COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE SKK ALGEMEEN BESTUUR
Nummer: 575576
Onderwerp: Projectplan Bergingsgebied Kockengen N401 In D&H: In Cie: In AB: Portefeuillehouder:
21-08-2012 BMZ SKK
Steller: Telefoonnummer: Afdeling:
M. Marcek 06 50 73 68 42 Watersysteembeheer
Miltenburg
Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering
In de vergadering van 21 augustus 2012 heeft het college besloten: 1. In te stemmen met het ontwerp projectplan ‘Bergingsgebied Kockengen N401’, gesitueerd in het watergebiedsplan Kamerik en Kockengen en dit vrij te geven voor de inspraak. 2. Het ontwerp projectplan van 29 augustus tot en met 10 oktober 2012 ter inzage te leggen. 3. Het ontwerp projectplan ter kennisneming aan de commissie SKK te zenden. 4. Korte inhoudelijke omschrijving: De inrichting van een bergingsgebied komt voort uit de afsluiting van boezem Bijleveld in de kern Kockengen en de Wateropgave Oude Rijn. De aanleiding voor de afsluiting was het Nationaal Bestuursakkoord Water, waarin nieuwe werknormen zijn vastgelegd voor beperking van wateroverlast door neerslag in het gebied. Het hoogheemraadschap heeft getoetst in hoeverre het beheergebied voldoet aan deze normen, en beoordeeld dat nadere inrichtingsmaatregelen noodzakelijk zijn om de gestelde werknormen te halen. Uiterlijk in 2015 moet het oppervlaktewatersysteem ‘op orde zijn’. Doelen De ligging en de begrenzing van het projectgebied is weergegeven in de onderstaande afbeelding. Het projectgebied voldoet aan het belangrijkste Europese beleid met ruimtelijke consequenties: Natura 2000 met bijbehorende Vogel- en Habitatrichtlijn; Verdrag van Malta (Archeologie); Kaderrichtlijn Water. Het projectgebied behoudt en versterkt de kwaliteiten van het Nationaal Landschap Groene Hart (Nota Ruimte). Specifiek gaat het om het Hollands-Utrechts veenweidengebied waar binnen het projectgebied ligt, en het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmelen dat grenst aan het projectgebied. De kernkwaliteiten van deze gebieden blijven duurzaam behouden: Zeer open landschap; Strokenverkaveling met waterland; Veenweidenkarakter.
575576
-1-
Ontwerp Projectplan Waterwet Bergingsgebied N401 Kockengen Inspraakperiode: 29 augustus t/m 10 oktober 2012
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
16 juli 2012
, revisie
Verantwoording
Titel
:
Ontwerp Projectplan Waterwet Bergingsgebied N401 Kockengen
Subtitel
:
Inspraakperiode: 29 augustus t/m 10 oktober 2012
Projectnummer
:
401238-556615
Referentienummer
:
Revisie
:
Datum
:
Auteur(s)
:
E-mail adres
:
Gecontroleerd door
:
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
16 juli 2012
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Ingenieursbureau De heer R. Kastelein Postbus 550 3990 GJ Houten Telefoon: (030) 634 57 00 E-mail:
[email protected]
, revisie Pagina 3 van 17
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding......................................................................................................................... 6 Ligging projectgebied.................................................................................................... 6 Uitvoeringsplan ............................................................................................................. 6 Ontwerp Projectplan en inspraak.................................................................................. 6 Nadere informatie ......................................................................................................... 6
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3
Projectbeschrijving........................................................................................................ 7 Aanleiding en doel ........................................................................................................ 7 Inleiding......................................................................................................................... 7 Groot OnderhoudsProgramma ..................................................................................... 7 Watergebiedsplan en Waterbeheerplan ....................................................................... 8 Ecologische verbindingszone Grote Heicop ................................................................. 9 Inrichting bergingsgebied.............................................................................................. 9 Inleiding......................................................................................................................... 9 Voorgenomen peilregime bergingsgebied .................................................................... 9 Natuurvriendelijke oever ............................................................................................. 10 Bereikbaarheid voor onderhoudsmaterieel................................................................. 11 Samenwerking met gebiedspartners en invulling van wensbeelden .......................... 11 Planning ...................................................................................................................... 12
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Toetsing Waterwet ...................................................................................................... 13 Inleiding....................................................................................................................... 13 Overstromingen, wateroverlast en waterschaarste .................................................... 13 Chemische en ecologische kwaliteit ........................................................................... 13 Gevolgen maatschappelijke functies watersysteem................................................... 13
4 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.5
Uitvoeringsaspecten ................................................................................................... 15 Inleiding....................................................................................................................... 15 Planologische inpassing ............................................................................................. 15 Noodzakelijke vergunningen, besluiten en toestemming derden ............................... 15 Noodzakelijke vergunningen....................................................................................... 15 Toestemming derden .................................................................................................. 16 Uitvoeringswijze .......................................................................................................... 16 Te treffen voorzieningen ............................................................................................. 16
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Rechtsbescherming .................................................................................................... 17 Inleiding....................................................................................................................... 17 Indienen zienswijze..................................................................................................... 17 Instellen van beroep.................................................................................................... 17 Voorlopige voorziening ............................................................................................... 17 Afschriften naar hoogheemraadschap........................................................................ 17
Bijlage 1:
Bronvermelding
Bijlage 2:
Topografische situatie
, revisie Pagina 4 van 17
Inleiding
Bijlage 3:
Vastgestelde bestemmingsplankaart
Bijlage 4:
Tekening 'situatie met te maken werk'
, revisie Pagina 5 van 17
1
Inleiding
1.1 Ligging projectgebied Het projectgebied ligt direct ten noorden van de bebouwde kom van Kockengen (gemeente Stichtse Vecht) en valt binnen het beheergebied van het hoogheemraadschap (afbeelding 1.1 en bijlage 2). Het projectgebied ligt ingeklemd tussen de provinciale weg N401 en de boezem Grote Heicop, en grenst aan het beheergebied van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV, namens deze: Waternet).
Afbeelding 1.1: ligging van het projectgebied binnen het beheergebied van het hoogheemraadschap
1.2 Uitvoeringsplan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is verantwoordelijk voor veilige dijken, droge voeten en schoon water. Vanuit deze verantwoordelijkheid legt het hoogheemraadschap u in dit Ontwerp Projectplan een uitvoeringsplan voor met betrekking tot de aanleg van een bergingsgebied in de polder, voor incidentele piekberging van boezemwater. Dit uitvoeringsplan komt voort uit de afsluiting van boezem Bijleveld en de Grote Heicop, en de Wateropgave Oude Rijn. Vanuit het Watergebiedsplan ‘Kamerik en Kockengen’ is bepaald dat voor de wateropgave van deze afsluiting 10-15 hectare polderwater noodzakelijk is. Het uitvoeringsplan voorziet in deze wateropgave. De ruimtelijke inrichting van het bergingsgebied geeft invulling aan (een deel van) de ecologische verbindingszone Grote Heicop. 1.3 Ontwerp Projectplan en inspraak Het bestuur van het waterschap heeft het voornemen om op grond van artikel 5.4 van de Waterwet een Projectplan vast te stellen voor uitvoeringsplan ‘bergingsgebied N401 Kockengen’. In overeenstemming met artikel 5.4 lid 2 van de Waterwet bevat dit Ontwerp Projectplan een beschrijving van het project, de wijze waarop het wordt uitgevoerd en een beschrijving van de te treffen voorzieningen. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de procedure die wordt doorlopen. Zo kunt u als belanghebbende desgewenst een zienswijze indienen, binnen de inspraakperiode (zie bekendmaking). 1.4 Nadere informatie Bronvermelding in dit Ontwerp Projectplan is opgenomen in bijlage 1. In de tekst wordt hiernaar verwezen door middel van de volgende aanduiding: [5]. Contactpersoon: de heer Kastelein, projectleider Ingenieursbureau (contactgegevens: pg. 3).
, revisie Pagina 6 van 17
2
Projectbeschrijving
2.1 Aanleiding en doel 2.1.1 Inleiding De inrichting van een bergingsgebied op de locatie in afbeelding 2.1 komt voort uit de afsluiting van boezem Bijleveld en de Grote Heicop in de kern Kockengen [1] en de Wateropgave Oude Rijn [2]. De aanleiding voor de afsluiting was het Nationaal Bestuursakkoord Water [3], waarin nieuwe werknormen zijn vastgelegd voor beperking van wateroverlast door neerslag in het gebied. Het hoogheemraadschap heeft getoetst in hoeverre het beheergebied voldoet aan deze normen, en beoordeeld dat nadere inrichtingsmaatregelen noodzakelijk zijn om de gestelde werknormen te halen. Uiterlijk in 2015 moet het oppervlaktewatersysteem ‘op orde zijn’. Vanuit het Watergebiedsplan Kamerik en Kockengen is bepaald dat voor de wateropgave 10-15 hectare nodig is. Het plan voorziet hierin. De ligging van het projectgebied is ook te zien in bijlage 2. Het project is door het hoogheemraadschap benoemd als uitvoeringsmaatregel in het kader van de volgende programma’s: • Groot OnderhoudsProgramma (GOP) regionale waterkeringen [4]; • Watergebiedsplan ‘Kamerik en Kockengen’ [5]; • Waterbeheerplan 2010-2015 ‘Water Voorop!’ [11, 12]; • Ecologische verbindingszone Grote Heicop conform Natuurgebiedsplan De Venen [6].
Afbeelding 2.1: Ligging en grootte van het projectgebied nabij kern Kockengen (bron: Google Maps 2012)
2.1.2 Groot OnderhoudsProgramma Bij een hoge waterstand in de boezems Bijleveld en de Grote Heicop was geruime tijd sprake van wateroverlast in de dorpskern van Kockengen. In samenwerking met de voormalige gemeente Breukelen en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV, namens deze:
, revisie Pagina 7 van 17
Projectbeschrijving
Waternet) zijn in 2007 een damwand en een automatische hoogwaterstuw aangebracht, die de boezem Bijleveld afscheiden van het boezemsysteem. Aan deze ingreep is een compensatieverplichting verbonden. Deze compensatieverplichting wordt hieronder toegelicht (zie kader).
Het bergingsgebied N401, waarop dit Ontwerp projectplan van toepassing is, voorziet echter in méér compensatie van het verlies aan bergingscapaciteit. Het beoogde bergingsgebied is namelijk ook bedoeld voor aanvullende waterberging, bovenop de compensatieverplichting voor Bijleveld. Dit is vastgelegd in het Watergebiedsplan Kamerik en Kockengen. 2.1.3 Watergebiedsplan en Waterbeheerplan In het Waterbeheerplan van 2009 [11] zijn diverse beleidsmaatregelen uit het Watergebiedsplan van 2007 [5] overgenomen. In het uitvoeringsprogramma van het Watergebiedsplan zijn uiteenlopende maatregelen opgenomen, opgedeeld naar de nieuwe peilgebieden. In deze peilgebieden staan diverse projecten gepland voor zowel de functie ‘natuur’ als voor die van ‘landbouw’. Er worden nieuwe (hoofd)watergangen gegraven en (opvoer)gemalen gebouwd. Na inrichting van de peilgebieden kunnen de landbouwpeilen worden verlaagd volgens het nieuwe peilbesluit. In het Watergebiedsplan is uiteengezet dat voor het oplossen van de wateropgave in het gebied Kamerik-Kockengen 10-15 hectare extra wateroppervlak nodig is. Dit Ontwerp Projectplan gaat dus over de inrichting van deze bergingslocatie. De gewenste extra bergingscapaciteit op deze locatie, bovenop de compensatieverplichting van 14.000 m3, houdt verband met de gevolgen van de klimaatverandering, zoals verwoord in ‘de wateropgave Oude Rijn’.
Afbeelding 2.2: ligging ecologische verbindingszone nr. 7 Grote Heicop over projectgebied
, revisie Pagina 8 van 17
Projectbeschrijving
2.1.4 Ecologische verbindingszone Grote Heicop Langs de boezemwatergang Grote Heicop is een ecologische verbindingszone gepland, zoals vastgelegd in het Natuurgebiedsplan De Venen. In afbeelding 2.2 is een uitsnede uit dit plan weergegeven voor de omgeving van het projectgebied. De verbindingszone is erop gericht om de uitwisselingsmogelijkheden van laagveen(moeras)soorten te vergroten en om daarmee de kans op sterke inteelt en (lokaal) uitsterven te verminderen. Om uitwisseling van laagveen(moeras)soorten mogelijk te maken, worden habitats (leefgebieden) gecreëerd waarin de laagveen(moeras)soorten uit de voeten kunnen. Het gaat om het vinden van verblijfplaatsen en rust, foerageermogelijkheden, voortplanting en geleiding naar andere habitats. Het Natuurgebiedsplan kent de volgende opgaven: • Moeras/overjarig rietland: 17 hectare; • Nat, soortenrijk grasland: 16 hectare; • Natuurbos: 6 hectare. De urgentie neemt toe door de snelle klimaatverandering, waardoor de areaalgrenzen van soorten verschuiven. De inrichting van het bergingsgebied levert een bijdrage aan het vergroten van de uitwisselingsmogelijkheden van de laagveen(moeras)soorten. Onderdeel van het project is de aanleg van een natuurvriendelijke oever (zie 2.2.3). 2.2 Inrichting bergingsgebied 2.2.1 Inleiding In bijlage 4 is de bestekstekening opgenomen van alle voorgenomen wijzigingen in het projectgebied (15 hectare). In afbeelding 2.3 is op hoofdlijnen weergegeven wat er gaat komen. De werkzaamheden betreffen in hoofdlijnen het afgraven van de nutriëntrijke bovengrond (verschralen) van de percelen tot een diepte van 20 tot 40 cm onder bestaand maaiveld en het aanleggen van een kade rondom het bergingsgebied met de vrijkomende grond. Verder wordt een aantal waterhuishoudkundige kunstwerken, een natuurvriendelijke oever en toegangspaden voor onderhoudsmaterieel aangelegd. De locatie van de kunstwerken is aangegeven op de inrichtingstekening.
Afbeelding 2.3: Wijzigingen binnen projectgebied op hoofdlijnen (bron: Google Maps 2012)
2.2.2 Voorgenomen peilregime bergingsgebied Rondom het projectgebied wordt een veenkade gelegd met grond uit het gebied. Deze kade sluit aan op de bestaande boezemkade van de Grote Heicop. Via een inlaat wordt een overloopgebied gecreëerd voor overtollig boezemwater, als compensatie voor de afsluiting van de boezem Bijleveld. Het projectgebied wordt ingericht met rietmoeras (5 hectare) en schraallanden (10 hectare inclusief de bestaande bossage): • Het rietmoeras is een ‘1e orde berging’ met een maximale peilstijging van 40 cm; • De schraallanden zijn een ‘2e orde berging’ met een maximale peilstijging van 20 cm.
, revisie Pagina 9 van 17
Projectbeschrijving
De capaciteit van het bergingsgebied die hieruit voortvloeit, wordt in onderstaand kader toegelicht.
Het projectgebied ligt in de polder Portengen. Het bestaande peilregime van deze polder is een zomerpeil van NAP -1,90 m en winterpeil NAP -2,00 m. Voor de boezem geldt het streefpeil van NAP -0,40 m. De schraallanden blijven in open verbinding staan met de rest van de polder. Het peilregime van de polder wordt binnen de schraallanden gehandhaafd in de reguliere situatie dat het gebied niet in gebruik is als tijdelijke bergingslocatie. Het rietmoeras is door middel van een stuw permanent geïsoleerd van de polder. Het plan is om de inwerkingstelling van het bergingsgebied direct te koppelen aan de automatische hoogwaterstuw in boezem Bijleveld. Het bergingsgebied zal naar verwachting 2 tot 3 keer per jaar in de periode oktober tot en met april in werking treden. 2.2.3 Natuurvriendelijke oever Bij aantasting van het leefgebied van beschermde planten- en dierensoorten kan de overheid mitigerende maatregelen eisen. Mitigerende maatregelen zorgen ervoor dat beschermde soorten ook ná aantasting van het leefgebied kunnen blijven voortbestaan. De ecologische functionaliteit blijft in dat geval behouden. De geplande natuurvriendelijke oever is een mitigerende maatregel in het kader van de aanleg van het bergingsgebied. Deze natuurvriendelijke oever is gepland in de schraallanden, parallel aan de zuidelijke kade en direct bovenstrooms van de afsluitbare duiker. Deze natuurvriendelijke oever is gericht op het verbeteren van het leefgebied van de volgende vissoorten die vallen onder de bescherming van de Flora- en Faunawet, en de bevordering van de uitwisseling van soorten (afbeelding 2.4): • Kleine modderkruiper (tabel 2 F&F-wet); • Bittervoorn (tabel 3 F&F-wet).
Afbeelding 2.4: doelsoorten van de natuurvriendelijke oever binnen het bergingsgebied
Deze natuurvriendelijke oever strekt zich uit over een lengte van circa 400 m en krijgt een breedte van 4 m boven het winterpeil NAP -2,00 m (afbeelding 2.5). Het vlakke deel van de plasberm (breed 0,5 m) ligt 20 cm onder winterpeil. De waterdiepte boven deze plasberm varieert van 20 cm bij winterpeil tot 50 cm bij de maximale peilstijging van 20 cm tijdens een zomerhalfjaar. Het bestaande maaiveld achter deze natuurvriendelijke oever tot aan de nieuwe kade wordt, in tegenstelling tot andere delen van het bergingsgebied, niet ontgraven.
, revisie Pagina 10 van 17
Projectbeschrijving
Afbeelding 2.5: principeprofiel voor geplande natuurvriendelijke oever in bergingsgebied
2.2.4 Bereikbaarheid voor onderhoudsmaterieel Het bergingsgebied is bereikbaar voor onderhoudsmaterieel vanaf de Joostendammerbrug nabij de hoogwaterstuw. Door het hele bergingsgebied komen onverharde toegangspaden op bestaand maaiveld. 2.2.5 Samenwerking met gebiedspartners en invulling van wensbeelden Bij de planvoorbereiding van het bergingsgebied is samengewerkt in een werkgroep die onder meer bestaan heeft uit de provincie Utrecht, Programmateam De Venen, de Natuurgroep Kockengen, de gemeente Stichtse Vecht, Staatsbosbeheer en het waterschap. Alle partijen hebben in meer en mindere mate een belang. Zo is Staatsbosbeheer eigenaar van de percelen. De Provincie Utrecht is verantwoordelijk voor de realisatie van de ecologische verbindingszone en de natuuropgave. Het hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor de wateropgave en dus de waterberging. Vanuit diverse wensbeelden heeft Staatsbosbeheer de natuuropgave zoveel mogelijk afgestemd op de wateropgave. Daarbij is rekening gehouden met de situatie dat het gebied met enige regelmaat onder water zal komen te staan. De gemeente en de Natuurgroep Kockengen hebben de wens ingebracht om de kade van het bergingsgebied zoveel mogelijk nabij de N401 aan te leggen. Het doel hiervan is om het ´essenbosje´ in te sluiten en te laten vernatten tot broekbos. De bedoeling is om het essenbosje af te zetten en in de hakhoutcyclus op te nemen, desgewenst door de Natuurgroep Kockengen. De ontwikkeling van vochtig schraalland wordt voorgesteld op basis van de opgave vanuit het natuurbeleid vanuit de provincie. Door hier en daar dichte dammen aan te leggen en andere te verwijderen wordt een verlengde aanvoerweg en de verdubbeling van de slootdichtheid bereikt. Hiermee wordt een verbetering van de waterkwaliteit beoogd. De beoogde inrichting van het gebied is niet aantrekkelijk voor ganzen. Er ontbreken namelijk grote oppervlakken open water en het gras wordt geleidelijk voedselarmer en daardoor minder aantrekkelijk dan reeds bestaande weiden. Ganzen houden immers van eiwitrijk gras. Wel verschijnt er wat rietland, maar dat is een klein oppervlak in vergelijking met het aangrenzende, westelijk gelegen boezem en zuidelijk gelegen polderreservaat. De verantwoordelijkheid voor eventuele ganzenoverlast en beheer ligt bij de provincie (zie Faunabeheerplan). Eventuele schade door ganzen wordt door de provincie vergoedt, als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Daarnaast kent het hoogheemraadschap een nadeelcompensatieregeling. 2.2.6 Beheersovereenkomst Het hoogheemraadschap heeft een beheerovereenkomst gesloten met Staatsbosbeheer. In deze beheerovereenkomst zijn de eisen rondom het functioneren van het bergingsgebied vastgelegd. Staatsbosbeheer zal hieraan uitvoering geven na oplevering van het bergingsgebied door het hoogheemraadschap.
, revisie Pagina 11 van 17
Projectbeschrijving
2.3 Planning Het Algemeen Bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel 5.4 van de Waterwet, om het onderhavige Ontwerp Projectplan voor de inrichting van het bergingsgebied N401 Kockengen vast te stellen en uit te voeren. Voor dit Ontwerp Projectplan is een inspraakperiode gepland, na vrijgave door het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden. De inspraakperiode staat op de omslag van dit Ontwerp projectplan en in de diverse bekendmakingen. Naast het projectplan zijn diverse vergunningen aangevraagd en reeds gehonoreerd. Hiervoor hebben de bevoegde gezagen ontwerp besluiten opgesteld. De Voortgangsrapportage 2011 [12] van het Waterbeheerplan 2010-2015 [11] bevat een conclusie ten aanzien van één van de hoofddoelen van het WBP: ‘regionale watersysteem wat betreft wateroverlast in 2015 op orde’. De conclusie is dat dit hoofddoel haalbaar is, waarbij succesvolle uitvoering is gekoppeld aan de planning van de watergebiedsplannen, zoals die voor Kamerik-Kockengen [5]. Het hoogheemraadschap besteedt daarom veel aandacht aan de planprocedures, zoals voor dit Ontwerp Projectplan. Bergingsgebied Kockengen is middels de Keurvergunning [1] voor de hoogwaterstuw onlosmakelijk verbonden met het op orde krijgen van het regionale boezemwatersysteem. Daarom zijn oplevering en ingebruikneming van het bergingsgebied voorzien uiterlijk in 2014. De werkzaamheden zijn in bestek uitgewerkt en aanbesteed. In 2013 zal worden gestart met de werkzaamheden, met inachtneming van alle wettelijke bepalingen voor onder meer flora en fauna. Realisatie in 2013/2014 een vereiste in verband met de regels voor subsidieverlening.
, revisie Pagina 12 van 17
3
Toetsing Waterwet
3.1 Inleiding Het project draagt bij aan de volgende doelstellingen van de Waterwet: • het voorkomen en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met; • bescherming/verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen; • vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Hieronder vindt u een onderbouwing van bovenstaande conclusie. 3.2 Overstromingen, wateroverlast en waterschaarste Tot de aanleg van de hoogwaterstuw in boezem Bijleveld in 2007 had de kern Kockengen regelmatig te maken met wateroverlast. Deze overlast had te maken met te hoge waterstanden in de boezem Grote Heicop en de boezem Bijleveld. Een consequentie van de afsluiting van Bijleveld is de verplichting tot watercompensatie. Het bergingsgebied voorziet in deze compensatie. Daarom wordt voldaan aan deze voorwaarde in de keurvergunning voor de hoogwaterstuw. 3.3 Chemische en ecologische kwaliteit De waterberging heeft twee belangrijke consequenties met betrekking tot de chemische en ecologische kwaliteit: • Als het bergingswater afvloeit of wegzakt, dan blijft slib achter (depositie). Verwacht kan worden dat dit slib niet helemaal schoon is. • Het kan voorkomen dat de geïnundeerde bodem over grotere diepte verdroogd is (diepe grondwaterstand). Het geborgen boezemwater kan dan eenvoudig wegzakken in deze verdroogde bodem. De kwaliteit (samenstelling) van het boezemwater is dusdanig, dat een omvangrijke infiltratie in de bodem ongunstig is voor de ecologie in de polder. Op grond van dit beginsel is een inrichtingsconcept uitgewerkt met een 1e orde berging (rietmoeras) en een overloop naar de 2e orde berging (schraallanden). Het slib blijft grotendeels achter in de 1e orde berging, waar het geen probleem vormt voor de hoogproductieve moerasvegetatie. Voorwaarde is dat het bergingsgebied als één geheel wordt beheerd. De beoogde inrichting van het gebied is niet aantrekkelijk voor ganzen. Er ontbreken namelijk grote oppervlakken open water en het gras wordt geleidelijk voedselarmer en daardoor minder aantrekkelijk dan reeds bestaande weiden. Ganzen houden immers van eiwitrijk gras. Wel verschijnt er wat rietland, maar dat is een klein oppervlak in vergelijking met het aangrenzende, westelijk gelegen boezem en zuidelijk gelegen polderreservaat. 3.4 Gevolgen maatschappelijke functies watersysteem De bestaande percelen van het projectgebied zijn momenteel nog in gebruik als cultuurland. Deze percelen zullen worden afgevlet tot net boven de bestaande slootpeilen. Hierdoor zal een (riet)moeras ontstaan. Langs de randen worden plasdraszones aangelegd. Door het graven van poelen en waterpartijen van verschillende afmetingen en met een variatie in diepte worden natuurdoeltypen nagestreefd die passen in het landelijke beeld en de bestaande natuurwaarden van de polder. Deze natuurdoeltypen worden afgestemd op de piekberging. Het projectgebied voldoet daarmee aan het belangrijkste Europese beleid met ruimtelijke consequenties:
, revisie Pagina 13 van 17
Toetsing Waterwet
• Natura 2000 met bijbehorende Vogel- en Habitatrichtlijn; • Verdrag van Malta; • Kaderrichtlijn Water. Het projectgebied behoud en versterkt de kwaliteiten van het Nationaal Landschap Groene Hart (Nota Ruimte). Specifiek gaat het om het Hollands-Utrechts veenweidengebied waar binnen het projectgebied ligt, en het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmelen dat grenst aan het projectgebied. De kernkwaliteiten van deze gebieden blijven duurzaam behouden: • Zeer open landschap; • Strokenverkaveling met waterland; • Veenweidenkarakter.
, revisie Pagina 14 van 17
4
Uitvoeringsaspecten
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk vindt u het raamwerk waar binnen het beschreven project kan worden gerealiseerd. In de eerste plaats gaat het om de planologische inpassing van het project en een overzicht van de noodzakelijke vergunningen, besluiten en toestemming van derden. In de tweede plaats wordt op hoofdlijnen beschreven hoe de uitvoering wordt geregeld en welke specifieke voorzieningen getroffen zullen worden. 4.2 Planologische inpassing Het projectgebied staat kadastraal bekend als Sectie E, nummers 247, 797, 1015 en 157. Op verzoek van het hoogheemraadschap heeft de gemeente Stichtse Vecht de procedure voor vaststelling van een projectbesluit doorlopen. In bijlage 3 is de plankaart uit het vastgestelde bestemmingsplan [7] opgenomen. In onderstaand kader vindt u een toelichting op de plankaart.
Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn eerdere zienswijzen en een bezwaarschrift in acht genomen. Op grond van artikel 3.3 uit het bestemmingsplan zal het hoogheemraadschap een aanlegvergunning aanvragen bij de gemeente. 4.3 Noodzakelijke vergunningen, besluiten en toestemming derden 4.3.1 Noodzakelijke vergunningen Voorafgaand aan start uitvoering dient het hoogheemraadschap in het bezit te zijn van onderstaande vergunningen. Aanlegvergunning Op grond van het vastgestelde bestemmingsplan ‘Waterberging Kockengen’ dient het hoogheemraadschap een aanlegvergunning aan te vragen bij de gemeente Stichtse Vecht.
, revisie Pagina 15 van 17
Uitvoeringsaspecten
Ontgrondingsvergunning Het hoogheemraadschap beschikt over een ontgrondingsvergunning van de Provincie Utrecht [9]. Conform een wijzigingsbesluit op voorschrift 14 dient het bergingsgebied voor 1 januari 2013 geheel afgewerkt te worden opgeleverd. Aangezien de uitvoering naar verwachting plaatsvindt in 2013, zal het hoogheemraadschap een wijzigingsverzoek indienen met betrekking tot de oplevertermijn. Ontheffing Flora- en faunawet Het hoogheemraadschap beschikt over een ontheffing [10] op grond van de verbodsbepalingen in artikel 11 van de Flora- en faunawet. Het gaat om het beschadigen, vernielen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de bittervoorn en de kleine modderkruiper. De Natuurtoets [8] heeft de basis gelegd voor de aanvraag van de ontheffing. Een nieuw wijzigingsverzoek voor verlenging voor het tijdvak van de ontheffing is ingediend en door het Ministerie ontvangen d.d. 18-8-2011. 4.3.2 Toestemming derden De benodigde gronden zijn vrij toegankelijk ten behoeve van de uitvoering. De ontsluiting van het terrein zal plaatsvinden vanaf de provinciale weg N401. Hiervoor is een vergunningsaanvraag bij de Provincie Utrecht noodzakelijk. Deze aanvraag zal worden verzorgd door de aannemer. 4.4 Uitvoeringswijze Het plan is uitgewerkt in een bestek (besteknummer LR.42511.53 d.d. 2-11-2011), waarvan de bestekstekening is opgenomen in bijlage 4. De nadere uitvoeringswijze en uitvoeringsmethodieken zijn vrij aan de aannemer, maar wel onder de “voorwaarden” in deel III van het bestek en conform de voorschriften uit de genoemde vergunningen. 4.5 Te treffen voorzieningen Het werk bestaat in hoofdzaak uit: • Gereedmaken van het werkterrein; • Uitvoeren van grondwerk; • Uitvoeren van kadewerken; • Opschonen en verbreden van watergangen; • Aanbrengen van stuwen en duikers. De aannemer dient voorzieningen te treffen om te borgen dat het aanwezige peilbeheer en een vrije wateraanvoer en –afvoer onbelemmerd kan plaatsvinden. Transport van materieel en materialen met een totaallast van meer dan 20 ton per voertuig binnen het werkterrein is niet toegestaan. Tevens dienen rijplaten te worden toegepast. Ter voorkoming van schade aan de natuur dient de aannemer rekening mee te houden met beperkte bewegingsruimte binnen het werkterrein. In het uitvoeringsplan zijn geen mitigerende maatregelen opgenomen ten behoeve van omwonenden. De reden hiervan is dat het hoogheemraadschap geen concrete nadelen verwacht ten gevolge van de uitvoering en het plan. De verantwoordelijkheid voor eventuele ganzenoverlast en beheer ligt bij de provincie (zie Faunabeheerplan). Eventuele schade door ganzen wordt door de provincie vergoedt, als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Daarnaast kent het hoogheemraadschap een nadeelcompensatieregeling.
, revisie Pagina 16 van 17
5
Rechtsbescherming
5.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat beschreven met welke procedure u te maken hebt nadat het Projectplan is vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het hoogheemraadschap en u hier tegen wilt ageren. Het gaat om een beroepsprocedure - en eventueel ook een voorzieningenprocedure - bij de rechtbank. 5.2 Indienen zienswijze Het projectplan dient overeenkomstig artikel 5.4 juncto 5.6 Waterwet te worden voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure overeenkomstig de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Belanghebbenden kunnen gedurende de inspraakperiode een zienswijze indienen (zie bekendmaking). Naar aanleiding van ingediende zienswijzen wordt een Inspraaknota opgesteld en het definitieve Projectplan vastgesteld. 5.3 Instellen van beroep Belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend op het Ontwerp Projectplan, kunnen tegen vaststelling van het definitieve Projectplan beroep instellen. Beroep instellen kan bij de Rechtbank Utrecht, binnen zes weken na bekendmaking van het definitieve projectplan, conform artikel 8.1 Algemene wet bestuursrecht. Een beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het projectplan waartegen het beroepschrift is gericht en de gronden van het beroep. Een beroepschrift dient in tweevoud te worden gericht aan de Rechtbank Utrecht, Sector Bestuursrecht, Postbus 13023, 3507 LA Utrecht, onder overlegging van een afschrift van het projectplan. Het beroep kan ook digitaal worden ingediend bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Voor het indienen van een beroepschrift zijn griffierechten verschuldigd van € 156,-- voor een natuurlijk persoon en € 310,-- voor een rechtspersoon. 5.4 Voorlopige voorziening Het instellen van beroep heeft geen schorsende werking op het Projectplan (dat wil zeggen dat het projectplan nog steeds direct in werking treedt). Als beroep is ingesteld, dan kan daarnaast ook een voorlopige voorziening worden gevraagd als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de uitspraak op het beroepschrift kan worden gewacht (onverwijlde spoed gelet op de betrokken belangen). Het verzoek om schorsing moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht, op het bovengenoemde adres. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld. Voor de behandeling van het beroep en/of het verzoek tot voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. 5.5 Afschriften naar hoogheemraadschap Wij verzoeken u vriendelijk een afschrift van het beroep en/of het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te zenden aan het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, postbus 550, 3990 GJ Houten.
, revisie Pagina 17 van 17
Bijlage 1
Bronvermelding
, revisie
Bijlage 1 : Bronvermelding
[1]
Waternet, keurvergunning ‘bouw hoogwaterstuw’, 2005
[2]
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, rapport ‘Nadere uitwerking wateropgave Oude Rijn - uitwerking maalstop’, mei 2007
[3]
Nationaal Bestuursakkoord Water, 2003
[4]
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Groot OnderhoudsProgramma keringen
[5]
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, hoofdrapport ‘Watergebiedsplan Kamerik-Kockengen’, d.d. 12-12-2007
[6]
Provincie Utrecht (DLG), Natuurgebiedsplan De Venen – kaart 1, d.d. 6-11-2001
[7]
Gemeente Stichtse Vecht, rapport ‘Ruimtelijke onderbouwing waterberging Kockengen’, vastgesteld 7-9-2009
[8]
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, eindrapport ‘Natuurtoets hoogwaterstuw en retentiegebied Kockengen’, 13-6-2006
[9]
Provincie Utrecht, Besluit Ontgrondingsvergunning nr. 1580 d.d. 11-8-2011
[10]
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Wijzigingsbesluit op Ontheffing FF/75C/2009/0360 d.d. 18-11-2009
[11]
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Waterbeheerplan 2010-2015 ‘Water Voorop!’, vastgesteld 28 oktober 2009.
[12]
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Voortgangsrapportage 2011 waterbeheerplan ‘Water Voorop’!, voorjaar 2012
, revisie
Bijlage 2
Topografische situatie
Bergingsgebied N401 Kockengen – topografische situatie Tekeningnummer 315086-401 revisie definitief-2 d.d. 2-11-2011 Grontmij Nederland bv
, revisie
Bijlage 3
Vastgestelde bestemmingsplankaart
, revisie
Bijlage 3 : Vastgestelde bestemmingsplankaart
, revisie
Bijlage 4
Tekening 'situatie met te maken werk'
Los bijgevoegd: Bergingsgebied N401 Kockengen – situatie met te maken werk (plan B) Tekeningnummer 315086-402 definitief 2 d.d. 2-11-2011 Grontmij Nederland bv
, revisie