldt elke wijziging van firmanaam, rechtsvorm, adres van maatschappelijke of bedrijfszetel, telefoonnummer of emailadres.
ADMINISTRATIE De installateur houdt alle hem toevertrouwde documenten en plannen bij en actualiseert ze op schriftelijke en elektronische wijze. Wanneer de installateur wijzigingen aanbrengt, doet hij dit steeds met de bij de opdrachtgever gangbare symboliek, codering en gebruiken. Alle documenten zijn steeds eigendom van de opdrachtgever. De installateur stelt ze ogenblikkelijk ter hand na eenvoudige vraag. De nieuwe plannen die door de installateur worden gecreëerd, worden digitaal aan de opdrachtgever bezorgd (onder Autocad, recentste versie). Ook voor aanpassingen aan bestaande Autocad-plannen wordt zo gewerkt. De installateur is ertoe verplicht de opdrachtgever in te lichten betreffende de wijze waarop de installatie onderhouden worden. In dit kader verstrekt de installateur volgende inlichtingen: instellingen en werkingsprogramma’s van de installaties, meet- en controleresultaten, boekhoudingen planning en interventies, de werkingsproblemen en de reden hiervan, de uitgevoerde herstellingen, instructies voor werking, gebruik, onderhoud en inspectie betreffende arbeidsmiddelen.
01.03.03. WERKINGSVOORWAARDEN De installateur neemt in de verplicht te maken plaatsbeschrijving de resultaten op van de metingen van temperaturen, geluidssterktes, vermogens, … Als deze waarden sterk afwijken van de hieronder vermelde cijfers wordt de opdrachtgever hiervan op de hoogte gesteld en worden de parameters in die zin aangepast. Het onderhoud wordt uitgevoerd in overleg met de opdrachtgever. Hierbij is de nodige aandacht te schenken aan zowel het thermisch als het elektrisch comfort van de opdrachtgever. Door het uitvoeren van de onderhoudstaken zijn, in normale werking van de WKK-installatie, onderstaande voorwaarden te garanderen : 100% belasting : zie bovenstaande minimum rendementseisen 50% belasting : bovenstaande minimum rendementseisen, verlaagd met 10% (van toepassing op de som van thermisch en elektrisch rendement) – 19 –
Gegarandeerd thermisch vermogen : 100 kW Beschikbaarheid van de WKK-installatie (tijdens periodes met voldoende warmtevraag) : minimaal 95% De bovenstaande prestatie-eisen kunnen mits motivatie en goedkeuring van de opdrachtgever bijgestuurd worden in functie van de gerealiseerde installatie (bv. locatie van de teller). Deze waarden worden op frequentie basis geëvalueerd en gecommuniceerd naar de opdrachtgever. Minimaal ieder kwartaal.
01.03.04. SERVICE LEVEL AGREEMENTS In geval van een defect waaraan nog steeds niet is verholpen binnen de 24 uur na het verstrijken van de vastgestelde termijn, wordt door de opdrachtgever een P.V. opgemaakt en meegedeeld aan de installateur. Als de herstellingen zonder aanvaarbare reden niet binnen de 7 (zeven) kalenderdagen na ontvangst van het P.V. zijn gebeurd, dan mag de opdrachtgever de nodige maatregelen treffen om op eigen initiatief de normale werking van de installaties te verzekeren op kosten van de installateur.
01.04. BUFFERVAT(EN) VOOR WKK MET TOEBEHOREN – 5.000 LITER In het lokaal naast de stookplaats LVN7 wordt een buffervolume water van min. 5.000 liter opsteld. De hoogte van het lokaal bedraagt minimum 283 cm. Specificaties van de buffer: Totale inhoud: min. 5.000 liter Het buffervolume kan uit meerdere buffervaten bestaan Vervaardigd uit staal waarvan binnen- en buitenkant gegalvaniseerd zijn. Maximale opslagtemperatuur: 90 °C Werkdruk: 6 bar Proefdruk: 10 bar Geisoleerd met 15 cm minerale wol (R > 2 m²K/W) Met inbegrip van De buffervaten worden op een voetstuk in metselwerk of beton, met bovenste boord beschermd Alle benodigdheden voor hydraulische inkoppeling, exclusief het leidingwerk (zie schema)
ART. C3 : AFVOER VAN VERBRANDINGSPRODUCTEN Elke voorgestelde schouw is afgestemd op de gekoppelde toestellen (brander, ketel, motor, ...). De schoorsteenhoogte tussen dakdoorgang en schoorsteenmond is ten minste 1,5 m. De schoorsteenmond steekt minimaal 1 m boven de dakrand uit. De inplanting en uitvoering van de schouw voldoet aan NBN B61-001 Stookafdelingen en stookplaatsen. Er is een gemetselde schouw aanwezig met binnenafmetingen ca. 40 x 60 cm, hoogte ca. 26 m. Deze schouw bevat een metalen schoorsteenkanaal dat verwijderd wordt in art. 00.02. In de bestaande gemetselde schouw worden 2 liners ingevoerd voor de nieuwe condensatieketel en de WKK. De pijp bestaat uit composietmateriaal, geleverd in één geheel. De liner werkt volgens het kousprincipe. De kous wordt in niet-geharde toestand langs boven in de gemetstelde schouw neergelaten en vervolgens met behulp van stoom verhard. Na verharding wordt uiteindelijk een glad kanaal bekomen. De liners moeten continu kunnen weerstaan aan een rookgastemperatuur van minimum 200°C en aan de samenstelling van de rookgassen. De liner is perfect lucht- en waterdicht. De richtlijnen van de fabrikant dienen gevolgd te worden.
03.01. SCHOORSTEENLINER WKK Specificaties van de schouw: Diameter 130 mm inwendig Opstelling WKK: in stookplaats LVN7 op niveau -1 Er dient in de uitvoeringsberekening en in de productselectie rekening gehouden te worden met: o Een geluiddemper in het rookgaskanaal o De rookgaskoelers in het rookgaskanaal – 20 –
o De overdruk heersend in het rookgaskanaal ter hoogte van de WKK Afstand tussen vloer stookplaats en schoorsteenmond : ca. 26 m Met inbegrip van: Ketelaansluitstuk Waterdichte afwerking muurdoorvoer Condensafvoer Reinigings-/inspectieluik Meetopeningen De liner kan weerstaan aan de overdruk die de WKK genereert.
03.02. SCHOORSTEENLINER CONDENSERENDE AARDGASKETEL Specificaties van de schouw: Diameter 425 mm inwendig (het kanaal zal in opgeblazen vorm niet meer rond zijn) Opstelling ketel: in stookplaats LVN7 op niveau -1 Er dient in de uitvoeringsberekening en in de productselectie rekening gehouden te worden met: o Een eventuele bijkomende geluiddemper in het rookgasafvoerkanaal volgens selectie van de brander. Afstand tussen vloer stookplaats en schoorsteenmond : ca. 26 m Met inbegrip van: Ketelaansluitstuk Waterdichte afwerking muurdoorvoer Condensafvoer Reinigings-/inspectieluik Meetopeningen
ART. C5 : EXPANSIE- EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN 05.01. UITBREIDING EXPANSIESYSTEEM LVN7 MET KOPPELVAT Stookplaats LVN7 beschikt over een expansie-automaat met compressor, met als specificaties: : Flamco MK-E; Serienr. 16964; Bouwjaar 1999 Nominaal volume: 800 liter Maximale werkingsdruk: 7 bar / maximale werkingstemperatuur: 120 °C De bestaande expansie-installatie wordt uitgebreid met een koppelvat met membraan. Het koppelvat is compatibel met de bestaande installatie. Het koppelvat is afgestemd op een bijkomende installatie-inhoud van 11.000 liter (80°C / 25m waterkolom) en wordt op dezelfde hoogte geplaatst. De persluchtzijde van het bestaande vat en het koppelvat worden gekoppeld door middel van een persluchtslang. Ook de waterzijde worden beide vaten gekoppeld.
ART. C6 : LEIDINGEN EN TOEBEHOREN 06.01. GEÏSOLEERDE STALEN LEIDINGEN Alle nieuwe leidingen worden volgens de aslijn opgemeten. Inbegrepen in de prijs van leidingen zijn alle toebehoren zoals bochtstukken, T-stukken, ophang- en bevestigingsmiddelen, identificatiestickers (voor te leggen aan de opdrachtgever), leeglaatkranen (op lage punten) en ontluchtingspotten met spuileiding DN 15 en purgeerkraantje (op alle hoge punten). Ook steeds inbegrepen zijn beschermingsschilderen en isolatie van de leidingen. Isolatie gebeurt met minerale wol volgens onderstaande tabel. Afwerking gebeurt steeds met alu-schalen. Signalisatie dient tweetalig te worden opgebracht. – 21 –
Nominale diameter
Minimale isolatiedikte (mm)
DN25 – DN32
40
DN40 – DN50
50
DN65 – DN80 – DN100
60
06.02. VOLLEDIG UITGERUSTE COLLECTOR IN LVN5 Specificaties van de nieuwe collector: 2 afzonderlijke collectoren DN200 Geïsoleerd met minerale wol met een minimale dikte van 80mm en afgewerkt met alu-schalen. Alle bestaande kringen worden op de nieuwe collector heringekoppeld. Naast de verbruikerskringen wordt een aansluiting voor de producenten ingekoppeld. Kringnummer 1
Naam
Diameter
Huidige pomp
Radiatoren zaal K
DN25
Wilo RS 25/50
2
Radiatoren zaal L
DN25
Wilo RS 25/50
3
Radiatoren zaal H
DN25
Wilo RS 25/50
4
Aërothermen zalen HKL
DN40
Grundfos UMS 40/30 FO6
DN50
Wilo S50/80V
5
4
de
en 5
de
verdieping
6
‘Façade laterale’
DN65
Wilo / Type TOP – S65/7
7
‘Rue de Louvain’
DN50
Wilo S50/80V
Productie
Warmteproductie
DN80
Met inbegrip van : De hydraulische aansluiting van de connectiekring met de collector volgens het schema Alle toebehoren (kraanwerk, pompen, thermometers, hulzen en sondes, leeglaatkraantjes ...) zoals vermeld op het schema worden nieuw geplaatst De pompen en caloriemeting maken deel uit van een ander artikel. Aanpassingen aan de sokkel (indien nodig)
06.03. AANPASSINGSWERKEN IN STOOKPLAATS LVN7 De vertrekleiding van de interconnectiekring naar stookplaats LVN5 wordt ingekoppeld op de reservevertrekleiding naar subcollector WET8. De retourleiding wordt ingekoppeld op de warme retourleiding van de collector naar de warmteproducenten. Zie ook het hydraulisch schema. Hiertoe zijn volgende werken inbegrepen: Leeglaten warme zijde retourcollector van afsluiters warmteproductie tot afsluiters retourkringen Leeglaten, afbreken en wegvoeren pomp, leidingstuk en hydraulische componenten reservevertrekleiding Installeren nieuwe hydraulische componenten volgens aanduidingen op hydraulisch schema. De pomp wordt verticaal lager voorzien dan de huidige pomp om een gemakkelijke aansluiting te garanderen. De retourleiding van de interconnectiekring wordt ingekoppeld op de warme retourleiding van de collector naar de warmteproducenten. Motoriseren van afsluitkraan op de retourcollector Aankoppelen van expansiesysteem op nieuwe locatie
06.04. VOORGEÏSOLEERDE TERREINLEIDINGEN De beide stookplaatsen worden hydraulisch verbonden via voorgeïsoleerde terreinleidingen. Het ondergronds trace is af te stemmen met de eventueel te plaatsen regenwaterputten. De voorkeur gaat uit naar leidingen met een stalen draagbuis. In optie wordt een kunststof draagbuis gevraagd (zie 06.05). Indien de ondergrond niet geschikt lijkt voor een leiding met een stalen draagbuis (veel hindernissen,…), wordt gekozen voor meer flexibele kunststofdraagbuizen. Specificaties van het buismateriaal: Draagbuis: staal, conform EN-253 en EN-10217 – 22 –
Isolatie: PUR-schuim (λ ≤ 0,027 W/mK), conform EN-253 Buitenmantel: HD-PE buitenmantel met zuurstofbarriere Maatvoering op plan DN80
Minimale specs draagbuis 88,9 x 3,2
Diameter buitenmantel min. 180 mm
Inbegrepen: Eventueel benodigde bochtstukken Maken van wanddoorvoer en/of (benodigde) vloeropening (incl. herstelling) Waterdicht afwerken van wanddoorvoer via rubber schakelafdichtingen (door de leverancier van de terreinleidingen) Fotograferen van de installatie voor aanvulling met aarde (stavingsstuk as-built)
06.05. VOORGEÏSOLEERDE KUNSTSTOF TERREINLEIDINGEN, PER LOPENDE METER Specificaties van het buismateriaal: Draagbuis: PE-X, met zuurstofbarrière die voorkomt dat zuurstof via de buiswand door het verwarmingswater kan opgenomen worden. Isolatie: PUR-schuim (λ ≤ 0,027 W/mK), conform EN-253 Buitenmantel: LD-PE buitenmantel. Maatvoering op plan DN80
Minimale specs draagbuis 90 x 8,2
Diameter buitenmantel min. 180 mm
Inbegrepen: Eventueel benodigde bochtstukken Eventueel benodigde overgangsstukken tussen de stalen binnenleidingen en de kunststof terreinleidingen Maken van wanddoorvoer en/of (benodigde) vloeropening (incl. herstelling) Waterdicht afwerken van wanddoorvoer via rubber schakelafdichtingen (door de leverancier van de terreinleidingen) Fotograferen van de installatie voor aanvulling met aarde (stavingsstuk as-built)
ART. C8 : POMPEN EN CIRCULATOREN 08.01. CIRCULATOREN MET GEÏNTEGREERDE FREQUENTIEREGELAAR Geruisarme circulatoren variabel debiet met permanent magneet motor technologie, voorzien van een energiebesparende, geïntegreerde toerenregeling, waarmee de pompcapaciteit op de actuele behoefte kan worden ingesteld. De pomp moeten het EG-label dragen in overeenstemming met het koninklijk besluit van 28 februari 2007 betreffende de elektromagnetische compatibiliteit en het koninklijk besluit van 23 maart 1977 betreffende het op de markt brengen van elektrisch materieel. Volgende onderdelen maken steeds deel uit van de circulator: 2 aftakkingen met kraan voor de koppeling van een differentiaalmanometer 2 manometers, de ene op de aanzuigkant en de andere op de perskant voor de circulatoren met een elektrisch vermogen groter dan 1 kW signaalrelais voor potentiaalvrije storing- en bedrijfsmelding In toepassing van de verordening CE 640/2009 betreffende het ecologisch ontwerp, en voor zover dat ze vallen onder het toepassingsdomein van deze verordening, moeten de motoren met een nominaal vermogen ≥ 0,75 kW: Ofwel een rendement hebben hoger dan of gelijk aan het rendementsniveau IE 3 Ofwel het rendementsniveau IE2 halen en uitgerust zijn met een snelheidsregelaar – 23 –
Het rendementsniveau wordt bepaald volgens NBN EN 60034-30; het label dat het rendementsniveau vermeldt moet op het kenplaatje van de motor voorkomen. De pomp moet een energie-efficiëntie-index (EEI) hebben ≤ 0,23. Alle pompen en circulatoren van dit dossier dienen van eenzelfde merk te zijn.
ART. C10 : VERWARMINGS- EN KOELINGSLICHAMEN 10.01. RADIATOREN IN DE NISSEN VAN VERGADERZAAL K In vergaderzaal K (warmteverliezen 12 kW) worden nieuwe radiatoren geplaatst in de nissen. Specificaties van de radiatoren: Stalen paneelradiatoren zonder sierrooster en zijpanelen Afmeting L x H: 120 x 50 cm Dikte: 3 evenwijdige panelen met 3 convectielamellen Radiatoren individueel afsluitbaar en demonteerbaar Vermogen: 80/60/21: min 2,4 kW Te plaatsen in nis met afmetingen nis (L x H x D): 144 x 80 x 49 cm. Taken opdrachtnemer: Verwijderen onderdelen multisplitinstallatie (inbegrepen in art. 00.03) Plaatsen, aansluiten en inregelen radiatoren Taken Senaat: Wegnemen frontpaneel Plaatsen isolatie in de nissen Bouwkundige aanpassingswerken nissen Afwerking tablet en nissen Opgelet: deze werken dienen gecoödineerd te worden in nauw overleg met de Senaat
ART. C14 : VENTILATIE 14.01. VERLUCHTING STOOKPLAATS LVN7 De aanwezige onderverluchting wordt behouden. Op dit moment is er geen bovenverluchting aanwezig in de stookplaats. Het bestaande raam naast de bestaande ketels wordt afgebroken in art. 00.02. De ruwbouwopening bedraagt ca. 1,63 m x 1,14 m (L x H). Er wordt een buitenrooster voorzien in de vrijgekomen opening met een nuttige doorlaat van ten minste 2.750 cm². Er dient voldaan te worden aan de akoestische bepalingen (zie Bijlage 3 – Deel D).
14.02. VENTILATIE-INRICHTINGEN WKK Indien opgelegd door de fabrikant van de WKK worden de nodige ventilatie-inrichtingen voor afvoer van stralingswarmte naar buiten voorzien. De ventilatielucht wordt afvoerd via het naastgelegen lokaal. Inbegrepen zijn: Geluiddemper (zie ook bijlage 3 akoestische bepalingen) Het maken van de opening in de binnenwand naar het naastgelegen lokaal Het leveren en plaatsen van het ventilatiekanaal Het brandwerend omkasten van dit kanaal in het naastgelegen lokaal. Het brandwerend maken wordt verwezenlijkt door de kokers met toebehoren brandwerend te isoleren door middel van panelen. Voor uitvoering zal de installateur de specifieke werkwijze voorleggen. De prestatie met betrekking tot de brandwerendheid wordt geattesteerd conform de basisnormen brandpreventie. Een attest van de gebruikte materialen dient afgeleverd te worden door de opdrachtnemer aan de leidende ambtenaar. Plaatsen buitenrooster – 24 –
De opdrachtnemer legt een berekening voor die aantoont dat de in de WKK ingebouwde ventilator de ventilatielucht door de ventilatie-inrichtingen kan afvoeren naar buiten. Indien de fabrikant van de WKK geen ventilatie-inrichtingen oplegt, wordt dit artikel in min verrekend.
ART. C21 : AUTOMATISCHE REGELING 21.00. ALGEMENE EISEN AAN DE REGELAARS Gezien de nieuwe regelinstallatie een uitbreiding vormt van de huidige te behouden installatie en hier op verschillende niveuas mee integreert, dient de nieuwe regelinstallatie, net zoals de bestaande en te behouden installatie, van het type Siemens Synco 700 te zijn. De regelaars dienen geschikt te zijn om gebruik te maken van logische functies en moeten over een ecofunctie beschikken. De levering en plaatsing van de regelaars, voelers en bekabeling zijn steeds inbegrepen. De programmatie van de regelaars is inbegrepen en gebeurt in nauw overleg met de verantwoordelijke van de Senaat. Alle bestaande (en te behouden) regelmodules zijn gekoppeld met een communicatiebus. Deze communicatiebus dient te worden uitgebreid naar alle nieuw te plaatsen regelmodules. Deze inkoppeling is voorzien in het artikel van de regelaars. De bekabeling tussen voelers en regelaars gebeurt rechtstreeks en is eveneens inbegrepen. De programmatie gebeurt met behulp van een PC die eveneens gekoppeld is met de communicatiebus via een omzettingsmodule. Daarnaast is de communicatiebus gekoppeld met het internet zodat uitlezing en instelling van de parameters vanop afstand kan gebeuren via een browser.
21.01. REGELAARS IN STOOKPLAATS LVN5 In het nieuw elektrisch bord in de stookplaats worden de nodige nieuwe regelaars ingebouwd. Functionaliteit van de regelaars: Sturing van alle collectorkringen o De vertrektemperatuur van de radiatorkringen (kringen 5, 6 en7) wordt geregeld op basis van de gemeten buitentemperatuur. Er dient geen correctie te gebeuren op basis van een referentietemperatuur binnen. o De decentrale regelaars van de radiatorkringen 1, 2 en 3 van de zalen worden vervangen door nieuwe, centraal geplaatste regelaars in het elektrisch bord van de stookplaats. De vertrektemperatuur zal geregeld worden op basis van de gemeten buitentemperatuur met correctie van de gemeten binnentemperatuur. o De bestaande binnentemperatuurvoelers van zalen H en L kunnen behouden blijven, inclusief bekabeling. o Er wordt een nieuwe binnentemperatuurvoeler geplaatst in zaal K. De kraan aan de interconnectiekring wordt gestuurd volgens de gemeten vertrektemperuur (zie schema), volgens een stooklijn op basis van de buitentemperatuur. Communicatie met bovenliggende regelaars (indien van toepassing – zie volgend artikel) Met inbegrip van: Connectie met de communicatiebus Alle benodigde voelers Buitenvoeler Alle bestaande (en te behouden) regelmodules zijn gekoppeld met een communicatiebus. Deze communicatiebus dient te worden uitgebreid naar alle nieuwe regelmodules.
21.02. INKOPPELING REGENWATERRECUPERATIE De parameters voor de uitlezing van het regenwaterrecuperatiesysteem (alarm pompen en waterpeil reservoir en regenwaterput) worden geïntegreerd in de automatische regeling. Hiertoe wordt de communicatiebus in dit artikel uitgebreid naar de stuurkast van het regenwaterrecuperatiesysteem. – 25 –
21.03. UITBREIDING EN (HER)PROGRAMMATIE REGELAARS IN STOOKPLAATS LVN7 (Her)programmatie en (indien nodig) uitbreiding van de bestaande SYNCO-regelaar in het elektrisch bord ten behoeve van: Sturing van de WKK: opname in de cascaderegeling van de warmteproducenten (als eerste) Sturing van de nieuwe condensatieketel: opname in de cascaderegeling van de warmteproducenten (als derde) Sturing van de extra warmtevrager: kring OS LVN5, zonder temperatuurregeling De gemotoriseerde afsluitkraan op de retourcollector is in normale werking gesloten. Indien alleen de WKK de warmteproductie verzorgt, staat de kraan open. Zodra de eerste condensatieketel bijspringt (460 kW), wordt de afsluitkraan gesloten. Met inbegrip van: Alle benodigde voelers Alle bestaande (en te behouden) regelmodules zijn gekoppeld met een communicatiebus. Deze communicatiebus dient te worden uitgebreid naar alle nieuwe regelmodules.
21.04. UITBREIDING ENERGIEMANAGEMENTSYSTEEM De senaat beschikt over het energiemanagementsysteem PowerLogic van Schneider. Alle gelogde meters zijn gekoppeld met een vermogens- en energiemeetmodule type 7650 ION, zonder display in het gebouw LVN5. Deze module is gekoppeld met een LAN-netwerk. Alle ingangen van dit toestel zijn op dit moment in gebruik. De gegevens kunnen worden verwerkt met behulp van de software ION Enterprise. Reeds gekoppelde vermogens en energiemetingen, oa: Gasverbruik bestaande ketel 1 – LVN5 Gasverbruik bestaande ketel 2 – LVN5 Gasverbruik bestaande ketel 1 – LVN7 Gasverbruik bestaande ketel 2 – LVN7 Warmteproductie LVN7 warme retour (via Synco-regeling) Warmteproductie LVN7 koude retour (via Synco-regeling) De gasverbruikmetingen van de ketels in LVN7 worden afgekoppeld van de huidige vermogens- en energiemeetmodule in gebouw LVN5, de zwakstroombekabeling verwijderd. De warmteproductie LVN7 (warme + koude retour) wordt van de Synco-regeling afgekoppeld. De koppeling om de uitlezing van deze energiemetingen door het energiemanagementsysteem mogelijk te maken wordt ongedaan gemaakt. De zwakstroombekabeling wordt verwijderd. Een bijkomende vermogens- en energiemeetmodule dient voorzien te worden in de stookplaats LVN7. Deze module zal volgende signalen inlezen: Gasverbruik WKK Elektriciteitsproductie WKK Caloriemeter WKK Gasverbruik bestaande ketel 1 – LVN7 Gasverbruik nieuwe ketel 2 – LVN7 Warmteproductie LVN7 warme retour Warmteproductie LVN7 koude retour Daarnaast wordt de nieuwe meetmodule bijkomend uitgerust met een uitbreidingsmodule met 8 bijkomende digitale inputs voor latere toepassingen De nieuwe module dient niet te beschikken over een display en is volledig compatibel met het bestaande energiemanagementsysteem en de bestaande software. De module wordt middels het LAN-netwerk gekoppeld aan het energiemanagementsysteem. De noodzakelijke kabel voor deze verbinding wordt ondergronds aangelegd in een wachtbuis in de sleuf van de terreinleidingen op de binnenkoer. Op de bestaande vermogens- en energiemeetmodule in LVN5 worden (onder andere) volgende signalen ingelezen: Caloriemeter interconnectiekring Waterverbruik regenwater – 26 –
Bijvulling regenwater De levering, plaatsing en programmatie van de module is inbegrepen. Alle bekabeling tussen de meters en de vermogens- en energiemeetmodules is inbegrepen in art. 22.04. De bekabeling tussen de vermogens- en energiemeetmodules onderling is inbegrepen in het huidige artikel. Daarnaast wordt de bestaande ION Enterprise software geherprogrammeerd naar de nieuwe situatie. Alle huidige functies blijven mogelijk voor de bestaande en de nieuwe meettoestellen. De programmatie gebeurt in nauw overleg met de verantwoordelijke van de Senaat.
ART. C22 : ELEKTRISCHE UITRUSTING 22.00. ALGEMENE EISEN AAN ELEKTRISCHE BORDEN In elke bordmodule dient minstens 20 % vrije ruimte te zijn. Deze reserveruimte moet toelaten eventuele bijkomende toestellen te plaatsen op dezelfde wijze als de oorspronkelijk opgestelde. Dit geldt ook voor de uitwendige bediening en tweetalige signalisatie (Nederlands – Frans). De nodige uitrusting voorzien voor de onderbreking van de energietoevoer zoals bepaald in art. 6.2.3. van de norm NBN B61-001 wordt voorzien voor borden opgesteld in de stookplaatsen. De toevoer van elektrische borden in een stookplaats worden uitgeschakeld bij: - detectie van brand in de stookplaats - gasdetectie in de stookplaats - bediening van de slagknop naast de toegangsdeur buiten de stookplaats Alvorens met de constructie van het elektrisch bord aan te vangen legt de opdrachtnemer aan de persoon belast met de controle op de uitvoering een dossier van elk elektrisch bord conform NBN EN 61439-1 ter goedkeuring voor. Pas nadat voornoemde documenten goedgekeurd zijn mag er met de bouw van de elektrische installatie gestart worden. Bijkomend worden de selectiviteitsberekening overgemaakt. In elk bord dient het dossier conform EN 61439-01 gevoegd te worden, aangevuld met het recentste keuringsverslag.
22.01. NIEUW ELEKTRISCH BORD ‘STOOKPLAATS LVN5’ Specificaties: beschikbare spanning : 3 x 230V verdeelnettype : TT bevat voeding, beveiliging, bediening, signalisatie en controle van alle toestellen opgesteld in de stookplaats (niet limitatief) o nieuwe regelaars o waterverzachter o systeem regenwaterrecuperatie 20% reserve (her)inkoppelen van de huidige voedingskabel bord stookplaats De gaslekdetectie-installatie in stookplaats LVN5 wordt vernieuwd in een ander dossier.
22.02. AANPASSING AAN BORD ‘STOOKPLAATS LVN7’ Uitbreiding van het elektrisch bord ten (voeding, beveiliging, bediening, signalisatie en controle) ten behoeve van alle nieuwe toestellen opgesteld in deze stookplaats o nieuwe regelaars (indien van toepassing) o nieuwe energiemeetmodule (zie artikel 21.03)
22.03. NIEUW ELEKTRISCH BORD ‘ALSB NORMAAL WET2’ Dit ALSB wordt geplaatst in het lokaal met de omschakelaar van net WET2 (zie overzichtsplan en elektrisch schema). Het bord is van het type vloeropstelling met breedte ca. 600 + 300 mm en modulair uitbreidbaar. Er dient reserve plaats voorzien te worden voor 10 kunststof vermogensschakelaars. – 27 –
De kabel van transformator WET2 naar het bord omschakelaar WET2 wordt onderbroken en naar het nieuwe ALSB geleid. Het ontwerpschema van het ALSB is samengesteld uit een blad met de railstelsels en de hoofdbeveiligingen. In het bord zijn volgende aansluitingen met bijhorende beveiliging voorzien: Voeding van transformator WET2 (voorzien van lastschakelaar-scheider) Voeding naar bord omschakelaar WET2 (voorzien van kunststof vermogenschakelaar) Koppeling WKK (voorzien van kunststof vermogenschakelaar) Specificaties: beschikbare spanning : 3 x 230V verdeelnettype : TT Dit artikel omvat eveens alle nodige kabels, beveiligingen en aanpassingswerken aan de bestaande borden in dit lokaal. De gebruikte beveiligingen zijn van het type vermogenschakelaar uit kunststof: Dit betreft een compacte vermogensschakelaar. Alle polen van de vermogensschakelaars zijn beveiligd (dus ook de nulleider). Het ultiem onderbrekingsvermogen (Icu of Icn in kA eff) van de beveiliging moet minstens éénmaal veilig de maximale kortsluitstroom kunnen onderbreken. Het onderbrekingsvermogen in bedrijf (Ics in kA eff) bedraagt 100% van het ultiem onderbrekingsvermogen. De vermogensschakelaars zijn uitgerust met elektronische lossers. De lossers hebben minstens volgend regelbereik: Thermische beveiliging (Ir): 0.45 tot 1 keer In Magnetische beveiliging (Im): 1,5 tot 10 keer Ir De voorziene beveiligingen zijn selectief met bovenliggende schakelaars. De tijdens de werken noodzakelijke onderbrekingen van de energietoevoer gebeuren in samenspraak met de Senaat.
22.04. ELEKTRISCHE BEKABELING BINNEN DE STOOKPLAATSEN Dit artikel omvat: Alle nodige elektrische bekabeling, van welke aard ook (sterkstroom, zwakstroom) binnen de stookplaats maakt deel uit van onderhavige aanneming
22.05. LS-KABEL TUSSEN NETONTKOPPELINGSBORD WKK EN ALSB Deze kabel wordt voorzien voor het voeren van de elektriciteit, geproduceerd door de WKK naar het nieuwe elektrische bord ‘ALSB Normaal WET 2’ of de autotransformator die zich in het lokaal van het bord ‘ALSB Normaal WET 2’ bevindt. De sectie van de kabel dient berekend te worden, rekening houdend met de gekozen spanning (3 x 230 V of 3 x 400 V) waaraan de WKK produceert (zie art. 01.02). De kabel wordt zo veel als mogelijk geplaatst in bestaande kabelgoten of –ladders. Indien er niet voldoende plaats aanwezig is, wordt gebruik gemaakt van de kabelladders voorzien onder VEP4. De installateur dient een controleberekening inclusief elektronisch berekeningsbestand (conform AREI en Belgische normen) van het distributieschema voor de elektrische voeding voor te leggen aan de persoon belast met de controle op de uitvoering. De gebruikte software of berekeningsmethode dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in België. Deze berekening is gebaseerd op de karakteristieken van de door hem voorgestelde toestellen en houdt rekening met de gegevens die vermeld zijn op het distributieschema. De berekening omvat het bepalen van de sectie van de kabel, voorzien in dit artikel en het instellen van de correcte parameters van de vermogenschakelaars. De berekening omvat: de selectieve beveiliging van de vermogenschakelaar van het ALSB naar de WKK met bovenliggende schakelaar. de kortsluitstroom ter hoogte van onkoppelbord, ALSB en onderliggende installaties rekening houdend met de parallele werking van de WKK en het distributienet. – 28 –
de spanningsval in de aansluitkabel tussen de WKK en het ALSB bedraagt maximum 1% de personenbeveiliging volgens nettype TT de belastbaarheidsberekening van de leidingen De kabel tussen de WKK en het ALSB wordt aan beide zijden beveiligd met een vermogenschakelaar uit kunststof. De resultaten van de controleberekening worden overgebracht op het uitvoeringsplan van het distributieschema. De installateur dient rekening te houden met de eventueel gedurende de uitvoering gewijzigde installaties. De installateur blijft verantwoordelijk voor de eigenlijke computerberekening.
22.06. AANPASSINGEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE AAN VOORSCHRIFTEN SYNERGRID De volledige technische installatie dient te voldoen aan de meest recente technische voorschriften van Synergrid en in het bijzonder het document C10/11 met specifieke technische aansluitvoorschriften voor gedecentraliseerde productie-installaties die in parallel werken met het distributienet. Dit artikel omvat alle noodzakelijke werken voor deze aanpassingen, met inbegrip van (niet-limitatieve lijst): In de hoogspanningscabine: algemene beveiliging op middenspanning die de WKK installatie voedt uitrusten met een vertragende minimaspoel max 3s
22.07. KABELLADDER PER LOPENDE METER Er wordt een kabelladder voorzien uit in thermisch gegalvaniseerd staal met een breedte van 100 mm. Dit artikel omvat eveneens het maken van de noodzakelijke muurdoorgangen en het opnieuw afwerken van de openingen. Indien een Rf-wand doorboort dient te worden, dient de wanddoorgang Rf afgewerkt te worden.
22.08. WACHTBUIZEN IN SLEUF TERREINLEIDINGEN In de sleuf van de terreinleidingen worden 2 soepele PVC wachtbuizen voorzien. De binnendiameter bedraagt minstens 80 mm. De wachtbuizen hebben een gladde binnenkant en zijn voorzien van trekdraad. De soepele buizen worden in één stuk geplaatst. Opgelet: naast deze wachtbuizen wordt er in de sleuf van de terreinleidingen een andere wachtbuis geplaatst in artikel 21.04. Inbegrepen: Maken van wanddoorvoer en/of (benodigde) vloeropening (incl. herstelling) Waterdicht afwerken van wanddoorvoer via rubber schakelafdichtingen (door de leverancier van de terreinleidingen) Fotograferen van de installatie voor aanvulling met aarde (stavingsstuk as-built) De plaatsingsvoorschriften van de fabrikant dienen gevolgd te worden.
ART. C23 : MEETTOESTELLEN Alle meters kunnen uitgelezen worden door het energiemanagementsysteem (zie 21.03). De bekabeling is steeds inbegrepen in art. 21.03. De gasteller, energiemeter en elektrische kWh-meter voor de WKK zijn volledig goedgekeurd voor toepassing in een WKK-installatie door Sibelga, Brugel en het BIM. Dit betekent dat deze toestellen MID-gecertificeerd zijn of aangekocht zijn bij Sibelga. Deze meters zijn zo geïnstalleerd dat de installatie bij keuring door of in opdracht van deze instanties goedgekeurd wordt voor het leveren van elektriciteit aan het net en het verkrijgen van subsidies en groenestroomcertificaten.
23.01. GASTELLER Turbinemeter of balgteller, zowel ter plaatse uitleesbaar als met pulsuitgang. De gasmeter is van het versterkte type volgens het KB brandpreventie. – 29 –
23.02. ENERGIEMETER Debietsmeting gebeurt elektromagnetisch of ultrasoon, met max. 0,5% afwijking. Integrator-totalisator: Digitale uitlezing van ogenblikkelijke waarden van vertrek- en retourtemperatuur, debiet en vermogen, en van gecumuleerd energieverbruik en doorstroomvolume De uitlezing ter plaatse gebeurt met 8 digittotalisatoren.
23.03. NETTO GROENE STROOMMETER Universeel netto meettoestel met MID-certificaat voor laagspanning 3 x 230 V, en is geschikt voor aansluiting op het energiemanagementsysteem. Het toestel heeft een LCD displayscherm. Meting van effectieve waarde (R.M.S.), spanningen, stromen, vermogens, frequentie en arbeidsfactor. Telling van actieve en reactie energie.
ART. C39 : BIJKOMENDE WERKEN 39.01. VERWIJDEREN, OPSLAAN EN HERSTELLEN OPPERVLAKTEAFWERKING Inbegrepen is: Het verwijderen, opslaan en herstellen van de beplanting en verhardingen van de binnenkoer, in overeenstemming met de opdrachtgever.
39.02. GRAAF- EN AANVULWERK Inbegrepen is: Het uitgraven van de sleuven en putten, ten behoeve van leidingen, rioleringsleidingen, ingegraven kraanwerk en regenwaterputten conform de specificaties van de fabrikant van de leidingen of putten. Het aanvullen van de sleuf conform de specificaties van de fabrikant van de leidingen of putten. Het aanbrengen van een waarschuwingslint op halve diepte. Het wegvoeren van overtollig afgegraven materiaal en het aanvoeren van supplementair benodigd zand of gezeefde aarde, in functie van de eisen van de fabrikant van de terreinleidingen. De opdrachtnemer dient er zich van bewust te zijn dat de afgegraven grond, omwille van stenen en dergelijke, mogelijk ongeschikt is voor het opnieuw aanvullen van de sleuf. In de voor (weder) aanvullingen gebruikte materialen mogen onder geen beding puin, afbraakmaterialen graszoden, stronken, bevroren materiaal of andere afvalstoffen voorkomen. Daarenboven dient voldaan te worden aan de Brusselse ordonnantie betreffende het beheer en de sanering van verontreinigende bodems. Er kan geen toeslag aangerekend worden voor het aanvoeren van zuiver zand of gezeefde aarde voor het aanvullen van de sleuf.
39.03. VOORLEGGEN DOCUMENTEN VOOR UITVOERING Aanleveren van alle documenten conform bijlage 2 – posten A Alle materialen, uitvoeringsplannen, berekeningsnota’s dienen vóór de bestelling te zijn goedgekeurd door de opdrachtgever. De opdrachtnemer houdt onder meer rekening bij het indienen van de technische fiches met de levertermijn van de materialen, de installatietijd, de uitvoeringstermijn, de tijd nodig voor nazicht van de technische fiches, enz… Alle documentatie wordt in het Nederlands, Frans of Engels opgesteld. Alle uitvoeringsplannen dienen te worden opgemaakt met AUTOCAD 2013 of compatibel en digitaal aangeleverd in DWG -formaat.
– 30 –
39.04. PROEVEN De werk omvat alle proeven conform de bepalingen van het TB 105 van 2014. Inbegrepen is: proefverslag herstel van het defect en herhalen van de proef bij niet-succesvolle beproeving tot succes. Uit te voeren: Dichtheidsproeven CV-installatie Dichtheidsproef gasleidingen. Inregelen hydraulische installatie Circulatieproeven CV Ketelproeven: rookgasanalysemeting met rendementsberekening en emissie-uitstoot Proeven automatische regeling
39.05. KEURINGEN Alle keuringen dienen te gebeuren door een erkend organisme. De keuze van het organisme dient goedgekeurd door de opdrachtgever. Inbegrepen is: keuringsverslag alle kosten om een opmerkingsvrij keuringsattest te verkrijgen en de eventuele herkeuring. Uit te voeren: Keuring gasinstallatie. Keuring emissies (+ conformiteit wettelijke eis) Keuring elektrische installatie.
39.06. BEGELEIDING WKK: NETKOPPELING EN GSC De noodzakelijke activiteiten om de elektrische netaansluiting van de WKK-installatie aan te vragen, te begeleiden,… maakt deel uit van de opdracht. Hiervoor is een post voorzien in de meetstaat (39.06). De eigenlijke aansluitkosten voor de betreffende nutsvoorziening(en) maken geen deel uit van deze post en worden rechtstreeks door de opdrachtgever gedragen. Concreet gezien houdt dit volgende taken in: Tijdig contacteren, sturen en coördineren van de distributienetbeheerder (Sibelga) Invullen van de nodige aanvraagdocumenten, laten ondertekenen ervan door de opdrachtgever, indienen bij de betrokken diensten en opvolgen ervan. Aanvragen van de nodige offertes voor studies en werken bij de distributienetbeheerder Coördinatie van alle uit te voeren werken tussen de distributienetbeheerder en de eigen aanneming incl. onderaannemers. De opdrachtnemer staat ervoor in dat de installaties zo uitgevoerd zijn dat de aansluiting op het distributienetwerk vlekkeloos verloopt. De noodzakelijke activiteiten voor de certificering van de WKK-installatie voor het ontvangen van groenestroomcertificaten. Concreet gezien houdt dit volgende taken in: Tijdig contacteren, sturen en coördineren van de Brusselse regulator voor energie (Brugel) Invullen van de nodige aanvraagdocumenten, laten ondertekenen ervan door de opdrachtgever, indienen bij de betrokken diensten en opvolgen ervan. Coördinatie van alle uit te voeren werken tussen de distributienetbeheerder en de eigen aanneming incl. onderaannemers. De opdrachtnemer staat ervoor in dat de installaties zo uitgevoerd zijn dat de aansluiting op het distributienetwerk vlekkeloos verloopt.
39.07. VOORLEGGEN DOCUMENTEN VOOR OPLEVERING Aanleveren van alle documenten conform bijlage 2 – posten B. Alle documentatie wordt in het Nederlands, het Frans of het Engels opgesteld. Alle uitvoeringsplannen dienen te worden opgemaakt met AUTOCAD 2013 of compatibel en digitaal aangeleverd in DWG -formaat. Zonder een eventuele tegenspraak met de adminstratieve bepalingen wordt het as-built dossier 1x op papier ter goedkeuring ingediend (studiebureau), 1x finaal op papier ingediend (opdrachtgever) en 2x elektronisch ingediend (1x opdrachtgever; 1x studiebureau). – 31 –
39.08. OPMAAK BRANDWEER DOSSIER De onderstaande lijst is niet limitatief en kan steeds aangevuld worden op vraag van de brandweer. Alle documenten, ook eventuele bijkomende documenten zijn inbegrepen in de prijs. Het brandweerdossier dient goedgekeurd te worden door de brandweer. Attesten: Attest brandwerende omkasting en brandwerende doorvoeren Attest brandklasse isolatiematerialen Attest Atex-materiaal Attest van de leverancier Attesten keuringen o Keuring gasinstallatie o Keuring elektriciteit Proefverslagen: Noodknoppen Koppeling met gasdetectie
39.09. VASTE SOM - 5000 EUR Voor de levering van materialen buiten de omschrijving van huidig bestek en die deel uitmaken van een afzonderlijke dienstnota, is in huidige meetstaat een vaste som voorzien. De verrekening hiervan zal gebeuren na afzonderlijke studie van de uit te voeren werken tijdens de uitvoering van de aanneming zelf en bevat enkel de materialen. Bij eventuele niet-bijbestelling van huidig artikel ziet de opdrachtnemer af van enige schadeloosstelling. Het betreft hier enkel werken met betrekking tot verwarming.
39.10. TE VERREKENEN MANUREN – 40 UUR Voor uitvoering van werken buiten de omschrijving van huidig bestek en die deel uitmaken van een afzonderlijke dienstnota, is in huidige meetstaat een afzonderlijke post voorzien voor opgave van prijs in manuur. Deze post, in vermoedelijke hoeveelheid, is te voorzien voor uit te voeren bijbestellingswerken. Bij uitvoering van de vermelde werken zijn de geleverde prestaties dagelijks op te nemen in een daartoe specifiek voorzien werfboek, dat dagelijks door de opdrachtgever of zijn afgevaardigde is na te zien en te ondertekenen. Enkel de goedgekeurde werkuren mogen in de meetstaat opgenomen worden. Bij eventuele niet-bijbestelling van huidig artikel ziet de opdrachtnemer af van enige schadeloosstelling. Het betreft hier enkel werken met betrekking tot verwarming, koeling en ventilatie.
ART. C40 : REGENWATERRECUPERATIE 40.00. ALGEMENE EISEN De bestaande regenwaterafvoerpijpen op de binnenplaats worden afgeleid naar nieuwe te plaatsen regenwaterputten. Het regenwater zal gebruikt worden voor de voeding van sanitaire toestellen (toiletten, urinoirs, dévidoirs). Zijn van toepassing voor de toegepaste materialen en de plaatsingsvoorschriften: STS 35, deel I – Sanering – Riolering – Zuivering van huisafvalwater (1975) STS 35, deel II – Sanering – Regenputten – Putten – Drainering (1975) STS 62, sanitaire leidingen (1966) TV 114 – Sanitair Reglement (WTCB, 1977) TV 120 – Praktische toepassing van het sanitair reglement (WTCB, 1978) De technische voorschriften van Belgaqua en HydroBru dienen nageleefd te worden. Alle materialen zijn onderling verenigbaar.
– 32 –
40.01. AANPASSINGSWERKEN BESTAANDE ONDERGRONDSE KELDER TOT REGENWATERKELDER Onder de binnenkoer Leuvenseweg nr. 5 is een gemetselde kelder van 13 m³ aanwezig. Deze kelder dient te worden aangepast tot regenwaterput. De wanden dienen gecementeerd te worden zodat een waterdicht reservoir ontstaat. De opdrachtnemer laat een stabiliteitsstudie uitvoeren om te controleren of de kelder geschikt is voor het opslaan van water. Eventueel nodige aanpassingswerken aan de kelder om de stabilteit te garanderen zijn voorzien in het huidige artikel. De regenwaterput is uitgerust met volgende onderdelen: De bestaande toegang blijft bestaan Reukdicht en kindveilige deksels en hun inlegkaders. Toevoeropening regenwater Bijvulopening leidingwater De toevoerleidingen in de put worden verlengd tot in het water en voorzien van een 180° bochtstuk om het bodemwater niet te verstoren. Voorfilter met overloop voor vuilwaterafvoer. In de grond geplaatste filters zijn gemakkelijk toegankelijk voor inspectie en voorzien van een deksel Ontluchting en een overloop met reukafscheider In geval van aansluiting op een gemengde riolering, moet de overloop standaard voorzien worden van een terugslagklep Deze post omvat volgende werken: Eventuele graafwerken zijn inbegrepen in art. 39.02. Het uitvoeren van de regenwaterput Het waterdicht aansluiten van alle aan- en afvoerleidingen met een gefixeerde rubbermanchet. De verbindingen moeten met een mortelkraag waterdicht gemaakt worden. Het testen van de waterdichtheid van de regenwaterput Bij de voorlopige oplevering zullen de regenwaterputten volledig gezuiverd zijn.
40.02. TER PLAATSE GESTORTTE REGENWATERPUT UIT GEWAPEND BETON 5.000 LITER De put is ter plaatse gestort en bestaat uit gewapend beton. De put is waterdicht. Zijn nuttige inhoud is 5.000 liter. Volgende documenten zijn van toepassing: TV 247 Ontwerp en uitvoering van vloeistofdichte betonconstructies NBN EN 1992-3 Eurocode 2 – Ontwerp en berekening van betonconstructies. Deel 3: constructies voor keren en opslaan van stoffen. De karakteristieke druksterkte van het beton bedraagt minstens 30 N/mm². De putranden, bijhorende putdeksels en/of roosters dienen te voldoen aan B 125 (Lichte voertuigen) volgens NBN EN 124. Er mag slechts overgegaan worden tot aanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het studiebureau. De regenwaterput is uitgerust met volgende onderdelen: Een mangat; Reukdicht en kindveilige deksels en hun inlegkaders; Toevoeropening regenwater; Bijvulopening leidingwater; De toevoerleidingen in de put worden verlengd tot in het water en voorzien van een 180° bochtstuk om het bodemwater niet te verstoren; Voorfilter met overloop voor vuilwaterafvoer. In de grond geplaatste filters zijn gemakkelijk toegankelijk voor inspectie en voorzien van een deksel; Ontluchting en een overloop met reukafscheider; In geval van aansluiting op een gemengde riolering, moet de overloop standaard voorzien worden van een terugslagklep.
– 33 –
Dit artikel omvat volgende werken: Uitgraving en opnieuw aanvullen valt onder art. 39.02; Het uitvoeren van de regenwaterput; Het waterdicht aansluiten van alle aan- en afvoerleidingen met een gefixeerde rubbermanchet. De verbindingen moeten met een mortelkraag waterdicht gemaakt worden; Het testen van de waterdichtheid van de regenwaterput; Bij de voorlopige oplevering zullen de regenwaterputten volledig gezuiverd zijn.
40.03. REGENWATERPOMP VOOR AUTOMATISCHE OMSCHAKELING OP STADSWATER MET BEPERKT RESERVOIR, INCLUSIEF AANSLUITING OP STADSWATER Pompinstallatie met beperkt reservoir dat bij gebrek aan regenwater automatisch omschakelt naar stadswater zodat de watertoevoer gegarandeerd blijft. De regenwaterput(ten) worden voorzien van een laadpomp en de nodige niveauregelingen. Inbegrepen: pompsysteem: 2 x meertraps zelfaanzuigende horizontale centrifugaalpomp, geluidsarme uitvoering, met geïntegreerde droogloopbeveiliging. Inbegrepen automatische elektronische sturing, magneetventiel (per pomp), vlotterkraan, …. 1 x ondergedompelde laadpomp in één van de regenwaterputten. De nodige afsluiters en terugslagkleppen zijn inbegrepen per pomp. Pompcapaciteit: opbrengst: ca. 4,4 m³/u opvoerhoogte: ca. 55 mWK Inhoud reservoir: min. 400 l Op het reservoir bevindt zich een overloop, aansluiting min. DN 50. De afvoerleiding naar de riolering is inbegrepen. Per pomp kan een individuele melding van storing gestuurd worden naar de automatische regeling. Ook een indicatie van het waterpeil in het reservoir en de regenwaterput wordt doorgegeven naar de automatische regeling. De laadpomp en peildetectie is inbegrepen. Werking: Bij normale werking perst de laadpomp regenwater uit de regenwaterputten naar het reservoir. De centrifugaalpompen brengen het regenwater vanuit het reservoir in het regenwaterleidingnet. De automatische werking wordt bekomen door een aangepaste elektrische schakelautomaat, gestuurd door de tussenkomst van de beide peildetecties. Wanneer het peil van het regenwater in de regenwaterput te veel gezakt is, detecteert de peildetectie dit en wordt de tweewegkraan aangestuurd zodat automatisch overgeschakeld wordt op de stadswatervoeding naar het reservoir. Benevens de automatische sturing kan de pomp met de hand in- en uitgeschakeld worden. Bijvoorbeeld voor onderhoud van de regenwaterput, kan de pomp manueel omgeschakeld worden op stadswater. Inbegrepen: aansluiting op stadswaterleiding De nodige leidingen uit koper worden voorzien tussen het stadswaternet en het systeem voor regenwaterrecuperatie. Dit omvat eveneens het aansluiten van de nieuwe leiding op de bestaande leiding in het lokaal waar het systeem voor regenwaterrecuperatie is opgesteld. Deze aansluiting gebeurt in nauw overleg met de leidende ambtenaar. De koperen leidingen zijn geschikt voor het verdelen van stadswater en compatibel met de huidige waterleidingen. TV 245 (die het TV 154 vervangt) ‘Aanbevelingen voor het gebruik van koperen buizen voor de distributie van sanitair koud en warm water’ wordt gevolgd. Inbegrepen: componenten stadswaterkoppeling reservoir Inbegrepen zijn: Beveiliging type AA – vrije uitloop boven rand, goedgekeurd door de watermaatschappij; Koudwaterteller, type impulsteller met koppeling met het energiemanagementsysteem, kabel is inbegrepen. Er worden in deze post 3 bronzen membraanafsluitkranen voorzien; Traagsluitende gemotoriseerde tweewegkraan uit brons.
– 34 –
Inbegrepen: componenten verdeling regenwater Inbegrepen zijn: Waterfilter met automatische terugspoeling (DVGW gekeurd, filtreerfijnheid 90 µm, doorlopend filtereerproces, afvoertrechter voor de afvoer van spoelwater naar de riolering is inbegrepen, afvoerleiding naar dichtbijzijnde kloksifon). Er worden in deze post 3 bronzen membraanafsluitkranen voorzien; Koudwaterteller, type impulsteller met koppeling met het energiemanagementsysteem, kabel is inbegrepen. Er worden in deze post 3 bronzen membraanafsluitkranen voorzien; Drukketel met tank. Inbegrepen: elektrische voorzieningen: De elektrische kabel nodig om te verlopen van de onderwaterpomp tot aan de schakelkast, is inbegrepen in huidig artikel; Voeding van de schakelkast wordt voorzien in de stookplaats LVN5. De voedingskabel tussen beide lokalen is inbegrepen; 1 elektrisch schakelbord voor de automatische werking van de onderwaterpompgroep en werking niveaudetectie; De elektrische voedingen niveauwippers verlopen in een wachtbuis, van de kelder naar de regenwaterput; Motorbeveiligd. De grens van de aanneming loopt net na het toestel voor regenwaterrecuperatie. Alle onderdelen die worden voorzien na dit toestel (kraanwerk, filter en teller) worden geleverd, maar niet gemonteerd. De koppeling met het energiemanagementsysteem en programmatie voor de waterteller worden wel al voorzien.
40.04. INGEGRAVEN RIOLERINGSLEIDINGEN UIT POLYVINYLCHLORIDE VOOR REGENWATERAFVOER De ondergrondse rioleringsleidingen die de regenwaterafvoerpijpen verbinden met de regenwaterputten. Afvoerbuizen en hulpstukken uit PVC, waarvan de grondstof en kwaliteit beantwoordt aan de voorschriften van NBN EN 1401. De leidingen en hulpstukken zijn BUTgb gekeurd en dragen het label “BENOR”. Inbegrepen zijn: de funderingen, de leidingen, hulpstukken en toezichtstukken, de verbinding met de putten en toestellen, de muurdoorgangen en inkokeringen, de proeven. Het eventuele uitgraven en aanvullen is inbegrepen in art. 39.02.
40.05. AANVOERLEIDINGEN UIT POLYETHYLEEN De persleiding van de regenwaterpompen in de regenwaterput naar de technische ruimte. Deze leiding ligt deels ingegraven in de binnenkoer. Leidingen en hulpstukken in harde polyethyleenleidingen van hoge densiteit, PN10. De leidingen zijn te beschermen tegen beschadiging met een harde PVC schaal boven de leiding. Alle doorgangen door muren, funderingsbalken en vloeren zijn uit te voeren met een PVC buis van grotere diameter. De maataanduiding op de plans behelst de buitendiameter. Op halve diepte in de sleuf wordt een verwittigingsnet (gekleurd in de massa) geplaatst. Inbegrepen zijn: de funderingen, de leidingen, hulpstukken en toezichtstukken, de verbinding met de putten en toestellen, de muurdoorgangen en inkokeringen, de proeven. Het uitgraven en aanvullen is inbegrepen in art. 39.02.
ART. C41 : ONDERHOUD 41.01. ONDERHOUD WKK PER JAAR Voor het onderhoud van de WKK vanaf de voorlopige oplevering geldt de wettelijke waarborgtermijn van twee jaar. Dit artikel beschrijft het onderhoud van de WKK na afloop van de wettelijke waarborgtermijn. Voor een periode van 8 jaar dient een eenheidsprijs te worden opgegeven, prijs op te geven per jaar. De voorwaarden van art. 01.03. zijn voor de onderhoudsperiode onvoorwaardelijk en onverminderd van toepassing. Alle voorwaarden, plichten en taken van de installateur worden dan overgenomen door de onderhoudsfirma. De opdrachtgever bezorgt bij aanvang van het contract alle technische documenten (as-builts, plannen enz.) aan de onderhoudsfirma. – 35 –
41.02. KORTINGEN BIJ HET NIET NALEVEN VAN DE OVEREENKOMST Gezien de specifieke aard en het voorwerp van de opdracht, staat bij deze opdracht de continuïteit van de werking van de installaties voorop. Daarom worden hierna een aantal boeteclausules opgenomen die afwijken van de bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden.
HERHALINGEN De opdrachtgever kan evenwel aan de onderhoudsfirma een termijn toestaan om de vastgestelde tekortkoming teniet te doen en dit aan de opdrachtgever te melden. Heeft de onderhoudsfirma de tekortkoming waarvan hij in kennis is gesteld niet teniet gedaan en heeft hij de opdrachtgever daarvan niet per aangetekende brief binnen de gestelde termijn verwittigd, dan zijn de kortingen eisbaar zonder ingebrekestelling, door het eenvoudig verstrijken van deze termijnen.
KORTINGEN De kortingen eigen aan de diensten, worden berekend in functie van de vastgestelde tekortkomingen op basis van de interventietermijn en van het jaarlijks bedrag van de opdracht, volgens de hierna vermelde regels.
AARD VAN DE KORTINGEN De kortingen zijn vaste bedragen. De kortingen worden vermenigvuldigd met de herzieningscoëfficiënt die van toepassing is gedurende de maand van de overtreding.
BEDRAG VAN DE KORTINGEN Hierna zijn de termijnen voor de herstelling en de bedragen van de kortingen vermeld. De verschillende kortingen kunnen samengevoegd worden. Elk begonnen uur, dag of week vertraging wordt gerekend als een volledig uur, dag of week. Door de opdrachtgever kan in uitzonderlijke omstandigheden afgeweken worden van de SLA’s: in geval van zeer omvangrijke herstellingen of vervangingen indien de onderhoudsfirma kan bewijzen dat het te leveren materiaal voor deze herstellingen bij (indien mogelijk) minstens drie leveranciers een bepaalde leveringstermijn vereist en het verbruiksstuk/reservestuk niet op voorraad gehouden wordt omdat het defect zeer uitzonderlijk is Het totale jaarbedrag van de kortingen wordt beperkt tot 1/12 van de som van het jaarbedrag voor het onderhoud. Het jaar dat in aanmerking wordt genomen is het lopende jaar van het contract. Nr.
Omschrijving
Niveau SLA
Korting
1
Ondersteuning diensten
1.1
Administratief beheer
1.1.1
Actueel houden van de documenten, toe- Binnen 30 kalenderdagen pasbaar bij elk type document (o.a. asbuiltdossier, plaatsbeschijving en aanvulling materiaaloplijsting)
1.2
Probleembeheer
1.3.1
Correctheid en tijdigheid inzake rapporte- Rapport binnen 5 werkdagen € 10 per dag ring van opgeloste en openstaande pro- (wettelijke feestdagen uitgeblemen zonderd) na einde herstelling
2
Dienstverlening
2.1
Planning en bewaking van de dienstverlening
2.1.1
Tijdigheid van uitvoering van geplande Volgens planning preventieve onderhoudsactiviteiten
€ 50 per week
€ 100 per volledige week vastgestelde vertraging – 36 –
Nr.
Omschrijving
Niveau SLA
Korting
2.1.2
Voorleggen jaarplanning preventief on- Minstens 30 kalenderdagen € 50 per week derhoud voor de start van het volgende contractjaar Maximaal 30 kalenderdagen na aanvang van het contract in het eerste jaar
2.1.5
Uitvoeren werken volgens opgemaakte Volgens planning offerte
€ 100 per volledige week vastgestelde vertraging
2.1.9
Niet opruimen van materiaal dat een hinder kan vormen voor de Opdrachtgever
€ 50 per inbreuk en per week
41.03. MAATREGELEN VAN AMBTSWEGE In geval van een defect waaraan nog steeds niet is verholpen binnen de 24 uur na het verstrijken van de vastgestelde termijn, wordt door de opdrachtgever een P.V. opgemaakt en meegedeeld aan de onderhoudsfirma. Als de herstellingen zonder aanvaarbare reden niet binnen de 7 (zeven) kalenderdagen na ontvangst van het P.V. zijn gebeurd, dan mag de opdrachtgever de nodige maatregelen treffen om op eigen initiatief de normale werking van de installaties te verzekeren op kosten van de onderhoudsfirma. De kortingen die voorzien zijn onder de hierboven vermelde punten worden vanaf dat ogenblik stopgezet. De opdrachtgever mag het contract eenzijdig verbreken in geval van zware fouten van de onderhoudsfirma. Deze fouten zijn onder andere:
1.
Als meer dan drie processen-verbaal, in een periode van drie kalenderdagen, worden opgemaakt voor het in gebreke blijven bij de uitvoering.
2.
De onvoldoende werking van de WKK, of zelfs van een gedeelte ervan, gedurende een periode van 30 kalenderdagen en dit voor om het even welke reden
3.
Het ontberen van het genot van de WKK, of van een deel ervan, gedurende 15 kalenderdagen, en dit voor om het even welke reden.
4.
Als herhaalde bedieningsfouten het materiaal in gevaar brengen of de uitbating van de lokalen en hun veiligheid in het gedrang brengen.
5.
Storingen in het genot van het gebouw of van een gedeelte ervan omwille van de onderhoudsfirma, zijn prestaties of het gedrag van zijn personeel, gedurende een termijn van 30 kalenderdagen, en dit voor om het even welke reden.
6.
Het contract kan van rechtswege en zonder ingebrekestelling, verbroken worden door de opdrachtgever, in geval van faling of onder gerechtelijk concordaat stellen van de onderhoudsfirma.
7.
Onmogelijkheid om het gebouw of een regelmatig bezet gedeelte ervan te bezetten gedurende 72 uren, door de fout van de onderhoudsfirma.
De verbreking gebeurt volgens volgende modaliteiten: De opdrachtgever stuurt de onderhoudsfirma een aangetekend schrijven met de vermelding van wat hem ten laste wordt gelegd en om hem op de hoogte te brengen van de bedoeling het contract op te zeggen. Voor de feiten die blijven duren tot langer dan de toegekende termijn bepaald in dit artikel of, als er geen termijn werd vastgesteld, 14 kalenderdagen na het verzenden van de aangetekende brief, kan de opdrachtgever in volle recht het contract of de contracten verbreken, onverminderd de volledige verschuldigde vergoeding, voor de door haar geleden schade.
– 37 –
D. BIJLAGEN
– 38 –
BIJLAGE 1: LIJST TECHNISCHE FICHES
– 39 –
BIJLAGE 2: DOCUMENTENLIJST De onderstaande lijst is niet limitatief en kan steeds aangevuld worden tijdens de uitvoering. Overzichtslijst in te dienen documenten Nr A
Art.
Omschrijving
VOOR UITVOERING
A.1.
Materiaallijst
A.2.
Technische fiches
A.3.
Uitvoeringsplan
A.4.
Berekeningsnota schouwen
A.5.
Berekeningsnota expansiesysteem
A.6.
Garantiedocumenten schouwcontrole en aansluiting min 10 jaar
A.7.
Selectieberekeningen van twee/driewegkranen, regelkranen en drukverschilregelaars
A.8.
Circulatoren: vergelijkingslijst oude en nieuwe circulatoren (selectie, opvoerhoogte, debiet)
A.9.
Goedkeuring door de ketelfabrikant van de voorziene brander en zijn afstelling
A.10.
Dossier van elk elektrisch bord NBN EN 61439 + selectiviteitsberekeningen
B B.1. B.2. B.3.
TIJDENS UITVOERING - VOOR VOORLOPIGE OPLEVERING: AS BUILT DOSSIER
Proefverslagen (39.01)
B.5.
Keuringsverslagen (39.02) As-built plannen van de installaties waarvan een enig exemplaar op elektronische drager die compatibel is met AUTOCAD (.dwg). Gebundeld as built dossier (posten A + B)
B.6.
Opstartrapporten en attesten
B.7. B.8. B.9. B.10. B.11.
Werkings-, bedieningsinstructies en onderhoudsvoorschriften Werkingsbeschrijvingen en grafische schema’s automatische regeling Wateranalyseverslag vulling CV-installatie Foto’s van ingegraven leidingonderdelen Brandweerdossier
B.4.
ingediend
Overzichtslijst in te dienen documenten Nr B.12. B.13.
Art.
Omschrijving Schema onder glas of plastiek Attest van de leverancier
ingediend
1
BIJLAGE 3: AKOESTISCHE BEPALINGEN 1
ALGEMEENHEDEN AKOESTIEK
De uitvoering van de volledige installatie, dient te voldoen aan: de norm NBN S01-401 “Grenswaarden voor de geluidsniveaus om het gebrek aan comfort in gebouwen te vermijden” de Ordonnantie van 17 juli 1997 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen de verordeningen inzake geluidshinder uitgevaardigd door de gemeenteraad de eventuele specifieke eisen gesteld in de milieuvergunning Bij eventuele verschillende eisen tussen de hierboven vermelde documenten, dient telkens het strengste criterium gehandhaafd. Het trillingsvrij opstellen van toestellen, het opstellen op trillingsdempers van toestellen, het trillingsvrij ophangen van leidingen en kanalen, … evenals de hiervoor gebruikte veren, dempers en materialen dienen ingecalculeerd worden bij het betreffend toestel of leiding waarop ze betrekking hebben. Alle benodigde elementen zullen zo berekend zijn dat de in deze bijlage gevraagde akoestische en trillingscriteria gehaald worden en zijn omvat bij het item waarop ze betrekking hebben. Algemene voorzieningen door de opdrachtnemer te treffen: a) b)
c)
Technische geruisarme toestellen kiezen: circulatiepompen, ventilatoren, enz … De nodige voorzorgen treffen om te beletten dat geluid of trillingen door aggregaten of leidingen overgebracht worden. In het bijzonder zullen de vrije ruimtes tussen leidingen en hun beschermingshulzen perfect afgedicht worden met geluiddempende onbrandbare materialen van hoge densiteit. (minerale wol).
De uitzetting van de leidingen moet echter vrij kunnen geschieden en hun steunstukken zullen in die zin uitgevoerd worden. Tussen leidingen en steunstukken moet er een geluiddempende laag aangebracht worden. d) De luchtmonden en eventuele andere eindeenheden zorgvuldig selecteren. e) Trillingsdempers en/of voetstukken met fonische isolatie voorzien voor alle aggregaten en toestellen die trillingen kunnen overzetten op de gebouwconstructie. f) Overgangen in de geometrie van kanalen dienen geleidelijk te gebeuren, om het ontstaan van geluid in de kanalen door turbulentie te vermijden. Alle hierboven, en eventueel verder in deze bijlage, vermelde maatregelen dienen te zijn begrepen in de aanneming, evenals eventuele bijkomende maatregelen die noodzakelijk zijn om de akoestische en trillingseisen te halen, en dit zonder meerprijs.
2
BEPERKING VAN HET GELUIDSDRUKNIVEAU VOLGENS NBN S01-401
a) Beperking van het geluidsdrukniveau in de verschillende ruimten. In overeenstemming met de Belgische norm NBN S01-401, “Grenswaarden voor de geluidsniveaus om het gebrek aan comfort in gebouwen te vermijden”, wordt het A-gewogen geluidsdrukniveau in de verschillende vertrekken in ieder geval beperkt tot de volgende waarden: Grenswaarden van toepassing voor categorie 4 volgens NBN S01-401, stadscentra, zone met zware industrieën, wijken gelegen op minder dan 200 m van een baan met groot verkeer, wijk die gelegen is op minder dan 5 km van een start- en landingsbaan voor vliegtuigen (een heersend buitenlawaai hoger dan 75 dB(A)). Type Lokaal Grenswaarde L A,eq NR [dB(A)] les- en studielokalen 45 bibliotheek 40 burelen directie 45 burelen kader 50 overige burelen 55
computerzaal vergaderzaal eetzaal
65 40 45
35 40
De bovenvermelde waarden mogen niet overschreden worden bij de normale verkeersintensiteit in de buurt van het gebouw. De opgegeven dB(A) en NR-waarden gelden als maximaal toelaatbare waarden bij de gecombineerde werking van alle technische installaties in het gebouw: verlichting, HVAC, liften, sanitair, …. b) Geluidsdrukniveaus in technische ruimtes De eisen van de volgende tabel gelden als grenswaarden van de geluidsdrukniveaus in de verscheidene vertrekken die technische installaties of uitrustingen bevatten.. Technische Ruimte in regime in overgangsfase toestand NR NR stookplaats > 250 kW 80 85 Bovenstaande eisen en symbolen zijn deze gebruikt door de norm NBN S01-401. Men houdt hierbij rekening met de meest lawaaierige werkingsfase. De opvatting en de uitvoering van de geplaatste uitrustingen in onderhavige aanneming dienen ervoor te zorgen dat de aangegeven niveaus nageleefd worden.
3
GELUIDSDRUKNIVEAU AAN NABURIGE GEBOUWEN
Het geluidsdrukniveau buiten, aan de gevels van naburige gebouwen, ten gevolge van het lawaai afkomstig van de technische installaties van huidig gebouw dient beperkt te blijven om klachten vanwege geluidshinder te vermijden, en dit volgens de eisen uit de Ordonnantie van 02 juli 1998 betreffende de strijd tegen geluids- en trillingshinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen. De hieronder vermelde waarden voor enerzijds het specifiek geluidsniveau Lsp, en anderzijds het aantal waarnemingen N (per uur) boven de drempelwaarde Spte, zijn de maximaal toegelaten waarden ten gevolge van de installaties van huidig project, op basis van een inschatting in welk gebied het project gelegen is (definitie volgens volgens het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 1999 tot goedkeuring van een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan). De inschrijver dient na te gaan of huidig project inderdaad in dergelijk gebied gelegen is. Indien dit niet het geval zou zijn, en indien hierdoor strengere eisen dienen gehaald dan de hierboven aangenomen waarden, dan dient de inschrijver hiervoor te zorgen zonder enige meerprijs. In geen geval worden de hierboven bepaalde grenswaarden afgezwakt. Het specifiek geluidsniveau Lsp wordt daarbij gedefinieerd als het equivalent geluidsdrukniveau (Laeq,T) ten gevolge van de technische installaties uit huidig project, en wordt berekend en gemeten volgens de bepalingen uit het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juli 1998 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen. Indien nodig moeten de nodige bijkomende geluiddempers, omkastingen en/of akoestische dempende matten, voorzien worden, op kosten van de opdrachtnemer, om deze eisen te respecteren. Maximale waarden voor Lsp, N, Spte: Gebied 3: gemengd gebied, gebied voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de open lucht, landbouwgebied, gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten.
Lsp N
Maandag tot vrijdag Zaterdag Zondag en feestdagen 07-19 h 19-22 h 22-07 h 07-19 h 19-22 h 22-07 h 07-19 h 19-22 h 22-07 h 48 42 36/42* 42 36/42* 36/42* 36/42* 36/42* 36/42* 30
20
10/20*
20
10/20*
10/20*
10/20*
10/20*
10/20*
Spte 78 72 66/72* 72 66/72* 66/72* 66/72* 66/72* 66/72* *: grenswaarden die ‘s nachts niet mogen worden overschreden door inrichtingen die niet kunnen worden stilgelegd
4
GELUIDDEMPERS EN AKOESTISCHE ISOLATIE
A. GELUIDDEMPERS Overal waar nodig om te kunnen voldoen aan de akoestische eisen, vermeld in dit bestek, ook indien deze niet expliciet getekend zijn op de plans, zullen geluiddempers aangebracht worden. De aan te brengen geluiddempers bestaan uit een koker waarin geluiddempende schotten aangebracht worden. Ze kunnen ook deel uitmaken van de luchtgroep. De vorm van de schotten moet aërodynamisch zijn en een kleine weerstand geven aan de luchtdoorgang. Speciale zorg moet besteed worden aan de afdichting, om het meeslepen van de minerale wol te verhinderen. De geluiddempers zullen zodanig berekend zijn dat de installatie aan de akoestische eisen voldoet. De materialen gebruikt voor de vervaardiging van de geluiddempers en de binnenbekledingen moeten overgankelijk, onbrandbaar en reukloos zijn en daarenboven ongevoelig aan vochtinvloeden. Alle benodigde geluiddempers om te voldoen aan de akoestische eisen zoals hierboven vermeld, dienen geplaatst te worden op de kanalen of groepen. Er dienen in elk geval op de pulsie, extractie, verse lucht en afblaaskanalen bij het verlaten van de technische ruimte geluiddempers geplaatst te worden. Deze richtlijnen zijn indicatief. Indien de akoestische studie of de praktijk uitwijst dat er nog bijkomende geluiddempers te voorzien zijn, dienen deze geplaatst te worden.
B.
VERLUCHTINGSOPENINGEN IN DE WANDEN VAN DE TECHNISCHE RUIMTES
Alle openingen van de technische ruimtes dienen voorzien te worden van geluiddempers. Deze geluiddempers dienen zodanig gedimensioneerd te zijn dat het geluidsdrukniveau afkomstig van deze openingen aan de gevels van de aanliggende gebouwen in alle omstandigheden beperkt blijft tot de waarden, vermeld onder D.3. (afkomstig van alle roosters samen).
5
ALGEMEENHEDEN TRILLINGEN
A.
OPSTELLING VAN DE MACHINES IN DE TECHNISCHE RUIMTES
De overdracht van trillingen dient absoluut vermeden te worden. Vandaar dat er dient voldaan te worden aan onderstaande voorwaarden. Alle trillende elementen of onderdelen dienen van het skelet van het gebouw te worden geïsoleerd, zodat de trillingen nergens merkbaar zijn. Alle toestellen of onderdelen van toestellen waarin trillingen optreden of opgewekt worden, dienen verend opgesteld te worden, zodanig dat het massa-veersysteem een eigen frequentie heeft die lager is dan 10 Hz en lager dan de laagste trillingsfrequentie van de machine gedeeld door 3. Bij de verende opstellingen is het belangrijk te zorgen voor een goede belasting van de veren. Er dient absoluut vermeden te worden dat de veren contact veroorzaken tussen diverse delen onderling. De verende elementen moeten eveneens voldoende zijdelingse uitwijkmogelijkheden hebben. De verende elementen kunnen uitgevoerd worden onder de vorm van stalen veren, matten, blokken in rubber, kunststof of composietmaterialen. De mechanische en fysische eigenschappen van het systeem zijn onveranderbaar in de tijd. Het systeem is bestand tegen micro-organismen zoals bacteriën, schimmels en algen. Het wordt niet aangetast door insecten of ander ongedierte. Het materiaal is ongevoelig voor de inwerking van water en olie. Alle onderdelen van toestellen, kanalen of leidingen die verbonden zijn met een trillend toestel moeten ofwel op hun beurt trillingsvrij opgesteld of opgehangen worden of trillingsvrij verbonden zijn. Alle toestellen in de technische lokalen worden op een betonsokkel geplaatst. Deze is in de prijs van de toestellen begrepen, voorzover niet afzonderlijk opgenomen in de meetstaat. De manier van construeren van elke sokkel, het materiaal en het type van sokkel dient voor uitvoering te worden goedgekeurd door de ontwerper. De sokkels dienen uitgevoerd te worden in overeenstemming met de vloeropbouw in de betrokken ruimtes, dit om de akoestische eisen te halen.
De sokkels die in beton uitgevoerd worden zijn af te werken met metalen hoekprofielen 50/50/5. De hoogte van de sokkels bedraagt minimaal 10 cm. Zonder limitatief te zijn komen volgende toestellen op een sokkel: afzonderlijke ventilatoren collectoren elektrische borden buffervaten ketels WKK’s enz…
B.
OPHANGING VAN LEIDINGEN
Alle leidingen dienen trillingsvrij bevestigd aan het plafond en wanden. De ingebouwde leidingen mogen op geen enkele wijze in rechtstreeks contact staan met de metselwerkwanden. De statische druk in het leidingennet dient zo laag mogelijk te zijn als bedrijfstechnisch nog toelaatbaar is. Scherpe bochten, ruwe fittings, kort op elkaar volgende bochten en/of vertakkingen en plaatselijke grote snelheidsverhogingen zijn niet toegelaten. De resterende voeg tussen het doorvoerende element en de wand wordt opgevuld met een materiaal van dezelfde geluidsisolatie als van de wand. Er blijft enkel een open voeg van max. 10 tot 15 mm rond het doorvoerende element (tussen de leiding en de huls). Deze voeg wordt over zijn volledige breedte en lengte gevuld met minerale wol onder de vorm van losse vlokken of zachte dekens. Het geheel wordt samengeperst, zodat het volledig ingeklemd komt vast te zitten. De dichting van de randen van de voeg gebeurt langs weerszijden met een elastische mastiek (klasse V volgens de indeling van W.T.C.B.). Deze mastiek steunt op een voegband van kunststofschuim met gesloten cellen. Deze voegband dient minstens 50 % dikker te zijn dan de voeg, zodat hij in gecomprimeerde vorm reeds een afdichting vormt. De voegdiepte is min. 5 mm en max. 10 mm. De aanhechtingsvlakken dienen ontstoft te worden en gladde vlakken voorgesmeerd met een primer, om een goede hechting te verzekeren. Er dient een bijzondere aandacht besteed aan de afwerking van de hoeken en de hernemingen, zodat er geen onderbrekingen zijn. Het materiaal is bestand tegen de temperatuur en de mechanische belasting vanwege het doorvoerende element. De akoestische voorzieningen van de ophanging van leidingen zijn inherent aan de aanneming.
BIJLAGE 4: AANSLUITPUNTEN PRBA’S
BIJLAGE 5: OFFERTEFORMULIER EN MEETSTAAT
BIJLAGE 6: VEILIGHEIDS- EN MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR DERDEN