EUR © Certiked
ONDERZOEKSVERSLAG Tweede conceptrapportage van de toetsing van
Opleiding bachelor Economie & Informatica Erasmus Universiteit Rotterdam Croho-registratienummer: 50951 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 20 september 2006 en 9 november 2006
Inhoud van het verslag Identificatie ......................................................................................................................................... 2 Bevindingen ........................................................................................................................................ 6 Bijlage 1: Programma.........................................................................................................................30 Bijlage 2: Documenten........................................................................................................................32 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ..........................................................................................33 Bijlage 4: Visitatieteam.......................................................................................................................37 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen...........................................................................................39
De verantwoordelijke teamleider: ir. R.S. Kloosterman namens deze,
M.I. van de Velde Certiked Versie 19 januari 2007
Pagina 1 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Identificatie Erasmus Universiteit Rotterdam Opleiding bachelor Economie & Informatica Burgemeester Oudlaan 50 Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Telefoon 010 408 13 77 Website www.eur.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: prof.dr. I.J.M. Arnold, opleidingsdirecteur Programmamanager Economie & Informatica: drs. E. van Asperen
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Erasmus Universiteit Rotterdam • Opleiding bachelor Economie & Informatica • Voltijd • Locatie Rotterdam Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader dat uit februari 2003 dateert, adequaat wordt afgedekt. Het doel van het onderzoek was ook meer specifiek na te gaan of de betreffende opleiding zich op het niveau van wetenschappelijk bachelor bevindt. Deze visitatie heeft betrekking op de bacheloropleiding Economie & Informatica. Het visitatieteam herinnert eraan dat de aansluitende masteropleiding van Economie & Informatica van de Erasmus Universiteit Rotterdam reeds op 24 maart 2005 door de NVAO geaccrediteerd is.
Samenstelling visitatieteam Teamleider: ir. R.S. Kloosterman Extern deskundigen: prof.dr. P. Ribbers en prof.dr. R.W. Wagenaar Secretaris: drs. W.J.J.C. Vercouteren RC Studentlid: mevrouw E.E.A. Wouters
Pagina 2 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 20 september 2006 en op 9 november 2006 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 11 december 2006 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 12 januari 2007 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig tweede conceptrapport. In de aanloop naar de visitatie is er driemaal een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Universiteit. De bijeenkomsten hadden een voorlichtend en planningstechnisch karakter.
Pagina 3 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Management summary Op 20 september 2006 en 9 november 2006 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de bacheloropleiding Economie & Informatica van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De doelstelling van de visitatie was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, waarbij de toetsing gerelateerd is aan het NVAO Beoordelingskader.
Algemeen beeld De opleiding bachelor Economie & Informatica is een zelfstandige opleiding, waarbij geldt dat afronding ervan de student het recht geeft om in te stromen in de masteropleiding Economics & Informatics. De Faculteit der Economische Wetenschappen kent een viertal bacheloropleidingen (Economie & Bedrijfseconomie, Fiscale Economie, Econometrie & Besliskunde en Economie & Informatica) met voor iedere bacheloropleiding ook een overeenkomstige, aansluitende masteropleiding. De Faculteit bestaat uit vier capaciteitsgroepen: Algemene Economie, Bedrijfseconomie, Toegepaste Economie en Econometrie. De decaan geeft leiding aan de Faculteit der Economische Wetenschappen. Daarnaast kennen de vier opleidingen (bachelor of master) één opleidingsdirecteur die verantwoordelijk is voor het onderwijs binnen de opleidingen. Het wetenschappelijk personeel dat onderwijs verzorgd binnen de opleidingen, is afkomstig van capaciteitsgroepen binnen de faculteit. De faculteit kent aldus een matrixorganisatie. Het personeelsbeleid berust bij de capaciteitsgroepen. De opleidingen van hun kant stellen eisen aan het niveau en de kwaliteit van het wetenschappelijk personeel. Voor elk van de master- en bacheloropleidingen is een coördinator belast met de organisatie van het onderwijs. Zo heeft de bacheloropleiding Economie & Informatica een bachelorcoördinator. De decaan van de faculteit heeft de aansturing van de opleiding neergelegd bij de opleidingsdirecteur. Het management van de opleiding bestaat uit de opleidingsdirecteur, de programmacoördinator en één studentlid. In het reglement van de faculteit is vastgelegd in welke gevallen de opleidingsdirectie advies dient te vragen aan de opleidingscommissie Economie & Informatica. In de opleidingscommissie hebben uiteraard zowel studenten als docenten zitting. De bacheloropleiding Economie en Informatica is een opvolger van de opleiding Bestuurlijke Informatica. Zes jaar geleden is een nieuwe opleiding gestart onder de naam Informatica & Economie. Een belangrijke ontwikkeling is dat de opleiding steeds meer focus heeft willen aanbrengen in het profiel en de vakgebieden die de opleiding bestrijkt. Zo heeft de opleiding het aandeel van het vakgebied van de technische informatica aanzienlijk teruggebracht. In oktober 2006 is de naamgeving van de opleiding veranderd in Economie & Informatica om nadrukkelijker naar voren te brengen dat de opleiding een economische basis heeft en economische vraagstukken behandelt. Hiermee is ook de plaats van de opleiding binnen de Faculteit der Economische Wetenschappen duidelijk aangegeven. In deze rapportage van de visitatie van de opleiding hanteert het visitatieteam de nieuwe naam om daarmee aan te sluiten op het door de opleiding nagestreefde profiel. Enige jaren geleden was sprake van een instroom van 150 studenten. De afgelopen jaren is de instroom ongeveer 55 studenten per jaar.
Pagina 4 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
In de periode 2004 - 2006 heeft de Faculteit der Economische Wetenschappen een ingrijpende reorganisatie doorgevoerd. Deze reorganisatie had als doel het niveau van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek binnen de faculteit omhoog te brengen. Het strategisch plan 2004 – 2008 onder de titel Winnen door Kiezen bevat de plannen dienaangaande. De reorganisatie had als één van de concrete doelen dat de docenten zowel op het gebied van onderwijs als op het gebied van onderzoek actief moesten zijn en hun sporen verdiend moesten hebben. De reorganisatie heeft tot verregaande veranderingen geleid in de faculteit en bij de samenstelling van het wetenschappelijk personeel. De zelfevaluatie van de opleiding heeft een goed niveau en is inzichtelijk. Samen met de bijlagen en de documenten die tijdens de dagen van de visitatie ter inzage lagen, heeft de zelfevaluatie het visitatieteam voldoende aanknopingspunten geboden om mede aan de hand daarvan de opleidingen te beoordelen. Het visitatieteam van Certiked geeft een positieve beoordeling voor alle onderwerpen van het NVAO beoordelingskader, te weten Doelstellingen, Programma, Inzet van personeel, Voorzieningen, Interne kwaliteitszorg en Resultaten. Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat de bacheloropleiding Economie & Informatica van de Erasmus Universiteit Rotterdam voldoende het geheel van het NVAO Beoordelingskader afdekt en als gevolg daarvan voldoet aan de eisen die aan opleidingen op het niveau van de wetenschappelijke bachelor gesteld moeten worden.
Pagina 5 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven. Daarbij dient in ogenschouw genomen te worden, dat ‘voldoende’ te interpreteren is als: voldoet aan de eisen. De waardering ‘goed’ wordt gegeven op het moment dat er duidelijk sprake is van een beoordeling die daar bovenuit stijgt. Een waardering ‘excellent’ zou willen zeggen dat voor dat facet betreffende opleiding een voorbeeldfunctie in Nederland vervult. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de waarderingen per facet voor de opleiding bachelor Economie & Informatica.
Onderdeel 1.1 1.2 1.3
Korte omschrijving Domeinspecifieke eisen Niveau Oriëntatie WO
Oordeel Goed Voldoende Voldoende
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Eisen WO Relatie doelstellingen en inhoud programma Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordeling en toetsing
Goed Voldoende Goed Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
3.1 3.2 3.3
Eisen WO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Goed Voldoende Goed
4.1 4.2
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding en informatievoorziening
Goed Voldoende
5.1 5.2 5.3
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken stakeholders
Voldoende Goed Goed
6.1 6.2
Gerealiseerd niveau Rendement
Goed Voldoende
Pagina 6 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
•
De opleiding heeft de doelstellingen geformuleerd enerzijds op basis van de wetenschappelijke eisen die aan de afgestudeerden gesteld worden en anderzijds op grond van de behoeften die er bestaan vanuit het bedrijfsleven en de overheid. De afgestudeerde van de opleiding dient kennis te bezitten van de economische wetenschappen en de toepassingsmogelijkheden van de informatica bij het analyseren en oplossen van economische vraagstukken. De afgestudeerde is in staat vraagstukken op het raakvlak van economie en informatica te behandelen en op te lossen. De economische vraagstukken zijn aldus te beschouwen als het object van kennis en inzicht en de informatica is te beschouwen als het middel om deze vraagstukken tot een oplossing te brengen. Wil de afgestudeerde het middel van de informatica adequaat kunnen inzetten in de economische context, dan is zowel een grondige kennis van de economische wetenschappen als van de informatica en de mogelijkheden daarvan noodzakelijk. Met deze kennis weet de afgestudeerde ook een brugfunctie tussen economie en informatica te vervullen. De afgestudeerde kan een bijdrage leveren zowel op het gebied van de algemene economie als van de bedrijfseconomie. Op het gebied van de bedrijfseconomie kan de afgestudeerde vraagstukken analyseren en oplossen die te maken hebben met het inzetten van ICT toepassingen voor het versterken van de operationele processen in de organisatie. Daarnaast kan de afgestudeerde zorgdragen voor het inzetten van de informatica om vraagstukken op het gebied van de besluitvorming binnen organisaties te analyseren en op te lossen. Voor de bestudering van de vraagstukken van de algemene economie weet de afgestudeerde analysetechnieken in te zetten die komen vanuit de informatica en die bruikbaar zijn om micro-economische en macro-economische verschijnselen te onderzoeken en te analyseren. Aldus komen bij de opleiding een viertal wezenlijke elementen samen. Dat zijn de wetenschappelijke vereisten, de vraag vanuit het bedrijfsleven en de overheid, kennis en inzicht in de economische wetenschappen en kennis en inzicht in de informatica. Wil de afgestudeerde effectief kunnen optreden op het gebied van het bestuderen, analyseren en oplossen van de hiervoor genoemde vraagstukken, dan is nodig dat hij over een aantal generieke kwaliteiten en vaardigheden beschikt. Deze zijn onder meer een wetenschappelijke instelling, kennis van en inzicht in het volgen van een wetenschappelijk betoog, kritische houding, professioneel weten samen te werken en mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden. De opleiding heeft de doelstellingen geoperationaliseerd tot eindkwalificaties, waarbij gebruik gemaakt is van de benchmark statements voor de vakgebieden Economics en Computing, die de Engelse organisatie Quality Assurance Agency heeft opgesteld. De benchmark statements kunnen beschouwd worden als internationaal maatgevende beschrijvingen van deze vakgebieden.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam:
Pagina 7 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de eindkwalificaties van de opleiding als zijnde goed. Het visitatieteam heeft waardering voor de heldere keuzes die de opleiding maakt om voor een specifieke samenstelling van domeinen te kiezen; er wordt als het ware een belangwekkende ‘niche’ aangeboord. Voorts heeft het visitatieteam vastgesteld dat de doelstellingen van de opleiding ontleend zijn aan relevante ontwikkelingen op het vakgebied van de opleiding. De doelstellingen zijn zo geformuleerd dat daarin zowel het perspectief van de toekomstige beroepspraktijk als dat van de wetenschappelijke basis aan bod komen. De opleiding heeft de doelstellingen adequaat vertaald in eindkwalificaties en daarbij gebruik gemaakt van internationaal gerenommeerde beschrijvingen van de vakgebieden economie en informatica.
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: De eindkwalificaties zijn door de opleiding tegen de Dublin descriptoren afgezet, zoals deze voor het niveau van de wetenschappelijke bachelor zijn geformuleerd. Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
Ten aanzien van kennis en inzicht zijn de eindkwalificaties van toepassing die ingaan op de kennis en het inzicht in de vakgebieden economie en informatica. Bij de economie verwacht de opleiding van de afgestudeerde dat deze de belangrijkste concepten van de micro-economie, macro-economie en bedrijfseconomie beheerst. Daarnaast heeft de afgestudeerde zich de belangrijkste concepten van informatiemanagement en management control eigen gemaakt. Op het gebied van de informatica weet de afgestudeerde de belangrijkste concepten uit de informatica te hanteren. Kennis van methoden en technieken uit de wiskunde en de informatica wordt ook van hem gevraagd. Expliciet geeft de opleiding nog aan dat de afgestudeerde in staat is de concepten uit de economie en de informatica toe te passen op economische vraagstukken. Het toepassen van kennis en inzicht komt onder andere tot uitdrukking in het kunnen vormgeven en uitvoeren van wetenschappelijke activiteiten in de brede zin van het woord. Daarnaast weet de afgestudeerde voorstellen te doen aan de hand waarvan economische problemen tot een oplossing kunnen worden gebracht. Hij doet dit door gebruik te maken van concepten, theorieën en technologie uit de vakgebieden economie en informatica. Hij kan beoordelen of en zo ja, hoe nieuwe informatica technologieën en methoden kunnen worden ingezet. De oordeelsvorming van de afgestudeerde blijkt uit de generieke competenties waarover hij dient te beschikken. Deze zijn dat de afgestudeerde adequaat met probleemstellingen weet om te gaan en keuzes weet te maken voor methoden om vraagstukken op te lossen. Verder is hij in staat relevante variabelen te extraheren uit een complexe samenhang. De afgestudeerde kan logische conclusies uit veronderstellingen afleiden, uitspraken doen over de werkelijkheid op basis van betrouwbare gegevens en interpretatiekaders te hanteren bij het doen van uitspraken over de werkelijkheid.
Pagina 8 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
•
•
Het aspect communicatie komt tot uitdrukking in de eisen die aan de afgestudeerde worden gesteld, dat hij in staat is professioneel en doelgericht in teams samen te werken en ook in staat is effectief te communiceren in woord en geschrift met personen en groepen van uiteenlopende aard. Daarbij kan de afgestudeerde onderzoeksresultaten en beleidsadviezen presenteren, op consistente en overtuigende wijze argumenteren, hoofd- en bijzaken in het betoog onderscheiden en de juiste wijze van presentatie vinden. De opleiding heeft ten aanzien van leervaardigheden geformuleerd dat de afgestudeerde zich opstelt als een verantwoordelijk en academisch professional die beschikt over de leervaardigheden om een vervolgstudie aan te gaan waar veel van zijn vermogen tot zelfsturing zal worden gevraagd. De afgestudeerde neemt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leerproces en kent zijn eigen positie als academicus en beroepsbeoefenaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het niveau van de eindkwalificaties als zijnde voldoende. Daarbij heeft het visitatieteam overwogen dat de eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij de algemeen geaccepteerde beschrijvingen van de bachelor, zoals deze in de Dublin descriptoren voor de bachelor zijn verwoord.
1.3 Oriëntatie WO De eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerkingen komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstig beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
De eindkwalificaties van de opleiding betreffen onder andere de wetenschapsgebieden van de economie en de informatica. De opleiding omvat de relevante ontwikkelingen op het gebied van deze wetenschappen voorzover die liggen in het raakvlak van economie en informatica. Het niveau van de eindkwalificaties wordt bereikt en gehandhaafd doordat de opleidingsdirectie zich het bewaken van de eindkwalificaties ten doel stelt. De opleiding houdt in de eindkwalificaties ook rekening met de relevante eisen van het beroepenveld. Alhoewel de meeste bachelors na hun afstuderen doorgaan naar de masteropleiding en van een directe instroom in het beroepenveld over het algemeen op dit moment geen sprake is, is in de eindkwalificaties toch het beroepsperspectief aanwezig. In de eindkwalificaties heeft de opleiding ook expliciet aandacht geschonken aan kennis, inzicht en vaardigheden die afgestudeerden op het gebied van de wetenschapsbeoefening moeten hebben. Zo zijn de afgestudeerden in staat om op grond van wetenschappelijke concepten een probleemstelling te formuleren, een onderzoeksopzet te kiezen die aansluit bij de vraagstelling, een keuze te maken uit methoden om gegevens te verzamelen, te bewerken en te interpreteren en uitspraken te doen over de probleemstelling op basis van de gevonden resultaten.
Pagina 9 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
•
•
De docenten die aan de opleiding doceren, zijn allen actief op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek. Zij zijn door hun eigen onderzoek en door activiteiten als het lezen van internationale vakliteratuur op hun vakgebied en het bezoeken van internationale congressen goed op de hoogte van de relevante wetenschappelijke ontwikkelingen op hun vakgebied. Zij brengen de resultaten van hun onderzoek in de colleges, seminars en bij het onderzoek voor de afstudeerscriptie in. Zij brengen hun bevindingen over de wetenschappelijke ontwikkelingen onder de aandacht van de opleidingsdirectie. Op deze wijze worden mede de inhoud en het niveau van de eindkwalificaties gerealiseerd en ook gehandhaafd. De afgestudeerden van de opleiding beschikken over voldoende capaciteiten om een vervolgstudie op masterniveau te volgen. Verreweg de meeste afgestudeerden volgen na afloop van de bacheloropleiding de master of science-opleiding Economics & Informatics. Het ging in het jaar 2004/2005 bijvoorbeeld om 36 van de 38 afgestudeerden die in de masteropleiding verder gingen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de WO-oriëntatie van de eindkwalificaties als voldoende. Het visitatieteam heeft overwogen dat de opleiding zowel inhoudelijk als in termen van de kennis en vaardigheden op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek eindkwalificaties heeft geformuleerd en dat de opleiding deze eindkwalificaties aan relevante ontwikkelingen in de wetenschap ontleent. Beoordeling van het onderwerp Doelstellingen opleiding Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Doelstellingen als positief. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding relevante doelstellingen heeft geformuleerd zowel vanuit de wetenschappelijke discipline als vanuit het beroepenveld. Deze doelstellingen behelzen een evenwichtig samenstel op het gebied van de economie en van de informatica en waarin men een duidelijke ambitie nastreeft. De opleiding heeft deze doelstellingen vertaald in eindkwalificaties, daarbij gebruik makend van erkende internationale kaders. De eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de algemene beschrijvingen van afgestudeerden op WO-bachelorniveau, zoals uitgedrukt in de Dublin descriptoren. Daarnaast getuigen de eindkwalificaties ook van een voldoende afstemming met relevante ontwikkelingen uit de wetenschappelijke discipline.
Pagina 10 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen WO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke disciplines door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
In de ontwikkeling van het curriculum streeft de opleiding een duidelijke positionering op het raakvlak van economie en informatica na. Deze positionering is enerzijds gericht op onderwerpen op het gebied van informatiemanagement en anderzijds op vraagstukken van business intelligence. In de majors komt deze positionering terug. Studenten kunnen voor het ene ofwel voor het andere specialisme kiezen. Informatiemanagement heeft als globaal doel het analyseren en oplossen van vraagstukken van de inzet van informatiesystemen ten behoeve van de bedrijfsvoering en kent met name ook aandacht voor de risicoanalyse en betrouwbaarheid van de gegevensverwerking die daarbij horen. Business intelligence behandelt de vraagstukken van besluitvorming door het toepassen van methoden van computational intelligence. Door deze profilering neemt de opleiding een unieke plaats in op het scheidingsvlak van economie en informatica. Daarbij is de opleiding erin geslaagd de interdisciplinaire meerwaarde van deze studie in de economie en informatica te realiseren. Er bestaat veel waardering voor deze positionering bij het visitatieteam. De opleiding zou naar de mening van het visitatieteam wel de door haar gekozen speerpunten actiever kunnen uitdragen. De opleiding heeft een vergelijking van het eigen curriculum gemaakt met curricula van gelijksoortige opleidingen in het binnenland en het buitenland. Uit de vergelijking is ook gebleken dat het curriculum van de opleiding zich onderscheidt van vergelijkbare opleidingen. Dat neemt niet weg dat de opleiding vakken aanbiedt die andere opleidingen ook aanbieden. Zo is er een aantal opleidingen waar de overlapping van vakgebieden redelijk groot is. Het visitatieteam zou graag zien dat dit onderzoek een stap zal zijn op weg naar verdere intensivering van de relaties van de opleiding met buitenlandse opleidingen. De kerndocenten die aan de opleiding doceren, leggen het verband tussen het onderzoek en het onderwijs. Alle kerndocenten zijn actief op het gebied van het onderzoek. Zij brengen de resultaten van hun onderzoek over op de studenten tijdens de colleges. Zo komt relevant, actueel onderzoek op de vakgebieden van de opleiding tot uitdrukking in het onderwijs. De kerndocenten en de opleidingsdirectie passen de inhoud van het curriculum aan nieuwe inzichten aan. Het curriculum blijft zo actueel.
Pagina 11 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
•
•
•
•
De vakliteratuur die de opleiding gebruikt, is van een voldoende niveau en van een recente datum. De meeste literatuur is internationaal en Engelstalig en dateert van na het jaar 2000. Het gaat daarbij om maatgevende boeken, waarbij alle vakgebieden bestreken worden. Naast de boeken maakt de opleiding ook gebruik van enkele door de docenten gemaakte syllabi en sheets in de colleges. De docenten kijken jaarlijks naar de literatuurlijst en gaan na of deze aangepast moet worden met nieuwe uitgaven. De studenten voeren wetenschappelijk onderzoek uit. Dat vindt met name plaats in de Integratievakken I & E in het eerste en tweede jaar en de basis daarvoor wordt mede gelegd in het vak Methoden en technieken. In de werkcolleges in het derde jaar voeren de studenten research-projecten uit. Aan het einde van de opleiding worden aan de bachelorscriptie eisen gesteld op gebied van wetenschappelijk onderzoek. De studenten volgen daarnaast een cursus wetenschappelijk rapporteren. De opleiding maakt gebruik van gastdocenten. Deze zijn afkomstig uit het bedrijfsleven en brengen de studenten in aanraking met een aantal aspecten van het toepassen van kennis van het vakgebied in de praktijk en de specifieke problemen die dat met zich meebrengt. Een voorbeeld daarvan is het managen van ICT projecten. De opleiding beschikt over een raad van advies. Deze heeft een belangrijke rol gespeeld bij de afstemming van het curriculum op de ontwikkelingen in het beroepenveld en op de eisen die het bedrijfsleven aan de afgestudeerden stelt. In de raad van advies hebben op dit moment relatief veel vertegenwoordigers van aanbieders van software zitting, zijnde de aanbodkant van de informatica. De opleiding is voornemens de samenstelling van de raad van advies te wijzigen en meer vertegenwoordigers van de organisaties aan de gebruikerskant op te nemen. Dit is in overeenstemming met de positionering van de opleiding. Het visitatieteam beveelt aan een samenstelling te kiezen uit die bedrijven welke aantoonbaar belanghebbenden zijn bij de binnen de opleiding verworven competenties.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de WO eisen ten aanzien van het programma als goed. De opleiding heeft een waardevolle positionering gekozen en toont ook de interdisciplinaire meerwaarde van de studie aan. Het curriculum heeft voldoende invloeden vanuit het wetenschappelijk onderzoek en de studenten worden opgeleid om onderzoek te kunnen doen. De opleiding onderhoudt een intensieve relatie met de beroepspraktijk. Het visitatieteam geeft, mede op grond van deze positieve bevindingen, de opleiding mee de eigen positionering verder uit te dragen; internationalisering kan daarbij meer handen en voeten krijgen.
Pagina 12 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• • •
•
De opleiding heeft de eindkwalificaties voldoende helder uitgewerkt. Daarnaast heeft de opleiding de eindkwalificaties van de opleiding vergeleken met de vakken die tot het curriculum behoren. Daartoe heeft de opleiding een matrix opgesteld waarin aangegeven is in welke vakken de eindkwalificaties tot uitdrukking komen. Uit deze matrix blijkt dat alle behoudens twee eindkwalificaties in voldoende mate in de vakken aanwezig zijn. Daardoor is de conclusie gerechtvaardigd dat in het curriculum nagenoeg alle eindkwalificaties aan de orde komen. In het curriculum komen de kennis en inzicht van de economische wetenschappen en de informatica tot hun recht. De inbreng van het wetenschappelijk onderzoek is zichtbaar in de signatuur van de vakken. Het aanleren van onderzoeksvaardigheden door de studenten is ook voldoende aanwezig in de vakken. Dat geldt ook voor de aspecten van de Dublin descriptoren. Het visitatieteam constateert dat binnen de discipline informatica het aandeel programmeervaardigheden en het ontwerpen van informatiesystemen wel wat zwaar vertegenwoordigd is. Gezien de focus op analyse en oplossen van economische vraagstukken middels informatica middelen zou dit aandeel wat kunnen worden teruggebracht ten faveure van modelleren en rapid prototyping. De opleiding besteedt veel aandacht aan het aanleren van algemene competenties zoals samenwerking in teams en communicatieve vaardigheden bij de studenten. Deze aspecten komen onder meer aan bod in de integratievakken I & E. De opleiding heeft op basis van de eindkwalificaties leerdoelen geformuleerd. Deze zijn opgenomen in de studiegids. De opleiding streeft ernaar de formulering van de leerdoelen te verbeteren daar, waar ze nog niet voldoende helder zijn. De majors van de opleiding weerspiegelen de positionering. De opleiding kent nu vier majors, die de onderwerpen op het gebied van informatiemanagement en business intelligence omvatten. In het komend studiejaar zal de opleiding het aantal majors terugbrengen naar twee, waardoor de studenten kunnen kiezen voor de major op het gebied van informatiemanagement of de major op het gebied van business intelligence. Het visitatieteam ondersteunt dit voornemen, aangezien zo versnippering wordt tegengegaan en de opleiding haar unieke positionering duidelijker naar buiten toe kan uitdragen. Het visitatieteam vraagt aandacht voor twee van de in totaal 42 eindkwalificaties, te weten Analyseren, verklaren en beoordelen van het gevoerde ICT beleid en Beoordelen van de relatie tussen bedrijfsvoering, bedrijfsprocessen en ICT infrastructuur. Deze zijn dusdanig ambitieus geformuleerd, dat het maar de vraag is of deze eindkwalificaties wel door de opleiding gerealiseerd worden.
Pagina 13 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de relatie tussen doelstellingen en programma als voldoende. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat nagenoeg alle eindkwalificaties in het curriculum aan de orde komen. De vakkennis op het gebied van de economie en de informatica is voldoende en evenwichtig aanwezig in het curriculum. Het wetenschappelijk onderzoek komt op een voldoende wijze tot uitdrukking in het curriculum. Dat geldt ook voor de generieke competenties van de studenten.
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
•
De opleiding heeft het curriculum opgebouwd aan de hand van een logische lijn. In het begin van de studie besteedt de opleiding in de breedte aandacht aan de vakken op het gebied van economie en informatica. Naarmate de studie verdergaat, vindt de verdieping plaats. Deze komt met name tot uitdrukking in het derde jaar, wanneer de studenten voor een major kiezen. De opleidingsdirectie ziet toe op de samenhang van de vakken en ook op het voorkomen van doublures tussen de vakken. De opleidingscommissie besteedt daar in structurele zin ook veel aandacht aan. De totale studie is in termen van de verdeling van ECTS opgebouwd uit ongeveer 35 % vakken op het gebied van de economie, ongeveer 45 % vakken op het gebied van de informatica en 20 % vakken die wiskunde, statistiek en methoden en technieken behandelen en die de integratie van economie en informatica realiseren. Dat is een evenwichtige verdeling. De opleidingsdirectie bewaakt de verdeling. In het eerste en het tweede jaar volgen de studenten de integratievakken I & E. Deze vakken, die een omvang van 6 ECTS hebben, zijn bedoeld om de integratie van de economische kennis en de kennis van de informatica te bewerkstelligen. Getuige de opmerkingen van de studenten slagen deze vakken in hun opzet en bieden zij inderdaad de gewenste samenhang. In de integratievakken komt in de persoon van gastdocenten ook de beroepspraktijk aan bod. Daarnaast werken de studenten op een onderzoeksmatige wijze aan de onderwerpen van deze vakken. In het derde jaar streeft de opleiding verdieping, specialisatie en toenemende complexiteit in de leerstof na. Daarvan getuigen de majorvakken en het werkcollege dat ook op het gebied van de major ligt. De afstudeerscriptie is een vorm van integratie in de zin dat daarin de elementen van het geleerde in een onderzoeksmatige context worden samengebracht. De majorvakken en het werkcollege vormen de hoofdmoot van de studiebelasting in het derde jaar met 27 ECTS. De afstudeerscriptie telt 10 ECTS.
Pagina 14 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de samenhang in het programma van de opleiding als goed. Het visitatieteam heeft daarbij overwogen dat de integrerende werking van de integratievakken I & E sterk is. Deze vakken realiseren de gewenste samenhang en zijn zo een goed bewijs van het interdisciplinaire karakter van de opleiding. Het derde studiejaar streeft de verdieping en grotere complexiteit na en vormt zo een logische voortzetting van de eerste twee jaren, waarin de elementen daarvoor zijn aangedragen. De afstudeerscriptie aan het einde van het derde jaar heeft een integrerende en interdisciplinaire werking.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• • • •
De opleiding kent in het eerste jaar een intensief mentorsysteem. Ouderejaars studenten begeleiden de studenten die met hun studie beginnen en maken hen wegwijs in de studie, de universiteit en de stad. Dit mentorsysteem bestaat uit een aantal bijeenkomsten, 5 in het eerste trimester en 2 in elk van de volgende trimesters. De aanwezigheid tijdens deze bijeenkomsten is verplicht voor de studenten. De studenten kunnen na het eerste jaar en na een gesprek met een studieadviseur een bindend studieadvies ontvangen, wanneer zij niet minimaal 40 ECTS van de in totaal beschikbare 60 ECTS behaald zouden hebben. Bovendien dienen 60 ECTS credits van het bachelor-1 programma behaald zijn na twee studiejaren. Zo voorkomt de opleiding dat de studenten later in de studie alsnog vast zouden lopen. De opleiding biedt deze studenten een exitgesprek aan om met hen de verdere stappen in hun loopbaan te bespreken. De studielast van de integratievakken I & E van nominaal 6 ECTS is in reële termen zwaarder. Dat wordt echter in andere vakken gecompenseerd, waardoor de reële studielast door de bank genomen gelijk is aan de nominale studielast. De studenten hebben de gelegenheid proeftentamens te maken, waardoor zij zich goed kunnen voorbereiden op de tentamens zelf. De opleiding maakt de tentamendata voor aanvang van het trimester bekend. Er zijn twee mogelijkheden om een tentamen af te leggen per studiejaar. Als de studenten klachten zouden hebben over de leerstof of de docent of anderszins tijdens hun studie in de problemen zouden komen, dan kunnen ze zich wenden tot een klachtencommissie. Er is in de afgelopen jaren geen student van de opleiding geweest die van deze procedure gebruik heeft gemaakt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de studeerbaarheid van de opleiding voldoende. Daarbij heeft het visitatieteam vastgesteld dat de reële studielast overeenkomt met de nominale studielast. Ook heeft het visitatieteam vastgesteld dat de opleiding voldoende mogelijkheden biedt om de studenten bij hun studie en bij het afleggen van tentamens te begeleiden.
Pagina 15 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: WO-bachelor: VWO, HBO-propedeuse of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleiding laat studenten toe die aan vooropleiding het niveau van VWO hebben. Studenten dienen minimaal wiskunde A in hun profiel te hebben. De opleiding laat ook studenten met een HBO-vooropleiding toe, mits zij de deficiëntietoets wiskunde A1, 2 met goed gevolg hebben afgelegd. De opleiding onderhoudt contact met leraren economie en wiskunde in het VWO om ervoor te zorgen dat de aansluiting van de opleiding met het VWO-onderwijs gehandhaafd blijft. Personen die ouder dan 21 jaar zijn kunnen langs de weg van het colloquium doctum (een toets met het oog op de algemene ontwikkeling) toegang tot de opleiding verkrijgen. De opleiding vergoedt studieresultaten die aankomende studenten elders hebben verworven. Als het om dezelfde vakken gaat als in de opleiding, kan de docent na toestemming door hem het tentamenbriefje aftekenen. Als het niet-equivalente vakken betreft, dan kan de examencommissie toestemming voor een vrijstelling verlenen, waarbij het aantal ECTS op basis van een conversietabel verleend wordt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de aansluiting met de instroomkwalificaties als voldoende. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de toelatingseisen helder zijn en dat de vrijstellingen op een adequate wijze worden toegekend.
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: WO-bachelor: in de regel 180 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
De formele omvang van het curriculum bedraagt 180 ECTS. De opleidingsdirectie bewaakt de normering van de vakken in termen van ECTS en bewaakt ook de verdeling van de studie tussen contacturen en zelfstudie-uren. De opleiding heeft daartoe ook een tabel van de studieduur opgesteld. Het aantal contacturen bedraagt ongeveer 25 % van het totale aantal ECTS.
Pagina 16 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de studieduur als voldoende. Het visitatieteam heeft daarbij overwogen dat het aantal ECTS volgens de norm is en dat de opleidingsdirectie de studieduur bewaakt.
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
• • • • •
Het didactisch concept van de opleiding is gebaseerd op een tweetal pijlers, te weten het streven dat de studenten tot integratie komen van economie en informatica en daarnaast het motto ‘Van VWO-er tot professional’. De studenten leren de economie en informatica in samenhang te beschouwen en ook het zelf systemen kunnen ontwikkelen. Dat blijkt uit de practica en de opdrachten die de opleiding verzorgt. In de integratievakken I & E hebben de projecten een interdisciplinair karakter. In het begin van de studie dient de student merendeels kleinere opdrachten uit te voeren volgens een strak door de opleiding opgelegd tijdschema. In het tweede jaar worden vraagstukken groter, vraagstelling opener; methoden staan meestal nog vast. In het derde jaar dienen de studenten grotere opdrachten in het kader van het werkcollege uit te voeren, waarbij ook veel meer aan hun eigen discipline wordt overgelaten. De opleiding blijft ook in het derde jaar strak de deadlines voor het afronden van verslagen en opdrachten hanteren. Het beroep op de zelfwerkzaamheid van de studenten is daar echter veel groter. Dat geldt ook voor het maken van de afstudeerscriptie. Met het motto Van VWO-er tot professional wil de opleiding tot uitdrukking brengen dat de studenten opgeleid worden vanaf een situatie van begeleiding en ondersteuning bij hun studie tot een situatie van zelfsturing in hun studie. De opleiding begeleidt in het eerste studiejaar de studenten intensief. Daarna wordt de begeleiding gaandeweg minder met het oog op de te verwerven zelfsturing van de studenten. Met name in de integratievakken I & E worden de studenten getraind om in groepjes samen te werken en zelf hun deadlines te stellen en te halen. De docenten in de integratievakken leggen daar ook de nadruk op. Het is van belang dat iedereen in het groepswerk een voldoende bijdrage levert. Als dat niet zo zou zijn, dan kan dat leiden tot uitsluiting uit de groep en zelfs tot het opnieuw moeten doen van het integratievak. De studenten krijgen onder meer college in wetenschappelijk rapporteren om zich deze vaardigheid eigen te maken.
Pagina 17 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de afstemming tussen vorm en inhoud van het onderwijs als voldoende. Het visitatieteam heeft daarbij overwogen dat de opleiding een duidelijk didactisch concept hanteert en dat concept consequent in de opleiding heeft geïmplementeerd. De studenten kunnen zo volop profiteren van het didactisch concept.
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• •
•
•
De beoordelingen, toetsingen en examens sluiten aan op de eindtermen die de opleiding heeft opgesteld. De docenten die de tentamens opstellen, blijven in de vraagstelling dicht bij de eindtermen. Op deze wijze vormen de tentamens het sluitstuk van de opleidingscyclus. De tentamens zijn van een verantwoorde zwaarte, die gemiddeld genomen in overeenstemming is met de zwaarte die op grond van de leerstof verwacht zou mogen worden. Wel valt het het visitatieteam op, dat de variatie in vraagstelling nadrukkelijker door de opleiding geëvalueerd kan worden. Voorkomen moet worden dat nagenoeg dezelfde tentamenvragen in opeenvolgende tentamens terugkomen. Voordat de studenten aan de afstudeerscriptie beginnen, dienen zij een plan van aanpak te overleggen. Dit plan wordt door de docent beoordeeld. De beoordeling van de afstudeerscripties vindt plaats door twee docenten. De ene docent fungeert als begeleider van de student bij het maken van zijn afstudeerscriptie, terwijl de andere docent de rol van meelezer op zich neemt. Beide docenten zijn vervolgens in goed collegiaal overleg verantwoordelijk voor de beoordeling van de afstudeerscripties. De beoordeling van de afstudeerscripties vindt plaats aan de hand van een door de Faculteit der Economische Wetenschappen ontwikkeld beoordelingsformulier. Daarin zijn een aantal relevante beoordelingscriteria benoemd. De beoordelaars dienen hun beoordeling op basis van deze criteria op te bouwen. De beoordeling van de afstudeerscripties is in de ogen van het visitatieteam passend en is een goede afspiegeling van de kwaliteit van de scripties. De opleiding streeft er naar het interdisciplinaire karakter van de afstudeerscripties te realiseren. Het visitatieteam heeft de indruk dat op dat gebied wellicht nog iets te winnen zou zijn. Tevens valt op dat de scripties binnen het profiel Informatiemanagement veelal in het Nederlands worden geschreven, terwijl die binnen Business Intelligence de Engelse taal bezigen. Dit komt het visitatieteam wat onevenwichtig over. Het blijkt dat hier vooral een bewuste aansturing door de begeleider achter schuilt, die hiermee de studenten wil stimuleren tot een wetenschappelijke publicatie. Het is zonder meer prijzenswaardig, dat de opleiding in het laatste ook meerdere malen geslaagd is.
Pagina 18 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de beoordeling en toetsing door de opleiding als voldoende. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de tentamens van voldoende zwaarte zijn en daarom in overeenstemming zijn met de aangeboden en te toetsen leerstof. De procedures rond de beoordeling van de afstudeerscripties zijn passend en de beoordelingen zelf zijn correct. Op enkele punten zouden verbeteringen mogelijk zijn in de ogen van het visitatieteam.
Beoordeling van het onderwerp Programma Het visitatieteam is van oordeel dat het onderwerp Programma positief is. Het visitatieteam heeft daarbij vastgesteld dat alle acht facetten van het onderwerp een voldoende of een goede beoordeling behalen. De opleiding heeft een waardevolle positionering en realiseert op een goede wijze het interdisciplinaire karakter. De relatie tussen de doelstellingen van de opleiding en het programma heeft de opleiding passend ingericht. De samenhang van het curriculum is goed, met name als gevolg van de integratie tussen economie en informatica die op verschillende plaatsen tot stand komt. De opleiding neemt de studeerbaarheid van het programma ter harte en deze is voldoende. De regels en procedures rond de instroom en de studieduur zijn voldoende. De opleiding heeft een adequaat didactische concept opgesteld en weet dat consequent in het programma te implementeren. De tentamens zijn van een voldoende niveau; de beoordelingen van de afstudeerscripties zijn adequaat.
Pagina 19 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen WO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
• •
De Faculteit der Economische Wetenschappen stelt sedert 2004 als eis dat docenten zowel in het geven van onderwijs als in het doen van onderzoek het gewenste niveau bereiken. Deze zogenoemde tweebenige spelers waarborgen dat het onderzoek verantwoord is ingebed in de opleiding. Alle docenten die aan de opleiding doceren, zijn lid van één van de KNAW-erkende onderzoeksscholen die aan de Faculteit gelieerd zijn (i.c. het Tinbergen Instituut en het Erasmus Research Institute of Management). In het jaarlijkse functioneringsgesprek met de leidinggevende is de kwaliteit van het onderzoekswerk een onderwerp van gesprek. Deze kwaliteit wordt in het gesprek van een beoordeling voorzien. De docenten zijn nu grotendeels (voor meer dan 85 %) gepromoveerd. De hoogleraren beperken hun lesgevende activiteiten zeker niet tot de masteropleiding maar spelen ook nadrukkelijk een rol in het verzorgen van het onderwijs in de bachelorfase. De docenten bestuderen de vakliteratuur en nemen deel aan internationale congressen op hun vakgebied. Zij houden zo de nieuwe ontwikkelingen op hun vakgebied bij. De opleiding profiteert van deze kennis doordat de voorgeschreven literatuur wordt aangepast aan de meest actuele ontwikkelingen op het vakgebied. De docenten brengen de resultaten van het onderzoek dat zij doen in het onderwijs in en zorgen zo voor de verbinding tussen het onderzoek en het onderwijs. De opleiding maakt regelmatig gebruik van de inzet van gastdocenten die afkomstig zijn uit het bedrijfsleven. Deze gastdocenten spelen ook een rol in de integratievakken I & E. Daar zijn zij van grote betekenis in het overbrengen van de kennis en inzichten vanuit de actuele beroepspraktijk op het vakgebied.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de kwaliteiten van het personeel op het gebied van het onderzoek als goed. De eisen die aan de docenten worden gesteld op het gebied van het onderzoek waarborgen hun kwaliteiten dienaangaande. Zij brengen het onderzoek ook in het onderwijs in. Daarnaast leggen de gastdocenten een verbinding met de actuele beroepspraktijk.
Pagina 20 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • •
De opleidingsdirectie begroot de onderwijsbehoefte en vraagt op basis van deze begroting aan de capaciteitsgroepen om de gewenste aantallen docenten. Het aantal docenten is gebaseerd op de faculteitsbreed vastgestelde onderwijsbelasting per docent. De docenten zijn afkomstig uit een aantal capaciteitsgroepen. Een significant aantal docenten komt uit de capaciteitsgroep Econometrie. De sectie Accounting, Auditing en Control van de capaciteitsgroep Bedrijfseconomie levert veel docenten in het derde jaar van de opleiding. Het aantal fte’s voor de opleiding bedraagt ongeveer 6 fte. Wanneer het aantal docenten uit de capaciteitsgroepen ontoereikend zou zijn, dan kan de opleiding ook extern werven, zowel bij andere universiteiten als bij het bedrijfsleven. Naast de vaste bezetting zet de opleiding op een aantal plaatsen gastdocenten uit het bedrijfsleven in.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de kwantitatieve aspecten van het personeel als voldoende. Het visitatieteam heeft daarbij overwogen dat de opleiding over voldoende docenten beschikt en in het geval van eventuele tekorten ook een beroep op externe mogelijkheden kan doen.
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De eisen die de opleiding aan de docenten stelt, hebben betrekking op een veelheid van onderwijstaken, zoals college geven, practica begeleiden, integratievakken verzorgen en individuele studenten tijdens hun afstudeerscriptie begeleiden. De opleiding verwacht van de docenten dat ze al deze taken weet uit te voeren op een adequaat niveau. De docenten zijn in dienst van een capaciteitsgroep. Deze capaciteitsgroepen zorgen ook voor het personeelsbeleid, waaronder de functioneringsgesprekken. De opleiding stelt eisen aan de docenten vanuit hun verantwoordelijkheid voor het onderwijs. De opleiding gaat op basis van onder meer de evaluaties van de docenten door de studenten na of de docenten aan de eisen voldoen. De norm voor docenten is een score van 3,5 op een schaal van 1 tot 5. De opleiding kan bijvoorbeeld ook om een andere docent vragen, mocht het zo zijn dat de score van deze docent blijvend onder het gewenste niveau blijft.
Pagina 21 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
•
• •
Alle docenten krijgen een cursus op het gebied van didactiek, het maken van tentamens en aspecten van groepsdynamica. Deze cursus wordt verzorgd door het onderwijskundig expertisecentrum van de universiteit. De cursus beslaat een periode van 12 weken met elke week één dagdeel. Daarnaast geeft de docent zelf ook college. Als de docenten op het gebied van het geven van onderwijs onvoldoende zouden presteren, dan hebben ze de verplichting een traject van coaching in te gaan. Wanneer docenten blijvend onder het gewenste niveau presteren, dan kan dat gevolgen hebben. De docenten van de opleiding bespreken met een zekere regelmaat in een overleg wat het te bereiken niveau van de opleiding is en hoe zij dat kunnen realiseren.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de kwalificaties van het personeel als goed. De opleiding stelt eisen op een voldoende niveau aan de docenten en ziet er op toe dat de docenten deze eisen behalen. Het visitatieteam heeft waardering voor het feit dat de docenten een cursus ontvangen en, indien gewenst of nodig (vanuit de structurele evaluaties), individuele coaching om aan de gestelde eisen te voldoen.
Beoordeling van het onderwerp Inzet van personeel Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Inzet van personeel als positief. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding adequate eisen aan de docenten stelt als het gaat om hun onderzoeksmatige kwaliteiten. De docenten hebben allen hun sporen verdiend in het wetenschappelijk onderzoek en een zeer groot deel van hen is gepromoveerd. De opleiding ziet nauwgezet toe op de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten van de docenten en verschaft passende cursussen. Het aantal docenten is voldoende om het onderwijs te verzorgen.
Pagina 22 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
De materiële voorzieningen van de opleiding zijn voldoende, de opleiding maakt gebruik van de faciliteiten van Woudestein campus van de Universiteit. In een enquête van Elsevier kreeg de campus een goede score. De campus biedt alle faciliteiten die de studenten mogen verwachten van een studieomgeving. Dat geldt voor onder meer de collegezalen, de bibliotheek, de kantine en de digitale leeromgeving. De opleiding beschikt over een ruim voldoende aantal computers. De computers geven toegang tot alle benodigde programmatuur en hebben een goede responsetijd. Dat is voor studenten van deze opleiding, gezien de aard van hun studie, natuurlijk van groot belang.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen de materiële voorzieningen als goed. De noodzakelijke voorzieningen zijn aanwezig en zijn van een goed niveau.
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
De opleiding kent talrijke faciliteiten op het gebied van de digitale informatievoorziening. Deze digitale informatievoorziening is van een voldoende niveau. In bepaalde opzichten kan de overzichtelijkheid en de toegankelijkheid van de digitale faciliteiten van de universiteit beter. Er wordt naar gestreefd het overzicht en de toegankelijkheid te vergroten. De studenten worden adequaat geïnformeerd over de collegedata en tentamendata en dat gebeurt ook tijdig. Het mentoraat in het eerste jaar van de opleiding biedt de studenten de mogelijkheden om wegwijs te raken in de studie en zich het proces van studeren eigen te maken. Het instellen van het mentoraat heeft ook te maken met het feit dat na het eerste jaar een negatief bindend studieadvies kan volgen, wanneer een student minder dan 40 ECTS zou hebben behaald aan het einde van het eerste jaar danwel minder dan 60 ECTS van Bachelor-1 aan het einde van het tweede jaar. De opleiding zorgt daarom voor een vorm van begeleiding die de kans dat de studenten het eerste jaar halen, kan bevorderen.
Pagina 23 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
• • •
De studenten kunnen gebruik maken van de diensten van het Onderwijs Service Centrum voor vragen over onder meer de studieplanning en het overstappen naar andere opleidingen. De studenten hebben ook de mogelijkheid zich te wenden tot studentendecanen, vertrouwenspersonen, studieloopbaanadviseurs en universiteitspsychologen. Deze staan de studenten met raad en daad bij in problemen in de studie en in de persoonlijke sfeer. De studenten toonden in de gesprekken tevredenheid over de geboden studiebegeleiding en informatievoorziening.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de studiebegeleiding als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp Voorzieningen Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Voorzieningen als positief. Het visitatieteam heeft daarbij overwogen dat de materiële voorzieningen, de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan de eisen voldoen die daaraan gesteld moeten worden.
Pagina 24 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• •
De opleiding haakt aan bij het facultaire kwaliteitszorgsysteem. Dat systeem is gebaseerd op het INK model. De opleiding hanteert het systeem als een kader om de activiteiten om tot de verbetering van de kwaliteit te komen, te structureren. De opleiding gebruikt het systeem als een diagnostisch instrument om witte vlekken in de kwaliteitszorg op het spoor te komen en gebruikt het nog niet om vast te stellen in welke fase van de kwaliteit in termen van het INK model de opleiding verkeert. Voor alle in het model onderscheiden negen gebieden, te weten aansturing, beleid en strategie, personeelsmanagement, management van de middelen, management van onderwijsprocessen, waardering door personeel, waardering door studenten, waardering door de maatschappij en resultaten, heeft de opleiding streefdoelen opgesteld. In de aansturing vergadert de opleidingsdirectie regelmatig en volgt zij haar eigen afspraken op. In beleid en strategie stelt de opleiding jaarlijks de speerpunten van het beleid op in het kader van het strategisch beleid van de faculteit. Het strategische plan 2004 – 2008 van de faculteit is daarbij een belangrijk uitgangspunt. De opleiding streeft ernaar in het personeelsmanagement, middelenmanagement en management van onderwijsprocessen onder meer te komen tot hoogstaande kwaliteit van het personeel, tot verantwoorde procedures rond de begroting en tot afgewogen keuzen rond de onderwijsprocessen. De waardering van het personeel, de studenten en de maatschappij brengt de opleiding in beeld aan de hand van periodieke evaluaties. Deze evaluaties zijn input om tot verbeteringen in het onderwijs en de bedrijfsvoering te komen. Ook ten aanzien van de resultaten werkt de opleiding met cijfers, met name over instroom, doorstroom en uitstroom. Deze cijfers en de onderwijsevaluaties zijn input voor eventuele aanpassingen en verbeteringen in het onderwijs en de bedrijfsvoering.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de interne kwaliteitszorg als voldoende. Daarbij heeft het visitatieteam overwogen dat de opleiding beschikt over een kwaliteitszorgsysteem, dat streefdoelen zijn geformuleerd en dat de onderdelen van de opleiding systematisch geëvalueerd worden.
Pagina 25 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• •
De opleiding beschikt over verschillende besluitvormingsorganen en overlegorganen. Deze stellen vast wat de stand van zaken op de verschillende deelgebieden is en welke acties ondernomen zouden moeten worden om tot verbeteringen te komen. Het opleidingsteam van de opleiding spreekt met een zekere regelmaat over operationele zaken en de verbeteringen die daarin gewenst zouden zijn. De opleidingsdirectie vergadert regelmatig, legt de besluiten vast en draagt er zorgt voor dat de besluiten opgevolgd worden. De opleidingscommissie neemt in voorkomende gevallen deel aan de overwegingen en de besluitvorming van de opleiding. Op het hoogste niveau van de faculteit, bij het bestuursteam, adviseert de directeur van de opleiding. In de overlegorganen vormen de uitkomsten van de evaluaties een belangrijke bron om tot bijstellingen en verbeteringen van het beleid en de uitvoering te komen. Eén van de komende verbeteringen is de invoering van een blokkensysteem in plaats van het huidige trimestersysteem. Dit blokkensysteem is bedoeld om de voortgang van de studenten beter te kunnen volgen en het rendement van de studie te verhogen. Ook een verbetering is gelegen in het invoeren van een systeem van tutoren die naast het mentoraat de studenten meer inhoudelijk bij hun studie zullen begeleiden. Dit heeft tot doel de voortijdige uitstroom te beperken.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen de maatregelen tot verbetering als goed. Daarbij heeft het visitatieteam waardering voor het adequaat nemen van structurele verbetermaatregelen als die nodig zijn. Voorts is vastgesteld dat de opleiding adequate overlegorganen heeft om de verbeteringen aan te sturen. De verbeteringen vinden mede plaats op grond van de evaluaties.
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
De opleiding vraagt na elk trimester aan de studenten naar hun mening over de opleiding in de vorm van een enquête over de vakken. Deze enquête gaat over relevante vragen over het onderwijs en de examinering.
Pagina 26 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
• • • • • •
Sinds 1999 organiseert de opleiding plenaire evaluaties met studenten. In een open gedachtenwisseling met de opleidingsdirectie geven de studenten hun mening over het onderwijs en de begeleiding. Eén keer per jaar vraagt de opleiding de adviescommissie vanuit het bedrijfsleven naar hun oordeel over de opleiding en de ontwikkelingen daarbinnen. De adviescommissie beziet deze ontwikkelingen vanuit de aansluiting van de opleiding op de eisen van het bedrijfsleven. De opleidingsdirectie organiseert elk trimester een evaluatiebijeenkomst met de docenten die in dat trimester onderwijs hebben gegeven. De integratievakken I & E worden met de betrokken docenten daarnaast apart besproken. Op facultair niveau vindt jaarlijks deelname plaats aan de WO-monitor. Daarin worden gegevens verstrekt over de aansluiting van de recent afgestudeerden op de arbeidsmarkt. De opleiding heeft nog geen alumnivereniging, omdat de opleiding nog maar van betrekkelijk recente datum is. Elk van deze evaluaties is belangrijke input voor de opleidingsdirectie om maatregelen tot verbetering te nemen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam oordeelt op grond van de bevindingen het betrekken van stakeholders bij de opleiding als goed. De studenten, afgestudeerden, docenten en het afnemende beroepenveld wordt naar hun mening gevraagd door de opleiding; de relatieve kleinschaligheid versterkt de toegankelijkheid en wisselwerking tussen opleidingsmanagement en stakeholders. De gegevens uit de evaluaties zijn input voor de opleidingsdirectie om verbeteringen aan te brengen.
Beoordeling van het onderwerp Kwaliteitszorg Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Interne kwaliteitszorg als positief. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding een kwaliteitszorgsysteem heeft en dat het systeem op alle negen gebieden is ingericht. De opleiding beschikt over besluitvormingsorganen die op basis van de evaluaties stappen zetten om de opleiding te verbeteren. De opleiding betrekt relevante stakeholders als studenten, docenten en het beroepenveld bij de evaluaties en heeft derhalve zicht op de mening van deze stakeholders.
Pagina 27 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
•
De eisen die de opleiding aan de afstudeerscripties stelt, zijn dat de student aantoont in staat te zijn om onder begeleiding van een docent zelfstandig een relatief complex probleem, te doorgronden, te conceptualiseren, te analyseren en op te lossen. Het niveau van de afstudeerscripties is in de meeste gevallen goed. Een aantal van de afstudeerscripties is omgezet in wetenschappelijke publicaties. Het aantal scripties dat daadwerkelijk tot een publicatie heeft geleid in de afgelopen jaren, bedraagt 8 van de 76 scripties en dat is ruim 10 %. Voor scripties op bachelorniveau kan dit cijfer goed worden genoemd. De meeste studenten gaan na deze opleiding verder in de masteropleiding Economics & Informatics. De betreffende masterstudenten geven aan goed hun weg te kunnen vinden in de masteropleiding. In het jaar 2004-2005 ging het, als eerder gezegd, om 36 van 38 afgestudeerden. De studenten die de masteropleiding volgen, zijn in staat dat op een doeltreffende wijze te doen. Daaruit is af te leiden dat de bacheloropleiding op een adequate wijze voorbereidt op de vervolgstudie. De aansluiting van de opleiding op de eisen van het beroepenveld is in voldoende mate verzekerd. De doorvertaling van de eisen van het beroepenveld in de opleiding, de activiteiten van de raad van advies van de opleiding en het optreden van gastdocenten dragen bij aan het voorbereiden van de studenten op het beroepenveld. Dit laat onverlet dat de meeste studenten kiezen voor een vervolgopleiding en niet direct voor een loopbaan in het beroep. Het interdisciplinaire karakter van de afstudeerscripties zou iets meer in overeenstemming kunnen zijn met de positionering van de opleiding. In sommige gevallen doet zich de vraag voor of het specifieke karakter van de opleiding op het scheidingsvlak van economie en informatica, wat de opleiding haar meerwaarde geeft, niet wat nadrukkelijker in scripties tot uitdrukking moet komen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van de bevindingen het gerealiseerde niveau als goed. Het visitatieteam heeft waardering voor het niveau van de bachelorscripties en het feit dat daaruit bij enige regelmaat wetenschappelijke publicaties volgen. De bachelorafgestudeerden kunnen zonder problemen hun weg vinden in de masteropleiding. Het visitatieteam bepleit wel de positionering van de opleiding in sommige gevallen wat nadrukkelijker in de afstudeerscripties tot uitdrukking te laten komen.
Pagina 28 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het visitatieteam heeft de volgende bevindingen gedaan: •
• •
In het strategisch plan 2004 – 2005 van de Faculteit der Economische Wetenschappen staat als doelstelling aangegeven dat aan het einde van het studiejaar de opleidingsrendementen minimaal op het niveau van het landelijk gemiddelde moeten liggen. Daarnaast dient het rendement na het eerste bachelorjaar zich te bevinden op 60 %, exclusief no-show en overstappers. Het rendement van het tweede en derde bachelorjaar dient 90 % te zijn, waarbij de gemiddelde studieduur van de bacheloropleiding 3,5 jaar bedraagt. De opleiding bewaakt de gerealiseerde rendementen en neemt stappen als het rendement onder het gewenste niveau zou zijn. De opleiding komt nog niet voor in de vergelijkende keuzegids hoger onderwijs, omdat de opleiding nog niet zo lang bestaat. Een vergelijking met andere opleidingen is derhalve nog niet mogelijk.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het onderwijsrendement als voldoende. De streefcijfers zijn geformuleerd en de opleiding stelt alles in het werk om de streefcijfers te halen. Beoordeling van het onderwerp “Resultaten” Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Resultaten als positief. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding de nagestreefde eindkwalificaties weet te bereiken. De resultaten inzake de afstudeerscripties en de publicaties die daaruit voortvloeien, is opvallend. Voor het rendement van het onderwijs zijn streefcijfers geformuleerd en de opleiding spant zich in deze te bereiken.
Pagina 29 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Bijlage 1: Programma Dag 1
20 september 2006
10.00 -10.30
Decaan, opleidingsdirecteur en staf van de opleiding Voorstellen, doornemen van het programma van de visitatiedagen Prof.dr. I.J.M. Arnold (opleidingsdirecteur), drs. E. van Asperen (programmamanager), W. van de Brink (medewerker kwaliteitszorg), prof.dr.ir. R. Dekker (hoogleraar), prof. dr. P.H.B.F. Franses (decaan Faculteit Economische Wetenschappen) en prof.dr. G.J. van der Pijl (hoogleraar)
10.30 -12.00
Opleidingsdirecteur en staf van de opleiding Domeinspecifieke eisen, didactische model, duur en studielast, voorzieningen en resultaat; bachelorniveau, onderzoekscomponent, afstudeerscripties/onderzoeken Prof.dr. I.J.M. Arnold (opleidingsdirecteur), drs. E. van Asperen (programmamanager), W. van de Brink (medewerker kwaliteitszorg), prof.dr.ir. R. Dekker (hoogleraar) en prof.dr. G.J. van der Pijl (hoogleraar)
12.00-14.00
14.00 -15.30
Lunch en documentatieonderzoek
Opleidingsdirecteur en staf van de opleiding Domeinspecifieke eisen, didactische model, duur en studielast, voorzieningen en resultaat; bachelorniveau, onderzoekscomponent, afstudeerscripties/onderzoeken Prof.dr. I.J.M. Arnold (opleidingsdirecteur), drs. E. van Asperen (programmamanager), W. van de Brink (medewerker kwaliteitszorg), prof.dr.ir. R. Dekker (hoogleraar) en prof.dr. G.J. van der Pijl (hoogleraar)
15.30-16.00
Intern beraad visitatieteam
16.00-16.30
Decaan, opleidingsdirecteur en staf van de opleiding Terugkoppeling bevindingen van de eerste visitatiedag
Pagina 30 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Dag 2
9 november 2006
09.45-11.30
Docenten Didactisch concept, relatie tussen onderwijs en onderzoek, begeleiding studenten en afstudeerders Dr. F. Frasincar, dr.ir. U.Kaymak, dr. R. Potharst, prof.dr. G.J. van der Pijl, prof.dr. J.M.A. Viaene, dr. M.C. van Wezel,
11.30-12.30
Studenten, verdeeld over verschillende leerjaren Programma, studielast, materiële voorzieningen en studiebegeleiding J.W. van Dam (bachelor 1), H. Embregts (bachelor 3), A. Hogenboom (bachelor 3), F. Hogenboom (bachelor 3), M. van Loosen (bachelor 2), V. Mangnoesing (bachelor 3), H. Meeuwes (bachelor 3), W. Rijvordt (bachelor 3) en D. Vandic (bachelor 1)
12.30-14.30
Lunch en documentatieonderzoek.
14.30-15.30
Alumni Aansluiting opleiding op vervolgopleiding of praktijk, resultaten opleiding O. van Dam (master), N.J. van Eck (AIO), Y. Hamburger (werkzaam in beroepspraktijk), D. van Heijst (master), L. Levering (master), M. Meijer (master), L. Mous (master),
15.30-16.30
Intern beraad van het visitatieteam
16.30-17.00
Opleidingsdirecteur en staf van de opleiding Terugkoppeling van de bevindingen van de tweede visitatiedag en het gehele programma.
17.00-17.30
Afronding Openbare terugkoppeling van de bevindingen
Pagina 31 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Bijlage 2: Documenten • • • • • • • • • • • • • • • • •
•
•
• • • • • • • • • • • • •
Zelfevaluatie bacheloropleiding Economie & Informatica Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid: De structurele behoefte aan informatici; Adviesrapport, februari 1998; http://www.awt.nl/uploads/files/a31.pdf K. Glasbergen en R. Dekker: Informatica & Economie: Vergelijkbare opleidingen in binnen- en buitenland; technisch rapport, Faculteit der Economische Wetenschappen, EUR, april 2006 R. Dekker en E. van Asperen: Het werkveld van Informatica & Economie Afgestudeerden; technisch rapport, Faculteit der Economische Wetenschappen, EUR, mei 2006 Wikipedia: Wirtschaftsinformatik; http://de.wikipedia.org/wiki/Wirtschaftsinformatik Winnen door kiezen, Strategisch plan 2004 – 2008, Faculteit der Economische Wetenschappen, EUR, 22 april 2004 Quality Assurance Agency: Benchmark Statement Economics; http://www.qaa.ac.uk/academicinfrastructure/benchmark/honours/default.asp Quality Assurance Agency: Benchmark Statement Computing; http://www.qaa.ac.uk/academicinfrastructure/benchmark/honours/default.asp Activiteitennota, behorend bij Winnen door Kiezen Eindrapportage Kwaliteit van Onderwijs Faculteitsreglement en met name paragrafen over onderwijs en beheersinstructie Faculteit der Economische Wetenschappen WO-monitor 2004; http://dotnet.unimaas.nl/WOVSNU/Default.aspx M.I.S.-rapportage onderwijs 2e trimester 2005 – 2006 Nulmeting Kleine Kwaliteit Nota Aanvullende Informatie Vervroegde Accreditering, Faculteit der Economische Wetenschappen, 10 oktober 2003 Notitie Blokken, maart 2006 Studiegids 2005 – 2006 Faculteit der Economische Wetenschappen; http://www.few.eur.nl/few//index.cfm/site/faculteit%20der%20Economische %20Wetenschappen/pageid/27C7BDCA-A7F8-23F6-7179D7F2B30170CC/index.cfm Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, studiejaar 2005 – 2006; http://www.few.eur.nl/few//index.cfm/site/faculteit%20der%20Economische %20Wetenschappen/pageid/64491669-BC0E-0C80-BE38F1FCD2216072/index.cfm Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica & Economie; http://www.few.eur.nl/few//index.cfm/site/faculteit%20der%20Economische %20Wetenschappen/pageid/64495103-B49A-D174-55108C9029293919/index.cfm Syllabus I&E Integratie 2, studiejaar 2005 – 2006 Rapportage Onderwijsevaluaties FEW 2005 – 2006 trimester 1, tabel 5: Individuele rapportage per vak Visitatiecommissie Economie: Onderwijsvisitatie Economie; VSNU, Utrecht, juli 2003, ISBN 90 55 2984 Handboek kwaliteitszorg onderwijs G. Eilers: Onderwijsevaluaties Faculteit der Economische Wetenschappen, 2006 Formulier Beoordelingsverslag Scripties Faculteit der Economische Wetenschappen Evaluatieformulier thesisbegeleiding Informatica & Economie, 2006 Eerste resultaten evaluatie thesisbegeleiding, Informatica & Economie, 2006 Beheerinstructie, Faculteit der Economische Wetenschappen, 2005 Quick Scan voor zelfdiagnose, Erasmus Universiteit Rotterdam, 2005 Keuzegids Hoger Onderwijs (KHO); http://www.keuzegids.org Selectie van bachelor-afstudeerscripties Overzicht van studentenaantallen, verdeeld naar major
Pagina 32 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader De doelstellingen van de bachelor zijn vertaald in leerdoelen van het programma, zoals in onderstaand schema vervat. Deze opzet is onder andere tot stand gekomen naar aanleiding van het advies van de visitatiecommissie Economie om de doelstellingen en eindtermen scherper te formuleren en explicieter op te nemen op vakniveau en in de bachelor- en mastertrajecten. Het visitatieteam van Certiked heeft onderstaande tabel als domeinspecifiek referentiekader gehanteerd. KENNIS 1. Weergeven en interpreteren Studenten tonen aan te beschikken over basis kennis van de (bedrijfs-) economische wetenschap, basis kennis in de informatica en kennis over de toepassingen van informatica binnen economische context. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 1.1
1.2 1.3
1.4 1.5 1.6 1.7
Weergeven en interpreteren van de belangrijkste concepten van de macro-, micro- en bedrijfseconomie (kosten- en winstbepalingsvraagstukken, prijs bepaling, financiering, belegging, marketing, organisatie). Weergeven en interpreteren van de belangrijkste concepten van informatiemanagement en management control. Weergeven en interpreteren van de belangrijkste concepten uit de informatica: architectuur (systemen en netwerken), modelleren (talen, machines, kennis), modelleermethoden (simulatie, artificial intelligence), informatie- en kennissystemen, systeemontwikkeling en beheer; Vaardig hanteren van informatica technieken. Weergeven en interpreteren van de concepten van een moderne programmeertaal: Vaardig hanteren van deze taal. Weergeven van de state-of-the-art op het gebied van informatie- en communicatie technologie. Weergeven en interpreteren van de ontwikkeling van het vakgebied informatica & economie. Construeren en implementeren van een model met behulp van gangbare informatica en wiskunde gereedschappen en methoden; vaardig hanteren van de bijbehorende technieken.
INZICHT 2. Analyseren en verklaren Studenten analyseren en verklaren verschijnselen en problemen in de economie en in bedrijven met behulp van kennis van de theorieën en methodologieën van de economische wetenschap en de informatica. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 2.1 Toepassen van (bedrijfs-)economische en informatica concepten, theorieën, onderzoekstechnieken en methoden op verschijnselen en problemen van (bedrijfs-) economische aard. 2.2 Analyseren, verklaren en beoordelen van het gevoerde ICT beleid van organisaties.
Pagina 33 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
TOEPASSEN: ONDERZOEK 3. Formuleren van doelstelling en probleemstelling Studenten formuleren een probleemstelling, uitgaande van wetenschappelijke concepten en theorieën uit de informatica en de economie. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 3.1 Afbakenen en definiëren van een onderzoek op het terrein van de informatica en (bedrijfs-)economie. 3.2 Concretiseren, formuleren en operationaliseren van onderzoeksvragen. 4. Keuze van onderzoeksopzet Studenten kiezen een onderzoeksopzet die aansluit bij hun vraagstelling. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 4.1 Selecteren en gebruiken van de relevante modelleermethode, die kwantitatief, kwalitatief of algoritmisch van aard kan zijn, mede op basis van literatuurstudie. 4.2 Efficiënt en effectief gebruiken van databanken, waaronder internet en bibliotheken, ten behoeve van gegevensverzameling. 5. Onderzoeksmethode bepalen Studenten kiezen één of meer geschikte methoden om data te verzamelen, te bewerken en te interpreteren. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 5.1 Toepassen van gangbare informatica, mathematische en statistische methoden, inclusief simulatie en artificial intelligence methoden, met behulp van software-pakketten. 5.2 Aanpassen en uitvoeren (in een programmeertaal) van een bestaande methode voor eenvoudige problemen. 5.3 Verzamelen, bewerken en interpreteren van data uit bestaande informatiesystemen. 6. Trekken van conclusies Studenten doen uitspraken over de initiële probleemstelling op basis van de gevonden resultaten. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 6 Verwerken van de verzamelde gegevens (die vaak beperkt, onvolledig en mogelijk tegenstrijdig zijn) en trekken van conclusies ten aanzien van de probleemstelling op basis van de verwerkte gegevens. TOEPASSEN: MANAGEMENT 7. Ontwerpen van beleidsadviezen Studenten doen voorstellen waarmee (bedrijfs-)economische problemen kunnen worden opgelost op basis van relevante concepten, theorieën en technologie uit de vakgebieden van informatica en economie. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 7.1 Beoordelen van de relatie tussen bedrijfsvoering, bedrijfsprocessen en ICT infrastructuur. Opstellen van beredeneerde voorstellen ter verandering van bedrijfsvoering, bedrijfsprocessen en ICT infrastructuur. 7.2 Opstellen van beredeneerde voorstellen voor benodigde ICT voor nieuwe bedrijfsdoelen en voor nieuwe bedrijfstoepassingen van ICT. 7.3 Beoordelen van kansen, mogelijkheden en effecten (waaronder kosten en baten) van de inzet van nieuwe technologie in economische processen.
Pagina 34 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
TOEPASSEN: I&E PROFESSIONAL 8. Vraagstukken oplossen Studenten kiezen één of meer geschikte methoden om een vraagstuk op te lossen. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 8.1 Formuleren van globale ICT vraagstukken in een (bedrijfs-)economische context. 8.2 Herleiden van globale vraagstukken tot (innovatieve) deelprobleemstellingen. 8.3 Opstellen van criteria voor oplossing en uitvoering van probleemstellingen. 8.4 Oplossen van deelprobleemstellingen individueel of in team-verband, gebruikmakend van relevante kennis en ervaring. GENERIEKE COMPETENTIES 9. Abstractie Studenten abstraheren in een gegeven context relevante variabelen uit een complexe samenhang. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 9.1 Onderscheiden van hoofd- en bijzaken. 9.2 Inzien van de contextuele afhankelijkheid van het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. 9.3 Construeren van een formeel model (modelleren). 10. Analytische grondhouding Studenten trekken logische conclusies uit gegeven aannames. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 10.1 Maken van logische gevolgtrekkingen uit abstracte en waarneembare feiten. 10.2 Herleiden van een beleidsprobleem tot een onderzoeksvraag. 11. Onderzoekende grondhouding Studenten baseren uitspraken over de werkelijkheid op betrouwbare gegeven. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 11.1 Formuleren van onderbouwde conclusies t.a.v. de vraagstelling. 11.2 Kunnen leggen van nieuwe verbanden en toepassen van bestaande methoden in nieuwe situaties. 12. Interpretatiekaders Studenten gebruiken verscheiden interpretatiekaders (frames) bij het doen van uitspraken over de werkelijkheid. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 12 Onderscheiden van relevante interpretatiekaders (zoals rational expectations en behavioristic) in een gegeven probleemsituatie.
Pagina 35 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
13. Samenwerking Studenten werken professioneel en doelgericht samen in teams met erkenning van een ieders belang, positie en waarden. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 13.1 Samenwerken met medestudenten in taakgerichte groepen van verschillende structuur (mono- en met name multidisciplinair). 13.2 Projectmatig werken binnen aan tijd en middelen gestelde randvoorwaarden. 13.3 Vergaderen op effectieve en efficiënte wijze, notuleren en bewaken van de follow-up van afspraken. 13.4 Omgaan met de (spannings)relaties tussen verschillende actoren in de groep. 14. Communiceren Studenten communiceren effectief schriftelijk en mondeling met personen en groepen van uiteenlopende aard. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 14.1 Presenteren van onderzoek, onderzoeksresultaten en beleidsadviezen in zowel schriftelijke als mondelinge vorm. 14.2 Onderscheiden van hoofd- en bijzaken in de mondelinge en schriftelijke communicatie. 14.3 Consistent en overtuigend argumenteren. 14.4 Maken van keuzes over de manier en vorm van presenteren, afhankelijk van de aard van de gelegenheid, het publiek en de te bereiken doelen. 15. Zelfsturing Studenten profileren zich als een verantwoordelijk en academisch professional die beschikt over de leervaardigheden om een vervolgopleiding die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Studenten zijn aan het einde van de bacheloropleiding in staat tot het: 15.1 Innemen en verantwoorden van de eigen positie t.a.v. ICT ontwikkelingen en problemen van bedrijven of overheden. 15.2 Nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces.
.
Pagina 36 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Bijlage 4: Visitatieteam Prof. dr René W. Wagenaar Prof Wagenaar (1954) is full time professor and head of the ICT department at the School for Technology, Policy and Management (TPM) of the Technical University Delft. He holds a PhD in physics from the University of Amsterdam and a BSc in economics from the Free University Amsterdam. He has over 20 years of experience in ICT, both from various positions in the academic community as from working in the ICT industry. After his PhD in experimental physics from the FOM Institute on Atomic and Molecular Physics in 1984, he started his professional career as network system architect at Philips Data and Tele-communications Systems in the Netherlands and Sunnyvale, USA, where he worked on the architecture and design of local area network systems. In 1989 he moved to the Rotterdam School of Management of the Erasmus University Rotterdam to work first as assistant, later as associate professor in Business Telecommunications. Under his management, a new research strand on electronic messaging, EDI and business process re-engineering was created, resulting in 4 PhD theses. He co-developed together with Bakkenist Management Consultants the “Port of Rotterdam” simulation game, which was the first experimental system that addressed the impact of EDI in business networks. From 1996 till 2001 he held the part-time chair, sponsored by KPN, of professor in the economics of telecommunications services at the Free University Amsterdam, and became head of strategy of KPN Research, the corporate R&D unit of KPN (the Dutch incumbent Telco). Within KPN, he was the main initiator behind R&D on E-Business developments and technologies. Recently, he founded the New Government Research Center at the Faculty of TPM, which intends to study the ICT architecture and organizational redesign for existing and new (mobile) on-line service provisioning within the public sector. A partnership has been established with the Center for Public Innovation of the Erasmus University Rotterdam, which studies innovation in public governance in transformation to the information society. He has published six books and over 100 articles and papers in scientific and professional journals on the topics of EDI and business process networking, Electronic Commerce, ICT infrastructure and service design, and EGovernment. He has participated, both as researcher and reviewer, in a number of 5th and 6th IST projects on EDI and E-commerce, E-Government, ICT standardization, e-mobility and e-security. He is a frequent speaker on these topics on national and international seminars and conferences. He is co-editor of the Journal of Electronic Commerce Research and Applications, and member of the editorial boards of Electronic Markets, the International Journal and the Journal of Netnomics, and holds memberships of the AIS, ACM and IEEE. He serves as advisory board member to the E-government and ICT Innovation programs of the Dutch Ministries of Economic Affairs, Traffic and Waterworks and Interior Affairs, and as advisor for committees on behalf of the Dutch government on e-security and institutional trust in electronic communication networks.
Pagina 37 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Prof. Dr. Pieter M. Ribbers is Professor of Information Management at Tilburg University. He is the chair of the Department of Information Systems and Management and Academic Director of Master of Information Management program of Tias Business School. He has been the dean of the Faculty of Economics and Business Administration. From 1991 till 1995 he held a position as affiliated Professor in Information Management at Washington University in St. Louis MO. He is guest Professor at the University of Hasselt (Belgium). His interests span management of information technology (in particular questions related to alignment and information economics), interorganizational systems (in particular electronic commerce), and the strategic and organizational consequences of the use of Information Technology. He is active as researcher, lecturer and consultant. He supervised over 20 PhD theses and has contributed articles in this field to professional national and international journals and (co-) authored several books. He is an active speaker at conferences in both Europe and the United States. As a consultant he worked for companies like Nolan Norton Institute and ING-group especially in scenario development and information economics. His most recent books, are “e-Business: Organizational and Technical Foundations”, co-authored wit Mike Papazoglou, John Wiley & Sons Ltd, 2006, and “Managing IT Outsourcing”, co-authored with Eric Beulen and Jan Roos, Routledge, 2006.
Ir René S. Kloosterman (teamleider) Na zijn studie Technische Bedrijfskunde (TUE, 1991) heeft Kloosterman gewerkt voor het adviesbureau KPMG Consulting. Belangrijke aandachtsgebieden waren daarbij marktonderzoeken en het formuleren van strategische plannen. Na twee jaar heeft hij zich zelfstandig gevestigd en sindsdien grote projecten uitgevoerd in binnen- en buitenland (Rusland, Kazakhstan, Tsjechië, Curaçao), op het grensvlak van strategie, marktoriëntatie en managementsystemen. In Oekraïne en Kazakhstan betrokken geweest bij projecten in de agrarische en foodsector. Voorts: het opzetten van buitenlandse operations in opdracht van Rijnconsult en in opdracht van Barents Consulting (London). Sinds 1995 is hij werkzaam voor Certiked, sinds 2002 fulltime in de rol van directeur. Veel visitaties geleid, van voltijd bekostigd tot deeltijd aangewezen onderwijs.
Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC (secretaris) Na zijn studie economie heeft de heer Vercouteren vijf jaar managementfuncties bekleed. Sedert 1990 verricht hij op basis van zelfstandigheid analysewerkzaamheden en interim management, ook voor opleidingsbedrijven als ISBW, Wolters Kluwer Genève en voor het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Op regelmatige basis treedt de heer Vercouteren op als secretaris van Certiked visitatieteams. Hij heeft in 2005 de postdoctorale opleiding Controller succesvol afgerond aan de Universiteit Nijenrode. E.E.A. Wouters (studentlid) Liesbeth Wouters studeert momenteel Master Economics aan de Universiteit van Tilburg. In 2006 rondde ze haar Bachelor International Economics and Finance af, mede nadat zij in 2004/2005 een half jaar in China gestudeerd heeft aan de Chinses University of Hong Kong. Ze is thans lid van de Faculteitsraad en is onder andere ook lid geweest van de opleidingscommissie tijdens haar Bachelorstudie.
Pagina 38 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc
EUR © Certiked
Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 39 van 39 EUR E&I def. - februari 2007.doc