Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
0
Aan Leden Commissie Stadsontwikkeling Datum
Opgesteld door: G.E. van der Woude
Onderwerp Raadscommissie Stadsontwikkeling d.d. 19 februari 2004 ter vaststelling in de Raadscommissie Stadsontwikkeling van 5 april 2004.
Aanwezig: Commissieleden: M.E.A. van Hulsentop–van de Linden (PvdA), H.B.W. van Hees(NN), A.I.M. Benda (NN), G.C.M van Zijll de JongLodenstein (SLN), J.V.J. van Deurzen (VSP), E.J. Mühren (VVD), J.G. Borgesius (VVD), K.W.A. Wools (VVD), V.H.J. Hermens (D66), H. Roorda (GroenLinks), E.R.T. Vermeulen (GroenLinks), J.H.J. Lamers (CDA), R.R. Raghoe (CDA), A. Hillen (CDA) Afwezig:
W.M. van Eck (GroenLinks), P.R. Oomen (GroenLinks), P.J.E. Breukers (PvdA), P.M. Smals (PvdA), M.J. de Grood (PvdA), A. Arzbach (PvdA), J.W.H. van Hooft (SP), B. Peterse (SP), J.J.M. van Rens (SP)
Voorzitter: Griffier: Wethouders:
J. van der Meer G.E. van der Woude A.J.F.M. Hirdes
Ambt. medew.:
F. Claessens (presentatie bij agendapunt 1) T. Buiting (presentatie bij agendapunt 2 en 3) S. Heijne (toelichting bij agendapunt 4) ………. Hustinx (toelichting bij agendapunt 6)
Verslag:
Buro Service Overasselt, J.H.C. Peters-van Uden
Opening De voorzitter opent de vergadering om 19.00 uur en heet alle aanwezigen welkom. Hij deelt mede 1) dat er een afmelding is van dhr Van Rens, 2) dat er een werkbezoek is georganiseerd naar Maastricht vanwege de PPS parkeergarages voor vrijdag 19 maart ’s middags, 3) op 1 maart a.s. vindt de reguliere raadscommissievergadering plaats en begint om 19.00 uur op het Joris
SO040219verslag.doc
Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
1
Yvensplein, vervolgens om 19.45 uur bij ’t Oude Weeshuis en 4) dat dit de eennalaatste commissievergadering is voor hem als voorzitter. 1. Luchtkwaliteit Dhr Claessens geeft een presentatie aan de hand van spreadsheets (bijlage) ten aan zien van de luchtkwaliteit. Naar aanleiding van de presentatie stellen de commissieleden vragen. PvdA vraagt hoe het kan dat men in Nederland meer moeite heeft met de fijne stof en NO2 dan andere landen. Dhr Claessens antwoordt dat Nederland dichter bevolkt is in vergelijking met andere landen. In de andere landen beperkt het probleem zich voornamelijk tot de grote steden. VSP vraagt of 1) er internationaal iets aan te doen is, 2) of men invloed kan uitoefenen op de scheepvaart, zodat er meer aan de uitstoot van schepen gedaan kan worden, 3) of er onderzoek gedaan is naar de milieubelasting van verkeersdrempels, 4) of een aanplant van bomen wellicht een actieve rol kan spelen ten aanzien van het milieueffect. Dhr Claessens antwoordt dat er in Europees verband aan gewerkt wordt om motoren van onder andere auto’s schoner te krijgen, voor de scheepvaart lopen er ook dergelijke projecten. De Rijksoverheid in Nederland stuurt daar ook op aan. De gemeente is twee jaar bezig om de luchtkwaliteit in kaart te brengen, Nijmegen is de enige gemeente die dit op deze manier in beeld heeft gebracht. Ten aanzien van de verkeersdrempels licht hij toe dat er een onderzoek is gedaan ten behoeve van het landelijke project “Duurzaam Veilig”, hieruit bleek dat dit geen direct nadelig effect heeft op de lucht. De problemen concentreren zich met name op de hoofdwegen en het stadscentrum. Met betrekking tot de aanplant van bomen, licht hij toe dat aan de ene kant bomen luchtverontreiniging opnemen, maar dit is niet in verhouding tot de problematiek. Aan de andere kant kunnen bomen ook een negatief effect hebben. GroenLinks vraagt 1) hoe lang men nog winst kan halen uit de verbetering van de doorstroming, 2) of er nog extra maatregelen genomen worden op extra drukke wegen, behalve de verbetering van de doorstroming, 3) heeft begrepen dat het “nieuwe rijden” (sneller doorschakelen) 25-30% besparing op brandstof oplevert, 4) of er steden zijn waar men van kan leren en 5) meent dat de luchtkwaliteit verbeterd zou kunnen worden door de vergunningverleningen op orde te hebben. Dhr Claessens antwoordt op vraag 1 dat het met name de bedoeling is om maatregelen eerder te bewerkstelligen. Er zijn gemeenten, welke zelf projecten opzetten om over te stappen op schonere brandstof, aardgas is veel veiliger en schoner dan LPG. Op vraag 2 antwoordt hij dat bij drukke wegen het probleem blijft dat men alleen kan trachten mensen meer op de fiets te krijgen of openbaar vervoer, anders komt men uiteindelijk terecht op volumebeperkende maatregelen voor de grotere wegen. Op vraag 3 licht hij toe dat dit een mogelijk onderdeel zou kunnen zijn van het communicatie-plan. Een nadeel is dat men nog steeds de mensen in de auto heeft, men moet eerst proberen de mensen uit de auto te krijgen en pas dan zou het “nieuwe rij-
SO040219verslag.doc
Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
2
den” genoemd kunnen worden. Op vraag 4 antwoordt hij dat er in Nederland voorbeelden zijn, zoals de gemeente Haarlem ten aanzien van de aanschaf van aardgas in gemeentelijke voertuigen. Amsterdam en Groningen hebben een milieuzone voor het centrum. CDA citeert uit het stuk: “De stolp is een bovenwettelijk kader” en vraagt wat men hiermee bedoelt. Wethouder Hirdes licht toe dat men een kader kan maken om ervoor te zorgen dat de milieudruk niet toeneemt. SLN mist in het stuk de kernvraag, waar men met de stad naartoe wil door te kiezen of men de stad wil verdichten dan wel dat men streeft naar een verlaging van de milieudruk. Met cijfers zou doorgerekend moeten worden hoe Nijmegen eruit ziet in de milieukwaliteit op de lange termijn. SLN wil een stad, welke in 2025 volledig voldoet aan de normen, die er dan zijn. Er moet ook gekeken worden naar de risiconorm van de gezondheid. Er moet een relatie gelegd worden tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening, dus er moeten keuzes gemaakt worden. SLN ziet de transferia om de bewoners te stimuleren meer de fiets te pakken en gebruik te maken van het Openbaar Vervoer niet terug in het plan. VVD kan over het algemeen achter het plan staan, het is noodzakelijk om in de toekomst ruimtelijke ontwikkeling nog mogelijk te houden en te maken. De VVD is wel van mening dat men moet uitkijken niet door te slaan, anders zouden bedrijven zich wellicht niet meer in Nijmegen willen vestigen, waarmee Nijmegen zichzelf uit de markt zou prijzen. Ook vindt de VVD dat men niet moet tornen aan eerdere uitgangspunten en houdt vast aan de afspraken dat er geen afname aan parkeerplaatsen in de stad zal zijn, zonder dat er andere parkeerplaatsen voor in de plaats komen. De binnenstad moet voor ondernemers aantrekkelijk blijven, de VVD wacht het onderzoek van het stadsdistributiesysteem graag af, maar vindt dat men het de ondernemers niet onmogelijk moet maken. Wethouder Hirdes licht toe dat er ten aanzien van de stadsdistributie een project start vanuit de Provincie, waarbij de gemeente zal proberen aan te sluiten. Er vindt reeds met een aantal bedrijven overleg plaats, zodat het gezamenlijk met hen opgebouwd en uitgebouwd kan worden. Dit is juist om te voorkomen dat men zich als stad uit de markt gaat prijzen. NN maakt zich zorgen ten aanzien van de effecten voor de ondernemers en vindt communicatie richting ondernemers in deze erg belangrijk. NN is een voorstander van Koers-West, maar maakt zich zorgen over het feit dat de milieuprijs zou moeten worden betaald door de ondernemers. VSP vindt het belangrijk dat het probleem bij de bron wordt aangepakt. Ten aanzien van de scheepvaart denkt VSP dat er een mogelijkheid is om samen te werken met andere steden. VSP vindt het jammer dat er geen daadwerkelijk onderzoek is gedaan naar de extra milieubelasting van verkeersdrempels. D66 vindt het een vooruitstrevend plan. Het probleem is om te kijken waar de gemeente bevoegd is en waar het Rijk bevoegd is. Met name de communicatie is in deze erg belangrijk. PvdA vindt het verhaal ten aanzien van de fijne stof/NO2 zorgelijk en de inzet van het College goed, vooral omdat de verantwoordelijkheid genomen
SO040219verslag.doc
Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
3
wordt voor een goede luchtkwaliteit. Als overheid heeft men de plicht om het leefmilieu zo goed mogelijk te laten zijn, er moeten ook verregaande maatregelen genomen worden. PvdA denkt dat het mogelijk is om aan onorthodoxe maatregelen te denken, als voorbeeld noemt denkt de PvdA aan het financieren van actieve middelen, bijvoorbeeld een rookgasfilter, om de luchtkwaliteit te verbeteren. CDA denkt dat het plan eigenlijk niet voldoende is en is ook geschrokken van de fijne stof/NO2, men kan echter op dit moment niet meer. Men komt ook bij de discussievraag of het maatschappelijk maakbaar is. De voorgestelde maatregelen komen al in spanningsveld, als voorbeeld noemt hij de discussie over het milieuvriendelijk maken van het openbaar vervoer door schonere brandstof. Ook ziet CDA graag dat er nogmaals goed gekeken wordt naar de milieueffecten van de scheepvaart. GroenLinks vindt het goed dat er een uitvoeringsprogramma ligt, waar veel maatregelen in getroffen worden. Het fietsen moet aantrekkelijker gemaakt worden. GroenLinks vindt dat men moet zoeken naar effectieve maatregelen om de stad leefbaar te houden. Wethouder Hirdes licht toe richting SLN dat men ook probeert om een relatie te leggen tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. In het ruimtelijke ordeningsbeleid gaat men ook uit van een aantal maatregelen, welke hun effect op het milieu hebben. Ook is men in overleg met Provincie en de gemeente Beuningen om een gebiedsgericht beleid te voeren. De ontwikkelingen, welke verkeer aantrekken, dienen geconcentreerd te worden rond de knooppunten, omdat dit de beste methode is om te zorgen dat men alternatieven aanbiedt voor de auto’s en het Openbaar Vervoer een goede plek te geven in het geheel. Ten aanzien van de scheepvaart licht hij toe dat dit nog nader onderzocht wordt. De brief van de industriekring staat wat hem betreft los van het uitvoeringsprogramma, hij begrijpt wel de zorgen. Het uitvoeringsprogramma is er juist op gericht om ontwikkelingen ook in de toekomst mogelijk te blijven maken. Men moet zich realiseren dat, indien de genoemde maatregelen onvoldoende werken, er alleen nog de oplossing van volumebeperking is. Richting PvdA licht hij toe dat er uitzonderlijke situaties zouden kunnen zijn, waarbij de genoemde onorthodoxe maatregelen een oplossing zijn. In eerste instantie moet men echter kijken of een bedrijf voldoet aan de normen en wat een bedrijf zelf op kan lossen. De SLN, VVD en VSP maken een voorbehoud bij het voorstel, de overige fracties gaan akkoord met het voorstel. 2.
Klimaatplan
Dhr Buiting geeft een presentatie aan de hand van spreadsheets (bijlage) ten aanzien van het klimaatplan. Naar aanleiding van de presentatie stellen de commissieleden vragen. PvdA vraagt 1) of de subsidie van EUR 380.000,- ook daadwerkelijk is begroot door het Rijk Verder en 2) of er bij de renovatie van het Stadhuis gekeken wordt naar energiebesparende maatregelen.
SO040219verslag.doc
Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
4
Dhr Buiting antwoordt dat het bedrag van EUR 380.000,- is gereserveerd voor Nijmegen in een pot, welke nog niet op is. Ten aanzien van de renovatie van het Stadhuis is er een onderzoek uitgevoerd naar energiebesparende maatregelen. VVD vraagt 1) of bij de EPL is bekeken wat de consequenties zijn van het doorrekenen van de normen, 2) welke woningen op de rit staan voor de EPA, wat de VVD overigens ziet als een middel en niet als een doel, en 3) ten opzichte van wat de genoemde doelstelling van EPC voor nieuwbouw, een aanscherping van 10% is. Dhr Buiting antwoordt dat de taakstellingen een inspanningsverplichting zijn. De EPL betreft een rapportcijfer op een locatie. Verschillende situaties maken of een hogere EPL gemakkelijker of moeilijker te realiseren is. Ten aanzien van de EPC licht hij toe dat men daarbij gemakkelijker onder de norm kan komen. GroenLinks vraagt of men altijd is uitgegaan van de EPL bij nieuwbouw en bij herstructurering en of er hierover afspraken worden gemaakt met corporaties. Dhr Buiting antwoordt dat het zinvol is om op locatie, wanneer het meer dan 500 woningen betreft, te kijken hoe een en ander geoptimaliseerd kan worden. CDA merkt op dat het goed zou zijn om bij de straatverlichting energiebesparende lampen te gebruiken. Hij heeft begrepen dat er bij de verlichting van de fietsbrug zonne-energie op elke armatuur zit. Dhr Buiting licht toe dat onderzocht wordt of er aan de openbare verlichting een extra energiebesparing gerealiseerd kan worden. VSP vraagt in hoeverre het gezondheidsaspect in het onderzoek is meegenomen. Dhr Buiting antwoordt dat er tegenwoordig goed rekening mee gehouden wordt, ook met bijvoorbeeld isolatiemateriaal. Wethouder Hirdes licht verder toe dat de genoemde projecten zullen worden vermeld in de subsidieaanvraag, welke bij het Rijk ingediend wordt. Het College zal de subsidieaanvraag doen, de tekst hiervan zal ook naar de commissie komen. SLN vraagt of men op schema is met de CO2-reductie en ziet dit graag terug in een effectmeting. Wethouder Hirdes licht toe dat de aandacht wat veranderd is. De bedoeling is om de dingen nu zo snel mogelijk op te pakken en in te zetten op concrete maatregelen. Men weet dan wellicht niet precies hoeveel energiebesparing of CO2-reductie men bereikt, maar wel dat het verbetert. Vervolgens wordt er een quiz gehouden onder de commissieleden en niet betrokken ambtenaren. 3. Gemeentelijke duurzame energie Dhr Buiting geeft ook bij dit agendapunt een presentatie aan de hand van spreadsheets (bijlage).
SO040219verslag.doc
Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
5
4. Bedrijfsinterne milieuzorg Mw Heijne geeft een korte toelichting bij dit agendapunt, zij is productmanager bij de Facilitaire Dienst van de gemeente Nijmegen. GroenLinks vraagt 1) of er ook rekening gehouden wordt met milieubewuste verpakkingen, 2) of er gekozen kan worden voor duurzame koffie, zoals Max Havelaar, in plaats van Douwe Egberts, 3) of de kantoorartikelen van duurzaam materiaal zijn. Mw Heijne antwoordt 1) dat er inderdaad zeer zeker rekening mee wordt gehouden, 2) dat de gemeente een contract heeft met Douwe Egberts wat een langere tijd loopt en 3) dat er een contract is met Ahrend ten aanzien van de kantoorartikelen. Er wordt inderdaad gekeken naar materiaal, wat niet milieubelastend is. 5. STOLP Wethouder Hirdes licht toe dat het feitelijk een bestuurlijke afspraak is, welke de gemeente Nijmegen met zichzelf heeft gemaakt. Men heeft hiervoor ook te maken met de gemeente Beuningen en de Provincie. Tussen deze drie overheden vindt een vast overleg plaats om de situatie Nijmegen-West/Weurt te bespreken. In dat gezamenlijk overleg is naar voren gekomen dat er met een gebiedsgericht beleid gewerkt zal moeten worden. De drie overheden zijn van plan om een soort van intentieverklaring op te stellen van wat het gebiedsgericht beleid zal inhouden. Die intentieverklaring zal vermoedelijk in maart in het College komen. De aandacht gaat voor een groot gedeelte uit naar de situatie rond de STOLP. Op dit moment wordt gekeken naar de manier om de STOLP op een dusdanige wijze te maken dat men hem ook operationeel kan maken, hierover wordt binnenkort de discussie aangegaan met het STOLP comite. Het STOLP comite zal een grote rol spelen in het verkrijgen van draagvlak. CDA vindt dat het College haar standpunt dient te hebben ten aanzien van de STOLP voordat de MER Stadsbrug aan de orde komt. Het zou een objectievere benadering zijn wanneer men eerst de STOLP invulling zou geven en daarna te bekijken hoe het staat met de stadsbrug. Wethouder Hirdes licht toe dat de MER aangeeft wat de situatie zal zijn van de milieudruk in het gebied, het STOLP comite bekijkt welke elementen men mee laat wegen in de STOLP. Dit hoeft elkaar naar zijn mening niet te bijten. Voor het College geldt ook dat zij met de andere overheden in gesprek is gekomen, men moet gezamenlijk naar het beleid kijken. Dit brengt een meerwaarde in de discussie. SLN vraagt wat het jaar van de nulmeting is. Wethouder Hirdes vindt dat dit met het STOLP comite bekeken moet worden en tot welke periode men de STOLP laat doorlopen. Getracht wordt om in de zomer te komen met een duidelijk stappenplan. GroenLinks vraagt wat men precies voor ogen heeft met de STOLP, wat de doelstellingen zijn en hoe concreet die doelstellingen zijn. Wethouder Hirdes antwoordt dat dit de eerste zaken zijn, waar het STOLP comite zich mee bezig dient te houden. SLN vindt daadkracht van de wethouder in deze erg belangrijk. De plannen liggen er al vanaf 1996, er zijn al verschillende plannen van aanpak.
SO040219verslag.doc
Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
6
6. Carcinogene stoffen SLN merkt op de actuele gegevens over de uitstoot van carcinogene stoffen door bedrijven nog steeds niet te hebben gehad. PvdA geeft aan tevreden te zijn met het feit dat gezegd wordt dat de uitstoot in ieder geval is afgenomen. SLN merkt op dat het belangrijk is om te weten is wat toegestaan is in de vergunningen. Zij citeert uit de reactie van het College: “Bij het merendeel van de Nijmeegse bedrijven worden geen metingen verricht”. Naar haar mening betekent dit dat er geen grens is aan de uitstoot. SLN meent dat een lijst aan de uitstoot van carcinogene stoffen ook gebruikt kan worden in de STOLP-benadering. Dhr Hustinx licht toe dat er veel bedrijven zijn met slechts beperkte emissies, met activiteiten waar niet direct een meetprogramma voor is. Voor die bedrijven geldt dat er eisen gesteld worden aan de gebruikte middelen. Daar boekt men dan de milieuwinst. Wethouder Hirdes vult aan dat reeds was aangegeven dat een deel van de motie niet uitvoerbaar was. De motie is afgehandeld en kan van de lijst worden geschrapt. 7. Fietsenstallingen/Stallingsbehoefte onderzoek centrum CDA wil graag weten of er aan Plein 1944 nog meer fietsenstallingen komen. Wethouder Hirdes antwoordt dat er een grote behoefte blijkt te zijn daar aan meer fietsenstallingen. De stallingen aan Plein 1944 zullen dus worden uitgebreid. VVD vindt de beperking, dat men in bepaalde klemmen niet langer dan twee uur mag stallen, onbegrijpelijk. Naar de mening van de VVD is dit niet goed wanneer men mensen wil stimuleren de fiets te pakken in plaats van de auto. Wethouder Hirdes licht toe dat de werknemers en omwonenden bijvoorbeeld een vergunning zouden kunnen nemen van de Molenstraatkelder. De fietsklemmen, waar men niet langer dan twee uur mag stallen, zijn dan ook voornamelijk bedoeld voor bezoekers. D66 vraagt hoe men daarop denkt te kunnen handhaven. Wethouder Hirdes antwoordt dat toezichthouders dit in de gaten houden. Hij licht verder toe dat het in het belang is van de winkeliers dat de klemmen juist bedoeld zijn voor bezoekers. Zij dienen hun personeel dan ook een goed alternatief aan te bieden om de fiets te kunnen stallen. GroenLinks vindt dat er samen met de ondernemers gekeken moet worden naar een oplossing. CDA vraagt of er voor de Molenstraatkelder betaald moet worden. Wethouder Hirdes antwoordt dat hier inderdaad voor betaald moet worden. CDA geeft aan het dan eens te zijn met de VVD dat men op die manier niet stimuleert dat men met de fiets komt.
SO040219verslag.doc
Conceptverslag Raadscommissie Stadsontwikkeling 19 februari 2004
Vervolgvel
7
GroenLinks vindt dat, aangezien de fietsenstalling bij de Bisschop Hamerstraat gratis is, ook de fietsenstalling bij de Molenstraatkelder gratis zou moeten zijn. Wethouder Hirdes vreest dat het dan onbetaalbaar wordt, om financiële redenen zal de Molenstraatkelder dan waarschijnlijk niet in gebruik genomen kunnen worden. Hij vindt dat er ook een stuk verantwoordelijkheid bij de gebruikers zelf en bij de werkgevers ligt. D66 vraagt of de fietsklemmen er snel komen. Wethouder Hirdes antwoordt dat het eerste deel er al is bij gekomen en dat het tweede deel zo snel mogelijk komt. De moties worden beschouwd als zijnde afgehandeld. Sluiting vergadering Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering om 22.45 uur en dankt de aanwezigen voor hun inbreng.
SO040219verslag.doc