Rotterdam, 16 oktober 2012.
Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid drs. A.N. Molenaar (Leefbaar Rotterdam) over 'subsidieadvies Museum Rotterdam'.
Aan de Gemeenteraad. Op 15 augustus 2012 stelde het raadslid drs. A.N. Molenaar (Leefbaar Rotterdam) ons schriftelijke vragen over 'subsidieadvies Museum Rotterdam'. Inleidend wordt gesteld: "Op 1 augustus viel in het AD te lezen dat het (Historisch) Museum Rotterdam de huur opzegt van het Schielandshuis. Dit wordt nu ook bevestigd op de eigen website. Dit naar aanleiding van het subsidieadvies van de RRKC waarbij het subsidiebedrag verlaagd wordt van € 5,5 miljoen (2012) per jaar naar € 3,75 miljoen per jaar voor de periode 2013 t/m 2016. Als argument zegt het museum dat zij sowieso wil vertrekken uit het Schielandshuis omdat zij zich in 2016 wil vestigen in het Forum van Koolhaas om daar ‘het verhaal van de stad’ te gaan vertellen. Naar onze mening is het subsidieadvies echter afgegeven voor de periode 2013 t/m 2016 en niet voor de plannen na 2016. Ook voor de periode 2013 t/m 2016 is er volgens de uitgangspuntennota ‘de wenselijkheid om dit integrale verhaal te vertellen op één locatie’. Verder valt het op dat het museum zeer weinig bezoekers trekt. Op elke bezoeker legt de gemeente € 83,70 toe (2011) (ter vergelijking; dit is bij Boymans € 43,60 en bij de Kunsthal € 11,60). Bovendien lijkt het advies van de RRKC niet gericht te zijn op het opzeggen van de huur van het Schielandshuis, maar veel meer op het inkrimpen van het personeelsbestand van nu ongeveer 50 fte. Uit reacties van veel Rotterdammers blijkt dat men zeer gehecht is aan het Schielandshuis als museumlocatie en is het sterk de vraag of het bezoekersaantal niet nog veel lager wordt als het museum het Schielandshuis verlaat en slechts tentoonstellingen ‘op locatie’ gaat maken." Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording: Vraag 1: Bent u het met ons eens dat het subsidieadvies van de RRKC voor de periode 2013-2016 veel meer bedoeld is als een bezuiniging op de apparaatskosten van het museum en dat deze bezuiniging niet moet worden gezocht in het opzeggen van de huur van het Schielandshuis? Graag een toelichting. Antwoord: Het advies van de RRKC spreekt van een inhoudelijk veranderingsproces, dat nog niet concreet genoeg is uitgewerkt en tot nu toe té afwachtend is benaderd. De RRKC is van mening dat het aangevraagde bedrag hoog is en heeft het college geadviseerd een passend budget toe te kennen om de collectie op een aansprekende manier te blijven tonen. Het RRKC advies gaat niet in op de nadere invulling van de geadviseerde bezuiniging.
Registratienummer dienst: 12dKCxxx Behandelaar: Marijke Eymes, 010-2671919
raadsvergadering van: raadsstuk
dd-mm-jjjj pagina 1
Vraag 2: Deelt u onze mening dat de personeelskosten op locatie veel lager kunnen zijn? Antwoord: Ja, in principe mag ervan worden uitgegaan dat een organisatie die niet in het beheer, bewaking en invulling van een groot pand moet voorzien, minder personeel nodig heeft. Vraag 3: Wat vindt u ervan dat het museum blijkbaar niet bereid is op zijn eigen apparaat te bezuinigen? Antwoord: Na vaststelling van het Cultuurplan 2013-2016 zal het Museum Rotterdam worden verzocht een nieuw meerjarenbeleidsplan in te dienen waarin het ‘Verhaal van de Stad’ inhoudelijk en financieel verder is uitgewerkt. Uit het plan zal ook moeten blijken welke wijzigingen in de bedrijfsvoering er zullen worden gerealiseerd. Vraag 4: Bent u het met ons eens dat de tentoonstellingen in het Schielandshuis succesvoller zijn dan de tentoonstellingen ‘op locatie’ en het ook om deze reden niet juist is om het Schielandshuis te sluiten? Antwoord: De huidige projecten ‘op locatie’ zijn van andere aard dan de tentoonstellingen in het Schielandshuis. De projecten ‘op locatie’ zijn in de huidige opzet gericht op participatie en niet op het bereiken van zoveel mogelijk bezoekers. Het succes van deze twee activiteiten is ons inziens daarom niet te vergelijken. Vraag 5: Indien het Museum Rotterdam volhardt in haar besluit en alleen tentoonstellingen ‘op locatie’ gaat doen brengt u de huur van het Schielandshuis dan in mindering op het RRKC advies? Antwoord: Het Museum Rotterdam ontvangt een budgetsubsidie die wordt verleend op basis van te leveren prestaties. De subsidie is niet verbonden aan exploitatiekosten. Een lagere huur – zover deze geen verband houdt met de invoering van de kostendekkende huur - wordt daarom niet automatisch in mindering op de subsidie gebracht. Vraag 6: Bent u van mening dat het advies van de RRKC überhaupt nog houdbaar is als een van de pijlers van het museum en het advies, namelijk de locatie Schielandshuis, wegvalt? Graag een toelichting. Antwoord: Het advies van de RRKC gaat niet specifiek in op het Schielandshuis. De RRKC geeft aan dat hij het graag had gezien als het museum veel eerder een begin had gemaakt met de ‘uitwerking van het ‘Verhaal van de Stad’, ook al is de ideale locatie nog niet voorhanden’. Het advies onderstreept in dit opzicht de keuze van het museum dat de huidige locatie niet geschikt is voor de verdere inhoudelijke ontwikkeling van de Museum Rotterdam.
Registratienummer dienst: 12dKCxxx Behandelaar: Marijke Eymes, 010-2671919
raadsvergadering van: raadsstuk
dd-mm-jjjj pagina 2
Vraag 7: Bent u voornemens Museum Rotterdam nog subsidie te verlenen indien zij het Schielandshuis verlaten? Antwoord: Zie antwoord Vraag 5. Daarnaast wordt gesteld dat: “In het kader van het cultuurplan 2013-2016 zijn er twee aparte budgetten gereserveerd die door instellingen kunnen worden aangesproken om huuraanpassingen te compenseren en frictiekosten te compenseren bij het ontslag van personeel.” Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording: Vraag 8: Hoe hoog is het definitieve totale budget om de kostendekkende huur te compenseren waar culturele instellingen aanspraak op kunnen maken? Antwoord: Het budget voor de compensatie van de kostendekkende huur van culturele instellingen bedraagt 1,4 mln. Het gaat hierbij echter niet om een budget waar instellingen zelf een beroep op kunnen doen. Zoals in het verdelingsvoorstel toegelicht, worden de door ons college voorgestelde subsidiebedragen nog gecorrigeerd op basis van de kostendekkende huur. Dit gebeurt budgetneutraal voor de instellingen. Vraag 9: Tot welk bedrag kan Museum Rotterdam hier maximaal aanspraak op doen? Antwoord: De correctie van de huurbedragen geschiedt budgetneutraal. Er is derhalve geen sprake van een maximaal bedrag. Nu het Museum heeft aangegeven het Schielandshuis en de Dubbelde Palmboom te gaan verlaten zal het subsidiebedrag van het museum slechts worden aangepast op basis van de huurcorrectie voor het depot Metaalhof. Vraag 10: Heeft Museum Rotterdam hier een beroep op gedaan? Antwoord: Zie antwoord Vraag 8. Vraag 11: Hoe hoog is het totale frictiebudget waar instellingen een beroep op kunnen doen bij het inkrimpen van het personeelsbestand? Antwoord: Er is geen sprake van een van te voren bepaald budget voor het inkrimpen van personeelsbestanden. Er is een algemeen frictiekostenbudget ter hoogte van 3,2 mln jaarlijks (periode 2013-2016) dat bestemd is voor de afbouw van de gehele of gedeeltelijke subsidierelatie.
Registratienummer dienst: 12dKCxxx Behandelaar: Marijke Eymes, 010-2671919
raadsvergadering van: raadsstuk
dd-mm-jjjj pagina 3
Vraag 12: Tot welk bedrag kan Museum Rotterdam hier maximaal een beroep op doen? Antwoord: Er is op dit moment voor het Museum Rotterdam nog geen maximum te bepalen. B3 instellingen zijn als eigenrisicodrager zelf verantwoordelijk voor het financieren van ww verplichtingen. Daar waar de frictiekosten de capaciteit van een instelling ten boven gaan, kan de gemeente om beleidsmatige redenen besluiten financiële ondersteuning te bieden. Vraag 13: Heeft Museum Rotterdam hier een beroep op gedaan? Antwoord: Het Museum Rotterdam kan hier pas een beroep op doen nadat de subsidie 2013-2016 formeel is vastgesteld. Daarnaast wordt gesteld dat: “Uit het advies van de RRKC blijkt dat het museum zowel artistiek als qua ondernemerschap matig presteert. Men is met name van oordeel dat er bij tentoonstellingen in de wijken nauwelijks een relatie wordt gelegd met ‘de bestaande collectie’. De RRKC vind dat ‘de bestaande collectie verbonden moet worden met de hedendaagse objecten’. Wij delen de mening van de RRKC indien zij daarmee bedoelt dat tentoonstellingen niet moeten gaan over roffa 5314, immigranten of mantelzorg in Zuid, maar dat deze verhalen pas interessant (museaal) worden (en publiek trekken) als zij in het licht worden geplaatst van jeugd, immigratie en zorg door de eeuwen heen. ‘Trendwatching’ kunnen we ons inziens met een gerust hart overlaten aan mensen als Adjiedj Bakas en valt niet onder de kerntaken van een museum.” Hieronder volgt de vraag en onze beantwoording: Vraag 14: Bent u het met ons eens dat ‘trendwatching’ niet tot de kerntaak van Museum Rotterdam behoort? Antwoord: Het museum heeft in de huidige cultuurplanperiode projecten in de wijken gerealiseerd die en reflectie zijn op de huidige samenleving en bevolkingssamenstelling van Rotterdam. Deze projecten vallen ons inziens niet onder de noemer ‘trendwatching’. Tot slot wordt gesteld dat: “Qua ondernemerschap merkt de raad op dat het Museum weinig geld uit de markt haalt; ‘de inkomsten uit kaartverkoop zijn onder de maat’. Het nieuwe plan voor 2013 t/m 2016 biedt geen perspectief voor verandering in deze situatie.” Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording: Vraag 15: Hoe zijn de vooruitzichten op de eigen inkomsten voor de periode 2013/2016 indien het museum uitsluitend tentoonstelt ‘op locatie’?
Registratienummer dienst: 12dKCxxx Behandelaar: Marijke Eymes, 010-2671919
raadsvergadering van: raadsstuk
dd-mm-jjjj pagina 4
Antwoord: Zie antwoord ‘Vraag 3’ en antwoord ‘Vraag 4’. Vraag 16: Welke maatregelen dienen volgens u genomen te worden om zowel het artistiek management als het ondernemerschap – en daarmee de eigen inkomsten - op een hoger peil te krijgen, alvorens u tot eventuele subsidieverlening kunt overgaan? Antwoord: Zie antwoord ‘Vraag 3’. Pas op basis van het herziene meerjarenplan 2013-2016 wordt de subsidie 2013 verleent. Burgemeester en Wethouders van Rotterdam, De secretaris,
De burgemeester,
Ph. F. M. Raets
J. Kriens, l.b.
Registratienummer dienst: 12dKCxxx Behandelaar: Marijke Eymes, 010-2671919
raadsvergadering van: raadsstuk
dd-mm-jjjj pagina 5