Openbare offerteaanvraag voor aanneming van diensten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Waterbouwkundig Laboratorium

Openbare offerteaanvraag voor aanneming van diensten

Bestek nr. WL/08/15

Modellering van autigeen anorganisch sediment

Opening van de offertes: Donderdag 13 november 2008 om 11u00 Berchemlei 115, 2140 Borgerhout Bestek nummer WL/08/15

Vlaamse Overheid

Departement Mobiliteit en Openbare Werken Waterbouwkundig Laboratorium

Algemene offerteaanvraag voor aanneming van diensten

Bestek nr. WL/08/15

MODELLERING VAN AUTIGEEN ANORGANISCH SEDIMENT

Opening van de offertes: Op 13 november 2008 om 11.00 uur

Adres:

Waterbouwkundig Laboratorium Berchemlei 115 B-2140 BORGERHOUT

BESTEK WL/08/15: Modellering van autigeen anorganisch sediment

INHOUDSTABEL I ALGEMENE BEPALINGEN() ........................................................................................................................... 4 I.1 AANBESTEDENDE OVERHEID...................................................................................................................... 4 I.2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE VAN DE OPDRACHT.......................................................................... 4 I.3. GUNNINGSWIJZE EN OPENING VAN DE OFFERTES ............................................................................ 5 I.4. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE BEPALINGEN ................................................ 5 I.5. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN......................................................................... 6 I.6. BEPALINGEN VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN .......................................................................................................................................................... 6

II ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN() ................................................................................................... 7 A. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8.1.1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN...... 7 ART. 78. ONVERENIGBAARHEDEN ............................................................................................................. 8 ART. 86. EN 87. PRIJSBEPALING EN PRIJSONDERZOEK...................................................................... 8 ART. 89. EN 90. VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE .......................................................................... 8 ART. 100. PRIJSOPGAVE................................................................................................................................ 9 ART. 102. TAALGEBRUIK................................................................................................................................ 9 ART. 113 VARIANTEN .................................................................................................................................... 10 ART.115. GUNNINGSCRITERIA EN VARIANTEN..................................................................................... 10 ART.116. GESTANDDOENINGSTERMIJN VOOR DE INSCHRIJVERS ................................................ 10

B. KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.9.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT (ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN)....................................................................................................................................................... 11 B.1. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN MET TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.9.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN ............................................................................................................... 11 ART. 2. (AUR) TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN..................................................................................... 11 ART. 4. EN 5. (AUR) BETALINGSMODALITEITEN EN VOORSCHOTTEN........................................... 11

B.2. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN DE BIJLAGE: ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN ................................................................................................................................................... 12 ART 1. (AAV) OMSCHRIJVING VAN DE LEIDING EN HET TOEZICHT OP DE UITVOERING ......... 12 ART. 2 (AAV) ORGANISATIE EN DRAAGWIJDTE VAN HET TOEZICHT ............................................. 12 ART. 5, §1 (AAV) BEDRAG VAN DE BORGTOCHT .................................................................................. 12 ART. 5, §3 (AAV) BORGTOCHTSTELLING EN BEWIJS VAN BORGTOCHTSTELLING ................... 12 ART. 9, §2 (AAV) VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT ............................................................................... 13 ART.13 , §2. (AAV) PRIJSHERZIENING ...................................................................................................... 13 ART. 14 § 2 (AAV) INTELLECTUELE RECHTEN....................................................................................... 13 ART. 15 (AAV) BETALINGEN ........................................................................................................................ 13 ART.18 (AAV) RECHTSVORDERINGEN..................................................................................................... 14 ART. 19, §1 (AAV) OPLEVERINGEN ........................................................................................................... 14 ART. 67 (AAV) ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN.................................................... 15 ART. 69 § 1 (AAV) VASTE OF MINIMALE HOEVEELHEDEN ................................................................. 15 ART. 69 § 3 (AAV) UITVOERINGSMODALITEITEN .................................................................................. 15 ART.74, §2 (AAV) OPLEVERING .................................................................................................................. 15 Bij elke beëindiging van een periode van 3 maanden bezorgt de dienstverlener zijn gedetailleerde op basis van de geleverde prestaties staten in drie exemplaren aan de aanbestedende overheid ter attentie van de leidend ambtenaar. Deze documenten moeten door het bestuur worden goedgekeurd vooraleer een factuur kan ingediend worden, zoals beschreven in art. 15 (AAV). ........................................................ 15 ART. 75, §1 (AAV) BOETEN WEGENS LAATTIJDIGE UITVOERING .................................................... 16 ART. 102 (AAV) TAALGEBRUIK ................................................................................................................... 16

III. TECHNISCHE BEPALINGEN ................................................................................................................... 17 III.1 Situering .......................................................................................................................................................... 17 III.2 Omschrijving van de opdracht...................................................................................................................... 18 III.3 Planning, organisatie en opvolging van de opdracht ................................................................................ 23

2


IV. OFFERTEFORMULIER .............................................................................................................................. 24 BESTEKNR. WL/08/15 ..................................................................................................................................... 24 V. INVENTARIS ................................................................................................................................................. 28

3


I ALGEMENE BEPALINGEN(1) I.1 AANBESTEDENDE OVERHEID Deze opdracht wordt uitgeschreven door het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de Vlaams minister bevoegd voor de havens. De administratieve entiteit die met de opvolging van deze opdracht is belast, is: Vlaamse Overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Waterbouwkundig Laboratorium (WL) Afdelingshoofd, Frank Mostaert Adres: Tel.: Fax.: E-mail:

Berchemlei 115, 2140 Borgerhout 03/224 60 35 03/224 60 36 [email protected]

Alle briefwisseling met betrekking tot deze opdracht moet naar die entiteit worden gestuurd. Inlichtingen betreffende de opdracht kunnen bekomen worden bij Jan de Schutter of Hans Vereecken op bovenvermeld adres, tijdens de kantooruren van 09.15 uur tot 11.45 uur en van 13.45 uur tot 16.00 uur. Inzage van relevante documenten, over een aantal aspecten vermeld in III. Technische bepalingen, is mogelijk na afspraak op het bovenvermelde adres, en tijdens de kantooruren. Hiertoe kan de geïnteresseerde inschrijver zich richten tot Jan de Schutter, met vermelding van de onderwerpen waarover inzage van informatie gewenst is. I.2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE VAN DE OPDRACHT Deze opdracht is een opdracht voor aanneming van diensten in de zin van Art. 5 van de Wet van 24 december 1993. De opdracht omvat de wetenschappelijke ondersteuning bij het sedimentonderzoek in het Waterbouwkundig laboratorium (WL). Het sedimentologisch onderzoek aan het WL houdt onder meer ook in dat gezocht wordt naar de bronnen van sediment in het Scheldebekken. Op dit ogenblik loopt een proefproject waarbij via de techniek van sedimentfingerprinting getracht wordt de bronnen van sediment in een stroomgebied te achterhalen. Een weinig beschreven bron van sediment is de vorming van autigeen sediment. In eerder onderzoek aan het WL werd dit fenomeen al beschreven voor de Kleine Nete. In het huidige onderzoeksvoorstel is het de bedoeling om dit fenomeen algemener te onderzoeken en het bestaande rekenmodel “MARS” verder te ontwikkelen.

(1)

Als dit bestek spreekt over gunnings- of aanbestedingsdocumenten, dan bedoelt men daarmee het bestek, de plannen en alle bijhorende documenten die gediend hebben als basis van de offerte.

4


De opdracht wordt meer in detail beschreven onder III. Technische bepalingen. I.3. GUNNINGSWIJZE EN OPENING VAN DE OFFERTES De gunning van deze opdracht geschiedt bij wijze van algemene offerteaanvraag. De opening van de offertes gebeurt in openbare zitting op 13 november 2008 om 11.00 uur. De plaats van opening is: Vlaamse Overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Waterbouwkundig Laboratorium Berchemlei 115, 2140 Borgerhout. Indien de offertes worden verstuurd per post, moet dit gebeuren als aangetekend stuk en wordt de eerste omslag met de bieding geschoven in een tweede gesloten omslag met opgave van het hierboven vermelde adres. Op beide omslagen worden de volgende inlichtingen vermeld: - inschrijving voor bestek nr. WL/08/15 - de vermelding “NIET OPENEN” I.4. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE BEPALINGEN Zijn op deze opdracht van toepassing:

Wet van 24 december 1993 (BS van 22.1.1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;

KB van 8 januari 1996 (BS van 26.1.1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;

KB van 26 september 1996 (BS van 18.10.1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en zijn bijlage, zijnde de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken;

alle wijzigingen en aanvullingen op voorvermelde KB’s – wet.

Bij verwijzing naar het KB van 8 januari 1996 zal duidelijkheidshalve steeds melding worden gemaakt van de afkorting “KB”. Bij verwijzing naar het KB van 26 september 1996 zal duidelijkheidshalve steeds melding worden gemaakt van de afkorting “A.U.R.”. Bij verwijzing naar de bijlage van het KB van 26 september 1996 zal duidelijkheidshalve steeds melding worden gemaakt van de afkorting “A.A.V.”. 5


I.5. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN Geen. I.6. BEPALINGEN VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN De bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan dit bestek afwijkt, zijn: nihil.

6


II ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN(2) A. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8.1.1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN Art. 68, 69, 70, 71, en 72 (KB) KWALITATIEVE SELECTIE De kwalitatieve selectie gebeurt op basis van financiële en technische referenties van het bedrijf of instituut, en de personen die het project zullen uitvoeren. Voor buitenlandse inschrijvers wordt bij deze offerte desgevallend een attest (ev. attesten) gevoegd, in overeenstemming met art. 90, § 3 van het KB van 8 januari 1996. ART. 69 en 69 bis. De inschrijver toont aan dat hij zich niet in één van de gevallen van uitsluiting volgens art. 69 bevindt, de aanbestedende overheid zal dit zelf nagaan door het opvragen van een recent attest van Sociale Zekerheid. De inschrijver van niet Belgische nationaliteit moet volgens artikel 90 § 4 van voornoemd KB bij de inschrijving een attest voegen, uitgereikt door de bevoegde overheid in zijn land, waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen ten aanzien van de betaling van bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. ART. 70. Zijn financiële en economische draagkracht toont hij aan door het voorleggen van:

een passende bankverklaring, uitgeschreven door de bank, waarin zij haar vertrouwen in de solvabiliteit van de inschrijver uitdrukt;

een bewijs van verzekering tegen beroepsrisico’s.

ART. 71. Zijn technische bekwaamheid toont hij aan door het voorleggen van:

een lijst van projecten en onderzoeken, gedurende de laatste 3 jaar, die verband houden met het sedimentologisch onderzoek en de chemie van autigeen gevormd sediment. Speciatie onderzoek, en modellering van speciatieprocessen is hierbij een belangrijk onderzoeksdomein. Naast het chemische luik van het onderzoeksproject dat hier wordt uitgeschreven, is ook het hydrologische en hydraulische luik van groot belang bij de vorming van autigene sedimenten via toestroming van water van sterk verschillende herkomst (grondwater, zoet- zout oppervlaktewater). Uit de opgave van onderzoeksprojecten in dit domein moet de opgebouwde en gehonoreerde expertise blijken. In de referentielijst dient vermeld te worden: het jaartal van de uitvoering of publicatie, de titel, indien van toepassing de aanbestedende publiek- of privaatrechtelijke instantie, de contactpersoon. Eveneens wordt bij de offerte een korte nota gevoegd

(2)

de nummers van de artikels waarnaar wordt verwezen, stemmen overeen met de nummers van de artikels van het KB van 8.1.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken , leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en het KB van 26.9.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en van de algemene aannemingsvoorwaarden als bijlage bij laatst genoemd besluit.

7


die inzicht geeft in de ervaring van de inschrijver en de voorgestelde kernpersoon(en) voor de uitvoering van de opdracht. Indien beroep gedaan wordt op onderaannemers, dienen bij de betrokken personen de naam en het adres van de onderaannemer expliciet vermeld te worden. Tevens dient een schriftelijke verbintenis van de onderaannemers bijgevoegd te worden met een exacte omschrijving van hun opdracht alsook de waarde in Euro van de opdracht die hem zal toegewezen worden. Voor elke onderaannemer waarop beroep wordt gedaan, wordt eveneens de technische bekwaamheid aangetoond door het voorleggen van de hierboven beschreven gegevens. Op die manier verkrijgt het bestuur een globaal beeld van de technische capaciteit van het volledige projectteam. Bij de kwalitatieve selectie zal eveneens rekening gehouden worden met de technische referenties van de voorgestelde onderaannemers volgens de financiële waarde van hun deelopdracht in het volledige project. Het is de inschrijver verboden, na de toewijzing van de opdracht nog wijzigingen aan te brengen aan de voorgestelde dienstverleners of onderaannemers, tenzij na instemming van de aanbestedende overheid op basis van een daartoe gemotiveerde schriftelijke aanvraag aan de aanbestedende overheid. Hierbij moet zowel de identiteit van de dienstverlener(s) of onderaannemer(s), als van het daarvoor ingezette personeel van deze, evenals de kwalificaties expliciet worden opgegeven. Alleen de inschrijver blijft echter aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij dergelijke opdrachten aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele rechtsband met derden verbonden. ART. 78. ONVERENIGBAARHEDEN Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden, zoals bedoeld in dit artikel. ART. 86. EN 87. PRIJSBEPALING EN PRIJSONDERZOEK Deze opdracht is een opdracht voor globale prijs. De inschrijvers zijn ertoe gehouden voor de gunning van de opdracht alle inlichtingen te verstrekken om de aanbestedende overheid in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. ART. 89. EN 90. VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE Art. 89. De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte en inventaris moet invullen op het bij het bestek behorende formulier. Op elke offerte of inventaris die op een ander document is opgemaakt, moet de inschrijver bovenaan ieder document de volgende verklaring vermelden: “Ik, ondergetekende ………………, verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens volstrekt overeenstemmen met de vermeldingen van het bij het bestek behorende formulier en inventaris en neem daarvoor de volledige verantwoordelijkheid op.” 8


De offerte en inventaris worden in drievoud ingediend, waarvan telkens één de vermelding “origineel” draagt. Art. 90. Alle bescheiden en nota’s die bij de offerte worden gevoegd, moeten worden gedagtekend en ondertekend onder de vermelding: “Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden”. De inschrijver voegt bij zijn offerte minimum de volgende zaken:

Het ingevulde, gedagtekende en ondertekende offerteformulier en de bijhorende inventaris;

De opgave van de dagprijs waaruit de inschrijvingsprijs is afgeleid. Door de inschrijver wordt bij de offerte een gedetailleerde staat gegeven van de inschrijvingsprijs van de opdracht. Deze staat omvat een gedetailleerde samenstelling van de kosten in het toegepaste dagtarief. Dit dagtarief is inclusief alle administratiekosten en logistieke kosten (o.m. verzekering) voor de tewerkstelling van de onderzoeker binnen de studieopdracht.

De gevraagde documenten in A. – ART. 69-70-71 Kwalitatieve selectie die aantonen dat de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting bevindt en die de technische bekwaamheid van de inschrijver aantonen. Deze vormen de basis voor de kwalitatieve selectie van de inschrijvingen.

Het cv en eventueel andere attesten die de kennis en ervaring van de voorgestelde onderzoeker (kernpersoon) aantonen. gunningscriterium 1.

Een lijst met nominatieve opgave van de personen die kunnen ingeschakeld worden als backup door de dienstverlener. Deze lijst bestaat eveneens uit een opgave van (1) de naam, (2) cv, (3) de diploma’s en de getuigschriften, (4) de specifieke ervaring op de verschillende domeinen die aan bod komen in de opdracht. Deze lijst zal eveneens gebruikt worden voor de beoordeling van gunningscriterium 1.

De bewijzen van de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) van de offerte.

Elke wijziging, toevoeging of schrapping aan de essentiële voorwaarden van de offerte (prijzen, termijnen, technische voorwaarden) moeten gehandtekend worden (en niet geparafeerd) door de persoon die de offerte ondertekend heeft. ART. 100. PRIJSOPGAVE De belasting over de toegevoegde waarde wordt in een afzonderlijke post van de inventaris vermeld om bij de prijs van de offerte te worden gevoegd. ART. 102. TAALGEBRUIK De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de aanbestedende overheid.

9


Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, wordt een beëdigde vertaling in het Nederlands bijgevoegd. ART. 113 VARIANTEN Varianten zijn niet toegestaan.

ART.115. GUNNINGSCRITERIA EN VARIANTEN De gunningcriteria zijn [tussen haakjes staat de belangrijkheidswaarde die in de evaluatiemethode aan het criterium zal gegeven worden]: -

-

[extreem belangrijk] Het onderzoeksplan dat door de inschrijver wordt voorgesteld. In het onderzoeksplan zijn minimaal opgenomen: - De onderzoeksdomeinen van het project en de logische fasering van de onderzoeksstappen, - De uitwerking van het theoretische en experimentele luik, - De uitwerking en de voorstellen voor de toepassing in de praktijk, - De mate waarin het resultaat van het onderzoek zal beantwoorden aan het verwachte resultaat, aangegeven onder III. Technische bepalingen: - Minimaal resultaat - Maximaal resultaat [zeer belangrijk] Het bedrag van de offerte. [zeer belangrijk] De uitvoeringstermijn.

Voor de evaluatie van de offertes, kan de overheid bijkomende algemene of specifieke vragen stellen aan één of meerdere inschrijvers, ten einde de vereiste duidelijkheid te bekomen betreffende de opbouw van de prijzen en/of meer algemeen de inhoud van de voorstellen.

ART.116. GESTANDDOENINGSTERMIJN VOOR DE INSCHRIJVERS De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van 160 kalenderdagen, vanaf de dag na de opening van de offertes.

10


B. KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.9.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT (ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN)

B.1. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN MET TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.9.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN ART. 2. (AUR) TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN De berichten en terechtwijzingen die minstens zeven dagen voor de datum, bepaald voor de opening van de offertes, in het Bulletin der Aanbestedingen en het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap zijn verschenen maken integraal deel uit van de contractuele bepalingen. Er zijn verder geen specifieke documenten van toepassing op deze dienstverlening. ART. 4. EN 5. (AUR) BETALINGSMODALITEITEN EN VOORSCHOTTEN De betalingsaanvragen worden gezonden aan het Waterbouwkundig Laboratorium, Berchemlei 115, B-2140 Antwerpen. Elk berekend totaalbedrag in Euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt. De diensten worden betaald na oplevering van elke deelopdracht. De aannemer die beroep doet op een onderaannemer moet de modaliteiten van de opdracht met betrekking art. 15 (AAV) kenbaar maken aan deze onderaannemer bij het sluiten van de overeenkomst met deze laatste. De onderaannemer heeft het recht om zich ten aanzien van de inschrijver te beroepen op deze bepalingen om van hem de betaling te vorderen van de sommen, verschuldigd voor de werken, leveringen en diensten ter uitvoering van de opdracht. Er worden geen voorschotten betaald. De betalingen gebeuren ten laatste 50 kalenderdagen na het indienen van de factuur te rekenen vanaf de dag waarop de keuringsformaliteiten werden beëindigd, zo de aanbestedende overheid tezelfdertijd in bezit is van de regelmatig opgemaakte factuur evenals van de andere eventueel vereiste bescheiden. Het opgetreden tijdverlies door verkeerde adressering komt op rekening van de inschrijver. Zo de vastgestelde termijn van betaling wordt overschreden heeft de inschrijver recht op een intrest berekend naar rato van het aantal kalenderdagen vertraging en tegen de wettelijke rentevoet. 11


B.2. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN DE BIJLAGE: ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN

ART 1. (AAV) OMSCHRIJVING VAN DE LEIDING EN HET TOEZICHT OP DE UITVOERING De leidende ambtenaar is de vertegenwoordiger en woordvoerder van de aanbestedende overheid in haar betrekkingen met de dienstverlener. Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat uit: 1. de technische en administratieve opvolging van de diensten tot en met de oplevering; 2. de aanvaarding van de geleverde diensten; 3. het nazicht van de facturen; 4. het opstellen van de processen-verbaal; 5. de opleveringen; 6. het instaan voor het bestendige toezicht op de prestaties. Dit toezicht omvat het geven van onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de gunningdocumenten onvolledig of onduidelijk zijn. Alle briefwisseling aan de aanbestedende overheid in verband met de uitvoering van de opdracht, moet geadresseerd worden aan dr. F. Mostaert, afdelingshoofd Waterbouwkundig Laboratorium, Berchemlei 115, B-2140 Borgerhout-Antwerpen, België. ART. 2 (AAV) ORGANISATIE EN DRAAGWIJDTE VAN HET TOEZICHT Het Waterbouwkundig Laboratorium is belast met het toezicht op de uitvoering van deze opdracht. Het WL vergadert een eerste maal met de dienstverlener na de gunning van de opdracht om de werkwijze en het tijdsschema te bespreken. Daarna wordt er enkel vergaderd als daartoe de noodzaak bestaat bv. op belangrijke beslissingsmomenten. ART. 5, §1 (AAV) BEDRAG VAN DE BORGTOCHT Voor deze opdracht wordt een borgtocht geëist van 5% van de oorspronkelijke aannemingssom (excl. BTW). Het aldus bekomen bedrag wordt naar het hogere tiental afgerond. ART. 5, §3 (AAV) BORGTOCHTSTELLING EN BEWIJS VAN BORGTOCHTSTELLING De dienstverlener moet binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht, het bewijs leveren dat hij of een derde de borgtocht heeft gesteld in overeenstemming met ART. 5 §3 van de AAV. Het bewijs van de borgtochtstelling dient opgestuurd te worden aan: Vlaamse Overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Waterbouwkundig Laboratorium Berchemlei 115 12


2140 Borgerhout ART. 9, §2 (AAV) VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT De borgtocht wordt vrijgegeven na de definitieve oplevering van de opdracht. ART.13 , §2. (AAV) PRIJSHERZIENING De eenheidsprijzen van de geleverde prestaties, uitgezonderd de factuurbetalingen, worden maandelijks herzien door ze met zoveel keer twee procent te verhogen als de wedden van het overheidspersoneel na de aanvangsdatum van de opdracht worden aangepast aan de levensduurte. De inschrijvingsposten omvatten alle kosten. ART. 14 § 2 (AAV) INTELLECTUELE RECHTEN De dienstverlener gebruikt alle gegevens en inlichtingen van de aanbestedende overheid enkel in het kader van deze opdracht. De dienstverlener verbindt er zich toe de geheimhouding te verzekeren van de resultaten die ten gevolge van het onderzoek worden bekomen. De uitgangsproducten, de tussenproducten en de eindproducten worden bij de oplevering de uitsluitende eigendom van de aanbestedende overheid. Nochtans mag de dienstverlener op zijn kosten, de strikt wetenschappelijke aspecten van zijn bijdrage die uit de overeenkomst voortvloeien, publiceren, in zoverre hij hiervoor expliciet de voorafgaande schriftelijke toelating heeft verkregen van de aanbestedende overheid en wanneer hij melding maakt van het feit dat de studie de eigendom is van de aanbestedende overheid. De inschrijver dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter van de gegevens en meetresultaten te doen bewaren door zichzelf en door eenieder die er toegang toe heeft. De dienstverlener staat borg, zonder beperking van bedrag, voor elk verhaal dat een derde zou stellen wegens niet-eerbiedigen van de intellectuele rechten van deze derde. ART. 15 (AAV) BETALINGEN De dienstverlener bezorgt zijn gedetailleerde staten aan de aanbestedende overheid ter attentie van de leidende ambtenaar. Deze documenten worden opgemaakt telkens bij de beëindiging van volgende belangrijke onderdelen van de studieopdracht: A Theoretische en modelmatige beschrijving speciatieprocessen, en de experimentele toetsing van gemodelleerde speciatie onder labo condities, B Experimentele toetsing van de stabiliteit van gemodelleerde species onder verschillende afvoeren, C Bepalen van de impact van parameterkeuze en modelkeuze voor de grondwaterstroming naar de rivier, D Onderzoek naar mogelijke aquifers (chemische samenstelling, beschikbaarheid gegevens, beschikbaarheid modelberekeningen enz.) die kansrijk zijn i.v.m. vorming van vaste species bij intrede in oppervlaktewater, E Beschikbaarheid van een gekoppeld model “MARS” tussen het chemisch speciatiemodel en het grondwatervoedingsmodel, F Beschikbaarheid van de rekenmodule “MARS”, als nieuwe bronterm voor autigeen anorganisch sediment in bestaande sedimenttransport modellen.

13


De betalingen zullen telkens gebeuren aan de hand van een rekennota, aangevuld met bijkomende stukken ter staving van eventueel gemaakte kosten. De rekennota geeft telkens aan welk deel van het hoofdbedrag kan uitbetaald worden. Deze staten moeten door het bestuur worden goedgekeurd. Na goedkeuring dienen zij als basis voor het indienen van de factuur. De extra diensten die op schriftelijk bevel van de aanbestedende overheid worden uitgevoerd worden opgenomen in bisstaten en met afzonderlijke schuldvordering ingediend. Voor de betaling van extra diensten bij toepassing van art. 42 (AAV) dient de aldus gedateerde en ondertekende schuldvordering uitdrukkelijk te verwijzen naar het geschreven bevel van de aanbestedende overheid tot uitvoering van de bijwerken. Zo nodig worden de ten onrechte toegepaste herzieningen gerectificeerd bij de latere betalingen. Onder eindvereffening wordt verstaan: de laatste betaling van de uitgevoerde diensten die als zodanig door de aanbestedende overheid is aangegeven. De betalingen geschieden tegen voorlegging van een factuur. De betalingen gebeuren ten laatste 50 kalenderdagen na het indienen van de factuur te rekenen vanaf de dag waarop de keuringsformaliteiten werden beëindigd, zo de aanbestedende overheid tezelfdertijd in bezit is van de regelmatig opgemaakte factuur evenals van de andere eventueel vereiste bescheiden. Het opgetreden tijdverlies door verkeerde adressering komt op rekening van de inschrijver. Zo de vastgestelde termijn van betaling wordt overschreden heeft de inschrijver recht op een intrest berekend zoals voorzien in art. 15 §4 (AAV). De facturen van prestaties door derden worden, verhoogd met een toeslag van 10% (voor algemene onkosten en winst), terugbetaald door de aanbestedende overheid. Zij worden behoorlijk verantwoord aan de hand van de facturen en worden ingediend naarmate de prestaties geleverd zijn. Voor deze inschrijving wordt ervan uitgegaan dat de inschrijver deze 10% al heeft ingerekend in zijn eenheidsprijzen. Intrest voor achterstallige betalingen: Er wordt uitdrukkelijk afgeweken van de bepalingen van art. 1254 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de toerekening van de betalingen. Elke betaling wordt dan ook bij voorrang toegerekend op de hoofdsommen en pas daarna op de intresten. ART.18 (AAV) RECHTSVORDERINGEN Het Belgische recht is van toepassing op deze opdracht. Elke rechtsvordering van de dienstverlener wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding. ART. 19, §1 (AAV) OPLEVERINGEN De kosten van de prestaties die in verband met de opleveringen worden geleverd door derden, worden ten laste van de dienstverlener aangerekend tegen de door deze derden gefactureerde kostprijs.

14


De kosten van de prestaties die de dienstverlener in verband met de oplevering zelf uitvoert, blijven te zijnen laste. ART. 67 (AAV) ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN De kosten verbonden met het inwinnen van de nodige gegevens in het kader van de opdracht zijn volledig in de inschrijvingsprijs begrepen. De kosten verbonden met het houden van overlegvergaderingen op tijdstippen wanneer de aanbestedende overheid dit nodig acht, de hieraan verbonden verplaatsingskosten, administratie- en secretariaatskosten, telefoonkosten, verzendingskosten,... zijn volledig in de inschrijvingsprijs begrepen. Daarnaast zijn ook alle kosten voor het experimentele onderzoek in de inschrijvingsprijs begrepen. De verzekering tegen risico's, ook bij verplaatsingen voor eventuele monitoring activiteiten op het terrein, of andere verplaatsingen in het kader van de opdracht, is in de inschrijvingsprijs begrepen. ART. 69 § 1 (AAV) VASTE OF MINIMALE HOEVEELHEDEN Wanneer vaste of minimale hoeveelheden niet worden besteld heeft de dienstverlener recht op een schadevergoeding van 10% van het te weinig bestelde bedrag zonder BTW doch slechts in die mate dat de vermindering niet gecompenseerd is door de bestelling van aanvullende diensten. Onder “vaste of minimale hoeveelheden” wordt hier verstaan 75% van het globale bedrag zoals opgenomen in het inschrijvingsformulier. De dienstverlener is verplicht om gevolg te geven aan alle toevoegingen, weglatingen en wijzigingen van de opdracht, die de aanbestedende overheid in de loop van de uitvoering beveelt en die samenhangen met het voorwerp van de opdracht en binnen de perken ervan blijven. Van zodra de weerslag van de bevelen in méér, meer dan 50% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom, is de dienstverlener niet meer tot de verdere uitvoering van die bevelen verplicht. ART. 69 § 3 (AAV) UITVOERINGSMODALITEITEN De volledige uitvoeringstermijn bedraagt maximaal 18 maanden. Indien de uitkomsten van de studie zo belangrijk zijn dat verder onderzoek wenselijk is, kan tot een uitbreiding van de opdracht besloten worden. Omdat een belangrijk deel van de studie uit een experimenteel luik bestaat, en waartoe op het WL niet de faciliteiten bestaan, zal de studieopdracht uitgevoerd worden bij de opdrachtnemer die duidelijk aantoont dat hij over de noodzakelijke onderzoeksinfrastructuur beschikt. Via regelmatig overleg en rapportage toont de opdrachtnemer de vorderingen van zijn werk. Bij eventuele bijkomende opdrachten kan de aanbestedende overheid beslissen dat de kernpersoon zijn opdracht gedeeltelijk uitvoert binnen het Waterbouwkundig Laboratorium. Voor deze bijkomende opdrachten zal een afzonderlijke uitvoeringstermijn worden bepaald. De aanbestedende overheid zal per brief aan de inschrijver aan wie de opdracht gegund wordt de datum van het aanvangsbevel meedelen. ART.74, §2 (AAV) OPLEVERING Bij elke beëindiging van een belangrijk deel van het onderzoek, zoals aangegeven in art. 15 (AAV), bezorgt de dienstverlener een gedetailleerde nota op basis van de geleverde prestaties, in drie exemplaren aan de aanbestedende overheid ter attentie van de 15


leidend ambtenaar. Deze documenten moeten door het bestuur worden goedgekeurd vooraleer een factuur kan ingediend worden, zoals beschreven in art. 15 (AAV).

ART. 75, §1 (AAV) BOETEN WEGENS LAATTIJDIGE UITVOERING Alle voorschriften betreffende de boetes wegens laattijdige uitvoering treden van rechtswege in werking zonder enige kennisgeving of bericht. De berekening van de boetes geldt zowel voor de afzonderlijke deelopdrachten als de totale opdracht. De boeten worden berekend naar rato van 0,07% per kalenderdag vertraging, met een maximum van 5% van de waarde van de diensten waarvan de uitvoering met dezelfde vertraging gebeurde. De boetes worden afgehouden van de eerstvolgende betaling en/of betalingsaanvraag. ART. 102 (AAV) TAALGEBRUIK De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de aanbestedende overheid gedurende de uitvoering van de opdracht.

16


III. TECHNISCHE BEPALINGEN III.1 Situering De opdracht die dient uitgevoerd te worden kadert binnen de taak van het Hydrologisch Informatiecentrum (HIC). Het is de taak van het HIC om alle beschikbare hydrologische gegevens te integreren ten behoeve van de eigen overheid en van derden. Deze functie kadert in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering, namelijk: “De bescherming van de bevolking tegen overstromingen wordt gerealiseerd door op een gecontroleerde manier ruimte te geven aan de rivier en door het herstel van de vroegere valleigebieden. Bij de afbakening van overstromingsgebieden wordt rekening gehouden met volgende criteria: waterhuishouding, kostenefficiëntie en rationeel en zuinig grondgebruik”. Sedimentatie in de rivier en overstromingsgebieden (incl. GGG/GOG) maakt hier integraal deel van uit: zowel naar probleemstelling als naar mogelijke oplossingen. Deze oplossingen kunnen gevonden worden in het watersysteem zelf of daarbuiten in de vorm van gecontroleerde slib- en baggerstorten, hergebruiktoepassingen als bodem of bouwstof enz. De opdracht sluit eveneens aan bij het ontwerp van sectoraal Uitvoeringsplan Bagger- en Ruimingsspecie (Vlaamse regering, vergadering van vrijdag 1 juni 2007, punt 23), waarin o.m. gesteld wordt dat moet getracht worden om de sedimentaanvoer te verminderen, en dat via monitoring de vorderingen moeten opgevolgd worden (actie 2.3 onder het luik preventie). Deze doelstelling komt tot uiting in de Beleidsnota van minister Kris Peeters (2004), toen bevoegd minister voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur (strategische doelstelling 1: Bescherming tegen wateroverlast en / of watertekort (= waterbeheersing)). Specifiek bouwt het HIC volgende doelstellingen uit: 1. Onderbouwen van waterbeheersingplannen Nieuwe waterbeheersingplannen zullen worden opgesteld op basis van een beveiliging tegen schade i.p.v. een beveiliging tegen hoogwater. Het HIC zorgt voor de wetenschappelijke onderbouwing voor deze waterbeheersingplannen die een maatschappelijk en technisch aanvaardbaar veiligheidsniveau beogen. 2. Ondersteuning van het zoetwaterbeheer Het HIC verzorgt het technisch-wetenschappelijk onderzoek ter onderbouwing van een duurzaam en integraal waterpeilbeheer zodat aan alle functies van de waterweg maximaal voldaan wordt. 3. Leveren van dagelijkse hydrologische voorspellingen Het HIC zal aan de hand van alle beschikbare gegevens en numerieke modellen het RIS continu en, in geval van crisis, permanent informeren over de stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen op de bevaarbare waterwegen. 4. Uitvoeren van regionale hydrologische studies Het HIC zal op vraag van de eigen administratie of voor derden hydrologische studies uitvoeren en/of coördineren, begeleiden en controleren. 5. Leveren van gegevens, expertise en adviezen

17


Op vraag van klanten stelt het HIC zijn gegevens en expertise ter beschikking voor de onderbouwing van het beleid en de uitvoering van het beheer van de waterlopen. Ter ondersteuning van al deze doelstellingen heeft het HIC een hydrologische databank HYDRA ontwikkeld. In deze databank zitten historische en actuele terreinmeetgegevens van o.m. waterpeilen en debieten, maar ook sedimentgegevens. Naast terreinmeetgegevens worden ook in belangrijke mate data gegenereerd in het sedimentologische laboratorium van het WL. In deze opdracht zal ondersteuning geboden worden bij het genereren van labogegevens en om de kwaliteit van deze sedimentologische gegevens te verbeteren. Het WL exploiteert al sinds 1999 een sedimentmeetnet verspreid over verschillende stroomgebieden in het Scheldebekken. Dit meetnet wordt nog uitgebreid en verder gemoderniseerd. Parallel met de aanpassingen op het terrein wordt ook geïnvesteerd in het sedimentologisch laboratorium: nieuwe apparatuur met een breder werkingsgebied, nieuwe meetmethoden en procedures worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Stalen rivierwater (water met gesuspendeerd sediment) die routinematig worden verzameld ( via autosamplers en schepstalen) worden wekelijks naar het labo gebracht, waar ze worden onderzocht op o.m. sedimentconcentratie, deeltjesgrootte, organische stof, dichtheid, vorm enz.. Op bepaalde tijdstippen worden op de grote rivieren ook uitgebreide meetcampagnes gehouden (diepte- en breedte integrerende staalname) om de totale sedimentflux over een meetsectie te bepalen. Soms lopen deze campagnes samen met monitoringcampagnes naar de kwaliteit van de zwevende stof, in het kader van een onderzoeksproject “sedimentfingerprinting”, samen met de VMM. Daarnaast worden op geregelde tijdstippen nog extra meetcampagnes georganiseerd: b.v. 13uurs (tijgebonden) metingen op de Schelde. Er worden tevens meetinspanningen geleverd bij overstromingsgebieden (GOG/GGG-gebieden) zoals het Lippenbroek.

III.2 Omschrijving van de opdracht

1. Achtergrond Interactie van water dat in de natuur voorkomt, doch met (sterk) verschillende samenstelling (redoxpotentiaal, pH, ionensamenstelling, zoet-zout enz.), kan aanleiding geven tot chemische neerslagreacties. De gevormde neerslagproducten induceren vervolgens dikwijls tal van sorptiereacties. Vanuit eerder onderzoek aan het WL3 is bovendien gebleken dat in bepaalde situaties dit type reacties aanleiding kunnen geven tot de vorming van aanzienlijke hoeveelheden autigeen sediment, in een rivier. Het Fe-S-O reactiesysteem is hierbij wellicht dominant, doch ook andere systemen kunnen in bepaalde gevallen belangrijk zijn bij de vorming van onoplosbare species en de vorming van riviersediment. 3

Estimating and modeling the annual contribution of authigenic sediment to the Total suspended sediment load in the Kleine Nete Basin, Belgium, Sedimentary Geology (Elsevier), 2007

18


2. Doelstelling Sedimentatie in rivieren en kanalen vormt dikwijls een groot maatschappelijk en milieukundig probleem, en dit zowel door de omvang als de samenstelling en contaminatie van het materiaal. Daarom is het essentieel om alle relevante bronnen van sediment in beeld te brengen. In specifieke omstandigheden, die op dit ogenblik nog niet goed kunnen beschreven worden omdat de kennis daartoe ontbreekt, kan autigeen gevormd sediment een belangrijke bron van sediment zijn. De opzet van de studieopdracht is de theoretische kennis en inzicht verschaffen waarbinnen dit type van precipitatiereacties kunnen optreden in oppervlaktewater. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de range in de samenstelling van in de natuur voorkomende water (rivierwater, grondwater, regenwater enz.) en de geohydrologische kenmerken van een aquifer. De ontwikkelde kennis moet het mogelijk maken om het bestaande model “MARS”4 verder te optimaliseren en breder toepasbaar te maken. 3. Inhoudelijke beschrijving van de opdracht 3.1. Chemisch speciatieonderzoek De nodige kennis specifiek naar het ontstaan van onoplosbare species in oppervlaktewater, zal zowel experimenteel als theoretisch en modelmatig moeten vergaard worden. Indien noodzakelijk zal ook met synthetisch samengesteld water worden gewerkt om bijvoorbeeld duidelijkheid te krijgen over de relatie tussen vorming van colloïdale deeltjes en de verdere groei door sorptieverschijnselen en flocculatie. In principe gaat dit onderzoek in de eerste plaats over de abiotische factoren van invloed op de speciatie fenomenen. Dit belet niet dat, waar dit bijzonder belangrijk is, ook biotische factoren worden meegenomen in het onderzoek. Het onderzoek zal zich zowel toespitsen op interacties tussen enerzijds grondwater– zoetwatersystemen, en anderzijds op interacties zoetwater- zoutwatersystemen. Modelmatig beschreven precipitatiereacties zullen experimenteel moeten getoetst worden zowel naar samenstelling en aard van de gevormde species, als naar het rendement waarmee deze species gevormd worden in functie van de milieuomstandigheden. Verwacht wordt dat de redoxpotentiaal, pH, saliniteit, koolzuurevenwicht, ionsamenstelling temperatuur enz. een belangrijke rol zullen spelen in deze speciatieprocessen. Daarnaast zullen wellicht ook fysische factoren zoals coagulatie en floculatie een rol spelen in de effectieve vorming van sedimenteerbaar materiaal. Concreet zullen volgende stappen deel uitmaken van de onderzoeksopdracht: • Bepalen van de determinerende processen en parameters die onder natuurlijke omstandigheden vaste species in oppervlaktewater doen ont4

MARS: Model for Authigenic River Sediments

19


• • • •

staan, en deze modelmatig beschrijven. Het opstellen van deze modellen is een belangrijke doelstelling binnen de opdracht; Speciatieonderzoek onder deze omstandigheden; Bepalen van de range in ionensamenstelling van natuurlijke grond- en oppervlaktewateren, met nadruk op de Vlaamse situatie maar indien relevant ook daarbuiten. Bepalen van de effecten van (kortstondige) beluchting van eerder begraven (gesedimenteerde) species bij erosie van de rivierbedding; Kwantitatieve bepaling van de effecten van de optredende oxidatiereductiereacties op de speciatie van vaste species en de zuurstofhuishouding van het oppervlaktewater, en dit zowel onder normale- als extreme rivierafvoeren. Daartoe kan de opdrachtnemer gebruik maken van de voor enkele rivieren beschikbare 15-minuut monitoringresultaten, gemeten bij diverse debieten voor o.m. pH, redoxpotentiaal, sedimentconcentratie, zuurstofconcentratie enz. Bij deze studie speelt o.m. ook de ouderdom van de in suspensie gebrachte species.

3.2. Fysische interactie grondwatersysteem met het oppervlaktewatersysteem De interacties en stofuitwisseling tussen beide watersystemen moet pragmatisch benaderd worden doch voldoende gedetailleerd opdat de grondwaterstroming richting oppervlaktewater modelmatig kan meegenomen worden in het verder te ontwikkelen MARS model. Dit wil zeggen dat in functie van de beschikbaarheid van gegevens moet kunnen gekozen worden tussen een ruimtelijk gedifferentieerd model of een niet ruimtelijk gedifferentieerd model (bv. Bepaling grondwatercomponent via splitsing in deelstromen). De eerste benadering betekent dat de modellering van autigeen sediment in rivierknooppunten kan opgesplitst worden in functie van de grondwatercomponent en de watervoerende laag, terwijl de tweede benadering een globale weergave van het riviersysteem inhoudt. Anders gezegd: het chemische speciatiemodel moet gekoppeld kunnen worden aan het waterstromingsmodel zodanig dat het niet uitmaakt met welke graad van detaillering dit stromingsmodel is opgebouwd. In principe kan daarbij gekozen worden tussen 1D, 2D en 3D modelopbouw. In het beste geval wordt een (lokaal) 3D grondwatermodel opgesteld dat de uitwisseling in de verschillende knooppunten van de waterloop simuleert. De berekende debieten dienen dan als input voor het Speciatiemodel. De mogelijkheden en beperkingen van beide benaderingen zullen moeten geïllustreerd worden aan de hand van een theoretische benadering, maar ook een praktijkbenadering aan de hand van beschikbare gegevens. Modelmatige berekening zal, in functie van de beschikbaarheid van de gegevens, uitgevoerd worden op 2 zoetwatersystemen en één brakwatersysteem. De bedoeling van deze modelberekening is niet noodzakelijk om een gekalibreerd en gevalideerd model te krijgen, dan wel de mogelijkheden en beperkingen van de aanpak te illustreren. Dit luik van het onderzoek moet zicht bieden op het belang en de noodzakelijkheid om de grondwatercomponent gedetailleerdheid mee te nemen en te modelleren. 20


3.3. Fysische interacties binnen het oppervlaktewatersysteem Eenmaal uit de menging van verschillende watersystemen (grondwater – oppervlaktewater en zoet – zout) chemische precipitaten gevormd werden, zullen deze deeltjes onderhevig zijn aan fysische krachten die mee hun gedrag bepalen: coagulatie en flocculatie, sedimentatie en transport enz. In de literatuur5 worden verschillende sedimenttransport modellen beschreven die dit fysische gedrag beschrijven. De opdracht houdt ook in dat de mogelijkheden worden nagegaan om autigeen gevormd sediment, te implementeren in één of meerdere van deze modellen. Hierbij wordt zowel gekeken naar 1D, 2D als 3D modellen. Concreet zal o.m. nagegaan worden of dit inhoudt dat een nieuwe bronterm voor autigeen sediment moet worden toegevoegd of dat een uitbreiding van bestaande brontermen voldoende is bij de vergelijkingen voor de sedimentmassabalans.

4. Beoogde resultaten van de studieopdracht Minimaal: De potenties van het principe voor het ontstaan van autigeen sediment worden duidelijk aangegeven, uitgaande van te verwachten ionensamenstelling. De stabiliteit van de gevormde species onder natuurlijke omstandigheden wordt aangegeven. Er wordt niet enkel aangetoond in welke situaties de potenties groot zijn, maar dit wordt ook geïllustreerd met concrete locaties en berekeningen aan de hand van het opgestelde speciatiemodel. In de berekeningen van dit model worden meegenomen: • Ionensamenstelling grondwater en oppervlaktewater, • Omvang kwel grondwatersysteem in oppervlaktewater (eventueel volgens aquifer), • Verwachte autigene sedimentconcentratie in rivier, Deze rekenmodule kan in principe ingebouwd worden in bestaande modellen voor sedimenttransport, en betekent dus in feite een “chemische” uitbreiding van bestaande algoritmen. Het speciatiemodel wordt ter beschikking gesteld van de opdrachtgever voor verder gebruik. Het gebruik van het model wordt uitvoerig gedocumenteerd in een rapport volgens een sjabloon ter beschikking gesteld door de opdrachtgever. Maximaal: Een polyvalente rekenmodule voor autigeen sediment wordt beschikbaar gesteld, die specifiek de vorming van autigeen sediment berekent in een rivier. De rekenmodule gaat uit van de chemische menging van verschillende soorten water met verschillende ionensamenstelling, op basis van stroming (voeding) en menging. Mogelijke invoerparameters zijn: • de afvoer, grondwatervoeding en/of andere bronnen van watertoevoer, • totale ion-concentratie (geleidbaarheid, zoet –brak – zout) enz. • de watersamenstelling (relevante parameters), milieuomstandigheden enz.

5

Sediment Transport Modeling Review – Current and Future Developments, Journal of Hydraulic Engineering, januari 2008, p.1-14

21


Deze rekenmodule kan eenvoudig geïmplementeerd worden in bestaande modellen voor sedimenttransport, en betekent dus in feite een “chemische” uitbreiding van bestaande algoritmen. De rekenmodule wordt ter beschikking gesteld van de opdrachtgever die volledig autonoom hier de verdere gebruiksrechten over verkrijgt. De rekenmodule wordt uitvoerig gedocumenteerd naar opbouw en gebruik in een rapport volgens een sjabloon ter beschikking gesteld door de opdrachtgever. Eindrapport: Op het einde van de opdracht wordt een globaal rapport opgesteld met daarin een samenvatting van de deelrapporten. Dit rapport moet leesbaar zijn voor een breder, niet specialistisch, publiek. Het rapport moet minimaal duidelijk het volgende bevatten: • De eindconclusies van elk deelrapport, • De mogelijkheden voor verder onderzoek, indien deze een belangrijke verbetering en toepasbaarheid van het ontwikkelde model mogelijk maken, • De beleidsmatige aspecten van het onderzoek. Het rapport wordt opgesteld aan de hand van een sjabloon dat door de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld. Alle rapporten worden in 3 analoge exemplaren, en één digitaal exemplaar (pdf) aan de opdrachtgever bezorgd. De ontwikkelde modellen worden in het gepaste formaat, op digitale drager bezorgd. 5. Vereiste bekwaamheid van de door de inschrijver voorgestelde onderzoeker(s) Gezien de beschreven wetenschappelijk- en inhoudelijke aspecten van de opdracht worden volgende competenties verlangd van het door de inschrijver voorgestelde onderzoeksteam: • Gedegen chemische kennis in verband met speciatieonderzoek, • Ervaring met opzetten van experimenten en dataonderzoek, • Uitgebreide Hydro-geologische kennis aangaande sedimentonderzoek, • Uitgebreide hydrologische- en hydraulische kennis en ervaring met opstellen van waterbalansen en modelmatige vertaling ervan, • Goede kennis van de gebruikte sedimenttransport vergelijkingen en modelopbouw in sedimenttransport rekenmodellen, • Ervaren en goed functionerend onderzoeksteam, wat blijkt uit ingediende referenties. Wijze van aantonen van de beschikbare kennis en ervaring De inschrijver voegt bij zijn offerte een uitgebreid curriculum vitae van de voorgestelde onderzoekers. Hierbij zijn onder meer duidelijk aangegeven: diploma's, bijkomende opleidingen, uitgeoefende functies, relevante ervaring enz. Bovenstaande elementen zullen gebruikt worden ter beoordeling van gunningcriterium 1 (cf. art. 115 (AAV)). 22


III.3 Planning, organisatie en opvolging van de opdracht Onder III.2 “Omschrijving van de opdracht” is een globale taakomschrijving opgenomen. De concrete invulling van de opdracht, die hieraan beantwoordt, wordt opgesteld in samenspraak tussen de opdrachtnemer en het Waterbouwkundig Laboratorium. Hierbij wordt ondermeer gedacht aan: - aanduiden van prioriteiten - vastleggen van termijnen voor het uitvoeren van deelopdrachten - frequentie van vergaderen - …

Opgemaakt door de ondergetekenden, Borgerhout, 9 september 2008

Jan de Schutter

dr. Frank Mostaert, afdelingshoofd

Lieve Van de Water

23


IV. OFFERTEFORMULIER Besteknr. WL/08/15 Algemene offerteaanvraag voor aanneming van diensten

Modellering van autigeen anorganisch sediment A. ALGEMENE VERBINTENIS OFWEL (6) De ondergetekende (naam en voornaam): Hoedanigheid of beroep: Nationaliteit: Adres (straat, nummer, gemeente, land):

OFWEL De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel):

Vertegenwoordigd door de ondergetekende(n)

OFWEL De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) die optreden als vereniging zonder rechtspersoonlijkheid (voor elk van hen dezelfde gegevens als hierboven):

(6)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

24


Vereniging die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name:

verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich hoofdelijk op hun, roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht, tegen de som van: (in cijfers, inclusief BTW, in euro): (in letters, inclusief BTW, in euro):

B. ALGEMENE INLICHTINGEN - Inschrijving bij de RSZ (nr. of nrs.):

- BTW (alleen in België) (nr. of nrs.):

C. ONDERAANNEMERS OFWEL (7) Er zullen geen onderaannemers worden aangewend. OFWEL De onderaannemers die zullen worden aangewend, hebben als nationaliteit:

D. PERSONEEL

(7)


25


Het personeel dat zal worden aangewend, heeft als nationaliteit:

E. BETALINGEN De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnummer ......................................... van de financiële instelling .................................................................. geopend op naam van ..................................................................................................................

F. RSZ - ATTEST OFWEL (8) (voor de Belgische inschrijver) Bij deze offerte wordt desgevallend een attest (ev. attesten) gevoegd van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waarin de stand van de rekening(en) bij deze instelling wordt opgegeven, overeenkomstig art. 90, § 3 van het KB van 8 januari 1996 (9). OFWEL (voor de buitenlandse inschrijver) Bij deze offerte wordt desgevallend een attest (ev. attesten) gevoegd, in overeenstemming met art. 90, § 3 van het KB van 8 januari 1996.

(8)

Doorhalen wat niet van toepassing is. Als de bijdrageschuld meer dan 2.500 euro bedraagt, dan dient de inschrijver bij zijn offerte alle inlichtingen te voegen betreffende de eventuele schuldvorderingen bedoeld in art. 43bis,§ 1 (i.g.v. leveringen) of 69bis,§ 1 (i.g.v. diensten) van het KB van 8 januari 1996.

(9)

26


G. BIJLAGEN Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd (10): - de gedateerde en ondertekende documenten, die het bestek verplicht over te leggen;

Gedaan te .................................................. op .........................................................................

De inschrijver(s),

___________________________________________________________________

H. VAK BESTEMD VOOR DE GOEDKEURING DOOR DE OVERHEID

(10)


27


V. INVENTARIS VLAAMSE OVERHEID DEPARTEMENT MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN Waterbouwkundig Laboratorium Algemene offerteaanvraag voor aanneming van diensten

Modellering van autigeen anorganisch sediment BESTEK NR. WL/08/15 Omschrijving

Aard

Leveren van onderzoek en het opstellen van een chemisch speciatiemodel ter modellering van autigeen sediment volgens technische beschrijving bestek

GP

Prestaties (jaar)

Globale prijs in EURO

1

Totaal : B.T.W. 21%

Algemeen totaal:

Gezien, onderzocht en aangevuld met de prijzen, welke gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag over het geheel mijner (onzer) inschrijving onder dagtekening van heden, om bij deze gevoegd te worden. Gedaan te ..............................................................................

De Inschrijver(s)

28

Waterbouwkundig Laboratorium Flanders Hydraulics Research Berchemlei 115 B-2140 Antwerpen Tel. +32 (0)3 224 60 35 Fax +32 (0)3 224 60 36 E-mail: [email protected]

http://www.watlab.be

Openbare offerteaanvraag voor aanneming van diensten

Recommend Documents