Kenmerk DMS : I25518
I21979
Ontwerp-verslag van de vergadering van de commissie Algemene Beleids- en Bestuurlijke Zaken d.d. 18 juni 2014 in het waterschapshuis te Boxtel. Aanwezige commissieleden: de heer P.C.G. Glas (voorzitter), de heer G.P.F. Antonis (Werken aan Water); mevrouw L. Bruggink-van der Steen (AWP); mevrouw A.J.M. van Campen (Water Natuurlijk); mevrouw L.T.M. Dielissen (TVP); de heer J.L.J. Hendriks (Natuurterreinen); mevrouw E.M.H. Joosten (CDA); de heer J.H.N.M. Meijs (VVD); de heer J.M.A. Oerlemans (ongebouwd); mevrouw A. Schouten-Saarloos (PvdA), mevrouw Y. van Sebille (Water Natuurlijk), de heer A.W.G. Wegdam (CDA) en mevrouw N. Zevenhek (Bedrijven). Tevens is aanwezig als toehoorder: de heer J. van Gerven (Werken aan Water) Tevens zijn aanwezig: de heer H.J. Roelofs (secretaris-directeur plv.); de heer A. van Leengoed (adviseur); mevrouw L. van der Heijden (secretaris), de heer R. Meijs, de heer R. van Veen en mevrouw J. van Dommelen (notulist). Afwezig: de heer F.C.P. van Rooij (CDA), de heer R.E. Viergever (secretaris-directeur) 1
Opening, ingekomen stukken en mededelingen De voorzitter opent de vergadering om 14.30 uur en heet allen welkom. De heer Oerlemans is voor de vergadering verlaat. De voorzitter geeft aan graag stil te willen staan bij de behandeling van het initiatiefvoorstel van de Statenfractie van de PvdA inzake de aanpassing reglementen waterschappen in de vergadering van Provinciale Staten op 11 april 2014. Daar de heer Van Gerven voor deze toelichting bij de commissievergadering is aangesloten, wordt dit punt als eerste behandeld. De voorzitter licht toe dat genoemd initiatiefvoorstel op 11 april 2014 in de PSvergadering is behandeld, waarbij na amendering op het voorstel is besloten om het aantal geborgde zetels in de Brabantse waterschapsbesturen te verlagen. Conform het initiatiefvoorstel zullen de drie reglementen van de drie Brabantse waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta worden geactualiseerd, wordt GS de opdracht gegeven om het noodzakelijke procedurele overleg met de besturen van de waterschappen te starten, overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van de Waterschapswet en wordt de aanpassing van de reglementen zodanig gepland dat de resultaten kunnen worden toegepast bij de waterschapsverkiezingen op 18 maart 2015. Daar aanvankelijk werd verwacht dat het aantal geborgde zetels, conform de wens van het AB van De Dommel, zou worden gehandhaafd, heeft De Dommel geen formele zienswijze ingediend. Nu PS heeft besloten het aantal geborgde zetels toch naar 7 bij te stellen, heeft het DB van De Dommel op 17 juni 2014 besloten alsnog een inspraakreactie te sturen. De concept-inspraakreactie zal in de AB-vergadering op 2 juli 2014 ter vaststelling worden voorgelegd. Gestreefd wordt deze concept-reactie op 19 juni 2014 aan het AB ter beschikking te kunnen stellen. TOEZEGGING: De concept-inspraakreactie van De Dommel aan de provincie inzake de neerwaartse bijstelling van het aantal geborgde zetels in de waterschapsbesturen wordt als bespreekpunt geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014. De heer Oerlemans sluit om 14.40 uur bij de vergadering aan. Pagina 1 van 13
Op de vraag van mevrouw Joosten naar de totstandkoming van het besluit en het inspraaktraject, geeft mevrouw Zevenhek aan de geluidsopname van de PSvergadering te hebben beluisterd en licht toe dat er nagenoeg niet op argumenten werd ingegaan. Ten aanzien van de inspraakprocedure licht de heer Van Leengoed toe dat de commissie heeft geadviseerd om het initiatief-voorstel voor inspraak vrij te geven op voorwaarde dat de zetelaantallen conform voorstel werden gehandhaafd. Dit is door GS afgewogen en overgenomen, waarna het voorstel ter inspraak is aangeboden. De heer Van Gerven dankt de voorzitter voor de toelichting en is verheugd dat het AB de mogelijkheid krijgt zich op 2 juli 2014 een mening te vormen. Spreker verlaat de vergadering om 14.50 uur. De voorzitter licht toe dat Minister Schultz Van Haegen op 17 juni 2014 het Wetsontwerp Omgevingswet heeft gepresenteerd. In dit Wetsontwerp worden een groot aantal wetten in een raamwet geconsolideerd. Spreker geeft aan dat de waterschappen bij de totstandkoming van het Wetsontwerp zijn betrokken en ook op een aantal onderwerpen, zoals het handhaven van de bevoegdheid voor vergunningverlening bij het waterschap, tegemoet zijn gekomen. De wens van de Unie van Waterschappen om het watertoetsproces in het Wetsontwerp te verankeren is niet is overgenomen. Wel is afgesproken dat in geval van uitvoeringsbesluiten de initiatiefnemende overheid nader overleg voert met de betrokken instanties ten aanzien van het wateraspect. De voorzitter geeft aan dat Minister Schultz van Haegen en de Unie van Waterschappen ook een akkoord hebben gesloten over de financiering van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma, waarbij, als het parlement akkoord gaat, de waterkeringen in Nederland vanaf 2017 worden getoetst aan nieuwe normen, waarbij niet alleen de kans op een overstroming meeweegt, maar ook de gevolgen voor de omwonenden. Mevrouw Zevenhek merkt hierop dit een goede ontwikkeling te vinden. 2
Voorstellen, ter bespreking en advisering
2.1
Burap I 2014 Voorstelnummer: I24853 / Bos, Jack / Besselink, Ben 1. De Burap I 2014 vast te stellen De voorzitter vraagt de vergadering een algemene reactie en eventuele opmerkingen op de inleiding kenbaar te maken. De heer Oerlemans acht de burap een goed overzicht geven van de stand van zaken met betrekking tot de plannen uit de beleidsbegroting 2014. Spreker geeft aan dat de categorie Ongebouwd reeds eerder het belang van speerpunten zoals de implementatie van het nieuwe beregeningsbeleid heeft geventileerd en betreurt het dat hierin nog niet veel stappen zijn gezet. Mevrouw Zevenhek acht de burap een helder document. Met het oog op de komende verkiezingen acht spreekster dit document ook voor burgers interessant, zodat potentiële kiezers een goed beeld krijgen van de activiteiten van het waterschap. In dit kader pleit spreekster voor een goede vindplaats van en zoekterm voor de burap op de website. Mevrouw Bruggink geeft aan de burap te ondersteunen en constateert dat de activiteiten, met uitzondering van de realisatie van de energiefabriek, goed op koers liggen. Mevrouw Dielissen merkt op de burap ook te ondersteunen en betreurt eveneens de Pagina 2 van 13
vertraging in de realisatie van de energiefabriek. Daar met de energiefabriek een tekort van € 600.000,-- is gemoeid, vraagt spreekster of en in hoeverre dit kan bedrag nog kan worden teruggehaald. De heer Hendriks acht het rapport helder en constateert dat we goed op koers zitten. Het feit dat gedurende de huidige bestuursperiode in de buraps is gebleken dat er goede resultaten zijn gehaald, acht spreker een compliment waard. Inleiding, pagina 4, tabel investeringen - Mevrouw Schouten constateert dat in 2014 nog een aanzienlijk bedrag aan subsidies wordt verwacht en vraagt of en in hoeverre deze prognose niet te optimistisch is gesteld. Mevrouw Joosten geeft aan de burap te ondersteunen en heeft geen inhoudelijke opmerkingen op de inleiding. De heer Antonis ondersteunt de burap eveneens, maar sluit ook aan bij het door mevrouw Dielissen gestelde ten aanzien van de energiefabriek en het betoog van de heer Oerlemans inzake het beregeningsbeleid. De heer Meijs acht de burap een helder document, maar heeft eveneens zorg over de energiefabriek. Daar de situatie nu al langer loopt en het AB recent geen nadere informatie meer heeft ontvangen, vraagt spreker welke stappen op dit moment worden genomen. Ook mevrouw Van Campen ondersteunt de burap en uit eveneens haar zorg over de realisatie van de energiefabriek. De voorzitter resumeert hierop dat de vergadering de burap ondersteunt. Ten aanzien van de vraag van mevrouw Schouten inzake de subsidieinkomsten licht de heer Roelofs toe dat op pagina 27 in de burap een nadere toelichting op de inkomsten is opgenomen. Ten aanzien van de energiefabriek licht de voorzitter toe dat er inmiddels een arbitrage heeft plaatsgevonden, waarbij De Dommel in het gelijk is gesteld. Hierop kan echter nog wel hoger beroep worden ingesteld. Aanvullend hierop geeft de heer Roelofs aan dat op deze kwestie een interne calamiteitenprocedure wordt toegepast, waarbij een stuurgroep is geformeerd, bestaande uit de portefeuillehouder, de directie en de proceseigenaar, die nagenoeg wekelijks de voortgang en strategie bespreekt. Spreker licht toe dat over nagenoeg alle openstaande punten inmiddels overeenstemming met de aannemer is bereikt, zodat de werkzaamheden inzake de realisatie van de energiefabriek in Tilburg weer zijn hervat. Er is nog een verschil van mening met de aannemer op het punt van de aanwending van innovatieve technieken voor de behandeling van slib. In het contract met de aannemer is wel een boeteregime opgenomen dat met de kwestie in werking is getreden. Het onderhandelingstraject met de aannemer hoe tot een inhoudelijke oplossing kan worden gekomen, hoe de risico's kunnen worden gemanaged en welke financiële afspraken dienen te worden gemaakt, is in volle gang. Spreker heeft er vertrouwen in dat de kwestie goed kan worden opgelost, maar dat met juridische procedures wel veel tijd is gemoeid. Ten aanzien van het beleid beregenen uit grondwater licht de voorzitter toe dat het proces vertraging oploopt doordat het nieuwe beleid, naast de Waterwet, eveneens in lijn moet zijn met de Natuurbeschermingswet. Spreker geeft aan dat de vertraging in het proces zeker niet te wijten is aan de inzet, kennis of kunde van de ambtelijke ondersteuning, maar aan het feit dat de provincie, als bevoegd gezag voor natuur, groot belang hecht aan het feit dat de beleidslijn "Raad van State-proof" dient te zijn. De voorzitter vraagt de vergadering eventuele opmerkingen op programma 5, bestuur en externe communicatie kenbaar te maken. Pagina 52; 5.2 investeringsoverzicht - De heer Oerlemans vraagt of en in hoeverre de restauratie van de Rijksmonumenten Moerenburg terecht bij het programma Pagina 3 van 13
externe communicatie is ondergebracht. De voorzitter antwoordt hierop dat dit een externe activiteit betreft en derhalve bij genoemd programma is geplaatst. Mevrouw Bruggink acht de bedrijfsbezoeken een goede communicatie waar het waterschap haar voordeel mee kan doen. Ook is spreekster voorstander van het gebruik van moderne media, maar vraagt hierbij wel af of en in hoeverre hiermee extra tijd voor de medewerkers is gemoeid. De voorzitter antwoordt hierop dat het gebruik van Twitter slechts summiere werktijd van de afdeling communicatie vraagt. Pagina 51, internationale samenwerking - Mevrouw Dielissen vraagt naar een toelichting op de inzet in Egypte. Pagina 53, investeringsoverzicht en toelichting: Mevrouw Dielissen constateert dat bij de investeringen naast de kosten voor de verkiezingen ook de restauratie van de Rijksmonumenten Moerenburg zijn opgenomen en vraagt in dit kader naar een nadere uitsplitsing van de kosten voor de verkiezingen en voor Moerenburg. Mevrouw Joosten is verheugd dat in het kader van winnend samenwerken nu een gemeenschappelijk secretariaat bezwaarschriften wordt geconcretiseerd en dat er stappen worden gezet om de juridische kennis en het juridisch bewustzijn van medewerkers te bevorderen. Pagina 49/50; grondzaken: Mevrouw Joosten constateert dat in het DB van 17 juni 2014 een voorstel heeft behandeld om de kaders voor verwerving, beheer en afstoten van gronden binnen de voorraadrekening vast te stellen en vraagt in dit kader naar een toelichting. Pagina 51, internationale samenwerking - De heer Meijs constateert dat er inmiddels drie langdurige samenwerkingsverbanden zijn opgezet in Nicaragua, Mozambique en Sri Lanka en dat daarnaast een aantal korte inzetten hebben plaatsgevonden in een aantal andere landen. Spreker vraagt in dit kader om een nadere toelichting op de kosten en subsidies hiervoor. Mevrouw Van Campen geeft aan informatie ten aanzien van mogelijke activiteiten op het gebied van educatie in de burap te missen en vraagt in dit kader om een toelichting. Daarnaast refereert spreekster aan de bij de mededelingen van de voorzitter bij agendapunt 1 genoemde waterwetgeving en vraagt zich af hoe de waterschappen de naleving van de kwaliteitscriteria voor indirecte lozingen door gemeenten kunnen borgen. De voorzitter gaat over tot het beantwoorden van vragen en doet de volgende toezeggingen. TOEZEGGING: Een toelichting op de internationale samenwerking wordt in een voetnoot in het verslag opgenomen.1 TOEZEGGING: De afdeling communicatie wordt gevraagd na te gaan hoe de burap efficiënt door burgers op de website kan worden opgevraagd. De suggestie wordt hierbij gedaan de volledige term "bestuursrapportage" te gebruiken. 2 1
We hebben alleen uren beschikbaar en geen budget. De benodigde financiële middelen worden verkregen via subsidies van derden. Investeringen zijn overigens nooit aan de orde. De kosten die we maken betreffen uitsluitend reisen verblijfskosten en soms beperkte inhuur derden. Voor onze inzet in Egypte geldt dat we door Ws Aa & Maas gevraagd zijn of wij personele ondersteuning konden leveren in een project dat zij in Egypte hebben. Het is gelukt aan dit verzoek te voldoen. Dit sluit ook goed aan bij Winnend Samenwerken en het voornemen om internationaal als waterschappen meer gezamenlijk op te trekken als sector. De reis- en verblijfskosten van onze inzet in Egypte zijn uiteraard volledig vergoed vanuit Ws Aa & Maas. 2 In het najaar 2014 krijgt De Dommel een nieuwe website. Na het overzetten van de huidige informatie zal het proces Communicatie nagaan hoe we met dit soort informatie kunnen omgaan. Gedacht zou kunnen worden aan publieksvriendelijke verantwoordingsdocumenten. Centrale vraag daarbij is naar welke informatie de burger op zoek is. Pagina 4 van 13
TOEZEGGING: Een toelichting op de educatieactiviteiten wordt in een voetnoot in het verslag opgenomen.3 TOEZEGGING: Een toelichting op de kosten voor de verkiezingen en voor Moerenburg wordt in een voetnoot in het verslag opgenomen.4 Op de aankondiging dat in het DB van 17 juni 2014 de kaders voor grondverwerving binnen de voorraadrekening zou worden besproken meldt de voorzitter dat dit punt in een groter verband is getrokken en dat hiervoor een bestuursopdracht instrumentarium doelrealisatie wordt opgesteld. Deze bestuursopdracht wordt in het DB van 8 juli 2014 voor nadere bespreking geagendeerd. De naleving van de kwaliteitscriteria indirecte lozingen door gemeenten heeft permanente aandacht. De Unie van Waterschappen heeft dit zorgpunt ook bij de VNG kenbaar gemaakt. Advies commissie De commissie adviseert positief over het voorstel. Het voorstel kan als bespreekstuk worden geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014.
3
Educatieactiviteiten in het eerste kwartaal 2014: Van januari tot en met maart hebben we 587 mensen rondgeleid op onze rwzi’s, in 26 groepen. Dit soort schoolactiviteiten staat onder druk. Het aantal groepen is echter precies gelijk aan de groepen in het eerste kwartaal 2013. Ook de planning voor de komende maanden ziet er goed uit. Er is een digitale mailing naar de leerkrachten van de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs uitgegaan. Daarnaast is er een digitale mailing naar de coördinatoren/decanen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs gegaan om aandacht te vragen voor onze vernieuwde excursies voor deze groep i.r.t. hun profielkeuze. Op dit moment hebben 87 van de 292 basisscholen een excursie gedaan of aangevraagd. Dit is 29,8%. Evaluatieformulieren: de uitleg door excursieleiders wordt door alle deelnemers als goed beoordeeld. De excursies worden beoordeeld met gemiddeld 8,2. De nieuwe educatieruimte in Eindhoven wordt voorbereid en vanaf het nieuwe schooljaar in gebruik genomen. In maart hebben we in het kader van Wereldwaterdag medewerking verleend aan een themadag Water voor de leerlingen van 2VWO van het Christiaan Huijgenscollege in Eindhoven. Het waterschap hield een algemene inleiding en verzorgde twee workshops op die dag (‘waterkwaliteit’ en ‘energie uit zuiveringsslib’.). In Tilburg kregen leerlingen van MAVO3 van 2College Wandelbos de opdracht een werkstuk te maken over water. Na een excursie op de rioolwaterzuivering werden de presentaties van de werkstukken beoordeeld door een medewerker van het waterschap. Met jeugdbestuurder Joeri Renes is een nieuw jaarprogramma 2014 opgesteld. De folder over rioolwater zuiveren voor basisscholieren is herdrukt.
4
Bij de jaarrekening 2013 is een voorstel behandeld (en goedgekeurd) om een deel van de exploitatiebudgetten (geen investeringsbudgetten) van 2013 over te hevelen naar 2014. Om die reden betreft het hier dus de begroting 2014 en niet de begroting incl. wijziging. Het resterende bedrag is voor de kosten van de verkiezingen. Een specificatie van de 2 posten (Verkiezingen en Moerenburg) zijn onderstaand opgenomen. Administratie
Investeringen Kolomlabels
Rijlabels
Officieel BB2014
Officieel VN2015
2014
2014
Geraamd €
Geraamd €
Open P047901 Organisatie verkiezingen 2015 P064901 Rijksmonumenten Moerenburg Eindtotaal
€ 1.014.900,00
€ 1.013.684,94
€ 612.000,00
€ 69.029,95
€ 1.626.900,00
€ 1.082.714,89
Zoals in de Burap vermeld is zijn de uitgaven voor Rijksmonumenten Moerenburg doorgeschoven naar 2015-2016 in afwachting van een bijdrage van de Gemeente Tilburg. De bijdrage die geraamd is (€ 400.000) is ook doorgeschoven in de ramingen van 2015 (BB2014) naar 2016 (VJN2015). Pagina 5 van 13
2.2
Voorjaarsnota 2015 Voorstelnummer: I24743 / Buurman, Annemarie / Besselink, Ben 1. De voorjaarsnota 2015 vast te stellen 2. De conform wetgeving opgestelde Meerjarenbegroting 2015-2018 vast te stellen 3. De per categorie gerealiseerde belastingopbrengsten in 2009-2013 in overeenstemming te brengen met de Kostentoedelingsverordening en dit te doen over een periode van twee jaar (2015-2016). De voorzitter vraagt de vergadering de opmerkingen ten aanzien van de inleiding, programma 5, bestuur en externe communicatie en programma 6, bedrijfsvoering kenbaar te maken. Mevrouw Zevenhek constateert dat ten aanzien van de communicatie omtrent de verkiezingen in 2015 de samenwerking met de provincie wordt gezocht. Spreekster pleit er in dit kader ook voor dat het waterschap de communicatie ook gericht afstemt op de eigen doelgroepen en burgers. Pagina 7, programma 6, bedrijfsvoering: Mevrouw Bruggink constateert dat een formatieuitbreiding van 2 fte voor werkzaamheden met betrekking tot de grondwatertaken en applicatiebeheer van het belastingsysteem wordt voorgenomen. Hoewel spreekster van mening is dat zaken goed moeten worden uitgevoerd vraagt zij er ook aandacht voor dat het AB heeft verzocht de personeelskosten richting 2020 niet te laten stijgen en dat het kostenniveau in 2020 gelijk is gesteld met het kostenniveau in 2012. Daarnaast vraagt zij aandacht voor de mogelijke investeringen die de wet participatie met zich mee kan brengen. De heer Hendriks geeft aan dat er mogelijk in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) meer subsidie voor hydrologische maatregelen in de Natura 2000-gebieden beschikbaar komt. Indien er daadwerkelijk meer subsidiegelden beschikbaar komen doet spreker de suggestie te overwegen om de natuurdoelstellingen naar boven bij te stellen. Mevrouw Schouten doet de suggestie om de Voorjaarsnota 2015 in het AB op 2 juli 2015 via algemene beschouwingen te behandelen en vraagt de overige fracties en het DB om hun visie hierop. Spreekster licht toe dat de fracties bij algemene beschouwingen hun visie vooruit- en terugkijkend kunnen toelichten en meer kunnen laten zien waar zij als partij voor staan. Pagina 4, kaders, punt 5: Mevrouw Schouten constateert dat wordt gesteld dat binnen de beschikbaar gestelde capaciteit de geactualiseerde doelen uit het WBP3 zo doelmatig mogelijk behaald en vraagt hoe zich dit verhoudt tot de oorspronkelijke doelen in het WBP3. AB-voorstel, pagina 6, tabel realisatie doelstellingen vastgelegd in het (geactualiseerde) WBP 2010-2015: Mevrouw Schouten constateert dat in de tabel de aanleg van 244 ha regionale waterberging in 2015 is gepland. Daar tot en met 2013 381 ha waterberging is gerealiseerd vraagt spreekster zich af of en in hoeverre de geplande waterberging van 244 ha reëel is. TOEZEGGING: Een inhoudelijke toelichting op de geplande aanleg van regionale waterbergingen in 2015 wordt in een voetnoot in het verslag opgenomen. 5 Pagina 4, kaders, punt 12 - Mevrouw Joosten constateert dat een CAO-percentage van 2,25% voor de salarisontwikkeling van medewerkers wordt gehanteerd en vraagt zich af hoe dit percentage tot stand is gekomen. Pagina 7, wet participatie: Mevrouw Joosten constateert het voorgenomen extra
5
De geplande aanleg van 244 ha waterberging wordt gerealiseerd in twee projectgebieden, te weten Valkenswaard Zuid en Kleine Dommel. De planning voor de waterbergingen Kleine Dommel en Valkenswaard is bijzonder krap. Het risico bestaat dat de beide gebieden niet in 2015 gerealiseerd zijn. De verwachting is dat de uitvoering dan wel gestart is maar ook dit is onzeker gezien de risico’s. Er worden verschillende beheersmaatregelen ingezet waaronder de gecoördineerde projectprocedure van de provincie. Pagina 6 van 13
budget van € 50.000,-- voor de taakstelling in het kader van de wet participatie te kunnen ondersteunen, maar heeft wel moeite met de voorgenomen uitbreiding van 2 fte, zoals ook door mevrouw Bruggink aangegeven. De heer Antonis is ook geen voorstander van een uitbreiding van 2 fte. Indien toch een uitbreiding wordt voorgenomen acht spreker het goed om ook landbouwdeskundigen in de overwegingen mee te nemen. De heer Meijs geeft aan de uitbreiding van 2 fte niet te kunnen ondersteunen en pleit ervoor als het applicatiebeheer voor heffing en invordering binnen de organisatie wordt opgevangen. Ten aanzien van de participatiewet vraagt spreker om een toelichting op de genoemde 15 fte in relatie tot de gestelde bedragen. Mevrouw Van Campen geeft aan de lijn van de heer Hendriks te ondersteunen en acht algemene beschouwingen in het AB wel interessant. De vragen beantwoordend licht de voorzitter ten aanzien van de communicatie omtrent de verkiezingen toe dat er nog een bijeenkomst wordt georganiseerd met de fractievoorzitters en lijsttrekkers waarin de stand van zaken met elkaar wordt gewisseld en de verwachtingen van de fracties/lijsten worden verkend. Daarnaast wordt er landelijk gewerkt aan een stemhulp. Ten aanzien van het kostenniveau refereert de voorzitter aan de prognosegrafiek in het Bestuursakkoord Water in 2010 en constateert dat inmiddels forse besparingen op kosten- en investeringsniveau zijn behaald. Spreker licht toe dat het DB en de organisatie trots zijn op de mate waarin het waterschap de kosten weet te beheersen en tegelijkertijd de doelen realiseert. Hij waardeert de suggestie om de realisatie van de natuurdoelen nader te bezien in geval de subsidie in het kader van de PAS hoger mocht uitvallen en neemt hier kennis van. De suggestie om de Voorjaarsnota 2015 via algemene beschouwingen te behandelen kan spreker ondersteunen, maar wijst hierbij wel op het feit dat hiermee wel tijd zal zijn gemoeid. Hij vraagt de vergadering om hun visie hierop. Mevrouw Zevenhek ziet geen directe meerwaarde in het organiseren van algemene beschouwingen. Alleen indien er amendementen mochten worden aangeboden acht spreekster nadere beschouwing hierover wel interessant. Mevrouw Bruggink acht het wel interessant om de visie van de diverse fracties te vernemen, maar vindt het tijdsaspect wel bezwarend. Spreekster geeft aan liever energie te steken in de bespreking van een gericht onderwerp zoals het WBP4. Mevrouw Joosten merkt op graag haar fractie hierover te consulteren. De heer Hendriks geeft aan dat het voorstel hem in principe wel aanspreekt. Ook de heer Meijs consulteert graag zijn fractie hierover. Spreker geeft aan dat het idee hem wel aanspreekt, maar pleit er eveneens voor slechts beperkte spreektijd per fractie hiervoor te reserveren. De voorzitter verzoekt de bestuursleden hierop het al dan niet houden van algemene beschouwingen voor de behandeling van de Voorjaarsnota 2015 binnen de fracties nader te verkennen. Aanvullend hierop pleit mevrouw Zevenhek ervoor dat mogelijk in te dienen amendementen tijdig worden aangekondigd. Ten aanzien van de voorgenomen uitbreiding van 2 fte antwoordt de heer Roelofs dat doordat Waterschap De Dommel niet intreedt in de belastingsamenwerking BSOB, de samenwerking met Waterschap Aa en Maas in het beheer van het belastingsysteem moet worden beëindigd. Het beheer moet worden overgenomen en alleen voortgezet. Dit vraagt 1.5 fte extra formatie, waarvan op termijn 1 fte Pagina 7 van 13
structureel. Daarnaast is voor het op orde krijgen en houden van het door de provincie overgenomen vergunningenbestand voor grondwateronttrekkingen voor beregening 1 extra fte nodig. Spreker licht toe dat, onder meer door inverdienmogelijkheden, het personeelbudget wel gelijk blijft. Op de vraag van mevrouw Joosten of en in hoeverre, in het kader van winnend samenwerken, mogelijke competentie van een van de overige Brabantse waterschappen kan worden ingehuurd, antwoordt de heer Roelofs dat dit niet mogelijk is, daar Waterschap Aa en Maas wel heeft besloten in te treden in de belastingsamenwerking BSOB. Ten aanzien van de tariefsontwikkeling en reserves constateert de voorzitter dat, met uitzondering van de overeengekomen categoriegebonden negatieve reserve voor de categorie ongebouwd, de tariefsontwikkeling voor de categorieën in 2015, ten opzichte van de doorkijk van vorig jaar, naar beneden wordt bijgesteld. Zoals ook reeds in het verleden kenbaar gemaakt, uit de heer Oerlemans zijn ongenoegen over de tariefsontwikkeling voor de categorie ongebouwd. De discussie afrondend concludeert de voorzitter dat de vergadering in grote lijnen positief adviseert over het voorstel, maar dat enkele punten, zoals de uitbreiding van 2 fte, niet door alle fracties wordt ondersteund en nog nader in de fractieoverleggen zullen worden besproken. Advies commissie De commissie adviseert positief over het voorstel. Het voorstel kan als bespreekstuk worden geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014. 2.3
Koers WBP4 met onderliggende beslispunten Voorstelnummer: I24848 / Veen, van Rob / Wegdam, Ton 1. In te stemmen met het handvat voor het nieuwe waterbeheerplan en de onderliggende beslispunten; 2. In te stemmen met een tweede werksessie met AB-leden De heren Wegdam en Van Veen zijn voor de behandeling van dit punt bij de vergadering aangesloten. De heer Wegdam geeft een toelichting op het proces en merkt op dat het Waterbeheerplan 4 (WBP4) op 15 december 2015 voor vaststelling aan het nieuwe AB wordt aangeboden. Spreker licht toe dat interne en bestuurlijke gesprekken met watergerelateerde organisaties, zoals ZLTO, de terreinbeherende instanties en visverenigingen zijn gehouden om de koers voor het WBP4 nader te verkennen. Daarnaast is op 28 februari 2014 de Brabantse Waterdag georganiseerd, waarin PS en de AB's van de Brabantse waterschappen samen met diverse organisaties en het bedrijfsleven met elkaar van gedachten hebben gewisseld over de inhoud van de WBP's en het PWP (Provinciaal Waterplan). In mei 2014 is de koers voor het WBP4 ook in een eerste werksessie met het AB verkend. Op basis van deze overleggen is voorliggende koers voor het WBP4 nader uitgewerkt. Spreker geeft aan dat de commissie FBH de koers in principe ondersteunt maar wel opmerkingen heeft gemaakt over het beekdalprincipe en aandacht heeft gevraagd voor het landbouwaspect. De commissie IW heeft de voorgestane koers meer nadrukkelijk besproken, op basis waarvan spreker concludeert dat de commissie IW de voorgestane koers in principe ondersteunt, maar hierbij wel de kanttekening heeft geplaatst dat de koers niet voldoende inspirerend is en te weinig op effectiviteit is gericht. Daarnaast is meer behoefte geuit voor cijfermatige overzichten, nadere inzage in de benodigde investeringen, de wettelijke taken, de afspraken met de overige organisaties, de eigen doelen en de vrije ruimte die nog kan worden ingevuld. Gelet op de opmerkingen van de commissie IW heeft deze commissie zich op dit moment onthouden van behandeling en advisering op de in de voorliggende koers WBP4 gestelde onderliggende beslispunten. Hiervoor is de suggestie gedaan om in de tweede werksessie met de AB-leden op 3 september 2014 de beslispunten Pagina 8 van 13
nader aan de orde te stellen alvorens de voorgestane koers WBP4 vast te stellen. Spreker vraagt de voorzitter formeel om de commissie ABBZ te verzoeken hun visie op de voorgestane koers WBP4 kenbaar te maken. De voorzitter vraagt de commissieleden hun reactie kenbaar te maken. Mevrouw Van Campen ondersteunt het voorstel om op 3 september 2014 een tweede werksessie met het AB te organiseren. Spreekster vraagt hierbij wel om nadere actualisering van de bijlage bij het voorstel, waarbij dan ook de consequenties van bijvoorbeeld de wettelijke verplichtingen nader zijn uitgewerkt. De heer Meijs geeft aan het prettig te hebben gevonden als de wijzigingen in de notitie, op basis van de bevindingen in de eerste werksessie met het AB, in voorliggende notitie inzichtelijk waren gemaakt en doet in dit kader de suggestie de aanpassingen in de notitie voor 3 september 2014 wel inzichtelijk weer te geven. Spreker geeft aan de geschetste werkwijze te ondersteunen. Mevrouw Schouten geeft aan de lijn van de heer Meijs te ondersteunen. Verder ondersteunt spreekster de door de heer Wegdam geschetste procedure. De heer Antonis en de dames Joosten, Dielissen en Bruggink ondersteunen eveneens de door de heer Wegdam geschetste lijn. Mevrouw Zevenhek merkt op de koers ook onvoldoende inspirerend te vinden en hecht er belang aan dat de omgeving het WBP4 uiteindelijk als inspiratiebron ervaart. In dit kader doet spreekster de suggestie om voorliggende notitie meer te concretiseren in de uiteindelijke vorm van het WBP4, zodat het document de omgeving ook meer aanspreekt. Het feit dat het WBP4, in tegenstelling tot het WBP3 waarin met name op te nemen maatregelen is ingestoken, meer op effectiviteit wordt gebaseerd, ziet spreekster eveneens als een manier om de omgeving meer te inspireren. De heer Oerlemans acht het document ook onvoldoende inspirerend en geeft aan de link met de landbouw en de aspecten ecologie en economie te weinig terug te vinden. De heer Wegdam dankt de commissieleden voor de positieve reacties en suggesties en hun steun voor het voorstel. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Van Campen licht spreker toe dat in de andere commissies reeds is toegezegd om een nader overzicht van wettelijke taken, vrije ruimte e.d. voor de tweede werksessie wordt uitgewerkt. De overige opmerkingen vanuit de commissie worden richting tweede werksessie eveneens nader in de verdere uitwerking van de koers WBP4 meegenomen. Aanvullend hierop geeft de voorzitter aan dat de lijn die mevrouw Zevenhek naar voren brengt dicht bij de visie van het DB ligt en acht het goed om de maatschappelijke en economische waarde centraal te stellen en van daaruit te bezien welke wateraspecten en watertaken in het WBP4 al dan niet worden opgenomen. Spreker ondersteunt de suggestie om het document reeds in een vroeg stadium meer als WBP te concretiseren. Of deze vorm reeds vóór de tweede werksessie met het AB kan worden uitgewerkt, is nog niet zeker. Advies commissie De commissie adviseert positief over het voorstel, met dien verstande dat de commissie het handvat voor het nieuwe waterbeheerplan en de organisatie van de tweede werksessie met de AB-leden ondersteunt, maar zich onthoudt van advisering op de onderliggende beslispunten. Het voorstel kan als bespreekstuk worden geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014. Pagina 9 van 13
2.4
Reglement van orde algemeen bestuur 2009 Voorstelnummer: I24826 / Leengoed, van Alex / Glas, Peter 1. In te stemmen met aanvulling van artikel 26 lid 3 van het Reglement van orde algemeen bestuur; 2. Over te gaan tot vaststelling van de “Toelichting behorende bij het Reglement van orde algemeen bestuur”; een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel gevoegd besluit met bijlage. Mevrouw Van Campen constateert dat het recht op interpellatie niet in het Reglement van orde algemeen bestuur is opgenomen. Daar het recht op interpellatie een van de oudste bestuursinstrumenten is en de AB-leden met dit recht de DBleden op (gevoelige) actualiteiten kunnen bevragen, doet spreekster een oproep aan de commissieleden het recht op interpellatie alsnog in het Reglement van orde algemeen bestuur te laten opnemen. Met dit recht wordt de positie van de AB-leden versterkt en opname van dit recht past ook goed binnen het WBP4-traject. Als voorbeeld verduidelijkt spreekster dat het AB lang op een standpunt van het DB ten aanzien van het schaliegasvraagstuk heeft gewacht. Het recht op interpellatie had in dit geval kunnen worden ingezet. Mevrouw Schouten geeft hierop aan dat het recht op interpellatie kan worden ingezet om nadere informatie op een actualiteit te kunnen achterhalen. Spreekster wijst hierbij wel op het feit dat het recht op interpellatie niet onnodig dient te worden ingezet en dat een verzoek voor een interpellatiedebat door een meerderheid van het AB dient te worden ondersteund. De discussie afrondend nodigt de voorzitter de fracties uit het al dan niet opnemen van het recht op interpellatie in het Reglement van orde algemeen bestuur nader te bespreken en hun visie hierop kenbaar te maken in de AB-vergadering van 2 juli 2014. Advies commissie De commissie adviseert positief over het voorstel. Het voorstel kan als bespreekstuk worden geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014. De fracties wordt verzocht hun visie op het al dan niet opnemen van het recht op interpellatie in het Reglement van orde algemeen bestuur in de ABvergadering kenbaar te maken.
4
Verbonden Partijen
4.1
Governancestructuur SNB Voorstelnummer: II23904 / Dijkmans, Ron / Bos, Jack 1. In beginsel in te stemmen met het verzoek van de SNB om het aantal commissarissen bij SNB terug te brengen van 1 externe en 6 intern commissarissen naar 2 externe commissarissen en 3 commissarissen vanuit de aandeelhouders onder het voorbehoud dat de fiscus voorafgaand aan de daadwerkelijke invoering expliciet heeft ingestemd met het behoud van de fiscale eenheid voor de sale en lease back transactie / de btw; 2. In beginsel in te stemmen met aanpassing van de governance zodat in de AVA voor besluitvorming voortaan 70% van de stemmen nodig is met uitzondering van besluitvorming m.b.t. wijziging van de governancestructuur en wijziging van de onderlinge financiële verhoudingen, waarvoor 95% van de stemmen nodig blijft; 3. SNB te vragen om aanbestedingsrechtelijk te laten toetsen of met de onder 1 en 2 genoemde wijzigingen SNB aanbestedingsrechtelijk kan (blijven) voldoen aan het inbestedingscriterium en, indien dat niet het geval mocht zijn, de mogelijkheden voor de vestiging van een uitsluitend recht voor verwerking van zuiveringsslib te laten onderzoeken. Mevrouw Van Sebille licht toe dat de fractie Water Natuurlijk het voorstel om Pagina 10 van 13
tegemoet te komen aan het verzoek van de SNB om het aantal commissarissen bij SNB terug te brengen van 1 externe en 6 interne commissarissen naar 2 externe commissarissen en 3 commissarissen vanuit de aandeelhouders niet ondersteunt en geeft aan dat de fractie ervoor pleit dat de huidige structuur niet wordt gewijzigd voordat de kwestie inzake de switch transaction in 2017 is afgehandeld. Spreekster licht toe dat SNB reeds jaren goed onder de huidige governance heeft gefunctioneerd en ziet dan ook geen reden om de governance te wijzigen. Refererend aan de behandeling van de governance van SNB in de commissie ABBZ op 12 juni 2013, waarin op de vraag van mevrouw Bruggink of de samenstelling van de Raad van Commissarissen tot 2017 blijft gehandhaafd, bevestigend is geantwoord, constateert zij dat het DB zich al wel geruime tijd bezint op het al dan niet aan bijstellen van het aantal commissarissen. In dit kader vraagt spreekster zich af wat de reden is waarom de huidige governancestructuur dient te worden gewijzigd en waarom het voorkomen van belangenverstrengeling hiertoe nu als argument wordt aangehaald. De heer Oerlemans verlaat de vergadering om 16.50 uur. De heer Meijs pleit er eveneens voor om de huidige governancestructuur en het aantal commissarissen bij SNB tot 2017 niet te wijzigen. Gezien de negatieve publiciteit ten aanzien van SNB de afgelopen tijd acht spreker het ook naar de omgeving toe niet goed als de governance en de samenstelling van de RvC wordt aangepast. Mevrouw Schouten constateert dat het al dan niet aanpassen van de samenstelling van de Raad van Commissarissen sinds het onderzoek van professor Goodijk bij het DB en bij de overige waterschappen een thema is. Spreekster geeft aan het onduidelijk te achten wat het doel van de voorgenomen wijziging is en vraagt in dit kader om een nadere duiding. De heer Hendriks geeft aan het ook onduidelijk te achten waarom de samenstelling van de RvC nu wordt voorgenomen en vraagt zich, mede in het kader van de energiefabriek, ook af of en in hoeverre een aanpassing in ons belang is. Mevrouw Bruggink vraagt naar de standpunten van de overige aandeelhouders in SNB in deze. Naast mogelijke belangenverstrengeling constateert mevrouw Zevenhek ook dat de kostenverdelingsmethodiek mogelijk tot fors financieel nadeel kan leiden en hecht er in dit kader aan nader over de reden om de samenstelling van de RvC te wijzigen te worden geïnformeerd. Spreekster acht ook informatie over het stemaandeel van De Dommel indien de samenstelling van de RvC wordt gewijzigd essentieel. Mevrouw Joosten verlaat de vergadering om 17.00 uur De voorzitter licht toe dat het verzoek om de samenstelling van de RvC en de governancestructuur van SNB aan te passen niet door de switch transaction, maar op basis van de bevindingen van professor Goodijk is ingegeven. Door de voorgestelde aanpassing van de governance kan een beter onderscheid worden aangegeven tussen wettelijke taken van de RvC om het belang van de onderneming enerzijds en het belang van de aandeelhouders anderzijds meer centraal te stellen. Professor Goodijk heeft het vraagstuk indertijd geanalyseerd en het advies gedaan om de samenstelling van de RvC en de governance aan te passen. Na lang beraad, waarin eveneens de fiscale aspecten zijn meegewogen, heeft het DB gemeend het advies om de governance en de samenstelling van de RvC over te nemen. Spreker geeft aan de opmerkingen van de commissieleden in het DB nader te bespreken. TOEZEGGING: De opmerkingen vanuit de commissie worden in de DB-vergadering op 24 juni 2014 nader besproken, waarbij wordt bezien of en in hoeverre de conceptbrief aan SNB wordt aangepast. Dit zal in de Memorie van Antwoord worden Pagina 11 van 13
meegenomen. TOEZEGGING: Nagegaan wordt of en in hoeverre de waterschappen Aa en Maas en Brabantse Delta reeds een standpunt ten aanzien van de samenstelling van de Raad van Commissarissen SNB hebben ingenomen. Dit zal in de Memorie van Antwoord worden meegenomen. Advies commissie De opmerkingen vanuit de commissie worden in de DB-vergadering op 24 juni 2014 nader besproken, waarbij wordt bezien of en in hoeverre de concept-brief aan SNB wordt aangepast. Dit wordt in de Memorie van Antwoord meegenomen. Het voorstel kan als bespreekpunt worden geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014. 4.2
Stichting Agrifood Capital Voorstelnummer: I24898 / Dijk, van Paul / Arts, Tiny 1. In te stemmen met de oprichting van Stichting Agrifood Capital 2. In te stemmen met het voornemen van de stichting om de Agrifood Capital BV op te richten. Concept-statuten, artikel 14.2, lid 1f: Mevrouw Schouten constateert dat de heer Verheijen statutair tot de eerste bestuurders van de stichting worden benoemd en vraagt aandacht voor de juistheid van de persoonsgegevens. Advies commissie De commissie adviseert positief over het voorstel. Het voorstel kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014.
4.3
Oprichting Coöperatie Boven Dommel Voorstelnummer: I24789 / Schoot, van der Edwin / Huijbers, Lex 1. In te stemmen met de oprichting van en deelname Waterschap De Dommel aan Coöperatie Streekontwikkeling Boven Dommel U.A. Mevrouw Van Campen merkt op dat met voorliggend voorstel, evenals met het voorstel bij agendapunt 4.2, Stichting Agrifood Capital, wel kosten zoals (ambtelijke) uren zijn gemoeid en doet in dit kader de suggestie om hiermee wel zorgvuldig om te gaan. Advies commissie De commissie adviseert positief over het voorstel. Het voorstel kan als hamerstuk worden geagendeerd voor de AB-vergadering van 2 juli 2014.
5
Terugkoppeling door de voorzitter Er wordt geen terugkoppeling gemeld.
6
Ontwerp-verslag van de vergadering van de commissie Algemene Beleids- en Bestuurlijke Zaken van 9 april 2014 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
Pagina 12 van 13
7
Rondvraag en sluiting Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag.
De voorzitter sluit de vergadering om 17.10 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 oktober 2014.
mr. drs. P.C.G. Glas voorzitter
L. van der Heijden secretaris
Pagina 13 van 13