Projectplan Waterwet op hoofdlijnen

Projectplan Waterwet op hoofdlijnen "Everlose Beek Omleiding' in de gemeente Venlo

Waterschap Peel en Maasvallei februari 2014 Concept

Projectplan Waterwet op hoofdlijnen "Everlose Beek Omleiding' in de gemeente Venlo

dossier : BC6425-101-100 registratienummer : IS-MA20140151 versie : 1 classificatie : Klant vertrouwelijk

Waterschap Peel en Maasvallei februari 2014 Concept HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

©

HaskoningDHV Nederland B.V.

INHOUD

BLAD

INLEIDING

2

1

LIGGING VAN HET PLANGEBIED EN BESCHRIJVING VAN DE HUIDIGE SITUATIE

3

2

BESCHRIJVING EN MAATVOERING VAN DE WATERSTAATSWERKEN

5

3

WIJZE VAN UITVOERING PLUS AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN

9

4

LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD

12

5

SAMENWERKING

12

6

WETTEN, REGELS EN BELEID

13

7

ONDERZOEK EN RAPPORTAGES

13

8

FINANCIËLE HAALBAARHEID

13

9

PLANOLOGISCHE INPASSING

14

10

VERGUNBAARHEID

14

11

BESCHIKBAARHEID BENODIGDE GROND

14

12

ONDERZOEK, MITIGATIE EN COMPENSATIE VAN NADELIGE GEVOLGEN

15

13

RECHTSBESCHERMING

15

14

COLOFON

17

Waterschap Peel en Maasvallei/Projectplan Waterwet op hoofdlijnen IS-MA20140151 Klant vertrouwelijk

20 februari 2014, versie 1 -1-


INLEIDING Waterschap Peel en Maasvallei is zelf voornemens, gelet op artikel 5.4 van de Waterwet, het projectplan ‘Everlose Beek Omleiding’ in de gemeente Venlo vast te stellen ten einde aansluitend tot nadere uitvoering van het bepaalde in dit concept projectplan op hoofdlijnen over te kunnen gaan. In eerste instantie zal het gaan om de onteigeningsprocedure in maart 2014 in gang te kunnen zetten. Zodoende wordt beoogd in september 2015 met deze procedure klaar te zijn, waarna in het vierde kwartaal van 2015 de uitvoering volgt. Aanleiding voor het projectplan is de beoogde aanleg van een omleiding van de Everlose Beek waar dit gewenst is. Onderstaand wordt het plan nader in detail beschreven. Dit concept projectplan op hoofdlijnen – opgesteld door Royal HaskoningDHV - levert primair een bijdrage aan de doelstellingen uit de Waterwet. Deze doelstellingen zijn vertaald in waterbeleid en waterregelgeving. Verder houdt het projectplan rekening met omgevingsbeleid en –regelgeving. Een project als dit heeft immers effect op hoe de omgeving eruit ziet en hoe deze door mensen ervaren wordt. Er zal bijvoorbeeld rekening worden gehouden met (eventueel) aanwezige archeologische, cultuurhistorische, natuur- en landschappelijke waarden. Daarnaast zijn ook de aandachtspunten en wensen van de bewoners uit Boekend belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden. Omdat het project zich nog in de voorlopige ontwerpfase bevindt, zijn nog geen specifieke fysieke onderzoeken uitgevoerd zoals onder andere verkennend (water)bodemonderzoek, archeologisch (bureau)onderzoek, flora & fauna-onderzoek, (voor)onderzoek naar niet gesprongen explosieven etc. Uit uitgevoerde quickscans op betreffende onderdelen is bijvoorbeeld gebleken dat binnen het projectgebied mogelijk archeologie en/of niet gesprongen explosieven een rol gaan spelen, in die zin dat daardoor aanvullend onderzoek dan wel opgraving nodig kan zijn. Nochtans is het verantwoord het tracé zo te projecteren zoals opgenomen in onderhavig plan. De specifieke fysieke onderzoeken kunnen feitelijk nu worden opgestart: eventueel daaruit voortvloeiende knelpunten kunnen ook nog gebruikt worden bij de nadere vaststelling van een meer concreet (definitief) ontwerp.




DEEL I: DE AANLEG EN WIJZIGING VAN WATERSTAATSWERKEN 1

LIGGING VAN HET PLANGEBIED EN BESCHRIJVING VAN DE HUIDIGE SITUATIE Algemeen Deze inleiding betreft een samenvatting van de beschrijving ‘Nieuwe ontwikkeling: de Omleiding van de Everlose Beek’, zoals die als paragraaf 4.3 is opgenomen in de toelichting van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Venlo (BRO, 2011), aangevuld met eigen inzichten/kennis. Het Koelbroek is een belangrijk nat natuurgebied in een oude Maasmeander ten westen van Boekend in de gemeente Venlo. De huidige loop van de Everlose beek is ten tijde van de ruilverkavelingen in de tweede helft van de vorige eeuw midden door de oude Maasmeander van het Koelbroek getrokken. Zoals in veel natte natuurgebieden, was er in de jaren ’80 sprake van ernstige verdroging van deze natte natuur. Daarnaast is er in het gebied - door overstroming met gebiedsvreemde en eutrofiërende stoffen vanuit de landbouw belast oppervlaktewater – de afgelopen decennia danig afbreuk gedaan aan de natuurwaarden in het moerasgebied. Monitoring door Staatsbosbeheer heeft dit ook bevestigd. Sinds eind jaren ’80 is het volgens het Provinciaal beleid een gebied waar verdroging met prioriteit moet worden bestreden. Uit onderzoek uitgevoerd begin jaren negentig van de vorige eeuw, naar de verdrogings- en eutrofiëringsproblematiek, bleek dat er voor het herstel en uitbouw van de natuurwaarden van Maasmeanders (waaronder Koelbroek met haar specifieke ecologische functie) voor de korte, middellange en lange termijn een aantal maatregelen genomen moesten worden. Van het Waterschap werd verwacht dat zij op korte termijn een aantal maatregelen betreffende het waterstaatkundig beheer doorvoerde. Voor de Maasmeander Koelbroek betrof dit de navolgende maatregelen: • Verleggen van de benedenloop van de Everlose beek om het natuurgebied heen; • Aanbrengen van een verdeelwerk in de Everlose beek bovenstrooms van het Natuurgebied (is inmiddels gerealiseerd); • Verplaatsen van het meetstation in de Everlose beek naar de duiker van de spoorlijn (VenloEindhoven); • Aanbrengen van een regelbare stuw met een brede overlaat aan de benedenstroomse zijde van het natuurgebied.




De maatregelen beschreven onder de laatste 2 bullits zijn inmiddels ook geïntegreerd gerealiseerd. Zie hieronder een foto van genoemde stuw.

Maasmeander Koelbroek. Ten aanzien van de Maasmeander Koelbroek werd in het onderzoek geadviseerd om de watergang Everlose beek, welke thans door de Maasmeander Koelbroek stroomt, in verband met de slechte waterkwaliteit om het natuurgebied heen te leiden. Het water van de Everlose beek is erg voedselrijk doordat in het stroomgebied sprake is van een intensief landbouwkundig bodemgebruik. De instroom van voedselrijk water in het Koelbroek, wat vooral bij hogere afvoeren optreedt, heeft ongewenste effecten op de kwaliteit van het natuurgebied, zodat het wenselijk werd geacht om de Everlose beek om het natuurgebied heen te leiden. Verder bestonden er onvoldoende mogelijkheden voor een beter toegesneden peilbeheer. Om het project te kunnen realiseren was het noodzakelijk om grond te verwerven. Bij vier van de zeven grondeigenaren bestond er destijds in principe bereidheid om de benodigde grond tegen de getaxeerde waarde te verkopen. Gelet op het belang van de verdrogingsbestrijding voor dit natuurgebied is onderzocht of het mogelijk is om, ondanks de opgetreden vertraging bij de grondverwerving, maatregelen te nemen welke de verdroging van het natuurgebied zoveel mogelijk kunnen tegengaan. Na overleg met de betrokken onderzoeksinstellingen en de eigenaar van het natuurgebied, te weten Staatsbosbeheer, werd voorgesteld om te kiezen voor een geringe aanpassing en een gefaseerde uitvoering van de noodzakelijke maatregelen.




Uitvoering opsplitsen in fasen Fase 1. Als fase 1 werd ervoor gekozen om de bestaande vaste schotbalkstuw te vervangen door een automatische stuw, zodat er voor het natuurgebied een permanent hoog normaal-peil kan worden ingesteld, waardoor de waterconservering positief kon worden beïnvloed. Voor de bestrijding van de eutrofiëring in een deel van het natuurgebied werden over een beperkte lengte (ongeveer 500 meter) langs en ter weerszijden van de Everlose beek provisorische, dus als tijdelijk beschouwde kaden aangelegd, zodat het beekwater bij hogere afvoeren niet dit deel van het natuurgebied kan instromen. Voor de uitvoering van deze werken was het niet noodzakelijk om gronden te verwerven. Deze werken werden in 1997 uitgevoerd. Fase 2. Na doorvoering van de wijziging van het bestemmingsplan en het doorlopen van de procedure tot onteigening van de voor de verlegging van de beek benodigde gronden, kan de beekverlegging in principe worden uitgevoerd. Ook kunnen dan de voor de verdeling van het water vereiste kunstwerken worden gebouwd. Omleiding nog steeds dringend noodzakelijk Na de realisatie van de tijdelijke voorzieningen in 1997 bleek al snel dat ook dit geen blijvende oplossing kon zijn. De kaden functioneerden weliswaar goed voor het vasthouden van kwelwater in het natuurgebied, maar als gevolg daarvan ontstond er een permanent gestuwde situatie, zonder winterzomer-regime. Dit leidde tot sterfte van het boombestand in het broekbos en als gevolg van interne eutrofiering tot sterke kroosvorming van het oppervlaktewater en tot sterfte onder de kenmerkende en deels zeldzame natuurwaarden. Ook nu moest er weer een noodgreep worden toegepast. Door het in de kade aanbrengen van enkele klepduikers kon door de beheerder een winter-zomer-regime kunstmatig worden gefingeerd. Tot op heden was een systeemherstel met een bijbehorend natuurlijk waterregime verder niet mogelijk. Zolang een goede waterkwaliteit in het gebied niet gegarandeerd kon worden had het weinig zin om verdere (interne) verbeteringen aan te brengen, zoals het opschonen van het kwelmoeras bovenstrooms van de Geliskensdijkweg. Omleiden van de beek was en is daarvoor de enige optie die echt tot effectief systeemherstel van een bovenloopsysteem kan leiden.

2

BESCHRIJVING EN MAATVOERING VAN DE WATERSTAATSWERKEN Tracékeuze Zoals al eerder is vermeld werd in het onderzoek van Oranjewoud geadviseerd om het natuurgebied Koelbroek door middel van een omleiding te ontlasten van het vervuilde water van de Everlose beek. Dit omdat het vervuilde water (eigen water van de Everlose beek, aanvoerwater afkomstig vanuit de Maas en overstortwater van de bovenstrooms gelegen kernen en Boekend) een sterk negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van de natuurwaarden in dit gebied. Aan deze situatie is ook naar de mening van Staatsbosbeheer en de onderzoeksinstituten nog steeds niets veranderd, zodat er ook van die zijden sterk werd gepleit voor het omleiden van de Everlose beek om het natuurgebied heen. De eigenaar van het natuurgebied wilde van dit gebied weer een oorsprongsgebied maken (niet belast met oppervlaktewater afkomstig uit een ander gebied) zoals dit in het verleden voor de verlegging van de Everlose beek naar de oude Maasmeander het geval is geweest. Waterschap Peel en Maasvallei/Projectplan Waterwet op hoofdlijnen IS-MA20140151 Klant vertrouwelijk



Afbeelding 1. Militair topografische kaart, opname 1842 Als mogelijk tracé voor de omlegging werd in 1992 direct gekeken naar het tracé van de Onvoltooide Noordervaart, dat voor een belangrijk deel in eigendom was bij het Staatsbosbeheer, (het betrof circa 700 meter van de in totaal benodigde lengte van circa 1700 meter). De hierop aansluitende delen ten noordoosten van de Onvoltooide Noordervaart gelegen zijn in eigendom bij particulieren (circa 350 meter in eigendom bij de eigenaren die niet willen verkopen en circa 650 meter in eigendom bij eigenaren die wel willen verkopen). Meer bovenstrooms van Het Koelbroek ligt de Everlose beek vanaf Beringe tot Maasbree eveneens in het tracé van de Onvoltooide Noordervaart, zodat het in de rede ligt om het verdere vervolg van de te verleggen watergang eveneens in het tracé van de Onvoltooide Noordervaart te leggen. De lijn van de Onvoltooide Noordervaart (geschiedkundige waarde) blijft daarmee gehandhaafd. Door het aanleggen van een watergang in het tracé van de Onvoltooide Noordervaart wordt het voortbestaan van het tracé van de Onvoltooide Noordervaart zelfs meer gegarandeerd, dan wanneer het tracé in particuliere handen blijft en er allerlei ontwikkelingen op ruimtelijke invulling kunnen optreden. Bij de aanleg kan het tracé stroomafwaarts van het beboste deel landschappelijk herkenbaar worden gemaakt. Ook kan een tracé met een beek meer als onvoltooid kanaal worden beleefd dan een tracé zonder beek. De voorgestelde omleiding zal dus leiden tot beter behoud en betere beleefbaarheid van de Onvoltooide Noordervaart. Tenslotte kan worden aangegeven dat de gemeente Venlo op 7 mei 2001 heeft besloten om het Waterschap op grond van de Monumentenwet vergunning te verlenen voor het verleggen van de Everlose beek in het monument van de Onvoltooide Noordervaart. De Monumentenvergunning is bekend onder nummer: MA00/018A. Tracé ontwerp. In relatie tot de uitwerking van het plan zijn mede namens de omwonenden uit Boekend via de werkgroep Boekender Belang enkele zorg-/aandachtspunten ingebracht, waarmee zo veel mogelijk rekening mee dient te worden gehouden, zijnde met name: • Aandacht voor wateroverlast in kelders en voor uittredend water volgens model Baarlo; • Aandacht voor grondwaterpeil en kelders bij 30% Maatgevende afvoer (MA); • Aandacht voor het riooloverstort Geliskensdijkweg; • Verdrinkingsgevaar kinderen en volwassenen plus recreanten. Bij de uitwerking van het plan voor de omleiding van de Everlose beek zijn de afmetingen van het nieuwe profiel vastgesteld. Dit is mede gebaseerd op hydrologische modelberekeningen (IBRAHYM), welke door het Waterschap zijn aangeleverd. Hierbij is bepaald, dat voor het nieuwe beekprofiel een bovenbreedte van circa 14,00 m beschikbaar moet zijn.




In het voorlopige ontwerp is de 30% MA waterlijn gebaseerd op 1.80 meter beneden vloerpeil van een paar aanliggend woningen. Van deze woningen wordt aangenomen wordt dat die een kelder hebben (kortom circa 30 dagen per jaar is de zomerafvoer onder of nabij de vloer van een kelder gelegen). Bij de verdere uitwerking van het ontwerp zal dit nader moeten worden bekeken (welke kelders en hoogte(n) keldervloer plus vervolgens het (nieuwe) lengteprofiel daarop verfijnen). Circa 65 dagen per jaar is het afvoerpeil hoger (duur is afhankelijk van buien: 2 uur, soms een etmaal): hieraan gekoppeld moet tevens nader onderzoek worden uitgevoerd (bv. nagaan of de stromingsweerstand (kD waarde) hoog genoeg is of daarmee een kelderwand op afstand van ca. 50 meter vochtiger kan worden?). Ter illustratie is op afbeelding 2 hieronder het voorlopige ontwerp van het nieuwe tracé in de Onvoltooide Noordervaart en de dwarsprofielen van de nieuw te graven watergang aangegeven. De situatietekening met principe profielen is opgenomen als losse bijlage. Uit een van de zijde van het Waterschap uitgevoerde toetsing is gebleken dat het voorlopige ontwerp van de nieuw aan te leggen watergang voldoet aan de uitgangspunten voor Nieuw Limburgs Peil. Het voorliggende ontwerp, gedimensioneerd op de minimaal gewenste drooglegging in Boekend (30% MA waterlijn), resulteert in een ontwerp dat veelal net past binnen de beschikbare ruimte van het bestemmingsplan. Verdere landschappelijke inpassing met bijvoorbeeld een licht slingerend bedding en wallen ter weerszijde zoals aanwezig op traject 1 zijn hier niet bij inbegrepen. Bij de verdere uitwerking zal met hulp van het hydrologisch model nog een verdere verfijning worden uitgevoerd. Hierdoor worden voor de nieuw te graven beek de actuele inzichten op het gebied van de waterhuishouding, ecologie en hydrologie toegepast. Daarnaast zal overleg over dit concept projectplan met het Boekender Belang plaatsvinden ten einde een verder detailniveau te kunnen bereiken. Hiermee kan voor de verlegging in het landbouwgebied, indien er fysiek ruimte voor beschikbaar komt, een inrichting worden gekozen welke aansluit bij de huidige inrichting van het tracé van de Onvoltooide Noordervaart zoals aanwezig in het gebied van Staatsbosbeheer. Dat wil zeggen compleet met aarden wallen en begeleidende beplanting. Deze beplanting is afhankelijk van de vrijwillige verkoop van gronden.




Afbeelding 2 Kadastrale tekening omleiding Everlose Beek




3

WIJZE VAN UITVOERING PLUS AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN Algemeen Middels een bestek wordt de resultaatsverplichting voor de uitvoerende partij vastgelegd. Naast wat er aangelegd wordt zal hierin ook sturing worden gegeven aan de wijze waarop de uitvoering verloopt. Hierbij moet gedacht worden aan uitvoeringsperioden, aan- en afvoerroutes, werktijden, stopmomenten en andere activiteiten rondom het plangebied. Specifiek Onderstaand is een beknopte beschrijving gegeven van de beoogde ingreep. Ter verduidelijking is het plangebied opgeknipt in verschillende deeltrajecten, welke eveneens zijn weergegeven op de situatietekening. •

Deeltraject 1 Van 0 tot 780 m, nieuwe bodempeil aflopend van circa 19,5 tot 18,1 m+NAP. Ter plaatse van het tracé van de Onvoltooide Noordervaart

De loop van de Everlose Beek zal vanaf de bestaande “knik” richting het Koelbroek over deeltraject 1 verlegd worden binnen het rechtlijnige trace van de Onvoltooide Noordervaart. Het lager gelegen deel van dit tracé is nu nog wisselend begroeid met lichte boomopslag. De grondwallen ter weerszijden van het tracé zijn begroeid met zwaardere boomopslag. Na het vrijmaken van de lichte boomopslag zal in het terrein tussen de beide grondwallen het tracédeel worden uitgegraven tot circa 1,0 à 1,5 m minus huidige peil. Aan de westzijde zal een eigendomsstrook in acht worden genomen, aan de oostzijde is voorzien in een onderhoudspad. De beide, met bos begroeide grondwallen blijven onaangetast. Ter plaatse van de oversteek Sitterkampsweg-Nieuwe Kamperweg (zie foto 1) zal een voldoende grote betonnen wegduiker met in- en uitstroomvoorziening worden aangebracht zodat oversteek en waterdoorvoer worden gewaarborgd.

Foto 1 (bron: google maps) Voor een impressie wordt verwezen naar principeprofiel A zoals opgenomen op de situatietekening. •

Deeltraject 2




Van 780 m tot 1.360 m, nieuwe bodempeil aflopend van circa 18,1 tot 17,8 m+NAP. Vanaf noordelijk einde Onvoltooide Noordervaart tot aan beoogde beekbocht bij de A73 (doorsnijding Kleine Buelterhofweg) Uit de Onvoltooide Noordervaart komend zal de loop van de Everlose Beek eveneens rechtlijnig - zij het langzaam dieper insnijdend - worden uitgegraven in de huidige weidse akker-/graslanden, zie foto 2. Verwijderen van noemenswaardige hoeveelheid begroeiing is niet aan de orde.

Foto 2. (bron: google maps)

Ter plaatse van de oversteek Geliskensdijkweg zal een voldoende groot gedimensioneerde wegduiker met in- en uitstroomvoorziening worden gerealiseerd, voorzien van een faunapassage (zie ook principeprofiel B op de situatietekening). In het kader van de veiligheid voor omwonenden en verkeer zal ter plaatse weggeleiding worden gerealiseerd. Tevens zullen wegduikers met in- en uitstroomvoorziening worden aangebracht t.p.v. de doorsteek onverharde veldweg bocht uiteinde Sitterskampweg (1.150 m) en t.p.v. de Kleine Buelterhofweg(1.360 m). Ook in dit deeltraject zal aan de westzijde een eigendomspad en aan de oostzijde het onderhoudspad worden aangelegd. Voor een sfeerimpressie wordt verwezen naar principeprofielen B en C en onderstaande foto 3.

Foto 3 simulatie


20 februari 2014, versie 1 - 10 -


•

Deeltraject 3 Van 1.360 m tot 2.160 m, nieuwe bodempeil aflopend van circa 17,8 tot 17,3 m +NAP. Vanaf beekbocht RW73 tot aan onderdoorgang Eindhovenseweg

Vanaf de oversteek Kleine Buelterhofweg wordt het nieuwe beektracé in een vergelijkbaar profiel aangelegd als hiervoor beschreven, waarbij deze ten westen van de A73 via een haakse bocht richting het noorden kijkend aan de onderkant van het A73 talud komt te liggen in akker-/graslandschap. Vanaf het punt waar de huidige Everlose Beek stroomt en gestuwd wordt (1.800 m) zal de aansluiting op het nieuwe tracé worden gemaakt en zal het beektracé vervolgens meanderend worden aangelegd (om het daarop volgende hoogteverschil verantwoord te kunnen overbruggen). Aangesloten wordt op beekonderdoorgang Eindhovenseweg. Op enkele plaatsen zullen langs het trace ter oeverbescherming stapelstenen worden aangebracht (o.a. bij de beekbocht A73 en langs de steile A73 taluds). Tevens zal een kade worden aangebracht langs de beekloop ter hoogte van het moerassige deel van Koelbroek (aan westzijde nieuwe tracé). Zodoende kan worden voorkomen dat ontwatering plaatsvindt van het moeras of dat er bij hoge afvoeren instroom van beekwater in het moerasgebied plaatsvindt. Deze kade dient tevens als onderhoudspad en als vervanging van het bestaande wandelpad. Ter hoogte van 1.470 m zal een vlonder worden aangebracht in verband met de aan de oostzijde van het nieuwe tracé aanwezig zijnde dassenburcht. Zo wordt de toegang tot het foerageergebied ten westen van de nieuw aan te leggen beek voor de das gegarandeerd. De bestaande bomen langs het wandelpad (ter hoogte van 1.450-1.600 m) blijven gehandhaafd. Bij het begin van het meanderend tracédeel, kruist het onderhoudspad/wandelpad de bestaande beek die voortaan alleen nog maar dienst doet als afvoer van het natuurgebied. Op deze plaats wordt daar een duiker aangebracht. De uitstroom watert af op de nieuwe beek. De bestaande stuw blijft gehandhaafd. De rest van de huidige bedding (grofweg vanaf 1.850 m tot 2.150) komt te vervallen en zal worden gedempt. Het naastgelegen huidige onderhoudspad zal in de nieuwe omgeving worden ingepast, evenals de oude op- en afrit. Tevens zal een aan de westzijde van de oprit A73 gelegen laagte opnieuw worden ingepast in de nieuwe omgeving, evenals de daarin gelegen kleine plas (ter hoogte van 1.900 m). De samenloop met de Kraaielsebeek ter hoogte van het einde van de Heideweg (bij 2.150 m) zal worden aangepast, onder andere middels aanpassen duiker en herprofilering. Binnen dit deeltraject komt het onderhoudspad aan de westzijde te liggen, het eigendomspad aan de oostzijde. •

Deeltraject 4 Bestaande Everlose Beek ten westen van hiervoor beschreven trace.

Het bestaande om te leggen beektraject zal grotendeels intact blijven maar wordt binnen het Koelbroek niet langer onderhouden en mag geleidelijk dichtgroeien. Bij de bestaande “knik” richting het Koelbroek (bij 0 m) zal een vaste overlaat worden gerealiseerd om de afvoer bij zeer hoge beekafvoeren of een eventuele verstopping op het nieuwe tracé bijv. bij de Geliskensdijkweg te kunnen ondervangen. De bestaande bedding vanaf de bestaande stuw tot aan het Koelbroek wordt over een lengte van circa 100 m wel opgevuld, zodat de bedding onder normale omstandigheden droog komt te liggen. De riooloverstort ter hoogte van de doorsnijding van de Geliskensdijkweg wordt gesaneerd.




4

LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD Naar aanleiding van dit projectplan dient de Legger der Wateren van het waterschap te worden aangepast. De legger bestaat uit kaarten en teksten. In de legger vindt de juridische vastlegging plaats van zaken als de ligging, vorm, afmeting en constructie van wateren en waterkeringen. Ook worden daarin de zogeheten kunstwerken vermeld zoals bruggen, stuwen en duikers. De legger is bepalend voor de verplichtingen over en weer tussen het waterschap en burgers op het gebied van de instandhouding van de waterstaatswerken. Voor alle waterstaatswerken gelden regels voor diverse activiteiten. Deze regels zijn vastgelegd in de Keur van het waterschap. Op grond van de Keur mogen door derden geen activiteiten aan of bij waterstaatswerken worden uitgevoerd zonder vergunning van het waterschap (watervergunning). Ook kunnen in de legger onderhoudsverplichtingen worden geregeld. Voor de leggerwijziging zal separaat aan dit projectplan een besluit worden genomen

5

SAMENWERKING Binnen het project vindt door Waterschap Peel en Maasvallei overleg en samenwerking plaats met Rijkswaterstaat, Gemeente Venlo, Boekender Belang, Staatsbosbeheer, ARK, Development Company Greenport Venlo (DCGV) en omwonenden.




DEEL II: VERANTWOORDING 6

WETTEN, REGELS EN BELEID De voorgenomen ingreep geeft in algemene zin invulling aan de volgende beleidsplannen/-opgaven: • Waterbeheerplan 2010-2015; • Provinciaal waterplan 2010-2015; • Kaderrichtlijn Water; • Nationaal Bestuursakkoord Water; • Waterbeheer 21e eeuw. Tevens dient de ingreep binnen de geldende kaders i.r.t. omgevingsbeleid en –regelgeving te passen (o.a. structuurvisie(s) en bestemmingsplan(nen)), binnen de Flora- en faunawet en de Monumentenwet.

7

ONDERZOEK EN RAPPORTAGES Omdat het project zich nog in de voorlopige ontwerpfase bevindt, zijn nog geen specifieke fysieke onderzoeken uitgevoerd zoals verkennend (water)bodemonderzoek, archeologisch (bureau)onderzoek, flora & fauna-onderzoek, (voor)onderzoek naar niet gesprongen explosieven etc. Uit de uitgevoerde quickscans op betreffende onderdelen is bijvoorbeeld gebleken dat: • de verwachte bodemkwaliteit vermoedelijk relatief schoon zal zijn; • binnen het projectgebied mogelijk archeologie en/of niet gesprongen explosieven een rol gaan spelen, in die zin dat daardoor aanvullend onderzoek dan wel opgraving nodig kan zijn. Naast genoemde onderzoeken zijn nog enkele onderzoeken-inventarisaties mogelijk van toepassing ten behoeve van de planvorming cq. uitvoering, te weten: • • • • • • • •

terrein(in)meting; inventariseren kelders woningen cq. monitoren grondwaterstanden in omgeving; nadere beschouwing flora en fauna (o.a. de das als aandachtspunt); bomen inventarisatie (in relatie tot eventuele kap); asbestinventarisatie in relatie tot te verwijderen kunstwerken en/of beschoeiing; te zijner tijd melding i.h.k.v. het Besluit bodemkwaliteit t.b.v. toepassing uitgegraven overtollige grond als afdekgrond ter plaatse van stortlocatie in omgeving plangebied; geotechnische sonderingen plus –advies t.b.v. aan te brengen duikers, stapelsteenmuren, etc.; eventuele hydrologische (her)berekening.

De specifieke fysieke onderzoeken kunnen feitelijk nu veelal al worden opgestart: eventueel daaruit voortvloeiende knelpunten kunnen ook nog gebruikt worden bij de nadere vaststelling van een meer concreet (definitief) ontwerp.

8

FINANCIËLE HAALBAARHEID Als losse bijlage is bij dit concept projectplan op hoofdlijnen een globale kostenraming o.b.v. het huidige voorlopige ontwerp gevoegd, gebaseerd op ervaringen door opdrachtgever en Royal HaskoningDHV.




Onderstaand is een samenvattend financieel overzicht weergegeven.

Afhankelijk van een meer concreet ontwerp zal de raming verder kunnen worden verfijnd en zal een kostenmarge eventueel daarin verder beperkt kunnen worden.

9

PLANOLOGISCHE INPASSING Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Venlo is planologisch reeds rekening gehouden met invulling van het nieuwe beektracé door de Onvoltooide Noordervaart. Onderhavig tracé is exact gelegen binnen deze grens.

10

VERGUNBAARHEID In een in januari 2014 opgestelde notitie (referentie BC6425-101-100/IS-MA20140094/904848/Amst) is middels een quick scan reeds ingegaan op de mogelijke vergunningen die in het kader van dit project relevant (kunnen) zijn. Bij de verdere uitwerking cq. concretisering binnen dit project zal hierop verder worden ingegaan, waarbij tijdige aanvraag van benodigde vergunningen een belangrijk aandachtspunt is. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is voor de uitvoering van de geplande werken in ieder geval een omgevingsvergunning vereist. Bij de gemeente(n) op wiens grondgebied een nieuw beektracé, een brug/duiker, etc. wordt aangelegd zal daarom een aanvraag voor een omgevingsvergunning moeten worden ingediend. Overige vergunningen en besluiten welke verder onder andere van belang kunnen zijn: • Omgevingsvergunning, onderdelen; kapvergunning, bouwvergunning en aanlegvergunning • Ontheffing Provinciale Milieuverordening • Natuurbeschermingswet vergunning • Flora en Fauna ontheffing De door instanties te verlenen vergunningen zijn allen onderhevig aan een vergunningprocedure waarbij derden een zienswijze kunnen indienen. Naar verwachting leveren de vereiste vergunningen geen problemen op.

11

BESCHIKBAARHEID BENODIGDE GROND De grondverwerving stagneert momenteel, met name binnen het deeltraject van de Onvoltooide Noordervaart. De resultaten van het ecohydrologisch onderzoek zullen worden gepresenteerd en besproken met de Boekendenaren ten einde te kunnen verduidelijken waarom het tracé via de Waterschap Peel en Maasvallei/Projectplan Waterwet op hoofdlijnen IS-MA20140151 Klant vertrouwelijk



Onvoltooide Noordervaart in de afweging de juiste is. De grondverwerving bereid zich parallel daaraan momenteel voor op een onteigeningsprocedure i.v.m. de consequenties op de planning. Dit projectplan wordt mede aan het Dagelijks Bestuur voorgelegd om de goedkeuring te kunnen vernemen in het opstarten van een onteigeningsprocedure. Uiteraard zal daarnaast eerst de vrijwillige verkoop van gronden getoetst zijn.

12

ONDERZOEK, MITIGATIE EN COMPENSATIE VAN NADELIGE GEVOLGEN Op de volgende onderdelen wordt monitoring opgenomen in het plan of is dit inmiddels in gang gezet: Hydrologische monitoring in Boekend met het oog op het voorkomen van wateroverlast in kelders (nulmetingen al gestart) en in dat verband ook de inmeting (diepteligging) van kelders ter hoogte van het tracé van de nieuwe beekloop in Boekend; Onderzoek naar de saneringsmogelijkheden van de riooloverstort (Geliskensdijkweg) naar Koelbroek om nutriëntenbelasting verder terug te dringen; Na realisatie van de nieuwe beekloop, monitoring van de effectiviteit van de voorzieningen, bedoeld om de bereikbaarheid van dassenfoerageergebied ten westen van de nieuwe beek in stand te houden (dassenburcht talud A73); Ruimtebeslag van de nieuwe bedding langs Koelbroek (EHS) nader in kaart brengen. Dit brengt mogelijk een geringe compensatieverplichting met zich mee. Deze kan naar verwachting binnen het project worden gecompenseerd.

13

RECHTSBESCHERMING Als voorbereidingsprocedure vanuit de Algemene wet bestuursrecht (Awb, afdeling 3.4) wordt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure gevolgd. Eerst wordt er een ontwerpbesluit genomen. Na definitieve vaststelling kan degene wiens belang rechtstreeks bij het projectplan is betrokken tegen dit projectplan beroep instellen conform artikel 8.1 Awb. Hij dient daartoe binnen zes weken na bekendmaking van het projectplan beroep in te stellen bij de rechtbank. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het projectplan waartegen het beroepschrift is gericht en de gronden van beroep. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen over het ontwerp van dit projectplan naar voren heeft gebracht. Aangezien het instellen van beroep geen schorsende werking heeft (dat wil zeggen dat het projectplan direct in werking treedt), kan een verzoek om voorlopige voorziening (schorsing) worden ingesteld indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld. Voor de behandeling van het beroep en/of het verzoek tot voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Wij verzoeken u vriendelijk een afschrift van het beroep en/of het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te zenden aan het dagelijks bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei. Tenslotte is hieronder de procedure plus route van een projectplan schematisch weergegeven.







14

COLOFON

Waterschap Peel en Maasvallei/Projectplan Waterwet op hoofdlijnen IS-MA20140151 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf

: : : : : : : : : : :

Waterschap Peel en Maasvallei Projectplan Waterwet op hoofdlijnen BC6425-101-100 17 pagina's Drs. G.H.E.W. Schreuders Dr. H. de Mars Drs. G.H.E.W. Schreuders 20 februari 2014



HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Horsterweg 18/A 6199 AC Maastricht Airport Postbus 302 6199 ZN Maastricht Airport T (088) 348 78 48 F (088) 348 78 99 E [email protected] W www.royalhaskoningdhv.com



bijlage 0 -1-

Projectplan Waterwet op hoofdlijnen

Recommend Documents