Vlaamse Overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken
Agentschap Infrastructuur Wegen en Verkeer Antwerpen
Openbare aanbesteding voor aanneming van werken Bestek nr. 16DA/06/50
Prijs: 12,40 euro
Herstellingen en netheidonderhoud van vrij liggende fietspaden in het district Antwerpen
Opening van de offertes: dinsdag 5 december 2006 om 11 uur Copernicuslaan 1 (5° verdieping, lokaal 510) 2018 Antwerpen
Dossier nr. O10/D121/110
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50 (te vermelden in alle briefwisseling)
Algemene informatie Deze opdracht wordt uitgeschreven door het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de bevoegdheidssector Openbare Werken. De administratieve entiteit die met de opvolging van deze opdracht belast is, is: Agentschap Infrastructuur Wegen en Verkeer Antwerpen Copernicuslaan 1 bus 12 2018 ANTWERPEN Tel.: Fax:
03/224.68.11 03/224.68.99
Inzage documenten op bovenstaand adres: alle werkdagen van 9 tot 12 uur. Verkoop (en inzage) documenten (alle werkdagen van 10 tot 16 uur): Kantoor voor Inzage en Verkoop der Bestekken, Copernicusgebouw – Wetstraat 51 bus 7 te 1040 Brussel Tel. (02)790 51 60, 61, 62, 63, 64, 65 Fax (02)290 19 64 Rekeningnummer 679-2005826-60 Prijs voor bestek, opmeting :
12,40 EUR
Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers: 180 kalenderdagen. Uitvoeringstermijn: opgelegd in afzonderlijke dienstbevelen, in werkdagen voor de duur van één kalenderjaar. Erkenning:
- categorie: C - klasse: 2†
Registratie: categorie: 05 of 00.
†
enkel ten indicatieven titel. De feitelijke erkenningsklasse wordt immers bepaald door het bedrag van de offerte (exclusief BTW) Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
2
1. DOEL VAN DE AANNEMING. Herstellingswerken aan bestaande fietspaden en netheidsonderhoud van vrijliggende fietspaden op diverse plaatsen in het district. Het onderhavig contract slaat op een termijn van 1 jaar ( volgens art. 28 § 1 van dit bestek). In toepassing van art. 17 § 2.2°b) van de wet van 24.12.1993 behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor dit te verlengen telkens voor een nieuwe periode van 1 jaar. Deze verlenging kan gebeuren, mits een aangetekend schrijven, uitgaande van de aanbestedende overheid, gericht aan de aannemer, 1 maand voor het beëindigen van het contract. De aannemer kan eventuele verlenging van het contract weigeren, op voorwaarde dat hij dit, per aangetekend schrijven, kenbaar maakt aan het bestuur, ten laatste 5 (vijf) maanden vóór het einde van het lopende contractjaar. 2. BESCHRIJVING VAN DE WERKEN. De aanneming omvat hoofdzakelijk : -
Opbraak van de bestaande verharding der fietspaden en fundering; Plaatsen nieuwe fundering en verharding; Herstellingswerken van geringe omvang aan bestaande fietspaden; Aflagen van bermen en profileren van grachten naast de fietspaden; leveren en plaatsen van oeverversterking; Vegen van vrijliggende fietspaden; Het leveren, plaatsen en onderhouden van de wettelijk verplichte werfsignalisatie.
¾ De veiligheidscoördinatie-uitvoering conform het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, maakt geen deel uit van dit contract. Hiervoor is een apart contract afgesloten tussen aanbestedende overheid en veiligheidscoördinator. De inschrijver moet bij zijn inschrijving rekening houden met het veiligheids- en gezondheidsplan – ontwerp, opgemaakt door de aanbestedende overheid (zie I.B2, art. 4 § 1.3.). 3. BERICHTEN AAN DE INSCHRIJVERS De aanneming is onderworpen aan de bepalingen en voorwaarden van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw versie 2.0 - van de Vlaamse Overheid, in zover er niet wordt van afgeweken door dit bijzonder bestek. I.
Indien tijdens de duur van het contract het net van de gewestwegen in de verschillende wegendistricten enige wijzigingen ondergaat, kan de aannemer belast worden, volgens de voorwaarden van de aanneming, met werken op die nieuwe wegenis. De aannemer heeft geen recht op enige schadevergoeding of prijsherziening wegens veranderingen aan de uitgestrektheid of aan de afmetingen van de wegen welke hij te onderhouden heeft.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
3
II.
De bijzondere aandacht van de aannemer wordt erop gevestigd dat de werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden op verschillende plaatsen en op verschillende tijdstippen zoals dit, volgens de noodwendigheid, zal bepaald worden door de aanbestedende overheid.
III.
In gevallen van overmacht kan opdracht worden gegeven tot de uitvoering van onvoorziene werken in een naburig district en dit bij afzonderlijk dienstbevel, volgens de voorwaarden van deze aanneming.
IV.
Het aantal werkuren worden geteld vanaf de aankomst van het materieel of arbeidskrachten op de werf en tot de effectieve stilstand of beëindiging van de werken en prestaties op de werf. Voor het materieel worden de tijden van stilstand, die niet nodig zijn voor de normale uitvoering van het werk, afgetrokken, met inbegrip van de tijd nodig voor eventuele herstellingen. Elk uur dat wordt aangevat, wordt als een volledig uur in rekening gebracht, zowel voor arbeidskrachten als voor materieel.
V.
Een organisatorisch veiligheidsplan dient door de aannemer te worden ingediend, uiterlijk 3 kalenderdagen na de ontvangst van iedere deelopdracht waarvan de uitvoering door de inzet van meerdere aannemers wordt voorzien. Dit plan bevat ondermeer - de identificatiegegevens (naam en adres van de firma's) van de optredende onderaan-nemer(s), - de omschrijving van de activiteiten die ieder van hen zal uitvoeren en de risicoanalyse van deze activiteiten, rekening houdend met de uitvoeringsmethoden van deze verschillende aannemers, - de planning (staafdiagram bvb.) van de opeenvolgende uitvoeringsfasen binnen de toegestane uitvoeringstermijn.
VI.
De inschrijver dient bij aanvang van het contract aan de leidende ambtenaar schriftelijk het telefoon- of GSM- nummer over te maken waarop hij (of zijn afgevaardigde) buiten de normale diensturen kan bereikt worden in geval van een dringende interventie. Iedere wijziging van dit nummer wordt binnen de 24 uur gemeld aan de leidende ambtenaar.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
4
I. ADMINISTRATIEF GEDEELTE ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN (‡)
A.
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 08.01.1996, GEWIJZIGD OP 25.03.1999, BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN, WAARVAN ART.100 GEWIJZIGD IS DOOR DE BEPALINGEN VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 08.11. 1998.
ART. 17, 18 en 19 KWALITATIEVE SELECTIE Financiële en economische bekaamheid: 1. Aan de eerste alinea van deze artikelen wordt volgende bepaling toegevoegd: “De categorie en/of ondercategorie waarin de aannemer moet erkend zijn is vermeld in de Algemene informatie op pagina 2”. 2. Het bewijs van betaling van de RSZ bijdragen t/m het voorlaatste of het laatste afgelopen kalenderkwartaal t.o.v. de datum der aanbesteding. Voor inschrijvers met zetel of woonplaats op het grondgebied van een andere lidstaat van de E.U. wordt hieromtrent verwezen naar de bepalingen van I, B2, art. 36 hierna. ART. 89. EN 90.§2 VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE Art. 90.§ 2. Bij de offerte te voegen bescheiden Naast de bescheiden en nota’s, vereist door de wettelijke en reglementaire bepalingen en door de documenten waarnaar dit bijzonder bestek verwijst, dient de inschrijver : 1. Het invulformulier gehecht aan het offerteformulier met betrekking tot de bepalingen van art. 30, tweede lid, 1° en 2°, van het KB van 25-1-2001 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaatsen verder aan te vullen nl. punt 1 luiken A, B en C (beschrijving specifieke uitvoeringsmethode) en punt 2 luiken A en B (prijsberekening) die verwijzen naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin hij beschrijft op welke wijze hij het bouwwerk zal uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan. De luiken A en B (toelichting uitvoeringsmethode) van punt 1 werden door de veiligheidscoördinator- ontwerp reeds ingevuld. (‡)
De nummers van de artikels waarnaar wordt verwezen stemmen overeen met de nummers van de artikels van het KB van 08.01.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en van het KB van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en van de algemene aannemingsvoorwaarden in bijlage bij laatst genoemd besluit. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
5
Het daartoe bij het bestek gevoegd formulier dient zo nauwkeurig mogelijk te worden ingevuld. Dit document is van essentieel belang bij de beoordeling van de offerte. 2. Lijst met firmanaam en adres van alle door de aannemer gekozen bedrijven voor de afgifte van alle afval dat van de uitvoering der werken kan voortkomen -
reinigingsbedrijf(ven) voor grondspecie erkende stortplaats(en) van klasse I (voor bedrijfsafvalstoffen) erkende stortplaats(en) van klasse II ( voor zwerfvuil en met huishoudelijk afval gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen) verbrandingsbedrijf(ven) voor afval van klasse II overslag of sorteerbedrijf(ven) voor afval van klasse II en van klasse I. recyclagebedrijf(ven) voor veegvuil
De afgifte van afval, in (een) gekozen overslag- en sorteerbedrijf(ven) is alleen voorzien indien de vervoerafstand bij rechtstreekse afvoer van dit afval naar een erkende stortplaats of naar een verbrandingsoven te groot en economisch niet verantwoord zou zijn. De afzet van afval in dit soort bedrijven zal, in principe, dus alleen worden toegelaten i.g.v. duidelijk economisch voordeel of voor beperkte afvalhoeveelheden. 3. De recentste prijsofferte(s) met gedetailleerde eenheidsprijzen van alle door de aannemer gekozen en sub 2) hiervoor bedoelde bedrijven en stortplaatsen. De datum van deze prijsoffertes gaat de maand van de aanbesteding niet meer dan 1 maand vooraf. Eventuele door de exploitanten aangerekende weegonkosten dienen apart vermeld te worden op deze offertes. 4. (Voorlopige) stortvergunning(en) voor het storten van afval op de door de inschrijver gekozen erkende stortplaats(en). 5. (Voorlopige) overeenkomst(en) met het (de) door de aannemer gekozen en sub 2) hiervoor bedoelde recyclagebedrijf(ven). 6. Een opgave van het aantal arbeidskrachten dat voor de uitvoering van deze aanneming zal worden ingezet, tesamen met een bewijs van de onderschrijving, voor dit aantal arbeidskrachten, van de geldende collectieve arbeidsovereenkomsten van het geldende Nationaal Paritair Comité. 7. Een attest: erkenning als overbrenger van afvalstoffen afgeleverd door OVAM. Al deze documenten maken deel uit van de inschrijving. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om de ingediende prijsoffertes van de afvalbedrijven, omwille van economische motieven, al of niet te aanvaarden bij de goedkeuring van de inschrijving. Bij weigering dient de aannemer een ander afvalbedrijf voor te stellen, met opgave van de eenheidsprijzen.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
6
ART.104. INDIENEN VAN DE OFFERTES Het adres van de aanbestedende overheid is vermeld in de algemene informatie op pagina 2. ART. 116. GESTANDDOENINGSTERMIJN VOOR DE INSCHRIJVERS De termijn gedurende dewelke de inschrijvers gebonden blijven door hun offerte is vermeld in de algemene informatie op pagina 2.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
7
B.
KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT (ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN).
B.1. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN.
ART. 2. CONTRACTUELE DOCUMENTEN Naast de wettelijke en reglementaire voorschriften zijn de volgende documenten van toepassing op deze aanneming: 1) Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw – versie 2.0 dd. 1 juni 200: en alle wijzigingen en aanvullingen hiervan, die geldig zijn op datum van publicatie van dit bestek en zover er niet wordt van afgeweken door dit bijzonder bestek.§ 2) De omzendbrieven en dienstorders: LIN/AWV 2004/3 dd. 8 april 2004: KB van 25.01.2001 – Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, - Veiligheids- en gezondheidsplan, coördinatiedagboek en postinterventiedossier. 514-A/11
"Beproevingslaboratoria" (Prijs: 8,68 EUR)
512-107
Praktische leidraad ter voorkoming van schade aan ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken. (prijs: 6,20 EUR)
LIN 2002/18 d.d. 18/10/2002 Beperking van de verkeershinder, en bijhorende onveiligheid, bij werken op autosnelwegen OW/96/01 d.d. 5/8/86 Berekenen van de uurkost van aannemersmateriaal, volgens kostenschaal CMK-93 3) Het bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan dat conform het K.B. van 25.01.2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen tijdens de studiefase door de coördinator-ontwerp werd opgesteld (zie verder, in I, B2, art 4§1.3) §
Deze documenten kunnen worden geraadpleegd bij de aanbestedende overheid Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
8
4) Het Ministerieel Besluit van 07.05.1999 (B.S. 21.05.1999) betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. 5) De algemene omzendbrief nopens wegsignalisatie, delen II, VII en VIII, uitgave 1977 en latere wijzigingen, alsook het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer (verkeersreglement – KB van 1.12.1975). 6) Het M.B. van 9.10.1998 (B.S. 28.10.1998) (en eventuele latere wijzigingen) houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens. 7) Besluit van de Vlaamse Executieve d.d. 27.06.1984 (B.S. van 02.10.1984) houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen en de eventuele latere wijzigingen en aanvullingen (Bermbesluit). 8) Omzendbrief van 4 juni 1987 betreffende het bermbeheer voor publiekrechtelijke rechtspersonen, van de Gemeenschapsminister van Volksgezondheid en Leefmilieu (B.S. 17/06/1987). 9) Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en alle latere bijvoegsels (B.S. 25/7/1981) 10) Besluit van 17/12/1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (Vlarea) 11) De wet van 21/3/91 (B.S. 27/3/1991) aangaande telecommunicatie-inrichtingen 12) Het Koninklijk Besluit van 25 april 2004 (B.S. 26.05.2004) tot wijziging van de artikelen 28, 47, 192, 196 en 266 van het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties (In zonderheid art 196 – Tijdelijke voorzorgen t.o.v. Elektrische Energielijnen). ART. 3. § 1. LIJST VAN DE BEPALINGEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN De lijst van artikelen vermeld in het standaardbestek 250 wordt aangevuld met de artikelen: - 20 §4 - straffen - 28 §1 - bevel tot uitvoering en leiding van de werken - 42 §2 - wijzigingen der vermoedelijke hoeveelheden van de posten - 43 §2 - voorlopige oplevering - 48 §2 - boete wegens laattijdige uitvoering
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
9
ART. 4 § 2 - BETALINGSMODALITEITEN. De tekst van het standaardbestek SB250 vervalt en wordt vervangen door hetgeen volgt : De werken worden betaald in maandelijkse betalingen in mindering. De aanvangsdatum van de maandperiodes blijft onveranderd gedurende de hele aanneming. Deze datum wordt vastgelegd bij het algemeen dienstbevel tot aanvatting der werken, zo niet geldt de eerste dag van de maand. De door de aannemer ingediende gedetailleerde staat van werken is opgesteld volgens de norm NBN B 06-006, met een bijkomende kolom voor het codenummer van de gecodeerde of genormaliseerde posten. Het nazicht ervan steunt op het proces-verbaal van vordering van de uitvoering, opgemaakt door de aanbestedende overheid, dit is de tegensprekelijk op de werf opgemaakte maandelijkse staat der werken. Een post tegen een globale prijs, wordt betaald naar verhouding van het uitgevoerd gedeelte. Ieder te betalen bedrag (d.i. het bedrag dat bekomen wordt na vermenigvuldiging van de eenheidsprijs en de hoeveelheid), wordt post per post afgerond op de eurocent. Deze afronding geschiedt naar boven of naar beneden, naargelang de derde decimaal van dat bedrag hoger of gelijk is aan vijf, enerzijds, of lager dan vijf, anderzijds.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
10
B.2. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN DE BIJLAGE: ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VAN OPENBARE WERKEN.
TECHNISCHE SPECIFICATIES PLANNEN, DOCUMENTEN EN VOORWERPEN ART. 3. § 1. OPSOMMING VAN DE PLANNEN De werken worden uitgevoerd overeenkomstig de aanwijzingen van leidende ambtenaar en eventuele schetsen bijgevoegd bij de opdracht. ART. 4. § 1. INZAGE VAN ANDERE DOCUMENTEN De typetekeningen van de werfsignalisatie die dient opgesteld te worden voor de uitvoering der werken, naargelang de categorie van deze signalisatie, naargelang de graad van verkeershinder en naargelang de inplanting van de werkzones in het dwarsprofiel van de weg, zijn steeds ter inzage bij de aanbestedende overheid. Na toewijzing van de opdracht kan een exemplaar van deze tekeningen gratis ter beschikking van de aannemer worden gesteld, op verzoek. Het veiligheids- en gezondheidsplan-ontwerp Dit plan werd, conform het KB van 25-1-2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen tijdens de studiefaze, opgemaakt door de aanbestedende overheid. Dit plan is bijgevoegd bij dit bestek. BORGTOCHT ART. 5. § 1. BEDRAG VAN DE BORGTOCHT. Het bedrag van de borgtocht is berekend op het bij de goedkeuring van de inschrijving vastgelegde bedrag (excl. BTW). ART. 5. § 3. BORGTOCHTSTELLING EN BEWIJS VAN BORGTOCHTSTELLING. Bij ontvangst van de betekening van zijn inschrijving wordt de aannemer verzocht zich in regel te stellen met de borgtocht. Het bewijs van borgtochtstelling moet worden gestuurd aan de aanbestedende overheid. In geval van verlenging van het contract moet binnen de dertig kalenderdagen na de betekening ervan een nieuwe borg gesteld worden. De bestaande borgtocht(en) van het(de) verlopen contract(en) kan(kunnen) niet overgedragen worden naar het verlengde contract.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
11
ART. 9 § 1. VRIJMAKING VAN DE BORGTOCHT De borgtocht wordt in helften vrijgegeven, nl. 50% bij de voorlopige en 50% bij de definitieve oplevering. In geval het contract verlengd wordt, zal de vrijmaking van de borgtocht van het verlengde contract op dezelfde wijze gebeuren als van het oorspronkelijk contract. DERDEN ART. 10. § 1. ONDERAANNEMERS Elke inbreuk op de in het standaardbestek 250 geëiste registratie en erkenning van onderaannemers zal beschouwd worden als een tekortkoming van de aannemer aan de bepalingen van zijn contract, tenzij hij, overeenkomstig artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 26.09.1996 en vóór de aanvang van de werken, een vrijstelling van die verplichting heeft gekregen. Behoudens het geval waarin een dergelijke vrijstelling is verleend, kan de aanbestedende overheid zonder ingebrekestelling de onmiddellijke stopzetting bevelen van elk werk dat door een niet erkende onderaannemer wordt uitgevoerd, en in dat geval draagt de aannemer al de gevolgen van de schorsing. Onverminderd de eventuele bovenvermelde vrijstelling, moeten de aannemer en de onderaannemer voldoen aan de verplichtingen inzake belastingen en sociale zekerheid, die hun worden opgelegd door de §§ 1 en 3 van artikel 12 van de wet van 24/12/1993. KEURINGEN ART. 12. § 2. NAZICHT VAN DE PRODUCTEN Alle te gebruiken materialen worden vooraf ter nazicht aangeboden. ART. 12. § 4. KEURINGSKOSTEN Zijn voor rekening van de aanbestedende overheid. De tekst in het standaardbestek 250 vervalt. ART. 12 § 7. A POSTERIORI UITGEVOERDE KEURING Alle geplaatste verhardingen, afvoerleidingen (buisleidingen, inspectieputten, …) en ter plaatse vervaardigde lijnvormige elementen kunnen worden onderworpen aan een a posteriori uitgevoerde technische keuring. De verdeling van de oppervlakte, in vakken en deelvakken, t.b.v. het boren van proefkernen, geschiedt volgens de desbetreffende bepalingen van het standaardbestek SB 250 (hoofdstukken VI, XII, VII en VIII of II-7.1.2. of II.7.1.3). PRIJSHERZIENING. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
12
ART. 13. § 1. OPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN. De prijsherziening wordt berekend met de onderstaande, aangepaste bijzondere formule d) uit het standaardbestek 250 – versie 2.0 dd. 1 juni 2000. De gemiddelde waarden van de uurlonen s en S van het Nationaal Paritair Comité 124 van het Bouwbedrijf en van de referentie-indexcijfers i en I van de voornaamste in het bouwbedrijf gebruikte producten zijn die welke vastgesteld worden door het federale ministerie van Verkeer en Infrastructuur.
p = P (0,40
s i + 0,40 + 0,20) S I
Volgende post komt niet in aanmerking voor toepassing van de herzieningsformule: − post 49 met betrekking tot de transfertgelden Na de goedkeuring van zijn inschrijving en ten laatste bij het overmaken van de eerste betalingsaanvraag maakt de aannemer aan de aanbestedende overheid een attest over, met de vermelding dat hij, hetzij 10 of minder werknemers, hetzij meer dan 10 werknemers tewerkstelde, op 30 juni van het jaar dat het aanbestedingsjaar voorafgaat. BETALINGEN ART. 15. VOORAFGAANDE OPMERKING Onderhavig bijzonder bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen en pas daarna op de interesten. ART. 15. § 1. BETALING VAN DE WERKEN Punt 1° wordt als volgt aangevuld: Enkel de prestaties die zijn uitgevoerd overeenkomstig bovenvermelde bepalingen en die niet zijn geweigerd komen in aanmerking voor opname in de staat van de werken. Anderzijds houdt de opname in deze staat niet in dat de desbetreffende werken zouden aanvaard zijn. Immers, de proefuitslagen die op het ogenblik van het opstellen van de vorderingsstaat nog niet gekend zijn of waarover nog geen beslissing is getroffen kunnen later eventueel, ofwel een weigering, ofwel straffen en rafacties tot gevolg hebben. Alle posten per deelopdracht dienen uitgevoerd te zijn alvorens ze voor betaling in aanmerking komen.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
13
Punt 3° wordt als volgt aangevuld: De datum van binnenkomen van de betalingsaanvraag en factuur is maar geldig voor het verdere verloop van het dossier, als de adressering van zowel betalingsaanvraag als factuur dezelfde is als deze hierna opgegeven in dit bestek. Bij foute adressering zal de aanbestedende overheid de datum van werkelijke ontvangst van het desbetreffende document als bindend in rekening brengen voor het bepalen van de termijn waarbinnen de betaling moet gebeuren. In geval van verlenging van het contract geldt de laatste staat van zowel het oorspronkelijk als deze van het verlengde contract als eindvereffening (= betalingstermijn van 90 kalenderdagen). Adressering van de betalingsbescheiden De betalingsbescheiden (vorderingsstaten, betalingsaanvragen en facturen) dienen opgesteld op naam van het Vlaamse Gewest en geadresseerd in 4 exemplaren aan de aanbestedende overheid: Vlaamse Overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Agentschap Infrastructuur Wegen en Verkeer Antwerpen Copernicuslaan 1 – bus 12 2018 Antwerpen Terugbetaling van afgiftekosten De door de aannemer te betalen afgiftekostprijzen, op de voorgeschreven bestemming, van alle recycleerbaar en niet-recycleerbaar afval dat afkomstig is van de uitvoering van alle werken worden terugbetaald, op voorlegging van de afgiftefactuur (zie ook I, B2, art. 33 Afvalmaterialen en II- Technisch gedeelte, hoofdstuk 19). In de opmetingsstaat is een post voorzien voor de terugbetaling van de afgiftekosten. De op de afgiftefacturen aan de aannemer gefactureerde BTW behoort niet tot het toepassingsgebied der transfertgelden. De terugbetaling geschiedt dus volgens de gefactureerde NETTO-BEDRAGEN, zonder de OPNAME, in de vorderingsstraat der werken, van het BTW-bedrag dat op het factuur voorkomt. Dit is een gevolg van de betaling van de BTW, door de aanbestedende overheid, op het totaal bedrag van de maandelijkse gedetailleerde staat der werken, transfertgelden inbegrepen. De terugbetaling van de afgiftekosten geschiedt steeds en uitsluitend op basis van voor te leggen bewijsstukken zoals weegbons en facturen. Een kopie van de overeenkomstige afgiftefacturen dient bij de vorderingsstaat gevoegd te worden. Dit betreft eensoortig afval voor recyclagebedrijf (vervuilde grachtenspecie, vervuilde uitgravingsspecie, veegvuil, kolk- en rioolslib, …) alsook gemengd afval voor erkende stortplaats Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
14
(industriële afvalstoffen, zwerfvuil …) of, in uitzonderlijke gevallen,en mits expliciet voorafgaande goedkeuring, voor overslag- en sorteerbedrijf . De bijkomende afgiftekostprijzen, te betalen op erkende stortplaatsen, voor gewestelijke en voor gebeurlijke gemeentelijke milieuheffing, worden eveneens terugbetaald. Eventuele weegonkosten worden eveneens als transfertgelden terugbetaald voor zover de eenheidsprijzen ervan vermeld zijn op de bij de goedgekeurde inschrijving behorende offertes van de recyclagebedrijven en erkende stortplaatsen (zie I, A.2, art. 90 § 2). Opbraakmaterialen (grond en puin) die niet worden hergebruikt op het werk en die niet voor later hergebruik dienen afgevoerd te worden naar een stapelplaats van de aanbestedende overheid, en die niet vervuild zijn, worden NIET als afval beschouwd en worden het eigendom van de aannemer. Deze materialen maken derhalve NIET het voorwerp uit van de terugbetaling van eventuele afgifteprijzen op de eindbestemming, als transfertgelden (d.w.z. alle niet-vervuilde inerte materialen, grond, zand en puin). De aanvaarding, van de factuur der afgiftekostprijzen van afvalstoffen, geschiedt steeds op basis van de door de verantwoordelijke toezichthebbende ambtenaar voor aanvaarding afgetekende afleveringsbons, afgeleverd op de voorgeschreven bestemming (per m³ of per ton) en op voorlegging van fotokopieën van de door het (de) afvalbedrijf(ven) opgemaakte facturen . Het voorleggen, van de originele factuur, voor inzage, kan steeds worden geëist. Voor hoeveelheden per ton dient de weegbon steeds bij de afleveringsdocumenten te worden bijgevoegd. Al de afleveringsdocumenten dienen steeds, dagelijks, ttz. onmiddellijk na de uitvoering, ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid. Laattijdig ter beschikking gestelde afleveringsdocumenten kunnen door de aanbestedende overheid worden geweigerd voor de berekening van de terugbetaling. De keuringsmodaliteiten vervat in art. 27 § 2 hierna, inzake werken waarvan de hoeveelheid in de opmeting in gewichtseenheid is aangegeven, zijn hier eveneens van toepassing. De verplichte gegevens op de afleveringsdocumenten zijn : - plaats en datum - plaats en eventueel uur van weging - gewicht en aard van het afval (klasse 1 of 2, veegvuil, takhout, steenpuin, mengsel van ….) - herkomst van het afval (dienstbevel nr…… te …….) - nummerplaat en/of merk van de betreffende vrachtwagen Enkel de faktu(u)r(en) van de erkende stortplaats(en) of het(de) verwerkingsbedrijf(ven) die door de aannemer bij zijn inschrijving is(zijn) voorgesteld en die goedgekeurd werden, kan(kunnen) door de aanbestedende overheid aanvaard worden. Bij weigering dient de aannemer een andere erkende stortplaats of verwerkingsbedrijf voor te stellen met opgave van de richtprijzen. (zie hieromtrent eveneens I, Administratief gedeelte, A.2, art. 90 § 2). De aannemer heeft enkel recht op de terugbetaling van de netto factuurbedragen, zonder BTW, en zonder welke verhoging dan ook. De aanrekening van enig supplement op de netto factuurprijzen, als algemene kosten t.o.v. onderaannemingen e.d., in niet toegelaten. Dit geldt
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
15
voor alle afval, afkomstig van de uitvoering der werken van dit contract, inclusief alle nietvoorziene afval. ART. 15. § 7. BETALINGSFORMALITEITEN Eventuele betalingen aan de aanbestedende overheid worden uitgevoerd op rekeningnummer 091-2206028-83 (naam en adres, zie pg. 2 in het bestek). ART. 20. § 4. STRAFFEN. Toevoegen aan de eerste alinea van de Algemene Aannemingsvoorwaarden: “De straffen van rechtswege (m.n. de enige straf of de boete per kalenderdag) of de voorziene speciale straffen worden opgelegd onafgezien van de toepassing van de maatregelen bepaald in § 5 tot en met § 9 van dit artikel.” -
Het bedrag van de enige boete bedraagt 125,- EUR per overtreding.
Het bedrag van de dagelijkse boete bedraagt 25,- EUR per kalenderdag. Voor inbreuken op de wets- en reglementsbepaling betreffende de veiligheid op de bouwplaatsen en het signaleren van werken en verkeersbelemmering op de openbare weg worden de hierboven vermelde forfaitaire straffen verdubbeld. Deze straffen worden bovendien toegepast vanaf de dag van de vaststelling van de ingreep, zoals vermeld in het proces-verbaal. - Wanneer een tekortkoming in een proces-verbaal wordt vastgesteld, kan de aanbestedende overheid aan de aannemer een termijn toestaan om de vastgestelde tekortkoming te doen verdwijnen en dit aan de aanbestedende overheid te melden. In dat geval wordt die termijn samen met het in artikel 47 bedoelde proces-verbaal aan de aannemer betekend. Heeft de aannemer de tekortkoming, waarvan hij in kennis is gesteld, niet doen verdwijnen en heeft hij de aanbestedende overheid daarvan niet per aangetekende brief binnen de gestelde termijn verwittigd, dan zijn de straffen eisbaar zonder nieuwe ingebrekestelling en door het eenvoudig verstrijken van deze termijn, zonder dat een nieuw proces-verbaal wordt opgemaakt. De dagelijkse straf wordt alsdan toegepast vanaf de dag volgend op de betekening van bovenbedoeld proces-verbaal. Hoe dan ook, en minimaal, wordt elk proces-verbaal voor een inbreuk op de contractuele voorwaarden, dat achteraf niet geseponeerd wordt, bestraft met een enige straf.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
16
Andere speciale straffen zijn voorzien voor: Elke 1e dag van vertraging bij de aanvatting der werken of van niet-gerechtvaardigde onderbreking, wordt bestraft met een bedrag van 50 EUR. -
Ieder uur van vertraging bij de aanvatting van dringende werken van 1e of 2e orde wordt bestraft met een bedrag 50 EUR.
-
Inbreuken op de bepalingen van art. 30 § 1, 4e alinea betreffende de gegevens in verband met te verwachten verkeershinder: de speciale straf bedraagt 250 EUR per dag vertraging.
-
Inbreuken op de bepalingen van art. 30. §1. Verwijderen van signalisatie van de bouwplaatsen, na beëindiging van de werken : de speciale straf bedraagt: 500 EUR per bord en 25 EUR per baken.
− Inbreuken op de bepalingen van art. 30. §1. betreffende het gebruik van een zichtveldverbeterend systeem: de speciale straf bedraagt 250,- EUR per overtreding per voertuig. − Wanneer binnen de 2 uur geen gevolg wordt gegeven aan een noodoproep zal een forfaitaire boete van 1250,- EUR worden toegepast en teneinde de verkeersveiligheid te garanderen heeft de aanbestedende overheid eveneens het recht om dringende maatregelen te nemen waarvan de kosten ten laste van de aannemer gelegd worden. − Ingeval van onderbreking van de telexverbindingen van de afdeling Elektriciteit en Mechanica omwille van een fout van de aannemer wordt van rechtswege een dagelijkse boete van 125,- EUR toegepast per kalenderdag onderbreking waarbij een deel van een dag als een gehele dag wordt aanzien. − Het niet in orde en/of in overeenstemming zijn van de wegsignalisatie (met inbegrip van de markering) met de goedgekeurde signalisatieplans : 250,- EUR/kalenderdag. − Het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de signalisatieplans : 250,- EUR/kalenderdag. − Het werken op hoofdwegen, buiten de toegelaten uren, wordt bestraft met een bedrag van 50 EUR, per uur. − De straf voor het ontbreken van de vereiste afleveringsbons of weegbons voor transfertgelden bedraagt 25 EUR, per document. − Het doen verdwijnen, verplaatsen of onvast worden, hetzij van geodetische palen, hetzij van topografische of waterpasmerktekens en afstandspunten geeft aanleiding tot toepassen van een enkelvoudige straf van 250 EUR en tot het dragen van alle studie-, werf- en werkkosten die nodig zijn om de fout te herstellen. − Het plaatsen en wegnemen van de bouwplaatssignalisatie maakt integraal deel uit van de werken en dient bijgevolg uitgevoerd te worden tijdens de toegelaten werkperiodes.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
17
Het geheel van de opgelegde straffen wordt beperkt tot 5 % van de oorspronkelijke aannemingssom (excl. BTW) en wordt afgerond naar het hogere tiental van de euro. Deze straffen zijn onafhankelijk van de boeten wegens vertraging in de uitvoering van de opdracht: cfr. art. 20 § 5. PRIJSBEPALING ART. 24. WIJZE VAN PRIJSBEPALING De opdracht is een overeenkomst volgens prijslijst. ART. 25. § 1. ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN. Punt 1° moet worden gelezen samen met volgende bepaling: Aangezien geen afzonderlijke post is voorzien voor de bronbemaling, zijn de kosten van deze bronbemaling inbegrepen in de overeenkomstige posten van grondwerk en/of leidingen en/of kleine kunstwerken. Punt 2° wordt aangevuld met volgende bepalingen: In de technische bepalingen van het standaardbestek 250 is vermeld welke nutsleidingen door toedoen van de aanbestedende overheid, minstens deels gedurende de werken, definitief worden verplaatst; de kosten van deze definitieve verplaatsingen zijn dus niet ten laste van de aannemer. Volgende prestaties zijn in ieder geval ook een aannemingslast: − het werken met de nodige en wettelijke voorzorgsmaatregelen en voorzichtigheid in de omgeving van nutsleidingen en hun bijhorende installaties, alsook de eventuele peilingen om deze voorzorgsmaatregelen wat te kunnen verminderen; − de eventueel vereiste bescherming van de bestaande en te behouden nutsleidingen en hun bijhorende installatie; − de installatie en instandhouding, op het adres van de aannemer, van een aansluiting en toestel van telefoon en telefax, in functie van het bereikbaar zijn voor noodoproepen; − Het wegnemen en herplaatsen van bestaande signalisatie waar noodzakelijk. − de basissignalisatie die moet worden aangebracht op de vóór en/of achterzijde der werkende voertuigen voor werken van 6e categorie (mobiele werken), d.w.z. verkeersbord A31, verkeersbord D1 of F21, rood-wit arcering, twee oranjegele knipperlichten en een (ver)looplicht dat de verplichte rijrichting aangeeft. Daarin begrepen zijn ook de nodige beperkte uitbreidingen van deze signalisatie, eigen aan de uitvoering van zekere mobiele werkzaamheden vervat in dit bestek, zoals :
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
18
- het leveren en plaatsen alsook het verplaatsen van verkeerskegels tussen en/of voor en/of achter het voorste en/of achterste werkend tuig ter afbakening van een werkzone van korte duur. Verkeerskegels van ten minste 75 cm hoogte (en van ten minste 40 cm hoogte indien de toegelaten snelheid V <=50 km/u), op onderlinge afstanden van ten hoogste 30 meter, dienen hiervoor gebruikt te worden. - seingevers met handbordjes C3 en met rode reflecterende jas, voor kortstondige totale verkeersonderbreking, e.d..., waar nodig, zowel bij mobiele werken (6e categorie) als tijdens de verplaatsing van de werkzone van statische werken (1e, 2e, 3e, 4e of 5e categorie).. - het leveren en plaatsen alsook het verplaatsen van verkeerskegels tussen het(de) eventueel voorgeschreven bijkomend(e) signalisatievoertuig(en) en het(de) werkend(e) tuig(en), waar nodig. - het leveren en (ver)plaatsen van een alternatieve drager voor de basissignalisatie van 6de categorie, indien deze basissignalisatie, door de constructievorm van het werkend tuig, niet kan worden aangebracht op het werkende tuig zelf (zie hieromtrent T.B.). alle wettelijke maatregelen t.o.v. de uitvoerders en t.o.v. derden ter bescherming en beveiliging tegen schade die een gevolg zou kunnen zijn van de uitvoering der werken. Dit betreft ondermeer het indienen van organisatorische veiligheidsplannen, voor ieder dienstbevel waarvoor meerdere aannemers voor de uitvoering zullen instaan. Hiervoor wordt verwezen naar het inleidend gedeelte van dit bestek, onder 3. "Belangrijke berichten aan de inschrijvers". − de waarborgverplichtingen -
alle vervoer van afvalstoffen, ongeacht de afstand tussen de bouwplaats en de gekozen eindbestemmingsplaatsen.
-
het aanschaffen van (een) eventueel nodige voorlopige stapelplaats(en), voor het tijdelijk stockeren van afvalstoffen die afkomstig zijn van de uitvoering van de werken van dit bestek, in afwachting van de afvoer ervan naar de voorgeschreven eindbestemming. De aanbestedende overheid kan eventueel hiervoor ook (een) terrein(en) ter beschikking stellen (zie art. 32 § 1). Het eventueel nodige inhuren van (een) container(s) voor deze voorlopige stockering is eveneens aannemingslast.
− Alle lasten die een gevolg zijn van de specifieke richtlijnen en van de te nemen maatregelen die voortvloeien uit de veiligheidscoördinatie-ontwerp en uit de veiligheidscoördinatie uitvoering. Punt 6°: de tekst in het standaardbestek 250 vervalt.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
19
KEURING ART. 27. § 2. KEURINGSMODALITEITEN Punt 2° wordt aangevuld met de volgende bepalingen: M.b.t. de werken waarvan de hoeveelheid in de opmeting in gewichtseenheid is aangegeven, verwittigt de aannemer tijdig de afgevaardigde van de aanbestedende overheid van de aankomst van die materialen op de bouwplaats. Voor deze materialen geldt volgende procedure: -
De vrachtwagens worden vol en ledig gewogen op een door de leidende ambtenaar aanvaarde, geijkte weeginstallatie. De wegingen gebeuren in principe in tegenwoordigheid van een afgevaardigde van de aanbestedende overheid en de aannemer. - Al de onkosten betreffende het wegen vallen uitsluitend ten laste van de aannemer. - De weegbulletins worden aan de afgevaardigde van de aanbestedende overheid overhandigd, van zodra de lading op de bouwplaats toekomt en vooraleer wordt begonnen met het lossen ervan. - Het verwerken van de materialen die niet werden gewogen, is verboden. - Al de uitgevoerde werken met materialen die niet zijn gewogen, worden geweigerd. Deze bepalingen gelden eveneens i.g.v. afvoer van materialen vanop de bouwplaats (afvalstoffen – transfertgelden), en met uitzondering van wat de weegonkosten betreft. Hiervoor wordt verwezen naar art. 15 § 1 – Terugbetaling van transfertgelden, hiervoor. ART. 27. § 5. TEGENPROEF In de bepaling van het SB250 , nl. “De kosten van de tegenproef vallen ten laste van de aanbestedende overheid in het geval deze tegenproef de aannemer in het gelijk stelt”, wordt verduidelijkt dat de resultaten van de tegenproef volledig moeten voldoen aan de gestelde eisen zonder aanleiding te geven tot enige refactie. UITVOERINGSTERMIJNEN ART. 28. § 1. BEVEL TOT UITVOERING EN LEIDING VAN DE WERKEN. De aanbestedende overheid is van oordeel dat voor deze werken geen bijzondere technieken en materialen moeten worden aangewend.
In afwijking op de bepalingen van punt 1° van het standaardbestek 250 wordt, voor de aanbestedende overheid het recht voorbehouden de aanvang van de werken van het 1e onderhoudsjaar vast te stellen tussen de vijftiende en de zestigste kalenderdag volgend op de dag waarop aan de aannemer kennis werd gegeven van de goedkeuring van zijn offerte. De bepalingen die in het standaardbestek 250 worden toegevoegd aan deze paragraaf (5de, WERKPROGRAMMA, laatste alinea), zijn niet van toepassing. De uitvoeringstermijn wordt vastgesteld op 1 kalenderjaar. Het contract kan mogelijks verlengd worden met eenzelfde uitvoeringstermijn.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
20
Afzonderlijke opdrachten ( = dienstbevelen ) dienen uitgevoerd te worden binnen een opgelegde kalenderperiode. De uitvoering der dienstbevelen in een onderhoudsjaar sluiten niet noodzakelijk nauw achter elkaar aan en kunnen bovendien overlappend zijn. In een dienstbevel kunnen verschillende opdrachten worden opgesomd om dan te worden uitgevoerd binnen dezelfde kalenderperiode. De aanbestedende overheid vermeldt eveneens de aanvangsdatum vanaf wanneer de werken eventueel kunnen aangevangen worden. Ze dienen echter wel binnen de opgelegde uitvoeringsperiode uitgevoerd te zijn.. Bij aanhoudende slechte weersomstandigheden en/of werken van dringender aard, kan de opdrachtgevende overheid reeds geplande opdrachten verdagen en een andere aanvangsdatum aan deze werken toewijzen. Een opdracht (dienstbevel) omvat volgende gegevens : • aard en eventuele vermoedelijke omvang van de uit te voeren werken • de in aanmerking komende posten voor de werfsignalisatie • plaatsbepaling van de uit te voeren werken (Nr.- gewestweg, locatie, kmpten,...) • eventuele melding van dringend uit te voeren werken • periodes van de dag waarbinnen gewerkt moet worden of niet gewerkt mag worden (beperking verkeershinder vgl.) • aanvangsdatum en uitvoeringsperiode (kalenderdagen) van de werken • eventuele schets van de uit te voeren werken Een dienstbevel voor de uitvoering van herstellingswerken en/of onderhoudswerken wordt afgeleverd door de leidende ambtenaar, of zijn afgevaardigde. Een dubbel van het dienstbevel wordt voor kennisname door de aannemer ondertekend en per kerende teruggestuurd of gefaxt naar de aanbestedende overheid. Uitvoeringstermijn − De periode tussen de verzending van het dienstbevel en de aanvang der werken bedraagt minstens 5 kalenderdagen. − De toegestane uitvoeringsperiode in kalenderdagen wordt bepaald in functie van de opgedragen werken, de moeilijkheidsgraad van de werken, de eventueel nodige fasering of nodige onderbreking der werken (om technische redenen eigen aan de kwaliteit van het uit te voeren werk), de eventuele verkeershinder, de eventuele hoogdringendheid en afhankelijk van dwingende omstandigheden. Hierover oordeelt enkel de aanbestedende overheid. − Het plaatsen en wegnemen van de bouwplaatssignalisatie maakt integraal deel uit van de werken en dient bijgevolg uitgevoerd te worden tijdens de toegestane uitvoeringstermijn(en).
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
21
− De bevolen werken dienen steeds te worden afgewerkt binnen de toegestane uitvoeringstermijn, inclusief de volledige ruiming van afval. Dit is inclusief de afgifte van het afval op de voorgeschreven (eventueel voorlopige) eindbestemming. Zonder het bevel van de aanbestedende overheid mogen de werken niet worden aangevat of onderbroken. − De aannemer is ertoe gehouden de aanbestedende overheid en de diensten van de Vlaamse Vervoersmaatschappij “De Lijn” (indien nodig) minstens één dag op voorhand te verwittigen (per fax) van elke aanvang of hervatting van de werken. − Iedere werkdag, vóór 9 uur, dient de aannemer te faxen om zijn aanwezigheid op het werk te bevestigen.(vermelding van nr. opdracht, nr. gewestweg, locatie, werkzaamheden, e.d.). De fax heeft enkel een waarde als meldingsdocument en fungeert niet als opmetingselement. − Van zodra de aannemer een vertraging of een onderbreking (door overmacht of onvoorziene omstandigheden) in de uitvoering vaststelt, dient hij de leidende ambtenaar hiervan onmiddellijk te verwittigen. − De aannemer moet voldoende personeel en/of materieel ter beschikking stellen om iedere opdracht uit te voeren binnen de gestelde termijn. De aannemer is er eveneens toe gehouden een verantwoordelijke aan te duiden voor elke uit te voeren opdracht. Deze verantwoordelijke dient steeds bereikbaar te zijn buiten en binnen de normale werkuren. Normale en buitengewone diensturen − In principe dienen alle werken van dit contract te worden uitgevoerd binnen de normale werktijden, d.i. op werkdagen tussen 06u en 22u, en dit onder de voorwaarde van voldoende zichtbaarheid (zie art. 30 § 1 – 4de alinea, hierna). Andere opdrachten 1. Opdrachten voor plaatsing van werfsignalisatie t.o.v. noodsituaties e.d. Er kan opdracht worden gegeven tot het plaatsen van werfsignalisatie, zonder dat ter gelegenheid hiervan ook enig ander werk moet worden uitgevoerd in het kader van dit bestek. Dit kan het geval zijn t.o.v. situaties waarvoor derden verantwoordelijk zijn of t.g.v. bijzondere verkeerstellingen e.d., ... Voor deze signalisatieopstellingen, t.t.z. deze die dienen uitgevoerd te worden zonder samenhang met de uitvoering van enig ander werk in het kader van dit bestek, is een meerprijs voorzien in het postenborderel, voor zover de opstelling meer dan 10 kalenderdagen duurt, t.t.z. vanaf de 11de dag van de opstelling en per dag (post W717). Deze post kan in geen geval gecumuleerd worden met andere posten werfsignalisatie noodzakelijk bij alle onderhouds- en herstellingswerken. 2. Opdrachten voor uitvoering van dringende werken, op het grondgebied van een ander district In geval van hiertoe dwingende omstandigheden kan (kunnen) aan de aannemer opdracht(en) worden gegeven tot uitvoering van dringende werken op het grondgebied van een ander district en volgens de voorwaarden van het oorspronkelijk contract.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
22
ART. 28. § 2. GELIJKTIJDIG UIT TE VOEREN OPDRACHTEN De aannemer wordt erop gewezen dat gedurende de uitvoering van dit contract andere werken, waarvan de aanbestedende overheid al of niet opdrachtgever is, gelijktijdig moeten kunnen uitgevoerd worden op de betrokken wegvakken o.a. : - aanpassingswerken aan signalisatie, veiligheidsinrichtingen en vangrails; - aanbrengen van nieuwe slijtlagen en/of markeringen; - leggen van kabels en leidingen voor praatpalen, telefoon, openbare verlichting, elektriciteit, waterleiding, gasleiding, ... - andere werken; De gelijktijdige uitvoering van deze werken en van de werken van dit contract, op hetzelfde wegvak, dient zo veel als mogelijk te worden vermeden. de aannemer zal hiertoe waar mogelijk de planning van de werken binnen een dienstbevel aanpassen. De tekst van het standaardbestek 250 wordt aangevuld met de volgende bepalingen: De aannemer is ertoe gehouden de aanbestedende overheid onmiddellijk in te lichten wanneer voor de uitvoering van zijn werken problemen ontstaan met nutsleidingen of tengevolge van de uitvoering van andere werken. Op verzoek van de aannemer kan de aanbestedende overheid, de werken schorsen voor een bepaalde duur. Tijdens de periode van schorsing kunnen de nutsmaatschappijen desgevallend hun installaties plaatsen, verplaatsen of aanpassen. De periode van schorsing zal door de aanbestedende overheid aan de aannemer worden kenbaar gemaakt b.m.v. een hiertoe afgeleverd attest. De aannemer heeft geen recht op enige schadevergoeding van welke aard ook, uit hoofde van deze schorsing. INCIDENTEN ART. 29. § 1. ONDERBREKING VAN DE WERKEN Iedere onderbreking van de werken door de aanbestedende overheid, die een gevolg is van het gebruik van geweigerde of niet-gekeurde materialen, van gebrekkige uitvoering of van inbreuken tegen de bepalingen en voorwaarden van het contract, vastgesteld in een procesverbaal overeenkomstig art. 20 § 2, kan in geen geval aanleiding geven tot een termijnsverlenging of het toekennen van een schadeloosstelling. De uitvoering kan door de aanbestedende overheid éénmaal of meerdere malen worden geschorst, voor één of voor meerdere dagen, ingevolge omstandigheden die de kwaliteit van het werk bezwaren. De opgelegde schorsing gaat onmiddellijk in. Iedere schorsing of opdracht tot hervatting der werken wordt schriftelijk bevestigd.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
23
ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE BOUWPLAATS ART. 30. § 1. 1e alinea : Welzijn op het werk : De aannemer dient te voldoen aan de voorschriften van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Veiligheidsorganisatie : Het indienen van een organisatorisch veiligheidsplan voor ieder dienstbevel waarvan de uitvoering door meerdere aannemers wordt voorzien, is verplicht. Hiervoor wordt verwezen naar het inleidend gedeelte van dit bestek, onder 3. "Belangrijke berichten aan de inschrijvers”. De aannemer is ertoe gehouden onmiddellijk gevolg te geven aan alle specifieke richtlijnen en maatregelen die door de veiligheidscoördinatorverwezenlijking (VC-V) eventueel zullen worden voorgeschreven. Te dien einde dient de aannemer het veiligheids-coördinatiedagboek voor kennis-name te ondertekenen na idere interventie van de VC-V. 2e alinea De vigerende bepalingen van de collectieve overeenkomsten van het Nationaal Paritair Comité 124 van het Bouwbedrijf zijn van toepassing. Aan de 2e alinea worden eveneens volgende bepalingen toegevoegd: Veiligheid en hygiëne. Voor zover als nodig wordt de aandacht van de aannemer gevestigd op ondermeer art. 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst d.d. 14/02/80 van het Paritair Comité van het Bouwbedrijf, algemeen bindend verklaard door het KB d.d. 24/04/80 (BS d.d. 05/08/80) en de bepalingen van de C.A.O. d.d. 29/03/84, algemeen bindend verklaard door het KB d.d. 29/05/84 (BS d.d. 14/07/84), waardoor de aannemer instaat voor de melding van de werken van deze aanneming aan het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf, met huidig adres: St. Jansstraat 4 te 1000 Brussel. De melding gebeurt minstens 15 dagen vóór aanvang der werken, met een meldingsformulier dat, verkrijgbaar is op bovenvermeld adres.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
24
4e alinea Aan de 4e alinea worden eveneens volgende bepalingen toegevoegd i.v.m. verkeersmaatregelen: Signalisatie van de bouwplaatsen, signalisatieplan en vergunning De signalisatie der werken geschiedt volgens de typetekeningen vermeld in I, B2, art. 4 § 1.3, aangepast aan de plaatselijke toestand en rekening houdend met de bestaande vaste signali-satie. Dit geconcretiseerd signalisatieplan wordt voor ieder werk opgemaakt door de aannemer, in overleg met de aanbestedende overheid en de federale en/of lokale politie. De werken die het voorwerp uitmaken van dit bestek omvatten bouwplaatssignalisatie van alle categorieën. Een vergunning (al of niet permanent) voor het plaatsen van werfsignalisatie is steeds vereist (art. 78.1.1.1 van het KB van 1/12/1975, algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, verkeersreglement, vgl.). Deze vergunning wordt afgeleverd door: - de burgemeester of door zijn gemachtigde zo het een andere openbare weg betreft. Het signalisatieplan dient door de aannemer bij de vergunningsaanvraag te worden gevoegd. Dagelijks verwijderen van signalisatie van de bouwplaatsen, na de werken Bouwplaatssignalisatie van 5e categorie (dagsignalisatie) dient per definitie iedere werkdag, onmiddellijk na de beëindiging van de werken door de aannemer verwijderd te worden van de rijbaan en van de veiligheidsstrook. De werfsignalisatie die eventueel tussen 2 opeenvolgende werkdagen in de bermen achterblijft, moet aan het zicht worden onttrokken, hetzij door ze te draaien tot minstens evenwijdig met de as van de weg, hetzij door ze degelijk af te dekken met ondoorzichtige materialen. Binnen de 24 uren na volledige beëindiging van de werken, zal de aannemer de signalisatie van de bouwplaats met inbegrip van de borden tot aanduiding van de bouwplaats (bord van de bouwheer) verwijderen van het openbaar domein. Indien hieraan niet wordt voldaan, zullen deze worden verwijderd door toedoen van de aanbestedende overheid. De kostprijs hiervan wordt forfaitair vastgesteld op 500 EUR per bord en 25 EUR per baken, en zal worden afgehouden bij de afrekening van de werken. Toegang naar aangrenzende eigendommen De aannemer is ertoe verplicht de uitvoering van alle werken zodanig te organiseren dat de toegang naar aan de werkzone grenzende handelszaken e.d., zo veel als mogelijk wordt behouden. Alle toegangen tot de aangrenzende eigendommen moeten steeds normaal bruikbaar blijven voor voetgangers en personen met fiets, motorfiets, rolstoel en kinderwagen. Dit kan bijvoorbeeld mogelijk gemaakt worden door het gebruik van Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
25
overrijdbare platen e.d.. Dergelijke noodzakelijke bijkomende maatregelen zijn een aannemingslast. Voor voertuigen mag de toegang evenwel onderbroken worden gedurende maximaal 24 uur. De aannemer verwittigt zelf de aangelanden ten minste 24 uur voor de onderbreking. Deze termijn kan aangepast worden voor ter plaatse gestorte elementen. Verkeersomlegging De laatste alinea van de bepalingen die in het standaardbestek 250 worden toegevoegd aan de 4e alinea van deze paragraaf 1, vervalt (i.v.m. wegomlegging). De omlegging van het verkeer over andere wegen is voor de uitvoering van de werken van dit contract niet toegelaten, tenzij uitdrukkelijk vermeld in het betrokken dienstbevel. Eventuele schade aan omleggingswegen, die een gevolg is van een bevolen verkeersomlegging is steeds ten laste van de aanbestedende overheid. Indien een omlegging dient toegepast te worden, gelden eveneens de volgende bepalingen : Alle bestaande (voor)wegwijzers die een richting aanduiden die gesloten is voor het verkeer of die in tegenstrijd zijn met de richtingen aangegeven door de (voor)wegwijzers van de wegomlegging en alle signalisatieborden die tijdens de werken niet meer gelden, worden degelijk afgedekt. Het rechtstreeks aanbrengen van kleefband op de reflecterende letters en cijfers van de (voor)wegwijzers en signalisatieborden is niet toegelaten. (Voor)wegwijzers en signalisatieborden die door de aannemer worden beschadigd, worden door hem op zijn kosten vervangen. Het (tijdelijk) aanpassen van de bestaande bewegwijzering is een last van de aanneming. Wegmarkeringen : De eventuele vereiste wegmarkeringen die noodzakelijk worden geacht voor de tijdelijke verkeersfazen, worden uitgevoerd door de aannemer. Dit vormt een aannemingslast. Voorlopige driekleurige lichtsignalisatie : Een voorlopige driekleurige lichtsignalisatie is conform aan het MB van 11/10/76. In het bijzonder wordt erop gewezen dat ingevolge artikel 3.1.2. van voormeld MB deze driekleurige lichtsignalisatie moet voorzien zijn van een veiligheidsvoorziening. Deze installatie dient te worden goedgekeurd door de aanbestedende overheid (via de afdeling EMA) vooraleer ze in werking mag gesteld worden. Voorkomen van schade aan ondergrondse leidingen : De aannemer dient zelf de nodige informatie te verzamelen i.v.m. aanwezigheid van ondergrondse leidingen. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
26
Hij dient iedere beschadiging aan kabels en leidingen te vermijden, zelfs als die niet in de aanbestedingsbescheiden vermeld staan of niet bij de inschrijving werden meegedeeld. De aannemer mag op eigen risico en kosten verkenningssleuven graven om de juiste ligging te bepalen van leidingen en kabels. Dit opzoeken ontlast de aannemer geenszins van zijn verantwoordelijkheid en van zijn verplichtingen terzake. De sleuven worden de nodige omzichtigheid en met aangepaste middelen gegraven, desnoods met de hand, om elke beschadiging van de leidingen en kabels met hun toebehoren (dekpannen, afsluiters, enz…) te voorkomen. Indien de werfactiviteit op een belangrijke wijze verstoord wordt door het aantal of de belangrijkheid van de te verplaatsen inrichtingen en/of door de moeilijkheid van de uit te voeren verplaatsingen, kan de aanbestedende overheid zonder enige nadelige erkenning de werken schorsen tijdens de periode van de verplaatsingen. Wegens de aard en de omvang van de werken en in tegenstelling met de "Leidraad" (cfr. art. 1.A.5.) is in de opmeting geen afzonderlijke post opgenomen voor het opsporen van leidingen en kabels. Deze werken zijn begrepen in de éénheidsprijzen of globale prijzen van de diverse posten. 6e alinea Aan de 6e alinea worden de volgende bepalingen toegevoegd : In deze alinea wordt "vijftien kalenderdagen" vervangen door "twee kalenderdagen" Openbare vervoerdiensten- Hulpdiensten : De aannemer is verplicht vooraf contact te nemen met de belanghebbende vervoermaatschappijen en hulpdiensten om een verkeersregeling van het openbaar vervoer tijdens de werken te bespreken. De aannemer is daarenboven verplicht de openbare vervoerdiensten en de hulpdiensten tijdig van de aanvangsdatum van de werken te verwittigen. De paragraaf 01 wordt verder nog aangevuld met volgende bepalingen : Aankondigingsborden op de bouwplaats : Deze borden zijn niet vereist, tenzij anders bepaald door de leidende ambtenaar. PERSONEEL VAN DE AANNEMING ART. 35 Bij de aanvang van de werken geeft de aannemer de naam en de coördinaten op van zijn vertegenwoordiger op de bouwplaats, die gemachtigd is de werken te leiden. Deze vertegenwoordiger heeft minstens drie jaar ervaring in wegenwerken. De vertegenwoordiger is gedurende de ganse uitvoeringstermijn bereikbaar en moet de werfvergaderingen bijwonen tenzij de aannemer zelf de vergaderingen bijwoont. Op
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
27
eenvoudige uitnodiging neemt hij (of de aannemer zelf) ook deel aan elke bijkomende door de aanbestedende overheid nodig geachte bespreking of overlegvergadering. De vertegenwoordiger van de aannemer is minstens 4 halve dagen per week aanwezig op de bouwplaats. ART. 36. LONEN EN ALGEMENE ARBEIDSVOORWAARDEN Alleen personeelsleden waarvoor de collectieve arbeidsovereenkomsten van het Nationaal Paritair Comité 124 voor het Bouwbedrijf werden onderschreven, mag door de aannemer worden ingezet voor de uitvoering van de werken. Deze bepaling geldt ook voor de personen die in enig stadium als onderaannemer optreden of personeel ter beschikking stellen. De dagelijks bijgewerkte lijst van het personeel op de bouwplaats wordt na ieder verzoek van de aanbestedende overheid hieromtrent onmiddellijk ter beschikking gesteld. De aannemer met zetel of woonplaats op het grondgebied van een andere lidstaat van de E.G. die voor de tijdelijk in België tewerkgestelde arbeiders de in hun eigen land geldende wetgeving inzake maatschappelijke zekerheid willen blijven toepassen, binnen de door de communautaire reglementen vastgestelde perken, moeten aan de aanbestedende overheid het toestemmingsbewijs van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid overleggen. ART. 37. DAGBOEK VAN DE WERKEN EN BESCHEIDEN VOOR HET BIJHOUDEN VAN DE KOSTENBEREKENINGEN Het houden van een dagboek is VERPLICHT voor de duurtijd van de werken. ART. 39. VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER TOT DE DEFINITIEVE OPLEVERING De waarborgtermijn bedraagt 1 jaar en gaat in op de datum van de volledige voorlopige oplevering van het betrokken onderhoudsjaar. WIJZIGINGEN AAN DE OPDRACHT ART. 42. § 2. OVEREEN TE KOMEN PRIJZEN Aan de eerste alinea van deze paragraaf wordt volgende bepaling toegevoegd: Door zijn bieding aanvaardt de inschrijver de toepassingsmodaliteiten van de omzendbrief OW/96/01 van 05 augustus 1996 voor het berekenen van de uurkost van aannemersmaterieel bij schadeclaims, herzieningen van de overeenkomst, bijwerken ..., en dit voor zoverre bij het opstellen van de overeen te komen prijzen geen beroep kan worden gedaan op de aanbestedingsprijzen, samenstellende delen van aanbestedingsprijzen, prijzen overeengekomen op basis van aanbestedingsprijzen, prijzen van vergelijkbare werken of courant gangbare prijzen. Overeenkomstig de bepalingen van de omzendbrief OW/96/01 worden bij verrekeningen de materiaalkosten bepaald op de datum van de aanbesteding en blijven zij onveranderd gedurende de ganse duur van de aanneming. Een uitzondering hierop vormen de brandstofkosten, die aangerekend worden aan de kostprijs geldend in de periode waarin de Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
28
werken werden uitgevoerd. De totale kostprijs wordt vervolgens in de verrekening herleid naar datum van aanbesteding door deling door de herzieningscoëfficiënt van de uitvoeringsmaand bepaald volgens artikel 13.§1. De aldus bekomen waarde wordt in de betaalstaat in rekening gebracht. EINDE VAN DE OPDRACHT - OPLEVERINGEN ART. 43. §1. WERKEN DIE NIET VOOR OPLEVERING WORDEN AANVAARD In de tweede alinea van de in het standaardbestek toegevoegde bepaling wordt Art. 20 §4. vervangen door Art. 48 §2. ART. 43. § 2. VOORLOPIGE OPLEVERING Een gedeeltelijke voorlopige keuring der werken gebeurt aan het einde van de uitvoering van iedere onderhoudsbeurt, per dienstbevel (opdracht). De volledige voorlopige oplevering heeft plaats na beëindiging van het betrokken onderhoudsjaar. De werken die niet voldoen aan de bepalingen van het contract worden op bevel van de aanbestedende overheid en op kosten van de aannemer verbeterd binnen de opgelegde termijn. Dit feit geeft geen aanleiding tot enige verlenging van de uitvoeringstermijn van het betrokken dienstbevel en geldt onverminderd de toepassing van de boeten, voorzien in art.48 §2, hierna. De waarborgtermijn wordt vastgesteld op 1 jaar. Deze termijn gaat in op de datum van de volledige voorlopige oplevering. ART. 43. § 3. DEFINITIEVE OPLEVERING De definitieve oplevering heeft plaats op het einde van de waarborgtermijn, dit is 1 jaar na de voorlopige volledige oplevering. GEBREKKIGE UITVOERING - MIDDELEN VAN OPTREDEN ART. 48 § 2 - BOETEN WEGENS LAATTIJDIGE UITVOERING Het niet in acht nemen van de bijzondere uitvoeringsperiode opgelegd per deelopdracht geeft aanleiding tot boetes. De boete wordt voor iedere opdracht afzonderlijk forfaitair vastgesteld op 50 euro per kalenderdag vertraging met een max. van 20 % van de waarde van het betreffende dienstbevel. Het totaal bedrag van de boeten wegens laattijdige uitvoering mag niet hoger zijn dan 5 % van de totale aannemingssom van het contract waartoe de aanbestedende overheid zich verbindt zoals bepaald in de algemene bepalingen - berichten aan de inschrijvers - punt 3.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
29
II. TECHNISCH GEDEELTE A. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET STANDAARDBESTEK 250.
HOOFDSTUK II
ALGEMENE BEPALINGEN
− Behoudens de wijzigende en/of aanvullende bepalingen die uitdrukkelijk vermeld zijn in de hiernavolgende technische bepalingen of in de beschrijvende opmeting (borderel) der posten, is het standaardbestek 250 volledig van toepassing. (versie 2.0 dd. 1 juni 2000). − Tenzij anders vermeld in de omschrijving van de post in het borderel, is het leveren en verwerken van de nodige materialen steeds inbegrepen.
4.2. Catalogus van de genormaliseerde posten
4.2.5. AFKORTING VAN DE MAATEENHEDEN Toevoegen: “en van sommige kenmerken van rioolleidingen en inspectieputten”. 6. CATEGORIEËN VAN WEGEN EN BOUWKLASSEN 6.1. Wegcategorieën De weg waarnaast het fietspad dient aangelegd te worden wordt ingedeeld bij de wegcategorie II. 6.3. Bouwklassen De fietspaden van deze aanneming worden ingedeeld bij de bouwklasse: BF. In sommige technische voorschriften wordt ook een onderscheid gemaakt tussen aanliggende en vrijliggende fietspaden. De in deze aanneming aan te herstellen fietspaden kunnen zowel vrijliggend als aanliggend zijn.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
30
HOOFDSTUK IV
VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN.
1. VOORBEREIDENDE WERKEN. 1.1.1. ROOIEN VAN BEPLANTINGEN In de ontstane putten wordt aanvullingsmateriaal volgens III-5.1.2 gespreid en verdicht. 1.1.2. OP- EN AFBRAAKWERKEN, AL OF NIET VOOR HERGEBRUIK In de ontstane putten wordt aanvullingsmateriaal volgens III-5.1.2 gespreid en verdicht. Volgende op- of afbraakmaterialen worden , bij opdracht van de leidende ambtenaar, opgeslagen op de opslagplaats(en) van de aanbestedende overheid, nl. Afdeling Wegen Antwerpen: •
kasseien, betonstraatstenen , geprefabriceerde trottoirbanden, geprefabriceerde. straatgoten, schampkanten, e.d.
Die opslagplaats(en) bevindt(bevinden) zich binnen een straal van max. 25 km. Volgende op- of afbraakmaterialen worden herbruikt in de aanneming : betonstraatstenen en kasseien, tenzij anders bepaald door de leidende ambtenaar. 1.1.2.1. INSNIJDEN, VERBROKKELEN EN WEGSCHAVEN VAN VERHARDINGEN Nieuw te verwezenlijken voegen zijn voegen die in het opgeleverde werk als voeg behouden blijven. Bitumineuze lagen met teer als bindmiddel worden afzonderlijk weg geschaafd en naar een erkende stortplaats afgevoerd. Deze bewerking zal eveneens betaald worden volgens hiervoor genoemde betalingswijze. 1.1.2.2. OPBREKEN VAN VERHARDINGEN Alle verontreinigde gronden, verontreinigde op- of afbraakmateriaal en alle niet recycleerbare materialen zullen afgevoerd worden volgens de bepalingen van art 33. De betaling zal gebeuren volgens de bepalingen van art. 15 § 1. Bitumineuze lagen met teer als bindmiddel worden afzonderlijk weggeschaafd en naar een erkende stortplaats afgevoerd. Deze bewerking zal eveneens betaald worden volgens hiervoor genoemde betalingswijze. De fundering is niet inbegrepen in de opbraak.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
31
1.1.2.3. OPBREKEN VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN Het rechtlijnig en verticaal afwerken van de te behouden gedeelten is inbegrepen in de post opbreken. 6. PROFILEREN VAN SLOTEN 6.1. Beschrijving. Het aanvullingsmateriaal is een grondsoort vermeld in III-5.1.2.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
32
HOOFDSTUK V
ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN
4.7. Zandcementfundering 4.7.1. BESCHRIJVING De aannemer mag de zandcementfundering niet vervangen door een vliegas-kalkfundering of door een vliegas-cementfundering. 4.10. Fundering van schraal beton De aannemer mag de schraal betonfundering niet vervangen door een puzzolaanbetonfundering.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
33
HOOFDSTUK VI
VERHARDINGEN
1. CEMENTBETONVERHARDINGEN 1.1.2.1. MEETKUNDIGE KENMERKEN VAN HET PROFIEL De peilen van het profiel zijn: volgens het bestaande profiel of worden door de leidende ambtenaar bepaald. 1.1.2.2.C. Breedte De nominale breedte is: volgens de respectievelijke posten. 1.1.2.2.D. Dwarshelling De dwarshelling is: volgens het bestaande profiel of worden door de leidende ambtenaar bepaald. 1.1.2.3.B.1. Uitzettingsvoeg De plaatsen van de uitzettingsvoegen zijn: te bepalen door de leidende ambtenaar. 1.1.2.3.B.2. Krimpvoeg De krimpvoegen zijn van het type 1 met koud verwerkte voegmassa. 1.1.2.3.C.1. Langse buigingsvoeg De langse buigingsvoeg is: zonder ankerstaven (tenzij anders bepaald door de leidende ambtenaar) en met koud verwerkte voegvullingsmassa. 1.1.2.3.C.3. Langsvoeg tussen asfalt en beton De tekst vervalt en wordt vervangen door: De langsvoeg tussen asfalt en beton is een gezaagde sponning in het asfalt (zie 1.1.2.3.D.) en opgevuld met een gegoten voegvullingsproduct. 1.1.2.4.B. Kenmerken Korrelverdeling Voor geluidsarm beton in een eenlaagse uitvoering is de maximum nominale afmeting van de granulaten beperkt tot 20 mm.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
34
HOOFDSTUK X SIGNALISATIE 1. NIET-INWENDIG VERLICHTE VERTICALE VERKEERSTEKENS 1.1.2. UITVOERING 1.1.2.1.A. Kleine borden De bepaling op blz. X-4, 27e regel “De bevestigingsprofielen sluiten tegen de omranding van de borden aan.” vervalt. 1.1.2.2. OMRANDINGS-, VERBINDINGS- EN BEVESTIGINGSELEMENTEN VOOR BORDEN Regel 21 en 22 op pagina X-6 worden: Voor het verbinden van de beugelhelften betreft het binnenzeskant bouten met zeskantmoer. Voor het verbinden van de twee onderste helften worden gewone zeskant bouten gebruikt (rug aan rug bevestiging van borden). 1.1.2.4. BEKLEDING VAN HET BEELDVLAK 1.1.2.4.A. Retroflecterende bekleding van het beeldvlak De tabel op bladzijde X-8 wordt vervangen door: Categorieën van verkeersborden Gevaarsborden (+ onderbord) Uitgezonderd borden A31 en A33 Voorrangsborden (+ onderbord) Uitgezonderd B1/M1 en B5/M8 (fietsers) Bij werken van 1e categorie op autosnelwegen: bord B1 Verbodsborden (+ onderbord) Uitgezonderd borden C1, C3, C43 D1 t/m D5 Gebodsborden (+ onderbord) D7 t/m D13 Borden Stilstaan en Parkeren (+ onderbord) Aanwijzingsborden (+ onderbord M4 en M5) F34a/F34b1/F34b2/F35/F37/F43/F51/F53/F55/F57/F59/F61/F63/F65/F67/F69/F71/F73/ F75/F77/F99a/F99b/F101a/F101b/F103 en F105 F1/F3/F5/F7/F9/F11/F13/F14/F17/F19/F21/F23a/F23b/F23c/F25/F27/F29/F31/F33a/F3 3b/ F45/F47/F49/F49bis/F50/F50bis/F87/F89/F91/F93/F95/F97 F15/F25/F27/F29/F31/F33a/F89/F91 op hoofdwegen en primaire wegen met minstens 2 rijstroken in elke rijrichting F39/F41/F79/F81/F83 en F85 F49 en F50 aangebracht boven de rijweg M borden die zich richten tot de automobilist M borden die zich richten tot de fietser Zonale borden met inbegrip van de borden F4a en F4b Verticale en horizontale afbakeningsborden voor bochten, werfafbakening en wegsplitsingen
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
Type retroflecterend materiaal Type 2 Type 3 Type 2 Type 1 Type 3 Type 2 Type 3 Type 2 Type 1 Type 1 Type 1 Type 2 Type 3 Type 3 (fluo) Type 3 Type 2 Type 1 Type 2
35
- bakens type Ia.1, Ib.1, Ic, Iia, Iib, IIIa en IIIb - bakens type Ia.2, Ib.2 en Iic - horizontale bochtafbakeningsborden (visgraat) Borden langs hoofdwegen: - uitritnummerborden, plaatsnaamborden, trajectbevestigingsborden, signalisatieborden betreffende de nevenbedrijven - borden ‘lichten aan’ en ‘lichten uit’ - toeristische aankondigingsborden (bruin) - borden met de naam van belangrijke waterlopen, kanalen, viaducten, tunnels - hectometer-, kilometer-, brugnummerborden - praatpaalsignalisatieborden - gele filewaarschuwingsborden (t.h.v. werken), wegomleggingen ten gevolge van calamiteiten Borden langs primaire, secundaire en lokale wegen: - borden i.v.m. taxistop, carpooling, P+R, Europese gemeente, welkom, verbroederd, waterwingebied - borden die een kruispunt met gewijzigde voorrangsregeling aankondigen - borden die de grens van het land, het gewest en de provincie aangeven - borden die de algemene snelheidsbeperking aan de landsgrenzen aangeven - zeshoekige borden (toeristische routes)
Type 2 Type 3 Type 3 Type 2 Type 2 Type 1 Type 1 Type 1 Type 1 Type 3 (fluo) Type 1 Type 2 Type 1 Type 2 Type 1
In figuur K op pagina X-25 vervalt de tekst “Vierkantmoer M8 DIN 557C of”. 2. MARKERINGEN 2.1.1. OPVATTING Voor de realisatie van markeringen wordt gekozen voor de eerste opvatting. 3. SIGNALISATIE VAN WERKEN Toepasselijke bepalingen : -
-
Het Ministerieel Besluit van 07.05.1999 (BS 21.05.99) betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg alsook de daarbijhorende tekeningen (bijlagen 1,2,3 en 4). De algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie, delen II , VII en VIII, uitgave 1977 en latere wijzigingen, alsook het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer (wegcode, verkeersreglement KB van 1.12.1975). Het MB van 11.10.1976 (en latere wijzigingen) houdende de minimum afmetingen en de algemene plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens (BS 14.10.1976) Het SB 250, hoofdstuk X § 1 en 3 en de daarbijhorende figuren M en N.
Wijzigende bepalingen en aanvullingen : 1e Vergoeding voor de te plaatsen werfsignalisatie, aan de aannemer De bepalingen van het SB 250 – hoofdstuk X, art. 3.1.5., 1e, 2e en 5e deelstreep, i.v.m. de betaling van werfsignalisatie, zijn niet van toepassing in dit contract.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
36
Alleen de basissignalisatie die dient aangebracht te worden op de vóór- en/of achterzijde van de werkende (voer)tuigen voor werken van 6e categorie is een aannemingslast (alsook een beperkte uitbreiding daarvan, zie I, Administratief gedeelde, B2, art. 25 § 1). Al de andere nodige werfsignalisatie wordt vergoed b.m.v. de hiervoor voorziene posten in het borderel. Dit betreft: Statische signalisatie van 1e, 2e, 3e, 4e en 5e categorie (volgens typetekeningen) Bijkomende statische werfsignalisatie indien de opstelling of het gebruik ervan wordt opgelegd, in de dienstbevelen, als supplementaire voorziening t.o.v. de type opstelling van statische werfsignalisatie volgens de typetekeningen. Uitrusting(en) die wel voorzien zijn in de typetekeningen voor opstelling van statische werf-signalisatie, maar die volgens de postomschrijving uitdrukkelijk niet begrepen zijn in de uitvoering van de betrokken post(en) (zie verder). Al deze signalisatie wordt volgens aard en situering der werkzone voorgeschreven in de betreffende dienstbevelen tot uitvoering van werken. De betaling van statische signalisatie gebeurt gedeeltelijk op forfaitaire basis, t.t.z. éénmalig per dienstbevel. Er zijn geen uitzonderingen op deze regel, tenzij het gelijktijdig inrichten en instandhouden van 2 of meer afzonderlijke werkzones door de aanbestedende overheid noodzakelijk wordt geacht voor de goede uitvoering der werken binnen de opgelegde termijn en er minimum 1000 meter afstand is tussen deze werfzones. Op de N-wegen met minstens 2X2 rijstroken en met middenberm/ spoorweg/waterweg gelden de werkzones waarvan de nodige verplaatsing, in dwarse zin, op één rijbaan, aanleiding geeft tot het nodig installeren, opeenvolgend, van de doorgaande rijstro(o)k(en), aan de linkerkant en aan de rechterkant van de werkzone eveneens als afzonderlijk. In dat geval zijn er 2 of meer afzonderlijke betalingen van de werfsignalisatie, binnen hetzelfde dienstbevel. Het aanpassen van de type-opstelling, aan de toestand ter plaatse, rekening houdend met de bestaande vaste signalisatie, is steeds inbegrepen. Het desgevallend nodig afdekken van (een gedeelte van) de bestaande vaste signalisatie is eveneens steeds inbegrepen. Op de N-wegen is de bijkomende werfsignalisatie die een gevolg is van de aanwezigheid van (een) zijweg(en) in de werkzone, eveneens in de prijs van de posten voor statische werfsignalisatie begrepen. De betaling van de bijkomende statische werfsignalisatie gebeurt volgens dezelfde voorwaarden als van de statische werfsignalisatie, t.t.z. éénmalig per opdracht (bijkomende filevoorsignalisatieborden, bijkomende aanwijzingsborden, bijkomend statisch signalisatievoertuig met botsabsorbeerder, tijdelijk stationeerverbod t.b.v. de uitvoering van mobiele werken, …) De betaling van statische werfsignalisatie is dus onafhankelijk van de duur van de werken, van de lengte van de werkzone en van de eventueel nodige verplaatsingen van de werkzone, binnen de uitvoering van één dienstbevel. Een “opschuivende” werkzone wordt derhalve slechts éénmaal vergoed.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
37
De evolutie van de te gebruiken werfsignalisatie, tijdens één of tijdens de verschillende uitvoeringsdagen van één dienstbevel, in functie van de evolutie van de werkzaamheden (voorbereidende werkzaamheden, uitvoeringsfase, afwerkingsfase, …) heeft eveneens geen invloed op deze betaling. De scheiding tussen versmalde en/of omgelegde rijstroken geschiedt b.m.v. verkeerskegels van tenminste 75 cm hoogte (en van ten minste 40 cm hoogte indien V<= 50 km/u), op onderlinge afstanden van ten hoogste 30m, en is i.g.v. werken van 5e categorie, in de plaats van voorlopige wegmarkeringen, steeds begrepen in de uitvoering van de betrokken posten (SB250 – X 3.3.1 vgl.). Volgende signalisatiematerialen maken deel uit van de typeopstelling volgens de typetekeningen van de werfsignalisatie maar worden desondanks steeds afzonderlijk vergoed: driekleurige lichtsignalisatie De eventuele tweede uitvoering van éénzelfde werk, als gevolg van de niet-aanvaarding van het resultaat van de eerste uitvoering door de aanbestedende overheid, geeft nooit aanleiding tot een nieuwe betaling van de werfsignalisatie. Dit geldt zowel voor statische als voor mobiele signalisatie (1e t.e.m. 6e categorie). Er is eveneens geen nieuwe betaling mogelijk, voor de statische werfsignalisatie die nodig is voor de eventueel nodige latere uitvoeringsfazen van bepaalde posten en ook i.g.v. hervatting der werken na toegestane onderbreking of na schorsing. Deze regel geldt eveneens voor mobiele signalisatie (6e categorie) die per meter wordt betaald. Een nieuwe betaling is wel voorzien voor mobiele werfsignalisatie (6de categorie), die per uur wordt vergoed en die nodig is tijdens de verschillende opeenvolgende fasen van eenzelfde werk (bvb vellen, frezen, ruimen van bomen, of frezen en vullen sponning, …) en dit mits voorafgaande goedkeuring van deze fasering, door de aanbestedende overheid.
De opgave, in het dienstbevel, door de aan bestedende overheid, van de vermoedelijk op de werfzone(s) toepasselijke categorie van werken of toepasselijke graad van verkeershinder ontslaat de aannemer niet van zijn taak en verantwoordelijkheid om de signalisatie der werken steeds in volledige overeenstemming te brengen met de werkelijke omstandigheden en noodzaken die heersen op de bouwplaats. De definitieve aanrekening van de geplaatste statische werfsignalisatie gebeurt steeds volgens de borderelpost die overeenstemt met de hoogste van de werkelijk ter plaatse, tijdens de werken gerealiseerde en nodige (onder)categorie van signalisatie en/of graad van verkeershinder en/of van moeilijkheid (grootste aantal ingenomen rijstroken staat daarbij voor hogere moeilijkheidsgraad). Deze regel geldt ook voor iedere eventueel apart te vergoeden werkzone afzonderlijk. De statische werfsignalisatie van 1e, 2e, 3e, 4e en 5e categorie wordt slechts volledig vergoed volgens de voorziene posten van het borderel, indien de typeopstelling ook volledig werd geplaatst of kon worden geplaatst zoals voorzien op de typetekeningen.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
38
Alle posten met betrekking tot de uitvoering van de signalisatie omvatten alle leveringen van het nodige materiaal voor de opstelling noodzakelijk voor een doeltreffende signalisatie, opgenomen in goedgekeurde signalisatieplans. De opstelling gebeurt met palen en voetstukken die aan de opgelegde voorschriften beantwoorden. De signalisatie, die deel uitmaakt van een welomschreven post, dient volledig geplaatst te zijn, alvorens ze voor betaling in aanmerking wordt genomen. 3e Signalisatie van werken van 1e, 2e, 3e, 4e en 5e categorie Dit betreft de "statische" werfsignalisatie. De signalisatie van de werken van 5de categorie, die het voorwerp uitmaken van dit bestek wordt, in principe, nooit in stand gehouden tussen twee werkdagen. Er wordt hieromtrent verwezen naar de bepalingen van I, B2, art. 30 § 1, 4e alinea, sub "Signalisatie van de bouwplaatsen" en sub "Dagelijkse verwijdering van signalisatie na de werken" Installatie, instandhouding en verwijdering De te installeren signalisatiematerialen zijn en blijven eigendom van de aannemer, tenzij anders is vermeld in de betrokken post. De installatie omvat de aanvoer en de plaatsing. De verwijdering omvat het wegnemen en de afvoer van de signalisatie, op het einde van de uitvoering van de betrokken opdracht. Het tussentijds herhaaldelijk wegnemen en het herhaaldelijk verplaatsen en terugplaatsen van deze signalisatie tijdens of op het einde van de werkdagen van de betrokken opdracht, is eveneens inbegrepen. De instandhouding omvat het rein houden van deze signalisatie en het vervangen van beschadigde onderdelen of van batterijen van de verlichting. Alle aanpassingen van de soort en van het aantal signalisatietekens, volgens de evolutie van de uitvoering van de opdracht, is daarin begrepen. De aanrekening geschiedt op forfaitaire basis (zie hoger). De posten in het borderel zijn verdeeld volgens de verschillende mogelijke inplantingen der werkzones in het dwarsprofiel van de weg, volgens de verschillende categorieën van signalisatie en volgens de graad van verkeershinder. De typetekeningen van deze signalisatie zijn steeds ter inzage bij de aanbestedende overheid. Verantwoordelijke voor de werfsignalisatie en aankondigingsborden hiervan (SB 250, X, § 3.1.6.). Er wordt vooraf verwezen naar de bepalingen van I, Administratief gedeelte, B2, art. 30 § 1, 4e alinea, sub "Signalisatie van de bouwplaatsen" en sub "Dagelijkse verwijdering van signalisatie na de werken". De voorschriften van het SB 250, X, § 3.1.6., i.v.m. de interventies van de "verantwoordelijke signalisatie" en i.v.m. het plaatsen van aankondigingsborden hiervan, met naam en telefoonnummer, op het einde van iedere werkzone, zijn van toepassing.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
39
De gemachtigde vertegenwoordiger(s) van de aannemer op de bouwplaats dien(t)(en) daardoor steeds bereikbaar te zijn en als aanspreekpunt(en) in te staan voor de uitvoering van de taken van "verantwoordelijke werfsignalisatie", hetzij persoonlijk, hetzij als opdrachtgever(s) aan derden. In alle gevallen dient op de werf steeds een beperkte voorraad van courant nodige kleine signalisatieonderdelen aanwezig te zijn. Buiten de uren van effectief werk (dus ook 's nachts) op werkdagen, op zon- en feestdagen, tijdens de verletdagen en tijdens de jaarlijkse vakantieperiode, moet de "verantwoordelijke werfsignalisatie" steeds onmiddellijk bereikbaar zijn. Naam en telefoonnummer worden duidelijk kenbaar gemaakt op de aanwijzingsborden die op het einde van de werkzone (van 5e categorie) worden geplaatst (volgens typetekeningen van de werfsignalisatie en SB250). Deze verantwoordelijke moet binnen één uur op de werf ingrijpen na iedere vordering hiertoe van de aanbestedende overheid, politie of hulpdiensten. Daartoe beschikt hij over het nodige vervoer en over een volledig stel hulpsignalisatie (afsluitingen, dwarsregels, verkeersborden, verlichting op onafhankelijke electriciteitsbron, witte en rode lampen, oranje knipperlichten, enz. …). Dit vormt eveneens een aannemingslast. Hij moet tevens de nodige technische kennis en ervaring bezitten om de nodige herstellingen aan de electrische verlichting van de werken uit te voeren. 4e Bijkomende signalisatie van 1e, 2e, 3e, 4e of 5e categorie De aanbestedende overheid kan in het dienstbevel tot uitvoering van werken, het gebruik opleggen van bijkomende signalisatiematerialen, als uitbreiding van de op de typetekeningen voorgeschreven signalisatie. Deze bijkomende voorzieningen worden afzonderlijk vergoed (bijkomende filevoorsignalisatieborden, statisch(e) signalisatievoertuig(en) met botsabsorbeerder, tijdelijk stationeerverbod t.b.v. de uitvoering van mobiele werken,...) (zie hoger). Driekleurige lichtsignalisatie wordt altijd vergoed als bijkomende signalisatie. De driekleurige lichtinstallaties dienen uitgerust te zijn met een veiligheidsinrichting, volgens art. 3 van het M.B. van 11.10.1976. 7e Materialen en afmetingen - algemeen De signalisatiematerialen voldoen aan de voorschriften van het SB 250, X, § 1 , voor zover als toepasselijk. Enkel voor de palen, beugels en sokkels van de niet-inwendig verlichte verticale verkeerstekens kan een afwijking naar vorm of materiaaleigenschap worden toegestaan, op voorwaarde, dat deze materialen minstens dezelfde waarborgen op gebied van veiligheid, stabiliteit en (on-) vormvastheid bieden en een snel plaatsen en wegnemen toelaten. De omranding van de verkeersborden mag worden weggelaten wanneer de borden zijn bevestigd op een groter vertikaal vlak van een (voer)tuig of paneel.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
40
9e) Signalisatieplan Overeenkomstig de administratieve bepalingen van hoofdstuk I, B2, art. 4 § 2 moet de aannemer de werfsignalisatieplans voor de verschillende werkfasen, met inbegrip van de wegomleggingen, ter goedkeuring voorleggen aan de aanbestedende overheid. De toelating of het politiebesluit voorzien in art. 78.1.1. van het KB van 01/12/1975 wordt bij de bevoegde overheid aangevraagd op basis van de goedgekeurde werfsignalisatieplans.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
41
BIJGEVOEGD ARTIKEL NR. 1 ENKELVOUDIGE GEPREFABRICEERDE BETONELEMENTEN 1.
Beschrijving
Het uitvoeren van een talud- of bodembescherming met geprefabriceerde betonelementen omvat: -
het aanleggen van een fundering in zandcement het eventueel aanbrengen van een geotextiel ter bescherming van de zandcementfundering het plaatsen van riettegels
2.
Materialen
De materialen zijn: -
riettegels volgens III-48.3. zand voor drainerende fundering volgens III-6.2.17 geotextiel volgens III-13.2. cement van de sterkteklasse 32,5 volgens III-8. voor het zandcement aanmaakwater volgens NBN B15-001
3.
Uitvoering zandcementfundering
In de regel wordt de bescherming met riettegels aangelegd op een fundering van zandcement. 4.
Samenstelling zandcement
Het zandcement wordt vervaardigd met zand voor drainerende fundering van zandcement volgens III-6.2.17. (o.a. vulstofgehalte <= 3 %), cement van de sterkteklasse 32,5 en eventueel aanmaakwater. Het mengsel is aardvochtig, d.w.z. dat de hoeveelheid water 6 tot 11 % bedraagt van de droge massa van het zand, en wordt bereid in een mengcentrale. 5.
Verwerking
De verwerking moet voltooid zijn vooraleer binding optreedt. 6.
Dikte van de zandcementfundering
De nominale dikte van de uitgevoerde fundering is 0,15 m. De aannemer dient bij de aanleg rekening te houden met een overdikte (o.m. door de verdichting). De tolerantie in min bedraagt hoogstens 20% voor individuele metingen en 0% voor de gemiddelde dikte.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
42
7.
Plaatsing riettegels
De elementen worden geplaatst onder een taludhelling volgens de aanbestedingsdocumenten of volgens de bevelen van de leidend ambtenaar. Het uitvoeren van de bescherming gebeurt verplicht binnen dezelfde werkdag als het uitvoeren van de zandcementfundering. De betonelementen worden tegen elkaar geplaatst met een maximale voeg van 1 cm. Ter hoogte van de aansluitingen van o.a. draineerleidingen of andere leidingen wordt een element weggelaten, de aansluitende leiding wordt aangepast en/of verlengd tot in het voorvlak van de bescherming. De opstop rond de leiding en tussen de geplaatste elementen gebeurt volledig met beton gelijkwaardig aan deze van de betonelementen en op een dikte gelijk aan de dikte van de elementen. Dezelfde regeling geldt bij de opstop van de openingen die ontstaan o.a. bij de aansluiting tegen kopmuren, stuwen, … en in korte bochten. In de uitgevoerde bescherming mogen geen gebroken elementen voorkomen. De openingen en gleuven worden goed opgevuld met teelaarde voortkomende van de uitgravingen en mede ingezaaid met het bovenste taludgedeelte. Er dient speciale aandacht besteed aan de effenheid van het talud zodat in de rechte gedeelten van de bescherming nergens uitsteeksels voorkomen groter dan 2 cm bij meting van de rij van 3 meter. 8.
Meetmethode voor hoeveelheden
De taludbescherming wordt opgemeten in m² voor de uitgevoerde vakken. Ingeval voor bepaalde werken halve (0,5 m schuine hoogte) elementen noodzakelijk zijn, worden deze aan dezelfde eenheidsprijs per m² aangerekend. Uitsparingen voor leidingen, duikers, kunstwerken, draineringen en dergelijke, kleiner dan 1 m², worden niet afgetrokken. 9.
Controles
Naarmate de werken vorderen worden geregeld controles verricht om na te gaan of de werken overeenkomstig de beschrijving zijn. De materialen opgesomd onder 2. zijn onderworpen aan de voorafgaande technische keuring.
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
43
BOUWPLAATS:
Provincie Antwerpen District Antwerpen HERSTELLINGEN EN NETHEIDONDERHOUD VAN VRIJ LIGGENDE FIETSPADEN Dossiernummer: O10/D121/110 Besteknummer: 16DA/06/50 Dossiernr. Veiligheid: V121-02
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN
CONFORM de Wet op het Welzijn 04/08/1996 de Europese richtlijn 92/57 EEG KB van 25/01/2001
ALGEMENE AANBEVELINGEN IN FUNCTIE VAN DE SPECIFIEKE RISICO’S EIGEN AAN HET BEROEP COORDINATEN OPDRACHTGEVER:
VLAAMSE OVERHEID Agentschap Infrastructuur Wegen en Verkeer Antwerpen Copernicuslaan 1 bus 12 2018 Antwerpen Tel.: 03/224 68 11 Fax: 03/224 68 99
OPGEMAAKT DOOR: STUDIEBUREAU VOOR BOUW EN VEILIGHEID INFRASTRUCTUUR EN LANDSCHAP RUIMTELIJKE PLANNING Meiboom 26 1500 Halle Tel.: 02/363 89 10 Fax: 02/363 89 11 E-mail:
[email protected] Heidi Jacobs Lid van de VC-CS veiligheidscoördinatoren vzw
V&G-plan
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL
1
WIJZIGINGEN
3
1
4
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5
BIJKOMENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN CONTRACTUELE DOCUMENTEN INZAKE VEILIGHEID DOCUMENTEN DIE DE AANNEMER BIJ ZIJN INSCHRIJVING MOET VOEGEN AANSTELLING VAN DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN TOEZICHT EN SANCTIES
INLEIDING EN ALGEMENE BEPALINGEN
4 4 4 5 6
7
WETTELIJK KADER VOERTAAL TOEPASSINGSGEBIED WERFINRICHTING EN –ORGANISATIE: NUTSLEIDINGEN ARBEIDSONGEVALLEN
7 7 7 7 10 10
GEGEVENS VAN HET UIT TE VOEREN WERK
12
A ARD VAN DE UIT TE VOEREN WERKEN 12 PLAATS VAN UITVOERING 12 DUUR DER WERKEN 12 KOSTPRIJS DER WERKEN 13 COÖRDINATIESTRUCTUUR 13 TEWERKGESTELD PERSONEEL 13 MATERIEELLIJST + BEDIENAAR 13 BOUWWERKEN IN DE ONMIDDELLIJKE OMGEVING VAN HET TE REALISEREN BOUWWERK (BUITEN DE 13 OMSCHRIJVING VAN DE WERF, EIGEN AAN DIT PROJECT)
ALGEMENE BESCHRIJVING RISICOVELDEN
14
ALGEMEEN HIJS- EN GRAAFWERK / AANWEZIGHEID VAN LEIDINGEN MONTAGE VAN GEPREFABRICEERDE STUKKEN WEGENBOUW RISICO-ANALYSE TABEL
14 14 15 15 16 18
ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER
5.1 TE OVERHANDIGEN DOCUMENTEN BIJ DE OFFERTE: 5.2 TE OVERHANDIGEN DOCUMENTEN VOOR DE AANVANG VAN DE WERKEN: 5.2.1 VOORAFGAANDE KENNISGEVING: 5.2.2 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN 5.2.3 BOUWPLAATSREGLEMENT: 5.2.4 AKKOORDVERKLARING (ONDER)AANNEMERS: D+A Consult nv
1/31
19 19 19 19 19 19 19
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
5.2.5 WERFINSTALLATIEPLAN: 5.2.6 SIGNALISATIEPLAN 5.2.7 AANVULLING VAN HET VGM-DOSSIER: 5.3 TE OVERHANDIGEN DOCUMENTEN TIJDENS DE WERKEN: 5.3.1 OVERDRACHT V&G-INFORMATIE 5.3.2 VUURVERGUNNING 5.3.3 DOCUMENTEN EN ATTESTEN
19 20 20 20 20 20 20
6
TUSSENKOMENDE PARTIJEN
21
7
BIJLAGEN
24
BOUWPLAATSREGLEMENT NOTA INZAKE COLLECTIEVE EN INDIVIDUELE BEVEILIGINGEN NOTA INZAKE BRANDPREVENTIE
D+A Consult nv
2/31
25 30 31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
WIJZIGINGEN INDEX Dit veiligheids- en gezondheidsplan werd opgesteld door D+A Consult, dat er alle rechten inzake vorm en inhoud op behoudt. Het mag slechts gebruikt worden binnen het kader van dit bouwproject. Noch dit document, noch gedeelten ervan mogen worden gereproduceerd of worden opgeslagen, zonder voorafgaandelijke toestemming van D+A Consult.
D+A Consult nv
A
DATUM
WIJZIGING
OPGEMAAKT
28/04/2004
Oorspronkelijke versie
D+A Consult
B C D E
3/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
1 1.1 − −
− − − − − − − − − − 1.2
BIJKOMENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN Contractuele documenten inzake veiligheid Het VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN (verder V&G-plan genoemd) voor onderhavig bouwproject in bijlage van het bestek. Elke onderneming en/of elke zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert en/of laat uitvoeren en ieder persoon die op de bouwplaats aanwezig is, moet het BOUWPLAATSREGLEMENT, onverminderd de bepalingen uit het Veiligheids- en Gezondheidsplan naleven (het bouwplaatsreglement geeft een samenvatting van belangrijke onderdelen uit het V&G-plan). Het reglement evenals de daaruit voortvloeiende verplichtingen beogen de coördinatie van Veiligheid, Gezondheid en Milieu op de bouwplaats. De “Wet op het Welzijn” van 04.08.96 inzonderheid: hoofdstuk V – Bijzondere bepalingen Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen (art. 14 t./m 32) Het Koninklijk Besluit van 25.01.01 betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen en haar bijlagen (verschenen in het Belgisch staatsblad van 07/02/2001) De Europese Bouwrichtlijn 92/57/EEG van 24.06.92 (van de Raad van de Europese Gemeenschappen) Het ARAB (waarin het AREI is opgenomen) inzonderheid De CODEX over het welzijn van het werk, opgesteld in 1993 VLAREM (Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning) De mijncode De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten De Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO’s)
Documenten die de aannemer bij zijn inschrijving moet voegen
Het document en de afzonderlijke prijsberekening bedoeld in artikel 30, tweede lid, 1° en 2°, van het KB van 25-1-2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, met name: 1. een document dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin de inschrijver beschrijft op welke wijze hij het bouwwerk zal uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan. Hiervoor wordt verwezen naar de betreffende paragraaf van het inschrijvingsbiljet waarin de aannemer bevestigt dat hij ofwel de werkmethode die voortvloeit uit het voorliggende algemene veiligheids- en gezondheids-plan zal volgen, ofwel een nota zal toevoegen indien hij hiervan afwijkt. 2. een afzonderlijke prijsberekening in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en –middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen. Deze documenten worden beoordeeld door de veiligheidscoördinator-ontwerp (cfr. Art.11 4e van het K.B. betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van 25 januari 2001).
1.3
Aanstelling van de veiligheidscoördinator
Conform het K.B. van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen zal de bouwheer of de mandataris van de bouwheer, een coördinator-ontwerp en een coördinator-verwezenlijking aanstellen. Keuze en betaling door de bouwheer of de mandataris van de bouwheer. Het volgen van deze veiligheidsvergaderingen en het voldoen aan de eisen opgelegd door de veiligheidscoördinator, zijn ten laste van de aannemer. Gegevens van de veiligheidscoördinator: D+A CONSULT nv Meiboom 26 1500 Halle
tel: 02/363.89.10 fax: 02/363.89.11
email:
[email protected] D+A Consult nv
4/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
1.4 a.
Veiligheidsvoorschriften Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel (inclusief onderaannemers, leveranciers, bezoekers) ertoe bij dat de veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens de wetten en bepalingen vermeld onder §1. Wanneer de bepalingen van het ARAB of de buitenwettelijke bepalingen minder streng zijn dan of tegenstrijdig met deze opgenomen in de overige aangehaalde veiligheidsvoorschriften, hebben deze laatste voorrang. De aannemer verbindt zich ertoe enkel gekwalificeerde personen in te zetten op de werf, die op de hoogte zijn van de risico’s van hun vak en van de daarbijhorende voorkomingsmaatregelen. Tevens is de aannemer er voor verantwoordelijk dat zijn werkzaamheden geen risico’s meebrengen voor de andere werfdeelnemers en dient hij actief mee te werken aan de veiligheids- en gezondheidscoördinatie op de werf zoals bepaald in art. 52 van het KB 25.01.2001. Bij niet-naleving van de veiligheidsvoorschriften kan de bouwheer de bevoegde arbeidsinspectie inlichten. De vermelde risicothema’s zijn niet-limitatief en gelden tot voorzorg en preventie vanwege de mogelijke specifieke risico’s verbonden aan de werkzaamheden.
b.
Na gunning van de aannemer(s) stelt deze zijn eigen specifiek veiligheids- en gezondheidsplan op met een algemeen overzicht van de risico-evaluaties die rechtstreeks voortvloeien uit de door hem uit te voeren werkzaamheden op de bouwplaats. De coördinator-verwezenlijking zal deze risicoanalyses op doeltreffendheid beoordelen en afstemmen op de risico’s eigen aan de site of aan de werkzaamheden van andere ondernemingen op de site. De V&G-plannen van de aannemers moeten minstens volgende zaken bevatten: • • • • • • •
een overzichtslijst van de voorziene uitvoeringsfasen en hun uitvoeringsperiode, uitwerken van de voorziene detailfasen per uitvoeringsfase opdat een voldoende verregaande evaluatie van de risico’s mogelijk wordt; dit gebeurt met vermelding van deelactiviteit, middelen, risico’s, maatregelen vermelding van de aangewende producten en van de risico’s voor derden, met inbegrip van de V&G-steekkaarten van deze producten, kopies van de wettelijke verplichte keuringsattesten, inplantingsplan van hijskranen en ander belangrijke machines inplantingsplan werflokalen, stockagezones en, dergelijke gedetailleerde planning der werken
De specifieke V&G-dossiers van de aannemer(s) zullen geïntegreerd worden in het algemeen V&Gplan, van toepassing op de bouwplaats. c.
Elke onderneming moet, vooraleer de werken aangevat worden, de INTENTIEVERKLARING met betrekking tot het bouwplaatsreglement ondertekend (in bijlage van het V&G-plan) terugbezorgen aan de coördinator-verwezenlijking.
d.
De hoofdaannemer neemt persoonlijk het toezicht op de naleving van de veiligheidsinstructies en de bepalingen van dit veiligheids- en gezondheidsplan op zich en wijst hiervoor een veiligheidsverantwoordelijke aan. Hij is in ieder geval verantwoordelijk voor een veilige uitvoering van de opdracht. Hij ziet er op toe dat zijn realisatie of die van zijn onderaannemers, zelfs indien deze onvolledig afgewerkt is, veilig wordt achtergelaten of de toegang ertoe fysiek onmogelijk wordt gemaakt. Hij staat in voor de goede staat van de aangebrachte beveiligingen, ook indien hij tijdelijk van de werf afwezig zou blijven. Hij ziet erop toe dat de verschillende aannemers op de bouwplaats elkaars werk en V&G-voorzieningen respecteren en zorgt er voor dat er geen stutwerk, schoring, ophanging, leuning of andere voorziening wordt gewijzigd zonder voorafgaand overleg en zonder dat er, waar nodig, een volwaardige andere voorziening voor in de plaats is gesteld. Voorafgaandelijk aan de start van de werken van een onderaannemer, zelfstandige of leverancier op de bouwplaats houdt de veiligheidsverantwoordelijke van de hoofdaannemer een préjobbespreking (volgens model in bijlage) met de ploegbaas van de uitvoerende onderneming, waarop de geldende veiligheidsinstructies en de bepalingen van het V&G-plan worden afgesproken.
D+A Consult nv
5/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
Indien een onderaannemer in gebreke blijft inzake collectieve of individuele preventiemiddelen, dan treedt hij ten opzichte van het bestuur, zonder verwijl in zijn plaats op dat gebied. e.
Coördinatiedagboek (= CDB): Het dagelijks bijhouden van het coördinatiedagboek, opgesteld door de veiligheidscoördinator, is vereist. Tijdens de uitvoering van de werken dient de aannemer te zorgen voor: • een dagelijks overzicht van het aanwezige personeel per onderneming; • een dagelijks overzicht van de uitgevoerde werken; • melding van ongevallen (waarvoor documenten in het CDB); • het afleveren van technische fiches, attesten en keuringsverslagen (kopieën).
f.
Voorafgaande kennisgeving bouwplaats: Sinds 1 mei moet het starten van een tijdelijke en mobiele bouwplaats bij de directie van de Technische Inspectie van de Administratie van de Arbeidsveiligheid, die bevoegd is voor de bouwplaats en bij het NAVB, gemeld worden. De melding moet gedaan worden door de bouwdirectie belast met de uitvoering, meestal de hoofdaannemer. Indien er meerdere aannemers zijn, doch geen hoofdaannemer, voldoen zij allen aan de definitie “bouwdirectie belast met de uitvoering”. In dit geval moet de aangifte gedaan worden door de eerste aannemer die op de bouwplaats activiteiten uitvoert. Dit dient te gebeuren bij elke bouwplaats waar: ofwel, één of meer van de gevaarlijke werken uitgevoerd worden bedoeld in artikel 26, §1, van het koninklijk besluit, wanneer de totale duur van de werkzaamheden de vijf werkdagen overschrijdt; ofwel, werken uitgevoerd worden, waarvan de vermoedelijke totale omvang meer dan 500 mandagen omvat of waar er vermoedelijk gedurende meer dan dertig werkdagen, meer dan twintig werknemers tegelijkertijd werken. De aangifte moet ten minste vijftien kalenderdagen voor het begin van de werken gebeuren. In een eerste fase gebeurt dit nog best schriftelijk, met mededeling van de elementen die opgesomd zijn in de bijlage II van het koninklijk besluit. Men kan hiervoor ook het formulier voor de aangifte van de bouwplaats bij het Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf (N.A.V.B.), of een kopij ervan gebruiken, op voorwaarde dat de hoger bedoeld elementen van de bijlage II erop vermeld staan. De aannemer zal alle documenten opgevraagd door de veiligheidscoördinator-verwezenlijking kostenloos en binnen de gestelde termijnen afleveren. Ook zal de aannemer persoonlijk antwoorden op alle oproepingen uitgaande van de veiligheidscoördinator-verwezenlijking.
g.
1.5
Bouwplaatsen met één aannemer: Belangrijk bij werken uitgevoerd door één aannemer, is de verplichting om de voorschriften van de afdeling IV “Bepalingen van toepassing op alle bouwplaatsen” van het besluit en afdeling V “Bouwplaatsen waar de werken door één enkele aannemer worden uitgevoerd” na te leven. Indien de aannemer toch zou werken met onderaannemers of andere zelfstandigen, nadat deze schriftelijk heeft betekend als zonder onderaannemers of andere zelfstandigen te werken, zijn de bijkomende kosten voor de bijkomende verplichtingen qua coördinatie voor rekening van de aannemer en niet voor rekening van de opdrachtgever. Toezicht en sancties
De bouwheer, de bouwdirectie, de coördinator-verwezenlijking of de aangestelde(n) heeft (hebben) steeds het recht de werkzaamheden te controleren, het gebruik van onveilig materieel, werktuigen en/of werkmethoden te verbieden en de werken te stoppen, indien naar zijn (haar) mening het werk zelf, of de manier van uitvoeren gevaarlijk is. De aannemer zal derhalve zonder uitstel gevolg geven aan de door hen geformuleerde opmerkingen op het vlak van veiligheid, gezondheid en hygiëne. Ingeval correcties en/of aanvullende maatregelen op gebied van veiligheid en/of gezondheid en/of milieu uitgevoerd moeten worden, kan de bouwheer, bouwdirectie, coördinator-verwezenlijking of aangestelde beslissen deze uit te voeren op kosten van de onderneming(en) die in gebreke blijft (blijven). In geen geval zal het eventueel stilleggen van de werken, om veiligheids- en gezondheidsredenen, bijkomende kosten voor de bouwheer, een verlenging van de uitvoeringstermijn of een verstoring van de planning met zich meebrengen. Personen die de veiligheids-, gezondheids- en milieu richtlijnen niet naleven en/of zich niet kunnen identificeren, zullen van de bouwplaats gezonden worden. D+A Consult nv
6/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
2 2.1
INLEIDING EN ALGEMENE BEPALINGEN Wettelijk kader
Dit Veiligheids- en Gezondheidsplan (verder genoemd V&G-plan) beantwoordt aan het KB van 25/01/2001 betreffende Tijdelijke of Mobiele bouwplaatsen, meer bepaald de coördinatie bij het ontwerp, het V&G-plan zal tijdens de verwezenlijking van het bouwproject steeds op de bouwplaats ter inzage liggen. Dit V&G-plan vermeldt enkel de specifieke aanvullingen op dit KB en de welzijnswet. Dit V&G-plan maakt integraal deel uit van het aanbestedingsdossier. Het naleven van deze veiligheidsvoorschriften is één van de absolute voorwaarden waaronder de werkzaamheden mogen uitgevoerd worden. Bij het niet naleven kan overgegaan worden tot een stoppen van de werken. Doel van het Veiligheids- en Gezondheidsplan: • het voorkomen van menselijk leed en materiële schade • het bevorderen van gezonde arbeidsomstandigheden • het verbeteren van het arbeidsklimaat Fase ontwerp: onderhavig Veiligheids- en Gezondheidsplan wordt door de coördinator-ontwerp, in functie van specifieke aan het ontwerp gebonden parameters, aangevuld. Bij het beëindigen van de opdracht wordt het geactualiseerde V&G-plan, samen met het geactualiseerde coördinatiedagboek en postinterventiedossier, aan de opdrachtgever of aan de persoon, belast met zijn aanstelling, overgedragen. Fase uitvoering: onderhavig Veiligheids- en Gezondheidsplan wordt tijdens de uitvoeringsfase van het bouwwerk of gebouw op de bouwplaats aangevuld of gewijzigd in functie van wijzigingen in het uitvoeringsproces, omgevingsfactoren en bekendwording van uitvoeringsdetails. Het coördinatiedagboek wordt bijgehouden en aangevuld met de tekortkomingen van de tussenkomende partijen, de opmerkingen van de aannemers en de gevolgen die hieraan worden gegeven. Het postinterventiedossier wordt aangevuld in functie van de elementen van het geactualiseerde V&G-plan die voor de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk van belang kunnen zijn. Dit Veiligheids- en Gezondheidsplan doet geen afbreuk aan de Europese wetgeving en normen geldend voor de tussenkomende partijen, en dit noch tijdens de ontwerpfase noch tijdens de realisatiefase, maar dient als werkdocument voor de ondernemingen.
2.2
Voertaal
De taal van het dossier en van de omgang op de werf is het Nederlands. Aannemers die anderstalige werknemers tewerkstellen, moeten zelf instaan voor het vertalen van de van kracht zijnde V&G-bepalingen naar en voor het informeren, opleiden en instrueren van die werknemers in hun moedertaal. 2.3
Toepassingsgebied
Alle bepalingen gelden voor de aannemer(s), zijn onderaannemers en derden die werken op de bouwplaats uitoefenen iov de bouwheer of in eigen beheer. Iedereen dient op de hoogte zijn van de op hun werken betreking hebbende bepalingen uit dit V&G-plan.
2.4
Werfinrichting en –organisatie:
Alle inrichtingen opgenomen in deze paragraaf moeten worden aangeduid op een werfinrichtingsplan . 1.
Inplanting en inrichting van de werflokalen − Lokalen zoveel mogelijk gegroepeerd en makkelijk bereikbaar. − De bureel- en personeelslokalen moeten vanaf de openbare weg toegankelijk zijn.
D+A Consult nv
7/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
− − − − − 2.
Voldoende ruimte en een vlakke inplanting voorzien van de lokalen. Uitgerust met voldoende en aangepaste brandbestrijdingsmiddelen. Effen waterdichte bekleding, bestand tegen regelmatige schoonmaak met water. De sanitaire afvoeren zullen aangesloten worden op de openbare riolering conform met de plaatselijke reglementering. Orde en netheid in de lokalen
Orde en netheid − Orde en netheid zijn de belangrijkste veiligheidsfactoren en maakt deel uit van ELKE werkfase. − Verantwoordelijke aanduiden voor het reinigen van de refter, sanitair, kleedkamers, … − Alle puin en afbraakmateriaal zullen van de werf worden verwijderd en afgevoerd naar erkende stortplaatsen. De nodige bewijzen daarvan zullen moeten kunnen voorgelegd worden. − Verschillende afvalstromen duidelijk indiceren. − Gebruik maken van recycleerbare verpakkingen. − De gemeenschappelijke toegangswegen naar de werfketen, de werfwegen, de openbare weg en voetpaden regelmatig reinigen en indien nodig herstellen (beschadiging van wegdek, belijning, …). − Plaatsen van een schoen- en laarzenborstel aan de ingang van de werfkeet.
3. Afvalverwijdering en milieuvoorschriften -
− 4.
Alle werknemers zullen tijdens de werkzaamheden hun plaats van tewerkstelling alsook alle gebruikte toegangswegen tot de plaats doorlopend in perfecte staat van orde en netheid houden. De hoofdaannemer zorgt voor selectieve afvalverzameling en de verwijdering van het eigen afval en dat van onderaannemers en bezoekers. Werknemers mogen nooit afval onbeheerd op de bouwplaats achterlaten Alle restanten van afval moeten volgens de aard van de stof afzonderlijk opgeslagen worden. De werknemers zorgen ervoor dat het opslaan van smeermiddelen, gebruikte oliën, motorbrandstoffen, oplosmiddelen enz. gebeurt volgens alle wettelijke voorschriften. Voor de eventuele schade, ontstaan ten gevolge van bodemverontreiniging zal het bedrijf aansprakelijk gesteld worden. De werknemers zorgen ervoor dat de bodem van de opslagplaatsen voor afvalstoffen voorzien is van een beschermingslaag, zodat verontreiniging van de bodem in de omgeving en van de riolering volledig uitgesloten is. In de mate dat de werknemers de milieuvoorschriften en afvalverwijdering overtreden, zal de bouwdirectie na het schriftelijk in gebreke stellen, corrigerende maatregelen laten uitvoeren op kosten van het bedrijf. Alle olievlekken, veroorzaakt door het bedrijf tijdens werkzaamheden dienen steeds met zand of ander absorberend materiaal onmiddellijk verwijderd te worden door werknemers van of in opdracht van het bedrijf. In het kader van de emissiewetgeving moeten de werknemers reuk en lawaaihinder vermijden alsook het verhinderen van vrijkomen van schadelijke gassen. Het is formeel verboden afval en om het even welke scheikundige producten van even welke aard te verbranden, op het terrein achter te laten of in de riolering te gieten.
Opslag van gevaarlijke producten − Gezien de beperktheid van de werf is langdurige opslag verboden. − Gebruik van minder gevaarlijke producten met evenwaardige eigenschappen nagaan. − De opslagplaatsen en de laad- en loszones zijn niet veranderlijk en worden vastgelegd in onderling akkoord met de bouwdirectie en de coördinator-verwezenlijking. − Opslag ontvlambare producten nooit in het gebouw en zo ver mogelijk van de arbeidsplaatsen. − Bij buitenopslag: omheining (min. 2m.) met pictogrammen aangepast aan de aard van de producten. − Bij een interventie van de brandweer dienen de opslagplaats van de bovenvermelde producten en hun hoeveelheid dadelijk en spontaan meegedeeld. − Draagbare poederblussers in de onmiddellijke nabijheid. − Solventen en gasflessen bewaren in open lucht of geventileerde (boven en onder) ruimte − Agressieve interactie tussen verschillende producten in de ruimte vermijden. − Zuurstof- en acetyleenflessen minstens 1 meter van elkaar opgesteld − Gasflessenwagens steeds uitgerust met een draagbaar poederblustoestel. − Gasflessen, vol of leeg, staan ofwel op een flessenkar ofwel in een behoorlijk stockagerek op de daartoe voorziene plaats
D+A Consult nv
8/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
− −
Beschadigde gasflessen zullen van de werf verwijderd worden Etikettering van de recipienten
5.
Gebruik van gevaarlijke producten − Melding van het gebruik aan de VC en de andere aannemers die tegelijkertijd op het terrein actief zijn. − Rookverbod! − Ventilatie! − Interactie tussen het gevaarlijke product en de weersomstandigheden nagaan. − V&G-steekkaart moet ter beschikking van de gebruiker zijn. − Reinigen van materiaal met behulp van oplosmiddelen zal in open lucht gebeuren − Alle gebruikte oplosmiddelen en gedrenkte vodden van de werf afgevoeren of, hoogstens tijdelijk, in hermetisch gesloten metalen houders bewaard worden. − Elke persoon die gevaarlijke producten gebruikt moet op de hoogte zijn van de gevaren die eraan verbonden zijn. Aangepaste beschermingsmiddelen moeten door die persoon worden gebruikt bij het werk met gevaarlijke producten, zoals verder vermeld in het V&G-plan. − De asbesthoudende producten dienen te worden verwijderd volgens de richtlijnen van Art. 148 decis 2.5 en 723ter van het ARAB.
6.
Opslag van materiaal − Op vast aangeduide plaats, zonder hinder voor het (werf)verkeer. − Geordende stabiele stapeling
7.
Elektrische installaties − Volgens de eisen vervat in het AREI. − Beschermingsgraad IP44 voor electrisch gebruik in open lucht. − Keuringsattesten vóór indienststelling. − Stroomverdeelkasten moeten aangepast zijn voor werfgebruik (voldoende bescherming tegen weersinvloeden, stevige en stabiele constructie, gevaarloze bereikbaarheid van de stroomonderbrekers, differentieelschakelaar, enz. − Kabels die op de grond liggen, groeperen en beschermd tegen externe werfinvloeden − Ondergrondse kabels duidelijk merken. Onder de rijweg wachtbuizen voorzien.
8.
Toegang tot de werf − De richtlijnen voor de arbeiders inzake werftoegang wordt opgenomen in het bouwplaatsreglement. − Werfafbakening en signalisatie voorzien, in functie van de verschillende opeenvolgende werkzaamheden, moet regelmatig herzien en onderhouden worden. − Opschriften met uitdrukkelijk toegangsverbod worden op meerdere plaatsen aangebracht. − Bij de werftoegangen gebodspictogram voor verplicht dragen van veiligheidsschoeisel (en andere PBM’s indien van toepassing). − Uitgravingen e.d. apart afbakenen. − (Groeps)bezoeken van niet bevoegden dienen vooraf aangevraagd en het akkoord te krijgen van het bestuur.
9.
Verkeer en parking − Het werfverkeer en het laden en lossen van de voertuigen, vindt plaats onder toezicht van een lid van de betrokken onderneming. − Parkeerzones voorzien voor arbeiders, bouwdirectie en bestuur. − Wachtzones voorzien voor vrachtwagens − Parkeren van voertuigen op het openbare domein gebeurt volgens het wegverkeersreglement en de plaatselijke reglementering. − Het verkeer van de werfwerktuigen is verboden op de openbare weg en blijft onderworpen aan de wegcode. − Signalisatie en verlichting in overleg met het bestuur en de bevoegde instanties Æ goedgekeurd signalisatieplan overhandigen aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. − In toepassing van art. 25, 4° van het KB van 25/01/01 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en overeenkomstig de Europese richtlijn 71/127/EEC zullen alle bedrijfsauto’s (+3,5 ton) die werken of leveringen verrichten op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, uitgerust zijn met een zichtveldverbeterend systeem, die de “dode hoek” in het zichtveld van de bestuurder tot een minimum terugbrengt. (via antidodehoek spiegel of camerasysteem)
D+A Consult nv
9/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
10. Wegomleggingen of gebruik van delen van de openbare weg Tot een minimum herleiden. Steeds in overleg met de bevoegde politiediensten Indien sommige borden geen zin hebben buiten de werkuren, dan moeten deze bij het einde van de dag afgedekt, neergelegd of weggenomen worden. Wegomlegging, route van het werfverkeer en signalisatieplan ter goedkeuring voorleggen aan bevoegde politiedienst en bestuur en overhandigen aan VC. 11. Sociale voorzieningen − Conform het ARAB − Voldoende sociale voorzieningen in functie van het maximaal aantal werknemers op de bouwplaats − Ook de onderaannemers dienen de wettelijke regels voor het onderbrengen van hun werknemers te eerbiedigen − De lokalen van de sanitaire installaties (kleedkamers. refters, wasplaatsen, toiletten) voldoen aan de wettelijke hygiëne- en veiligheidseisen en moeten telkens als het nodig is en minstens eenmaal per dag gereinigd worden (verantwoordelijke aanstellen). De sanitaire afvoeren zullen aangesloten worden op de openbare riolering conform met de plaatselijke reglementering. 12 Ingedeelde inrichtingen, milieuvergunningsaanvragen, meldingsplicht − Volgens de bepalingen van het VLAREM. − Elke aannemer en onderaannemer heeft de plicht zich volgens de reglementering VLAREM I en II in orde te stellen qua melding en vergunning. − Bewijs van meldingen, vergunningsaanvragen en vergunningen af te leveren aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking om te bewaren in het coördinatiedagboek. 2.5
Nutsleidingen
Overeenkomstig het K.B. dat kracht werd op 01 december 1988: − De aannemer is verplicht, vòòr het begin van de werken, zich er van te overtuigen dat die inlichtingen overeenstemmen met de bestaande toestand; − Bovendien moet de aannemer eveneens een vraag (aangetekende brief) richten tot het gemeentebestuur om inlichtingen te vragen aangaande eventuele wijzigingen of nieuw geplaatste leidingen; − De aannemer mag het werk pas aanvatten indien hij: minstens acht dagen op voorhand de betrokken nutsmaatschapipjen heeft verwittigd per aangetekend schrijven; door peilingen de juiste plaats van de leidingen heeft bepaald; al de nodige en gevraagde beveiligingsmaatregelen heeft nageleefd. 2.6
Arbeidsongevallen
De aannemer stelt een procedure op inzake arbeidsongevallen. Hierbij dienen minimum de volgende items te worden opgenomen: − Inschatting van de situatie, bestaand gevaar uitschakelen, geen paniek − Alarmering interne eerste hulpploeg en werfleiding − Oproepen externe hulpdiensten − Eerste hulp verlening aan het slachtoffer − Melding van het ongeval aan familie, werkgever, VC, eventueel dienst electrische energie − Kennisgeving aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar − Onderzoek naar de omstandigheden − Preventiemaatregelen − Te overhandigen documenten aan VC: − Arbeidsongevallenrelaas − Ongevalsaangifte − Ongeval-, incident- en schierincidentonderzoek − Werkhervatting: genezingsattest, VC verwittigen
D+A Consult nv
10/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
Verder voorziet de procedure in: − Noodoproepnummers zichtbaar ophangen − Adres en reisweg naar de dichtstbijzijnde spoedgevallendienst beschikbaar bij de werkleider − Kennisgevingmaking met de eerste hulpverleners aanwezig op het terrein. − EHBO uitrusting, eventueel EHBO-lokaal. • een gebruiksklare gewone draagberrie; • (aluminiumfolie)deken • verbandkoffer met minimum de reglementaire minimuminhoud volgens het ARAB, aangevuld met specifiek materiaal eigen aan de werfrisico’s. • een draagberrie van het type kuipdraagberrie, geschikt om met de hijskraan verplaatst te worden; hierbij moet een keuringsattest ‘hefwerktuigen’ door een erkend organisme voorgelegd worden van, zowel de kruipdraagberrie als van de hijsriemen. − Specifieke verzorgingsmiddelen eigen aan specifieke werkomstandigheden − Specifieke EHBO-richtlijnen Tijdens de uitvoering zal de procedure aangepast/afgestemd worden i.f.v. de uitvoerende partijen. De bedrijfseigen noodprocedures dienen dus opgenomen te worden in de specifieke V&G-plannen zodat de veiligheidscoördinator-verwezenlijking deze op elkaar kan afstemmen.
D+A Consult nv
11/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
3
GEGEVENS VAN HET UIT TE VOEREN WERK
3.1
A ard van de uit te voeren werken
Voor de beschrijving van de bestaande situatie, omstandigheden en uit te voeren werken wordt verwezen naar de plannen en het bestek van het aanbestedingsdossier. Op deze bouwplaats worden de volgende bouwwerken of werken van burgerlijke bouwkunde uitgevoerd (KB 25/01/01, Afdeling I - art. 2): Aankruisen indien van Omschrijving toepassing X 1° graafwerken X
2° grondwerken
X
3° funderings- en verstevigingswerken 4° waterbouwkundige werken
X X
5° wegenwerken 6° plaatsing van nutsleidingen, inzonderheid riolen, gasleidingen, elektriciteitkabels, en tussenkomsten op deze leidingen, voorafgegaan door andere in deze paragraaf bedoelde werken 7° bouwwerken 8° montage en demontage van, inzonderheid, geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen 9° inrichtings- of uitrustingswerken 10° verbouwingswerken 11° vernieuwbouw 12° herstellingswerken 13° ontmantelingswerken 14° sloopwerken 15° instandhoudingswerken
X
16° onderhouds, schilder en reinigingswerken 17° saneringswerken
X
3.2
18° afwerkingswerkzaamheden behorende bij één of meer van de hierboven vermelde werken.
Plaats van uitvoering
Werfadres:
Verder aan te vullen door de coördinator-verwezenlijking
Tel.: ………………………… Fax: ………………………… 3.3
Duur der werken
Aanvangsdatum:
…………………………
De werken worden uitgevoerd in
………………………… fase(s)
Duur:
1 kalenderjaar
De planning van de werken wordt hierna toegevoegd (door coördinator-verwezenlijking).
D+A Consult nv
12/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
3.4
Kostprijs der werken
Gunningsbedrag: …………………………. EURO Eindbedrag: 3.5
…………………………. EURO
Coördinatiestructuur
De coördinatiestructuur volgens het KB van 25/01/01 dat van toepassing is op deze bouwplaats wordt weergegeven in de overzichtstabel in bijlage van dit V&G-plan.
3.6
Tewerkgesteld personeel
Het document ‘Veiligheids- en gezondheidsplan – informatieblad’ is bijgevoegd in bijlage en moet voor de aanvang van de werken aan de VC worden overhandigd. 3.7
Materieellijst + bedienaar
Het document ‘Identificatie werfmaterieel’ is onderdeel van het ‘Veiligheids- en gezondheidsplan – informatieblad’, bijgevoegd in bijlage en moet voor de aanvang van de werken aan de VC worden overhandigd. 3.8
Bouwwerken in de onmiddellijke omgeving van het te realiseren bouwwerk (buiten de omschrijving van de werf, eigen aan dit project)
→ Verder aan te vullen door de coördinator-verwezenlijking.
D+A Consult nv
13/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
4
ALGEMENE BESCHRIJVING RISICOVELDEN
4.1
ALGEMEEN
4.1.1 − − − 4.2
Machines Gebruik cfr. de machinerichtlijn In geval van tussenkomst aan een machine moet vooreerst de elektrische voeding losgekoppeld worden. De machine moet geïsoleerd worden van elke energiebron en de eventuele bijkomende vergrendelingsapparatuur en noodstops moet aangebracht worden. Keuringsattesten voor te leggen aan de VC vóór ingebruikname. HIJS- EN GRAAFWERK / AANWEZIGHEID VAN LEIDINGEN
4.2.1 − − − − − − − −
− 4.2.2 − − −
Hefwerktuigen Bestuurde is min. 18j. en met een geschikte vorming. (in het bezit van een vergunning indien wettelijk vereist) Idem voor diegene die de kraanman leidt. Bij de aanvang, de staat van de hijskabel en van de vasthechtingspunten nazien. Nazicht vrije draaicirkel. Steeds verticaal hijsen zonder schommelingen. Lasten die vastzitten (in de grond, bekistingspanelen, ed) niet lostrekken met de kraan. Geleidingskoord gebruiken in de nabijheid van bovenleidingen De waarden opgenomen in de lastentabel zijn enkel gelden voor − een vrijhangende last − met een kraan horizontaal opgesteld − op een stevige gelijkmatig dragende ondergrond. Keuringsverslagen overhandigen aan de VC Graafwerk en ondergrondse leidingen Volgens het Koninklijk Besluit van 21/09/1988 (B.S. van 08/10/1988). Indien vastgesteld wordt dat men in de nabijheid van leidingen moet werken die ontvlambare stoffen (gassen of vloeistoffen) vervoeren, dan dient een vuurvergunning uitgeschreven met de nodige richtlijnen om alle brand- of ontploffingsgevaar te voorkomen. Vanaf 1 januari 2004 is de regelgeving voor het grondverzet volledig van kracht. Deze regelgeving staat beschreven onder hoofdstuk 10 van het VLAREBO (Vlaams Reglement betreffende de Bodemsanering).
4.2.3 −
Werk in sleuven en putten openingen in de grond zullen zo vlug mogelijk terug gedicht worden en in afwachting dat dit kan gebeuren zijn volgende regels van kracht − Voor zover de grootte van de opening het toelaat, zal deze afgedekt worden. − Beschoeing en bemaling volgens instructies van de leidend ingenieur en het studiebureau − De boorden van de uitgravingen vrijgehouden van materiaal en van zwaar materieel dat een overlast kan veroorzaken. − Om trillingen te minimaliseren, zal voor de voertuigen een maximum snelheid ingevoerd worden, desnoods wordt stapvoets rijden verplicht. − Elke wijziging in de grondstructuur onmiddellijk signaleren en opvolgen. − Bij duistere weersomstandigheden: zien en gezien worden
4.2.4
Ontdekken van vervuilde bodems Wanneer, tijdens de uitvoering van werken, vervuilde bodems worden vastgesteld (oude stortterreinen, bodemvervuiling....) die risico's inhouden voor het welzijn en de gezondheid van werknemers worden onverwijld alle nodige preventieve maatregelen genomen (staken van de werkzaamheden op de vervuilde plekken, plaatsen van afscherming rond de betrokken zone, …) teneinde de werknemers te beschermen tegen deze risico's. De coördinator-verwezenlijking en de bouwheer worden direct van deze vaststellingen op de hoogte gebracht zodat het V&G-plan kan aangepast worden in functie van de verder te ondernemen stappen.
D+A Consult nv
14/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
4.3
MONTAGE VAN GEPREFABRICEERDE STUKKEN − − − − −
4.4
Hijsen en manipuleren van de stukken Hijsmateriaal zoals hierboven omschreven. Materiaal dient ten allen tijde stabiel te hangen Voor het aanhaken van de stukken zullen middelen gekozen worden die weinig werk vragen om losgemaakt te worden. Die plaatsen zullen zo gekozen worden dat ze veilig bereikbaar zijn om het stuk aan te slaan voor het opnemen en de kraanhaken los te maken eens het stuk gemonteerd en afgeschoord. WEGENBOUW
4.4.1
Betonverhardingen − Grondwerk volgens 2.3 hierboven. − "Ter plaatse gestorte betonconstructies" zoals hierboven omschreven. − Om geluidshinder tot een minimum te herleiden dienen lawaaierige machineonderdelen voorzien van een geluidswerende overkapping en de machines een juiste instelling te hebben. − Geen onbevoegden in de onmiddelijke omgeving van de machine in dienst. − Het correct gebruik van PBM's: o Veiligheidsbril o Stofmasker o Werkhandschoenen o Werkkledij algemeen
4.4.2
KWS-verhardingen − De nodige aandacht bij aanvoer asfalt. Afbakenen werkzone voor machines, geen personen in de draaicirkel van de vrachtwagens, dragen van PBM's, ... . − Bij storten van asfalt dragen van PBM's ter bescherming tegen hitte van het asfalt. − De periode van blootstelling tot een minimum herleiden. − De asfalteringsmachine voorzien van middelen ter verbetering van de werkomgeving (vooral omgevingstemperatuur) van de bestuurder. Plaatsen overkapping van bestuurderszetel ter bescherming tegen klimaat. − Om geluidshinder tot een minimum te herleiden dienen lawaaierige machineonderdelen voorzien van een geluidswerende overkapping en de machines een juiste instelling te hebben.
4.4.2 −
Uitwassen Bij gebruik van borstelmachine dragen van de gepaste PBM's: − Veiligheidsschoenen − Veiligheidsbril (tegen wegspringende deeltjes) − Stofmasker − Gehoorbescherming Om geluidshinder tot een minimum te herleiden dienen lawaaierige machineonderdelen voorzien van een geluidswerende overkapping en de machines een juiste instelling te hebben. Onbevoegden buiten een veiligheidszone (+/-10 meter), rond het toestel in werking, weren. Gebruik van sproeimachine dragen van de gepaste PBM's: − Veiligheidsschoenen − Veiligheidsbril (tegen wegspringende deeltjes) − Stofmasker − Gehoorbescherming Om geluidshinder tot een minimum te herleiden dienen lawaaierige machineonderdelen voorzien van een geluidswerende overkapping en de machines een juiste instelling te hebben. Keuringsverslagen overhandigen aan de VC
− − −
− −
D+A Consult nv
15/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
4.5
RISICO-ANALYSE
4.6.1 Algemeen De aannemer kan gebruik maken van de risicoanalyse hieronder bijgevoegd, hij dient dan zijn risico’s te evalueren met de methode van Kinney zoals hieronder beschreven. Deze risiconanalyse wordt voorgelegd en goedgekeurd door de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator-ontwerp. Alle veiligheidsvoorzieningen die moeten getroffen worden op basis van de V&G-plannen of de wijzigingen van de coördinator-verwezenlijking en het bestuur, kunnen geen aanleiding geven tot verrekeningen, wanneer zij gebaseerd zijn op de veiligheidsbepalingen van het bestek. 4.6.2 Structuur In tabelvorm worden de risico’s en de preventiemiddelen, eigen aan de arbeidsposten op een schematische manier weergegeven, zodat een snelle identificatie en opvolging mogelijk is. Kolom I
Nummering
De bouwverrichtingen die voorkomen tijdens de bouwwerkzaamheden zijn chronologisch genummerd volgens hun normaal achtereenvolgend optreden in het bouwproces.
Kolom II
Activiteit / feitelijke toestand
Een opsomming van de duidelijk onderscheiden bouwverrichtingen die bij courante bouwprojecten kunnen voorkomen. Voor werk in de hoogte is het tevens nodig om de toegangswijze naar de werkpost te vermelden. Het is mogelijk dat er voor speciale bouwprojecten specifieke bouwverrichtingen dienen toegevoegd te worden.
Kolom III Arbeidsmiddelen
Vermelding van de specifieke toestellen die voor bepaalde fasen aangewend worden. Daarbij horen tevens de noden van de aannemer, vb. nodige ruimte voor aanvoer, stockage en voorbewerking, nodige tijd voor de inname van bepaalde terreindelen, … In deze kolom horen ook de toestellen en producten die risico’s voor derden kunnen meebrengen.
Kolom IV Identificatie risico’s
Opsomming van de mogelijke risico’s die gepaard gaan met de bouwverrichtingen. De risico’s die kunnen voortvloeien uit gelijktijdige uitvoering van bepaalde werken, evenals het blijven bestaan van bepaalde risico’s nadat het werk voltooid is (vb. stralingsgevaar), worden hier vermeld. Daarnaast is het absoluut noodzakelijk de gevaren aan te geven voor derden die voortvloeien uit de werkzaamheden zelf.
Kolom V Risico-evaluatie
volgens de methode van Kinney, zie punt 2.3 voor nadere uitleg.
Kolom VI Preventiemaatregelen
Opsomming van de mogelijke preventiemaatregelen.
De risico-analyse, hieronder weergegeven, geven aan welk belang er wordt gehecht aan een goede werforganisatie en samenwerking, teneinde de veiligheid van de werknemers te bevorderen. Ze dient slechts als model. De aannemers kunnen er zich niet op beroepen om onvolkomenheden in hun preventiebeleid, waarvoor zij zelf ten allen tijde de volledige verantwoordelijkheid dragen, te rechtvaardigen. Elke aannemer moet voor zich, voor elk van zijn activiteiten en volgens dit voorbeeld, zijn risicoanalyses uitwerken, detailleren en vooral de beveiligingsmaatregelen éénduidig beschrijven. De hoofdaannemers zijn tegenover het bestuur en ook voor hun onderaannemers aansprakelijk voor het deskundig en tijdig uitwerken van hun risico-analyses.
D+A Consult nv
16/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
Het is van het grootste belang om de veiligheids- en gezondheidsmaatregelen in een zo vroeg mogelijk stadium vast te leggen en uit te voeren. Enkel op die manier wordt improvisatie ter plaatse uitgesloten en komt men tot een economisch en veilig concept. 4.6.3
Methode van Kinney
De methode van Kinney gaat ervan uit dat een risico gekenmerkt wordt door twee factoren: kans en effect. Risico = Kans x Effect
(R = K x E)
Een zinvolle schatting van de factor “kans (K)” verkrijgt men door ze op te splitsen in twee afzonderlijke parameters, waarschijnlijkheid en blootstellingsduur: -
Waarschijnlijkheid (W) =
-
Blootstellingsduur (B) =
de kans op het optreden van een ongewenst gevolg of schade bij afwezigheid van maatregelen en voorzieningen; de duur van de blootstelling aan het risico, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds de duur of frequentie van de blootstelling en anderzijds het aantal blootgestelde personen;
Samen met de factor “effect (E)” worden hiermee 3 risico-parameters verkregen. Risico = Waarschijnlijkheid x Blootstellingsduur x Effect
(R = W x B x E)
Hierbij moet worden aangetekend dat, welke benadering men ook kiest, er altijd sprake is van een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Kinney heeft voor de parameters W, B en E gradaties aangegeven die in deze tekst zijn overgenomen. W – waarschijnlijkheid W = 0,1 W = 0,2 W = 0,5 W=1 W=3 W=6 W = 10
bijna niet denkbaar praktisch onmogelijk denkbaar, maar onwaarschijnlijk onwaarschijnlijk, grensgeval ongewoon maar mogelijk goed mogelijk te verwachten
B – blootstellingsduur B = 0,5 B=1 B=2 B=3 B=6 B = 10
zeer zelden (1 x per jaar) zelden (jaarlijks) soms (maandelijks) af en toe (wekelijks) regelmatig (dagelijks) voortdurend
E – Ernst E=1 E=3 E=7 E = 15 E = 40
D+A Consult nv
gering, letsel zonder verzuim belangrijk, letsel en verzuim ernstig, blijvende invaliditeit / chronische arbeidsongeschiktheid zeer ernstig, één dode (acuut of op termijn) ramp, meerdere doden
17/31
aandoening
met
(gedeeltelijke)
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
Nadat de parameters W, B en E zijn vastgesteld, kan met behulp van het product het risico worden gerangschikt in één van de vijf risicoklassen. Deze risicoclassificatie wordt als volgt omschreven: R = W x B x E = risicoscore en resulterende actie R ≤ 20 20 < R ≤ 70 70 < R ≤ 200 200 < R ≤ 400 R > 400
geen aandacht vereist maatregelen vereist directe verbetering werken stoppen
Het meest omvangrijke werk schuilt in het toetsen van de activiteiten aan de risico-velden, gekoppeld aan de evaluatie (de bepaling van de waarschijnlijkheid, de blootstellingsduur en het effect). Hierbij zijn verschillende varianten denkbaar die steunen op de ervaring in de werkzaamheden. De bedoeling van dit type V&G-plan is dat het in functie van de karakteristieken en de uitvoeringsmethodes, eigen aan de bepaalde bouwplaats, verder wordt uitgewerkt en aangepast.
4.6
TABEL
D+A Consult nv
18/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
5
ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER
5.1
TE OVERHANDIGEN DOCUMENTEN BIJ DE OFFERTE: −
5.2
Zie deel 1 van dit V&G-plan.
TE OVERHANDIGEN DOCUMENTEN VOOR DE AANVANG VAN DE WERKEN:
5.2.1 −
Voorafgaande kennisgeving: Krachtens de reglementering is de bouwdirectie belast met de uitvoering verplicht aan de administratie van de arbeidsveiligheid een voorafgaande kennisgeving vóór de opening van de bouwplaats te doen. Deze wordt tenminste 15 kalenderdagen vóór het begin der werken gedaan aan de met het toezicht inzake arbeidsveiligheid belaste ambtenaar. Een kopie van de voorafgaande kennisgeving moet zichtbaar op de bouwplaats worden aangeplakt ten minste 10 kalenderdagen vóór het begin van de werken.
5.2.2 −
Veiligheids- en gezondheidsplan Na gunning van de aannemer(s) stelt deze zijn eigen specifiek veiligheids- en gezondheidsplan op met een algemeen overzicht van de risico-evaluaties die rechtstreeks voortvloeien uit de door hem uit te voeren werkzaamheden op de bouwplaats. De coördinator-verwezenlijking zal deze risicoanalyses op doeltreffendheid beoordelen en afstemmen op de risico’s eigen aan de site of aan de werkzaamheden van andere ondernemingen op de site. De specifieke V&G-dossiers van de aannemer(s) zullen geïntegreerd worden in het algemeen V&G-plan, van toepassing op de bouwplaats.
5.2.3 −
Bouwplaatsreglement: Om een goede verstandhouding op de bouwplaats te regelen en voor de start van de werf een aantal gedragsregels vast te leggen dient op de werf een bouwplaatsreglement van toepassing te zijn. Het omvat een geheel aan elementen die invloed hebben op de veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu en dat op alle bouwplaatsen (ongeacht de aard) en voor alle intervenanten (alle tussenkomende partijen) op de bouwplaats van toepassing is. Aangezien bij de bouwheer geen specifiek bouwplaatsreglement van toepassing is, legt de aannemer zijn reglement ter goedkeuring voor aan de bouwheer en de VC, indien de aannemer niet beschikt over een eigen bouwplaatsreglement zal het bouwplaatsreglement opgemaakt door de veiligheidscoördinator (in bijlage) van toepassing zijn op de bouwplaats.
−
5.2.4 − −
Akkoordverklaring (onder)aannemers: Intentieverklaring met de inhoud van het bouwplaatsreglement (ingevuld document “Veiligheids- en gezondheidsplan – informatieblad’ in bijlage) dient door elke onderneming , vooraleer de werken aan te vatten, ondertekend terug bezorgd te worden aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. Een nieuwe (onder)aannemer mag zijn activiteiten pas starten nadat hij de veiligheidscoördinatorverwezenlijking de nodige documenten en gegevens heeft bezorgd ter actualisatie van dit V&Gplan en het coördinatiedagboek. De onderaannemers dienen bij hun bestelling in het bezit gesteld te worden van het geldende bouwplaatsreglement en de door hem van toepassing zijnde delen van dit V&G-plan.
5.2.5 Werfinstallatieplan: Met aanduiding van: − Werfafsluiting en parkeerruimte − Werftoegangen − Plaats van de EHBO-post − Plaats van noodsignalisatie − Plaats telefoon − Plaats brandblustoestellen − Werfdoorgangen, evacuatiewegen en aan- en afvoerwegen − Elektrische installatie − Inplanting van vast hijstoestellen en hun draaibereik D+A Consult nv
19/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
− − − − − −
Inplanting van schaftketen, sanitair en materiaalketen Inplanting mortelsilo Voorbestemde stockagezones Stockageplaatsen gevaarlijke producten Aanduiding van de zones waarbinnen een vuurvergunning nodig is Andere: ………………………………….
5.2.6 Signalisatieplan Overeenkomstig het bestek van de aanbestedende overheid. 5.2.7 Aanvulling van het VGM-dossier: Het algemene VGM-dossier dat bij de offerte werd toegevoegd wordt voor de aanvang van de werken vervolledigd met: − Ingevuld document “Veiligheids- en gezondheidsplan – informatieblad” in bijlage; − Procedure inzake arbeidsongevallen − Staafplanning van de werken − Plan met aanduiding van de verschillende fasen − Omleidings- en signalisatieplan, eventueel per fase. − Een volledige risico-analyse en –evaluatie, specifiek toegespitst op het feitelijke situatie. − vermelding van de aangewende producten en van de risico’s voor derden, met inbegrip van de V&G-steekkaarten van deze producten De hoofdaannemer is tegenover het bestuur verantwoordelijk voor zijn onderaannemers en bijgevolg ook voor het behoorlijk opstellen én in de praktijk omzetten van hun V&G-plan. Het is belangrijk dat deze V&G-plannen op elkaar afgestemd zijn.
5.3
TE OVERHANDIGEN DOCUMENTEN TIJDENS DE WERKEN:
5.3.1 Overdracht V&G-informatie Om de betreffende veiligheids- en gezondheidsinformatie over te dragen op de uitvoerende werknemers, zal de aannemer hen voor de start van hun taak op de hoogte stellen d.m.v. een préjobbespreking of toolboxmeeting. Een afschrift van deze bespreking dient overgemaakt te worden aan de VC. Hetzelfde geldt voor de coördinatie tussen hoofd- en onderaannemers en hun werknemers. 5.3.2 − − − − 5.3.3 − − − −
− − − − −
Vuurvergunning Verplicht bij werken met open vuur, blanke vlam of hittepunt zoals lassen, snijbranden, doorslijpen of afbranden, wanneer zich binnen een straal van 15 een opslag van brandbare of ontvlambare producten bevindt of indien zich binnen die zone ontvlambare lucht/gasmengsels kunnen vormen. Rookverbod binnen deze gevarenzone. De gevarenzones moeten op de werf gematerialiseerd worden met de gepaste signalisatie Het model van de vuurvergunning is overeenkomstig het model van de NVBB-ANPI Documenten en Attesten V&G-steekkaarten bij het gebruik van gevaarlijke producten Keuringsattesten van elektrische installaties Maandelijks een ongevalleninlichtingsblad In geval van arbeidsongeval: − Arbeidsongevallenrelaas − Ongevalsaangifte − Ongeval-, incident- en schierincidentonderzoek − Bij werkhervatting: genezingsattest Bewijzen van afvoer puin en afbraakmateriaal naar erkende stortplaatsen. Keuringsattesten machines Keuringsverslagen hefwerktuigen en torenkranen Kopie aanvraag ondergrondse leidingen Handleidingen, plannen en schema’s van installaties
D+A Consult nv
20/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
6
TUSSENKOMENDE PARTIJEN
Onderstaande gegevens dienen voor de start van de werken aangevuld te worden door de veiligheidscoördinatorverwezenlijking. PROJECT:
Onderhoud fietspaden
PROJECTNUMMER: WERFADRES: Opdrachtgever / ontwerper Vennootschap
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Leefmilieu en Infrastructuur, Administratie Wegen en Verkeer - Afdeling Wegen Antwerpen
Straat
Copernicuslaan
Nr.
1
Postnummer
2018
Gemeente
Antwerpen
Tel.
03/224.68.11
Fax
03/224.68.99
Contactpersoon
Dhr. Keymeulen
Functie
Afdelingshoofd
Tel.
Bus
12
E-mail
Gsm Hoofdaannemer Vennootschap Straat
Nr.
Postnummer
Gemeente
Tel.
Fax
Contactpersoon
Functie
Tel
E-mail
Bus
GSM (alle onderaannemers volgens bijgevoegde “lijst ONDERAANNEMERS” op de werf) Veiligheidscoördinator Naam
Heidi Jacobs (-) Kamiel Vijverman
Vennootschap
D+A Consult nv
Straat
Meiboom
Nr.
26
Postnummer
1500
Gemeente
Halle
Tel.
02/363.89.10
Fax
02/363.89.11
GSM
0474/98.27.26 (-)
E-mail
[email protected]
D+A Consult nv
21/31
Bus
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling Technische Inspectie Directie
Antwerpen-Noord
Straat
Italiëlei
Nr.
124
Postnummer
2000
Gemeente
Antwerpen
Tel.
03/232.79.05
Fax
03/226.02.53
Contactpersoon
Dhr. François Hermans
Functie
Ingenieur-directeur
Directie
Antwerpen-Zuid
Straat
Italiëlei
Nr.
124
Postnummer
2000
Gemeente
Antwerpen
Tel.
03/226.03.07
Fax
03/226.02.53
Contactpersoon
Dhr. Eric Van Britsom
Functie
Ingenieur-directeur
Bus
Bus
90
91
Medische Inspectie Directie
Antwerpen en Limburg + gedeelte Brabant
Straat
Italiëlei
Nr.
124
Postnummer
2000
Gemeente
Antwerpen
Tel.
03/232.27.15
Fax
03/234.31.33
Contactpersoon
Karel Van Damme
Functie
Geneesheer-directeur
Straat
Sint-Jansstraat
Nr.
4
Postnummer
1000
Gemeente
Brussel
Tel.
02/552.05.00
Fax
02/552.05.05
E-mail
[email protected]
Contactpersoon
Dhr. Herman Derudder
Functie
Adviseur
Bus
80
N.A.V.B.
D+A Consult nv
22/31
Bus
/
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
Ziekenhuis + urgentiedienst 24/24u
dringende oproepen: tel 100 of gsm 112
Naam Straat
Nr.
Postnummer
Gemeente
Tel.
Fax.
Bus
A1
Alarmnr. Brandweer
Dringende oproepen: tel 100 of gsm 112
Straat
Nr.
Postnummer
Gemeente
Tel.
Fax
Bus
/
Bus
A
Alarmnr. Contactpersoon
Functie
Gemeentediensten Straat
Nr.
Postnummer
Gemeente
Tel.
Fax
Contactpersoon
Functie
Federale politiediensten
Dringende oproepen: tel 101
Straat
Nr.
Postnummer
Gemeente
Tel.
Fax
Contactpersoon
Functie
Bus
/
Andere : Straat
Nr.
Postnummer
Gemeente
Tel.
Fax
Contactpersoon
Functie
Tel
E-mail
Bus
GSM
D+A Consult nv
23/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
7
BIJLAGEN
De volgende documenten zijn hierna bijgevoegd:
Bouwplaatsreglement
Nota inzake collectieve en individuele beveiligingen
Nota inzake brandpreventie
D+A Consult nv
24/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
BOUWPLAATSREGLEMENT 1.
DEFINITIES
Dossier VGM: de synthese van alle documenten i.v.m. veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu, samengebracht door bouwpartners: bouwheer, architect, studiebureau, coördinator, en onderneming. Bouwplaatsreglement: een standaarddocument als addendum aan het contract . Het omvat een geheel van elementen die een invloed hebben op de veiligheid, de gezondheid, de hygiëne en het milieu en dat op de bouwplaatsen van toepassing is. Aanvullende bepalingen: werfgebonden document als addendum aan de bestelbon. Het omvat de specifieke maatregelen eigen aan de bouwplaats, opgelegd door de bouwheer, coördinator of onderneming. Onderneming: elke werkgever die personen tewerkstelt op de bouwplaats of elke zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert. VGM-plan: een document dat opgesteld wordt door de onderneming en een gedetailleerde opsomming geeft van de maatregelen die de onderneming heeft voorzien om de veiligheid en de gezondheid te verzekeren en milieurisico’s te voorkomen. Het omvat minstens de volgorde van de activiteiten , de gebruikte middelen, de mogelijke risico’s en de te nemen preventiemaatregelen. 2.
ORGANISATIE V.G.M. (Veiligheid, Gezondheid en Milieu)
2.1.
De coördinator-verwezenlijking heeft de leiding over de coördinatie VGM voor het geheel van de werkzaamheden. Overeenkomsten tussen verschillende ondernemingen i.v.m. veiligheid, gezondheid en milieu op de bouwplaats moeten eerst door de coördinator-verwezenlijking goedgekeurd worden.
2.2.
Elke onderneming moet, vooraleer met de werken te starten, zijn VGM-plan tijdens een geplande INTRODUCTIEVERGADERING met de coördinator-verwezenlijking bespreken.
2.3.
De tussenkomende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op de periodieke COÖRDINATIEVERGADERINGEN VGM gehouden door de coördinator-verwezenlijking.
2.4.
Elke onderneming aan wie een werk wordt toegewezen, is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is.
2.5.
Elke onderneming voorziet in het houden van veiligheidsvergaderingen (toolboxmeetings), op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsonderwerpen worden besproken, en dit minstens één maal per maand. Zij overhandigt een kopie van het verslag en de aanwezigheidslijst aan de coördinator-verwezenlijking.
2.6.
Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding/beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coördinator-verwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor.
2.7
De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hen voorziene werkplaatsen.
D+A Consult nv
25/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
3. NOODPROCEDURES 3.1.
Van elk arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval een melding en een onderzoeksrapport aan de coördinator-verwezenlijking worden overhandigd.
3.2.
Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en E.H.B.O.-materiaal.
3.3.
Op de bouwplaats is ten minste één E.H.B.O.-hulpverlener permanent aanwezig. procedure opgesteld door de coördinator moet gevolgd worden (zie procedure).
3.4.
Elke onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken. Voor sommige werken wordt door de bouwheer, een vuurvergunning vereist, deze wordt in afspraak met de coördinator-verwezenlijking bekomen.
3.5.
De coördinator-verwezenlijking stelt een evacuatieprocedure op.
De E.H.B.O.-
4. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (P.B.M.) 4.1.
Het dragen van P.B.M. conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht.
4.2.
Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Tevens moet zij ten gepaste tijde zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing.
4.3.
De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen en onderhouden.
5. COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN (C.B.M.) 5.1.
Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van de PREVENTIEPRINCIPES (ARAB art. 28 bis §2), waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming.
5.2.
Het plaatsen en/of wegnemen van C.B.M. wordt geregeld IN SAMENSPRAAK met de coördinator-verwezenlijking. Geplaatste C.B.M. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht.
5.3.
Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de coördinator-verwezenlijking gemeld worden.
6. ORDE EN NETHEID 6.1.
Elke onderneming moet MINSTENS dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren. De coördinator-verwezenlijking kan, op kosten van de onderneming die in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden de werkposten op te ruimen.
6.2.
De wegen, doorgangen en trappen moeten te allen tijde vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan moeten ze worden beschermd tegen beschadiging.
6.3.
Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden, in samenspraak met de coördinator-verwezenlijking, in de voorziene zones gestapeld worden,
D+A Consult nv
26/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
7. MILIEU 7.1.
Het verbranden van afval is op de bouwplaats verboden.
7.2.
Het verwijderen van afval en/of verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgenomen in het veiligheidsplan.
7.3.
Maatregelen dienen genomen te worden tegen bezoedeling van bodem, lucht en water.
8. BOUWPLAATSINRICHTING 8.1.
Het inplantingsplan zit ter inzage in het dossier VGM op de bouwplaats. Het vermeldt ten minste volgende gegevens: - toegangen, wegen, rijrichting en parkings; - ligging van nutsleidingen (H.S., L.S., telefoon, water, gas...); - zones voor gezondheidsinrichtingen, opslaan van materieel, werkplaatsen...; - opgestelde elektrische verdeelborden; - E.H.B.O.-post.
8.2.
Elke onderneming is verplicht voor haar werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 5/1/84 - K.B. van 1/5/84 - A.R.A.B. art.76 ev) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt.
8.3.
Het gebruik van de installatie van de hoofdaannemer is in principe verboden voor derden tenzij onderling schriftelijk overeengekomen.
8.4.
Het opstellen van werfburelen, refters, kleedkamers, sanitaire installaties, opslagplaatsen,... mag enkel conform het inplantingsplan en in overleg met de coördinator-verwezenlijking gebeuren.
9. ELEKTRISCHE INSTALLATIE 9.1.
De elektrische installatie moet door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I.. Elk defect moet ONMIDDELLIJK aan de coördinator-verwezenlijking gemeld worden.
9.2.
Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44.
9.3.
Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging.
9.4.
Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet worden uitgevoerd volgens de geldende wetgeving. De coördinator-verwezenlijking organiseert de algemene en eventuele noodverlichting.
10. ARBEIDSMIDDELEN EN TOEBEHOREN (machines, gereedschap, materieel,...) 10.1. Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en worden aangesloten op de daartoe voorziene verdeelborden. 10.2. Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet worden beschreven in zijn VGM-plan. 10.3. De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinator-verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies voorgelegd kunnen worden.
D+A Consult nv
27/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
10.4. Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid. 10.5. Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen: 10.5.1. Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden, moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. 10.5.2. Een kopie van de keuringsattesten moet aan de coördinator-verwezenlijking worden overhandigd vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. Bij ontstentenis ervan heeft de coördinator-verwezenlijking het recht de toestellen buiten dienst te stellen. 10.5.3. Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappende gieken moet, in overleg met de coördinator-verwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. 10.6. Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste anti-slip voorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt. 10.7. Bij het gebruik van stellingen gelden volgende specifieke bepalingen: 10.7.1. Elke stelling vanaf 2 meter hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdend met de belasting. 10.7.2. De toegang tot de werkvloeren gebeurt door middel van trappen(torens) of ladders. 10.7.3. Voor de ingebruikname en ten minste één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. 10.7.4. Voor stellingen hoger dan 8 meter of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota’s voorgelegd worden aan de coördinatorverwezenlijking. 11. GEVAARLIJKE PRODUKTEN 11.1. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in het VGM-plan vermeld staan. 11.2. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de vigerende wetgeving en in samenspraak met de coördinator-verwezenlijking te gebeuren. 11.3. Een kopie van de veiligheids- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator-verwezenlijking worden overhandigd. De steekkaart omvat ten minste: - naam van de fabrikant - fysische eigenschappen - bijzondere kenmerken - gevaren/verschijnselen - preventie - blusstoffen/eerste hulp/evacuatie 10.4. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit worden gemeld in het VGM-plan. Met de coördinator-verwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie...).
D+A Consult nv
28/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
12. WERKEN MET OPEN VLAM 12.1. Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coördinator-verwezenlijking of een vuurvergunning vereist is. 12.2. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Gasflessen die niet worden gebruikt, worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop opgeslagen, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. 12.3. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35° geplaatst. Ze moeten gemonteerd zijn op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. 12.4
Bij werken met open vlam hoort een ABC- blusapparaat van minimum 6 kg.
D+A Consult nv
29/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
NOTA INZAKE COLLECTIEVE EN INDIVIDUELE BEVEILIGINGEN Naast de veiligheidsvoorzieningen die door de partijen verwezenlijking in het project geïntegreerd werden, ligt het voor de hand dat de aannemer nog een aantal toegevoegde preventiemaatregelen moet nemen voor de uitvoering van zijn werk. Die te nemen beveiligingsmaatregelen moeten duidelijk blijken uit het V&G-plan van de aannemer, waarbij conform de algemene preventiebeginselen opgenomen in de Welzijnswet van 04.08.96, voorrang moet worden gegeven aan maatregelen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming. Voor de praktische realisatie van die collectieve voorzieningen kan het nodig zijn dat de aannemer bepaalde zaken aan de te bouwen of reeds gebouwde constructie moet bevestigen. In dergelijk geval moet vooraf met het bestuur overleg gepleegd worden over de manier waarop en de plaats waar die vasthechtingen kunnen gebeuren. Op eenvoudige vraag van het bestuur en/of van de coördinator-verwezenlijking moet de aannemer de draagkracht en de stabiliteit van voor de veiligheid nodige constructies schriftelijk kunnen aantonen. Het kan gaan om antival voorzieningen, draagbalken, stutten, loopvloeren, leuningen en zo verder. In ieder geval moeten alle personen die de werf betreden een veiligheidshelm dragen van een model dat voldoet aan de normen terzake, evenals veiligheidsschoeisel zoals dat op bouwwerven verplicht is (stalen teenbescherming en stalen tussenzool). Gezien hun voorbeeldfunctie betreffende het preventiebeleid is het essentieel dat het leidinggevend personeel van de aannemers en de vertegenwoordigers van het studiebureau en van de bouwheer deze primaire preventiemaatregels steeds consequent zelf naleven en continu promoten. De hoofdaannemer zorgt steeds voor reservehelmen voor tijdelijk gebruik door personen die de werf moeten betreden en zelf over geen helm beschikken (bezoekers, vrachtwagenbestuurders, ...). In welomschreven omstandigheden, waar het risico op vallende voorwerpen of hoofdkwetsuren praktisch uitgesloten is, kan er eventueel afgeweken worden van de algemene verplichting tot helmdracht op gemotiveerd voorstel van de algemene aannemer en mits schriftelijke toestemming van het bestuur na advies van de coördinator verwezenlijking. Voor specifieke werkzaamheden moeten de aangepaste beschermingsmiddelen aangewend worden, hetzij collectieve hetzij individuele. In dergelijk geval moet de betrokken aannemer de nodige preventie-uitrusting ter beschikking stellen van de andere werfdeelnemers voor wie ze nodig is (personeel andere aannemers, bestuur, coördinator verwezenlijking, ...). Indien bij valgevaar van personen van een hoger gelegen vlak individuele bescherming nodig is, dan mogen geen enkelvoudige gordels gebruikt worden, maar wel gekeurde harnasgordels gecombineerd met een valbreker. Elke aannemer moet zijn realisatie, zelfs indien deze onvolledig afgewerkt is, veilig achterlaten of de toegang ertoe fysiek onmogelijk maken. De beveiligingen blijven ter plaatse tot zolang het bestuur het nodig acht. Gedurende die tijd staat de aannemer in voor de goede staat van de aangebrachte beveiligingen, ook indien hij tijdelijk van de werf afwezig zou blijven. Aannemers moeten elkaars werk en V&G-voorzieningen respecteren. Geen stutwerk, schoring, ophanging, leuning of andere voorziening mag gewijzigd worden zonder voorafgaand overleg en zonder er, waar nodig, een volwaardige andere voorziening voor in de plaats te stellen. Collectieve beveiligingen, zoals leuningen en trappen, worden slechts als dusdanig gebruikt, hetgeen betekent dat er geen andere krachten noch belastingen mogen worden op uitgeoefend. Wanneer het bestuur beslist dat op bepaalde werfgedeelten het dragen van een beschermbril, van gehoorbescherming, ademhalingsbescherming en/of andere individuele beschermingsuitrusting verplicht is, dan zullen daar de gepaste signalisatieborden voor aangebracht worden door de aannemer wiens activiteiten het dragen van die uitrusting noodzaken. Deze aannemer zorgt in dergelijk geval voor de nodige uitrusting voor het bestuur en de coördinator verwezenlijking; de gehoorbeschermers dienen dan van het type 'koptelefoon' te zijn met karakteristieken aangepast aan de aard van de lawaaihinder. Indien een onderaannemer in gebreke blijft inzake collectieve of individuele preventiemiddelen, dan treedt ten opzichte van het bestuur, de hoofdaannemer zonder verwijl in zijn plaats op dat gebied.
D+A Consult nv
30/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
V&G-plan
NOTA INZAKE BRANDPREVENTIE Brand is voor ieder bedrijf een permanent risico. Materiële verliezen zijn te verzekeren, dingen te herstellen of te vervangen. Wat mensen bij brand kan overkomen is met geld niet te vergoeden. Brandpreventie begint met het naleven van bepaalde regels bij het dagelijkse werk: • • • • • • • •
rook niet op plaatsen waar het verboden is wees voorzichtig met vuur of vlam zorg dat ontvlambare en brandbare stoffen voldoende ver verwijderd zijn van iedere warmtebron ledig geen asbakken in de afvalbak gebruik voor brandbaar afval de daartoe bestemde recipiënten schakel elektrische machines er apparaten na gebruik uit en zeker bij het einde van de werktijd schakel defecte of beschadigde machines of toestellen onmiddellijk uit en signaleer dit dadelijk aan je rechtstreekse chef zorg ervoor dat de elektriciteitsvoorzieningen veilig zijn
De meest voorkomende brandoorzaken vindt men bij: • lassen en snijden • elektrische apparatuur en installaties • verwarmingsapparaten • verbranden van afvalproducten Neem volgende voorzorgen bij lassen en snijden: • vermijden, bedekken of afschermen van de bewerking • hou steeds een blustoestel bij de hand • hou toezicht op de ruimte waar vonken en spatten kunnen terechtkomen • hou de slangen steeds uit de zone van lassen of branden • zorgvuldig nazicht van de werkruimte na het beëindigen van het werk • flessen zo opstellen dat ze niet kunnen vallen • gebruik enkel reglementaire las- of brandinstallaties Zorg ervoor dat de elektrische installaties veilig worden ingericht. Laat dit werk aan specialisten over!
D+A Consult nv
31/31
Onderhoud fietspaden Dossiernr. Veiligheid: V121-02
VLAAMSE OVERHEID MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN Agentschap Infrastructuur Wegen en Verkeer Antwerpen Copernicuslaan 1 Bus 12 2018 Antwerpen AFDELINGSHOOFD:
IR.HENK KEYMEULEN
DOSSIER-ID: ADM. DOSSIERNUMMER: BESTEKNUMMER: OMSCHRIJVING:
32947 O10/D121/110 16DA/06/50 Herstellingen en netheidonderhoud van vrij liggende fietspaden in het district Antwerpen
INVESTERENDE OVERHEID: AANBESTEDINGSDATUM: AANVANGSDATUM DOSSIER: LEIDEND AMBTENAAR: WERFLEIDER: WERFTOEZICHTERS: ADM. BEHEERDER:
ING PETER DAEMS RITA DIRVEN
Beschrijvende Opmetingsstaat
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
74
Postnr.
Std Post
Omschrijving
Aard
Eenheid
Voorziene Hoeveelheid
Luik A Hoofdstuk: 1
Herstellingswerken
1
Plaatselijk herstellen van beton volgens XII-1.3. met kunsthars en cement bereide mortelspecie
VH
dm2
1.000
2
Plaatselijk herstellen van beton volgens XII-1.3. met hydraulisch gebonden mortelspecie
VH
dm2
1.000
3
Plaatselijk herstellen van beton volgens XII-1.3. met kunsthars bereide mortelspecie
VH
dm2
1.000
4
Dichten van scheuren / vernieuwen van voegvulling in betonverhardingen volgens XII-1.2. scheuren met breedte B < 5 mm
VH
m
500
5
Oppersen van cementbetonplaten door injectie van cementmortel volgens XII-1.5. volledige platen
VH
m2
200
6
Oppersen van cementbetonplaten door injectie van cementmortel volgens XII-1.5. gedeelten van platen
VH
m2
150
7
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H < 5 mm
VH
m2
100
8
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H < 10 mm
VH
m2
100
9
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H < 15 mm
VH
m2
100
10
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H > 15 mm
VH
m2
100
11
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. supplement voor plaatselijke uitvoering
VH
m2
100
12
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H < 5 mm
VH
m2
100
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
75
Postnr.
Std Post
Omschrijving
Aard
Eenheid
Voorziene Hoeveelheid
13
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H < 10 mm
VH
m2
100
14
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H < 15 mm
VH
m2
100
15
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H > 15 mm
VH
m2
100
16
Voorlopige plaatselijke herstellingen met bitumineuze producten volgens XII-1.7. met gietasfalt en porfiersteenslag 7/10
VH
ton
9
17
Voorlopige plaatselijke herstelling met koudasfalt volgens XII - 2.6. met halfdichte mengsels
VH
ton
20
18
Voorlopige plaatselijke herstelling met koudasfalt volgens XII - 2.6. met open mengsels
VH
ton
20
19
Insnijden van ongewapend cementbetonverharding volgens IV1.1.2.1. diepte 15 cm < H < 20 cm
VH
m
10
20
Opbreken van bestrating volgens IV-1.1.2.2. van keien en mozaïekkeien
VH
m2
87,5
21
Opbreken van bestrating volgens VH IV-1.1.2.2. van keien en mozaïekkeien, bedekt met hoogstens 5 cm asfalt
m2
87,5
22
Opbreken van cementbetonverharding volgens IV1.1.2.2. van ongewapend beton
VH
m2
350
23
Profileren van oppervlakken van uitgraving volgens IV-2.1.2.2. breedte 0 m < B < 1,5 m
VH
m2
350
24
Fundering door stabiliseren van de bestaande grondkoffer onder verhardingen met cement volgens V-4.6. dikte 15 cm
VH
m2
350
25
Fundering van schraal beton volgens VH V-4.10, dikteklasse 10 cm < E <= 15 cm
m2
87,5
26
Ongewapend cementbetonverharding, zonder luchtbelvormer, met Wk = 50 Mpa dikte E = 18 cm
m2
350
VH
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
76
Postnr.
Std Post
Omschrijving
27
Leveren en plaatsen van riettegels volgens bijgevoegd artikel nr. 1, inclusief het nodige grondwerk en zandcementfundering
28
Aard
Voorziene Hoeveelheid
m2
250
Installatie, instandhouding en VH verwijdering van statische werfsignalisatie, werken 2de categorie, die het verkeer sterk hinderen, N-wegen met één rijstrook per rijrichting - afsluiten van één rijstrook, al of niet veiligheidsstrook inbegrepen
stuk
1
29
Installatie, instandhouding en VH verwijdering van statische werfsignalisatie, werken 2de categorie, die het verkeer sterk hinderen, N-wegen met één rijstrook per rijrichting - afsluiten van één rijstrook, met omlegging van het verkeer over andere wegen
stuk
1
30
Installatie, instandhouding en verwijdering van statische werfsignalisatie, werken 2de categorie, die het verkeer sterk hinderen, alle N-wegen, afsluiten van minder dan de breedte van één rijstrook
stuk
1
Hoofdstuk: 2
VH
Eenheid
VH
Netheidsonderhoud van vrijliggende fietspaden
31
Vegen van fietspaden aanliggend en verhoogd: 0,80 m <= B <= 1,50 m (125 km x 6 beurten)
VH
km
750
32
Vegen van fietspaden aanliggend en verhoogd: B > 1,50 m (250 km x 6 beurten)
VH
km
1.500
33
Vegen van fietspaden vrijliggend: VH 0,80 m <= B <= 1,50 m (150 km x 6 beurten)
km
900
34
Vegen van fietspaden vrijliggend: B > 1,50 m (500 km x 6 beurten)
VH
km
3.000
VH
uur
100
Hoofdstuk: 3 35
Onvoorziene werken en werken in regie Ter beschikking stellen van arbeidskrachten, voor de uitvoering van onvoorziene werken, volgens dienstbevel, alle graden (geoef., gesch. 1ste en 2de gr.)
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
77
Postnr.
Std Post
Omschrijving
Aard
Eenheid
Voorziene Hoeveelheid
36
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een laadof graafschop op banden, met een vermogen van minimum 75 kW."
VH
uur
50
37
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een lichte vrachtwagenkipper, met een minimum laadvermogen van 20 kN en een minimum laadbakinhoud van 2m3."
VH
uur
50
38
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een vrachtwagenkipper, met een minimum laadvermogen van 70 kN en een minimum laadbakinhoud van 7m3."
VH
uur
50
39
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een vrachtwagenkipper, met een minimum laadvermogen van 70 kN en een minimum laadbakinhoud van 7m3. en waarbij deze vrachtwagen is uitgerust met een hydraulische kraan en grijper."
VH
uur
50
40
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, bestelwagen met een laadvermogen < 3,5 ton."
VH
uur
50
41
Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen), als bijkomende uitrusting van landbouwtractor of vrachtwagen: bestelwagen met een laadvermogen < 3,5 ton met bijhorende uitrusting van een aanhangwagen met laadvermogen > 500 kg
VH
uur
50
42
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, mini graafmachine."
VH
uur
50
43
Gebruik van een veegwagen met zuiginstallatie (excl. bediener/bestuurder).
VH
uur
100
44
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, compressor."
VH
uur
50
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
78
Postnr.
Std Post
Omschrijving
Aard
Eenheid
Voorziene Hoeveelheid
45
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, luchtdrukhamer (handmatig te bedienen)."
VH
uur
50
46
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, handtrilwals."
VH
uur
50
47
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, trilplaat."
VH
uur
50
48
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, beton/KWS frees ( werkbreedte = min. 50 cm)."
VH
uur
50
VH
euro
5.000
Hoofdstuk: 4 49
Transfertgelden Vermoedelijk te besteden som voor de terugbetaling van afgifteprijzen van afval van NETHEIDSONDERHOUD (veegwerken) op de voorgeschreven eindbestemming, volgens faktuur, excl. BTW
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
79
Opgemaakt en voorgesteld door de verantwoordelijke ambtenaar Antwerpen,
ing. Peter Daems
Gezien en goedgekeurd: Namens de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur
ir. Henk Keymeulen afdelingshoofd
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
80
Dossier nr.:
O10/D121 /110
Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken Agentschap Infrastructuur Afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen Copernicuslaan 1 bus 12 Bestek nr.:
16DA/06/50
Herstellen en netheidonderhoud van vrij liggende fietspaden in het district Antwerpen OFFERTEFORMULIER A. ALGEMENE VERBINTENIS OFWEL (1) De ondergetekende (naam en voornaam):
Hoedanigheid of beroep :
Nationaliteit :
Woonplaats (land, gemeente, straat, nummer):
OFWEL (1) De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel):
vertegenwoordigd door de ondergetekende(n):
OFWEL (1) De ondergetekenden, die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze opdracht, (voor elk van hen dezelfde gegevens als hierboven)
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
81
verbindt of verbinden zich op zijn of hun roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht tegen de som van: (in cijfers : inclusief BTW)..................................................................................................................................... (in letters : inclusief BTW) .....................................................................................................................................
B. ALGEMENE INLICHTINGEN - Inschrijving bij de RSZ : nr of nrs.
- BTW (alleen in België) : nr of nrs. (2)
-
Inschrijving op de lijst van de geregistreerde aannemers : nr. of nrs. Categorie(ën), ondercategorie(ën) en klasse(n):
-
(2)
In geval van voorlopige erkenning: datum van toekenning:
-
(2)
Inschrijving op de lijst van de geregistreerde aannemers : nr. of nrs.
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is. (2) Uitsluitend voor opdrachten van werken. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
82
C. ERKENNING VAN DE AANNEMERS VAN WERKEN WAARSCHUWING: (valse verklaringen betreffende de erkenning van aannemers van werken kunnen de toepassing van een in art. 19 van de Wet van 20 maart 1991 bepaalde sanctie tot gevolg hebben)
OFWEL(1) De erkenning stemt overeen met de ( onder-) categorie en klasse bepaald door het bestek en het bedrag van de offerte. Rekening houdend met de stand van de aan gang zijnde aannemingen zal het maximumbedrag van de gelijktijdig uit te voeren werken, vastgesteld door de verkregen erkenningsklasse , door de gunning van deze opdracht niet worden overschreden. OFWEL(1) De erkenning stemt overeen met de ( onder-) categorie en klasse bepaald door het bestek en het bedrag van de offerte. Door de gunning van de opdracht zal het maximumbedrag van de gelijktijdig uit te voeren werken, vastgestelddoor de verkregen erkenningsklasse, worden overschreden. De voorgeschreven afwijkingsaanvraag is bij deze offerte gevoegd. OFWEL(1) De bewijzen van erkenning in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, en van de gelijkwaardigheid van de gelijkwaardigheid van die erkenning, zijn bij deze offerte gevoegd. OFWEL(1) De bewijzen dat aan de voorwaarden voor erkenning is voldaan zijn bij deze offerte gevoegd
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
83
D. ONDERAANNEMERS De ondergetekende verklaart hierbij dat tijdens de uitvoering van de werken: OFWEL(1)
Geen beroep gedaan wordt op onderaannemers
OFWEL(1)
De onderaannemers waarop beroep gedaan wordt als nationaliteit hebben:
De onderaannemers die zullen worden aangewend zijn:
E. PERSONEEL Het personeel dat zal worden aangewend, heeft als nationaliteit :
F. OORSPRONG VAN DE TE LEVEREN PRODUCTEN EN VAN DE TE VERWERKEN MATERIALEN OFWEL(1) Voor de uitvoering van deze opdracht zullen enkel producten worden geleverd en matrialen worden verwerkt die afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese gemeenschap. OFWEL(1) Overeenkomstig de bepalingen van art. 90, § 1, 5° van het K.B. van 8 januari 1996, gaat hierbij een afzonderlijke gedateerde en ondertekende nota, met de vermelding van de herkomst van de te leveren producten en de te verwerken materialen die niet afkomstig zijn uit de Lidstaten van de Europese gemeenschap: -
zij vermeldt per land van oorsprong het bedrag, exclusief douanerechten, dat die producten en materialen in de offerte uitmaken;
- zij vermeldt enkel de totale prijs van de grondstoffen, wanneer het gaat om producten en materialen die op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Gemeenschap worden afgewerkt of verwerkt,
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
84
G. BETALINGEN De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnr. van de financiële instelling geopend op naam van
H. RSZ-ATTEST OFWEL (1) (voor de Belgische inschrijver) Bij deze offerte wordt een attest (ev. attesten) gevoegd van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waarin de stand van de rekening(en) bij deze instelling wordt opgegeven, overeenkomstig art. 90 § 3 van het K.B. van 8 januari 1996. (3) OFWEL (1) (voor de buitenlandse inschrijver). Bij deze offerte worden de in art. 90 § 4 van het K.B. van 8 januari 1996 bedoelde attesten voor buitenlandse inschrijvers gevoegd.
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is. (3) Bedraagt de bijdrageschuld meer dan 100.000,-fr, dan dient de inschrijver bij zijn offerte alle inlichtingen te voegen betreffende de eventuele schuldvorderingen bedoeld in art. 90 § 3 van het K.B. van 8 januari 1996. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
85
I. BIJLAGEN Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: - de gedateerde en ondertekende bescheiden die het bestek verplicht over te leggen; (1)
- de modellen, monsters, en andere inlichtingen, die het bestek verplicht voor te leggen. (1)
J. BETREFFENDE BIJZONDER BESTEK ART. 90 §2? 1.1ste De inschrijver bevestigt dat hij de werkmethode, die voortvloeit uit het algemene veiligheids- en gezondheidsplan van de coördinator, zal opvolgen. Daar waar hij ervan afwijkt, wordt deze afwijking in een afzonderlijk document aan de offerte toegevoegd.
K. VAK BESTEMD VOOR DE GOEDKEURING VAN DE OVERHEID
Gedaan te: De: De inschrijver(s),
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
86
INVULFORMULIER - VERPLICHT TE VOEGEN BIJ DE OFFERTE Besteknummer: 16DA/06/50 Dossiernummer: O10/D121/110 Beschrijving van de uit te voeren werken: Herstellen en netheidonderhoud van vrij liggende fietspaden in het district Antwerpen
De inschrijver:
Art. 30 : De opdrachtgever neemt de nodige maatregelen opdat het veiligheids- en gezondheidsplan deel zou uitmaken van, al naargelang het geval, het bijzonder bestek, de prijsaanvraag of de contractuele documenten en daarin als een afzonderlijk en als dusdanig betiteld deel wordt opgenomen. Opdat de maatregelen vastgesteld in het VGP daadwerkelijk zouden kunnen toegepast worden bij de uitvoering van de werken, zorgt hij ervoor dat: 1. De kandidaten bij hun offertes een document voegen dat verwijst naar het VGP en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit VGP; Te omschrijven uitvoeringsmethoden De coördinator bepaalt de specifieke werken die om een toelichting van de uitvoeringsmethode vragen A.
Posten i.v.m. specifieke veiligheidsmaatregelen
B.
Specifieke aandachtspunten i.v.m. te nemen veiligheidsmaatregelen beschreven in het bijzonder VGP
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
87
Beschrijving specifieke uitvoeringsmethode De aannemer omschrijft zijn uitvoeringsmethode rekening houdend met de door de coördinator bepaalde omschrijvingen beschreven in het specifiek VGP. A.
Posten i.v.m. specifieke veiligheidsmaatregelen In te vullen door de inschrijver. Enkel in te vullen indien er posten zijn voorzien in de beschrijvende opmeting voor specifieke veiligheidsmaatregelen.
B.
Specifieke aandachtspunten i.v.m. te nemen veiligheidsmaatregelen beschreven in het bijzonder VGP In te vullen door de inschrijver. De veiligheidsmaatregelen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs.
C.
De aan de uitvoeringsmethode verbonden eigen voorstellen i.v.m. specifieke veiligheidsmaatregelen De inschrijver beschrijft eventueel specifieke veiligheidsmaatregelen die hij voorziet in de uitvoering (deze maatregelen zijn inbegrepen in de inschrijvingsprijzen van de verschillende posten).
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
88
2. De kandidaten bij hun offertes een afzonderlijke prijsberekening voegen in verband met de door het VGP bepaalde preventiemaatregelen en -middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en middelen. Prijsberekening A.
Aparte post(en) voor specifieke veiligheidsmaatregelen Posten in te vullen door de coördinator-ontwerp. Prijsberekening in te vullen door de inschrijver.
B.
Veiligheidsmaatregelen vervat in de eenheidsprijs (een percentage van de inschrijvingsprijs of van de prijs van een aantal posten) In te vullen door de inschrijver. De wettelijke veiligheidsmaatregelen zijn vervat in de inschrijvingsprijzen van de verschillende posten.
Datum:
Handtekening:
Naam: Functie:
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
89
ING PETER DAEMS
LEIDEND AMBTENAAR: WERFLEIDER: WERFTOEZICHTERS: ADM. BEHEERDER:
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
Samenvattende Opmetingsstaat
32947 O10/D121/110 16DA/06/50 Herstellingen en netheidonderhoud van vrij liggende fietspaden in het district Antwerpen
DOSSIER-ID: ADM. DOSSIERNUMMER: BESTEKNUMMER: OMSCHRIJVING: INVESTERENDE OVERHEID: AANBESTEDINGSDATUM: AANVANGSDATUM DOSSIER:
RITA DIRVEN
IR.HENK KEYMEULEN
Agentschap Infrastructuur Wegen en Verkeer Antwerpen Copernicuslaan 1 Bus 12 2018 Antwerpen
VLAAMSE OVERHEID MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN
AFDELINGSHOOFD:
90
Postnr.
8
7
6
5
4
3
2
1
Hoofdstuk: 1
Luik A
91
VH
VH
VH
VH
VH
VH
VH
Plaatselijk herstellen van beton volgens XII-1.3. met hydraulisch gebonden mortelspecie
Plaatselijk herstellen van beton volgens XII-1.3. met kunsthars bereide mortelspecie
Dichten van scheuren / vernieuwen van voegvulling in betonverhardingen volgens XII-1.2. scheuren met breedte B < 5 mm
Oppersen van cementbetonplaten door injectie van cementmortel volgens XII1.5. volledige platen
Oppersen van cementbetonplaten door injectie van cementmortel volgens XII1.5. gedeelten van platen
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H < 5 mm
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H < 10 mm
Aard
m2
m2
m2
m2
m
dm2
dm2
dm2
Eenheid
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
VH
Samenvatting
Plaatselijk herstellen van beton volgens XII-1.3. met kunsthars en cement bereide mortelspecie
Herstellingswerken
Std Post
100
100
150
200
500
1.000
1.000
1.000
Voorziene Hoeveelheid
Eenheidsprijs
Totaal
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. supplement voor plaatselijke uitvoering
Verbeteren van oppervlakkenmerken van VH beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H < 5 mm
Verbeteren van oppervlakkenmerken van VH beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H < 10 mm
Verbeteren van oppervlakkenmerken van VH beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H < 15 mm
Verbeteren van oppervlakkenmerken van VH beton volgens XII-1.6. door frezen, diepte H > 15 mm
Voorlopige plaatselijke herstellingen met bitumineuze producten volgens XII-1.7. met gietasfalt en porfiersteenslag 7/10
Voorlopige plaatselijke herstelling met koudasfalt volgens XII - 2.6. met halfdichte mengsels
Voorlopige plaatselijke herstelling met koudasfalt volgens XII - 2.6. met open mengsels
12
13
14
15
16
17
18
Aard
ton
ton
ton
m2
m2
m2
m2
m2
m2
m2
Eenheid
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
VH
VH
VH
VH
VH
11
VH
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H > 15 mm
Samenvatting
10
Std Post
Verbeteren van oppervlakkenmerken van beton volgens XII-1.6. door afslijpen met diamantschijven, diepte H < 15 mm
Postnr.
9
92
20
20
9
100
100
100
100
100
100
100
Voorziene Hoeveelheid
Eenheidsprijs
Totaal
Opbreken van bestrating volgens IV1.1.2.2. van keien en mozaïekkeien, bedekt met hoogstens 5 cm asfalt
Opbreken van cementbetonverharding volgens IV-1.1.2.2. van ongewapend beton
Profileren van oppervlakken van uitgraving volgens IV-2.1.2.2. breedte 0 m < B < 1,5 m
Fundering door stabiliseren van de bestaande grondkoffer onder verhardingen met cement volgens V-4.6. dikte 15 cm
Fundering van schraal beton volgens V4.10, dikteklasse 10 cm < E <= 15 cm
Ongewapend cementbetonverharding, zonder luchtbelvormer, met Wk = 50 Mpa dikte E = 18 cm
Leveren en plaatsen van riettegels volgens bijgevoegd artikel nr. 1, inclusief het nodige grondwerk en zandcementfundering
21
22
23
24
25
26
27
VH
VH
VH
VH
VH
VH
VH
VH
VH
Aard
m2
m2
m2
m2
m2
m2
m2
m2
m
Eenheid
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
Opbreken van bestrating volgens IV1.1.2.2. van keien en mozaïekkeien
Samenvatting
20
Std Post
Insnijden van ongewapend cementbetonverharding volgens IV1.1.2.1. diepte 15 cm < H < 20 cm
Postnr.
19
93
250
350
87,5
350
350
350
87,5
87,5
10
Voorziene Hoeveelheid
Eenheidsprijs
Totaal
Vegen van fietspaden aanliggend en verhoogd: B > 1,50 m (250 km x 6 beurten)
Vegen van fietspaden vrijliggend: 0,80 m <= B <= 1,50 m (150 km x 6 beurten)
Vegen van fietspaden vrijliggend: B > 1,50 m (500 km x 6 beurten)
32
33
34
VH
VH
VH
VH
Aard
km
km
km
km
stuk
stuk
stuk
Eenheid
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
Vegen van fietspaden aanliggend en verhoogd: 0,80 m <= B <= 1,50 m (125 km x 6 beurten)
Netheidsonderhoud van vrijliggende fietspaden
31
Hoofdstuk: 2
Installatie, instandhouding en verwijdering van statische werfsignalisatie, werken 2de categorie, die het verkeer sterk hinderen, alle Nwegen, afsluiten van minder dan de breedte van één rijstrook
30
VH
Installatie, instandhouding en VH verwijdering van statische werfsignalisatie, werken 2de categorie, die het verkeer sterk hinderen, N-wegen met één rijstrook per rijrichting - afsluiten van één rijstrook, met omlegging van het verkeer over andere wegen
Samenvatting
29
Std Post
Installatie, instandhouding en VH verwijdering van statische werfsignalisatie, werken 2de categorie, die het verkeer sterk hinderen, N-wegen met één rijstrook per rijrichting - afsluiten van één rijstrook, al of niet veiligheidsstrook inbegrepen
Postnr.
28
94
3.000
900
1.500
750
1
1
1
Voorziene Hoeveelheid
Eenheidsprijs
Totaal
Postnr.
Samenvatting
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een laad- of graafschop op banden, met een vermogen van minimum 75 kW."
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een lichte vrachtwagenkipper, met een minimum laadvermogen van 20 kN en een minimum laadbakinhoud van 2m3."
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een vrachtwagenkipper, met een minimum laadvermogen van 70 kN en een minimum laadbakinhoud van 7m3."
"Ter beschikking stellen en gebruik van VH materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, van een vrachtwagenkipper, met een minimum laadvermogen van 70 kN en een minimum laadbakinhoud van 7m3. en waarbij deze vrachtwagen is uitgerust met een hydraulische kraan en grijper."
36
37
38
39
Aard
uur
uur
uur
uur
uur
Eenheid
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
VH
VH
VH
Ter beschikking stellen van VH arbeidskrachten, voor de uitvoering van onvoorziene werken, volgens dienstbevel, alle graden (geoef., gesch. 1ste en 2de gr.)
Onvoorziene werken en werken in regie
Std Post
35
Hoofdstuk: 3
95
50
50
50
50
100
Voorziene Hoeveelheid
Eenheidsprijs
Totaal
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, mini graafmachine."
Gebruik van een veegwagen met VH zuiginstallatie (excl. bediener/bestuurder).
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, compressor."
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, luchtdrukhamer (handmatig te bedienen)."
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, handtrilwals."
42
43
44
45
46
Aard
uur
uur
uur
uur
uur
uur
uur
Eenheid
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
VH
VH
VH
VH
VH
Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen), als bijkomende uitrusting van landbouwtractor of vrachtwagen: bestelwagen met een laadvermogen < 3,5 ton met bijhorende uitrusting van een aanhangwagen met laadvermogen > 500 kg
Samenvatting
41
Std Post
"Ter beschikking stellen en gebruik van VH materieel (voertuigen); excl. bediener/bestuurder, bestelwagen met een laadvermogen < 3,5 ton."
Postnr.
40
96
50
50
50
100
50
50
50
Voorziene Hoeveelheid
Eenheidsprijs
Totaal
49
Hoofdstuk: 4 VH
VH
VH
Aard
euro
uur
uur
Eenheid
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
Vermoedelijk te besteden som voor de terugbetaling van afgifteprijzen van afval van NETHEIDSONDERHOUD (veegwerken) op de voorgeschreven eindbestemming, volgens faktuur, excl. BTW
Transfertgelden
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, beton/KWS - frees ( werkbreedte = min. 50 cm)."
Samenvatting
48
Std Post
"Ter beschikking stellen en gebruik van materieel (werktuigen met autonome werking); excl. bediener/bestuurder, trilplaat."
Postnr.
47
97
1
50
50
Voorziene Hoeveelheid
5.000
Eenheidsprijs
5.000
Totaal
Herstellingen en netheidsonderhoud van vrijliggende fietspaden in het district Antwerpen
Hoofdstuk: 4 Transfertgelden prijs: percentage:
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
Hoofdstuk: 3 Onvoorziene werken en werken in regie prijs: percentage:
Hoofdstuk: 2 Netheidsonderhoud van vrijliggende fietspaden prijs: percentage:
Hoofdstuk: 1 Herstellingswerken prijs: percentage:
Dienstbevel: Standaard prijs: percentage:
Algemeen Totaal:
Samenvatting 1: totalen per dienstbevel, hoofdstuk en paragraaf.
98
ALGEMEEN TOTAAL
BIJDRAGEN 21.00%
TOTAAL
Eventuele Korting
TOTAAL LUIK A
ALGEMEEN TOTAAL
99
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
Vak bestemd voor het bestuur
Dossiernummer O10/D121/110 Besteknummer 16DA/06/50
DE INSCHRIJVER(S)
Gedaan te
de
Gezien, onderzocht en aangevuld met de eenheidsprijzen, gedeeltelijke sommen en totale som, welke gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag van mijn inschrijving van heden, om bij deze gevoegd te worden.
Naast zijn handtekening moet de vertegenwoordiger van een vennootschap melding maken van de hoedanigheid waarin hij handelt.
De samenvattende opmeting is door de inschrijver in te vullen, te dag- en ondertekenen en bij zijn inschrijving te voegen.
De afronding naar boven of naar beneden op een cent dient te geschieden op de sommen van elke post van de samenvattende opmetingsstaat. (BTW niet inbegrepen). Het centgedeelte van dat totaal van 0,5 cent of meer wordt voor een cent gerekend, terwijl het centgedeelte van minder dan 0,5 cent wordt verwaarloosd.
De inschrijver drukt de sommen van elke post, en alle andere in de offerte vermelde prijzen, uit in Euro.
100